Miele PW 5064 MopStar 60 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing en opstellingsinstructies Wasautomaat PW 5064 MopStar 60
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-BE
M.-Nr. 09 756 260
Page 2
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Energie besparen
Energie- en waterverbruik
Maak zoveel mogelijk gebruik van de
­maximale beladingscapaciteit van
een programma. U gebruikt dan rela tief gezien de minste hoeveelheid energie en water.
Wasmiddel
– Gebruik de hoeveelheid wasmiddel
die op de verpakking staat aangege­ven.
– Verlaag bij een geringere belading
de wasmiddelhoeveelheid.
Als u aansluitend machinaal droogt
Kies het hoogste centrifugetoerental voor het betreffende wasprogramma. U bespaart dan energie tijdens het dro gen.
-
-
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw han delaar indien nodig om inlichtingen.
2
-
-
Page 3
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Bediening van de wasautomaat .....................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Principe display ...................................................14
Eerste ingebruikneming ...........................................15
Het gebruik van de wasautomaat ....................................16
Verkorte gebruiksaanwijzing .........................................16
Centrifugeren ....................................................21
Maximaal toerental eindcentrifugeren ..................................21
Tussencentrifugeren .............................................21
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................21
Tussencentrifugeren en eindcentrifugeren uitschakelen .................21
Uitgestelde start..................................................22
Programma-overzicht .............................................23
Programmaverloop ...............................................29
Ontwateren ......................................................30
Voorwassen/Voorspoelen ...........................................30
Kreukbeveiliging ..................................................30
Programmaverloop wijzigen ........................................31
Programma afbreken ...............................................31
Programma onderbreken............................................31
Programma wijzigen ...............................................31
Was bijvullen of voortijdig verwijderen .................................32
Wasmiddel ......................................................33
Waterontharder ...................................................33
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel ......................33
Ontkleuren/verven .................................................33
Externe dosering ..................................................34
Sensor leegmelding .............................................36
Reiniging en onderhoud ...........................................37
Wasautomaat reinigen ..............................................37
Zeefjes watertoevoer reinigen ........................................39
Nuttige tips ......................................................40
Wat moet u doen als... ............................................40
Er kan geen wasprogramma worden gestart ............................40
3
Page 4
Inhoud
In het display verschijnt een foutmelding ...............................41
Algemene problemen met de wasautomaat .............................42
Het wasresultaat is onvoldoende......................................43
De deur kan niet met de toets Deur worden geopend .....................44
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorziening ......44
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring ...................45
Service .........................................................46
Reparaties .......................................................46
Optische interface PC ..............................................46
Bij te bestellen accessoires ..........................................46
Opstellen en aansluiten............................................47
Vooraanzicht .....................................................47
Achteraanzicht....................................................48
Wasautomaat plaatsen .............................................49
Plaats van opstelling ...............................................50
Transportbeveiliging verwijderen .....................................50
Transportbeveiliging monteren .......................................52
Stellen ..........................................................52
Voetjes stellen en met contramoeren vastzetten .......................52
Automaat tegen verschuiven beveiligen .............................53
Was-droogzuil ....................................................54
Sokkelopstelling...................................................54
Wateraansluiting ..................................................55
Koudwateraansluiting ............................................55
Warmwateraansluiting ...........................................56
Elektrische aansluiting ..............................................57
Technische gegevens .............................................58
Menu "Instellingen J" .............................................60
Afkoeling waswater ................................................60
Contrast .........................................................60
Lichtsterkte ......................................................60
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"...............................61
Code invoeren ....................................................61
Code wijzigen ....................................................61
Dagtijd ..........................................................62
Taal J...........................................................62
Stand-by ........................................................62
4
Page 5
Inhoud
Memory .........................................................63
Beladingsautomaat ................................................63
Water voorwas ....................................................63
Water hoofdwas ...................................................63
Water spoelen ....................................................63
Lage waterdruk ...................................................63
Temp. standaard plus ..............................................64
MOP-ontwateren ..................................................64
Chemotherm. desinf. ...............................................64
Thermische desinfectie .............................................64
Desinfectie hygiëne ................................................65
Microvezel-MOP ..................................................65
Behandelen standaard .............................................65
Behandelen desinfectie .............................................65
Behandelen doeken................................................65
Cent.behand.stand.,des. ............................................66
Centr.-behand. stand.+ .............................................66
Centr.-behand. doeken .............................................66
Sensor leegmelding................................................66
Meer programma's ................................................67
Niveau wit/bont ...................................................67
Niveau kreukherstell. ...............................................67
Temp. voorwas WB ................................................67
Wastijd voorwas...................................................68
Wastijd wit/bont ...................................................68
Wastijd kreukherstell................................................68
Voorwas wit/bont/kh................................................68
Lijst speciale program. .............................................68
Spoelgangen wit/bont ..............................................69
Spoelgangen kreukh................................................69
Spoelgangen ontsmetting/desinfectie ..................................69
Voorspoelen wit/bont ...............................................69
Voorspoel. kreukherst. ..............................................70
Temperatuureenheid ...............................................70
Gestuurd energieverbr. .............................................70
5
Page 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze automaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u uw automaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u be langrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Als meerdere personen de automaat bedienen, dan moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een even­tuele volgende eigenaar.
-
Verantwoord gebruik
De wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van tex-
~
tiel dat volgens het wasetiket geschikt is voor machinaal wassen. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verant woordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
De wasautomaat moet volgens de gebruiksaanwijzing worden
~
gebruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet re gelmatig worden gecontroleerd.
Deze wasautomaat is alleen bestemd voor gebruik binnenshuis.
~
6
-
-
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen zonder
~
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau tomaat zodanig is toegelicht dat ze de wasautomaat veilig kunnen bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve hantering kunnen herkennen en begrijpen.
-
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasau
~
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van de wasautomaat komen in het
~
oog. Laat kinderen nooit met de wasautomaat spelen.
De desinfectiestandaard van thermische en chemothermische
~
procédés dient te worden bewaakt. Desinfectieprogramma's mogen niet worden onderbroken, omdat anders het desinfectieresultaat on­gunstig kan worden beïnvloed.
-
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer het apparaat voordat u het installeert en in gebruik
~
neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag niet worden geïnstalleerd en gebruikt.
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecte ren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
~
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Re­paraties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aan­spraak op de garantie worden gemaakt.
Voer geen aanpassingen aan de automaat uit die niet uitdrukke-
~
lijk door Miele zijn toegestaan.
-
In geval van een storing of bij reinigings- en onderhoudswerk-
~
zaamheden is de automaat alleen spanningsvrij als: –
de stekker uit de contactdoos is getrokken.
de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
de betreffende zekering van de huisinstallatie er helemaal uitge draaid is.
8
-
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de
~
watervoorziening worden aangesloten. Oude slangen mogen niet worden gebruikt. Controleer de slangen regelmatig. U kunt de slangen dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-
~
onderdelen worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
Het apparaat mag niet met een verlengsnoer, een stekkerdoos of
~
iets dergelijks op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De veilig heid van het apparaat is dan niet gewaarborgd (gevaar van overver hitting).
Als het apparaat voor professionele doeleinden wordt gebruikt, is
~
het wenselijk dat het apparaat periodiek door een deskundige wordt gecontroleerd (bijvoorbeeld door Miele). De resultaten moeten in het zogenaamde machinevolgboek worden vastgelegd (verkrijgbaar bij Miele). Het machinevolgboek moet op de plaats van opstelling wor­den bewaard.
-
-
Deze wasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
~
op een schip) worden gebruikt.
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
~
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de was
~
automaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
Bij een vaste aansluiting moet de stroomonderbreker voor elke
~
fase altijd toegankelijk zijn om de wasautomaat van het elektriciteits net te kunnen afsluiten.
-
-
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
De maximumlading bedraagt 6,5 kg (droog wasgoed). In de ru
~
briek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladingen voor afzonderlijke programma's.
Plaats het apparaat in een vorstvrije ruimte. Bevroren slangen
~
kunnen barsten en temperaturen onder het vriespunt kunnen de werking van de elektronica beïnvloeden.
Verwijder voor de ingebruikneming de transportbeveiliging aan
~
de achterkant van de automaat (zie het hoofdstuk "Plaatsen en aan sluiten" onder "Transportbeveiliging verwijderen"). Als de beveiliging niet wordt verwijderd, kunnen de wasautomaat en ernaast ge­plaatste apparaten en meubels tijdens het centrifugeren bescha­digd raken.
Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bij-
~
voorbeeld tijdens vakanties). Dit is vooral van belang als zich in de buurt van de automaat geen afvoerputje bevindt.
Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten,
~
paperclips, etc.) in de machine terechtkomen. Dergelijke voor­werpen kunnen de automaat beschadigen (zoals de kuip en de wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het wasgoed beschadigen. Vooral metaalspaanders die zich in reinigingsmateriaal kunnen bevinden, moeten voor het wassen eruit worden geschud.
-
-
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bij juiste dosering van het wasmiddel hoeft de automaat niet te
~
worden ontkalkt. Mocht u toch willen ontkalken, gebruik dan een ont kalkingsmiddel dat een anti-corrosiemiddel bevat (verkrijgbaar bij Miele). Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
~
behandeld, moet vóór het wassen grondig met water worden ge spoeld.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten
~
(zoals wasbenzine). Onderdelen van de automaat kunnen bescha digd raken en er kunnen giftige dampen vrijkomen. Bovendien be staat er brand- en explosiegevaar.
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
~
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat.
~
Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
-
-
-
-
Ontkleuringsmiddelen bevatten vaak zwavel en kunnen corrosie
~
veroorzaken. Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorkom dat de roestvrijstalen oppervlakken (front, deksel, om
~
manteling) in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desin fectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke mid delen daarom niet in de buurt van het apparaat.
Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of
~
waterstraal worden gebruikt.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
~
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri­kant. Gebruik het middel alleen voor toepassingen die door de fabri­kant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties.
