HP PROBOOK 450 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
© Copyright 2018 HP Development Company, L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreende houder en wordt door HP Inc. onder licentie gebruikt. Intel, Celeron en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Eerste editie: december 2018
Onderdeelnummer van document: L46445-331
Kennisgeving over het product
In deze gebruikershandleiding worden de voorzieningen beschreven die op de meeste modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle voorzieningen op uw computer beschikbaar.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities of versies van Windows. Voor systemen zijn mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk aangeschafte hardware, stuurprogramma's, software en/of een BIOS-update vereist om volledig te kunnen proteren van de functionaliteit van Windows. Windows 10 wordt automatisch bijgewerkt. Deze optie is altijd ingeschakeld. Uw internetprovider kan hiervoor kosten in rekening brengen. Voor latere updates kunnen mogelijk aanvullende vereisten gelden. Zie
http://www.microsoft.com.
Voor toegang tot de meest recente gebruikershandleidingen gaat u naar
http://www.hp.com/support en volgt u de
instructies om uw product te zoeken. Selecteer daarna Gebruikershandleidingen.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of anderszins gebruiken van een softwareproduct dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u gehouden bent aan de voorwaarden van de HP EULA (End User License Agreement). Indien u niet akkoord gaat met deze licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend aanspraak maken op de mogelijkheid het gehele, ongebruikte product (hardware en software) binnen 14 dagen te retourneren, voor een volledige restitutie op basis van het restitutiebeleid van de desbetreende verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer informatie of om te vragen om een volledige restitutie van de prijs van de computer.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer
beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De computer en de netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedenieerd door de International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC 60950-1).
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
BELANGRIJK: Bepaalde computerproducten zijn gecongureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xx-
processor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem.
Wijzig op deze modellen de conguratie-instelling van de processor in mscong.exe niet van 4 of 2 processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op. U moet de
fabrieksinstellingen herstellen om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
v
vi Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave
1 Welkom ........................................................................................................................................................ 1
Informatie zoeken .................................................................................................................................................. 2
2 Onderdelen ................................................................................................................................................... 3
Hardware zoeken ................................................................................................................................................... 3
Software zoeken .................................................................................................................................................... 3
Rechterkant ............................................................................................................................................................ 4
Linkerkant .............................................................................................................................................................. 5
Beeldscherm .......................................................................................................................................................... 6
Toetsenbordzone ................................................................................................................................................... 8
Touchpad ............................................................................................................................................. 8
Lampjes ............................................................................................................................................... 9
Knop, luidsprekers en vingerafdruklezer .......................................................................................... 10
Speciale toetsen ................................................................................................................................ 11
Actietoetsen ...................................................................................................................................... 12
Onderkant ............................................................................................................................................................ 14
Labels ................................................................................................................................................................... 14
3 Netwerkverbindingen .................................................................................................................................. 16
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................................. 16
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken ................................................................. 16
Knop voor draadloze communicatie ............................................................................... 16
Voorzieningen van het besturingssysteem .................................................................... 16
Verbinding maken met een WLAN ..................................................................................................... 17
HP Mobiele breedband gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................................... 17
GPS gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................................... 18
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten) ....... 18
Bluetooth-apparaten aansluiten .................................................................................... 19
NFC gebruiken om informatie te delen (alleen bepaalde producten) .............................................. 19
Delen ............................................................................................................................... 19
Verbinding maken met een bekabeld netwerk ................................................................................................... 20
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN) (alleen bepaalde producten) ............................. 20
HP LAN-Wireless Protection gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................. 20
HP LAN-Wireless Protection inschakelen en aanpassen ................................................ 21
HP MAC Address Pass Through gebruiken om uw computer in een netwerk te identiceren (alleen
bepaalde producten) ........................................................................................................................................... 21
vii
MAC Address Pass Through aanpassen ............................................................................................ 21
4 Navigeren op het scherm .............................................................................................................................. 23
Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken .................................................................... 23
Tikken ................................................................................................................................................ 23
Zoomen door met twee vingers te knijpen ....................................................................................... 24
Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ......................................................... 24
Tikken met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................. 24
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 25
Tikken met vier vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 25
Vegen met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 26
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad) ..................................................................................... 26
Schuiven met één vinger (aanraakscherm) ...................................................................................... 27
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken ............................................................................ 27
