Een grondige verkenning van de revolutionaire technologie en
de sensuele soundgeneugten van de PODXT en PODXT Pro.
XT
XT
PRO
Beperkte elektrofone uitgave. Tevens beschikbaar op www.line6.com. Versie G.
Page 2
Het serienummer bevindt zich aan de onderkant van je PODXT c.q. op het achterpaneel van je PODXT Pro. Meer bepaald gaat het om het getal dat begint met “(21)”.
Noteer het hier, omdat je het later eventueel nog eens nodig hebt:
SERIENR.: ___________________________
WAARSCHUWING
op brand en elektrocutie te beperken mag je dit
product niet blootstellen aan regen of vochtigheid.
VOORZICHTIG
van de Amerikaanse FCC Rules, beantwoordt aan de vereisten voor “Class B”-apparaten. Meer bepaald moet
het product aan de volgende eisen voldoen: (1) Het mag geen schadelijke interferenties veroorzaken en (2) het
moet bestand zijn tegen eventueel ontvangen interferenties die de werking op een onvoorspelbare manier
zouden kunnen beïnvloeden.
De bliksemschicht in een driehoek slaat op
elektrische waarschuwingen. Meer bepaald
maakt het symbool je attent op de
aanwezigheid van instructies i.v.m. het
voltage en mogelijke elektrocutie.
L
EES DE VOLGENDE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES DOOR
B
Alvorens met de PODXT aan de slag te gaan moet je het volgende doornemen en alle punten en suggesties
behartigen:
1.Volg alle waarschuwingen op de PODXT zelf en in dit Pilotenhandboek op.
2.Plaats het product nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, stoven of andere apparaten die tijdens
het gebruik heet worden.
3.Zorg dat er geen vloeistoffen of kleine voorwerpen in dit product terechtkomen.
4a. POD
4b. POD
5.Ga nooit op het netsnoer staan. Zet geen zware voorwerpen op het netsnoer om te voorkomen dat het gekneusd
6.Verbreek de aansluiting van de PODXT op het lichtnet, als je hem langere tijd niet wilt gebruiken.
7.Voer enkel de in dit PODXT-Pilotenhandboek uitdrukkelijk vermelde handelingen uit. In de volgende gevallen
8.Het luisteren op een pittig volume kan leiden tot gehoorverlies – en zoiets is onomkeerbaar. Zet het volume dus
XT
: Sluit de adapter enkel aan op een stopcontact met een netspanning van 100~120V of 230V 47~63Hz
(zie het merkplaatje op de adapter voor de benodigde netspanning).
Pro: Sluit het netsnoer aan op een stopcontact met een netspanning van 100~120V of 220~240V
XT
47~63Hz (zie het merkplaatje op het apparaat).
of beschadigd wordt. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de aansluiting op de PODXT.
moet het apparaat door een erkende herstellingsdienst worden nagekeken:
• als vloeistoffen in het inwendige beland zijn
• als een voorwerp in het inwendige is terechtgekomen
• als dit product niet meer naar behoren lijkt te werken
• als het product gevallen is of wanneer de ombouw beschadigd is
nooit overdreven hard.
: Om het risico
: Dit product werd uitvoerig getest. Daarbij is gebleken dat het, volgens “Part 15”
VOORZICHTIG
elektrocutie te beperken mag je nooit de schroeven
verwijderen. Dit product bevat geen onderdelen die door
de gebruiker hersteld mogen worden. Laat dit werk over
aan een erkende technische dienst.
Het uitroepteken in een driehoek
betekent “voorzichtig”. Lees altijd
alle dingen door die met dit symbool
zijn aangeduid.
Line 6, POD, PODXT, PODXT Pro, Vetta, FBV, FBV Shortboard, FBV4, Amp Farm, Line 6 Edit en Custom Tone zijn
handelsmerken van Line 6, Inc. Alle andere productnamen,
handelsmerken en namen van artiesten zijn eigendom van de
betreffende bedrijven en personen, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, afbeeldingen en artiestennamen worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de
ontwikkeling van de modellen in dit product bestudeerd
heeft. Het gebruik van productnamen, handelsmerken,
afbeeldingen en namen van artiesten impliceert geen medewerking of ondersteuning.
Page 5
Meteen aan de slag ................................................................................ 1 • 1
Eerst registreren!...................................................................................................................................1 • 2
Ga online voor nog meer handige dingen!............................................................................1 • 2
Wie is Line 6? ....................................................................................................................................1 • 3
Opties voor de ingangen & digitale uitgangen................................................................ 3 • 9
Waar moet het signaal naartoe?.......................................................................................... 3 • 11
FX Loop.............................................................................................................................................3 • 12
AES/EBU of toch liever S/PDIF?...........................................................................................3 • 13
Basisbeginselen van MIDI.................................................................................................................7 • 1
Wat is MIDI?....................................................................................................................................... 7 • 1
In- en uitgangen (IN/OUT)........................................................................................................ 7 • 1
Opslaan en namen invoeren met een FBV Shortboard................................................ 8 • 3
Werken met een EX-1.....................................................................................................................8 • 4
Appendix A: Versterkermodellen....................................................... A • 1
Appendix B: MIDI-programmanummers........................................... A • 2
Appendix C: Controlecommando’s van de POD
xt
............................ A • 3
Appendix D: Controlecommando’s van de FBVs ............................. A • 9
Appendix E: Contact opnemen met Line 6 ..................................... A • 10
Appendix F: Garantiebepalingen ...................................................... A • 11
Page 8
Page 9
M
ETEEN AAN DE SLAG
oftewel:
Meteen aan de slag
1• 1
“Handleiding? Ik hoef geen
Beste PODXT Pro-gebruiker: als je meer wilt doen dan je gitaar aansluiten en de analoge
uitgangen gebruiken, moeten we je, althans in deze inleiding, teleurstellen. De opties zijn
gewoon te talrijk om ze hier al aan bod te laten komen. In hoofdstuk 2 kun je echter kennis
maken met de bedieningsorganen, en onder
Pro
op blz. 3•8 gaan we helemaal voluit.
1.
Zet de
OUTPUT LEVEL
2.
Sluit de
opnameapparaat of mengpaneel c.q. verbind LEFT OUTPUT met de ingang van je
gitaarversterker. Je zou echter ook een hoofdtelefoon op de
van de POD
storen.
3.
Verbind het netsnoer van de bijgeleverde adapter met je PODXT en sluit het andere
eind aan op een stopcontact.
4.
Sluit je gitaar aan op de
de POD
5.
Druk op de
6.
De PODXT wordt wakker en staat vrijwel meteen klaar om de sterren van de hemel te
spelen.
dat even duidelijk maken
regelaar één stap naar rechts. Druk op de knop onder
met de
aangesloten. De POD
hoofdtelefoon werkt, dus hoef je bij gebruik van een hoofdtelefoon niets speciaal te
doen om toch over een overtuigend geluid te beschikken.
7.
Kies met de
Als je de PODXT op een gitaarversterker hebt aangesloten, moet je hem
EFFECT TWEAK
CHAN VOL
TREBLE
uitgangsvolume natuurlijk.
8.
Kies met de
REVERB
paar keer op de
9.Met de
Druk op de uiterst linkse knop onder het display, als de
SELECT-regelaar kun je de voorgeprogrammeerde de revue laten passeren.
- en
LEFT
XT
RIGHT OUTPUT-
kunnen aansluiten om tekeer te kunnen gaan zonder anderen te
INPUT
XT
Pro).
POWER
-knop om je juweeltje in te schakelen.
. Druk dus op
XT
hanteert deze instelling niet, wanneer je met een
AMP MODEL
-regelaar op de maximumwaarde en stel
en
PRESENCE
EFFECTS
EFFECT TWEAK
en
TAP
-regelaar een
-knop om de snelheid van de effecten te in te stellen.
saaie handleiding
Configureren en aansluiten van de PODxt
-regelaar op de minimumwaarde.
connectors aan op de ingangen van je
-connector van de PODXT (c.q.
TUNE/SYSTEM
-regelaar het type versterker waarop je de PODXT hebt
-regelaar het benodigde versterkermodel. Zet de
!”
DEST
PHONES
-connector
GUITAR IN
en draai de
(Destination) en kies
SELECT
DRIVE, BASS, MID
naar smaak in. Met
EFFECTSETUP
dat het geheel klinkt zoals jij dat wilt. Druk een
OUTPUT
en zorg met de regelaars
bepaal je… het
EDIT-knop NIET oplicht om
van
-
,
Page 10
1• 2
Meteen aan de slag
de “Manual”-mode te kiezen. Dan komt het geluid precies overeen met de standen
van de regelaars.
10. Alvorens nu alles rondom je te vergeten, willen we je toch vragen nog even het
volgende door te nemen…
Eerst registreren!
Deze handleiding bevat een kaart die je moet invullen en terugsturen. Je hoeft er zelfs geen
postzegel op te plakken. Het is van groot belang dat je die kaart invult – en wel nu meteen.
Als je niet zo happig bent op een wandeling naar de brievenbus, kun je je ook via het internet laten registreren (www.line6.com). Enkel geregistreerde gebruikers hebben namelijk
recht op garantie (zie ook de bepalingen aan het einde van deze handleiding). Bovendien
houden we je dan op de hoogte van nieuwe softwareversies en andere te gekke verbeteringen.
Ga online voor nog meer handige dingen!
Wij van Line 6 vinden dat we je creativiteit telkens weer moeten aansporen door met nieuwe vondsten voor de dag te komen. Het is dan ook maar normaal dat wij gebruik maken van
het internet om dergelijke creaties zo snel mogelijk bij de eindgebruiker te krijgen. De Line
6-website is gewoon een must voor POD
Ga vandaag nog kijken op www.line6.com om te weten te komen wat “Custom Tone”
inhoudt. Het is een waanzinnig omvangrijke online-bibliotheek van Line 6 met sounds van
de grootste gitaristen, groepen, songs en apparaten. Hij werkt trouwens samen met de gratis
editor van Line 6 en laat je toe de sounds van de POD
computer te archiveren. Onze website is tevens de ‘place to be’ om ons GuitarPort-programma en de USB-driver (beide natuurlijk gratis) voor je POD
aantal modellen van je POD
voor meer details). Om al die te gekke computerspullen zonder hoofdpijn up-to-date te houden heb je verder het programma Line 6 Monkey nodig. Dat is niet alleen gratis – het
downloadt ook automatisch de laatste nieuwe versies van alles wat er op je computer aanwezig is! Stapels tips & tricks, echte weetjes voor de uitoefening van je beroep of hobby en
tal van POD-genoten… ook dat vind je bij ons. Ook dit is een onmisbare schakel voor je
POD
XT. Op de Support-pagina’s vind je tevens antwoorden op je technische vragen en een
link naar de mensen van de support. Verder vind je daar de elektronische versie van dit
boek en talrijke andere documenten, informatie over wat je favoriete artiesten net met hun
Line 6-apparaten aan het doen zijn en natuurlijk nieuws over nieuwe producten.
XT-gebruikers.
XT naar je hand te zetten en op je
XT te downloaden. Je kunt het
Page 11
Meteen aan de slag Vooraf
Heb je nog geen internetaansluiting? Dan is dit dé reden om eindelijk de grote stap te zetten. Doe het voor jezelf – en natuurlijk ook voor je POD
XT.
Vooraf
Welkom bij de PODXT…
Bedankt om een PODXT in je leven te hebben gelaten. Of je de PODXT nu als wondermiddel voor directe opnamen, als superieure voorversterker, voor het instuderen van nieuwe
loopjes of als digitaal interface gebruikt – alles kan (desnoods ook alles samen). — We zijn
er dan ook zeker van dat jij de POD
gitaargeschiedenis vindt als de voorstelling van de gitaarversterker. De POD
ongelooflijke geluiden voort dankzij de “Point-to-Point”-modelingtechnologie van Line 6
(die ook in onze versterkers van de Vetta-serie wordt gehanteerd). Die kracht en die flexibiliteit bevinden zich nu in een POD-behuizing. Deze laatste geldt al jaren als standaard
voor de opname van gitaarsignalen. Je beschikt, met andere woorden, over alle hoogtepunten van de gitaarversterker- en effectpedalengeschiedenis plus een sound voor opnamen
direct in de tafel waar niemand aan kan tippen.
Wie is Line 6?
Misschien weet je dat Line 6 enkele jaren geleden met een nieuw soort versterker voor de
dag is gekomen en dat wij de eersten waren die de digitale modelingtechnologie op een
gitaarcombo hebben toegepast. Natuurlijk wisten we toen al dat gitaristen ook in de studio
over een perfect geluid moeten beschikken, terwijl meestal de ruimte ontbreekt waar je een
grote buizenjongen voluit kunt laten gaan. Om maar te zwijgen van de technicus die één en
ander vakkundig op band of harde schijf moet krijgen. Dus hebben we onze gepatenteerde
modelingtechnologie samengeperst en in een klein, rood, boonvormig apparaatje gestopt
dat naar de naam POD luisterde – en op die manier een revolutie ontketend.
Zelfs toen bleek dat onze modelingversterkers en PODs voltreffers waren, bleven we echter
niet bij de pakken zitten, maar sleutelden gewoon verder. Tenslotte wil je de kick van het
bereiken van de eerste piek meteen overdoen en een nóg hogere berg beklimmen, nietwaar?
Dus kochten we massa’s Pepsi en sloten onze ingenieurs op in een geheim laboratorium…
we schakelden onze uitgebreide versterker- en pedalenverzameling in… en we verwerkten
al die waanzinnige geluiden tot een nieuwe –nóg krachtigere– modelingtechnologie die we
“Point-to-Point-modeling” noemden. Die technologie werd voor het eerst in de onvolprezen Vetta-versterker gebruikt. Zijn onderscheidingen voor de perfecte modellen van alle
grote versterkers, speakerkasten en effecten kun je al lang niet meer tellen. Dat geheime
brouwsel goten we dan in een POD en… de POD
XT binnenkort een even belangrijke mijlpaal in de
XT brengt
XT was een feit.
1• 3
Page 12
1• 4
Meteen aan de slag
Hoe helpt de PODXT je bij het verkrijgen van een gitaargeluid dat de verbeelding tart? Simpel! Dat doen we met…
Modeling
Modeling: wat is het en waarom is het zo belangrijk?
Om die vraag te beantwoorden moeten we even blijven stilstaan bij de buis (of “lamp”).
Iedereen is het erover eens dat buizen zowat het hart en de ziel van elke gegeerde gitaarversterker vormen. Tenslotte zorgen zij voor dat warme geluid met veel boventonen. Solidstateversterkers (met transistors) werken op een compleet andere manier en hebben in de regel
geen “warm” geluid. “Hybride” versterkers –met veel transistors en ergens wel een buis– vormen in de regel een mislukte poging om een transistorgeluid wat warmer te maken. Zet je
ze namelijk naast een 100% buizenversterker, dan wordt het verschil meteen duidelijk. Dus
moeten het wel buizen en anders niets zijn, zal je nu denken. Niet noodzakelijk.
Tenslotte lopen bij Line 6 een aantal breinen rond die, niet toevallig, ook gitaristen zijn en
alles weten wat er over een buizenversterker te kennen valt. Ze kunnen je zelfs vertellen
welke buis in een bepaalde situatie op welke manier reageert, wanneer je ze in een bepaald
versterkercircuit integreert. De buizen beïnvloeden het ingangssignaal, ze geven er een
eigen wending (signaalbewerking) aan, en vanaf een bepaald niveau beginnen ze het geluid
te vervormen – en nog wel op een specifieke manier. Ook de overige componenten drukken
hun stempel op het geluid. Hoewel dit een erg complexe materie is, kun je ze beheersen,
meten en in formules gieten. Tenslotte genereert een gitaarelement een elektronisch signaal, terwijl de buizen en de overige schakelingen in wezen maar erg complexe signaalprocessors zijn.
De Line 6-ingenieurs hebben dat allemaal achterhaald en hun bevindingen in software vertaald, die het gedrag van de buizen en overige componenten nauwkeurig simuleert, terwijl
zich alles in het digitale domein afspeelt. Applaus! En omdat de cafeïne nog aan het nazinderen was, hebben de Line 6-ingenieurs ook maar meteen achterhaald welke invloed de
speakers op het geluid hebben. Daarna was er zelfs nog tijd over om ook de effectpedalen en
rackeffecten voor gitaar te analyseren. Dit alles werd in een programma gegoten en in een
DSP (digitale signaalbewerker) geïmplanteerd. We kunnen dus zonder te overdrijven stellen dat je POD
denis op je zitten te wachten.
XT een siliconemuseum vormt waarin alle grote namen van de gitaargeschie-
Page 13
Meteen aan de slag Vooraf
Amp-, speaker- en effectmodellen
De Line 6-vakkennis m.b.t. sound en technologie wordt je aangeboden in de vorm van versterker-, speaker- en effectmodellen van apparaten die iedere gitarist waar dan ook ter wereld
als “klassiekers” beschouwt. Die modellen werden tijdens uitvoerige A/B-vergelijkingen zo
lang bijgewerkt tot we vonden dat ze qua geluid helemaal op de grote voorbeelden leken.
Daarbij hebben we trouwens ook gelet op de invloed van het ingestelde volume en de toonregeling. De kenmerken van het niveau versus de toonregeling van de gemodelleerde apparaten werden zorgvuldig gemeten om er helemaal zeker van te zijn dat onze modellen op elk
moment griezelig dicht bij de originelen komen. Zelfs schijnbaar onbenullige details hebben
we bestudeerd. De kantelfrequenties van de toonregelaars, het bereik waarbinnen de frequenties kunnen worden opgehaald of afgezwakt en nog een hele reeks andere unieke factoren… niets is ons ontgaan. Omdat de circuits van de meeste versterkers en effecten elkaar
bovendien “interactief” beïnvloeden, hebben we zelfs achterhaald welke invloed de stand
van één regelaar op de andere regelaars heeft enz. Wij namen immers enkel genoegen met
voorbeeldige modellen van de bestudeerde apparaten. Alles moest kloppen. Die versterker, speaker- en effectmodellen vormen het hart van je POD
Laten we nog even op twee belangrijke dingen wijzen:
1.Het modelingprocédé van Line 6 is gepatenteerd, het berust voor de volle
100% op digitale softwaretechnologie en het wordt alleen door Line 6
gebruikt.
2.De modeling van Line 6 heeft niets met samples te maken en is allerminst
“solidstate”. Verder heb je geen speciaal element/gitaar, noch speciale
kabels nodig.
XT.
1• 5
De A.I.R. van erkenning
Via een andere innovatie zet de PODXT de modelingtheorie om in overtuigende geluiden:
het A.I.R.-procédé dat een directe verbinding met opnameapparaten toelaat. De A.I.R.technologie (“Acoustically Integrated Recording”) is het resultaat van nauwgezet onderzoek naar de klankmatige kenmerken en de wisselwerking tussen de versterker, de speakers,
de microfoons en de opnameruimte tijdens de opname.
Talrijke versterkers en DI-boxes bieden vandaag de dag een soort speakersimulatie of -emulatie. Systemen, die meer doen dan alleen het hoog wat af te zwakken, bieden weinig of geen
controlemogelijkheden. Algemene speakersimulaties houden geen rekening met de duidelijke verschillen i.v.m. de keuze van de luidsprekers, het hout en andere kenmerken van een
echte speakerkast. Verder negeren die systemen de invloed van de tijdens de opname
gebruikte microfoon of diens opstelling. En van de invloed van de akoestiek op het geluid
hebben ze nog nooit gehoord.
Page 14
1• 6
Meteen aan de slag
Dus kun je met dergelijke producten niet echt tevreden zijn: zelfs degene, die het geluid min
of meer voor elkaar hebben, blijven steriel klinken en missen duidelijk “leven”. Het gevolg
daarvan is dat je je spel gaat aanpassen en je dus minder vrij voelt, wat er dan weer voor
zorgt dat je de indruk hebt op een wat onwennige gitaar te spelen. Zoiets werkt niet echt
inspirerend.
De combinatie van versterkermodellen met de A.I.R.-technologie zorgt er bij de POD
voor dat de voortgebrachte geluiden rekening houden met alle elementen die hun steentje
bijdragen tot een verantwoord gitaargeluid, zodat je over dezelfde feel beschikt als bij
gebruik van de gemodelleerde amp en speakerkast:
• De kenmerken van het versterkercircuit worden door het gekozen versterkermodel (AMP
MODEL) gesimuleerd. Elk “model” berust op een diepgaande analyse van een “klassieke”
versterker waar veel mensen veel geld voor neertellen.
