Miele PW 5060 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing en opstellingsinstructies
Wasmachine PW 5060
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat.
M.-Nr. 10 800 100
Page 2
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Afvoeren van het verpakkings­materiaal
De verpakking beschermt de wasma­chine tegen transportschade. Het ver­pakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking terug.
Het oude toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge­weest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval gooit of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Gooi uw oude toestellen daarom nooit met het gewone huisafval weg.
Energie besparen
Energie- en waterverbruik
– Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit van een wasprogramma. U gebruikt dan relatief gezien de min­ste hoeveelheid energie en water.
– Bij een kleine belading in de pro-
gramma's Witte was en Bonte was zorgt de beladingsautomaat van de wasmachine ervoor dat de machine minder water, tijd en energie ver­bruikt.
– Gebruik voor kleine ladingen het pro-
gramma Miniwas.
Wasmiddel
– Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel
als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
– Verlaag bij een kleinere belading de
hoeveelheid wasmiddel.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
Lever het echter in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische oude toestellen. Vraag hier­over informatie bij uw handelaar.
Het afgedankte toestel moet buiten het bereik van kinderen worden opgesla­gen.
2
Page 3
Inhoud
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................... 2
Het oude toestel afdanken ...................................................................................... 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 6
Bediening van de wasmachine .......................................................................... 13
Bedieningspaneel.................................................................................................. 13
Keuzeschakelaar ................................................................................................... 14
Betekenis van de symbolen ............................................................................. 14
Werking van het display ........................................................................................ 15
Eerste ingebruikneming...................................................................................... 16
Het gebruik van de wasmachine........................................................................ 17
Verkorte gebruiksaanwijzing.................................................................................. 17
Textielbehandelingssymbolen ............................................................................... 22
Centrifugeren....................................................................................................... 23
Maximaal centrifugetoerental................................................................................ 23
centrifugeren tussen de spoelbeurten.............................................................. 23
Spoelstop kiezen..............................................................................................23
Het centrifugeren tussen de spoelbeurten en het eindcentrifugeren
overslaan .......................................................................................................... 23
Uitgestelde start .................................................................................................. 24
Programma-overzicht ......................................................................................... 25
Programmaverloop.............................................................................................. 27
Programmaverloop wijzigen ..............................................................................29
Programma afbreken............................................................................................. 29
Programma onderbreken....................................................................................... 29
Programma wijzigen.............................................................................................. 29
Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen............................................ 30
Wasmiddel............................................................................................................ 31
Waterontharder...................................................................................................... 31
Wassen met verschillende wasmiddelen .............................................................. 31
Wassverzachter of stijfsel...................................................................................... 32
Wasverzachter, synthetisch stijfsel of vloeibaar stijfsel automatisch
doseren.............................................................................................................32
Ontkleuren/kleuren ................................................................................................ 32
Extern doseersysteem........................................................................................... 32
3
Page 4
Inhoud
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 33
Wasmachine reinigen ............................................................................................ 33
Zeefjes watertoevoer reinigen ............................................................................... 35
Nuttige tips.......................................................................................................... 36
Hulp bij problemen ................................................................................................ 36
U kunt geen wasprogramma starten..................................................................... 36
In het display verschijnt een foutmelding.............................................................. 37
Een tegenvallend wasresultaat.............................................................................. 38
Algemene problemen met de wasmachine........................................................... 39
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring ..................................... 41
Klantendienst.......................................................................................................43
Reparaties ............................................................................................................. 43
Optische interface ................................................................................................. 43
Bij te bestellen accessoires................................................................................... 43
Plaatsen en aansluiten........................................................................................ 44
Voorkant ................................................................................................................ 44
Achterkant ............................................................................................................. 45
Wasautomaat plaatsen.......................................................................................... 46
Plaats van opstelling ............................................................................................. 47
Transportbeveiliging verwijderen........................................................................... 47
Transportbeveiliging monteren.............................................................................. 49
Opstellen ............................................................................................................... 49
Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten ..................................................49
Wasmachine tegen verschuiven beveiligen .....................................................50
Was-droogzuil ....................................................................................................... 51
Sokkelopstelling .................................................................................................... 51
Kassasysteem ....................................................................................................... 51
Wateraansluiting.................................................................................................... 52
Koudwateraansluiting ...................................................................................... 52
Waterafvoer ........................................................................................................... 53
Afvoerpomp...................................................................................................... 53
Elektrische aansluiting........................................................................................... 54
Technische gegevens.......................................................................................... 55
Menu Instellingen ............................................................................................. 56
Taal ..................................................................................................................... 56
4
Page 5
Inhoud
Menu Instellingen/Exploitatieniveau.................................................................. 57
Taal ..................................................................................................................... 58
Afkoeling van het waswater .................................................................................. 58
Kloktijd................................................................................................................... 58
Exploitatieniveau ................................................................................................... 58
Contrast................................................................................................................. 58
Lichtsterkte............................................................................................................ 59
Standby (display)................................................................................................... 59
Memory ................................................................................................................. 59
Beladingsautomaat ............................................................................................... 59
Water voorwas/Water hoofdwas/Water spoelen................................................... 60
Lage waterdruk...................................................................................................... 60
Niveau wit/bont ..................................................................................................... 60
Niveau kreukherstell. ............................................................................................. 60
Temp. voorwas WB ............................................................................................... 61
Wastijd voorwas .................................................................................................... 61
Wastijd wit/bont .................................................................................................... 61
Wastijd kreukherstell. ............................................................................................ 61
Voorwas wit/bont/kh. ............................................................................................ 61
Lijst speciale programma's ................................................................................... 61
Hygiëne ................................................................................................................. 62
Spoelbeurten WB .................................................................................................. 62
Spoelbeurten kreukh. ............................................................................................ 62
Spoelbeurten desinfectie ...................................................................................... 62
Voorspoelen WB.................................................................................................... 62
Voorspoelen kreukherst......................................................................................... 62
Centrifugeren gratis............................................................................................... 62
5
Page 6

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze wasmachine voldoet aan de geldende veiligheidsvoor­schriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiksaanwijzing alvorens u de wasmachine voor het eerst gebruikt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van de wasmachi­ne. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan de wasma­chine.
Als andere personen worden geïnstrueerd om de wasmachine te bedienen, moeten zij beslist op de hoogte zijn van deze veilig­heidsinstructies.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

De wasmachine is enkel geschikt voor het wassen van textiel dat
volgens de aanwijzingen van de producent op het onderhoudsetiket in de wasmachine mag worden gewassen. Andere gebruiksdoelein­den zijn mogelijk gevaarlijk. De producent kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
De wasmachine moet volgens de gebruiksaanwijzing worden ge-
bruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet regel­matig worden gecontroleerd.
De wasmachine is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
6
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit toestel niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze on­der toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoor­delijk persoon.
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasmachine alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze de wasmachine veilig moeten bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de wasmachine niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
wasmachine bevinden. Laat kinderen nooit met de wasmachine spe­len.
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische beveiliging

Controleer de wasmachine voor plaatsing en werking op zichtbare
schade. Een beschadigde wasmachine mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
De elektrische veiligheid van deze wasmachine is uitsluitend ge-
garandeerd als ze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisin­stallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De pro­ducent kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarding.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen gevaar opleveren
voor de gebruiker. De producent kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventu­ele schade geen aanspraak op de garantie worden gemaakt.
Voer geen aanpassingen aan de wasmachine uit die niet uitdruk-
kelijk door Miele zijn toegestaan.
In geval van een storing of bij reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden is de automaat alleen spanningsvrij als:
– de stekker uit de contactdoos is getrokken
– de zekering van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
– de betreffende zekering van de huisinstallatie er helemaal is uitge-
draaid.
Zie ook het hoofdstuk 'Plaatsen en aansluiten' onder 'Elektrische aansluiting'.
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De wasmachine mag alleen met een nieuwe slangenset op de wa-
terleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet op­nieuw worden gebruikt. Controleer de slangensets regelmatig. U kunt ze dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garande­ren dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.
De wasmachine mag niet met een verlengsnoer, een multistekker-
doos of iets dergelijks op het stroomnet worden aangesloten (brand­gevaar door oververhitting).
Bij commercieel gebruik van de wasmachine moet de verordening
op de werkingsveiligheid worden gerespecteerd. Het wordt aanbevo­len de controles volgens de regel van de beroepsvereniging - BGR 500 / hoofdstuk 2.6 / alinea 4 uit te voeren. Het voor de controledo­cumentatie vereiste controleboek is verkrijgbaar bij Miele.
Deze wasmachine mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op
een schip) worden gebruikt.
Volg de aanwijzingen uit de hoofdstukken 'Plaatsen en aansluiten'
en 'Technische gegevens'.
Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
van de wasmachine te halen.
Als er sprake is van een vaste aansluiting, moet de wasmachine
via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen wor­den losgekoppeld.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

