Line 6 POD XT User Manual [nl]

Page 1
Een diepgaande doorgronding van de revolutionaire technologie en
klankmatige geneugten van de POD
XT
.
Pilotenhandboek
Page 2
SERIENR.:
L
EES
DE
VOLGENDE
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
DOOR
B
EWAAR
DEZE
INSTRUCTIES
OP
EEN
VEILIGE
PLAATS
.
Het serienummer bevindt zich op het achterpaneel van je POD
XT
. Meer
bepaald gaat het om het getal dat begint met “(21)”. Noteer het hieronder,
omdat je het later eventueel nog eens nodig hebt:
OPGELET:
Om het risico op brand en elektrocutie te beperken mag je nooit de schroeven verwijderen. Dit apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker mogen worden hersteld. Laat dit werk over aan een erkende technische dienst.
De bliksemschicht in een driehoek slaat op elektrische waarschuwingen. Meer bepaald maakt het symbool je attent op de aanwezig­heid van instructies i.v.m. het voltage en mogelijke elektrocutie.
Het uitroepteken in een driehoek betekent “voorzichtig”. Lees altijd alle informatie door die met dit symbool is aangeduid.
POD
XT
Pilotenhandboek © 2002, Line 6, Inc.
Alvorens met de POD
XT
aan de slag te gaan moet je het volgende doornemen en alle punten en suggesties beharti-
gen:
1. Volg alle waarschuwingen op de POD
XT
zelf en in dit Pilotenhandboek.
2. Plaats het apparaat nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, stoven of andere apparaten die tijdens het gebruik heet worden.
3. Zorg dat er nooit vloeistoffen in het inwendige van het apparaat terecht komen.
4. Sluit het apparaat enkel aan op een stopcontact met een netspanning van 100~120V of 230V 47~63Hz (zie het merklaatje op de adapter voor de benodigde netspanning).
5. Ga nooit op het netsnoer staan. Zet geen zware voorwerpen op het netsnoer om te voorkomen dat het gekneusd of beschadigd wordt. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de aansluiting op de versterker.
6. Verbreek de aansluiting van de POD
XT
op het lichtnet, als je hem langere tijd niet wilt gebruiken.
7. Voer enkel de in het POD
XT
-Pilotenhandboek uitdrukkelijk vermelde handelingen uit. In de volgende geval-
len moet het apparaat door een erkende herstellingsdienst worden nagekeken:
•als vloeistoffen in het inwendige beland zijn
•als een voorwerp in het inwendige is terechtgekomen
•als het apparaat niet meer naar behoren lijkt te werken
•als het apparaat gevallen is of wanneer de ombouw beschadigd is
8. Het luisteren op een pittig volume kan leiden tot gehoorverlies, en dat is onomkeerbaar. Zet het volume dus nooit overdreven hard.
WAARSCHUWING:
Om het risico op brand en elektrocutie te beperken mag je dit apparaat niet blootstellen aan regen of vochtigheid.
OPGELET:
Dit apparaat werd uitvoerig getest. Daarbij is gebleken dat het, volgens “Part 15” van de Amerikaanse FCC Rules, beantwoordt aan de vereisten voor “Class B”-apparaten. Meer bepaald moet het apparaat aan de volgende eisen voldoen: (1) Het mag geen schadelijke interferenties veroorzaken en (2) het moet bestand zijn tegen eventueel ontvangen interferenties die de werking van het apparaat op een onvoorspelbare manier zouden kunnen beïnvloeden.
Page 3
Let op:
Line 6, Vetta, Amp Farm, POD en POD
XT
zijn handels­merken van Line 6, Inc. Alle andere productnamen, handelsmerken en namen van artiesten zijn eigen­dom van de betreffende bedrijven en personen, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, afbeeldingen en artiestennamen worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden Line 6 voor de ontwikke­ling van de modellen in dit product bestudeerd heeft. Het gebruik van de product- en artiestenna­men c.q. de handelsmerken en afbeeldingen impli­ceert geen medewerking of ondersteuning.
Page 4
Meteen aan de slag...............................................................................1 • 1
“Handleiding? Ik hoef geen saaie handleiding!”...................................................................1 • 1
Eerst registreren!..................................................................................................................................1 • 2
Ga online voor meer handige dingen......................................................................................1 • 2
Vooraf........................................................................................................................................................1 • 3
Welkom bij de POD
XT
…...........................................................................................................1 • 3
Wie is Line 6?...................................................................................................................................1 • 3
Modeling..............................................................................................................................................1 • 4
Versterker-, speaker- en effectmodellen...........................................................................1 • 5
De A.I.R. van een ster..................................................................................................................1 • 5
Genoeg gezeurd….............................................................................................................................1 • 7
Bedieningsorganen & aansluitingen....................................................2 • 1
En dan nu… muziek .............................................................................3 • 1
De basisbeginselen.............................................................................................................................3 • 1
Scenario 1 – In de studio................................................................................................................3 • 2
Waar moet het signaal naartoe?............................................................................................3 • 2
Het fijne over een goed geluid...............................................................................................3 • 2
Niveau-instellingen.........................................................................................................................3 • 3
Stralingsgevaar..................................................................................................................................3 • 3
Werken met pedalen...................................................................................................................3 • 3
MIDI-rockjes......................................................................................................................................3 • 4
Scenario 2 – De POD
XT
in het livecircuit..............................................................................3 • 4
Opstelling............................................................................................................................................3 • 4
De slimste aanpak..........................................................................................................................3 • 4
Waar moet het signaal naartoe?............................................................................................3 • 5
Opmerkingen voor het livegebruik...........................................................................................3 • 6
Externe effectpedalen en de POD
XT
...................................................................................3 • 6
Programmeren en opslaan van sounds..............................................4 • 1
Geheugens oproepen.......................................................................................................................4 • 1
Laden van een Effect Setup...........................................................................................................4 • 1
Controle zoals op een effectpedaal..........................................................................................4 • 1
Werkwijze voor het ‘editen’.........................................................................................................4 • 2
Twee keer drukken om sneller te werken......................................................................4 • 2
Edit-menu.................................................................................................................................................4 • 3
Instelling van Amp Models........................................................................................................4 • 3
Speaker- en microfooninstellingen (A.I.R. van een ster!).........................................4 • 3
Page 5
Editen van de effecten.................................................................................................................4 • 4
Instellen van het effecttempo..................................................................................................4 • 6
Reverb...................................................................................................................................................4 • 7
WahWah en volume...................................................................................................................4 • 7
Functie van de Effect Tweak-regelaar/tempo.................................................................4 • 8
Instellingen opslaan.............................................................................................................................4 • 8
Instellingen in een geheugen opslaan..................................................................................4 • 9
Custom Save Amp Model.........................................................................................................4 • 9
Custom Save Effect Setup.........................................................................................................4 • 10
Single Channel Recall...................................................................................................................4 • 11
Laden van alle fabrieksgeluiden (Factory Recall)..........................................................4 • 11
MIDI Dump........................................................................................................................................4 • 12
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten .................................5 • 1
Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?....................5 • 1
Algemene opmerkingen over de modellen....................................................................5 • 1
Line 6-originelen...................................................................................................................................5 • 2
Speakermodellen............................................................................................................................5 • 28
Modellen van pedaal- en rackeffecten................................................6 • 1
Over de pedaaleffecten (Stompboxes)..................................................................................6 • 1
Basiswerkwijze voor het editen van de effecten..........................................................6 • 1
Het fijne over het editen............................................................................................................6 • 2
Stompeffecten: Distortion en Overdrive..........................................................................6 • 2
Stompeffecten: Compressors..................................................................................................6 • 2
Comp/Gate-effecten....................................................................................................................6 • 3
Modulatie-effecten.........................................................................................................................6 • 3
Tap Tempo........................................................................................................................................6 • 4
Reverb........................................................................................................................................................6 • 5
Galmveren (Springs).....................................................................................................................6 • 5
Kamers (Rooms).............................................................................................................................6 • 5
Zalen (Halls)......................................................................................................................................6 • 6
Plaatgalm (Plates)............................................................................................................................6 • 7
Stomp-effecten.....................................................................................................................................6 • 8
Modulatie-effecten..............................................................................................................................6 • 17
Geavanceerde edit- & MIDI-functies..................................................7 • 1
Basisbeginselen van MIDI................................................................................................................7 • 1
Wat is MIDI?......................................................................................................................................7 • 1
Page 6
In- en uitgangen (IN/OUT).......................................................................................................7 • 1
MIDI-kanaal........................................................................................................................................7 • 2
MIDI-commando’s.........................................................................................................................7 • 3
Archiveren van de POD
XT
-data met een ander apparaat............................................7 • 4
Andere dingen die je via MIDI kunt doen.............................................................................7 • 6
POD
XT
-geheugens selecteren met programmakeuze-commando’s..................7 • 6
Wijzigen van de POD
XT
-instellingen met controlecommando’s..........................7 • 6
Complete MIDI-automatisering van de POD
XT
............................................................7 • 6
MIDI-problemen verhelpen...........................................................................................................7 • 7
Stampen met de voetjes......................................................................8 • 1
De pedalenbakken van de FBV-serie..................................................................................8 • 1
Even voorstellen: het FBV Floorboard....................................................................................8 • 1
Aansluiten van het FBV Shortboard....................................................................................8 • 1
Voetschakelaars indrukken.............................................................................................................8 • 1
Opslaan en namen invoeren met een FBV Shortboard...............................................8 • 3
Werken met een EX-1....................................................................................................................8 • 4
Appendix A: Versterkermodellen.......................................................10 • 1
Appendix B: MIDI-programmanummers...........................................10 • 2
Appendix C: Controlecommando’s van de POD
XT
...........................10 • 3
Appendix D: CC-commando’s van de FBV-serie..............................10 • 7
Appendix E: Contact opnemen met Line 6.......................................10 • 8
Dienst na verkoop.........................................................................................................................10 • 8
Voor support vanuit de fabriek:.............................................................................................10 • 8
Page 7
Meteen aan de slag •
“Handleiding? Ik hoef geen saaie handleiding!”
1 •
1
M
ETEEN
AAN
DE
SLAG
of:
“H
ANDLEIDING
? I
K
HOEF
GEEN
SAAIE
HANDLEIDING
!”
1.
Zet de O
UTPUT
-regelaar op de minimumwaarde.
2.
Sluit de L
EFT
- en R
IGHT
O
UTPUT
-connectors aan op de ingangen van je opnameapparaat of mengpaneel c.q. verbind Left Output met de ingang van je gitaarversterker. Je zou echter ook een hoofdtelefoon op de
P
HONES
-connector kunnen aansluiten om met je POD
XT
tekeer te gaan
zonder anderen te storen.
3.
Sluit de adapter aan op de
ADAPTER
-connector van de POD
XT
en verbind
het andere eind ervan met een stopcontact.
4.
Sluit je gitaar aan op de I
NPUT
-connector.
5.
Druk op de
NETSCHAKELAAR
in de buurt van de adapteraansluiting om
het apparaat in te schakelen.
6.
De POD
XT
wordt wakker en staat vrijwel meteen klaar om de sterren van
de hemel te spelen. Als je de POD
XT
op een gitaarversterker hebt
aangesloten, moet je hem dat even duidelijk maken. Druk dus op T
UNER
en draai de S
ELECT
-regelaar één stap naar rechts. Druk op de knop onder
DEST
(Destination) en kies met de E
FFECT
T
WEAK
-regelaar het type
versterker waarop je de POD
XT
hebt aangesloten. De POD
XT
hanteert deze instelling niet, wanneer je met een hoofdtelefoon werkt, dus hoef je niets te doen om toch over een overtuigend geluid in de hoofdtelefoon te beschikken.
7.
Kies met de A
MP
M
ODEL
-regelaar het benodigde versterkermodel. Zet
de C
HAN
V
OL
-regelaar op de maximumwaarde en stel D
RIVE
,
B
ASS
,
M
ID, TREBLE en PRESENCE naar smaak in. Met OUTPUT bepaal je het
uitgangsvolume.
8. Kies met de E
FFECTS-regelaar een Effects Setup en zorg met de
regelaars REVERB en EFFECT TWEAK dat het geheel klinkt zoals jij dat wilt. Druk een paar keer op de TAP-knop om de snelheid van de effecten te bepalen.
9. Met de S
ELECT-regelaar en de vier knoppen onder het display kun je de
voorgeprogrammeerde geluiden selecteren. Door twee keer op één van deze knoppen te drukken selecteer je de “Manual”-mode. In die mode komt het geluid precies overeen met de instellingen van de regelaars.
Page 8
Meteen aan de slag • Eerst registreren!
1 • 2
10. Wat, zitten we al aan “10”? Dan ben je al “in business”! Alvorens echt uit je
dak te gaan moet je de laatste pagina van deze handleiding uitklappen. Dat heeft namelijk verschillende voordelen. Die pagina bevat een reeks tekenin­gen waar je de bedieningsorganen ziet. Komt altijd van pas tijdens het lezen van de handleiding. Aan de achterkant van die bewuste pagina vind je meer details over de modellen van de POD
XT en een handige referentie voor het
werken met je POD
XT. En tenslotte nog dit…
Eerst registreren!
Deze handleiding bevat een kaart die je moet invullen en terugsturen. Je hoeft er zelfs keen postzegel op te plakken. Het is
van groot belang dat je die kaart invult – en wel
nu meteen. Als je niet zo happig bent op een wandeling naar de brievenbus, kun je je
ook via het Internet laten registreren: Line 6 Support Center onder www.line6.com. Enkel geregistreerde gebruikers hebben namelijk recht op garantie (zie ook de bepa­lingen aan het einde van deze handleiding). Bovendien houden we je dan op de hoogte van nieuwe softwareversies en andere te gekke verbeteringen.
Ga online voor meer handige dingen
Wij van Line 6 vinden dat we je creativiteit telkens weer moeten aansporen door met nieuwe vondsten voor de dag te komen. Het is dan ook maar normaal dat wij gebruik maken van het Internet om dergelijke vondsten zo snel mogelijk bij de eindgebruiker te krijgen.
De Line 6-website (www.line6.com) is gewoon een must voor Line 6-gebruikers. Zo heb je namelijk directe toegang tot talrijke handige programma’s, instellingen en info die je POD
XT nog krachtiger maken. Ziehier een paar voorbeelden: tips & trucs, USB-
drivers en andere gratis software, een elektronische versie van deze handleiding, andere documentatie, nieuws van en over Line 6, nieuwe producten en…
Line 6 ToneTransfer en discussieforums: Ga dus eens een kijkje nemen op onze website. Daar loop je gegarandeerd nog andere POD
XT-gebruikers tegen het virtuele
lijf. Dan kun je geluiden ruilen, tips geven en opvragen, gewoon wat ouwehoeren… dit alles terwijl je gewoon vóór je computer blijft zitten! Chips en andere versnaperin­gen moet je wel zelf gaan regelen.
Heb je nog geen Internet-aansluiting? Dan is dit dé reden om eindelijk de grote stap te zetten. Doe het voor jezelf en natuurlijk ook voor je POD
XT.
Page 9
Meteen aan de slag • Vooraf
1 • 3
Vooraf
Welkom bij de PODXT
Bedankt om een PODXT in je leven te hebben gelaten. Of je de PODXT nu als wonder­ding voor opnamen direct in de tafel, als bijzonder veelzijdige voorversterker, als part­ner voor het instuderen van nieuwe loopjes of als creatieve signaalprocessor gebruikt (je mag ook meerdere opties aankruisen) – wij vinden alvast dat de POD
XT zowat het meest
revolutionaire apparaat voor de gitaar is sinds de uitvinding van de gitaarversterker! De POD
XT brengt ongelooflijke geluiden voort dankzij de “Point-to-Point”-modelingtech-
nologie van Line 6 (die ook in onze versterkers van de Vetta-serie wordt gehanteerd). Die kracht en die flexibiliteit bevinden zich nu in een POD-behuizing. De POD geldt als jaren als standaard voor de opname van gitaarsignalen. Je beschikt, met andere woorden, over de hoogtepunten van de gitaarversterkers en effectpedalen plus een sound voor opnamen direct in de tafel waar niemand aan kan tippen.
Wie is Line 6?
Misschien weet je dat Line 6 enkele jaren geleden met een nieuw soort versterker voor de dag is gekomen en dat wij de eersten waren die de digitale modelingtechnologie op een gitaarversterker hebben toegepast. Natuurlijk wisten we toen al dat gitaristen ook in de studio over een perfect geluid moeten beschikken, terwijl meestal de ruimte ont­breekt waar je een grote buizenjongen voluit kunt laten gaan, om maar te zwijgen van de geluidstechnieker die een en ander vakkundig op band of harde schijf moet krijgen. Dus hebben we onze gepatenteerde modelingtechnologie samengeperst en in een klein, rood, boonvormig apparaatje gestopt dat naar de naam POD luisterde – en op die manier een revolutie ontketend.
Zelfs toen duidelijk werd dat onze modelingversterkers en PODs voltreffers waren ble­ven we niet bij de pakken zitten, maar sleutelden gewoon verder. Tenslotte wil je de kick van het bereiken van de eerste piek meteen overdoen en een nóg hogere berg beklimmen, nietwaar? Dus kochten we massa’s Pepsi, sloten onze ingenieurs op in een geheim laboratorium, we schakelden onze uitgebreide versterker- en pedalenverzame­ling in… en verwerkten al die waanzinnige geluiden tot een nieuwe –nóg krachtigere– modelingtechnologie die we “Point-to-Point-modeling” noemden. Die technologie werd voor het eerst in de onvolprezen Vetta-versterker gebruikt. Zijn onderscheidingen voor de perfecte modellen van alle grote versterkers, speakerkasten en effecten kun je al lang niet meer tellen. Dat geheime brouwsel goten we dan in een POD en… dePOD
XT
was een feit. Hoe helpt de POD
XT je bij het verkrijgen van een gitaargeluid dat de verbeelding tart?
Simpel! Dat doen we met…
Page 10
Meteen aan de slag • Vooraf
1 • 4
Modeling
Modeling: wat is het en waarom is het zo belangrijk? Om die vraag te beantwoorden moeten we even blijven stilstaan bij de buis (of
“lamp”). Iedereen is het erover eens dat buizen zowat het hart en de ziel van elke gegeerde gitaarversterker vormen. Tenslotte zorgen zij voor dat warme geluid met veel boventonen. Solidstateversterkers (met transistors) werken op een compleet andere manier en hebben in de regel geen “warm” geluid. “Hybride” versterkers –met veel transistors en ergens wel een buis– vormen een tevergeefse poging om een tran­sistorgeluid wat warmer te maken. Zet je ze namelijk naast een 100% buizenverster­ker, dan wordt het verschil meteen duidelijk. Dus moeten het wel buizen en anders niets zijn, zal je nu denken. Niet noodzakelijk.
Tenslotte lopen bij Line 6 een aantal breinen rond die, niet toevallig, ook gitaristen zijn en zowat alles kennen wat er over een buizenversterker te kennen valt. Ze kun­nen je zelfs vertellen welke buis in een bepaalde situatie op welke manier reageert, wanneer je ze in een bepaald versterkercircuit integreert. De buizen beïnvloeden het ingangssignaal, ze geven er een eigen wending (signaalbewerking) aan, vanaf een bepaald niveau beginnen ze het geluid te vervormen –en nog wel op een specifieke manier. Ook de overige componenten drukken hun stempel op het geluid. Hoewel dit een erg complexe materie is, kun je ze beheersen, meten en in formules gieten. Ten­slotte genereert een gitaarelement een elektronisch signaal, terwijl de buizen en de overige schakelingen in wezen maar erg complexe signaalprocessors zijn.