• Het uitgangssignaal van een gitaarversterker wordt naar een speakerkast uitgestuurd en
door deze laatste eveneens bewerkt. De constructie van de kast, het hout, het aantal luidsprekers, om welke typen het gaat en hoe ze op elkaar aangesloten zijn – dit alles heeft een
grote op het geluid. Een Marshall-top met één 12”-luidspreker (open kast) klinkt helemaal anders dan wanneer je diezelfde top op een gesloten 4x12-kast aansluit. Line 6 heeft
de nodige aandacht besteed aan de ontwikkeling van haar virtuele speakerkasten om ook
op dat vlak met geluiden voor de dag te komen waar het realisme van afdruipt.
• De door de speakerkast voortgebrachte geluidsgolven worden in een studio door een microfoon opgevangen. Ook die heeft een belangrijke invloed op het geluid. Om een bepaald geluid te bereiken moet je de microfoons zorgvuldig kiezen en ze op (een)
welbepaalde plaats(en) zetten. Een microfoon, die vlak vóór de luidspreker staat, levert
een ander geluid op dan bij een zijdelingse opstelling (“off-axis”). Line 6 heeft ook de
“kleuring” van de microfoons en de invloed van hun opstelling bestudeerd. Zelfs daarvoor
bevat de POD
XT modellen die je zelf kunt kiezen.
• Een gitaarversterker, speakerkast en microfoon bevinden zich altijd in een ruimte. De
akoestiek daarvan verandert ook weer iets aan het geluid. Met een galmeffect kun je de
reflecties van de vloer, de wanden enz. tot op zekere hoogte simuleren. Maar zo’n effect
kan je niet de “spreiding” van het geluid tussen de speakerkast en de microfoon geven.
Precies dit laatste zorgt er echter voor dat de luisteraar “weet” waar hij zich ten opzichte
van de gitaarversterker bevindt. Tussen hem en de versterker zit er namelijk heel wat
lucht.
XT
Page 15
Meteen aan de slag Genoeg gezeurd…
De PODXT houdt rekening met al deze belangrijke aspecten. Kies met de AMP MODELSregelaar het gewenste versterkergeluid. De POD
XT voegt daar het gepaste speaker- en
microfoonmodel aan toe en zorgt op die manier voor een levendig geluid. Met de REVERBregelaar kun je daar dan nog wat galm aan toevoegen. In elk geval zal je geluid staan als een
huis. Druk op de benodigde knoppen en draai wat aan de regelaars – en je kunt andere speaker- en microfoonmodellen kiezen, plus bepalen hoe sterk het geluid in de virtuele ruimte
wordt gereflecteerd.
Het A.I.R.-procédé vind je alleen op Line 6-apparaten. In combinatie met de Amp-, Caben effectmodellen zorgt deze technologie voor een geluid dat alleen de POD
XT in huis heeft.
Genoeg gezeurd…
Nu je weet wat er allemaal in je PODXT zit, gaan we je tonen hoe je het eruit krijgt. Pak dus
je favoriete gitaar vast, sluit ze aan en zie “Meteen aan de slag” aan het begin van dit hoofdstuk, als je die punten nog niet hebt doorgenomen. Klap dan de laatste pagina van deze
handleiding uit en volg ons doorheen een diepgaande verkenning van je POD
XT…
1• 7
Page 16
1• 8
Meteen aan de slag
Page 17
Bedieningsorganen & aansluitingen
BEDIENINGSORGANEN &
AANSLUITINGEN
De laatste pagina van deze handleiding kun je uitklappen. En dat heeft verschillende voordelen. Mooie prentjes bijvoorbeeld! Die komen altijd van pas tijdens het lezen van de handleiding. Bovendien vind je daar alles wat je moet weten om snel met je POD
te kunnen. De omkaderde cijfers in deze handleiding verwijzen naar de legenden van die
bewuste laatste pagina. Aan de achterkant van die pagina staan de functies van de pedalenbakken FBV en FBV Shortboard uitgelegd. Bovendien vind je er een schematekening van
de signalen en tips voor verschillende soorten effectverbindingen.
1 POWER-schakelaar—Hiermee schakel je de PODXT in en uit. De PODXT Pro
wordt met een geaarde IEC-stroomkabel geleverd. Voor de voeding van je POD
enkel de bijgeleverde PX-2-adapter gebruiken.
2 INPUT/GUITAR IN—Hier moet je de gitaar aansluiten. (Voor techneuten: dit is
een asymmetrische mono-ingang.)
3 PHONES—Hier kun je een hoofdtelefoon aansluiten, als je niemand mag storen. Het
volume stel je in met de OUTPUT-regelaar. Let er tijdens het gebruik van een hoofdtelefoon op het volume zo in te stellen dat je niet al na twee seconden doof bent. Zet de OUTPUT-regelaar ongeveer op “10 uur”, zet de hoofdtelefoon op en verhoog het volume
eventueel.
Om er zeker van te zijn dat je ook een gelikt geluid hoort, kiest de POD
van een hoofdtelefoon automatisch de “Studio”-mode (meer details daarover vind je onder
“Waar moet het signaal naartoe?” op blz. 3•2).
XT aan de slag
XT mag je
XT bij aansluiten
2• 1
4 OUTPUT—Hiermee stel je het algemene uitgangsvolume (en het volume in de
hoofdtelefoon) van je POD
op de klankkleur. Je beschikt dus altijd over een geluid dat staat als een huis. De instelling
van deze regelaar wordt niet in de geheugens van de POD
XT Pro-gebruikers moeten onthouden dat deze regelaar geen invloed heeft op de XLR-uitgan-
POD
gen (dat is alleen in de “Live”-mode het geval, zie “Waar moet het signaal naartoe?” op
blz. 3•5).
XT in. De stand van de OUTPUT-regelaar heeft geen invloed
XT opgeslagen.
Page 18
2• 2
Bedieningsorganen & aansluitingen
De signaal/ruis-verhouding van de PODXT is optimaal, wanneer je de OUTPUT-regelaar
op de maximumwaarde zet. Kies dus geen te lage
OUTPUT-instelling, omdat je anders
eventueel ook betrekkelijk veel ruis naar buiten stuurt, terwijl je niveau zo laag is dat de
man/vrouw achter het mengpaneel ook de ruis mee opkrikt. Om de
OUTPUT-regelaar
voor gebruik met opnameapparatuur, een mengtafel of andere studioapparaten zo hoog
mogelijk in te stellen moet je de uitgangen van de POD
XT aansluiten op de Line-ingangen
van dat apparaat. Kies dus nooit een gitaar- of microfooningang. Line-ingangen hebben in
de regel een gevoeligheid die je toelaat om de
OUTPUT-regelaar van de PODXT helemaal
open te draaien – en dat zorgt op zijn beurt voor een optimaal signaal. Moet je de POD
aansluiten op gecombineerde MIC/Line-ingangen, dan zet je de betreffende Gain-regelaars
het best eerst op nul. Zet
OUTPUT vervolgens op de maximumwaarde en stel daarna de
gepaste ingangsgevoeligheid in.
5 LEFT & RIGHT OUTPUT—(Zie de nummers 33 en 34 voor de uitgangen van de
POD
XT Pro.) Dit zijn symmetrische 1/4”-jacks (Tip/Ring/Sleeve) die je o.a. op symmetri-
sche ingangen met een gevoeligheid van +4dBu kunt aansluiten. Niets belet je echter om
gewone gitaarkabels (mono) te gebruiken en die op de –10dBV-ingangen aan te sluiten. Bij
monogebruik maakt het niet uit welke van de twee uitgangen je aansluit.
6 PEDAL—Ziet eruit als een opgeblazen telefoonaansluiting. Sluit hier een optionele
pedalenbak van Line 6 (FBV of FBV Shortboard) aan. De POD
Floor Board, noch een FB4 van Line 6.
XT ondersteunt noch het
XT
7 USB—De USB-poort van de PODXT laat toe om de PODXT direct met je computer te
verbinden en hem samen met eender welk populair opnameprogramma te gebruiken. De
POD
XT wordt geleverd met een USB-kabel voor een optimaal samenwerkingsverband met
GuitarPort (Windows), het Line 6 Edit-programma (MacOS X & Windows) en de on-line
“Custom Tone”-bibliotheek. Vergeet niet de driver te downloaden. Die software –evenals
de instructies voor de installatie en het gebruik ervan– kun je gratis downloaden van
www.line6.com.
8 MIDI IN & OUT—Je kunt de PODXT op een MIDI-apparaat aansluiten en met dit
laatste geheugens selecteren (programmakeuze) of de POD
(controle- en/of SysEx-commando’s). Het gratis Line 6 Edit-programma (zie
www.line6.com) kun je via MIDI of USB aanspreken. De
POD
XT moet op de MIDI IN-connector van het externe apparaat worden aangesloten. De
MIDI OUT-connector van dat apparaat moet je op de MIDI IN-connector aansluiten. In
hoofdstuk 7, “MIDI”, wordt haarfijn uitgelegd hoe de POD
kan worden gebruikt.
XT-parameters beïnvloeden
MIDI OUT-connector van de
XT met andere MIDI-apparaten
Page 19
Bedieningsorganen & aansluitingen
9 DRIVE—Hiermee bepaal je hoe sterk het niveau vóór het gekozen versterkermodel
wordt opgehaald. Net zoals op een gitaarversterker zonder Master Volume-regelaar bepaal
je hiermee het “scheurgehalte” van het geluid.
10 Toonregelaars—BASS, MIDDLE, TREBLE, PRESENCE. Deze regelaars wer-
ken net zoals op een gitaarversterker. Hun respons en wisselwerking worden echter bepaald
door de Amp Model-keuze. Daarom komt hun werking altijd overeen met de toonregeling
van de originele versterker, die aan de basis van het betreffende model ligt.
11 CHAN VOL—Met deze regelaar bepaal je het volume van het gekozen geheugen
(“kanaal”) – vandaar de benaming
alle opgeslagen POD
schil tussen ritme- en sologeluiden). Stel
optimale signaal/ruis-afstand te bereiken. Als het display van de POD
schap CLIP afbeeldt, moet je het volume wat terugdraaien.
XT-sounds precies het gewenste volume hebben (bv. het geschikte ver-
TIP: Waarschijnlijk wil je dat al je favoriete sounds lekker hard staan,
terwijl de verschillen tussen cleane en scheurgeluiden niet oorverdovend
groot mogen zijn. Juist? Om zo’n harmonisch geheel te bereiken, moet
je beginnen met je favoriete “clean”-sounds. Stel hun CHAN VOLwaarde zo hoog in dat de CLIP-indicator in het display van de POD
net niet verschijnt, ook al trek je bijzonder hard aan de snaren. Kies
vervolgens de scheurgeluiden en vergelijk het volume ervan met dat van
de “nette sounds”. Vervolgens kun je dan het volume van de “smerige”
geluiden instellen. Dat moet je vergelijken met het volume van de
“cleane” sounds en eventueel aanpassen. In de regel moet je voor
scheurgeluiden een lagere CHAN VOL-waarde kiezen. Daarna kun je je
dan beperken tot het oproepen van de benodigde POD
eventueel de OUTPUT-waarde wat bijsturen. De onderlinge balans van
de verschillende sounds zal echter perfect zijn.
CHANNEL VOLUME. Hiermee kun je zorgen dat
CHAN VOL altijd zo hoog mogelijk in om een
XT echter de bood-
XT
XT-geheugens en
2• 3
12 REVERB—Hoeveel galm had je graag gehad willen hebben? Met deze regelaar stel je
namelijk het galmvolume in. De POD
veren, galmplaten, kamers, zalen enz.
XT bevat verschillende galmmodellen van o.a. galm-
Page 20
2• 4
Bedieningsorganen & aansluitingen
13 EFFECTS—Met deze regelaar kies je de “Effect Setups” van de PODXT. Dat zijn
combinaties van verschillende effecten (zie ook hoofdstuk 6, “Over de effectmodellen”).
Een Effect Setup kun je vergelijken met een pedalenbak of een reeks 19”-effecten die je bv.
in functie van de versterkermodellen kunt programmeren. Wanneer je aan de
regelaar draait, vertelt de POD
XT je welke Effect Setup er op dat moment wordt gebruikt.
Je kunt dan andere effecten kiezen. Als een effectknop oplicht, is het betreffende blok ingeschakeld. Er zijn 64 voorgeprogrammeerde “rigs” die je meteen kunt gebruiken.
14 EFFECT TWEAK—Hiermee kun je een bepaald aspect van het gekozen effect
wijzigen. Draai hem naar rechts om het effect harder, dieper, sneller enz. te maken. Je weet
altijd precies wat je aan het wijzigen bent, omdat er bij het draaien aan de regelaar een venstertje in het display van de POD
met de
gewenste functie aan de
TAP-knop worden bepaald. Het fijne over de werkwijze en de toewijzing van de
EFFECT TWEAK-regelaar vind je in hoofdstuk 4, “Program-
meren en opslaan van sounds”. Als het effect waaraan
uit staat, doet EFFECT TWEAK helemaal niks. Als de
XT verschijnt. De snelheid van de effecten moet in de regel
EFFECT TWEAK is toegewezen
EDIT- of TUNE/SYSTEM-knop
oplicht, dient EFFECT TWEAK voor het instellen van parameterwaarden.
15 AMP MODELS—Met deze regelaar bepaal je in zekere zin welke circuits er in de
POD
XT worden gebruikt. Dat is natuurlijk niet echt zo, maar het “vormt” wel je versterker-
geluid. (Meer details hierover vind je in hoofdstuk 5, “De versterker- en speaker-modellen”.) De naam van het gekozen Amp-model verschijnt in het display van de POD
Als je een versterkermodel kiest, worden automatisch een bijpassend speaker- en microfoonmodel geselecteerd. Voorbeeld: kies je “Brit Hi Gain” (gebaseerd op de Marshall JCM
800-top), dan wordt een speakermodel opgeroepen dat op een Marshall 4x12 berust. Indien
nodig, kun je echter een ander speakermodel kiezen door op de
derop) te drukken.
Naast het versterkermodel zelf worden ook de bijbehorende functies (toonregeling enz.)
ingesteld. zodat je meteen aan de slag kunt. Drive, Bass, Mid, Treble, Presence, Cab/A.I.R.,
EQ enz. veranderen dus bij keuze van een Amp Model. Eens je de POD
kun je die “presets” trouwens helemaal naar je hand zetten, als je vindt dat jouw voorkeuren
nóg beter bij bepaalde versterkermodellen passen. In de Manual-mode worden de “fysieke”
instellingen van Drive, Bass, Mid, Treble, Presence, Channel Volume en Reverb gehanteerd (dus
niet de opgeslagen waarden die misschien niet eens overeenkomen met de standen van de regelaars.
Meer details hierover vind je in hoofdstuk 5.
CAB/A.I.R.-knop (zie ver-
XT wat beter kent,
EFFECTS-
XT.
Page 21
Bedieningsorganen & aansluitingen
16 SELECT—De PODXT biedt 128 geheugens. Die zijn verdeeld over 32 banken à 4
geheugens. (De geheugenplaatsen worden met A, B, C en D aangeduid.) De banken zou je
kunnen beschouwen als vierkanaalsversterkers – en die lijn wordt ook op de optionele pedalenbakken van Line 6 (FBV en FBV Shortboard) doorgetrokken. Meer details hierover vind
je in hoofdstuk 8.
De eerste 64 geheugens (de banken 1~16) bevatten bij levering al waanzinnig goede ampannex-effecten-instellingen (dankuwel, Line 6). De tweede groep van 64 (alias de banken
17~32) zijn voor je eigen creaties bestemd (je zou er echter ook de beste sounds van
www.CustomTone.com kunnen opslaan).
De geheugens van de POD
zen van een geheugen bewegen de regelaars niet. Zo zou
kunnen staan, terwijl de basparameter van het gekozen geheugen de maximumwaarde hanteert. Om de
aan de betreffende regelaar te draaien.
Om de geheugenwereld te verlaten en in de Manual-mode te werken moet je zorgen dat de
BASS-instelling (of een andere waarde) te veranderen hoef je echter maar
EDIT-knop niet oplicht en de knop onder MANUAL 18 in het display indrukken. In het
display verschijnt dan de boodschap “Manual Mode” om duidelijk te maken dat je nu
WYSIWYG (“what-you-see-is-what-you-get”) aan het werken bent: de standen van de
fysieke regelaars beantwoorden dan precies aan het geluid dat je hoort. Daar hebben we het
verderop over.
Als
EDIT, SAVE of TUNE/SYSTEM oplicht, dient de SELECT-regelaar voor het kie-
zen van displaypagina’s. Druk je op
genparameters instellen. Met
systeemparameters en
effectinstellingen, plus de MIDI-parameters. Aan de verticale “scrollbalk” links in het display kun je aflezen welke pagina momenteel geselecteerd is.
XT kun je met de SELECT-regelaar kiezen. Let wel: bij het kie-
BASS bv. op de minimumwaarde
EDIT, dan kun je de pagina’s met de effect- en geheu-
TUNE/SYSTEM heb je toegang tot de tuner- en
SAVE bevat de functies voor het aanpassen van de versterker- en
2• 5
17 Display—Het LC-display (liquid crystal display) van de PODXT is a.h.w. het “raam”
met zicht op alle beschikbare parameters. Ziehier hoe je via het display werkt:
1.Wanneer
in het display van de POD
“geheel” bevindt. Druk even op één van die knoppen om te achterhalen hoe die balk
er uitziet. Elk puntje vertegenwoordigt een displaypagina. Met de
kies je andere pagina’s – en de rechthoek springt naar de overeenkomstige plaats.
Kies je de eerste pagina, dan bevindt de rechthoek zich helemaal bovenaan. Roep je
de laatste pagina op, dan verschijnt de rechthoek helemaal onderaan de balk. Op en
neer. Op en neer. En toch hebben we het hier niet over geslachtsgemeenschap!
SAVE, EDIT of TUNE/SYSTEM oplicht, toont een “scrollbalk” links
XT waar de momenteel gekozen pagina zich binnen het
SELECT-regelaar
Page 22
Bedieningsorganen & aansluitingen
2.Onderaan elke displaypagina zie je telkens een aantal woorden. Die
vertegenwoordigen de dingen die je kunt instellen. Druk op de knop eronder en kies
met de
EFFECT TWEAK-regelaar de gewenste instelling.
2• 6
18 Softknoppen—De functies van deze knoppen verschillen naar gelang wat je net
aan het doen bent.
Als de EDIT-knop NIET oplicht, ziet het display er waarschijnlijk zo uit:
Druk op de softknop helemaal links om de MANUAL-mode te activeren. Druk op de tweede softknop van links om de opgeslagen instellingen van de toonregelaars op te roepen. Met
een druk op EDIT verlaat je die pagina weer. Druk op één van de twee rechtse softknoppen
om het GATE- c.q. EQ-effect in of uit te schakelen (in de afbeelding is het Gate-effect uit,
terwijl de EQ actief is). Door twee keer snel op de GATE- of EQ-knop te drukken roep je
de bijbehorende parameterpagina op. Eens je alles naar wens ingesteld hebt, moet je EDIT
weer uitschakelen.
Als de EDIT-knop WEL oplicht, kun je via de softknoppen de parameters kiezen wiens
instelling je wilt wijzigen. Zie hoofdstuk 4 voor meer details.
19 Effectknoppen—Hiermee kun je de effectblokken in- en uitschakelen (is een blok
actief, dan licht de bijbehorende knop op).
COMP schakel je de compressor in en uit.
• Met
STOMP schakel je het pedaaleffect (Stompbox) in en uit.
• Met
MOD schakel je het geladen modulatie-effect in en uit.
• Met
DELAY schakel je het DELAY-blok in en uit.
• Met
Druk de betreffende knop twee keer in om de effectparameters in te stellen en/of een ander
effecttype te kiezen. Ziehier een voorbeeld: druk twee keer op
pressor & Gate
de eerste
keer op
EDIT) om de Edit-mode weer te verlaten.
