Line 6 POD XT, POD XT PRO User Manual [nl]

Page 1
POD
ULTIMATE TONE FOR GUITAR
POD
ULTIMATE TONE FOR GUITAR + DIG I/O
Pilotenhandboek
Een grondige verkenning van de revolutionaire technologie en de sensuele soundgeneugten van de PODXT en PODXT Pro.
XT
XT
PRO
Beperkte elektrofone uitgave. Tevens beschikbaar op www.line6.com. Versie G.
Page 2
Het serienummer bevindt zich aan de onderkant van je PODXT c.q. op het achterpa­neel van je PODXT Pro. Meer bepaald gaat het om het getal dat begint met “(21)”. Noteer het hier, omdat je het later eventueel nog eens nodig hebt:
SERIENR.: ___________________________
WAARSCHUWING
op brand en elektrocutie te beperken mag je dit product niet blootstellen aan regen of vochtigheid.
VOORZICHTIG
van de Amerikaanse FCC Rules, beantwoordt aan de vereisten voor “Class B”-apparaten. Meer bepaald moet het product aan de volgende eisen voldoen: (1) Het mag geen schadelijke interferenties veroorzaken en (2) het moet bestand zijn tegen eventueel ontvangen interferenties die de werking op een onvoorspelbare manier zouden kunnen beïnvloeden.
De bliksemschicht in een driehoek slaat op elektrische waarschuwingen. Meer bepaald maakt het symbool je attent op de aanwezigheid van instructies i.v.m. het voltage en mogelijke elektrocutie.
L
EES DE VOLGENDE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES DOOR
B
Alvorens met de PODXT aan de slag te gaan moet je het volgende doornemen en alle punten en suggesties behartigen:
1. Volg alle waarschuwingen op de PODXT zelf en in dit Pilotenhandboek op.
2. Plaats het product nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, stoven of andere apparaten die tijdens het gebruik heet worden.
3. Zorg dat er geen vloeistoffen of kleine voorwerpen in dit product terechtkomen.
4a. POD
4b. POD
5. Ga nooit op het netsnoer staan. Zet geen zware voorwerpen op het netsnoer om te voorkomen dat het gekneusd
6. Verbreek de aansluiting van de PODXT op het lichtnet, als je hem langere tijd niet wilt gebruiken.
7. Voer enkel de in dit PODXT-Pilotenhandboek uitdrukkelijk vermelde handelingen uit. In de volgende gevallen
8. Het luisteren op een pittig volume kan leiden tot gehoorverlies – en zoiets is onomkeerbaar. Zet het volume dus
XT
: Sluit de adapter enkel aan op een stopcontact met een netspanning van 100~120V of 230V 47~63Hz
(zie het merkplaatje op de adapter voor de benodigde netspanning).
Pro: Sluit het netsnoer aan op een stopcontact met een netspanning van 100~120V of 220~240V
XT
47~63Hz (zie het merkplaatje op het apparaat).
of beschadigd wordt. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de aansluiting op de PODXT.
moet het apparaat door een erkende herstellingsdienst worden nagekeken:
• als vloeistoffen in het inwendige beland zijn
• als een voorwerp in het inwendige is terechtgekomen
• als dit product niet meer naar behoren lijkt te werken
• als het product gevallen is of wanneer de ombouw beschadigd is
nooit overdreven hard.
: Om het risico
: Dit product werd uitvoerig getest. Daarbij is gebleken dat het, volgens “Part 15”
VOORZICHTIG
elektrocutie te beperken mag je nooit de schroeven verwijderen. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker hersteld mogen worden. Laat dit werk over aan een erkende technische dienst.
Het uitroepteken in een driehoek betekent “voorzichtig”. Lees altijd alle dingen door die met dit symbool zijn aangeduid.
: Om het risico op brand en
.
EWAAR DEZE INSTRUCTIES OP EEN VEILIGE PLAATS
.
PODXT Pilotenhandboek © 2003, Line 6, Inc.
Page 3
Page 4
Let op:
Line 6, POD, PODXT, PODXT Pro, Vetta, FBV, FBV Short­board, FBV4, Amp Farm, Line 6 Edit en Custom Tone zijn handelsmerken van Line 6, Inc. Alle andere productnamen, handelsmerken en namen van artiesten zijn eigendom van de betreffende bedrijven en personen, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, afbeel­dingen en artiestennamen worden enkel gehanteerd als ver­wijzing naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen in dit product bestudeerd heeft. Het gebruik van productnamen, handelsmerken, afbeeldingen en namen van artiesten impliceert geen mede­werking of ondersteuning.
Page 5
Meteen aan de slag ................................................................................ 1 • 1
Eerst registreren!...................................................................................................................................1 • 2
Ga online voor nog meer handige dingen!............................................................................1 • 2
Vooraf ......................................................................................................................................................... 1 • 3
Welkom bij de POD
xt
… ............................................................................................................. 1 • 3
Wie is Line 6? ....................................................................................................................................1 • 3
Modeling...............................................................................................................................................1 • 4
Amp-, speaker- en effectmodellen........................................................................................ 1 • 5
De A.I.R. van erkenning................................................................................................................1 • 5
Genoeg gezeurd….............................................................................................................................. 1 • 7
Bedieningsorganen & aansluitingen..................................................... 2 • 1
PODxt Pro.............................................................................................................................................. 2 • 10
En dan nu… muziek ..............................................................................3 • 1
De basisbeginselen ..............................................................................................................................3 • 1
De POD
xt
in de studio ......................................................................................................................3 • 2
Waar moet het signaal naartoe?............................................................................................. 3 • 2
Het fijne over een goed geluid................................................................................................3 • 2
Niveau-instellingen.......................................................................................................................... 3 • 3
Stralingsgevaar ................................................................................................................................... 3 • 3
Werken met pedalen.................................................................................................................... 3 • 4
MIDI-rockjes ....................................................................................................................................... 3 • 4
De POD
xt
in het livecircuit.............................................................................................................. 3 • 5
Opstelling.............................................................................................................................................3 • 5
De slimste aanpak ........................................................................................................................... 3 • 5
Waar moet het signaal naartoe?............................................................................................. 3 • 5
De juiste sound voor de juiste versterker......................................................................... 3 • 6
Externe effectpedalen en de POD
Configureren en aansluiten van de POD
xt
.....................................................................................3 • 7
xt
Pro.................................................................... 3 • 8
Ingang kiezen......................................................................................................................................3 • 8
Opties voor de ingangen & digitale uitgangen................................................................ 3 • 9
Waar moet het signaal naartoe?.......................................................................................... 3 • 11
FX Loop.............................................................................................................................................3 • 12
AES/EBU of toch liever S/PDIF?...........................................................................................3 • 13
Stralingsgevaar ................................................................................................................................ 3 • 13
Werken met pedalen................................................................................................................. 3 • 14
MIDI-rockjes .................................................................................................................................... 3 • 14
Page 6
Re-amping met de PODxt Pro ...................................................................................................3 • 14
Re-amping in het analoge domein...................................................................................... 3 • 14
Re-amping in het digitale domein ....................................................................................... 3 • 16
Programmeren en opslaan van sounds ............................................... 4 • 1
Geheugens oproepen........................................................................................................................4 • 1
Laden van een Effect Setup............................................................................................................ 4 • 1
Werkwijze voor het “editen”........................................................................................................ 4 • 2
Twee keer indrukken om sneller te werken ................................................................... 4 • 2
Edit-menu..................................................................................................................................................4 • 2
Instellen van de versterkerregelaars...................................................................................... 4 • 2
Speaker- en microfooninstellingen (de A.I.R. van erkenning!) ............................... 4 • 3
Comp/Gate-parameters..............................................................................................................4 • 4
EQ-parameters ................................................................................................................................. 4 • 5
Instellen van de pedaaleffecten (Stomp)............................................................................4 • 6
MOD- en DELAY-instellingen ................................................................................................. 4 • 6
Config.....................................................................................................................................................4 • 7
Instellen van het effecttempo...................................................................................................4 • 8
Reverb-instellingen (galm).......................................................................................................... 4 • 8
Wah- en Volume-parameters..................................................................................................4 • 9
Effect Tweak-regelaarfunctie en tempotoewijzing .................................................... 4 • 10
Instellingen opslaan...........................................................................................................................4 • 11
Instellingen in een geheugen opslaan................................................................................ 4 • 11
Opslag van je eigen Amp-voorkeuren ............................................................................. 4 • 12
Opslag van je Effect Setup-voorkeuren........................................................................... 4 • 13
MIDI Dump...................................................................................................................................... 4 • 14
De versterker- en speakermodellen.................................................... 5 • 1
Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt? ..................... 5 • 1
Algemene opmerkingen over de modellen ..................................................................... 5 • 1
Line 6-originelen...............................................................................................................................5 • 2
Speakermodellen............................................................................................................................... 5 • 29
Over de effectmodellen ........................................................................ 6 • 1
Comp .......................................................................................................................................................... 6 • 1
Gate .............................................................................................................................................................6 • 2
Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive.............................................. 6 • 3
Stompeffecten: compressors ......................................................................................................... 6 • 8
Modulatie-effecten............................................................................................................................ 6 • 12
Page 7
Delay-effecten ..................................................................................................................................... 6 • 20
Reverb (galm)......................................................................................................................................6 • 27
Galmveren (Springs)................................................................................................................... 6 • 27
Kamers (Rooms)........................................................................................................................... 6 • 28
Zalen (Halls)....................................................................................................................................6 • 28
Galmkamers (Chambers)......................................................................................................... 6 • 29
Plaatgalm (Plates).......................................................................................................................... 6 • 29
MIDI ........................................................................................................ 7 • 1
Basisbeginselen van MIDI.................................................................................................................7 • 1
Wat is MIDI?....................................................................................................................................... 7 • 1
In- en uitgangen (IN/OUT)........................................................................................................ 7 • 1
MIDI-kanaal ......................................................................................................................................... 7 • 2
MIDI-commando’s ..........................................................................................................................7 • 3
Archiveren van de POD
xt
-data met een ander apparaat.............................................. 7 • 4
Andere dingen die je via MIDI kunt doen.............................................................................. 7 • 6
POD
xt
-geheugens selecteren met programmakeuze-commando’s.................... 7 • 6
Wijzigen van de POD Complete MIDI-automatisering van de POD
xt
-instellingen met controlecommando’s............................ 7 • 6
xt
...............................................................7 • 6
MIDI-problemen verhelpen............................................................................................................ 7 • 7
Stampen met de voetjes....................................................................... 8 • 1
Pedalenbakken van de FBV-serie ................................................................................................8 • 1
Aansluitingen ......................................................................................................................................8 • 1
Even het FBV Shortboard voorstellen...................................................................................... 8 • 1
Voetschakelaars indrukken.............................................................................................................. 8 • 1
Opslaan en namen invoeren met een FBV Shortboard................................................ 8 • 3
Werken met een EX-1.....................................................................................................................8 • 4
Appendix A: Versterkermodellen....................................................... A • 1
Appendix B: MIDI-programmanummers........................................... A • 2
Appendix C: Controlecommando’s van de POD
xt
............................ A • 3
Appendix D: Controlecommando’s van de FBVs ............................. A • 9
Appendix E: Contact opnemen met Line 6 ..................................... A • 10
Appendix F: Garantiebepalingen ...................................................... A • 11
Page 8
Page 9
M
ETEEN AAN DE SLAG
oftewel:

Meteen aan de slag

1• 1
“Handleiding? Ik hoef geen
Beste PODXT Pro-gebruiker: als je meer wilt doen dan je gitaar aansluiten en de analoge uitgangen gebruiken, moeten we je, althans in deze inleiding, teleurstellen. De opties zijn gewoon te talrijk om ze hier al aan bod te laten komen. In hoofdstuk 2 kun je echter kennis maken met de bedieningsorganen, en onder
Pro
op blz. 3•8 gaan we helemaal voluit.
1.
Zet de
OUTPUT LEVEL
2.
Sluit de opnameapparaat of mengpaneel c.q. verbind LEFT OUTPUT met de ingang van je gitaarversterker. Je zou echter ook een hoofdtelefoon op de van de POD storen.
3.
Verbind het netsnoer van de bijgeleverde adapter met je PODXT en sluit het andere eind aan op een stopcontact.
4.
Sluit je gitaar aan op de de POD
5.
Druk op de
6.
De PODXT wordt wakker en staat vrijwel meteen klaar om de sterren van de hemel te spelen.
dat even duidelijk maken
regelaar één stap naar rechts. Druk op de knop onder met de aangesloten. De POD hoofdtelefoon werkt, dus hoef je bij gebruik van een hoofdtelefoon niets speciaal te doen om toch over een overtuigend geluid te beschikken.
7.
Kies met de
Als je de PODXT op een gitaarversterker hebt aangesloten, moet je hem
EFFECT TWEAK
CHAN VOL TREBLE
uitgangsvolume natuurlijk.
8.
Kies met de
REVERB
paar keer op de
9. Met de Druk op de uiterst linkse knop onder het display, als de
SELECT-regelaar kun je de voorgeprogrammeerde de revue laten passeren.
- en
LEFT
XT
RIGHT OUTPUT-
kunnen aansluiten om tekeer te kunnen gaan zonder anderen te
INPUT
XT
Pro).
POWER
-knop om je juweeltje in te schakelen.
. Druk dus op
XT
hanteert deze instelling niet, wanneer je met een
AMP MODEL
-regelaar op de maximumwaarde en stel
en
PRESENCE
EFFECTS
EFFECT TWEAK
en
TAP
-regelaar een
-knop om de snelheid van de effecten te in te stellen.
saaie handleiding
Configureren en aansluiten van de PODxt
-regelaar op de minimumwaarde. connectors aan op de ingangen van je
-connector van de PODXT (c.q.
TUNE/SYSTEM
-regelaar het type versterker waarop je de PODXT hebt
-regelaar het benodigde versterkermodel. Zet de
!”
DEST
PHONES
-connector
GUITAR IN
en draai de
(Destination) en kies
SELECT
DRIVE, BASS, MID
naar smaak in. Met
EFFECTSETUP
dat het geheel klinkt zoals jij dat wilt. Druk een
OUTPUT
en zorg met de regelaars
bepaal je… het
EDIT-knop NIET oplicht om
van
-
,
Page 10
1• 2
Meteen aan de slag
de “Manual”-mode te kiezen. Dan komt het geluid precies overeen met de standen van de regelaars.
10. Alvorens nu alles rondom je te vergeten, willen we je toch vragen nog even het volgende door te nemen…

Eerst registreren!

Deze handleiding bevat een kaart die je moet invullen en terugsturen. Je hoeft er zelfs geen postzegel op te plakken. Het is van groot belang dat je die kaart invult – en wel nu meteen. Als je niet zo happig bent op een wandeling naar de brievenbus, kun je je ook via het inter­net laten registreren (www.line6.com). Enkel geregistreerde gebruikers hebben namelijk recht op garantie (zie ook de bepalingen aan het einde van deze handleiding). Bovendien houden we je dan op de hoogte van nieuwe softwareversies en andere te gekke verbeterin­gen.

Ga online voor nog meer handige dingen!

Wij van Line 6 vinden dat we je creativiteit telkens weer moeten aansporen door met nieu­we vondsten voor de dag te komen. Het is dan ook maar normaal dat wij gebruik maken van het internet om dergelijke creaties zo snel mogelijk bij de eindgebruiker te krijgen. De Line 6-website is gewoon een must voor POD
Ga vandaag nog kijken op www.line6.com om te weten te komen wat “Custom Tone” inhoudt. Het is een waanzinnig omvangrijke online-bibliotheek van Line 6 met sounds van de grootste gitaristen, groepen, songs en apparaten. Hij werkt trouwens samen met de gratis editor van Line 6 en laat je toe de sounds van de POD computer te archiveren. Onze website is tevens de ‘place to be’ om ons GuitarPort-program­ma en de USB-driver (beide natuurlijk gratis) voor je POD aantal modellen van je POD
XT bovendien uitbreiden (zie www.line6.com/modelpacks
voor meer details). Om al die te gekke computerspullen zonder hoofdpijn up-to-date te hou­den heb je verder het programma Line 6 Monkey nodig. Dat is niet alleen gratis – het downloadt ook automatisch de laatste nieuwe versies van alles wat er op je computer aan­wezig is! Stapels tips & tricks, echte weetjes voor de uitoefening van je beroep of hobby en tal van POD-genoten… ook dat vind je bij ons. Ook dit is een onmisbare schakel voor je POD
XT. Op de Support-pagina’s vind je tevens antwoorden op je technische vragen en een
link naar de mensen van de support. Verder vind je daar de elektronische versie van dit boek en talrijke andere documenten, informatie over wat je favoriete artiesten net met hun Line 6-apparaten aan het doen zijn en natuurlijk nieuws over nieuwe producten.
XT-gebruikers.
XT naar je hand te zetten en op je
XT te downloaden. Je kunt het
Page 11
Meteen aan de slag Vooraf
Heb je nog geen internetaansluiting? Dan is dit dé reden om eindelijk de grote stap te zet­ten. Doe het voor jezelf – en natuurlijk ook voor je POD
XT.

Vooraf

Welkom bij de PODXT

Bedankt om een PODXT in je leven te hebben gelaten. Of je de PODXT nu als wondermid­del voor directe opnamen, als superieure voorversterker, voor het instuderen van nieuwe loopjes of als digitaal interface gebruikt – alles kan (desnoods ook alles samen). — We zijn er dan ook zeker van dat jij de POD gitaargeschiedenis vindt als de voorstelling van de gitaarversterker. De POD ongelooflijke geluiden voort dankzij de “Point-to-Point”-modelingtechnologie van Line 6 (die ook in onze versterkers van de Vetta-serie wordt gehanteerd). Die kracht en die flexi­biliteit bevinden zich nu in een POD-behuizing. Deze laatste geldt al jaren als standaard voor de opname van gitaarsignalen. Je beschikt, met andere woorden, over alle hoogtepun­ten van de gitaarversterker- en effectpedalengeschiedenis plus een sound voor opnamen direct in de tafel waar niemand aan kan tippen.

Wie is Line 6?

