Verveelvoudiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
Handelsmerken
®
, Acrobat® en PostScript® zijn
Adobe
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen/regio's.
De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Onderdeelnummer: CE457-90923
Edition 3, 11/2009
Microsoft®, Windows® en Windows®XP
zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Windows Vista™ is een gedeponeerd
handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen/regio's.
®
is een gedeponeerd handelsmerk
UNIX
van The Open Group.
ENERGY STAR en het ENERGY STARlogo zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde merken.
Page 5
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over het apparaat ................................................................................................................ 1
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken ............................................................................... 11
De menu's gebruiken ......................................................................................................... 11
Menu Rapporten ................................................................................................................................. 12
Menu Systeeminstellingen ................................................................................................................. 13
Menu Service ..................................................................................................................................... 15
Menu Netwerkconfig. .......................................................................................................................... 16
3 Software voor Windows ............................................................................................................................... 19
Stille modus ........................................................................................................................................ 63
On-site service op de volgende dag ................................................................ 148
Wekelijkse on-site service (volumeservice) .................................................... 148
Het product opnieuw verpakken ...................................................................................... 148
Verlenging van de garantie .............................................................................................. 149
Bijlage C Specificaties ................................................................................................................................... 151
Bijlage D Overheidsinformatie ...................................................................................................................... 155
Laserverklaring voor Finland ........................................................................................... 161
Tabel met chemicaliën (China) ........................................................................................ 163
Index ................................................................................................................................................................. 165
NLWWix
Page 12
xNLWW
Page 13
1Basisinformatie over het apparaat
●Productvergelijking
Functies van het product
●
Overzicht product
●
NLWW1
Page 14
Productvergelijking
HP LaserJet P2050-serie-modellen
HP LaserJet P2055-printer
CE456A
●Drukt maximaal 35
pagina's per minuut (ppm)
af op papier van Letterformaat en 33 ppm op
papier van A4-formaat.
Bevat 64 megabytes (MB)
●
RAM (random access
memory) en is uit te
breiden tot 320 MB.
●HP-printcartridge voor
ongeveer 2300 pagina's
●Lade 1 kan 50 vel bevatten
HP LaserJet P2055d-printer
CE457A
Dezelfde functies als het
HP LaserJet P2055-model, plus:
●Dubbelzijdig afdrukken
(duplex)
HP LaserJet P2055dn-printer
CE459A
Dezelfde functies als het
HP LaserJet P2055d-model,
plus:
●Geïntegreerde standaard
HP Jetdirect-afdrukserver
voor gigabitethernet
Bevat 128 MB RAM en is
●
uit te breiden tot 384 MB.
HP LaserJet P2055x-printer
CE460A
Dezelfde functies als het
HP LaserJet P2055dn-model,
plus:
●Extra lade voor 500 vel
(lade 3)
Lade 2 kan 250 vel
●
bevatten
Uitvoerbak voor 125 vel,
●
afdrukzijde onder
●Rechte papierbaan
2-regelig display van
●
bedieningspaneel
●Hi-speed USB 2.0-poort
●Eén open DIMM-sleuf (dual
inline memory module)
2Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaatNLWW
Page 15
Functies van het product
FunctieOmschrijving
Prestaties
Gebruikersinterface●2-regelig display
Printerdrivers●HP PCL 5 Universal Print Driver voor Windows (HP UPD PCL 5) (kan worden gedownload
Resolutie●FastRes 1200: geeft een afdrukkwaliteit van 1200 dots per inch (dpi) voor het snel
Lettertypen
600MHz-processor
●
●HP ToolboxFX-software (een onlinehulpmiddel voor statusinformatie en probleemoplossing)
Printerdrivers voor Windows® en Macintosh
●
●Geïntegreerde webserver voor de toegang tot ondersteuning en het bestellen van
benodigdheden (alleen voor modellen die zijn aangesloten op een netwerk)
van internet)
●HP PCL 6
HP Universal Print Driver voor PostScript-emulatie voor Windows (HP UPD PS) (kan
●
worden gedownload van internet)
●XPS-driver (XML Paper Specification) (kan worden gedownload van internet)
afdrukken van tekst en afbeeldingen met een hoge kwaliteit voor professionele doeleinden
●ProRes 1200: geeft een afdrukkwaliteit van 1200 dpi voor de beste kwaliteit in lijnwerk en
illustraties
600 dpi—voor de snelste afdrukresultaten
●
45 interne schaalbare lettertypen verkrijgbaar voor PCL en 35 voor HP UPD PostScript-
●
emulatie
●80 schermlettertypen in TrueType-indeling bij de software
Accessoires
Connectiviteit●Hi-Speed USB 2.0-aansluiting
Toebehoren
Invoerlade van HP voor 500 vel
●
●Externe HP Jetdirect-afdrukserver
●RJ.45-netwerkaansluiting (alleen modellen met netwerkfunctionaliteit)
De statuspagina voor onderdelen bevat informatie over het tonerniveau, het aantal pagina's
●
en het geschatte aantal resterende pagina's.
●Het apparaat controleert of nieuw geïnstalleerde printcartridges originele cartridges van HP
zijn.
●Integratie met de website Sure Supply van HP voor eenvoudig opnieuw bestellen van een
vervangende cartridge
NLWWFuncties van het product3
Page 16
FunctieOmschrijving
Ondersteunde besturingssystemen
●
Microsoft
®
Windows® 2000, Windows® Server 2003, Windows® XP en Windows Vista™
●Macintosh OS X V10.3, V10.4, V10.5 en hoger
●Novell NetWare
Unix
Linux
®
●
●
●Citrix
Toegang●De online gebruikershandleiding is geschikt voor schermlezers
●U kunt de printcartridge met één hand installeren en verwijderen
●U kunt alle panelen en kleppen met één hand openen
●Papier kan met één hand in lade 1 worden geplaatst.
4Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaatNLWW
Page 17
Overzicht product
Vooraanzicht
1
8
7
1Lade 1 (naar buiten trekken om te openen)
2Bovenste uitvoerbak
3Bedieningspaneel
4Knop voor openen van printcartridgeklep
5Aan-uitschakelaar
2
3
4
5
6
6Optionele lade 3 (meegeleverd met de HP LaserJet P2055x-printer)
7Lade 2
8Printcartridgeklep
NLWWOverzicht product5
Page 18
Achteraanzicht
1
7
2
3
4
6
1Klep voor het verhelpen van storingen (aan de groene hendel trekken om te openen)
2Rechte papierbaan (trekken om te openen)
3DIMM-klep (geeft toegang tot de DIMM-sleuf)
4Interfacepoorten
5Achterklep voor storingsherstel (alleen duplexmodellen)
6Voedingsaansluiting
7Sleuf voor beveiligingsvergrendeling met een kabel
Interfacepoorten
5
1
2
1Hi-speed USB 2.0-aansluiting voor rechtstreekse verbinding met een computer
2RJ.45-netwerkaansluiting (alleen modellen met netwerkfunctionaliteit)
Locatie van het etiket met het model- en serienummer
Het etiket met het model- en serienummer bevindt zich aan de buitenkant van de achterste uitvoer
(rechte papierbaan).
6Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaatNLWW
Page 19
NLWWOverzicht product7
Page 20
8Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaatNLWW
Page 21
2Bedieningspaneel
●Lay-out bedieningspaneel
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken
●
Menu Rapporten
●
Menu Systeeminstellingen
●
Menu Service
●
Menu Netwerkconfig.
●
NLWW9
Page 22
Lay-out bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel kunt u informatie krijgen over de apparaat- en taakstatus en kunt u het
apparaat configureren.
1
2
3
4
OK
5
6
7
8
NummerKnop of lampjeFunctie
1Display van het
2
3Knop OK●De geselecteerde waarde voor een optie wordt opgeslagen.
4
5Knop Terug
bedieningspaneel
Pijl omhoogHiermee navigeert u naar het volgende submenu of de volgende waarde in
Pijl omlaagHiermee navigeert u naar het vorige item in de lijst of verlaagt u de waarde
Geeft statusinformatie, menu's en foutberichten weer.
een vervolgkeuzelijst, verplaatst u de cursor één plaats naar voren of
verhoogt u de waarde van numerieke gegevens
●Hiermee wordt de handeling uitgevoerd die bij de optie hoort die op het
bedieningspaneel is geselecteerd.
Hiermee kunt u (indien mogelijk) een foutbericht wissen.
●
van numerieke gegevens.
Hiermee gaat u één niveau omhoog in de menustructuur of één stap terug in
een numerieke selectieprocedure.