EDIT-pagina te gaan. Door twee keer op STOMP te drukken ga je naar
EDIT-pagina van de pedaaleffecten. Druk nog eens twee keer op die knop (of één
COMP om naar de Com-
Page 23
Bedieningsorganen & aansluitingen
20 CAB/A.I.R.—Door één keer op CAB/A.I.R. te drukken heb je toegang tot de spea-
kermodellen (Cab Models), kun je het microfoontype kiezen en de “akoestiek” van de
denkbeeldige studio bepalen. In tegenstelling tot de
EFFECTKNOPPEN kun je hiermee
echter niets in- of uitschakelen. Druk dus gewoon op deze knop en kies je speaker- en microfoonmodel. Gebruik je geen speakermodel, dan licht deze knop niet op.
21 SAVE—Om je eigen sounds in de interne geheugens van de PODXT op te slaan moet
je op deze knop drukken. Hoe het allemaal in z’n werk gaat, vind je in hoofdstuk 4, “Programmeren en opslaan van sounds”. Als je niet zo lang kunt wachten, vind je hier alvast
de basiswerkwijze:
Zolang je met een opgeslagen geluid van de POD
playregel het banknummer, de geheugenletter en de naam van die instellingen. Als je ook
maar aan één regelaar draait of een parameterinstelling op een
schijnt er links van het banknummer een sterretje. Zo weet je dat de huidige instellingen
niet meer met de opgeslagen versie overeenkomen. Die moet je dus opslaan, als de POD
ze moet onthouden.
Om de wijzigingen op te slaan moet je op de
wens te knipperen. Druk nog een keer op
SAVE om de nieuwe versie in het geheugen van
de oorspronkelijke instellingen (en dus onder dezelfde naam) op te slaan. Wil je vóór het
opslaan ook de naam wijzigen, dan moet je met de twee middelste softknoppen de gewenste
tekenpositie kiezen, vervolgens op de rechter softknop drukken en met de
TWEAK
-regelaar het teken instellen. Druk op de softknop onder DEST, kies met de
EFFECT TWEAK-regelaar een geheugen (A, B, C en D van één van de zestien banken)
en druk nog een keer op
SAVE. De indicator van deze knop stopt met knipperen, een balk-
je toont dat de data vastgelegd worden en de sound bevindt zich in het gekozen geheugen.
De instellingen, die zich daarvóór in dat geheugen bevonden, worden overschreven.
Eens je een sound hebt opgeslagen, kun je hem weer oproepen door gewoon aan de
SELECT-regelaar te draaien. (In hoofdstuk 8 kom je te weten hoe je geheugens met de
voet kunt kiezen.)
Zelfs als je momenteel niet met de instellingen van een POD
Manual-mode actief is– kun je de instellingen opslaan. Druk op SAVE, daarna op DEST,
kies met de EFFECT TWEAK-regelaar het geheugen van bestemming en druk tenslotte
nog eens op SAVE.
Wil je de instellingen toch niet opslaan, dan moet je op eender welke andere knop drukken.
(De Save-functie wordt tevens uitgeschakeld, als je niet binnen de 15 seconden na het
drukken op SAVE een geheugen kiest.) En geen nood, als je tijdens het opslaan een geheu-
XT werkt, verschijnen in de bovenste dis-
EDIT-pagina wijzigt, ver-
XT
SAVE-knop drukken. Die knop begint trou-
EFFECT
XT-geheugen werkt –omdat de
2• 7
Page 24
2• 8
Bedieningsorganen & aansluitingen
gen met een fabrieksgeluid hebt gekozen dat je eigenlijk wilde bewaren. Na op SAVE
gedrukt te hebben kun je namelijk ook een pagina kiezen waar je de fabrieksgeluiden weer
kunt oproepen. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 4.
Via de SAVE-knop kun je bovendien de versterkermodellen en Effect Setups naar je hand
zetten, zodat die bij het draaien aan AMP MODELS of EFFECTS meteen paraat staan.
Meer details hierover vind je in hoofdstuk 4.
22 EDIT—Druk op de EDIT-knop om toegang te hebben tot nog meer parameters. Als
de EDIT-knop oplicht, dient SELECT voor het selecteren van displaypagina’s met alle
parameters die in de geheugens kunnen worden opgeslagen. Op die pagina’s kun je de effectparameters instellen, een speaker- en microfoonmodel kiezen en een parameter aan de
EFFECT TWEAK-regelaar toewijzen. Meer details over het editen vind je in hoofdstuk 4.
23 TUNE/SYSTEM—Druk op deze knop om (roffel) de tuner te activeren. De bewer-
kingen van het versterkermodel en de effecten worden tijdelijk uitgeschakeld om je toe te
laten de snaren in een mum van tijd te stemmen.
Sla een snaar aan. Het display van de PODXT beeldt nu de herkende noot af. Alle noten
worden als mollen afgebeeld. In plaats van “G#” zie je dus bv. “Ab”. Sla de snaar nog eens
aan en draai aan de mechaniek. Het balletje in het display verschuift nu eveneens: naar
rechts als de snaar te hoog gestemd staat, naar links als ze te laag is. Als het balletje zich
precies in het midden bevindt, is de snaar helemaal juist gestemd. Druk nog een keer op de
TUNE/SYSTEM-knop van de POD
verdwijnen.
UNER BYPASS/VOLUME—In de regel hoor je de gespeelde noten tijdens het stemmen
T
niet. Als je dat echter prettiger vindt werken, moet je op de knop met de Mute-functie drukken en met EFFECT TWEAK “Bypass” selecteren.
TUNER REFERENCE—Heb je een andere referentiefrequentie nodig dan A= 440Hz?Zolang de Tuner-mode actief is, kun je op de knop “440Hz” drukken en met de EFFECT
TWEAK-regelaar een andere frequentie voor de POD
430~450Hz. Deze keuze wordt automatisch opgeslagen. Na inschakelen van de POD
hoef je ze dus niet telkens opnieuw in te stellen, als je de “ongewone” frequentie wilt aanhouden (bv. omdat de akoestische piano die hanteert).
XT om de bijbehorende displaypagina weer te doen
XT kiezen. Het instelbereik luidt
XT
Page 25
Bedieningsorganen & aansluitingen
24 TAP—De PODXT laat toe om de tijd of snelheid van de effecten instellen door
gewoon een aantal keren op deze knop te drukken. Om het tempo in te stellen hoef je TAP
maar in de maat van het gewenste tempo in te drukken. De effecten hanteren dan het nieuwe tempo. Op één van de laatste EDIT-pagina’s vindt je nog een Tempo-parameter die de
“getapte” waarde afbeeldt. Die parameter helpt je bovendien bij het instellen van precies de
juiste tempowaarde, wat met TAP niet altijd even eenvoudig is. In hoofdstuk 4 kom je te
weten hoe je ervoor zorgt dat de effecten de ingestelde tempowaarde hanteren.
2• 9
Page 26
Bedieningsorganen & aansluitingen
PODXT Pro
De volgende bedieningsorganen en connectors vind je enkel op de PODXT Pro.
2• 10
25 INPUT LEVEL—Kies de “Normal”-stand voor gitaren met passieve elektronica.
Als de CLIP-indicator 28 oplicht, is het niveau aan de ingang van de POD
Gebeurt dit bij jou maar al te vaak, dan zou je de PAD-instelling eens moeten activeren.
Daarmee zorg je namelijk dat de ingangscircuits ook “hetere” signalen (bv. van gitaren met
actieve elektronica, toetseninstrumenten e.d.) aankunnen. Bovendien verdient het aanbeveling om alles, wat niet meteen op een gitaar lijkt, op de 29 LINE LEVEL INPUT aan
de achterkant aan te sluiten. Dat is namelijk een symmetrische TRS-ingang. Via een aparte
CLIP-indicator in het display kom je te weten wanneer je de interne DSP lichtelijk aan het
verkrachten bent.
XT Pro iets “te”.
26 I/O & DIG SELECT—Druk op deze knop om je PODXT Pro te vertellen waarop
hij is aangesloten. Pas dan kan hij namelijk een optimaal signaal uitsturen. Verder vind je
hier de digitale audio-opties.
• Druk er één keer op om duidelijk te maken naar welke ingang de PODXT Pro moet luisteren en wat hij naar zijn digitale uitgangen moet uitsturen.
• Druk er nog eens op om de POD
XT Pro te verklappen of hij zich in een studio of op een
podium bevindt, of en hoe je de effectenlus wilt gebruiken en welke digitale apparaten je
op de POD
XT Pro aangesloten hebt.
• Met een derde druk verlaat je deze mode weer en keer je terug naar de daarvóór geselecteerde displaypagina.
27 SIGNAL—Deze indicator licht op, wanneer het ingangssignaal voldoende krachtig
is. Als je een op de POD
& DIG SELECT-knop drukken en kijken of je wel de juiste ingang geactiveerd hebt. (Deze
indicator licht overigens niet op, wanneer er audiosignalen via USB binnenkomen.)
XT Pro aangesloten signaalbron niet hoort, moet je op de 26 I/O
28 CLIP—Als deze indicator oplicht, is het ontvangen signaal te krachtig – en “te” is bij-
na altijd slecht… (Hij licht echter niet op, wanneer het USB-audiosignaal wat aan het
overdrijven is.) Verminder dan het volume van de gitaar of de signaalbron, die je op de
POD
XT Pro hebt aangesloten of maak gebruik van de Pad-instelling (25 INPUT LEVEL-
schakelaar). Voor andere signaalbronnen dan gitaar is er tevens…
Page 27
Bedieningsorganen & aansluitingen PODXT Pro
29 LINE LEVEL INPUT—Dit is een symmetrische (“gebalanceerde”) ingang voor
signalen die niet echt van een gitaar afkomstig zijn (bv. van een draadloos systeem). Deze
ingang kun je ook gebruiken voor “Re-amping”-toepassingen, d.w.z. de bewerking van een
droog opgenomen signaal met de POD
XT Pro tijdens de mix. Hiervoor moet je ook weer op
de 26 I/O & DIG SELECT-knop drukken en “Line Input” kiezen. De 27 SIGNAL-indicator op het frontpaneel licht op, wanneer er een signaal binnenkomt, en 28 CLIP vertelt
je wanneer de POD
XT Pro wordt overbelast.
30 UNPROCESSED GUITAR OUT—Deze connector kun je voor minstens
twee toepassingen gebruiken. Als je over een aparte 19”-tuner beschikt, kun je hem langs
deze weg aanspreken. De eigenlijke bestaansreden is echter dat je voortaan zelfs na de opname nog aan je gitaargeluid kunt sleutelen. Pro Tools- en Amp Farm-gebruikers doen dit al
een hele tijd. En jij kunt dat nu ook…
Hoe moet dat dan? Je neemt een onbewerkt gitaarsignaal op. Later (d.w.z. tijdens de mix)
stuur je het signaal van het betreffende spoor naar de 29 LINE LEVEL INPUT van je
POD
XT Pro, je kiest een versterkermodel, je stelt de effecten in en je zorgt dat het geluid
precies bij de sfeer van de song past.
Anderzijds weten we allemaal dat het inspelen van een partij met een foute (of helemaal
geen) sound maar niks is. Ken je ook, niet waar? Ik bedoel… wie kan er in hemelsnaam een
dijk van een solo neerzetten, wanneer de gitaar kurkdroog en totaal “anders” klinkt? Maar
dat hoeft ook helemaal niet. Je kunt namelijk ook tijdens de opname een rake sound instellen – de POD
ken, terwijl je het signaal van de andere opneemt. Indien nodig, kun je natuurlijk ook het
bewerkte en het “gewone” signaal samen (maar wel op aparte sporen) opnemen, wat dan
nóg meer opties tijdens de mix biedt. Zie blz. 3•14 voor meer details.
De digitale uitgangen van de POD
bespaart namelijk twee conversies. De parameter waarmee je dit instelt bereik je via de
26 I/O & DIG SELECT-knop.
XT Pro heeft immers twee soorten uitgangen, waarvan je één kunt uitverster-
XT Pro kunnen het droge signaal eveneens uitsturen – dat
2• 11
31 32 EFFECT SEND & RETURN—De effectenlus is voor apparaten met Line-
niveau bedoeld (met name 19” multi-effectprocessors), maar niet geschikt voor effectpedaaltjes (die sluit je sowieso tussen het instrument en de POD
de L-aansluitingen, wanneer de effectenlus (Send & Return) mono moet zijn. Druk op 26 I/O & DIG SELECT-knop en stel via het display in of de lus in serie of parallel met de overige signalen moet lopen. Kies je voor een seriële verbinding, terwijl je geen signaalbron op
de RETURN-connector van de POD
XT Pro aansluit, dan is dat hoegenaamd geen ramp: je
blijft de overige signalen horen. Zie 3•12 voor meer details.
XT Pro aan). Gebruik enkel
Page 28
2• 12
Bedieningsorganen & aansluitingen
33 UNBALANCED ANALOG OUT—De displaypagina’s, die je via de 26 I/O
& DIG SELECT-knop bereikt, laten o.m. toe om te bepalen of deze uitgangen voor de
“Studio” of “Live” moeten dienen. In de “Studio”-mode sturen ze signalen met een niveau
van –10dBV uit. In de “Live”-mode wordt de speakersimulatie niet gebruikt, omdat ervan
wordt uitgegaan dat je op de bühne een versterker gebruikt. Welke optie je ook kiest: met
de 4 OUTPUT-regelaar op het frontpaneel kun je het uitgangsvolume van deze aansluitingen bepalen. Bij monogebruik maakt het niet uit welke van de twee uitgangen je aansluit.
34 BALANCED ANALOG OUT—De displaypagina’s, die je via de 26 I/O &
DIG SELECT-knop bereikt, laten je o.m. toe om te bepalen of deze uitgangen voor de
“Studio” of “Live” moeten dienen. In de “Studio”-mode sturen ze signalen met een niveau
van +4dBu uit. In de “Live”-mode kun je –10dBV-signalen naar de PA e.d. uitsturen. De
4 OUTPUT-regelaar op het frontpaneel heeft geen invloed op de “Live”-signalen, die via
deze connectors naar buiten worden gestuurd. Het voordeel daarvan is dat je het volume op
de bühne kunt veranderen zonder het signaal voor de PA te beïnvloeden.
35 GROUND—Met deze schakelaar kun je de massa van de symmetrische XLR-uitgan-
gen van de POD
met brom, die bij een verbinding met een ander geaard apparaat kan optreden.
XT Pro afkoppelen. Zoiets kan handig blijken, wanneer je te kampen hebt
36 AES/EBU & S/PDIF—Deze connectors zenden en ontvangen digitale audiosigna-
len. Op de 26 I/O & DIG SELECT-pagina’s kun je bepalen welke connectors, welke sam-
plingfrequentie en welke resolutie (“bits”) je gaat hanteren. De digitale en analoge
ingangen (c.q. digitale en analoge uitgangen) kun je overigens samen gebruiken. Het is zelfs
mogelijk om signalen met een andere samplingfrequentie en/of resolutie naar een digitale
ingang van de POD
De POD
XT Pro heeft geen aparte Wordclock-aansluiting, maar hij kan het betreffende syn-
chronisatiesignaal wel uit de signalen puren, die hij via een digitale ingang ontvangt – zelfs
wanneer de POD
digitale uitgang van bv. je mengpaneel op de S/PDIF-ingang van de POD
en op de 26 I/O & DIG SELECT-knop drukken. Zet de FORMAT-parameter vervolgens
op MATCH SPDIF – en de POD
paneel. De POD
maat aanpassen.
XT Pro te sturen dan zijn digitale uitgang hanteert.
XT Pro alleen een analoog ingangssignaal bewerkt. Je kunt dan ook een
XT Pro aansluiten
XT Pro hanteert het Wordclock-signaal van het meng-
XT Pro kan zijn digitale uitgangssignalen trouwens aan het ontvangen for-
Page 29
En dan nu… muziek De basisbeginselen
ENDANNU… MUZIEK
De cijfers in de zwarte vakjes verwijzen naar de legenden op de uitvouwbare laatste pagina.
De POD
aansluit. Hij staat op het podium net zo zijn mannetje als in de nabijheid van de meest
onbetaalbare studioapparatuur. (Dit laatste vinden we allemaal leuk, nietwaar?) Je moet
echter wel een aantal dingen instellen, en dat gaan we in de volgende drie alinea’s uit de
doeken doen:
XT zorgt altijd voor een dijk van een geluid – het maakt dus niet uit waarop je hem
De PODxt in de studio
De PODxt in het livecircuit
Configureren en aansluiten van de PODxt Pro
Maar eerst zijn er nog…
De basisbeginselen
1.Sluit het netsnoer (van de bijgeleverde adapter) aan op een stopcontact en
vervolgens op de POD
2.Sluit je gitaar aan op de INPUT-connector van de POD
POD
XT Pro) 2.
3.POD
XT: Sluit de uitgangen van de PODXT aan op het apparaat waar hij zijn signalen
naartoe moet sturen. De 5 LEFT & RIGHT OUTPUT-connectors zijn van het
symmetrische 1/4” TRS-type (Tip/Ring/Sleeve) die je zonder meer op symmetrische
apparaten met een ingangsgevoeligheid van +4dBu kunt aansluiten. Niets belet je
echter om gewone gitaarkabels (mono) te gebruiken en ze op –10dBV-ingangen aan
te sluiten. Als je de POD
RIGHT-uitgang op het externe apparaat aan te sluiten.
XT.
XT (GUITAR IN van de
XT in mono wilt gebruiken, hoef je enkel de LEFT- of
3• 1
POD
XT Pro: Kies één van de twee uitgangsparen. Meer details over het verschil
tussen die twee vind je in het derde deel van dit hoofdstuk. Druk op de 26 I/O & DIG SELECT-knop en kies “Guitar” (of een ander signaaltype) als ingangssignaal.
Page 30
En dan nu… muziek
De PODXT in de studio
PODXT Pro-gebruikers moeten meteen naar “Configureren en aansluiten van de PODxt
Pro” aan het einde van dit hoofdstuk gaan.
Voor het werken met de USB-poort heb je de POD
dan kun je namelijk met Line 6 Edit (Mac/Windows) of GuitarPort (Windows) werken.
XT USB-driver nodig (www.line6.com). Pas
3• 2
Waar moet het signaal naartoe?
De PODXT moet weten waar zijn uitgangssignaal naartoe gaat om het optimaal te kunnen
voorbereiden. Druk op de 23 TUNE/SYSTEM-knop en draai de 16 SELECT-regelaar
naar rechts om de “What are you connecting to?”-pagina te selecteren.
Druk op de softknop onder DEST en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar de “Stu-dio: Direct”-mode. In deze mode is de unieke A.I.R. II-DSP van Line 6 actief, zodat je naast
opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrakteerd wordt. Eén
en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker wilt werken.
De DEST-instelling wordt opgeslagen, zodat je de POD
XT na het inschakelen niet telkens
opnieuw hoeft in te stellen. Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen,
als je op zekere dag tijdelijk met een andere instelling moet werken. Sluit je een hoofdtelefoon aan op de POD
XT, dan wordt DEST automatisch op “Studio: Direct” gezet. Op die
manier klinkt de handel zelfs in je hoofdtelefoon te gek.
Het fijne over een goed geluid
Als je de PODXT op een multitrack, mengpaneel of ander apparaat aansluit, moet je altijd
diens Line-ingangen kiezen – dus nooit de MIC- of gitaaringang. Enkel dan is de signaal/
ruis-verhouding (veel gitaar en weinig ruis) van de POD
apparaten zijn met gecombineerde MIC/Line-ingangen en een Gain/Trim-regelaar uitgerust. Met deze laatste stel je de ingangsgevoeligheid in. Als je de POD
ingangen aansluit, moet je de Gain-regelaar op de minimumwaarde en de 4 OUTPUT- en
11 CHAN VOL-regelaars van de POD
XT op de maximumwaarde zetten. Als het externe
apparaat nog twee vrije line-ingangen heeft, moet je die gebruiken, omdat het geluid dan
waarschijnlijk beter is dan bij gebruik van de trimregelaar e.d.
XT namelijk optimaal. Sommige
XT op dergelijke
Page 31
En dan nu… muziek De PODXT in de studio
Niveau-instellingen
Eerst en vooral moet je op de PODXT de benodigde sound kiezen, heel luid spelen en
11 CHAN VOL zo ver opendraaien tot de CLIP-indicator net niet in het display van de
POD
XT verschijnt. Speel nu met de OUTPUT-regelaar van de PODXT en de betreffende
niveauregelaar op het externe apparaat om te zorgen dat de POD
volume hanteert, maar geen ongewenste vervorming veroorzaakt. Het apparaat zorgt zelf
wel voor overtuigende vervorming – daarvoor heb je dus geen externe hulp nodig.