Een toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde producten) .......................................................... 27
5 Entertainmentvoorzieningen ....................................................................................................................... 28
Een camera gebruiken (alleen bepaalde producten) .......................................................................................... 28
Audio gebruiken ................................................................................................................................................... 28
Luidsprekers aansluiten .................................................................................................................... 28
Een hoofdtelefoon aansluiten ........................................................................................................... 28
Een headset aansluiten ..................................................................................................................... 29
Geluidsinstellingen gebruiken .......................................................................................................... 29
Video gebruiken ................................................................................................................................................... 29
DisplayPort-apparaten aansluiten met een USB Type-C-kabel (alleen bepaalde producten) ........ 30
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) .............................. 31
HDMI-audio congureren ............................................................................................... 31
Bekabelde beeldschermen zoeken en aansluiten met behulp van MultiStream Transport ............ 32
Beeldschermen aansluiten op computers met Intel graphics (met een optionele
hub) ................................................................................................................................. 32
Beeldschermen aansluiten op computers met Intel graphics (met een
ingebouwde hub) ............................................................................................................ 32
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde
producten) ......................................................................................................................................... 33
Gegevensoverdracht gebruiken .......................................................................................................................... 33
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten) ............................... 34
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 35
Slaapstand en sluimerstand gebruiken .............................................................................................................. 35
Slaapstand activeren en beëindigen ................................................................................................. 35
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) ........................................ 36
viii
Computer afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................................... 36
Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken .......................................................................................... 37
Werkt op accuvoeding ......................................................................................................................................... 37
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................. 37
Acculading weergeven ...................................................................................................................... 38
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde producten) .................. 38
Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 38
Lage acculading herkennen .............................................................................................................. 38
Problemen met een laag accuniveau verhelpen ............................................................................... 39
Lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is ...... 39
Een lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is ........... 39
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan
beëindigen ....................................................................................................................... 39
In de fabriek verzegelde accu ............................................................................................................ 39
Externe voeding gebruiken .................................................................................................................................. 40
7 Beveiliging .................................................................................................................................................. 41
De computer beveiligen ....................................................................................................................................... 41
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 42
Wachtwoorden instellen in Windows ................................................................................................ 42
Wachtwoorden instellen in Computer Setup .................................................................................... 43
BIOS-beheerderswachtwoord beheren ............................................................................................ 43
BIOS-beheerderswachtwoord opgeven ......................................................................... 45
DriveLock-beveiligingsopties gebruiken .......................................................................................... 45
Automatic DriveLock selecteren (alleen voor bepaalde producten) .............................. 45
Automatic DriveLock inschakelen ................................................................ 45
Automatic DriveLock uitschakelen ............................................................... 46
Wachtwoord voor Automatic DriveLock opgeven ........................................ 46
Handmatige DriveLock selecteren .................................................................................. 47
Een DriveLock-wachtwoord instellen ........................................................... 47
DriveLock inschakelen en een DriveLock-gebruikerswachtwoord instellen ................. 48
DriveLock uitschakelen ................................................................................................... 48
DriveLock-wachtwoord invoeren .................................................................................... 49
DriveLock-wachtwoord wijzigen ..................................................................................... 49
Windows Hello (alleen bepaalde producten) ....................................................................................................... 49
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................................... 50
Firewallsoftware gebruiken ................................................................................................................................. 50
Software-updates installeren ............................................................................................................................. 50
HP Client Security gebruiken (alleen bepaalde producten) ................................................................................ 51
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................................... 51
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................... 51
ix
Een vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................................... 51
Vingerafdruklezer zoeken ................................................................................................................. 51
8 Onderhoud .................................................................................................................................................. 53
Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 53
Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 53
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 53
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 53
De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 54
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren .............................................................................. 54
Computer schoonmaken ...................................................................................................................................... 54
Reinigingsprocedures ........................................................................................................................ 55
Het beeldscherm reinigen ............................................................................................... 55