Misschien weet je dat Line 6 enkele jaren geleden met een nieuw soort versterker voor de dag is gekomen en dat wij de eersten waren die de digitale modelingtechnologie op een gitaarcombo hebben toegepast. Natuurlijk wisten we toen al dat gitaristen ook in de studio over een perfect geluid moeten beschikken, terwijl meestal de ruimte ontbreekt waar je een grote buizenjongen voluit kunt laten gaan. Om maar te zwijgen van de technicus die één en ander vakkundig op band of harde schijf moet krijgen. Dus hebben we onze gepatenteerde modelingtechnologie samengeperst en in een klein, rood, boonvormig apparaatje gestopt dat naar de naam POD luisterde – en op die manier een revolutie ontketend.
Zelfs toen bleek dat onze modelingversterkers en PODs voltreffers waren, bleven we echter niet bij de pakken zitten, maar sleutelden gewoon verder. Tenslotte wil je de kick van het bereiken van de eerste piek meteen overdoen en een nóg hogere berg beklimmen, nietwaar? Dus kochten we massa’s Pepsi en sloten onze ingenieurs op in een geheim laboratorium… we schakelden onze uitgebreide versterker- en pedalenverzameling in… en we verwerkten al die waanzinnige geluiden tot een nieuwe –nóg krachtigere– modelingtechnologie die we “Point-to-Point-modeling” noemden. Die technologie werd voor het eerst in de onvolpre­zen Vetta-versterker gebruikt. Zijn onderscheidingen voor de perfecte modellen van alle grote versterkers, speakerkasten en effecten kun je al lang niet meer tellen. Dat geheime brouwsel goten we dan in een POD en… de POD
XT binnenkort een even belangrijke mijlpaal in de
XT brengt
XT was een feit.
1• 3
Page 12
1• 4
Meteen aan de slag
Hoe helpt de PODXT je bij het verkrijgen van een gitaargeluid dat de verbeelding tart? Sim­pel! Dat doen we met…

Modeling

Modeling: wat is het en waarom is het zo belangrijk?
Om die vraag te beantwoorden moeten we even blijven stilstaan bij de buis (of “lamp”). Iedereen is het erover eens dat buizen zowat het hart en de ziel van elke gegeerde gitaarver­sterker vormen. Tenslotte zorgen zij voor dat warme geluid met veel boventonen. Solidsta­teversterkers (met transistors) werken op een compleet andere manier en hebben in de regel geen “warm” geluid. “Hybride” versterkers –met veel transistors en ergens wel een buis– vor­men in de regel een mislukte poging om een transistorgeluid wat warmer te maken. Zet je ze namelijk naast een 100% buizenversterker, dan wordt het verschil meteen duidelijk. Dus moeten het wel buizen en anders niets zijn, zal je nu denken. Niet noodzakelijk.
Tenslotte lopen bij Line 6 een aantal breinen rond die, niet toevallig, ook gitaristen zijn en alles weten wat er over een buizenversterker te kennen valt. Ze kunnen je zelfs vertellen welke buis in een bepaalde situatie op welke manier reageert, wanneer je ze in een bepaald versterkercircuit integreert. De buizen beïnvloeden het ingangssignaal, ze geven er een eigen wending (signaalbewerking) aan, en vanaf een bepaald niveau beginnen ze het geluid te vervormen – en nog wel op een specifieke manier. Ook de overige componenten drukken hun stempel op het geluid. Hoewel dit een erg complexe materie is, kun je ze beheersen, meten en in formules gieten. Tenslotte genereert een gitaarelement een elektronisch sig­naal, terwijl de buizen en de overige schakelingen in wezen maar erg complexe signaalpro­cessors zijn.
De Line 6-ingenieurs hebben dat allemaal achterhaald en hun bevindingen in software ver­taald, die het gedrag van de buizen en overige componenten nauwkeurig simuleert, terwijl zich alles in het digitale domein afspeelt. Applaus! En omdat de cafeïne nog aan het nazin­deren was, hebben de Line 6-ingenieurs ook maar meteen achterhaald welke invloed de speakers op het geluid hebben. Daarna was er zelfs nog tijd over om ook de effectpedalen en rackeffecten voor gitaar te analyseren. Dit alles werd in een programma gegoten en in een DSP (digitale signaalbewerker) geïmplanteerd. We kunnen dus zonder te overdrijven stel­len dat je POD denis op je zitten te wachten.
XT een siliconemuseum vormt waarin alle grote namen van de gitaargeschie-
Page 13
Meteen aan de slag Vooraf

Amp-, speaker- en effectmodellen

De Line 6-vakkennis m.b.t. sound en technologie wordt je aangeboden in de vorm van ver­sterker-, speaker- en effectmodellen van apparaten die iedere gitarist waar dan ook ter wereld
als “klassiekers” beschouwt. Die modellen werden tijdens uitvoerige A/B-vergelijkingen zo lang bijgewerkt tot we vonden dat ze qua geluid helemaal op de grote voorbeelden leken. Daarbij hebben we trouwens ook gelet op de invloed van het ingestelde volume en de toon­regeling. De kenmerken van het niveau versus de toonregeling van de gemodelleerde appa­raten werden zorgvuldig gemeten om er helemaal zeker van te zijn dat onze modellen op elk moment griezelig dicht bij de originelen komen. Zelfs schijnbaar onbenullige details hebben we bestudeerd. De kantelfrequenties van de toonregelaars, het bereik waarbinnen de fre­quenties kunnen worden opgehaald of afgezwakt en nog een hele reeks andere unieke fac­toren… niets is ons ontgaan. Omdat de circuits van de meeste versterkers en effecten elkaar bovendien “interactief” beïnvloeden, hebben we zelfs achterhaald welke invloed de stand van één regelaar op de andere regelaars heeft enz. Wij namen immers enkel genoegen met voorbeeldige modellen van de bestudeerde apparaten. Alles moest kloppen. Die versterker­, speaker- en effectmodellen vormen het hart van je POD
Laten we nog even op twee belangrijke dingen wijzen:
1. Het modelingprocédé van Line 6 is gepatenteerd, het berust voor de volle 100% op digitale softwaretechnologie en het wordt alleen door Line 6 gebruikt.
2. De modeling van Line 6 heeft niets met samples te maken en is allerminst “solidstate”. Verder heb je geen speciaal element/gitaar, noch speciale kabels nodig.
XT.
1• 5

De A.I.R. van erkenning

Via een andere innovatie zet de PODXT de modelingtheorie om in overtuigende geluiden: het A.I.R.-procédé dat een directe verbinding met opnameapparaten toelaat. De A.I.R.­technologie (“Acoustically Integrated Recording”) is het resultaat van nauwgezet onder­zoek naar de klankmatige kenmerken en de wisselwerking tussen de versterker, de speakers, de microfoons en de opnameruimte tijdens de opname.
Talrijke versterkers en DI-boxes bieden vandaag de dag een soort speakersimulatie of -emu­latie. Systemen, die meer doen dan alleen het hoog wat af te zwakken, bieden weinig of geen controlemogelijkheden. Algemene speakersimulaties houden geen rekening met de duide­lijke verschillen i.v.m. de keuze van de luidsprekers, het hout en andere kenmerken van een echte speakerkast. Verder negeren die systemen de invloed van de tijdens de opname gebruikte microfoon of diens opstelling. En van de invloed van de akoestiek op het geluid hebben ze nog nooit gehoord.
Page 14
1• 6
Meteen aan de slag
Dus kun je met dergelijke producten niet echt tevreden zijn: zelfs degene, die het geluid min of meer voor elkaar hebben, blijven steriel klinken en missen duidelijk “leven”. Het gevolg daarvan is dat je je spel gaat aanpassen en je dus minder vrij voelt, wat er dan weer voor zorgt dat je de indruk hebt op een wat onwennige gitaar te spelen. Zoiets werkt niet echt inspirerend.
De combinatie van versterkermodellen met de A.I.R.-technologie zorgt er bij de POD voor dat de voortgebrachte geluiden rekening houden met alle elementen die hun steentje bijdragen tot een verantwoord gitaargeluid, zodat je over dezelfde feel beschikt als bij gebruik van de gemodelleerde amp en speakerkast:
• De kenmerken van het versterkercircuit worden door het gekozen versterkermodel (AMP MODEL) gesimuleerd. Elk “model” berust op een diepgaande analyse van een “klassieke” versterker waar veel mensen veel geld voor neertellen.
• Het uitgangssignaal van een gitaarversterker wordt naar een speakerkast uitgestuurd en door deze laatste eveneens bewerkt. De constructie van de kast, het hout, het aantal luid­sprekers, om welke typen het gaat en hoe ze op elkaar aangesloten zijn – dit alles heeft een grote op het geluid. Een Marshall-top met één 12”-luidspreker (open kast) klinkt hele­maal anders dan wanneer je diezelfde top op een gesloten 4x12-kast aansluit. Line 6 heeft de nodige aandacht besteed aan de ontwikkeling van haar virtuele speakerkasten om ook op dat vlak met geluiden voor de dag te komen waar het realisme van afdruipt.
• De door de speakerkast voortgebrachte geluidsgolven worden in een studio door een mi­crofoon opgevangen. Ook die heeft een belangrijke invloed op het geluid. Om een be­paald geluid te bereiken moet je de microfoons zorgvuldig kiezen en ze op (een) welbepaalde plaats(en) zetten. Een microfoon, die vlak vóór de luidspreker staat, levert een ander geluid op dan bij een zijdelingse opstelling (“off-axis”). Line 6 heeft ook de “kleuring” van de microfoons en de invloed van hun opstelling bestudeerd. Zelfs daarvoor bevat de POD
XT modellen die je zelf kunt kiezen.
• Een gitaarversterker, speakerkast en microfoon bevinden zich altijd in een ruimte. De akoestiek daarvan verandert ook weer iets aan het geluid. Met een galmeffect kun je de reflecties van de vloer, de wanden enz. tot op zekere hoogte simuleren. Maar zo’n effect kan je niet de “spreiding” van het geluid tussen de speakerkast en de microfoon geven. Precies dit laatste zorgt er echter voor dat de luisteraar “weet” waar hij zich ten opzichte van de gitaarversterker bevindt. Tussen hem en de versterker zit er namelijk heel wat lucht.
XT
Page 15
Meteen aan de slag Genoeg gezeurd…
De PODXT houdt rekening met al deze belangrijke aspecten. Kies met de AMP MODELS­regelaar het gewenste versterkergeluid. De POD
XT voegt daar het gepaste speaker- en
microfoonmodel aan toe en zorgt op die manier voor een levendig geluid. Met de REVERB­regelaar kun je daar dan nog wat galm aan toevoegen. In elk geval zal je geluid staan als een huis. Druk op de benodigde knoppen en draai wat aan de regelaars – en je kunt andere spea­ker- en microfoonmodellen kiezen, plus bepalen hoe sterk het geluid in de virtuele ruimte wordt gereflecteerd.
Het A.I.R.-procédé vind je alleen op Line 6-apparaten. In combinatie met de Amp-, Cab­en effectmodellen zorgt deze technologie voor een geluid dat alleen de POD
XT in huis heeft.

Genoeg gezeurd…

Nu je weet wat er allemaal in je PODXT zit, gaan we je tonen hoe je het eruit krijgt. Pak dus je favoriete gitaar vast, sluit ze aan en zie “Meteen aan de slag” aan het begin van dit hoofd­stuk, als je die punten nog niet hebt doorgenomen. Klap dan de laatste pagina van deze handleiding uit en volg ons doorheen een diepgaande verkenning van je POD
XT
1• 7
Page 16
1• 8
Meteen aan de slag
Page 17
Bedieningsorganen & aansluitingen
BEDIENINGSORGANEN &
AANSLUITINGEN
De laatste pagina van deze handleiding kun je uitklappen. En dat heeft verschillende voor­delen. Mooie prentjes bijvoorbeeld! Die komen altijd van pas tijdens het lezen van de hand­leiding. Bovendien vind je daar alles wat je moet weten om snel met je POD te kunnen. De omkaderde cijfers in deze handleiding verwijzen naar de legenden van die bewuste laatste pagina. Aan de achterkant van die pagina staan de functies van de pedalen­bakken FBV en FBV Shortboard uitgelegd. Bovendien vind je er een schematekening van de signalen en tips voor verschillende soorten effectverbindingen.
1 POWER-schakelaar—Hiermee schakel je de PODXT in en uit. De PODXT Pro
wordt met een geaarde IEC-stroomkabel geleverd. Voor de voeding van je POD enkel de bijgeleverde PX-2-adapter gebruiken.
2 INPUT/GUITAR IN—Hier moet je de gitaar aansluiten. (Voor techneuten: dit is
een asymmetrische mono-ingang.)
3 PHONES—Hier kun je een hoofdtelefoon aansluiten, als je niemand mag storen. Het
volume stel je in met de OUTPUT-regelaar. Let er tijdens het gebruik van een hoofdtele­foon op het volume zo in te stellen dat je niet al na twee seconden doof bent. Zet de OUT­PUT-regelaar ongeveer op “10 uur”, zet de hoofdtelefoon op en verhoog het volume eventueel.
Om er zeker van te zijn dat je ook een gelikt geluid hoort, kiest de POD van een hoofdtelefoon automatisch de “Studio”-mode (meer details daarover vind je onder “Waar moet het signaal naartoe?” op blz. 3•2).
XT aan de slag
XT mag je
XT bij aansluiten
2• 1
4 OUTPUT—Hiermee stel je het algemene uitgangsvolume (en het volume in de
hoofdtelefoon) van je POD op de klankkleur. Je beschikt dus altijd over een geluid dat staat als een huis. De instelling van deze regelaar wordt niet in de geheugens van de POD
XT Pro-gebruikers moeten onthouden dat deze regelaar geen invloed heeft op de XLR-uitgan-
POD gen (dat is alleen in de “Live”-mode het geval, zie “Waar moet het signaal naartoe?” op
blz. 3•5).
XT in. De stand van de OUTPUT-regelaar heeft geen invloed
XT opgeslagen.
Page 18
2• 2
Bedieningsorganen & aansluitingen
De signaal/ruis-verhouding van de PODXT is optimaal, wanneer je de OUTPUT-regelaar op de maximumwaarde zet. Kies dus geen te lage
OUTPUT-instelling, omdat je anders
eventueel ook betrekkelijk veel ruis naar buiten stuurt, terwijl je niveau zo laag is dat de man/vrouw achter het mengpaneel ook de ruis mee opkrikt. Om de
OUTPUT-regelaar
voor gebruik met opnameapparatuur, een mengtafel of andere studioapparaten zo hoog mogelijk in te stellen moet je de uitgangen van de POD
XT aansluiten op de Line-ingangen
van dat apparaat. Kies dus nooit een gitaar- of microfooningang. Line-ingangen hebben in
de regel een gevoeligheid die je toelaat om de
OUTPUT-regelaar van de PODXT helemaal
open te draaien – en dat zorgt op zijn beurt voor een optimaal signaal. Moet je de POD aansluiten op gecombineerde MIC/Line-ingangen, dan zet je de betreffende Gain-regelaars het best eerst op nul. Zet
OUTPUT vervolgens op de maximumwaarde en stel daarna de
gepaste ingangsgevoeligheid in.
5 LEFT & RIGHT OUTPUT—(Zie de nummers 33 en 34 voor de uitgangen van de
POD
XT Pro.) Dit zijn symmetrische 1/4”-jacks (Tip/Ring/Sleeve) die je o.a. op symmetri-
sche ingangen met een gevoeligheid van +4dBu kunt aansluiten. Niets belet je echter om gewone gitaarkabels (mono) te gebruiken en die op de –10dBV-ingangen aan te sluiten. Bij monogebruik maakt het niet uit welke van de twee uitgangen je aansluit.
6 PEDAL—Ziet eruit als een opgeblazen telefoonaansluiting. Sluit hier een optionele
pedalenbak van Line 6 (FBV of FBV Shortboard) aan. De POD Floor Board, noch een FB4 van Line 6.
XT ondersteunt noch het
XT
7 USB—De USB-poort van de PODXT laat toe om de PODXT direct met je computer te
verbinden en hem samen met eender welk populair opnameprogramma te gebruiken. De POD
XT wordt geleverd met een USB-kabel voor een optimaal samenwerkingsverband met
GuitarPort (Windows), het Line 6 Edit-programma (MacOS X & Windows) en de on-line “Custom Tone”-bibliotheek. Vergeet niet de driver te downloaden. Die software –evenals de instructies voor de installatie en het gebruik ervan– kun je gratis downloaden van www.line6.com.
8 MIDI IN & OUT—Je kunt de PODXT op een MIDI-apparaat aansluiten en met dit
laatste geheugens selecteren (programmakeuze) of de POD (controle- en/of SysEx-commando’s). Het gratis Line 6 Edit-programma (zie www.line6.com) kun je via MIDI of USB aanspreken. De POD
XT moet op de MIDI IN-connector van het externe apparaat worden aangesloten. De
MIDI OUT-connector van dat apparaat moet je op de MIDI IN-connector aansluiten. In
hoofdstuk 7, “MIDI”, wordt haarfijn uitgelegd hoe de POD kan worden gebruikt.
XT-parameters beïnvloeden
MIDI OUT-connector van de
XT met andere MIDI-apparaten
Page 19
Bedieningsorganen & aansluitingen
9 DRIVE—Hiermee bepaal je hoe sterk het niveau vóór het gekozen versterkermodel
wordt opgehaald. Net zoals op een gitaarversterker zonder Master Volume-regelaar bepaal je hiermee het “scheurgehalte” van het geluid.
10 Toonregelaars—BASS, MIDDLE, TREBLE, PRESENCE. Deze regelaars wer-
ken net zoals op een gitaarversterker. Hun respons en wisselwerking worden echter bepaald door de Amp Model-keuze. Daarom komt hun werking altijd overeen met de toonregeling van de originele versterker, die aan de basis van het betreffende model ligt.
11 CHAN VOL—Met deze regelaar bepaal je het volume van het gekozen geheugen
(“kanaal”) – vandaar de benaming alle opgeslagen POD schil tussen ritme- en sologeluiden). Stel optimale signaal/ruis-afstand te bereiken. Als het display van de POD schap CLIP afbeeldt, moet je het volume wat terugdraaien.
XT-sounds precies het gewenste volume hebben (bv. het geschikte ver-
TIP: Waarschijnlijk wil je dat al je favoriete sounds lekker hard staan, terwijl de verschillen tussen cleane en scheurgeluiden niet oorverdovend groot mogen zijn. Juist? Om zo’n harmonisch geheel te bereiken, moet je beginnen met je favoriete “clean”-sounds. Stel hun CHAN VOL­waarde zo hoog in dat de CLIP-indicator in het display van de POD net niet verschijnt, ook al trek je bijzonder hard aan de snaren. Kies vervolgens de scheurgeluiden en vergelijk het volume ervan met dat van de “nette sounds”. Vervolgens kun je dan het volume van de “smerige” geluiden instellen. Dat moet je vergelijken met het volume van de “cleane” sounds en eventueel aanpassen. In de regel moet je voor scheurgeluiden een lagere CHAN VOL-waarde kiezen. Daarna kun je je dan beperken tot het oproepen van de benodigde POD eventueel de OUTPUT-waarde wat bijsturen. De onderlinge balans van de verschillende sounds zal echter perfect zijn.
CHANNEL VOLUME. Hiermee kun je zorgen dat
CHAN VOL altijd zo hoog mogelijk in om een
XT echter de bood-
XT
XT-geheugens en
2• 3
12 REVERB—Hoeveel galm had je graag gehad willen hebben? Met deze regelaar stel je
namelijk het galmvolume in. De POD veren, galmplaten, kamers, zalen enz.
XT bevat verschillende galmmodellen van o.a. galm-
Page 20
2• 4
Bedieningsorganen & aansluitingen
13 EFFECTS—Met deze regelaar kies je de “Effect Setups” van de PODXT. Dat zijn
combinaties van verschillende effecten (zie ook hoofdstuk 6, “Over de effectmodellen”). Een Effect Setup kun je vergelijken met een pedalenbak of een reeks 19”-effecten die je bv. in functie van de versterkermodellen kunt programmeren. Wanneer je aan de regelaar draait, vertelt de POD
XT je welke Effect Setup er op dat moment wordt gebruikt.
Je kunt dan andere effecten kiezen. Als een effectknop oplicht, is het betreffende blok inge­schakeld. Er zijn 64 voorgeprogrammeerde “rigs” die je meteen kunt gebruiken.
14 EFFECT TWEAK—Hiermee kun je een bepaald aspect van het gekozen effect
wijzigen. Draai hem naar rechts om het effect harder, dieper, sneller enz. te maken. Je weet altijd precies wat je aan het wijzigen bent, omdat er bij het draaien aan de regelaar een ven­stertje in het display van de POD met de gewenste functie aan de
TAP-knop worden bepaald. Het fijne over de werkwijze en de toewijzing van de
EFFECT TWEAK-regelaar vind je in hoofdstuk 4, “Program-
meren en opslaan van sounds”. Als het effect waaraan uit staat, doet EFFECT TWEAK helemaal niks. Als de
XT verschijnt. De snelheid van de effecten moet in de regel
EFFECT TWEAK is toegewezen
EDIT- of TUNE/SYSTEM-knop
oplicht, dient EFFECT TWEAK voor het instellen van parameterwaarden.
15 AMP MODELS—Met deze regelaar bepaal je in zekere zin welke circuits er in de
POD
XT worden gebruikt. Dat is natuurlijk niet echt zo, maar het “vormt” wel je versterker-
geluid. (Meer details hierover vind je in hoofdstuk 5, “De versterker- en speaker- modellen”.) De naam van het gekozen Amp-model verschijnt in het display van de POD Als je een versterkermodel kiest, worden automatisch een bijpassend speaker- en micro­foonmodel geselecteerd. Voorbeeld: kies je “Brit Hi Gain” (gebaseerd op de Marshall JCM 800-top), dan wordt een speakermodel opgeroepen dat op een Marshall 4x12 berust. Indien nodig, kun je echter een ander speakermodel kiezen door op de derop) te drukken.
Naast het versterkermodel zelf worden ook de bijbehorende functies (toonregeling enz.) ingesteld. zodat je meteen aan de slag kunt. Drive, Bass, Mid, Treble, Presence, Cab/A.I.R., EQ enz. veranderen dus bij keuze van een Amp Model. Eens je de POD kun je die “presets” trouwens helemaal naar je hand zetten, als je vindt dat jouw voorkeuren nóg beter bij bepaalde versterkermodellen passen. In de Manual-mode worden de “fysieke”
instellingen van Drive, Bass, Mid, Treble, Presence, Channel Volume en Reverb gehanteerd (dus niet de opgeslagen waarden die misschien niet eens overeenkomen met de standen van de regelaars. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 5.
CAB/A.I.R.-knop (zie ver-
XT wat beter kent,
EFFECTS-
XT.
Page 21
Bedieningsorganen & aansluitingen
16 SELECT—De PODXT biedt 128 geheugens. Die zijn verdeeld over 32 banken à 4
geheugens. (De geheugenplaatsen worden met A, B, C en D aangeduid.) De banken zou je kunnen beschouwen als vierkanaalsversterkers – en die lijn wordt ook op de optionele peda­lenbakken van Line 6 (FBV en FBV Shortboard) doorgetrokken. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 8.
De eerste 64 geheugens (de banken 1~16) bevatten bij levering al waanzinnig goede amp­annex-effecten-instellingen (dankuwel, Line 6). De tweede groep van 64 (alias de banken 17~32) zijn voor je eigen creaties bestemd (je zou er echter ook de beste sounds van www.CustomTone.com kunnen opslaan).
De geheugens van de POD zen van een geheugen bewegen de regelaars niet. Zo zou kunnen staan, terwijl de basparameter van het gekozen geheugen de maximumwaarde han­teert. Om de aan de betreffende regelaar te draaien.
Om de geheugenwereld te verlaten en in de Manual-mode te werken moet je zorgen dat de
BASS-instelling (of een andere waarde) te veranderen hoef je echter maar
EDIT-knop niet oplicht en de knop onder MANUAL 18 in het display indrukken. In het
display verschijnt dan de boodschap “Manual Mode” om duidelijk te maken dat je nu WYSIWYG (“what-you-see-is-what-you-get”) aan het werken bent: de standen van de fysieke regelaars beantwoorden dan precies aan het geluid dat je hoort. Daar hebben we het verderop over.
Als
EDIT, SAVE of TUNE/SYSTEM oplicht, dient de SELECT-regelaar voor het kie-
zen van displaypagina’s. Druk je op genparameters instellen. Met systeemparameters en effectinstellingen, plus de MIDI-parameters. Aan de verticale “scrollbalk” links in het dis­play kun je aflezen welke pagina momenteel geselecteerd is.
XT kun je met de SELECT-regelaar kiezen. Let wel: bij het kie-
BASS bv. op de minimumwaarde
EDIT, dan kun je de pagina’s met de effect- en geheu-
TUNE/SYSTEM heb je toegang tot de tuner- en
SAVE bevat de functies voor het aanpassen van de versterker- en
2• 5
17 Display—Het LC-display (liquid crystal display) van de PODXT is a.h.w. het “raam”
met zicht op alle beschikbare parameters. Ziehier hoe je via het display werkt:
1. Wanneer in het display van de POD “geheel” bevindt. Druk even op één van die knoppen om te achterhalen hoe die balk er uitziet. Elk puntje vertegenwoordigt een displaypagina. Met de kies je andere pagina’s – en de rechthoek springt naar de overeenkomstige plaats. Kies je de eerste pagina, dan bevindt de rechthoek zich helemaal bovenaan. Roep je de laatste pagina op, dan verschijnt de rechthoek helemaal onderaan de balk. Op en neer. Op en neer. En toch hebben we het hier niet over geslachtsgemeenschap!
SAVE, EDIT of TUNE/SYSTEM oplicht, toont een “scrollbalk” links
XT waar de momenteel gekozen pagina zich binnen het
SELECT-regelaar
Page 22
Bedieningsorganen & aansluitingen
2. Onderaan elke displaypagina zie je telkens een aantal woorden. Die
vertegenwoordigen de dingen die je kunt instellen. Druk op de knop eronder en kies met de
EFFECT TWEAK-regelaar de gewenste instelling.
2• 6
18 Softknoppen—De functies van deze knoppen verschillen naar gelang wat je net
aan het doen bent.
Als de EDIT-knop NIET oplicht, ziet het display er waarschijnlijk zo uit:
Druk op de softknop helemaal links om de MANUAL-mode te activeren. Druk op de twee­de softknop van links om de opgeslagen instellingen van de toonregelaars op te roepen. Met een druk op EDIT verlaat je die pagina weer. Druk op één van de twee rechtse softknoppen om het GATE- c.q. EQ-effect in of uit te schakelen (in de afbeelding is het Gate-effect uit, terwijl de EQ actief is). Door twee keer snel op de GATE- of EQ-knop te drukken roep je de bijbehorende parameterpagina op. Eens je alles naar wens ingesteld hebt, moet je EDIT weer uitschakelen.
Als de EDIT-knop WEL oplicht, kun je via de softknoppen de parameters kiezen wiens instelling je wilt wijzigen. Zie hoofdstuk 4 voor meer details.
19 Effectknoppen—Hiermee kun je de effectblokken in- en uitschakelen (is een blok
actief, dan licht de bijbehorende knop op).
COMP schakel je de compressor in en uit.
• Met
STOMP schakel je het pedaaleffect (Stompbox) in en uit.
• Met
MOD schakel je het geladen modulatie-effect in en uit.
• Met
DELAY schakel je het DELAY-blok in en uit.
• Met
Druk de betreffende knop twee keer in om de effectparameters in te stellen en/of een ander effecttype te kiezen. Ziehier een voorbeeld: druk twee keer op pressor & Gate de eerste keer op
EDIT) om de Edit-mode weer te verlaten.
EDIT-pagina te gaan. Door twee keer op STOMP te drukken ga je naar
EDIT-pagina van de pedaaleffecten. Druk nog eens twee keer op die knop (of één
COMP om naar de Com-
Page 23
Bedieningsorganen & aansluitingen
20 CAB/A.I.R.—Door één keer op CAB/A.I.R. te drukken heb je toegang tot de spea-
kermodellen (Cab Models), kun je het microfoontype kiezen en de “akoestiek” van de denkbeeldige studio bepalen. In tegenstelling tot de
EFFECTKNOPPEN kun je hiermee
echter niets in- of uitschakelen. Druk dus gewoon op deze knop en kies je speaker- en micro­foonmodel. Gebruik je geen speakermodel, dan licht deze knop niet op.
21 SAVE—Om je eigen sounds in de interne geheugens van de PODXT op te slaan moet
je op deze knop drukken. Hoe het allemaal in z’n werk gaat, vind je in hoofdstuk 4, “Pro­grammeren en opslaan van sounds”. Als je niet zo lang kunt wachten, vind je hier alvast
de basiswerkwijze:
Zolang je met een opgeslagen geluid van de POD playregel het banknummer, de geheugenletter en de naam van die instellingen. Als je ook maar aan één regelaar draait of een parameterinstelling op een schijnt er links van het banknummer een sterretje. Zo weet je dat de huidige instellingen niet meer met de opgeslagen versie overeenkomen. Die moet je dus opslaan, als de POD ze moet onthouden.
Om de wijzigingen op te slaan moet je op de wens te knipperen. Druk nog een keer op
SAVE om de nieuwe versie in het geheugen van
de oorspronkelijke instellingen (en dus onder dezelfde naam) op te slaan. Wil je vóór het opslaan ook de naam wijzigen, dan moet je met de twee middelste softknoppen de gewenste tekenpositie kiezen, vervolgens op de rechter softknop drukken en met de
TWEAK
-regelaar het teken instellen. Druk op de softknop onder DEST, kies met de
EFFECT TWEAK-regelaar een geheugen (A, B, C en D van één van de zestien banken)
en druk nog een keer op
SAVE. De indicator van deze knop stopt met knipperen, een balk-
je toont dat de data vastgelegd worden en de sound bevindt zich in het gekozen geheugen. De instellingen, die zich daarvóór in dat geheugen bevonden, worden overschreven.
Eens je een sound hebt opgeslagen, kun je hem weer oproepen door gewoon aan de
SELECT-regelaar te draaien. (In hoofdstuk 8 kom je te weten hoe je geheugens met de
voet kunt kiezen.)
Zelfs als je momenteel niet met de instellingen van een POD Manual-mode actief is– kun je de instellingen opslaan. Druk op SAVE, daarna op DEST, kies met de EFFECT TWEAK-regelaar het geheugen van bestemming en druk tenslotte nog eens op SAVE.
Wil je de instellingen toch niet opslaan, dan moet je op eender welke andere knop drukken. (De Save-functie wordt tevens uitgeschakeld, als je niet binnen de 15 seconden na het drukken op SAVE een geheugen kiest.) En geen nood, als je tijdens het opslaan een geheu-
XT werkt, verschijnen in de bovenste dis-
EDIT-pagina wijzigt, ver-
XT
SAVE-knop drukken. Die knop begint trou-
EFFECT
XT-geheugen werkt –omdat de
2• 7
Page 24
2• 8
Bedieningsorganen & aansluitingen
gen met een fabrieksgeluid hebt gekozen dat je eigenlijk wilde bewaren. Na op SAVE gedrukt te hebben kun je namelijk ook een pagina kiezen waar je de fabrieksgeluiden weer kunt oproepen. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 4.
Via de SAVE-knop kun je bovendien de versterkermodellen en Effect Setups naar je hand zetten, zodat die bij het draaien aan AMP MODELS of EFFECTS meteen paraat staan. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 4.
22 EDIT—Druk op de EDIT-knop om toegang te hebben tot nog meer parameters. Als
de EDIT-knop oplicht, dient SELECT voor het selecteren van displaypagina’s met alle parameters die in de geheugens kunnen worden opgeslagen. Op die pagina’s kun je de effect­parameters instellen, een speaker- en microfoonmodel kiezen en een parameter aan de EFFECT TWEAK-regelaar toewijzen. Meer details over het editen vind je in hoofdstuk 4.
23 TUNE/SYSTEM—Druk op deze knop om (roffel) de tuner te activeren. De bewer-
kingen van het versterkermodel en de effecten worden tijdelijk uitgeschakeld om je toe te laten de snaren in een mum van tijd te stemmen.
Sla een snaar aan. Het display van de PODXT beeldt nu de herkende noot af. Alle noten worden als mollen afgebeeld. In plaats van “G#” zie je dus bv. “Ab”. Sla de snaar nog eens aan en draai aan de mechaniek. Het balletje in het display verschuift nu eveneens: naar rechts als de snaar te hoog gestemd staat, naar links als ze te laag is. Als het balletje zich precies in het midden bevindt, is de snaar helemaal juist gestemd. Druk nog een keer op de TUNE/SYSTEM-knop van de POD verdwijnen.
UNER BYPASS/VOLUME—In de regel hoor je de gespeelde noten tijdens het stemmen
T
niet. Als je dat echter prettiger vindt werken, moet je op de knop met de Mute-functie druk­ken en met EFFECT TWEAK “Bypass” selecteren.
TUNER REFERENCE—Heb je een andere referentiefrequentie nodig dan A= 440Hz? Zolang de Tuner-mode actief is, kun je op de knop “440Hz” drukken en met de EFFECT TWEAK-regelaar een andere frequentie voor de POD
430~450Hz. Deze keuze wordt automatisch opgeslagen. Na inschakelen van de POD hoef je ze dus niet telkens opnieuw in te stellen, als je de “ongewone” frequentie wilt aan­houden (bv. omdat de akoestische piano die hanteert).
XT om de bijbehorende displaypagina weer te doen
XT kiezen. Het instelbereik luidt
XT
Page 25
Bedieningsorganen & aansluitingen
24 TAP—De PODXT laat toe om de tijd of snelheid van de effecten instellen door
gewoon een aantal keren op deze knop te drukken. Om het tempo in te stellen hoef je TAP maar in de maat van het gewenste tempo in te drukken. De effecten hanteren dan het nieu­we tempo. Op één van de laatste EDIT-pagina’s vindt je nog een Tempo-parameter die de “getapte” waarde afbeeldt. Die parameter helpt je bovendien bij het instellen van precies de juiste tempowaarde, wat met TAP niet altijd even eenvoudig is. In hoofdstuk 4 kom je te weten hoe je ervoor zorgt dat de effecten de ingestelde tempowaarde hanteren.
2• 9
Page 26
Bedieningsorganen & aansluitingen