TIP: Waarschijnlijk wil je dat al je favoriete sounds lekker hard staan,
terwijl de verschillen tussen cleane en scheurgeluiden niet oorverdovend
groot mogen zijn. Juist? Om zo’n harmonisch geheel te bereiken, moet
je beginnen met je favoriete “clean”-sounds. Stel hun CHAN VOLwaarde zo hoog in dat de CLIP-indicator in het display van de POD
net niet verschijnt, ook al trek je bijzonder hard aan de snaren. Kies
vervolgens de scheurgeluiden en vergelijk het volume ervan met dat van
de “nette sounds”. Daarna kun je dan het volume van de “smerige”
geluiden instellen. Dat moet je vergelijken met het volume van de
“cleane” sounds en eventueel aanpassen. In de regel moet je voor
scheurgeluiden een lagere CHAN VOL-waarde kiezen. Daarna kun je je
dan beperken tot het oproepen van de benodigde POD
eventueel de OUTPUT-waarde wat bijsturen. De onderlinge balans van
de verschillende sounds zal echter perfect zijn.
XT het maximaal mogelijke
XT
XT-geheugens en
3• 3
Stralingsgevaar
Je zal er snel achter komen dat er –met name bij gebruik van singlecoil-elementen– ruis of
brom kan optreden, wanneer je in de buurt van een computerscherm met beeldbuis (CRT)
staat te spelen. Dergelijke schermen bevatten tenslotte speciale straalpistolen die de hele
dag fotonen op je zitten af te vuren. Gitaarelementen ontvangen en versterken de elektromagnetische velden van dat soort schermen en “vertalen” die in onprettige ruis-met-brom.
Zoiets kun je trouwens heel gemakkelijk voorkomen door iets verder van de CRT-monitor
vandaan te gaan staan of je gitaar gewoon een andere kant uit te draaien. Zit je in een piepkleine studio te werken, dan is dat misschien niet mogelijk. Doe dan gewoon het volgende:
stel alles in voor de opname, spoel eventueel terug en schakel het scherm uit. Start de opname, doe je ding en stop de opname weer. Schakel het scherm weer in en luister naar je bromvrije gitaarpartij. Zo kun je de brom namelijk niet opnemen. Tussen haakjes: flatscreen
LCD-schermen hebben niet zo snel de neiging om de rust te verstoren. En als je nog steeds
een valabel excuus zoekt om eindelijk voor de bijl te gaan… Een Variax-gitaar van Line 6
heeft geen problemen met dergelijke interferenties. Ze bevat namelijk geen magnetische
pickups.
Page 32
3• 4
En dan nu… muziek
Werken met pedalen
Voor de PODXT bestaan er twee optionele pedalenbakken waarmee je nóg efficiënter kunt
werken: de Line 6 FBV en het FBV Shortboard. Daar komen we later uitvoerig op terug.
Toch willen we je hier al vertellen dat ze toelaten om de geheugens van de POD
zen, het tempo voor de effecten te “tappen”, de tuner te activeren – en dat ze een WahWahen/of volumepedaal bieden. De pedalenbak moet je op de 6 PEDAL-connector van de
POD
XT aansluiten. Onthoud goed dat de PODXT geen Floor Board of FB4 van Line 6
ondersteunt.
MIDI-rockjes
Als je op zoek bent naar een omvattende controle van je geluid (en wie is dat niet?), moet
je ook de MIDI-functies van de POD
ingesteld. Via MIDI kun je de geheugens van de POD
beïnvloeden (handig voor het automatiseren van de POD
dan hoegenaamd niets meer. Geef ons een warm applaus… Hoe dit allemaal in z’n werk gaat
doen we in hoofdstuk “MIDI” uit de doeken.
XT gebruiken. Alles kan namelijk ook via MIDI worden
XT kiezen en parameters in realtime
XT). Zoals je zal zien, ontgaat je
XT te kie-
Page 33
En dan nu… muziek De PODXT in het livecircuit
De PODXT in het livecircuit
PODXT Pro-gebruikers moeten meteen naar “Configureren en aansluiten van de PODxt
Pro” aan het einde van dit hoofdstuk gaan.
Opstelling
Tijdens een optreden moet de PODXT zich waarschijnlijk in je buurt bevinden. De eenvoudigste manier om dat te doen is door een optionele microfoonstand-/versterkeradapter voor
de POD
je dat ding tevens kopen. Onbeschofte sluipreclame? Nou ja, die adapter is echt een hebbeding voor de POD
En jawel: er bestaat ook een prachtige tas voor de POD
de van de commercial, vervolg van het educatieve luik:
De slimste aanpak
Voor het livegebruik biedt de PODXT verschillende opties. Je zou de PODXT-uitgangen bv.
direct op de PA (of zanginstallatie) kunnen aansluiten. Het voordeel daarvan is dat je geen
versterker nodig hebt en dat de geluidsman één microfoon minder moet uitpakken. Bovendien is de kans op terugkoppeling vrijwel nihil. Een andere mogelijkheid is het aansluiten
van de POD
en diens uitgang op de ingang van een gitaarversterker aansluiten. De PODXT doet dan
dienst als veelzijdig effectapparaat. Welke optie je ook kiest: je moet altijd zorgen dat de
POD
XT te gebruiken. Meer details daarover vind je op de website van Line 6. Daar kun
XT: daarmee zorg je namelijk dat je hem altijd binnen handbereik hebt.
XT die je gewoon moet hebben… Ein-
XT op een eindtrap met speakerkasten. Tevens kun je je gitaar op de PODXT
XT weet wat je van plan bent. Dat gaan we zo meteen uit de doeken doen.
3• 5
Waar moet het signaal naartoe?
Die (virtuele) vraag van de PODXT kun je op drie manieren beantwoorden. Kies altijd het
juiste antwoord om te zorgen dat je kleine vriend precies doet wat je ervan verwacht. Druk
op de 23 TUNE/SYSTEM-knop en kies met de 16 SELECT-regelaar “What are you connecting to?”.
STUDIO DIRECT—Wanneer je de PODXT direct op de PA aansluit of een In-ear-sy-
steem mag gebruiken, moet je op de softknop onder DEST drukken en met de
14 EFFECT TWEAK-regelaar STUDIO DIRECT kiezen. Het geluid is dan altijd
“fentaaastisch”. In deze mode is de unieke A.I.R.-signaalbewerking van Line 6 actief, zodat je naast opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrak-
Page 34
3• 6
En dan nu… muziek
teerd wordt. Eén en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker
wilt werken. Plus: nu kun je net zo hard gaan als de PA zelf – en je weet zeker dat het
publiek je ook hoort!
LIVE 2x12 & LIVE 4x12—Kies één van deze instellingen, wanneer je via een combo-
versterker, een top met speakers of een eindtrap met speakers gaat. Dan worden de microfoon- en “ambience”-bewerkingen van het A.I.R.-systeem niet gebruikt, terwijl de
speakermodellen speciaal voor je externe versterker worden “omgevormd”. En dan is er
nog…
VIBE—Heb je een LIVE-mode gekozen, dan kun je op de softknop 18 onder VIBE
drukken en met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar een instelling kiezen, die het geluid
optimaal op het ontvangende apparaat afstemt.
Opmerking: Wanneer je de POD
XT op een gitaarversterker aansluit (en dus geen stu-
diomonitors of hoofdtelefoon gebruikt), moet je goed in de gaten houden dat de gekozen
versterker-/speakercombinatie een grote invloed op het geluid heeft. Zowel de LIVE- als
de VIBE-instelling zijn enkel aanbevelingen. Probeer dus ook andere dingen uit tot je
precies “de” sound gevonden hebt.
BOSE PS1—Kies deze instelling, wanneer je een PS1 Cylindrical Radiator™-systeem
van Bose gebruikt. Deze mode is speciaal afgestemd op dat innovatieve geluidssysteem.
Nieuwsgierig geworden? Zie dan www.bose.com.
De POD
XT onthoudt de DEST- en VIBE-instelling. Je hoeft ze dus maar één keer uit te
voeren. Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen, als je op zekere dag
tijdelijk met een andere instelling moet werken.
De juiste sound voor de juiste versterker
Als je de PODXT op een combo aansluit, zet je de toonregeling van deze laatste het best
eerst “neutraal”. Maar wat is “neutraal”? Als je versterker over één volumeregelaar beschikt,
moet je die zo instellen dat het geluid “clean” blijft. Dan heeft de versterker namelijk de
minste invloed op het POD
me-regelaar, dan moet je de twee regelaars zo instellen dat het Master Volume niet vervormt (het geluid moet “clean” blijven). Hoe je de regelaars moet instellen, verschilt naar
gelang de gebruikte versterker. In de regel moet het ingangsvolume echter zachter staan dan
het Master Volume. Als de toonregeling van de amp “passief” uitgevoerd is, moet je de
MIDDLE-regelaar op de maximale waarde en TREBLE en BASS op nul zetten (op de meeste gitaarversterkers heeft de toonregeling dan geen invloed meer op het geluid). In het geval
van een actieve toonregeling moet je eventueel anders te werk gaan. Ook in dat geval is het
XT-geluid. Beschikt je versterker tevens over een Master Volu-
Page 35
En dan nu… muziek De PODXT in het livecircuit
van groot belang dat de versterker niet vervormt en het PODXT-signaal zo weinig mogelijk
beïnvloedt. Eens je dit hebt ingesteld, kun je het geluid eventueel nog wat bijkleuren. Zet
de OUTPUT-regelaar van de POD
XT op een waarde waarbij de ingang van de versterker
net niet overstuurt.
Als de versterker een effectenlus heeft, die zich in de eindtrap bevindt, kun je de POD
XT
daarop aansluiten. Het voordeel van die aanpak is dat het geluid van de PODXT dan normaliter niet door de toonregeling van de versterker wordt beïnvloed. Als je voor de effectenlus gaat, moet je op de “What Are You Connecting To?”-pagina echter “Live 2x12” of
“Live 4x12” kiezen.
Externe effectpedalen en de PODXT
Je speelt misschien al even gitaar en je bezit dus het één of andere pedaal dat je niet meer
wilt missen. En misschien verander je ook na het horen van de perfecte effecten van de
POD
XT niet meteen van mening. Geen probleem! Als je dergelijke pedalen op de ingang
van de POD
afhangt van het Amp-model dat je op de POD
combinaties soms voor drastisch verschillende resultaten. Maar dat wist je natuurlijk al!
Sommige scheurpedalen zouden voor een iets te fel geluid kunnen zorgen, wanneer je ze op
een hoog volume de POD
vormertje te verminderen. De POD
gain kunt opvoeren. Bovendien bevat hij natuurlijk ook zelf STOMP-effecten.
XT aansluit, moet je echter goed onthouden dat het resulterende geluid sterk
XT kiest. Meer bepaald zorgen verschillende
XT in stuurt. Probeer dan eerst het uitgangsvolume van het ver-
XT bezit immers een DRIVE-regelaar waarmee je de
3• 7
Page 36
3• 8
En dan nu… muziek
Configureren en aansluiten van de PODXT Pro
Voor het werken met de USB-poort heb je de PODXT USB-driver nodig (www.line6.com). Pas
dan kun je immers met Line 6 Edit (Mac/Windows) of GuitarPort (Windows) werken.
Ingang kiezen
Druk één keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om de volgende pagina op te roepen.
Daar kun je de ingang kiezen en de digitale opties van de POD
Druk op de softknop helemaal links (onder INPUT) en kies één van de volgende opties:
GUITAR IN—Kies deze instelling, wanneer je de gitaar direct op de 2 INPUT/
GUITAR IN-connector aansluit. Deze instelling betekent dat er geen rekening wordt
gehouden met de audiosignalen die eventueel via de Line-ingang of de digitale ingangen
(achterpaneel) binnenkomen.
LINE IN—Kies deze optie, wanneer je een andere signaalbron dan een gitaar op de
29 LINE LEVEL INPUT van de POD
XT Pro hebt aangesloten. Deze instelling bete-
kent dat er geen rekening wordt gehouden met de audiosignalen die eventueel via de ingang op het frontpaneel of de digitale ingangen (achterpaneel) binnenkomen.
XT Pro instellen:
AES LEFT, AES RIGHT, AES L+R—Kies één van deze instellingen om een digitaal
36 AES/EBU & S/PDIF-kanaal als signaalbron te definiëren. De instelling AES L+R
betekent dat het linker en rechter AES-kanaal tot een monosignaal worden gecombineerd (de POD
XT Pro kan alleen monosignalen bewerken). Signalen, die via de analoge
ingangen (front- en achterpaneel) binnenkomen, worden niet bewerkt.
SPDIF LEFT, SPDIF RIGHT, SPDIF L+R—Kies één van deze instellingen om een
digitaal S/PDIF36-kanaal als signaalbron te definiëren. De instelling SPDIF L+R betekent dat het linker en rechter SPDIF-kanaal tot een monosignaal worden gecombineerd (de POD
XT Pro kan alleen monosignalen bewerken). Signalen, die via de analoge
ingangen (front- en achterpaneel) binnenkomen, worden niet bewerkt.
Page 37
En dan nu… muziek Configureren en aansluiten van de PODXT Pro
Opties voor de ingangen & digitale uitgangen
Druk één keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om de volgende pagina op te roepen.
Daar kun je de ingang kiezen en de digitale opties van de POD
FORMAT—Samplingfrequentie, resolutie (aantal bits) en Wordclock-synchronisatie
Druk op de softknop onder FORMAT en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar
de gewenste combinatie van de resolutie (16, 20 of 24 bit) en samplingfrequentie (44.1,
48, 88.2 of 96kHz). In dit geval hanteert de POD
XT Pro zijn interne clocksignaal voor
de gekozen samplingfrequentie.
Je kunt echter ook MATCH AES IN of MATCH SPDIF IN als FORMAT kiezen.
Dat betekent dan dat de POD
XT Pro de samplingfrequentie van een extern apparaat
overneemt en hetzelfde frequentie-/bitformaat voor zijn digitale uitgangen hanteert.
Synchronisatie met externe apparaten: Welke ingang je ook kiest (zelfs al gaat het
om de analoge GUITAR IN of LINE IN) – je kunt altijd MATCH AES IN of
MATCH SPDIF IN voor FORMAT instellen om te zorgen dat de POD
tern Wordclock-signaal volgt. Je kunt dan ook een digitale uitgang van bv. je mengpaneel op een digitale ingang van de POD
FORMAT kiezen om te zorgen dat de POD
XT Pro aansluiten en die aansluiting via
XT Pro precies dezelfde resolutie en sam-
plingfrequentie hanteert als de overige digitale apparaten. Te gek, toch?
XT Pro instellen:
XT Pro een ex-
3• 9
Page 38
3• 10
En dan nu… muziek
MODE—‘Normal’ of ‘Dry Guitar’
Druk op de softknop onder MODE en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar
NORMAL (signaal met versterker-, speaker-, microfoon- en effectemulatie voor de di-
gitale uitgangen) of DRYGTR (alleen het onbewerkte gitaarsignaal voor de digitale uitgangen). Op blz. 3•14 kom je te weten waarom zoiets handig kan zijn.
GAIN—Hoger uitgangsniveau voor de digitale uitgangen
Druk op de softknop onder GAIN en verhoog het uitgangsniveau van (alleen) de digitale uitgangen met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar (maximaal 12dB), indien nodig.
Dat zou je kunnen gebruiken voor signalen met weinig of geen vervorming, die eventueel wat te stil zijn.
Dit is een gevaarlijk speeltje! Nou ja, echt gevaarlijk is het niet, maar je moet wel het
volgende onthouden: Als je het droge gitaarsignaal via een digitale uitgang naar de recorder e.d. uitstuurt om achteraf gebruik te kunnen maken van de “Re-amping”-werkwijze (wanneer de PODXT Pro in het digitale domein wordt aangestuurd), mag je het
niveau NIET wijzigen – houd dus gewoon “+0dB” aan. Bovendien moet je zorgen dat
het weergavesignaal, dat je achteraf weer naar een digitale ingang van de POD
stuurt, hetzelfde niveau heeft als tijdens de opname. Deze tip kun je behartigen of gewoon negeren. In het tweede geval moet je echter beseffen dat het “Re-amping”-signaal
achteraf met een hoger niveau bij de POD
Dat zou ertoe kunnen leiden dat de POD
te weinig vervorming hoort. Dit gezegd zijnde… misschien ontdek je net door het ánders
te doen nieuwe toepassingen die eventueel nog leuker zijn. Zie echter ook blz. 3•14 voor
meer details.
XT Pro
XT Pro binnenkomt dan tijdens de opname.
XT Pro plots niet meer “clean” is c.q. dat je net
Page 39
En dan nu… muziek Configureren en aansluiten van de PODXT Pro
Waar moet het signaal naartoe?
Die (virtuele) vraag van de PODXT Pro kun je op drie manieren beantwoorden. Kies altijd
het juiste antwoord om te zorgen dat je kleine vriend precies doet wat je ervan verwacht.
Het gesprek komt op gang, zodra je twee keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop drukt.
Dan verschijnt namelijk de vraag “What are you connecting to?”.
STUDIO: DIRECT—Wanneer je de PODXT Pro direct op de PA aansluit of een In-
ear-systeem mag gebruiken, moet je op de softknop onder DEST drukken en met de
14 EFFECT TWEAK-regelaar STUDIO: DIRECT kiezen. Het geluid is dan altijd
“fentaaastisch”. In deze mode is de unieke A.I.R.-signaalbewerking van Line 6 actief, zodat je naast opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrakteerd wordt. Eén en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker
wilt werken. Plus: nu kun je net zo hard gaan als de PA zelf – en je weet zeker dat het
publiek je ook hoort!
LIVE: 2x12 & LIVE: 4x12—Deze modes zijn geschikt voor het gebruik van een eind-
trap waarop je gitaarspeakers hebt aangesloten. Dan worden de microfoon- en “ambience”-bewerkingen van het A.I.R.-systeem niet gebruikt, terwijl de speakermodellen voor
je externe versterker (via de 1/4”-connectors) speciaal worden “omgevormd”. De XLRuitgangen bieden een bijkomende processing voor het simuleren van het geluid dat bij
gebruik van gitaarspeakers ontstaat. Dat signaal kun je dus direct naar de PA of de studiotafel uitsturen.
3• 11
BOSE PS1—Kies deze instelling, wanneer je een PS1 Cylindrical Radiator™-systeem
van Bose gebruikt. Deze mode is speciaal afgestemd op dat innovatieve geluidssysteem.
Nieuwsgierig geworden? Zie dan
WWW.BOSE.COM. In deze mode mag je alleen de
XLR-uitgangen op het Bose-systeem aansluiten. (De 1/4”-uitgangen sturen in dit geval
namelijk geen geschikt signaal naar buiten.)
De POD
XT Pro onthoudt de DEST-instelling. Je hoeft ze dus maar één keer te maken.
Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen, als je op zekere dag tijdelijk
met een andere instelling moet werken.
Page 40
En dan nu… muziek
FX Loop
Druk op de softknop onder FX LOOP en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar
SERIES of PARALLEL voor de effectenlus.
3• 12
Door LOOP op SERIES te zetten zorg je dat de POD
XT Pro het volledige signaal naar de
externe effectprocessor uitstuurt en dat die combinatie extern bewerkt en weer ingelust
wordt. Schakel je de externe processor uit of zet je zijn uitgangsvolume op “0”, dan hoor je
helemaal niets meer. Met de MIX-regelaar van het externe effectapparaat moet je dan
instellen hoe luid het “pure” POD
Zet je LOOP daarentegen op PARALLEL, dan stuurt de POD
XT Pro-signaal achteraf nog mag zijn.
XT Pro een kopie van zijn
signaal naar de effectprocessor, die op de terugweg bij de interne signalen wordt gevoegd.
Sommige muzikanten vinden dit prettiger werken, omdat dan maar een deel van de geprogrammeerde sound extern wordt bewerkt, wat tot een bijkomende “kleuring” leidt en niet
noodzakelijk het complete signaal verandert. Bij parallel gebruik moet je de MIX-regelaar
van het externe effectapparaat echter op “100%” (“Wet”) zetten. De balans tussen het
POD
XT Pro- en het extern bewerkte signaal moet je vervolgens instellen door het uitgangs-
volume van de externe effectprocessor te variëren.
