NordicTrack NETL98130 Owner's Manual

GEBRUIKSAANWIJZING
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voorzorgs­maatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handlei­ding voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
Modelnummer NETL98130 Serienummer
Het serienummer kunt u in de hieron­der aangegeven plaats vinden. Schrijf het serie nummer van het apparaat hierboven voor toekomstige referentie.
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan con­tact op met de winkel waar u dit Produkt hebt gekocht.
Fitness Produkt H Klasse
Bezoek onze website
www.iconeurope.com
2
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
Opgelet: U kunt in het midden van deze handleiding een GEDETAILLEERDE TEKENING vinden.
NortdicTrack is een merk van ICON Health & Finesse, Inc.
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge­bruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
3. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte achter de loopband en 0,5 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen, luch­troosters blokkeert. Leg een kleed onder de loopband om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe­gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die minder dan 135 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop­band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop­band gebruikt. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Sportkleding voor mannen en vrouwen aan­bevolen. Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al­tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 9). Geen elk ander appa­raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de electri­citeit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het electrische snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie VOORDAT U BEGINT op pagina 5 als de loopband niet goed werkt.)
14. Start de loopband nooit wanneer u op de band staat. Houdt u altijd vast aan de hand­leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
15. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om schok­kende versnellingen te voorkomen.
16. De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De pols-sensor is al­leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting.
17. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond­draaien. Haal altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en druk de on/off (aan/uit) knop in de off positie wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om de aan/uit knop te vinden.)
18. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP­BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa­gina 26.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
19. Verander de hellingstand van de loopband niet door voorwerpen onder de loopband te plaatsen.
20. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten is voordat u de loopband inklapt of verplaatst.
21. U zult een “piep” geluid horen wanneer tijdens het gebruik van de iFIT.com CD’s en video’s de snelheid en/of de hellingstand van de loopband veranderd wordt/worden. Luister naar het “piep” geluid en ben er op voorbereid dat de snelheid en/of hellingstand van de loopband gaat/gaan veranderen. In sommige gevallen kan de snelheid en/of hellingstand veranderen voordat de persoonlijke trainer dat aangeeft.
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
22. U kunt wanneer u dat wilt tijdens het gebruik van de iFIT.com CD’s en video’s handmatig de snelheid en hellingstand aanpassen door op de Snelheid en Helling toetsen te drukken. De snelheid en hellingstand instellingen van de CD of video programma’s zullen worden aangepast wanneer u nochtans een “piep” geluid hoort.
23. Haal altijd de iFIT.com CD’s en video’s uit uw CD- of videospeler wanneer u deze niet ge­bruikt.
24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. Inspecteer alle onderdelen van de loopband en draai ze dan goed vast.
26.
GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon­tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact trekken vóór het schoonmaken van de loop­band, voor het plegen van onderhoud en voor het bijregelen zoals beschreven is in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten­zij een technicus dat aangeeft. Ander onder­houd dan datgene wat vermeld staat in deze handleiding moet door een technicus uitge­voerd worden.
27. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commer­cieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING:Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond­heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon­lijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
De hieronder weergegeven sticker bevindt zich op uw loopband. De vertaling van de engelse sticker is als volgt:
GEVAAR: Bescherm uzelf en andere gebruikers tegen het risico van ernstig letsel. Lees deze handleiding en:
• Ga altijd op de zijrails staan bij het starten en stoppen van de loopband.
• Stel de snelheid geleidelijk bij.
• Houdt U tijdens het gebruik van de loopband vast aan de handleuningen om te voorkomen dat U valt draag ook altijd de veiligheidsklip.
• Stop wanneer u zich niet goed voelt, duizelig of kortademig wordt.
• Sluit de sluitklip goed voordat u de loopband verplaatst of opbergt.
• Plaats de hellling van de loopband in de laagste stand voordat U de loopband opvouwt.
• Laat kinderen niet in de buurt van of op de loopband spelen.
• Haal de sleutel uit het apparaat wanneer U deze niet gebruikt.
• Blijf met uw kleding, uw vingers en hoofdhaar uit de buurt van de lopende band.
• Probeer nooit tijdens het gebruik de loopband te repareren of bij te stellen.
• Draag altijd sportschoenen wanneer U op de loopband oefent.
Opmerking: het etiket is niet op ware grootte afgebeeld.
5
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire NordicTrack
®
4500 R loopband. De 4500 R heeft een uitgebreid scala aan functies waarmee u uw training plezieriger en effectiever kunt maken. En wanneer u de loopband niet gebruikt kunt u de 4500 R loopband in­klappen zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg­vuldig door voordat u de loopband gebruikt. Mocht
u nog vragen hebben, neem dan contact op met de winkel waar u dit Produkt hebt gekocht. Om u beter van dienst te kunnen zijn, zorg ervoor dat u het model­en serienummer bij de hand hebt voordat u belt. Het modelnummer is NETL98130. Het serienummer be­vindt zich op een sticker op de loopband (zie kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te­kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Bedieningspaneel
Ventilator
Sluitknop
Boekenhouder
Sleutel/Klip
Aan/uit Knop
Stroomon-
derbreker
Loopband
Flexibel Loopoppervlak
Voetkussentje
Bijstelbouten voor de Achterroller
Houder voor de Waterfles
Pols-sensor
RECHTERKANT
LINKERKANT
*Fles niet inbegrepen.
99
112
111
113
110
109
107
2
96
96
1
91
24
92
99
127
127
3
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft. Voor de montage heeft u de meegeleverde inbussleutel en daarnaast een platkopschroevendraaier
, draadschaar en verstelbare steeksleutel nodig .
Opgelet: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be­vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
2. Til met de hulp van een tweede persoon de beide Staan-
ders (99) naar een verticale positie. Duw de Sluitknophuls (111) in de linker Staander en houd het Sluitknoptussen­stuk (112) tegen de linker Staander.
Verwijder de Sluitknop (113) van de Sluitpen (107). Zorg ervoor dat de Sluitpenkraag (109) en de Veer (110) zich op de Sluitpen bevinden. (Als er twee Sluitpenkragen zijn, plaats er dan een aan elk van beide zijden van de veer.) Steek de sluitpen in de Sluitknophuls (111) en de linker Staander (99).
Bevestig de Sluitknop (113) op de Sluitpen (107).
3. Til met de hulp van een tweede persoon het Loopopper-
vlak (24) in de opbergstand en zorg ervoor dat de sluit­pen wordt aangebracht zoals omschreven op pagina 26.
Breng de Onderplaat (91) aan op de loopband zoals aan­gegeven. Bevestig de onderplaat met de Onderplaat­Schroeven (92). Opmerking: het aanbrengen van de Schroeven is wellicht makkelijker als de loopband enigs­zins wordt gekanteld door een tweede persoon.
Als de loopband iets onstabiel is, draai dan aan èèn van of allebei de Evenwichtsvoetjes (127) onder de Staanders (99) totdat dit is verholpen. Zet de Loopoppervlak (24) voorzichtig weer neer zoals omschreven op pagina 27.
1. Schuif de loopband uit de doos. Steek de drie Kooibeu-
gels (96) in de drie aangegeven gaten van de loopband. Haak eerst de ene zijde van de Kooibeugel (96) in het gat
en gebruik een platte schroevendraaier om de andere zijde in het gat te duwen. Zie de illustratie.
WAARSCHUWING: Steek de
stekker pas in het stopcontact wanneer u de loop­band volledig gemonteerd heeft.
6
7
5
104
106
Dikke
Zijde
99
106
119
99
80
83
4
83
6. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Bewaar de meegele- verde sleutel op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pa­gina 29). Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen.
5. Steek twee Handleuningbouten (104) met Huls van de Handleuning (106) in de rechter Staander (99) en de rechter Handleuning (83). Zorg ervoor dat de draden niet beklemd raken. De Huls van deHandleuning mogen niet uit het oppervlak van de rechter Staander steken. De dikke zijde dient zich aan de zijde van het midden van de loopband te bevinden zoals weergege­ven in de illustratie. Til vervolgens de rechter Handleu­ning iets op en zorg dat de bouten op een lijn staan met de gaten in de Handleuning. Draai de Bouten in de Handleuning. Draai ze nog niet te stevig vast.
Bevestig de linker Handleuning (niet afgebeeld) op de­zelfde wijze. Draai daarna alle vier de Handleuning-
bouten (104) stevig vast.
4. Laat een tweede persoon de Handleuning (83) bij de staanders vasthouden. Verbind het Draadharnas (119) met de draden die uit de Basis van het Bedieningspaneel (80) komen (zie illustratie). De aansluitingen dienen ge-
makkelijk in elkaar te schuiven en op hun plaats te klikken. Als dit niet gebeurt, draai dan een van de aansluitingen en probeer het opnieuw. Steek vervol-
gens de aansluitingen en het Draadharnas voor de staan­der in het gat in de rechter Staander.