PODXT Pro

De volgende bedieningsorganen en connectors vind je enkel op de PODXT Pro.
2• 10
25 INPUT LEVEL—Kies de “Normal”-stand voor gitaren met passieve elektronica.
Als de CLIP-indicator 28 oplicht, is het niveau aan de ingang van de POD Gebeurt dit bij jou maar al te vaak, dan zou je de PAD-instelling eens moeten activeren. Daarmee zorg je namelijk dat de ingangscircuits ook “hetere” signalen (bv. van gitaren met actieve elektronica, toetseninstrumenten e.d.) aankunnen. Bovendien verdient het aanbe­veling om alles, wat niet meteen op een gitaar lijkt, op de 29 LINE LEVEL INPUT aan de achterkant aan te sluiten. Dat is namelijk een symmetrische TRS-ingang. Via een aparte CLIP-indicator in het display kom je te weten wanneer je de interne DSP lichtelijk aan het verkrachten bent.
XT Pro iets “te”.
26 I/O & DIG SELECT—Druk op deze knop om je PODXT Pro te vertellen waarop
hij is aangesloten. Pas dan kan hij namelijk een optimaal signaal uitsturen. Verder vind je hier de digitale audio-opties.
• Druk er één keer op om duidelijk te maken naar welke ingang de PODXT Pro moet luis­teren en wat hij naar zijn digitale uitgangen moet uitsturen.
• Druk er nog eens op om de POD
XT Pro te verklappen of hij zich in een studio of op een
podium bevindt, of en hoe je de effectenlus wilt gebruiken en welke digitale apparaten je op de POD
XT Pro aangesloten hebt.
• Met een derde druk verlaat je deze mode weer en keer je terug naar de daarvóór geselec­teerde displaypagina.
27 SIGNAL—Deze indicator licht op, wanneer het ingangssignaal voldoende krachtig
is. Als je een op de POD & DIG SELECT-knop drukken en kijken of je wel de juiste ingang geactiveerd hebt. (Deze indicator licht overigens niet op, wanneer er audiosignalen via USB binnenkomen.)
XT Pro aangesloten signaalbron niet hoort, moet je op de 26 I/O
28 CLIP—Als deze indicator oplicht, is het ontvangen signaal te krachtig – en “te” is bij-
na altijd slecht… (Hij licht echter niet op, wanneer het USB-audiosignaal wat aan het overdrijven is.) Verminder dan het volume van de gitaar of de signaalbron, die je op de POD
XT Pro hebt aangesloten of maak gebruik van de Pad-instelling (25 INPUT LEVEL-
schakelaar). Voor andere signaalbronnen dan gitaar is er tevens…
Page 27
Bedieningsorganen & aansluitingen PODXT Pro
29 LINE LEVEL INPUT—Dit is een symmetrische (“gebalanceerde”) ingang voor
signalen die niet echt van een gitaar afkomstig zijn (bv. van een draadloos systeem). Deze ingang kun je ook gebruiken voor “Re-amping”-toepassingen, d.w.z. de bewerking van een droog opgenomen signaal met de POD
XT Pro tijdens de mix. Hiervoor moet je ook weer op
de 26 I/O & DIG SELECT-knop drukken en “Line Input” kiezen. De 27 SIGNAL-indi­cator op het frontpaneel licht op, wanneer er een signaal binnenkomt, en 28 CLIP vertelt je wanneer de POD
XT Pro wordt overbelast.
30 UNPROCESSED GUITAR OUT—Deze connector kun je voor minstens
twee toepassingen gebruiken. Als je over een aparte 19”-tuner beschikt, kun je hem langs deze weg aanspreken. De eigenlijke bestaansreden is echter dat je voortaan zelfs na de opna­me nog aan je gitaargeluid kunt sleutelen. Pro Tools- en Amp Farm-gebruikers doen dit al een hele tijd. En jij kunt dat nu ook…
Hoe moet dat dan? Je neemt een onbewerkt gitaarsignaal op. Later (d.w.z. tijdens de mix) stuur je het signaal van het betreffende spoor naar de 29 LINE LEVEL INPUT van je POD
XT Pro, je kiest een versterkermodel, je stelt de effecten in en je zorgt dat het geluid
precies bij de sfeer van de song past.
Anderzijds weten we allemaal dat het inspelen van een partij met een foute (of helemaal geen) sound maar niks is. Ken je ook, niet waar? Ik bedoel… wie kan er in hemelsnaam een dijk van een solo neerzetten, wanneer de gitaar kurkdroog en totaal “anders” klinkt? Maar dat hoeft ook helemaal niet. Je kunt namelijk ook tijdens de opname een rake sound instel­len – de POD ken, terwijl je het signaal van de andere opneemt. Indien nodig, kun je natuurlijk ook het bewerkte en het “gewone” signaal samen (maar wel op aparte sporen) opnemen, wat dan nóg meer opties tijdens de mix biedt. Zie blz. 3•14 voor meer details.
De digitale uitgangen van de POD bespaart namelijk twee conversies. De parameter waarmee je dit instelt bereik je via de 26 I/O & DIG SELECT-knop.
XT Pro heeft immers twee soorten uitgangen, waarvan je één kunt uitverster-
XT Pro kunnen het droge signaal eveneens uitsturen – dat
2• 11
31 32 EFFECT SEND & RETURN—De effectenlus is voor apparaten met Line-
niveau bedoeld (met name 19” multi-effectprocessors), maar niet geschikt voor effectpe­daaltjes (die sluit je sowieso tussen het instrument en de POD de L-aansluitingen, wanneer de effectenlus (Send & Return) mono moet zijn. Druk op 26 I/ O & DIG SELECT-knop en stel via het display in of de lus in serie of parallel met de ove­rige signalen moet lopen. Kies je voor een seriële verbinding, terwijl je geen signaalbron op de RETURN-connector van de POD
XT Pro aansluit, dan is dat hoegenaamd geen ramp: je
blijft de overige signalen horen. Zie 3•12 voor meer details.
XT Pro aan). Gebruik enkel
Page 28
2• 12
Bedieningsorganen & aansluitingen
33 UNBALANCED ANALOG OUT—De displaypagina’s, die je via de 26 I/O
& DIG SELECT-knop bereikt, laten o.m. toe om te bepalen of deze uitgangen voor de
“Studio” of “Live” moeten dienen. In de “Studio”-mode sturen ze signalen met een niveau van –10dBV uit. In de “Live”-mode wordt de speakersimulatie niet gebruikt, omdat ervan wordt uitgegaan dat je op de bühne een versterker gebruikt. Welke optie je ook kiest: met de 4 OUTPUT-regelaar op het frontpaneel kun je het uitgangsvolume van deze aanslui­tingen bepalen. Bij monogebruik maakt het niet uit welke van de twee uitgangen je aan­sluit.
34 BALANCED ANALOG OUT—De displaypagina’s, die je via de 26 I/O &
DIG SELECT-knop bereikt, laten je o.m. toe om te bepalen of deze uitgangen voor de
“Studio” of “Live” moeten dienen. In de “Studio”-mode sturen ze signalen met een niveau van +4dBu uit. In de “Live”-mode kun je –10dBV-signalen naar de PA e.d. uitsturen. De 4 OUTPUT-regelaar op het frontpaneel heeft geen invloed op de “Live”-signalen, die via deze connectors naar buiten worden gestuurd. Het voordeel daarvan is dat je het volume op de bühne kunt veranderen zonder het signaal voor de PA te beïnvloeden.
35 GROUND—Met deze schakelaar kun je de massa van de symmetrische XLR-uitgan-
gen van de POD met brom, die bij een verbinding met een ander geaard apparaat kan optreden.
XT Pro afkoppelen. Zoiets kan handig blijken, wanneer je te kampen hebt
36 AES/EBU & S/PDIF—Deze connectors zenden en ontvangen digitale audiosigna-
len. Op de 26 I/O & DIG SELECT-pagina’s kun je bepalen welke connectors, welke sam- plingfrequentie en welke resolutie (“bits”) je gaat hanteren. De digitale en analoge ingangen (c.q. digitale en analoge uitgangen) kun je overigens samen gebruiken. Het is zelfs mogelijk om signalen met een andere samplingfrequentie en/of resolutie naar een digitale ingang van de POD
De POD
XT Pro heeft geen aparte Wordclock-aansluiting, maar hij kan het betreffende syn-
chronisatiesignaal wel uit de signalen puren, die hij via een digitale ingang ontvangt – zelfs wanneer de POD digitale uitgang van bv. je mengpaneel op de S/PDIF-ingang van de POD en op de 26 I/O & DIG SELECT-knop drukken. Zet de FORMAT-parameter vervolgens op MATCH SPDIF – en de POD paneel. De POD maat aanpassen.
XT Pro te sturen dan zijn digitale uitgang hanteert.
XT Pro alleen een analoog ingangssignaal bewerkt. Je kunt dan ook een
XT Pro aansluiten
XT Pro hanteert het Wordclock-signaal van het meng-
XT Pro kan zijn digitale uitgangssignalen trouwens aan het ontvangen for-
Page 29

En dan nu… muziek De basisbeginselen

EN DAN NUMUZIEK
De cijfers in de zwarte vakjes verwijzen naar de legenden op de uitvouwbare laatste pagina.
De POD aansluit. Hij staat op het podium net zo zijn mannetje als in de nabijheid van de meest onbetaalbare studioapparatuur. (Dit laatste vinden we allemaal leuk, nietwaar?) Je moet echter wel een aantal dingen instellen, en dat gaan we in de volgende drie alinea’s uit de doeken doen:
XT zorgt altijd voor een dijk van een geluid – het maakt dus niet uit waarop je hem
De PODxt in de studio
De PODxt in het livecircuit
Configureren en aansluiten van de PODxt Pro
Maar eerst zijn er nog…

De basisbeginselen

1. Sluit het netsnoer (van de bijgeleverde adapter) aan op een stopcontact en
vervolgens op de POD
2. Sluit je gitaar aan op de INPUT-connector van de POD
POD
XT Pro) 2.
3. POD
XT: Sluit de uitgangen van de PODXT aan op het apparaat waar hij zijn signalen
naartoe moet sturen. De 5 LEFT & RIGHT OUTPUT-connectors zijn van het symmetrische 1/4” TRS-type (Tip/Ring/Sleeve) die je zonder meer op symmetrische apparaten met een ingangsgevoeligheid van +4dBu kunt aansluiten. Niets belet je echter om gewone gitaarkabels (mono) te gebruiken en ze op –10dBV-ingangen aan te sluiten. Als je de POD RIGHT-uitgang op het externe apparaat aan te sluiten.
XT.
XT (GUITAR IN van de
XT in mono wilt gebruiken, hoef je enkel de LEFT- of
3• 1
POD
XT Pro: Kies één van de twee uitgangsparen. Meer details over het verschil
tussen die twee vind je in het derde deel van dit hoofdstuk. Druk op de 26 I/O & DIG SELECT-knop en kies “Guitar” (of een ander signaaltype) als ingangssignaal.
Page 30
En dan nu… muziek

De PODXT in de studio

PODXT Pro-gebruikers moeten meteen naar “Configureren en aansluiten van de PODxt Pro” aan het einde van dit hoofdstuk gaan.
Voor het werken met de USB-poort heb je de POD dan kun je namelijk met Line 6 Edit (Mac/Windows) of GuitarPort (Windows) werken.
XT USB-driver nodig (www.line6.com). Pas
3• 2

Waar moet het signaal naartoe?