LET OP: Bij gebruik van een parallel lopende externe effectprocessor zou er sprake kunnen zijn van een “vreemd” signaal. Dit ligt in de regel aan een faseverschuiving tussen
het terugkomende signaal en dat van de POD
XT Pro zelf. Voor galm- en delay-effecten
kun je dit opvangen door de MIX-regelaar van het externe apparaat op “100%” (“Wet”)
te zetten. Werk je echter met een extern modulatie-effect (chorus, phaser, flanger enz.),
dan valt dat wel op, omdat de externe processor dan ook een deel van het onbewerkte
signaal terugstuurt. Voor dit soort effecten kies je dan ook het best een seriële verbinding van de effectenlus.
Indien nodig, kun je de lus met een optionele FBV-pedalenbak of de “Loop On/Off”-parameter (op één van de laatste EDIT-pagina’s) in-/uitschakelen. De status wordt samen met
de overige instellingen opgeslagen, zodat de lus bij het oproepen van het betreffende geheugen automatisch wordt in- of uitgeschakeld.
Page 41
En dan nu… muziek Configureren en aansluiten van de PODXT Pro
AES/EBU of toch liever S/PDIF?
De AES/EBU- en S/PDIF-uitgangen van de PODXT sturen altijd hetzelfde signaal uit, maar
wel volgens een verschillende standaard. De “enen” en “nullen” van het AES/EBU- en S/
PDIF-formaat werken bijna op dezelfde manier – maar niet helemaal.
Omdat de digitale uitgangen van de PODXT Pro hetzelfde signaal zenden, is er een
DIGOUT-parameter waarmee je kunt beslissen of de uitgestuurde data het S/PDIF-, dan
wel het AES/EBU-formaat moeten hanteren. De meeste digitale apparaten kunnen beide
formaten aan, ook al komen die via de “foute” ingang binnen. Wil je echter op zeker spelen,
dan moet je hier duidelijk maken wat je naar de externe digitale ontvanger wilt sturen:
Stralingsgevaar
Je zal er snel achter komen dat er –met name bij gebruik van singlecoil-elementen– ruis of
brom kan optreden, wanneer je in de buurt van een computerscherm met beeldbuis (CRT)
staat te spelen. Dergelijke schermen bevatten tenslotte speciale straalpistolen die de hele
dag fotonen op je zitten af te vuren. Gitaarelementen ontvangen en versterken de elektromagnetische velden van dat soort schermen en “vertalen” die in onprettige ruis-met-brom.
Zoiets kun je trouwens heel gemakkelijk voorkomen door iets verder van de CRT-monitor
vandaan te gaan staan of je gitaar gewoon een andere kant uit te draaien. Als je echter in
een piepkleine studio zit te werken, is dat misschien niet mogelijk. Doe dan gewoon het volgende: stel alles in voor de opname, spoel eventueel terug en schakel het scherm uit. Start
de opname, doe je ding en stop de opname weer. Schakel het scherm weer in en luister naar
je bromvrije gitaarpartij. Zo kun je de brom namelijk niet opnemen. Tussen haakjes:
flatscreen LCD-schermen hebben niet zo snel de neiging om de rust te verstoren. En als je
nog steeds een valabel excuus zoekt om eindelijk voor de bijl te gaan… Een Variax-gitaar
van Line 6 heeft geen problemen met dergelijke interferenties. Ze bevat namelijk geen magnetische pickups.
3• 13
Page 42
3• 14
En dan nu… muziek
Werken met pedalen
Voor de PODXT Pro bestaan er twee optionele pedalenbakken waarmee je nóg efficiënter
kunt werken: de Line 6 FBV en het FBV S
HORTBOARD. Daar komen we later uitvoerig
op terug. Toch willen we je hier al even vertellen dat ze toelaten om de geheugens van de
POD
XT Pro te kiezen, het tempo voor de effecten te “tappen”, de tuner te activeren – en
dat ze een WahWah- en/of volumepedaal bieden. De pedalenbak moet je op de 6 PEDAL-
connector van de POD
Line 6 niet door de POD
XT Pro aansluiten. Onthoud goed dat een Floor Board of FB4 van
XT Pro wordt ondersteund.
MIDI-rockjes
Als je op zoek bent naar een omvattende controle van je geluid (en wie is dat niet?), moet
je ook de MIDI-functies van de POD
worden ingesteld. Via MIDI kun je de geheugens van de POD
in realtime beïnvloeden (handig voor het automatiseren van de POD
XT Pro gebruiken. Alles kan namelijk ook via MIDI
XT Pro kiezen en parameters
XT Pro). Zoals je zal
zien, ontgaat je dan hoegenaamd niets meer. Geef ons een warm applaus… Hoe dit allemaal
in z’n werk gaat doen we in het “MIDI”-hoofdstuk, uit de doeken.
Re-amping met de PODXT Pro
Stel je belangrijke beslissingen graag zo lang mogelijk uit? Dan heb jij een boodschap aan
de “Re-amping”-mogelijkheden van de POD
“droog” signaal opneemt en het pas tijdens de mix van de modelingbewerkingen voorziet
om een sound te kunnen gebruiken, die bij de sfeer van het betreffende nummer aansluit.
Zangers hanteren deze werkwijze al een hele tijd: ze horen m.a.w. galm tijdens de opname
van de zangpartij, omdat ze hun stem dan beter kunnen controleren, maar die galm wordt
niet opgenomen. Zo houd je alle opties open en zit je in de mix dus niet met een galm die
uiteindelijk compleet de mist ingaat. Zelfs als je deze werkwijze maar heel sporadisch wilt
toepassen, lijkt het een slim idee om toch een onbewerkt gitaarsignaal op een ander spoor
op te nemen. Het zou immers altijd kunnen gebeuren dat je het betreffende loopje nooit
meer kunt spelen, terwijl het eigenlijk niet gebruikt kan worden, omdat de sound van de
gitaar niet bij het nummer past.
XT Pro. Daarmee bedoelen we dat je een
Re-amping in het analoge domein
Net zoals altijd moet je de gitaar op de GUITAR IN-connector op het frontpaneel van de
POD
XT Pro aansluiten. Verbind de ANALOG OUT-connectors van de PODXT Pro met
de afluistering, de versterker e.d. om jezelf tijdens het spelen te horen. Speel een paar noten
om uit te vissen of het allemaal werkt. Dat zit al snor.
Page 43
En dan nu… muziek Re-amping met de PODXT Pro
Verbind de UNPROCESSED GUITAR OUT-connector nu met een analoge ingang
van je opnameapparaat en wijs die ingang toe aan het gewenste spoor. Dat onbewerkte signaal gaat op de band of de harde schijf en kan dus tijdens de mix van een compleet andere
sound worden voorzien. Als je wilt, kun je tevens de linker en rechter uitgang van de
POD
XT Pro op de recorder aansluiten en ook dat signaal (op andere sporen) opnemen.
Om het onbewerkte gitaarsignaal voor de sfeer tijdens de opname van wat “sound” te voorzien, moet je het “naakte” spoor naar de LINE IN-connector van de POD
XT Pro sturen.
Druk vervolgens op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om naar de volgende pagina te gaan:
Druk op de softknop onder INPUT en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar LINEIN. Nu bewerkt de POD
XT Pro het via LINE IN ontvangen signaal (van het spoor), terwijl
hij via UNPROCESSED GUITAR OUT het niet bewerkte gitaarsignaal naar de recorder
stuurt.
Je hoeft dus alleen nog de sound te kiezen die volgens jou bij het nummer past. Daarvan
blijft op de band/harde schijf niets over, omdat de bewerkingen van het versterker-, speaker- en de effectmodellen van de POD
XT Pro niet bij de recorder toekomen. Nu doe je dus
hetzelfde als een zanger: je hóórt een lekkere sound, maar je partij wordt wel droog opgenomen. Niet slecht, hé?
Tijdens de mix kun jij (of de producer) de gitaarpartij dan in alle vrijheid van de sound
voorzien die bij de sfeer van het nummer past. Doe dus maar een beetje meer DRIVE, kies
een ander choruseffect… en misschien zelfs een ander versterkermodel of een andere microfoonsound. Heb je de sound uiteindelijk te pakken, dan kun je die –via de linker of rechter
analoge c.q. digitale uitgang van de POD
XT Pro– op een vrij spoor opnemen.
3• 15
Page 44
3• 16
En dan nu… muziek
Re-amping in het digitale domein
In het volgende scenario nemen we twee gitaarsignalen op: de bewerkte versie via de analoge uitgangen van de POD
tale uitgang.
Sluit de gitaar aan op de GUITAR IN-connector op het frontpaneel van de POD
Verbind de ANALOG OUT-connectors van de POD
sterker e.d. om jezelf tijdens het spelen te horen. Speel een paar noten. Hoor je iets? Dat zit
al snor.
Druk één keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om de volgende pagina op te roepen,
als die nog niet wordt afgebeeld:
Druk op de softknop onder INPUT en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaarGUITAR IN. Zet MODE op DRYGTR. Verbind de AES/EBU- of S/PDIF-connector
van de POD
XT Pro met een digitale ingang van je recorder. Dat signaal hoef je tijdens de
opname niet in de hoofdtelefoon e.d. te horen. Uiteindelijk is dit maar een veiligheidskopie
die je misschien nooit nodig hebt (tenzij er, volgens de producer, iets in de “mix te fixen”
valt).
Ga even na of de GAIN-parameter op “+0dB” staat. Een grotere waarde zou namelijk betekenen dat de gitaar tijdens een eventuele nieuwe bewerking anders gaat klinken dan je wilt
(wegens een te “heet” signaal aan de ingang). De signaal/ruis-afstand verbeter je met een
grotere waarde namelijk nooit. Doe het dus niet!
De werkwijze luidt nu als volgt: het signaal van de analoge uitgangen wordt op twee sporen
opgenomen, en het niet bewerkte (digitale) signaal op een derde spoor. De monitoring en
het inprikken werken zoals altijd, alleen mag je maar het bewerkte signaal horen, terwijl er
telkens in drie sporen moet worden ingeprikt. Hoewel dit iets omslachtiger is, kan het uiteindelijk de redder in de nood blijken, als men je voorgestelde gitaarsound toch niet helemaal het einde vindt en er liever iets anders van bakt. En nu we het er toch over hebben…
XT Pro en een “veiligheidsversie” zonder processing via een digi-
XT Pro met de afluistering, de ver-
XT Pro.
Page 45
En dan nu… muziek Re-amping met de PODXT Pro
Om het digitale (droge) gitaarsignaal daadwerkelijk te kunnen gebruiken, moet je het
betreffende spoor met een digitale ingang van de POD
XT Pro verbinden en die ingang
(INPUT) selecteren. In het volgende voorbeeld hebben we AES LEFT gekozen:
Om niet voor verrassingen te staan moet je het spoorsignaal met nominaal niveau (geen
verandering) naar de POD
als tijdens de opname. Verbind de analoge of digitale uitgang(en) van de POD
XT Pro sturen. Dan heeft het namelijk precies hetzelfde volume
XT Pro met
je mengpaneel, stel het geluid naar wens in en mix je nummer.
3• 17
Page 46
3• 18
En dan nu… muziek
Page 47
Programmeren en opslaan van sounds Geheugens oproepen
PROGRAMMERENENOPSLAANVAN
SOUNDS
In dit hoofdstuk kom je het fijne te weten over het editen van de PODXT. Alles komt aan
bod: het laden en wijzigen van sounds en zelfs het aanpassen van de versterker- en effectmodellen die in de POD
lezen, omdat hier ook belangrijke tips en trucs aan bod komen – tenslotte willen we allemaal zo snel mogelijk puike resultaten boeken, nietwaar? Daarnaast kun je de POD
het Line 6 Edit-programma editen (zie www.line6.com) en je instellingen op de harde
schijf van je computer archiveren.
Geheugens oproepen
Als je de PODXT voor het eerst inschakelt, ziet het display er ongeveer als volgt uit:
Kies met de SELECT-regelaar het benodigde geheugen. De geheugens bevinden zich in 16
banken à 4 geheugenplaatsen: A, B, C & D. (In hoofdstuk 8 kom je te weten hoe je de
geheugens met de voet kiest en nog andere dingen zonder handen instelt!)
Draai zo lang aan de SELECT-regelaar tot je de benodigde sound vindt. Een beetje weinig
bas of scheur? Geen probleem! Draai gewoon aan de betreffende regelaar om dat te verhelpen. Naast de toonregeling, de VOLUME- en de REVERB-regelaar kun je ook de aan/uitknoppen van de effecten gebruiken. En met de EFFECT TWEAK-regelaar kun je de
instelling van de op dat moment belangrijkste effectparameter wijzigen.
XT zitten. Zelfs doorwinterde programmeurs moeten nu even verder
XT met
4• 1
Laden van een Effect Setup
De PODXT bevat een aantal voorgeprogrammeerde “Effect Setups” die je kunt selecteren
en zelf programmeren. Dergelijke “Effect Setups” zijn in wezen virtuele pedalenbakken, al
dan niet met bijkomende rackeffecten. De POD
EFFECTS-regelaar kunt selecteren. Draai daar nu even aan om de setups de revue te laten
passeren. Verderop kom je te weten hoe je zelf Effect Setups programmeert en voor later
gebruik kunt opslaan!
XT bevat 64 dergelijke setups die je met de
Page 48
4• 2
Programmeren en opslaan van sounds
Werkwijze voor het “editen”
Laten we nu kijken wat je moet doen om het geluid naar je hand te zetten. Tevens kom je
hier te weten hoe je zorgt dat de POD
knoppen en het display van de POD
editor-annex-computer meer nodig (wat op de originele POD wel nog het geval was).
Elk editingavontuur begint met het drukken op de EDIT-knop (indicator moet oplichten).
Draai vervolgens aan de SELECT-regelaar. Alles, wat je ooit aan je PODXT wilde veranderen, bevindt zich hier. Om de waarde van een afgebeelde parameter te wijzigen, moet je
op de softknop 18 eronder drukken en aan de EFFECT TWEAK-regelaar draaien. Om de
doorgevoerde wijzigingen in een geheugen op te slaan moet je op de SAVE-knop drukken.
Twee keer indrukken om sneller te werken
Wil je het MOD-effect wat bijregelen of een compleet ander DELAY-model kiezen? Dat
kan zonder meer. Druk gewoon twee keer op COMP, STOMP, MOD of DELAY om met-
een naar de eerste parameterpagina van het betreffende effectblok te gaan. Druk er nog eens
twee keer op om de Edit-mode weer te verlaten. (De CAB/A.I.R.-knop hoef je maar één
keer in te drukken om de EDIT-pagina op te roepen en weer te verlaten.)
Als de EDIT-knop NIET oplicht, zal je zien dat de twee rechtse softknoppen 18 “GATE”
en “EQ” (met een kadertje errond) heten. Druk één van beide twee keer in om meteen naar
de editpagina van het betreffende effect te springen. Druk op de EDIT-knop.
XT precies doet wat je ervan verwacht. De regelaars,
XT bieden toegang tot alle functies. Je hebt dus geen
Edit-menu
Als de EDIT-knop oplicht, verschijnt er links in het display van de PODXT een grafische
voorstelling van het EDIT-menu. Draai even aan de SELECT-regelaar. Je zal merken dat
het balletje links op de EDIT-pagina’s op en neer gaat. Dankzij deze “scrollbalk” weet je op
elk moment waar de gekozen EDIT-pagina zich bevindt.
Instellen van de versterkerregelaars
Zorg dat de EDIT-knop oplicht en draai de SELECT-regelaar zo ver naar links tot de eerste
EDIT-pagina in het display verschijnt. Die pagina vertelt je hoe de regelaars binnen het
gekozen geheugen ingesteld zijn. Ze ziet er als volgt uit:
Page 49
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu
In de bovenste regel zie je de naam van het gekozen versterkermodel. Draai nu aan de AMP
MODELS-regelaar. Zie je hoe de instellingen van de toonregeling veranderen? Die instel-
lingen passen volgens de Line 6-ingenieurs het best bij het betreffende versterkermodel.
Verderop kom je te weten hoe je die instellingen kunt wijzigen en voor-programmeren.
Kijk nog eens naar het display… zie je de “punten” naast de regelaars? Die verwijzen naar
de opgeslagen instellingen. Draai bv. eens aan de DRIVE-regelaar. Je zal zien dat het regelaaricoontje beweegt. Applaus! Het puntje bevindt zich echter nog steeds op dezelfde plaats.
Zo weet je altijd in welk opzicht de momenteel gehanteerde instellingen en de opgeslagen
versie van elkaar verschillen. Echt handig, toch?
Speaker- en microfooninstellingen (de A.I.R. van erkenning!)
Als de Amp-pagina nog steeds wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één stap
verder naar rechts te draaien (de betreffende pagina kun je ook selecteren door op de CAB/
A.I.R.-knop te drukken). Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Hier vind je alle geavanceerde A.I.R.-parameters die je toelaten om een ander speakermodel voor de geselecteerde amp te kiezen. Bovendien kun je hier een andere microfoon en opstelling selecteren.
Druk op de knop onder CAB en selecteer met de EFFECT TWEAK-regelaar een ander
speakermodel.
Je zou ook voor een ander microfoonmodel kunnen gaan en het volume van de “akoestiek”
kunnen veranderen. Druk op de knop onder MIC en selecteer met de EFFECT TWEAK-
regelaar een ander microfoonmodel. Druk op de knop onder ROOM en verander de “akoestiek”.
Via deze parameters kun je dus je complete “rig” veranderen zonder ook maar iets te sjouwen. Dit is te danken aan onze A.I.R.-technologie. We hadden het er al over: deze pagina
bereik je ook door één keer op de CAB/A.I.R.-knop te drukken.
4• 3
Page 50
4• 4
Programmeren en opslaan van sounds
Comp/Gate-parameters
Selecteer de “A.I.R.”-pagina en draai SELECT één klik verder naar rechts. (De betreffende
pagina bereik je ook door op de COMP-knop of de softknop 18 onder GATE te dubbelklikken, als de EDIT-knop niet oplicht.) Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Net zoals op de andere editpagina’s kun je een softknop 18 indrukken en vervolgens met de
EFFECT TWEAK-regelaar de waarde van de gekozen parameter wijzigen. In hoofdstuk 6
vind je het fijne over de Comp- en Gate-effecten.
Page 51
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu
EQ-parameters
Selecteer de pagina met de Comp/Gate-instellingen en draai de SELECTregelaar één klik
verder naar rechts. (De betreffende pagina bereik je ook door op de softknop 18 onder EQ
te dubbelklikken, als de EDIT-knop niet oplicht.) Welkom op de EQ-editpagina.
De 4 regelaaricoontjes links tonen de volume-instelling van de 4 frequentiebanden van de
semi-parametrische EQ binnenin de POD
ties, de regelaars rechts daarentegen op de hogere frequenties. Voor elke band kun je de kantelfrequentie en het volume instellen. De band helemaal links is een shelvingfilter voor de
bas, die alle frequenties onder de gekozen waarde beïnvloedt. De band helemaal rechts is
een shelvingfilter voor de hoge tonen, die alle frequenties boven de gekozen waarde beïnvloedt. De middelste twee regelaars zijn bandpasfilters, die enkel de frequentie rond de centrale waarde beïnvloeden. De momenteel geselecteerde band wordt iets vetter afgebeeld (zie
bv. de vierde band in de illustratie). Druk op één van de vier softknoppen links om de band
te kiezen (SELECT) die je wilt instellen.
Als je die twee softknoppen 18 samen indrukt en minstens een halve seconde ingedrukt
houdt, wordt de EQ weer “flat” ingesteld. Daarmee bedoelen wat dat het volume van alle
banden op “0” wordt gezet, terwijl elke band weer de voorgeprogrammeerde kantelfrequentie hanteert. Druk op de derde softknop van links en stel met de EFFECT TWEAK-rege-
laar de GAIN-waarde van de gekozen band in. Druk op de softknop helemaal rechts en stel
met de EFFECT TWEAK-regelaar de FREQ-waarde (kantelfrequentie) van de gekozen
band in. Terwijl je dit doet, kun je de twee rechtse softknoppen indrukken om het geluid
afwisselend mét en zónder EQ (zie de “EQ Bypassed”-boodschap in het display) te beluisteren. Zo weet je meteen of de sound inderdaad beter aan het worden is.