De Line 6-ingenieurs hebben dat allemaal achterhaald en hun bevindingen in soft­ware vertaald, die het gedrag van de buizen en overige componenten nauwkeurig simuleert, terwijl zich alles in het digitale domein afspeelt. Applaus! En omdat de cafeïne nog aan het nazinderen was, hebben de Line 6-ingenieurs ook maar meteen achterhaald welke invloed de speakers op het geluid hebben. Daarna was er zelfs nog tijd over om ook de effectpedalen en rackeffecten voor gitaar te analyseren. Dit alles werd in een programma gegoten en in een DSP (digitale signaalbewerker) geïmplan­teerd. En de gitaristenoren van onze ingenieurs hoorden dat het goed was. We kun­nen dus zonder te overdrijven stellen dat je POD
XT een siliconemuseum vormt waarin
alle grote namen van de gitaargeschiedenis niet alleen te bewonderen zijn, maar ook op je zitten te wachten.
Page 11
Meteen aan de slag • Vooraf
1 • 5
Versterker-, speaker- en effectmodellen
De Line 6-vakkennis m.b.t. sound en technologie wordt je aangeboden in de vorm van versterker-, speaker- en effectmodellen van apparaten die iedere gitarist waar dan ook ter wereld als “klassiekers” beschouwt. Die modellen werden tijdens uitvoerige A/B-vergelijkingen zo lang bijgewerkt tot we vonden dat ze helemaal op de gelui­den van de grote voorbeelden leken. Daarbij hebben we trouwens ook gelet op de invloed van het ingestelde volume en de toonregeling. De kenmerken van het niveau versus de toonregeling van de gemodelleerde apparaten werden zorgvuldig gemeten om er helemaal zeker van te zijn dat onze modellen op elk moment grieze­lig dicht bij de originelen komen. Zelfs onbenullige details hebben we bestudeerd. De kantelfrequenties van de toonregelaars, het bereik waarbinnen de frequenties kunnen worden opgehaald of afgezwakt en nog een hele reeks andere unieke facto­ren… niets is ons ontgaan. Omdat de circuits van de meeste versterkers en effecten elkaar bovendien “interactief” beïnvloeden, hebben we zelfs achterhaald welke invloed de stand van één regelaar op de andere regelaars heeft enz. Wij namen immers enkel genoegen met voorbeeldige modellen van de bestudeerde apparaten. Die versterker-, speaker- en effectmodellen vormen het hart van je POD
XT.
Laten we nog even op twee dingen wijzen:
1. Het modelingprocédé van Line 6 is gepatenteerd, het berust voor de volle 100% op een digitale softwaretechnologie en wordt alleen door Line 6 gebruikt.
2. De modeling van Line 6 heeft niets met samples te maken en is allerminst “solidstate”. Verder heb je geen speciaal element/ gitaar, noch speciale kabels nodig.
De A.I.R. van een ster
Via een andere innovatie zet de PODXT de modelingtheorie om in overtuigende geluiden: het A.I.R.-procédé dat een directe verbinding met opnameapparaten toe­laat. De A.I.R.-technologie (acoustically integrated recording) is het resultaat van nauwgezet onderzoek naar de klankmatige kenmerken en de wisselwerking tussen de versterker, de speakers, de microfoons en de opnameruimte tijdens de opname.
Talrijke versterkers en DI-boxes bieden vandaag de dag een soort speakersimulatie of -emulatie. Systemen, die meer doen dan alleen het hoog wat af te zwakken, bie­den weinig of geen controlemogelijkheden. Algemene speakersimulaties houden namelijk geen rekening met de duidelijke verschillen i.v.m. de keuze van de luid­sprekers, het hout en andere kenmerken van een echte speakerkast. Verder negeren
Page 12
Meteen aan de slag • Vooraf
1 • 6
die systemen de invloed van de voor de opname gebruikte microfoon of diens opstel­ling. En van de invloed van de akoestiek op het geluid hebben ze nog nooit gehoord.
Dus is het maar normaal dat je met dergelijke producten niet echt tevreden bent: zelfs degene, die het geluid min of meer voor elkaar hebben, blijven steriel klinken en mis­sen duidelijk “leven”. Het gevolg daarvan is dat je je spel gaat aanpassen en je dus minder vrij voelt, wat er dan weer voor zorgt dat je de indruk hebt op een wat onwen­nige gitaar te spelen. Dat werkt niet echt inspirerend.
De combinatie van versterkermodellen met de A.I.R.-technologie zorgt er bij de POD
XT voor dat de voortgebrachte geluiden rekening houden met alle elementen die
hun steentje bijdragen tot een verantwoord gitaargeluid, zodat je over dezelfde “feel” beschikt als bij gebruik van de gemodelleerde amp en speakerkast:
•De kenmerken van het versterkercircuit worden hier door het gekozen
versterkermodel (Amp Model) verzorgd. Elk “model” berust op een diepgaande analyse van een “klassieke” versterker waar veel mensen veel geld voor neertellen.
•Het uitgangssignaal van een gitaarversterker wordt naar een speakerkast uitgestuurd en door deze laatste eveneens bewerkt. De constructie van de kast, het hout, het aantal luidsprekers, om welke typen het gaat en hoe ze op elkaar aangesloten zijn – dat alles heeft een grote op het geluid. Een Marshall-top met één open 12”-luidspreker (open kast) klinkt helemaal anders dan wanneer je diezelfde top op een gesloten 4x12-kast aansluit. Line 6 heeft de nodige aandacht besteed aan de ontwikkeling van haar virtuele speakerkasten om ook op dat vlak met geluiden voor de dag te komen waar het realisme van afdruipt.
•De door de speakerkast voortgebrachte geluidsgolven worden in een studio door een microfoon opgevangen. Ook die heeft een belangrijke invloed op het geluid. Om een bepaald geluid te bereiken moet je de microfoons zorgvuldig kiezen en ze op (een) welbepaalde plaats(en) zetten. Een microfoon die vlak vóór de luidspreker staat levert een ander geluid op dan een zijdelingse opstelling (“off-axis”). Line 6 heeft ook de “kleuring” van de microfoons en de invloed van hun opstelling bestudeerd. Ook daarvoor bevat de POD
XT modellen die je zelf kunt kiezen.
•Een gitaarversterker, speakerkast en microfoon bevinden zich altijd in een ruimte. De akoestiek daarvan verandert ook weer iets aan het geluid. Met een galmeffect kun je de reflecties van de vloer, de wanden enz. tot op zekere simuleren. Maar zo’n effect kan je niet de “spreiding” van het geluid tussen de speakerkast en de
Page 13
Meteen aan de slag • Genoeg gezeurd…
1 • 7
microfoon geven. Precies dit laatste zorgt er echter voor dat de luisteraar “weet” waar hij zich ten opzichte van de gitaarversterker bevindt. Tussen hem en de versterker zit er namelijk heel wat lucht.
De POD
XT houdt rekening met al deze belangrijke aspecten. Kies met de AMP
MODELS-regelaar het gewenste versterkergeluid. De POD
XT voegt daar het gepaste
speaker- en microfoonmodel aan toe en zorgt op die manier voor een levendig geluid. Met de REVERB-regelaar kun je dan nog wat galm toevoegen. In elk geval zal je geluid staan als een huis. Druk op de benodigde knoppen en draai wat aan de regelaars – en je kunt andere speaker- en microfoonmodellen kiezen, plus bepalen hoe sterk het geluid in de virtuele ruimte wordt gereflecteerd.
Ook de A.I.R.-technologie voor de directe uitgangen vind je alleen bij Line 6. In combinatie met de Amp-, Cab- en effectmodellen zorgt ze voor een geluid dat alleen de POD
XT in huis heeft.
Genoeg gezeurd…
Nu je weet wat er allemaal in je PODXT zit, gaan we je tonen hoe je het eruit krijgt. Pak dus je favoriete gitaar vast, sluit ze aan en zie Meteen aan de slag aan het begin van dit hoofdstuk, als je die punten nog niet hebt doorgenomen. Klap dan de laatste pagina van deze handleiding uit en volg ons doorheen een diepgaande ver­kenning van je POD
XT
Page 14
Meteen aan de slag • Genoeg gezeurd…
1 • 8
Page 15
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 1
B
EDIENINGSORGANEN
&
AANSLUITINGEN
De laatste pagina van deze handleiding kun je uitklappen. Dat heeft verschillende voordelen. Mooie prentjes bijvoorbeeld! Die komen altijd van pas tijdens het lezen van de handleiding. Bovendien vind je daar alles wat je moet weten om snel met je POD
XT
aan de slag te kunnen. De omkaderde cijfers in deze handleiding verwijzen naar de legenden van die bewuste laatste pagina. Aan de achterkant van die pagina staan de functies van de pedalenbakken FBV en FBV Shortboard uitgelegd. Bovendien vind je er een schematekening van de signalen en tips voor verschillende soorten verbindin­gen.
1 NetschakelaarRechts op de POD
XT. Hiermee schakel je de PODXT in en uit. Voor
de voeding mag je enkel de bijgeleverde PX-2 adapter gebruiken. 2 InputRechtsonder op de POD
XT. Hier moet je de gitaar aansluiten. (Voor technie-
kers: dit is een asymmetrische mono-ingang.) 3 PhonesLinksonder op de POD
XT. Hier moet je een hoofdtelefoon aansluiten, als je
niemand mag storen. Het volume stel je in met de O
UTPUT-regelaar. De hoofdtele-
foonversterker is van het krachtige type en laat het gebruik van alle soorten hoofdtele­foons toe. Dat betekent echter ook dat het signaalvolume loeihard zou kunnen zijn. Kies dus geen te hoge instelling, omdat de schelpen (en je trommelvliezen) anders beginnen te flapperen.
4 OutputRegelaar helemaal links op de POD
XT. Hiermee stel je het algemene uitgangs-
volume van de POD
XT in, of je nu direct in de tafel gaat of met een versterker werkt.
Bovendien bepaal je hiermee het volume in de hoofdtelefoon. De instelling van deze regelaar wordt niet in de geheugens van de POD
XT opgeslagen. De instelling van de
O
UTPUT-regelaar heeft geen invloed op de klankkleur. Je beschikt dan ook op eender
welk volume over een geluid dat staat als een huis. De signaal/ruis-verhouding van de POD
XT is optimaal, wanneer je de OUTPUT-regelaar
op de maximumwaarde zet. Kies dus geen te lage instelling, omdat je anders eventueel ook betrekkelijk veel ruis naar buiten stuurt. Om de O
UTPUT-regelaar zo hoog moge-
lijk in te stellen voor gebruik met opnameapparatuur, een mengtafel of andere studio­apparaten moet je de uitgangen van de POD
XT aansluiten op de Line-ingangen van
dat apparaat. Kies dus nooit een gitaar- of microfooningang. Line-ingangen hebben in de regel een gevoeligheid die je toelaat om de O
UTPUT-regelaar van de PODXT hele-
Page 16
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 2
maal open te draaien – en dat zorgt op zijn beurt voor een optimaal signaal. Moet je de POD
XT aansluiten op gecombineerde MIC/Line-ingangen, dan zet je de betreffende
Gain-regelaars het best eerst op nul. Regel O
UTPUT vervolgens op de maximumwaarde
en stel daarna de gepaste ingangsgevoeligheid in. 5 Left & Right OutputLinksboven op de POD
XT. Dit zijn symmetrische TRS-jacks
(Tip/Ring/Sleeve) die je o.a. op symmetrische ingangen met een gevoeligheid van +4dBu kunt aansluiten. Niets belet je echter om gewone gitaarkabels (mono) te gebrui­ken en die op –10dBV-ingangen aan te sluiten. Om de POD
XT in mono te kunnen
gebruiken moet je de L
EFT OUTPUT-connector aansluiten.
6 Pedal-aansluitingBovenkant van de POD
XT. Ziet eruit als een opgeblazen telefoon-
aansluiting. Sluit hier een optionele pedalenbak van Line 6 (FBV of FBV Shortboard) aan. Onthoud goed dat een Floor Board of FB4 van Line 6 niet door de POD
XT wordt
ondersteund. 7 USB-connectorBovenkant van de POD
XT. Je PODXT kan zelfs op de meest recente
computers worden aangesloten. Deze USB-connector vormt dan ook een directe audio­verbinding tussen de POD
XT en de meest courante muziekprogramma’s. Installeer de
geschikte driver (zie www.line6.com) en sluit de bijgeleverde USB-kabel aan. In hoofd­stuk 7, Geavanceerde edit- & MIDI-functies, wordt uitgelegd hoe je de POD
XT in
samenwerking met een computer aan de praat krijgt. 8 MIDI In & Out
Rechtsboven op de PODXT. Je kunt de PODXT op een MIDI-apparaat
aansluiten en met dit laatste geheugens selecteren (programmakeuze) of de POD
XT-
parameters beïnvloeden (controle- en/of SysEx-commando’s). Bovendien kun je de instellingen van de POD
XT mits een gratis programma op je computer archiveren (zie
www.line6.com). De MIDI OUT-connector van de POD
XT moet op de MIDI IN-con-
nector van het externe apparaat worden aangesloten. Diens MIDI OUT moet je met de MIDI IN-connector van de POD
XT verbinden. In hoofdstuk 7, Geavanceerde edit-
& MIDI-functies, wordt haarfijn uitgelegd hoe de POD
XT met andere MIDI-apparaten
kan worden gebruikt. 9 Drive
Regelaar links van het display. Hiermee bepaal je hoe sterk het niveau vóór het
gekozen Amp Model wordt opgehaald. Net zoals op een gitaarversterker zonder Master Volume-regelaar bepaal je hiermee het “scheurgehalte” van het geluid.
Page 17
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 3
10 Toonregeling – Van links naar rechts: BASS, MIDDLE, TREBLE, PRESENCE. Deze regelaars werken net zoals op een gitaarversterker. Hun respons en wisselwerking wordt echter bepaald door de Amp Models-keuze. Daarom komt hun werking altijd overeen met de toonregeling van de originele versterker die aan de basis van het betreffende model ligt.
11 Chan Vol
Regelaar rechts van het display. Met deze regelaar bepaal je het volume
van het gekozen geheugen (“kanaal”) – vandaar de benaming C
HANNEL VOLUME.
Hiermee kun je zorgen dat alle opgeslagen POD
XT-sounds precies het gewenste volume
hebben (bv. het geschikte verschil tussen ritme- en sologeluiden. Stel C
HAN VOL
altijd zo hoog mogelijk in om een optimale signaal/ruis-afstand te bereiken. Als het dis­play van de POD
XT echter de boodschap CLIP afbeeldt, moet je het volume wat terug-
draaien.
TIP: Sla eerst altijd de “cleane” geluiden op (en stel C
HAN VOL zo hoog mogelijk
in). Draai C
HAN VOL dan wat lager en sla je scheurgeluiden op.
12 ReverbRegelaar helemaal rechts op de POD
XT. Hoeveel galm had je graag gehad
willen hebben? Met deze regelaar stel je namelijk het galmvolume in. De POD
XT bevat
verschillende galmmodellen van o.a. galmveren, galmplaten, kamers, zalen enz. 13 EffectsRechtsonder op de POD
XT. Met deze regelaar kies je de “Effect Setups” van
de POD
XT. Dit zijn combinaties van maximaal vier effecten (zie hoofdstuk 6, Modellen
van pedaal- en rackeffecten voor meer details). Een Effect Setup kun je vergelijken met een pedalenbak of een reeks 19”-effecten die je bv. in functie van de versterkermo­dellen kunt programmeren. Wanneer je aan de E
FFECTS-regelaar draait, vertelt de
POD
XT je welke Effect Setup er op dat moment wordt gebruikt en kun je andere effecten
kiezen. Als een effectknop oplicht, is het betreffende blok ingeschakeld. Er zijn 64 der­gelijke “rigs” die je meteen kunt gebruiken.
14 Effect TweakRegelaar rechts van het display. Hiermee kun je de instelling van het gekozen effect wijzigen. Draai hem naar rechts, om het effect harder, dieper, sneller enz. te maken. Je weet altijd precies wat je aan het wijzigen bent, omdat er bij het draaien aan de regelaar een venstertje in het display van de POD
XT verschijnt. De snelheid van
de effecten moet in de regel met de T
AP-worden bepaald. Het fijne over de werkwijze
en de toewijzing van de gewenste functie aan de E
FFECT TWEAK-regelaar vind je in
hoofdstuk 4, Programmeren en opslaan van sounds. Als het effect waaraan
Page 18
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 4
E
FFECT TWEAK is toegewezen uit staat, doet EFFECT TWEAK helemaal niks. Als de
E
DIT- of TUNER-knop oplicht, dient EFFECT TWEAK voor het selecteren van dis-
playpagina’s.
15 Amp Models – Links onderaan op de POD
XT. Met deze regelaar bepaal je in zekere
zin welke circuits er in de POD
XT worden gebruikt. Dat is natuurlijk niet echt zo, maar
het bepaalt wel je versterkergeluid. (Meer details hierover vind je in hoofdstuk 5, Gemodelleerde versterkers en speakerkasten.) De naam van het gekozen Amp Model zie je in het display van de POD
XT. Als je een versterkermodel kiest, wordt auto-
matisch een bijpassend speakermodel geselecteerd. Voorbeeld: kies je “Brit Hi Gain” (gebaseerd op de Marshall JCM 800-top), wordt een speakermodel opgeroepen dat op een Marshall 4x12 berust. Indien nodig, kun je echter een ander speakermodel kiezen door op de CAB/A.I.R.-knop (zie verderop) te drukken.
Naast het versterkermodel zelf worden ook de bijbehorende functies (toonregeling enz.) ingesteld. zodat je meteen aan de slag kunt. Drive, Bass, Mid, Treble, Presence, Cab/A.I.R. enz. veranderen dus bij keuze van een Amp Model. Eens je de POD
XT wat
beter kent, kun je die “presets” trouwens helemaal naar je hand zetten, als je vindt dat jouw voorkeuren nóg beter bij bepaalde versterkermodellen passen. In de Manual-mode
worden de “fysieke” instellingen van Drive, Bass, Mid, Treble, Presence, Channel Volume en Reverb gehanteerd (dus niet de opgeslagen waarden die misschien niets eens overeenkomen met de standen van de regelaars. Meer details hierover vindt je in hoofdstuk 5.
16 SelectRegelaar links van het display. De POD
XT biedt 64 geheugens die bij levering
al waanzinnig goede amp-annex-effecten-instellingen bevatten (dankuwel, Line 6). De geheugens zijn verdeeld over 16 banken à 4 geheugens. (De geheugenplaatsen worden met A, B, C en D aangeduid.) De banken zou je kunnen beschouwen als vierkanaals­versterkers – en die lijn wordt ook op de optionele pedalenbakken van Line 6 (FBV en FBV Shortboard) doorgetrokken. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 8.
De banken van de POD
XT kun je met de SELECT-regelaar kiezen. De geheugens binnen
de geselecteerde bank kies je dan weer met de vier “soft”-knoppen onder het display. Let wel: bij het kiezen van een geheugen bewegen de regelaars niet. Zo zou B
ASS bv. op
de minimumwaarde kunnen staan, terwijl de basparameter van het gekozen geheugen de maximumwaarde hanteert. Om de B
ASS-instelling (of een andere waarde) te veran-
deren hoef je echter maar aan de betreffende regelaar te draaien. Om de geheugenwe­reld te verlaten en in de Manual-mode te werken moet je één van de knoppen onder het display van de POD
XT twee keer indrukken. In het display verschijnt dan de bood-
Page 19
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 5
schap Manual Mode om duidelijk te maken dat je nu WYSIWYG (what-you-see-is­what-you-get) aan het werken bent: de fysieke standen van de regelaars beantwoorden
dan precies aan het geluid dat je hoort. Daar hebben we het verderop over. Als de E
DIT-, SAVE- of TUNER-knop oplicht, dient SELECT voor het selecteren van
displaypagina’s. Druk je op E
DIT, dan kun je de pagina’s met de effect- en geheugenpa-
rameters instellen; met T
UNER heb je toegang tot de tuner- en systeemparameters;
S
AVE tenslotte bevat de functies voor het aanpassen van de versterker- en effectinstel-
lingen evenals de MIDI-parameters. Aan de verticale “scrollbalk” links in het display kun je aflezen welke pagina momenteel geselecteerd is.