De PODXT moet weten waar zijn uitgangssignaal naartoe gaat om het optimaal te kunnen voorbereiden. Druk op de 23 TUNE/SYSTEM-knop en draai de 16 SELECT-regelaar naar rechts om de “What are you connecting to?”-pagina te selecteren.
Druk op de softknop onder DEST en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar de “Stu- dio: Direct”-mode. In deze mode is de unieke A.I.R. II-DSP van Line 6 actief, zodat je naast opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrakteerd wordt. Eén en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker wilt werken.
De DEST-instelling wordt opgeslagen, zodat je de POD
XT na het inschakelen niet telkens
opnieuw hoeft in te stellen. Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen, als je op zekere dag tijdelijk met een andere instelling moet werken. Sluit je een hoofdtele­foon aan op de POD
XT, dan wordt DEST automatisch op “Studio: Direct” gezet. Op die
manier klinkt de handel zelfs in je hoofdtelefoon te gek.

Het fijne over een goed geluid

Als je de PODXT op een multitrack, mengpaneel of ander apparaat aansluit, moet je altijd diens Line-ingangen kiezen – dus nooit de MIC- of gitaaringang. Enkel dan is de signaal/ ruis-verhouding (veel gitaar en weinig ruis) van de POD apparaten zijn met gecombineerde MIC/Line-ingangen en een Gain/Trim-regelaar uitge­rust. Met deze laatste stel je de ingangsgevoeligheid in. Als je de POD ingangen aansluit, moet je de Gain-regelaar op de minimumwaarde en de 4 OUTPUT- en 11 CHAN VOL-regelaars van de POD
XT op de maximumwaarde zetten. Als het externe
apparaat nog twee vrije line-ingangen heeft, moet je die gebruiken, omdat het geluid dan waarschijnlijk beter is dan bij gebruik van de trimregelaar e.d.
XT namelijk optimaal. Sommige
XT op dergelijke
Page 31
En dan nu… muziek De PODXT in de studio

Niveau-instellingen

Eerst en vooral moet je op de PODXT de benodigde sound kiezen, heel luid spelen en 11 CHAN VOL zo ver opendraaien tot de CLIP-indicator net niet in het display van de POD
XT verschijnt. Speel nu met de OUTPUT-regelaar van de PODXT en de betreffende
niveauregelaar op het externe apparaat om te zorgen dat de POD volume hanteert, maar geen ongewenste vervorming veroorzaakt. Het apparaat zorgt zelf wel voor overtuigende vervorming – daarvoor heb je dus geen externe hulp nodig.
TIP: Waarschijnlijk wil je dat al je favoriete sounds lekker hard staan, terwijl de verschillen tussen cleane en scheurgeluiden niet oorverdovend groot mogen zijn. Juist? Om zo’n harmonisch geheel te bereiken, moet je beginnen met je favoriete “clean”-sounds. Stel hun CHAN VOL­waarde zo hoog in dat de CLIP-indicator in het display van de POD net niet verschijnt, ook al trek je bijzonder hard aan de snaren. Kies vervolgens de scheurgeluiden en vergelijk het volume ervan met dat van de “nette sounds”. Daarna kun je dan het volume van de “smerige” geluiden instellen. Dat moet je vergelijken met het volume van de “cleane” sounds en eventueel aanpassen. In de regel moet je voor scheurgeluiden een lagere CHAN VOL-waarde kiezen. Daarna kun je je dan beperken tot het oproepen van de benodigde POD eventueel de OUTPUT-waarde wat bijsturen. De onderlinge balans van de verschillende sounds zal echter perfect zijn.
XT het maximaal mogelijke
XT
XT-geheugens en
3• 3

Stralingsgevaar

Je zal er snel achter komen dat er –met name bij gebruik van singlecoil-elementen– ruis of brom kan optreden, wanneer je in de buurt van een computerscherm met beeldbuis (CRT) staat te spelen. Dergelijke schermen bevatten tenslotte speciale straalpistolen die de hele dag fotonen op je zitten af te vuren. Gitaarelementen ontvangen en versterken de elektro­magnetische velden van dat soort schermen en “vertalen” die in onprettige ruis-met-brom. Zoiets kun je trouwens heel gemakkelijk voorkomen door iets verder van de CRT-monitor vandaan te gaan staan of je gitaar gewoon een andere kant uit te draaien. Zit je in een piep­kleine studio te werken, dan is dat misschien niet mogelijk. Doe dan gewoon het volgende: stel alles in voor de opname, spoel eventueel terug en schakel het scherm uit. Start de opna­me, doe je ding en stop de opname weer. Schakel het scherm weer in en luister naar je brom­vrije gitaarpartij. Zo kun je de brom namelijk niet opnemen. Tussen haakjes: flatscreen LCD-schermen hebben niet zo snel de neiging om de rust te verstoren. En als je nog steeds een valabel excuus zoekt om eindelijk voor de bijl te gaan… Een Variax-gitaar van Line 6 heeft geen problemen met dergelijke interferenties. Ze bevat namelijk geen magnetische pickups.
Page 32
3• 4
En dan nu… muziek

Werken met pedalen

Voor de PODXT bestaan er twee optionele pedalenbakken waarmee je nóg efficiënter kunt werken: de Line 6 FBV en het FBV Shortboard. Daar komen we later uitvoerig op terug. Toch willen we je hier al vertellen dat ze toelaten om de geheugens van de POD zen, het tempo voor de effecten te “tappen”, de tuner te activeren – en dat ze een WahWah­en/of volumepedaal bieden. De pedalenbak moet je op de 6 PEDAL-connector van de POD
XT aansluiten. Onthoud goed dat de PODXT geen Floor Board of FB4 van Line 6
ondersteunt.

MIDI-rockjes

Als je op zoek bent naar een omvattende controle van je geluid (en wie is dat niet?), moet je ook de MIDI-functies van de POD ingesteld. Via MIDI kun je de geheugens van de POD beïnvloeden (handig voor het automatiseren van de POD dan hoegenaamd niets meer. Geef ons een warm applaus… Hoe dit allemaal in z’n werk gaat doen we in hoofdstuk “MIDI” uit de doeken.
XT gebruiken. Alles kan namelijk ook via MIDI worden
XT kiezen en parameters in realtime
XT). Zoals je zal zien, ontgaat je
XT te kie-
Page 33
En dan nu… muziek De PODXT in het livecircuit

De PODXT in het livecircuit

PODXT Pro-gebruikers moeten meteen naar “Configureren en aansluiten van de PODxt Pro” aan het einde van dit hoofdstuk gaan.

Opstelling

Tijdens een optreden moet de PODXT zich waarschijnlijk in je buurt bevinden. De eenvou­digste manier om dat te doen is door een optionele microfoonstand-/versterkeradapter voor de POD je dat ding tevens kopen. Onbeschofte sluipreclame? Nou ja, die adapter is echt een hebbe­ding voor de POD En jawel: er bestaat ook een prachtige tas voor de POD de van de commercial, vervolg van het educatieve luik:

De slimste aanpak

Voor het livegebruik biedt de PODXT verschillende opties. Je zou de PODXT-uitgangen bv. direct op de PA (of zanginstallatie) kunnen aansluiten. Het voordeel daarvan is dat je geen versterker nodig hebt en dat de geluidsman één microfoon minder moet uitpakken. Boven­dien is de kans op terugkoppeling vrijwel nihil. Een andere mogelijkheid is het aansluiten van de POD en diens uitgang op de ingang van een gitaarversterker aansluiten. De PODXT doet dan dienst als veelzijdig effectapparaat. Welke optie je ook kiest: je moet altijd zorgen dat de POD
XT te gebruiken. Meer details daarover vind je op de website van Line 6. Daar kun
XT: daarmee zorg je namelijk dat je hem altijd binnen handbereik hebt.
XT die je gewoon moet hebben… Ein-
XT op een eindtrap met speakerkasten. Tevens kun je je gitaar op de PODXT
XT weet wat je van plan bent. Dat gaan we zo meteen uit de doeken doen.
3• 5

Waar moet het signaal naartoe?

Die (virtuele) vraag van de PODXT kun je op drie manieren beantwoorden. Kies altijd het juiste antwoord om te zorgen dat je kleine vriend precies doet wat je ervan verwacht. Druk op de 23 TUNE/SYSTEM-knop en kies met de 16 SELECT-regelaar “What are you con­necting to?”.
STUDIO DIRECT—Wanneer je de PODXT direct op de PA aansluit of een In-ear-sy-
steem mag gebruiken, moet je op de softknop onder DEST drukken en met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar STUDIO DIRECT kiezen. Het geluid is dan altijd
“fentaaastisch”. In deze mode is de unieke A.I.R.-signaalbewerking van Line 6 actief, zo­dat je naast opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrak-
Page 34
3• 6
En dan nu… muziek
teerd wordt. Eén en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker wilt werken. Plus: nu kun je net zo hard gaan als de PA zelf – en je weet zeker dat het publiek je ook hoort!
LIVE 2x12 & LIVE 4x12—Kies één van deze instellingen, wanneer je via een combo-
versterker, een top met speakers of een eindtrap met speakers gaat. Dan worden de mi­crofoon- en “ambience”-bewerkingen van het A.I.R.-systeem niet gebruikt, terwijl de speakermodellen speciaal voor je externe versterker worden “omgevormd”. En dan is er nog…
VIBE—Heb je een LIVE-mode gekozen, dan kun je op de softknop 18 onder VIBE
drukken en met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar een instelling kiezen, die het geluid optimaal op het ontvangende apparaat afstemt.
Opmerking: Wanneer je de POD
XT op een gitaarversterker aansluit (en dus geen stu-
diomonitors of hoofdtelefoon gebruikt), moet je goed in de gaten houden dat de gekozen versterker-/speakercombinatie een grote invloed op het geluid heeft. Zowel de LIVE- als de VIBE-instelling zijn enkel aanbevelingen. Probeer dus ook andere dingen uit tot je precies “de” sound gevonden hebt.
BOSE PS1—Kies deze instelling, wanneer je een PS1 Cylindrical Radiator™-systeem
van Bose gebruikt. Deze mode is speciaal afgestemd op dat innovatieve geluidssysteem. Nieuwsgierig geworden? Zie dan www.bose.com.
De POD
XT onthoudt de DEST- en VIBE-instelling. Je hoeft ze dus maar één keer uit te
voeren. Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen, als je op zekere dag tijdelijk met een andere instelling moet werken.

De juiste sound voor de juiste versterker

Als je de PODXT op een combo aansluit, zet je de toonregeling van deze laatste het best eerst “neutraal”. Maar wat is “neutraal”? Als je versterker over één volumeregelaar beschikt, moet je die zo instellen dat het geluid “clean” blijft. Dan heeft de versterker namelijk de minste invloed op het POD me-regelaar, dan moet je de twee regelaars zo instellen dat het Master Volume niet ver­vormt (het geluid moet “clean” blijven). Hoe je de regelaars moet instellen, verschilt naar gelang de gebruikte versterker. In de regel moet het ingangsvolume echter zachter staan dan het Master Volume. Als de toonregeling van de amp “passief” uitgevoerd is, moet je de MIDDLE-regelaar op de maximale waarde en TREBLE en BASS op nul zetten (op de mees­te gitaarversterkers heeft de toonregeling dan geen invloed meer op het geluid). In het geval van een actieve toonregeling moet je eventueel anders te werk gaan. Ook in dat geval is het
XT-geluid. Beschikt je versterker tevens over een Master Volu-
Page 35
En dan nu… muziek De PODXT in het livecircuit
van groot belang dat de versterker niet vervormt en het PODXT-signaal zo weinig mogelijk beïnvloedt. Eens je dit hebt ingesteld, kun je het geluid eventueel nog wat bijkleuren. Zet de OUTPUT-regelaar van de POD
XT op een waarde waarbij de ingang van de versterker
net niet overstuurt.
Als de versterker een effectenlus heeft, die zich in de eindtrap bevindt, kun je de POD
XT
daarop aansluiten. Het voordeel van die aanpak is dat het geluid van de PODXT dan nor­maliter niet door de toonregeling van de versterker wordt beïnvloed. Als je voor de effec­tenlus gaat, moet je op de “What Are You Connecting To?”-pagina echter “Live 2x12” of “Live 4x12” kiezen.

Externe effectpedalen en de PODXT

Je speelt misschien al even gitaar en je bezit dus het één of andere pedaal dat je niet meer wilt missen. En misschien verander je ook na het horen van de perfecte effecten van de POD
XT niet meteen van mening. Geen probleem! Als je dergelijke pedalen op de ingang
van de POD afhangt van het Amp-model dat je op de POD combinaties soms voor drastisch verschillende resultaten. Maar dat wist je natuurlijk al! Sommige scheurpedalen zouden voor een iets te fel geluid kunnen zorgen, wanneer je ze op een hoog volume de POD vormertje te verminderen. De POD gain kunt opvoeren. Bovendien bevat hij natuurlijk ook zelf STOMP-effecten.
XT aansluit, moet je echter goed onthouden dat het resulterende geluid sterk
XT kiest. Meer bepaald zorgen verschillende
XT in stuurt. Probeer dan eerst het uitgangsvolume van het ver-
XT bezit immers een DRIVE-regelaar waarmee je de
3• 7
Page 36
3• 8
En dan nu… muziek

Configureren en aansluiten van de PODXT Pro

Voor het werken met de USB-poort heb je de PODXT USB-driver nodig (www.line6.com). Pas dan kun je immers met Line 6 Edit (Mac/Windows) of GuitarPort (Windows) werken.

Ingang kiezen

Druk één keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om de volgende pagina op te roepen. Daar kun je de ingang kiezen en de digitale opties van de POD
Druk op de softknop helemaal links (onder INPUT) en kies één van de volgende opties:
GUITAR IN—Kies deze instelling, wanneer je de gitaar direct op de 2 INPUT/
GUITAR IN-connector aansluit. Deze instelling betekent dat er geen rekening wordt
gehouden met de audiosignalen die eventueel via de Line-ingang of de digitale ingangen (achterpaneel) binnenkomen.
LINE IN—Kies deze optie, wanneer je een andere signaalbron dan een gitaar op de
29 LINE LEVEL INPUT van de POD
XT Pro hebt aangesloten. Deze instelling bete-
kent dat er geen rekening wordt gehouden met de audiosignalen die eventueel via de in­gang op het frontpaneel of de digitale ingangen (achterpaneel) binnenkomen.
XT Pro instellen:
AES LEFT, AES RIGHT, AES L+R—Kies één van deze instellingen om een digitaal
36 AES/EBU & S/PDIF-kanaal als signaalbron te definiëren. De instelling AES L+R betekent dat het linker en rechter AES-kanaal tot een monosignaal worden gecombi­neerd (de POD
XT Pro kan alleen monosignalen bewerken). Signalen, die via de analoge
ingangen (front- en achterpaneel) binnenkomen, worden niet bewerkt.
SPDIF LEFT, SPDIF RIGHT, SPDIF L+R—Kies één van deze instellingen om een
digitaal S/PDIF 36-kanaal als signaalbron te definiëren. De instelling SPDIF L+R be­tekent dat het linker en rechter SPDIF-kanaal tot een monosignaal worden gecombi­neerd (de POD
XT Pro kan alleen monosignalen bewerken). Signalen, die via de analoge
ingangen (front- en achterpaneel) binnenkomen, worden niet bewerkt.
Page 37
En dan nu… muziek Configureren en aansluiten van de PODXT Pro

Opties voor de ingangen & digitale uitgangen

Druk één keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om de volgende pagina op te roepen. Daar kun je de ingang kiezen en de digitale opties van de POD
FORMAT—Samplingfrequentie, resolutie (aantal bits) en Wordclock-synchronisatie
Druk op de softknop onder FORMAT en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar de gewenste combinatie van de resolutie (16, 20 of 24 bit) en samplingfrequentie (44.1, 48, 88.2 of 96kHz). In dit geval hanteert de POD
XT Pro zijn interne clocksignaal voor
de gekozen samplingfrequentie. Je kunt echter ook MATCH AES IN of MATCH SPDIF IN als FORMAT kiezen.
Dat betekent dan dat de POD
XT Pro de samplingfrequentie van een extern apparaat
overneemt en hetzelfde frequentie-/bitformaat voor zijn digitale uitgangen hanteert. Synchronisatie met externe apparaten: Welke ingang je ook kiest (zelfs al gaat het
om de analoge GUITAR IN of LINE IN) – je kunt altijd MATCH AES IN of MATCH SPDIF IN voor FORMAT instellen om te zorgen dat de POD tern Wordclock-signaal volgt. Je kunt dan ook een digitale uitgang van bv. je mengpa­neel op een digitale ingang van de POD FORMAT kiezen om te zorgen dat de POD
XT Pro aansluiten en die aansluiting via
XT Pro precies dezelfde resolutie en sam-
plingfrequentie hanteert als de overige digitale apparaten. Te gek, toch?
XT Pro instellen:
XT Pro een ex-
3• 9
Page 38
3• 10
En dan nu… muziek
MODE—‘Normal’ of ‘Dry Guitar’
Druk op de softknop onder MODE en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar NORMAL (signaal met versterker-, speaker-, microfoon- en effectemulatie voor de di-
gitale uitgangen) of DRYGTR (alleen het onbewerkte gitaarsignaal voor de digitale uit­gangen). Op blz. 3•14 kom je te weten waarom zoiets handig kan zijn.
GAIN—Hoger uitgangsniveau voor de digitale uitgangen
Druk op de softknop onder GAIN en verhoog het uitgangsniveau van (alleen) de digi­tale uitgangen met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar (maximaal 12dB), indien nodig. Dat zou je kunnen gebruiken voor signalen met weinig of geen vervorming, die eventu­eel wat te stil zijn.
Dit is een gevaarlijk speeltje! Nou ja, echt gevaarlijk is het niet, maar je moet wel het volgende onthouden: Als je het droge gitaarsignaal via een digitale uitgang naar de re­corder e.d. uitstuurt om achteraf gebruik te kunnen maken van de “Re-amping”-werk­wijze (wanneer de PODXT Pro in het digitale domein wordt aangestuurd), mag je het niveau NIET wijzigen – houd dus gewoon “+0dB” aan. Bovendien moet je zorgen dat het weergavesignaal, dat je achteraf weer naar een digitale ingang van de POD stuurt, hetzelfde niveau heeft als tijdens de opname. Deze tip kun je behartigen of ge­woon negeren. In het tweede geval moet je echter beseffen dat het “Re-amping”-signaal achteraf met een hoger niveau bij de POD Dat zou ertoe kunnen leiden dat de POD te weinig vervorming hoort. Dit gezegd zijnde… misschien ontdek je net door het ánders te doen nieuwe toepassingen die eventueel nog leuker zijn. Zie echter ook blz. 3•14 voor meer details.
XT Pro
XT Pro binnenkomt dan tijdens de opname.
XT Pro plots niet meer “clean” is c.q. dat je net
Page 39
En dan nu… muziek Configureren en aansluiten van de PODXT Pro

Waar moet het signaal naartoe?

