CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NAM-2
conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2003. Tegic
Communications, Inc. All rights reserved.
Nokia, Nokia Connecting People, Xpress-on Space Impact, Snake II en Link5 zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen
handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde accessoires kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
9355569/Uitgave 3
Inhoudsopgave
VOOR UW VEILIGHEID .......................................................................................... 8
Stickers in het pakket............................................................................................................................... 11
1. Aan de slag ......................................................................................................13
Een SIM-kaart plaatsen ........................................................................................................................... 13
De batterij opladen ...................................................................................................................................14
In- of uitschakelen....................................................................................................................................15
Display en standby-modus......................................................................................................................16
De covers verwisselen .............................................................................................................................. 16
Een foto in de cover voor de achterkant plaatsen...........................................................................18
Laatste oproepen.................................................................................................................................... 40
Gesprekstellers en kostentellers.........................................................................................................41
Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren.
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de
gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
BELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in en
druk op . Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op . Als u een oproep
wilt beantwoorden, drukt u op .
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om het
scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af te
sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u
zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming hebt
gekregen.
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik in
de netwerken EGSM 900 en GSM 1800.
De dualbandfunctie is een netwerkfunctie. Vraag de exploitant van uw telefoonnetwerk of u
zich op deze functie kunt abonneren.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn
speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas van
deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet op de
gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
■ Lader en accessoire
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Deze apparatuur is bedoeld
voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-8 en LCH-9.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, lader en accessoires die zijn
goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon voor gebruik met dit type telefoon.
Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en
kan bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de
• Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
• De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door
krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de
kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
• Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen,
loskoppelen van de lader en de batterij verwijderen.
1. Druk de vergrendeling van de cover voor de
achterkant in (1), open de cover vanaf de bovenzijde (2)
en neem de cover weg.
2. Verwijder de batterij door deze bij de uitsparing uit de
telefoon te tillen (3). Open de toegang naar de SIMkaart door deze te draaien (4).
3. Schuif de SIM-kaart voorzichtig in de SIMkaarthouder (5). Zorg ervoor dat de goudkleurige
aansluitingen op de kaart naar beneden zijn gericht en
dat de gemarkeerde hoek zich rechts bevindt. Draai de
toegang van de SIM-kaart terug om de SIM-kaart te
vergrendelen (6).
4. Lijn de goudkleurige aansluitingen op de batterij uit
met de bijbehorende aansluitingen op de telefoon en
druk op het andere uiteinde van de batterij totdat deze
vastklikt (7).
5. Lijn de onderzijde van de cover voor de achterkant uit
met de onderzijde van de telefoon en druk op de
bovenzijde van de cover om deze vast te klikken (8).
■ De batterij opladen
Laad de batterij niet op als een van of beide covers zijn verwijderd.
1. Steek de stekker van de lader in de
aansluiting aan de onderkant van de
telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos. De balk van de batterijindicator begint te bewegen.
• Het laden van een BLD-3-batterij met de ACP-7-lader duurt 3 uur en 30
minuten.
•Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u even, maakt u de lader los,
sluit u de lader weer aan en probeert u het opnieuw. Als het opladen nog
steeds niet lukt, neemt u contact op met uw leverancier.
3. Zodra de batterij volledig is opgeladen, stopt de balk met bewegen. Maak de
lader los van de telefoon en de wandcontactdoos.
■ In- of uitschakelen
Waarschuwing! Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de toets ingedrukt.
TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK:
De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle
radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te
worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de
antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan
ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
Door de antenne tijdens een gesprek niet aan te raken, optimaliseert u de
prestaties van de antenne en de gesprekstijd van de telefoon.
De hieronder beschreven indicatoren worden
weergegeven wanneer de telefoon klaar is voor
gebruik en de gebruiker nog geen tekens heeft
ingetoetst. Dit scherm wordt ‘standby-modus’
genoemd.
1. Geeft aan van welk cellulair netwerk de telefoon
gebruikmaakt. Dit kan de naam of het logo van
een netwerkexploitant zijn.
2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige locatie.
3. Toont de capaciteit van de batterij.
4. Toont de huidige instelling van de functietoetsen.
■ De covers verwisselen
Schakel de telefoon altijd uit en zorg ervoor dat de telefoon niet met een lader of ander
apparaat is verbonden als u de cover wilt verwisselen. Zorg er altijd voor dat u de covers
weer bevestigt voordat u de telefoon opbergt of gebruikt.
4. Lijn de bovenzijde van de cover voor de voorkant uit met de
bovenzijde van de telefoon en druk op de cover om deze te
vergrendelen (5).
5. Lijn de onderzijde van de cover voor de achterkant uit met de
onderzijde van de telefoon en druk op de bovenzijde van de
cover om deze vast te klikken (6).
■ Een foto in de cover voor de achterkant plaatsen
U kunt een foto van 40 x 28,5 mm in de cover voor de achterkant plaatsen.
Verwijder de cover voor de achterkant zoals hierboven beschreven (zie De covers
verwisselen op pagina 16).
1. Til de rubberen fotohouder voorzichtig omhoog
vanuit de binnenzijde van de cover (1).
2. Plaats de foto met de afbeelding gekeerd naar
het doorzichtige venster van de cover (2) .
Internationaal telefoneren: voeg een "+" toe door tweemaal te drukken op
en voeg de landcode toe vóór het netnummer (laat de voorafgaande 0 zo
nodig weg).
Druk op Wissen om het cijfer links van de cursor te wissen. Verplaats de cursor
zo nodig naar de gewenste positie door op of te drukken.
2. Druk op om het nummer te bellen. Druk op om het volume van
het luistergedeelte of de hoofdtelefoon te verhogen en druk op om het
volume te verlagen.
3. Druk op om het gesprek te beëindigen (of het kiezen te annuleren).
Bellen met behulp van het telefoonboek
Druk vanuit de standby-modus op of om naar de gewenste naam
te gaan.
• Druk op de gewenste cijfertoets en druk vervolgens op .
•Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt
totdat het nummer is gekozen (zie Oproepinstellingen (menu 4-2) op
pagina 43).
■ Een oproep beantwoorden
Druk vanuit de standby-modus op . Druk op om het gesprek te
beëindigen of om het gesprek te weigeren zonder het aan te nemen.
■ Voicemailberichten afluisteren
Voicemail is een netwerkdienst. Neem contact op met de netwerkexploitant voor
meer informatie en voor het juiste voicemailnummer. Houd ingedrukt
vanuit de standby-modus om uw voicemailnummer te kiezen. Zie Nummer
voicemailbox (menu 01-12) op pagina 40 voor informatie over het wijzigen van
het voicemailnummer.
Zie “Doorschakelen” op pagina 43 voor informatie over het doorschakelen van
gesprekken naar uw voicemail.
■ Functies tijdens gesprekken
Druk tijdens het voeren van een gesprek op Opties om een of meer van de
volgende functies in te schakelen. Veel hiervan zijn netwerkdiensten. Microfoon
uit of Microfoon aan, Standby of Uit standby, Nieuwe oproep, Opnemen,
Weigeren, Einde alle opr., Telefoonboek, DTMF zenden, Wisselen en Menu.
U kunt de toetsen blokkeren zodat deze niet onbedoeld kunnen worden ingedrukt.
De toetsen blokkeren of vrijgeven: Druk vanuit de standby-modus op Menu en
druk vervolgens snel op .
U kunt de telefoon ook zodanig instellen dat de toetsen na een bepaalde periode
automatisch worden geblokkeerd. Zie Instellingen toetsblokkering (menu 4-5) op
pagina 46. Wanneer de toetsen zijn geblokkeerd, wordt op het display de indicator
weergegeven.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in
en druk op . Het nummer wordt pas weergegeven nadat u het laatste cijfer
hebt ingetoetst.