17 Display – Het display bevindt zich… kom nou, je hebt het al lang gevonden. Het extra- informatieve LC-display van de POD
XT is a.h.w. het “venster” met zicht op alle beschik-
bare parameters. Ziehier hoe je via het display werkt:
1. Als de S
AVE-, EDIT- of TUNER-knop oplicht, verschijnt er links in het display van
de POD
XT een balk die je vertelt waar je op dat moment zit. Druk even op één van
die knoppen om te achterhalen hoe die balk er uitziet. Elk puntje vertegenwoordigt een displaypagina. Tijdens het draaien aan de S
ELECT-regelaar kies je andere
pagina’s – en de rechthoek springt naar de overeenkomstige plaats. Kies je de eerste pagina, dan bevindt de rechthoek zich helemaal bovenaan. Roep je de laatste pagina op, dan verschijnt de rechthoek helemaal onderaan de balk. Op en neer, op en neer. Plezier voor het hele gezin verzekerd!
2. Onderaan elke displaypagina zie je tevens een aantal woorden. Die vertegenwoordigen dingen die je kunt instellen. Druk op de knop eronder en kies met de Effect Tweak-regelaar de gewenste instelling.
Zo simpel, en toch zo eenvoudig. 18 Soft-knoppen
De vier druktoetsen onder het display. De functies van deze knoppen
verschillen naar gelang wat je net aan het doen bent. Vaak dienen ze voor het selecte­ren van de geheugens binnen de actieve en voor het oproepen/verlaten van de
Manual-mode (druk twee keer op een knop, zie ook S
ELECT hierboven). Als de EDIT-
, S
AVE- of TUNER-knop oplicht, dienen de softknoppen voor het kiezen van de para-
meter die je wilt instellen. Dit laatste doe je dan met de E
FFECT TWEAK-regelaar.
Page 20
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 6
19 Effect aan/uit-knoppen –
4 van de knoppen boven het display. Hiermee kun je de
effectblokken in- en uitschakelen (is een blok actief, dan licht de bijbehorende knop op).
Met de C
OMP (Gate) knop kun je het gekozen compressoreffect in- en uitschake-
len.
Met S
TOMP schakel je het pedaaleffect (Stompbox) in en uit;
Met M
OD schakel je het geladen modulatie-effect in en uit;
Met D
ELAY schakel je het Delay-blok in en uit.
Druk de betreffende knop twee keer in om de effectparameters in te stellen en/of een ander effecttype te kiezen. Ziehier een voorbeeld: druk twee keer op C
OMP om naar de
Compressor & Gate E
DIT-pagina te gaan. Door twee keer op STOMP te drukken ga je
naar de E
DIT-pagina van de pedaaleffecten.
Om de interne Noise Gate uit te schakelen moet je de C
OMP-knop twee keer indruk-
ken en de Threshold-waarde op nul zetten. 20 CAB/A.I.R.Knop rechts boven het display. Door één keer op CAB/A.I.R. te druk-
ken heb je toegang tot de speakermodellen (Cab Models), kun je het microfoontype kiezen en de “akoestiek” van de denkbeeldige studio bepalen. In tegenstelling tot de
EFFECT AAN/UIT-knoppen kun je hiermee echter niets in- of uitschakelen. Druk dus
gewoon op deze knop en kies je speaker- en microfoonmodel. Gebruik je geen speakermodel (No Cab), dan licht deze knop niet op. 21 Save – Om je eigen sounds in de interne geheugens van de POD
XT op te slaan moet
je op deze knop drukken. Hoe het allemaal in z’n werk gaat, vind je in hoofdstuk 4, Programmeren en opslaan van sounds. Als je niet zo lang kunt wachten, vind je hier alvast de basiswerkwijze:
Zolang je met een voorgeprogrammeerd geluid van de POD
XT werkt, verschijnen in de
bovenste displayregel het banknummer, de geheugenletter en de naam van die instel­lingen. Als je aan één regelaar draait of een parameterinstelling op een E
DIT-pagina
wijzigt,verschijnt er links van het banknummer een sterretje. Zo weet je dat de huidige instellingen niet meer overeenkomen met de opgeslagen versie. Die moet je dus opslaan, als de POD
XT ze moet onthouden.
Page 21
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 7
Om de wijzigingen op te slaan moet je op de Save-knop drukken. De indicator van die knop begint te knipperen. Druk nog een keer op Save om de nieuwe versie in het geheugen van de oorspronkelijke (en dus onder dezelfde naam) op te slaan. Wil je vóór het opslaan ook de naam wijzigen, dan moet je met de twee middelste softknoppen de gewenste tekenpositie kiezen, vervolgens op de rechter softknop drukken en met de
E
FFECT TWEAK-regelaar het teken instellen. Druk op de softknop onder DEST, kies
met de E
FFECT TWEAK-regelaar een geheugen (daarmee selecteer je alle geheugens –
A, B, C en D– van alle zestien banken) en druk nog een keer op S
AVE. De indicator
van deze knop knippert nu niet meer en de sound bevindt zich in het eerder gekozen geheugen. De instellingen, die zich daarvóór in dat geheugen bevonden, worden over­schreven. Zo simpel als het groot is.
Eens je een sound hebt opgeslagen, kun je hem weer oproepen door gewoon aan de
S
ELECT-regelaar te draaien. (In hoofdstuk 8 kom je te weten hoe je geheugens met de
voet kunt kiezen.) Zelfs als je momenteel niet met de instellingen van een geheugen werkt –omdat de
Manual-mode actief is– kun je de instellingen opslaan. Druk op S
AVE, DEST, kies met
de E
FFECT TWEAK-regelaar het geheugen van bestemming en druk tenslotte nog eens
op S
AVE.
Wil je de instellingen toch niet opslaan, dan moet je op eender welke andere knop drukken. (De Save-functie wordt tevens uitgeschakeld, als je niet binnen de 15 secon­den na het drukken op S
AVE een geheugen kiest.) En geen nood, als je tijdens het
opslaan een geheugen hebt gekozen met een fabrieksgeluid dat je eigenlijk wilde bewa­ren. Na op S
AVE gedrukt te hebben kun je namelijk ook een pagina kiezen waar je de
fabrieksgeluiden weer kunt oproepen. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 4. Via de Save-knop kun je bovendien de versterkermodellen en Effect Setups naar je
hand zetten, zodat die bij het draaien aan A
MP MODELS of EFFECTS meteen paraat
staan. Meer details hierover vind je in hoofdstuk 4. 22 Edit – Druk op de E
DIT-knop om toegang te hebben tot nog meer parameters. Als
de E
DIT-knop oplicht, dient Effect Tweak voor het selecteren van displaypagina’s met
alle parameters die in de geheugens kunnen worden opgeslagen. Op die pagina’s kun je de effectparameters instellen, een speaker- en microfoonmodel kiezen en een parameter aan de E
FFECT TWEAK-regelaar toewijzen. Meer details over het editen vind je in
hoofdstuk 4.
Page 22
Bedieningsorganen & aansluitingen
2• 8
23 Tuner – Druk op deze knop om (roffel) de digitale chromatische tuner op te roe­pen. De bewerkingen van het versterkermodel en de effecten worden tijdelijk uitge­schakeld om je toe te laten de snaren in een mum van tijd te stemmen.
Sla een snaar aan. Het display van de POD
XT beeldt nu de herkende noot af. Alle noten
worden als mollen afgebeeld. In plaats van “G#” zie je dus bv. “Ab”. Sla de snaar nog eens aan en draai aan de mechaniek. Het balletje in het display verschuift nu eveneens: naar rechts, als de snaar te hoog gestemd staat, naar links als ze te laag is. Zodra het bal­letje zich precies in het midden bevindt, is de snaar helemaal juist gestemd. Druk nog een keer op de T
UNER-knop van de PODXT om de bijbehorende displaypagina weer te
doen verdwijnen. Tuner Bypass/Volume – In de regel hoor je de gespeelde noten tijdens het stemmen
niet. Als je dat echter prettiger vindt werken, moet je op de knop met de M
UTE-functie
drukken en met E
FFECT TWEAK “Bypass” selecteren. Als je ook een FBV of FBV
Shortboard gebruikt, kun je het uitgangsvolume tijdens het stemmen met het zwelpe­daal instellen.
Tuner Reference – Heb je een andere referentiefrequentie nodig dan A= 440Hz? Zolang de Tuner-mode actief is, kun je op de knop “440 Hz” drukken en met de
E
FFECT TWEAK-regelaar van de PODXT een andere frequentie kiezen. Het instelbe-
reik luidt 430~450 Hz. Deze keuze wordt automatisch opgeslagen. Na inschakelen van de POD
XT hoef je ze dus niet telkens opnieuw in te stellen, als je de “ongewone” fre-
quentie wilt aanhouden (bv. omdat de akoestische piano die hanteert). 24 Tap – Met deze knop kun je de tijd of snelheid van de effecten instellen door er
gewoon een aantal keren op te drukken. Om het tempo in te stellen hoef je T
AP maar
in de maat van het gewenste tempo in te drukken. De effecten hanteren dan het nieuwe tempo. Op één van de laatste E
DIT-pagina’s vindt je nog een Tempo-parameter
die de “getapte” waarde afbeeldt. Die parameter helpt je bovendien bij het instellen van de juiste tempowaarde, wat met T
AP soms niet lukt. In hoofdstuk 4 kom je te weten
hoe je ervoor zorgt dat de effecten de ingestelde tempowaarde hanteren.
Page 23
En dan nu… muziek • De basisbeginselen
3 • 1
EN DAN NUMUZIEK
De cijfers in zwarte vakjes verwijzen telkens naar de legenden op de uitvouwbare laatste pagina.
In dit hoofdstuk kom je te weten hoe je zorgt dat het geluid van je POD
XT altijd
staat als een huis. Dit apparaat kun je namelijk zowel live op de bühne als in de peperduurste studio – en zelfs met een gewone gitaarversterker– gebruiken. Maar hij moet het wel weten. Als je hem in een studio wilt gebruiken, zie dan Scenario 1 – In de studio. Wil je de POD
XT live gebruiken, blader dan verder en lees
Scenario 2 – De PODXT in het livecircuit. Maar eerst zijn er nog…
De basisbeginselen
1. Sluit de bijgeleverde adapter aan op een stopcontact en vervolgens op de
ADAPTERAANSLUITING 1 rechtsboven op de PODXT.
2. Verbind je gitaar met de INPUT-aansluiting 2.
3. Sluit de uitgangen van de POD
XT op het apparaat aan waar hij zijn signalen naartoe
moet sturen. De O
UTPUT 5 connectors zijn van het symmetrische 1/4” TRS (Tip/
Ring/Sleeve) type die je zonder meer op symmetrische apparaten met een ingangs­gevoeligheid van +4dBu kunt aansluiten. Niets belet je echter om gewone gitaarka­bels (mono) te gebruiken om ze op –10dBV-ingangen aan te sluiten. Om de POD
XT
in mono te kunnen gebruiken moet je de L
EFT OUTPUT-connector aansluiten.
Page 24
En dan nu… muziek • Scenario 1 – In de studio
3 • 2
Scenario 1 – In de studio
De PODXT is met alle apparaten beste maatjes. Hij is dus niet vies van een peperdure mengtafel met ontelbare ingangen, terwijl hij net zo graag samenwerkt met een cassettespeler en alles wat tussen deze twee uitersten ligt. Ziehier wat je moet doen:
Waar moet het signaal naartoe?
De PODXT moet weten waar zijn uitgangssignaal naartoe gaat om het optimaal te kunnen voorbereiden. Druk op de 23 T
UNER knop en draai SELECT 16 naar rechts om
de volgende pagina te selecteren:
Kies met der 14 E
FFECT TWEAK-regelaar de DIRECT (STUDIO/PA)-mode. In
deze mode is de unieke A.I.R. II-DSP van Line 6 actief, zodat je naast opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrakteerd wordt. Eén en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker wilt werken.
De DEST-instelling wordt opgeslagen, zodat je de POD
XT na het inschakelen niet
telkens opnieuw hoeft in te stellen. Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen, als je op zekere dag tijdelijk met een andere instelling moet werken. Sluit je een hoofdtelefoon op de POD
XT aan, dan wordt DEST automatisch op “Direct” gezet.
Op die manier klinkt de handel zelfs in je hoofdtelefoon te gek.
Het fijne over een goed geluid
Als je de PODXT op een multitrack, mengpaneel of ander apparaat aansluit, moet je altijd diens Line-ingangen kiezen – dus nooit de MIC- of gitaaringang. Enkel dan is signaal/ruis-verhouding (veel gitaar en weinig ruis) van de POD
XT namelijk optimaal.
Sommige apparaten zijn met gecombineerde MIC/Line-ingangen en een Gain/Trim­regelaar uitgerust. Met deze laatste stel je de ingangsgevoeligheid in. Als je de POD
XT op
dergelijke ingangen aansluit, moet je de Gain-regelaar op de minimumwaarde en de 4
O
UTPUT- en 11 CHANNEL VOLUME-regelaars van de PODXT op de maximumwaarde
zetten. Zolang er echter nog twee Line-ingangen overschieten, is het slimmer om die te gebruiken i.p.v. de ingangsgevoeligheid van een gecombineerde ingang erg laag in te stellen.
Page 25
En dan nu… muziek • Scenario 1 – In de studio
3 • 3
Niveau-instellingen
Stel de 4 OUTPUT-regelaar van de PODXT altijd zo hoog mogelijk in, maar voorkom wel oversturing aan de ingangen van het externe apparaat. Kies met de 15 A
MP
M
ODEL-regelaar “Line 6 Clean”, zet DRIVE 9 op “12 uur” en CHANNEL VOLUME 11
op de maximumwaarde. Speel nu met de O
UTPUT-regelaar van de PODXT en de
betreffende regelaar op het externe apparaat om te zorgen dat de POD
XT het maximaal
mogelijke volume hanteert, maar geen ongewenste vervorming veroorzaakt. Als je een hoofdtelefoon bij de hand hebt, kun je die op de PHONES-connector van de POD
XT
aansluiten om te controleren of je daar hetzelfde hoort als in de luidsprekers. Wees echter voorzichtig: het volume in de hoofdtelefoon wordt eveneens met de Output­regelaar bepaald – en het zou loeihard kunnen staan.
TIP: Sla eerst altijd de “cleane” geluiden op (en stel C
HAN VOL zo hoog mogelijk
in). Draai Chan V ol dan wat lager en sla je scheurgeluiden op.
Stralingsgevaar
Je zal er snel achter komen dat er –met name bij gebruik van singlecoil-elementen– ruis of brom kan optreden, wanneer je in de buurt van een computerscherm met beeldbuis (CRT) staat te spelen. Dergelijke schermen bevatten tenslotte speciale straalpistolen die de hele dag fotonen op je zitten af te vuren. Gitaarelementen ontvangen en versterken de elektromagnetische velden van dergelijke schermen en “vertalen” die in onprettige ruis-met-brom. Zoiets kun je trouwens heel gemakkelijk voorkomen door iets verder van de CRT-monitor vandaan te gaan staan of je gitaar gewoon een andere kant uit te draaien. Als je echter in een piepkleine studio zit te werken, is dat misschien niet mogelijk. Doe dan gewoon het volgende: stel alles in voor de opname, spoel eventueel terug en schakel het scherm uit. Start de opname, doe je ding en stop de opname weer. Schakel het scherm weer in en luister naar je bromvrije gitaarpartij. Tussen haakjes: flatscreen LCD-schermen hebben niet zo snel de neiging om de rust te verstoren.
Werken met pedalen
Voor de PODXT bestaan er twee optionele pedalenbakken waarmee je nóg efficiënter kunt werken: de Line 6 FBV en het FBV Shortboard. Daar komen we later uitvoerig op terug. Toch willen we je hier al even vertellen dat ze toelaten om de geheugens van de POD
XT te kiezen, het tempo voor de effecten te “tappen”, de tuner te activeren – en
dat ze een WahWah- en/of volumepedaal bieden. De pedalenbak moet je op de 6
P
EDAL-connector van de PODXT aansluiten. Onthoud goed dat een Floor Board of FB4
van Line 6 niet door de POD
XT wordt ondersteund.
Page 26
En dan nu… muziek • Scenario 2 – De PODXT in het livecircuit
3 • 4
MIDI-rockjes
Als je op zoek bent naar een omvattende controle van je geluid (en wie is dat niet?), moet je ook de MIDI-functies van de POD
XT gebruiken. Alles kan namelijk ook via
MIDI worden ingesteld. Via MIDI kun je de geheugens van de POD
XT kiezen en
parameters in realtime beïnvloeden (handig voor geautomatiseerde dingen). Zoals je zal zien, ontgaat je dan hoegenaamd niets meer. Geef ons een warm applaus… Hoe dit allemaal in z’n werk gaat doen we in het hoofdstuk Geavanceerde edit- & MIDI-
functies uit de doeken.
Scenario 2 – De PODXT in het livecircuit
Als je de PODXT live wilt gebruiken (rechtstreeks in de PA of aansluiten op een eindtrap met speakers of als superprocessor voor je gitaarversterker), moet je als volgt te werk gaan:
Opstelling
Voor het livegebruik moet je de PODXT eerst en vooral op een bereikbare plaats zetten. De eenvoudigste manier om dat te doen is door een optionele microfoonstand-/ versterkeradapter voor de POD
XT te kopen. Meer details daarover vind je op de website
van Line 6. Daar kun je dat ding tevens kopen. Onbeschofte sluipreclame? Niks van, die adapter is echt een hebbeding voor de POD
XT: daarmee zorg je namelijk dat je hem
altijd binnen handbereik hebt. En jawel: er bestaat ook een prachtige tas voor de POD
XT
die je gewoon moet hebben… Einde van de commercial, vervolg van het educatieve luik:
De slimste aanpak
Voor het livegebruik biedt de PODXT verschillende opties. Je kunt de uitgangen van de POD
XT rechtstreeks op de PA of zanginstallatie aansluiten. Het voordeel daarvan is dat
je sound staat als een huis, terwijl je niet met versterkers of microfoons hoeft te rotzooien. Een andere mogelijkheid is het aansluiten van de POD
XT op een eindtrap met
speakerkasten. Tevens kun je je gitaar op de POD
XT en diens Left Output-connector op
de ingang van een gitaarversterker aansluiten. De POD
XT doet dan dienst als veelzijdig
effectapparaat. Welke optie je ook kiest: je moet altijd zorgen dat de POD
XT weet wat je
van plan bent. Dat gaan we zo meteen uit de doeken doen.
Page 27
En dan nu… muziek • Scenario 2 – De PODXT in het livecircuit
3 • 5
Waar moet het signaal naartoe?
Die (virtuele) vraag van de PODXT kun je op drie manieren beantwoorden. Kies altijd het juiste antwoord om te zorgen dat je kleine rode vriend precies doet wat je ervan verwacht. Druk op de 24 T
UNER-knop en draai zo lang aan SELECT 16 tot het display
er als volgt uitziet:
Kies met de 14 E
FFECT TWEAK-regelaar de instelling die overeenkomt met jouw
manier van werken:
D
IRECT (STUDIO/PA) — Als je de PODXT direct op een PA aansluit of het geluk
hebt om met een in-ear systeem te mogen werken, moet je deze optie kiezen. Een prima sound is dan haast vanzelfsprekend. In deze mode is de unieke A.I.R. II-DSP van Line 6 actief, zodat je naast opperbeste versterkers ook op een virtuele speaker en een microfoon getrakteerd wordt. Eén en ander klinkt zo goed dat je misschien nooit meer met een versterker wilt werken. Nu kun je net zo hard gaan als de P A zelf – en je weet meteen of het publiek je überhaupt hoort!
P
OWER AMP WITH CABS — Kies je deze optie, dan gaat de PODXT ervan uit dat je
hem op een eindtrap met één of verschillende speakerkasten hebt aangesloten. Het geluid wordt voor die toepassing voorbereid alvorens het via de 1/4”-uitgangen naar buiten stroomt. De MIC- en Room-bewerkingen van het A.I.R.-systeem worden niet gebruikt, terwijl de speakermodellen zodanig bewerkt worden dat je over het meest waanzinnige geluid beschikt dat je je maar kunt voorstellen!