De maximale beladingscapaciteit is 6,5kg (droog wasgoed). Som-
mige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit, zie hoof­stuk 'Programmaoverzicht'.
Plaats uw wasdroger niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasmachine in gebruik neemt de trans-
portbeveiliging aan de achterzijde van het toestel (zie hoofdstuk: 'Het plaatsen en aansluiten van de wasmachine', paragraaf: 'Het verwij­deren van de transportbeveiliging'). Bij het centrifugeren kan een niet-verwijderde transportbeveiliging de wasmachine en meubels/ toestellen die ernaast staan, beschadigen.
Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bij-
voorbeeld tijdens vakanties). Dat is vooral van belang als zich in de buurt van de wasmachine geen afvoerputje bevindt.
Overstromingsgevaar! Controleer of het water snel genoeg afvloeit
voor u de afvoerslang in een wasbak hangt. Zorg ervoor dat de slang niet kan wegglijden. De terugslag van het wegstromende water kan de onbeveiligde slang uit de bak drukken.
Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten, pa-
perclips, etc.) in de wasmachine terechtkomen. Dergelijke voor­werpen kunnen onderdelen beschadigen (zoals de kuip en de was­trommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het was­goed beschadigen.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het wasmiddel correct wordt gedoseerd, is ontkalken van de
wasmachine niet vereist. Indien uw wasmachine toch zo sterk door kalk is aangetast dat ontkalken nodig is, gebruik dan een speciaal ontkalkingsmiddel met corrosiebescherming. Dit speciale ontkal­kingsmiddel is verkrijgbaar bij uw Miele-vakhandelaar of bij Miele. Volg de gebruiksinstructies van het ontkalkingsmiddel strikt op.
Textiel dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is be-
handeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld voordat het in de wasmachine wordt gewassen.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen op basis van oplosmiddelen
(bijv. wasbenzine) in de wasmachine. Onderdelen kunnen worden beschadigd en er kunnen giftige dampen ontstaan. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Bewaar en gebruik in de buurt van de wasmachine geen benzine,
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Brand- en explosiege­vaar!
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasmachine.
Volg de aanwijzingen van de producent strikt op.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
corrosie veroorzaken. Ontkleuringsmiddelen mogen niet in de was­machine worden gebruikt.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende produ­cent. Gebruik het middel alleen voor de toepassingen die door de producent zijn aangegeven. Daarmee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties.
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor de reiniging van de wasmachine mag geen hogedrukreiniger
of waterstraal worden gebruikt.
Vermijd contact tussen roestvrijstalen oppervlakken (front, deksel,
behuizing) en vloeibare reinigings- en desinfectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze stoffen kunnen op het roest­vrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve dampen van bleekmid­delen die chloor bevatten, kunnen eveneens corrosie veroorzaken. Bewaar geopende verpakkingen van deze middelen daarom niet in de onmiddellijke omgeving van de toestellen.

Accessoires

Accessoires mogen alleen worden aan- of ingebouwd als ze na-
drukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Worden andere accessoires aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrek­king tot garantie en productaansprakelijkheid.
Miele-droogkasten en Miele-wasmachines kunnen als was-droog-
zuil opgesteld worden. Daarvoor is als te bestellen accessoire een Miele was-droog-verbindingsset vereist. Let erop dat de was-droog­verbindingsset bij de Miele-droogkast en Miele-wasmachine past.
Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat hij bij uw
wasmachine past.
Als de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden op­gevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
12
Page 13

Bedieningspaneel

Bediening van de wasmachine

a
Toets Start
Start het geselecteerde wasprogram-
ma.
b
Display met toetsen -, OK en +
Een uitgebreide toelichting vindt u op
de volgende bladzijden.
c
Toets
De uitgestelde start selecteren.
d
Optische interface PC
Op deze plaats kunnen de technici
de programma's controleren, up-
daten en in het geheugen van de
wasmachine opslaan.
e
Toets voorwas met controlelampje
f
Keuzeschakelaar
Het wasprogramma selecteren. De programmaschakelaar kan rechts- en linksom worden gedraaid.
g
ToetsAan/Uit De wasmachine schakelt automa­tisch uit om energie te besparen. Dat gebeurt 15 minuten nadat Einde/ Kreukbeveiliging is verschenen of na het inschakelen als er verder niets gebeurt.
h
Toets Deur Opent de deur.
13
Page 14
Bediening van de wasmachine

Keuzeschakelaar

Betekenis van de symbolen

M = Einde
= Witte/Bonte was = Kreukherstellend  = Katoen Eco
= Fijne was
= Wol = Mini = Extra spoelen / = Pompen/Centrifuge-
ren
= Koud
14
Page 15
Bediening van de wasmachine

Werking van het display

De toetsen – / +
wijzigen de in de display gemarkeerde componenten. – verlaagt de waarde of beweegt de markering omhoog. + verhoogt de waarde of beweegt de markering omlaag.
Toets OK Met deze toets bevestigt u een gekozen waarde en kiest u een volgend onder­deel.
Bij de programmakeuze kiest u via het display:
– het centrifugetoerental
– de starttijd.
Het display toont onder meer de duur van een wasprogramma en de actuele kloktijd.
Ook het menu Instellingen bedient u via het display.
15
Page 16

Eerste ingebruikneming

12:00
Dagtijd instellen
Zorg dat het toestel stevig staat en juist is aangesloten voordat u het de eerste keer gaat gebruiken.
Volg de aanwijzingen in de hoofd­stukken: 'Plaatsen en aansluiten'.
Om veiligheidsredenen kan niet voor de eerste inwerkingstelling worden gecen­trifugeerd. Om centrifugeren in te scha­kelen, moet een wasprogramma zonder belading worden uitgevoerd.
Schakel de wasmachine met de -
toets in.
Als u de automaat voor het eerst ge­bruikt, verschijnt de Duitse tekst
Miele Professional Willkommen
Het welkomstscherm verschijnt niet meer als de eerste ingebruikneming is voltooid.
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de taal kunt instellen die u vanaf dat moment in het display wilt hebben.
Kloktijd instellen
Stel met de toetsen – en + het juiste
uur in en bevestig de waarde met OK. U kunt nu de minuten instellen. Na bevestiging verschijnt het basismenu opnieuw in het display.
Eerste wasbeurt
De wasmachine is nu klaar voor het eerste wasprogramma.
Zet de programmaschakelaar op Wit-
te/Bonte was 60°C.
Draai de waterkranen open.Druk op de toets Start.
Na afloop van het programma is de wasmachine klaar voor gebruik.
Kies de gewenste taal met de toetsen
– en + en bevestig uw keuze met de toets OK.
Herinnering van de transportbeveili­ging
Om schade aan de wasmachine te voorkomen moet de transportbeveili­ging voor de eerste wasbeurt worden verwijderd.
Bevestig het verwijderen van de
transportbeveiliging met de OK-toets.
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de kloktijd kunt instellen.
16
Page 17

Het gebruik van de wasmachine

Verkorte gebruiksaanwijzing

De met de cijfers ( , , . . .) aan­geduide stappen kunt u als verkorte ge­bruiksaanswijzing gebruiken.

Wasgoed voorbereiden

Maak de zakken leeg.
Voorwerpen zoals spijkers,
munten en paperclips kunnen was­goed en onderdelen beschadigen.

Vlekken voorbehandelen

Verwijder vlekken als dat mogelijk is
zodra ze ontstaan. Neem de vlekken met een niet-verkleurende doek af. Niet wrijven!
Tip: Vlekken (van bloed, ei, koffie, thee, etc.) kunt u vaak eenvoudig verwij­deren. Miele heeft daarvoor een specia­le vlekkenwijzer samengesteld. U vindt de vlekkenwijzer bij Miele of via de in­ternetlink van Miele.

Wasgoed sorteren

Sorteer het wasgoed naar kleur en
volgens de symbolen in het onder­houdsetiket, (in de kraag of in de zij­naad).
Donkergekleurd wasgoed geeft bij de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed apart zodat er niets verkleurt.