Die (virtuele) vraag van de PODXT Pro kun je op drie manieren beantwoorden. Kies altijd het juiste antwoord om te zorgen dat je kleine vriend precies doet wat je ervan verwacht. Het gesprek komt op gang, zodra je twee keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop drukt. Dan verschijnt namelijk de vraag “What are you connecting to?”.
STUDIO: DIRECT—Wanneer je de PODXT Pro direct op de PA aansluit of een In-
ear-systeem mag gebruiken, moet je op de softknop onder DEST drukken en met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar STUDIO: DIRECT kiezen. Het geluid is dan altijd
“fentaaastisch”. In deze mode is de unieke A.I.R.-signaalbewerking van Line 6 actief, zo­dat je naast opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrak­teerd wordt. Eén en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker wilt werken. Plus: nu kun je net zo hard gaan als de PA zelf – en je weet zeker dat het publiek je ook hoort!
LIVE: 2x12 & LIVE: 4x12—Deze modes zijn geschikt voor het gebruik van een eind-
trap waarop je gitaarspeakers hebt aangesloten. Dan worden de microfoon- en “ambien­ce”-bewerkingen van het A.I.R.-systeem niet gebruikt, terwijl de speakermodellen voor je externe versterker (via de 1/4”-connectors) speciaal worden “omgevormd”. De XLR­uitgangen bieden een bijkomende processing voor het simuleren van het geluid dat bij gebruik van gitaarspeakers ontstaat. Dat signaal kun je dus direct naar de PA of de stu­diotafel uitsturen.
3• 11
BOSE PS1—Kies deze instelling, wanneer je een PS1 Cylindrical Radiator™-systeem
van Bose gebruikt. Deze mode is speciaal afgestemd op dat innovatieve geluidssysteem. Nieuwsgierig geworden? Zie dan
WWW.BOSE.COM. In deze mode mag je alleen de
XLR-uitgangen op het Bose-systeem aansluiten. (De 1/4”-uitgangen sturen in dit geval namelijk geen geschikt signaal naar buiten.)
De POD
XT Pro onthoudt de DEST-instelling. Je hoeft ze dus maar één keer te maken.
Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen, als je op zekere dag tijdelijk met een andere instelling moet werken.
Page 40
En dan nu… muziek

FX Loop

Druk op de softknop onder FX LOOP en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar SERIES of PARALLEL voor de effectenlus.
3• 12
Door LOOP op SERIES te zetten zorg je dat de POD
XT Pro het volledige signaal naar de
externe effectprocessor uitstuurt en dat die combinatie extern bewerkt en weer ingelust wordt. Schakel je de externe processor uit of zet je zijn uitgangsvolume op “0”, dan hoor je helemaal niets meer. Met de MIX-regelaar van het externe effectapparaat moet je dan instellen hoe luid het “pure” POD
Zet je LOOP daarentegen op PARALLEL, dan stuurt de POD
XT Pro-signaal achteraf nog mag zijn.
XT Pro een kopie van zijn
signaal naar de effectprocessor, die op de terugweg bij de interne signalen wordt gevoegd. Sommige muzikanten vinden dit prettiger werken, omdat dan maar een deel van de gepro­grammeerde sound extern wordt bewerkt, wat tot een bijkomende “kleuring” leidt en niet noodzakelijk het complete signaal verandert. Bij parallel gebruik moet je de MIX-regelaar van het externe effectapparaat echter op “100%” (“Wet”) zetten. De balans tussen het POD
XT Pro- en het extern bewerkte signaal moet je vervolgens instellen door het uitgangs-
volume van de externe effectprocessor te variëren.
LET OP: Bij gebruik van een parallel lopende externe effectprocessor zou er sprake kun­nen zijn van een “vreemd” signaal. Dit ligt in de regel aan een faseverschuiving tussen het terugkomende signaal en dat van de POD
XT Pro zelf. Voor galm- en delay-effecten
kun je dit opvangen door de MIX-regelaar van het externe apparaat op “100%” (“Wet”) te zetten. Werk je echter met een extern modulatie-effect (chorus, phaser, flanger enz.), dan valt dat wel op, omdat de externe processor dan ook een deel van het onbewerkte signaal terugstuurt. Voor dit soort effecten kies je dan ook het best een seriële verbin­ding van de effectenlus.
Indien nodig, kun je de lus met een optionele FBV-pedalenbak of de “Loop On/Off”-para­meter (op één van de laatste EDIT-pagina’s) in-/uitschakelen. De status wordt samen met de overige instellingen opgeslagen, zodat de lus bij het oproepen van het betreffende geheu­gen automatisch wordt in- of uitgeschakeld.
Page 41
En dan nu… muziek Configureren en aansluiten van de PODXT Pro

AES/EBU of toch liever S/PDIF?

De AES/EBU- en S/PDIF-uitgangen van de PODXT sturen altijd hetzelfde signaal uit, maar wel volgens een verschillende standaard. De “enen” en “nullen” van het AES/EBU- en S/ PDIF-formaat werken bijna op dezelfde manier – maar niet helemaal.
Omdat de digitale uitgangen van de PODXT Pro hetzelfde signaal zenden, is er een DIGOUT-parameter waarmee je kunt beslissen of de uitgestuurde data het S/PDIF-, dan wel het AES/EBU-formaat moeten hanteren. De meeste digitale apparaten kunnen beide formaten aan, ook al komen die via de “foute” ingang binnen. Wil je echter op zeker spelen, dan moet je hier duidelijk maken wat je naar de externe digitale ontvanger wilt sturen:

Stralingsgevaar

Je zal er snel achter komen dat er –met name bij gebruik van singlecoil-elementen– ruis of brom kan optreden, wanneer je in de buurt van een computerscherm met beeldbuis (CRT) staat te spelen. Dergelijke schermen bevatten tenslotte speciale straalpistolen die de hele dag fotonen op je zitten af te vuren. Gitaarelementen ontvangen en versterken de elektro­magnetische velden van dat soort schermen en “vertalen” die in onprettige ruis-met-brom. Zoiets kun je trouwens heel gemakkelijk voorkomen door iets verder van de CRT-monitor vandaan te gaan staan of je gitaar gewoon een andere kant uit te draaien. Als je echter in een piepkleine studio zit te werken, is dat misschien niet mogelijk. Doe dan gewoon het vol­gende: stel alles in voor de opname, spoel eventueel terug en schakel het scherm uit. Start de opname, doe je ding en stop de opname weer. Schakel het scherm weer in en luister naar je bromvrije gitaarpartij. Zo kun je de brom namelijk niet opnemen. Tussen haakjes: flatscreen LCD-schermen hebben niet zo snel de neiging om de rust te verstoren. En als je nog steeds een valabel excuus zoekt om eindelijk voor de bijl te gaan… Een Variax-gitaar van Line 6 heeft geen problemen met dergelijke interferenties. Ze bevat namelijk geen mag­netische pickups.
3• 13
Page 42
3• 14
En dan nu… muziek

Werken met pedalen

Voor de PODXT Pro bestaan er twee optionele pedalenbakken waarmee je nóg efficiënter kunt werken: de Line 6 FBV en het FBV S
HORTBOARD. Daar komen we later uitvoerig
op terug. Toch willen we je hier al even vertellen dat ze toelaten om de geheugens van de POD
XT Pro te kiezen, het tempo voor de effecten te “tappen”, de tuner te activeren – en
dat ze een WahWah- en/of volumepedaal bieden. De pedalenbak moet je op de 6 PEDAL- connector van de POD Line 6 niet door de POD
XT Pro aansluiten. Onthoud goed dat een Floor Board of FB4 van
XT Pro wordt ondersteund.

MIDI-rockjes

Als je op zoek bent naar een omvattende controle van je geluid (en wie is dat niet?), moet je ook de MIDI-functies van de POD worden ingesteld. Via MIDI kun je de geheugens van de POD in realtime beïnvloeden (handig voor het automatiseren van de POD
XT Pro gebruiken. Alles kan namelijk ook via MIDI
XT Pro kiezen en parameters
XT Pro). Zoals je zal
zien, ontgaat je dan hoegenaamd niets meer. Geef ons een warm applaus… Hoe dit allemaal in z’n werk gaat doen we in het “MIDI”-hoofdstuk, uit de doeken.

Re-amping met de PODXT Pro

Stel je belangrijke beslissingen graag zo lang mogelijk uit? Dan heb jij een boodschap aan de “Re-amping”-mogelijkheden van de POD “droog” signaal opneemt en het pas tijdens de mix van de modelingbewerkingen voorziet om een sound te kunnen gebruiken, die bij de sfeer van het betreffende nummer aansluit. Zangers hanteren deze werkwijze al een hele tijd: ze horen m.a.w. galm tijdens de opname van de zangpartij, omdat ze hun stem dan beter kunnen controleren, maar die galm wordt niet opgenomen. Zo houd je alle opties open en zit je in de mix dus niet met een galm die uiteindelijk compleet de mist ingaat. Zelfs als je deze werkwijze maar heel sporadisch wilt toepassen, lijkt het een slim idee om toch een onbewerkt gitaarsignaal op een ander spoor op te nemen. Het zou immers altijd kunnen gebeuren dat je het betreffende loopje nooit meer kunt spelen, terwijl het eigenlijk niet gebruikt kan worden, omdat de sound van de gitaar niet bij het nummer past.
XT Pro. Daarmee bedoelen we dat je een

Re-amping in het analoge domein

Net zoals altijd moet je de gitaar op de GUITAR IN-connector op het frontpaneel van de POD
XT Pro aansluiten. Verbind de ANALOG OUT-connectors van de PODXT Pro met
de afluistering, de versterker e.d. om jezelf tijdens het spelen te horen. Speel een paar noten om uit te vissen of het allemaal werkt. Dat zit al snor.
Page 43
En dan nu… muziek Re-amping met de PODXT Pro
Verbind de UNPROCESSED GUITAR OUT-connector nu met een analoge ingang van je opnameapparaat en wijs die ingang toe aan het gewenste spoor. Dat onbewerkte sig­naal gaat op de band of de harde schijf en kan dus tijdens de mix van een compleet andere sound worden voorzien. Als je wilt, kun je tevens de linker en rechter uitgang van de POD
XT Pro op de recorder aansluiten en ook dat signaal (op andere sporen) opnemen.
Om het onbewerkte gitaarsignaal voor de sfeer tijdens de opname van wat “sound” te voor­zien, moet je het “naakte” spoor naar de LINE IN-connector van de POD
XT Pro sturen.
Druk vervolgens op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om naar de volgende pagina te gaan:
Druk op de softknop onder INPUT en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar LINE IN. Nu bewerkt de POD
XT Pro het via LINE IN ontvangen signaal (van het spoor), terwijl
hij via UNPROCESSED GUITAR OUT het niet bewerkte gitaarsignaal naar de recorder stuurt.
Je hoeft dus alleen nog de sound te kiezen die volgens jou bij het nummer past. Daarvan blijft op de band/harde schijf niets over, omdat de bewerkingen van het versterker-, spea­ker- en de effectmodellen van de POD
XT Pro niet bij de recorder toekomen. Nu doe je dus
hetzelfde als een zanger: je hóórt een lekkere sound, maar je partij wordt wel droog opgeno­men. Niet slecht, hé?
Tijdens de mix kun jij (of de producer) de gitaarpartij dan in alle vrijheid van de sound voorzien die bij de sfeer van het nummer past. Doe dus maar een beetje meer DRIVE, kies een ander choruseffect… en misschien zelfs een ander versterkermodel of een andere micro­foonsound. Heb je de sound uiteindelijk te pakken, dan kun je die –via de linker of rechter analoge c.q. digitale uitgang van de POD
XT Pro– op een vrij spoor opnemen.
3• 15
Page 44
3• 16
En dan nu… muziek

Re-amping in het digitale domein

In het volgende scenario nemen we twee gitaarsignalen op: de bewerkte versie via de ana­loge uitgangen van de POD tale uitgang.
Sluit de gitaar aan op de GUITAR IN-connector op het frontpaneel van de POD Verbind de ANALOG OUT-connectors van de POD sterker e.d. om jezelf tijdens het spelen te horen. Speel een paar noten. Hoor je iets? Dat zit al snor.
Druk één keer op de 26 I/O & DIG SELECT-knop om de volgende pagina op te roepen, als die nog niet wordt afgebeeld:
Druk op de softknop onder INPUT en kies met de 14 EFFECT TWEAK-regelaar GUITAR IN. Zet MODE op DRYGTR. Verbind de AES/EBU- of S/PDIF-connector van de POD
XT Pro met een digitale ingang van je recorder. Dat signaal hoef je tijdens de
opname niet in de hoofdtelefoon e.d. te horen. Uiteindelijk is dit maar een veiligheidskopie die je misschien nooit nodig hebt (tenzij er, volgens de producer, iets in de “mix te fixen” valt).
Ga even na of de GAIN-parameter op “+0dB” staat. Een grotere waarde zou namelijk bete­kenen dat de gitaar tijdens een eventuele nieuwe bewerking anders gaat klinken dan je wilt (wegens een te “heet” signaal aan de ingang). De signaal/ruis-afstand verbeter je met een grotere waarde namelijk nooit. Doe het dus niet!
De werkwijze luidt nu als volgt: het signaal van de analoge uitgangen wordt op twee sporen opgenomen, en het niet bewerkte (digitale) signaal op een derde spoor. De monitoring en het inprikken werken zoals altijd, alleen mag je maar het bewerkte signaal horen, terwijl er telkens in drie sporen moet worden ingeprikt. Hoewel dit iets omslachtiger is, kan het uit­eindelijk de redder in de nood blijken, als men je voorgestelde gitaarsound toch niet hele­maal het einde vindt en er liever iets anders van bakt. En nu we het er toch over hebben…
XT Pro en een “veiligheidsversie” zonder processing via een digi-
XT Pro met de afluistering, de ver-
XT Pro.
Page 45
En dan nu… muziek Re-amping met de PODXT Pro
Om het digitale (droge) gitaarsignaal daadwerkelijk te kunnen gebruiken, moet je het betreffende spoor met een digitale ingang van de POD
XT Pro verbinden en die ingang
(INPUT) selecteren. In het volgende voorbeeld hebben we AES LEFT gekozen:
Om niet voor verrassingen te staan moet je het spoorsignaal met nominaal niveau (geen verandering) naar de POD als tijdens de opname. Verbind de analoge of digitale uitgang(en) van de POD
XT Pro sturen. Dan heeft het namelijk precies hetzelfde volume
XT Pro met
je mengpaneel, stel het geluid naar wens in en mix je nummer.
3• 17
Page 46
3• 18
En dan nu… muziek
Page 47

Programmeren en opslaan van sounds Geheugens oproepen

PROGRAMMEREN EN OPSLAAN VAN
SOUNDS
In dit hoofdstuk kom je het fijne te weten over het editen van de PODXT. Alles komt aan bod: het laden en wijzigen van sounds en zelfs het aanpassen van de versterker- en effect­modellen die in de POD lezen, omdat hier ook belangrijke tips en trucs aan bod komen – tenslotte willen we alle­maal zo snel mogelijk puike resultaten boeken, nietwaar? Daarnaast kun je de POD het Line 6 Edit-programma editen (zie www.line6.com) en je instellingen op de harde schijf van je computer archiveren.

Geheugens oproepen

Als je de PODXT voor het eerst inschakelt, ziet het display er ongeveer als volgt uit:
Kies met de SELECT-regelaar het benodigde geheugen. De geheugens bevinden zich in 16 banken à 4 geheugenplaatsen: A, B, C & D. (In hoofdstuk 8 kom je te weten hoe je de geheugens met de voet kiest en nog andere dingen zonder handen instelt!)
Draai zo lang aan de SELECT-regelaar tot je de benodigde sound vindt. Een beetje weinig bas of scheur? Geen probleem! Draai gewoon aan de betreffende regelaar om dat te verhel­pen. Naast de toonregeling, de VOLUME- en de REVERB-regelaar kun je ook de aan/uit­knoppen van de effecten gebruiken. En met de EFFECT TWEAK-regelaar kun je de instelling van de op dat moment belangrijkste effectparameter wijzigen.
XT zitten. Zelfs doorwinterde programmeurs moeten nu even verder
XT met
4• 1

Laden van een Effect Setup

De PODXT bevat een aantal voorgeprogrammeerde “Effect Setups” die je kunt selecteren en zelf programmeren. Dergelijke “Effect Setups” zijn in wezen virtuele pedalenbakken, al dan niet met bijkomende rackeffecten. De POD EFFECTS-regelaar kunt selecteren. Draai daar nu even aan om de setups de revue te laten passeren. Verderop kom je te weten hoe je zelf Effect Setups programmeert en voor later gebruik kunt opslaan!
XT bevat 64 dergelijke setups die je met de
Page 48
4• 2
Programmeren en opslaan van sounds

Werkwijze voor het “editen”

Laten we nu kijken wat je moet doen om het geluid naar je hand te zetten. Tevens kom je hier te weten hoe je zorgt dat de POD knoppen en het display van de POD editor-annex-computer meer nodig (wat op de originele POD wel nog het geval was).
Elk editingavontuur begint met het drukken op de EDIT-knop (indicator moet oplichten). Draai vervolgens aan de SELECT-regelaar. Alles, wat je ooit aan je PODXT wilde veran­deren, bevindt zich hier. Om de waarde van een afgebeelde parameter te wijzigen, moet je op de softknop 18 eronder drukken en aan de EFFECT TWEAK-regelaar draaien. Om de doorgevoerde wijzigingen in een geheugen op te slaan moet je op de SAVE-knop drukken.

Twee keer indrukken om sneller te werken

Wil je het MOD-effect wat bijregelen of een compleet ander DELAY-model kiezen? Dat kan zonder meer. Druk gewoon twee keer op COMP, STOMP, MOD of DELAY om met- een naar de eerste parameterpagina van het betreffende effectblok te gaan. Druk er nog eens twee keer op om de Edit-mode weer te verlaten. (De CAB/A.I.R.-knop hoef je maar één keer in te drukken om de EDIT-pagina op te roepen en weer te verlaten.)
Als de EDIT-knop NIET oplicht, zal je zien dat de twee rechtse softknoppen 18 “GATE” en “EQ” (met een kadertje errond) heten. Druk één van beide twee keer in om meteen naar de editpagina van het betreffende effect te springen. Druk op de EDIT-knop.
XT precies doet wat je ervan verwacht. De regelaars,
XT bieden toegang tot alle functies. Je hebt dus geen

Edit-menu

Als de EDIT-knop oplicht, verschijnt er links in het display van de PODXT een grafische voorstelling van het EDIT-menu. Draai even aan de SELECT-regelaar. Je zal merken dat het balletje links op de EDIT-pagina’s op en neer gaat. Dankzij deze “scrollbalk” weet je op elk moment waar de gekozen EDIT-pagina zich bevindt.

Instellen van de versterkerregelaars

Zorg dat de EDIT-knop oplicht en draai de SELECT-regelaar zo ver naar links tot de eerste EDIT-pagina in het display verschijnt. Die pagina vertelt je hoe de regelaars binnen het gekozen geheugen ingesteld zijn. Ze ziet er als volgt uit:
Page 49
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu
In de bovenste regel zie je de naam van het gekozen versterkermodel. Draai nu aan de AMP MODELS-regelaar. Zie je hoe de instellingen van de toonregeling veranderen? Die instel-
lingen passen volgens de Line 6-ingenieurs het best bij het betreffende versterkermodel. Verderop kom je te weten hoe je die instellingen kunt wijzigen en voor-programmeren.
Kijk nog eens naar het display… zie je de “punten” naast de regelaars? Die verwijzen naar de opgeslagen instellingen. Draai bv. eens aan de DRIVE-regelaar. Je zal zien dat het rege­laaricoontje beweegt. Applaus! Het puntje bevindt zich echter nog steeds op dezelfde plaats. Zo weet je altijd in welk opzicht de momenteel gehanteerde instellingen en de opgeslagen versie van elkaar verschillen. Echt handig, toch?

Speaker- en microfooninstellingen (de A.I.R. van erkenning!)