I
N FRONT OF A COMBO — Kies deze instelling, wanneer je de PODXT op een
comboversterker hebt aangesloten. Deze optie betekent dat de POD
XT op de ingang
van een gitaarversterker wordt aangesloten (of een speakerkast met open achterkant). Hier worden de MIC- en Room-bewerkingen van het A.I.R.-systeem evenmin gebruikt, terwijl de speakermodellen voor je combo worden “vervormd”.
De DEST-instelling wordt opgeslagen, zodat je de POD
XT na het inschakelen niet
telkens opnieuw hoeft in te stellen. Vergeet echter niet om weer je “gewone” instelling te kiezen, als je op zekere dag tijdelijk met een andere instelling moet werken.
Page 28
En dan nu… muziek • Opmerkingen voor het livegebruik
3 • 6
Opmerkingen voor het livegebruik
Als je de PODXT op een combo aansluit, zet je de toonregeling van deze laatste het best eerst “neutraal”. Maar wat is “neutraal”? Als je versterker over één volumeregelaar beschikt, moet je die zo instellen dat het geluid “clean” blijft. Dan heeft de versterker namelijk de minste invloed op het POD
XT-geluid. Beschikt je versterker tevens over een
Master Volume-regelaar, moet je de twee regelaars zo instellen dat het Master Volume niet vervormt (het geluid moet “clean” blijven). De meest geschikte instellingen verschillen van versterker tot versterker. In de regel moet het ingangsvolume echter zachter staan dan het Master Volume. Als de toonregeling van de amp “passief” uitgevoerd is, moet je de Mid-regelaar op de maximale waarde en Treble en Bass op nul zetten (op de meeste gitaarversterkers heeft de toonregeling dan geen invloed meer op het geluid). Bij een actieve toonregeling moet je eventueel andere instellingen kiezen. Hoe dan ook: zorg altijd dat het van de POD
XT komende geluid niet (nog eens)
vervormt. Eens je dit hebt ingesteld, kun je het geluid eventueel nog wat bijkleuren. Zet de O
UTPUT-regelaar van de PODXT op een waarde waarbij de ingang van de
versterker net niet overstuurt. Als de versterker een effectenlus heeft, die zich in de eindtrap bevindt, kun je de POD
XT
rechtstreeks daarop aansluiten. Het voordeel van die aanpak is dat het geluid van de POD
XT dan meestal niet meer door de toonregeling van de versterker wordt beïnvloed.
Als je voor de effectenlus gaat, moet je echter P
OWER AMP W/CABS kiezen (zie
Waar moet het signaal naartoe? op blz. 3•2).
Externe effectpedalen en de PODXT
Je speelt misschien al even gitaar en je bezit dus het één of andere pedaal dat je niet meer wilt missen. En misschien verander je ook na het horen van de perfecte effecten van de POD
XT niet van mening. Geen probleem! Als je dergelijke pedalen op de ingang
van de POD
XT aansluit, moet je goed onthouden dat het resulterende geluid sterk
afhangt van het Amp Model dat je op de POD
XT kiest. Meer bepaald zorgen
verschillende combinaties soms voor drastisch verschillende resultaten. Maar dat wist je natuurlijk al!
Page 29
Programmeren en opslaan van sounds • Geheugens oproepen
4 • 1
P
ROGRAMMEREN
EN OPSLAAN VAN SOUNDS
In dit hoofdstuk kom je het fijne te weten over het editen op de PODXT. Alles komt aan bod: het laden en wijzigen van sounds en zelfs het aanpassen van de versterker- en effectmodellen die in de POD
XT zitten. Zelfs doorwinterde programmeurs moeten nu
even verder lezen, omdat hier ook belangrijke tips en trucs aan bod komen – en tenslotte willen we allemaal zo snel mogelijk puike resultaten boeken, nietwaar?
Geheugens oproepen
Als je de PODXT voor het eerst inschakelt, ziet het display er ongeveer als volgt uit:
Kies met de S
ELECT-regelaar het benodigde geheugen. De geheugens bevinden zich in
16 banken à 4 geheugenplaatsen: A, B, C, D. (In hoofdstuk 8 kom je te weten hoe je de geheugens met de voet kiest en nog andere dingen zonder handen instelt!)
Draai zo lang aan de SELECT-regelaar tot je de benodigde sound vindt. Een beetje weinig bas of scheur? Geen probleem! Draai gewoon aan de Bass- of Drive-regelaar om dat te verhelpen. Naast de toonregeling, de volume- en de R
EVERB-regelaar kun je ook
de aan/uit-knoppen van de effecten gebruiken. En met de E
FFECT TWEAK-regelaar
kun je de instelling van de op dat moment belangrijkste effectparameter wijzigen.
Laden van een Effect Setup
De PODXT bevat een aantal voorgeprogrammeerde “Effect Setups” die je natuurlijk kunt selecteren. Bovendien kun je er ook zelf programmeren. Dergelijke “Effect Setups” zijn in wezen virtuele pedalenbakken, al dan niet met bijkomende rackeffecten. De POD
XT
bevat 64 dergelijke setups die je met de E
FFECTS-regelaar kunt selecteren. Draai daar
nu even aan om de setups de revue te laten passeren. Verderop kom je te weten hoe je zelf Effect Setups programmeert en voor later gebruik kunt opslaan!
Controle zoals op een effectpedaal
De PODXT laat toe om vier effecten bijna op dezelfde manier in en uit te schakelen als je dat met effectpedalen zou doen. Daarvoor dienen de knoppen boven het display van de POD
XT:
Page 30
Programmeren en opslaan van sounds • Werkwijze voor het ‘editen’
4 • 2
Comp (Gate) — Hiermee schakel je ons model van een LA-2A compressor (zowat
de standaard in elke zichzelf respecterende studio) in en uit. Druk twee keer op deze knop om een E
DIT-pagina op te roepen waar je de compressor- en NOISE GATE-
parameters kunt editen. De Noise Gate kun je enkel via deze E
DIT-pagina in- en
uitschakelen. Stomp — Via deze knop bereik je de modellen van vervormings- en
compressorpedalen. Eén keer indrukken om het effect in of uit te schakelen, twee keer indrukken om naar de bijbehorende E
DIT-pagina te gaan.
Mod — Je POD
XT bevat verschillende modulatie-effecten. Eén keer indrukken om
het geladen effect in of uit te schakelen, twee keer indrukken om naar de E
DIT-
pagina te gaan. Delay — Hier vind je de delaymodellen. Eén keer drukken om in/uit te schakelen,
twee keer drukken om naar de E
DIT-pagina te gaan.
Werkwijze voor het ‘editen’
Laten we nu kijken wat je moet doen om het geluid naar je hand te zetten. Tevens kom je hier te weten hoe je zorgt dat de POD
XT precies doet wat je ervan verwacht. De
regelaars, knoppen en het display van de POD
XT bieden toegang tot alle functies. Je
hebt dus geen editor-annex-computer meer nodig (wat op de originele POD wel het geval was).
Elk editingavontuur begint met het drukken op de EDIT-knop (indicator moet oplichten). Draai vervolgens aan de S
ELECT-regelaar. Alles, wat je ooit aan je PODXT
wilt veranderen, bevindt zich hier. Om de waarde van een afgebeelde parameter te wijzigen, moet je op de
SOFTKNOP eronder drukken en aan de EFFECT TWEAK-
regelaar draaien. Om de doorgevoerde wijzigingen in een geheugen op te slaan moet je op de S
AVE-knop drukken.
Twee keer drukken om sneller te werken
Wil je het Mod-effect wat bijsturen of een ander Delay-model kiezen? Druk gewoon twee keer op de C
OMP-, STOMP-, MOD- of DELAY-knop om meteen naar de eerste
parameterpagina van het betreffende effectblok te gaan. Druk er nog eens twee keer op om de E
DIT-mode weer te verlaten. (De CAB/A.I.R.-knop hoef je maar één keer in te
drukken om de E
DIT-pagina op te roepen en weer te verlaten.)
Page 31
Programmeren en opslaan van sounds • Edit-menu
4 • 3
Edit-menu
Als de EDIT-knop oplicht, verschijnt er links in het display van de PODXT een balk die je vertelt waar je op dat moment zit. Draai even aan de S
ELECT-regelaar. Je zal merken
dat het balletje links in het display op en neer gaat. Zo weet je op elk moment waar je je op dat moment bevindt.
Instelling van Amp Models
Zorg dat de EDIT-knop oplicht en draai de SELECT-regelaar zo ver naar links tot de eerste Edit-pagina in het display verschijnt. Die pagina vertelt je hoe de regelaars binnen het gekozen geheugen ingesteld zijn. Ze ziet er als volgt uit:
In de bovenste regel zie je de naam van het gekozen versterkermodel. Draai nu aan de AMP MODELS-regelaar. Zie je hoe de instellingen van de toonregeling veranderen? Die instellingen passen volgens de Line 6-ingenieurs het best bij het betreffende versterkermodel. Verderop kom je te weten hoe je die instellingen kunt wijzigen en voor-programmeren.
Kijk nog eens naar het display… zie je de “punten” naast de regelaars? Die verwijzen naar de opgeslagen instellingen. Draai bv. eens aan de Drive-regelaar. Je zal zien dat het regelaaricoontje beweegt. Applaus! Het puntje bevindt zich echter nog steeds op dezelfde plaats. Zo weet je altijd in welk opzicht de momenteel gehanteerde instellingen van de opgeslagen versie verschillen. Echt handig, toch?
Speaker- en microfooninstellingen (A.I.R. van een ster!)
Als de Amp-pagina nog steeds wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één stap verder naar rechts te draaien (de betreffende pagina kun je ook selecteren door op de C
AB/A.I.R.-knop te drukken). Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Page 32
Programmeren en opslaan van sounds • Edit-menu
4 • 4
Hier vind je alle geavanceerde A.I.R.-parameters die je toelaten om een ander speakermodel voor de geselecteerde amp te kiezen. Bovendien kun je hier een andere microfoonopstelling selecteren.
Druk op de knop onder CAB en selecteer met de E
FFECT TWEAK-regelaar een ander
speakermodel. Je zou ook voor een ander microfoonmodel kunnen gaan en het volume van de
“akoestiek” kunnen veranderen. Druk op de knop onder MIC en selecteer met de
E
FFECT TWEAK-regelaar een ander microfoonmodel. Druk op de knop onder ROOM
en verander de “akoestiek”. Via deze parameters kun je dus je complete “rig” veranderen zonder ook maar iets te
sjouwen. Dit is te danken aan onze A.I.R.-technologie. We hadden het er al over: deze pagina bereik je ook door één keer op de C
AB/A.I.R.-knop te drukken.
Editen van de effecten
Alle effecten van de PODXT kunnen via hetzelfde procédé worden ingesteld. Druk twee keer snel op een effect aan/uit-knop om naar de eerste editpagina van dat effectblok te gaan. Via de knoppen onder het display selecteer je parameters en met de E
FFECT
T
WEAK-regelaar kun je er de waarde van wijzigen. Om naar een compleet andere
pagina te gaan (Reverb e.d.) hoef je maar aan de S
ELECT-regelaar te draaien, wanneer
de E
DIT-knop oplicht. En zoals gezegd: de “scrollbar” links in het display houdt je op de
hoogte van je positie binnen het Edit-menu. Duidelijk? Zie je wel dat ook jij eigenlijk meer wilt doen dan alleen presetjes gebruiken?
In de regel zijn er twee displaypagina’s per effect (om het simpel te houden). De meest courante parameters bevinden zich altijd op de eerste pagina. Als je dus niet meteen vindt wat je moet hebben, draai je gewoon één klik aan de S
ELECT-regelaar. Nu zou de
benodigde effectparameter te zien moeten zijn. Laten we even naar een voorbeeld kijken. Druk twee keer op de S
TOMP-knop. Voor de
Stompboxes is er maar één Edit-pagina, die er ongeveer zo uitziet:
Page 33
Programmeren en opslaan van sounds • Edit-menu
4 • 5
Net zoals bij alle andere effectblokken moet je op de knop helemaal links onder het display drukken om een ander effectmodel te selecteren. Je zal ook zien dat de Vetta Comp twee “regelaars heeft: Sensitivity en Level. Druk op de knop onder S
ENS en
wijzig de waarde met de E
FFECT TWEAK-regelaar.
Andere effectblokken –zoals D
ELAY en MOD– hebben 2 parameterpagina’s:
Delay Edit 1
Delay Edit 2
CONFIG op pagina 2 is beschikbaar voor het volumepedaal, Delay en Mod van de POD
XT. Hiermee kun je het betreffende blok…
Op PRE –vóór de versterker (de typische positie voor een effectpedaal)– zetten of… POST schakelen – achter de versterker (waar zich normaal de rackeffecten bevinden).
Een tekening zegt meer dan duizend woorden. Zie dus hieronder voor een beeldrijk Pre/ Post-voorbeeld.
Ziehier een typische “routing” met een M
OD-effect in PRE- en een DELAY-effect in
POST-positie:
Modulatie AMP/CAB – A.I.R. II Delay
Page 34
Programmeren en opslaan van sounds • Edit-menu
4 • 6
Ziehier een ander voorbeeld met een M
OD- en DELAY-effect in PRE-positie:
Het signaalpad in de POD
XT ziet er als volgt uit (Mod, Delay en volumepedaal):
Instellen van het effecttempo
Waarschijnlijk zit je nu al een hele tijd te denken hoe je kunt zorgen dat de effecten keurig in de maat lopen. Dat bereik je aan de hand van nootwaarden. De nootwaarden zijn fracties/veelvouden van het momenteel ingestelde tempo en bepalen op basis daarvan hoe snel het delay- of modulatie-effect moet “draaien”. Anders uitgedrukt: Wilde je altijd al een tremolo met een snelheid van zestiende noten door een delay in achtste triolen laten lopen? Vanaf heden kan dat.
Om de Mod- en Delay Time-snelheid te laten grooven:
1. Druk op de knop onder Delay T
IME of Mod SPEED om de betreffende parameter te
selecteren.
2. Draai de E
FFECT TWEAK-regelaar zo ver naar rechts tot je noten te zien krijgt
i.p.v. ms- of Hz-waarden.
3. Druk minstens twee keer op de T
AP-knop om het tempo in te stellen. Het Delay-
en/of Mod-effect lopen nu sneller of trager.
Modulatie Delay AMP/CAB
ModulatieComp Delay Reverb Volume
Volume Wah Stomp Modulatie Delay
Gate
AMP/CAB – A.I.R. II
Page 35
Programmeren en opslaan van sounds • Edit-menu
4 • 7
Als je voor het Delay-blok een
NOOTWAARDE kiest, ziet de Time-parameter er
ongeveer als volgt uit:
Reverb
Onze volgende halte op de speurtocht doorheen EDIT-land leidt ons naar de Reverb­pagina. Tenslotte gebruikt elke rechtgeaarde gitarist af en toe galm, nietwaar? Hier kun je een ander galmmodel kiezen (de POD
XT bevat talrijke galmeffecten) en de
bijbehorende parameters instellen. Hier vind je echter geen Mix-regelaar. De verhouding tussen “droog” en “effect” kun je namelijk met de R
EVERB-regelaar
instellen.
WahWah en volume
Als de Reverb Edit-pagina wordt afgebeeld, hoef je de SELECT-regelaar maar één klik naar rechts te draaien om te zorgen dat de W
AH- en VOLUME-parameters in het
display verschijnen. Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Laten we beginnen met de WahWah. Talrijke POD-gebruikers hebben ons de afgelopen jaren gevraagd of het mogelijk was om ook de aan/uit-stand van de WahWah-functie in de geheugens op te slaan. Dan zou de WahWah namelijk bij laden van een dergelijk geheugen meteen klaar staan. Dat verzoek is in goede aarde gevallen – vanaf nu kan dat zonder meer! En je Telecaster uit de jaren ‘60 sturen we terug, omdat we ons natuurlijk niet laten omkopen! (Sorry.) We doen er zelfs nog een schep bovenop: je kunt namelijk ook bepalen wáár het WahWah-pedaal zich aanvankelijk moet bevinden (stand): druk op de knop onder P
OSI en draai gewoon aan de EFFECT
T
WEAK-regelaar.
En rechts op de Wah/Volume-pagina… Kun je bepalen wat een optioneel zwelpedaal (bv. een EX-1 van Line 6) moet doen dat je op het FBV Shortboard aansluit. Als je PEDAL op VOLUME zet, dient het EX-1 voor het bepalen van het PODXT-volume,
Page 36
Programmeren en opslaan van sounds • Instellingen opslaan
4 • 8
terwijl het pedaal van het Shortboard als WahWah fungeert. Zet je P
EDAL op TWEAK,
dan stuur je met het optionele pedaal de aan E
FFECT TWEAK toegewezen parameter
aan. Net zoals bij het Delay- en Mod-effect kun je bovendien bepalen waar het volumepedaal zich in het signaalpad moet bevinden: PRE (vóór het versterkermodel) of POST.
Functie van de Effect Tweak-regelaar/tempo
Stel, je zit je midden in een bijzonder geïnspireerde fase en al wat je nu nog nodig hebt om helemaal klaar te komen is de beïnvloeding van die ene parameter…
Taratataaa! Ook die wens gaat in vervulling. Volg ons gewoon naar de volgende Edit­pagina waar je een functie kunt toewijzen aan de EFFECT TWEAK-regelaar. Ze ziet er als volgt uit:
De functie van de E
FFECT TWEAK-regelaar kan voor elk geheugen apart worden
bepaald. Druk op de knop onder T
WEAK en selecteer met de EFFECT TWEAK-regelaar
de benodigde parameter. Helemaal rechts in het display zie je de tempowaarde die door dit geheugen wordt
gehanteerd. Die tempowaarde vormt de basis voor de berekening van de Time- en/of Speed-snelheid (Delay- en Mod-blok). Het tempo kun je met de T
AP-knop of met de
E
FFECT TWEAK-regelaar (na eerst op de softknop onder deze parameter gedrukt te
hebben) instellen. Veel plezier ermee!
Instellingen opslaan
De PODXT biedt 64 geheugens voor de opslag van je eigenste sounds. Zelfs al vind je onze sounds al het einde, dan nog kun je je eigen schepsels in die geheugens wegzetten. Alvorens dat te doen zou je echter eerst alle fabrieksgeluiden moeten uitproberen. Noteer de adressen van de geheugens die mogen worden overschreven. Geen nood trouwens: als je ooit een fabrieksgeheugen overschrijft dat je eigenlijk nog wilde gebruiken, bestaat er een manier om die instellingen weer te laden. Nog meer geluiden vind je trouwens in onze ToneTransfer-databank onder www.line6.com. Je kunt de aldaar beschikbare sounds downloaden en je eigen creaties beschikbaar maken voor andere gebruikers.
Page 37
Programmeren en opslaan van sounds • Instellingen opslaan
4 • 9
Instellingen in een geheugen opslaan
De simpelste manier om met de PODXT eigen sounds te programmeren is het laden van één van de fabrieksinstellingen, die te wijzigen en de nieuwe versie opnieuw op te slaan. Om het oorspronkelijke geheugen te overschrijven druk je op S
AVE en daarna
nog eens op S
AVE. Punt uit.
Misschien wil je de nieuwe versie echter naar een ander geheugen wegschrijven of er op z’n minst een andere naam aan geven. Ook dat kan op de POD
XT zonder meer.
Om je instellingen in een ander geheugen op te slaan: Stel alles naar wens in en druk op S
AVE. Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit:
Druk op de softknop onder D
EST (“Destination”= bestemming) in het display en kies
met de E
FFECT TWEAK-regelaar het gewenste geheugen. Druk nog een keer op
S
AVE om je beslissing kracht bij te zetten en de instellingen in het geheugen van
bestemming te overschrijven.
Geef een naam aan je sound: Stel alles naar wens in en druk op S
AVE. Het
display ziet er nu weer uit zoals hierboven getoond. Kies met de knoppen C
URSOR <
en > de positie waar je een ander teken aan wilt toewijzen. Druk op de knop onder C
HAR (teken) en selecteer met de EFFECT TWEAK-regelaar een teken voor die
positie. Als je klaar bent, druk je op S
AVE om de handel weg te schrijven. Zie je wel,
moeilijk is anders.