U kunt tekst op twee manieren intoetsen: via de methode voor gewone
tekstinvoer, aangeduid met , of via de methode voor tekstinvoer met
woordenboek, aangeduid met .
■ Tekstinvoer met woordenboek in- en uitschakelen
Druk tijdens het intoetsen van tekst op Opties en selecteer Woordenboek.
• Als u de modus voor tekstinvoer met woordenboek wilt instellen, moet u een
taal selecteren in de lijst met woordenboekopties. Tekstinvoer met
woordenboek is alleen beschikbaar voor de talen die vermeld worden in de lijst.
• Als u wilt terugkeren naar normale tekstinvoer, selecteert u Woordenbk uit.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en uitschakelen door
tijdens het intoetsen van tekst tweemaal op te drukken of door Opties
ingedrukt te houden.
■ Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is een handige manier om tekst te schrijven.
Deze tekstinvoer is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek, waaraan u nieuwe
woorden kunt toevoegen.
1. Toets het gewenste woord in door elke toets eenmaal in te drukken voor één
letter. Het woord verandert na elke toetsaanslag. Als u bijvoorbeeld ‘Nokia’ wilt
schrijven met het Nederlandse woordenboek geselecteerd, drukt u op ,
, , en .
• Als u het teken links van de cursor wilt wissen, drukt u op Wissen. Als u het
scherm wilt leegmaken, houdt u deze toets ingedrukt.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of tussen normale
tekstinvoer en tekstinvoer met woordenboek, drukt u herhaaldelijk op
en let u op de indicator boven in het display.
• Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
• Druk een aantal malen op om leestekens weer te geven.
• Als u een lijst met speciale tekens wilt weergeven, houdt u ingedrukt,
selecteert u het gewenste teken en drukt u op Gebruik..
• Als u een cijfer wilt intoetsen, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
Als u een aantal cijfers wilt intoetsen, houdt u ingedrukt en toetst u
de cijfers in.
2. Als het gewenste woord wordt weergegeven, drukt u op en begint u aan
het volgende woord.
• Als u het woord wilt wijzigen, drukt u net zo vaak op tot het gewenste
woord wordt weergegeven.
• Als achter het woord een "?" wordt weergegeven, is dat woord niet
opgenomen in het woordenboek. Als u het woord wilt toevoegen aan het
woordenboek, drukt u op Spellen, toetst u het woord in (via normale
tekstinvoer) en drukt u op OK.
Toets het eerste gedeelte van het woord in, druk op en toets vervolgens het
tweede gedeelte in.
■ Gewone tekstinvoer
Druk net zo vaak op de toets met de gewenste letter totdat de letter wordt
weergegeven.
U kunt de volgende functies gebruiken voor het bewerken van de tekst:
• Druk op om een spatie toe te voegen.
• Als u een leesteken of speciaal teken wilt toevoegen, drukt u een aantal malen
op of drukt u op , selecteert u het gewenste teken en drukt u op
Gebruik..
• Druk op om de cursor naar rechts te verplaatsen of op om de
cursor naar links te verplaatsen.
• Als u het teken links van de cursor wilt wissen, drukt u op Wissen. Als u het
scherm wilt leegmaken, houdt u deze toets ingedrukt.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op .
• Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste toets ingedrukt. Houd
ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers.
• Als u een letter wilt intoetsen die zich onder dezelfde toets bevindt als de
vorige letter, drukt u op of (of wacht u tot de cursor verschijnt)
en toetst u vervolgens de nieuwe letter in..
U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon (het interne
telefoonboek) en in het geheugen van de SIM-kaart (SIM-telefoonboek). Het
interne telefoonboek kan 100 namen bevatten.
U opent het telefoonboek door vanuit de standby-modus op Namen te drukken.
Als u het telefoonboek wilt openen tijdens een gesprek, drukt u op Opties en
selecteert u Telefoonboek.
■ Zoeken naar een naam en telefoonnummer
Druk vanuit de standby-modus op Namen en selecteer Zoeken. Toets het eerste
teken (of tekens) in van de naam die u zoekt en druk op Zoeken. Druk op of
om naar de gewenste naam te zoeken.
Als de naam of het telefoonnummer is opgeslagen in het geheugen van de SIMkaart, wordt rechtsboven in het display weergegeven. Is de naam of het
telefoonnummer opgeslagen in het interne geheugen van de telefoon, dan wordt
weergegeven.
SNELZOEKEN: Druk vanuit de standby-modus op of en
toets de eerste letter van de naam in. Druk op of om naar
de gewenste naam te zoeken.
•Met Dienstnummers kunt u bellen naar de dienstnummers van uw
netwerkexploitant als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst).
•Met Info-nummers kunt u bellen naar de informatienummers van uw
netwerkexploitant als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst).
•Met Naam toevoeg. kunt u namen en telefoonnummers opslaan in het
telefoonboek.
•Met Verwijderen kunt u namen en telefoonnummers een voor een of alle
tegelijk uit het telefoonboek verwijderen.
•Met Kopiëren kunt u namen en telefoonnummers een voor een of alle tegelijk
vanuit het geheugen van de telefoon kopiëren naar het geheugen van de SIMkaart of vice versa.
•Met Toon toewijzen kunt u de telefoon instellen op de gewenste beltoon
wanneer u een oproep van een bepaald telefoonnummer ontvangt. Selecteer
het gewenste telefoonnummer of de gewenste naam en druk op Toewijz.. Deze
functie werkt alleen wanneer zowel het netwerk als de telefoon de identiteit
van de beller kunnen identificeren en kunnen verzenden.
■ Instellingen telefoonboek
Druk vanuit de standby-modus op Namen en selecteer Instellingen. Selecteer
vervolgens:
• Actief geheugen: om aan te geven of de namen en telefoonnummers moeten
worden opgeslagen in de Telefoon of de SIM-kaart. Wanneer u van SIM-kaart
verandert, wordt automatisch het geheugen van de SIM-kaart geselecteerd.
• Weergave telefoonboek: hiermee geeft u aan hoe de namen en
telefoonnummers worden weergegeven, hetzij als Namenlijst (drie namen per
keer), hetzij als Naam & nummer (één naam en nummer per keer), hetzij als
Grote letters (één naam per keer).
• Geheugenstatus: hiermee kunt u bekijken hoeveel namen en telefoonnummers
momenteel in elk telefoonboek zijn opgeslagen en hoeveel namen en
telefoonnummers nog kunnen worden opgeslagen.
U kunt de hoofdfuncties in de menu’s op verschillende manieren gebruiken:
Door te bladeren
1. Druk op Menu vanuit de standby-modus.
2. Druk op of om naar het gewenste hoofdmenu te gaan en druk
op Select. om het menu te openen. Druk op Uit om een hoofdmenu af te
sluiten.
3. Als het menu uit submenu’s bestaat, gaat u naar het gewenste submenu en
drukt u op Select. om het te openen. Druk op Terug om een submenu af te
sluiten.
Als u de wijzigingen die u in de menu-instellingen hebt aangebracht, niet wilt
opslaan, drukt u op of houdt u Terug ingedrukt.
Via het indexnummer
De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd. Deze nummers worden
indexnummers genoemd.
Druk vanuit de standby-modus op Menu en toets binnen drie seconden het
indexnummer in van het menu dat u wilt openen. Doe hetzelfde voor submenu’s.
Als u bijvoorbeeld Wachtfunctie-opties wilt activeren, drukt u op Menu,
(voor Instellingen), (voor Oproepinstellingen), voor Wachtfunctie-
U kunt met de telefoon berichten uit meerdere delen (samengesteld uit
verschillende gewone tekstberichten) schrijven en verzenden (netwerkdienst) De
facturering is gebaseerd op het aantal gewone berichten waaruit het bericht uit
meerdere delen bestaat. Als u speciale (Unicode)-tekens gebruikt, is het mogelijk
dat het bericht meer delen nodig heeft dan anders. Bij tekstinvoer met
woordenboek kan gebruik worden gemaakt van Unicode-tekens.