6Klaar-lampje●Aan: het apparaat is online en gereed voor de ontvangst van gegevens
7
8Fout-lampje●Uit: het apparaat functioneert naar behoren.
Knop Annuleren
die moeten worden afgedrukt.
Uit: het apparaat kan geen gegevens ontvangen omdat de printer offline
●
is (onderbroken) of omdat er een fout is opgetreden.
●Knipperend: er wordt een afdruktaak verwerkt.
Hiermee wordt de huidige afdruktaak geannuleerd
Knipperend: Er moet actie worden ondernomen. Kijk op het display van
●
het bedieningspaneel.
10Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 23
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken
Volg de onderstaande stappen om toegang tot het bedieningspaneel te krijgen.
De menu's gebruiken
1.Druk op OK.
2.Druk op de pijl omlaag
3.Druk op OK om de juiste optie te selecteren.
4.Druk op de knop Terug
Hieronder volgen de hoofdmenu's.
Hoofdmenu'sRapporten
of de pijl omhoog om door de lijsten te bladeren.
om terug te keren naar het vorige niveau.
Systeeminstellingen
Service
Netwerkconfig.
NLWWDe menu's van het bedieningspaneel gebruiken11
Page 24
Menu Rapporten
Gebruik het menu Rapporten om rapporten met informatie over het product af te drukken.
Menu-itemOmschrijving
DemopaginaEen pagina afdrukken ter illustratie van de afdrukkwaliteit.
MenustructuurDrukt een overzicht af van de lay-out van de menu's van het bedieningspaneel.
Config-rapportEen lijst afdrukken met alle instellingen van het product. Bevat netwerkgegevens
AccessoirestatusHiermee drukt u de status van de printcartridge af met de volgende informatie:
NetwerkrapportHiermee drukt u een lijst af met alle netwerkinstellingen van het product.
GebruikspaginaHiermee drukt u een pagina af met PCL 5-pagina's, PCL 6-pagina's, PS-pagina's,
PCL-lettertypelijstHiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL 5-lettertypen
PS-lettertypenHiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PS-lettertypen (PostScript).
PCL6-lettertypenlijstHiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL 6-lettertypen.
ServicepaginaHiermee drukt u het servicerapport af.
Voor ieder menu wordt aangegeven welke instellingen actief zijn.
als het product is verbonden met een netwerk.
●Geschat aantal resterende pagina's
Nummer
●
●Aantal afgedrukte pagina's
pagina's die zijn vastgelopen of verkeerd ingevoerd in het apparaat. Daarnaast
wordt het aantal pagina's gerapporteerd
12Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 25
Menu Systeeminstellingen
Gebruik dit menu om de basisinstellingen van het product vast te leggen. Het menu
Systeeminstellingen heeft verschillende submenu's. Deze submenu's worden in de volgende tabel
beschreven.
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemOmschrijving
TaalSelecteer de taal voor de berichten op het
display van het bedieningspaneel en de
productrapporten.
Stille modusAan
Uit
Papierinstell.St. papiergr.Er wordt een lijst met
beschikbare papierformaten
weergegeven.
St. papiersoortEr wordt een lijst met
Lade n
OPMERKING: n = 1, 2 of
3
Actie na papier opEeuwig wachten
beschikbare papiersoorten
weergegeven.
Papiersoort
Papiergrootte
Negeren
Annuleren
Stille modus in- of uitschakelen. Als de stille
modus is ingeschakeld, drukt het product
langzamer af.
De standaardinstelling is Uit.
Selecteer het formaat voor het afdrukken
van interne rapporten of voor afdruktaken
waarvoor geen formaat is gespecificeerd.
Selecteer de materiaalsoort voor het
afdrukken van interne rapporten of voor
afdruktaken waarvoor geen soort is
gespecificeerd.
Selecteer het standaardformaat en de
standaardsoort voor de lade in de lijst met
beschikbare formaten en soorten.
Selecteer hoe u wilt dat het product
reageert als voor een afdruktaak een
formaat of soort afdrukmateriaal is vereist
dat niet beschikbaar is of als de opgegeven
lade leeg is.
Selecteer Eeuwig wachten om het
apparaat te laten wachten tot u het juiste
afdrukmateriaal hebt geplaatst en op OK
hebt gedrukt. Dit is de standaardinstelling.
Selecteer Negeren om na een opgegeven
wachttijd af te drukken op een ander
formaat of een andere soort papier.
Selecteer Annuleren om de afdruktaak
automatisch te annuleren na een ingestelde
wachttijd.
Als u Negeren of Annuleren selecteert,
wordt u gevraagd op het bedieningspaneel
het aantal seconden voor de vertraging in te
stellen. Druk op de pijl naar rechts
tijdsduur te verlengen tot maximaal
3600 seconden. Druk op de pijl naar
beneden
AfdrukkwaliteitCass. bijna leeg(1-20)Met de percentagedrempel wordt bepaald
wanneer het product gaat rapporteren dat
het tonerniveau laag is.
om de tijdsduur te verkorten.
om de
NLWWMenu Systeeminstellingen13
Page 26
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemOmschrijving
Afdrukdichtheid(1–5)Selecteer hoeveel toner er moet worden
gebruikt om dikkere randen en lijnen af te
drukken.
De standaardinstelling is 3.
CourierStandaard
Donker
DisplaycontrastGemiddeld
Donker
Donkerst
Lichtst
Lichter
Selecteer een versie van het Courier-
lettertype.
De standaardversie is Normaal.
Pas het contrast van het LCD-scherm aan.
14Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 27
Menu Service
Gebruik dit menu om de standaardinstellingen te herstellen, het product te reinigen en speciale modi
in te stellen die de afdrukken beïnvloeden.
Menu-itemOmschrijving
ReinigingsmodusGebruik deze optie om het product te reinigen als u tonervlekken of andere
vlekken op de afdrukken ziet. Bij het reinigingsproces worden stof en overtollige
toner uit de papierbaan verwijderd.
Als u dit item selecteert, wordt u gevraagd gewoon papier in lade 1 te plaatsen en
vervolgens op OK te drukken om het reinigingsproces te starten. Wacht tot het
proces is voltooid. Gooi de afgedrukte pagina weg.
USB-snelheidHiermee kunt u de USB-snelheid instellen op Hoog of Vol. Om het product
Minder omkrullenAls afgedrukte pagina's steeds gekruld zijn, kunt u deze optie gebruiken om een
Archief afdr.Als u pagina's afdrukt die lange tijd worden bewaard, kunt u deze optie gebruiken
StandaardwaardenAlle standaardinstellingen worden hersteld.
daadwerkelijk te laten functioneren op hoge snelheid, moet hoge snelheid zijn
ingeschakeld en moet het product zijn aangesloten op een EHCI-hostcontroller die
ook functioneert op hoge snelheid. Dit menu-item geeft niet de huidige snelheid
van het product weer.
De standaardinstelling is Hoog.
modus op het product in te stellen die het krullen vermindert.
De standaardinstelling is Uit.
om een modus op het product in te stellen die uitloop van toner en stofvorming
tegengaat.
De standaardinstelling is Uit.
NLWWMenu Service15
Page 28
Menu Netwerkconfig.
Gebruik dit menu om de configuratie-instellingen voor het netwerk vast te leggen.
Menu-itemBeschrijving
CFG TCP/IPOpen het menu TCP/IP en stel de parameters voor TCP/IP-protocollen in.
●BOOTP=JA* IPv4-configuratie door een BOOTP-server inschakelen.
●DHCP=JA* IPv4-configuratie door een DHCP-server inschakelen.
Als DHCP=JA* en de afdrukserver een DHCP-lease heeft, kunt u de volgende DHCP-
instellingen configureren:
●VRIJGEVEN: Selecteer of u de huidige lease wilt vrijgeven (JA) of bewaren (NEE).
VERNIEUWEN: Selecteer of u de lease wilt vernieuwen (JA of NEE).
●
AUTO IP=JA* Automatisch een link-local IPv4-adres toewijzen in de vorm 169.254.x.x.
Als u BOOTP=NEE*, DHCP=NEE* en AUTO IP=NEE* opgeeft, kunt u de volgende TCP/IPv4parameters handmatig instellen op het bedieningspaneel:
●Elke byte van het IPv4-adres (IP)
●Subnetmasker (SM)
Syslog-server (LG)
●
●Standaardgateway (GW)
●Time-outperiode voor niet-actief (de standaardinstelling is 270 seconden, bij 0 wordt de
time-out uitgeschakeld)
CFG DNS 1: IPv4-adres van een primaire DNS-server (één byte per keer).
CFG DNS 2: IPv4-adres van een secundaire DNS-server (één byte per keer).