XT. De banden links slaan op de lagere frequen-
4• 5
Page 52
4• 6
Programmeren en opslaan van sounds
Instellen van de pedaaleffecten (Stomp)
Als de EQ-pagina nog steeds wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één stap
verder naar rechts te draaien (of twee keer op de STOMP-knop te drukken). Nu zie je de
Stompbox EDIT-pagina, die er ongeveer als volgt uitziet:
Net zoals bij alle andere effectblokken moet je op de knop helemaal links onder het display
drukken om een ander effectmodel te selecteren. Je zal ook zien dat het “Vetta Comp”model twee “regelaars” heeft: SENSITIVITY en LEVEL. Druk op de knop onder SENS en
wijzig de waarde met de EFFECT TWEAK-regelaar.
Voor bepaalde pedaaleffecten is er een tweede pagina, die je met de SELECT-regelaar
moet kiezen. In hoofdstuk 6 komen de verschillende Stomp-effecten uitvoerig aan bod.
MOD- en DELAY-instellingen
Draai de SELECT-regelaar naar rechts, als momenteel een STOMP-pagina wordt afgebeeld (je kunt ook op de MOD-knop dubbelklikken) om naar de MOD-editpagina te gaan.
Door nog een aantal keren aan SELECT te draaien of op de DELAY-knop te dubbelklikken ga je naar de DELAY-pagina’s. In wezen komt de werking van deze pagina’s overeen
met die van de overige effecten (en meer details over het MOD- en DELAY-effect vind je
in hoofdstuk 6). De betreffende pagina’s zien er ongeveer als volgt uit:
Delay Edit-pagina 1
Delay Edit-pagina 2
Page 53
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu
AMP/CABMODULATIONDELAY
Config
Met de CONFIG-parameter op deze pagina bepaal je of de processor zich vóór (PRE) of
achter (POST) het versterkermodel moet bevinden.
Ziehier een typische “routing” met een
MOD-effect in PRE- en een DELAYeffect in POST-positie:
Ziehier een ander voorbeeld met een MOD- en
DELAY-effect in PRE-positie:
Het signaalpad in de POD
XT ziet er als volgt uit (MOD, DELAY en volumepedaal):
AMP/CAB – A.I.R. IIDELAYMODULATION
4• 7
(alleen op de PODXT Pro)
Page 54
4• 8
Programmeren en opslaan van sounds
Instellen van het effecttempo
De Mod SPEED- en Delay TIME-parameter kun je ook op basis van een nootwaarde en het
tempo instellen:
1.Druk op de knop onder Delay TIME of MOD SPEED om de betreffende parameter
te selecteren.
2.Draai de EFFECT TWEAK-regelaar zo ver naar links tot je noten te zien krijgt
i.p.v. ms- of Hz-waarden. Kies de nootwaarde waarmee de TIME- of SPEEDinstelling moet overeenkomen.
3.Druk minstens twee keer op de TAP-knop om het tempo in te stellen. Het DELAY-
en/of MOD-effect lopen nu sneller of trager.
Als je voor het DELAY-blok bv. gepunte achtste noten kiest, verandert de TIME-waarde
als volgt:
Reverb-instellingen (galm)
Onze volgende halte op de speurtocht doorheen EDIT-land leidt ons naar de Reverb-pagina. Om hier te belanden moet je de SELECT-regelaar op de laatste DELAY EDIT-pagina
één clicks naar rechts draaien:
Hier kun je een ander galmmodel kiezen (de POD
XT bevat talrijke galmeffecten) en de bij-
behorende parameters instellen. Je vindt hier echter geen MIX-regelaar. De verhouding tussen “droog” en “effect” kun je immers met de 12 REVERB-regelaar instellen.
Page 55
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu
Wah- en Volume-parameters
Als de REVERB EDIT-pagina wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één klik
naar rechts te draaien om te zorgen dat de WAH- en VOLUME-parameters in het display
verschijnen. Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Laten we beginnen met de WahWah. De aan/uit-stand van de Wah wordt voor elk geheugen apart opgeslagen. Indien nodig, staat de WahWah dus bij laden van een dergelijk
geheugen meteen klaar. We doen er zelfs nog een schep bovenop: je kunt namelijk ook
bepalen in welke stand het WahWah-pedaal zich aanvankelijk moet bevinden: druk op de
knop onder POSI en draai gewoon aan de EFFECT TWEAK-regelaar.
En rechts op de Wah/Volume-pagina… Hier kun je bepalen waar het volumepedaal zich in
het signaalpad bevindt: PRE (vóór het versterkermodel) of POST (erachter). De MIN-
parameter slaat op het volume dat wordt gehanteerd, wanneer het volumepedaal zich in de
hoogste stand bevindt. Kies “0%”, als je niets meer wilt horen, wanneer het pedaal opgeklapt is.
4• 9
Page 56
4• 10
Programmeren en opslaan van sounds
Effect Tweak-regelaarfunctie en tempotoewijzing
Activeer de EDIT-kop en draai de SELECT-regelaar zo ver naar rechts tot je de volgende
pagina ziet:
Druk op de softknop 18 onder ASSIGN om te bepalen waar het pedaal van je optionele
FBV Shortboard voor moet dienen.
Druk op de softknop onder TWEAK om de functie van de EFFECT TWEAK-regelaar te
kiezen (zolang de EDIT-knop niet oplicht).
Helemaal rechts in het display zie je de tempowaarde die door dit geheugen wordt gehanteerd. Die tempowaarde vormt de basis voor de berekening van de TIME- en/of SPEEDsnelheid (DELAY- en MOD-blok). Het tempo kun je instellen door de TAP-knop minstens twee keer in te drukken. Je zou echter ook op de knop onder TEMPO kunnen drukken en zo lang aan de EFFECT TWEAK-regelaar kunnen draaien tot het tempo
synchroon loopt met het bonzen van je hart (of zoiets)!
Page 57
Programmeren en opslaan van sounds Instellingen opslaan
Instellingen opslaan
De PODXT biedt 128 geheugens voor de opslag van je eigenste sounds. Zelf als je onze
sounds al het einde vindt, kun je je eigen schepsels in die geheugens wegzetten. Alvorens
dat te doen zou je echter eerst alle fabrieksgeluiden moeten uitproberen. Noteer daarbij de
adressen van de geheugens die mogen worden overschreven. Geen nood trouwens: als je
ooit een fabrieksgeheugen overschrijft dat je eigenlijk nog wilde gebruiken, bestaat er een
manier om die instellingen weer te laden. Nog meer geluiden vind je trouwens in onze
ToneTransfer-databank onder www.line6.com. Je kunt de aldaar beschikbare sounds downloaden en je eigen creaties beschikbaar maken voor andere gebruikers.
Instellingen in een geheugen opslaan
De simpelste manier om met de PODXT eigen sounds te programmeren is het laden van één
van de fabrieksinstellingen. Die instellingen zet je dan naar je hand om ze vervolgens in hetzelfde geheugen op te slaan. Om het oorspronkelijke geheugen te overschrijven druk je op
SAVE en daarna nog eens op SAVE. Punt uit.
Misschien wil je de nieuwe versie echter naar een ander geheugen wegschrijven of er op z’n
minst een andere naam aan geven. Ook dat kan zonder meer op de POD
Instellingen in een ander geheugen opslaan—Stel alles naar wens in en druk op
SAVE. Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
XT.
4• 11
Druk op de softknop onder DEST (“Destination”= bestemming) en kies met de
EFFECT TWEAK-regelaar het gewenste geheugen. Druk nog een keer op SAVE om
je beslissing kracht bij te zetten en de instellingen in het geheugen van bestemming te
overschrijven.
Geef je sound een naam—Stel alles naar wens in en druk op SAVE. Het display ziet
er nu weer uit zoals hierboven getoond. Kies met de knoppen C
URSOR < en > de positie
waar je een ander teken aan wilt toewijzen. Druk op de knop onder CHAR (teken) en
selecteer met de EFFECT TWEAK-regelaar een teken voor die positie. Als je klaar
bent, druk je op SAVE om de handel weg te schrijven. Zie je wel, moeilijk is anders.
Page 58
Programmeren en opslaan van sounds
Opslag van je eigen Amp-voorkeuren
Met deze krachtige functie kun je zorgen dat de PODXT al meteen met de instellingen
begint die alleen jouw programmeurbrein kon bedenken. Die karaktertrekjes worden
gehanteerd, zodra je het betreffende versterkermodel met de AMP MODEL-regelaar selecteert. Hierbij horen het speaker- en microfoonmodel evenals je “eigen akoestiek” (Room).
Selecteer je dan met de AMP MODEL-regelaar het Plexi-45 model, dan hoor je meteen
“jouw” Plexi-45: alle regelaars zijn van meet af aan ingesteld zoals jij ze altijd pleegt te
gebruiken. Ziehier hoe dit in z’n werk gaat:
4• 12
Kies een versterkermodel en de speakerkast, stel de ROOM-parameter in en selecteer
eventueel een andere microfoon… Druk op de SAVE-knop en ga met SELECT naar
een pagina die er ongeveer als volgt uitziet:
Welkom in C
USTOM SAVE-land. Om te zorgen dat de zonet gewijzigde instellingen sa-
men met het betreffende versterkermodel worden geladen moet je nog een keer op
SAVE drukken.
De POD
XT onthoudt de volgende instellingen voor de versterkermodellen en hanteert
ze bij gebruik van de AMP MODELS-regelaar:
Parameters die je kunt “customizen”
AMP MODEL
CABINET MODEL
Microfoonmodel en “akoestiekaandeel”
Instellingen van de regelaars DRIVE, BASS, MIDDLE, TREBLE en PRESENCE
CHANNEL VOLUME
EQ-parameters
Page 59
Programmeren en opslaan van sounds Instellingen opslaan
Opslag van je Effect Setup-voorkeuren
We hadden het er al over dat de PODXT 64 “Effect Setups” (gebruiksklare effectpedalen &
rackeffecten) bevat die je via de EFFECTS-regelaar kunt oproepen. We hebben er al een
aantal voor je voorbereid, maar als jij toevallig een compleet verwrongen fuzzbox op een
analoog delaypedaal wilt aansluiten, het geheel achter de voorversterker nog wilt laten
“phasen” en als je dit altijd doet (lees: voor verschillende versterkermodellen), dan moet je
die combinatie als “Effect Setup” opslaan. Het voordeel daarvan is namelijk dat je dan meteen alles hebt klaarstaan.
Ook dit is simpel:
Druk op de SAVE-knop en kies met de SELECT-regelaar de pagina die er ongeveer als
volgt uitziet:
Geheugen kiezen —Druk op de softknop onder DEST (“Destination”= bestemming)
en kies met de EFFECT TWEAK-regelaar het gewenste geheugen. Je kunt je instellingen in het oorspronkelijke geheugen of in eender welk van de 64 geheugens opslaan.
Naam geven—Je kunt zelfs een naam aan je gloednieuwe “Effect Setup” geven! Kies
met de knoppen C
URSOR < en > de positie waar je een ander teken aan wilt toewijzen.
Druk op de knop onder CHAR (teken) en selecteer met de EFFECT TWEAK-rege-
laar een teken voor die positie.
En opslaan, die handel —Door nog een keer op SAVE te drukken sla je de huidige in-
stellingen van de blokken COMP, GATE, STOMP, MOD, DELAY en REVERB de-
finitief op.
4• 13
Page 60
4• 14
Programmeren en opslaan van sounds
MIDI Dump
De instellingen van je PODXT kun je heel snel naar een andere PODXT doorseinen. Of van
je POD
sequencer enz.). Hiervoor heb je een gewone MIDI-kabel nodig. Sluit de MIDI OUT-con-
nector van de POD
Nu kun je de volgende dingen doorseinen:
• Alle geheugens
• Het geselecteerde geheugen
• De Effect Setups
• De Amp Setups (met je eigen voorkeuren)
XT naar een MIDI apparaat (datarecorder, sequencer, workstation, computer,
XT aan op de MIDI IN-connector van de ontvanger.
Alle geheugens archiveren—Met deze functie stuur je de instellingen van alle 128
POD
XT-geheugens via MIDI naar een ander apparaat.
Druk op de SAVE-knop en kies met SELECT-regelaar de pagina die er ongeveer als
volgt uitziet:
Druk op de knop onder SELECT. Draai de EFFECT TWEAK-regelaar zo ver naar
links tot het display er als volgt uitziet:
Druk nog een keer op SAVE om de inhoud van de 128 POD
OUT-connector te sturen. Heb je daar een andere POD
diens geheugen nu gekloond en bevat het dezelfde instellingen als je eigenste POD
XT-geheugens naar de MIDI
XT op aangesloten, dan wordt
XT!
Zie je wel dat klonen ook nuttig kan zijn?
Alleen bepaalde geheugens doorseinen—Om maar bepaalde geheugens c.q. de Ef-
fect Setups of Amp Models naar een andere POD
XT door te seinen moet je als volgt te
werk gaan:
Page 61
Programmeren en opslaan van sounds Instellingen opslaan
Druk op de SAVE-knop en ga met SELECT naar een pagina die er ongeveer als volgt
uitziet:
Kies met de EFFECT TWEAK-regelaar de data die de POD
Eén geheugen:
Alle geheugens:
Alle versterkermodellen:
Alle Effect Setups:
XT moet doorseinen:
Druk nog een keer op SAVE om de gekozen MIDI-data naar de externe PODXT, computer of een ander MIDI-apparaat te zenden.
4• 15
Page 62
4• 16
Programmeren en opslaan van sounds
Page 63
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
DEVERSTERKER- ENSPEAKER-
MODELLEN
Van welke versterkers en speakers hebben we modellen
gemaakt?
Algemene opmerkingen over de modellen
Je hebt waarschijnlijk al begrepen dat bij Line 6 alles rond de sound draait. Als we eenmaal
beslist hebben om van een bepaalde versterker een model te maken, deinzen we er zelfs niet
voor terug om daar overal ter wereld achter te zoeken, omdat wij alleen genoegen nemen
met de beste vertegenwoordiger van het betreffende type – die ene magische amp. Natuurlijk weten we ook dat de modelbenamingen vaak niet veranderen, terwijl dat voor de circuits en componenten net wél het geval is. Iedereen weet dat versterkers van 1957, ‘62, ‘65,
‘67, ‘75 of 2001 weliswaar dezelfde typebenaming kunnen hebben, maar compleet verschillende interne schakelingen. Vaak zien de versterkers er bovendien verschillend uit. En zelfs
al vertonen twee versterkers dezelfde kenmerken, dan nog kan er sprake zijn van duidelijke
klankmatige verschillen, wat verband houdt met de tolerantie van de onderdelen, de
afscherming van de bedrading enz. Daar komt dan nog bij dat elke versterker op zijn eigen
manier “settled”. En sommigen gaan door de jaren heen alsmaar beter klinken. Precies daarom besteden we zoveel tijd aan het zoeken van exemplaren die het verdienen om als model
in de POD
modellen steeds een prentje plaatsen van de betreffende versterker – we willen er zeker van
zijn dat je precies weet over welke versterker we het hebben.
Laten we dus kijken naar de versterkermodellen van je PODXT en de originele apparaten
die één en ander pas mogelijk hebben gemaakt.
De POD
regelaar te draaien kies je telkens een versterker-/speakermodelcombinatie. Indien nodig,
kun je echter een ander speakermodel kiezen door op de CAB/A.I.R.-knop te drukken en
het speakermodel met de EFFECT TWEAK-regelaar te kiezen. In hoofdstuk 4 kom je te
weten hoe je op de POD
kercombinatie kiest.
XT te zitten. Dat verklaart meteen waarom we bij de omschrijving van onze
XT bevat 32 versterker- en 22 speakermodellen. Door aan de AMP MODELS-
XT zorgt dat hij telkens de volgens jou meest ideale versterker-/spea-
5• 1
Page 64
5• 2
De versterker- en speakermodellen
Line 6-originelen
Laten we de voorstelling van de versterkermodellen inluiden met creaties van Line 6, die
nog een stap verder gaan dan wat je met vintageapparaten kunt doen:
Line 6 Clean
Voor dit model hebben we de voorversterker en de toonregeling van een JC-120 (de populaire “Jazz Chorus” solidstate van Roland) in de eindtrap en de transformator van een klassieke Marshall JTM-45 buizentop geïmplanteerd. Eén en ander zorgt voor het sprankelende
en “cleane” geluid van een solidstate met een bitsig randje, dat alleen een buizenjongen je
kan bieden, wanneer je hem opendraait.
Line 6 JTS-45
Omdat de eerste Marshalls sowieso op de circuits van de Fender Tweed Bassman berustten,
hebben we ons afgevraagd wat er zou gebeuren, als je de voorversterker en toonregeling van
onze JTM 45 op de eindtrap en transformator van onze ‘58 Tweed Bassman zou aansluiten.
Het resultaat mag er zijn, zoals je bij deze JTS-45 kunt horen. Een lekker vet kantje en heel
veel punch. Zowat een sound voor het hele gezin.
Line 6 Class A
Eén van de meest bevredigende ervaringen van een gitarist is het spelen op een versterker
wiens eindtrap net begint te oversturen, maar nog niet voluit scheurt. Talrijke gitaristen
beschouwen dit als de “sweet spot” waar iedereen naar op zoek is. Omdat wij gelukkig niet
worden beperkt door de realiteit (onze versterkers bestaan alleen in het virtuele domein),
hebben we gepoogd een model te ontwikkelen dat de hele tijd door “sweet spot” zou zijn.
Een niet onaardig nevenverschijnsel van deze aanpak is dat je dit model heel gemakkelijk
kunt laten rondzingen.
Line 6 Mood
Dit is een “fantasiegeluid” dat op onze herinneringen aan de grunge berust. Daar waren we
toen helemaal verlekkerd op.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 65
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Line 6 Spinal Puppet
Misschien ken je dat ook: je zit te headbangen en het publiek schudt fanatiek met het
hoofd. Dat zijn je marionetten met ruggengraat. Weet je nu welke sound we bedoelen?
Line 6 Chemical X
Net zoals de geheime ingrediënten die je soms in waspoeders aantreft (wast nog witter dankzij X-27!) hebben we nooit kunnen achterhalen wát onze Line 6-ingenieurs precies aan dit
model hebben toegevoegd (ze hebben zich tot op heden niet laten omkopen). Laten we dus
gewoon stellen dat het hier om een geluid met veel “punch” en een flink pak niveauversterking gaat. Door het gitaarvolume wat terug te draaien maak je het geluid echter lekker
clean.
Line 6 Insane
Ooit waren we op zoek naar een sound met zo veel scheur dat het bakkie net niet wegsmelt,
wanneer je de eerste akkoorden op je gitaar hamert. Hier krijg je heel veel buizendrive voor
je geld – zo veel dat elke andere versterker daarbij in het niet valt (zeg maar een Dual Rectifier op “10” als voorversterker en een Soldano als eindtrap). En toch blijven de definitie
en het karakter van je gitaar overeind. Het laag is bijzonder krachtig, terwijl je het geluid
nog naar smaak kunt bijkleuren. Zet DRIVE op de maximumwaarde en scheur tot je erbij
neervalt!
Line 6 Piezacoustic 2
Dit model werkt bijzonder goed met het piëzo-element van sommige elektrische gitaren
(meestal zit het in de brug en wordt er gewezen op het “akoestische” karakter ervan). Aangezien je bij dergelijke gitaren niet hoeft te vrezen dat de body zich helemaal te pletter beeft
van al dat rondzingen, hebben we meer laag midden en meer laag in dit model gestopt.
5• 3
Line 6 Agro
Een highgain-versterker die één en al agressie is en een unieke MID-regeling heeft waarmee
je alle benodigde klankkleuren kunt instellen. Hoe we dat gedaan hebben? Bij dit model
bepaalt de MID-regelaar de klankkleur van de vervorming. Zet je hem op de minimumwaarde, dan heeft de vervorming heel wat weg van een fuzzpedaaltje. In het midden zorgt de
MID-regelaar voor een smeuïg, modern scheurgeluid à la Soldano. En als je MID op de
maximale waarde zet, lijkt het net een Class A Vox-sound. En tussen deze drie uitersten is
het geluid natuurlijk eveneens zeer de moeite…
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 66
5• 4
De versterker- en speakermodellen
Line 6 Lunatic
Highgain met veel hoge middentonen, maar zonder “modder”. Prachtig in combinatie met
een tweede versterkermodel. Hiermee zorg je voor het felle kantje in de hoge tonen.