Custom Save Amp Model
Met deze krachtige functie kun je zorgen dat de PODXT al meteen met de instellingen begint die alleen jouw programmeurbrein konden bedenken. Die karaktertrekjes worden gehanteerd, zodra je het betreffende versterkermodel met de A
MP MODEL-
regelaar selecteert. Hierbij horen het speaker- en microfoonmodel evenals je “eigen akoestiek” (Room). Selecteer je dan met de A
MP MODEL-regelaar het Plexi-45 model,
dan hoor je meteen “jouw” Plexi-45: alle regelaars zijn dan al ingesteld zoals jij ze altijd pleegt te gebruiken. Ziehier hoe dit in z’n werk gaat:
Page 38
Programmeren en opslaan van sounds • Instellingen opslaan
4 • 10
Kies een Amp Model en de speakerkast, stel de Room-parameter in, selecteer eventueel een andere microfoon, roep een ander Reverb-model op en stel het in… Druk op de S
AVE knop en ga met SELECT naar een pagina die er ongeveer als volgt
uitziet:
Welkom in Custom Save-land. Om te zorgen dat de zonet gewijzigde instellingen samen met het betreffende versterkermodel worden geladen moet je nog een keer op
S
AVE drukken.
De POD
XT onthoudt de volgende instellingen voor de versterkermodellen en hanteert
ze bij gebruik van de A
MP MODELS-regelaar:
Custom Save Effect Setup
We hadden het er al over dat de PODXT 64 “Effect Setups” (gebruiksklare effectpedalen & rackeffecten) bevat die je via de E
FFECTS-regelaar kunt oproepen. We hebben er al
een aantal voor je voorbereid, maar als jij toevallig een compleet verwrongen fuzzbox op een analoog delaypedaal wilt aansluiten en het geheel achter de voorversterker nog laat “phasen” en als je dit altijd doet (lees: voor verschillende versterkermodellen), dan moet je die combinatie als “Effect Setup” opslaan. Het voordeel daarvan is namelijk dat je dan altijd meteen alles hebt klaarstaan.
Ook dit is simpel:
Druk op de S
AVE-knop en kies met de SELECT-regelaar de pagina die er ongeveer als
volgt uitziet:
Parameters die je kunt “customizen”
Versterkermodel Speakermodel Drive, Bass, Middle, Treble en Presence Channel V olume Pre/Post-instelling en minimumwaarde van het volumepedaal
Page 39
Programmeren en opslaan van sounds • Instellingen opslaan
4 • 11
Geheugen kiezen: Druk op de softknop onder D
EST (“Destination”= bestemming)
in het display en kies met de E
FFECT TWEAK-regelaar het gewenste geheugen. Je
kunt je instellingen in het oorspronkelijke geheugen of elders in één van de 64 geheugens opslaan.
Naam gev en: Je kunt zelfs een naam aan je gloednieuwe “Effect Setup” geven! Kies met de knoppen C
URSOR < en > de positie waar je een ander teken aan wilt
toewijzen. Druk op de knop onder C
HAR (teken) en selecteer met de EFFECT
T
WEAK-regelaar een teken voor die positie.
En bevestig en: Door nog een keer op S
AVE te drukken sla je de huidige instellingen
van de C
OMP-, GATE-, STOMP-, MOD-, DELAY- en REVERB-blokken definitief op.
Single Channel Recall
Stel dat je net bijzonder geïnspireerd sounds zit te bakken en zo trots op je nieuwe creatie bent dat je ze meteen opslaat… maar in een geheugen met een fabrieksgeluid dat je eigenlijk nog nodig hebt. Paniek alom! Dat is ons ook al overkomen. Daarom kun je het fabrieksgeluid op de volgende manier weer oproepen:
Druk op de S
AVE knop en ga met SELECT naar een pagina die er ongeveer als volgt
uitziet:
Druk op S
AVE om het fabrieksgeluid van het momenteel gekozen geheugen te laden
of draai eerst aan de E
FFECT TWEAK-regelaar om de fabrieksinstelling van een ander
geheugen te kiezen. Druk nog een keer op S
AVE om die te gekke sound terug te
roepen!
Laden van alle fabrieksgeluiden (Factory Recall)
Als je ooit helemaal de kluts kwijt bent of jezelf wilt straffen, kun je op de volgende manier weer ALLE fabrieksgeluiden van de POD
XT laden: Druk op de SAVE knop en ga
met S
ELECT naar een pagina die er ongeveer als volgt uitziet:
Page 40
Programmeren en opslaan van sounds • Instellingen opslaan
4 • 12
Stel je nu de vraag: “Wil je dat echt?” Antwoord nog niet. Stel de vraag opnieuw. Nog niet van gedachte veranderd? Als het antwoord nog steeds “Ja” luidt, mag je nu op
S
AVE drukken om de fabrieksgeluiden terug te halen. Dan ben je je eigen instellingen
echter kwijt: de POD
XT bevat dan namelijk weer de door de pientere Line 6-jongens
geprogrammeerde sounds.
W
AARSCHUWING: Hiermee overschrijf je alle geheugens en alle Custom Amp- en Custom
Effect-instellingen die je misschien met bloed, zweet en tranen geprogrammeerd hebt. Alles gewoon. Stel je dus opnieuw de vraag: “Wil je dat echt?” Zit je nog steeds ja te knikken, dan mag je je gang gaan.
MIDI Dump
De instellingen van je PODXT kun je heel snel naar een andere PODXT doorseinen. Of van je POD
XT naar een MIDI apparaat (datarecorder, sequencer, workstation, computer,
sequencer enz.). Hiervoor heb je een gewone MIDI-kabel nodig. Sluit de MIDI O
UT-
connector van de POD
XT aan op de MIDI IN-connector van de ontvanger.
Ziehier wat je allemaal kunt doorseinen:
• Alle geheugens
• Het geselecteerde geheugen
• De Effect Setups
• De Amp Setups (met je eigen voorkeuren)
Alle geheugens archiveren: Met deze functie stuur je de instellingen van alle 64
POD
XT-geheugens via MIDI naar een ander apparaat.
Druk op de S
AVE-knop en kies met de SELECT-regelaar de pagina die er ongeveer als
volgt uitziet:
Druk op de knop onder S
ELECT. Draai de EFFECT TWEAK-regelaar zo ver naar
rechts tot het display er als volgt uitziet:
Page 41
Programmeren en opslaan van sounds • Instellingen opslaan
4 • 13
Druk nog een keer op S
AVE om de inhoud van de 64 PODXT-geheugens naar de MIDI
OUT-connector te sturen. Heb je daar een andere POD
XT op aangesloten, dan wordt
diens geheugen nu gekloond en bevat het dezelfde geheugeninstellingen als je eigenste POD
XT! Zie je wel dat klonen ook nuttig kan zijn?
Eén geheugen doorseinen: Om maar bepaalde geheugens c.q. de Effect Setups of Amp Models naar een andere POD
XT door te seinen moet je als volgt te werk gaan:
Druk op de S
AVE-knop en kies met de SELECT-regelaar de pagina die er ongeveer als
volgt uitziet:
Druk op de knop onder S
ELECT en kies met de EFFECT TWEAK-regelaar het te
verzenden datatype:
Eén geheugen:
Alle geheugens:
Alle versterkermodellen:
Alle Effect Setups:
Page 42
Programmeren en opslaan van sounds • Instellingen opslaan
4 • 14
Druk nog een keer op S
AVE om de gekozen MIDI-data naar de MIDI OUT-
connector te zenden en te zorgen dat de externe POD
XT, de computer of een ander
MIDI-apparaat die data ontvangt.
Page 43
Gemodelleerde versterk ers en speak erkasten • Van welke
5 • 1
GEMODELLEERDE VERSTERKERS EN
SPEAKERKASTEN
Van welke versterkers en speakers hebben we modellen gemaakt?
Algemene opmerkingen over de modellen
Je hebt waarschijnlijk al begrepen dat bij Line 6 alles rond de sound draait. Als we een­maal beslist hebben om van een bepaalde versterker een model te maken, schrikken we er zelfs niet voor terug om daar overal ter wereld achter te zoeken, omdat wij alleen genoegen nemen met de beste vertegenwoordiger van het betreffende type – degene die de magie bevat. Natuurlijk weten we ook dat de modelbenamingen vaak niet verande­ren, terwijl dat voor de circuits en componenten net wel het geval is. Iedereen weet dat versterkers van ’57, ’62, ’65, ’67, ’75 of 2001 weliswaar dezelfde typebenaming hebben, maar compleet verschillende interne schakelingen. Vaak zien de versterkers er boven­dien verschillend uit. En zelfs al vertonen twee versterkers dezelfde kenmerken, dan nog kan er sprake zijn van duidelijke klankmatige verschillen, wat verband houdt met de tolerantie van de onderdelen, de afscherming van de bedrading enz. Daar komt dan nog bij dat elke versterker op zijn eigen manier “settled”. En sommigen gaan door de jaren heen alsmaar beter klinken. Precies daarom besteden we zoveel tijd aan het zoe­ken naar het perfecte exemplaar dat het verdient om als model in de POD
XT te zitten.
Dat verklaart meteen waarom we bij de omschrijving van onze modellen ook steeds een prentje plaatsen van de versterkers die aan de basis liggen – we willen er zeker van zijn dat je precies weet over welke versterker we het hebben.
Laten we dus kijken naar de versterkermodellen van je POD
XT en de originele apparaten
die één en ander pas mogelijk hebben gemaakt. De POD
XT bevat 32 versterker- en 22 speakermodellen. Door aan de AMP MODELS-
regelaar te draaien kies je telkens een versterker-/speakermodelcombinatie. Indien nodig, kun je echter een ander speakermodel kiezen door op de CAB/A.I.R.-knop te drukken en het speakermodel met de E
FFECT TWEAK-regelaar te kiezen. In hoofd-
stuk 4 kom je te weten hoe je op de POD
XT zorgt dat hij telkens de volgens jou meest
ideale versterker-/speakercombinatie kiest.
Page 44
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 2
Line 6-originelen
Laten we de voorstelling van de versterkermodellen inluiden met creaties van Line 6, die nog een stap verder gaan dan wat je met vintageapparaten kunt doen:
Line 6 Clean
Voor dit model hebben we de voorversterker en de toonregeling van een JC-120 (de populaire “Jazz Chorus” solidstate van Roland) in de eindtrap en de transformator van een klassieke Marshall JTM-45 buizentop geïmplanteerd. Eén en ander zorgt voor het sprankelende en “cleane” geluid van een solidstate met een bitsig randje dat alleen een buizenjongen je kan bieden, wanneer je hem opendraait.
Line 6 JTS-45
Aangezien de eerste Marshalls op de circuits van de Fender Tweed Bassman berustten, hebben we ons eens afgevraagd wat er zou gebeuren als je de voorversterker en toonre­geling van onze JTM 45 op de eindtrap en transformator van onze ‘58 Tweed Bassman zou aansluiten. Het resultaat mag er zijn, zoals je bij deze JTS-45 kunt horen. Een lekker vet kantje en heel veel punch. Zowat een sound voor het hele gezin.
Line 6 Class A
Eén van de meest bevredigende ervaringen van een gitarist is het spelen op een versterker wiens eindtrap net begint te oversturen, maar nog niet voluit scheurt. Talrijke gitaristen beschouwen dit als de “sweet spot” waar iedereen naar op zoek is. Omdat wij gelukkig niet worden beperkt door de realiteit (onze versterkers bestaan alleen in het virtuele domein), hebben we gepoogd een model te ontwikkelen dat de hele tijd door “sweet spot” zou zijn. Een niet onaardig nevenverschijnsel van deze aanpak is dat je dit model heel gemakkelijk kunt laten rondzingen.
Line 6 Mood
Dit is een “fantasiegeluid” dat op onze herinneringen aan de grunge berust. Daar waren we toen helemaal verlekkerd op.
Line 6 Spinal Puppet
Misschien ken je dat ook: je zit te headbangen en het publiek schudt fanatiek met het hoofd. Dat zijn je marionetten met ruggengraat. Weet je nu welke sound we bedoelen?
Page 45
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 3
Line 6 Chemical X
Net zoals de geheime ingrediënten die je soms in waspoeders aantreft (wast nog witter dankzij X-27!) hebben we nooit kunnen achterhalen wát onze Line 6­ingenieurs precies aan dit model hebben toegevoegd (ze hebben zich tot op heden niet laten omkopen). Laten we dus gewoon stellen dat het hier om een geluid met veel “punch” en een flink pak niveauversterking gaat. Door het gitaarvolume wat terug te draaien maak je het geluid echter lekker clean.
Line 6 Insane
Ooit waren we op zoek naar een sound met zo veel scheur dat het bakkie net niet wegsmelt, wanneer je de eerste akkoorden op je gitaar hamert. Hier krijg je heel veel buizendrive voor je geld – zo veel dat elke andere versterker daarbij in het niet valt (zeg maar een Dual Rectifier op “10” als voorversterker en een Soldano als eindtrap). En toch blijven de definitie en het karakter van je gitaar overeind. Het laag is bijzonder krachtig, terwijl je het geluid nog naar smaak kunt bijkleuren. Zet Drive op de maximumwaarde en scheur tot je erbij neervalt!
Line 6 Piezacoustic 2
Dit model werkt bijzonder goed met het piëzo-element dat in sommige elektrische gitaren zit ingebakken (meestal in de brug, en meestal wordt er gewag gemaakt van een “akoestisch” element). Aangezien je bij dergelijke gitaren niet hoeft te vrezen dat de body zich helemaal te pletter beeft van al dat rondzingen, hebben we meer laag midden en meer laag in dit model gestopt.
Page 46
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 4
Zen Master
Dit model hebben we te danken aan een Budda Twinmaster 2x12-combo. De Budda schittert met een warm “Class A/B”-geluid. De Budda-filosofie heeft alles te maken met de oversturing van de buis in de eindtrap. Eenvoud is hier troef. Omwille van het betrekkelijk lage niveau van de voorversterker, de actieve toonregeling en een “put”, die door de buizengelijkrichter wordt veroorzaakt, levert deze versterker een opgefokt geluid af dat voor optredens in kleinere gelegenheden en in de studio helemaal te gek is (we praten hier uiteindelijk maar over 18W). Omdat de originele Twinmaster geen Mid-regelaar had, hebben we ons model van een bonus voorzien in de vorm van een Mid-regelaar achter het versterkermodel van de POD
XT. Dat stel je met MIDDLE in. Net
zoals alle “bonusregelaars” van de POD
XT moet je hem op “12 uur” zetten, als je met het
onvervalste Budda-geluid wilt werken. Wij hebben Input 2 van de Twinmaster voor ons model gebruikt.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 47
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 5
Small Tweed
Dit model berust op een 1953 “Wide Panel” Fender Tweed Deluxe en heeft echt alles van de originele amp. Dat origineel had trouwens maar één toonregelaar waarmee je het hoog kon afzwakken. De T
REBLE-regelaar neemt die taak over en dient dus voorna-
melijk om het geluid doffer te maken. Dus hebben we de B
ASS- en MIDDLE-regelaar
maar achter het versterkermodel geplaatst, zodat ze in wezen dienst doen als een EQ – ongeveer zoals de toonregeling van een mengtafel. Voor de klassieke Tweed-sound moet je de B
ASS- en MIDDLE-regelaar in het midden zetten (“neutraal”). Zet PRE-
SENCE
bovendien op “0” en TREBLE ergens halverwege.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 48
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 6
Tweed B-Man
De Fender Bassman 4x10-combo uit 1958 bracht de bal aan het rollen: de Rock’n’Roll-sound was een feit. Hij was weliswaar bedoeld als basversterker, maar dat belette geenszins dat vooral bluesgitaristen erop speelden. Het geluid bevat veel laag, wat voor een basversterker normaal is, maar die typische Fen­der-“tsjoink” is wel nadrukkelijk aanwezig. Terloops even dit: toen Jim Marshall en Ken Bran de eerste versterkers ontwierpen, gingen ze uit van een vroeg Bassman-concept. Een interessant detail van de Bas­sman is de wisselwerking tussen de M
IDDLE- en TRE-
BLE
-regelaar. De MIDDLE-regelaar is geen bandpas­filter, zoals bij de meeste andere versterkers. Het is veeleer een tweede Treble-regelaar. Die twee werken “additief”, wat dus betekent dat je de neiging hebt om de T
REBLE-regelaar van de PODXT wat terug te draaien eens je de MIDDLE-regelaar
voorbij het midden zet. Anders is het geluid gewoon te helder. Draai je de M
IDDLE-
regelaar echter ver naar links, dan moet je de T
REBLE-regelaar waarschijnlijk meer
naar rechts draaien, omdat het geluid anders te dof is. Net zoals talrijke andere voor de POD
XT gemodelleerde versterkers had de Bassman geen Master Volume-regelaar. Om
dus die prachtige sound te verkrijgen die de Bassman alleen prijsgeeft, wanneer je hem voluit laat gaan, moest je hem zo hard mogelijk zetten, wat niet door iedereen in dank werd afgenomen. Dankzij de POD
XT beschik je nu zelfs op slaapkamerniveau over dat
weergaloze geluid – zelfs wanneer je met een hoofdtelefoon werkt! Zet de Drive-regelaar op “4” of “5” en je begint haast automatisch je beste R&B-licks te spelen.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 49
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 7
Tiny Tweed
Dit model berust op een Tweed Champ uit 1961 en klinkt lekker vet, als je de Drive­regelaar op de maximumwaarde zet (maar ook clean is dit geluid zeer de moeite). Eigen­lijk ging het hier om een versterker voor beginners. Desondanks ontdekten de Rock’n’Rollers al snel het voordeel van deze amp om op een betrekkelijk laag volume al behoorlijk te kunnen scheuren. In de jaren ‘50 was de Champ gewoon dé versterker voor de opname van solopartijen. De Champ had geen toonregeling, alleen een volu­meregelaar. Op je POD
XT is het kiezen van het klassieke Champ-geluid een koud
kunstje. Zet de B
ASS-, MIDDLE- en TREBLE-regelaars op “12 uur” (neutraal) als je niet
wilt dat ze het geluid beïnvloeden. Zet P
RESENCE op “0” om alleen nog het onvervalste
Champ-geluid te horen. Eens je daarvan genoten hebt, kun je dan met de toonregeling rotzooien om nieuwe mogelijkheden te verkennen.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 50
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 8
Blackface Lux
De “Blackface” Fender Deluxe Reverb geldt sinds jaar en dag als de Heilige Graal voor blues-, country­en “roots”-muzikanten. Na een aantal kandidaten beluisterd te hebben –tenslotte wilden we voor onze Flextone en POD het absoluut beste exemplaar modelleren– liepen we deze te gekke Deluxe uit 1964 tegen het lijf. Sindsdien hebben we nog geen betere gevonden.