IPV6 = JA*: IPv6 inschakelen. Selecteer NEE om IPv6 uit te schakelen.
BELEID=RTR_AV/RTR_UN/ALTIJD: Stel een IPv6-adresbeleid in:
●RTR_AV: (standaard) automatische configuratiemethode met status wordt bepaald door
een router. De router vermeldt of de afdrukserver zijn adres, configuratiegegevens of beide
van een DHCPv6-server verkrijgt.
●RTR_UN: Proberen configuratie met status van een DHCPv6-server te verkrijgen (als er
geen router beschikbaar is).
●ALTIJD: Altijd proberen om configuratie met status van een DHCPv6-server te verkrijgen
(ongeacht of er een router beschikbaar is).
HANDMATIG= BEHOUDEN/UITSCHAKELEN: Stel het gedrag van handmatig geconfigureerde
IPv6-adressen die worden gedetecteerd op de afdrukserver.
●BEHOUDEN (standaard): Het adres in actieve staat behouden.
UITSCHAKELEN: Het adres behouden, maar in een inactieve staat.
●
Druk een HP Jetdirect-configuratiepagina af om uw instellingen te controleren. (De afdrukserver
kan bepaalde parameters overschrijven met waarden die ervoor zorgen dat het apparaat goed
functioneert.)
16Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 29
Menu-itemBeschrijving
WEBDe geïntegreerde webserver accepteert alleen communicatie met behulp van HTTPS (Secure
HTTP) of zowel HTTP als HTTPS.
●HTTPS: Alleen HTTPS accepteren (de afdrukserver wordt weergegeven als beveiligde
site).
●HTTP/HTTPS: HTTP of HTTPS accepteren.
BEVEILIGINGHuidige beveiligingsinstellingen herstellen naar fabrieksinstellingen.
●BEHOUDEN (standaard): Huidige beveiligingsinstellingen behouden.
●BEGINWAARDEN: Beveiligingsinstellingen herstellen naar fabrieksinstellingen.
FIREWALLFirewall uitschakelen.
●BEHOUDEN (standaard): Firewall gebruiken zoals geconfigureerd.
UITSCHAKELEN: Firewall uitschakelen.
●
AFDRUKKENEen configuratiepagina voor het geselecteerde item afdrukken.
BEVEILIGING: De huidige beveiligingsinstellingen afdrukken.
CFG-VERBINDINGHandmatig de netwerkverbinding van de HP Jetdirect-afdrukserver configureren.
Stel de verbindingssnelheid en communicatiemodus in. Deze moeten overeenkomen met het
netwerk. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het model afdrukserver.
VOORZICHTIG: Als u de verbindingsinstelling wijzigt, kan dit leiden tot verlies van
netwerkcommunicatie met de afdrukserver.
●AUTO (standaard): Gebruik auto-onderhandeling om de hoogst mogelijke
verbindingssnelheid en communicatiemodus in te stellen. Als auto-onderhandeling niet
werkt, wordt 100TX HALF of 10TX HALF ingesteld, afhankelijk van de gedetecteerde
verbindingssnelheid van de hub/switch-poort. (Een 1000T half-duplexselectie wordt niet
ondersteund.)
10T HALF: 10 Mbps, half-duplex.
●
●10T VOL: 10 Mbps, full-duplex.
100TX HALF: 100 Mbps, half-duplex.
●
100TX VOL: 100 Mbps, full-duplex.
●
●100TX AUTO: Hiermee wordt auto-onderhandeling beperkt tot een maximale
verbindingssnelheid van 100 Mbps.
●1000TX VOL: 1000 Mbps, full-duplex.
NLWWMenu Netwerkconfig.17
Page 30
18Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 31
3Software voor Windows
●Ondersteunde Windows-besturingssystemen
Ondersteunde printerdrivers voor Windows
●
HP Universal Print Driver (UPD)
●
Prioriteit van afdrukinstellingen
●
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
●
Software-installatietypen voor Windows
●
Software verwijderen voor Windows
●
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
●
Ondersteunde netwerkhulpprogramma's voor Windows
●
Software voor andere besturingssystemen
●
NLWW19
Page 32
Ondersteunde Windows-besturingssystemen
De volgende Windows-besturingssystemen worden ondersteund:
Windows XP (32-bits en 64-bits)
●
●Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits)
●Windows 2000 (alleen driver)
●Windows Vista (32-bits en 64-bits)
20Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 33
Ondersteunde printerdrivers voor Windows
HP PCL 5 Universal Print Driver (HP UPD PCL 5) (kan worden gedownload van internet)
●
HP PCL 6 (op de cd bij het product)
●
●HP Universal Print Driver voor PostScript-emulatie(HP UPD PS) (kan worden gedownload van
internet)
XPS-driver (XML Paper Specification) (kan worden gedownload van internet)
●
De printerdrivers hebben een online Help met aanwijzingen voor veelvoorkomende afdruktaken en
een beschrijving van de knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten van de printerdriver.
OPMERKING:Zie www.hp.com/go/upd voor meer informatie over de UPD.
NLWWOndersteunde printerdrivers voor Windows21
Page 34
HP Universal Print Driver (UPD)
De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die rechtstreeks toegang biedt tot
vrijwel elk HP LaserJet-product, vanaf elke locatie, zonder afzonderlijke drivers te downloaden. De
driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de
driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het
betreft een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert.
De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past
vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te
geven. De UPD schakelt automatisch functies in die voor het product beschikbaar zijn. Hierbij kunt u
denken aan dubbelzijdig afdrukken en nieten, zodat u deze functies niet meer handmatig hoeft in te
schakelen.
Ga naar
www.hp.com/go/upd voor meer informatie.
Installatiemodi UPD
Traditionele modus●Kies deze modus wanneer u de driver installeert vanaf een cd voor één
Dynamische modus●Gebruik deze modus als u de driver voor een mobiele computer wilt
computer.
●Wanneer u deze modus hebt gebruikt, werkt de UPD als een traditionele
printerdriver.
Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD voor elke computer afzonderlijk
●
te installeren.
installeren, waardoor u op elke locatie HP-producten kunt zoeken en ernaar
kunt afdrukken.
●Gebruik deze modus wanneer u de UPD voor een werkgroep wilt installeren.
Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD van internet te downloaden. Zie
●
www.hp.com/go/upd.
22Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 35
Prioriteit van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING:Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
●
Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma
waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens
anders teniet gedaan.
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
●
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver). De printerdriver wordt geopend
●
wanneer u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die in het
dialoogvenster Printereigenschappen worden gewijzigd, hebben geen prioriteit over
instellingen die elders in het programma zijn gekozen.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
●
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
●
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
NLWWPrioriteit van afdrukinstellingen23
Page 36
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
De instellingen voor alle afdruktaken
wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.Selecteer de driver en klik
vervolgens op Eigenschappen of
Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit is de
meeste voorkomende procedure.
De standaardinstellingen voor alle
afdruktaken wijzigen
1.Windows XP en Windows
Server 2003 (via de
standaardweergave van het
menu Start): klik op Start envervolgens op Printers en
faxapparaten.
-of-
Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003 (via de
klassieke weergave van het
menu Start): klik op Start,
Instellingen en vervolgens op
Printers.
-of-
Windows Vista: klik op Start,
Configuratiescherm en
vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op
Printer.
2.Klik met de rechtermuisknop op
het pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
De configuratie-instellingen van het
product wijzigen
1.Windows XP en Windows
Server 2003 (via de
standaardweergave van het
menu Start): klik op Start envervolgens op Printers en
faxapparaten.
-of-
Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003 (via de
klassieke weergave van het
menu Start): klik op Start,
Instellingen en vervolgens op
Printers.
-of-
Windows Vista: klik op Start,
Configuratiescherm en
vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op
Printer.
2.Klik met de rechtermuisknop op
het pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
lik op het tabblad
3.K
Ap
paraatinstellingen.
24Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 37
Software-installatietypen voor Windows
U kunt kiezen uit de volgende typen software-installatie:
Basisinstallatie (aanbevolen). De minimale set drivers en software wordt geïnstalleerd. Dit
●
installatietype wordt aanbevolen voor netwerkinstallaties.
Volledige installatie. De volledige set drivers en software wordt geïnstalleerd, inclusief
●
hulpmiddelen voor de status, waarschuwingen en het oplossen van problemen. Dit
installatietype wordt aanbevolen voor 'direct-connect'-installaties.
●Aangepaste installatie. Met deze optie selecteert u welke drivers u wilt installeren en of u de
interne lettertypen wilt installeren. Dit installatietype wordt aanbevolen voor geavanceerde
gebruikers en systeembeheerders.
