De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard,
met uitzondering van wat is
toegestaan onder de wet op de
auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de betreffende
producten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
technische of redactionele fouten of
omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Microsoft, Windows, Windows XP,
Windows Vista en Windows 7 zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten.
ENERGY STAR en het ENERGY
STAR-logo zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
8. Dit product bevat geen door de
gebruiker te onderhouden onderdelen.
Laat onderhoudswerkzaamheden over
aan erkende onderhoudsmonteurs.
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij
de printer behorende documentatie
hebt gelezen en begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit product
reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in
de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige
plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen
en waar het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen
van problemen.
Toegankelijkheid
•
•
Eco
De onderdelen van de printer kennen
•
•
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
•
Het modelnummer van de printer vinden
•
Afdrukmateriaal selecteren
Afdrukmateriaal plaatsen
•
•
De accessoires installeren
•
Onderhoud van de printer
De printer bijwerken
•
•
De printer uitschakelen
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP
Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Zie
informatie.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van HP die bij de printer wordt geleverd, is toegankelijk voor gebruikers
met een visuele handicap of verminderd zicht via de toegankelijkheidsopties en functies van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste
technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraak-naartekst-toepassingen. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde
knoppen en tabbladen in de HP-software en op het bedieningspaneel van de printer
voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software
worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows zoals Plaktoetsen, Schakeltoetsen, Filtertoetsen
en Muistoetsen. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen
bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en HP's streven naar
optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
accessibility.
Systeemvereisten voor meer
www.hp.com/
6Aan de slag
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van
Apple op
Eco
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op
recycling. Zie
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt deze Eco-tips, zodat u zich kunt richten op manieren waarop u de impact van
uw afdrukkeuzen op het milieu kunt beoordelen en verminderen.
Ga naar
de milieu-initiatieven van HP.
Energiebeheer
Om elektriciteit te besparen, bevat de printer de volgende functies:
Slaapstand
In slaapstand wordt het stroomverbruik verminderd. Na de eerste installatie van de
printer, gaat de printer na 5 minuten inactiviteit automatisch naar de slaapstand.
Voer de volgende stappen uit om de instellingen te wijzigen:
1.Open EWS. Zie
2.Klik op het tabblad Instellingen.
3.Klik in het gedeelte Voorkeuren op Energiebesparingsmodus en selecteer de
4.Klik op Toepassen.
Autom. Uitsch.
Autom. Uitsch. wordt standaard automatisch ingeschakeld wanneer u de printer aan
zet. Wanneer Autom. Uitsch. is ingeschakeld, valt de printer na twee uur inactiviteit
automatisch uit om stroom te sparen. Autom. Uitsch. wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de printer verbinding maakt met het netwerk. U kunt de instellingen voor
Autom. Uitsch. wijzigen via het printersoftware. Wanneer u de instelling wijzigt,
onthoudt de printer automatisch de gekozen instelling. Autom. Uitsch. schakelt de
printer volledig uit. U moet dus opnieuw op de startknop drukken om de printer weer
aan te zetten.
Windows: Open de Werkset. (Zie
het tabblad Geavanceerde instellingen op Wijzigen en selecteer vervolgens de
gewenste periode.
Mac OS X: Open het HP Hulpprogramma. (Zie
meer informatie.) Klik in de sectie Printerinstellingen op Stroombeheer en selecteer
vervolgens de gewenste periode.
www.apple.com/accessibility.
Programma voor milieubehoud voor meer informatie.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
gewenste optie.
Werkset (Windows) voor meer informatie.) Klik in
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor
Tip Indien u afdrukt via een Ethernet-netwerk, moet Autom. Uitsch. worden
uitgeschakeld om ervoor te zorgen dat er geen afdruktaken verloren gaan. Ook
wanneer Autom. Uitsch. is uitgeschakeld, gaat de printer na 5 minuten inactiviteit in
slaapstand om energie te sparen.
Eco7
Hoofdstuk 1
Opmerking De functies Slaapstand en Autom. Uitsch zijn tijdelijk niet beschikbaar
als er een of meerdere cartridges ontbreken. Nadat de cartridge opnieuw is
geïnstalleerd, zijn de functies opnieuw beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
Printerbenodigdheden besparen
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende
doen:
•Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen
verbruiken minder inkt.
•Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de cartridges.
•Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken. Als
de printer een accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexeenheid) heeft, raadpleegt u Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig
afdrukken). Anders kunt u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s
afdrukken, de pagina’s omdraaien en vervolgens alleen de even genummerde
pagina’s afdrukken.
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voorzijde
•
•
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
•
Achteraanzicht
Voorzijde
1
2
3
4
5
6
7
8
8Aan de slag
1Bovenste klep
2Toegangsklep printcartridge
3Uitvoerlade
4Venster van het bedieningspaneel
5
6Bedieningspaneel
7Verlengstuk van uitvoerlade
8Lade 1
(Aan/uit)
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
1Toegangsklep printcartridge
2Printcartridges
Achteraanzicht
4
1
2
3
De onderdelen van de printer kennen9
Hoofdstuk 1
1Ethernet-netwerkpoort
2USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
3Stroomaansluiting
4Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid)
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Overzicht knoppen en lampjes
Printerinstellingen wijzigen
•
•
Rapporten afdrukken
Overzicht knoppen en lampjes
Zie Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel voor meer informatie over de
patronen van de statuslampjes en de berichten op het bedieningspaneel.
2134
5
6
12
7
911810
LabelNaam en beschrijving
1Pictogram Printkop uitlijnen op het bedieningspaneel. Geeft aan dat de printkop moet
2Pictogram Toegangsklep van de printcartridges geopend. Geeft aan dat de toegangsklep
3Pictogram Geen papier. Geeft aan dat er geen papier meer in de printer zit.
4Pictogram Papierstoring. Geeft aan dat er papier is vastgelopen in de printer.
10Aan de slag
worden uitgelijnd.
van de printcartridges of de bovenste klep is geopend.
(vervolg)
LabelNaam en beschrijving
5Knop en lampje Hervatten. Het lampje Hervatten knippert als u op de knop moet drukken
6Knop Annuleren. Druk eenmaal op deze knop om een afdruktaak te stoppen, of houd deze
7Knop en lampje Aan/Uit. Druk hierop om de printer aan of uit te zetten. Het lampje geeft aan
8Knop en lampje HP ePrint. Druk om de HP ePrint-functie in te schakelen en een
9Knop en lampje Draadloos. Druk op deze knop als u de draadloze-netwerkfunctie wilt in- of
10Pictogram Ethernet-netwerk. Dit pictogram geeft aan dat er een vaste Ethernet-
11Pictogram Draadloos netwerk. Dit pictogram geeft aan dat een draadloze
12Pictogrammen printcartridge-informatie. Geeft informatie over de printcartridges weer,
om door te gaan met afdrukken. Als de papierstoring is verholpen of na het aanvullen van
papier of het plaatsen van een cartridge drukt u op deze knop om door te gaan met de
afdruktaak. Druk op deze knop als u een afdruktaak wilt annuleren bij gebruik van verkeerd
papierformaat. Houd deze knop drie seconden ingedrukt om een demopagina af te drukken.
knop gedurende drie seconden ingedrukt om een printerstatusrapport af te drukken.
of de printer aan of uit staat.
informatiepagina af te drukken. Het lampje geeft aan of de printer is verbonden met een HP
ePrint-server.
uitschakelen. Het lampje van de knop brandt als het draadloze netwerk is ingeschakeld.
netwerkverbinding is.
netwerkverbinding bestaat.
inclusief inktniveaus.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Als u een melding over een laag inktniveau krijgt, legt u
alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U
hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Printerinstellingen wijzigen
Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen ook
wijzigen met softwaretools van HP op de computer, zoals de printersoftware van HP,
het hulpprogramma van HP (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze
hulpprogramma's.
Rapporten afdrukken
Via het bedieningspaneel drukt u de volgende rapporten voor de printer af.
•Statusrapport printer. Houd
(Annuleren) drie seconden ingedrukt.
•Netwerkconfiguratiepagina en Draadloze-netwerktestpagina. Houd de knop
(Doorgaan) ingedrukt en druk vervolgens op de knop (Draadloos).
•
Demopagina. Houd
(Doorgaan) drie seconden ingedrukt.
Het modelnummer van de printer vinden
Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer
een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met
Het modelnummer van de printer vinden11
Hoofdstuk 1
de klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er
beschikbaar zijn voor uw product.
Het modelnummer wordt afgedrukt op een label aan de binnenkant van het apparaat,
in de buurt van de toegangsklep van de printcartridges.
Afdrukmateriaal selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen
voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er
grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste
afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op
HP-afdrukmateriaal.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het
papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de
hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te
voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren,
scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig
papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende
gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken
•
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
•
•
Tips voor de keuze en het gebruik van media
www.hp.com voor meer informatie over
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Professioneel
papier
HP Premium
Presentatiepapier
HP Professioneel
papier
HP Helderwit
inkjetpapier
12Aan de slag
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor
dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de
productie van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals
brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen
van bedrijfsrapporten en kalenders.
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is
perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven.
Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende
hoogwaardige uitstraling.
HP Bright White Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
(vervolg)
HP-afdrukpapierHP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
HP Office PaperHP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
HP Office Gerecycled
papier
HP premium plus
fotopapier
HP Advanced
fotopapier
HP Everyday
Fotopapier
Hiermee maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan
documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en
levendiger kleuren.
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Met ColorLoktechnologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger
kleuren.
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is
beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch,
10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee
afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is
zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semiglanzende afwerking in 8,5 x11 inches, A4, 4 x 6 inches and 10 x 15
cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio
bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP premium plus
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
Afdrukmateriaal selecteren13
Hoofdstuk 1
(vervolg)
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Advanced
fotopapier
HP Everyday
Fotopapier
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele printcartridges van
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is
beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch,
10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee
afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is
zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semiglanzende afwerking in 8,5 x 11 inch, A4, 4 x 6 inch en 10 x 15 cm.
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP en HP Advanced Photo Papier bevatten waardoor u tijd bespaart
en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare
professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP
Advanced Photo Papier zijn op elkaar afgestemd zodat de
levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na
afdruk, levendig zijn. Zeer geschikt voor het afdrukken van een
vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
•Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
•Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade.
•Zorg ervoor dat het papier goed in de lades is geplaatst. Zie
plaatsen voor meer informatie.
•Plaats niet te veel papier in de lade. Zie
informatie.
•Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
voorkomen, kunt u de volgende papiersoorten beter niet in de laden plaatsen.
◦Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt
niet goed absorbeert
◦Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
14Aan de slag
Afdrukmateriaal
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
Afdrukmateriaal plaatsen
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
•
Enveloppen plaatsen
•
Kaarten en fotopapier plaatsen
•
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Media laden
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1.Trek Papierlade 1 naar buiten.
2.Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3.Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
Afdrukmateriaal plaatsen15
Hoofdstuk 1
4.Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Enveloppen plaatsen
Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1.Trek Papierlade 1 naar buiten.
2.Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
16Aan de slag
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de
lade aangeeft.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3.Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4.Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1.Trek Papierlade 1 naar buiten.
Afdrukmateriaal plaatsen17
Hoofdstuk 1
2.Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3.Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4.Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Papier met een speciaal formaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt
ondersteund door de printer. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
1.Trek Papierlade 1 naar buiten.
2.Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
18Aan de slag
3.Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4.Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
De accessoires installeren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
•
(duplexmodule).
•
Lade 2 installeren
•
Lades configureren
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
•
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule).
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan
beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor informatie over het gebruik van de
duplexeenheid.
Zo installeert u de duplexeenheid.
▲Schuif de duplexeenheid in de achterzijde van de printer totdat de eenheid
vastklikt. Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de
De accessoires installeren19
Hoofdstuk 1
duplexeenheid, maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te
verwijderen.
Lade 2 installeren
Opmerking Papierlade 2 is een optionele accessoire.
Lade 2 kan maximaal 250 vellen normaal papier bevatten. Zie Benodigdheden en
accessoires van HP voor bestelinformatie.
Lade 2 installeren als volgt.
1.Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar
2.Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los.
3.Plaats de printer boven op de lade.
20Aan de slag
de voorbereide locatie. Het oppervlak moet stevig en vlak zijn.
Let op Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
4.Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
5.Activeer lade 2 in het printerstuurprogramma. Zie
Accessoires inschakelen in het
printerstuurprogramma voor meer informatie.
Lade 2 vullen
1.Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer.
2.Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Controleer of de stapel papier overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking In lade 2 kan uitsluitend normaal papier worden geladen.
3.Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst.
4.Plaats de lade voorzichtig terug.
5.Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
De accessoires installeren21
Hoofdstuk 1
Lades configureren
Opmerking Lade 2 is een facultatieve accessoire. Zie Afdrukbenodigdheden
online bestellen voor bestelinformatie.
Om de lades te configureren, moet lade 2 geïnstalleerd en ingeschakeld zijn.