De meeste gitaristen zetten de Deluxe automatisch op “7” voor dat tikkeltje scheur, dat echter wegvalt, wanneer je het volume van je gitaar licht vermin­dert. Luister ook eens naar hoe de toonregeling ver­andert, wanneer je de Drive-instelling van dit model verandert: “cleane” instellingen zijn bijzonder present en helder, terwijl het geluid bij oversturing iets wolliger wordt. Dit typerende kenmerk van de Deluxe blijft in ons model helemaal overeind. De Deluxe bood maar een B
ASS- en TREBLE-regelaar, zodat
er weer twee regelaars overbleven die theoretisch stonden te schilderen. Maar op de POD
XT eet niemand uit z’n neus: de MIDDLE-regelaar bevindt zich achter het verster-
kermodel en kan, door het bijkleuren van het middengebied, voor extra flexibiliteit zor­gen. De P
RESENCE-regelaar kun je daarentegen gebruiken voor het toevoegen van…
wel, Presence. Zet de M
IDDLE-regelaar op “12 uur” en PRESENCE op “0”, als je alleen
genoegen neemt met het echte Deluxe-geluid. Mits de juiste instellingen zorg je dat deze sound door alles heen prikt en a.h.w. begint te zingen. Wij hebben onze gitaar op Input 1 van het Vibrato-kanaal aangesloten en hebben dan de geheimen van deze amp voor je POD
XT gemeten.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 51
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 9
Double Verb
De “Blackface” Fender Twin (in dit geval een Twin uit 1965) was een echt werkpaard. Iedereen speelde erop: jazz, country, zelfs echte rockers. Ik herinner me nog hoe Johnny Winter en Rick Derringer voor een optreden een heuse Twin-piramide van zes verster­kers hadden opgesteld (lijk ik nu een oude zak?). Ieder zijn eigen piramide, wel te ver­staan. Ik zat op het tweede balkon en zelfs daar was het nog LOEIHARD. De toonrege­ling van de Twin was bijzonder veelzijdig, en net dat maakte hem geschikt voor de meest uiteenlopende toepassingen. Hij gaat nooit voluit scheuren en klinkt nooit “vuil”, maar wel harder – een flink pak harder zelfs. Dit model moet je gewoon eens uit­proberen voor een Surf-nummer. Selecteer de veergalm (Spring), activeer de tremolo en begin maar al te kijken of je ergens bikini’s ziet.
Net zoals de meeste bezitters hebben wij voor onze metingen Input 1 van het Normal­kanaal gebruikt.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 52
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 10
Two-Tone
De Gretsch 6156 werd door Valco/Supro gemaakt. Eén van de opmerkelijke dingen was dat de uitgangstransformator zich op de 10”-luidspreker bevond i.p.v. op het versterker­chassis. Bovendien zorgde het grilldoek alom voor een futuristisch tintje (of wat daar in de jaren ‘50 voor moest doorgaan).
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 53
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 11
Hiway 100
Dit model berust op een Hiwatt DR-103 en heeft dezelfde punch en dito grootse sound, die door merg en been snijdt. Maar zelfs zwaar overstuurd heeft het geluid nog vol­doende definitie. Dat was precies waar de ontwerper Dave Reeves naar op zoek was, toen hij de Sound City-afdeling van Dallas Arbiter in 1966 verliet om HyLight Electro­nics op te richten. Hoewel zijn eerste versterkers veel weg hadden van de Vox- en Sel­mer-versterkers, begon Reeves al snel versterkers te bouwen die in de jaren ‘60 door alle bekende Britse rockmuzikanten werden gebruikt. Qua constructie deed deze versterker denken aan een tank (wat voor een deel te danken was aan de bedradingsspecialist Harry Joyce, die ooit voor het leger had gewerkt), en zo verbaast het niet dat Pete Townshend er jarenlang mee optrok. Bovendien was Townshend lang niet de enige Hiwatt-gebruiker. De meeste bekende Britse rockers, zoals Pink Floyd, Moody Blues, Manfred Mann en Jethro Tull, waren in die periode Hiwatt-endorsers. Zet hem loei­hard en kijk dan even of je inderdaad “for miles, and miles, and miles” kunt zien.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 54
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 12
Plexi 45
Dit versterkermodel berust op een “Block Logo” (dat vóór het “golvende” logo werd gebruikt) JTM-45-top uit 1965 met het vergulde frontpaneel uit plexiglas. Toen onze Britse spionnen deze versterker in Engeland ontdekten, waren ze meteen verkocht. Dat model bevatte zelfs nog de originele KT-66 buizen – en die werken nog steeds voortref­felijk! Dit is één van de mooiste JTM-45s die we ooit hebben gehoord. Tussen haakjes: op vrijdagavond zitten de Line 6-medewerkers te vechten om hem een weekendje mee naar huis te mogen nemen.
Als je ook het hoe en waarom van deze sound wilt weten, kunnen we je vertellen dat de JTM-45 Marshalls overstap van een iets wolliger Fender-geluid naar de heldere en “bit­sige” klank van de daarna gebouwde Marshalls betekende.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 55
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 13
Plexi Lead 100
Dit model berust op de onvolprezen Marshall Plexi uit ’68 – nog steeds een juweeltje volgens gitaristen die het kunnen weten. Voor deze versterker hebben we letter­lijk de hele wereld afgeschuimd om uiteindelijk in Nederland een droom van een Super Lead tegen het lijf te lopen (die stond daar gewoon op ons te wachten). Rond 1968 had Marshall de opbouw van zijn versterkers compleet veranderd en de Fender 6L6 eindtrapbuis vaar­wel gezegd. In plaats daarvan werd een EL34 buis gebruikt. Een ander belangrijk klankmatig verschil hield verband met wijzigingen van de transformatoren van de uitgangen en voeding. Al die wijzigingen leverden uit­eindelijk een sound op die tot op de dag van vandaag met rockgitaren wordt geassocieerd. In die tijd hadden de versterkers nog geen Master Volume-regelaar, zodat je de Super Lead echt helemaal open moest draaien om
de sound te verkrijgen – en dus het risico liep om met de
buren in de clinch te moeten gaan! Hendrix placht Marshalls uit die periode te gebrui­ken; tien jaar later zou Van Halen voor zijn eerste twee albums eveneens met een 100W Plexi werken en daarmee de basis leggen voor zijn “brown sound” (onze Super Lead bevat trouwens die “plat” gelegde transformator die enkel in 1968 werd gebruikt – dat was ook bij de versterkers van Hendrix en Van Halen het geval). Om een lekker scheurgeluid uit de Plexi te halen moet je de volume- en toonregelaars op “10” zetten. Omdat wij nu eenmaal “zo dicht mogelijk bij de realiteit willen aanleunen”, moet je die techniek ook voor het model van de POD
XT toepassen – en dan weet je niet wat je
hoort.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 56
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 14
Plexi Jump Lead
Gitaar spelen heeft alles te maken met experimenteren, akkoord? Dat is één ding. Het andere is de zoektocht naar alsmaar meer vervorming.
Een leuk aspect van de Plexi was dat je, via een korte gitaarkabel, kanaal I naar kanaal II (zoals ze vaak genummerd zijn) kon doorlussen om net nog wat meer scheur te ver­krijgen. Sommige gitaristen vonden dat geluid zó goed dat ze de twee kanalen maar meteen intern aan elkaar soldeerden.
Als ziekelijk bezeten soundfreaks vonden we dat een model daarvan niet in onze collectie mocht ontbreken.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden Line
6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 57
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 15
Plexi Variac
Ahhh, hier komt een legende. Hier en daar hoor je wel eens dat een deel van de magie achter Edward Van Halen’s “brown sound” verband hield met een Marshall 100W Super Lead die opzettelijk met een hogere netspanning werd gevoed. Daarvoor werd een variabele wisselstroomtransformator (“Variac”) gebruikt.
Hoewel we in de regel geen voorstanders zijn van het knoeien met voltages (daar zijn al teveel versterkers bij gesneuveld), wilden we toch nagaan of in dat verhaal een grond van waarheid zat. Dus zetten we de Variac op 140V en begonnen we met de ‘68 Super Lead te stoeien. (Geen nood: hij heeft het overleeft en werkt nog steeds prima.) We menen dan ook te mogen stellen dat het verhaal niet uit de lucht gegrepen is.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 58
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 16
Brit J-800
Kies voor dit model, als je op zoek bent naar het geluid van de nog steeds unieke JCM 800, één van de meest populaire Marshall-versterkers van nieu­were makelij. Deze verbeterde versie van de Plexi zette de typische Marshall-traditie voort, met extra Gain en nog meer agressie voor een nieuwe genera­tie rockgitaristen. Het belangrijkste verschil t.o.v. oudere Marshalls zit hem in het feit dat de toonrege­ling zich achter de buizen van de voorversterker bevindt.
Bij bepaalde JCM-800s beruste de vervorming trou­wens op een diode die overstuurd werd. Het door ons gemodelleerde exemplaar hanteert daarvoor echter een buis.
Het hoeft geen betoog dat de JCM 800 gewoon dé Metal-sound aflevert waarmee Marshall beroemd is geworden. En hoewel je waarschijnlijk niet meteen van plan bent om een Marshall voor cleane dingen te gebruiken, moet je de Drive van dit model toch eens op een kleine waarde zetten. Als je dat maar niks vindt, kun je nog altijd scheuren tot je erbij neervalt, natuurlijk…
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 59
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 17
Brit JM Pre
Marshall’s eerste poging tot voorversterker in een 19”-behuizing luisterde naar de naam JMP-1 en werd op gejuich onthaald door de Metal-gitaristen “met lang haar” en muzi­kanten die een “tight” en lekker vervormd geluid zochten zonder de compressie van de eindtrap erbij te nemen. Bovendien was het één van de eerste voorversterkers met MIDI-functies.
De oversturing van de JMP heeft ergens wel iets weg van de “Boogie”, zodat de JMP niet helemaal onterecht als Marshall’s antwoord op de ADA MP-1 en de voorverster­kers van Mesa Boogie werd beschouwd. De JMP werd begin de jaren ‘90 voorgesteld en was meteen een succes onder nieuwe Metal-bands die een agressief, maar gericht scheurgeluid zochten dat echter net niet over de schreef ging. Je 7-snarige gitaar zal zin­gen als een nachtegaal met dit model van de JMP-1.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 60
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 18
Match Chief
Dit model is het resultaat van onze analyse van een Matchless Chieftain. De Matchless hanteert een moderne “Class A”-design met EL34-buizen – en dat levert een uniek geluid op (wat voor een groot deel te danken is aan een uiterst complex toonregelings­circuit).
De Chieftain was een ontwikkeling van Mark Sampson van de firma Matchless. Mark wilde een Fender/Marshall-achtige voorversterker combineren met dat typische “spons”-gevoel van een “Class A”-eindtrap.
Met meer Gain dan de DC-30 (zie het volgende model) is de Chieftain de geknipte kandidaat voor “roots”-muziek. Even opmerkelijk was het oplichtende logo dat welis­waar geen invloed had op het geluid, maar tenslotte wil het oog ook wat!
Toen Matchless jammer maar helaas uit roulatie ging, veranderde de Chieftain op slag in een versterker die iedereen wilde hebben. Daarom koste hij tweedehands meer dan wat het bedrijf er zelf ooit voor had gevraagd. Uiteraard zijn we blij dat we met ons model in de POD
XT voor een deel kunnen zorgen dat niemand Matchless ooit zal verge-
ten.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 61
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 19
Match D-30
Ziehier een model van een Matchless DC-30. Met de komst van de DC-30 werd Matchless eindelijk au sérieux genomen. Mark
Sampson, het brein achter deze versterker (die ons het relaas over deze versterker trou­wens zelf heeft gedaan) wilde met dit model een “Class A”-versterker bouwen die bestand was tegen het leven on the road en voor verschillende doeleinden kon worden gebruikt.
Hij zag eruit als een tank (en woog ook bijna zoveel). Bovendien was de DC-30 zowat een hommage aan de vroege Vox-versterkers. Als je dus van de Vox AC-30 (of het daarop gebaseerde POD
XT-model) houdt, moet je ook eens het PODXT-model van de
DC-30 beluisteren.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 62
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 20
Recto Dual
Dit versterkermodel berust op een 2001 Mesa Boogie Dual Rectifier Solo-top met 3 kanalen.
De Dual Rectifier hoort thuis in het rijtje Boogie-versterkers waarop pakken Gain troef waren. In tegenstelling tot de eerste Boogies heeft de toonregeling van de Dual Recti­fier een nadrukkelijke invloed op het geluid, wanneer je de Gain wat verder open draait. Dan moet je echter eventueel het middengebied wat afzwakken en het laag een flink pak ophalen.
Voor dit model hebben we kanaal 3 van de Modern-afdeling gebruikt en de schakelaars aan de achterkant op “Bold” en “Tube Rectifier” gezet.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 63
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 21
Cali Crunch
Dit model berust op een diepgaande studie van een Mesa Boogie Mark IIc+. Mesa Engineering begon ooit als een bedrijfje waar Randall Smith oude Fender Prince-
ton-versterkers voor gitaristen uit de baai van San Francisco modificeerde. In de loop der jaren veranderden de versterkers steeds nadrukkelijker en werden ze voorzien van een effectenlus, omschakelbare kanalen en de Simul-Class design van Randall (twee uitgangsbuizen in “Class AB” en een tweede paar in “Class A”). De Boogies waren in wezen de eerste moderne gitaarversterkers en ze werden meteen geadopteerd door gita­risten die meer “oempf” uit een kleine ombouw wilden halen. Voor ons model zijn we vertrokken van het Drive-kanaal.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 64
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 22
Jazz Clean
Dit model berust op de “klassieke” JC-120 van Roland. Deze transistorversterker stond bekend omwille van zijn uiterst helder geluid en de
ingebouwde stereochorus. Om een echt sprankelend geluid uit dit JC-120-model te halen moet je de T
REBLE-regelaar op de maximumwaarde zetten. Dat geluid blijft in
elke mix overeind. Deze versterker leek in de jaren ‘80 geknipt voor het “new wave”­geluid (tenslotte was het de favoriete versterker van Andy Summers toen hij nog bij The Police speelde).
Zet alle toonregelaars op “12 uur” voor een ronder jazzy geluid. Daarmee zorg je dan voor een “flat” geluid dat bijzonder geschikt is voor enkelsnarige dingen en solo’s.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 65
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 23
Solo 100
Dit model hebben we te danken aan een Soldano SLO-100-top. Mike Soldano verwierf bekendheid als iemand die al die te gekke dingen met een Mars-
hall kon uitspoken. Het duurde echter niet lang vóór hij zijn eigen “gloeiend hete” ver­sterkers zou bouwen. De transformatoren en het chassis waren trouwens verchroomd – iets mag het hebben. Bovendien staan Mikes versterkers bekend omwille van hun bom­vaste constructie en de bedrading en componenten waar zelfs het leger jaloers op is.
Hoewel de SLO-100 vooral als gespierde krachtpatser bekend is, klinkt hij ook “clean” om over naar huis te schrijven. Eric Clapton plaatste Soldano in de kijker door voor een optreden in de uitzending “Saturday Night Live” een Soldano SLO-100 te gebrui­ken.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 66
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 24
Super O
Nog zo’n legende. Jimmy Page had het er ooit over dat hij de eerste twee Led Zeppelin­albums met een ‘58 Tele en een Supro-versterker had opgenomen. Het enige probleem is dat hij nooit verteld heeft om welk Supro-model het precies ging, omdat alleen al het feit dat hij de naam “Supro” had laten vallen een ware raid op alle pandjeshuizen had uitgelokt, zodat hij er zelfs niet in slaagde het model op de kop te tikken dat hij toen had gebruikt.
Dus hebben we gepoogd die informatie bij vrienden te achterhalen die tijdens de opna­men van “Led Zeppelin II” aanwezig waren. Tenslotte had het gekund dat zij wél wisten om welk model het ging. Ook zij konden ons echter niet verder helpen. Maar ze herin­nerden zich wel nog dat het “een klein grijs kassie” was. Andere bronnen hebben het dan weer over een 1x12”-versie. Zolang Page de mond niet opendoet, zullen we het nooit weten. Echter, wat de waarheid over die Zep-sessies dan ook geweest mag zijn, wat ons betreft kom je met dit model van een Supro S6616 gegarandeerd in de Houses of the Holy.
Nog even dit: deze versterker bevatte 6 x 9”-luidsprekers (die dus net zo groot zijn als de luidsprekers van een autoradio). Moet kunnen…
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 67
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 25
Class A-15
Ziehier nog een model dat op een versterker van Vox berust. Dit model hebben we te danken aan een fantastische AC-15 uit 1960. Qua sound lijkt hij op de Vox AC-30, die we als uitgangspunt voor een ander POD-model hebben gebruikt, maar hij is natuurlijk wel kleiner (één 12”-luidspreker i.p.v. twee) en heeft bovendien een iets warmere, houtachtiger sound.
Ook dit origineel had maar één toonregelaar waarmee je het hoog kon afzwakken. Die wordt hier bijzonder realistisch gesimuleerd, terwijl de Bass- en Mid-regelaar weer ach­ter het versterkermodel werden geplaatst en dus voor het “bijkleuren” kunnen worden gebruikt. Zet B
ASS en MIDDLE op “12 uur” (midden), Presence op “0” en speel alleen
met de T
REBLE-regelaar om te klinken zoals de Britse bands die toen in de VS furore
maakten. Voor dit model hebben we Input 2 gebruikt, die iets ronder klinkt dan Input 1.
Zodoende levert dit model dat “klassieke” warme geluid waar het bij de AC-15 allemaal om draaide.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 68
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 26
Class A-30 TB
Begin de jaren ‘60 veranderde de muziek en begonnen gitaristen te vragen naar een hel­derder geluid en meer “tsjoink”. Daarom besloot men bij Jennings Company, de makers van Vox-versterkers, om een Treble­en Bass-regelaar (en bovendien een bijko­mende 12AX7-trap) toe te voegen aan de Treble Cut-regelaar van deze versterker (dat was eigenlijk een glijdend bandpasfilter). Dit extra circuit luisterde naar de naam “Top Boost”.
De AC-30 met Top Boost was dé versterker van de Britse bands die even later de Vere­nigde Staten in lichterlaaie zouden zetten. Het unieke karakter van de Vox-sound is grotendeels te danken aan de “Class A”-schakelingen. “Class A”-versterkers oversturen immers op een heel andere manier dan “Class AB”-jongens. Brian May (Queen), Mike Campbell (Tom Petty & Heartbreakers) en The Edge (U2) zijn allemaal bekend gewor­den met een klassieke AC-30. Hoewel hij in de regel eerder voor het “cleane” werk werd gebruikt, kon de AC-30 ook prachtig scheuren. Luister maar eens naar de gitaar­solo’s van Brian May op de eerste Queen-albums.
Bij dit versterkermodel neemt de M
IDDLE-regelaar van de PODXT de functie van de
Cut-regelaar op de AC-30 over. Wij hebben onze gitaar op de Hi-ingang van het Brilliant-kanaal aangesloten. Tevens
hebben we de Bass- en Treble-regelaar omgedraaid, omdat dat ook bij de Top Boost zo was: je moest de betreffende regelaar dus helemaal naar links draaien om de betreffende frequentieband maximaal op te halen. Moet kunnen…
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 69
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 27
Tube Preamp
Door dit model is zelfs geen versterker doorgevlogen. Toch bleven we er maar aan sleu­telen. Onze overweging was namelijk:”Misschien willen de trotse eigenaars hun POD
XT
ook voor andere dingen gebruiken: het “opwarmen” van toetsen, een bitsig randje geven aan de drums, de zang wat ruiger maken enz. We moeten iets bedenken waarmee dat kan.” En dat hebben we dus gedaan. Dit Tube Preamp-model maakt het bewerkte geluid warmer. Talrijke producers hanteren deze truc al jaren en gebruiken daarvoor apparatuur met buizen. Om de zang wat “ruiger” te maken moet je het betreffende spoor gewoon eens op de POD
XT aansluiten. Dit model werkt ook perfect voor synthesizerbas.
In dat geval kun je ook met de Drive-regelaar en de toonregeling van de POD
XT experi-
menteren. En hoewel dit geen model van een gitaarversterker is, loont het de moeite om er ook eens je gitaar door te sturen. Als DI-box voor basgitaren is dit model even­eens geschikt. Als je dit model voor die toepassingen gebruikt, moet je de Drive-rege­laar als mixregelaar gebruiken om te bepalen hoe sterk het binnenkomende geluid wordt bewerkt. Het droge signaal (dat de POD
XT niet passeert) voeg je het best niet toe
aan het door de POD
XT bewerkte signaal. Sluit de signaalbron dus aan op de PODXT en
werk uitsluitend met het uitgangssignaal van de POD
XT. Zolang de regelaars zich in de
“12 uur”-positie bevinden, is de EQ “neutraal”.
Page 70
Gemodelleerde versterkers en speakerkasten • Line 6-originelen
5 • 28
Speakermodellen
Je PODXT bevat de hieronder opgesomde speakermodellen. Het model selecteer je door op de C
AB/A.I.R.-knop te drukken en vervolgens aan de EFFECT TWEAK-regelaar te
draaien.