Algemene tips

– Verwijder bij gordijnen de haakjes en
het loodband of wikkel de vitrage in een doek.
– Maak onderdelen van kleding die zijn
losgeraakt (bh-beugels) vast of ver­wijder ze.
– Bij gebreid goed, spijkergoed, panta-
lons en tricot (t-shirts, sweatshirts, etc.): Keer het wasgoed binnenste­buiten als dat op het wasetiket staat.
– Sluit ritsen, haakjes en oogjes.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht zodat er geen ander textiel in terecht kan komen.
– Meer tips vindt u in het hoofdstuk
'Programmaoverzicht'.
Was geen textiel dat volgens het onder­houdsetiket niet kan worden gewassen (Symbool: ).
Gebruik nooit chemische (oplos-
middelhoudende) reinigingsmiddelen in de wasmachine!
17
Page 18
Het gebruik van de wasmachine

Wasmachine beladenSchakel de wasmachine met de -

toets in.
Druk op de toets Deur en open de
deur.
Leg de was uitgevouwen en losjes in
de trommel. Leg stukken wasgoed van verschillende grootte in de trom­mel. Daardoor wordt een beter was­resultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Bij een maximale belading is het ener­gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Wordt de maximale beladings­capaciteit overschreden, vallen de was­resultaten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
Zwaai de deur dicht.
Let erop dat er geen wasgoed tussen deur en dichting geklemd raakt.
18
Page 19
Het gebruik van de wasmachine
Bonte was
60°C
Duur:
omw/min
0:59 h
1400

Programma kiezen

Met de programmaschakelaar kiest u
het gewenste wasprogramma en stelt u de temperatuur in.
In het display verschijnt de naam van het programma.

Voorwas

Kies voor wasgoed waar veel stof of
zand in zit een wasprogramma met de extra functie Voorwas. Als die functie niet kan worden gekozen, is de functie niet toegestaan bij het ge­kozen programma.

Uitgestelde start

Als u de start wilt uitstellen, kunt u nu
de gewenste starttijd aangeven (zie het hoofdstuk 'Uitgestelde start').
Het display wisselt naar het gekozen programma.
Met de toeten - of + kunt u het centri-
fugetoerental wijzigen. Bevestig uw keuze met de toets OK.
19
Page 20
Het gebruik van de wasmachine

Wasmiddel doseren

Let verder ook op de mate waarin het wasgoed is vervuild en op de water­hardheid.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat
– het wasgoed niet schoon is en na
verloop van tijd grauw en hard wordt.
– er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen.
– er zich kalk op de verwarmingsele-
menten vormt.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de rei­nigings-, spoel- en centrifugeerresul­taten niet optimaal zijn.
– het milieu extra wordt belast.
Nadere bijzonderheden over wasmidde­len en de dosering daarvan vindt u in het hoofdstuk: 'Wasmiddelen'.
Trek de wasmiddellade naar buiten en
doseer het wasmiddel in de vakjes.
Wasmiddel voor de voorwas (¼
van de totale aanbevolen hoe­veelheid wasmiddel)
Wasmiddel voor de hoofdwas Wassverzachter of stijfsel
Sluit de wasmiddellade.
20
Page 21
Het gebruik van de wasmachine

Kassasysteem

Let op het betaalverzoek in het display als het toestel voorzien is van een kas­sasysteem.
De gebruiker kan geld verliezen als hij/zij de deur na de programmastart opent of het programma afbreekt.

Programma starten

Als u het programma kunt starten, be­gint de toets Start te knipperen.
Druk op de toets Start.
De starttoets licht op.
Wanneer u geen uitgestelde start hebt ingesteld, geeft het display de vermoe­delijke programmaduur aan. Deze wordt per minuut afgeteld. In de eerste 10 mi­nuten berekent de wasautomaat hoe­lang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen. Hierdoor kan de programmaduur nog worden inge­kort.
Het programmaverloop wordt boven­dien op het display getoond. De was­machine informeert u over de bereikte fase in het programmaverloop.

Trommel leegmaken

Als u de was niet meteen uit de machi­ne haalt, wordt de kreukbeveiliging ge­activeerd.
Haal het wasgoed uit de trommel.
Controleer of de trommel leeg is! Blijft er wasgoed in de trommel lig­gen, dan loopt u het risico dat het bij de volgende wasbeurt krimpt of af­geeft.
Controleer of er voorwerpen in de
dichtring van de deur zijn achterge­bleven.
Draai de programmaschakelaar op
Einde.
Sluit de deur. Dit om te voorkomen
dat er per ongeluk voorwerpen in de trommel terechtkomen. Deze kunnen per vergissing worden meegewassen en het wasgoed beschadigen.
Schakel de wasmachine met de -
toets in.
15 minuten na afloop van de kreukbe­veiliging wordt de wasmachine auto­matisch uitgeschakeld. De wasmachi­ne moet met de toets opnieuw worden ingeschakeld.
Open de deur met de Deur-toets.
21
Page 22
Het gebruik van de wasmachine

Textielbehandelingssymbolen

Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan.
Normaal programmaMild programmaZeer mild programma
Handwas
Niet wasbaar
Drogen
De punten geven de temperatuur aan
normale temperatuur lagere temperatuur
Niet drogen in de droogkast
Strijken & mangelen
De punten geven de temperatuurbe­reiken aan
Professionele reiniging
Reiniging met chemische oplos-
middelen. De letters verwijzen
naar het reinigingsmiddel.
Reinigen met water Niet chemisch reinigen
Bleken
Elk bleekmiddel toegestaan alleen zuurstofbleekmiddel toe-
gestaan
niet bleken
ca. 200°C ca. 150°C ca. 110°C Niet strijken/mangelen
22
Page 23

Centrifugeren

Maximaal centrifugetoerental

U kunt het centrifugetoerental verlagen. U kunt geen hoger centrifugetoerental dan onderaan aangegeven kiezen.
Programma Omw/min
Witte/Bonte was 1400
Kreukherstellend 1200
Katoen 1400
Fijne was 600
Wol 1200
Mini 1400
Extra spoelen 1400
Pompen/Centrifugeren 1400

centrifugeren tussen de spoelbeurten

Het wasgoed wordt na de hoofdwas en tussen de spoelbeurten gecentrifu­geerd. Als het eindcentrifugetoerental wordt verlaagd, wordt ook het centrifu­getoerental bij het spoelen verlaagd.

Spoelstop kiezen

Selecteer de instelling Spoelstop. Het
wasgoed blijft na de laatste spoel­beurt in het water liggen. Daardoor kreukt het wasgoed minder wanneer u het niet direct uit de trommel haalt.
Eindcentrifugeren starten De wasmachine biedt voor het centri-
fugeren het maximaal toegelaten toe­rental aan. U kunt een lager toerental selecteren. Met de toets Start start u het eindcentrifugeren.
Het programma beëindigen Druk op de toets Deur. Het water
wordt afgepompt. Druk daarna op­nieuw op de toets Deur, zodat de deur opengaat.
Het centrifugeren tussen de spoel­beurten en het eindcentrifugeren overslaan
Selecteer de instelling zonder centri-
fugeren. Na de laatste spoelbeurt
wordt het water afgepompt en wordt de kreukbeveiliging ingeschakeld.
23
Page 24

Uitgestelde start

7:51
Start: Einde:
7:51
9:19
7:51
Start: Einde:
10:32
12:00
60°C
Start over:
omw/min
2:41 h
1400
Een uitgestelde start is niet mogelijk bij gebruik van een muntautomaat.
Met de uitgestelde start kunt u de ge­wenste eindtijd instellen. De program­mastart kan van 30 minuten tot maxi­maal 24 uur worden uitgesteld. Daar­door kunt u bijv. het lagere tarief voor nachtstroom gebruiken.
Een uitgestelde start kan alleen cor­rect worden uitgevoerd als u de actue­le kloktijd hebt ingesteld.
Uitgestelde start instellen
Druk na het kiezen van een program-
ma op de toets .
Het display toont de actuele kloktijd en de tijd waarop het programma zal zijn beëindigd.
Bevestig het ingestelde einde met de
toets OK.
Uitgestelde start activeren
Druk op de toets Start.
Het display laat zien over hoeveel uur en/of minuten het wasprogramma zal worden gestart.
Uitgestelde start wijzigen
Druk op de toets .Corrigeer het programma-einde met
de toetsen - en +.
Bevestig uw keuze met de toets OK.
Uitgestelde start afbreken
Druk op de toets .Haal met de toets – het programma-
einde zover naar voren dat de pro­grammastart overeenkomt met de ac­tuele kloktijd.
Kies met de toets + het gewenste
programma-einde.
Als u de eerste keer op de toets drukt, wordt het programma-einde naar het eerstvolgende hele of halve uur ver­schoven. Bij elke volgende druk op de toets verschuift het programma-einde telkens met 30 minuten.
Als u een te lange tijd hebt ingesteld, kunt u die met de toets – weer ver­korten.
24
Bevestig uw keuze met de toets OK.
Het programma start nu meteen.
Pas na de programmastart kan de elektronica vaststellen hoeveel was zich in de trommel bevindt. De pro­grammaduur kan daardoor verande­ren.
Page 25