Gebruik de TREBLE- en PRESENCE-regelaar om het geluid zo bitsig te maken als je wilt
(maar wees wel voorzichtig dat je je trommelvliezen niet doorsnijdt).
Line 6 Treadplate
De originele POD en POD 2.0 bevatten een bijzonder populair versterkermodel dat zowat
onze beste poging tot ode aan de versterkers van de Mesa Boogie Rectifier-serie was. Naast
de Boogie-vibe bood dat model echter een aantal unieke trekjes waarop we hier de nadruk
leggen. Heel wat gitaristen wilden die sound namelijk ook in hun POD
XT. Vandaar…
“Treadplate” is in wezen het eerste model van een model dat we ooit voor een ander Line
6-product ontwikkeld hebben! In de handleiding van de POD werd dit model als volgt
omschreven: “…gebaseerd op een Mesa Boogie Dual Rectifier Tremoverb uit 1994. Kies dit
model, als je een agressief “High Gain”-geluid zoekt met de power van Dream Theater en Metallica.”
Line 6 Variax Acoustic
Eén van de troeven van onze digitale modelinggitaar Variax is dat er bijzonder goede akoestische modellen inzitten. Dergelijke geluiden klinken echter alleen overtuigend, wanneer
je ze via een fullrange-systeem (bv. de PA) uitversterkt, omdat er veel hoge frequenties
inzitten. Dit model hebben we ontwikkeld voor situaties waarin je weliswaar een akoestisch
model van de Variax gebruikt, maar wel met een gitaarversterker moet werken. Op die
manier klinkt het betreffende akoestische model van de Variax zelfs op zo’n momenten
goed. Omdat de hoge tonen hier danig worden opgefokt (als compensatie voor het iets “rondere” hoog van de gitaarluidsprekers) en omdat vervorming waarschijnlijk uit den boze is
(zoiets heb je bijna nooit nodig voor een akoestische gitaar), is dit model wat stiller dan zijn
collega’s. Desondanks kun je met de DRIVE-regelaar wat meer gain toevoegen.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 67
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Zen Master
Dit model hebben we te danken aan een Budda Twinmaster 2x12-combo. De Budda schittert met een warm “Class A/B”-geluid. De Budda-filosofie heeft alles te maken met de oversturing van de buis in de eindtrap. Eenvoud is hier troef. Omwille van het betrekkelijk lage
niveau van de voorversterker, de actieve toonregeling en een “put”, die door de buizengelijkrichter wordt veroorzaakt, levert deze versterker een opgefokt geluid af – perfect voor
optredens in kleinere gelegenheden (uiteindelijk praten we hier maar over 18W). Omdat
de originele Twinmaster geen Mid-regelaar had, hebben we ons model van een bonus voorzien in de vorm van een MIDDLE-regelaar achter het versterkermodel van de POD
zoals alle “bonusregelaars” van de POD
XT moet je hem op “12 uur” zetten, als je met het
onvervalste Budda-geluid wilt werken.
Wij hebben Input 2 van de Twinmaster voor ons model gebruikt.
XT. Net
5• 5
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 68
5• 6
De versterker- en speakermodellen
Small Tweed
Dit model berust op een “Wide Panel” Fender Tweed Deluxe van 1953 en heeft echt alles
van de originele amp. Deze versterker had maar één toonregelaar waarmee je de hoge tonen
kon ophalen of afzwakken. De TREBLE-regelaar neemt die taak over en dient dus voornamelijk om het geluid doffer te maken. Dus hebben we de BASS- en MIDDLE-regelaar
maar achter het versterkermodel geplaatst, zodat ze in wezen dienst doen als een EQ – ongeveer zoals de toonregeling van een mengtafel. Voor de klassieke Tweed-sound moet je de
BASS- en MIDDLE-regelaar in het midden zetten (“neutraal”). Zet PRESENCE bovendien op “0” en TREBLE ergens halverwege.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 69
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Tweed B-Man
De Fender Bassman 4x10-combo uit 1958 bracht de bal aan het rollen: de Rock’n’Rollsound was een feit. Hij was weliswaar bedoeld als basversterker, maar dat belette geenszins
dat ook bluesgitaristen erop speelden. Het geluid bevat veel laag, wat voor een basversterker
normaal is, maar die typische Fender-“tsjoink” is wel nadrukkelijk aanwezig. Toen Jim Marshall, samen met Ken Bran, zijn eerste versterker bouwde, liet hij zich duidelijk leiden door
de opbouw van deze Bassman. Een interessant detail van de Bassman is de wisselwerking
tussen de MIDDLE- en TREBLE-regelaar. De MIDDLE-regelaar is namelijk geen bandpasfilter, zoals op de meeste andere versterkers. Het is veeleer een tweede Treble-regelaar.
Die twee werken “additief”, wat dus betekent dat je de neiging hebt om de TREBLE-rege-
laar van de POD
zet. Anders is het geluid gewoon te helder. Draai je de MIDDLE-regelaar ver naar links, dan
moet je de TREBLE-regelaar waarschijnlijk meer naar rechts draaien, omdat het geluid
anders te dof is. Net zoals talrijke andere voor de POD
Bassman geen Master Volume-regelaar. Om dus die prachtige sound te verkrijgen, die de
Bassman alleen prijsgeeft, wanneer je hem voluit laat gaan, moest je hem zo hard mogelijk
zetten, wat niet door iedereen in dank werd afgenomen. Dankzij de POD
zelfs op slaapkamerniveau over dat weergaloze geluid – zelfs wanneer je met een hoofdtelefoon werkt! Zet de DRIVE-regelaar op “4” of “5” en je begint haast automatisch je beste
R&B-licks te spelen.
XT wat terug te draaien eens je de MIDDLE-regelaar voorbij het midden
XT gemodelleerde versterkers had de
XT beschik je nu
5• 7
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 70
5• 8
De versterker- en speakermodellen
Tiny Tweed
Dit model berust op een Tweed Champ uit 1961 en klinkt lekker vet, als je de DRIVE-regelaar op de maximumwaarde zet (maar ook clean is dit geluid zeer de moeite). Eigenlijk ging
het hier om een instapversterker. Desondanks ontdekten de rock’n’rollers al snel het voordeel van deze amp om op een betrekkelijk laag volume al behoorlijk te kunnen scheuren.
In de jaren ‘50 was de Champ gewoon dé versterker voor de opname van solopartijen. De
Champ had geen toonregeling, alleen een volumeregelaar. Op je POD
Champ-geluid een koud kunstje. Zet de BASS-, MIDDLE- en TREBLE-regelaars op “12
uur” (neutraal) als ze het geluid niet mogen beïnvloeden. Zet PRESENCE op “0” om enkel
het onvervalste Champ-geluid te horen. Eens je daarvan genoten hebt, kun je met de toonregeling rotzooien om nieuwe mogelijkheden te verkennen.
XT is het klassieke
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 71
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Blackface Lux
De “Blackface” Fender Deluxe Reverb geldt sinds jaar en dag als de Heilige Graal voor
blues-, country- en “roots”-muzikanten. Na een aantal kandidaten beluisterd te hebben –
tenslotte wilden we voor onze Flextone en POD het absoluut beste exemplaar modelleren–
liepen we deze te gekke Deluxe uit 1964 tegen het lijf. Sindsdien hebben we nog geen betere
gevonden.
De meeste gitaristen zetten de Deluxe automatisch op “7” voor dat tikkeltje scheur, dat echter wegvalt, wanneer je het volume van je gitaar licht vermindert. Luister ook eens naar hoe
de toonregeling verandert, wanneer je de DRIVE-instelling van dit model wijzigt: kies je
een “clean” geluid, dan beschik je over een (sorry) knapperige, directe sound, terwijl iets
meer oversturing het geluid meteen wat doffer maakt. Zo werkt dit ook op de Deluxe zelf.
De Deluxe bood alleen een BASS- en TREBLE-regelaar, zodat er weer twee regelaars overbleven die theoretisch stonden te schilderen. Maar op de POD
de MIDDLE-regelaar bevindt zich achter het versterkermodel en kan, door het bijkleuren
van het middengebied, voor extra flexibiliteit zorgen. De PRESENCE-regelaar kun je
daarentegen gebruiken voor het toevoegen van… wel, Presence. Zet de MIDDLE-regelaar
op “12 uur” en PRESENCE op “0”, als je alleen genoegen neemt met het echte Deluxegeluid. Draai je de regelaar helemaal naar rechts, dan begint je gitaar prachtig te zingen en
snijdt ze door merg en been. Wij hebben onze gitaar op Input 1 van het Vibrato-kanaal aangesloten en dan de geheimen van deze amp voor je POD
XT eet niemand uit z’n neus:
XT gemeten.
5• 9
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 72
5• 10
De versterker- en speakermodellen
Double Verb
De “Blackface” Fender Twin (in dit geval een Twin uit 1965) was een echt werkpaard.
Iedereen speelde erop: jazz- en countrymensen, zelfs echte rockers. Ik herinner me nog hoe
Johnny Winter en Rick Derringer voor een optreden een heuse Twin-piramide hadden
opgesteld (lijk ik nu een oude zak?). Ieder zijn eigen piramide van zes versterkers, wel te verstaan. Ik zat op het tweede balkon en zelfs daar was het nog LOEIHARD. De toonregeling
van de Twin was bijzonder veelzijdig, en net dat maakte hem geschikt voor de meest uiteenlopende toepassingen. Hij gaat nooit voluit scheuren en klinkt nooit “vuil”, maar wel
harder – een flink pak harder zelfs. Dit model moet je gewoon eens uitproberen voor een
surfnummer. Selecteer de veergalm, activeer de tremolo, draai het volume open en begin
maar al te kijken of je ergens bikini’s ziet.
Net zoals de meeste bezitters hebben wij voor onze metingen Input 1 van het Normalkanaal gebruikt.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 73
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Two-Tone
De Gretsch 6156 werd door Valco/Supro gemaakt. Eén van de opmerkelijke dingen was dat
de uitgangstransformator zich op de 10”-luidspreker bevond i.p.v. op het versterkerchassis.
Bovendien zorgde de grilldoek alom voor een futuristisch tintje (of wat daar in de jaren ‘50
voor moest doorgaan).
5• 11
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 74
5• 12
De versterker- en speakermodellen
Hiway 100
Dit model berust op een Hiwatt DR-103 en het heeft diezelfde punch en dito grootse sound,
die door merg en been snijdt. Maar zelfs zwaar overstuurd heeft het geluid nog voldoende
definitie. Dat was precies waar de ontwerper Dave Reeves naar op zoek was, toen hij de
Sound City-afdeling van Dallas Arbiter in 1966 verliet om HyLight Electronics op te richten. Hoewel zijn eerste versterkers veel weg hadden van de Vox- en Selmer-versterkers,
begon Reeves al snel versterkers te bouwen die in de jaren 1960 door alle bekende Britse
rockmuzikanten werden gebruikt. Qua constructie deed deze versterker denken aan een
tank (wat voor een deel te danken was aan de bedradingsspecialist Harry Joyce, die ooit
voor het leger had gewerkt), en zo verbaast het niet dat Pete Townshend er jarenlang mee
optrok. Bovendien was Townshend lang niet de enige Hiwatt-gebruiker. De meeste bekende Britse rockers, zoals Pink Floyd, The Moody Blues, Manfred Mann en Jethro Tull, waren
in die periode Hiwatt-endorsers. Zet hem loeihard en kijk dan even of je inderdaad “for
miles, and miles, and miles” kunt zien.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 75
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Plexi 45
Dit versterkermodel berust op een “Block Logo” (dat vóór het “golvende” logo werd
gebruikt) JTM-45-top uit 1965 met het vergulde frontpaneel van plexiglas. Toen onze Britse spionnen deze versterker in Engeland ontdekten, waren ze meteen verkocht. Dat model
bevatte zelfs nog de originele KT-66 buizen – en die werken nog steeds voortreffelijk! Dit is
één van de mooiste JTM-45s die we ooit hebben gehoord. Tussen haakje: op vrijdagavond
zitten de Line 6-medewerkers te vechten om hem een weekendje mee naar huis te mogen
nemen.
Als je ook het hoe en waarom van deze sound wilt weten, kunnen we je vertellen dat de
JTM-45 Marshalls overstap van een iets wolliger Fender-geluid naar de heldere en “bitsige”
klank van de daarna gebouwde Marshalls betekende.
5• 13
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 76
5• 14
De versterker- en speakermodellen
Plexi Lead 100
Dit model berust op de onvolprezen Marshall Plexi uit ‘68 –
nog steeds een juweeltje volgens gitaristen die het kunnen
weten. Voor deze versterker hebben we letterlijk de hele
wereld afgeschuimd om uiteindelijk in Nederland een
droom van een Super Lead tegen het lijf te lopen (die stond
daar gewoon op ons te wachten).Rond 1968 had Marshall
de constructie van zijn versterkers compleet veranderd en
de Fender 6L6 eindtrapbuis vaarwel gezegd. In plaats daarvan werd een EL34 buis gebruikt. Een ander belangrijk kenmerk van deze onmiskenbare sound houdt verband met de
noodzakelijke aanpassingen van de uitgangs- en voedingstransformatoren. Al die wijzigingen hebben uiteindelijk
geleid tot de sound die de wereld vandaag de dag met een
rockgitaar associeert. In die tijd hadden de versterkers nog
geen Master Volume-regelaar, zodat je de Super Lead echt
helemaal open moest draaien om de sound te verkrijgen –
en dus het risico liep om met de buren in de clinch te gaan! Hendrix speelde ooit op Marshalls uit die periode; 10 jaar later zou Van Halen met de “brown sound” van de eerste twee
albums en zijn 100W Plexi eveneens voor sensatie zorgen. (Onze Super Lead bevat trouwens die “plat” gelegde transformator die enkel in 1968 werd gebruikt – dat was ook bij de
versterkers van Hendrix en Van Halen het geval.)Die onvervalste “Crunch” hoor (?) je pas
als je het ingangsvolume en alle toonregelaars op de maximumwaarde (toen nog “10”!) zet.
Omdat wij nu eenmaal “zo dicht mogelijk bij de realiteit willen aanleunen”, moet je die
techniek ook voor het model van de POD
XT toepassen – en dan weet je niet wat je hoort.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 77
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Plexi Jump Lead
Gitaar spelen heeft alles te maken met experimenteren, akkoord? Dat is één ding. Het andere is de zoektocht naar alsmaar meer vervorming.
Een leuk aspect van de Plexi was dat je, via een korte gitaarkabel, kanaal I naar kanaal II
(zoals ze vaak genummerd zijn) kon doorlussen om net nog wat meer scheur te verkrijgen.
Sommige gitaristen vonden dat geluid zó goed dat ze de twee kanalen maar meteen intern
aan elkaar soldeerden.
Als ziekelijk bezeten soundfreaks vonden we dat een model van zoiets niet in onze collectie
mocht ontbreken.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
5• 15
Page 78
5• 16
De versterker- en speakermodellen
Plexi Variac
Ahhh, hier komt een legende. Hier en daar hoor je wel eens dat een deel van de magie achter Edward Van Halen’s “brown sound” verband hield met een Marshall 100W Super Lead
die opzettelijk met een hogere netspanning werd gevoed. Daarvoor werd een variabele wisselstroomtransformator (“Variac”) gebruikt.
Hoewel we in de regel geen voorstanders zijn van het knoeien met voltages (daar zijn al
teveel versterkers bij gesneuveld), wilden we toch nagaan of in dat verhaal een grond van
waarheid zat. Dus zetten we de Variac op 140V en begonnen we met de ‘68 Super Lead te
stoeien. (Geen nood: hij heeft het overleeft en werkt nog steeds prima.) We menen dan ook
te mogen stellen dat het verhaal niet uit de lucht gegrepen is.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 79
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Brit J-800
Kies dit model, als je op zoek bent naar het geluid van de nog steeds unieke JCM 800, één
van de meest populaire Marshall-versterkers van nieuwere makelij. Deze verbeterde versie
van de Plexi zette de typische Marshall-traditie voort met extra gain en nog meer agressie
voor een nieuwe generatie rockgitaristen. Eén belangrijk verschil t.o.v. zijn voorgangers was
het feit dat de toonregeling zich achter de buizen van de voorversterker bevond.
Bij bepaalde JCM 800s beruste de vervorming trouwens op een diode die overstuurd werd.
Het door ons gemodelleerde exemplaar hanteert daarvoor echter een buis.
De JCM 800 is natuurlijk de versterker bij uitstek voor het legendarische Metal-geluid van
Marshall. Hoewel de meeste gitaristen het nooit in hun hoofd zouden halen om een Marshall “clean” te spelen, willen we toch even opperen dat hij ook dan nog klinkt als een huis.
Kies dus voor de verandering eens een kleine DRIVE-waarde. En daarna mag je dan weer
lekker scheuren…
5• 17
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 80
5• 18
De versterker- en speakermodellen
Brit JM Pre
Marshall’s eerste poging tot voorversterker in een 19”-behuizing luisterde naar de naam
JMP-1 en werd op gejuich onthaald door de Metal-gitaristen “met lang haar” en muzikanten, die een “tight” en lekker vervormd geluid zochten zonder de compressie van de eindtrap
erbij te nemen. Bovendien was het één van de eerste voorversterkers met MIDI-functies.
De oversturing van de JMP heeft ergens wel iets weg van de “Boogie”, zodat de JMP niet
helemaal onterecht als Marshall’s antwoord op de ADA MP-1 en de voorversterkers van
Mesa Boogie werd beschouwd. De JMP werd begin de jaren ‘90 voorgesteld en was meteen
een succes onder nieuwe Metal-bands die een agressief, maar gericht scheurgeluid zochten
dat nooit over de schreef ging. Je 7-snarige gitaar zal zingen als een nachtegaal met dit model
van de JMP-1.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 81
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Match Chief
Dit model is het resultaat van onze analyse van een Matchless Chieftain. De Matchless hanteert een moderne “Class A”-design met EL34-buizen – en dat levert een uniek geluid op
(wat voor een groot deel te danken is aan een uiterst complex toonregelingscircuit).
De Chieftain was een ontwikkeling van Mark Sampson van de firma Matchless. Mark wilde
een Fender/Marshall-achtige voorversterker combineren met dat typische “spons”-gevoel
van een “Class A”-eindtrap.
Met meer Gain dan de DC-30 (zie het volgende model) is de Chieftain de geknipte kandidaat voor “roots”-muziek. Even opmerkelijk was het oplichtende logo dat weliswaar geen
invloed had op het geluid, maar tenslotte wil het oog ook wat!
Toen Matchless jammer maar helaas uit roulatie ging, veranderden de Chieftain en de DC30 op slag in versterkers die iedereen wilde hebben. Daarom kosten ze tweedehands meer
dan wat het bedrijf er zelf ooit voor had gevraagd. Uiteraard zijn we blij dat we met ons
model in de POD
XT voor een deel kunnen zorgen dat niemand Matchless ooit zal vergeten.
5• 19
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 82
5• 20
De versterker- en speakermodellen
Match D-30
Ziehier een model van een Matchless DC-30.
Met de komst van de DC-30 werd Matchless eindelijk au sérieux genomen. Mark Sampson,
het brein achter deze versterker (die ons het relaas over deze versterker trouwens zelf heeft
gedaan) wilde met dit model een “Class A”-versterker bouwen die bestand was tegen het
leven on the road en voor verschillende doeleinden kon worden gebruikt.
Hij zag eruit als een tank (en woog ook bijna hetzelfde). Bovendien was de DC-30 zowat
een hommage aan de vroege Vox-versterkers. Als je dus van de Vox AC-30 (of het daarop
gebaseerde POD
beluisteren.
XT-model) houdt, moet je ook eens het PODXT-model van de DC-30
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 83
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Treadplate Dual
Dit versterkermodel berust op een 3-kanaals Mesa Boogie Dual Rectifier Solo-top uit 2001.
De Dual Rectifier hoort thuis in het rijtje Boogie-versterkers met een massieve niveauversterking, die vooral door de “mensen met lang haar” gesmaakt worden. In tegenstelling tot
de eerste Boogies heeft de toonregeling van de Dual Rectifier een nadrukkelijke invloed op
het geluid, wanneer je de Gain wat verder open draait. Dan moet je eventueel het middengebied wat afzwakken en het laag een flink pak ophalen.