U kunt alleen een bericht verzenden als het telefonnummer van de
berichtencentrale is opgeslagen in de telefoon. Zie Berichtinstellingen (menu 01-
10) op pagina 38.
1. Toets het bericht in. Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het
huidige gedeelte van het bericht worden rechtsboven in het display
weergegeven.
2. Wanneer het bericht klaar is, drukt u op Opties, selecteert u Verzen den, toetst
u het telefoonnummer van de ontvanger in en drukt u op OK.
Als u het bericht naar verschillende personen wilt verzenden, selecteert u
Verzendopties en Meer ontvang., gaat u naar de eerste ontvanger en drukt u op
OK. Herhaal dit voor iedere ontvanger en druk op OK om de procedure te
voltooien.
Als u een bericht naar een vooraf gedefinieerde distributielijst wilt verzenden,
selecteert u Verzendopties en Verz. naar lijst. Zie Distributielijsten (menu 01-6)
op pagina 37 voor het definiëren en bewerken van distributielijsten.
Zendprofiel (zie Berichtinstellingen (menu 01-10) op pagina 38), Opslaan en
Verwijderen.
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt via de SMS-netwerkdienst, wordt de
melding Bericht verzonden weergegeven. Deze melding betekent dat het bericht
is verzonden naar het nummer van het berichtencentrum dat in uw telefoon is
geprogrammeerd. Het wil niet zeggen dat het bericht op de bestemming is
aangekomen. Neem contact op met de netwerkexploitant voor meer informatie
over SMS-diensten.
Een tekstbericht lezen (Inbox: menu 01-2)
Wanneer u tekstberichten hebt ontvangen in de standby-modus, worden zowel
het nummer van het nieuwe bericht als een weergegeven.
1. Druk op Lezen om de berichten onmiddellijk te bekijken.
Druk op Uit als u de berichten later wilt bekijken. Ga naar het menu Inbox
(menu 01-2) wanneer u de berichten wilt lezen.
2. Gebruik de bladertoetsen om door het bericht te bladeren..
3. Tijdens het lezen van het bericht kunt u op Opties drukken voor de volgende
opties: Verwijderen, Antwoorden, Chatten, Bewerken, Gebruik nr., Als
Een bericht bekijken dat u hebt opgeslagen
(Outbox: menu 01-3)
In het menu Outbox kunt u de berichten bekijken die u hebt opgeslagen in het
menu Bericht schrijven (menu 01-1). Druk op Opties voor de volgende opties:
Verwijderen, Bewerken, Gebruik nr., Als herinnering, Doorsturen.
Chatten (menu 01-4)
Met deze snelle dienst voor tekstberichten kunt u tekstboodschappen uitwisselen
met anderen. Als u een chatsessie wilt starten, drukt u op Menu, selecteert u
Berichten en Chatten, of selecteert u Opties en Chatten tijdens het lezen van een
ontvangen tekstbericht.
1. Toets het telefoonnummer van de andere persoon in of haal het op uit het
telefoonboek en druk op OK.
2. Toets een benaming voor de chat in en druk op Terug.
3. Toets het bericht in, druk op Opties en selecteer Verze nden .
4. Het antwoord van de andere persoon wordt boven het verzonden bericht
weergegeven. Als u het bericht wilt beantwoorden, drukt u op OK en herhaalt u
stap 3 hierboven.
Tijdens het schrijven van een bericht kunt u op Opties drukken en Chat-naam
selecteren om de chatbenaming te bewerken.
U kunt berichten ontvangen en verzenden die afbeeldingen bevatten
(netwerkdienst). Opmerking:
Elk afbeeldingbericht is samengesteld uit verschillende tekstberichten. Daarom
kan het verzenden van een afbeeldingbericht meer kosten dan het verzenden van
een tekstbericht.
Afbeeldingberichten worden opgeslagen in het telefoongeheugen. U kunt ze dus
niet bekijken als u de SIM-kaart met een ander toestel gebruikt.
Opmerking: Deze functie kan alleen worden gebruikt als dit door de
netwerkexploitant of serviceprovider wordt ondersteund. Alleen telefoons die
functies voor afbeeldingberichten bieden, kunnen deze berichten ontvangen en
weergeven.
Wanneer u een afbeeldingbericht ontvangt
Als u het bericht onmiddellijk wilt bekijken, drukt u op Bekijken. U kunt het
bericht opslaan in de map door te drukken op Opslaan of het bericht verwijderen
door te drukken op Terug en Uit.
Opties voor een afbeeldingbericht
Selecteer een afbeeldingbericht en druk op Bekijken. Druk op Opties en selecteer
Doorsturen om het bericht te verzenden zonder het te bewerken, Beeld bewerk.
om de afbeelding te bewerken (zie Beeldeditor (menu 8-4) op pagina 53), Tekst
bewerk. om de tekst te bewerken voordat u het bericht verzendt of Bekijken om
Als u geregeld berichten verzendt naar een vaste groep ontvangers, kunt u een
distributielijst definiëren en deze gebruiken bij het verzenden van een bericht. U
kunt zes distributielijsten met elk tien ontvangers definiëren. Naar iedere
ontvanger afzonderlijk wordt een tekstbericht verzonden.
U kunt distributielijsten bekijken en bewerken door op Menu te drukken en
vervolgens Berichten en Distributielijsten te selecteren.
Als het niet lukt een bericht naar een of meer van de ontvangers te verzenden,
wordt een rapport weergegeven met het aantal niet en wel gelukte verzendingen
en niet gevonden namen. U kunt de gewenste categorie selecteren door te
drukken op Select..
• Namen in de groep niet gevonden namen zijn namen uit de distributielijst die
uit het telefoonboek zijn verwijderd. U kunt ze uit de lijst verwijderen door te
drukken op Verwijd..
•Met Opnieuw verz. verzendt u het bericht opnieuw naar de ontvangers voor
wie de eerdere verzending is mislukt.
•Met Bekijken opent u een lijst met ontvangers voor wie de eerdere verzending
is mislukt.
Sjablonen (menu 01-7)
Vooraf ingestelde berichten (‘sjablonen’) kunt u gebruiken voor het schrijven van
een bericht. U kunt deze berichten bekijken of bewerken.
U kunt smiley’s zoals ":-)" bewerken en opslaan om ze in berichten te gebruiken.
Berichten verwijderen (menu 01-9)
Druk op Menu en selecteer Berichten en Berichten verwijderen.
Als u alle gelezen berichten uit een map wilt verwijderen, gaat u naar de map en
drukt u op OK. Druk vervolgens op OK wanneer Gelezen berichten uit map
verwijderen? wordt weergegeven.
Als u alle gelezen berichten uit alle mappen wilt verwijderen, gaat u naar Gelezen
ber. en drukt u op OK. Druk vervolgens op OK als Alle gel. ber. uit alle mappen
verwijderen? wordt weergegeven.
Berichtinstellingen (menu 01-10)
De telefoon biedt twee soorten berichtinstellingen: instellingen die specifiek zijn
voor elke instellingengroep (‘set’) en instellingen die voor alle tekstberichten
gelden.
Profiel (menu 01-10-1)
Een profiel is een verzameling instellingen voor het verzenden van tekst- en
afbeeldingberichten.
Elke set heeft de volgende instellingen: Nummer berichtencentrale, Berichten
verzenden als, Geldigheid van berichten en Naam zendprofiel wijzigen. U hebt het
1. Het totaalaantal sets wordt bepaald door het aantal sets waarover uw SIM-kaart beschikt.
nummer van de berichtencentrale nodig om tekst- en afbeeldingberichten te
verzenden. Dit nummer kunt u opvragen bij uw netwerkexploitant.