-
-
-
Toebehoren
Toebehoren mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
~
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onder­delen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Droogautomaten en wasautomaten van Miele kunnen in een was-
~
en droogzuil gecombineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-verbindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let erop dat de was-droogverbindingsset geschikt is voor de Miele droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho
~
ren) bij deze wasautomaat past.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
12
-
Page 13
Bedieningspaneel
Bediening van de wasautomaat
a Toets Start
Met deze toets start u het gekozen wasprogramma.
b Display met de toetsen –, OK en +
Nadere informatie over deze toetsen vindt u op de volgende pagina.
c Toets m
Met deze toets kunt u de start van een programma uitstellen.
d Optische interface PC
De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden (onder meer voor de update-functie).
e Toets Voorwas/Voorspoelen met
controlelampje
f Programmaschakelaar
Met deze schakelaar kiest u de was­programma's. U kunt de schakelaar naar rechts en naar links draaien.
g Toets Aan-Uit s
Let op! De automaat wordt automa­tisch uitgeschakeld om energie te besparen. Dit gebeurt 15 minuten na afloop van het programma/na de kreukbeveiliging, maar ook na het in schakelen als u het apparaat verder niet bedient.
h Toets Deur
Met deze toets opent u de deur.
-
13
Page 14
Bediening van de wasautomaat
Principe display
Toetsen–/+
Met deze toetsen wijzigt u het onder­deel dat in het display gemarkeerd is. – Deze toets verlaagt de waarde of
verplaatst de markering (omhoog).
+ Deze toets verhoogt de waarde of
verplaatst de markering (omlaag).
Toets OK
Met deze toets bevestigt u een geko­zen waarde en kiest u een volgend on­derdeel.
Bij de programmakeuze kiest men via het display:
meer programma's.
de temperatuur van sommige pro gramma's.
het toerental voor het eindcentrifuge ren.
de starttijd.
Het display toont onder meer de duur van een wasprogramma en de actuele dagtijd.
Ook het menu Instellingen J bedient u via het display.
14
-
-
Page 15
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangeslo ten. Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Om veiligheidsredenen kan voor de eerste ingebruikneming niet worden ge centrifugeerd. Om te kunnen centrifu geren, moet eerst een wasprogramma zonder belading
Schakel de wasautomaat met de
^
toets K in.
Als u de automaat voor het eerst ge­bruikt, verschijnt de Duitse tekst Miele Professional Willkommen.
Het welkomstscherm verschijnt niet meer als de eerste ingebruikneming afgerond is.
worden afgewerkt.
-
-
Eerste ingebruikneming
Dagtijd instellen
12:00
Dagtijd instellen
Stel met de toetsen – en + het juiste
^
uur in en bevestig deze waarde met
-
de toets OK. Stel vervolgens de minuten in. Nadat u ook die waarde heeft bevestigd, wisselt het display naar het basismenu.
Eerste wasbeurt
De automaat kan nu voor het eerste wasprogramma worden gebruikt.
^ Zet de programmaschakelaar op
Reinigingsdoeken Hygiëne.
^ Draai de waterkranen open.
^ Druk op de toets Start.
Het display wisselt naar de instelling van de taal.
^
Kies de gewenste taal met de toetsen – en + en bevestig uw keuze met de toets OK.
Transportbeveiliging
De transportbeveiliging moet vóór het eerste wasprogramma worden verwijderd om schade aan de was automaat te voorkomen.
^
Bevestig het verwijderen van de transportbeveiliging door op OK te drukken.
Het display wisselt naar de instelling van de dagtijd.
Na afloop van het programma is de eerste ingebruikneming afgerond.
-
15
Page 16
Het gebruik van de wasautomaat
Verkorte gebruiksaanwijzing
De met cijfers (A, B, C ...) aangege ven stappen vormen een verkorte ge bruiksaanwijzing.
A Reinigingsmateriaal en wasgoed
sorteren
Voorwerpen zoals spijkers,
,
munten en paperclips kunnen het wasgoed en onderdelen van de au tomaat beschadigen.
Gebruik nooit chemische (oplos
,
middelhoudende) reinigingsmid­delen in de wasautomaat!
Reinigingsmateriaal sorteren
Schud mops, reinigingsdoeken en
^
-
-
-
-
pads goed uit, zodat grof vuil niet in de trommel komt.
Wasgoed sorteren
Haal alle zakken leeg.
^
Verwijder vóór het wassen eventuele
^
vlekken op het wasgoed. Doe dat zo lang de vlekken nog niet zijn opge droogd. Verwijder vlekken deppend met een niet afgevende doek. Niet wrijven!
^ Sorteer het wasgoed op kleur en op
de symbolen in het wasetiket (in de kraag of bij de zijnaad).
Donker textiel geeft vaak af als het de eerste keren wordt gewassen. Dit kan verkleuring tot gevolg hebben. Was licht en donker wasgoed daarom ge­scheiden.
Was geen textiel dat volgens het was­etiket niet wasbaar is (symbool h).
-
-
16
Page 17
Het gebruik van de wasautomaat
B Wasautomaat beladen
Schakel de wasautomaat met de
^
toets K in.
Druk op de toets Deur en open de
^
deur.
Leg de mops, reinigingsdoeken of
^
pads losjes in de trommel.
Ontvouw wasgoed en leg het losjes
^
in de trommel. Grote en kleine stuk ken bij elkaar zorgen voor een opti male waswerking en voor een betere verdeling tijdens het centrifugeren.
Als u de maximale beladingscapaciteit benut, is het energie- en waterverbruik relatief gezien het laagst. Bij een te vol­le trommel neemt het wasresultaat af en neemt de kreukvorming toe.
-
-
Zwaai de deur dicht.
^
Het wasgoed mag niet tussen de deur en de dichtring ingeklemd ra­ken.
17
Page 18
Het gebruik van de wasautomaat
C Programma kiezen
Kies met de programmaschakelaar
^
het gewenste programma.
In het display wordt het gekozen pro­gramma weergegeven.
Reinigingsdoeken
Het display wisselt naar het gekozen programma.
40°C 1400 omw/min
Duur: 0:51 h
^
Met de toetsen – en + kunt u het cen trifugetoerental wijzigen. Bevestig de gewenste waarde met OK.
Als u met de programmaschakelaar Meer programma's kiest, verschijnen deze programma's in het display.
Mops nieuw
E
Mops behandelen
Doeken behandelen H
Markeer met de toets – of + het ge
^
wenste programma en bevestig uw keuze met OK.
Het display wisselt naar het gekozen programma.
Vitrage
30°C Duur: 0:38 h
600 omw/min
^ Met de toetsen – en + kunt u het ge-
markeerde centrifugetoerental wijzi­gen. Bevestig de gewenste waarde met OK. Bij sommige programma's kunt u ook de temperatuur wijzigen (met – of +).
Voorwassen/Voorspoelen
^
Kies voor wasgoed dat veel vuil be vat de extra functie Voorwassen of Voorspoelen. Als u deze functies niet kunt kiezen, zijn deze functies niet
-
toegestaan bij het gekozen program ma.
Uitgestelde start
-
-
-
18
^
Als u de start wilt uitstellen, kunt u nu de gewenste starttijd aangeven (zie het hoofdstuk "Uitgestelde start").
Page 19
Het gebruik van de wasautomaat
D Wasmiddel doseren
Houd bij de dosering rekening met de mate van verontreiniging en met de wa terhardheid.
Bij te weinig wasmiddel
worden het reinigingsmateriaal en
het wasgoed niet schoon en na ver loop van tijd grauw en hard.
ontstaan er vetbolletjes in de was.
ontstaat er kalkafzetting op de ver
warmingselementen.
Bij te veel wasmiddel
– treedt er sterke schuimvorming op,
waardoor de mechanische waswer­king afneemt en de was niet goed wordt gereinigd, gespoeld en gecen­trifugeerd.
– wordt het milieu onnodig belast.
Meer informatie over wasmiddelen en doseringen vindt u in het hoofdstuk "Wasmiddel".
-
-
-
Trek de wasmiddellade open en vul
^
de juiste vakjes.
i = Wasmiddel voor de voorwas
1
(
/4van de aanbevolen hoeveel-
heid voor de hoofdwas)
j = Wasmiddel voor de hoofdwas
§ = Wasverzachter, appreteer-
middel of vloeibaar stijfsel
^ Sluit de wasmiddellade.
Bij desinfectieprogramma's wordt het vakje § niet aangestuurd. Doseer daarom geen middel in vakje §.
De wasautomaat is geschikt voor het aansluiten van externe doseersyste men voor het doseren van vloeibare was- en hulpmiddelen (zie ook "Wasmiddel", "Externe dosering").
-
19
Page 20
Het gebruik van de wasautomaat
E Programma starten
Als u het programma kunt starten, be gint de toets Start te knipperen.
Druk op de toets Start.
^
De toets Start licht op.
-
Controleer of de trommel leeg is. Achtergebleven was kan bij een vol gende wasbeurt krimpen of afgeven.
-
Als niet voor een uitgestelde start is ge kozen, verschijnt in het display de ver wachte programmaduur. De tijd wordt in minuten afgeteld. In de eerste 10 minuten bepaalt de wasautomaat hoe veel water het wasgoed kan opnemen. Hierdoor kan de programmaduur nog worden verkort.
Daarnaast is in het display het pro­grammaverloop te zien. De automaat geeft steeds aan welke programmafase is bereikt.
F Trommel leeghalen
Voor een gelijkmatige verdeling van de vochtigheid en om kreukvorming te voorkomen (kreukbeveiliging), beweegt de trommel na afloop van het program­ma nog ca. 30 minuten. U kunt de was automaat op elk moment openen.
15 minuten na afloop van de kreuk beveiliging wordt de automaat auto matisch uitgeschakeld. U kunt de au tomaat met de toets K weer inscha kelen.
-
-
-
-
-
-
-
^ Controleer of er iets in de dichtring bij
de deur zit (paperclips, spijkers, etc.).