Programma-overzicht

Witte/Bonte was 30°C tot 95°C Maximaal 6,5kg
Textiel Textiel van katoen, linnen of mengweefsels
Tip – Kies 'Witte was' voor wasgoed dat met kiemen is besmet
en sterk verontreinigd.
– Was donkergekleurd textiel met een bontwasmiddel of
met een vloeibaar wasmiddel.
Extra functie Voorwas
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Kreukherstellend 30°C tot 60°C Maximaal 3,5kg
Textiel Textiel van synthetische vezels, mengweefsels of kreukher-
stellend katoen
Extra functie Voorwas
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Katoen Eco / Maximaal 6,5kg
Textiel Normaal vervuild wasgoed van katoen of linnen
Tip – Deze instellingen zijn vanuit energie- en wateroogpunt
voor het wassen van bovenstaand wasgoed het effici­entst.
– Bij de instelling is de bereikte wastemperatuur lager
dan 60°C. De wasprestaties komen overeen met het pro­gramma Bonte was 60°C.
Extra functie Voorwas
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Opmerking voor testinstellingen: testprogramma's volgens EN 60456 en ener­gielabel volgens EU-richtlijn 1061/2010
25
Page 26
Programma-overzicht
Fijne was 20°C tot 40°C Maximaal 2,5kg
Textiel Kwetsbaar textiel van synthetische vezels, mengweefsels of
kunstzijde, zoals overhemden en blouses. Vitrages die volgens de producent geschikt zijn voor machi­naal wassen.
Tip – Textiel dat wol bevat, moet met het wolprogramma wor-
den gewassen.
– Gordijnen trekken veel stof aan en moeten daarom vaak in
een programma met voorwas worden gewassen.
– Kies bij kreukgevoelige gordijnen een lager centrifugetoe-
rental of centrifugeer helemaal niet.
Extra functies Voorwas
Wasmiddel Fijnwasmiddelen Wol koud ( ) tot 30°C Maximaal 2,5kg
Textiel Wol en wolmengweefsels die geschikt zijn voor machine- of
handwas
Wasmiddel Wolwasmiddel
Mini 40°C Maximaal 3,5kg
Textiel Voor kleine hoeveelheden licht verontreinigd wasgoed dat
met het programma Bonte was kan worden gewassen.
Tip Doseer minder wasmiddel (voor ca. halve belading).
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Extra spoelen Maximaal 6,5kg
Textiel Textiel dat alleen moet worden gespoeld en gecentrifugeerd.
/ Pompen/Centrifugeren Maximaal 6,5kg
Tip Alleen pompen: kies bij het centrifugetoerental Zonder cen-
trifugeren.
Voor het centrifugeren van textiel. Let op het toerental.
26
Page 27

Programmaverloop

Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water-
stand
Witte/Bonte was 2 Kreukherstellend 2 Katoen 2 Fijne was 2 Wol 2 Mini 2 Extra spoelen 2
Betekenis van de symbolen
= lage waterstand = middelste waterstand = hoge waterstand
Wasritme Water-
stand
= normaal wasritme = behoedzaam wassen = wol
Spoel-
beurten
Centrifu-
geren tus-
sen de
spoel-
beurten
Eindcen-
trifugeren
27
Page 28
Programmaverloop
De wasmachine beschikt over een vol­ledig elektronische besturing met bela­dingsautomaat. De wasmachine stelt het benodigde waterverbruik autonoom vast, afhankelijk van de hoeveelheid en de zuigkracht van het gevulde was­goed. Dit heeft verschillende een ver­schillend programmaverloop en was­tijden tot gevolg.
Het programmaverloop van de hier ver­melde programma's slaat op het basis­programma met maximale belading. Er wordt geen rekening gehouden met ex­tra functies.
Het programmaverloop geeft tijdens ie­dere wasbeurt aan in welke fase het wasprogramma zich op dat moment bevindt.
Kreukbeveiliging
De trommel draait nog 30 minuten na afloop van het programma om kreuk­vorming te voorkomen. De wasmachine kan altijd worden geopend.
In het programma's Wol is er geen kreukbeveiliging.
28
Page 29

Programmaverloop wijzigen

Bij gebruik van een muntautomaat vergrendelt het programma na 3 minu­ten. Het programma afbreken of wijzi­gen is niet meer mogelijk.

Programma afbreken

U kunt een wasprogramma ieder mo­ment afbreken, nadat u het hebt ge­start.
Draai de programmaschakelaar op
Einde.
De wasmachine pompt het water weg. Het programma afgebroken.
Druk op de toets Deur.Haal het wasgoed uit de trommel ofsluit de deur en start een nieuw pro-
gramma.

Programma onderbreken

Schakel de wasmachine met de -
toets in.

Programma wijzigen

Wasprogramma wijzigen

Het programma kan niet worden gewij­zigd nadat het is gestart.
Als u een ander programma wilt kiezen, moet u het gestarte programma afbre­ken.

Centrifugetoerental wijzigen

Druk zo vaak op de OK-toets, totdat
het gewenste centrifugetoerental wordt aangegeven. Met de toetsen – en + kunt u het centrifugetoerental wijzigen. Dat is mogelijk tot aan het moment waarop het eindcentrifuge­ren begint.
De functie Voorwas kan niet worden in- of uitgeschakeld.
Wanneer u het programma weer wilt voortzetten:
Schakel de wasmachine met de -
toets in.
Bevestig de melding op het display
en druk vervolgens op de toets Start.
29
Page 30
Programmaverloop wijzigen

Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen

Bij sommige programma's kunt u was­goed bijvullen of voortijdig uit de trom­mel halen:
Druk op de toets Deur totdat de deur
opengaat.
Leg wasgoed in de trommel of haal er
wasgoed uit.
Sluit de deur.
Het programma wordt automatisch voortgezet.

Let op:

Nadat de wasmachine een programma eenmaal heeft gestart, kan het in de hoeveelheid wasgoed geen wijzigingen meer vaststellen.
Daarom gaat de wasmachine, ook na­dat u nog wasgoed in de trommel hebt gelegd of uit de trommel hebt gehaald, altijd van de maximale beladingshoe­veelheid uit.
De resttijd kan dus verschillen van de tijd die in het display wordt aangege­ven.

De deur kan niet worden geopend als

– de temperatuur van het waswater bo-
ven 50°C ligt.
– het waterniveau te hoog is.
– de programmafase Centrifugeren is
bereikt.
– bij gebruik van een muntautomaat de
wasmachine is vergrendeld.
30
Page 31

Wasmiddel

U kunt alle moderne wasmiddelen ge­bruiken die geschikt zijn voor huis­houdwasmachines. Ook vloeibare en geconcentreerde wasmiddelen, alsook tabletten en componentenwasmiddelen zijn geschikt.
Textiel van wol of wolmengweefsels moeten met een wolwasmiddel worden gewassen.
Instructies en doseeradviezen vindt u op de verpakking van het wasmiddel.
De dosering is afhankelijk van:
– de mate waarin het wasgoed is ver-
ontreinigd
Licht vervuild Er zijn geen vuile vlekken te zien. De kledingstukken hebben bijv. een li­chaamsgeur aangenomen.
Normaal vervuild Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild Er zijn donkere vlekken te zien.
– de waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw regio niet weet, informeer daar dan naar bij uw waterbedrijf.
– de hoeveelheid wasgoed.

Waterontharder

Bij de hardheidsgraden II en III kunt u een onthardingsmiddel gebruiken om wasmiddel te besparen. De juiste dose­ring staat op de verpakking. Doseer eerst het wasmiddel en daarna het ont­hardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u dan doseren zo­als bij water met een hardheidsgraad van I.
Waterhardheid
Hardheids-
graad
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14
hard (III) meer dan 2,5 meer dan 14
Totale hard-
heid in mmol/l
Duitse hardheid
°dH

Wassen met verschillende wasmiddelen

Wanneer u bij het wassen een paar ver­schillende wasmiddelen gebruikt, advi­seren wij u deze middelen altijd bij el­kaar in vakje II te doseren, en wel in de onderstaande volgorde :
1. Wasmiddel
2. Waterontharder
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge­spoeld.
31
Page 32
Wasmiddel

Wassverzachter of stijfsel

Met wasverzachters wordt uw wasgoed extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het wasgoed beter in model.
Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed stevig.
Doseer de middelen volgens de aan-
wijzingen van de producent.
Wasverzachter, synthetisch stijfsel of vloeibaar stijfsel automatisch dose­ren

Ontkleuren/kleuren

Gebruik geen ontkleuringsmiddelen
in de wasmachine.
Houdt u strikt aan de aanwijzingen
van de verfproducent als u textiel in de wasmachine wilt verven.