NLWWSoftware-installatietypen voor Windows25
Page 38
Software verwijderen voor Windows
1.Klik op Start en vervolgens op Alle programma's.
2.Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam.
3.Klik op de optie voor het verwijderen van het apparaat en volg daarna de instructies op het
scherm op om de software te verwijderen.
26Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 39
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
HP ToolboxFX
HP ToolboxFX is een softwareprogramma dat u voor de volgende taken kunt gebruiken:
De productstatus controleren
●
De accessoirestatus controleren en benodigdheden online bestellen
●
Waarschuwingen instellen
●
E-mailwaarschuwingen instellen voor diverse productgebeurtenissen
●
Productinstellingen weergeven en wijzigen
●
De documentatie van het product bekijken
●
Toegang krijgen tot hulpmiddelen voor onderhoud en het oplossen van problemen
●
U kunt HP ToolboxFX gebruiken als het product rechtstreeks is aangesloten op de computer of als
het product is aangesloten op een netwerk. U kunt HP ToolboxFX alleen gebruiken als u de
aanbevolen software hebt geïnstalleerd.
NLWWOndersteunde hulpprogramma's voor Windows27
Page 40
Ondersteunde netwerkhulpprogramma's voor Windows
HP Web Jetadmin
HP Web Jetadmin is een op de browser gebaseerd beheerprogramma voor printers op uw intranet
die zijn verbonden via HP Jetdirect. Het hoort alleen op de computer van de netwerkbeheerder te
worden geïnstalleerd.
Ga voor het downloaden van de laatste versie van HP Web Jetadmin en voor de nieuwste lijst met
ondersteunde hostsystemen naar
Als het programma op een hostserver is geïnstalleerd, kan een Windows-client toegang krijgen tot
HP Web Jetadmin door gebruik te maken van een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft®
Internet Explorer 4.x of Netscape Navigator 4.x of hoger) door naar de HP Web Jetadmin-host te
navigeren.
Geïntegreerde webserver
Het apparaat beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over
apparaat- en netwerkactiviteiten. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals
Microsoft Internet Explorer, Netscape Navigator, Apple Safari of Firefox.
De geïntegreerde webserver bevindt zich in het apparaat. Hij is niet geladen op een netwerkserver.
De geïntegreerde webserver biedt een interface met het apparaat die toegankelijk is voor iedereen
met een standaard webbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale
software die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde
webbrowser op de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IPadres van het apparaat in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een
configuratiepagina af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in
Informatiepagina's afdrukken op pagina 72.)
www.hp.com/go/webjetadmin.
Geïntegreerde webserver op pagina 79 voor een volledig overzicht van de functies van de
Zie
geïntegreerde webserver.
28Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 41
Software voor andere besturingssystemen
BesturingssysteemSoftware
UNIXVolg deze stappen om de modelscripts voor HP UNIX te downloaden.
1.Ga naar
2.Typ de naam van het product in het vakje voor de productnaam.
3.Klik in de lijst met besturingssystemen op UNIX.
4.Download de juiste bestanden.
LinuxGa voor informatie naar
www.hp.nl en klik op Software en Drivers downloaden.
www.hp.com/go/linuxprinting.
NLWWSoftware voor andere besturingssystemen29
Page 42
30Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 43
4De printer gebruiken met een
Macintosh
Software voor Macintosh
●
Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken
●
NLWW31
Page 44
Software voor Macintosh
Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh
De volgende Macintosh-besturingssystemen worden door het product ondersteund:
Mac OS X v10.3, v10.4. v10.5 en hoger
●
OPMERKING:Voor Mac OS X v10.4 en hoger worden Mac's met PPC- en Intel® Core™-
processoren ondersteund.
Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh
Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript® Printer Description), PDE's
(Printer Dialog Extensions) en de HP Printer Utility voor Macintosh.
Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerdrivers, kunt u de apparaatfuncties
gebruiken. Gebruik de Apple PostScript 8-printerdriver die bij de computer wordt geleverd.
Software verwijderen uit het Macintosh-besturingssysteem
Als u software van een Macintosh-computer wilt verwijderen, sleept u de PPD-bestanden naar de
prullenbak.
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Macintosh
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING:Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare opdracht
●
op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te openen.
Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd vervangen.
●Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
●
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
●
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
32Hoofdstuk 4 De printer gebruiken met een MacintoshNLWW
Page 45
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh
De instellingen voor alle afdruktaken
wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.Kies Druk af in het menu Archief.
2.Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
De standaardinstellingen voor alle
afdruktaken wijzigen
1.Kies Druk af in het menu Archief.
2.Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
3.Klik in het menu Instellingen op
Bewaar als en typ een naam voor
de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het menu
Instellingen opgeslagen. Als u de
nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet
u de opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een programma
opent en wilt afdrukken.
De configuratie-instellingen van het
product wijzigen
Mac OS X V10.3 of Mac OS X V10.4
1.Klik in het Apple-menu op
Systeemvoorkeuren envervolgens op Afdrukken en
faxen.
2.Klik op Printerconfiguratie.
3.Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
Mac OS X V10.5
1.Klik in het Apple-menu op
Systeemvoorkeuren envervolgens op Afdrukken en
faxen.
2.Klik op Opties &
Benodigdheden.
3.Klik op het menu Driver.
4.Selecteer de driver in de lijst en
configureer de geïnstalleerde
opties.
Ondersteunde hulpprogramma's voor Macintosh
Geïntegreerde webserver
Het apparaat beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over
apparaat- en netwerkactiviteiten. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals
Microsoft Internet Explorer, Netscape Navigator, Apple Safari of Firefox.
De geïntegreerde webserver bevindt zich in het apparaat. Hij is niet geladen op een netwerkserver.
De geïntegreerde webserver biedt een interface met het apparaat die toegankelijk is voor iedereen
met een standaard webbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale
software die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde
webbrowser op de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IPadres van het apparaat in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een
configuratiepagina af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in
Informatiepagina's afdrukken op pagina 72.)
Geïntegreerde webserver op pagina 79 voor een volledig overzicht van de functies van de
Zie
geïntegreerde webserver.
NLWWSoftware voor Macintosh33
Page 46
Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken
Afdrukken
Voorinstellingen voor afdrukken maken en gebruiken in Macintosh
Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan,
zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Een voorinstelling voor afdrukken maken
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Selecteer de afdrukinstellingen.
4.Klik in het venster Instellingen op Bewaar als... en typ een naam voor de voorinstelling.
5.Klik op OK.
Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Selecteer in het menu Instellingen de voorinstelling die u wilt gebruiken.
OPMERKING:Selecteer Standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken.
Het formaat van documenten wijzigen of afdrukken op een aangepast papierformaat
U kunt een document schalen zodat het op een ander formaat papier past.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Papierafhandeling.
3.Selecteer in het gebied voor Doelpapierformaat de optie Pas aan papierformaat aan en
selecteer vervolgens het formaat in de vervolgkeuzelijst.
4.Als u alleen papier wilt gebruiken dat kleiner is dan het document, selecteert u Verklein alleen.
Een omslagblad afdrukken
U kunt een afzonderlijk voorblad met een mededeling afdrukken voor uw document (bijvoorbeeld
“Vertrouwelijk”).
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Open het menu Voorblad en selecteer of u het voorblad voor het document of achter het
document wilt afdrukken.
4.In het menu Type voorblad selecteert u de mededeling die u op het voorblad wilt plaatsen.
34Hoofdstuk 4 De printer gebruiken met een MacintoshNLWW
Page 47
OPMERKING:Als u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type
voorblad.
Watermerken gebruiken
Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond
van elke pagina van het document.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Watermerken.
3.Selecteer naast Modus het type watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer Watermerk als u een
semitransparant bericht wilt afdrukken. Selecteer Overlay als u een bericht wilt afdrukken dat
niet transparant is.
4.Selecteer naast Pagina's of u het watermerk op alle pagina's wilt afdrukken of alleen op de
eerste pagina.
5.Selecteer naast Tekst een van de standaardberichten of selecteer Aangepast en typ een nieuw
bericht in het venster.
6.Selecteer opties voor de overige instellingen.
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken in Macintosh
U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Dankzij deze functie is het mogelijk
voorbeeldpagina's goedkoop af te drukken.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Open het menu Lay-out.
4.Selecteer bij Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of
16).
5.Selecteer naast Lay-outrichting de volgorde en de plaats van de pagina's op het vel.
6.Bij Randen selecteert u het soort rand dat u om iedere pagina van het vel wilt afdrukken.