Zet de Handsteunen (83) op de Staanders (99) en zorg ervoor dat de draden niet beklemd raken.
8
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN
De borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borst­kas-band en de sensor (zie de tekening hieronder). Steek de flap van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor. Druk het uiteinde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de borstkas-sen­sor om uw borst­kas en maak het andere eind van de borstkas-band vast aan de sen­sor. Mocht het nodig zijn, stel dan de lengte van de band bij. De borstkas-sensor moet onder uw kleding gedragen wor­den, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspie­ren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant (de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORST­KAS-SENSOR
• Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De
borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afge­daan en de electrodes gedroogd worden. De sensor blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor elec­trodes niet goed gedroogd worden.
• Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge plaats. Bewaar de borstkas-sensor niet in een plas­tic zak of enig andere verpakking die vocht kan vast­houden.
• Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10 C of aan een temperatuur hoger dan 50 C.
• Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op­bergen van de borstkas-sensor niet te veel.
• Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte doek en een beetje niet agressief schoonmaakmid­del. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemi­sche producten. U kunt de borstkas-band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OP­LOSSEN
De instructies op de volgende pagina’s leggen uit hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspa­neel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt.
• Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof voor contact lenzen om de electrodes van de sensor nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
• Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder dan een armslengte van het bedieningspaneel bevinden.
• De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met een normale hartslag. Problemen met de hartslag­meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart­kloppingen, of aritmie.
• De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed worden door magnetische storingen veroorzaakt door hoogspanningsdraden en andere electromag­netische bronnen. Verplaats de loopband als u ver­moedt dat dit de oorzaak is.
• De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden (zie pagina 30).
Borstkas-band
Flappen
Sensor
Flap
Sensor
Gesp
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN
9
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE PERFORMANT LUBE®LOOPBAND
Uw loopband bevat een band die met PERFORMANT LUBE
®
is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band
of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult u de loopband be­schadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd.
Het apparaat wordt met twee snoeren geleverd. Gebruik het snoer die in uw stopcontact past. Steek het in tekening 1 aan­gegeven uiteinde van het snoer in het contactpunt van de ellip­tische crosstrainer. Licht vervolgens het flapje van het dosje met ferriet op en klem het rond het snoer vast. Het dosje met ferriet kan niet op het snoer schuiven. Maak de inbegrepen plastic verbinding achter het dosje met ferriet vast en snij de uiteinden van de verbinding af. Steek de stekker in een geaard stopcontact zoals aangegeven in tekening 2.
Als het snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer.
OPGELET:
Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok lei­den. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed ge­aard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monte­ren als de stekker niet in het stopcontact past.
Stopcontact van
de loopband
Stopcontact
1
2
Dosje met Ferriet
Flapje
Plastic
Verbinding
10
WAARSCHUWINKEN
De sticker op het bedieningspaneel is in het Engels. Het meegeleverde blad met stickers bevat dezelfde in­formatie in vijf verschillende talen. Zoek naar de sticker met Nederlandse opschrift. Plak de sticker op de aan­gegeven plaats.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het geavanceerde bedieningspaneel is ontworpen om het hoogst mogelijke rendement uit uw oefeningen te verkrijgen.
U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de loopband verande­ren door een druk op een toets. Het bedieningspaneel zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de ingebouwde hartslagsensor of borstriem.
Er worden daarnaast elf voorgeprogrammeerde trai­ningen aangeboden. Ieder programma regelt automa­tisch de snelheid en de hellingstand van de loopband om uw oefening doeltreffend te maken.
Het bedieningspaneel bevat tevens twee programma's voor het hart. Deze programma's regelen automatisch de snelheid en de helling van de loopband zodat u uw hartslag tijdens het oefenen bij uw doel niveau houdt.
U kunt ook uw eigen programma’s samenstellen en ze in het geheugen opslaan voor verdere raadpleging.
Het bedieningspaneel kent tevens de nieuwe iFIT.com interactieve technologie. De iFIT.com technologie werkt als een persoonlijke trainer bij u thuis. Met een audio snoer (inbegrepen) kunt U de loopband op uw geluidssysteem, uw portable stereo, computer, of video speler aansluiten en de speciale iFIT.com CD en video programma’s afspelen (CD’s en video’s zijn apart te koop). De iFIT.com CD en video programma’s regelen automatisch de loopband en geven duidelijk aan hoe u uw snelheid moet toepassen net zoals een trainer dat doet tijdens uw training. Enerverende mu­ziek motiveert extra. U kunt onze website
www.iFIT.com bekijken en daar iFIT CD’s en video’s kope.
Wanneer de loopband op uw computer is aangesloten, kunt U ook onze website www.iFIT.com bekijken en daar basis programma’s direct van internet oproepen.
Raadpleeg de website voor meer informatie.
Pols-sensor
Pols-sensor
Klip
Sleutel
Programma
Display
Hoofddisplay
Opgelet: Het kan zijn dat er op het bedieningspaneel een plastic vel zit.
Sticker
11
Doe de klip aan de tailleband van uw kleding vast.
Ga op de voetkussen­tjes van de loopband staan. Zoek naar de klip en doe de klip aan uw tailleband vast. Steek vervolgens de sleutel in het bedie­ningspaneel. Test de klip door een paar stappen
achteruit te lopen totdat de sleutel uit het bedie­ningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij. Trek vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel.
De stekker in het stopcontact steken.
Zie HOE DE STEKKER IN HET STOPCONTACT TE STEKEN op pagina 9.
Zet de aan-/uitschakelaar in de aan-positie.
Zoek naar de aan/uit knop bij het snoer van de loopband. Zet de aan-/ uitschakelaar in de aan­positie.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken
Stand on the foot rails of the treadmill. Bevestig de clip stevig aan de tailleband van uw kle­ding. Steek vervolgens de sleutel in het bedie-
ningspaneel. Na een tijdje worden het pro­gramma-display en het hoofddisplay verlicht weer­gegeven. Opmerking: Wanneer de sleutel in het bedieningspaneel wordt gestoken, zal het hel­lingssysteem van de loopband mogelijk zichzelf kalibreren. De loopband wordt tot het hoogste hel­lingniveau getild en gaat daarna terug naar het laagste hellingniveau. Tijdens de kalibratie wor­den aan de linkerzijde van het hoofddisplay twee strepen (– –) weergegeven. De segmenttijdweer­gave knippert.
Uw gewicht invoeren.
U kunt het bedieningspaneel zonder dat u uw ge­wicht invoert gebruiken. Het bedieningspaneel zal wel het calorie verbruik nauwkeuriger aangeven wanneer u uw gewicht in het bedieningspaneel in­voert. Om uw gewicht in te voeren, druk u op een van de toetsen Age/Weight Set. De woorden “ENTER WEIGHT” en het huidige gewicht ver­schijnen dan in het hoofddisplay. Druk enkele malen op de toetsen Age/Weight Set om uw ge­wicht in te voeren. Als u de toetsen vasthoudt, kunt u uw gewicht snel invoeren. Uw gewicht kan daarna in het geheugen worden opgeslagen.
Om het bedieningspaneel handmatig te bedienen, volg de stappen beginnende op bladzijde 12. Om een voorgeprogrammeerd programma te gebruiken, zie bladzijde 14. Om een op maat eigen programma te maken en gebruiken, zie bladzijden 16 en 17. Om het op hartslag afgestemde programma te gebruiken, zie bladzijde 18. Om een iFIT.com CD of videopro­gramma te gebruiken, zie bladzijde 22. Om een iFIT.com programma onmiddellijk van onze Website te gebruiken, zie bladzijde 24.
5
4
3
2
1
WAARSCHUWING:Lees de
volgende voorzorgsmaatregelen door voordat u het bedieningspaneel gebruikt.
• Sta nooit op de loopband wanneer u deze in gebruikt neemt.
• Draag altijd de klip (zie tekening hieronder) wanneer u de loopband gebruikt.
• Stel de snelheid geleidelijk bij om schok­kende versnellingen te voorkomen.
• De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De pols-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor alge­mene hartslag meting.
• Gebruik de programma’s voor de hartslag niet wanneer U hartklachten heeft of wan­neer U ouder dan 60 en niet actief bent. Bespreek met uw huisarts, als u regelmatig medicijnen inneemt of de medicijnen uw oe­fening voor de hartslag kan beïnvloeden.
• Houdt het bedieningspaneel droog om het ri­sico van een electrische schok te voorko­men. Zorg ervoor dat u geen vloeistof op het bedieningspaneel morst en gebruik alleen maar sluitbare flessen.
Klip
Aan-
Positie
HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN op pagina 11.
De handmatige instelling kiezen.
Wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt wordt de handmatige instelling gekozen. Als er een programma is geselecteerd, druk dan enkele malen op de Select Goal-toets totdat de woorden “MANUAL MODE” op het hoofddisplay verschijnen.
Op de Start-toets of de Snelheid + toets druk­ken om de loopband te starten.
Direct nadat u op de toets drukt zal de loopband met een snelheid van 1 mijl per uur (mph) begin­nen te draaien. Houdt u vast aan de handleunin­gen vast en begin te oefenen. Verander tijdens uw oefening de snelheid van de loopband zoals ge­wenst door op de Snelheid + of – toets te drukken. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt zal de snelheid van de loopband 0,1 mph veranderen. Wanneer u de toets inge­drukt houdt zal de snel­heid van de loopband 0,5 mph veranderen. Druk op de 1-step Snelheid-toet­sen (1 STEP SPEED) om de snelheid vlugger bij te stellen. Het snelheidsbereik is 0,5 mph tot 12 mph. Opgelet: Nadat u op de toetsen heeft ge­drukt kan het even duren voor de loopband de ge­kozen snelheid bereikt.
Druk op de Stop-toets om de loopband te stoppen. De tijd begint dan te knipperen op het hoofddis­play. Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets om de loopband weer opnieuw in gang te zetten.
Opgelet: Bekijk tijdens de eerste paar minuten de ligging van de band en stel deze bij mocht het nodig zijn (zie pagina 29).
De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst.
Druk op de helling toetsen ▲ en ▼ om de Hellingstand van de loopband te veranderen.
Ieder keer als de toets wordt ingedrukt zal de helling van de loopband 0,5% veranderen. Om de hellingsinstelling snel te veranderen, druk op de 1-step Hellingstand-toetsen (1 STEP INCLINE) toetsen. De hellinggraad ligt tussen de 0% en 12%. Opgelet: Nadat u op de toetsen heeft ge­drukt kan het even duren voor de loopband de ge­kozen hellingstand bereikt.
Volg uw voortgang met de LED-baan, de track, het Training Zone-display en het hoofddisplay.
De LED-baan—Een
LED-baan van 250 m wordt aangegeven wan­neer u de handmatige of de iFIT.com instelling heeft gekozen. De indica­tors zullen tijdens uw oefening opflikkeren om zo­doende uw weg langs de piste aan te geven. Wanneer u een rondje voltooid heeft zal een nieuwe ronde beginnen.
De Trainingszone display—De trainingszone display geeft bij benadering de intensiteit van uw oefening aan. Naarmate de intensiteit vergroot, gaan er extra lampjes branden.
Het hoofddisplay—Het hoofddisplay geeft de volgende informatie:
Helling [INCLINE]—De linkerzijde van het hoofddisplay toont het hellingniveau van de loopband.
Tijd/Tempo—wanneer u de handmatige of de iFIT.com instelling heeft gekozen, deze display geeft de verlopen tijd [TIME] uw tempo aan (het tempo is in minuten per mijl gemeten). Het dis- play springt elke paar seconden van de ene weer­gave naar de andere. De tempo-indicator [PACE] licht op wanneer het tempo wordt weergegeven. Als er een programma wordt geselecteerd, toont het display de resterende tijd, het huidige program­masegment [SEG. TIME] en uw huidige tempo.
5
4
3
2
1
12
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUI­KEN
13
Afstand/Ronden—Het
middelste gedeelte van het hoofddisplay toont de afstand [DISTANCE] en het aantal ronden van 1/4 mijl dat u hebt gelo­pen. Telkens zal na een paar seconden het getal op de display veranderen zoals door de Ronden [LAPS] indicator onder de display is aangegeven.
CalorieÎn/Hartslag—Als u de hartslagsensor in de handgreep niet ge­bruikt, dan toont het vol­gende gedeelte van het hoofddisplay bij benade­ring het aantal calorieîn [CALORIES] en vetcalo- rieîn dat u hebt verbrand (zie VET VERBRUIKEN op pagina 31). Het display springt elke paar secon­den van de ene weergave naar de andere. De vet­indicator [FAT] licht op wanneer het aantal ver­brande vetcalorieîn wordt weergegeven. Als u de hartslagsensor in de handgreep gebruikt, toont het display uw hartslag (zie stap 6 aan de rechterkant).
Snelheid [SPEED]— Aan de rechterkant van het hoofddisplay wordt de snelheid van de loop­band weergegeven.
Opmerking: wanneer de Km/H-indicator onder het Snelheid-display op­licht, toont de console de snelheid en afstand in kilometers. Als deze indicator niet brandt, worden snelheid en afstand in mijlen getoond. Houd de Stop-toets vast terwijl u de sleutel in het paneel plaatst om de eenheid te veranderen. De Snelheid display zal een “E” aangeven voor engelse mijlen of een M aangeven voor kilometers. Druk op de Snelheid + toets om van de ene naar de andere eenheid over te scha­kelen. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u de gewenste eenheid heeft gekozen en steek deze vervolgens weer in. Opgelet: Voor
het gemak geven alle instructies in deze hand­leiding mijlen aan.
Druk op de Stop-toets, haal de sleutel uit het be­dieningspaneel en steek de sleutel weer in om de hoofddisplay opnieuw in te stellen (te resetten).
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Uw kunt uw hartslag meten met de borstriem (zie pagina 8) of de hartslagsensor in de handgreep (volg de aanwijzingen hieronder).
Ga op de voetkus­sentjes staan.
Plaats uw handen op de metalen con­tactpunten om uw hartslag te kunnen meten. Plaats uw handpalmen op de bovenste en uw vingers op de on­derste contactpun­ten. Zorg dat u uw
handen niet be­weegt. Wanneer
uw pols wordt gemeten zal de hartslag indicator [PULSE] drie keer opflikkeren en dan zal uw hart­slag worden aangegeven. Houdt de contactpun-
ten ongeveer 15 seconden vast voor het meest zuivere resultaat.
Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Om de ventilatoren op een lage snelheid in te schakelen, drukt u op de toets Ventilatoren [FANS]. Druk nogmaals op deze toets om de ven­tilatoren op een hoge snelheid te laten draaien. Als u een derde keer op de Ventilatoren-toets drukt, worden de ventilatoren uitgeschakeld. Opmerking: Steeds als de loopband een paar mi­nuten lang stil staat, gaan de ventilatoren automa­tisch aan.
De loopband stoppen en de sleutel uit het be­dieningspaneel halen wanneer u klaar bent met u oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop­toets en stel de hellingstand in de laagste positie.
De helling van de loopband moet zich in de laagste stand bevinden wanneer u de loop­band wilt opbergen anders kan de loopband beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Opgelet: Het bedieningspaneel be-
houdt de “demo” instelling wanneer de dis­plays en indicatoren blijven branden nadat u de sleutel heeft uitgetrokken. Zie pagina 25 om de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw oefe­ning en de stekker uit het stopcontact trekken.
8
7
6
Metalen Contactpunten
14
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN op pagina 11.
Kies het gewenste vooringestelde programma.
De console heeft elf vooringestelde programma's. Er zijn er drie voor gewichtsafname, vijf op aero­bic training en drie voor topconditie.
Wanneer de sleutel in het bedieningspaneel wordt gestoken, wordt de handmatige stand geselec­teerd. Om een van de voorgeprogrammeerde pro­gramma's te gebruiken, drukt u enkele malen op de toets Select Goal totdat de woorden “WEIGHT LOSS” [Afvallen], “AEROBIC” [Aerobics] of “PER­FORMANCE” [Prestatie] op het hoofddisplay ver­schijnen.
Druk vervolgens op de toets Select Course om een van de afval-, aerobics- of prestatieprogram­ma's te selecteren. Een voorbeeld. Als de woorden “WEIGHT LOSS” op het hoofddisplay verschijnen, kunt u kiezen uit 20-minute Pyramid, 35-minute Pyramid of 20-minute Fat Burn.
Drie seconden nadat u een voorgeprogrammeerd programma hebt geselecteerd, worden de naam, de maximumsnelheid, de maximumhelling en de totale programmatijd ervan op het hoofddisplay getoond.
Het programmadis­play geeft de snel­heidsinstellingen van het geselec­teerde programma weer. Opmerking: als u een programma kiest met meer dan 12 seg­menten, worden alleen de eerste 12 segmenten op het display weergegeven.