Extern doseersysteem

De wasmachine is uitgerust voor aan­sluiting aan externe doseersystemen voor wasmiddelen. Voor het gebruik van een doseersysteem is een om­bouwset vereist die uw Miele-vakhan­delaar of Miele moet installeren.
Doseer wasverzachter, synthetisch
stijfsel of vloeibaar stijfsel in het vakje . Let op de max-markering.
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt de wasverzachter, het synthetische stijfsel of het vloeibare stijfsel ingespoeld. Aan het eind van het wasprogramma blijft er een klein beetje water in vakje staan.
Wanneer u verschillende keren stijf­sel hebt gebruikt, reinig dan de was­middellade. Reinig de zuighevel extra goed.
32
Page 33

Reiniging en onderhoud

Haal de spanning van het toe-
stel.

Wasmachine reinigen

Gebruik geen reinigingsmiddelen
op basis van oplosmiddelen, schuur­middelen, glas- of allesreinigers. De­ze kunnen namelijk kunststof opper­vlakken en andere onderdelen be­schadigen.
Reinig de behuizing en het bedie-
ningspaneel met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel of een sopje van zeep.
Reinig de trommel en andere onder-
delen van roestvrij staal met een ge­schikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal.

Wasmiddellade reinigen

Verwijder regelmatig eventueel achter­gebleven wasmiddelresten.
Reinig de wasmiddellade met warm
water.
Reinig de zuighevel.
1. Trek de zuighevel uit vakje en rei-
nig de hevel onder de warme kraan. ­Reinig ook de leiding waarop de zuighevel aangesloten is.
2. Zet de zuighevel terug.
Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt. Druk de ontgrendelingsknop in en haal de wasmiddellade uit het toestel.
33
Page 34
Reiniging en onderhoud

Wasmiddelladekast reinigen

Reinig ook het gedeelte waar de was-
middellade zit. Verwijder de wasmid­delresten en kalkaanslag en gebruik daarvoor een flessenborstel.
Spuit de wasmachine in geen
geval met een waterspuit schoon.
Trommel, kuip en afvoersysteem rei­nigen
Indien nodig kunt u de trommel, de kuip en het afvoersysteem reinigen.
Start een programma met minimaal
60°C zonder wasgoed.
Doseer een kleine hoeveelheid poe-
dervormig wasmiddel.
Controleer na afloop van het pro-
gramma de binnentrommel en verwij­der eventueel achtergebleven grove verontreinigingen.
34
Page 35
Reiniging en onderhoud

Zeefjes watertoevoer reinigen

De wasmachine heeft zeven ter be­scherming van de watertoevoerkleppen. Deze zeven moeten ongeveer om de 6 maanden worden gecontroleerd. Bij fre­quente storingen in het waterleidingnet moet dit vaker gebeuren.

Zeven in de toevoerslangen reinigen

Draai de kraan dicht.Schroef de toevoerslang van de
kraan.
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatietang of spitstang aan de opstaande rand in het midden vast en trek het er uit.
Draai de schroefkoppeling vast op de waterkraan en draai de kraan open.
Draai de schroefkoppeling nog wat vaster aan wanneer de aansluiting lekt.

Zeven in de koppelstukken reinigen

Draai de geribbelde kunststof moer
voorzichtig met een tang los.
Trek de zeef er met een combinatie-
of punttang uit en reinig ze. Plaats al­les in omgekeerde volgorde terug.
Plaats de zeven na het reinigen altijd terug.
Reinig de kunststofzeef.Plaats alles in omgekeerde volgorde
terug.
35
Page 36

Nuttige tips

Hulp bij problemen

De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Houdt daarbij wel rekening met het volgende:
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor
de gebruiker. Reparaties van elektrische toestellen mogen uitsluitend door een geautoriseerde
vakman / vakvrouw worden uitgevoerd.

U kunt geen wasprogramma starten

Probleem Oorzaak en oplossing
Het display blijft donker en de programmascha­kelaar licht niet op.
Nadat u het programma
Pompen/Centrifugeren
hebt gekozen, begint het programma niet.
Het display is donker en het controlelampje van de toets Start knippert langzaam.
De stroomvoorziening is niet in orde.
Controleer of de wasmachine is ingeschakeld.Controleer of de wasmachine elektrisch is aange-
sloten.
Controleer of de zekering van de huisinstallatie in
orde is.
De eerste ingebruikname werd niet uitgevoerd.
Voer de handelingen voor de eerste ingebruikne-
ming uit, zoals beschreven in het gelijknamige
hoofdstuk.
Het display wordt automatisch uitgeschakeld om energie te besparen (stand-by).
Druk op een toets. De stand-by-functie wordt be-
eindigd.
36
Page 37
Nuttige tips

In het display verschijnt een foutmelding.

Probleem Oorzaak en oplossing
Fout Waterafvoer
Fout Watertoevoer
Reactie Waterproof
Technische fout.
Neem contact op met Miele
De waterafvoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd. Reinig het pluizenfilter en het filterhuis.
De waterafvoerslang ligt te hoog. De maximale opvoerhoogte bedraagt 1m.
De watertoevoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd. Controleer of de kraan ver genoeg is openge-
draaid.
Controleer of er knikken in de toevoerslang zitten.Kies de instelling Lage waterdruk (menu Instel-
lingen/Exploitatieniveau).
Bij een van de functies Water voorwas, Water hoofdwas of Water spoelen is de optie warm inge­steld.
Zet deze instellingen op koud, zie ook 'Menu In-
stellingen/Exploitatieniveau'.
Het waterbeveiligingssysteem heeft gereageerd.
Draai de waterkraan dicht.Neem contact op met Miele.
Er is sprake van een defect.
Start het programma opnieuw.Verschijnt de melding opnieuw, neem dan contact
op met Miele.
1)
1)
Om een foutmelding uit het display te verwijderen, drukt u op de toets OK.
37
Page 38
Nuttige tips

Een tegenvallend wasresultaat

Probleem Oorzaak en oplossing
Het wasgoed wordt met een vloeibaar wasmid­del niet schoon.
Op het gewassen was­goed zijn grijze, elasti­sche bolletjes achterge­bleven (vetbolletjes).
Op het gewassen was­goed zitten witte, was­middelachtige bestand­delen.
Wasgoed met zeer vette verontreinigingen wordt niet goed schoon.
Vloeibare wasmiddelen bevatten geen bleekmiddelen. Vlekken van fruit, koffie of thee kunnen niet altijd wor­den verwijderd.
Gebruik poedervormige wasmiddelen met een
bleekmiddel.
Doseer vlekkenzout in bakje en het vloeibare
wasmiddel in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel en vlekkenzout nooit
bij elkaar in het wasmiddelbakje.
Te lage wasmiddeldosering. Het wasgoed bevatte veel vet (oliën, zalven).
Wanneer wasgoed zo vervuild is, moet u óf meer
wasmiddel doseren óf een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Draai vóór de volgende wasbeurt een waspro-
gramma op 60°C met een vloeibaar wasmiddel en zonder wasgoed.
Het wasmiddel bevat bestanddelen voor de wateront­harding (zeolieten), die niet in water oplosbaar zijn. Deze hebben zich vastgezet op het textiel.
Probeer de resten met een borstel te verwijderen
wanneer het wasgoed droog is.
Was donker textiel voortaan met wasmiddelen
zonder zeolieten. Vloeibare wasmiddelen bevatten meestal geen zeolieten.
Kies een programma met voorwas. Gebruik voor
de voorwas een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik voor de hoofdwas waspoeder.
Voor sterk vervuilde bedrijfskleding adviseren wij voor de hoofdwas speciale wasmiddelen. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier van uw reini­gingsmiddelen.
38
Page 39

Algemene problemen met de wasmachine

Probleem Oorzaak en oplossing
De wasmachine trilt tijdens het centrifuge­ren.
Het toestel maakt een ongewoon pompend geluid.
In de wasmiddellade blijft vrij veel wasmiddel achter.
De wasverzachter wordt niet volledig inge­spoeld of er blijft teveel water in vakje staan.
In het display staat een vreemde taal.
De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een contramoer vastgeschroefd.
Plaats de wasmachine goed en schroef de stel-
voeten met de contramoer vast.
Geen storing! Wanneer het water wordt afgepompt zijn dit soort geluiden normaal.
Er staat onvoldoende druk op het water. Reinig de zeven in de watertoevoer.
Poedervormige wasmiddelen in combinatie met ont­hardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plak­ken.
Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst
het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel in het juiste vakje.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt. Reinig de zuighevel. Zie hoofdstuk: 'Reiniging en
onderhoud', paragraaf: 'Wasmiddellade reinigen'.
Onder 'Instellingen' 'Taal ' is een voor u vreemde taal ingesteld.
Stel de taal in die u gewend bent. Het vlaggetje
dient hierbij als richtlijn.
Nuttige tips
39
Page 40
Nuttige tips
Probleem Oorzaak en oplossing
De deur kan niet open.
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorzie­ning
De stroomvoorziening is niet in orde.
Controleer of de wasmachine is ingeschakeld.Controleer of de wasmachine elektrisch is aange-
sloten.
Controleer of de zekering van de huisinstallatie in
orde is.
Stroomuitval Open de deur zoals beschreven in het volgende
gedeelte.
De deur is niet goed dichtgegaan. Druk stevig tegen de slotkant van de deur en druk
vervolgens op de toets Deur.
Er bevindt zich nog water in de trommel en de was­machine kan het water niet afpompen.
Controleer of de afvoer is verstopt. Reinig de af-
voer zoals beschreven in het volgende gedeelte.
Om te voorkomen dat u zich verbrandt, kunt u de deur niet openen bij een watertemperatuur van meer dan 50°C.
Stroomuitval De wasmachine werd uitgeschakeld met de toets .
Schakel de wasmachine met de -toets in.Bevestig de melding in het display .Druk vervolgens op de toets Start.
Het programma wordt met de opgeslagen status voortgezet.
40
Page 41
Nuttige tips

Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring

Haal de spanning van het toe-
stel.
Aan de binnenkant van de wasmiddella­de bevindt zich een opener voor het klepje van de afvoer.
Verwijder de opener.
Gevaar voor verbranding!
Wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen, kunt u zich verbranden!
Zet een bak of schaal onder het klep-
je.
Draai het pluizenfilter er niet helemaal uit.
Maak het klepje naar de afvoer open.
Als de afvoer is verstopt, bevindt zich mogelijk nog veel water in de automaat (maximaal 30l).
Draai het pluizenfilter zover los totdat
het water eruit stroomt.
Onderbreking van de waterafvoer: Draai het pluizenfilter opnieuw toe.
41
Page 42
Nuttige tips
Wanneer er geen water meer uit de wasmachine loopt:
Draai het filter er dan helemaal uit.
Het pluizenfilter en het filterhuis reini­gen
Wordt het filter niet terugge-
plaatst en vastgedraaid, dan loopt er water uit de machine.
Tip: Om te voorkomen dat wasmiddel verloren gaat, kunt u de wasmiddellade na het reinigen van het pluizenfilter het beste met ca. 2l water doorspoelen. Overtollig water wordt voor een vol­gende wasbeurt automatisch afge­pompt.

Deur openen

Het is zeer gevaarlijk om uw
hand in een nog draaiende trommel te steken.
Controleer voordat u het wasgoed uit de trommel neemt of de trommel stil­staat.
Reinig het pluizenfilter grondig.Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is, verwij­der indien nodig vreemde voor­werpen (knopen, munten etc.) en rei­nig het filterhuis.
Plaats het pluizenfilter terug en draai
het weer vast.
42
Trek de noodontgrendeling omlaag,
bijvoorbeeld met de steel van een le­pel. De deur gaat open.
Page 43

Klantendienst

Reparaties

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u:
– uw Miele-vakhandelaar of
– de Miele-klantendienst.
De gegevens van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwij­zing.
Vermeld daarbij het model en het type­nummer van uw wasmachine. Beide gegevens staan op het typeplaatje dat zich boven het kijkglas bevindt. Daar­voor moet u de deur wel openen.

Optische interface

De optische interface PC gebruikt de Technische Dienst voor servicedoelein­den (onder meer voor de update-func­tie).
Met de update kunnen toekomstige ontwikkelingen bij textiel, wasmiddelen en wasprocedures in de besturing van uw toestel in acht worden genomen. Miele zal zelf aangeven wanneer de programma's kunnen worden geactuali­seerd.

Bij te bestellen accessoires

Onderdelen voor deze wasmachine kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhan­del of bij de klantendienst van Miele.
43
Page 44

Plaatsen en aansluiten

Voorkant

a
Toevoerslang koud water
b
Elektrische aansluiting
c
Bedieningspaneel
d
Wasmiddellade
e
Deur
44
f
Klepje van het gedeelte met pluizen­filter, afvoerpomp en noodontgrende­ling
g
In de hoogte verstelbare stelvoeten
h
Sokkel
i
Bevestigingsbeugels (voor betonnen sokkel)
Page 45

Achterkant

Plaatsen en aansluiten
a
Houder voor
– Toevoerslang
– Afvoerslang
– Gedemonteerde transportstangen
b
Kabel voor elektrische aansluiting
c
Draaibeveiliging met transport-
stangen
d
Toevoerslang
e
Waterafvoerslang
f
In de hoogte verstelbare stelvoeten
45
Page 46
Plaatsen en aansluiten

Wasautomaat plaatsen

Transporteer de wasmachine naar de
plaats van opstelling.
Zorg dat de wasmachine tijdens
het transport stevig staat.
Deze wasmachine is niet geschikt voor onderbouw.
Binnendringend vocht kan scha-
de aan elektrische onderdelen ver­oorzaken.
Plaats het toestel niet vlakbij of bo­ven een open waterafvoer of -goot.
De bijgevoegde sticker met de vol­gende tekst moet in de nabijheid van het toestel worden aangebracht: 'Om de deur van dit toestel te kunnen ope­nen, moet u ervoor zorgen dat het toe­stel op het elektriciteitsnet is aange­sloten. Doe de deur voorzichtig open.'
Gebruik geen systemen die de
wasmachine automatisch uitscha­kelen (zoals schakelklokken). Het toestel moet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten om de deur te kun­nen openen.
46
Page 47
Plaatsen en aansluiten

Plaats van opstelling

Een betonnen vloer is de meest ge­schikte ondergrond. In tegenstelling tot een houten of een 'zachte' vloer trilt een betonnen vloer nauwelijks mee als het toestel centrifugeert.
De wasmachine kan gaan schui-
ven tijdens het centrifugeren. Zorg ervoor dat de stelvoeten en de
ondergrond droog zijn om te voorko­men dat het toestel tijdens het cen­trifugeren gaat schuiven.
Plaats het toestel waterpas en stabiel.Plaats de wasmachine niet op een
zachte vloerbedekking omdat het in dat geval tijdens het centrifugeren gaat trillen.
Bij plaatsing van het toestel op een houten vloer:
Plaats de wasmachine op een houten
plaat (minstens 70x60x3cm). De plaat moet op zoveel mogelijk balken, maar niet alleen op de vloerplanken worden vastgeschroefd.
Transportbeveiliging verwij­deren
Verwijder voor de ingebruikneming de
transportbeveiliging.
Verwijder de linker en de rechter
draaibeveiliging.
1. Haak de draaibeveiliging met een schroevendraaier uit.
2. Draaibeveiliging verwijderen.
Plaats het toestel zo mogelijk in een
hoek. Daar is de stabiliteit van de vloer het grootst.
Draai de linker transportstang met de
bijgevoegde steeksleutel 90° en
47
Page 48
Plaatsen en aansluiten
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
en
trek de stang eruit.
Als de gaten niet worden afge-
dekt, kunt u zich verwonden. Sluit de gaten van de verwijderde
transportbeveiliging af.
Sluit de gaten met de draaibeveiligin-
gen en de daaraan bevestigde stop­pen af.
48
Page 49
Plaatsen en aansluiten
De wasmachine mag niet zonder
transportbeveiliging worden getrans­porteerd. Bewaar de transportbeveili­ging.
Monteer de transportbeveiliging weer voordat u het toestel transporteert (bijvoorbeeld bij een verhuis).
Bevestig de transportstangen aan de
achterwand van de wasmachine. Let erop dat de openingen op de hou­ders worden gestoken.

Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten

Het stellen van de wasmachine gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het toestel wordt geleverd, zijn alle stelvoeten naar bin­nen gedraaid.
Draai de contramoer 2 met de bijge-
voegde steeksleutel los en wel met de wijzers van de klok mee. Draai de contramoer 2 samen met stelvoet 1 naar buiten.

Transportbeveiliging monteren

Het monteren van de transportbeveili­ging gebeurt in omgekeerde volgorde.

Opstellen

Om optimaal te kunnen functioneren, moet de automaat stevig en waterpas op alle vier poten staan.
Wanneer een wasmachine verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het toestel gaan schuiven.
49
Page 50
Plaatsen en aansluiten
Controleer met een waterpas of het
toestel waterpas staat.
Houd de stelvoet 1 met een water-
pomptang vast. Draai de contramoer 2 met de steeksleutel weer aan de behuizing vast.
Controleer ook de stelvoeten die
bij het afstellen niet naar buiten zijn gedraaid. De wasmachine kan an­ders gaan schuiven.
Draai de vier contramoeren vast te­gen de behuizing.
Wasmachine tegen verschuiven be­veiligen
Zet de beide voorste voetjes van de
wasmachine vast met de bijgeleverde bevestigingsbeugels.
Volg de aanwijzingen uit de montage-
handleiding.
50
Page 51
Plaatsen en aansluiten

Was-droogzuil

Op deze wasmachine kan een Miele­droogkast worden geplaatst. Daarvoor is een tussenstuk (WTV, te bestellen ac­cessoire) nodig.