Algemeen (menu 01-10-2)
1
De instellingen in dit submenu gelden voor alle tekstberichten die u verzendt,
ongeacht de gekozen set. De beschikbare instellingen zijn: Afleveringsrapporten,
Antwoord via zelfde centrale en Tekenondersteuning.
Selecteer Tekenondersteuning om te definiëren hoe de telefoon Unicode-tekens in
tekstberichten moet hanteren.
2
Als u Volledig selecteert, worden alle Unicode-tekens, zoals 'ñ', ongewijzigd
opgenomen in een tekstbericht op een compatibele telefoon als dit door het
netwerk wordt ondersteund.
Als u Gereduceerd selecteert, wordt geprobeerd de Unicode-tekens om te zetten
in de overeenkomstige niet-Unicode-tekens, bijvoorbeeld 'ñ' in 'n' of 'á' in 'a'.
Griekse tekens in kleine letters worden omgezet in hoofdletters. Als geen
overeenkomstig niet-Unicode-teken aanwezig is, wordt het teken verzonden als
Unicode-teken.
Infodienst (menu 01-11)
Met deze netwerkdienst kunt u berichten over tal van onderwerpen (zoals
verkeersinformatie) ontvangen. Raadpleeg uw netwerkexploitant voor meer
informatie.
1. Het indexnummer van dit menu wordt bepaald door het aantal beschikbare sets. Hier wordt
ervan uitgegaan dat er slechts één set beschikbaar is.
2. De beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk van de netwerkexploitant.
U kunt uw voicemailnummer hier opslaan en wijzigen (netwerkdienst).
Dienstopdrachten-editor (menu 01-13)
U kunt serviceaanvragen verzenden naar uw netwerkexploitant. Toets de
gewenste tekens in. Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en
cijfers. Druk op Zenden om de aanvraag te verzenden.
■ Oproep-info (menu 2)
Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande
oproepen, evenals de lengte en kosten van uw gesprekken. U
kunt ook de instellingen van een prepaid SIM-kaart bekijken en aanpassen
(netwerkdienst).
Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als de telefoon
ingeschakeld is en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt, en het
netwerk deze functies ondersteunt.
Laatste oproepen
Wanneer u drukt op Opties in het menu Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen
of Laatst gekozen nummers, kunt u het tijdstip van het bericht weergeven, het
geregistreerde telefoonnummer bewerken, weergeven of kiezen, het nummer
toevoegen aan het telefoonboek of het nummer uit de lijst met laatste oproepen
verwijderen. U kunt ook een tekstbericht verzenden (SMS zenden).
Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening wordt
gebracht voor oproepen en diensten kan variëren afhankelijk van de
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
• Gespreksduur tonen: Hiermee kunt u de duur (bij benadering) van uw
uitgaande en inkomende oproepen weergeven. U kunt deze gesprekstellers
opnieuw instellen met Timers op nul zetten
(menu 2-5-5).
• Gesprekskosten: Hiermee kunt u de kosten (bij benadering) van uw laatste
gesprek of alle gesprekken weergegeven, uitgedrukt in eenheden zoals
ingesteld met de functie Kosten tonen in
(menu 2-7-2).
• Instellingen gespreks kosten: Met Kostenlimiet kunt u de gesprekskosten
beperken tot het gewenste aantal kosteneenheden of valutaeenheden
(netwerkdienst). Met Kosten tonen in kunt u aangeven in welke kosteneenheid
de resterende gesprekstijd wordt weergegeven (informeer bij uw
netwerkexploitant naar de tarieven).
• Vooraf verkregen krediet: Bij gebruik van een prepaid SIM-kaart kunt u alleen
bellen wanneer de SIM-kaart voldoende saldo bevat (netwerkdienst). Opties:
Weergave kredietinfo (resterende eenheden weergeven of verbergen in de
Opmerking: Als er geen kosteneenheden of valutaeenheden meer resteren, kunt
u soms wel bellen naar het geprogrammeerde alarmnummer (bijvoorbeeld 112 of
een ander officieel alarmnummer).
U kunt de telefoontonen aanpassen voor verschillende
gebeurtenissen en omgevingen. Pas eerst de groepen met
instellingen, of profielen, naar wens aan. Vervolgens hoeft u alleen maar een
profiel te activeren om het te gebruiken.
Een profiel activeren en de instellingen wijzigen
Open het menu Profielen, selecteer het profiel en selecteer Activeren.
Als u de instellingen van het geselecteerde profiel wilt wijzigen, selecteert u
Aanpassen. Selecteer: Type beltoon, Beltoonvolume, Oprogifignaal, Berichtensignaaltoon, Toetsenvolume, Waarschuwingstonen, Trilsignaal, Ritmisch
knipperlicht, Screensaver of Naam wijz. (niet beschikbaar onder Normaal).
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
U kunt ook de instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen met
Tooninstellingen (menu 4-1), zie pagina 43.
Tip: Ga als volgt te werk om snel een profiel te activeren vanuit de
standby-modus of tijdens een gesprek: Druk snel op de toets , ga naar
het gewenste profiel en druk op OK.
■ Instellingen (menu 4)
In dit menu kunt u diverse instellingen van de telefoon
aanpassen. U kunt ook enkele menu-instellingen terugzetten
naar hun standaardwaarden door Fabrieksinstellingen terugzetten te selecteren.
U kunt de instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen: Type beltoon,
Beltoonvolume, Oprogifignaal, Berichten-signaaltoon, Toetsenvolume,
Waarschuwingstonen, Trilsignaal, Ritmisch knipperlicht en Screensaver.
• Berichten-signaaltoon: stelt de toon in die u hoort bij ontvangst van een
tekstbericht.
Tip: Als u Beltoon selecteert, kunt u een beltoon selecteren als
signaaltoon voor inkomende berichten.
• Ritmisch knipperlicht: zorgt ervoor dat de verlichting van de telefoon begint te
knipperen, op basis van de huidige SMS-signaaltoon of de huidige signaaltoon
voor inkomende berichten, wanneer u een bericht of inkomende oproep
ontvangt.
Oproepinstellingen (menu 4-2)
• Doorschakelen Hiermee schakelt u inkomende oproepen door naar uw
voicemailnummer of een ander telefoonnummer (netwerkdienst).
Selecteer de gewenste doorschakeloptie, bijvoorbeeld Doorschakelen indien in
gesprek om oproepen door te schakelen wanneer u in gesprek bent of wanneer
u een oproep weigert.
Er kunnen verschillende doorschakelopties tegelijkertijd actief zijn. Wanneer
Alle spraakoproepen doorschakelen is geactiveerd, wordt weergeven in
Schakel de geselecteerde optie in (Activeren) of uit (Annuleren), controleer of
de optie geactiveerd is door Controle status te selecteren of geef voor bepaalde
doorschakelingen een wachttijd op in Vertraging (niet beschikbaar voor alle
doorschakelopties).
• Automatisch opnieuw kiezen: hiermee kunt u de telefoon instellen op
maximaal 10 pogingen om verbinding te maken na een mislukte oproeppoging.
• Snelkeuze: wanneer snelkiezen is ingeschakeld, kunt u de namen en
telefoonnummers die zijn toegewezen aan de snelkeuzetoetsen tot en
met kiezen door de gewenste toets ingedrukt te houden.
• Wachtfunctie-opties: wanneer deze netwerkdienst is geactiveerd, krijgt u een
melding dat er een nieuwe inkomende oproep is terwijl u in gesprek bent. Druk
op om de wachtende oproep te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt
in de wachtstand geplaatst. Druk op om het actieve gesprek te
beëindigen.
• Identificatie verzenden: hiermee kunt u uw telefoonnummer weergeven (Aan)
of verbergen (Uit) voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Wanneer u
Netwerkinstell. selecteert, wordt gebruikgemaakt van de met uw
netwerkexploitant overeengekomen instelling.