NLWWFuncties van de Macintosh-printerdriver gebruiken35
1.Stel het apparaat in voor de juiste breedtemaat van het papier dat u gebruikt. Til de klep voor het
verhelpen van storingen bij dubbelzijdig afdrukken aan de achterzijde van het apparaat op en
zoek de blauwe hendel voor de selectie van de papierbreedte.
●Papier van Letter- en Legal-formaat: druk de hendel in.
●Papier van A4-formaat: trek de hendel naar buiten.
2.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal
papier zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
●Plaats in lade 1 het briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar boven en de bovenrand
eerst in het apparaat.
●Plaats in alle andere laden het briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en de
bovenrand aan de voorzijde van de lade.
3.Klik in het menu Archief op Druk af.
4.Open het menu Lay-out.
5.Selecteer naast Dubbelzijdig de optie Lange kant binden of Korte kant binden.
6.Klik op Druk af.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
1.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal
papier zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
●Plaats in lade 1 het briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar boven en de bovenrand
eerst in het apparaat.
●Plaats in alle andere laden het briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en de
bovenrand aan de voorzijde van de lade.
2.Klik in het menu Archief op Druk af.
3.Selecteer in het menu Afwerking de optie Handmatig afdrukken op 2e zijde.
4.Klik op Print. Volg de instructies in het pop-upvenster dat op het computerscherm verschijnt
voordat u de uitvoerstapel in lade 1 plaatst om de tweede zijde te bedrukken.
5.Ga naar het apparaat en verwijder eventueel blanco papier uit lade 1.
36Hoofdstuk 4 De printer gebruiken met een MacintoshNLWW
Page 49
6.Plaats de bedrukte stapel met de bedrukte zijde omhoog in lade 1 met de bovenrand als eerste
in het apparaat. U kunt de tweede zijde alleen afdrukken vanuit lade 1.
7.Druk desgevraagd op de juiste toets op het bedieningspaneel om door te gaan.
Het menu Services gebruiken
Als het product is aangesloten op een netwerk, kunt u via het menu Services de gegevens over het
product en de status van de benodigdheden bekijken.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Services.
3.Wilt u de geïntegreerde webserver openen en een onderhoudstaak uitvoeren, ga dan als volgt te
werk:
a.Selecteer Apparaatonderhoud.
b.Selecteer een taak in de vervolgkeuzelijst.
c.Klik op Start.
4.Om naar de verschillende ondersteuningswebsites te gaan, gaat u als volgt te werk:
a.Selecteer Services op Internet.
b.Selecteer Internet-services en selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst.
c.Klik op Openen!
NLWWFuncties van de Macintosh-printerdriver gebruiken37
Page 50
38Hoofdstuk 4 De printer gebruiken met een MacintoshNLWW
Page 51
5Verbinding
●USB-configuratie
Netwerkconfiguratie
●
NLWW39
Page 52
USB-configuratie
Het apparaat heeft een Hi-Speed USB 2.0-poort. De USB-kabel mag maximaal 2 meter lang zijn.
De USB-kabel aansluiten
Sluit de USB-kabel aan op het apparaat. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de
computer.
1USB-poort (type B)
2USB-connector (type B)
40Hoofdstuk 5 VerbindingNLWW
Page 53
Netwerkconfiguratie
Misschien zult u bepaalde netwerkparameters op het apparaat moeten configureren. U kunt deze
parameters configureren vanaf het bedieningspaneel, de geïntegreerde webserver of, voor de
meeste netwerken, vanuit de HP Web Jetadmin-software.
Ondersteunde netwerkprotocollen
Het product biedt ondersteuning voor het netwerkprotocol TCP/IP. Dit is het meest gebruikte en
meest geaccepteerde netwerkprotocol. Dit protocol wordt gebruikt door een groot aantal
netwerkservices. Dit product ondersteunt ook IPv4 and IPv6. De volgende tabel geeft een overzicht
van de netwerkservices/protocollen waarvoor het product ondersteuning biedt.
Tabel 5-1 Afdrukken
ServicenaamBeschrijving
poort9100 (directmodus)De standaard TCP/IP-afdrukpoort op de HP Jetdirect-
Line Printer Daemon (LPD)LPD biedt spoolingservices voor lijnprinters voor TCP/IP-
Afdrukken met WSGebruik de webservices voor apparaten van Microsoft
afdrukserver die door software zoals HP Standard Port wordt
gebruikt
systemen. Gebruik LPD-services op de HP Jetdirectafdrukserver.
(WSD) voor afdrukken die op de HP Jetdirect-afdrukserver
worden ondersteund.
Tabel 5-2 Productdetectie op het netwerk
ServicenaamBeschrijving
SLP (Service Location Protocol)Met het protocol voor het detecteren van apparaten kunt u
netwerkapparaten zoeken en configureren. Dit protocol wordt
hoofdzakelijk gebruikt door programma's die onder Microsoftsoftware werken.
mDNS (multicast Domain Name Service, ook bekend als
“Rendezvous” of “Bonjour”)
WS-detectieHiermee worden Microsoft WS-detectieprotocollen
Met het protocol voor het detecteren van apparaten kunt u
netwerkapparaten zoeken en configureren. Dit protocol wordt
hoofdzakelijk gebruikt door programma's die onder Apple
Macintosh-software werken.
toegestaan op de afdrukserver.
LLMNR (TCP/IP v6)Geeft aan of LLMNR-aanvragen (link local multicast name
NetBIOS via TCP/IPBiedt communicatie tussen toepassingen op afzonderlijke
DNS-clientDe naam van het DNS-domein waarin de HP Jetdirect-
resolution) worden beantwoord via IPv6.
computers binnen een LAN (local area network). Omdat de
programma-interface wordt uitgevoerd via TCP/IP (NBT),
heeft elke computer in het netwerk zowel een NetBIOSnaam als een IP-adres dat relevant is voor een hostnaam
(ook al zijn de twee namen mogelijk niet hetzelfde).
afdrukserver zich bevindt (bijvoorbeeld support.hp.com).
NLWWNetwerkconfiguratie41
Page 54
Tabel 5-3 Berichtenverkeer en beheer
ServicenaamBeschrijving
HTTP (Hypertext Transfer Protocol)Hiermee kunnen webbrowsers communiceren met de
EWS (Embedded Web Server)Hiermee kan een gebruiker het product beheren via een
SNMP (Simple Network Management Protocol)Wordt gebruikt door netwerkprogramma's voor
Web Jetadmin (WJA)Beheerprogramma dat gecontroleerde toegang biedt tot
EPCDe HP Easy Printer Care 2.0-software (EPC 2.0) biedt
geïntegreerde webserver.
webbrowser.
productbeheer. SNMP V3-objecten en MIB-IIstandaardobjecten (Management Information Base) worden
ondersteund.
functies van HP Jetdirect en de printer.
functies van het type HP Web Jetadmin voor kleine bedrijven
en microbedrijven met maximaal 15 HP LaserJet-apparaten.
EPC 2.0 zorgt voor eenvoudig onderhoud van laserprinters
en bescherming voor uw afdrukinvestering, evenals
eenvoudige aanvulling van benodigdheden.
Tabel 5-4 IP-adressering
ServicenaamBeschrijving
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)Voor automatische toewijzing van IP-adressen. De DHCP-
server verschaft het product een IP-adres. Over het
algemeen is geen tussenkomst van de gebruiker vereist
wanneer het product een IP-adres verkrijgt van een DHCPserver.
BOOTP (bootstrap-protocol)Voor automatische toewijzing van IP-adressen. De BOOTP-
Auto IPVoor automatische toewijzing van IP-adressen. Als er geen
Handmatig IP-adresHandmatig het IP-adres van de afdrukserver configureren
TelnetConfiguratieparameters instellen met behulp van het
server verschaft het product een IP-adres. De beheerder
moet het MAC-hardwareadres van het product opgeven in
de BOOTP-server, zodat het product een IP-adres van die
server ontvangt.
DHCP-server en geen BOOTP-server beschikbaar is, kan
het product met behulp van deze service een uniek IP-adres
configureren.
met het bedieningspaneel op de printer of de geïntegreerde
webserver.
standaard IP-adres om een Telnet-verbinding te maken
tussen uw systeem en de HP Jetdirect-afdrukserver. Na de
configuratie slaat de afdrukserver de configuratie op telkens
wanneer de server wordt uit- en weer ingeschakeld.
42Hoofdstuk 5 VerbindingNLWW
Page 55
Tabel 5-4 IP-adressering (vervolg)
ServicenaamBeschrijving
RARPU kunt de afdrukserver zo configureren dat deze RARP
gebruikt op UNIX- en Linux-systemen. Met RARP kunt u
reageren op de RARP-aanvraag van de afdrukserver en de
afdrukserver voorzien van het IP-adres. Met de RARPmethode kunt u alleen het IP-adres configureren.