De zijkanten en het deksel reinigen ............................................................................... 55
Het touchpad, het toetsenbord of de muis reinigen (alleen bepaalde producten) ....... 55
Reizen met of verzenden van de computer ......................................................................................................... 55
9 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten ................................................................................... 57
Het maken van back-ups van gegevens en terugzetmedia ................................................................................ 57
Windows-hulpprogramma's gebruiken ............................................................................................ 57
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken
(alleen bepaalde producten) ............................................................................................................. 58
Herstellen en terugzetten ................................................................................................................................... 58
Herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen met Windows-hulpprogramma's ............................. 58
Herstellen met HP terugzetmedia .................................................................................................... 58
Opstartvolgorde van de computer wijzigen ..................................................................................... 58
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start .............................................................................................. 60
Computer Setup gebruiken .................................................................................................................................. 60
Computer Setup starten .................................................................................................................... 60
Navigeren en selecteren in Computer Setup .................................................................................... 60
Fabrieksinstellingen herstellen in Computer Setup ......................................................................... 60
BIOS-update uitvoeren ...................................................................................................................... 61
BIOS-versie vaststellen ................................................................................................... 61
BIOS-update downloaden ............................................................................................... 61
De opstartvolgorde wijzigen met de f9-prompt ............................................................................... 62
TPM BIOS-instellingen (alleen bepaalde producten) .......................................................................................... 63
HP Sure Start gebruiken (alleen bepaalde producten) ........................................................................................ 63
x
11 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken ........................................................................................................ 64
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen bepaalde producten) ............................................. 64
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ...................................................................... 64
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ............. 65
HP Hardware Diagnostics (Windows) op productnaam of -nummer downloaden
(alleen bepaalde producten) ........................................................................................... 65
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) installeren ........................................................................ 65
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken ................................................................................................... 65
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) starten ..................................................................................... 66
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden ................................. 66
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden .................... 66
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam
of het productnummer (alleen bepaalde producten) ..................................................... 66
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken (alleen bepaalde producten) ........... 67
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ................................................................ 67
De nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ....... 67
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) download aan de hand van de
productnaam of het productnummer ............................................................................ 67
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen ...................................... 67
12 Specicaties .............................................................................................................................................. 69
Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 69
Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 70
13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 71
14 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 72
Toegankelijkheid .................................................................................................................................................. 72
De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt ............................................................... 72
Onze inzet .......................................................................................................................................... 72
International Association of Accessibility Professionals (IAAP) ....................................................... 73
De beste ondersteunende technologie vinden ................................................................................. 73
Uw behoeften evalueren ................................................................................................. 73
Toegankelijkheid voor HP producten .............................................................................. 73
Normen en wetgeving ......................................................................................................................................... 74
Normen .............................................................................................................................................. 74
Mandaat 376 – EN 301 549 ............................................................................................ 74
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) ................................................................ 74
Wet- en regelgeving .......................................................................................................................... 75
Verenigde Staten ............................................................................................................. 75
Communications and Video Accessibility Act (CVAA) voor de 21e eeuw ....................... 75
xi
Canada ............................................................................................................................. 76
Europa ............................................................................................................................. 76
Verenigd Koninkrijk ......................................................................................................... 76
Australië .......................................................................................................................... 76
Wereldwijd ....................................................................................................................... 77
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid ......................................................................... 77
Organisaties ...................................................................................................................................... 77
Onderwijsinstellingen ....................................................................................................................... 77
Andere bronnen voor handicaps ....................................................................................................... 77
Koppelingen van HP .......................................................................................................................... 78
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 78
Index ............................................................................................................................................................. 79
xii