Als de Amp-pagina nog steeds wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één stap verder naar rechts te draaien (de betreffende pagina kun je ook selecteren door op de CAB/ A.I.R.-knop te drukken). Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Hier vind je alle geavanceerde A.I.R.-parameters die je toelaten om een ander speakermo­del voor de geselecteerde amp te kiezen. Bovendien kun je hier een andere microfoon en ­opstelling selecteren.
Druk op de knop onder CAB en selecteer met de EFFECT TWEAK-regelaar een ander speakermodel.
Je zou ook voor een ander microfoonmodel kunnen gaan en het volume van de “akoestiek” kunnen veranderen. Druk op de knop onder MIC en selecteer met de EFFECT TWEAK- regelaar een ander microfoonmodel. Druk op de knop onder ROOM en verander de “akoes­tiek”.
Via deze parameters kun je dus je complete “rig” veranderen zonder ook maar iets te sjou­wen. Dit is te danken aan onze A.I.R.-technologie. We hadden het er al over: deze pagina bereik je ook door één keer op de CAB/A.I.R.-knop te drukken.
4• 3
Page 50
4• 4
Programmeren en opslaan van sounds

Comp/Gate-parameters

Selecteer de “A.I.R.”-pagina en draai SELECT één klik verder naar rechts. (De betreffende pagina bereik je ook door op de COMP-knop of de softknop 18 onder GATE te dubbel­klikken, als de EDIT-knop niet oplicht.) Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Net zoals op de andere editpagina’s kun je een softknop 18 indrukken en vervolgens met de EFFECT TWEAK-regelaar de waarde van de gekozen parameter wijzigen. In hoofdstuk 6 vind je het fijne over de Comp- en Gate-effecten.
Page 51
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu

EQ-parameters

Selecteer de pagina met de Comp/Gate-instellingen en draai de SELECTregelaar één klik verder naar rechts. (De betreffende pagina bereik je ook door op de softknop 18 onder EQ te dubbelklikken, als de EDIT-knop niet oplicht.) Welkom op de EQ-editpagina.
De 4 regelaaricoontjes links tonen de volume-instelling van de 4 frequentiebanden van de semi-parametrische EQ binnenin de POD ties, de regelaars rechts daarentegen op de hogere frequenties. Voor elke band kun je de kan­telfrequentie en het volume instellen. De band helemaal links is een shelvingfilter voor de bas, die alle frequenties onder de gekozen waarde beïnvloedt. De band helemaal rechts is een shelvingfilter voor de hoge tonen, die alle frequenties boven de gekozen waarde beïn­vloedt. De middelste twee regelaars zijn bandpasfilters, die enkel de frequentie rond de cen­trale waarde beïnvloeden. De momenteel geselecteerde band wordt iets vetter afgebeeld (zie bv. de vierde band in de illustratie). Druk op één van de vier softknoppen links om de band te kiezen (SELECT) die je wilt instellen.
Als je die twee softknoppen 18 samen indrukt en minstens een halve seconde ingedrukt houdt, wordt de EQ weer “flat” ingesteld. Daarmee bedoelen wat dat het volume van alle banden op “0” wordt gezet, terwijl elke band weer de voorgeprogrammeerde kantelfrequen­tie hanteert. Druk op de derde softknop van links en stel met de EFFECT TWEAK-rege- laar de GAIN-waarde van de gekozen band in. Druk op de softknop helemaal rechts en stel met de EFFECT TWEAK-regelaar de FREQ-waarde (kantelfrequentie) van de gekozen band in. Terwijl je dit doet, kun je de twee rechtse softknoppen indrukken om het geluid afwisselend mét en zónder EQ (zie de “EQ Bypassed”-boodschap in het display) te beluiste­ren. Zo weet je meteen of de sound inderdaad beter aan het worden is.
XT. De banden links slaan op de lagere frequen-
4• 5
Page 52
4• 6
Programmeren en opslaan van sounds

Instellen van de pedaaleffecten (Stomp)

Als de EQ-pagina nog steeds wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één stap verder naar rechts te draaien (of twee keer op de STOMP-knop te drukken). Nu zie je de Stompbox EDIT-pagina, die er ongeveer als volgt uitziet:
Net zoals bij alle andere effectblokken moet je op de knop helemaal links onder het display drukken om een ander effectmodel te selecteren. Je zal ook zien dat het “Vetta Comp”­model twee “regelaars” heeft: SENSITIVITY en LEVEL. Druk op de knop onder SENS en wijzig de waarde met de EFFECT TWEAK-regelaar.
Voor bepaalde pedaaleffecten is er een tweede pagina, die je met de SELECT-regelaar moet kiezen. In hoofdstuk 6 komen de verschillende Stomp-effecten uitvoerig aan bod.

MOD- en DELAY-instellingen

Draai de SELECT-regelaar naar rechts, als momenteel een STOMP-pagina wordt afge­beeld (je kunt ook op de MOD-knop dubbelklikken) om naar de MOD-editpagina te gaan. Door nog een aantal keren aan SELECT te draaien of op de DELAY-knop te dubbelklik­ken ga je naar de DELAY-pagina’s. In wezen komt de werking van deze pagina’s overeen met die van de overige effecten (en meer details over het MOD- en DELAY-effect vind je in hoofdstuk 6). De betreffende pagina’s zien er ongeveer als volgt uit:
Delay Edit-pagina 1
Delay Edit-pagina 2
Page 53
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu
AMP/CABMODULATION DELAY

Config

Met de CONFIG-parameter op deze pagina bepaal je of de processor zich vóór (PRE) of achter (POST) het versterkermodel moet bevinden.
Ziehier een typische “routing” met een MOD-effect in PRE- en een DELAY­effect in POST-positie:
Ziehier een ander voorbeeld met een MOD- en DELAY-effect in PRE-positie:
Het signaalpad in de POD
XT ziet er als volgt uit (MOD, DELAY en volumepedaal):
AMP/CAB – A.I.R. II DELAYMODULATION
4• 7
(alleen op de PODXT Pro)
Page 54
4• 8
Programmeren en opslaan van sounds

Instellen van het effecttempo

De Mod SPEED- en Delay TIME-parameter kun je ook op basis van een nootwaarde en het tempo instellen:
1. Druk op de knop onder Delay TIME of MOD SPEED om de betreffende parameter
te selecteren.
2. Draai de EFFECT TWEAK-regelaar zo ver naar links tot je noten te zien krijgt
i.p.v. ms- of Hz-waarden. Kies de nootwaarde waarmee de TIME- of SPEED­instelling moet overeenkomen.
3. Druk minstens twee keer op de TAP-knop om het tempo in te stellen. Het DELAY-
en/of MOD-effect lopen nu sneller of trager.
Als je voor het DELAY-blok bv. gepunte achtste noten kiest, verandert de TIME-waarde als volgt:

Reverb-instellingen (galm)

Onze volgende halte op de speurtocht doorheen EDIT-land leidt ons naar de Reverb-pagi­na. Om hier te belanden moet je de SELECT-regelaar op de laatste DELAY EDIT-pagina één clicks naar rechts draaien:
Hier kun je een ander galmmodel kiezen (de POD
XT bevat talrijke galmeffecten) en de bij-
behorende parameters instellen. Je vindt hier echter geen MIX-regelaar. De verhouding tus­sen “droog” en “effect” kun je immers met de 12 REVERB-regelaar instellen.
Page 55
Programmeren en opslaan van sounds Edit-menu

Wah- en Volume-parameters

Als de REVERB EDIT-pagina wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één klik naar rechts te draaien om te zorgen dat de WAH- en VOLUME-parameters in het display verschijnen. Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Laten we beginnen met de WahWah. De aan/uit-stand van de Wah wordt voor elk geheu­gen apart opgeslagen. Indien nodig, staat de WahWah dus bij laden van een dergelijk geheugen meteen klaar. We doen er zelfs nog een schep bovenop: je kunt namelijk ook bepalen in welke stand het WahWah-pedaal zich aanvankelijk moet bevinden: druk op de knop onder POSI en draai gewoon aan de EFFECT TWEAK-regelaar.
En rechts op de Wah/Volume-pagina… Hier kun je bepalen waar het volumepedaal zich in het signaalpad bevindt: PRE (vóór het versterkermodel) of POST (erachter). De MIN- parameter slaat op het volume dat wordt gehanteerd, wanneer het volumepedaal zich in de hoogste stand bevindt. Kies “0%”, als je niets meer wilt horen, wanneer het pedaal opge­klapt is.
4• 9
Page 56
4• 10
Programmeren en opslaan van sounds

Effect Tweak-regelaarfunctie en tempotoewijzing

Activeer de EDIT-kop en draai de SELECT-regelaar zo ver naar rechts tot je de volgende pagina ziet:
Druk op de softknop 18 onder ASSIGN om te bepalen waar het pedaal van je optionele FBV Shortboard voor moet dienen.
Druk op de softknop onder TWEAK om de functie van de EFFECT TWEAK-regelaar te kiezen (zolang de EDIT-knop niet oplicht).
Helemaal rechts in het display zie je de tempowaarde die door dit geheugen wordt gehan­teerd. Die tempowaarde vormt de basis voor de berekening van de TIME- en/of SPEED­snelheid (DELAY- en MOD-blok). Het tempo kun je instellen door de TAP-knop min­stens twee keer in te drukken. Je zou echter ook op de knop onder TEMPO kunnen druk­ken en zo lang aan de EFFECT TWEAK-regelaar kunnen draaien tot het tempo synchroon loopt met het bonzen van je hart (of zoiets)!
Page 57
Programmeren en opslaan van sounds Instellingen opslaan

Instellingen opslaan

De PODXT biedt 128 geheugens voor de opslag van je eigenste sounds. Zelf als je onze sounds al het einde vindt, kun je je eigen schepsels in die geheugens wegzetten. Alvorens dat te doen zou je echter eerst alle fabrieksgeluiden moeten uitproberen. Noteer daarbij de adressen van de geheugens die mogen worden overschreven. Geen nood trouwens: als je ooit een fabrieksgeheugen overschrijft dat je eigenlijk nog wilde gebruiken, bestaat er een manier om die instellingen weer te laden. Nog meer geluiden vind je trouwens in onze ToneTransfer-databank onder www.line6.com. Je kunt de aldaar beschikbare sounds down­loaden en je eigen creaties beschikbaar maken voor andere gebruikers.

Instellingen in een geheugen opslaan

De simpelste manier om met de PODXT eigen sounds te programmeren is het laden van één van de fabrieksinstellingen. Die instellingen zet je dan naar je hand om ze vervolgens in het­zelfde geheugen op te slaan. Om het oorspronkelijke geheugen te overschrijven druk je op SAVE en daarna nog eens op SAVE. Punt uit.
Misschien wil je de nieuwe versie echter naar een ander geheugen wegschrijven of er op z’n minst een andere naam aan geven. Ook dat kan zonder meer op de POD
Instellingen in een ander geheugen opslaan—Stel alles naar wens in en druk op
SAVE. Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
XT.
4• 11
Druk op de softknop onder DEST (“Destination”= bestemming) en kies met de EFFECT TWEAK-regelaar het gewenste geheugen. Druk nog een keer op SAVE om
je beslissing kracht bij te zetten en de instellingen in het geheugen van bestemming te overschrijven.
Geef je sound een naam—Stel alles naar wens in en druk op SAVE. Het display ziet
er nu weer uit zoals hierboven getoond. Kies met de knoppen C
URSOR < en > de positie
waar je een ander teken aan wilt toewijzen. Druk op de knop onder CHAR (teken) en selecteer met de EFFECT TWEAK-regelaar een teken voor die positie. Als je klaar bent, druk je op SAVE om de handel weg te schrijven. Zie je wel, moeilijk is anders.
Page 58
Programmeren en opslaan van sounds

Opslag van je eigen Amp-voorkeuren

Met deze krachtige functie kun je zorgen dat de PODXT al meteen met de instellingen begint die alleen jouw programmeurbrein kon bedenken. Die karaktertrekjes worden gehanteerd, zodra je het betreffende versterkermodel met de AMP MODEL-regelaar selec­teert. Hierbij horen het speaker- en microfoonmodel evenals je “eigen akoestiek” (Room). Selecteer je dan met de AMP MODEL-regelaar het Plexi-45 model, dan hoor je meteen “jouw” Plexi-45: alle regelaars zijn van meet af aan ingesteld zoals jij ze altijd pleegt te gebruiken. Ziehier hoe dit in z’n werk gaat:
4• 12
Kies een versterkermodel en de speakerkast, stel de ROOM-parameter in en selecteer eventueel een andere microfoon… Druk op de SAVE-knop en ga met SELECT naar een pagina die er ongeveer als volgt uitziet:
Welkom in C
USTOM SAVE-land. Om te zorgen dat de zonet gewijzigde instellingen sa-
men met het betreffende versterkermodel worden geladen moet je nog een keer op SAVE drukken.
De POD
XT onthoudt de volgende instellingen voor de versterkermodellen en hanteert
ze bij gebruik van de AMP MODELS-regelaar:
Parameters die je kunt “customizen”
AMP MODEL
CABINET MODEL
Microfoonmodel en “akoestiekaandeel”
Instellingen van de regelaars DRIVE, BASS, MIDDLE, TREBLE en PRESENCE
CHANNEL VOLUME
EQ-parameters
Page 59
Programmeren en opslaan van sounds Instellingen opslaan

Opslag van je Effect Setup-voorkeuren

We hadden het er al over dat de PODXT 64 “Effect Setups” (gebruiksklare effectpedalen & rackeffecten) bevat die je via de EFFECTS-regelaar kunt oproepen. We hebben er al een aantal voor je voorbereid, maar als jij toevallig een compleet verwrongen fuzzbox op een analoog delaypedaal wilt aansluiten, het geheel achter de voorversterker nog wilt laten “phasen” en als je dit altijd doet (lees: voor verschillende versterkermodellen), dan moet je die combinatie als “Effect Setup” opslaan. Het voordeel daarvan is namelijk dat je dan met­een alles hebt klaarstaan.
Ook dit is simpel:
Druk op de SAVE-knop en kies met de SELECT-regelaar de pagina die er ongeveer als volgt uitziet:
Geheugen kiezen —Druk op de softknop onder DEST (“Destination”= bestemming)
en kies met de EFFECT TWEAK-regelaar het gewenste geheugen. Je kunt je instel­lingen in het oorspronkelijke geheugen of in eender welk van de 64 geheugens opslaan.
Naam geven—Je kunt zelfs een naam aan je gloednieuwe “Effect Setup” geven! Kies
met de knoppen C
URSOR < en > de positie waar je een ander teken aan wilt toewijzen.
Druk op de knop onder CHAR (teken) en selecteer met de EFFECT TWEAK-rege- laar een teken voor die positie.
En opslaan, die handel —Door nog een keer op SAVE te drukken sla je de huidige in-
stellingen van de blokken COMP, GATE, STOMP, MOD, DELAY en REVERB de- finitief op.
4• 13
Page 60
4• 14
Programmeren en opslaan van sounds

MIDI Dump

De instellingen van je PODXT kun je heel snel naar een andere PODXT doorseinen. Of van je POD sequencer enz.). Hiervoor heb je een gewone MIDI-kabel nodig. Sluit de MIDI OUT-con- nector van de POD
Nu kun je de volgende dingen doorseinen:
• Alle geheugens
• Het geselecteerde geheugen
• De Effect Setups
• De Amp Setups (met je eigen voorkeuren)
XT naar een MIDI apparaat (datarecorder, sequencer, workstation, computer,
XT aan op de MIDI IN-connector van de ontvanger.
Alle geheugens archiveren—Met deze functie stuur je de instellingen van alle 128
POD
XT-geheugens via MIDI naar een ander apparaat.
Druk op de SAVE-knop en kies met SELECT-regelaar de pagina die er ongeveer als volgt uitziet:
Druk op de knop onder SELECT. Draai de EFFECT TWEAK-regelaar zo ver naar links tot het display er als volgt uitziet:
Druk nog een keer op SAVE om de inhoud van de 128 POD OUT-connector te sturen. Heb je daar een andere POD diens geheugen nu gekloond en bevat het dezelfde instellingen als je eigenste POD
XT-geheugens naar de MIDI
XT op aangesloten, dan wordt
XT!
Zie je wel dat klonen ook nuttig kan zijn?
Alleen bepaalde geheugens doorseinen—Om maar bepaalde geheugens c.q. de Ef-
fect Setups of Amp Models naar een andere POD
XT door te seinen moet je als volgt te
werk gaan:
Page 61
Programmeren en opslaan van sounds Instellingen opslaan
Druk op de SAVE-knop en ga met SELECT naar een pagina die er ongeveer als volgt uitziet:
Kies met de EFFECT TWEAK-regelaar de data die de POD
Eén geheugen:
Alle geheugens:
Alle versterkermodellen:
Alle Effect Setups:
XT moet doorseinen:
Druk nog een keer op SAVE om de gekozen MIDI-data naar de externe PODXT, com­puter of een ander MIDI-apparaat te zenden.
4• 15
Page 62
4• 16
Programmeren en opslaan van sounds
Page 63
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
DE VERSTERKER- EN SPEAKER-
MODELLEN

Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?

Algemene opmerkingen over de modellen

Je hebt waarschijnlijk al begrepen dat bij Line 6 alles rond de sound draait. Als we eenmaal beslist hebben om van een bepaalde versterker een model te maken, deinzen we er zelfs niet voor terug om daar overal ter wereld achter te zoeken, omdat wij alleen genoegen nemen met de beste vertegenwoordiger van het betreffende type – die ene magische amp. Natuur­lijk weten we ook dat de modelbenamingen vaak niet veranderen, terwijl dat voor de cir­cuits en componenten net wél het geval is. Iedereen weet dat versterkers van 1957, ‘62, ‘65, ‘67, ‘75 of 2001 weliswaar dezelfde typebenaming kunnen hebben, maar compleet verschil­lende interne schakelingen. Vaak zien de versterkers er bovendien verschillend uit. En zelfs al vertonen twee versterkers dezelfde kenmerken, dan nog kan er sprake zijn van duidelijke klankmatige verschillen, wat verband houdt met de tolerantie van de onderdelen, de afscherming van de bedrading enz. Daar komt dan nog bij dat elke versterker op zijn eigen manier “settled”. En sommigen gaan door de jaren heen alsmaar beter klinken. Precies daar­om besteden we zoveel tijd aan het zoeken van exemplaren die het verdienen om als model in de POD modellen steeds een prentje plaatsen van de betreffende versterker – we willen er zeker van zijn dat je precies weet over welke versterker we het hebben.
Laten we dus kijken naar de versterkermodellen van je PODXT en de originele apparaten die één en ander pas mogelijk hebben gemaakt.
De POD regelaar te draaien kies je telkens een versterker-/speakermodelcombinatie. Indien nodig, kun je echter een ander speakermodel kiezen door op de CAB/A.I.R.-knop te drukken en het speakermodel met de EFFECT TWEAK-regelaar te kiezen. In hoofdstuk 4 kom je te weten hoe je op de POD kercombinatie kiest.
XT te zitten. Dat verklaart meteen waarom we bij de omschrijving van onze
XT bevat 32 versterker- en 22 speakermodellen. Door aan de AMP MODELS-
XT zorgt dat hij telkens de volgens jou meest ideale versterker-/spea-
5• 1
Page 64
5• 2
De versterker- en speakermodellen

Line 6-originelen

Laten we de voorstelling van de versterkermodellen inluiden met creaties van Line 6, die nog een stap verder gaan dan wat je met vintageapparaten kunt doen:

Line 6 Clean

Voor dit model hebben we de voorversterker en de toonregeling van een JC-120 (de popu­laire “Jazz Chorus” solidstate van Roland) in de eindtrap en de transformator van een klas­sieke Marshall JTM-45 buizentop geïmplanteerd. Eén en ander zorgt voor het sprankelende en “cleane” geluid van een solidstate met een bitsig randje, dat alleen een buizenjongen je kan bieden, wanneer je hem opendraait.

Line 6 JTS-45

Omdat de eerste Marshalls sowieso op de circuits van de Fender Tweed Bassman berustten, hebben we ons afgevraagd wat er zou gebeuren, als je de voorversterker en toonregeling van onze JTM 45 op de eindtrap en transformator van onze ‘58 Tweed Bassman zou aansluiten. Het resultaat mag er zijn, zoals je bij deze JTS-45 kunt horen. Een lekker vet kantje en heel veel punch. Zowat een sound voor het hele gezin.

Line 6 Class A

Eén van de meest bevredigende ervaringen van een gitarist is het spelen op een versterker wiens eindtrap net begint te oversturen, maar nog niet voluit scheurt. Talrijke gitaristen beschouwen dit als de “sweet spot” waar iedereen naar op zoek is. Omdat wij gelukkig niet worden beperkt door de realiteit (onze versterkers bestaan alleen in het virtuele domein), hebben we gepoogd een model te ontwikkelen dat de hele tijd door “sweet spot” zou zijn. Een niet onaardig nevenverschijnsel van deze aanpak is dat je dit model heel gemakkelijk kunt laten rondzingen.

Line 6 Mood

Dit is een “fantasiegeluid” dat op onze herinneringen aan de grunge berust. Daar waren we toen helemaal verlekkerd op.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 65
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Line 6 Spinal Puppet
Misschien ken je dat ook: je zit te headbangen en het publiek schudt fanatiek met het hoofd. Dat zijn je marionetten met ruggengraat. Weet je nu welke sound we bedoelen?

Line 6 Chemical X

Net zoals de geheime ingrediënten die je soms in waspoeders aantreft (wast nog witter dank­zij X-27!) hebben we nooit kunnen achterhalen wát onze Line 6-ingenieurs precies aan dit model hebben toegevoegd (ze hebben zich tot op heden niet laten omkopen). Laten we dus gewoon stellen dat het hier om een geluid met veel “punch” en een flink pak niveauverster­king gaat. Door het gitaarvolume wat terug te draaien maak je het geluid echter lekker clean.

Line 6 Insane

Ooit waren we op zoek naar een sound met zo veel scheur dat het bakkie net niet wegsmelt, wanneer je de eerste akkoorden op je gitaar hamert. Hier krijg je heel veel buizendrive voor je geld – zo veel dat elke andere versterker daarbij in het niet valt (zeg maar een Dual Rec­tifier op “10” als voorversterker en een Soldano als eindtrap). En toch blijven de definitie en het karakter van je gitaar overeind. Het laag is bijzonder krachtig, terwijl je het geluid nog naar smaak kunt bijkleuren. Zet DRIVE op de maximumwaarde en scheur tot je erbij neervalt!