Het afdrukmateriaal wordt standaard uit Papierlade 1 ingevoerd. Als Papierlade 1 leeg
is, wordt het afdrukmateriaal uit Papierlade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en voorzien
van afdrukmateriaal). Met de volgende functies kunt u deze standaardwerking wijzigen:
•Ladevergrendeling: hiermee kunt u voorkomen dat speciaal afdrukmateriaal,
zoals afdrukmateriaal met een briefhoofd en voorbedrukt papier, per ongeluk
wordt gebruikt. Als het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken opraakt, wordt geen
afdrukmateriaal uit een vergrendelde papierlade gebruikt om de afdruktaak te
voltooien.
•Standaardlade: met deze functie kunt u bepalen welke lade als eerste wordt
gebruikt.
Opmerking Als u de ladevergrendeling en standaard lade-instellingen wilt
gebruiken, moet u de optie voor automatische ladeselectie selecteren in de
printersoftware. Als de printer is aangesloten op een netwerk en u een
standaardlade instelt, geldt deze instelling voor alle gebruikers van de printer.
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de
papierlades kunt gebruiken.
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal
plaatsen en de printer laten overschakelen
naar de tweede lade als de eerste leeg is.
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals
briefpapier) als gewoon papier in de lades
plaatsen.
Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar
de printer eerst afdrukmateriaal laten halen uit
een specifieke lade.
22Aan de slag
Plaats het afdrukmateriaal in lade 1 en
•
lade 2. Zie Afdrukmateriaal plaatsen
voor meer informatie.
Controleer of de ladevergrendeling is
•
uitgeschakeld.
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade
•
1 en gewoon papier in lade 2.
Controleer of lade 2 de standaardlade
•
is.
Controleer of de ladevergrendeling is
•
ingesteld voor lade 1.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade
•
2.
Controleer of de juiste lade als
•
standaardlade is ingesteld.
De lades configureren
1.Controleer of de printer aanstaat.
2.Voer één van de volgende handelingen uit:
Geïntegreerde webserver
▲Klik op het tabblad Instellingen en klik op Behandeling papier in het
linkerdeelvenster.
Stuurprogramme printer (Windows):
Voer de volgende stappen uit om de standaard lade te configureren:
a.Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
b.Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Printereigenschappen, Afdrukvoorkeuren.
c.Klik op de tab Papier/Kwaliteit.
d.In de groep Ladekeuze selecteert u de gewenste lade uit de
vervolgkeuzelijst Papierkeuze.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X)
▲Klik op Papierverwerking in het deelvenster Printerinstellingen.
3.Klik na het veranderen van de gewenste lade-instellingen op OK of Toepassen.
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
•Accessoires inschakelen (Windows)
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
•
Accessoires inschakelen (Windows)
1.Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op
Printereigenschappen.
3.Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op het accessoire dat u wilt
inschakelen, klik in het vervolgmenu op Geïnstalleerd en klik vervolgens op OK.
De accessoires installeren23
Hoofdstuk 1
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Mac OS X schakelt in het printerstuurprogramma automatisch alle accessoires in
wanneer u de printersoftware installeert. Neem de volgende stappen als u later een
nieuw accessoire toevoegt:
1.Open Systeemvoorkeuren en selecteer Afdrukken en faxen of Afdrukken en
scannen.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op Opties en
benodigdheden.
3.Klik op het tabblad Driver.
4.Selecteer de opties die u wilt installeren en klik op OK.
Onderhoud van de printer
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer
optimaal blijft functioneren. Voer deze onderhoudsprocedure uit voor zover nodig.
De buitenkant reinigen
•
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Schakel de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact
voordat u de printer gaat reinigen.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het
bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
De printer bijwerken
HP werkt voortdurend aan verbetering van de prestaties van printers en biedt u de
nieuwste functies. Wanneer de printer is aangesloten op een netwerk en webservices
is ingeschakeld, kunt u controleren op updates voor de printer en deze installeren.
De printer bijwerken
1.Open EWS. Zie
2.Klik op het tabblad Webservices.
24Aan de slag
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
3.Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Productupdate en op Nu
controleren, en volg de instructies op het scherm.
4.Als de optie Productupdate niet beschikbaar is, volg dan deze instructies:
a.In het gedeelte Instellingen webservices klikt u op Instellingen, dan op
Doorgaan en volgt u de instructies op het scherm.
b.Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten
controleren op updates en deze te installeren.
Opmerking Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update
downloaden en installeren en vervolgens opnieuw opstarten.
Opmerking Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw
netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om
een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de details, neem dan
contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft
ingesteld.
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door op (Aan/uit) op de printer te drukken. Wacht tot het
lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de
printcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met
de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer
printcartridges ontbreken.
De printer uitschakelen25
2Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch
afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit
wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies
wilt gebruiken. Voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen
voor uw documenten, zie
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Afdrukmateriaal selecteren.
Documenten afdrukken
Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal
formaat
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Documenten afdrukken (Windows)
•
Documenten afdrukken (Mac OS X)
Opmerking Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op
elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer
voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
ePrint voor meer informatie.
26Afdrukken
Documenten of foto's zonder rand afdrukken
HP
Documenten afdrukken (Windows)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op
de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwartwit af te drukken.
Opmerking Indien u een zwart-witdocument wilt afdrukken met alleen
zwarte inkt, klik dan op de knop Geavanceerd. Kies in de vervolgkeuzelijst
Afdrukken in grijstinten Enkel zwarte inkt. Klik dan op de knop OK. Als u
Zwart-wit als optie ziet staan in het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad
Lay-out, moet u deze selecteren.
6.Klik op OK.
7.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Selecteer een papierformaat:
a.Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6.Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in
overeenstemming met uw project.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7.Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Documenten afdrukken27
Hoofdstuk 2
Brochures afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Brochures afdrukken (Windows)
Brochures afdrukken (Mac OS X)
•
Opmerking Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op
elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer
voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
ePrint voor meer informatie.
Brochures afdrukken (Windows)
Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd
om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie
printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.Klik op het tabblad Lay-out en wijzig de indien nodig de papierrichting.
6.Klik op het tabblad Papier/kwaliteit, selecteer de juiste papiersoort voor de
brochure in de vervolgkeuzelijst Media en wijzig vervolgens indien nodig de
papierbron, de papiergrootte en de kwaliteitinstellingen.
7.Klik op de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in
zwart-wit af te drukken.
8.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
HP
Hulpprogramma's
Brochures afdrukken (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Selecteer een papierformaat:
a.Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
28Afdrukken
5.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6.Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
•Papiersoort: de juiste soort brochurepapier
•Kwaliteit:Normaal of Beste
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7.Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen
Gebruik geen enveloppen met de volgende kenmerken:
•zeer gladde afwerking
•zelfklevende randen, sluitingen of vensters.
•dik, onregelmatig of gekrulde hoeken
•gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde gedeelten
Zorg ervoor dat de vouwen in de enveloppen die u in de printer plaatst, scherp zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de
documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op enveloppen (Windows)
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
•
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1.Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6.Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit devervolgkeuzelijst Papierformaat.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
7.Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen29
Hoofdstuk 2
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1.Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Selecteer een papierformaat:
a.Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5.Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6.Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naasthet pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7.Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen,
waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op
te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
•
•
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
Opmerking Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op
elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer
voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
ePrint voor meer informatie.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
30Afdrukken
HP
5.Klik op het tabblad Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens het juiste type
fotopapier in de vervolgkeuzelijst Media.
Opmerking Maximum dpi wordt enkel ondersteund voor kleurenprinten op
HP Premium Plus-fotopapier en HP Advanced-fotopapier.
6.Klik op de knop Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in de
vervolgkeuzelijst Uitvoerkwaliteit.
7.Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde
en selecteert u de volgende optie:
Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
8.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Selecteer een papierformaat:
a.Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing, de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3.Klik in het menu Bestand van de softwaretoepassing op uw computer op
Afdrukken.
4.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5.Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6.Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type fotopapier
•Kwaliteit:Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
Foto's afdrukken31
Hoofdstuk 2
7.Wijzig indien nodig de opties voor foto's en kleuren:
a.Klik op het driehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste opties
onder Foto herstellen:
•Uit: past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
•Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de
scherpte van het beeld enigszins aan.
b.Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op Grijswaarde in het pop-
upmenu Kleur en dan selecteert u de volgende optie:
Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
8.Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het
papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een
aangepast papierformaat.
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Zie
Opmerking Speciale papierformaten definiëren vanuit de
beeldbewerkingssoftware van HP is alleen beschikbaar op Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het
aangepaste formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie
voor instructies
1.Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2.Selecteer een papierformaat:
a.Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
b.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
32Afdrukken
3.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5.Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6.Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7.Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8.Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Klik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op
Pagina-instelling en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd
in het pop-upmenu Formaat voor.
-ofKlik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op
Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
3.Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu
Papierformaat.
Opmerking Als u geen opties ziet,in het dialoogvenster Afdrukken, klik danop het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upvenster Printer of klik op
Details weergeven.
4.Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een
naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
5.Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges
in, indien u die wilt aanpassen.
6.Klik op OK.
Documenten of foto's zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Voor het afdrukken opent u het bestand en zorgt u ervoor dat de grootte van het
document of de afbeelding overeenkomt met de afmetingen van het papier in de
printer.
Opmerking Afdrukken zonder rand is enkel beschikbaar bij sommige
toepassingen.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Windows)
•
•
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Mac OS X)
Documenten of foto's zonder rand afdrukken33
Hoofdstuk 2
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Windows)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop
Geavanceerd.
6.Selecteer Afdrukken zonder rand in de vervolgkeuzelijst Zonder rand
afdrukken.
7.Wijzig indien nodig de optie vanuit de vervolgkeuzelijst Uitvoerkwaliteit en klikvervolgens op OK.
8.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
9.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Selecteer een papierformaat zonder rand:
a.Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c.Selecteer een papierformaat zonder rand in het pop-upmenu
Papierformaat en klik vervolgens op OK.
3.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6.Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
•Papiersoort: de juiste papiersoort
•Kwaliteit:Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7.Zorg dat het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
34Afdrukken
8.Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naastKleurenopties en selecteer
de juiste Photo Fix-opties:
•Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding.
•Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherpgesteld; de scherpte van
de afbeelding wordt enigszins aangepast.
9.Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met de
accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Tip U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven genummerde
pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de even
genummerde pagina’s af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1.Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Zie
afdrukken en Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd. Zie
accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule). voor meer
informatie.
3.Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu
Bestand en klik vervolgens op de knop Printereigenschappen om het
dialoogvenster te openen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4.Onder de opties Afdrukken op beide zijden in het tabblad Lay-out, selecteert uofwel Afknippen langs lange zijde of Afknippen langs korte zijde.
5.Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
6.Druk het document af.
Richtlijnen voor dubbelzijdig
Installeer het
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1.Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2.Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct wordt geplaatst. Zie
accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule). voor meer
informatie.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)35
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
Installeer het
Hoofdstuk 2
3.Selecteer een papierformaat:
a.Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
4.
b.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
4.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
5.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
6.Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor
dubbelzijdig afdrukken selecteren.
7.Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden,
en klik op de juiste bindopties voor het document.
-ofKlik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het
document in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
8.Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Bekijk de afdrukresolutie.
1.Klik in het printerstuurprogramma op het tabblad Papier/Kwaliteit en klikvervolgens op de knop Geavanceerd.
2.Klik op de vervolgkeuzelijst Resolutie voor de beschikbare afdrukresoluties.
36Afdrukken
3HP ePrint
HP ePrint is een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke plaats
waar u e-mail kunt verzenden documenten kunt afdrukken met uw printer met HP
ePrint. Stuur uw documenten en foto's gewoon naar het e-mailadres dat aan uw printer
werd toegewezen wanneer u webservices hebt ingeschakeld. Er zijn geen bijkomende
stuurprogramma's of software nodig.
Zodra u zich hebt geregistreerd voor een account op ePrintCenter
www.eprintercenter.com) kunt u zich aanmelden om uw HP ePrint-taakstatus te
(
bekijken, uw HP ePrint-printerwachtrij te beheren, in te stellen wie uw e-mailadres voor
de HP ePrint-printer mag gebruiken om af te drukken en hulp voor HP ePrint te krijgen.
Opmerking Om HP ePrint te gebruiken moet u printer zijn verbonden met het
internet (met een Ethernet-kabel of via een draadloze verbinding). U kunt deze
webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Instellen van HP ePrint
•
•
HP ePrint gebruiken
Webservices verwijderen
•
Instellen van HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint in te stellen.
Stel HP ePrint in door middel van de HP-printersoftware.
•
Stel HP ePrint in via het bedieningspaneel van de printer.
•
•
Stel HP ePrint in via de geïntegreerde webserver.
Opmerking Zorg ervoor dat u vast (Ethernet) of draadloos bent verbonden met
het internet alvorens u HP ePrint instelt.
Opmerking Als er problemen optreden, raadpleeg dan het gedeelte HP ePrintlampje in
Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel.
Stel HP ePrint in door middel van de HP-printersoftware.