1 Welkom

Nadat u de computer hebt gecongureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te voeren om optimaal te proteren van uw slimme investering:
TIP: Als u snel wilt terugkeren naar het startscherm van de computer vanuit een geopende app of het
bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u nogmaals op de
Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Maak verbinding met internet: congureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding
kunt maken met internet. Zie Netwerkverbindingen op pagina 16 voor meer informatie.
Werk uw antivirussoftware bij: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is
vooraf geïnstalleerd op de computer. Zie Antivirussoftware gebruiken op pagina 50 voor meer informatie.
Raak vertrouwd met de computer: maak kennis met de voorzieningen van uw computer. Zie Onderdelen op pagina 3 en Navigeren op het scherm op pagina 23 voor meer informatie.
Zoek geïnstalleerde software: toegang tot een overzicht van de vooraf op de computer geïnstalleerde
software.
Klik op de knop Start.
– of –
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Apps en onderdelen.
Een back-up van uw harde schijf maken—Maak herstelschijven of een herstel-USB-ashstation om
een back-up van uw harde schijf te maken. Zie Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten
op pagina 57.
1

Informatie zoeken

Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Bron Inhoud
Installatie-instructies Overzicht van computerinstallatie en -functies
HP ondersteuning
Ga voor HP ondersteuning naar http://www.hp.com/
support en volg de instructies om uw product te vinden.
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, selecteer HP Help en
ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/ergo.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn met internet.
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop Start, selecteer HP Help en
ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
Online chatten met een technicus van HP
Telefoonnummers voor ondersteuning
Video van vervangende onderdelen (alleen voor bepaalde
producten)
Onderhouds- en servicehandleidingen
Locaties HP Servicecentrum
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort
en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's (indien nodig)
Garantie*
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop Start, selecteer HP Help en
ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn met internet.
*U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd of dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Voor producten gekocht in Azië en Oceanië kunt u HP aanschrijven op het volgende adres: POD, PO Box 161, Kitchener Road Post Oice, Singapore 912006. Vermeld de productnaam en uw naam, telefoonnummer en postadres.
Specieke garantiegegevens voor deze computer
2 Hoofdstuk 1 Welkom

2 Onderdelen

Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken.

Hardware zoeken

Ga als volgt te werk om te zien welke hardware in uw computer is geïnstalleerd:
Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer.
U ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd.
Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem­BIOS op fn+esc (alleen bepaalde producten).

Software zoeken

Ga als volgt te werk om te zien welke software op uw computer is geïnstalleerd:
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Apps en onderdelen.
Hardware zoeken 3

Rechterkant

OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/
audio-in (microfoon)
(2) USB SuperSpeed-poort (1 of 2, afhankelijk van
het model)
(3) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video-
(4) RJ-45-netwerkconnector met statuslampjes Hierop sluit u een netwerkkabel aan.
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en
vervolgens HP documentatie.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
Hiermee sluit u een USB-apparaat, zoals een mobiele telefoon, camera, activiteittracker of smartwatch, aan. Deze poort biedt ook dataoverdracht in hoge snelheid.
of audioapparaat, zoals een high-denition televisie, andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een snel HDMI-apparaat (High-Denition Multimedia Interface).
Groen (links): het netwerk is aangesloten.
(5) USB Type-C-netvoedingsconnectorpoort,
4 Hoofdstuk 2 Onderdelen
SuperSpeed-poort en DisplayPort-connector
Oranje (rechts): er vindt een nieuwe activiteit plaats in het
netwerk.
Hiermee sluit u een netvoedingsadapter met een USB Type-C­connector aan zodat u de computer van stroom voorziet en zo nodig de accu van de computer oplaadt.
– en –
Hiermee sluit u een USB-apparaat met een Type-C-connector aan zoals een mobiele telefoon, camera, activiteitstracker of smartwatch. Ook kunt u hiermee snel gegevens overzetten.
– en –
Hiermee sluit u een weergaveapparaat met een USB Type-C­connector aan, zodat u een DisplayPort-uitvoer krijgt.
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: Mogelijk zijn er kabels en/of adapters
(afzonderlijk aan te schaen) vereist.
(6) Acculampje Wanneer de netvoeding is aangesloten:
Wit: de acculading is groter dan 90 procent.
Oranje: de acculading ligt tussen 0 en 90 procent.
Uit: de accu wordt niet opgeladen.
Wanneer de netvoeding is losgekoppeld (accu laadt niet op):
Knipperend oranje: de accu is bijna leeg. Wanneer de accu
een kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, begint het acculampje snel te knipperen.
Uit: de accu wordt niet opgeladen.
(7) Voedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.