Hermontage van het deksel

Als het deksel van de wasmachine voor de was-droogzuil werd gedemonteerd, moet dit na de demontage van de was­droogzuil opnieuw correct worden ge­monteerd.
De montage van het tussenstuk en het terugplaatsen van het deksel dient door een door Miele geautori­seerde vakman te worden uitge­voerd.

Sokkelopstelling

De wasmachine kan op een stalen sok­kel (open of gesloten onderbouw, niet bijgeleverd) of op een betonnen sokkel worden geplaatst.
Bij plaatsing op een sokkel be-
staat het gevaar dat de wasmachine tijdens het centrifugeren van de sok­kel valt.
De wasmachine moet door de mee­geleverde bevestigingsbeugel wor­den beveiligd.

Kassasysteem

De wasmachine kan worden voorzien van een muntautomaat (te bestellen ac­cessoire).
De automaat moet daarvoor worden geherprogrammeerd. Dat mag alleen worden gedaan door Miele of door een Miele-vakhandelaar.
Haal de ingeworpen munten/waarde­munten regelmatig uit de muntauto­maat. De muntautomaat kan anders verstopt raken!
51
Page 52
Plaatsen en aansluiten

Wateraansluiting

Koudwateraansluiting

De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aange­sloten, omdat hij is gebouwd volgens DIN-normen.
De waterdruk moet minimaal 100 kPa bar zijn en mag niet hoger zijn dan
1.000 kPa. Is de druk hoger dan 1.000 kPa, dan moet er een drukreduceerven­tiel worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met 3/4'-schroefkoppeling vereist. Ont­breekt die, dan mag de wasmachine al­leen door een erkend installateur op de drinkwaterleiding worden aangesloten.
De schroefkoppeling staat onder
druk van de waterleiding. Controleer daarom of de aansluiting
niet lek is. Dat kunt u doen door de kraan langzaam open te draaien. Corrigeer indien nodig de positie van de dichting en de schroefkoppeling.

Accessoire - verlenging slang

Als extra toebehoren zijn slangen van 2,5 en 4,0m verkrijgbaar bij de Miele­vakhandel en bij de klantendienst van Miele verkrijgbaar.
De toevoerslang (koud – blauwe stre­pen) is niet geschikt voor aansluiting op warm water.

Onderhoud

Als u de slang vervangt, gebruik dan uitsluitend een originele Miele-slang. Die is bestand tegen een druk van ruim
7.000 kPa.
De zeven in het vrije uiteinde van de toevoerslang en in het koppelstuk van de watertoevoerklep mogen niet worden verwijderd. Zij dienen ter be­scherming van de watertoevoerklep.
52
Page 53

Waterafvoer

Afvoerpomp

Het water wordt door een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1m afge­pompt. Om de waterstroom niet tegen te werken, moet de slang knikvrij wor­den gelegd. De bocht aan het einde van de slang kunt u draaien of eraf trekken.

Mogelijkheden van waterafvoer:

1. De slang kan op een kunststof af­voerbuis met rubberen mof worden aangesloten (een sifon is niet beslist noodzakelijk).
2. De slang kan op een wasbak of was­tafel met kunststof nippel worden aangesloten.
3. De slang kan in een putje in de vloer worden gehangen.
Indien nodig, kan de slang tot 5m wor­den verlengd. Accesoire is verkrijgbaar bij uw Miele-vakhandel of Miele.
Plaatsen en aansluiten
Voor een opvoerhoogte van meer dan 1m (tot maximaal 1,6m) kunt u bij de Miele-vakhandel en bij Miele een ver­vangende afvoerpomp bestellen.
53
Page 54
Plaatsen en aansluiten

Elektrische aansluiting

De wasmachine heeft een aansluitkabel zonder stekker.
Op het typeplaatje staat informa-
tie over de nominale aansluitwaarde en de zekering.
Vergelijk deze gegevens met de waarden van het stroomnet.
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een elektrische installatie die voldoet aan alle daarvoor geldende voor­schriften (zoals NEN 1010).
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
De wasmachine kan via een geschikte stekkerverbinding worden aangesloten.
Als er een vaste aansluiting is voorzien, moet het toestel via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactope­ning in uitgeschakelde toestand moet minimaal 3mm bedragen. Geschikte schakelaars zijn zelfuitschakelaars, ze­keringen en relais (IEC/EN 60947).
voerd door een vakman die op de hoogte is van alle geldende voor­schriften.
Als het toestel naar een andere
spanningssoort moet worden omge­schakeld, moet de betreffende in­structie op het schema in acht wor­den genomen. De omschakeling mag alleen door de geautoriseerde vak­handel en door Miele worden uitge­voerd. Daarnaast moet de instelling Verwarmingsvermogen worden aan­gepast.
Gebruik geen systemen die de
wasmachine automatisch uitscha­kelen (zoals schakelklokken). Het toestel moet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten om de deur te kun­nen openen.
De stekkerverbinding of de schakelaar voor het loskoppelen van de netspan­ning moet altijd toegankelijk zijn.
Bij loskoppeling van de netspan-
ning moet het betreffende systeem afsluitbaar zijn of daarop moet te al­len tijde controle mogelijk zijn.
Werkzaamheden in verband met her­aansluiting, veranderingen in de installa­tie of controle van de aarding of de ze­keringen mogen alleen worden uitge-
54
Page 55

Technische gegevens

Hoogte 850mm
Breedte 595mm
Diepte 725mm
Diepte bij geopende deur 1085mm
Gewicht 109kg
Maximale vloerbelasting als het toestel in wer­king is
Inhoud 6,5kg droog wasgoed
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Geluidsdrukniveau op de werkplek volgens EN ISO 11204/11203
Minimale waterdruk 100 kPa (1bar)
Maximale waterdruk 1000 kPa (10bar)
Lengte van de toevoerslang 1,55m
Lengte van de aansluitkabel 1,80m
Maximale opvoerhoogte (afvoerpomp) 1,00m
Gehanteerde normen inzake productveiligheid volgens EN 10472, EN 60335
Verstrekte keurmerken zie typeplaatje
3000 N
< 70 dB re 20 µPa
55
Page 56

Menu Instellingen

15:03
Programma kiezen
Instellingen
...
Terug

Taal

Exploitatieniveau
Met de instellingen kunt u de elektroni­ca van de wasmachine aan veranderen­de situaties aanpassen.
Afhankelijk van de programmering kan het menu Instellingen/Exploitatieniveau met een code tegen onbevoegd gebruik worden beveiligd (met uitzondering van de functie Taal ):
– Geen code vereist
Er zijn enkele instellingen zichtbaar die alle gebruikers kunnen wijzigen (menu Instellingen ).
– Code vereist
Na invoer van een code kunnen alle in­stellingen worden gewijzigd (menu In- stellingen/Exploitatieniveau)
Neem zo nodig contact op met Miele
Kies de gewenste instelling met de
toetsen – en + en bevestig uw keuze met de toets OK.
Menu Instellingen afsluiten
Kies Terug en bevestig dit. Het
scherm wisselt naar het beginmenu.
Taal
Er zijn verschillende talen waarin de meldingen op het display kunnen wor­den weergegeven.
Wijzig de weergegeven taal met de
instelling Taal.
Menu Instellingen openen
Draai de programmaschakelaar op
Einde. In het display verschijnt nu het basismenu.
Druk op de toets OK.U bevindt zich nu in het menu Instel-
lingen.
56
Het vlaggetje achter het woord Taal dient als leidraad, voor het geval u een taal kiest die u niet begrijpt.
De ingestelde taal wordt met een vinkje aangegeven.
Een gewijzigde taalinstelling is enkel voor het actuele wasprogramma van toepassing. Na afloop van het program­ma springt het display terug naar de taal die is ingesteld in het menu Instel- lingen/Exploitatieniveau.
Page 57

Menu Instellingen/Exploitatieniveau

Terug
Taal
Exploitatieniveau
Terug
Toegang via code
Code wijzigen
0
_
Code invoeren
_
Invoer OK. Menu geopend
Het menu Instellingen is door een co­de tegen onbevoegd gebruik beveiligd (met uitzondering van de functie Taal ).
Kies Exploitatieniveau en bevestig dit.
Kies Toegang via code en bevestig
dit.
Code invoeren
Het display vraagt u nu om de code van drie cijfers in te voeren. Bij levering is de code: 0 0 0.
Herhaal deze stappen totdat de drie
cijfers zijn ingevoerd.
Druk op OK als u alle cijfers hebt in-
gevoerd.
In het display verschijnt:
U hebt nu het exploitatieniveau geacti­veerd.
Als u wilt voorkomen dat onbevoeg­den uw instellingen wijzigen, is het aan te bevelen de standaardcode te wijzigen.
Voer met de toets + het eerste cijfer
in. Bevestig het cijfer met de toets OK. U kunt nu het tweede cijfer in­voeren.
57
Page 58
Menu Instellingen/Exploitatieniveau

Taal

Er zijn verschillende talen waarin de meldingen op het display kunnen wor­den weergegeven. Via het submenu Taal kunt u de vaste taal kiezen die in het display moet worden weergege­ven.
Kies de gewenste taal en bevestig
deze.