^ Zet de programmaschakelaar op
Einde.
^ Sluit de deur. Er kunnen anders on-
bedoeld voorwerpen in de trommel
-
terechtkomen. Deze zouden per on geluk kunnen worden meegewassen en het wasgoed kunnen bescha digen.
^
Schakel de wasautomaat met de toets K uit.
-
-
^
Open de deur met de toets Deur.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
20
Page 21
Centrifugeren
Maximaal toerental eindcentrifugeren
Programma omw./min
Standaard 60°C 1400
Standaard plus 1400
Thermische desinfectie 1400
Chem.-therm. desinfectie 1400
Reinigingsdoeken Hygiëne 1400
Reinigingsdoeken 40°C/60°C 1400
Pads 40°C 1400
Mops nieuw 1400
Mops + behandelen* Geen weergave
Mops behandelen* Geen weergave
Doeken behandelen* Geen weergave
Vitrage 600
Bonte was 1400
Witte was 1400
Intensief 1400
Intensief plus 1400
Kreukherstellend 1000
Miniwas 1400
Extra spoelen 1400
Pompen/Centrifug. 1400
*Het toerental is afhankelijk van de instellingen bij
Cent.behand.stand.,des. en Centr.-behand. doeken.
U kunt het toerental voor het eindcentri fugeren verlagen. Een hoger toerental dan in de tabel is aangegeven, is niet mogelijk.
Tussencentrifugeren
De was wordt na de hoofdwas en tus sen de spoelgangen door gecentrifu geerd. Als u het toerental voor het eind centrifugeren verlaagt, wordt eventueel ook het toerental voor het tussencentrifugeren verlaagd.
-
-
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop)
Kies de instelling Spoelstop. Het
^
wasgoed blijft na de laatste spoel gang in het water liggen.
Eindcentrifugeren starten
:
De elektronica reikt u voor het centri fugeren het maximaal toegestane toerental aan. U kunt het toerental eventueel verlagen. Met de toets Start start u het eindcentrifugeren.
Programma beëindigen
:
Druk op de toets Deur. Het water wordt weggepompt. Druk opnieuw op de toets Deur om de deur te ope­nen.
Tussencentrifugeren en eindcentrifugeren uitschakelen
^ Kies de instelling Zonder centrifuge-
ren. Na de laatste spoelgang wordt
het water afgepompt. Voor een gelijk­matige verdeling van de vochtigheid en om kreukvorming te voorkomen, beweegt de trommel na afloop van het programma nog ca. 30 minuten (niet bij de programma's Pads en
­Mops nieuw).
Bij de programma's Thermische
desinfectie, Chemothermische des infectie en Reinigingsdoeken desin fectie hygiëne (programma "Hygië ne") zijn de instellingen Spoelstop en Zonder centrifugeren niet mogelijk.
-
-
-
-
-
-
21
Page 22
Uitgestelde start
Via een uitgestelde start kunt u het pro gramma-einde verschuiven. U kunt de programmastart met 30 minuten tot maximaal 24 uur uitstellen. Op deze wij ze kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van een lager tarief voor nachtstroom.
Een uitgestelde start kan alleen cor
­rect worden uitgevoerd als u de actu ele dagtijd heeft ingesteld.
Als u bij de instelling Dagtijd in het menu Instellingen/Exploitatieniveau de optie Geen klok kiest, kunt u de start van een programma met maxi­maal 96 uur uitstellen
Uitgestelde start instellen
^ Druk na de programmakeuze op de
toets m.
7:51
Start: Einde:
7:51
9:19
Het display toont de actuele dagtijd en de tijd waarop het programma zal zijn beëindigd.
7:51
Start: Einde:
10:32
12:00
Als u een te lange tijd heeft ingesteld,
-
kunt u deze met de toets – weer ver korten.
­Bevestig het ingestelde einde met de
^
toets OK.
Uitgestelde start activeren
-
Druk op de toets Start.
^
60°C 1200 omw/min
Start over: 2:41 h
Het display laat zien over hoeveel uur en/of minuten het wasprogramma zal worden gestart.
Uitgestelde start wijzigen
^ Druk op de toets m.
^ Kies een ander programma-einde
met de toetsen – en +.
^ Bevestig de instelling met OK.
Uitgestelde start beëindigen
^
Druk op de toets m.
^
Haal met de toets – het programma­einde zover naar voren dat de pro grammastart overeenkomt met de ac tuele dagtijd.
^
Bevestig de instelling met OK.
-
-
-
^
Kies met de toets + het gewenste programma-einde.
Als u de eerste keer op de toets drukt, wordt het programma-einde naar het eerstvolgende hele of halve uur ver
­schoven. Bij elke volgende druk op de toets verschuift het programma-einde telkens met 30 minuten.
22
Het programma start nu meteen.
Pas na de programmastart kan de elektronica vaststellen, hoeveel was zich in de trommel bevindt. De pro grammaduur kan hierdoor eventueel korter uitvallen.
-
Page 23
Programma-overzicht
Mops
Standaard 60°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Standaard plus 60°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Thermische desinfectie 85°C / 15 min max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden geko-
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Chemothermische desinfectie 70°C / 10 min max. 6,5 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel (landspecifieke
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.
U kunt de temperatuur wijzigen.*
zen.*
– U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden geko zen.*
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen)
-
* Deze instellingen kunnen in het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden ge daan.
-
23
Page 24
Programma-overzicht
Reinigingsdoeken
Desinfectie hygiëne 70°C / 10 min (programma "Hygiëne") max. 3,5 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel (landspecifieke
60°C max. 3,5 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
40°C max. 3,5 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden geko
zen.*
desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen)
-
Pads
Pads 40°C max. 1,0 kg
Textielsoort Pads van microvezels.
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
* Deze instellingen kunnen in het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden ge daan.
24
-
Page 25
Programma-overzicht
Overige programma's
De lijst met "andere programma's" is afhankelijk van de instelling (zie rubriek "Menu Instellingen/gebruikersniveau" – "Lijst speciale programma's").
standaard
Mop nieuw 60°C tot 95°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops uit katoen of gemengde weefsels
Opmerking
Wasmiddel Algemeen wasmiddel of wasmiddel voor kleur
Mops behandelen max. 6,5 kg
Textielsoort Mops uit katoen, gemengde weefsels of microvezels
Opmerking – Om schone mops achteraf te behandelen.
Doeken behandelen max. 3,5 kg
Textielsoort Stofdoeken uit katoen, gemengde weefsels of microvezels
Opmerking – Om schone doeken achteraf te behandelen.
Machine reinigen
Wasmiddel Algemeen wasmiddel
Om nieuwe mops voor het eerst te wassen. Productieresten
worden uit de vezels verwijderd, de vezels kunnen meer wa ter opnemen.
– Het behandelingsmiddel kan worden toegevoerd via het vak-
je voor de wasverzachter of via een extern doseersysteem.
Het behandelingsmiddel kan worden toegevoerd via het vak je voor de wasverzachter of via een extern doseersysteem.
Voor het reinigen van de kuip en het afvoersysteem. –
Programma zonder lading uitvoeren.
Er moet wasmiddel worden toegevoegd.
Bij regelmatig gebruik van desinfecteerprogramma’s moet u het programma Machine reinigen regelmatig uitvoeren.
-
-
25
Page 26
Programma-overzicht
Gordijnen koud tot 40°C max. 3,0 kg
Textielsoort Gordijnen die volgens de fabrikant in de wasmachine mogen
worden gewassen
Opmerking
Extra functie Voorwas
Wasmiddel Gordijnwasmiddel, algemeen wasmiddel en wasmiddel voor
Extra spoelen max. 6,5 kg
Textielsoort Wasgoed dat u enkel moet laten spoelen en centrifugeren
Pompen/Centrifugeren max. 6,5 kg
Opmerking – Enkel pompen: Toerental op Zonder centrifugeren instellen.
Bij kreukgevoelige gordijnen beperkt u het centrifugeertoe
rental of laat u niet centrifugeren.
kleur in poedervorm.
– Om wasgoed te laten centrifugeren. Let op het ingestelde
toerental.
-
26
Page 27
Programma-overzicht
Klaar voor gebruik
Mop + behandelen 60°C tot 90°C max. 6,5 kg
Textielsoort Mops uit katoen, gemengde weefsels of microvezels
Opmerking
Wasmiddel geschikte speciale wasmiddelen
Mops behandelen max. 6,5 kg
Textielsoort Mops uit katoen, gemengde weefsels of microvezels
Opmerking – Om schone mops achteraf te behandelen.
Extra spoelen max. 6,5 kg
Textielsoort Wasgoed dat u enkel moet laten spoelen en centrifugeren
Pompen/Centrifugeren max. 6,5 kg
Opmerking
Mops worden in een keer gewassen en behandeld.
Het behandelingsmiddel kan worden toegevoerd via het vak
je voor de wasverzachter of via een extern doseersysteem. U kunt kiezen uit vier programmavarianten waarmee u de
restvochtigheid kunt bepalen: ,,,, (hoge restvochtigheid) tot , (lage restvochtigheid).
– Het behandelingsmiddel kan worden toegevoerd via het vak-
je voor de wasverzachter of via een extern doseersysteem.
– U kunt kiezen uit vier programmavarianten waarmee u de
restvochtigheid kunt bepalen: ,,,, (hoge restvochtigheid) tot , (lage restvochtigheid).
Enkel pompen: Toerental op Zonder centrifugeren instellen.
Om wasgoed te laten centrifugeren. Let op het ingestelde toerental.
-
27
Page 28
Programma-overzicht
Extra programma's die bij het kiezen van Meer programma's moeten verschij nen, kunnen via het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden bijgeschakeld.
Bonte was 60°C max. 6,5 kg
Textielsoort Textiel van katoen, linnen of mengweefsels.