ARP/PINGU kunt een HP Jetdirect-afdrukserver met een IP-adres
Het product installeren op een netwerk
In deze configuratie is het product rechtstreeks op het netwerk aangesloten en kan het zodanig
worgen geconfigureerd dat alle computers in het netwerk rechtstreeks op het product kunnen
afdrukken.
OPMERKING:Deze modus is de aanbevolen netwerkconfiguratie voor het product.
1.Voordat u het product inschakelt, moet het rechtstreeks op het netwerk worden aangesloten. Dit
doet u door een netwerkkabel aan te sluiten op de netwerkpoort van het product.
2.Schakel het product in, wacht 2 minuten en geef vervolgens via het bedieningspaneel opdracht
om een configuratiepagina af te drukken.
OPMERKING:Controleer of het IP-adres op de configuratiepagina staat vermeld voordat u
verdergaat met de volgende stap. Is dit niet het geval, druk de configuratiepagina dan opnieuw
af.
3.Plaats de cd van het product in de computer. Als het installatieprogramma van de software niet
wordt gestart, ga dan naar het bestand setup.exe op de cd en dubbelklik erop.
configureren met behulp van de opdracht arp van een
ondersteund systeem. Het werkstation vanwaar de
configuratie wordt uitgevoerd moet zich op hetzelfde
netwerksegment bevinden als de HP Jetdirect-afdrukserver.
4.Volg de instructies van het installatieprogramma op.
OPMERKING:Als het installatieprogramma u vraagt om een netwerkadres, geef dan het IP-
adres op dat staat vermeld op de configuratiepagina die u hebt afgedrukt voordat u het
installatieprogramma startte, of zoek op het netwerk naar het product.
5.Wacht tot het installatieproces is voltooid.
NLWWNetwerkconfiguratie43
Page 56
Het netwerkapparaat configureren
Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen
U kunt de IP-configuratie-instellingen weergeven of wijzigen met de geïntegreerde webserver.
1.Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres.
Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende
●
indeling:
xxx.xxx.xxx.xxx
Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en
●
cijfers. Het adres heeft dan de volgende indeling:
xxxx::xxx:xxxx:xxxx:xxxx
2.Typ het IP-adres in de adresregel van een webbrowser om de geïntegreerde webserver te
openen.
3.Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven instellingen
wijzigen.
Het netwerkwachtwoord instellen of wijzigen
Met de geïntegreerde webserver kunt u een netwerkwachtwoord instellen of een bestaand
wachtwoord wijzigen.
1.Open de geïntegreerde webserver en klik op het tabblad Netwerk.
2.Klik in het linkerdeelvenster op Verificatie.
OPMERKING:Als er eerder een wachtwoord is ingesteld, krijgt u het verzoek dit wachtwoord
in te voeren. Typ het wachtwoord en klik op de knop Toepassen.
3.Typ het nieuwe wachtwoord in de vakken Wachtwoord en Wachtwoord bevestigen.
4.Klik onder aan het venster op de knop Toepassen om het wachtwoord op te slaan.
IP-adres
Het IP-adres van het product kan handmatig worden ingesteld of het kan automatisch worden
geconfigureerd via DHCP, BootP of AutoIP.
Automatische configuratie
1.Druk op OK op het bedieningspaneel.
2.Selecteer Netwerkconfig. met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
3.Selecteer BOOTP of DHCP met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
4.Selecteer Ja met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
Het kan enige minuten duren voordat het automatische IP-adres gereed voor gebruik is.
5.Verlaat het menu Netwerkconfig. met de knop Terug of Annuleren.
44Hoofdstuk 5 VerbindingNLWW
Page 57
OPMERKING:Bepaalde automatische IP-modi (zoals BOOTP, DHCP en AutoIP) kunnen alleen
worden gewijzigd met behulp van de geïntegreerde webserver of HP ToolboxFX. Als AutoIP is
uitgeschakeld, wordt automatisch het standaard IP-adres van HP (192.0.0.192) ingeschakeld.
Handmatige configuratie
1.Druk op OK op het bedieningspaneel.
2.Selecteer Netwerkconfig. met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
3.Selecteer CFG TCP/IP met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
4.Selecteer BOOTP met de pijlknoppen, zorg ervoor dat de waarde Nee is en druk op OK.
5.Selecteer DHCP met de pijlknoppen, zorg ervoor dat de waarde Nee is en druk op OK.
6.Selecteer IP BYTE 1 met de pijlknoppen en druk op OK.
7.Wijzig de waarde van IP BYTE 1 met de pijlknoppen en druk op OK.
8.Herhaal stap 6 en 7 voor IP BYTE 2, IP BYTE 3 en IP BYTE 4. Herhaal stap 6 en 7 ook voor het
subnetmasker (SM BYTE 1, SM BYTE 2, SM BYTE 3, SM BYTE 4) en de standaardgateway
(GW BYTE 1, GW BYTE 2, GW BYTE 3, GW BYTE 4).
9.Verlaat het menu Netwerkconfig. met de knop Terug of Annuleren.
IPv4- en IPv6-instellingen
De protocollen IPv4 en IPv6 kunnen handmatig worden geconfigureerd. Het IPv4-protocol kan
worden ingesteld in HP ToolboxFX of op het bedieningspaneel van het apparaat. Het IPv6-protocol
kan worden ingesteld op het bedieningspaneel van het apparaat of via de geïntegreerde webserver.
Verbindingssnelheid instellen
OPMERKING:Als u onjuiste instellingen opgeeft voor de verbindingssnelheid, kan het product
mogelijk niet meer communiceren met andere netwerkapparaten. In de meeste situaties moet de
automatische modus van het product ingeschakeld blijven. Bij eventuele wijzigingen is het mogelijk
dat het product uit- en weer inschakelt. U moet alleen wijzigingen opgeven als het product inactief is.
1.Druk op OK op het bedieningspaneel.
2.Selecteer Netwerkconfig. met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
3.Selecteer met de pijlknoppen CFG-VERBINDING en druk vervolgens op OK.
4.Selecteer met de pijlknoppen VERBINDING en druk vervolgens op OK.
5.Selecteer met de pijlknoppen één van de volgende instellingen.
●AUTO
●10T HALF
10T VOL
●
100TX HALF
●
100TX VOL
●
NLWWNetwerkconfiguratie45
Page 58
●100TX AUTO
●1000TX VOL
OPMERKING:De instelling moet overeenkomen met de instelling van het netwerkproduct dat
wordt aangesloten (een netwerkhub, switch, gateway, router of computer).
46Hoofdstuk 5 VerbindingNLWW
Page 59
6Papier en afdrukmateriaal
●Het gebruik van papier en afdrukmateriaal
Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal
●
Aangepaste papierformaten
●
Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal
●
Lade- en bakcapaciteit
●
Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal
●
Laden vullen
●
Laden configureren
●
Gebruik van de opties voor papieruitvoer
●
NLWW47
Page 60
Het gebruik van papier en afdrukmateriaal
Dit product ondersteunt een grote verscheidenheid aan papier en ander afdrukmateriaal. Zie hiervoor
de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet in
overeenstemming is met deze richtlijnen, kan de volgende problemen veroorzaken:
●Slechte afdrukkwaliteit
●Meer papierstoringen
Voortijdige slijtage van het product waardoor reparaties nodig zijn
●
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor
laserprinters of multifunctioneel gebruik. Gebruik geen papier of afdrukmateriaal dat is gemaakt voor
inkjetprinters. Hewlett-Packard Company kan geen aanbevelingen doen voor het gebruik van andere
merken afdrukmateriaal omdat HP geen invloed heeft op de kwaliteit hiervan.
Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch niet
tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik van het
materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- en/of vochtigheidsniveau of van andere
omstandigheden waarop Hewlett-Packard geen invloed heeft.
VOORZICHTIG:Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van
Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is.
Deze reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard.
48Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaalNLWW
Page 61
Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal
Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en past zich aan verschillende materialen aan.
OPMERKING:Selecteer voor de beste resultaten voordat u gaat afdrukken het juiste papierformaat
en het papiertype in de printerdriver.