Naast het activeren van de hoofdfucties van de printer, kunt u de HP-printersoftware
die bij uw printer is geleverd, gebruiken om HP ePrint in te stellen. Als u HP ePrint niet
hebt ingesteld bij het installeren van de HP-software op uw computer, kunt u de
software nog steeds gebruiken om HP ePrint in te stellen.
HP ePrint37
Hoofdstuk 3
Voer de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem om HP ePrint in te stellen:
Windows
1.Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, selecteer de map voor uw printer en selecteer
vervolgens het pictogram met de naam van uw printer.
2.Dubbelklik op Internetoplossingen en dubbelklik vervolgens op ePrint setup.
De geïntegreerde webserver van de printer wordt geopend.
3.Klik op het tabblad Webservices.
4.Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Instellingen en vervolgens op
Doorgaan. Volg de instructies op het scherm om de gebruiksvoorwaarden te
accepteren.
5.Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren
op updates en deze te installeren.
Opmerking Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update
downloaden en installeren en vervolgens opnieuw opstarten. U zal de
instructies van stap 1 moeten herhalen om HP ePrint in te stellen.
Opmerking Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw
netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om
een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de details, neem dan
contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft
ingesteld.
6.Wanneer de printer is aangesloten op de server, drukt de printer een
informatiepagina af. Volg de instructies op de informatiepagina om de installatie
te voltooien.
Mac OS X
▲Om Webservices in te stellen en te beheren in Mac OS X, kunt u de
geïntegreerde webserver van de printer (EWS) gebruiken. Zie
via de geïntegreerde webserver. voor meer informatie.
Stel HP ePrint in via het bedieningspaneel van de printer.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop
printer wordt een informatiepagina afgedrukt.
2.Volg de instructies op de informatiepagina.
Stel HP ePrint in via de geïntegreerde webserver.
U kunt de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) gebruiken om HP ePrint in te
stellen en te beheren.
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint in te stellen:
1.Open EWS. Zie
2.Klik op het tabblad Webservices.
3.Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Instellingen en vervolgens op
Doorgaan. Volg de instructies op het scherm om de gebruiksvoorwaarden te
accepteren.
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Stel HP ePrint in
(HP ePrint). Op de
38HP ePrint
4.Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren
op updates en deze te installeren.
Opmerking Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update
downloaden en installeren en vervolgens opnieuw opstarten. U zal de
instructies van stap 1 moeten herhalen om HP ePrint in te stellen.
Opmerking Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw
netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om
een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de details, neem dan
contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft
ingesteld.
5.Wanneer de printer is aangesloten op de server, drukt de printer een
informatiepagina af. Volg de instructies op de informatiepagina om de installatie
te voltooien.
HP ePrint gebruiken
HP ePrint biedt de mogelijkheid om op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten
af te drukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint.
Zorg ervoor dat u over het volgende beschikt om HP ePrint te gebruiken:
•Een computer of mobiel toestel met internet en e-mail.
•Een printer met HP ePrint waarop Webservices is geactiveerd.
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van de HP ePrintinstellingen en om meer te weten over de laatste functies, gaat u naar het
ePrintCenter (
www.eprintcenter.com).
Afdrukken met HP ePrint
voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met HP ePrint:
1.Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
Opmerking Voor meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing
op uw computer of mobiel toestel, raadpleegt u de documentatie die bij de
toepassing is geleverd.
2.Maak een nieuw e-mailbericht aan en voeg het bestand toe dat u wilt afdrukken.
Specificaties HP ePrint en HP-website voor een lijst met bestanden die
Zie
kunnen worden afgedrukt met HP ePrint en richtlijnen voor het gebruik van HP
ePrint.
3.Voer het e-mailadres van de printer in in de regel "Naar" van het e-mailbericht en
selecteer vervolgens "Verzenden".
Opmerking Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt
weergegeven in de regel "Naar". Als er nog een ander e-mailadres staat in de
regel "Naar", worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk niet afgedrukt.
HP ePrint gebruiken39
Hoofdstuk 3
Het e-mailadres van de printer opzoeken
Om het e-mailadres van de printer te verkrijgen, gaat u naar ePrintCenter
www.eprintcenter.com).
(
Schakel HP ePrint uit
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
meer informatie.
2.In het tabblad Webservices, klikt u op ePrint in de sectie Instellingen
Webservices.
3.Klik op ePrint uitschakelen.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.
Webservices verwijderen
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
meer informatie.
2.Klik op het tabblad Webservices, en klik vervolgens op Webservices
verwijderen in de sectie Instellingen Webservices.
3.Klik op Webservices verwijderen.
Geïntegreerde webserver voor
Geïntegreerde webserver voor
40HP ePrint
4Werken met printcartridges
Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet
u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u
richtlijnen voor het hanteren van printcartridges, instructies voor het vervangen van
printcartridges en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Informatie over printcartridges en de printkop
•
•
De geschatte inktniveaus bekijken
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HPprintcartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
•De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
printcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
•
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te
vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of
schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als
een of meer printcartridges ontbreken.
•Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig
hebt.
•Zorg ervoor dat u de printer op de juiste manier uitschakelt. Zie
uitschakelen voor meer informatie.
•Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
•Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
printcartridges hebben een langere levensduur.
•Hanteer de printcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
•Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
printer lekt of dat de printer beschadigd raakt:
◦
Zorg dat u de printer uitschakelt door op
printer niet uit zolang u nog interne printergeluiden hoort. Zie
uitschakelen voor meer informatie.
◦Zorg ervoor dat u de printcartridges en de printkop op hun plaats houdt.
◦De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
(Aan/uit) te drukken. Schakel de
Werken met printcartridges41
De printer
De printer
Hoofdstuk 4
Verwante onderwerpen
•
De geschatte inktniveaus bekijken
•
Printkop reinigen
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het
bedieningspaneel van de printer. Zie
bedieningspaneel van de printer gebruiken voor informatie over het gebruik van deze
hulpprogramma's. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over een laag
inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele
afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen tot het
moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator
mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de
printer en de cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan
de printkop, dat ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed
blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is
gebruikt. Raadpleeg
Het printerstatusrapport begrijpen).
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Hulpprogramma's printerbeheer en Het
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt
Voor normaal gebruik is dit product niet ontworpen om af te drukken met alleen de
zwarte cartridge wanneer er geen inkt meer zit in de kleurencartridges.
Uw printer is echter ontworpen om u zolang mogelijk te laten afdrukken wanneer uw
cartridges zonder inkt komen te zitten.
42Werken met printcartridges
Wanneer er voldoende inkt in de printkop zit, zal de printer u aanbieden om enkel
zwarte inkt te gebruiken wanneer een of meer van de kleurencartridges zonder inkt
zitten, en enkel gekleurde inkt wanneer de zwarte cartridge zonder inkt zit.
•De hoeveelheid die u kunt afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt is
beperkt, dus houd vervangende inktcartridges gereed wanneer u afdrukt met
enkel zwarte of gekleurde inkt.
•Wanneer er niet langer voldoende inkt is om af te drukken, zult u een melding
krijgen dat een of meer cartridges leeg zijn, en zult u de lege cartridges moeten
vervangen voordat u verdergaat met afdrukken.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer
worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn
geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of
meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als u
onlangs een cartridge gedurende een lange tijd uit de printer hebt gelaten, of als
onlangs het papier vastzat en u een slechte afdrukkwaliteit hebt opgemerkt, reinig
dan de printkop. Zie
Printkop reinigen voor meer informatie.
Printcartridges vervangen
Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Zie Benodigdheden en accessoires van HP als u nog geen vervangende
printcartridges voor de printer hebt.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer
printcartridges ontbreken.
Gebruik deze stappen om de printcartridges te vervangen.
U vervangt de printcartridges als volgt:
1.Controleer of de printer aanstaat.
2.Open de toegangsklep voor printcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder
gaat.
Printcartridges vervangen43
Hoofdstuk 4
3.Druk op de voorkant van de printcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder
deze vervolgens uit de sleuf.
4.Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking.
5.Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de printcartridge in de lege
sleuf tot deze stevig vastzit.
Let op Trek niet aan de vergrendelingsgreep van de printcartridge om de
printcartridge te installeren. Hierdoor kan de printkop of de printcartridge
verkeerd geplaatst raken, wat kan leiden tot fouten of problemen met de
afdrukkwaliteit. De vergrendeling moet neerwaarts blijven voor een correcte
installatie van de printcartridges.
Zorg ervoor dat u de printcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde
kleur als de kleur die u installeert.
44Werken met printcartridges
6.Herhaal stap 3 tot en met 6 voor elke printcartridge die u wilt vervangen.
7.Sluit de toegangsklep voor printcartridges.
Verwante onderwerpen
Benodigdheden en accessoires van HP
Printerbenodigdheden bewaren
Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de
toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste
wijze uitschakelen. Zie
De printer uitschakelen voor meer informatie.
Opslag anonieme gebruiksinformatie
De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die
de werking van de printer ondersteunt. Verder slaat deze geheugenchip een beperkte
hoeveelheid anonieme informatie op over het gebruik van de printer, waaronder: de
datum waarop de cartridge voor het eerst werd geïnstalleerd, de datum waarop de
cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal pagina's dat werd afgedrukt met de
cartridge, de paginadekking, de afdrukfrequentie, de gebruikte afdrukstanden,
eventuele afdrukfouten, en het printermodel.
Deze informatie helpt HP om printers in de toekomst te ontwerpen die aan de
afdrukbehoeften van onze klanten voldoen. De gegevens die door de
cartridgegeheugenchip worden verzameld, bevatten geen informatie die kan worden
gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of de printer te identificeren.
HP verzamelt een steekproef uit de geheugenchips van cartridges die worden
teruggestuurd naar het HP programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP
Planet Partners:
geheugenchips uit deze steekproef worden gelezen en bestudeerd om toekomstige
HP-printers te verbeteren. HP-partners die helpen bij de recycling van deze cartridge
hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde partij die de cartridge bezit heeft mogelijk toegang tot de anonieme
informatie op de geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft tot deze informatie,
kunt u de chip onbruikbaar maken. Nadat u de geheugenchip echter onbruikbaar
maakt, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in een HP-printer.
Als u bezorgd bent over het verstrekken van deze anonieme informatie, kunt u deze
informatie ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip om
gebruiksinformatie van de printer te verzamelen uit te schakelen.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/). De
De functie voor gebruiksinformatie uitschakelen
1.Open EWS. Zie
2.Klik op het tabblad Instellingen.
3.Klik in het gedeelte Voorkeuren op de optie die de gebruiksinformatie of de
chipinformatie van de cartridge toont.
4.Selecteer de optie om uit te schakelen en klik op Toepassen.
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Opslag anonieme gebruiksinformatie45
Hoofdstuk 4
Opmerking U kunt de cartridge in de HP-printer blijven gebruiken als u het
vermogen van de geheugenchip om de gebruiksinformatie van het apparaat te
verzamelen, uitschakelt.
46Werken met printcartridges
5Een probleem oplossen
In dit hoofdstuk vindt u suggesties voor het oplossen van algemene problemen. Indien
uw printer niet goed werkt en de oplossingen uw probleem niet hebben opgelost,
probeer dan een van de volgende ondersteunende services te gebruiken voor hulp.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP-ondersteuning
•
•
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
•
Printerproblemen oplossen
•
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Problemen met de papierinvoer oplossen
•
•
Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint en HP-websites
•
Problemen met vaste Ethernet-netwerken oplossen
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
•
•
Firewallsoftware zo configureren dat deze in combinatie met de printer kan
werken
•
Problemen met het printerbeheer oplossen
Installatieproblemen oplossen
•
•
Het printerstatusrapport begrijpen
•
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
Onderhoud aan de printkop
•
•
Storingen verhelpen
•
Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel
HP-ondersteuning
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1.Raadpleeg de documentatie van de printer.
2.Ga naar de HP-website voor online-ondersteuning op
customercare. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's die van
pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen. De
online ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HPondersteuning is de meest betrouwbare bron van actuele printerinformatie en
deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen:
•Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
•HP-software en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
•Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende
problemen
•Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HPnieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de printer registreert
www.hp.com/go/
Een probleem oplossen47
Hoofdstuk 5
Zie Elektronische ondersteuning voor meer informatie.
3.Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning
verschillen per printer, land/regio en taal. Zie
voor meer informatie.
Elektronische ondersteuning
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP
gaan op
hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke
printerproblemen. Selecteer uw land/regio wanneer hierom wordt gevraagd en klik
vervolgens op Neem contact op met HP als u contact wilt opnemen met de
technische ondersteuning.
Op deze website vindt u ook technische ondersteuning, stuurprogramma's,
benodigdheden, bestelinformatie en andere opties zoals:
•Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
•Verstuur HP een e-mailbericht en u krijgt direct antwoord op uw vragen.
•On line met een technicus van HP spreken.
•Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de HP-software voor Windows of Mac OS X,
die eenvoudige, stapsgewijze oplossingen biedt voor veelvoorkomende
afdrukproblemen. Zie
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en
taal.