Tip
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Witte was 90°C max. 6,5 kg
Textielsoort Textiel van katoen, linnen of mengweefsels.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel wasmiddel
Intensief 40°C - 80°C max. 6,5 kg
Textielsoort Sterk verontreinigd textiel van katoen, linnen of mengweefsels.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Intensief plus 60°C - 95°C max. 6,5 kg
Textielsoort Zeer sterk verontreinigd textiel van katoen, linnen of mengweef-
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Kreukherstellend 30°C - 60°C max. 3,5 kg
Textielsoort Textiel van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Miniwas 20°C - 60°C max. 3,5 kg
Textielsoort Voor kleine hoeveelheden licht verontreinigd wasgoed dat met
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Was donkergekleurd textiel met een bontwasmiddel of met
een vloeibaar wasmiddel.
sels.
lende katoen.
het programma Bonte was kan worden gewassen.
-
-
28
Page 29
Programmaverloop
Ont-
wateren
Voor-
spoelen
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water­niveau
Water­niveau
Spoel-
gangen
ab
Mops
Standaard 60°C LL ((2 LL Standaard plus LL ((2 LL Therm. desinfectie LL ((3 LL Chemo-thermisch LL e(3 LL
Reinigingsdoeken
Hygiëne - L ((3 LL 60°C, 40°C - L ((2 LL
Pads
Pads 40°C - L ((3 LL
Meer programma's
Mops nieuw - - d(2 LL Mops + behandelen LL ((2 LL Mops behandelen - - - ( 2 LL Doeken behandelen - - - ( 2 LL Vitrage - L ((3-L Bonte was - - d(2 LL Witte was - - d(2 LL Intensief - L ((2 LL Intensief plus - L ((3 LL Kreukherstellend - - (e2 LL Miniwas - - dd2 LL Extra spoelen - - - e 2-L Pompen/Centrifug. - - - - - - L
d = Laag waterniveau ( = Gemiddeld waterniveau
a = Tussencentrifugeren b = Eindcentrifugeren
e = Hoog waterniveau
29
Page 30
Programmaverloop
De wasautomaat heeft een volelektronische besturing. De elektro nica bepaalt zelf de benodigde water hoeveelheid, gebaseerd op de hoe veelheid wasgoed en het wateropnemend vermogen ervan (bela dingsautomaat). Hierdoor kunnen het programmaverloop en de wastijden per wasbeurt variëren.
Het hier besproken programmaverloop heeft altijd betrekking op het af fabriek geprogrammeerde basisprogramma bij maximale belading. Met eventuele extra functies wordt geen rekening gehou den.
Op het display van de machine kunt u steeds zien bij welke programmafase het apparaat is.
-
-
-
-
Ontwateren
Bij de programma's Standaard, Stan daard plus, Thermische desinfectie en Chemothermische desinfectie worden
mops na de programmastart door kort
­centrifugeren ontwaterd.
Voorwassen/Voorspoelen
Sommige programma's hebben een vaste voorspoelstap voor het verwij deren van grove verontreinigingen en reinigingsmiddelresten. Bij zeer ern stige verontreinigingen kunt u afhanke lijk van het programmma kiezen voor twee keer voorspoelen of voorwassen.
Kreukbeveiliging
Voor een gelijkmatige verdeling van de vochtigheid en om kreukvorming te voorkomen, beweegt de trommel na af­loop van het programma nog ca. 30 minuten (niet bij de programma's Pads en Mops nieuw). U kunt de wasauto­maat op elk moment openen.
-
-
-
-
30
Page 31
Programmaverloop wijzigen
Programma afbreken
Na de programmastart kunt u een pro gramma op elk moment afbreken.
Zet de programmaschakelaar op
^
Einde.
De wasautomaat pompt het aanwezige water weg en het programma wordt af gebroken.
Druk op de toets Deur.
^
Haal het wasgoed uit de trommel
^
of
^ sluit de deur en start een nieuw pro-
gramma.
Na de start van een desinfectiepro­gramma voor mops of reinigingsdoeken wordt de automaat meteen vergrendeld. U kunt het pro­gramma dan niet meer afbreken of wijzigen en de deur niet meer ope­nen.
Programma onderbreken
^
Schakel de wasautomaat met de toets K uit.
Om door te gaan:
^
Schakelt u de wasautomaat met de toets K weer in.
Programma wijzigen
-
Wasprogramma wijzigen
Na de start van een programma kunt u het programma niet meer wijzigen.
Als u een ander programma wilt kiezen, moet u het gestarte programma afbre
­ken.
Temperatuur veranderen
Bij sommige programma's kunt u de temperatuur tot 5 minuten na de start nog wijzigen.
^ Druk op de toets OK. De temperatuur
is gemarkeerd. Wijzig de temperatuur met de toetsen – en +. Bevestig de instelling met OK.
Centrifugetoerental veranderen
^ Druk zo vaak op OK totdat het centri-
fugetoerental gemarkeerd is. Met de toetsen – en + kunt u het centrifuge­toerental wijzigen. Dit is mogelijk tot aan het moment waarop het eindcen trifugeren begint.
Voorwassen/Voorspoelen
De functie Voorwassen/Voorspoelen kan na de programmastart niet meer worden in- of uitgeschakeld.
-
-
^
Bevestig de melding op het display en druk vervolgens op de toets Start.
31
Page 32
Programmaverloop wijzigen
Was bijvullen of voortijdig verwijderen
Bij sommige programma's kunt u reinigingsmateriaal of wasgoed bijvul len of voortijdig uit de trommel halen:
Druk op de toets Deur totdat de deur
^
opengaat.
Doe het wasgoed in de trommel of
^
haal het eruit.
Sluit de deur.
^
Het programma wordt automatisch voortgezet.
Let op het volgende:
De elektronica kan na de programma­start geen veranderingen in de washoe­veelheid meer vaststellen.
De elektronica gaat er na het bijvullen of uitnemen dan ook altijd van uit dat de machine maximaal beladen is.
De aangegeven programmaduur kan toenemen.
-
U kunt de deur niet openen als:
de temperatuur van het waswater bo
ven 50°C ligt.
het waterniveau een bepaalde waar
de overschrijdt.
de programmastap Centrifugeren
bereikt is.
een desinfectieprogramma gestart is.
-
-
32
Page 33
Wasmiddel
Wasmiddeldosering
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Instructies en doseeradviezen vindt u op de verpakking van het wasmiddel.
De dosering is afhankelijk van:
de hoeveelheid wasgoed.
de mate van vervuiling.
de waterhardheid.
Als u de waterhardheid in uw regio niet kent, neem dan contact op met uw waterbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids-
graad
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14
hard tot zeer
hard (III)
Hardheid in
mmol/l
boven 2,5 boven 14
Duitse hard-
heid °d
Wasverzachter, appreteer
-
middel of vloeibaar stijfsel
Doseer de middelen volgens de aan
^
wijzingen van de fabrikant.
^ Doseer de wasverzachter, het appre-
teermiddel of het vloeibare stijfsel in het vakje §. Vul het vakje hooguit
tot de maximummarkering.
Tijdens de laatste spoelgang wordt de wasverzachter, het appreteermiddel of het vloeibare stijfsel ingespoeld.
-
Waterontharder
Bij de hardheidsgraden II en III kunt u een onthardingsmiddel gebruiken om wasmiddel te besparen. Doseer eerst het wasmiddel en daarna het ont hardingsmiddel.
Doseer het wasmiddel nu voor hard heidsgraad I.
-
-
Reinig de wasmiddellade en met name de zuighevel, als u meermaals automatisch heeft gesteven.
Ontkleuren/verven
^
Gebruik geen in de wasautomaat.
^
Houdt u zich strikt aan de aanwij zingen van de verffabrikant als u tex tiel in de wasautomaat wilt verven.
ontkleuringsmiddelen
-
-
33
Page 34
Wasmiddel
Externe dosering
De wasautomaat beschikt over een adapter voor externe doseersystemen. Er kun nen maximaal zes doseerslangen worden aangesloten. De externe doseer pompen worden door relais in de wasautomaat aangestuurd. De relais worden tel kens gedurende 2 minuten ingeschakeld.
Voor het gebruik met een doseersysteem is een ombouwset vereist die door de Miele-vakhandel of de Technische Dienst van Miele moeten worden geïnstal leerd.
Voor-
was
Mop
Standaard 60°C - R 2 R 4 R 6
Standaard plus - R 2 R 4 R 6
Therm. desinfectie - R 2 R 4 R 6
Chemo-thermisch - R2+R5* R4 R6
Doeken
Reinigingsdoeken Hygiëne R 1 R2+R5* R4 R6
Reinigingsdoeken 40°C, 60°C R 1 R 2 R 4 R 6
Pads
Pads 40°C - R 2 R 4 -
R 1 = Relais 1 = Voorwasmiddel R 2 = Relais 2 = Hoofdwasmiddel R 3 = Relais 3 = Wasmiddel voor fijne was R 4 = Relais 4 = Wasverzachter R 5 = Relais 5 = Bleek-/desinfectiemiddelen R 6 = Relais 6 = Behandelmiddel
Hoofd-
was
Spoelen Be-
*De toevoeging vindt plaats wanneer de temperatuur is bereikt.
-
-
handelen
-
-
34
Page 35
Wasmiddel
Voor-
was
Overige programma's
Mops nieuw - R 2 R 4 -
Mops + behandelen R 1 R 2 - R 6
Mops behandelen - - - R 6
Doeken behandelen - - - R 6
Machine reinigen - R 2 - -
Vitrages R 3 R 3 R 4 -
Extra spoelen - - R 4 -
Bonte was R 1 R 2 R 4 -
Witte was R 1 R 2 R 4 -
Intensief R 1 R 2 R 4 -
Intensief plus R 1 R 2 R 4 -
Kreukherstellend R 1 R 2 R 4 -
Miniwas - R 2 R 4 -
R 1 = Relais 1 = Voorwasmiddel R 2 = Relais 2 = Hoofdwasmiddel R 3 = Relais 3 = Wasmiddel voor fijne was R 4 = Relais 4 = Wasverzachter R 5 = Relais 5 = Bleek-/desinfectiemiddelen R 6 = Relais 6 = Behandelmiddel
Hoofd-
was
Spoelen Be-
handelen
35
Page 36
Wasmiddel
De relais worden aangestuurd zoals in het overzicht staat aangegeven. De reservoirs moeten in de aange geven volgorde met de betreffende wasmiddelen en hulpmiddelen zijn gevuld.