Tabel 6-1 Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal
Formaat en afmetingenLade 1Lade 2Optionele lade 3
voor 500 vel
Letter
216 x 279 mm
Legal
216 x 356 mm
A4
210 x 297 mm
A5
148 x 210 mm
A6
105 x 148 mm
B5 (JIS)
182 x 257 mm
Executive
184 x 267 mm
Duplexer (alleen
duplexmodellen)
Briefkaart (JIS)
100 x 148 mm
Dubbele briefkaart (JIS)
148 x 200 mm
16K
184 x 260 mm
16K
195 x 270 mm
16K
197 x 273 mm
8,5 x 13
216 x 330 mm
Commerciële #10-envelop
105 x 241 mm
NLWWOndersteunde formaten papier en afdrukmateriaal49
Page 62
Tabel 6-1 Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal (vervolg)
Formaat en afmetingenLade 1Lade 2Optionele lade 3
Envelop B5 ISO
176 x 250 mm
Envelop C5 ISO
162 x 229 mm
Envelop DL ISO
110 x 220 m
Monarch-envelop
98 x 191 mm
Aangepast
76 x 127 mm t/m 216 x 356 mm
(3,0 x 5,0 inch t/m 8,5 x 14 inch)
voor 500 vel
Duplexer (alleen
duplexmodellen)
50Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaalNLWW
Page 63
Aangepaste papierformaten
Dit product ondersteunt diverse aangepaste papierformaten. Ondersteunde aangepaste formaten zijn
formaten die binnen de richtlijnen voor minimum- en maximumpapierformaat voor het product liggen
maar die niet worden weergegeven in de tabel met ondersteunde papierformaten. Geef het
aangepaste formaat in de printerdriver op wanneer u een ondersteund aangepast formaat gebruikt en
plaats het papier in een lade die de aangepaste formaten ondersteunt.
NLWWAangepaste papierformaten51
Page 64
Ondersteunde formaten voor papier en ander
afdrukmateriaal
Ga naar www.hp.com/support/ljp2050series voor een compleet overzicht van specifieke HPpapiersoorten die dit apparaat ondersteunt.
Papiersoort
(bedieningspaneel)
GEWOON 75–95 gNormaal
LICHT 60-74 gLicht 60-74 g
MIDDENGEWICHTMiddengewicht
ZWAAR 111–130 gZwaar 111–130 g
EXTRA ZWAAR 131–175 gExtra zwaar 131–175 g
TRANSPARANTTransparant voor
ETIKETTENEtiketten
BRIEFHOOFDBriefhoofd
VOORBEDRUKTVoorbedrukt
GEPERFOREERDGeperforeerd
KLEURGekleurd
RUWRuw
BANKPOSTBankpost
Papiersoort (printerdriver)Lade 1Lade 2Optionele
lade 3 voor
500 vel
monochroomlaser
Duplexer
(alleen duplexmodellen)
KRINGLOOPKringlooppapier
ENVELOPEnveloppen
52Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaalNLWW
Page 65
Lade- en bakcapaciteit
Lade of bakPapiersoortSpecificatiesHoeveelheid
Lade 1PapierBereik:
60 g/m
Enveloppen
Minder dan 60 g/m
EtikettenMaximaal 0,23 mm dikMaximale stapelhoogte: 5 mm
TransparantenMinimaal 0,13 mm dikMaximale stapelhoogte: 5 mm
Lade 2PapierBereik:
60 g/m
TransparantenMinimaal 0,13 mm dikMaximale stapelhoogte: 26 mm
Optionele lade 3 voor 500 velPapierBereik:
60 g/m
TransparantenMinimaal 0,13 mm dikMaximale stapelhoogte: 54 mm
Standaard bovenste bakPapier
2
tot 200 g/m
2
tot 135 g/m
2
tot 135 g/m
2
2
tot 90 g/m
2
2
Maximale stapelhoogte: 5 mm
Gelijk aan 50 vel 75 g/m
2
Maximaal 10 enveloppen
Gelijk aan 250 vel 75 g/m
Maximale stapelhoogte voor
papier van A6-formaat: 15 mm
Gelijk aan 500 vel 75 g/m2.
Maximale stapelhoogte voor
papier van A6-formaat: 40 mm
Maximaal 125 vel 75 g/m
2
2
2
NLWWLade- en bakcapaciteit53
Page 66
Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal
Dit product ondersteunt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Hanteer de volgende richtlijnen om
bevredigende resultaten te verkrijgen. Voor de beste afdrukresultaten moet u, wanneer u speciaal
papier of afdrukmateriaal gebruikt, de soort en het formaat instellen in uw printerdriver.
VOORZICHTIG:HP LaserJet-printers gebruiken tonerkatalysators om dry toner-deeltjes met zeer
precieze stippen op het papier te drukken. HP laser-papier is bestand tegen deze extreme hitte. Het
gebruik van inkjetpapier dat niet ontworpen is voor deze technologie kan schade aan de printer
veroorzaken.
MateriaalsoortDoenNiet doen
Enveloppen●Bewaar de enveloppen plat.
●Zorg dat de naden helemaal
doorlopen tot de hoek van de
envelop.
●Gebruik enveloppen met een
plakstrip die zijn goedgekeurd voor
gebruik in laserprinters.
Etiketten●Gebruik alleen etiketbladen
Transparanten●Gebruik alleen transparanten die
waarvan het beschermblad niet
zichtbaar is tussen de etiketten.
●Zorg ervoor dat de etiketten plat
liggen
Gebruik alleen volle vellen
●
etiketten.
zijn goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
●Leg de transparanten op een glad
oppervlak nadat u ze uit het
product heeft verwijderd.
●Gebruik geen enveloppen die
gekreukeld, ingekeept, aan elkaar
kleven of anderszins beschadigd
zijn.
●Gebruik geen enveloppen met
klemmen, binddraad, vensters of
met reliëfopdruk.
●Gebruik geen zelfklevende
middelen of andere synthetische
materialen.
●Gebruik geen etiketten met
kreukels of luchtbellen of die zijn
beschadigd.
●Druk geen vellen etiketten die niet
volledig zijn.
●Gebruik geen transparant
afdrukmateriaal dat niet is
goedgekeurd voor laserprinters.
Briefpapier of voorbedrukte formulieren●Gebruik alleen briefpapier of
Zwaar papier●Gebruik alleen zwaar papier dat is
Glanzend papier of papier met een
coating
voorbedrukte formulieren die zijn
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters en voldoet aan de
gewichtspecificaties voor dit
product.
●Gebruik alleen glanzend papier of
papier met een coating dat is
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
●Gebruik geen briefpapier met reliëf
of metaalachtig briefpapier.
●Gebruik geen papier dat zwaarder
is dan de aanbevolen specificaties
voor afdrukmateriaal voor dit
product, tenzij het HP-papier is dat
is goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
●Gebruik geen glanzend papier of
papier met een coating dat is
bestemd voor gebruik in
inkjetproducten.
54Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaalNLWW
Page 67
Laden vullen
Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden
Als u papier gebruikt waarvoor een bepaalde afdrukstand nodig is, plaatst u dit in de lade volgens de
informatie in onderstaande tabel.
Korte zijde met postzegel in de
richting van de printer
Gebruik alleen lade 1 voor het
afdrukken van enveloppen.
Lade 1
Lade 1 bevindt zich aan de voorzijde van de printer. De printer drukt eerst af vanuit lade 1 en
probeert pas daarna vanuit andere laden af te drukken.
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de afdruk niet
scheef op het papier komt. Als u papier in de lade plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen aan
de breedte van het papier.
NLWWLaden vullen55
Page 68
Lade 2 en optionele lade 3
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de afdruk niet
scheef op het papier komt. Lade 2 heeft papiergeleiders aan de zijkanten en aan de achterzijde. Als u
papier in de lade plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen aan de lengte en breedte van het
papier.
OPMERKING:Als u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, moet u al het materiaal uit de invoerlade
verwijderen en de stapel met nieuw materiaal recht plaatsen. Zo voorkomt u dat meerdere vellen
papier tegelijkertijd in de printer worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
Plaats papier van A6-formaat
Als u papier van A6-formaat in de lade plaatst, moet u de lengte aanpassen door alleen het middelste
paneel van de achterste papiergeleider naar voren te schuiven.
56Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaalNLWW
Page 69
Handinvoer
Met de handinvoer kunt u gemengd afdrukmateriaal afdrukken, bijvoorbeeld eerst een envelop, dan
een brief, dan weer een envelop, enzovoort. Plaats enveloppen in lade 1 en briefpapier in lade 2.
Als u wilt afdrukken met handinvoer, opent u de printereigenschappen of de printerinstellingen en
kiest u Handmatige invoer (Lade 1) in de keuzelijst Bronlade. Nadat u de handinvoer hebt
ingeschakeld, drukt u op de OK-knop om af te drukken.
NLWWLaden vullen57
Page 70
Laden configureren
1.Druk op OK.
2.Druk op de pijl omlaag
3.Druk op de pijl omlaag
4.Druk op de pijl omlaag
5.Druk op de pijl omlaag
OK.