Voor dit model hebben we Channel 3 met de Modern-instelling gekozen en de schakelaars
op het achterpaneel op “Bold” en “Tube Rectifier” gezet.
5• 21
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 84
5• 22
De versterker- en speakermodellen
Cali Crunch
Dit model berust op een diepgaande studie van een Mesa Boogie Mark IIc+.
Mesa Engineering begon ooit als een bedrijfje waar Randall Smith oude Fender Princetonversterkers voor gitaristen uit de baai van San Francisco modificeerde. In de loop der jaren
veranderden de versterkers steeds nadrukkelijker en werden ze voorzien van een effectenlus,
omschakelbare kanalen en de Simul-Class design van Randall (twee uitgangsbuizen in
“Class AB”-configuratie en een tweede paar in “Class A”).De Boogies waren in wezen de
eerste moderne gitaarversterkers en ze werden meteen geadopteerd door gitaristen die meer
“oempf” uit een kleine ombouw wilden halen.Voor ons model zijn we vertrokken van het
Drive-kanaal.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 85
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Jazz Clean
Dit model berust op een klassieker van een heel ander type: de Roland JC-120.
Die transistorversterker stond bekend omwille van zijn helder, clean geluid en de ingebouwde stereochorus. Om een echt sprankelend geluid uit dit JC-120-model te halen moet je de
JC-120-regelaar op de maximumwaarde zetten. Dat geluid blijft in elke mix overeind. Deze
versterker leek in de jaren ‘80 geknipt voor het “New Wave”-geluid (tenslotte was het de
favoriete versterker van Andy Summers die toen bij The Police speelde).
Zet alle toonregelaars op “12 uur” voor een ronder jazzy geluid. Dan beschik je namelijk over
een “neutraal” geluid dat gewoon geknipt is voor alle registers en zowel jazz- als enkelstemmige solo’s alle eer zal aandoen.
5• 23
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 86
5• 24
De versterker- en speakermodellen
Solo 100
Dit model hebben we te danken aan een Soldano SLO-100-top.
Mike Soldano verwierf bekendheid als iemand, die te gekke dingen met een Marshall kon
uitspoken. Het duurde echter niet lang vóór hij zijn eigen “gloeiend hete” versterkers zou
bouwen. De transformatoren en het chassis waren trouwens verchroomd – iets mag het hebben. Bovendien staan Mikes versterkers bekend omwille van hun bomvaste constructie, een
bedrading en componenten waar zelfs het leger jaloers op is.
Hoewel de SLO-100 vooral voor een gespierde krachtpatser doorgaat, klinkt hij ook “clean”
om over naar huis te schrijven. Eric Clapton plaatste Soldano in de kijker door voor een
optreden in de uitzending “Saturday Night Live” een Soldano SLO-100 te gebruiken.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 87
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Super O
En nog zo’n legende… Jimmy Page had het er ooit over dat hij de eerste twee Led Zeppelinalbums met een ‘58 Tele en een Supro-versterker had opgenomen. Het enige probleem is
dat hij nooit verteld heeft om welk Supro-model het precies ging, omdat het feit dat hij de
naam “Supro” had laten vallen al een ware raid op alle pandjeshuizen had uitgelokt, zodat
hij er niet in slaagde het model op de kop te tikken dat hij toen had gebruikt.
Dus hebben we gepoogd die informatie bij vrienden te achterhalen, die tijdens de opnamen
van “Led Zeppelin II” aanwezig waren. Tenslotte had het gekund dat zij wél wisten om welk
model het ging. Ook zij konden ons echter niet verder helpen. Maar ze herinnerden zich
wel nog dat het “een klein grijs kassie” was. Andere bronnen hebben het dan weer over een
1x12”-versie. Zolang Page de mond niet opendoet zullen we het nooit weten. Wat de waarheid over die Zep-sessies dan ook geweest mag zijn – wat ons betreft kom je met dit model
van een Supro S6616 gegarandeerd in de ‘Houses of the Holy’.
Nog even dit: deze versterker bevatte 6 x 9”-luidsprekers (die dus net zo groot zijn als de
luidsprekers van een autoradio. Moet kunnen…
5• 25
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 88
5• 26
De versterker- en speakermodellen
Class A-15
Ook deze sound hebben we aan Vox te danken. Dit model is gebaseerd op kanaal 1 van een
prachtige AC 15 uit 1960. Qua sound lijkt hij op de Vox AC 30, maar hij is natuurlijk wel
kleiner (één 12”-luidspreker i.p.v. twee) en heeft bovendien een iets warmere, houtachtige
sound.
Ook dit origineel had maar één toonregelaar waarmee je het hoog kon afzwakken. Die wordt
hier bijzonder realistisch gesimuleerd, terwijl de BASS- en MID-regelaar achter het versterkermodel werden geplaatst en dus voor het “bijkleuren” kunnen worden gebruikt. Zet
BASS en MIDDLE op “12 uur” (midden), PRESENCE op “0” en speel alleen met de
TREBLE-regelaar om te klinken zoals de Britse bands die toen in de VS furore maakten.
Voor dit model hebben we Input 2 gebruikt, die iets ronder klinkt dan Input 1. Zodoende
levert dit model dat “klassieke” warme geluid waar het bij de AC 15 allemaal om draaide.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 89
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Class A-30 TB
Begin de jaren ‘60 veranderde de muziek en begonnen gitaristen te vragen naar een helderder geluid en
meer “tsjoink”. Daarom besloot men bij Jennings
Company, de fabrikant van de Vox-versterkers, om
een Treble- en Bass-regelaar (plus een bijkomende
12AX7-schakeling om het niveau wat op te halen)
aan de Treble Cut-regelaar van de oorspronkelijke
versterker toe te voegen (die regelaar deed eerder
dienst als bandpasfilter en leek bovendien in de verkeerde richting te werken). En omdat het kindje een
naam moest hebben, werd het uiteindelijk “Top
Boost”.
De AC 30 met Top Boost was dé versterker van de Britse bands die even later de Verenigde
Staten in lichterlaaie zouden zetten. Het unieke klankkarakter van de Vox-sound kan worden toegeschreven aan het feit dat een “Class A”-versterker nu eenmaal op een heel andere
manier overstuurt dan een “Class AB”. Brian May (Queen), Mike Campbell (Tom Petty &
Heartbreakers) en The Edge (U2) zijn allemaal bekend geworden met een klassieke AC 30.
Hoewel hij in de regel eerder voor het “cleane” werk werd gebruikt, kon de AC 30 ook
prachtig scheuren. Luister maar eens naar de gitaarsolo’s van Brian May op de eerste Queenalbums.
Bij dit versterkermodel neemt de MIDDLE-regelaar van de POD
regelaar op de AC 30 over.
Wij hebben onze gitaar op de Hi-ingang van het Brilliant-kanaal aangesloten. Tevens hebben we de BASS- en TREBLE-regelaar omgedraaid, omdat dat ook bij de Top Boost zo was:
je moest de betreffende regelaar dus helemaal naar links draaien om de betreffende frequentieband maximaal op te halen. Moet kunnen…
XT de functie van de Cut-
5• 27
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 90
5• 28
De versterker- en speakermodellen
Tube Preamp
Door dit model is zelfs geen versterker doorgevlogen. Toch bleven we er maar aan sleutelen.
Onze overweging was namelijk: “Misschien willen de trotse eigenaars hun POD
andere dingen gebruiken: het ‘opwarmen’ van toetsen, een bitsig randje voor de drums, een
wat ruiger zanggeluid enz. We mogen ze niet teleur stellen!” Dus zijn we in actie geschoten.
Het Tube Preamp-model moet je gebruiken, wanneer je eender welk binnenkomend signaal
van een “buizig” tintje wilt voorzien. Talrijke producers en geluidsmensen hanteren deze
truc al jaren en gebruiken daarvoor apparatuur met buizen. Om de zang wat “ruiger” te
maken moet je het betreffende spoor gewoon eens op de POD
werkt ook perfect voor synthesizerbas. Dan kun je tevens met de DRIVE-regelaar en de
toonregeling van de POD
XT experimenteren. Hoewel dit niet echt een model van een
gitaarversterker is, loont het bovendien de moeite om er ook eens je gitaar door te sturen.
Als DI-box voor basgitaren is dit model eveneens geschikt. Als je dit model voor die toepassingen gebruikt, moet je de DRIVE-regelaar als mixregelaar gebruiken om te bepalen
hoe sterk het binnenkomende geluid wordt bewerkt. Het droge signaal (dat de POD
passeert) voeg je het best niet toe aan het door de POD
naalbron dus aan op de POD
XT en werk uitsluitend met het uitgangssignaal van de PODXT.
XT bewerkte signaal. Sluit de sig-
Zolang de toonregelaars zich in de “12 uur”-positie bevinden, is de EQ “neutraal”.
XT aansluiten. Dit model
XT ook voor
XT niet
Page 91
De versterker- en speakermodellen Speakermodellen
Speakermodellen
Je PODXT bevat de hieronder opgesomde speakermodellen. Het model selecteer je door op
de CAB/A.I.R.-knop te drukken en vervolgens aan de EFFECT TWEAK-regelaar te
draaien.
Speakermodel
1x6 Super O
1x8 Tweed
1x10 Gibtone
1x10 G-Brand
1x12 Line 6
1x12 Tweed
1x12 Blackface
1x12 Class A
2x2 Mini T
2x12 Line 6
2x12 Blackface
2x12 Match
2x12 Jazz
2x12 Class A
4x10 Line 6
4x10 Tweed
4x12 Line 6
4x12 Green 20’s
4x12 Green 25’s
4x12 Celest T-75
4x12 Celest V-30
4x12 Treadplate
1x15 Thunder
2x12 Wishbook
No Cab
Berust op…
6x9 Supro S6616
Fender Tweed Champ uit 1961
1x10 Gibson
Gretsch 6156
Line 6 1x12
Fender Tweed Deluxe van 1953
Fender Blackface Deluxe van 1964
Vox AC-15 van 1960
2x2” Fender Mini Twin
Line 6 2x12
Fender Blackface Twin van 1965
Matchless Chieftain van 1995
Roland JC-120
Vox AC-30 van 1967
Line 6 4x10
Fender Bassman van 1959
Line 6 4x12
Marshall Basketweave met Greenbacks van 1967
Marshall Basketweave met Greenbacks van 1968
Marshall met standaard 70s van 1978
Marshall met standaard 30s van 1996
4x12 Mesa Boogie
1x15 Supro Thunderbolt van ‘62
2x12 Silvertone Twin Twelve van ‘67
Dit “model” moet je kiezen, als je het Tube Preamp-model voor het bewerken van
andere signalen dan gitaar gebruikt. Daarom wordt dit speakermodel automatisch
geselecteerd, wanneer je het Tube Preamp-model kiest.
5• 29
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 92
5• 30
De versterker- en speakermodellen
Page 93
Over de effectmodellen Comp
OVERDEEFFECTMODELLEN
Welke gitarist gebruikt geen effectpedalen of effecten? Je PODXT bevat alvast een hele
reeks modellen van bekende effectpedalen die afkomstig zijn van de DM4 Distortion Modeler, MM4 Modulation Modeler en DL4 Delay Modeler van Line 6. Verder zijn er een aantal,
die we direct uit onze grootste versterker, de Vetta, hebben overgenomen. Natuurlijk zijn
ook onze oude gloriën (Ping Pong en Stereo Delay) van de partij, terwijl je tevens over een
compressor en een gate beschikt. Dat zou moeten volstaan voor een verantwoord potje spelen…
In dit hoofdstuk kom je te weten welke pedaal- en rackeffectmodellen er zijn en hoe je er
het slimst mee werkt. Zet dus maar je integraalhelm op en doe de gordel om. Hier gaan we.
Comp
Het compressoreffect, dat je via de COMP-knop bereikt, werkt zoals een compressor in een
opnamestudio en dient dus vooral voor het voorkomen van volumepieken. Met de
THRES-regelaar (Threshold) bepaal je hoe sterk de dynamiek van het gitaarsignaal wordt
bewerkt. Hoe kleiner de gekozen waarde, hoe actiever de compressor volumeverschillen
aanpakt. “–32dB” is dan ook agressiever dan bv. “–16dB”. De compressor biedt een automatische niveaucompensatie, zodat je POD
wanneer het signaal zo plat is als een postzegel.
XT zelfs dan nog voldoende volume in huis heeft,
6• 1
Page 94
6• 2
Over de effectmodellen
Gate
Met de gate zorg je dat er geen ruis of brom hoorbaar is, wanneer je niet speelt – handig
vooral bij scheurgeluiden met een hoge DRIVE-waarde. Net zoals bij een poort van een
gebouw worden sommige signalen doorgelaten, terwijl andere buiten blijven. Zet de
THRESH-parameter op de minimumwaarde om de gate uit te schakelen (i.p.v. een waarde
wordt er voor THRESH dan OFF afgebeeld, zie hierboven). Met de THRESH-regelaar
bepaal je het volume dat een signaal moet hebben om binnengelaten te worden. Hoe groter
de negatieve waarde (wanneer het regelaaricoontje zich betrekkelijk ver links bevindt), hoe
minder krachtig het signaal moet zijn. Een kleine negatieve waarde (icoontje betrekkelijk
ver rechts) betekent daarentegen dat alleen krachtige signalen worden doorgelaten. Met de
DECAY-regelaar bepaal je hoe snel de poort weer dichtgaat.
En net zoals in het leven zorgt een snel dichtvallende poort soms dat je voet e.d. wordt
gekneusd. Vertaald naar signalen betekent zoiets dat niet alle noten natuurlijk uitsterven.
Een grote DECAY-waarde kan er daarentegen voor zorgen dat je na een uitgestorven noot
nog ruis of brom hoort – en dat wilde je toch net voorkomen. Je zal een beetje met de
DECAY-waarde moeten experimenteren om de waarde te vinden die het best bij jouw
manier van spelen en je instrument-annex-soundinstellingen past.
Page 95
Over de effectmodellen Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive
Vóór de komst van fuzz-, distortion- en overdrivepedalen plachten gitaristen de luidsprekers
met scheermesjes kapot te snijden om een ruig, vervormd en vaak ook mooi geluid te verkrijgen (denk maar aan het “gegrom” van Link Wray). Dat klonk weliswaar overtuigend,
maar dergelijke ingrepen konden niet zomaar worden teruggedraaid, zodat ballades met die
versterkers wat te ruig klonken. Dan kwam iemand op het lumineuze “fuzzbox”-idee.
Facial Fuzz
6• 3
Ergens einde 1966 stak een rond effectpedaal in het Londense circuit de kop op. Ontworpen
en gebouwd door Arbiter Music, zou de Fuzz Face al gauw zijn beroemde samenwerking
beginnen met de gitaarlegende Jimi Hendrix.
Zoals alle effectpedalen uit die periode heeft de Fuzz Face talrijke wijzigingen en zelfs heruitgaven ondergaan. Ons model berust op het hierboven getoonde kleinood met een germaniumdiode: een originele, vroege “grijs-met-zwarte” Arbiter Fuzz Face. Roep het Facial
Fuzz-model van de POD
DRIVE-parameter open en je ziet meteen wat “Purple Haze” precies inhoudt.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
XT op en trakteer jezelf op een fuzzfestival in F groot. Gooi de
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 96
Over de effectmodellen
Fuzz Pi
6• 4
De Amerikanen wilden natuurlijk niet onderdoen voor de Britten en kwamen dus snel met
hun eigen fuzzversies op de proppen. Mike Mathews en zijn kornuiten van Electro-Harmonix hadden al een lange reeks uitgekiende effecten op hun actief, toen ze gefascineerd raakten door het fenomeen distortion/fuzz. Hun meest bekende was de Electro-Harmonix Big
Muff Pi, die zijn succes vooral te danken had aan zijn prachtige sustain dan aan zijn geronk.
Electro-Harmonix was berucht, omdat vooral overschotmateriaal werd gebruikt, zodat de
circuits en de specificaties voortdurend veranderden. Zoals je op de foto van onze Big Muffs
ziet, zagen de pedalen er ook telkens anders uit, wat verband hield met de onderdelen die
Mike op de kop wist te tikken. Het schatje van het stel –althans wat ons betreft– is het middelste pedaal met de “knoppendriehoek”. Hiermee zal je beslist nooit de Pi-neut zijn.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 97
Over de effectmodellen Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive
Screamer
Van Stevie Ray Vaughan tot Michael Landau: de eenvoudige Ibanez Tube Screamer is
gewoon de overdrive die je overal terug hoort komen. Dit medium-gain pedaal werd begin
de jaren ‘80 voorgesteld, en in vele blueskringen mag je pas een solo spelen, als je zo’n ding
hebt.
Door de jaren heen heeft Ibanez verschillende versies van de dierbare Tube Screamer uitgebracht, maar geen enkele heeft ooit de fabelachtige status van de TS-808 bereikt. Wij
bezitten verschillende 808’s en hebben heel wat tijd gestoken in het kiezen van het exemplaar dat we zouden modelleren. We denken dat dit model van de groene edelsteen een
waardevolle toevoeging aan de POD
XT is.
6• 5
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 98
6• 6
Over de effectmodellen
Classic Distortion
De ProCo Rat, die eind de jaren ‘70 werd voorgesteld, vormde het begin van een nieuwe
generatie distortionpedaaltjes. Zijn sound was bitsiger en agressiever dan een fuzz. De Rat
zorgde dan ook voor de snijtanden van een nieuwe Metal-generatie die boven begon te drijven.
De Rat heeft verschillende veranderingen ondergaan, en de met eenparigheid van stemmen
verkozen favorieten zijn hier afgebeeld. Deze twee Rats bevatten dezelfde print en circuits.
(Als je het echt wilt weten: wij hebben de kleinere gemodelleerd.)
De TONE-parameter van het POD
van de Rat: het geluid wordt helderder naarmate je hem verder dicht draait, en doffer, wanneer je hem naar rechts draait. Als je eenmaal de smaak te pakken hebt, weet je waarom dit
een sound met tanden is!
XT-model heeft dezelfde functie als de “Filter”-regelaar
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 99
Octave Fuzz
Over de effectmodellen Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive
Jongens, wat was dat? Als je de indruk had een spookgitaar te horen die bezeten was door
de geest van de grote gitaristenlegenden, dan zat de Tycobrahe Octavia er meestal voor iets
tussen.
De Octavia is een schoolvoorbeeld van een fuzz+octave-effect. Een pionier in het gebruik
van dit effect was wederom Jimi Hendrix. De Tycobrahe Octavia werd echter ook door Jeff
Beck gebruikt en is nog steeds een belangrijk onderdeel van Michael Landaus soundwoordenschat.
De Octavia hanteert een audio-uitgangstransformator en twee germaniumdiodes voor het
gelijkrichten (een mooier woord voor verkrachten) van het gitaarsignaal. En dat zorgt precies voor dat hogere octaafje. Voor ons model hebben we het hier getoonde exemplaar
bestudeerd. Toen alle gitaristen in het gebouw kwamen vragen of ze hem eens voor wat “studiewerk” mee naar huis mochten nemen, wisten we dat we raak hadden geschoten.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
6• 7
Page 100
6• 8
Over de effectmodellen
Stompeffecten: compressors
Een compressor zorgt voor een gelijkvormiger volume door stille signalen op te halen en luide signalen af te zwakken. Een nevenverschijnsel van dat principe is dat het gitaarsignaal
bij het uitsterven van de noten steeds harder wordt gezet. En dat fenomeen staat bij gitaristen bekend onder de naam “sustain”. Logisch dus dat veel muzikanten een compressorpedaaltje kopen om de sustain van hun instrument te verbeteren! Bovendien zwakt een
dergelijke compressor ook de aanslag (“attack”) af, wat dan weer toelaat om het volume nog
een tikkeltje harder te zetten zonder de versterker te oversturen. De POD
XT bevat modellen
van verschillende compressorpedalen. Je kunt je signaal dus zo plat maken dat je het –bij
wijze van spreken– onder de deur kunt doorschuiven.
Blue Comp
Roland/Boss deed met de CS-1 Compression Sustainer een duit in het zakje van de compressorwereld. Hij heeft een vaste Ratio, dus het model in de POD
XT heeft alleen een
SUSTAIN-regelaar waarmee de drempel van het compressorcircuit kan worden gewijzigd.
LEVEL doet precies wat je ervan verwacht.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.