• Lijn uitgaande oproepen: met deze netwerkdienst kunt u telefoonlijn 1 of 2
selecteren voor bellen of het selecteren van een telefoonlijn uitschakelen, mits
deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
Inkomende oproepen kunnen altijd worden beantwoord, ongeacht de lijn die u
selecteert. U kunt echter niet zelf bellen als u lijn 2 selecteert zonder dat u op
deze netwerkdienst geabonneerd bent. Wanneer lijn 2 wordt geselecteerd,
wordt "2" weergegeven in de standby-modus.
Taal: selecteer de gewenste taal voor schermteksten.
Celinformatie: selecteer deze optie om de telefoon zodanig in te stellen dat wordt
aangegeven wanneer de telefoon wordt gebruikt in een cellulair netwerk dat op
MCN-technologie (Micro Cellular Network) is gebaseerd (netwerkdienst). Neem
contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie.
Welkomstbericht: U kunt een bericht intoetsen dat gedurende enkele ogenblikken
wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Netwerk selecteren: selecteer deze optie als u de telefoon zodanig wilt instellen
dat automatisch een in uw gebied beschikbaar cellulair netwerk wordt
geselecteerd. U kunt het netwerk echter ook handmatig selecteren. Het
geselecteerde netwerk moet een registratieovereenkomst met uw eigen
netwerkexploitant hebben.
SIM-dienstacties bevest.: hiermee stelt u de telefoon zodanig in dat
bevestigingsberichten worden weergegeven of verborgen wanneer u de SIMkaartdiensten gebruikt (zie SIM-diensten (menu 9) op pagina 55).
Datum- en tijdsinstellingen (menu 4-4)
Klok (menu 4-4-1)
Hiermee kunt u de klok instellen op weergave van de huidige tijd in de standbymodus, kunt u de tijd aanpassen en een keuze maken tussen de 12-uurs en 24uurs notatie. Als u de batterij uit de telefoon haalt, moet u de tijd wellicht
opnieuw instellen.
Hiermee stelt u de juiste datum in. Als u de batterij uit de telefoon haalt, moet u
de datum wellicht opnieuw instellen.
Datum en tijd autom. aanp. (menu 4-4-3)
Deze netwerkdienst werkt de datum en de tijd bij op basis van de huidige tijdzone.
Instellingen toetsblokkering (menu 4-5)
U kunt de telefoon zodanig instellen dat de toetsen automatisch worden
geblokkeerd na een vooraf ingestelde wachttijd (Automatische toetsblokkering). U
kunt de toetsen ook handmatig blokkeren met behulp van de beveiligingscode van
de telefoon (Toetsblokkeringscode).
Automatische toetsblokkering activeren:
Wanneer Automatische toetsblokkering wordt weergegeven, drukt u op Select. en
Aan. Geef de tijd op in minuten en seconden wanneer Wachttijd inst.: wordt
weergegeven.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel nummer).
De code voor toetsblokkering activeren:
Selecteer Toetsblokkeringscode, toets de beveiligingscode in en selecteer Aan.
Nadat de code voor toetsblokkering is geactiveerd, wordt u gevraagd de
beveiligingscode in te toetsen telkens wanneer u de blokkering wilt opheffen.
Het menu Accessoire-instellingen wordt alleen weergegeven als de telefoon
aangesloten is (geweest) op een accessoire zoals de hoofdtelefoon of het mobiele
hoorapparaat LPS-3 .
Druk op Menu, selecteer Instellingen en Accessoireinstellingen. Selecteer
Hoofdtelefoon, Handsfree of Hoorappraat.
• Selecteer Standaard profiel om het profiel te selecteren waarvan de telefoon
gebruikmaakt wanneer de accessoire is aangesloten.
• Selecteer Automatisch opnemen om inkomende oproepen binnen vijf
seconden automatisch te beantwoorden. Als de optie Oprogifignaal is
ingesteld op 1 x piepen of Stil, is Automatisch opnemen niet actief.
• Selecteer Verlichting om de verlichting permanent in te schakelen Aan.
Selecteer Automatisch om de verlichting na het indrukken van een toets 15
seconden ingeschakeld te laten. De optie Verlichting is alleen beschikbaar als
Handsfree is geselecteerd.
Beveiligingsinstellingen (menu 4-7)
Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld die oproepen
beperken (zoals Oproepen blokkeren, Besloten gebruikersgroepen en Vaste
nummers), kunnen in sommige netwerken nog wel bepaalde alarmnummers
gekozen worden (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
• PIN-code vragen: u kunt de telefoon zodanig instellen dat gevraagd wordt naar
de PIN-code van de SIM-kaart wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Bij
sommige SIM-kaarten kan deze functie niet worden uitgeschakeld.
• Oproepen blokkeren: met deze netwerkdienst kunt u uitgaande en inkomende
oproepen met de telefoon beperken. Selecteer een van de opties voor
blokkering en schakel de optie in (Activeren) of uit (Annuleren) of controleer of
een dienst geactiveerd is (Controle status).
• Vaste nummers: U kunt de uitgaande oproepen beperken tot geselecteerde
telefoonnummers (netwerkdienst).
• Beperkte groep gebruikers: met deze netwerkdienst kunt u een groep personen
opgeven naar wie u kunt bellen en die naar u kunnen bellen.
• Beveiligingsniveau: hiermee stelt u de telefoon zodanig in dat gevraagd wordt
naar de beveiligingscode wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt
geplaatst (Telefoon) of wanneer u het telefoonboek van de telefoon selecteert
(Geheugen).
Wanneer u het beveiligingsniveau verandert, worden alle laatste oproepen –
met inbegrip van gemiste oproepen, ontvangen oproepen en gekozen nummers
– gewist.
• Toegangscodes wijzigen: hiermee kunt u de beveiligingscode, de PIN-code, de
PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wijzigen. In deze codes kunnen alleen
de cijfers 0 tot en met 9 worden gebruikt.
Gebruik geen toegangscodes die lijken op alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat
per ongeluk het alarmnummer wordt gekozen.
Fabrieksinstellingen terugzetten (menu 4-8)
Hiermee kunt u bepaalde menu-instellingen op hun oorspronkelijke waarde
terugzetten. Druk op Menu, selecteer Instellingen en Fabrieksinstellingen
terugzetten. Toets de beveiligingscode in en druk op OK. De namen en
telefoonnummers die in het telefoonboek zijn opgeslagen, worden niet verwijderd.
■ Alarmklok (menu 5)
U kunt instellen dat de alarmklok op de gewenste tijd slechts
eenmaal of herhaaldelijk, bijvoorbeeld elke werkdag, afgaat.
Wanneer de alarmklok afgaat, kunt u deze uitzetten door op Stop te drukken. Als
u op Snooze drukt, stopt de alarmklok en gaat deze vijf minuten later weer af. Als
u de alarmklok niet uitzet, stopt deze na één minuut en wordt het alarm na
ongeveer vijf minuten weer ingeschakeld.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl de telefoon is uitgeschakeld,
wordt de telefoon ingeschakeld en wordt er een waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u op
Stop drukt, wordt u gevraagd of de telefoon moet worden geactiveerd voor oproepen. Druk
op Nee als u de telefoon wilt uitschakelen of op Ja als u de telefoon wilt gebruiken om te
bellen en gebeld te worden.
Opmerking: Druk niet op Ja als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of
als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
■ Herinneringn (menu 6)
Met dit geheugensteuntje kunt u korte notities samen met een
waarschuwingssignaal opslaan. Het waarschuwingssignaal wordt geactiveerd op
de ingestelde datum en tijd.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of
als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
U kunt de volgende opties selecteren: Not. tvgn, Alle bekijken, Bewerken, Zenden
of Verwijderen om een nieuwe herinnering toe te voegen, de bestaande
herinneringen te bekijken en de herinneringen een voor een of alle tegelijk te
verwijderen.
Zodra de ingestelde tijd is bereikt, kunt u het waarschuwingssignaal uitschakelen
door op OK te drukken. Als u op Snooze drukt, gaat het waarschuwingssignaal na
ongeveer tien minuten opnieuw af.