Op de Start-toets of de Snelheid + toets druk­ken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma wordt in meerdere segmenten verdeeld, die verschillen in tijd. (Het hoofddisplay geeft zowel de resterende tijd van het totale pro­gramma als de resterende tijd van het huidige seg­ment weer.) Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid.(Dezelfde snel­heid en/of helling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd.) De snelheid van het eerste segment zal aangegeven wor­den in de eerste kolom van het Huidig Segment van de programma display, welke opflik kert. (De helling instelling wordt niet op de display aangegeven). De snel­heidsinstellingen voor de volgende segmenten worden in de kolommen rechts weergegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog maar drie seconden overblijven in het eerste seg­ment. Er klinkt een serie geluidssignalen. Bovendien zullen de snelheid en/of helling instel­ling beginnen te knipperen op het hoofddisplay wanneer de snelheid en de helling van de loop­band gaan veranderen. Wanneer het eerste seg­ment voltooid is zullen alle instellingen een kolom naar links verplaatst worden. De snelheid voor het tweede segment wordt dan in de kolom van het Huidig Segment (welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de helling van de loopband zullen zich automatisch aan het tweede segment aan­passen. Opmerking: als alle lampjes in de kolom voor het huidige segment branden nadat de snel­heidsinstellingen naar links zijn verplaatst, bewe- gen de snelheidsinstellingen omlaag zodat alleen de hoogste indicatoren in het programma-display worden getoond. Als niet alle lampjes in de kolom voor het huidige segment branden wanneer de snelheidsinstellingen weer naar links worden ver­plaatst, bewegen de snelheidsinstellingen weer naar boven.
Het programma gaat door totdat de snelheidsin­stellingen voor het laatste segment worden weer­gegeven in de kolom voor het huidige segment en er geen tijd resteert. De loopband komt dan lang­zaam tot stilstand.
3
2
1
Huidige Segment
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S TE GEBRUIKEN
15
U kunt handmatig de snelheid of de helling instel­ling aanpassen wanneer deze te hoog of te laag ligt door op de Snelheid of de Helling toetsen van het bedieningspaneel te drukken. Een bijkomende indicator zal gaan branden of uitgaan in de kolom van het Huidig Segment wanneer u een paar keer op de Snelheid toetsen drukt. (Als in enig van de kolommen rechts van de kolom van het Huidig Segment evenveel indicatoren opflikkeren als in de kolom van het Huidig Segment dan kan nog een indicator gaan branden of uitgaan in die kolom­men.) Opgelet: De snelheid instelling van de pro­gramma display zal niet verschoven worden zoals hierboven is beschreven wanneer u handmatig de snelheid bijstelt en alle indicatoren in de kolom van het Huidig Segment branden. Opgelet: De snel-
heid en de hellingstand van de loopband zullen zich automatisch aan het tweede segment aan­passen wanneer u de snelheid en de helling handmatig heeft bijgesteld tijdens het huidige segment.
Om het programma tijdelijk te stoppen, drukt u op het de Stop-toets. De tijd op het hoofddisplay be­gint te knipperen. Om het programma te hervat­ten, drukt u op de Start-toets of op de Snelheid­toets +. De loopband begint met een snelheid van 1 mijl per uur te draaien. Wanneer het volgende segment begint, past de loopband zich automa­tisch aan de snelheids- en hellinginstellingen voor het volgende segment aan. Om het programma te beîindigen, drukt u op de Stop-toets, verwijdert u de sleutel en plaatst u deze weer.
Uw vordering op de displays volgen.
Zie stap 5 op pagina 12.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 13.
Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Zie stap 7 op pagina 13.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan­neer het programma eindigt.
Zorg ervoor dat wanneer het programma eindigt
de helling van de loopband zich in de laagste positie/stand bevindt. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Opgelet: Het bedieningspaneel
blijft in de “demo” instelling wanneer de dis­plays en indicatoren blijven branden nadat u de sleutel uit het bedieningspaneel heeft ge­haald. Zie pagina 25 om de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw oefening.
7
6
5
4
16
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN op pagina 11.
Een van uw eigen programma’s kiezen.
Wanneer de sleutel in het bedieningspaneel wordt gestoken, wordt de handmatige stand geselec­teerd. Om een aangepast programma te selecte­ren, drukt u enkele malen op de toets Select Goal totdat de woorden “CUSTOM PROGRAM” [Aangepast programma] op het hoofddisplay ver­schijnen.
Druk vervolgens op de toets Select Course om het programma Learn 1 of Learn 2 te selecteren.
Drie seconden nadat een aangepast programma is geselecteerd, worden de naam, de totale tijd en de woorden “PRESS START YOUR WORKOUT WILL BE RECORDED AUTOMATICALLY” [Druk op Start, uw training wordt automatisch opgeno­men] op het hoofddisplay weergegeven.
Opgelet: Als u uw programma nog niet heeft samengesteld zullen drie kolommen met indi­catoren in de programma display gaan bran­den. Raadpleeg HOE UW EIGEN PROGRAMMA TE GEBRUIKEN op pagina 17 wanneer er meer dan drie kolommen met indicatoren branden.
Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets en stel de gewenste snelheid en helling instel­ling.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband beginnen te draaien. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Kijk op de programma display. Ieder eigen pro­gramma wordt in segmenten met een tijdsduur van 1 minuut verdeeld. Ieder segment heeft één instel­ling voor de helling en voor de snelheid. De snel­heid van het eerste segment zal in de eerste kolom van het Huidig Segment van het programma display opflikkeren. (De helling instel­ling wordt niet op de display aangegeven.) Om een snelheid en een helling instelling voor uw eerste segment te pro­grammeren stelt U gewoon de snelheid en de hel­ling van de loopband in door op de Snelheid en de Helling toetsen te drukken. Telkens wanneer U een paar keer op de Snelheid toetsen drukt zal een aanvullende indicator in de kolom van het Huidig Segment gaan branden of doven.
De snelheid en de helling instellingen zullen in het geheugen worden opgeslagen wanneer het eerste segment van het programma voltooid is. De drie
kolommen met indicatoren zullen dan een kolom naar links verplaatst worden en de snelheid en
helling instelling zullen in de kolom van het Huidig Segment opflikkeren. Programmeer een snelheid en helling instelling voor het tweede segment zoals hierboven is beschreven.
Ga door met het programmeren van snelheid en helling instellingen voor het aantal gewenste seg­menten. U programma kan uit veertig segmenten bestaan. Druk twee keer op de Stop-toets wan­neer u klaar bent met uw oefening. De snelheid en helling instellingen en het aantal segmenten zullen dan in het geheugen worden opgeslagen.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan­neer het programma eindigt.
Zie stap 7 op pagina 15.
4
3
2
1
Huidig Segment
HOE UW EIGEN PROGRAMMA SAMEN TE STELLEN
17
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN op pagina 11.
Een van uw eigen programma’s kiezen.
Wanneer de sleutel in het bedieningspaneel wordt gestoken, wordt de handmatige stand geselec­teerd. Om een aangepast programma te selecte­ren, drukt u enkele malen op de toets Select Goal totdat de woorden “CUSTOM PROGRAM” [Aangepast programma] op het hoofddisplay ver­schijnen. Druk vervolgens op de toets Select Course om het programma Learn 1 of Learn 2 te selecteren.
Drie seconden nadat een aangepast programma is geselecteerd, worden de naam en de totale tijd ervan op het hoofddisplay weergegeven.
Het programmadisplay geeft de eerste snelheids­instellingen van het geselecteerde programma weer (zie tekening hieronder). Opgelet: Bekijk
HOE UW EIGEN PROGRAMMA SAMEN TE STELLEN op pagina 16 als er maar drie kolom­men met indicatoren in de programma display branden.
Op de Start-toets of de Snelheid + toets druk­ken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hel­lingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma wordt in verschillende segmen­ten met een tijdsduur van 1 minuut verdeeld. (De hoofddisplay geeft de resterende tijd van het pro­gramma en van het huidige segment aan.) Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. De snel­heid van het eerste segment zal in de eerste kolom van het Huidig Segment van de programma display opflikkeren. (De helling instelling wordt niet op de display aangegeven). De snelheid voor de vol­gende segmenten wordt in de kolommen rechts aangegeven.
De kolom waarin het Huidige Segment wordt weergegeven en de rechterkolom beginnen te knipperen wanneer er nog drie seconden over zijn van het eerste segment van het programma. U zult ook een geluidstoon horen. De snelheidsin­stelling en de hellingsinstelling beginnen te knip­peren op het hoofddisplay en alle snelheidsinstel- lingen verschuiven een kolom naar links. De snel­heid voor het tweede segment wordt dan in de kolom van het Huidig Segment aangegeven. De snelheid en de helling van de loopband zullen zich automatisch aan het tweede segment aanpassen.
Het programma blijft doorlopen tot de snelheid van het laatste segment is aangegeven in de kolom van het Huidig Segment van de programma display en de Tijd display geeft aan dat er geen tijd meer over is. De loopband komt langzaam tot stilstand.