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en
Telefonische ondersteuning van HP
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Telefonische ondersteuning van HP
De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld,
zijn van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die
vanaf een vaste lijn zijn gemaakt. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing op
mobiele telefoons.
www.hp.com/go/customercare voor de meest recente lijst van HP met
Zie
ondersteuningstelefoonnummers en informatie over de gesprekskosten. Op deze
website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het
oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP
Klantenondersteuningscentrum.
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor Linux-printing. U vindt
alle ondersteuning op volgende website:
knop Stel een vraag om te beginnen met het ondersteuningsproces.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Ga naar
www.hp.com/go/customercare als u deze besturingssystemen gebruikt. Op deze
website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het
oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
48Een probleem oplossen
https://launchpad.net/hplip. Klik op de
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Voordat u belt
Periode voor telefonische ondersteuning
•
•
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Na de periode van telefonische ondersteuning
•
Voordat u belt
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de printer zit. Zorg dat u de volgende
informatie kunt geven:
•Modelnummer (zie
Het modelnummer van de printer vinden voor meer
informatie)
•Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
•Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
•Antwoorden op de volgende vragen:
◦Doet dit probleem zich vaker voor?
◦Kunt u het probleem reproduceren?
◦Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort
voordat dit probleem zich begon voor te doen?
◦Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voorafgaande aan deze
toestand (was er een onweersbui of is de printer verplaatst)?
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille
Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Op vele locaties biedt HP gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode.
Sommige ondersteuningsnummers zijn echter niet gratis.
HP-ondersteuning49
Hoofdstuk 5
Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest actuele lijst met telefoonnummers
voor ondersteuning. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's die van
pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
50Een probleem oplossen
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de telefonische ondersteuningsperiode kunt u voor ondersteuning tegen
een vergoeding terecht bij HP. Er is mogelijk ook hulp beschikbaar op de HP-website
voor online-ondersteuning.
informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel
gebruikelijke printerproblemen. Neem contact op met uw HP-leverancier of bel het
ondersteuningsnummer voor uw land/regio voor meer informatie over
ondersteuningsmogelijkheden.
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van
problemen
Opmerking Voor veel van de volgende stappen hebt u HP-software nodig. Als u
de HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de cd met HP-software
die bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HPondersteuningswebsite. (
informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van
veel gebruikelijke printerproblemen.
Controleer het volgende voor u problemen begint op te sporen:
•Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
•Zie
•Zie
•Aan/uit-lampje brandt en knippert niet. Wanneer de printer voor de eerste keer
•Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer
•Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn
•Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
•De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows
•Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
•Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit
Storingen verhelpen voor papierstoringen.
Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over problemen met
de papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 12 minuten om te initialiseren nadat de
printcartridges zijn geïnstalleerd.
zijn aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend
wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie
spanningsvereisten.
vastgelopen.
stelt u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, kunt u
dit als standaard instellen in het gedeelte Afdrukken & Faxen of Afdrukken&Scannen van de Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van de
computer voor meer informatie.
Windows gebruikt.
de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de
taak opnieuw afdrukt.
www.hp.com/go/customercare). Op deze website staan
Elektrische specificaties voor
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen51
Hoofdstuk 5
Printerproblemen oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
•
Het uitlijnen is mislukt
•
•
De printer reageert niet (drukt niet af)
•
De printer drukt langzaam af
De printer maakt onverwachte geluiden
•
•
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
•
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
•
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroomstopcontact. Zie
Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Het uitlijnen is mislukt
Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier
in de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de printcartridges
gekleurd papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning.
Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat de sensor of de
printcartridge defect is. Neem contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's
die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
Selecteer desgevraagd uw land of regio en klik vervolgens op Neem contact op met
HP als u contact wilt opnemen met HP voor technische ondersteuning.
De printer reageert niet (drukt niet af)
Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij
Open de afdrukwachtrij, annuleer het afdrukken van alle documenten in de wachtrij en
start vervolgens de computer opnieuw op. Nadat de computer is opgestart, probeert u
opnieuw af te drukken. Raadpleeg het Help-systeem voor het besturingssysteem voor
meer informatie.
Controleer de printerinstellingen
Raadpleeg
informatie.
52Een probleem oplossen
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer
De installatie van de HP-software controleren
Als de printer is uitgezet tijdens het afdrukken, verschijnt er op uw computer een
waarschuwing. Gebeurt dat niet, dan is de meegeleverde HP-printersoftware wellicht
niet juist geïnstalleerd. U kunt dit oplossen door de HP-software volledig van uw
computer te verwijderen en de HP-software vervolgens opnieuw te installeren. Zie
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw voor meer informatie.
Controleer de kabelaansluitingen
•Controleer of beide uiteinden van de Ethernet-/USB-kabel goed zijn aangesloten.
•Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende:
◦Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer
brandt.
◦Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de
printer.
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De Pindividuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer
beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de
computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de
printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft
voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt.
Schakel de firewall weer in.
De printer drukt langzaam af
Probeer de volgende oplossingen als de printer erg langzaam afdrukt.
Oplossing 1: Stel de afdrukkwaliteit lager in
•
•
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
•
Oplossing 1: Stel de afdrukkwaliteit lager in
Oplossing: Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit. Beste en Maximum dpi
bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt
de hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Printerproblemen oplossen53
Hoofdstuk 5
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau
bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over
een laag inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te
vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Let op printcartridges worden weliswaar niet beschadigd wanneer ze buiten
de printer worden bewaard, maar voor de printkop hoeven niet alle cartridges
te allen tijde te zijn geplaatst nadat de printer is geconfigureerd en in gebruik.
Een of meer lege cartridgesleuven langere tijd leeglaten, kan echter leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en mogelijke schade aan de printkop. Als u
onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden en een slechte
afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen. Zie
Printkop reinigen voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges. Onvoldoende
inkt kan ervoor zorgen dat de printkop oververhit raakt. Als de printkop oververhit
raakt, gaat de printer langzamer werken om deze af te laten koelen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en
hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel
gebruikelijke printerproblemen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printer.
De printer maakt onverwachte geluiden
U hoort wellicht enkele onverwachte geluiden uit de printer. Dit zijn de
onderhoudsgeluiden die u hoort als er automatische onderhoudsfuncties in de printer
worden uitgevoerd om de printkoppen in goede staat te houden.
Opmerking Mogelijke schade aan de printer voorkomen:
Schakel de printer nooit uit als er onderhoud wordt uitgevoerd. Als u de printer
uitschakelt, wacht dan totdat de printer volledig is gestopt voordat u deze
uitschakelt met de
Ga na of alle printcartridges zijn geplaatst. Als een van de printcartridges ontbreekt,
wordt er extra onderhoud uitgevoerd om de printkoppen te beschermen.
54Een probleem oplossen
(Aan/Uit). Zie De printer uitschakelen.
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
Printkop reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. Zie
meer informatie. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer verkeerd
werd uitgeschakeld.
Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte
pagina's. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen. U kunt
dit probleem echter voorkomen door de printer op de juiste manier uit te schakelen.
Schakel de printer altijd uit door op
het lampje
schakelaar omzet.
Controleer de materiaalinstellingen
•Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor
afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de lades.
•Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met
de breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen
Zie
van problemen met de papiertoevoer.
(Aan/uit) uitgaat voor u de stekker uit het stopcontact trekt of de
(Aan/uit) op de printer te drukken. Wacht tot
Printkop reinigen voor
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit evalueren
Druk een pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit af. Op basis hiervan kunt u beter
bepalen of het nodig is om onderhoudsprogramma's uit te voeren om de kwaliteit van
uw afdrukken te verbeteren. Zie
informatie.
Houd
afdrukken en evalueren.
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
Zie
Controleer de kleurinstellingen
Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
(Aan/uit) ingedrukt, druk zeven keer op (Annuleren), druk twee keer op
(Doorgaan) en laat (Aan/uit) los als u de pagina Diagnostiek afdrukkwaliteit wilt
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen voor meer
Printerproblemen oplossen55
Hoofdstuk 5
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USBkabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het
afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is
geplaatst. Ga voor meer informatie naar
Controleer het papierformaat
•De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het
document groter is dan het gebruikte papier.
•Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in de printerdriver overeenkomt
met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de marge-instellingen
Als de tekst of de afbeeldingen van de randen van de pagina wegvallen, moet u
nagaan of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer
misschien overschrijden. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Afdrukmateriaal plaatsen.
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in de printerdriver. Raadpleeg
Afdrukken voor meer informatie.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USBkabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, wordt het probleem mogelijk
veroorzaakt doordat de toepassing de printerinstellingen niet goed kan interpreteren.
Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de
documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Als uw afdruk een van de volgende problemen met de afdrukkwaliteit vertoont,
probeert u de oplossingen in dit gedeelte.
56Een probleem oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
•Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
•
•
Oplossing 3: Controleer het papier dat in de invoerlade zit
•
Oplossing 4: Controleer de papiersoort
•
Oplossing 5: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing 6: Een rapport over de afdrukkwaliteit afdrukken en kijken of deze
•
goed is
Oplossing 7: Contact opnemen met HP-ondersteuning
•
Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Oplossing: Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
HP raadt aan printcartridges van HP te gebruiken. Originele HP-inktcartridges zijn
ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer schitterende
resultaten kunt bereiken.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet
van HP is, niet garanderen. Onderhoud of reparaties van de printer als gevolg
van het gebruik van benodigdheden van andere fabrikanten dan HP, vallen
niet onder de garantie.
Als u meent dat u originele HP-inktcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden printcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen57
Hoofdstuk 5
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau
bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te
vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen tot het moment
waarop u dit wordt gevraagd.
Let op Printcartridges worden weliswaar niet beschadigd wanneer ze buiten
de printer worden bewaard, maar voor de printkop hoeven niet alle cartridges
te allen tijde te zijn geplaatst nadat de printer is geconfigureerd en in gebruik.
Een of meer lege cartridgesleuven langere tijd leeglaten, kan echter leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en mogelijke schade aan de printkop. Als u
onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden en een slechte
afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen. Zie
Printkop reinigen voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer het papier dat in de invoerlade zit
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet
gekreukt of te dik is.
•Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden. Als u bijvoorbeeld glanzend
fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar
beneden.
•Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet gekreukt is. Als
het papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er
vegen ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg
dik papier (zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal plaatsen.
Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke
andere papiersoort die geschikt is voor de printer. Al het papier met het ColorLoklogo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van
betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren
met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal
eenvoudig papier.
58Een probleem oplossen
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced
Photo Paper voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als
u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken.
Stop al het papier dat u niet hebt gebruikt terug in de plastic zak wanneer u klaar
bent met afdrukken. Hierdoor krult het fotopapier niet.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw
inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop
te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
•Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in
grijswaarden te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde
kleurinstellingen zoals verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn
ingesteld om de weergave van kleuren te wijzigen.
•Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de
papiersoort in de printer.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit als de
kleuren in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een
kwaliteitsfoto afdrukt, en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Advanced
Photo Paper in de invoerlade is geplaatst.
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders
worden weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat
geval is er niets mis met de printer, de afdrukinstellingen of de printcartridges.
U hoeft verder geen probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen59
Hoofdstuk 5
Oplossing 6: Een rapport over de afdrukkwaliteit afdrukken en kijken of deze
goed is
Oplossing:
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
•
Bedieningspaneel:Houd
(Aan/uit) ingedrukt, druk zeven keer op
(Annuleren), druk twee keer op (Doorgaan) en laat ((Aan/uit) los.
•Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Extra, klik op Werkset
afdrukkwaliteit onder Hulpprogramma's en klik vervolgens op
Afdrukkwaliteitsrapport.
•HP-hulpprogramma (Mac OS X): Klik in de sectie Informatie en
ondersteuning op Diagnostiek van afdrukkwaliteit en klik daarna op
Afdrukken.
60Een probleem oplossen
Als u defecten constateert in het Diagnoserapport afdrukkwaliteit voert u de
onderstaande stappen uit:
1.Als op het Diagnoserapport afdrukkwaliteit vervaagde, gedeeltelijke,
streperige of ontbrekende gekleurde balken of patronen staan, controleert u
of de printcartridges leeg zijn en vervangt u de cartridge die overeenkomt
met de defecte gekleurde balk of het defecte kleurenpatroon. Als geen van
de printcartridges leeg is, verwijdert u alle printcartridges en plaatst ze
allemaal terug om er zeker van te zijn dat ze correct zijn geplaatst.
2.Lijn de printkop uit. Zie
Printkop uitlijnen voor meer informatie.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen61
Hoofdstuk 5
3.Reinig de printkop. Zie Printkop reinigen voor meer informatie.
4.Vervang de printkop. Zie
meer informatie.
Oorzaak: Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben:
software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem
zelf. Als u niet tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een
Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit afdrukken om vast te stellen of het
printsysteem goed werkt.
Oplossing 7: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel
gebruikelijke printerproblemen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en
Printkop verwijderen en opnieuw installeren voor
Problemen met de papierinvoer oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt ondersteund door de printer en de gebruikte
lade. Zie
Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade
•Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg
•Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
•Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal
voordat u het in de lade plaatst.