Speakermodel Berust op… 1x6 Super O 6x9 Supro S6616 1x8 T weed ‘61 Fender Tweed Champ 1x10 Gibtone 1x10 Gibtone 1x10 G-Brand Gretsch 6156 1x12 Line 6 Line 6 1x12 1x12 T weed 1953 Fender Tweed Deluxe 1x12 Blackface 1964 Fender Blackface Deluxe 1x12 Class A 1960 Vox AC-15 2x2 Mini T 2x2” Fender Mini Twin 2x12 Line 6 Line 6 2x12 2x12 Blackface 1965 Fender Blackface Twin 2x12 Match 1995 Matchless Chieftain 2x12 Jazz Roland JC-120 2x12 Class A 1967 Vox AC-30 4x10 Line 6 Line 6 4x10 4x10 T weed 1959 Fender Bassman 4x12 Line 6 Line 6 4x12 4x12 Green 20’s 1967 Marshall Basketweave met Greenbacks 4x12 Green 25’s 1968 Marshall Basketweave met Greenbacks 4x12 Celest T-75 1978 Marshall met standaard 70s 4x12 Celest V-30 1996 Marshall met vintage 30s 4x12 Recto 4x12 Mesa Boogie No Cab
Dit “model” moet je kiezen, als je het Tube Preamp-model voor het bewer­ken van andere signalen dan gitaar gebruikt. Daarom wordt dit speak ermodel automatisch geselecteerd, wanneer je het Tube Preamp-model kiest.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 71
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Over de pedaaleffecten
6 • 1
MODELLEN VAN PEDAAL- EN
RACKEFFECTEN
Over de pedaaleffecten (Stompboxes)
Welke gitarist gebruikt geen effectpedalen? Je PODXT bevat een hele reeks modellen van bekende effectpedalen die afkomstig zijn uit onze DM4 Distortion Modeler, MM4 Modulation Modeler en DL4 Delay Modeler van Line 6. Daarnaast zijn er echter ook een aantal die we direct uit onze grootste versterker, de Vetta, hebben overgenomen. Natuurlijk zijn ook onze oude gloriën (Ping Pong en Stereo Delay) van de partij. Dat zou moeten volstaan voor een verantwoord potje gitaren…
In dit hoofdstuk laten we niet alleen de gemodelleerde effectpedaaltjes de revue passe­ren. We leggen ook uit hoe je ze best instelt. Zet dus maar je integraalhelm op en doe de gordel om. Hier gaan we.
Basiswerkwijze voor het editen van de effecten
De PODXT bevat een heuse modelcollectie van gegeerde effectpedalen en rackeffecten, die je met alle versterkermodellen kunt gebruiken. Gemakkelijkheidhalve kun je de effecten combineren tot “rigs”, hun instellingen voor elk geheugen apart opslaan en hun tempo via de Tap-functie bepalen. Als je er een FBV of FBV Shortboard pedalen­bak aan toevoegt, kun je zelfs zonder handen werken. Bovendien willen we erop wijzen dat de POD
XT geen verborgen functies meer bevat. Je hebt dus geen computer nodig om
toegang te hebben tot alle parameters. Effecten kun je in- en uitschakelen door de bij­behorende aan/uit-knop boven het display in te drukken.
Meer bepaald zijn er 4 aan/uit-knoppen voor de effecten:
Comp (Gate) – Hiermee schakel je ons model van een LA-2A compressor in en uit. Door deze knop twee keer snel in te drukken roep je de pagina met de bijbehorende compressorparameters op. Verder vind je op deze pagina de parameters van een N
OISE GATE.
Stomp – Via deze knop bereik je de modellen van vervormings- en
compressorpedalen. Eén keer indrukken om het effect in of uit te schakelen, twee keer indrukken om naar de bijbehorende E
DIT-pagina te gaan.
Page 72
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Over de pedaaleffecten
6 • 2
Mod – Je PODXT bevat verschillende modulatie-effecten. Eén keer indrukken om het geladen effect in of uit te schakelen, twee keer indrukken om naar de E
DIT-pagina te
gaan. Delay – Hier vind je de delaymodellen. Eén keer drukken om in/uit te schakelen,
twee keer drukken om naar de E
DIT-pagina te gaan.
Het fijne over het editen
De pedaal- en rackeffecten van de PODXT kunnen min of meer op dezelfde manier wor­den bewerkt. De te volgen werkwijze vind je in hoofdstuk 4. Hier gaan we nog even naar de twee belangrijkste aanpakken kijken. Om de parameters van een bepaald effect te editen kun je:
A. Op de E
DIT-knop drukken en met de SELECT-regelaar naar de pagina gaan waar
de benodigde parameters zich bevinden. –of–
B. Twee keer snel op de knop van het benodigde effect drukken (“dubbeldrukken”)
om meteen naar de eerste pagina van het effect te gaan.
Stompeffecten: Distortion en Overdrive
Vóór de komst van fuzz-, distortion- en overdrivepedalen plachten gitaristen de luid­sprekers met scheermesjes kapot te snijden om een ruig, vervormd en vaak ook mooi geluid te verkrijgen (denk maar aan het “gegrommel” van Link Wray). Dat klonk welis­waar bijzonder overtuigend, maar dergelijke ingrepen konden niet zomaar worden teruggedraaid, zodat ballades met die versterkers wat te ruig klonken.
Dan kwam iemand op het lumineuze “fuzzbox”-idee. Volgens de legende waren de eer­ste exemplaren als simulaties van kapotte mixerkanalen bedoeld. Of dat klopt is eigen­lijk van weinig belang, want binnen de kortste keren was iedereen op zoek naar een beetje “Satisfaction”, u gebracht door een klein wonderdoosje.
Stompeffecten: Compressors
Een compressor zorgt voor een gelijkvormiger volume door stille signalen op te halen en luide signalen af te zwakken. Een nevenverschijnsel van dat principe is dat het gitaarsignaal bij het uitsterven van de noten steeds harder wordt gezet. En dat feno­meen staat bij gitaristen bekend onder de naam “sustain”. Logisch dus dat veel gitaris­ten een compressorpedaaltje kochten om de sustain van hun instrument te verbeteren! Bovendien zwakt een dergelijke compressor ook de aanslag (“attack”) af, wat dan weer toelaat om het volume nog een tikkeltje harder te zetten zonder de versterker te over-
Page 73
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Over de pedaaleffecten
6 • 3
sturen. De POD
XT bevat modellen van verschillende compressorpedalen. Je kunt je sig-
naal dus zo plat maken dat je het –bij wijze van spreken– onder de deur kunt doorschui­ven.
Comp/Gate-effecten
Het compressoreffect, dat je via de COMP (GATE)-knop bereikt, werkt zoals een com­pressor in een opnamestudio en dient dus vooral voor het afvlakken van volumepie­ken. Met de
THRES-parameter (Threshold) bepaal je hoe sterk de dynamiek van het
gitaarsignaal wordt bewerkt. Hoe kleiner de gekozen waarde, hoe actiever de compres­sor volumeverschillen aanpakt. “–32dB” is dan ook agressiever dan bv. “–16dB”. Met de
GAIN-parameter kun je het niveau aan de uitgang van de compressor ophalen,
omdat een bijzonder krachtig werkende compressor een beduidend lager volume tot gevolg heeft.
Met het Gate-effect zorg je dat ruis, brom en andere soorten narigheden worden onderdrukt, als je niet speelt. De THRES-parameter dient voor het bepalen van de niveaudrempel die het binnenkomende signaal minimaal moet halen om doorgelaten te worden. Net zoals bij de
THRES-parameter van de compressor betekenen kleinere
waarden dat de Gate agressiever te werk gaat. Zet de
THRES-parameter op de mini-
mumwaarde, als je de Gate niet nodig hebt. Met de
DECAY-parameter bepaal je of de
Gate snel of traag in actie moet schieten. Hoe groter de
DECAY-waarde, hoe waar-
schijnlijker het wordt dat je noten natuurlijk uitsterven, maar dan hoor je eventueel ook de ruis nog een tijdje.
Modulatie-effecten
Modulatie-effecten zorgen voor het rollen, pulseren en sissen van het geluid. Namen zoals phaseshifter, flanger en chorus spreken in dat verband boekdelen. Waarom heten ze überhaupt “modulatie-effecten”? Als we even in een woordenboek kijken, vinden we daar onder “moduleren”: (in de elektronica) het wijzigen van de amplitude of frequen­tie van een golfvorm d.m.v. een golfvorm met een lagere frequentie (vrije vertaling van The Oxford Encyclopedic English Dictionary, Third Edition, bedankt mensen). Die modu­lerende golfvorm zorgt precies voor het pulseren, golven en wat dies meer zij.
Onze modulatie-effecten bezitten parameters voor
SPEED en DEPTH. Met SPEED
bepaal je de snelheid van de golvende beweging. Met
DEPTH stel je de mate in waarin
de golvende beweging te horen is (de “effectdiepte” dus). Voor dit soort effecten is er
Page 74
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Over de pedaaleffecten
6 • 4
bovendien een MIX-parameter. Soms vind je op deze pagina’s ook nog andere parame­ters. Op de volgende pagina’s worden de effecten en hun instelmogelijkheden uitvoerig voorgesteld.
Tap Tempo
De meeste Delay- en Mod-effecten van de PODXT laten toe om het tempo (SPEED) c.q. de vertragingstijd (
DELAY TIME) aan het tempo van het te spelen nummer aan te pas-
sen. Door de T
AP-knop op de PODXT of de TAP-voetschakelaar op een optionele FBV-
pedalenbak in de maat in te drukken kun je het tempo heel gemakkelijk instellen. In principe hoef je maar twee keer op Tap te drukken, maar dat doet waarschijnlijk geen muzikant.
Om te zorgen dat de effecten dit tempo ook gebruiken moet je de E
FFECT TWEAK-
regelaar zo ver naar links draaien tot i.p.v. een ms- of Hz-waarde een noot wordt afge­beeld. Bij de delays vind je vóór de waarde “20ms” een aantal noten. Draai de regelaar zo ver naar links tot een kwartnoot wordt afgebeeld. Druk nu minstens twee keer op de Tap-knop en je zal merken dat de delay precies in de maat van het “getapte” tempo begint te herhalen. Zet Delay T
IME vervolgens op een halve noot – en het tempo van
de herhalingen wordt gehalveerd. Wat dacht je daarvan? De Mod S
PEED-parameter kan eveneens via de Tap-knop worden beïnvloed. Kies dus
de S
PEED-parameter van het actieve Mod-effect en draai de EFFECT TWEAK-regelaar
zo ver naar links tot i.p.v. een Hz-waarde een noot wordt afgebeeld. Druk verschillende keren op de T
AP-knop van de PODXT om het resultaat te beoordelen!
Ziehier een voorbeeld van de Delay-pagina met een nootwaarde voor T
IME:
Als je al weet welk tempo je moet hebben en het dus niet wilt tappen, kun je op de EDIT-knop drukken (als hij tenminste niet oplicht) en met de SELECT-regelaar de allerlaatste E
DIT-pagina oproepen. Wat zijn de Line 6-jongens toch kwiek! Die pagina
bevat namelijk een T
EMPO-parameter die je eveneens kunt instellen. Deze tempo-
waarde slaat op BPM (tellen per minuut). Hij wordt samen met de overige parameters (waaronder ook de effectinstellingen) in het gekozen geheugen opgeslagen.
Page 75
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Reverb
6 • 5
Reverb
Tijdens de ontwikkeling van de PODXT hebben we veel aandacht besteed aan het modelleren van de beste galmeffecten, die je je maar kunt voorstellen. De POD
XT bevat
dan ook modellen van akoestische ruimtes (kamers en zalen), galmplaten (d.w.z. stalen platen die door een kleine luidspreker aan het trillen wordt gebracht, terwijl de trillin­gen met elementen wordt opgevangen), galmveren (de alom bekende versterkergalm) en zelfs een aantal unieke modellen die je gehoord moet hebben om het te geloven.
Galmveren (Springs)
Ahh, die heerlijke “ploink” van een goede galmveer. Zin in een potje surfmuziek? Dan zit je hier helemaal goed! Het enig wat nog ontbreekt is het gedonder, wanneer de bas­sist over je versterker struikelt.
Lux Spring
De “Blackface” Fender Deluxe-versterker bevatte maar liefst twee galmveren die we hier gemodelleerd hebben.
Standard Spring
Eén van de vele dingen die gitaristen zo leuk vonden aan de “Blackface” Fender Twin Reverb was zijn rijke, volle galmsound. De drie veren leverden een complexer geluid op dan de oudere galmveersystemen van Fender. Scoor een stel schoonheden in bikini, tuig je surfplank op – en gaan met die hap.
King Spring
Een Line 6-origineel geïnspireerd door een luxematras. Als drie galmveren al leuk zijn, wat te denken van een heel bed? Rijker, voller, wiebeliger. Gegarandeerd een goede nachtrust, of je krijgt je geld terug.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 76
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Reverb
6 • 6
Kamers (Rooms)
Door de jaren heen hebben vindingrijke opnametechnici allerlei soorten kamers als “galmkamers” misbruikt. Trappenhuizen, gangen en kelders behoorden bij de favorie­ten. We hebben getracht een uitgebreid aanbod daarvan in je POD
XT te stoppen.
Small Room
Toen geluk nog heel gewoon was, bestond er geen digitale galm. Toch wilden muzikanten vaak meer “ruimte” aan hun opnames geven. Iemand had toen het geniale idee om een grote, lege kamer te bouwen waar geluid heen en weer kon kaatsen. Er werd een luidspreker in die kamer gezet, het geluid dat van galm moest worden voorzien werd de ruimte ingestuurd en met verschillende microfoons weer opgepikt. Het galmende signaal werd dan bij het droge signaal gevoegd en klaar was Kees. Deze vroege galmkamers hadden allemaal hun eigen karakter, en sommige studio’s dankten hun succes vooral aan hun galm. Het Small Room-model is een typisch voorbeeld van een galmkamer die je in de jaren ‘60 in een middelgrote studio tegenkwam.
Tiled Room
Dit is de galm die je bv. in de WC van een studio zou horen. Al die tegels hebben altijd al voor een prima galm gezorgd, en talrijke klassieke opnamen zijn gemaakt door de saxofonist op de pot te zetten en zijn (muzikaal) ding te laten doen. Vaak hoorde hij pas uren later dat de sessie al lang afgelopen was. Saxofonisten kunnen ongelooflijk naïef zijn.
Brite Room
Een levendige, heldere galm die perfect bij elk soort gitaarpartij past.
Zalen (Halls)
Hier hebben we duidelijk te maken met iets anders dan een slaapkamer of kleine gele­genheid. Hier praten we over zalen en nog grotere ruimtes.
Dark Hall
Een grote concertzaal met talrijke reflecties. Hier speelt de grootte een
vooraanstaande rol. Deze galm zorgt dan ook voor pakken galm, die echter zelfs dan
niet opdringerig worden, als je de galm betrekkelijk hard zet.
Medium Hall
Een middelgrote zaal met zware reflecties die je niet over het hoofd kunt zien.
Page 77
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Reverb
6 • 7
Large Hall
De naam zegt het eigenlijk al: grotere concertzalen bestaan gewoon niet. Grote concertzaal dus. Punt.
Rich Chamber
Een prachtige kamergalm die een “crunch”-geluid nog meer “buik” geeft.
Chamber
Deze galm heeft veel weg van een studioruimte en is dan ook geschikt voor zowat alle soorten geluiden.
Cavernous
Correctie: groter dan “Large Hall” kan tóch. Kies deze galm, speel een noot en ga een bakkie koffie doen. Als je terugkomt, zal de galm waarschijnlijk uitgestorven zijn. Bij wijze van spreken.
Plaatgalm (Plates)
Galmplaten waren de eerste mechanische procédés voor het maken van galm. Ze bevatten in wezen allemaal een grote stalen plaat of goudfolie en een luidspreker die de handel aan het trillen bracht. Via meerdere elementen werden de trillingen van de plaat/folie dan opgepikt.
Slap Plate
Deze galm heeft erg veel weg van de Reverb op vroege Rock’n’Roll-platen zoals die bv. door Sam Phillips in de Sun Studios werden opgenomen. Puik werk, jongens.
Vintage Plate
Een klassieke plaatgalm die je zo snel niet meer vergeet.
Large Plate
Na “Large Hall” en “Cavernous” leek het ons logisch om ook maar meteen een monster van een galmplaat uit te dokteren. Dit model zorgt voor een prachtig galmfundament om over heen te soleren. Nat. Vergeet dus vooral zeep en handdoek niet.
Page 78
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 8
Stomp-effecten – Facial Fuzz
Ergens aan het eind van 1966 stak een rond effectpedaal in het Londense circuit de kop op. Ontworpen en gebouwd door Arbiter Music, zou de Fuzz Face al gauw zijn beroemde samenwerking beginnen met de gitaarlegende Jimi Hendrix.
Zoals alle effectpedalen uit die periode heeft de Fuzz Face talrijke wijzigingen en zelfs heruitgaven ondergaan. Ons model berust op het hierboven getoonde kleinood met germaniumdiode: een originele, vroege “grijs-met-zwarte” Arbiter Fuzz Face. Roep het Facial Fuzz-model van de POD
XT op en trakteer jezelf op een fuzzfestival in F groot. Gooi
de Drive-parameter open en je ziet meteen wat Purple Haze precies inhoudt.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 79
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 9
Fuzz Pi
De Amerikanen wilden natuurlijk niet onderdoen voor de Britten en kwamen al snel met hun eigen fuzzversies op de proppen. Mike Mathews en zijn kornuiten van Electro­Harmonix hadden al een lange reeks uitgekiende effecten op hun actief, toen ze gefasci­neerd raakten door het fenomeen distortion/fuzz. Hun meest bekende was de Electro­Harmonix Big Muff Pi, die eerder door van zijn prachtige sustain een succesnummer werd dan omwille van zijn geronk.
Electro-Harmonix was berucht, omdat vooral overschotmateriaal werd gebruikt, zodat de circuits en de specificaties voortdurend veranderden. Zoals je op de foto van onze Big Muffs ziet, zagen deze pedalen er ook telkens anders uit, wat verband hield met de onderdelen die Mike op de kop wist te tikken. Het schatje van het stel –althans wat ons betreft– is het middelste pedaal met de “knoppendriehoek”. Hiermee zal je beslist nooit de Pi-neut zijn.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 80
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 10
Screamer
Van Stevie Ray Vaughan tot Michael Landau: de eenvoudige Ibanez Tube Screamer is gewoon de overdrive die je overal terug hoort komen. Dit medium-gain pedaal werd begin de jaren ’80 voorgesteld, en in vele blueskringen mag je pas een solo spelen, als je zo’n ding hebt.
Door de jaren heen heeft Ibanez verschillende versies van de dierbare Tube Screamer uitgebracht, maar geeneen heeft ooit de fabelachtige status van de TS-808 bereikt. Wij bezitten verschillende 808’s en hebben heel wat tijd gestoken in het kiezen van het exemplaar dat we zouden modelleren. We denken dat dit model van de groene edel­steen een waardevolle toevoeging aan de POD
XT is.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 81
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 11
Classic Distortion
De ProCo Rat, die eind de jaren ‘70 werd voorgesteld, vormde het begin van een nieuwe generatie distortionpedaaltjes. De sound was bitsiger en agressiever dan een fuzz. De Rat zorgde dan ook voor de snijtanden van een nieuwe Metal-generatie die boven begon te drijven.
De Rat heeft verschillende veranderingen ondergaan, en de met eenparigheid van stemmen verkozen favorieten zijn hier afgebeeld. Deze twee Rats bevatten dezelfde print en circuits. (Als je het echt wilt weten: wij hebben de kleinere gemodelleerd.)
De
TONE-parameter van het PODXT Rat-model heeft dezelfde functie als de “Filter”-
regelaar van de Rat: het geluid wordt helderder naarmate je hem verder dicht draait, en doffer, wanneer je hem naar rechts draait. Als je eenmaal de smaak te pakken hebt, weet je waarom dit een sound met tanden is!