■ Spelletjes (menu 7)
De telefoon is uitgerust met enkele spelletjes. Elk spelletje is
voorzien van een korte Help-tekst.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of
als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Algemene instellingen voor spelletjes aanpassen
Selecteer Instellingen . U kunt geluiden, verlichting en trilling (Trillen) voor het
spelletje instellen. Wanneer Waarschuwingstonen
(menu 4-1-6) is uitgeschakeld, wordt er geen geluid afgespeeld, ook niet als
Spelgeluiden is ingeschakeld. Wanneer Trilsignaal (menu 4-1-7) is uitgeschakeld,
trilt de telefoon niet, ook niet als de optie Trillen is ingeschakeld.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de
telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Rekenmachine (menu 8-1)
De telefoon is uitgerust met een rekenmachine die ook kan worden gebruikt voor
het globaal omrekenen van valuta’s.
De nauwkeurigheid van deze calculator is beperkt en met name in lange delingen kunnen
afrondingsfouten optreden.
U opent dit menu als volgt: druk op Menu vanuit de standby-modus en selecteer
Extra's en Rekenmachine.
Een berekening maken
• Met de toetsen tot en met voegt u een cijfer in. Met voegt
u een decimaalteken in. Druk op Wissen als u het laatste cijfer wilt wissen. U
kunt het teken wijzigen door op Opties te drukken en Teken wijzigen te
selecteren
• Druk eenmaal op voor "+", tweemaal voor "-", driemaal voor "*" en
viermaal voor "/".
• U kunt de uitkomst weergeven door op Opties te drukken en Uitkomst te
selecteren. Houd Wissen ingedrukt om het display leeg te maken voor een
volgende berekening.
De wisselkoers opslaan: druk op Opties, selecteer Wisselkoers, selecteer Vreemde
valuta uitgedrukt in eigen valuta of Eigen valuta uitgedrukt in vreemde valuta,
toets de waarde in (druk op voor een decimaalteken) en druk op OK.
Het omrekenen uitvoeren: toets het bedrag in dat u wilt omrekenen, druk op
Opties en selecteer In eigen valuta of In vreemde val..
Stopwatch (menu 8-2)
U opent dit menu als volgt: druk op Menu vanuit de standby-modus en selecteer
Extra's en Stopwatch.
Tussentijden en rondetijden vastleggen
Selecteer Tussentijden of Rondetijden en druk op Starten. Druk op Interval om een
tussentijd vast te leggen, Rondet. om een rondetijd vast te leggen of Stop om de
eindtijd vast te leggen. U kunt door de vastgelegde tijden bladeren die onder de
eindtijd worden weergegeven.
Wanneer de tijdsopname wordt gestopt, kunt u op Opties drukken voor Starten
(alleen tussentijden), Opslaan of Resetten. Als u Starten selecteert, wordt de
tijdsopname voortgezet vanaf de vorige opgenomen actie. Als u Resetten
selecteert, worden de tussen- of rondetijden opnieuw ingesteld.
De tijdsopname zodanig instellen dat deze doorloopt op de achtergrond
Druk op terwijl de tijdsopname loopt. Als de stopwatch is ingeschakeld,
wordt het pictogram weergegeven in de standby-modus. Als u de
tijdsopname wilt bekijken, opent u het menu Stopwatch en selec teert u Doorgaan.
Het gebruik van de stopwatch vergt energie van de batterij. Laat de stopwatch
daarom niet onbedoeld op de achtergrond doorlopen.
Timer-functie (menu 8-3)
U kunt het alarm na een bepaalde tijd laten afgaan.
Druk op Menu, selecteer Extra's en Timer-functie. Toets de alarmtijd in en druk op
Starten. U kunt de verstreken tijd ook wijzigen en de timerfunctie stopzetten.
Wanneer de timerfunctie is ingeschakeld, wordt het pictogram weergegeven
in de standby-modus.
Wanneer de alarmtijd wordt bereikt, geeft de telefoon een geluidssignaal en
begint de bijbehorende tekst te knipperen. Druk op een willekeurige toets om het
alarm te stoppen.
Beeldeditor (menu 8-4)
U kunt nieuwe afbeeldingen maken of bestaande afbeeldingen bewerken en deze
opslaan in de telefoon.
Druk vanuit de standby-modus op Menu, selecteer Extra's en Beeldeditor.
Selecteer Maken om een nieuwe afbeelding te maken of Bestaand bew. om een
bestaande afbeelding te bewerken. U kunt afbeeldingen ook bewerken in het
menu Beeldberichten door Beeld bewerk. in de lijst met opties te selecteren.
Selecteer de indeling voor de afbeelding: Beeldbericht of Clipart. Maak de
afbeelding.
Pen: U kunt tekenen met een pen die samen met de cursor wordt verplaatst. U
kunt aangeven of u met de pen wilt tekenen (Pen aan, ) of niet (Pen uit, ).
Selecteer Pen aan om een lijn te tekenen of Pen uit om met tekenen te stoppen.
Met Pen uit kunt u de cursor in de afbeelding verplaatsen.
U kunt de pen snel in- of uitschakelen door op of te drukken.
Cursor: U kunt de cursor verplaatsen met de volgende cijfertoetsen:
en om de cursor omhoog en omlaag te verplaatsen, en
om de cursor naar links en rechts te verplaatsen. De toetsen , ,
en stemmen overeen met de vier diagonale richtingen.
Het midden van de cursor laat de kleur van de pixel eronder zien. Door op
te drukken verandert u de kleur van de huidige pixel van zwart in wit of vice versa.
Tekenopties
Druk tijdens het tekenen op Opties om naast de status van de pen ook de volgende
opties weer te geven: Kleur, Invoegen, Vullen, Alle wissen, Kleurinversie, Opslaan
als, Opslaan, Afsluiten en Ongedaan mkn. Selecteer
• Kleur: om de kleur te wijzigen van de lijn die u aan het tekenen bent. De opties
zijn Zwart, Wit of Puntjes. U kunt snel de kleur veranderen door op te
drukken.
• Invoegen: om een lijn, rechthoek, cirkel, tekst of clipart in te voegen in de
afbeelding. Selecteer de gewenste optie en druk op Invoegen. Gebruik de
cijfertoetsen om een lijn, rechthoek of cirkel te tekenen.
• Vullen: om een omsloten gebied te vullen met de geselecteerde kleur. Verplaats
de cursor naar het gebied en druk op Vullen.
• Kleurinversie: om de zwarte pixels van de afbeelding om te zetten in wit en
vice versa.
Composer (menu 8-5)
U kunt uw eigen beltonen maken. Selecteer de toon die u wilt
bewerken en toets de noten in. Druk bijvoorbeeld op voor
de noot f.
verkort (-) en verlengt (+) de duur van de noot of
rust. voegt een rust in. stelt de octaaf in.
geeft de noot een kruis (niet beschikbaar voor de noten e en b). Met en
verplaatst u de cursor naar links en rechts. Druk op Wissen om een noot of
rust links van de cursor te wissen.
■ SIM-diensten (menu 9)
Dit menu wordt alleen weergegeven als uw SIM-kaart extra
diensten biedt. De naam en inhoud van dit menu zijn afhankelijk
van de beschikbare diensten.
Opmerking: Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart (bijvoorbeeld uw
netwerkexploitant, dienstenprovider of andere leverancier) voor informatie over
de beschikbare SIM-diensten, de tarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.
De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of
drie keer volledig is opgeladen en ontladen.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd
treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gesprekstijd en standby-tijd) aanzienlijk korter
is dan normaal, is het beter een nieuwe batterij te kopen.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon en laad de
batterijen alleen op met de laadapparaten die zijn goedgekeurd door de fabrikant. Maak de
lader los wanneer deze niet wordt gebruikt. Laat de batterij nooit langer dan een week in een
laadapparaat zitten, omdat de gebruiksduur van de batterij kan afnemen wanneer deze
wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na
verloop van tijd automatisch ontladen.