U kunt als u dat wilt tijdens gebruik het pro­gramma nogmaals bijstellen. Druk gewoon op de Snelheid en Helling toetsen om de snelheid en
de hellingstand van het huidige segment aan te passen. Deze nieuwe instellingen zullen in het
geheugen worden opgeslagen nadat het huidige segment voltooid is. Om de tijdsduur van het programma te verlengen moet u eerst wachten totdat het programma beëindigd is. Druk dan ver­volgens op de Start-toets en programmeer snel­heid en helling instellingen voor zoveel meer seg­menten als U wenst. Druk twee keer op de Stop­toets wanneer u het aantal gewenste segmenten heeft toegevoegd. Om de tijdsduur van het pro- gramma te verminderen moet u altijd tijdens het uitvoeren van het programma twee keer op de Stop drukken.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk te stoppen. De tijd begint dan te knipperen op het hoofddisplay. Om het programma te herstarten druk dan op de Start-toets of de Snelheid + toets. Om het programma te beëindigen druk dan op de Stop-toets, haal de sleutel uit het bedieningspa­neel en steek de sleutel vervolgens weer in het bedieningspaneel.
Uw vordering op de displays volgen.
Zie stap 5 op pagina 12.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan­neer het programma eindigt.
Zie stap 7 op pagina 15.
5
4
3
2
1
Huidig Segment
HOE UW EIGEN PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
18
Hartslagprogramma's passen automatisch de snelheid en helling van de loopband aan om uw hartslag rond het doelniveau te houden terwijl u traint. Opgelet: U moet
de borstkas-sensor (zie pagina 8) dragen om de pro­gramma’s voor de hartslag te kunnen gebruiken.
Volg onderstaande stappen om het op de hartslag af­gestemde programma te gebruiken.
De borstkas-sensor dragen.
Zie pagina 8.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN op pagina 11.
Selecteer het op hartslag afgestemde pro­gramma.
Als de sleutel erin gestopt is, zal de handmatige modus geselecteerd worden. Om een hartslagpro­gramma te selecteren, drukt u eerst op de toets Select Goal totdat de woorden “HEART RATE” [Hartslag] verschijnen op het hoofddisplay.
Druk vervolgens op de toets Select Course totdat de woorden “PULSE DRIVEN 1” of “PULSE DRI­VEN 2” verschijnen.
Tijdens de hart­slagprogramma’s zal het programma­display een grafiek laten zien die uw hartslag weergeeft. Elke keer als er een hartslag gedetecteerd wordt, zal er een piek toegevoegd worden.
Voer uw leeftijd en maximumsnelheid in.
Drie seconden nadat u een hartslagprogramma heeft geselecteerd, verschijnen de woorden “ENTER AGE” [Voer uw leeftijd in] en de huidige leeftijdsinstelling op het hoofddisplay. U moet uw leeftijd invoeren om het hartslagprogramma te kunnen gebruiken. Als u uw leeftijd al hebt inge­voerd, drukt u nogmaals op de Start-toets (hier­door wordt het programma niet gestart). Als u uw leeftijd niet hebt ingevoerd, drukt u op de toetsen Age/Weight Set totdat uw leeftijd wordt weergege­ven. U kunt de toetsen ingedrukt houden om uw leeftijd sneller in te voeren. Druk daarna op de Start-toets. Zodra u uw leeftijd hebt ingevoerd, wordt deze opgeslagen in het geheugen.
Nadat u uw leeftijd hebt ingevoerd, verschijnen de woorden “ENTER MAX SPEED” [Voer maximum­snelheid in] en de maximumsnelheid van het pro­gramma op het hoofddisplay. Druk desgewenst op de toetsen Snelheid of 1-step Snelheid om de maximumsnelheid aan te passen.
4
3
2
1
WAARSCHUWING:Gebruik
de programma’s voor de hartslag niet wanneer U hartklachten heeft of wanneer U ouder dan 60 en niet actief bent. Bespreek met uw huis­arts, als u regelmatig medicijnen inneemt of de medicijnen uw oefening voor de hartslag kan beïnvloeden.
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET OP HART­SLAG AFGESTEMDE PROGRAMMA
19
Druk op de Start-toets of de Snelheid + knop om het programma te laten beginnen.
Direct nadat de knop is ingedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snel­heids- en hellingsinstellingen voor het pro­gramma. Houd de leuning vast en begin te lopen.
Elk hartslagprogramma is verdeeld in verscheide­nen segmenten van verschillend duur. (De hoofd­display toont zowel de resterende tijd in het pro­gramma als de resterende tijd in het huidige seg­ment van het programma.) Voor elk segment is een doel-hartslag geprogrammeerd.
Het bedieningspaneel zal van tijd tot tijd uw hart­slag vergelijken met uw ten doel gestelde hartslag instelling. Wanneer uw hartslag boven of lager dan uw ten doel gestelde doel hartslag instelling ligt dan zal de loopband automatisch versnellen of vertragen om bij uw hartslag aan te sluiten. Wanneer de snelheid de maximale grens van het programma (zie stap 4 op pagina 18) bereikt heeft en uw hartslag nog steeds lager ligt dan uw ten doel gestelde hartslag instelling, dan zal de helling van de loopband toenemen om uw hartslag dich­ter bij uw ten doel gestelde hartslag instelling te brengen.
Gedurende de laatste drie seconden van elk seg­ment hoort u een geluidssignaal en gaan de snel­heidsinstelling en/of de hellingsinstelling knippe­ren op het hoofddisplay.
Het programma blijft doorlopen totdat er geen tijd meer over is. De loopband komt dan langzaam tot stilstand.
Als de snelheid of helling te hoog of te laag is, kunt u deze instelling met de toetsen Snelheid en Helling bijstellen. De snelheid en/of de hellings­tand van de loopband zal/zullen echter, telkens wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met uw ten doel gestelde hartslag instelling vergelijkt automatisch toenemen of verminderen om uw hartslag dichter bij uw ten doel gestelde hartslag instelling te brengen.
Wanneer uw pols tijdens het programma niet ge­meten kan worden dan zullen de letter “PLS” in de hoofddisplay opflikkeren en zullen de snelheid en helling van de loopband automatisch toenemen of verminderen totdat het programma uw pols kan meten. Bekijk de instructies op pagina 8 als dit voorkomt.
Druk op de Stop-toets om het programma wan­neer dan ook te stoppen. Programma’s voor de hartslag mogen zouden echter niet tijdelijk gestopt en dan weer gestart mogen worden. Om een pro­gramma voor de hartslag opnieuw te gebruiken kies dan weer het programma en begin bij het begin.
Uw vordering op de displays volgen.
Zie stap 5 op pagina 12.
Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Zie stap 7 op pagina 13.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan­neer het programma eindigt.
Zie stap 7 op pagina 15.
8
7
6
5
20
Om de iFIT.com CD’s te kunnen gebruiken moet u
de loopband op uw portable CD speler, portable stereo, geluidssysteem of computer (met CD speler) aanslui­ten. Zie pagina’s 20 tot en met 21 voor instructies m.b.t. aansluiting. Om de iFIT.com videocassettes te ge- bruiken moet u de loopband op uw video speler aan­sluiten. Zie pagina 22 voor instructies m.b.t. aansluiting.
Om de iFIT.com programma’s van internet op te roepen moet u de loopband op uw computer aanslui-
ten. Zie pagina 21 voor instructies m.b.t. aansluiting.
HOE OP UW CD SPELER AAN TE SLUITEN Opgelet: Zie instructie A als uw portable CD speler
van aparte LINE OUT en PHONES pluggen is voor­zien. Zie instructie B als uw CD speler maar van één plug is voorzien.
A. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de LINE OUT plug van uw CD speler. Steek uw koptelefoon in de PHONES plug.
B. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in een splitter. Steek de splitter in de PHO­NES plug van uw CD speler. Steek uw koptelefoon in de splitter.
HOE OP UW PORTABLE STEREO AAN TE SLUITEN Opgelet: Zie instructie A als uw stereo van een
AUDIO OUT plug is voorzien. Zie instructie B als uw stereo van een 3,5 mm LINE OUT plug is voor­zien. Zie instructie C als uw stereo alleen een PHO­NES plug heeft.
A. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de adapter. Steek de adapter in de AUDIO OUT plug van uw stereo.
B. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de LINE OUT plug van uw stereo.
C. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de plug
aan de voorkant van de loopband bij het electriciteits­snoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de splitter. Steek de splitter in de PHONES plug van uw stereo. Steek uw koptelefoon in de splitter.
Audio Snoer
Koptele-
foon
A
Audio Snoer
Adapter
A
Audio Snoer
B
Audio Snoer
C
Audio Snoer
Splitter
Koptelefoon
B
Splitter
Koptelefoon
HOE DE LOOPBAND OP UW CD SPELER, VIDEO OF COMPUTER AAN TE SLUITEN
LINE OUT
PHONES
LINE OUT
PHONES
PHONES
PHONES
AUDIO OUT
RIGHT LEFT
LINE OUT
PHONES
21
HOE OP UW GELUIDSSYSTEEM AAN TE SLUITEN
Opgelet: Zie instructie A als uw systeem een LINE OUT plug heeft die niet gebruikt wordt. Zie instruc­tie B als de LINE OUT plug in gebruik is.
A. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de adapter. Steek de adapter in de LINE OUT plug van uw systeem.
B. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de adapter. Steek de adapter in een RCA Y-adapter (verkrijgbaar in elektronica winkels). Haal vervolgens het snoer die nu in de LINE OUT plug zit uit deze plug en steek deze in de Y-adapter. Steek de Y-adapter in de LINE OUT plug van uw stereo.
HOE OP UW COMPUTER AAN TE SLUITEN
Opgelet: Zie instructie A als uw computer van een 3,5 mm LINE OUT plug is voorzien. Zie instructie B als uw computer alleen een PHONES plug heeft.
A. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de LINE OUT plug van uw computer.
B. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de splitter. Steek de splitter in de PHONES plug van uw computer. Steek uw koptelefoon in de splitter.
Audio Snoer
Adapter
A
Audio Snoer
A
Audio
Snoer
RCA Y­adapter
Snoer verwijderd uit
de LINE OUT plug
B
Adapter
Audio Snoer
B
Splitter
Koptelefoon/Speakers
CD
VCR
Amp
LINE OUT
LINE OUT
LINE OUT
PHONES
CD
VCR
Amp
LINE OUT
22
HOE OP UW VIDEO AAN TE SLUITEN
Opgelet: Zie instructie A als uw video speler een AUDIO OUT plug heeft die niet gebruikt wordt. Zie instructie B als de AUDIO OUT plug al in gebruik is. Zie instructie B als u een televisie heeft met in­gebouwde video speler. Zie HOE OP UW GELUIDS­SYSTEEM AAN TE SLUITEN op pagina 21 als uw video op uw geluidssysteem is aangesloten.
A. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de adapter. Steek de adapter in de AUDIO OUT plug van uw video.
B. Steek het ene uiteinde van het audio snoer in de
plug aan de voorkant van de loopband bij het elec­triciteitssnoer. Steek het andere uiteinde van het snoer in de adapter. Steek de adapter in een RCA Y-adapter (verkrijgbaar in elektronica winkels). Haal vervolgens het snoer die nu in de AUDIO OUT plug zit uit deze plug en steek deze in de Y-adapter. Steek de Y-adapater in de AUDIO OUT plug van uw video.
Om de iFIT.com CD’s of videocassettes te gebruiken moet u de loopband op uw portable CD speler, porta­ble stereo, geluidssysteem, computer met CD speler of video aansluiten. Zie HOE OP UW CD SPELER, VIDEO OF COMPUTER AAN TE SLUITEN op pagina
20. Opgelet: U kunt onze website www.iFIT.com bekijken en daar iFIT CD’s en video’s kopen.
Volg de stappen hieronder om een iFIT.com CD of video programma te gebruiken.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN op pagina 11.
De iFIT.com instelling kiezen.
De handmatige instelling wordt gekozen wanneer u de sleutel in het bedie­ningspaneel steekt.. De indicator boven de toets licht op en de woorden “IFIT MODE” [iFIT-mode] verschijnen op het hoofd­display.
De iFIT.com CD of videocassette insteken.
Als u een iFIT.com wilt gebruiken plaats de CD dan in de CD speler. Als u een iFIT.com videocas­sette wilt gebruiken, steek dan de videocassette in uw video speler.
Op de PLAY-toets van uw CD speler of video drukken.
Direct nadat u op de Play toets heeft gedrukt zal uw persoonlijke trainer u helpen bij uw oefening. Volg de instructies van uw trainer. Opgelet: De tijd begint dan te knipperen op het hoofddisplay, druk dan op de Start-toets of de Snelheid + toets van het bedieningspaneel. De loopband reageert niet op een cd- of videoprogramma wanneer de tijd knippert.
U zult tijdens een CD of video programma een “piep” geluid horen wanneer de snelheid en/of de helling gaat/gaan veranderen. OPGELET: Luister
naar het “piep” geluid en bereidt u er op voor dat de snelheid en/of hellingstand van de loop­band gaat/gaan veranderen. Het kan zijn dat in sommige gevallen de snelheid en/of hellings­tand kunnen veranderen voordat de persoon­lijke trainer dat aangeeft.
4
3
2
1
Audio Cable
adaptor
A
Audio Cable
adaptor
B
Wire removed from
AUDIO OUT jack
RCA Y-adaptor
HOE DE IFIT.COM CD EN VIDEO PRORAMMA’S TE GEBRUIKEN
VIDEO AUDIO
IN
CH 34
OUT
AUDIO OUT
RIGHT LEFT
ANT. IN
RF OUT
ANT. IN
VIDEO AUDIO
IN
RF OUT CH 34
OUT
23
U kunt de instellingen handmatige bijstellen door op de Snelheid of Helling knopen van het bedie­ningspaneel te drukken wanneer de snelheid of helling instellingen te hoog of te laag zijn. Echter,
wanneer u een "piep" geluid hoort zullen de snelheid en/of de helling stand veranderen in de eerstvolgende instellingen van het pro­gramma.
Druk op de Stop-toets van het bedieningspaneel wanneer u de loopband wilt stoppen. De tijd begint dan te knipperen op het hoofddisplay. Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets om het pro­gramma weer opnieuw te starten. Direct begint de loopband met een snelheid van 1,0 mph te draaien. Bij het volgende “piep” geluid zal de
loopband de snelheid en/of de helling verande­ren en zich bij de volgende segment instelling van het CD of video programma aanpassen.
Nadat de CD of video programma eindigt zal de loopband tot stilstand komen en zal de tijd begint dan te knipperen op het hoofddisplay. Opgelet: Om een andere CD of video programma te gebrui­ken moet u de Stop-toets drukken of de sleutel uit het bedieningspaneel halen en stap 1 op pagina 22 raadplegen.
Opgelet: Als de snelheid of de helling van de loopband niet verandert wanneer u het “piep” geluid hoort:
• Zorg er dan voor dat de indicator naast de iFIT.com indicator aan is en dat de tijd begint dan te niet knipperen op het hoofddisplay.
Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets van het bedieningspaneel wanneer de tijd op­flikkert.
• Stel de volume van uw CD speler of video bij. Het kan zijn dat het bedieningspaneel het sig­naal van het programma niet ontvangt omdat de geluidssterkte van de CD speler of video te hoog of te laag is.
• Zorg ervoor dat het audio snoer juist is aan­gesloten, goed in de plug zit en niet om het electriciteitssnoer gewikkeld is.
• Plaats de CD speler op de vloer of op een vlakke ondergrond in plaats van op het bedie­ningspaneel wanneer de CD speler overslaat.
Uw vordering op de displays volgen.
Zie stap 5 op pagina 12
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 13.
Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Zie stap 7 op pagina 13.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan­neer het programma eindigt.
Zie stap 7 op pagina 15.
8
7
6
5
Door onze website www.iFIT.com kunt u basis pro­gramma’s, geluid en video programma’s direct van inter­net oproepen. Binnenkort komen er meer opties be­schikbaar. Zie www.iFIT.com voor meer informatie.
Om deze programma’s van onze website te gebruiken moet de loopband aangesloten zijn op uw computer. Zie HOE OP UW COMPUTER AAN TE SLUITEN op pagina 21. Bovendien moet U een internet aansluiting en een provider hebben. Een lijst met specifieke sys­teemvereisten kunt u op onze website vinden.
Volg de stappen hieronder om een programma van onze website te gebruiken.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL IN GEBRUIK NEMEN op pagina 11.
De iFIT.com instelling kiezen.
De handmatige instel­ling wordt gekozen wan­neer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt. Druk om de iFIT.com toets om een iFIT.com programma van internet te gebruiken. De indicator boven de toets licht op en de woorden “IFIT MODE” [iFIT-mode] verschijnen op het hoofd­display.
Naar uw computer gaan en de internetverbin­ding starten.
Naar onze website www.iFIT.com gaan.
Het gewenste programma van onze website kiezen.
Lees en volg on line de programma instructies.
De on line instructies volgen en het pro­gramma starten.
Wanneer u met een programma start begint een aftelprocedure op uw scherm.
Ga naar uw loopband terug en stap op de voetkussentjes. Zoek naar de klip, die aan de sleutel vastzit en maak de klip aan de taille­band van uw kleding vast.
Wanneer de aftelprocedure voorbij is zal Uw pro­gramma beginnen en de loopband gaan draaien. Houdt u vast aan de handleuningen, stap op de band en begin te oefenen. U zult tijdens het pro­gramma een “piep” geluid horen wanneer de snel­heid en/of de helling instelling gaat/gaan verande­ren. OPGELET: Luister naar het “piep” geluid
en bereidt u er op voor dat de snelheid en/of hellingstand van de loopband gaat/gaan ver­anderen.