Sensor leegmelding
Bij lege externe reservoirs voor vloei
-
bare wasmiddel verschijnt er een melding op het display van de was
-
-
automaat wanneer de Sensor
leegmelding is geactiveerd (zie menu Instellingen/Exploitatieniveau).
Geen chloor- of zuurhoudende was­en hulpmiddelen gebruiken.
Als een reservoir leeg is, verschijnt het volgende voor de programmastart of tijdens het programmaverloop:
Doseerreservoir vullen
i
OK
Een gestart programma wordt tot het einde uitgevoerd.
^ Druk op de toets OK om de melding
op het display te verwijderen en vul de reservoirs bij.
Bij desinfectieprogramma's verschijnt:
Fout Doseerreservoir leeg
i
OK
Het programma wordt afgebroken.
^
Druk op de toets OK om de melding op het display te verwijderen en vul de reservoirs bij.
36
^
Start het programma opnieuw.
,
Bij desinfectieprogramma's kunt
u er bij een leeg doseerreservoir vanuit gaan dat er geen desinfectie heeft plaatsgevonden. Start het pro gramma opnieuw.
-
Page 37
Reiniging en onderhoud
Haal de spanning van het appa
,
raat.
Wasautomaat reinigen
Gebruik geen oplosmiddelhou
,
dende reinigingsmiddelen, schuur middelen, glas- of allesreinigers. Deze middelen kunnen de kunststof oppervlakken en andere onderdelen beschadigen.
Behuizing en bedieningspaneel
^ Reinig de behuizing en het bedie-
ningspaneel met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel of een sopje van zeep.
^ Reinig de roestvrijstalen onderdelen
met een reinigingsmiddel voor roest­vrij staal.
,
Spuit de wasautomaat nooit af
met een slang.
Trommel, kuip en afvoersysteem reinigen
-
-
-
Als u vaak desinfectieprogramma's gebruikt, moet u het programma Ma chine reinigen regelmatig uitvoeren.
Wasmiddellade reinigen
Verwijder regelmatig eventueel achter gebleven wasmiddelresten.
^ Trek de lade naar buiten totdat u
weerstand voelt. Druk op de ontgren­deling (zie afbeelding) en verwijder de wasmiddellade.
^
Reinig de lade met warm water.
-
-
Indien nodig kunt u de trommel, de kuip en het afvoersysteem reinigen.
^
Start het programma Machine reini gen.
^
Controleer na afloop van het pro gramma de binnentrommel en verwij der eventueel achtergebleven grove verontreinigingen.
-
-
-
37
Page 38
Reiniging en onderhoud
Reinig de zuighevel.
^
Ruimte voor de wasmiddellade reinigen
1. Trek de zuighevel uit het vakje § en
reinig deze onder de kraan met warm water. Reinig ook het buisje waarop de zuighevel geplaatst wordt.
2. Plaats de zuighevel terug.
^ Verwijder met een flessenborstel de
wasmiddelresten en de kalkafzet­tingen van de inspuiters van de was­middellade.
38
Page 39
Zeefjes watertoevoer reinigen
De automaat is voorzien van zeefjes die de watertoevoerkleppen beschermen. Deze zeefjes moeten eens per half jaar worden gecontroleerd en eventueel ge reinigd. Als de watertoevoer herhaalde lijk wordt onderbroken, moeten de zeef jes eerder worden gecontroleerd.
Zeefjes in de toevoerslangen reinigen
Draai de kraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de
^
kraan.
Reiniging en onderhoud
Draai de schroefkoppeling vast op de waterkraan. Draai de kraan open. Draai de schroefkoppeling vaster als de aansluiting lekt.
-
-
Zeefjes in de koppelstukken reinigen
­Draai de geribbelde kunststof moer
^
voorzichtig met een tang los.
^
Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
^
Pak het kunststof zeefje 2 bij de kam vast (met een combinatietang of spitstang) en trek het eruit.
^
Reinig het zeefje.
^
Plaats alles in omgekeerde volgorde terug.
^ Pak het zeefje met een spitstang bij
de kam vast en haal het eruit. Reinig het zeefje. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde weer terug.
Plaats de zeefjes na het reinigen al
tijd weer terug.
-
39
Page 40
Nuttige tips
Wat moet u doen als...
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp van Miele hoeft in te roepen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een storing of probleem te ach terhalen en te verhelpen. Houdt u daarbij wel rekening met het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakmensen. Ondes
,
kundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de ge bruiker.
De tabellen in dit hoofdstuk zijn per thema ingedeeld, zodat u een storing of fout snel kunt vinden:
-
-
Er kan geen wasprogramma worden gestart
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display blijft donker en de pro­grammaschakelaar licht niet op.
Als u het program­ma Pompen/Centri fugeren kiest, volgt geen programma start.
Het display is don ker.
De stroomvoorziening is niet in orde.
De handelingen voor
-
de eerste ingebruikne ming zijn niet uitge
-
voerd.
-
Het display wordt auto matisch uitgeschakeld om energie te bespa ren (stand-by).
Controleer of – de automaat elektrisch is
aangesloten.
– de zekering in orde is.
Voer de handelingen voor de
-
eerste ingebruikneming uit, zo
-
als beschreven in het gelijkna mige hoofdstuk.
-
Druk op een toets. De stand-by­functie wordt beëindigd.
-
-
-
-
-
40
Page 41
Nuttige tips
In het display verschijnt een foutmelding
Melding in het display Oorzaak Oplossing A
Fout
p
Watertoevoer
Technische fout.
,
Neem contact op met Miele.
Fout
,
Desinfectietem­peratuur niet bereikt
Reactie
o
Waterproof
Fout
q
Waterafvoer
Doseerreservoir vullen
of
I
Fout Doseerreservoir leeg
De watertoevoer is ge blokkeerd of niet in orde.
De waterdruk is te laag.
Er is sprake van een defect.
Tijdens het desinfec­tieprogramma is de vereiste temperatuur niet bereikt.
Het beveiligingsysteem "Waterproof" heeft ge reageerd.
De waterafvoer is ge blokkeerd of niet in orde.
Een van de reservoirs voor de externe dose ring is leeg.
Controleer of
­de kraan ver genoeg
opengedraaid is. de toevoerslang geknikt
is.
Kies de instelling Lage
waterdruk (menu Instel lingen/Exploitatieniveau).
Start het programma op nieuw. Als de foutmelding opnieuw verschijnt, neem dan con­tact op met Miele.
De wasautomaat heeft de desinfectie niet correct uit­gevoerd. Start het programma op­nieuw.
– Sluit de kraan. –
Neem contact op met
-
Miele.
-
Neem contact op met Miele.
Zie ook in het hoofdstuk
-
"Wasmiddel" de rubriek "Sensor leegmelding".
-
-
A Om een foutmelding uit het display te verwijderen, drukt u op de toets OK.
41
Page 42
Nuttige tips
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De automaat blijft tijdens het centrifugeren niet sta biel staan.
Er blijft te veel wasmiddel in het wasmiddelvak ach ter.
De wasverzachter wordt niet goed ingespoeld of er blijft te veel water in het vakje § staan.
In het display verschijnt een vreemde taal.
De stelvoeten staan niet goed en zijn niet
-
met de contramoeren vastgezet.
De waterdruk is te laag.
-
Als poedervormige wasmiddelen in aan raking komen met ont hardingsmiddelen kunnen ze gaan plak­ken.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt.
Onder "Instellingen J" "Taal J" is een andere taal ingesteld.
-
-
Zorg dat de automaat sta biel en waterpas staat. Zet de stelvoeten met de con tramoeren vast.
Reinig de zeefjes in de wa tertoevoerslangen.
Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst het wasmiddel en pas daarna het onthardings­middel in het betreffende vakje.
Reinig de zuighevel (zie in het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud" de rubriek "Wasmiddellade reinigen").
Stel de door u gewenste taal in. Het vlaggetje helpt u het juiste menu te vinden.
-
-
-
42
Page 43
Het wasresultaat is onvoldoende
Probleem Oorzaak Oplossing
De was wordt niet goed schoon met vloeibaar wasmid del.
Op het gewassen wasgoed blijven grijze, elastische bolletjes (vetbolle­tjes) achter.
Op gewassen donker textiel be­vinden zich witte, wasmiddelachtige resten.
Wasgoed met zeer vette verontrei nigingen wordt niet goed schoon.
Vloeibare wasmidde len bevatten vaak geen bleekmiddel.
-
Fruit-, koffie- en thee vlekken worden dan niet verwijderd.
De dosering van het wasmiddel was te laag. Het wasgoed was met vet verontrei­nigd (olie, zalf, etc.).
Het wasmiddel bevat bestanddelen die niet in water oplosbaar zijn en voor de water ontharding dienen (zeolieten). Deze be standdelen zijn op de was neergeslagen.
Kies een programma met voorwas. Gebruik voor de
-
voorwas een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik voor de hoofdwas waspoeder.
Voor sterk vervuilde bedrijfskleding adviseren wij voor de hoofdwas speciale wasmiddelen. Neem voor meer informa tie contact op met de leverancier van uw reinigingsmid delen.
Gebruik bij dergelijke vlekken
-
waspoeder met bleekmiddel. Doseer vlekkenzout in vakje j
-
en doe het vloeibare wasmiddel in een doseerbolletje.
Doe nooit vloeibaar wasmiddel
en vlekkenzout samen in het was middelvak.
Doseer bij dergelijk wasgoed
meer wasmiddel of gebruik een vloeibaar wasmiddel.