Line 6 Piezacoustic 2

Dit model werkt bijzonder goed met het piëzo-element van sommige elektrische gitaren (meestal zit het in de brug en wordt er gewezen op het “akoestische” karakter ervan). Aan­gezien je bij dergelijke gitaren niet hoeft te vrezen dat de body zich helemaal te pletter beeft van al dat rondzingen, hebben we meer laag midden en meer laag in dit model gestopt.
5• 3

Line 6 Agro

Een highgain-versterker die één en al agressie is en een unieke MID-regeling heeft waarmee je alle benodigde klankkleuren kunt instellen. Hoe we dat gedaan hebben? Bij dit model bepaalt de MID-regelaar de klankkleur van de vervorming. Zet je hem op de minimumwaar­de, dan heeft de vervorming heel wat weg van een fuzzpedaaltje. In het midden zorgt de MID-regelaar voor een smeuïg, modern scheurgeluid à la Soldano. En als je MID op de maximale waarde zet, lijkt het net een Class A Vox-sound. En tussen deze drie uitersten is het geluid natuurlijk eveneens zeer de moeite…
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 66
5• 4
De versterker- en speakermodellen

Line 6 Lunatic

Highgain met veel hoge middentonen, maar zonder “modder”. Prachtig in combinatie met een tweede versterkermodel. Hiermee zorg je voor het felle kantje in de hoge tonen. Gebruik de TREBLE- en PRESENCE-regelaar om het geluid zo bitsig te maken als je wilt (maar wees wel voorzichtig dat je je trommelvliezen niet doorsnijdt).

Line 6 Treadplate

De originele POD en POD 2.0 bevatten een bijzonder populair versterkermodel dat zowat onze beste poging tot ode aan de versterkers van de Mesa Boogie Rectifier-serie was. Naast de Boogie-vibe bood dat model echter een aantal unieke trekjes waarop we hier de nadruk leggen. Heel wat gitaristen wilden die sound namelijk ook in hun POD
XT. Vandaar…
“Treadplate” is in wezen het eerste model van een model dat we ooit voor een ander Line 6-product ontwikkeld hebben! In de handleiding van de POD werd dit model als volgt omschreven: “…gebaseerd op een Mesa Boogie Dual Rectifier Tremoverb uit 1994. Kies dit
model, als je een agressief “High Gain”-geluid zoekt met de power van Dream Theater en Metal­lica.

Line 6 Variax Acoustic

Eén van de troeven van onze digitale modelinggitaar Variax is dat er bijzonder goede akoes­tische modellen inzitten. Dergelijke geluiden klinken echter alleen overtuigend, wanneer je ze via een fullrange-systeem (bv. de PA) uitversterkt, omdat er veel hoge frequenties inzitten. Dit model hebben we ontwikkeld voor situaties waarin je weliswaar een akoestisch model van de Variax gebruikt, maar wel met een gitaarversterker moet werken. Op die manier klinkt het betreffende akoestische model van de Variax zelfs op zo’n momenten goed. Omdat de hoge tonen hier danig worden opgefokt (als compensatie voor het iets “ron­dere” hoog van de gitaarluidsprekers) en omdat vervorming waarschijnlijk uit den boze is (zoiets heb je bijna nooit nodig voor een akoestische gitaar), is dit model wat stiller dan zijn collega’s. Desondanks kun je met de DRIVE-regelaar wat meer gain toevoegen.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 67
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Zen Master
Dit model hebben we te danken aan een Budda Twinmaster 2x12-combo. De Budda schit­tert met een warm “Class A/B”-geluid. De Budda-filosofie heeft alles te maken met de over­sturing van de buis in de eindtrap. Eenvoud is hier troef. Omwille van het betrekkelijk lage niveau van de voorversterker, de actieve toonregeling en een “put”, die door de buizenge­lijkrichter wordt veroorzaakt, levert deze versterker een opgefokt geluid af – perfect voor optredens in kleinere gelegenheden (uiteindelijk praten we hier maar over 18W). Omdat de originele Twinmaster geen Mid-regelaar had, hebben we ons model van een bonus voor­zien in de vorm van een MIDDLE-regelaar achter het versterkermodel van de POD zoals alle “bonusregelaars” van de POD
XT moet je hem op “12 uur” zetten, als je met het
onvervalste Budda-geluid wilt werken.
Wij hebben Input 2 van de Twinmaster voor ons model gebruikt.
XT. Net
5• 5
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 68
5• 6
De versterker- en speakermodellen
Small Tweed
Dit model berust op een “Wide Panel” Fender Tweed Deluxe van 1953 en heeft echt alles van de originele amp. Deze versterker had maar één toonregelaar waarmee je de hoge tonen kon ophalen of afzwakken. De TREBLE-regelaar neemt die taak over en dient dus voorna­melijk om het geluid doffer te maken. Dus hebben we de BASS- en MIDDLE-regelaar maar achter het versterkermodel geplaatst, zodat ze in wezen dienst doen als een EQ – onge­veer zoals de toonregeling van een mengtafel. Voor de klassieke Tweed-sound moet je de BASS- en MIDDLE-regelaar in het midden zetten (“neutraal”). Zet PRESENCE boven­dien op “0” en TREBLE ergens halverwege.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 69
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Tweed B-Man
De Fender Bassman 4x10-combo uit 1958 bracht de bal aan het rollen: de Rock’n’Roll­sound was een feit. Hij was weliswaar bedoeld als basversterker, maar dat belette geenszins dat ook bluesgitaristen erop speelden. Het geluid bevat veel laag, wat voor een basversterker normaal is, maar die typische Fender-“tsjoink” is wel nadrukkelijk aanwezig. Toen Jim Mar­shall, samen met Ken Bran, zijn eerste versterker bouwde, liet hij zich duidelijk leiden door de opbouw van deze Bassman. Een interessant detail van de Bassman is de wisselwerking tussen de MIDDLE- en TREBLE-regelaar. De MIDDLE-regelaar is namelijk geen band­pasfilter, zoals op de meeste andere versterkers. Het is veeleer een tweede Treble-regelaar. Die twee werken “additief”, wat dus betekent dat je de neiging hebt om de TREBLE-rege- laar van de POD zet. Anders is het geluid gewoon te helder. Draai je de MIDDLE-regelaar ver naar links, dan moet je de TREBLE-regelaar waarschijnlijk meer naar rechts draaien, omdat het geluid anders te dof is. Net zoals talrijke andere voor de POD Bassman geen Master Volume-regelaar. Om dus die prachtige sound te verkrijgen, die de Bassman alleen prijsgeeft, wanneer je hem voluit laat gaan, moest je hem zo hard mogelijk zetten, wat niet door iedereen in dank werd afgenomen. Dankzij de POD zelfs op slaapkamerniveau over dat weergaloze geluid – zelfs wanneer je met een hoofdtele­foon werkt! Zet de DRIVE-regelaar op “4” of “5” en je begint haast automatisch je beste R&B-licks te spelen.
XT wat terug te draaien eens je de MIDDLE-regelaar voorbij het midden
XT gemodelleerde versterkers had de
XT beschik je nu
5• 7
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 70
5• 8
De versterker- en speakermodellen
Tiny Tweed
Dit model berust op een Tweed Champ uit 1961 en klinkt lekker vet, als je de DRIVE-rege­laar op de maximumwaarde zet (maar ook clean is dit geluid zeer de moeite). Eigenlijk ging het hier om een instapversterker. Desondanks ontdekten de rock’n’rollers al snel het voor­deel van deze amp om op een betrekkelijk laag volume al behoorlijk te kunnen scheuren. In de jaren ‘50 was de Champ gewoon dé versterker voor de opname van solopartijen. De Champ had geen toonregeling, alleen een volumeregelaar. Op je POD Champ-geluid een koud kunstje. Zet de BASS-, MIDDLE- en TREBLE-regelaars op “12 uur” (neutraal) als ze het geluid niet mogen beïnvloeden. Zet PRESENCE op “0” om enkel het onvervalste Champ-geluid te horen. Eens je daarvan genoten hebt, kun je met de toon­regeling rotzooien om nieuwe mogelijkheden te verkennen.
XT is het klassieke
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 71
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Blackface Lux
De “Blackface” Fender Deluxe Reverb geldt sinds jaar en dag als de Heilige Graal voor blues-, country- en “roots”-muzikanten. Na een aantal kandidaten beluisterd te hebben – tenslotte wilden we voor onze Flextone en POD het absoluut beste exemplaar modelleren– liepen we deze te gekke Deluxe uit 1964 tegen het lijf. Sindsdien hebben we nog geen betere gevonden.
De meeste gitaristen zetten de Deluxe automatisch op “7” voor dat tikkeltje scheur, dat ech­ter wegvalt, wanneer je het volume van je gitaar licht vermindert. Luister ook eens naar hoe de toonregeling verandert, wanneer je de DRIVE-instelling van dit model wijzigt: kies je een “clean” geluid, dan beschik je over een (sorry) knapperige, directe sound, terwijl iets meer oversturing het geluid meteen wat doffer maakt. Zo werkt dit ook op de Deluxe zelf. De Deluxe bood alleen een BASS- en TREBLE-regelaar, zodat er weer twee regelaars over­bleven die theoretisch stonden te schilderen. Maar op de POD de MIDDLE-regelaar bevindt zich achter het versterkermodel en kan, door het bijkleuren van het middengebied, voor extra flexibiliteit zorgen. De PRESENCE-regelaar kun je daarentegen gebruiken voor het toevoegen van… wel, Presence. Zet de MIDDLE-regelaar op “12 uur” en PRESENCE op “0”, als je alleen genoegen neemt met het echte Deluxe­geluid. Draai je de regelaar helemaal naar rechts, dan begint je gitaar prachtig te zingen en snijdt ze door merg en been. Wij hebben onze gitaar op Input 1 van het Vibrato-kanaal aan­gesloten en dan de geheimen van deze amp voor je POD
XT eet niemand uit z’n neus:
XT gemeten.
5• 9
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 72
5• 10
De versterker- en speakermodellen
Double Verb
De “Blackface” Fender Twin (in dit geval een Twin uit 1965) was een echt werkpaard. Iedereen speelde erop: jazz- en countrymensen, zelfs echte rockers. Ik herinner me nog hoe Johnny Winter en Rick Derringer voor een optreden een heuse Twin-piramide hadden opgesteld (lijk ik nu een oude zak?). Ieder zijn eigen piramide van zes versterkers, wel te ver­staan. Ik zat op het tweede balkon en zelfs daar was het nog LOEIHARD. De toonregeling van de Twin was bijzonder veelzijdig, en net dat maakte hem geschikt voor de meest uit­eenlopende toepassingen. Hij gaat nooit voluit scheuren en klinkt nooit “vuil”, maar wel harder – een flink pak harder zelfs. Dit model moet je gewoon eens uitproberen voor een surfnummer. Selecteer de veergalm, activeer de tremolo, draai het volume open en begin maar al te kijken of je ergens bikini’s ziet.
Net zoals de meeste bezitters hebben wij voor onze metingen Input 1 van het Normal­kanaal gebruikt.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 73
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Two-Tone
De Gretsch 6156 werd door Valco/Supro gemaakt. Eén van de opmerkelijke dingen was dat de uitgangstransformator zich op de 10”-luidspreker bevond i.p.v. op het versterkerchassis. Bovendien zorgde de grilldoek alom voor een futuristisch tintje (of wat daar in de jaren ‘50 voor moest doorgaan).
5• 11
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 74
5• 12
De versterker- en speakermodellen
Hiway 100
Dit model berust op een Hiwatt DR-103 en het heeft diezelfde punch en dito grootse sound, die door merg en been snijdt. Maar zelfs zwaar overstuurd heeft het geluid nog voldoende definitie. Dat was precies waar de ontwerper Dave Reeves naar op zoek was, toen hij de Sound City-afdeling van Dallas Arbiter in 1966 verliet om HyLight Electronics op te rich­ten. Hoewel zijn eerste versterkers veel weg hadden van de Vox- en Selmer-versterkers, begon Reeves al snel versterkers te bouwen die in de jaren 1960 door alle bekende Britse rockmuzikanten werden gebruikt. Qua constructie deed deze versterker denken aan een tank (wat voor een deel te danken was aan de bedradingsspecialist Harry Joyce, die ooit voor het leger had gewerkt), en zo verbaast het niet dat Pete Townshend er jarenlang mee optrok. Bovendien was Townshend lang niet de enige Hiwatt-gebruiker. De meeste beken­de Britse rockers, zoals Pink Floyd, The Moody Blues, Manfred Mann en Jethro Tull, waren in die periode Hiwatt-endorsers. Zet hem loeihard en kijk dan even of je inderdaad “for miles, and miles, and miles” kunt zien.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 75
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Plexi 45
Dit versterkermodel berust op een “Block Logo” (dat vóór het “golvende” logo werd gebruikt) JTM-45-top uit 1965 met het vergulde frontpaneel van plexiglas. Toen onze Brit­se spionnen deze versterker in Engeland ontdekten, waren ze meteen verkocht. Dat model bevatte zelfs nog de originele KT-66 buizen – en die werken nog steeds voortreffelijk! Dit is één van de mooiste JTM-45s die we ooit hebben gehoord. Tussen haakje: op vrijdagavond zitten de Line 6-medewerkers te vechten om hem een weekendje mee naar huis te mogen nemen.
Als je ook het hoe en waarom van deze sound wilt weten, kunnen we je vertellen dat de JTM-45 Marshalls overstap van een iets wolliger Fender-geluid naar de heldere en “bitsige” klank van de daarna gebouwde Marshalls betekende.
5• 13
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 76
5• 14
De versterker- en speakermodellen
Plexi Lead 100
Dit model berust op de onvolprezen Marshall Plexi uit ‘68 – nog steeds een juweeltje volgens gitaristen die het kunnen weten. Voor deze versterker hebben we letterlijk de hele wereld afgeschuimd om uiteindelijk in Nederland een droom van een Super Lead tegen het lijf te lopen (die stond daar gewoon op ons te wachten).Rond 1968 had Marshall de constructie van zijn versterkers compleet veranderd en de Fender 6L6 eindtrapbuis vaarwel gezegd. In plaats daar­van werd een EL34 buis gebruikt. Een ander belangrijk ken­merk van deze onmiskenbare sound houdt verband met de noodzakelijke aanpassingen van de uitgangs- en voedings­transformatoren. Al die wijzigingen hebben uiteindelijk geleid tot de sound die de wereld vandaag de dag met een rockgitaar associeert. In die tijd hadden de versterkers nog geen Master Volume-regelaar, zodat je de Super Lead echt helemaal open moest draaien om de sound te verkrijgen – en dus het risico liep om met de buren in de clinch te gaan! Hendrix speelde ooit op Mar­shalls uit die periode; 10 jaar later zou Van Halen met de “brown sound” van de eerste twee albums en zijn 100W Plexi eveneens voor sensatie zorgen. (Onze Super Lead bevat trou­wens die “plat” gelegde transformator die enkel in 1968 werd gebruikt – dat was ook bij de versterkers van Hendrix en Van Halen het geval.)Die onvervalste “Crunch” hoor (?) je pas als je het ingangsvolume en alle toonregelaars op de maximumwaarde (toen nog “10”!) zet. Omdat wij nu eenmaal “zo dicht mogelijk bij de realiteit willen aanleunen”, moet je die techniek ook voor het model van de POD
XT toepassen – en dan weet je niet wat je hoort.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 77
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Plexi Jump Lead
Gitaar spelen heeft alles te maken met experimenteren, akkoord? Dat is één ding. Het ande­re is de zoektocht naar alsmaar meer vervorming.
Een leuk aspect van de Plexi was dat je, via een korte gitaarkabel, kanaal I naar kanaal II (zoals ze vaak genummerd zijn) kon doorlussen om net nog wat meer scheur te verkrijgen. Sommige gitaristen vonden dat geluid zó goed dat ze de twee kanalen maar meteen intern aan elkaar soldeerden.
Als ziekelijk bezeten soundfreaks vonden we dat een model van zoiets niet in onze collectie mocht ontbreken.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
5• 15
Page 78
5• 16
De versterker- en speakermodellen
Plexi Variac
Ahhh, hier komt een legende. Hier en daar hoor je wel eens dat een deel van de magie ach­ter Edward Van Halen’s “brown sound” verband hield met een Marshall 100W Super Lead die opzettelijk met een hogere netspanning werd gevoed. Daarvoor werd een variabele wis­selstroomtransformator (“Variac”) gebruikt.
Hoewel we in de regel geen voorstanders zijn van het knoeien met voltages (daar zijn al teveel versterkers bij gesneuveld), wilden we toch nagaan of in dat verhaal een grond van waarheid zat. Dus zetten we de Variac op 140V en begonnen we met de ‘68 Super Lead te stoeien. (Geen nood: hij heeft het overleeft en werkt nog steeds prima.) We menen dan ook te mogen stellen dat het verhaal niet uit de lucht gegrepen is.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 79
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Brit J-800
Kies dit model, als je op zoek bent naar het geluid van de nog steeds unieke JCM 800, één van de meest populaire Marshall-versterkers van nieuwere makelij. Deze verbeterde versie van de Plexi zette de typische Marshall-traditie voort met extra gain en nog meer agressie voor een nieuwe generatie rockgitaristen. Eén belangrijk verschil t.o.v. zijn voorgangers was het feit dat de toonregeling zich achter de buizen van de voorversterker bevond.
Bij bepaalde JCM 800s beruste de vervorming trouwens op een diode die overstuurd werd. Het door ons gemodelleerde exemplaar hanteert daarvoor echter een buis.
De JCM 800 is natuurlijk de versterker bij uitstek voor het legendarische Metal-geluid van Marshall. Hoewel de meeste gitaristen het nooit in hun hoofd zouden halen om een Mar­shall “clean” te spelen, willen we toch even opperen dat hij ook dan nog klinkt als een huis. Kies dus voor de verandering eens een kleine DRIVE-waarde. En daarna mag je dan weer lekker scheuren…
5• 17
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 80
5• 18
De versterker- en speakermodellen
Brit JM Pre
Marshall’s eerste poging tot voorversterker in een 19”-behuizing luisterde naar de naam JMP-1 en werd op gejuich onthaald door de Metal-gitaristen “met lang haar” en muzikan­ten, die een “tight” en lekker vervormd geluid zochten zonder de compressie van de eindtrap erbij te nemen. Bovendien was het één van de eerste voorversterkers met MIDI-functies.
De oversturing van de JMP heeft ergens wel iets weg van de “Boogie”, zodat de JMP niet helemaal onterecht als Marshall’s antwoord op de ADA MP-1 en de voorversterkers van Mesa Boogie werd beschouwd. De JMP werd begin de jaren ‘90 voorgesteld en was meteen een succes onder nieuwe Metal-bands die een agressief, maar gericht scheurgeluid zochten dat nooit over de schreef ging. Je 7-snarige gitaar zal zingen als een nachtegaal met dit model van de JMP-1.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 81
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Match Chief
Dit model is het resultaat van onze analyse van een Matchless Chieftain. De Matchless han­teert een moderne “Class A”-design met EL34-buizen – en dat levert een uniek geluid op (wat voor een groot deel te danken is aan een uiterst complex toonregelingscircuit).
De Chieftain was een ontwikkeling van Mark Sampson van de firma Matchless. Mark wilde een Fender/Marshall-achtige voorversterker combineren met dat typische “spons”-gevoel van een “Class A”-eindtrap.
Met meer Gain dan de DC-30 (zie het volgende model) is de Chieftain de geknipte kandi­daat voor “roots”-muziek. Even opmerkelijk was het oplichtende logo dat weliswaar geen invloed had op het geluid, maar tenslotte wil het oog ook wat!
Toen Matchless jammer maar helaas uit roulatie ging, veranderden de Chieftain en de DC­30 op slag in versterkers die iedereen wilde hebben. Daarom kosten ze tweedehands meer dan wat het bedrijf er zelf ooit voor had gevraagd. Uiteraard zijn we blij dat we met ons model in de POD
XT voor een deel kunnen zorgen dat niemand Matchless ooit zal vergeten.
5• 19
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 82
5• 20
De versterker- en speakermodellen
Match D-30
Ziehier een model van een Matchless DC-30.
Met de komst van de DC-30 werd Matchless eindelijk au sérieux genomen. Mark Sampson, het brein achter deze versterker (die ons het relaas over deze versterker trouwens zelf heeft gedaan) wilde met dit model een “Class A”-versterker bouwen die bestand was tegen het leven on the road en voor verschillende doeleinden kon worden gebruikt.
Hij zag eruit als een tank (en woog ook bijna hetzelfde). Bovendien was de DC-30 zowat een hommage aan de vroege Vox-versterkers. Als je dus van de Vox AC-30 (of het daarop gebaseerde POD beluisteren.
XT-model) houdt, moet je ook eens het PODXT-model van de DC-30
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 83
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Treadplate Dual
Dit versterkermodel berust op een 3-kanaals Mesa Boogie Dual Rectifier Solo-top uit 2001.
De Dual Rectifier hoort thuis in het rijtje Boogie-versterkers met een massieve niveauver­sterking, die vooral door de “mensen met lang haar” gesmaakt worden. In tegenstelling tot de eerste Boogies heeft de toonregeling van de Dual Rectifier een nadrukkelijke invloed op het geluid, wanneer je de Gain wat verder open draait. Dan moet je eventueel het midden­gebied wat afzwakken en het laag een flink pak ophalen.
Voor dit model hebben we Channel 3 met de Modern-instelling gekozen en de schakelaars op het achterpaneel op “Bold” en “Tube Rectifier” gezet.
5• 21
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 84
5• 22
De versterker- en speakermodellen
Cali Crunch
Dit model berust op een diepgaande studie van een Mesa Boogie Mark IIc+.
Mesa Engineering begon ooit als een bedrijfje waar Randall Smith oude Fender Princeton­versterkers voor gitaristen uit de baai van San Francisco modificeerde. In de loop der jaren veranderden de versterkers steeds nadrukkelijker en werden ze voorzien van een effectenlus, omschakelbare kanalen en de Simul-Class design van Randall (twee uitgangsbuizen in “Class AB”-configuratie en een tweede paar in “Class A”).De Boogies waren in wezen de eerste moderne gitaarversterkers en ze werden meteen geadopteerd door gitaristen die meer “oempf” uit een kleine ombouw wilden halen.Voor ons model zijn we vertrokken van het Drive-kanaal.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 85
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Jazz Clean
Dit model berust op een klassieker van een heel ander type: de Roland JC-120.
Die transistorversterker stond bekend omwille van zijn helder, clean geluid en de ingebouw­de stereochorus. Om een echt sprankelend geluid uit dit JC-120-model te halen moet je de JC-120-regelaar op de maximumwaarde zetten. Dat geluid blijft in elke mix overeind. Deze versterker leek in de jaren ‘80 geknipt voor het “New Wave”-geluid (tenslotte was het de favoriete versterker van Andy Summers die toen bij The Police speelde).
Zet alle toonregelaars op “12 uur” voor een ronder jazzy geluid. Dan beschik je namelijk over een “neutraal” geluid dat gewoon geknipt is voor alle registers en zowel jazz- als enkelstem­mige solo’s alle eer zal aandoen.
5• 23
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 86
5• 24
De versterker- en speakermodellen
Solo 100
Dit model hebben we te danken aan een Soldano SLO-100-top.
Mike Soldano verwierf bekendheid als iemand, die te gekke dingen met een Marshall kon uitspoken. Het duurde echter niet lang vóór hij zijn eigen “gloeiend hete” versterkers zou bouwen. De transformatoren en het chassis waren trouwens verchroomd – iets mag het heb­ben. Bovendien staan Mikes versterkers bekend omwille van hun bomvaste constructie, een bedrading en componenten waar zelfs het leger jaloers op is.
Hoewel de SLO-100 vooral voor een gespierde krachtpatser doorgaat, klinkt hij ook “clean” om over naar huis te schrijven. Eric Clapton plaatste Soldano in de kijker door voor een optreden in de uitzending “Saturday Night Live” een Soldano SLO-100 te gebruiken.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 87
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Super O
En nog zo’n legende… Jimmy Page had het er ooit over dat hij de eerste twee Led Zeppelin­albums met een ‘58 Tele en een Supro-versterker had opgenomen. Het enige probleem is dat hij nooit verteld heeft om welk Supro-model het precies ging, omdat het feit dat hij de naam “Supro” had laten vallen al een ware raid op alle pandjeshuizen had uitgelokt, zodat hij er niet in slaagde het model op de kop te tikken dat hij toen had gebruikt.
Dus hebben we gepoogd die informatie bij vrienden te achterhalen, die tijdens de opnamen van “Led Zeppelin II” aanwezig waren. Tenslotte had het gekund dat zij wél wisten om welk model het ging. Ook zij konden ons echter niet verder helpen. Maar ze herinnerden zich wel nog dat het “een klein grijs kassie” was. Andere bronnen hebben het dan weer over een 1x12”-versie. Zolang Page de mond niet opendoet zullen we het nooit weten. Wat de waar­heid over die Zep-sessies dan ook geweest mag zijn – wat ons betreft kom je met dit model van een Supro S6616 gegarandeerd in de ‘Houses of the Holy’.
Nog even dit: deze versterker bevatte 6 x 9”-luidsprekers (die dus net zo groot zijn als de luidsprekers van een autoradio. Moet kunnen…
5• 25
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 88
5• 26
De versterker- en speakermodellen
Class A-15
Ook deze sound hebben we aan Vox te danken. Dit model is gebaseerd op kanaal 1 van een prachtige AC 15 uit 1960. Qua sound lijkt hij op de Vox AC 30, maar hij is natuurlijk wel kleiner (één 12”-luidspreker i.p.v. twee) en heeft bovendien een iets warmere, houtachtige sound.
Ook dit origineel had maar één toonregelaar waarmee je het hoog kon afzwakken. Die wordt hier bijzonder realistisch gesimuleerd, terwijl de BASS- en MID-regelaar achter het verster­kermodel werden geplaatst en dus voor het “bijkleuren” kunnen worden gebruikt. Zet
BASS en MIDDLE op “12 uur” (midden), PRESENCE op “0” en speel alleen met de TREBLE-regelaar om te klinken zoals de Britse bands die toen in de VS furore maakten.
Voor dit model hebben we Input 2 gebruikt, die iets ronder klinkt dan Input 1. Zodoende levert dit model dat “klassieke” warme geluid waar het bij de AC 15 allemaal om draaide.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 89
De versterker- en speakermodellen Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Class A-30 TB
Begin de jaren ‘60 veranderde de muziek en begon­nen gitaristen te vragen naar een helderder geluid en meer “tsjoink”. Daarom besloot men bij Jennings Company, de fabrikant van de Vox-versterkers, om een Treble- en Bass-regelaar (plus een bijkomende 12AX7-schakeling om het niveau wat op te halen) aan de Treble Cut-regelaar van de oorspronkelijke versterker toe te voegen (die regelaar deed eerder dienst als bandpasfilter en leek bovendien in de ver­keerde richting te werken). En omdat het kindje een naam moest hebben, werd het uiteindelijk “Top Boost”.
De AC 30 met Top Boost was dé versterker van de Britse bands die even later de Verenigde Staten in lichterlaaie zouden zetten. Het unieke klankkarakter van de Vox-sound kan wor­den toegeschreven aan het feit dat een “Class A”-versterker nu eenmaal op een heel andere manier overstuurt dan een “Class AB”. Brian May (Queen), Mike Campbell (Tom Petty & Heartbreakers) en The Edge (U2) zijn allemaal bekend geworden met een klassieke AC 30. Hoewel hij in de regel eerder voor het “cleane” werk werd gebruikt, kon de AC 30 ook prachtig scheuren. Luister maar eens naar de gitaarsolo’s van Brian May op de eerste Queen­albums.
Bij dit versterkermodel neemt de MIDDLE-regelaar van de POD regelaar op de AC 30 over.
Wij hebben onze gitaar op de Hi-ingang van het Brilliant-kanaal aangesloten. Tevens heb­ben we de BASS- en TREBLE-regelaar omgedraaid, omdat dat ook bij de Top Boost zo was: je moest de betreffende regelaar dus helemaal naar links draaien om de betreffende frequen­tieband maximaal op te halen. Moet kunnen…
XT de functie van de Cut-
5• 27
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 90
5• 28
De versterker- en speakermodellen
Tube Preamp
Door dit model is zelfs geen versterker doorgevlogen. Toch bleven we er maar aan sleutelen. Onze overweging was namelijk: “Misschien willen de trotse eigenaars hun POD andere dingen gebruiken: het ‘opwarmen’ van toetsen, een bitsig randje voor de drums, een wat ruiger zanggeluid enz. We mogen ze niet teleur stellen!” Dus zijn we in actie geschoten. Het Tube Preamp-model moet je gebruiken, wanneer je eender welk binnenkomend signaal van een “buizig” tintje wilt voorzien. Talrijke producers en geluidsmensen hanteren deze truc al jaren en gebruiken daarvoor apparatuur met buizen. Om de zang wat “ruiger” te maken moet je het betreffende spoor gewoon eens op de POD werkt ook perfect voor synthesizerbas. Dan kun je tevens met de DRIVE-regelaar en de toonregeling van de POD
XT experimenteren. Hoewel dit niet echt een model van een
gitaarversterker is, loont het bovendien de moeite om er ook eens je gitaar door te sturen. Als DI-box voor basgitaren is dit model eveneens geschikt. Als je dit model voor die toe­passingen gebruikt, moet je de DRIVE-regelaar als mixregelaar gebruiken om te bepalen hoe sterk het binnenkomende geluid wordt bewerkt. Het droge signaal (dat de POD passeert) voeg je het best niet toe aan het door de POD naalbron dus aan op de POD
XT en werk uitsluitend met het uitgangssignaal van de PODXT.
XT bewerkte signaal. Sluit de sig-
Zolang de toonregelaars zich in de “12 uur”-positie bevinden, is de EQ “neutraal”.
XT aansluiten. Dit model
XT ook voor
XT niet
Page 91
De versterker- en speakermodellen Speakermodellen