U kunt de instellingen handmatige bijstellen door op de Snelheid of Helling knopen van het bedie­ningspaneel te drukken wanneer de snelheid of helling instellingen te hoog of te laag zijn. Echter,
wanneer u een "piep" geluid hoort zullen de snelheid en/of de helling stand veranderen in de eerstvolgende instellingen van het pro­gramma.
Druk op de Stop-toets van het bedieningspaneel wanneer u de loopband wilt stoppen. De tijd be­gint dan te knipperen op het hoofddisplay. Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets om het programma weer opnieuw te starten. De loopband begint met een snelheid van 1 mph te draaien. Bij
het volgende “piep” geluid zal de snelheid en/of de helling veranderen en zich bij de vol­gende segment instelling van het programma aanpassen.
Nadat de CD of video programma is beëindigd zal de loopband tot stilstand komen en de tijd begint dan te knipperen op het hoofddisplay. Opgelet: Om een ander programma te gebruiken moet u op de Stop-toets drukken en stap 5 raadplegen.
Opgelet: Zorg ervoor als de snelheid of de hel­ling van de loopband niet verandert wanneer u het “piep” geluid hoort dat de iFIT.com indica­tor aan is en dat de tijd niet opflikkert. Zorg er bovendien voor dat het audio snoer juist is aangesloten, goed in de plug zit en dat het snoer niet om het electriciteitssnoer gewikkeld is.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan­neer het programma eindigt.
Zie stap 7 op pagina 15.
8
7
6
5
4
3
2
1
24
HOE DE PROGRAMMA’S DIRECT VAN ONZE WEBSITE TE GEBRUIKEN
25
DE INFORMATIE INSTELLING/DEMO INSTELLING
Het bedieningspaneel biedt een informatie instelling die het aantal gebruikte uren op de loopband en het aantal gelopen mijlen op de loopband bijhoudt. Met de informatie instelling kunt u ook van mijlen per uur naar kilometers per uur overschakelen. Bovendien kunt U met de informatie instelling de demo instelling aan- of uitschakelen.
Houdt de Stop-toets ingedrukt terwijl u de sleutel in het bedieningspaneel steekt om de informatie instelling te kiezen. De volgende informatie wordt weergegeven wanneer u de informatie instelling gekozen heeft:
De linkerzijde van het hoofd­display geeft het aantal uren aan dat u de loopband heeft gebruikt.
Het middelste gedeelte van het hoofddisplay geeft het aantal mijlen of kilometers die u op de loopband gelo­pen heeft.
Aan de rechterzijde van het hoofddisplay verschijnt een “E” voor Engelse mijlen of een “M” voor kilometers. Druk op de Snelheid + toets om van eenheid te verande­ren.
BELANGRIJK: Zorg dat er geen “D” op het hoofddis­play staat. Het bediening-
spaneel is in de demo instel­ling wanneer een “D” op de display verschijnt. Deze in­stelling is alleen bedoeld voor demonstraties in een winkel. Wanneer het snoer is ingestoken en het bedie­ningspaneel de demo instelling aangeeft kan de sleutel uit het bedieningspaneel worden genomen, de dis­plays plus indicatoren zullen automatisch in een ze­kere volgorde oplichten. De toetsen van het bediening­spaneel zullen nochtans niet werken. Druk op de
Snelheid – toets wanneer een “D” op de indicator verschijnt en de demo instelling gekozen wordt zodat de display blank is.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor­matie instelling te verlaten.
26
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Stel de helling in de laagste stand voordat u de loopband inklapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd beschadigen. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek de stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kun­nen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houdt de loopband vast op de rechts aangegeven plaat­sen. WAARSCHUWING: Buig door uw knieën en houdt
uw rug recht om persoonlijk letsel te vermijden. Zorg ervoor dat u de kracht van uw benen gebruikt in plaats van uw rug om de loopband te tillen. Til de loopband
half omhoog.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loopband goed vast. Trek de sluitknop naar links en houd hem in die positie vast. Til de loopband op totdat het op­pervlak voorbij de pen op de sluitknop gaat. Laat de sluit­knop los. Zorg ervoor dat het platform op de pen rust
zoals aangegeven.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedek­king te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband kunt verplaatsen moet u eerst de loopband inklappen zoals hierboven is beschreven. Zorg er-
voor dat de pen van de sluitknop goedover de greep past.
1. Pak de uiteinden van de handleuningen vast zoals aange­geven en plaats een voet tegen het wiel.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwiel­tjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats. Zorg ervoor dat u de loopband altijd kantelt
voordat u deze verplaatst. Wees heel voorzichtig tij­dens het verplaatsen van de loopband zodat u risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loop­band niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het wiel en kantel de loopband tot deze weer rechtop staat.
Onderstel
Voorwieltjes
Sluitknop
Platform
Pen
27
HOE DE LOOPBAND UIT TE KLAPPEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aange-
geven. Trek de sluitknop naar links en houd hem in die positie vast. Scharnier de loopband omlaag totdat het frame voorbij de pen op de sluitknop is. Laat voorzich­tig de sluitknop los.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de
loopband op de vloer zakken. Laat de loopband niet op
de grond vallen. WAARSCHUWING: Buig door uw knieën en houdt u rug recht om het risico op persoon­lijk letsel te vermijden.
Sluitknop
Platform
Pen
28
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen. Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben, neem dan contact op met onze klantendienst.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld OPLOSSING: a.Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 9). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter.
b.Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bediening-
spaneel zit.
c.Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op
het onderstel van de loopband. Als de knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker doorge­slagen. Wacht 5 minuten en druk de schakelaar op­nieuw in om de stroomonderbreker opnieuw in wer­king te stellen (te resetten).
d.Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electriciteits-
noer van de loopband bevindt. De knop moet zich in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik OPLOSSING: a.Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha­kelaar weer in.
b.Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact. c.Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel. d.Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt. e. Als de loopband nog niet wil draaien, bel dan de wintel waar u dit apparaat hebt gekocht.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren SOLUTION: a.Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en de
stekker uit het stopcontact. Verwijder de aangege-
ven schroeven (48) van de kap (62). Draai de kap en
til deze voorzichtig op.
Zoek de Sensor (37) en de Magneet (31) aan de lin-
kerkant van de Katrol (30). Draai de Katrol zodanig
dat de Magneet gelijk staat met de Sensor. Zorg er-
voor dat de afstand tussen de Magneet en de
Sensor ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de
Schroef (86) wat los en verplaats de Sensor enigs-
zins. Draai de Schroef weer vast. Maak de kap weer
vast en laat de loopband een paar minuten draaien
om de snelheidsmeting na te kijken.
31
48
62
48
a
Zicht van
boven
3 mm
37
86
30
Doorgeslagen
c
Resetten
Aan
Positie
d
29
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegele­verde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
c. Bel onze klantendienst wanneer de loopband blijft vertragen.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loop­band niet goed in het midden ligt. Als de loopband naar links is verschoven, draai met de meegeleverde
sleutel de linker bout van de achterroller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loopband naar rechts is verscho- ven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aandraait. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en HAAL
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loopband slipt. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loop­band een paar minuten draaien. Herhaal deze hande­ling tot de loopband goed ligt.
PROBLEEM: De loopband is tijdens gebruik onstabiel. OPLOSSING:a. Als de loopband tijdens gebruik iets onstabiel is,
draai dan aan èèn van of allebei de Evenwichts­voetjes (127) onder de Staanders (99) totdat dit is verholpen. Kantel indien nodig de loopband iets naar voren en draai de evenwichtsvoetjes met een kruiskopschroevendraaier.
Bijstelbouten voor de achterroller
8 à 10cm
b
a
b
127
127
a
99
30
PROBLEEM: De hellingstand van de loopband verandert niet naar behoren of verandert niet wanneer
iFIT.com CD’s of video’s afgespeeld worden.
OPLOSSING:a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen.
Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na
een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren. Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De hartslag monitor werkt niet goed. OPLOSSING:a. Kijk bij PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN op pagina 8 wanneer de
hartslag monitor niet goed werkt.
b. Wanneer de hartslag monitor nog steeds niet goed werkt vervang
dan de batterij. Zoek om de batterij te vervangen naar de deksel aan de achterkant van de sensor. Steek een muntje in de gleuf van de deksel en draai de deksel tegen de klok in tot aan de “open” po­sitie. Verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit de sensor.
Plaats er een nieuwe CR2032 batterij in met het opschrift naar boven. Zorg er ook voor dat de rubber band goed in de sensor zit. Maak de deksel weer vast en draai de deksel in de gesloten positie.
Batterij
Rubber
Band
Deksel
b
Deksel
31
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe­ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu­lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge­tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor aerobic oefeningen aanbevolen.
Gebruik de pols-sensor op het bedieningspaneel om uw hartslag tijdens het oefenen te meten.