– Laat de automaat vóór het vol-
gende wasprogramma een 60°C­programma uitvoeren. Gebruik daarvoor vloeibaar wasmiddel en doe geen wasgoed in de trom­mel.
– Probeer de resten er na het dro-
gen af te borstelen.
Was donker textiel voortaan met
-
een wasmiddel zonder zeolieten. Vloeibare wasmiddelen bevatten
-
meestal geen zeolieten.
Nuttige tips
-
-
-
43
Page 44
Nuttige tips
De deur kan niet met de toets Deur worden geopend
Oorzaak Oplossing
De stroomvoorziening is niet in orde.
Stroomstoring Open de deur zoals in de volgende rubriek wordt
De deur was niet correct vergrendeld.
Om te voorkomen dat u zich brandt, kunt u de deur bij een watertemperatuur van meer dan 50°C niet openen.
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorziening
Mogelijke oorzaak Oplossing
Stroomstoring – Na stroomherstel kan de wasautomaat het pro-
De wasautomaat is met de toets K uit- en weer ingeschakeld.
Controleer of
de automaat is ingeschakeld.
de automaat elektrisch is aangesloten.
de zekering van de huisinstallatie in orde is.
beschreven.
Druk stevig tegen de slotkant van de deur en druk vervolgens op de toets Deur.
gramma hervatten door te drukken op de knop K.
Bevestig de melding in het display en druk vervol gens op de toets Start. Het programma wordt voortgezet op basis van de opgeslagen status.
-
44
Page 45
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring
Nuttige tips
Haal de spanning van het appa
,
raat.
Aan de binnenkant van de wasmiddel lade bevindt zich een opener voor het klepje van de afvoer.
^ Verwijder de opener.
-
-
^
Deur openen
Druk de hendel voor de noodafvoer naar beneden en houd deze vast tot dat er geen water meer uit de auto­maat stroomt.
,Wacht tot de trommel stilstaat
voordat u de was uit de automaat haalt. U kunt zich verwonden als u uw hand in de nog draaiende trom­mel steekt.
-
^
Maak het klepje naar de afvoer open.
^
Trek de noodontgrendeling omlaag, bijvoorbeeld met de steel van een le pel. De deur gaat nu open.
-
45
Page 46
Service
Reparaties
Voor storingen die u niet zelf kunt ver helpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwij zing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele het type en serienummer van uw apparaat weten. Beide gege vens vindt u op het typeplaatje boven het deurglas.
Optische interface PC
De optische interface PC gebruikt Miele
­voor servicedoeleinden (onder meer voor de update-functie).
Met de update-functie kan de besturing van uw automaat worden aangepast aan toekomstige ontwikkelingen op het
-
gebied van textielsoorten, wasmiddelen en wasprocessen. Miele zal een derge lijke update-mogelijkheid tijdig bekend maken.
-
Bij te bestellen accessoires
Extra accessoires voor deze wasauto­maat kunt u bestellen bij Miele.
-
46
Page 47
Vooraanzicht
Opstellen en aansluiten
a Toevoerslang (koud water)
b Toevoerslang (warm water)
c Elektrische aansluiting
d Bedieningspaneel
e Wasmiddellade
f Vuldeur
g Luikje voor de noodontgrendeling en
om de trommel leeg te maken
h In de hoogte regelbare voetjes
i Sokkel
j Bevestigingsbeugel (voor
betonsokkel)
47
Page 48
Opstellen en aansluiten
Achteraanzicht
a Steun voor:
Toevoerslang
Gedemonteerde transportstangen
b Aansluitkabel
c Draaistop met transportstangen
48
d Adapter voor externe dosering
e Toevoerslang (koud water)
f Toevoerslang (warm water)
g Afvoerbuis
h In de hoogte regelbare voetjes
Page 49
Wasautomaat plaatsen
Opstellen en aansluiten
Deze automaat is niet geschikt voor onderbouw.
^ Transporteer de automaat naar de
plaats van opstelling.
Zorg dat de automaat tijdens het
,
transport stevig staat.
Gebruik geen systemen die de auto maat automatisch uitschakelen (zo als schakelklokken). Het apparaat moet op het elektriciteitsnet zijn aan gesloten om de deur te kunnen ope nen.
De bijgevoegde sticker met de vol gende tekst moet in de nabijheid van het apparaat worden aangebracht: "Om de deur van dit apparaat te kunnen openen, moet u ervoor zorgen dat het apparaat op het elektriciteitsnet is aan­gesloten. Doe de deur voorzichtig open."
,
Plaats de automaat niet vlakbij of
boven een open waterafvoer of
-goot. Binnendringend vocht kan be­schadiging van elektrische onderde­len tot gevolg hebben.
-
-
-
-
-
49
Page 50
Opstellen en aansluiten
Plaats van opstelling
De stelvoeten en de ondergrond
,
moeten droog zijn. De machine kan anders tijdens het centrifugeren gaan glijden.
Plaats de automaat bij voorkeur op een betonnen vloer. Op een betonnen vloer zal de automaat tijdens het centrifuge ren minder snel trillen dan op een hou ten of anderszins "zachte" vloer.
Zorg dat de automaat waterpas en
^
stevig staat.
^ Zet de automaat niet op een zachte
vloerbedekking, omdat de machine anders tijdens het centrifugeren gaat schudden.
Als u de automaat op een houten vloer plaatst:
^ Zet de wasautomaat op een
triplexplaat (minimaal 70 x 60 x 3 cm). Deze plaat moet aan zoveel mogelijk vloerbalken worden vastgeschroefd, niet alleen aan vloer planken.
Transportbeveiliging verwijderen
Verwijder voor de ingebruikneming
^
de transportbeveiliging.
-
-
^ Verwijder de linker en de rechter
draaibeveiliging.
1. Haal de draaibeveiliging met een
schroevendraaier los.
2. Verwijder de draaibeveiliging.
-
^
Plaats het apparaat zo mogelijk in een hoek. Daar is de stabiliteit van de vloer het grootst.
50
^
Draai de linker transportstang 90°. Gebruik hiervoor de bijgeleverde sleutel en
Page 51
Opstellen en aansluiten
trek de transportstang eruit.
^
^
Draai de rechter transportstang 90° en
trek de transportstang eruit.
^
Sluit de betreffende gaten af! Als
,
u de gaten niet afsluit, kunt u zich verwonden.
^
Sluit de openingen met de draaibe veiligingen en de daaraan beves tigde kapjes.
-
-
51
Page 52
Opstellen en aansluiten
Stellen
Om optimaal te kunnen functioneren, moet de automaat stevig en waterpas staan.
Bevestig de transportstangen aan de
^
achterwand van de automaat. De openingen b moeten op de houders a worden gestoken.
Zonder transportbeveiliging mag
,
de automaat niet worden getrans­porteerd. Bewaar daarom de transport­stangen. De transportbeveiliging moet weer worden gemonteerd, voordat u het apparaat vervoert (bij­voorbeeld bij een verhuizing).
Transportbeveiliging monteren
Monteer de transportbeveiliging in om gekeerde volgorde.
Als de automaat niet correct wordt op gesteld, neemt het water- en energie verbruik toe en blijft het apparaat mo gelijk niet op zijn plaats staan.
Voetjes stellen en met contramoeren vastzetten
Het stellen van de automaat gebeurt met de vier machinevoeten (stel voeten). Bij aflevering zijn alle voetjes naar binnen gedraaid.
-
^
Draai de contramoer 2 met de bijge leverde sleutel los (met de wijzers van de klok mee). Draai de contra moer 2 samen met de stelvoet 1 om laag.
-
-
-
-
-
-
-
52
Page 53
Controleer met een waterpas of de
^
automaat goed staat.
^ Houd het voetje 1 met een water-
pomptang vast. Draai de contramoer 2 weer vast (met een steeksleutel te­gen de behuizing).
,
Draai de vier contramoeren alle­maal stevig tegen de behuizing. Controleer ook de voeten die bij het stellen niet zijn losgedraaid, anders blijft het apparaat mogelijk niet op zijn plaats staan.
Opstellen en aansluiten
Automaat tegen verschuiven beveiligen
Zet de beide voorste voeten van de
^
wasautomaat vast met de meegele verde bevestigingsbeugel.
^ Neem de aanwijzingen uit de bijge-
voegde montagehandleiding in acht.
-
53
Page 54
Opstellen en aansluiten
Was-droogzuil
Op de wasautomaat kan een Miele­droogautomaat worden geplaatst. Hier voor is een tussenstuk (WTV) nodig (niet bijgeleverd).
De montage van het tussenstuk dient door Miele te worden uitgevoerd.
Machinedeksel terugplaatsen
Sokkelopstelling
De wasautomaat kan op een stalen sokkel (open of gesloten onderbouw,
­niet bijgeleverd) of op een betonnen sokkel worden geplaatst.
Als u de automaat op een sokkel
,
plaatst moet het apparaat met de meegeleverde bevestigingsbeugel worden vastgezet. De automaat kan anders tijdens het centrifugeren van de sokkel vallen.
Het deksel van de wasautomaat moet worden teruggeplaatst als de was­droogzuil weer wordt gedemonteerd.
54
Page 55
Wateraansluiting
Koudwateraansluiting
De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aange sloten, omdat het apparaat gebouwd is volgens de hiervoor geldende EU­normen.
De waterdruk moet tussen 100 kPa en
1.000 kPa overdruk liggen. Is de water druk hoger dan 1.000 kPa, dan moet een reduceerventiel worden geplaatst.
Voor de aansluiting is een kraan met
3/4"-schroefkoppeling vereist. Is geen kraan aanwezig, dan mag de automaat alleen door een erkend installateur op de waterleiding worden aangesloten.
-
,De verbinding staat onder
leidingdruk. Controleer of de aan­sluiting lekt. Draai de kraan hiervoor langzaam open. Controleer of de dichting en de schroefkoppeling goed zitten.