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed
(maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
weer glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
62Een probleem oplossen
Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit
•Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade volledig is uitgetrokken. Als dit
niet het geval is, kunnen afgedrukte pagina's uit de printer vallen.
•Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal
vellen bevatten.
Pagina's worden scheef ingevoerd
•Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt.
Indien nodig trekt u de lades uit de printer, plaatst u het afdrukmateriaal correct
terug in de lade en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
•Plaats alleen afdrukmateriaal in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
•Verwijder het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule) en plaats het terug.
◦Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide
zijden en verwijder de eenheid.
◦Plaats de duplexeenheid in de printer terug.
Problemen met de papierinvoer oplossen63
Hoofdstuk 5
Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd
•Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
•Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed
(maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
•Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
•Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en
efficiency.
Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint en HPwebsites
In dit hoofdstuk vindt u oplossingen voor veelvoorkomende problemen bij gebruik van
HP ePrint en HP-websites.
Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint
•
•
Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites
Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint
Als u problemen hebt bij het gebruik van HP ePrint, controleert u het volgende:
•Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op het internet door middel van een
Ethernet- of draadloze verbinding.
Opmerking U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is
aangesloten met een USB-kabel.
•Controleer of de meest recente productupdates zijn geïnstalleerd op de printer.
Zie
De printer bijwerken voor meer informatie.
•Zorg ervoor dat HP ePrint is ingeschakeld op de printer. Zie
het bedieningspaneel van de printer. voor meer informatie.
•Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed
functioneert.
•Als u de printer aansluit met een Ethernet-kabel, moet u controleren of u geen
telefoonsnoer of cross-kabel gebruikt om de printer met het netwerk te verbinden
en of de Ethernet-kabel goed op de printer is aangesloten. Zie
vaste Ethernet-netwerken oplossen voor meer informatie.
•Als u de printer met het netwerk verbindt via een draadloze verbinding, moet u
controleren of het draadloze netwerk goed functioneert. Zie
draadloze verbindingen oplossen voor meer informatie.
Stel HP ePrint in via
Problemen met
Problemen met
64Een probleem oplossen
•Als u HP ePrint gebruikt, controleert u het volgende:
◦Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer correct is.
◦Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt weergegeven in
de regel "Naar". Als er nog een ander e-mailadres staat in de regel "Naar",
worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk niet afgedrukt.
◦Zorg ervoor dat de documenten die u verstuurt, voldoen aan de vereisten
van HP ePrint. Zie
•Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, zorg er dan voor dat de ingevoerde proxy-instellingen geldig zijn:
◦Controleer de instellingen van de webbrowser die u gebruikt (zoals Internet
Explorer, Firefox, of Safari).
◦Neem contact op met de IT-beheerder of de persoon die uw firewall heeft
ingesteld.
Als de proxy-instellingen van uw firewall zijn gewijzigd, moet u deze
instellingen updaten in het bedieningspaneel van de printer. Als deze
instellingen niet zijn geüpdated, kunt u HP ePrint niet gebruiken.
Stel HP ePrint in via het bedieningspaneel van de printer. voor meer
Zie
informatie.
Tip Ga naar het ePrintCenter (www.eprintcenter.com) voor meer hulp bij het
instellen en gebruiken van HP ePrint.
Specificaties HP ePrint voor meer informatie.
Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites
Indien u problemen ondervindt bij het gebruiken van HP-websites via uw computer,
moet u het volgende controleren:
•Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het internet.
•Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Zie
websitespecificaties voor meer informatie.
•Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, probeer deze instellingen dan uit te schakelen. Zie de documentatie bij
uw webbrowser voor meer informatie.
HP-
Problemen met vaste Ethernet-netwerken oplossen
Als u de printer niet kunt aansluiten op uw Ethernet-netwerk, voer dan een of meer van
de volgende taken uit.
Opmerking Als u een van de volgende maatregelen hebt getroffen, moet u het
installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
•Algemene netwerkproblemen oplossen
Problemen met vaste Ethernet-netwerken oplossen65
Hoofdstuk 5
Algemene netwerkproblemen oplossen
Indien u de HP-software die bij de printer is geleverd, niet kunt installeren, controleert u
het volgende:
•Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
•Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
•Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's en
firewalls
•De printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de computers die
gebruikmaken van de printer.
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Ga voor meer informatie naar
begrijpen of download het hulpprogramma HP Home Network Diagnostic Utility op de
website van HP.
De netwerkconfiguratiepagina
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van eventuele problemen met het
aansluiten van de printer op het draadloze netwerk.
Volg deze suggesties in de aangegeven volgorde en begin met de suggesties onder
´Algemene tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken´. Als de
problemen blijven bestaan, volgt u de suggesties in het gedeelte ´Geavanceerde tips
voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken´.
Draadloze basisproblemen oplossen
•
•
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Wanneer de problemen zijn opgelost...
•
Tip Ga voor meer informatie over het oplossen van problemen met draadloos
afdrukken naar
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, biedt HP een tool genaamd HP
Home Network Diagnostic Utility, dat u helpt bij het ophalen van deze informatie
voor sommige systemen. Om deze tool te gebruiken gaat u naar het HP Draadloos
afdrukcentrum
netwerkhulpprogramma in de sectie Quick Links. (Deze tool is momenteel nog
niet beschikbaar in alle talen).
Opmerking Volg de aanwijzingen in Wanneer de problemen zijn opgelost... nadat
u het probleem hebt opgelost.
66Een probleem oplossen
www.hp.com/go/wirelessprinting.
www.hp.com/go/wirelessprinting, en klikt u op Diagnostisch
Draadloze basisproblemen oplossen
Voer de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit.
Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt
Als het blauwe lampje bij de knop Draadloos van de printer niet brandt, zijn de
draadloze functies mogelijk niet ingeschakeld. Druk op de knop
de draadloze functies van de printer wilt inschakelen.
Opmerking Als uw printer Ethernet-netwerken ondersteunt, controleer dan of er
geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten. Als er een Ethernet-kabel wordt
aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer
uitgeschakeld.
Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten
Schakel de router en de printer uit en zet ze vervolgens weer aan in deze volgorde:
eerst de router en dan de printer. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken,
schakel de router, de printer en uw computer dan uit. Soms wordt een
netwerkcommunicatieprobleem opgelost door de printer uit en weer in te schakelen.
Stap 3 - De draadloze netwerktest uitvoeren
Voer de draadloze netwerktest uit voor problemen met draadloze netwerken. Om een
draadloze netwerktestpagina af te drukken, houdt u de knop
en drukt u vervolgens op de knop
gedetecteerd, worden er in het afgedrukte testrapport aanbevelingen gegeven die het
probleem kunnen helpen oplossen.
(Draadloos) als u
(Hervatten) ingedrukt
(Draadloos). Als er een probleem wordt
Tip Als de Test draadloos netwerk aangeeft dat het signaal zwak is, probeer dan
de printer dichter bij de draadloze router te plaatsen.
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Als u de suggesties in het gedeelte Draadloze basisproblemen oplossen hebt
geprobeerd en uw printer nog steeds niet kunt aansluiten op het draadloze netwerk,
probeert u de volgende suggesties in de onderstaande volgorde:
Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk
•
•
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten
Stap 3: Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert
•
•
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is
Stap 5: Controleren of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
•
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)
Stap 6: Controleer of uw computer niet is verbonden met uw netwerk via een
•
virtueel privé-netwerk (VPN).
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 67
Hoofdstuk 5
Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk
Zorg ervoor dat uw computer is aangesloten op uw netwerk - ofwel uw Ethernetnetwerk of uw draadloos netwerk. Als de computer niet is aangesloten op het netwerk,
kunt u de printer niet gebruiken in het netwerk.
Een Ethernet-verbinding controleren
▲Veel computers hebben indicatielampjes naast de poort waarop de Ethernet-
kabel is aangesloten. Met deze kabel is de router op de computer aangesloten.
Gewoonlijk zijn er twee indicatielampjes, waarvan de ene brandt en de andere
knippert. Als er op uw computer indicatielampjes aanwezig zijn, controleert u of
deze lampjes aan zijn. Zijn de lampjes niet aan, koppel de Ethernet-kabel dan los
en sluit deze opnieuw aan op de computer en de router. Als de lampjes nog
steeds niet aan zijn, is er mogelijk een probleem met de router, de Ethernet-kabel
of uw computer.
Opmerking Macintosh-computers hebben geen indicatielampjes. Om een
Ethernet-verbinding op een Macintosh-computer te controleren, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u vervolgens op Netwerk. Als de
Ethernet-verbinding goed werkt, staat Ingebouwde Ethernet in de lijst
verbindingen, met het IP-adres en andere statusinformatie. Als IngebouwdeEthernet niet in de lijst staat, is er mogelijk een probleem met de router, de
Ethernet-kabel, of uw computer. Klik op de knop Help in het venster voor
meer informatie.
Een draadloze aansluiting controleren
1.Controleer of de draadloze communicatie op uw computer is ingeschakeld. (Zie
de Help die bij uw computer is geleverd voor meer informatie.)
2.Als u geen unieke netwerknaam (SSID) gebruikt, is het mogelijk dat uw draadloze
computer is aangesloten op een netwerk in de buurt dat niet van u is.
Met behulp van de volgende stappen kunt u vaststellen of uw computer is
aangesloten op uw netwerk.
Windows
a.Klik op Start, Configuratiescherm, wijs Netwerkverbindingen aan en klik
vervolgens op Netwerkstatus en -taken weergeven.
– OF –
Klik op Start, selecteer Instellingen, klik op Bedieningspaneel, dubbelklik
op Netwerkverbindingen, klik op het menu Bekijken en selecteer
vervolgens Details.
Laat het netwerkdialoogvenster open terwijl u verdergaat naar de volgende
stap.
b.Koppel het netsnoer los van de draadloze router. De verbindingsstatus van
uw computer hoort te wijzigen naar Niet aangesloten.
c.Sluit het netsnoer weer aan op de draadloze router. De verbindingstatus
hoort te wijzigen naar Aangesloten
68Een probleem oplossen
Mac OS X
▲Klik op het pictogram AirPort in de menubalk bovenaan in het scherm.
Vanuit het menu dat wordt weergegeven, kunt u zien of de AirPort is
ingeschakeld en met welk draadloos netwerk uw computer is verbonden.
Opmerking Voor meer informatie over uw AirPort-verbinding, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock, en vervolgens op Netwerk. Als de
draadloze verbinding goed werkt, verschijnt een groene stip naast
AirPort in de lijst met verbindingen. Klik op de knop Help in het venster
voor meer informatie.
Als u uw computer niet op het netwerk kunt aansluiten, neem dan contact op met de
persoon die uw netwerk heeft ingesteld of met de fabrikant van uw router, omdat er
een probleem met de hardware van uw router of computer kan zijn.
Tip Als u wel toegang kunt krijgen tot internet en een computer gebruikt waarop
Windows wordt uitgevoerd, hebt u ook toegang tot het programma HP
Netwerkassistent voor hulp bij het configureren van een netwerk. Ga naar
www.hp.com/sbso/wireless/tools-setup.html?jumpid=reg_R1002_USEN om dit
programma te gebruiken. (Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.)
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten
Als uw printer niet is aangesloten op hetzelfde netwerk als uw computer, kunt u de
printer niet over het netwerk gebruiken. Volg de stappen die in dit hoofdstuk
beschreven staan om erachter te komen of uw printer actief is verbonden met het juiste
netwerk.
Opmerking Als uw draadloze router of Apple AirPort Base Station een verborgen
SSID gebruikt, kan uw printer het netwerk niet automatisch detecteren.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 69
Hoofdstuk 5
A: Controleer of de printer met het netwerk verbonden is.
1.Als de printer Ethernet-netwerken ondersteunt en is verbonden met een Ethernet-
netwerk, controleer dan of er geen Ethernet-kabel is aangesloten aan de
achterkant van de printer. Als aan de achterkant een Ethernet-kabel is
aangesloten, wordt draadloze connectiviteit uitgeschakeld.
2.Als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
meer informatie.
3.Controleer nadat de pagina is afgedrukt de Netwerkstatus en URL:
Netwerkstatus
URLDe URL die hier wordt weergegeven is het
Als de Netwerkstatus Gereed is, is
•
de printer actief met een netwerk
verbonden.
Als de Netwerkstatus Offline is, is de
•
printer niet met een netwerk
verbonden. Test het draadloze
netwerk (aan de hand van de
aanwijzingen aan het begin van deze
sectie) en volg eventuele
aanbevelingen op.
netwerkadres dat door uw router is
toegekend aan de printer. Deze hebt u
nodig om verbinding te maken met de
geïntegreerde webserver (EWS).
Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor informatie over het
aansluiten van de printer op een draadloos netwerk.