Speakermodellen

Je PODXT bevat de hieronder opgesomde speakermodellen. Het model selecteer je door op de CAB/A.I.R.-knop te drukken en vervolgens aan de EFFECT TWEAK-regelaar te draaien.
Speakermodel
1x6 Super O
1x8 Tweed
1x10 Gibtone
1x10 G-Brand
1x12 Line 6
1x12 Tweed
1x12 Blackface
1x12 Class A
2x2 Mini T
2x12 Line 6
2x12 Blackface
2x12 Match
2x12 Jazz
2x12 Class A
4x10 Line 6
4x10 Tweed
4x12 Line 6
4x12 Green 20’s
4x12 Green 25’s
4x12 Celest T-75
4x12 Celest V-30
4x12 Treadplate
1x15 Thunder
2x12 Wishbook
No Cab
Berust op…
6x9 Supro S6616
Fender Tweed Champ uit 1961
1x10 Gibson
Gretsch 6156
Line 6 1x12
Fender Tweed Deluxe van 1953
Fender Blackface Deluxe van 1964
Vox AC-15 van 1960
2x2” Fender Mini Twin
Line 6 2x12
Fender Blackface Twin van 1965
Matchless Chieftain van 1995
Roland JC-120
Vox AC-30 van 1967
Line 6 4x10
Fender Bassman van 1959
Line 6 4x12
Marshall Basketweave met Greenbacks van 1967
Marshall Basketweave met Greenbacks van 1968
Marshall met standaard 70s van 1978
Marshall met standaard 30s van 1996
4x12 Mesa Boogie
1x15 Supro Thunderbolt van ‘62
2x12 Silvertone Twin Twelve van ‘67
Dit “model” moet je kiezen, als je het Tube Preamp-model voor het bewerken van andere signalen dan gitaar gebruikt. Daarom wordt dit speakermodel automatisch geselecteerd, wanneer je het Tube Preamp-model kiest.
5• 29
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 92
5• 30
De versterker- en speakermodellen
Page 93

Over de effectmodellen Comp

OVER DE EFFECTMODELLEN
Welke gitarist gebruikt geen effectpedalen of effecten? Je PODXT bevat alvast een hele reeks modellen van bekende effectpedalen die afkomstig zijn van de DM4 Distortion Mode­ler, MM4 Modulation Modeler en DL4 Delay Modeler van Line 6. Verder zijn er een aantal, die we direct uit onze grootste versterker, de Vetta, hebben overgenomen. Natuurlijk zijn ook onze oude gloriën (Ping Pong en Stereo Delay) van de partij, terwijl je tevens over een compressor en een gate beschikt. Dat zou moeten volstaan voor een verantwoord potje spe­len…
In dit hoofdstuk kom je te weten welke pedaal- en rackeffectmodellen er zijn en hoe je er het slimst mee werkt. Zet dus maar je integraalhelm op en doe de gordel om. Hier gaan we.

Comp

Het compressoreffect, dat je via de COMP-knop bereikt, werkt zoals een compressor in een opnamestudio en dient dus vooral voor het voorkomen van volumepieken. Met de THRES-regelaar (Threshold) bepaal je hoe sterk de dynamiek van het gitaarsignaal wordt bewerkt. Hoe kleiner de gekozen waarde, hoe actiever de compressor volumeverschillen aanpakt. “–32dB” is dan ook agressiever dan bv. “–16dB”. De compressor biedt een automa­tische niveaucompensatie, zodat je POD wanneer het signaal zo plat is als een postzegel.
XT zelfs dan nog voldoende volume in huis heeft,
6• 1
Page 94
6• 2
Over de effectmodellen

Gate

Met de gate zorg je dat er geen ruis of brom hoorbaar is, wanneer je niet speelt – handig vooral bij scheurgeluiden met een hoge DRIVE-waarde. Net zoals bij een poort van een gebouw worden sommige signalen doorgelaten, terwijl andere buiten blijven. Zet de THRESH-parameter op de minimumwaarde om de gate uit te schakelen (i.p.v. een waarde wordt er voor THRESH dan OFF afgebeeld, zie hierboven). Met de THRESH-regelaar bepaal je het volume dat een signaal moet hebben om binnengelaten te worden. Hoe groter de negatieve waarde (wanneer het regelaaricoontje zich betrekkelijk ver links bevindt), hoe minder krachtig het signaal moet zijn. Een kleine negatieve waarde (icoontje betrekkelijk ver rechts) betekent daarentegen dat alleen krachtige signalen worden doorgelaten. Met de DECAY-regelaar bepaal je hoe snel de poort weer dichtgaat.
En net zoals in het leven zorgt een snel dichtvallende poort soms dat je voet e.d. wordt gekneusd. Vertaald naar signalen betekent zoiets dat niet alle noten natuurlijk uitsterven. Een grote DECAY-waarde kan er daarentegen voor zorgen dat je na een uitgestorven noot nog ruis of brom hoort – en dat wilde je toch net voorkomen. Je zal een beetje met de DECAY-waarde moeten experimenteren om de waarde te vinden die het best bij jouw manier van spelen en je instrument-annex-soundinstellingen past.
Page 95
Over de effectmodellen Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive

Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive

Vóór de komst van fuzz-, distortion- en overdrivepedalen plachten gitaristen de luidsprekers met scheermesjes kapot te snijden om een ruig, vervormd en vaak ook mooi geluid te ver­krijgen (denk maar aan het “gegrom” van Link Wray). Dat klonk weliswaar overtuigend, maar dergelijke ingrepen konden niet zomaar worden teruggedraaid, zodat ballades met die versterkers wat te ruig klonken. Dan kwam iemand op het lumineuze “fuzzbox”-idee.
Facial Fuzz
6• 3
Ergens einde 1966 stak een rond effectpedaal in het Londense circuit de kop op. Ontworpen en gebouwd door Arbiter Music, zou de Fuzz Face al gauw zijn beroemde samenwerking beginnen met de gitaarlegende Jimi Hendrix.
Zoals alle effectpedalen uit die periode heeft de Fuzz Face talrijke wijzigingen en zelfs her­uitgaven ondergaan. Ons model berust op het hierboven getoonde kleinood met een ger­maniumdiode: een originele, vroege “grijs-met-zwarte” Arbiter Fuzz Face. Roep het Facial Fuzz-model van de POD DRIVE-parameter open en je ziet meteen wat “Purple Haze” precies inhoudt.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
XT op en trakteer jezelf op een fuzzfestival in F groot. Gooi de
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 96
Over de effectmodellen
Fuzz Pi
6• 4
De Amerikanen wilden natuurlijk niet onderdoen voor de Britten en kwamen dus snel met hun eigen fuzzversies op de proppen. Mike Mathews en zijn kornuiten van Electro-Harmo­nix hadden al een lange reeks uitgekiende effecten op hun actief, toen ze gefascineerd raak­ten door het fenomeen distortion/fuzz. Hun meest bekende was de Electro-Harmonix Big Muff Pi, die zijn succes vooral te danken had aan zijn prachtige sustain dan aan zijn geronk.
Electro-Harmonix was berucht, omdat vooral overschotmateriaal werd gebruikt, zodat de circuits en de specificaties voortdurend veranderden. Zoals je op de foto van onze Big Muffs ziet, zagen de pedalen er ook telkens anders uit, wat verband hield met de onderdelen die Mike op de kop wist te tikken. Het schatje van het stel –althans wat ons betreft– is het mid­delste pedaal met de “knoppendriehoek”. Hiermee zal je beslist nooit de Pi-neut zijn.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 97
Over de effectmodellen Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive
Screamer
Van Stevie Ray Vaughan tot Michael Landau: de eenvoudige Ibanez Tube Screamer is gewoon de overdrive die je overal terug hoort komen. Dit medium-gain pedaal werd begin de jaren ‘80 voorgesteld, en in vele blueskringen mag je pas een solo spelen, als je zo’n ding hebt.
Door de jaren heen heeft Ibanez verschillende versies van de dierbare Tube Screamer uit­gebracht, maar geen enkele heeft ooit de fabelachtige status van de TS-808 bereikt. Wij bezitten verschillende 808’s en hebben heel wat tijd gestoken in het kiezen van het exem­plaar dat we zouden modelleren. We denken dat dit model van de groene edelsteen een waardevolle toevoeging aan de POD
XT is.
6• 5
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 98
6• 6
Over de effectmodellen
Classic Distortion
De ProCo Rat, die eind de jaren ‘70 werd voorgesteld, vormde het begin van een nieuwe generatie distortionpedaaltjes. Zijn sound was bitsiger en agressiever dan een fuzz. De Rat zorgde dan ook voor de snijtanden van een nieuwe Metal-generatie die boven begon te drij­ven.
De Rat heeft verschillende veranderingen ondergaan, en de met eenparigheid van stemmen verkozen favorieten zijn hier afgebeeld. Deze twee Rats bevatten dezelfde print en circuits. (Als je het echt wilt weten: wij hebben de kleinere gemodelleerd.)
De TONE-parameter van het POD van de Rat: het geluid wordt helderder naarmate je hem verder dicht draait, en doffer, wan­neer je hem naar rechts draait. Als je eenmaal de smaak te pakken hebt, weet je waarom dit een sound met tanden is!
XT-model heeft dezelfde functie als de “Filter”-regelaar
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Page 99
Octave Fuzz
Over de effectmodellen Stompeffecten (pedaaltjes): Fuzz, Distortion, Overdrive
Jongens, wat was dat? Als je de indruk had een spookgitaar te horen die bezeten was door de geest van de grote gitaristenlegenden, dan zat de Tycobrahe Octavia er meestal voor iets tussen.
De Octavia is een schoolvoorbeeld van een fuzz+octave-effect. Een pionier in het gebruik van dit effect was wederom Jimi Hendrix. De Tycobrahe Octavia werd echter ook door Jeff Beck gebruikt en is nog steeds een belangrijk onderdeel van Michael Landaus soundwoor­denschat.
De Octavia hanteert een audio-uitgangstransformator en twee germaniumdiodes voor het gelijkrichten (een mooier woord voor verkrachten) van het gitaarsignaal. En dat zorgt pre­cies voor dat hogere octaafje. Voor ons model hebben we het hier getoonde exemplaar bestudeerd. Toen alle gitaristen in het gebouw kwamen vragen of ze hem eens voor wat “stu­diewerk” mee naar huis mochten nemen, wisten we dat we raak hadden geschoten.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
6• 7
Page 100
6• 8
Over de effectmodellen

Stompeffecten: compressors

Een compressor zorgt voor een gelijkvormiger volume door stille signalen op te halen en lui­de signalen af te zwakken. Een nevenverschijnsel van dat principe is dat het gitaarsignaal bij het uitsterven van de noten steeds harder wordt gezet. En dat fenomeen staat bij gitaris­ten bekend onder de naam “sustain”. Logisch dus dat veel muzikanten een compressorpe­daaltje kopen om de sustain van hun instrument te verbeteren! Bovendien zwakt een dergelijke compressor ook de aanslag (“attack”) af, wat dan weer toelaat om het volume nog een tikkeltje harder te zetten zonder de versterker te oversturen. De POD
XT bevat modellen
van verschillende compressorpedalen. Je kunt je signaal dus zo plat maken dat je het –bij wijze van spreken– onder de deur kunt doorschuiven.
Blue Comp
Roland/Boss deed met de CS-1 Compression Sustainer een duit in het zakje van de com­pressorwereld. Hij heeft een vaste Ratio, dus het model in de POD
XT heeft alleen een
SUSTAIN-regelaar waarmee de drempel van het compressorcircuit kan worden gewijzigd. LEVEL doet precies wat je ervan verwacht.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele
manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden enkel
gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling
van de modellen bestudeerd heeft.
Loading...