Opstellen en aansluiten
De zeefjes (in het vrije uiteinde van de toevoerslang en in het koppel stuk van de watertoevoerklep) mo gen niet worden verwijderd. Zij die nen ter bescherming van de water toevoerklep.
Verlenging slang
Als extra toebehoren zijn slangen van
­2,5 en 4,0 m verkrijgbaar bij Miele.
-
-
-
-
De toevoerslang (koud – blauwe strepen) is niet geschikt voor aan sluiting op warm water.
Onderhoud
Als u de slang vervangt, gebruik dan uitsluitend een originele Miele-slang. Deze is bestand tegen een druk van ruim 7.000 kPa.
-
55
Page 56
Opstellen en aansluiten
Warmwateraansluiting
De wasautomaat is voorbereid op ge bruik van warm water.
Schroef het afdekkapje van het kop
^
pelstuk voor de warmwatertoevoer.
Schroef de bijgeleverde toevoerslang
^
(warm – rode strepen) erop.
Om het elektriciteitsverbruik zo laag mogelijk te houden, verdient het aanbe veling het apparaat op een ringleiding voor warm water aan te sluiten. Bij de kraan mag het water niet warmer zijn dan 70 °C. Met een enkele leiding naar de warm­waterbron koelt het water te snel af als de leiding niet continu wordt gebruikt. Het kost dan extra elektrische energie om het water weer op te warmen. Voor de warmwateraansluiting gelden verder dezelfde voorwaarden als voor de koudwateraansluiting.
De toevoerslang (warm – rode strepen) wordt op de waterkraan aangesloten.
-
Als de automaat op warm water wordt aangesloten, moet de instelling Water
hoofdwas, Water voorwas en Water spoelen dienovereenkomstig worden
-
aangepast.
Kies in het menu Instellingen/
^
Exploitatieniveau telkens de optie warm.
-
Om functionele redenen is het niet mogelijk om de automaat alleen op een warmwaterleiding aan te sluiten.
56
Page 57
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
De automaat heeft een aansluitkabel zonder stekker.
Op het typeplaatje staat informa
,
tie over de nominale aansluitwaarde en de zekering. Vergelijk deze ge gevens met de waarden van het elektriciteitsnet.
Het apparaat mag alleen worden aan gesloten op een elektrische installatie die voldoet aan alle daarvoor geldende voorschriften (zoals NEN 1010).
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
De automaat kan via een geschikte stekkerverbinding worden aangesloten.
Als er sprake is van een vaste aan­sluiting, moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de net­spanning kunnen worden losgekop­peld. De contactopening in uitgescha­kelde toestand moet minimaal 3 mm bedragen. Geschikt zijn zelf­uitschakelaars, zekeringen en relais (IEC/EN 60947).
-
-
Werkzaamheden in verband met her aansluiting, veranderingen in de instal latie of controle van de aarddraad of de zekeringen mogen alleen worden uitge voerd door een vakman die op de
­hoogte is van alle geldende voor
schriften.
Let op de instructies op het
,
schakelschema als de machine aan een andere stroomsoort wordt aan gepast. De aanpassing mag alleen door de geautoriseerde vakhandel of door Miele worden uitgevoerd. Daarnaast moet de instelling Vermo gen worden aangepast.
Gebruik geen systemen die de
,
automaat automatisch uitschakelen (zoals schakelklokken). Het appa­raat moet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten om de deur te kunnen openen.
-
-
-
-
-
-
De stekkerverbinding en de schakelaar voor het loskoppelen van de netspan ning moeten altijd toegankelijk zijn.
,
Als de automaat van de net spanning wordt losgekoppeld, moet het betreffende systeem afsluitbaar zijn. Hierop moet op elk moment controle kunnen worden uitgeoe fend.
-
-
-
57
Page 58
Technische gegevens
Hoogte 850 mm
Breedte 595 mm
Diepte 725 mm
Diepte bij geopende deur 1085 mm
Gewicht 109 kg
Maximale vloerbelasting als de automaat in gebruik is
Capaciteit 6,5 kg droog wasgoed
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Geluidsemissie op de werkplek volgens EN ISO 11204/11203
Waterdruk minimaal 100 kPa (1 bar)
Waterdruk maximaal 1000 kPa (10 bar)
Lengte toevoerslangen 1,55 m
Lengte aansluitkabel 1,80 m
Gehanteerde normen inzake productveiligheid
Keurmerken zie typeplaatje
3000 Newton
<70dBre20µPa
volgens EN 10472, EN 60335
58
Page 59
Menu "Instellingen J" voor het wijzigen van de standaard­waarden
Met de volgende instellingen kunt u de elektronica van de wasautomaat aan uw wensen aanpassen. U kunt de instellingen op elk moment veranderen.
59
Page 60
Menu "Instellingen J"
Menu Instellingen J openen
A Zet de programmaschakelaar op
Einde. Het basismenu verschijnt.
15:03
Programma kiezen
Instellingen F ...
B Bevestig uw keuze met de toets OK.
C U bevindt zich nu in het menu Instel
lingen.
Terug A
C
Afkoeling waswater
Contrast H
D Kies de gewenste instelling met de
toetsen – en + en bevestig uw keuze met de toets OK.
Menu "Instellingen" afsluiten
^ Kies Terug en bevestig uw keuze.
Het display wisselt naar het startmenu.
De afkoelfunctie dient ingeschakeld te zijn als:
de afvoerleidingen van het gebouw
niet geschikt zijn voor warmwater afvoer.
De afkoeling van het waswater is stan daard ingeschakeld.
-
Contrast
Bij het contrast van het display kunt u uit tien standen kiezen.
Bij aflevering is stand 4 ingesteld.
Het contrast wordt meteen na het kie­zen van een andere stand aangepast.
Lichtsterkte
Bij de lichtsterkte van het display kunt u uit tien standen kiezen.
Bij aflevering is stand 5 ingesteld.
-
-
Afkoeling waswater
Na de hoofdwas loopt extra water in de trommel om het waswater af te koelen.
De afkoeling van het waswater vindt plaats bij wastemperaturen vanaf 70°C.
60
De lichtsterkte wordt meteen na het kie zen van een andere stand aangepast.
-
Page 61
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Het menu Instellingen is door een code tegen onbevoegd gebruik be veiligd (met uitzondering van de functies Afkoeling waswater, Contrast en Lichtsterkte).
-
Het exploitatieniveau is geactiveerd. U kunt nu naast de voorgaande instel
­lingen ook de volgende instellingen wij zigen.
Code wijzigen
-
C Contrast
Lichtsterkte
Exploitatieniveau
Kies het Exploitatieniveau en bevesti
^
g uw keuze.
C Terug A
Toegang via code...
Code wijzigen...
^ Kies Toegang via code en bevestig
uw keuze.
Code invoeren
U wordt verzocht een driecijferige code in te voeren. Bij aflevering is de code: 0
00.
0 __
Code invoeren
Als u wilt voorkomen dat onbevoeg den uw instellingen wijzigen, is het aan te bevelen de standaardcode te wijzigen.
-
C Contrast
Lichtsterkte
Exploitatieniveau
^ Kies het Exploitatieniveau en bevesti-
g uw keuze.
C Terug A
Toegang via code...
Code wijzigen...
^ Kies Code wijzigen en bevestig uw
keuze. Volg de aanwijzingen op het display.
-
^
Met de toets + kunt u het eerste cijfer invoeren. Bevestig het cijfer met de toets OK. Voer nu het tweede cijfer in.
^
Herhaal deze stappen totdat de drie cijfers zijn ingevoerd.
^
Druk na het invoeren van de cijfers op OK en bevestig de code nog eens met de toets OK.
61
Page 62
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Dagtijd
U kunt aangeven of de dagtijd in een 24- of een 12-uursritme wordt weer gegeven. U kunt er ook voor kiezen geen klok te laten weergeven. Vervol gens wordt de actuele dagtijd inge steld.
Als u kiest voor de instelling Geen klok kan de klok als 96-uurs-timer voor een uitgestelde start worden gebruikt.
Ritme instellen
^ Kies het gewenste ritme en bevestig
uw keuze.
Het display wisselt naar de instelling van de dagtijd.
Dagtijd instellen
^ Stel met de toetsen – en + het juiste
uur in en bevestig deze waarde met de toets OK. Stel vervolgens de minuten in. Het display wisselt naar het menu Instellingen.
-
-
Taal J
Het display kan verschillende talen weergeven.
Kies de gewenste taal en bevestig
^
­uw keuze.
Stand-by
Met deze functie bespaart u energie. Het display wordt na 10 minuten don ker en de toets Start begint langzaam te knipperen.
Het display wordt weer ingeschakeld als u de programmaschakelaar of een toets bedient.
U kunt uit twee opties kiezen:
Aan
De stand-by-functie wordt ingescha­keld:
als na het inschakelen geen pro gramma wordt gekozen.
na de programmastart.
-
-
62
na afloop van het programma.
Niet in het programmaverloop daardinstelling)
De stand-by-functie wordt ingescha keld:
als na het inschakelen geen pro gramma wordt gekozen.
(stan
-
-
-
Page 63
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Memory
Als u aan een programma een extra functie toevoegt of de voorgepro grammeerde temperatuur of het cen trifugetoerental wijzigt, slaat de was automaat deze instellingen bij de start van het programma op.
Als u het wasprogramma opnieuw kiest, laat de wasautomaat de waarden zien die in het geheugen zijn opgeslagen.
De memory-functie is standaard uitge schakeld.
-
-
-
-
Beladingsautomaat
De wasautomaat heeft een elektro­nische besturing met beladingsauto­maat. Als u de beladingsautomaat uitschakelt, wordt er bij het program­maverloop van uitgegaan dat u de machine met maximale belading ge­bruikt.
Bij aflevering is de beladingsautomaat ingeschakeld.
Water hoofdwas
U kunt de watersoort voor de hoofd was kiezen. Warm water is alleen mo gelijk bij een wastemperatuur van meer dan 30°C.
Bij aflevering is de watersoort Koud in gesteld.