Vet verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan­gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare koolhydraten. Pas na de eerste paar minuten begint uw lichaam vet als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oe­fening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een grotere presta­tie van uw longen om het bloed van zuurstof te voor­zien. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trai­ningszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm­fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe­ning verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi­teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart­slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60 minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi­nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen.
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon­der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik.
De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de hartslag metingen beïnvloeden. De pols-sen­sor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor al­gemene hartslag meting.
32
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
De juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts getoond. Strek u langzaam, vermijdt krachtige inspanning.
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel moge­lijk en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: knie­pees, achterkant van knieen en rug.
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar u toe en leg deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mo­gelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ont­span. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies.
3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Om uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste been. Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heupspieren.
5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebogen. Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit 3 keer. Spieren: dijspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
33
OPGELET
34
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NETL98130 R0703A
De GEDETAILLEERDE TEKENING in het midden van deze handleiding bekijken om de onderdelen die hieron­der opgesomd staan te kunnen vinden.
Onder- Aantal Beschrijving deelnr.
Onder- Aantal Beschrijving deelnr.
1 1 Inbussleutel 2 2 Bout van Achterwiel 3 1 Achter Beschermkapje (Linker) 4 2 Stervormige Pakkingring van Roller 5 2 Bijstelbout van de Achterroller 6 2 Achterwiel 7 4 U-vormige beugel 8 8 Bout van het Kapje
9 1 Schild voor Roller (Linker) 10 1 Schild voor Roller (Rechter) 11 1 Achter Beschermkapje (Rechter) 12 8 Schroef voetkussentje (midden) 13 8 Tussenring voor Beschermkapje 14 1 Achteroller 15 1 Sticker met Waarschuwing 16 2 Kap voetkussentje 17 1 Pols Ontvanger 18 2 Loopband geleider 19 1 Choke 20 2 Schakelbout van het Onderstel 21 2 Schakeltussenring van het Onderstel 22 1 Linker Voetkussentje 23 1 Loopband 24 1 Loopoppervlak 25 1 Rechter Voetkussentje 26 1 Voor Beschermkapje (Linker) 27 1 Geaarde Draad 28 4 Schroef van Steunhouder 29 1 Steunhouder 30 1 Wieltje/Katrol 31 1 Magneet 32 1 Riem van de Motor 33 1 Motor 34 2 Schakelhuls van het Onderstel 35 2 Schakeltussenstuk van het Onderstel 36 1 Sensorklip 37 1 Sensor
38* 1 Spanrolunit
39 1 Bout van het Poelie Spanrol 40 1 Huls van het Katrol 41 1 Poelie Spanrol 42 8 Moer van Lift Motor/Moer van Spanrol 43 4 Spanschijfje 44 2 Bout van Hellingmotor (Boven) 45 1 Pakking van Hulp-pitmanarm 46 1 Hulp-pitmanarm 47 1 Veer spanrol 48 9 Kapmontageschroef 49 5 Kap 50 1 Hellingmotor
51 1 Bout van Hellingmotor (Beneden) 52 1 Beugel voor Hellingmotor 53 1 Bijstelbout van het wieltje 54 1 Moer van Wieltje 55 2 Bout van Motor 56 1 Draad voor de Pols 57 1 Hefbalk 58 1 Linker ventilatorbehuizing 59 2 Grote kooibeugel 60 2 Plastic Tussenstuk 61 1 Voor Beschermkapje (Rechter) 62 1 Motorkap 63 2 Kapklem 64 1 Controller 65 1 Houder van de Controller 66 1 Draad van Controller van de Motor 67 2 Euro Electrische snoer 68 1 Contactpunt 69 1 Stroomonderbreker 70 1 Audio Snoer van 12” 71 1 Moer van Audio Snoer 72 1 Aan/Uit Knop 73 2 Sticker 74 1 Onderkap 75 4 Verbindingsstuk 76 1 Beugel voor Onderkap 77 2 Schroef van Steunhouder 78 1 Filter Draad 79 1 Massadraad van Bedieningspaneel 80 1 Basis van het Bedieningspaneel 81 1 Bedieningspaneel 82 1 Boekenhouder 83 1 Handleuning 84 2 Kapje van Handleuning 85 1 Handgreep met Pols-sensor 86 21 Schroef 87 26 Schroef van Bedieningspaneel 88 4 2” Schroef van Bedieningspaneel 89 1 Achterkant Bedieningpaneel 90 1 Bumper onderplaat 91 1 Onderplaat 92 3 Onderplaatschroef 93 9 Schroef van Basis 94 1 Draadleiding 95 4 Steunkussentje 96 3 Kooibeugels 97 2 Staander Beschermkapj 98 1 Sleutel/Klip 99 1 Staander
100 2 Bout van Voorwiel
35
Onder- Aantal Beschrijving deelnr.
Onder- Aantal Beschrijving deelnr.
101 2 Huls van Voorwiel 102 2 Voorwiel 103 2 Tussenstuk van Voorwiel 104 4 Bout voor de Handleuning 105 2 Ventilator 106 4 Huls van de Handleuning 107 1 Sluitpen 108 1 Penklem 109 1 Sluitpenkraag 110 1 Veer sluitknop 111 1 Sluitknophuls 112 1 Sluitknopafstandsstuk 113 1 Sluitknop
114* 1 Montage van Sluiting
115 1 Linker Bekerhouder 116 1 Rechter Bekerhouder 117 1 Rechter ventilatorbehuizing 118 2 Staander Beschermkapje (Rond) 119 2 Draadharnas 120 2 Staander Kap (zijkant) 121 4 Verbinding van 20 cm 122 1 Audio Snoer van iFIT.com 123 1 Stekerbus 124 1 Verbinding 125 1 Greep 126 1 Huls van Hulp-pitmanarm 127 2 Stelpoot 128 1 Schakelbord met Electronica
129 1 Filter 130 2 Doorvoer voor motor 131 2 Pakkingring Rollerverstelling 132 1 Borstkas-band 133 1 Borstkas-band Sensor 134 1 Isolatieplaat 135 1 Dosje met Ferriet 136 4 Schroef van Steunkussentje 137 3 Schroef voor Kap (Achter) 138 2 Scharniermoer van frame 139 1 Transformator 140 1 Massaschroef 141 1 Aardepakking 142 2 Tussenstuk van Motor 143 1 Beugel voor elektronica 144 1 Splitter
# 1 Groene Draad van 12”, 2 Ring # 1 Groene Draad van 8”, F/Ring # 1 Groene Draad van 6”, 2 Ring # 1 Groene Draad van 4”, F/Ring # 1 Blauwe Draad von 8”, 2F # 1 Blauwe Draad von 4”, 2F # 1 Zwarte Draad van 4”, 2F # 1 Witte Draad van 8”, 2F # 1 Gebruikersaanwijzing
* Inclusief alle meegeleverde delen. # Deze onderdelen woorden niet getoond.
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. NETL98130 R0703A
124
75
93
123
144
122
42
140
103
42
141
95
97
104
118
119
104
106
118
114*
107
108
110
111
112
113
109
106
103
102
101
100
99
98
102
100
101
95
136
121
59
127
94
93
96
119
136
96
127
59
97
96
92
92
93
93
87
117
105
116
87
87
82
81
115
56
17
133
132
87
105
87
88
87
87
87
58
88
87
80
87
87
73
88
89
87
88
87
7
92
87
87
87
87
83
90
91
7
137
7
79
85
84
86
85
84
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. NETL98130 R0703A
Zie voor een beschrijving van de onderdelen de ONDERDELEN MET LIJST op pagina 34 en 35 in de GEBRUIKSAANWIJZING.
66
63
78
62
48
142
130
48
57
120
45
49
44
42
86
36
35
37
34
63
55
47
46
126
43
44
42
43
42
43
41
40
39
38*
64
86
86
19
138
32
48
120
35
53
86
52
134
34
54
50
33
29
138
42
129
65
86
86
139
20
21
51
28
28
60
128
70
69
71
60
86
74
48
27
54
68
72
73
143
87
86
8
61
13
18
48
86
87
77
137
12
135
137
76
67
31
22
21
8
20
13
19
25
30
27
86
23
18
12
87
125
15
8
1
128
24
12
14
12
13
3
2
13
8
11
10
9
6
131
4
5
128
2
6
131
42
4
5
42
42
Onderdeel Nr. 196694 R0703A Gedrukt in USA © 2003 ICON Health & Fitness, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap­paraat hebt gekocht.
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
• het MODELNUMMER van het produkt (NETL98130)
• de NAAM van het produkt (NordicTrack
®
4500 R loopband)
• het SERIENUMMER van het produkt (zie de kaft van de handleiding)
• het NUMMER van het ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het ONDERDEEL op pagina 34 en 35 van
deze handleiding
Loading...