Extreme temperaturen zijn van invloed op de oplaadcapaciteit van de batterij.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is.
Gebruik nooit een beschadigde oplader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in een tas of jaszak hebt tezamen met een metalen voorwerp
(zoals een munt, paperclip of pen) dat in direct contact komt met de poolklemmen van de
batterij (de metalen strips aan de achterzijde). Kortsluiting veroorzaakt schade aan de
batterij of aan het voorwerp.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze in extreem warme of
koude temperaturen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de vrieskou).
Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij altijd tussen de 15 °C
en 25°C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde
tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties van
batterijen zijn beduidend minder in temperaturen onder de 0C.
Gooi batterijen nooit in vuur!
Gebruikte batterijen moeten worden aangeboden voor hergebruik of op de voorgeschreven
manier worden verwerkt en mogen niet bij het gewone huisvuil worden aangeboden.
Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er
zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om aanspraak te blijven maken op de
geldende garantie en vele jaren plezier te hebben van dit product.
• Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine
kinderen.
• Houd de telefoon droog. Neerslag, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die corrosie
van elektronische schakelingen veroorzaken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet op stoffige of vuile plaatsen. De bewegende
onderdelen kunnen worden beschadigd.
• Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de
levensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde
kunststoffen doen smelten of vervormen.
• Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer de hoofdtelefoon weer
opwarmt (tot de normale temperatuur), kan binnenin vocht ontstaan, waardoor
elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
• Probeer het apparaat niet open te maken. Ondeskundige behandeling kan de
hoofdtelefoon beschadigen.
• Laat de telefoon niet vallen en probeer stoten en schudden te voorkomen. Een ruwe
behandeling kan de elektronische schakelingen beschadigen.
• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of reinigingsmiddelen om de
telefoon schoon te maken.
• Verf de telefoon niet. Verf kan de bewegende onderdelen blokkeren en de werking
belemmeren.
• Gebruik alleen de meegeleverde antenne of eventueel een goedgekeurde antenne ter
vervanging. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of accessoires kunnen de
telefoon beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regels met betrekking tot
radioapparaten.
Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, lader en andere accessoires.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen
niet goed werkt. Het personeel zal u helpen en indien nodig zorgen voor onderhoud of
reparatie.
Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder;
leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij
een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Verkeersveiligheid heeft altijd voorrang!
■ Gebruiksomgeving
Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel de
telefoon altijd uit op plaatsen waar het verboden is deze te gebruiken of waar het gebruik
ervan interferentie of gevaar kan veroorzaken.
Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Bepaalde delen van de telefoon zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden
aangetrokken door de telefoon. Personen met een gehoorapparaat moeten de telefoon niet
tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Klik de telefoon altijd goed vast in de houder.
De hoofdtelefoon kan worden aangetrokken door metalen voorwerpen. Houd creditcards en
andere magnetische opslagmedia uit de buurt van de telefoon, omdat de gegevens op deze
media kunnen worden gewist.
■ Elektronische apparaten
De meeste elektronische apparatuur is beschermd tegen radiofrequentiesignalen (RFsignalen). Het kan echter zijn dat bepaalde elektronische apparaten niet beschermd zijn
tegen de RF-signalen van de draadloze telefoon.
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden
gehouden tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van
de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke
onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Voor mensen met een
pacemaker geldt het volgende:
• Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van de pacemaker als de telefoon is
ingeschakeld;
• Draag de telefoon niet in een borstzak;
• Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker
zich bevindt om de kans op storing te minimaliseren.
• Als u denkt dat er storing plaatsvindt, moet u de telefoon onmiddellijk uitschakelen.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze telefoons kunnen storing in bepaalde gehoorapparaten
veroorzaken. Als u last hebt van dergelijke storing, kunt u contact opnemen met uw
netwerkexploitant.
Andere medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van mobiele telefoons, kan storing
veroorzaken bij het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel de
telefoon uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van
apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde
voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of
antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling,
airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de
fabrikant voor meer informatie. Raadpleeg ook de fabrikant van eventueel in uw auto
geïnstalleerde apparatuur.
Borden
Schakel de telefoon uit in gebouwen waar dit door middel van borden wordt gevraagd.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel de telefoon uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle
aanwijzingen en instructies op. Vonken kunnen op zulke plaatsen een explosie of brand
veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen.
Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen in benzinestations. Gebruikers
worden gewezen op de noodzaak om zich te houden aan de beperkingen van het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met
explosieven wordt gewerkt.
Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Dergelijke
plaatsen zijn onder andere schegifruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen,
voertuigen die gebruik maken van LPG (onder andere propaan of butaan), gebieden waar de
lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaal bevat en andere
plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten.
De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden
gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die
eventueel van toepassing is doen vervallen.
Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is
bevestigd en naar behoren functioneert.
Zorg ervoor dat de telefoon, onderdelen ervan of bijbehorende accessoires zich niet in
dezelfde ruimte bevinden als brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieven.
Voor auto's met een airbag geldt dat de airbag met zeer veel kracht wordt opgeblazen. Zet
geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de
ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet
goed is geïnstalleerd in de auto kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag
wordt opgeblazen.
Het is verboden de telefoon in een vliegtuig te gebruiken. Schakel de telefoon uit voordat u
een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telefoons kan gevaarlijk zijn voor de
werking van het vliegtuig en kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren. Bovendien kan
het in strijd zijn met de wet.
Het negeren van deze voorschriften kan ertoe leiden dat de overtreder het gebruik van
telefoondiensten (tijdelijk) wordt ontzegd en/of dat gerechtelijke stappen worden
ondernomen.
Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van radiosignalen,
draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde
functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden
gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u nooit alleen vertrouwt op een
draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie
(bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
Het is mogelijk dat in sommige draadloze telefoonnetwerken of wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn, geen alarmnummers kunnen worden
gebeld. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkexploitant.
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel de telefoon in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de ontvangst van het
signaal sterk genoeg is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2. Druk zo vaak als nodig is op (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een
menu af te sluiten, enzovoort) om het scherm leeg te maken en de telefoon gereed te
maken voor een oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt (bijvoorbeeld 112 of een
ander officieel alarmnummer). Alarmnummers verschillen van land tot land.
4. Druk op de toets .
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies moet uitschakelen
voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Voor meer informatie hierover raadpleegt u deze
handleiding of de exploitant van uw telefoonnetwerk.
Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle noodzakelijke informatie zo
nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw draadloze telefoon is mogelijk het enige
communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk; verbreek de verbinding niet voordat u
daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over certificatie (SAR)
DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.
Deze mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is ontworpen en
geproduceerd in overeenstemming met de limieten voor blootstelling aan
radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door de raad van de Europese
Unie. Deze beperkingen maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en definiëren het
toegestane niveau voor RF-energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door middel van periodieke
en grondige evaluaties van wetenschappelijke studies. In deze beperkingen is een grote
veiligheidsmarge ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen,
ongeacht de leeftijd of gezondheidstoestand.
De standaard voor blootstelling aan mobiele telefoons wordt uitgedrukt in de maateenheid
SAR (Specific Absorbtion Rate). De raad van de Europese Unie beveelt een SAR-limiet van
2,0W/kg aan.* Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt. De telefoon gebruikt
tijdens de tests in alle frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau. Doordat de
SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau
van de telefoon tijdens gebruik sterk lager liggen dan de maximumwaarde. Dit komt doordat
de telefoon is ontworpen voor gebruik bij verschillende energieniveaus, zodat niet meer
energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. Over het
algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij een zendmast bevindt, hoe minder energie er wordt
gebruikt.
Voordat een telefoon op de markt komt, moet eerst worden aangetoond dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één essentiële vereiste en dat is de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en alle andere personen.