-
Water spoelen
U kunt de watersoort kiezen voor de laatste spoelgang van sommige pro­gramma's. Warm water is alleen mo­gelijk bij een wastemperatuur van meer dan 50°C.
Bij aflevering is de watersoort Koud in­gesteld.
Lage waterdruk
Bij een permanent lage waterdruk (onder 100 kPa) kan de instelling Lage waterdruk worden geactiveerd om een correcte watertoevoer te waarborgen.
-
-
Water voorwas
U kunt de watersoort voor de voor was kiezen. Warm water is alleen mo gelijk bij een wastemperatuur van meer dan 30°C.
Bij aflevering is de watersoort Koud in gesteld.
-
Bij aflevering is deze optie uitgescha keld.
-
-
-
63
Page 64
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Temp. standaard plus
In het programma Standaard plus kan de voorgeprogrammeerde tem peratuur worden gewijzigd. U kunt uit vier temperaturen kiezen.
40°C 60°C (standaardinstelling) 70°C 90°C
-
MOP-ontwateren
Bij de programma's Standaard, Stan­daard plus, Thermische desinfectie
en Chemothermische desinfectie kunt u natte mops bij het begin van het programma door kort centrifuge­ren ontwateren.
Bij aflevering is deze functie ingescha­keld.
Chemotherm. desinf.
Bij het programma Chemothermische desinfectie kan het voorgeprogram
meerde desinfectieproces worden gewijzigd. U kunt kiezen uit vier tem peraturen met bijbehorende inwerktijden.
40°C / 20 min 60°C / 20 min 70°C / 10 min (standaardinstelling) 71°C / 25 min
Thermische desinfectie
Bij het programma Thermische desin­fectie kan het voorgeprogrammeerde
desinfectieproces worden gewijzigd. U kunt kiezen uit twee temperaturen met bijbehorende temperatuurstop.
75°C / 10 min 85°C / 15 min (standaardinstelling)
-
-
64
Page 65
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Desinfectie hygiëne
Bij het programma Reinigingsdoeken desinfectie hygiëne kan het voorge
programmeerde desinfectieproces worden gewijzigd. U kunt kiezen uit vier temperaturen met bijbehorende tijden.
40°C / 20 min 60°C / 20 min 70°C / 10 min (standaardinstelling) 85°C / 15 min
Microvezel-MOP
Bij de programma's Standaard, Stan­daard plus en Chemothermische desinfectie kunt u bij het wassen van
microvezel-mops na de hoofdwas het water tot 45°C laten afkoelen door koud water toe te voeren (Cool Down).
Bij aflevering is de optie Nee (geen Cool-Down) ingesteld.
Behandelen desinfectie
Bij de programma's Thermische des
-
infectie en Chemothermische desin fectie kunt u het nabehandelen van
de mops na het wassen activeren (dosering via het vakje voor de was verzachter of via een extern doseer systeem).
Bij aflevering is de optie Nee (geen be handeling) ingesteld.
Behandelen doeken
Bij de programma's Reinigings­doeken desinfectie hygiëne, Reinigingsdoeken 60°C en Reinigingsdoeken 40°C kunt u het
nabehandelen van de reinigings­doeken na het wassen activeren (do­sering via het vakje voor de wasver­zachter of via een extern doseersys­teem).
Bij aflevering is de optie Nee (geen be handeling) ingesteld.
-
-
-
-
-
-
Behandelen standaard
Bij de programma's Standaard en Standaard plus kunt u het
nabehandelen van de mops na het wassen activeren (dosering via het vakje voor de wasverzachter of via een extern doseersysteem).
Bij aflevering is de optie Nee (geen be handeling) ingesteld.
-
65
Page 66
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Cent.behand.stand.,des.
Met de instelling Centrifugeren­behandelen standaard, desinfectie
kunt u de restvochtwaarde na het be handelen vastleggen voor de mop­programma's Standaard, de mop­desinfectieprogramma's en het pro gramma Mops behandelen.
U kunt uit vier opties kiezen: ,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot , (lage restvochtwaarde)
Centr.-behand. stand.+
Met de instelling Centrifugeren­behandelen standaard plus kunt u de
restvochtwaarde na het behandelen vastleggen voor het programma Mops standaard plus.
U kunt uit vier opties kiezen:
Centr.-behand. doeken
Met de instelling Centrifugeren­behandelen doeken kunt u de rest
vochtwaarde na het behandelen
­vastleggen voor de programma's Reinigingsdoeken 40°C/60°C en
-
Doeken behandelen.
U kunt uit vier opties kiezen: ,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot , (lage restvochtwaarde)
Sensor leegmelding
U kunt de functie Leegmelding voor reservoirs van externe vloeibare was­middelen activeren zodat er een mel­ding in het display verschijnt als re­servoirs leeg zijn.
Bij aflevering is de optie Nee (geen leegmelding) ingesteld.
-
,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot , (lage restvochtwaarde)
66
Page 67
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Meer programma's
U kunt de programmakeuze die ver schijnt wanneer Andere programma's wordt gekozen, uitbreiden met meer dere programma's.
0 = geen bijkomend programma (toe stand bij levering).
Wit/Bont = de programma's Wit en Bont worden toegevoegd.
Intensief/plus = de programma's Inten sief en Intensief plus worden toege voegd.
Kreukherstell./Mini = de programma's Kreukherstellend en Mini worden toege­voegd.
alle = alle programma's worden toege­voegd.
-
-
-
-
-
Niveau wit/bont
Niveau kreukherstell.
In het programma Kreukherstellend kan het waterpeil voor de hoofdwas worden verhoogd.
Bij levering van het toestel is optie blokparameter geselecteerd (het waterpeil wordt overeenkomstig de in de fabriek geprogrammeerde program magegevens gestuurd).
Temp. voorwas WB
In de programma's Wit en Bont kan de temperatuur voor de voorwas wor­den geselecteerd.
Bij levering van het toestel is optie blokparameter geselecteerd (de tem­peratuur wordt overeenkomstig de in de fabriek geprogrammeerde program­magegevens gestuurd).
-
In de programma’s Wit en Bont kan het waterpeil voor de hoofdwas wor den verhoogd.
Bij levering van het toestel is optie blokparameter geselecteerd (het waterpeil wordt overeenkomstig de in de fabriek geprogrammeerde program magegevens gestuurd).
-
-
67
Page 68
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Wastijd voorwas
U kunt de wastijd voor de voorwas verlengen.
Bij levering van het toestel is optie blokparameter geselecteerd (de wastijd wordt overeenkomstig de in de fabriek geprogrammeerde programmagege vens gestuurd).
-
Wastijd wit/bont
In de programma's Wit en Bont kan de wastijd voor de hoofdwas worden verlengd.
Bij levering van het toestel is optie blokparameter geselecteerd (de wastijd wordt overeenkomstig de in de fabriek geprogrammeerde programmagege­vens gestuurd).
Voorwas wit/bont/kh
In de programma's Wit, Bont en Kreukherstellend kan de voorwas
permanent worden ingeschakeld.
In de fabriek is de optie Menuselectie actief.
Lijst speciale program.
U kunt de lijst met weergegeven spe ciale programma's wijzigen.
Standaard: De programma's
Mop nieuw Mops behandelen Doeken behandelen Machine reinigen Gordijnen Extra spoelen Pompen/Centrifugeren
worden aangegeven.
-
Wastijd kreukherstell.
In het programma Kreukherstellend kan de wastijd voor de hoofdwas worden verlengd.
Bij levering van het toestel is optie blokparameter geselecteerd (de wastijd wordt overeenkomstig de in de fabriek geprogrammeerde programmagege vens gestuurd).
68
-
Klaar voor gebruik: De programma's
Mop + behandelen , Mop + behandelen ,, Mop + behandelen ,,, Mop + behandelen ,,,, Mops behandelen , Mops behandelen ,, Mops behandelen ,,, Mops behandelen ,,,, Extra spoelen Pompen/Centrifugeren
worden aangegeven.
Page 69
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Spoelgangen wit/bont
In de programma's Standaard, Doeken, Witt en Bont kan het aantal
spoelgangen worden veranderd.
2 spoelgangen (toestand bij levering) 3 spoelgangen 4 spoelgangen 5 spoelgangen
Spoelgangen kreukh.
In het programma Kreukherstellend kan het aantal spoelgangen worden veranderd.
2 spoelgangen (toestand bij levering) 3 spoelgangen 4 spoelgangen
Spoelgangen ontsmetting/ desinfectie
In de programma's Chemo-ther misch. Desinfectie en Therm. Desin fectie kan een extra spoelgang wor
den geactiveerd. Er wordt met heet water gespoeld.
Pas op bij het uitnemen van het
,
wasgoed. Het wasgoed kan aan het einde van het programma warm aanvoelen.
Bij levering van het toestel is deze optie uitgeschakeld.
-
-
-
Voorspoelen wit/bont
In de programma's Wit en Bont kan voorspoelen van het wasgoed wor­den geactiveerd.
Bij levering van het toestel is deze optie uitgeschakeld.
69
Page 70
Menu "Instellingen / Exploitatieniveau"
Voorspoel. kreukherst.
Bij het programma Kreukherstellend kunt u ervoor kiezen de was te laten voorspoelen.
Bij aflevering is deze optie uitgescha keld.
Temperatuureenheid
U kunt aangeven of de temperaturen in °C/Celsius of in °F/Fahrenheit weergegeven moeten worden.
De standaardinstelling is °C.
Gestuurd energieverbr.
Bij de programma's Witte was, Bonte was en Kreukherstellend is het ener
gieverbruik zo laag mogelijk, als deze functie ingeschakeld is.
­Bij aflevering is deze functie ingescha keld.
Menu "Instellingen" afsluiten
Kies Terug en bevestig uw keuze. Het display wisselt naar het startmenu.
-
-
70
Page 71
71
Page 72
Wijzigingen voorbehouden/1216
M.-Nr. 09 756 260 / 01
Loading...