B: Controleer of u toegang kunt krijgen tot de EWS
▲Nadat u hebt vastgesteld dat de computer en de printer allebei actieve
verbindingen met een netwerk hebben, kunt u controleren of ze zich in hetzelfde
netwerk bevinden door de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer te
openen. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Naar de EWS gaan
a.Open de EWS op uw computer. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
Opmerking Als u in de browser een proxyserver gebruikt, moet u deze
mogelijk uitschakelen om naar de EWS te kunnen gaan.
b.Als u de EWS kunt openen, probeert u de printer via het netwerk te
gebruiken (bijvoorbeeld door af te drukken) om te zien of de
netwerkconfiguratie is gelukt.
c.Als u de EWS niet kunt openen of nog steeds problemen ondervindt
wanneer u de printer via het netwerk gebruikt, gaat u verder met het
volgende hoofdstuk over firewalls.
Stap 3: Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert
Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS en zeker weet dat de computer en de
printer actieve verbindingen hebben met hetzelfde netwerk, kan het zijn dat de
70Een probleem oplossen
beveiligingssoftware van de firewall de communicatie blokkeert. Schakel de firewallbeveiligingssoftware die mogelijk op uw computer wordt uitgevoerd, tijdelijk uit en
probeer EWS opnieuw te openen. Als u de EWS kunt openen, probeert u de printer te
gebruiken (om af te drukken).
Als u de geïntegreerde webserver (EWS) kunt openen en u uw printer gebruikt terwijl
de firewall is uitgeschakeld, moet u de firewall-instellingen opnieuw configureren zodat
de computer en de printer met elkaar kunnen communiceren via het netwerk. Zie
Firewallsoftware zo configureren dat deze in combinatie met de printer kan werken
voor meer informatie.
Als u de EWS kunt openen, maar de printer nog steeds niet kunt gebruiken, zelfs met
de firewall uitgeschakeld, probeert u of de firewall-software de printer herkent. Zie de
documentatie bij uw firewall-software voor meer informatie.
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is
Als de HP-software is geïnstalleerd, kunt u op uw computer de status van de printer
controleren om na te gaan of de printer in de pauzestand staat of offline is, waardoor u
het apparaat niet kunt gebruiken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem om de status van de printer te
controleren:
Windows
1.Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
– of –
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2.Als de printers op uw computer niet worden weergegeven in de weergave
Details, dan klikt u op het menu Bekijken en vervolgens op Details.
3.Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de printerstatus:
a.Als de printer Offline is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en
klikt u op Printer online gebruiken.
b.Als de printer Onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer
en klikt u op Afdrukken hervatten.
4.Probeer de printer over het netwerk te gebruiken.
Mac OS X
1.Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock en klik vervolgens op Afdrukken &
faxen of Afdrukken & scannen.
2.Selecteer de printer en klik vervolgens op Afdrukwachtrij openen.
3.Als de afdruktaak is onderbroken, klikt u op Hervatten.
4.Als de printer in de pauzestand staat, klikt u op Printer hervatten.
Als u de printer kunt gebruiken nadat u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd
maar merkt dat de symptomen aanhouden als u de printer blijft gebruiken, kan het zijn
dat uw firewall hindert. Zie
Firewallsoftware zo configureren dat deze in combinatie met
de printer kan werken voor meer informatie.
Als u de printer nog steeds niet via het netwerk kunt gebruiken, gaat u verder naar het
volgende hoofdstuk voor aanvullende hulp bij het oplossen van problemen.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 71
Hoofdstuk 5
Stap 5: Controleren of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)
Als u de HP-software opnieuw installeert, maakt de installer mogelijk een tweede
versie van het printerstuurprogramma in uw map Printers of Printers enfaxapparaten of Apparaten en printers. Als u problemen hebt met het afdrukken of
aansluiten op de printer, controleer dan of de juiste versie van het stuurprogramma van
de printer als de standaardinstelling is ingesteld.
1.Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
– of –
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2.Stel vast of de versie van het printerstuurprogramma in de map Printers of
Printers en faxen of Apparaten en printers draadloos is aangesloten:
a.Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen
opent om de instellingen te wijzigen.
b.Zoek op het tabblad Poorten naar een poort die in de lijst is aangevinkt. Bij
de aangevinkte versie van het printerstuurprogramma dat draadloos is
verbonden, staat als poortbeschrijving HP network re-discovery port
monitor.
3.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van deprinterdriver die draadloos is verbonden en selecteer Instellen als
standaardprinter.
Opmerking Als de map voor de printer meerdere pictogrammen bevat, klikt u met
de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden en selecteert u Instellen als
standaardprinter.
Stap 6: Controleer of uw computer niet is verbonden met uw netwerk via een
virtueel privé-netwerk (VPN).
Een virtueel privé-netwerk is een computernetwerk dat gebruikmaakt van internet om
een externe, veilige verbinding met het netwerk van een organisatie te bieden. Bij de
meeste VPN-services is toegang tot lokale apparaten (zoals uw printer) op het lokale
netwerk niet toegestaan terwijl uw computer is verbonden met het VPN.
Koppel de verbinding met het VPN dus los om de printer aan te sluiten.
Tip U kunt de printer wel gebruiken terwijl u verbonden bent met het VPN als u de
printer op uw computer aansluit met een USB-kabel. Op de printer kan tegelijkertijd
een USB- en een netwerkverbinding worden gebruikt.
Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon
die het draadloze netwerk heeft geïnstalleerd.
72Een probleem oplossen
Wanneer de problemen zijn opgelost...
Wanneer u eventuele problemen hebt opgelost en u de verbinding tussen de printer en
het draadloze netwerk tot stand hebt gebracht, voert u de volgende stappen voor uw
besturingssysteem uit:
Windows
1.Klik op het bureaublad van uw computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, selecteer de printernaam en klik op
Printerinstelling en software.
2.Klik op Een nieuwe printer aansluiten en selecteer het type verbinding dat u wilt
gebruiken.
Mac OS X
1.Open Hulpprogramma's van HP. Zie
informatie.
2.Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk, dubbelklik op HP
Apparaatbeheer en volg de aanwijzingen op het scherm.
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
Firewallsoftware zo configureren dat deze in combinatie
met de printer kan werken
Een persoonlijke firewall, die beveiligingssoftware op uw computer uitvoert, kan de
netwerkcommunicatie tussen uw printer en uw computer blokkeren.
Als u problemen ondervindt zoals:
•Printer niet gevonden bij het installeren van HP-software
•Kan niet afdrukken, afdruktaak zit vast in de wachtrij of de printer gaat offline
•Kan printerstatus op uw computer niet zien
Dan voorkomt de firewall mogelijk dat uw printer computers op uw netwerk laat weten
waar het kan worden gevonden.
Als u de HP-software op een computer met Windows gebruikt en deze de HP-printer
tijdens de installatie niet detecteert (en u weet dat de HP-printer zich in het netwerk
bevindt), of als u de HP-software al hebt geïnstalleerd en problemen ondervindt,
probeert u het volgende:
•Als u de HP-software net hebt geïnstalleerd, schakelt u zowel de printer als de
computer uit en schakelt u beide apparaten opnieuw in.
•Houd uw beveiligingssoftware actueel. Veel leveranciers van beveiligingssoftware
leveren updates waarmee bekende problemen kunnen worden verholpen en
bieden de allernieuwste verdediging tegen nieuwe beveiligingsbedreigingen.
•Als uw firewall de beveiligingsinstellingen Hoog, Gemiddeld of Laag heeft,
gebruikt u de instelling Gemiddeld wanneer uw computer is aangesloten op uw
netwerk.
•Als u veranderingen hebt aangebracht in de standaardfirewall-instellingen,
probeert u de standaardinstellingen te herstellen.
•Als uw firewall een instelling 'vertrouwde zone' heeft, gebruikt u deze instelling
wanneer uw computer is aangesloten op uw netwerk.
Firewallsoftware zo configureren dat deze in combinatie met de printer kan werken73
Hoofdstuk 5
•Als uw firewall een instelling 'waarschuwingsberichten niet weergeven' heeft,
schakelt u deze uit. Bij het installeren van de HP-software en het gebruik van de
HP-printer ziet u wellicht waarschuwingsberichten van uw firewall-software die
opties biedt als 'toestaan' of 'deblokkeren'. Sta alle HP-software toe die een
waarschuwing veroorzaakt. Als de melding de optie 'deze actie onthouden' of
'een regel hiervoor maken' bevat, selecteert u deze. Zo leert de firewall wat er
kan worden vertrouwd op uw netwerk.
•Schakel niet meer dan één firewall tegelijk op uw computer in. Bijvoorbeeld zowel
de Windows-firewall die van het besturingssysteem als een firewall van derden
die zijn ingeschakeld op hetzelfde moment. Met meer dan een ingeschakelde
firewall op hetzelfde moment wordt uw computer niet veiliger. Wel kan dit
problemen veroorzaken.
Ga naar
printer in combinatie met een persoonlijke firewall en klik op Hulp bij firewalls in het
gedeelte Hulp bij draadloos netwerk.
www.hp.com/go/wirelessprinting voor meer informatie over het gebruik van uw
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van deze website niet beschikbaar in
alle talen.
Problemen met het printerbeheer oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Dit gedeelte biedt oplossingen voor veelvoorkomende problemen met betrekking tot
het beheren van de printer. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
•
Opmerking Om de EWS te gebruiken, moet de printer zijn aangesloten op een
netwerk met een Ethernet- of een draadloze verbinding. U kunt de geïntegreerde
webserver niet gebruiken als de printer is aangesloten op een computer met een
USB-kabel.
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van het netwerk
•Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-overkabel hebt gebruikt om
de printer aan te sluiten op het netwerk.
•Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met de printer.
•Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed
functioneert.
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
74Een probleem oplossen
Opmerking Om de EWS te gebruiken, moet de printer zijn aangesloten op een
netwerk met een Ethernet- of een draadloze verbinding. U kunt de geïntegreerde
webserver niet gebruiken als de printer is aangesloten op een computer met een
USB-kabel.
Controleer de webbrowser
•Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Zie
Specificaties van de geïntegreerde webserver voor meer informatie.
•Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met
internet, probeert u deze instellingen uit te schakelen. Zie de documentatie bij uw
webbrowser voor meer informatie.
•Controleer of JavaScript en cookies zijn ingeschakeld in uw webbrowser. Zie de
documentatie bij uw webbrowser voor meer informatie.
Controleer het IP-adres van de printer
•Om het IP-adres van de printer te controleren, kunt u het IP-adres op
netwerkconfiguratiepagina afdrukken. Om een draadloze netwerktestpagina af te
drukken, houdt u de knop
knop
•Ping de printer met het IP-adres vanaf de opdrachtregel (Windows) of vanuit het
netwerkhulpprogramma (Mac OS X). (U vindt het netwerkhulpprogramma in de
map Hulpprogramma's onder Toepassingen op het hoogste niveau van de
harde schijf.)
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u op de opdrachtregel
(Windows):
C:\Ping 123.123.123.123
– OF –
Klik in het netwerkhulpprogramma (Mac OS X) op het tabblad Ping, typ het adres
123.123.123.123 in het vak en klik op Ping.
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord
verschijnt, is het IP-adres onjuist.
(Draadloos).
(Doorgaan) ingedrukt en drukt u vervolgens op de
Installatieproblemen oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer
informatie over HP-ondersteuning.
Suggesties voor hardware-installatie
•
•
Suggesties voor de installatie van de HP-software
•
Netwerkproblemen oplossen
Installatieproblemen oplossen75
Hoofdstuk 5
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer de printer
•Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van de
printer zijn verwijderd.
•Zorg dat er papier in de printer is geladen.
•Controleer of er geen lampjes branden of knipperen behalve het lampje Gereed,
dat hoort te branden. Controleer op berichten op het bedieningspaneel van de
printer als het waarschuwingslampje knippert.
Controleer de hardwareverbindingen
•Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
•Controleer of het netsnoer stevig met de printer en met een werkend stopcontact
is verbonden.
Controleer de printkoppen en inktpatronen
•Controleer of alle printkoppen en printcartridges goed vastzitten in de juiste met
kleuren gecodeerde sleuven. Druk elke cartridge stevig omlaag voor goed
contact. De printer kan niet werken als ze niet allemaal zijn geïnstalleerd.
•Zorg dat de printkopvergrendeling goed is gesloten.
•Als er op het scherm een foutbericht over de printkoppen verschijnt, reinig dan de
contactpunten op de printkoppen.
Suggesties voor de installatie van de HP-software
Controleer het computersysteem
•Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt. Zie
Systeemvereisten voor meer informatie.
•Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
•Zorg ervoor dat de USB-stuurprogramma´s niet zijn uitgeschakeld in
Apparaatbeheer van Windows.
•Als u een computer met Windows gebruikt en de computer de printer niet kan
vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software (util\ccc
\uninstall.bat op de installatie-cd) uit. Hiermee verwijdert u het stuurprogramma
volledig. Start de computer opnieuw op en installeer het printerstuurprogramma
opnieuw.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
•Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste HP-software voor uw
besturingssysteem gebruikt.
•Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de HP-software
installeert.
•Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
•Als de computer de installatie-cd in de cd-rom-drive niet herkent, bekijk dan of de
installatie-cd is beschadigd. U kunt het printerstuurprogramma downloaden van
de HP-website (
www.hp.com/go/customercare).