Linkerkant

OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee sluit u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan
(2)
– of –
USB 3.x SuperSpeed-poort
– of –
USB-poort met eigen voeding
op de computer.
OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet in de eerste
plaats een ontmoedigingseect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
Hiermee sluit u een USB-apparaat aan zoals een mobiele telefoon, camera, activiteitstracker, optischeschijfeenheid of smartwatch. Deze poort biedt ook gegevensoverdracht in hoge snelheid.
– of –
Hiermee sluit u een USB-apparaat aan zoals een mobiele telefoon, camera, activiteitstracker, optischeschijfeenheid of smartwatch. Deze poort biedt ook gegevensoverdracht.
(3) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
Linkerkant 5
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
(4) Geheugenkaartlezer Hiermee worden optionele geheugenkaarten gelezen die
informatie opslaan, beheren, delen of openen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren
naar de computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart
aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze
vervolgens uit de geheugenkaartlezer.
(5) Schijfeenheidlampje Wit knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van
de vaste schijf.
Oranje: de interne vaste schijf is tijdelijk geparkeerd door
HP 3D DriveGuard.
OPMERKING: Zie HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde
producten) op pagina 53 voor meer informatie over HP 3D
DriveGuard.

Beeldscherm

OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer.
6 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Onderdeel Beschrijving
(1) WLAN-antennes* (alleen bepaalde producten) Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen om te communiceren met draadloze WLAN's (Wireless Local Area Networks).
(2) WWAN-antennes* (alleen bepaalde producten) Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen om te communiceren met draadloze WWAN's (Wireless Wide Area Networks).
(3) Interne microfoons (1 of 2, afhankelijk van het
model)
(4) Camera('s) (alleen bepaalde producten) Hiermee kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's
(5) Cameralampje (alleen bepaalde producten) Aan: Een of meer camera's worden gebruikt.
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antennes vrij.
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
Hiermee neemt u geluid op.
nemen. Zie Een camera gebruiken (alleen bepaalde producten)
op pagina 28 voor het gebruik van de camera. Met sommige
camera's kunt u zich op bepaalde producten bij Windows ook aanmelden met gezichtsherkenning in plaats van een wachtwoord. Zie Windows Hello (alleen bepaalde producten) op pagina 49 voor meer informatie.
OPMERKING: De functies van de camera zijn afhankelijk van de
hardware van de camera en de software die op uw product is geïnstalleerd.
Beeldscherm 7

Toetsenbordzone

Touchpad

Onderdeel Beschrijving
(1) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de
aanwijzer te verplaatsen of items op het scherm te activeren.
(2) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een
externe muis.
(3) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een
externe muis.
8 Hoofdstuk 2 Onderdelen

Lampjes

OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan/uit-lampje Aan: de computer is ingeschakeld.
Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een
energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet­benodigde onderdelen worden uitgeschakeld.
Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de
sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
(2) Caps Lock-lampje Aan: Caps lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu
alles in hoofdletters.
(3) Lampje Geluid uit Aan: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
(4) Lampje Geluid uit van microfoon Aan: Microfoon is uitgeschakeld.
Uit: Microfoon is ingeschakeld.
(5) Num Lock-lampje Aan: Num Lock is ingeschakeld.
(6) Lampje voor draadloze communicatie Aan: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie,
zoals een draadloosnetwerkmodule en/of een Bluetooth®­apparaat, is ingeschakeld.
OPMERKING: Bij sommige modellen brandt het lampje voor
draadloze communicatie oranje wanneer alle apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld zijn.
(7) Fn Lock-lampje Aan: De fn-toets is vergrendeld.
Toetsenbordzone 9

Knop, luidsprekers en vingerafdruklezer

OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan/uit-knop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-
knop om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-
knop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen (alleen bepaalde producten).
Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de
aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan-uitknop ingedrukt houden, resulteert in
het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures geen eect hebben, houdt u de aan-uitknop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw energie-instellingen.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
Energiemeter en selecteer vervolgens Energie-
opties.
(2) Luidsprekers (2) Hier wordt het geluid van de computer geproduceerd.
(3) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde producten) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows
10 Hoofdstuk 2 Onderdelen
aanmelden, in plaats van met een wachtwoord.
Om de vingerafdruklezer te gebruiken, plaatst u uw vinger
op de vingerafdruklezer totdat deze uw vingerafdruk leest. Zie Windows Hello (alleen bepaalde producten)
op pagina 49 voor informatie.