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 82
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 12
Octave Fuzz
Jongens, wat was dat? Als je de indruk had een spookgitaar te horen die bezeten was door de geest van de grote gitaristenlegenden, dan zat de Tycobrahe Octavia er meestal voor iets tussen.
De Octavia is een voorbeeld van een fuzz+octave-effect. Een pionier in het gebruik van dit soort effect was wederom Jimi Hendrix. De Tychobrahe Octavia werd echter ook door Jeff Beck gebruikt en is nog steeds een belangrijk onderdeel van Michael Landaus klankwoordenschat.
De Octavia hanteert een audio-uitgangstransformator en twee germaniumdiodes voor het gelijkrichten (een mooier woord voor verkrachten) van het gitaarsignaal. En dat zorgt precies voor dat hogere octaafje. Voor ons model hebben we het hier getoonde exemplaar bestudeerd. Toen alle gitaristen in het gebouw kwamen vragen of ze hem eens voor wat “studiewerk” mee naar huis mochten nemen, wisten we dat we raak had­den geschoten.
Zet B
ASS, MID en TREBLE op “12 uur” voor het originele geluid.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 83
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 13
Blue Comp
Roland/Boss deed een duit in het zakje van de compressorwereld met de CS-1 Com­pression Sustainer. Omdat de Ratio niet kan worden veranderd, moet je bij het POD
XT-
model van dit pedaal de S
USTAIN-parameter gebruiken voor het instellen van de com-
pressordrempel.
LEVEL doet precies wat je ervan verwacht.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 84
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 14
Red Comp
De MXR Dynacomp is waarschijnlijk het vaakst gesignaleerde compressorpedaal en meteen de toetssteen voor alle andere concullega’s. Ook hier praten we over een vaste Ratio, terwijl de drempel (Threshold) en den Gain kunnen worden ingesteld. Bij ons model is dat niet anders.
Met de
SUSTAIN-parameter bepaal je de drempelwaarde, terwijl LEVEL voor het instel-
len van het… (jawel) niveau dient.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 85
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 15
Auto Wah
Welke filterjunkie zou het ooit in z’n hoofd halen om zonder zijn Mu-Tron III Envelope Follower het huis uit te gaan? Het was deels Auto-Wah, deels aanstuurbaar filter: hier draaide alles rond het begrip “bizar”. Dit Mu-Tron III-model is echt een unicum. Dus: knoop je hemd open, doe die kousenbroek en dat hoofddoek aan en laat je eens lekker gaan!
Met
SENS-parameter bepaal je de respons van het filter op je manier van spelen, terwijl
Q voor het instellen van de bewerkte frequentieband dient.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 86
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Stomp-effecten
6 • 16
Vetta Comp
Een Line 6-origineel. De Vetta Comp heeft een vast ingestelde Ratio (2,35:1 voor de nieuwsgierigen), terwijl de drempelwaarde (de
SENS-parameter) tussen –9dB en –56dB
kan worden ingesteld. Het niveau (
LEVEL-parameter) kan tot 12dB worden opgehaald.
Kies dus met Sens precies de gewenste signaalcompressie en zorgen daarna met Level dat je dat fantastische geluid ook hoort.
Auto Swell
Neem een compressor met een vaste ratio en drempel, zet Gain op nominaal en voeg aan de ingang ervan een zweleffect met instelbare attack toe. Deze constructie luistert naar de naam “Auto Swell”. De zwelsnelheid is instelbaar, zodat je precies het gewenste “strijkeffect” bereikt zonder met je pink aan de volumeregelaar van je gitaar te komen. Een lange zweltijd is met name interessant, wanneer je er een flinke portie delay en/of galm aan toevoegt. Met dat effect ben je uren zoet. Dit werkt bovendien prima met dro­merige akkoordenreeksen. Met
RAMP bepaal je de duur van het aanzwellen. Met
DEPTH stel je in hoe sterk je aanslag wordt afgezwakt.
Page 87
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 17
Modulatie-effecten
Sine Chorus
Een “doodgewone” digitale chorus (in tegenstelling tot het eerder analoog klinkende CE-1 chorusmodel) met een sinusgolf voor de modulatie. Dit effect gaat erin als koek. Indien nodig, kun je het geluid met
BASS en TREBLE nog wat bijkleuren.
Flanger
Ook dit is een schepsel van Line 6. “Expo” staat hier voor exponentieel – en dat is op zijn beurt een erg geleerd woord om duidelijk te maken dat de sweep in het “vegende” gedeelte van de flanger iets langer zijn best doet. Met
FEEDBACK en PRE-DELAY op
pagina 2 kun je het effect wat kalmer of net nóg vreemder maken. Wij weten natuurlijk welke kant je vaker zal opzoeken.
Opto Trem
Ziehier een model van een optisch tremolocircuit van de “Blackface”-versterkers van Fender (bv. de ‘64 Deluxe en ‘65 Twin Reverb). In wezen ging het om een gloeilamp en een optische weerstand: hoe lichter de lamp, hoe luider de tremolo. Het is een zachte, regelmatige tremolo en dus een logische keuze, wanneer je onze modellen van voor­noemde versterkers gebruikt.
Bias Trem
Eén van onze favorieten van “Rube Goldberg” ontwerpen is de oude Vox tremolo (en een vergelijkbaar circuit in bepaalde blonde en bruine versterkers van Fender): de puls beruste op een variatie van bias van de eindtrapbuizen. Hoewel het de levensduur van de buizen niet ten goede kwam, gaf dit een schitterend “vloeiend”, onregelmatig en “honkerig” geluid dat ergens wel aan de Uni-Vibe en andere phaseshifters doet denken (wat verband hield met het feit dat een dergelijke behandeling van de buizen voor fase­verschuivingen zorgde).
Auto Pan
Dit effect wordt ook wel “Panner” genoemd en zorgt dat het bewerkte geluid tussen het linker en rechter kanaal heen en weer springt. Dat is nóg spannender dan een partijtje tennis.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden Line
6 tijdens de ontwikkeling van de modellen in dit product bestudeerd heeft.
Page 88
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 18
Analog Chorus
De PODXT zou niet compleet zijn zonder een hommage aan het allereerste choruspedaal, de CE-1 Chorus Ensemble van Boss. De CE-1 werd in 1977 voorgesteld en maakte gol­ven met zijn grootse, warme en groovy chorusgeluiden. Hij vond snel zijn weg naar de pedalenbak van Andy Summers en van daaruit naar onze HiFi-ketens – via de klassieke albums van de Police. De CE-1 bood een
SPEED- en DEPTH-regelaar plus een schake-
laar om te kiezen tussen chorus en vibrato (zie verderop). De CE-1 is uitgesproken ruimtelijk en gewoon geknipt, wanneer je hem aansluit op een overstuurde versterker.
Het PODXT-model van de CE-1 is net zo warm en stroperig als het origineel. Hiermee schilder je prachtige klanklandschappen.
“Hé, wacht even!”, zul je misschien denken. “De originele CE-1 had ook een mooie toonhoogtevibrato. Hoe zit het daarmee?” Ook daarvoor hebben we gezorgd. Een cho­rus is in eigenlijk maar een vibrato van de toonhoogte dat weer bij het originele signaal wordt gevoegd. De vibratoschakelaar van de CE-1 diende dan ook louter voor het uit­schakelen van het droge signaal. Om dat effect te bereiken hoef je de
MIX-parameter
maar op 100% te zetten (maximum dus) om alleen nog vibrato te horen. Met de
DEPTH-parameter kun je bepalen hoe zeeziek je vandaag wilt worden.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 89
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 19
Jet Flanger
Ziehier ons model van de “studiostille” A/DA Flanger. Dit pedaal werd in 1977 voorge­steld en heeft een sweepbereik van 35:1 plus een ingebouwde compressor, die samen­werken met de toonregeling voor dat unieke “overvliegende straaljagergeluid” van de A/DA. Het geheel kan bijzonder dramatisch klinken, wat te danken is aan een unieke golfvorm en de mogelijkheid om met extreme instellingen bijna ringmodulatorachtige geluiden te plegen.
Als je op de POD
XT het A/DA Flanger-model edit, bepaal je met DEPTH het bereik van
de sweep.
FDBK dient voor het instellen van de terugkoppeling (d.w.z. hoeveel van het
effectsignaal nog eens naar de ingang van het effect wordt gestuurd), terwijl je met
MANUAL de duur van een bijzonder korte vertraging instelt, die op de sweep wordt toe-
gepast om het flangereffect überhaupt van de grond te krijgen. Sluit dus je gitaar aan, stel de diepte en de vertraging in en bereid je voor op het opstij-
gen!
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 90
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 20
Phaser
Het hier getoonde pretentieloze metalen doosje is de phaser, die de wereld veranderde – de MXR Phase 90. De Phase 90 is betrekkelijk subtiel vergeleken met andere phasers. Als je hem gebruikt, wordt hij eerder bestanddeel van de algehele gitaarklank dan een opvallend effect. Zijn weelderige, organische en groovy “swirl” was overal te horen: van de eerste twee Van Halen-albums tot de gitaarpartijen van Jimmy Page op Physical Graffiti.
De Phase 90 werkt met vier fasen. Er is maar één regelaar waarmee je de snelheid bepaalt. Ons model blijft het origineel trouw, maar is wel voorzien van een
MIX-para-
meter.Soms kun je maar beter niet proberen te verbeteren wat al perfect is.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 91
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 21
U-Vibe
De inmiddels legendarische Uni-Vibe werd in 1969 door Jimi Hendrix onder de aan­dacht gebracht. In principe was het maar een phaser met vier trappen, maar hij stond wel bekend omwille van zijn waterige karakter en zijn zwoele tonen. Je hoeft maar één keer naar “Machine Gun” te luisteren om te beseffen wat we precies bedoelen.
Net zoals de “verborgen” vibratomode van de CE-1 kun je ook bij dit model gebruik maken van de vibratoschakelaar van de Uni-Vibe door de
MIX-parameter op 100% te
zetten. (Daar diende de schakelaar op het origineel namelijk voor.)
BASS en TREBLE maken bij dit model eveneens hun opwachting. Zet ze op “12 uur”
voor het klassieke Uni-Vibe-geluid of gebruik ze om het effect wat bij te kleuren.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 92
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 22
Rotary Drum+Horn
Een mooi meubelstuk en een uniek geluid – de Leslie 145 was het allebei. Deze loodzware buizen­jongen (zo’n monster kon je gewoon niet in je eentje optillen) bevat een hogetonen-luidspreker die door een riem wordt aangedreven evenals een 15”-luid­spreker die naar de onderkant is gedraaid en waar een gesegmenteerde cilinder over ronddraait om het geluid te verspreiden. Oorspronkelijk was hij bedoeld voor elektrische orgels, zoals de Hammond B3, maar toen gitaristen (en zelfs zangers!) ermee mochten stoeien, wilden ze er gewoon ook één heb­ben. Ons model geeft je al die geweldige draaiingen, maar ditmaal hoef je die loodzware bak niet te sjou­wen.
De
SPEED-parameter van dit Leslie-model heeft
dezelfde functie als de Fast/Slow-schakelaar in de voorversterker van het origineel. Bovendien vind je hier een
TONE- en een MIX-parameter. Om het
authentieke “draai-effect” van de Leslie te krijgen moet je de
MIX-parameter op de maximumwaarde
zetten: de Leslie kon namelijk alleen het effectsig­naal weergeven.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden Line
6 tijdens de ontwikkeling van de modellen in dit product bestudeerd heeft.
Page 93
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 23
Rotary Drum
Toen ze bij Fender merkten dat gitaristen ook wel Leslies lustten, besloten ze een eigen, speciaal op de gitaar afgestemde draaiduivel uit te brengen. Het resultaat werd tot “Vibratone” gedoopt en het had een piepschuimen plaat die vóór een 12”-luidspreker ronddraaide en het geluid op die manier naar de zijkanten van de kast drukte. Eén van de bekendste voorbeelden van het Vibratone-geluid is “Cold Shot” van Stevie Ray Vaughan.
De regelaars van de Vibratone zijn dezelfde als bij de Leslie 145. Draai ze!
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 94
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 24
Delay-effecten – Analog Echo
Analoge echopedalen zoals de DM-2 waren bedoeld als vervanging van de bandecho’s die tot dan toe werden gebruikt. Ze gebruikten een “bucket brigade”-schakeling en waren in de regel betrouwbaarder. Bovendien hanteerden ze lagere voltages, zodat ze ook op batterijen konden werken.
Analoge delays zijn geliefd vanwege hun warme, licht overstuurde klank. Het model van de Boss DM-2 in de POD
XT levert hetzelfde geluid op, hoewel we ons hier natuurlijk
in het digitale domein bevinden.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 95
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 25
Analog w/Mod
Ziehier een model van de Electro-Harmonix Deluxe Memory Man. Dit was een pedaal met dezelfde elektronica als analoge echo’s plus een chorus. Deze instelbare chorus beïnvloede alleen de herhalingen en liet het droge signaal dus ongemoeid.
De Memory Man, met zijn warm, overstuurd geluid en die “zwemmende” echo’s ont­wikkelde zich tot een belangrijk effect voor gitaristen en speelde een hoofdrol voor het gitaargeluid van het eerste U2-album.
Het “Deluxe”-luik van de Deluxe Memory Man was te danken aan het feit dat hij een vertragingstijd van toen sensationele 500 milliseconden bood. Het Analog w/Mod­model van de POD
XT is een perfecte emulatie van het klassieke Memory Man-geluid,
maar biedt wel een vertragingstijd van 2 seconden. Op pagina 2 vind je een
MOD SPEED- en DEPTH-regelaar voor het instellen van de
chorus in de vertraagde signalen.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 96
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 26
Tube Echo
De klassieke Maestro EP-1 uit 1963 was de eerste in een hele reeks van “Echoplex”­apparaten die door dat bedrijf weliswaar werden verdeeld, maar eigenlijk door Harris­Teller in Chicago werden gemaakt. Zoals ooit verkondigd werd in een Maestro-adver­tentie, konden de Echoplexen “…speciale effecten voortbrengen, van een gecontro­leerde snelle galm tot een volle, stuwende echo”!
Het belangrijkste kenmerk van het Echoplex-ontwerp is een speciale cassette met een – in een lus geplaatste– 1/4”-band, die gescheiden opname- en weergavekoppen passeert. De positie van de weergavekop kon je verschuiven, wat een vertragingstijd tussen 60 en 650 milliseconden opleverde. Het EP-1-model van de POD
XT is een perfecte emulatie
van het Echoplex-geluid, maar biedt wel een vertragingstijd van 2 seconden. Op pagina 2 vind je een
FLUT- (Wow & Flutter) en een DRIVE-parameter waarmee je
niet alleen de buizenwarmte van het origineel, maar ook dat unieke geluid van een slip­pende en vieze windas kunt simuleren.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 97
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 27
Multi-Head
Lang vóór de Boss-pedalen vertegenwoordigde de RE-101 Space Echo Roland’s eerste poging om een voet aan de grond te krijgen in de wereld van de effectprocessors. In plaats van een verschuifbare kop (zoals op de Echoplex) bevatte dit apparaat echter verschillende vaste koppen. De vertragingstijd kon worden gekozen door een andere kop te activeren en vervolgens de snelheid van de motor aan te passen. Het leuke gedeelte aan dit verhaal was dat je ook meerdere koppen tegelijk kon gebruiken, wat voor een multitap-effect zorgde.
Op pagina 2 vind je een
HEADS-parameter voor het kiezen van één van de combinaties
die met de 4 koppen van dit apparaat mogelijk waren. Verder is er een
FLUT-parameter
(Wow & Flutter), die ook in het model van de Echoplex EP-1 aanwezig is.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en
foto’s worden enkel gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden
Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Page 98
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 28
Sweep Echo
Dit is een Line 6-origineel. Het maakte voor het eerst zijn opwachting in de DL4 Delay Modeler en blijkt één van de favorieten bij de ontelbare DL4-gebruikers te zijn.
De parameters op pagina 2 dienen voor het instellen van de snelheid en de filtersweep van het effect. Met SPEED bepaal je de snelheid van de filterbewegingen. Sweep depth daarentegen dient voor het instellen van het frequentiebereik dat door het filter wordt bewerkt. Je zou dus moeiteloos je eigenste sound moeten kunnen vinden. Dit model kan zowel subtiele klankweefsels als een behoorlijke portie waanzin leveren. Wijs het zwelpedaal van de FBV aan de Mix-parameter toe, kies een behoorlijk korte vertra­gingstijd en trap gewoon eens wat lol.
Digital Delay
Dit model vertegenwoordigt een recht-toe-recht-aan digitale delay met een BASS- en
TREBLE-parameter (op pagina 2, zoals je waarschijnlijk inmiddels verwacht). Niks spe-
ciaals dus, behalve dan een overtuigende echo-cho-cho-cho. Tenslotte is een “doodge­woon” effect af en toe een welkome afwisseling.
Stereo Delay
Heb je er al ooit bij stilgestaan hoe The Edge (U2) dat fantastische geluid van “Where the Streets Have No Name” bereikte? Het goede antwoord luidt: met een stereodelay. Die is trouwens het geheim achter talloze U2-nummers en van de “Big L.A. Solo”­sound eind de jaren ‘80. Kies voor één kant een snelle echo met talrijke herhalingen en voor de andere een trage delay met maar enkele herhalingen… en bestel maar al die cabrio waar je al zo lang naar zit te lonken!
Page 99
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 29
Ping Pong Delay
Deze Ping Pong Delay is het enige effect dat niet als Stompbox kan worden gebruikt en zich dus altijd achter het Amp-model moet bevinden (tenslotte doet het alleen in ste­reo wat je ervan verwacht). Het bevat twee aparte delaykanalen die hun signaal telkens naar het andere kanaal uitsturen. En dat levert precies dat ping pong-effect op.
Met de
TIME-parameter op pagina 1 stel je de vertragingstijd van het linker delaykanaal
in. De
OFFSET-parameter op pagina 2 bepaalt de vertraging van het rechter kanaal als frac-
tie van de linker herhalingen (
TIME). Met SPREAD tenslotte stel je de stereobreedte
van de herhalingen in – van mono tot extreem links/rechts. Iets te ingewikkeld? Stel met de
TIME-parameter (of de Tap-knop, als je daar liever mee
werkt) de langere vertragingstijd in. Met
OFFSET kun je dan een tweede –verhoudings-
gewijs– snellere vertraging kiezen. Als je Offset op “12 uur” zet, hanteren de linker en rechter delay een gelijkmatige afstand. Eens je tevreden bent met het herhalingspa­troon kun je met de
SPREAD-parameter instellen hoe ver de herhalingen in het stereo-
beeld uit elkaar moeten liggen.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen
enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. Het enige doel van deze foto is duidelijk
te maken wat we bedoelen. Uit de foto mag echter niet worden opgemaakt dat we
lol aan ons werk beleven.
Page 100
Modellen van pedaal- en rackeffecten • Modulatie-effecten
6 • 30
Reverse Delay
!seltaeB ehT ne xirdneH imiJ slaoz teN — Laten we even teruggaan in de tijd door de wereld eens achterstevoren te bekijken. Wat je ook speelt: het wordt omgekeerd en dan pas naar buiten gestuurd (maximale vertraging: 2 seconden). Om dit wonder der elek­tronica echt efficiënt te gebruiken moet je gebonden noten spelen en vooral niet op de omgekeerde versie letten. Langere licks kunnen bijzonder interessante frasen opleve­ren. De Tom Petty-gitarist Mike Campbell heeft dit Reverse Delay-model (in de DM4 Delay Modeler) ooit voor een solo gebruikt – en nog wel voor een wereldwijd uitgezon­den liveprogramma.
Zet de
MIX-parameter op 100% (alleen effect) om enkel nog de omgekeerde versie te
horen – en ga dan maar eens lekker de psychedelische toer op. Net zoals bij ons Memory Man-model vind je hier bovendien een chorus die enkel het delaysignaal bewerkt.
Loading...