76Een probleem oplossen
Opmerking Als u alle problemen hebt verholpen, moet u het installatieprogramma
opnieuw uitvoeren.
Netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
•Als u de HP-software niet kunt installeren, moet u het volgende controleren:
Download het hulpprogramma HP Home Network Diagnostic Utility op de website
van HP voor hulp bij het instellen van een netwerk.
◦Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
◦Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
◦Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers
met Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's,
antispywareprogramma's en firewalls.
◦Zorg ervoor dat de printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de
computers die gebruikmaken van de printer.
◦Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie
meer informatie.
•Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de
netwerkpoorten die in het stuurprogramma van de printer zijn gemaakt,
overeenkomen met het IP-adres van de printer:
◦Druk de netwerkconfiguratiepagina van de printer af. Zie
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
◦Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
◦Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies
Printereigenschappen en open het tabblad Poorten.
◦Selecteer de TCP/IP-poort voor de printer en klik dan op Poort
configureren.
◦Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het
overeenkomt met het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IPadressen niet overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in
het adres op de netwerkconfiguratiepagina.
◦Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters
te sluiten.
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
De
Installatieproblemen oplossen77
Hoofdstuk 5
Verbindingsproblemen met een Ethernet-netwerk
•Als het lampje Netwerk op het bedieningspaneel van de printer niet brandt,
controleert u of aan alle voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen
oplossen" is voldaan.
•Het is niet aan te raden de printer een vast IP-adres te geven, maar desondanks
kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een
firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
De netwerkinstellingen voor de printer opnieuw instellen
1.Voor het opnieuw instellen van het beheerderswachtwoord en de
netwerkinstellingen houdt u de knoppen
gedurende drie seconden ingedrukt.
2.
Houd de knop
(Draadloos) om de netwerkconfiguratiepagina af te drukken en te controleren
of de netwerkinstellingen zijn hersteld.
(Doorgaan) ingedrukt en druk vervolgens op de knop
Het printerstatusrapport begrijpen
Gebruik het printerstatusrapport om de huidige printerinformatie en de status van de
printcartridges te bekijken. Gebruik het printerstatusrapport ook als hulp bij het
oplossen van problemen met de printer.
Het printerstatusrapport bevat ook een log met recente gebeurtenissen.
Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig om eerst het printerstatusrapport af te drukken.
Een printerstatusrapport afdrukken
Houd op het bedieningspaneel van de printer
ingedrukt.
(Draadloos) en (Annuleren)
(Annuleren) drie seconden lang
1
2
3
4
5
6
78Een probleem oplossen
1.Informatie over de printer: Geeft de printerinformatie weer (zoals printernaam,
modelnummer, serienummer en versie van de firmware), de accessoires die zijn
geïnstalleerd (zoals de accessoire automatisch dubbelzijdig afdrukken of
duplexeenheid) en de verbindingsinstellingen.
2.informatie over printerverbruik: het totaal aantal afgedrukte pagina's, evenals
het aantal afgedrukte pagina's zonder witrand.
3.Informatie over het inktsysteem: de geschatte inktniveaus (grafisch
voorgesteld met behulp van meters), de onderdeelnummers en vervaldatums van
de printcartridges.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven
alleen schattingen voor planningsdoelen. Als u een melding over een laag
inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele
afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot
wanneer u dit wordt gevraagd.
4.Informatie over printkop: de pen-ID en de eerste datum van installatie van de
printkop.
5.Bijkomende hulp: informatie over beschikbare methoden om meer informatie te
vinden over de printer, en informatie over het vaststellen van problemen.
6.Draadloos netwerk testen: informatie over het testen van de draadloze
netwerkverbinding met de printer.
Het printerstatusrapport begrijpen79
Hoofdstuk 5
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina
afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken. U kunt de
netwerkconfiguratiepagina gebruiken om problemen met de netwerkaansluiting op te
lossen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig deze pagina af te drukken voordat u
belt.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken
Houd op het bedieningspaneel van de printer de knop
op
(Draadloos).
1
2
3
(Doorgaan) ingedrukt en druk
4
5
80Een probleem oplossen
1.WPS PIN: Geeft de WPS PIN aan om u toe te laten uw printer in te stellen voor
uw draadloos netwerk met behulp van de PIN-methode.
2.Algemene informatie: informatie over de huidige status en het type actieve
verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de
geïntegreerde webserver.
3.802.3 vast: Informatie over de actieve Ethernet-netwerkverbinding, zoals het IPadres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de
printer.
4.802.11 draadloos: Informatie over de uw draadloze netwerkverbinding, zoals de
hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het
hardwareadres van het apparaat.
5.Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen.
•Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort
9100. Deze eigen TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort
voor afdrukken. De poort is toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als
HP-standaardpoort).
•LPD: Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de
programma’s voor spooling-services voor de line-printer die op
verschillende TCP/IP systemen geïnstalleerd kunnen worden.
Opmerking De LPD-functionaliteit kan gebruikt worden met elke hostimplementatie van LPD die in overeenstemming is met het RFC 1179document. Het proces voor de configuratie van printerspoolers kan
echter verschillen. Raadpleeg uw systeemdocumentatie voor informatie
over de configuratie van deze systemen.
•Bonjour: Bonjour-services (waarbij gebruik wordt gemaakt van mDNS
oftewel Multicast Domain Name System) worden meestal gebruikt bij kleine
netwerken voor IP-adressen en het herleiden van namen (via UDP-poort
5353) als er geen conventionele DNS-server wordt gebruikt.
•SLP: Service Location Protocol (SLP) is een standaard internet-
netwerkprotocol dat een kader biedt waarmee netwerktoepassingen het
bestaan, de locatie en de configuratie van netwerkservices in
bedrijfsnetwerken kunnen ontdekken. Dit protocol vereenvoudigt detectie en
gebruik van netwerkbronnen, zoals printers, webservers, faxapparaten,
videocamera's, bestandssystemen, back-upapparaten (tapestations),
databases, adreslijsten, mailservers en agenda's.
•Microsoft-webservices: Hiermee kunnen de protocollen voor WS-detectie
(Microsoft Web Services Dynamic Discovery) of WSD-afdrukservices
(Microsoft Web Services for Devices) die worden ondersteund op de printer,
worden in- of uitgeschakeld. Ongebruikte afdrukservices uitschakelen om
toegang via die services te voorkomen.
Opmerking Bezoek www.microsoft.com voor meer informatie over
WS-detectie en WSD-afdrukservices.
•SNMP: SNMP (Simple Network Management Protocol) wordt gebruikt door
netwerkbeheertoepassingen voor het beheer van apparaten. De printer
ondersteunt SNMPv1-protocol op IP-netwerken.
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen81
Hoofdstuk 5
•WINS: Als u een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) in uw
netwerk hebt, haalt de printer automatisch het IP-adres van die server op en
registreert de printer de naam van die server bij elke dynamische
naamservice die voldoet aan RFC 1001 en 1002, zolang voor de WINSserver (Windows Internet Naming Service) een IP-adres is gespecificeerd.
•IPP: Internet Protocol voor Afdrukken (IPP) is een standaard
netwerkprotocol voor afdrukken op afstand. Anders dan andere IPprotocollen op afstand, ondersteunt IPP toegangcontrole, authenticatie en
codering om veiliger af te drukken.
Onderhoud aan de printkop
Als er zich problemen voordoen tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de
printkop. U moet de procedures in de volgende hoofdstukken alleen uitvoeren als u
hiertoe opdracht krijgt om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
De uitlijn- en reinigingsprocedures onnodig uitvoeren kan inkt verspillen en de
levensduur van de cartridges verkorten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Printkop reinigen
•
•
Printkop uitlijnen
•
Printkop verwijderen en opnieuw installeren
Printkop reinigen
Als uw afdruk streperig is, of ontbreekt, of verkeerde of ontbrekende kleuren heeft,
moet de printkop mogelijk worden gereinigd.
Als de afdrukkwaliteit na het reinigen nog steeds laag lijkt, probeer dan de printer uit te
lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na het uitlijnen en reinigen nog
steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. Zie
informatie.
Opmerking Reinigen kost inkt. Reinig de printkoppen dus alleen wanneer dit
noodzakelijk is. Het reinigingsproces neemt een paar minuten in beslag. Dit proces
kan wat geluid produceren.
Als de printer niet correct wordt uitgeschakeld, kan dit problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken. Zie
Printkop reinigen vanuit het bedieningspaneel van de printer
1.
Houd
2.
Druk twee keer op
3.
Laat
HP-ondersteuning voor meer
De printer uitschakelen voor meer informatie.
(Aan/uit) op het bedieningspaneel van de printer ingedrukt.
(Annuleren) en druk vervolgens een keer op (Doorgaan).
(Aan/uit) los.
82Een probleem oplossen
De printkop reinigen vanuit de werkset (Windows)
1.Open de werkset. Zie
2.Op het tabblad Apparaatservices klikt u op het pictogram links van Printkoppen
reinigen.
3.Volg de instructies op het scherm.
De printkop reinigen vanuit het HP-hulpprogramma (Mac OS X)
1.Open Hulpprogramma's van HP. Zie
informatie.
2.Klik in de sectie Informatie en ondersteuning op Printkoppen reinigen.
3.Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op.
De printkop reinigen vanaf de geïntegreerde webserver
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
openen voor meer informatie.
2.Klik op het tabblad Extra en klik daarna op Werkset afdrukkwaliteit in de sectie
Hulpprogramma's.
3.Klik op Printkop reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Printkop uitlijnen
Tijdens de eerste installatie wordt de printkop van de printer automatisch uitgelijnd.
U kunt deze functie gebruiken wanneer er in het printerstatuspagina strepen of witte
lijnen door een van de gekleurde vlakken lopen of als u problemen hebt met de
afdrukkwaliteit van uw afdrukken.
De werkset openen voor meer informatie.
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
De geïntegreerde webserver
Printkop uitlijnen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2.
Houd
3.
Druk drie keer op de knop
(Aan/uit) op het bedieningspaneel van de printer ingedrukt.
(Doorgaan).
De printkop uitlijnen vanuit de werkset (Windows)
1.Open de werkset. Zie
De werkset openen voor meer informatie.
2.Op het tabblad Apparaatservices klikt u op het pictogram links van Printkoppen
uitlijnen.
3.Volg de instructies op het scherm.
De printkop uitlijnen vanuit het HP-hulpprogramma (Mac OS X)
1.Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2.Klik in de sectie Informatie en ondersteuning op Printkop uitlijnen.
3.Klik op Uitlijnen en volg de instructies op het scherm op.
Onderhoud aan de printkop83
Hoofdstuk 5
De printkop uitlijnen vanaf de geïntegreerde webserver
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
openen voor meer informatie.
2.Klik op het tabblad Extra en klik daarna op Werkset afdrukkwaliteit in de sectie
Hulpprogramma's.
3.Klik op Printkop uitlijnen en volg de instructies op het scherm op.
Printkop verwijderen en opnieuw installeren
Opmerking Voer deze procedure alleen uit als het bericht De printkop ontbreekt
of is defect verschijnt. Probeer eerst de printer uit en weer in te schakelen om het
probleem op te lossen. Als het bericht blijft verschijnen, probeert u deze procedure.
Printkop verwijderen en opnieuw installeren
1.Controleer of de printer is ingeschakeld.
2.Open de bovenste klep en de toegangsklep voor de printcartridge.
De geïntegreerde webserver
3.Breng de vergrendelingshendel omhoog op de wagen met de printcartridges.
84Een probleem oplossen
4.Verwijder de printkop door deze voorzichtig op te tillen en uit de printer te
trekken.
5.Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
6.Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingspal laat zakken voordat u de
printcartridges opnieuw plaatst. Als u de veiligheidspal omhoog laat, kan dit
ertoe leiden dat de printcartridges niet juist worden geplaatst, wat problemen
bij het afdrukken kan geven. De vergrendeling moet neerwaarts blijven voor
een correcte installatie van de printcartridges.
7.Sluit de toegangsklep van de printcartridges en de bovenste klep.
Storingen verhelpen
Soms loopt het afdrukmateriaal tijdens een afdruktaak vast.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papierstoringen verhelpen
•
Papierstoringen voorkomen
•
Papierstoringen verhelpen
Let op Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u
papierstoringen zo snel mogelijk oplossen.
Storingen verhelpen85
Hoofdstuk 5
Tip Wanneer u merkt dat de afdrukkwaliteit achteruitgaat moet u de printkop
reinigen. Zie
Printkop reinigen voor meer informatie.
Vastgelopen papier verwijderen
Gebruik deze stappen om een papierstoring te verhelpen.
1.Verwijder al het papier uit de uitvoerbak.
Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van de printer op te
lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Los
papierstoringen altijd op via de accessoire voor het automatisch dubbelzijdig
afdrukken (duplexeenheid).
2.Controleer de duplexeenheid.
a.Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide
zijden en verwijder de eenheid.
b.Wanneer u het vastgelopen papier in de printer hebt gevonden, pakt u het
papier met beide handen vast en trekt u het naar u toe.
c.Wanneer u het vastgelopen papier daar niet ziet, drukt u op de grendel
boven op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid zakken.