Speciale toetsen

OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een andere toets om
veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Dergelijke toetscombinaties worden sneltoetsen genoemd.
(3) Windows-toets Hiermee opent u het Startmenu.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt,
wordt het Startmenu afgesloten.
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.
Zie Actietoetsen op pagina 12.
(5) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een numeriek toetsenblok dat over de alfabettoetsen van het
toetsenbord is geplaatst. Wanneer fn+num lk wordt ingedrukt, kan het toetsenblok worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok. Met elke toets van dit toetsenblok wordt de functie uitgevoerd die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets.
OPMERKING: Als de toetsenblokfunctie actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt die functie opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld.
(6) Windows-applicatietoets (alleen bepaalde
producten)
Hiermee geeft u opties voor een geselecteerd object weer.
(7) num lock-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de fn-toets, wordt
het ingebedde numerieke toetsenblok in- of uitgeschakeld.
– of –
Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen.
– of –
Toetsenbordzone 11
Onderdeel Beschrijving
(8) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een afzonderlijk toetsenblok rechts van het alfabettoetsenbord.

Actietoetsen

Een actietoets voert de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram op de toets. Om te bepalen welke toetsen uw product heeft, raadpleegt u Speciale toetsen op pagina 11.
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.
Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Wanneer num lock wordt ingedrukt, kan het geïntegreerde toetsenblok worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok.
OPMERKING: Als de toetsenblokfunctie actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt die functie opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld.
Symbool Beschrijving
Hiermee kunt u voorkomen dat er van opzij wordt meegekeken. Indien nodig verlaagt of verhoogt u de helderheid bij goed verlichte of donkere omgevingen. Druk opnieuw op de toets om het privacyscherm uit te schakelen.
OPMERKING: Om snel de hoogste privacyinstelling in te schakelen, drukt u op fn+p.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Hiermee wordt de achtergrondverlichting van het toetsenbord in- of uitgeschakeld.
OPMERKING: Als u accustroom wilt besparen, schakelt u deze voorziening uit.
Hiermee speelt u het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of Blu-ray-schijf (BD) af.
12 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of bd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten.
Hiermee speelt u het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende gedeelte van een dvd of bd af.
Hiermee stopt u het afspelen van audio of video op een cd, dvd of bd.
Symbool Beschrijving
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd.
Hiermee dempt u het geluid van de microfoon.
Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
Hiermee schakelt u de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat er een draadloze verbinding kan
worden gemaakt.
Hiermee kunt u het touchpad en touchpadlampje in- en uitschakelen.
Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt de weergave iedere keer dat u op deze toets drukt, geschakeld tussen de weergave op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm en de monitor.
Hiermee activeert u de slaapstand waarbij uw gegevens in het systeemgeheugen worden opgeslagen. Het beeldscherm en andere systeemonderdelen worden uitgeschakeld en de energiebesparingsmodus wordt geactiveerd. Om de slaapstand te beëindigen, drukt u kort op de aan-uitknop.
VOORZICHTIG: Sla uw werk op voordat u de slaapstand activeert om het risico van gegevensverlies te
beperken.
Biedt snelle toegang tot de agenda van uw Skype voor Bedrijven.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype® voor Bedrijven of Lync® 2013 actief op Microsoft Exchange of
Oice 365® servers.
Hiermee schakelt u de functie voor het delen van het scherm in of uit.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Oice
365 servers.
Een gesprek beantwoorden.
Hiermee start u een gesprek met één persoon.
Zet een oproep in de wacht.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Oice
365 servers.
Beëindigt een gesprek.
Weigert binnenkomende oproepen
Beëindigt het delen van een scherm.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Oice
365 servers.
Toetsenbordzone 13
OPMERKING: De actietoetsvoorziening is standaard ingeschakeld. U kunt deze voorziening uitschakelen
door de fn-toets en de linker shift-toets ingedrukt te houden. Het fn-Lock-lampje gaat branden. Nadat u de actietoetsfunctie hebt uitgeschakeld, kunt u de functies nog wel uitvoeren door op de fn-toets te drukken in combinatie met de bijbehorende actietoets.

Onderkant

OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer.