Afkoeling van het waswater

Met deze instelling kunt u ervoor zor­gen dat aan het einde van de hoofdwas extra water in de trommel stroomt ter afkoeling van het waswa­ter.
De afkoeling van het waswater vindt plaats bij wastemperaturen vanaf 70°C.
De afkoelfunctie dient ingeschakeld te zijn:
– bij gebouwen waarvan de afvoerlei-
dingen niet voldoen aan DIN 1986.
De afkoeling van het waswater is stan­daard ingeschakeld.

Kloktijd

Het display wisselt naar de instelling van de kloktijd.

Kloktijd instellen

Stel met de toetsen – en + het juiste
uur in en bevestig de waarde met OK. U kunt nu de minuten instellen. In het display verschijnt het menu Instel- lingen.

Exploitatieniveau

U kunt de code voor de toegang tot het exploitatieniveau wijzigen.
Voer de oude code in.Voer een nieuwe code in.
Na het bevestigen van de nieuwe code komt u bij het begin van het menu In- stellingen.

Contrast

Bij het contrast van het display kunt u uit tien standen kiezen.
Wanneer het toestel wordt geleverd, is stand 4 ingesteld.
Het contrast wordt meteen na het kie­zen van een andere stand aangepast.
U kunt aangeven of de kloktijd in een 24- of een 12-uursritme wordt weerge­geven. Vervolgens wordt hier de actu­ele kloktijd ingesteld.
Als u kiest voor de instelling Geen klok geeft de timer alleen de 24-uurs-voor­programmering weer.

Ritme instellen

Kies het gewenste ritme en bevestig
dit.
58
Page 59
Menu Instellingen/Exploitatieniveau

Lichtsterkte

Bij de lichtsterkte van het display kunt u uit tien standen kiezen.
Wanneer het toestel wordt geleverd, is stand 5 ingesteld.
De lichtsterkte wordt meteen na het kie­zen van een andere stand aangepast.

Standby (display)

Met deze functie bespaart u energie. Het display wordt na 10 minuten don­ker en de toets Start begint langzaam te knipperen.
Door op de programmatoets of een toets naar keuze te drukken kunt u het display weer inschakelen.
U hebt twee opties:
aan
De stand-by-functie wordt ingescha­keld:
– wanneer u na het inschakelen van de
automaat geen programma kiest.
– nadat het programma is gestart.
– na afloop van een programma.

Memory

Als bij een programma een extra func­tie wordt geselecteerd of de voorge­stelde temperatuur of het centrifuge­toerental wordt gewijzigd, slaat de wasmachine deze instellingen automa­tisch op bij de start van het program­ma.
Als u het wasprogramma later opnieuw via het menu Programmakeuze kiest, worden de opgeslagen waarden ge­toond.
De memory-functie is niet ingeschakeld bij levering van de wasmachine.

Beladingsautomaat

De wasmachine beschikt over een be­ladingsautomaat. De waterniveaus en de programmalooptijden worden in sommige programma's aan de bela­ding aangepast. Als u de beladingsau­tomaat uitschakelt, wordt er bij het programmaverloop altijd van uitge­gaan dat u de machine met maximale belading gebruikt.
Bij aflevering is deze functie ingescha­keld.
Niet in het programmaverloop (stan­daardinstelling)
De stand-by-functie wordt ingescha­keld:
– wanneer u na het inschakelen van de
automaat geen programma kiest.
59
Page 60
Menu Instellingen/Exploitatieniveau

Water voorwas/Water hoofdwas/Water spoelen

Deze instellingen zijn bij deze toestel­variant zichtbaar, maar niet actief.
Bij aflevering is de watersoort koud in­gesteld.
Als u de watersoort warm instelt, ver­schijnt bij de programmastart de melding op het display: Fout Water-
toevoer
Kies voor deze instellingen altijd de watersoort koud.

Lage waterdruk

Bij een permanent lage waterdruk (on­der 100 kPa) kan deze instelling wor­den geactiveerd om een correcte wa­tertoevoer te waarborgen.
Bij aflevering is deze optie uitgescha­keld.

Niveau wit/bont

Voor het programma Witte/Bonte was kan het waterniveau voor de hoofdwas worden verhoogd.
Bij aflevering is de optie Blokparameter ingesteld (Het waterniveau wordt ge­stuurd via de programmagegevens die in de fabriek zijn geprogrammeerd).

Niveau kreukherstell.

Voor het programma Kreukherstellend kan het waterniveau voor de hoofdwas worden verhoogd.
60
Bij aflevering is de optie Blokparameter ingesteld (Het waterniveau wordt ge­stuurd via de programmagegevens die in de fabriek zijn geprogrammeerd).
Page 61
Menu Instellingen/Exploitatieniveau

Temp. voorwas WB

Voor de programma's Witte was/Bonte was en Vetverontreiniging + kunt u de
temperatuur voor de voorwas kiezen.
Bij aflevering is de optie Blokparameter ingesteld. (De temperatuur wordt gere­geld via de programmagegevens die in de fabriek zijn geprogrammeerd).

Wastijd voorwas

U kunt de wastijd voor de voorwas in het programma Witte was/Bonte was verlengen.
Bij aflevering is de optie Blokparameter ingesteld. (De wastijd wordt geregeld via de programmagegevens die in de fabriek zijn geprogrammeerd).

Wastijd wit/bont

Voor het programma Witte/Bonte was kan de wastijd voor de hoofdwas wor­den verlengd.
Bij aflevering is de optie Blokparameter ingesteld. (De wastijd wordt geregeld via de programmagegevens die in de fabriek zijn geprogrammeerd).

Wastijd kreukherstell.

Voor het programma Kreukherstellend kan de wastijd voor de hoofdwas wor­den verlengd.
Bij aflevering is de optie Blokparameter ingesteld. (De wastijd wordt geregeld via de programmagegevens die in de fabriek zijn geprogrammeerd).

Voorwas wit/bont/kh.

Voor de programma's Witte was, Bon­te was en Kreukherstellend kunt u in-
stellen of de voorwas permanent moet worden toegevoegd.
Als u voor permanent kiest, brandt het controlelampje van de toets Voorwas.
Bij aflevering is de optie Menukeuze in­gesteld.

Lijst speciale programma's

De instelling Lijst speciale program­ma's is bij deze toestelvariant zicht-
baar, maar niet actief.
61
Page 62
Menu Instellingen/Exploitatieniveau

Hygiëne

De functie Hygiëne is bij deze toestel­variant zichtbaar, maar niet actief.

Spoelbeurten WB

Voor het programma Witte/Bonte was kunt u het aantal spoelbeurten wijzi­gen.
– 2 spoelbeurten (standaardinstelling)
– 3 spoelbeurten
– 4 spoelbeurten
– 5 spoelbeurten

Spoelbeurten kreukh.

Voor het programma Kreukherstellend kunt u het aantal spoelbeurten wijzi­gen.
– 2 spoelbeurten (standaardinstelling)
– 3 spoelbeurten
– 4 spoelbeurten

Spoelbeurten desinfectie

De instelling Spoelbeurten desinfectie is bij deze toestelvariant zichtbaar, maar niet actief.

Voorspoelen WB

Bij het programma Witte/Bonte was kunt u ervoor kiezen de was te laten voorspoelen.
Bij aflevering is deze optie uitgescha­keld.

Voorspoelen kreukherst.

Bij het programma Kreukherstellend kunt u ervoor kiezen de was te laten voorspoelen.
Bij aflevering is deze optie uitgescha­keld.

Centrifugeren gratis

Als een muntautomaat is aangesloten, kan het programma Centrifugeren worden vrijgegeven (gratis).
Bij aflevering is deze optie uitgescha­keld.

Menu Instellingen afsluiten

Kies Terug en bevestig dit. Het
scherm wisselt naar het beginmenu.
62
Page 63
Page 64
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse) Tel. 02/451.15.40 - Fax 02/451.15.29 Tel. Herstellingen aan huis: 02/451.16.18 E-mail: infopro@miele.be Internet: www.miele-professional.be
Duitsland:
Miele & Cie. KG Carl-Miele-Straße 29 33332 Gütersloh
2517 M.-Nr. 10 800 100 / 00
Loading...