Wanneer u het vastgelopen papier heeft gevonden, verwijdert u het
voorzichtig uit de printer. Sluit de klep.
86Een probleem oplossen
d.Plaats de duplexeenheid in de printer terug.
3.Open de bovenklep en verwijder vuil.
4.Als u het vastgelopen papier niet hebt gevonden en lade 2 hebt geïnstalleerd,
trekt u de lade uit en verwijdert u, indien mogelijk, het vastgelopen papier. Zo
niet, doe dan het volgende:
a.Controleer of de printer is uitgeschakeld en verwijder de stekker uit het
stopcontact.
b.Licht de printer op van lade 2.
c.Haal het vastgelopen materiaal onder uit de printer of uit Lade 2.
d.Zet de printer weer boven op Lade 2.
5.Open de toegangsklep tot de wagen met printcartridges. Als er papier is
achtergebleven in de printer, controleert u of de afdrukkop geheel rechts in de
printer staat, verwijdert u papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u
het afdrukmateriaal boven uit de printer.
Waarschuwing Kom niet met uw handen in de printer als de printer
aanstaat en de wagen vastzit. Als u de bovenste klep opent, moet de wagen
terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit niet gebeurt, schakelt u
de printer uit voordat u het vastgelopen papier verwijdert.
6.Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen. Vervolgens
zet u de printer aan (als u de printer had uitgezet) en verzendt u de afdruktaak
opnieuw.
Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
•Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade.
•Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
•Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een
hersluitbare verpakking te bewaren.
•Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer.
•Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Ga voor meer
informatie naar
•Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen
of gescheurd zijn.
•Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al
het papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
•Verschuif de breedtegeleider voor het papier in de invoerlade totdat deze vlak
tegen het papier aanligt. Zorg dat de breedtegeleiders het papier in de papierlade
niet buigen.
•Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
•Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Zie
Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
•Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst
leeg is voordat u papier toevoegt. Probeer geen papier bij te vullen terwijl de
printer bezig is een vel te pakken.
Afdrukmateriaal plaatsen.
Storingen verhelpen87
Hoofdstuk 5
•Druk geen sterk verzadigde beelden op lichtgewicht papier af als u afdrukt op
beide zijden van een pagina.
•Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie
Onderhoud van de printer voor meer
informatie.
Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel
De lampjes van het bedieningspaneel geven de status aan en zijn nuttig om
afdrukproblemen op te sporen. Dit gedeelte bevat informatie over de lampjes, wat ze
aangeven, en welke maatregel u eventueel moet nemen.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken voor meer informatie over het
Zie
bedieningspaneel van de printer.
2134
5
6
12
7
911810
LabelNaam en beschrijving
1Pictogram Printkop uitlijnen. Geeft aan dat de printkop moet worden uitgelijnd.
2Pictogram Toegangsklep van de printcartridges geopend. Geeft aan dat de toegangsklep
3Pictogram Geen papier. Geeft aan dat er geen papier meer in de printer zit.
4Pictogram Papierstoring. Geeft aan dat er papier is vastgelopen in de printer.
5Knop en lampje Hervatten. Het lampje Doorgaan knippert als u op de knop moet drukken
6Knop Annuleren. Druk eenmaal op deze knop om een afdruktaak te stoppen, of houd deze
van de printcartridges of de bovenste klep is geopend.
om door te gaan met afdrukken. Als de papierstoring is verholpen of na het aanvullen van
papier of het plaatsen van een cartridge drukt u op deze knop om door te gaan met de
afdruktaak. Druk op deze knop als u een afdruktaak wilt annuleren bij gebruik van verkeerd
papierformaat. Houd deze knop drie seconden ingedrukt om een demopagina af te drukken.
knop gedurende drie seconden ingedrukt om een printerstatusrapport af te drukken.
88Een probleem oplossen
(vervolg)
LabelNaam en beschrijving
7Knop en lampje Aan/Uit. Druk op deze toets om de printer aan of uit te zetten. Het lampje
8Knop en lampje HP ePrint. Druk om de HP ePrint-functie in te schakelen en een
9Knop en lampje Draadloos. Druk op deze knop om de draadloze communicatie 802.11 in of
10Pictogram Ethernet-netwerk. Dit pictogram geeft aan dat er een vaste Ethernet-
11Pictogram Draadloos netwerk. Dit pictogram geeft aan dat een draadloze
12Pictogrammen printcartridge-informatie. Geeft informatie over de printcartridges weer,
geeft aan of de printer aan of uit staat.
informatiepagina af te drukken. Het lampje geeft aan of de printer is verbonden met een HP
ePrint-server.
uit te schakelen. Het lampje van de knop brandt als de functie voor draadloze verbinding is
ingeschakeld.
netwerkverbinding is.
netwerkverbinding bestaat.
inclusief inktniveaus.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Als u een melding over een laag inktniveau krijgt, legt u
alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U
hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
De lampjes van het bedieningspaneel verklaren
Statusbeschrijving/lampjespatroonUitleg en uit te voeren handeling
Alle lampjes zijn uit.
De printer is uitgeschakeld.
Sluit het netsnoer aan.
•
•
Druk op (Aan/uit).
Het Aan/Uit-lampje brandt.De printer is gereed.
U hoeft niets te doen.
Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel89
Hoofdstuk 5
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroonUitleg en uit te voeren handeling
Het Aan/Uit-lampje brandt en het lampje Hervatten
knippert.
Het Aan/Uit-lampje brandt, het pictogram Papier op
knippert en het lampje Hervatten knippert.
De breedte-instelling komt niet overeen met het
geplaatste afdrukmateriaal.
Wijzig de afdrukmateriaalinstelling in de
printdriver zodat deze past bij het geplaatste
afdrukmateriaal. Zie Afdrukken op
afdrukmateriaal van speciaal formaat voor meer
informatie.
Plaats papier en druk op
annuleren.
Druk het document opnieuw af.
De printer heeft geen papier meer.
Plaats papier en druk op
(Doorgaan) om te
(Doorgaan).
Het Aan/Uit-lampje brandt en het pictogram
Toegangsdeur open knippert.
90Een probleem oplossen
De toegangsklep of bovenste klep is niet
volledig gesloten.
Controleer of de toegangsklep en bovenste klep
volledig zijn gesloten.
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroonUitleg en uit te voeren handeling
Het Aan/Uit-lampje knippert.
Het Aan/Uit-lampje, het pictogram Papierstoring en het
lampje Hervatten knipperen.
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Hervatten knipperen.
De printer is bezig met opwarmen, wordt
uitgeschakeld of is bezig met het verwerken van
een afdruktaak.
U hoeft niets te doen.
De printer wacht op het drogen van de inkt.
Wacht totdat de inkt droog is.
Er is papier vastgelopen in de printer.
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. Zoek
het vastgelopen afdrukmateriaal en verwijder
het. Zie
Druk op (Doorgaan) om verder te gaan
met afdrukken.
Als het probleem niet verholpen is, zet u
•
de printer uit en weer aan.
Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel91
Hoofdstuk 5
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroonUitleg en uit te voeren handeling
Het stroomlampje knippert en het pictogram
Waarschuwing printkop is aan.
Het Aan/Uit-lampje brandt en het pictogram
Waarschuwing printkop en alle
inktcartridgepictogrammen knipperen.
De printkop is niet compatibel.
Controleer of de printkop correct is
•
geïnstalleerd.
Als het probleem blijft bestaan, vervangt u
•
de printkop. Zie Printkop verwijderen en
opnieuw installeren voor meer informatie.
De betreffende printkop ontbreekt, is niet goed
geïnstalleerd of is beschadigd.
Controleer of de printkop correct is
•
geïnstalleerd.
Als het probleem blijft bestaan, vervangt u
•
de printkop. Zie Printkop verwijderen en
opnieuw installeren voor meer informatie.
Het Aan/Uit-lampje en een of meer printcartridgelampjes
knipperen.
92Een probleem oplossen
Een of meer inktcartridges vereisen aandacht,
of zijn beschadigd of incompatibel.
Zorg ervoor dat de aangegeven
•
inktcartridge goed is geplaatst en probeer
dan af te drukken. Verwijder de
inktcartridge eventueel een paar keer en
plaats deze terug.
Als het probleem aanhoudt, moet de
•
aangegeven printpatroon worden
vervangen.
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroonUitleg en uit te voeren handeling
Het Aan/Uit-lampje brandt; en bij een of meer
inktcartridgelampjes, brandt slechts een segment van de
inktindicator.
Het Aan/Uit-lampje brandt en het lampje Hervatten en
een of meer inktcartridgelampjes knipperen.
Een of meer inktpatronen zijn bijna leeg en
moeten binnenkort worden vervangen.
Houd nieuwe printcartridges bij de hand en
vervang de huidige printcartridges zodra u dat
wordt gevraagd.
Opmerking Waarschuwingen en
indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
Als u een melding over een laag inktniveau
krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge
klaar om eventuele afdrukvertragingen te
vermijden.
De oorspronkelijke HP-inkt in een of meer
cartridges is op.
Als deze cartridge aan u is verkocht als een
nieuwe, originele HP-cartridge, is dit
waarschijnlijk een vervalsing. Zie
opnieuw gevulde of nagemaakte cartridge
gevonden voor meer informatie.
Gebruikte,
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer
inktcartridgepictogrammen knipperen.
Een of meer inktcartridges moeten
•
worden vervangen om het afdrukken te
hervatten.
Houd nieuwe printcartridges bij de hand
en vervang de huidige printcartridges
zodra u dat wordt gevraagd.
Een of meer inktcartridges ontbreken of
•
zijn onjuist.
Installeer de aangegeven inktcartridge en
probeer opnieuw af te drukken. Verwijder
de inktcartridge eventueel een paar keer
en plaats deze terug.
Opmerking Waarschuwingen en
indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
Als u een melding over een laag inktniveau
krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge
klaar om eventuele afdrukvertragingen te
vermijden.
Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel93
Hoofdstuk 5
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroonUitleg en uit te voeren handeling
Het HP ePrint-lampje is uit.
HP ePrint werd niet ingesteld.
•
Om HP ePrint in te stellen, drukt u op de
knop
instructies op de informatiepagina die
wordt afgedrukt.
HP ePrint werd ingesteld, maar was
•
uitgeschakeld.
Druk op de knop
ePrint in te stellen.
HP ePrint is ingeschakeld maar kan geen
•
verbinding maken.
HP ePrint kan geen verbinding maken,
mogelijk omdat de server niet beschikbaar
is of omdat het netwerk niet correct werkt.
Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt
om verbinding te maken met het internet,
zorg er dan voor dat de ingevoerde proxyinstellingen geldig zijn. Raadpleeg de
snelstartgids die met de printer werd
meegeleverd of neem contact op met de
systeembeheerder van het netwerk voor
meer informatie.
Druk op de knop
probeer opnieuw een verbinding tot stand
te brengen.
◦
◦
HP ePrint werd ingesteld, maar werd
•
uitgeschakeld omdat de printer niet werd
bijgewerkt.
Er is een verplichte update voor de printer
beschikbaar, maar deze werd nog niet
geïnstalleerd. HP ePrint werd
uitgeschakeld. Nadat de update is
geïnstalleerd, zal HP ePrint automatisch
opnieuw worden ingeschakeld.
Zie
informatie over het installeren van de
printerupdate.
(HP ePrint) en volgt u de
(HP ePrint) om HP
(HP ePrint) en
Wanneer de printer een verbinding
tot stand kan brengen, licht het
lampje HP ePrint op en wordt op de
printer een informatiepagina
afgedrukt.
Als de printer geen verbinding tot
stand kan brengen, knippert het
lampje HP ePrint en gaat het
vervolgens uit.
De printer bijwerken voor meer
94Een probleem oplossen
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroonUitleg en uit te voeren handeling
Het HP ePrint-lampje brandt.
HP ePrint is ingeschakeld.
Als u eenmaal op de knop
(HP ePrint) drukt,
drukt de printer een informatiepagina af met
instructies over het instellen van HP ePrint.
Om HP ePrint uit te schakelen houdt u de knop
(HP ePrint) ingedrukt. Het lampje knippert
vijf seconden en gaat dan weer uit.
Het lampje HP ePrint knippert.HP ePrint probeert een verbinding tot stand te
brengen.
Het lampje HP ePrint knippert wanneer u HP
ePrint in- of uitschakelt.
Wanneer HP ePrint erin slaagt om een
verbinding tot stand te brengen, zal het lampje
knipperen en vervolgens blijven branden. Indien
HP ePrint geen verbinding tot stand kan
brengen, gaat het lampje uit.
Referentie voor de lampjes van het bedieningspaneel95
ATechnische informatie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Informatie over de garantie
•Printerspecificaties
•Wettelijk verplichte informatie
•Programma voor milieubehoud
•Licenties van derden
Informatie over de garantie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
•Inktpatroon garantieinformatie
96Technische informatie
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.