De hoogste SAR-waarde die dit telefoonmodel tijdens tests voor compatibiliteit met de
standaard heeft bereikt, was 0,55 W/kg. Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de SARniveaus van verschillende telefoons en bij verschillende posities, voldoen deze allemaal aan
de eisen van de Europese Unie op het gebied van blootstelling aan radiogolven.
* De SAR-limiet die voor mobiele telefoons voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/
kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram weefsel. In de limiet is een aanzienlijke
veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra bescherming en om eventuele meetvariaties te
ondervangen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportagevereisten
en de netwerkband. Raadpleeg de productinformatie op www.nokia.com voor SARinformatie in andere regio’s.
Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een
gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile
Phones tenzij een lokale garantie bestaat.
Nokia Corporation, Nokia Mobile Phones (”Nokia”)
garandeert dat dit Nokia-product (”Product”) op het
ogenblik van zijn originele aankoop vrij is van defecten in
materialen, ontwerp en afwerking onder voorbehoud van
de volgende bepalingen en voorwaarden:
1. Deze beperkte garantie wordt gegeven aan de
eindgebruiker van het Product (”Klant”). Zij wordt
gegeven noch met uitsluiting noch met beperking van
(i) enige imperatieve wettelijke rechten van de Klant of
(ii) enige rechten van de Klant tegen de
verkoper/concessionaris van het Product.
2. De garantieperiode bedraagt twaalf (12) maanden
vanaf de datum waarop de eerste Klant het Product
heeft gekocht. In geval van een navolgende aankoop of
andere wijziging van eigenaar/gebruiker, zal de
garantieperiode voortduren voor het resterende
gedeelte van de periode van twaalf (12) maanden en
voor het overige onaangetast blijven. Deze beperkte
garantie is slechts geldig en afdwingbaar in de
volgende landen: Bosnië, Bulgarije, Cyprus, Estland,
elke lidstaat van de Europese Unie, Hongarije, IJsland,
Israël, Kroatië, Letland, Litouwen, Macedonië, Malta,
Noorwegen, Polen, Roemenië, Slovenië, de republiek
Slowakije, de republiek Tsjechië, Turkije en Zwitserland.
3. Gedurende de garantieperiode zullen Nokia of haar
goedgekeurde dienstenleverancier het gebrekkige
Product ofwel herstellen ofwel vervangen (naar
volledig vrije keuze van Nokia). Nokia zal het herstelde
Product of een ander Product aan de klant
terugbezorgen in goede staat. Alle onderdelen of
andere uitrustingen waarvoor vervangingen werden
voorzien zullen het eigendom van Nokia worden.
4. Een hersteld of vervangen Product zal geen verlengde
of vernieuwde garantieperiode toegekend worden.
5. Deze beperkte garantie dekt niet beschilderde
bedekkingen of andere vergelijkbare gepersonaliseerde
onderdelen. In alle gevallen waarin ontgrendeling of
vergrendeling van de SIM-vergrendeling van een
operator vereist is, zal Nokia in eerste instantie de
Klant verwijzen naar de betreffende operator voor
ontgrendeling of vergrendeling van de SIMvergrendeling van de operator alvorens het Product te
herstellen of te vervangen.
6. Deze beperkte garantie is niet van toepassing op
beschadigingen veroorzaakt door normale slijtage en
gebruik. Deze beperkte garantie zal ook niet van
toepassing zijn indien:
(i) het gebrek werd veroorzaakt door het feit dat het
Product werd onderworpen aan: gebruik in tegenstrijd
met de eigenaars- of gebruikshandleiding, ruwe
behandeling, blootstelling aan vocht, vochtigheid of
extreme thermische of milieu-omstandigheden of snelle
veranderingen in zulke omstandigheden, corrosie,
oxidatie, niet-toegestane wijzigingen of verbindingen,
niet-toegestane openingen of herstellingen, herstellingen
met gebruik van niet-toegestane vervangingsonderdelen,
verkeerd gebruik, onbehoorlijke installatie, ongelukken,
overmacht, morsen van voedsel of vloeistoffen, invloed
van chemische producten of andere feiten waarover
9359985/02
Nokia redelijkerwijze geen controle heeft (met inbegrip
van maar niet beperkt tot gebreken in verbruikbare
onderdelen, zoals batterijen die van nature slechts een
beperkte levensduur hebben, en het afbreken van of
schade aan antennes) tenzij het gebrek rechtstreeks
veroorzaakt werd door gebreken in materialen, ontwerp
of afwerking;
(ii) Nokia of haar goedgekeurde dienstenleverancier geen
kennisgeving van het gebrek ontving vanwege de klant
binnen de dertig (30) dagen na het voordoen van het
gebrek binnen de garantieperiode;
(iii) het Product niet aan Nokia of haar goedgekeurde
dienstenleverancier terugbezorgd werd binnen de dertig
(30) dagen na het voordoen van het gebrek binnen de
garantieperiode;
(iv) het serienummer, de bijkomende datumcode of het
IMEI-nummer werd verwijderd, uitgewist, beschadigd,
gewijzigd of onleesbaar is;
(v) het gebrek veroorzaakt is door een gebrekkige werking
van het cellulaire netwerk;
(vi) het gebrek veroorzaakt is door het feit dat het
Product gebruikt werd met of verbonden was aan een
bijkomend onderdeel dat niet vervaardigd en geleverd
werd door Nokia of gebruikt op een andere dan de
voorbestemde wijze;
(vii) het defect veroorzaakt is door het feit dat de batterij
het voorwerp werd van een kortsluiting of dat de
verbindingsstukken van het batterij-omhulsel of cellen
gebroken waren of een bewijs vertonen van geknoei of
dat de batterij gebruikt was in andere toestellen dan die
waarvoor zij voorgeschreven is; of
(viii) de software van het Product moet opgewaardeerd
worden tengevolge van wijzigingen in de parameters van
het cellulaire netwerk.
7. Om beroep te doen op de beperkte garantie moet de
klant voorleggen ofwel (i) een leesbare en niet
gewijzigde originele garantiekaart welke duidelijk de
naam en het adres van de verkoper, de datum en
plaats van aankoop, het producttype en het IMEI- of
ander serienummer vermeldt ofwel (ii) een leesbaar en
niet gewijzigd origineel aankoopbewijs hetwelk
dezelfde informatie bevat, indien zulk aankoopbewijs
voorgelegd wordt aan de verkoper/concessionaris van
het Product.
8. Deze beperkte garantie is het enige en exclusieve
verhaal van de Klant tegen Nokia en de enige en
uitsluitende aansprakelijkheid van Nokia tegenover de
Klant voor gebreken aan of een slechte werking van
het Product. Deze beperkte garantie vervangt alle
andere garanties en aansprakelijkheden, zowel
mondelinge, schriftelijke, (niet dwingende) wettelijke,
contractuele, onrechtmatige en andere. Nokia is niet
aansprakelijk voor enige onrechtstreekse, bijkomstige
of indirecte schade, kosten of uitgaven. Nokia is ook
niet aansprakelijk voor enige rechtstreekse schade,
kosten of uitgaven, indien de Klant een rechtspersoon
is.
9. Enige wijziging of verandering van deze beperkte
garantie vereist de voorafgaande schriftelijke
goedkeuring van Nokia.
GARANTIEBEWIJS
VUL IN IN BLOKLETTERS
Naam Koper: _________________________________________________________
Adres:_______________________________________________________________
Datum aankoop (dd/mm/jj):
Type Product (op telefoon type etiket onder batterij):
Model Product (op telefoon type etiket onder batterij):
Telefoon Serie Nummer (op telefoon type etiket onder batterij):
Plaats van Aankoop:____________________________________________________
Naam Winkel: ________________________________________________________
Adres Winkel:_________________________________________________________
//
//
–
/
Stempel
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.