Labels

Onderdeel Beschrijving
Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. Labels kunnen op papier of op het product worden gedrukt.
BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van
de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep, op de achterkant van het scherm of op de onderkant van de standaard van een tablet.
Servicelabel—Geeft belangrijke informatie om vast te stellen welke computer u hebt. Wanneer u contact
opneemt met Ondersteuning, kan u worden gevraagd om het serie-, product- en modelnummer op te geven. Zoek deze informatie op voordat u met ondersteuning contact opneemt.
Het servicelabel lijkt op een van de onderstaande voorbeelden. Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met het servicelabel van uw computer.
14 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Onderdeel
(1) Productnaam HP
(2) Modelnummer
(3) Productnaam
(4) Serienummer
(5) Garantieperiode
Onderdeel
(1) Productnaam HP
(2) Productnaam
(3) Serienummer
(4) Garantieperiode
Label(s) met kennisgevingen—Deze labels bevatten kennisgevingen betreende de computer.
Label(s) met keurmerk voor draadloze communicatie—Deze labels bevatten informatie over optionele
apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de landen/regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
Labels 15

3 Netwerkverbindingen

U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.

Verbinding maken met een draadloos netwerk

Uw computer beschikt mogelijk over een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:
WLAN-apparaat: via dit apparaat maakt u verbinding met draadloze lokale netwerken (ook wel Wi-Fi-
netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimten, bij u thuis en in openbare ruimten, zoals vliegvelden, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. In een draadloos netwerk communiceert de computer met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde producten): een WWAN-apparaat (Wireless Wide-
Area Network) waarmee u over een veel groter gebied een draadloze verbinding kunt maken. Aanbieders van mobiele netwerkdiensten zetten basisstations op (vergelijkbaar met zendmasten voor mobiele telefonie) die dekking bieden in hele regio’s, provincies of zelfs landen.
Bluetooth®-apparaat: hiermee kunt u een persoonlijk netwerk (Personal Area Network, PAN) opzetten
om verbinding te maken met andere voor Bluetooth geschikte apparaten zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's. Binnen een PAN communiceert elk apparaat direct met andere apparaten en moeten apparaten zich op relatief korte afstand (doorgaans 10 meter) van elkaar bevinden.

Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken

Met een of meer van deze functies kunt u de apparaten voor draadloze communicatie in uw computer regelen:
Knop of toets voor draadloze communicatie (wordt ook wel de toets voor de vliegtuigmodus genoemd).
Voorzieningen van het besturingssysteem
Knop voor draadloze communicatie
De computer heeft mogelijk een knop voor draadloze communicatie, een of meer apparaten voor draadloze communicatie en een of twee lampjes voor draadloze communicatie. Alle apparaten voor draadloze communicatie op de computer worden in de fabriek ingeschakeld.
Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep.
Voorzieningen van het besturingssysteem
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de voorzieningen van het besturingssysteem als volgt:
1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens
Conguratiescherm.
2. Selecteer Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum.
16 Hoofdstuk 3 Netwerkverbindingen
– of –
Selecteer op de taakbalk het netwerkstatuspictogram en selecteer vervolgens Netwerk- en
internetinstellingen.

Verbinding maken met een WLAN

OPMERKING: Als u bij u thuis een internetverbinding wilt instellen, moet u een account bij een
internetprovider hebben. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk:
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en maak verbinding met een van de beschikbare
netwerken.
Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, betekent dit mogelijk dat u zich buiten het
bereik van een draadloze router of toegangspunt bevindt.
OPMERKING: Als het WLAN waarmee u verbinding wilt maken niet wordt weergegeven:
1. Klik met de rechtermuisknop op het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en selecteer
Netwerk- en internetinstellingen openen.
– of –
Selecteer op de taakbalk het netwerkstatuspictogram en selecteer vervolgens Netwerk- en
internetinstellingen.
2. Selecteer onder het gedeelte Netwerk- en internetstatus Netwerkcentrum.
3. Selecteer Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.
Er verschijnt een lijst met opties om handmatig te zoeken naar een netwerk en hier verbinding mee te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding te maken.
3. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat u verbinding hebt gemaakt, selecteert u het pictogram voor de netwerkstatus helemaal rechts op de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: Het eectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de
WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste obstakels zoals wanden en vloeren.

HP Mobiele breedband gebruiken (alleen bepaalde producten)

Uw computer met HP Mobiele breedband heeft ingebouwde ondersteuning voor diensten voor mobiel breedband. In combinatie met een mobiel netwerk biedt uw nieuwe computer u volledige vrijheid: u kunt verbinding maken met internet, e-mailen en uw bedrijfsnetwerk bereiken zonder dat u daarvoor een Wi-Fi­hotspot nodig hebt.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 17
Loading...
+ 65 hidden pages