6.Druk op de pijl omlaag
7.Druk op OK om de instellingen op te slaan.
om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op OK.
om Papierinstell. te selecteren en druk vervolgens op OK.
om de gewenste lade te selecteren en druk daarna op OK.
om Papiersoort of Papiergrootte te selecteren en druk vervolgens op
om het formaat of type te markeren.
58Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaalNLWW
Page 71
Gebruik van de opties voor papieruitvoer
De printer heeft twee uitvoerlocaties: de bovenste uitvoerbak (standaard) en de rechte papierbaan
(achterste uitvoerbak).
Afdrukken naar de bovenste (standaard) uitvoerbak
In de bovenste uitvoerbak wordt het papier in de juiste volgorde verzameld met de voorzijde omlaag.
De bovenste uitvoerbak moet worden gebruikt voor de meeste afdruktaken en voor transparanten.
Let erop dat de achterste uitvoerbak (rechte papierbaan) gesloten is als u de bovenste uitvoerbak
gebruikt. Ter voorkoming van storingen mag de achterste uitvoerbak tijdens het afdrukken niet
worden geopend of gesloten.
Afdrukken naar de rechte papierbaan (achterste uitvoerbak)
De printer maakt altijd gebruik van de rechte papierbaan als deze open is. Het papier komt met de
afdrukzijde naar boven en met de laatste pagina bovenop (omgekeerde volgorde) in de uitvoerbak
terecht.
Afdrukken vanuit lade 1 naar de achterste uitvoerbak geeft de meest rechte doorvoerbaan. Als u de
rechte papierbaan opent, verbeteren de prestaties mogelijk bij de volgende papiersoorten:
●Enveloppen
Etiketten
●
Klein papier met aangepast formaat
●
Briefkaarten
●
●
Papier dat zwaarder is dan 120 g/m
Als u de rechte papierbaan wilt openen, pakt u de hendel bovenop de achterklep en trekt u de klep
naar beneden.
OPMERKING:Zorg dat u de rechte papierbaan opent, niet de klep voor het verhelpen van
storingen.
2
NLWWGebruik van de opties voor papieruitvoer59
Page 72
60Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaalNLWW
Page 73
7Functies van het product gebruiken
●EconoMode
Stille modus
●
NLWW61
Page 74
EconoMode
Dit product beschikt over de optie EconoMode, waarmee u conceptversies van documenten kunt
afdrukken. Met de EconoMode gebruikt u minder inkt en verlaagt u de kosten per pagina. De
afdrukkwaliteit kan in EconoMode echter minder zijn.
HP raadt het af om voortdurend de EconoMode te gebruiken. Als de EconoMode voortdurend wordt
gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de
printcartridge. Als de afdrukkwaliteit onder deze omstandigheden minder wordt, moet u een nieuwe
printcartridge installeren, zelfs als er nog toner in de cartridge zit.
U kunt de EconoMode als volgt in- of uitschakelen:
Open in de geïntegreerde webserver (alleen modellen met netwerkfunctionaliteit) het tabblad
●
Instellingen en selecteer de optie Apparaat configureren. Navigeer naar het submenu
Afdrukkwaliteit.
●Open in de Windows PCL-printerdriver het tabblad Papier/Kwaliteit en selecteer de optie
EconoMode.
62Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruikenNLWW
Page 75
Stille modus
Dit product beschikt over een stille modus, waarin het geluidsniveau tijdens het afdrukken lager is.
Als de stille modus is ingeschakeld, drukt het product langzamer af.
Volg deze stappen om de stille modus in te schakelen.
1.Druk op OK op het bedieningspaneel.
2.Druk op de pijl omlaag
3.Druk op de pijl omlaag
4.Druk op de pijl omlaag
om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op OK.
om Stille modus te selecteren en druk vervolgens op OK.
om Aan te selecteren en druk vervolgens op OK.
NLWWStille modus63
Page 76
64Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruikenNLWW
Page 77
8Afdruktaken
●Afdruktaak annuleren
Functies van de Windows-printerdriver gebruiken
●
NLWW65
Page 78
Afdruktaak annuleren
U kunt een afdrukverzoek stoppen met het bedieningspaneel of met het softwareprogramma.
Raadpleeg de online Help bij de specifieke netwerksoftware voor instructies over hoe u een
afdrukverzoek van een computer op een netwerk stopt.
OPMERKING:Nadat een afdruktaak is geannuleerd, kan het even duren voordat alle
afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd.
De huidige afdruktaak afbreken via het bedieningspaneel
▲Druk op de knop Annuleren op het bedieningspaneel.
Een afdruktaak afbreken vanuit het programma
Wanneer u de afdruktaak verzendt, wordt er even een dialoogvenster op het scherm weergegeven
waarin u de mogelijkheid krijgt om de afdruktaak te annuleren.
Wanneer verschillende afdruktaken via de software naar het product zijn gestuurd, worden deze
mogelijk in een wachtrij gezet (bijvoorbeeld in Windows Afdrukbeheer). Raadpleeg de
softwaredocumentatie voor specifieke instructies voor het annuleren van een afdruktaak vanaf de
computer.
Als de afdruktaak in de afdrukwachtrij of afdrukspooler staat, verwijdert u de taak daar.
1.Windows XP en Windows Server 2003 (met de standaardweergave van het startmenu):
Klik achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers en faxapparaten.
-of-
Windows 2000 en Windows XP (met de klassieke weergave van het startmenu): Klik op
Start, klik op Instellingen en klik vervolgens op Printers.
-of-
Windows Vista: Klik op Start, klik op Configuratiescherm, en klik in de categorie voor
Hardware en geluid op Printer.
2.Dubbelklik in de lijst met printers op de naam van dit apparaat om de afdrukwachtrij of spooler te
openen.
3.Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en druk op Verwijderen.
66Hoofdstuk 8 AfdruktakenNLWW
Page 79
Functies van de Windows-printerdriver gebruiken
OPMERKING:De volgende informatie geldt voor de HP PCL 6-printerdriver.
De printerdriver openen
TaakStappen
De printerdriver openenKlik in het menu Bestand van het softwareprogramma op
Afdrukken. Selecteer de printer en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
Hulp krijgen bij een afdrukoptieKlik op ? in the rechterbovenhoek van de printerdriver en klik
Afdruksnelkoppelingen gebruiken
Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad
Afdruksnelkoppelingen.
OPMERKING:In eerdere HP-printerdrivers werd deze functie Snelinstellingen genoemd.
TaakStappen
Een afdruksnelkoppeling gebruikenSelecteer een van de snelkoppelingen en klik vervolgens op
Een aangepaste afdruksnelkoppeling makena) Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis.
vervolgens op een willekeurig item in de printerdriver. Er
wordt een pop-upbericht weergegeven, met daarin informatie
over het desbetreffende item. Of klik op Help om de onlineHelp te openen.
OK om de taak af te drukken met de vooraf ingestelde
instellingen.
b) Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling.
c) Klik op Opslaan als, typ een naam voor de snelkoppeling
en klik op OK.
Papier- en kwaliteitsopties instellen
Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Papier/
Kwaliteit.
TaakStappen
Een papierformaat selecterenSelecteer in de vervolgkeuzelijst Papierformaat een
Een aangepast papierformaat selecterena) Klik op Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast
Een papierbron selecterenSelecteer in de vervolgkeuzelijst Papierbron een lade.
Een papiersoort selecterenSelecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort een
NLWWFuncties van de Windows-printerdriver gebruiken67
papierformaat.
papierformaat wordt geopend. b) Typ een naam voor het
aangepaste formaat, geef de afmetingen op en klik op OK.
papiersoort.
Page 80
TaakStappen
Omslagbladen op ander papier afdrukken
De eerste of laatste pagina op ander papier drukken
De resolutie van afgedrukte afbeeldingen aanpassenIn het gedeelte Afdrukkwaliteit selecteert u een optie in de
Afdrukken in kladkwaliteit selecterenKlik in het gedeelte Afdrukkwaliteit op EconoMode.
Documenteffecten instellen
Voor het uitvoeren van de volgende taken, opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Effecten.
TaakStappen
Een pagina schalen zodat deze past op het geselecteerde
papierformaat
Een pagina schalen tot een percentage van het werkelijke
formaat
a) In het gedeelte Speciale pagina's klikt u op
Omslagbladen of Pagina's op ander papier afdrukken.
Klik vervolgens op Instellingen. b) Selecteer een optie om
een leeg of voorbedrukt voorblad, achterblad of beide af te
drukken. Een andere mogelijkheid is om een optie te
selecteren om de eerste of laatste pagina op ander papier af
te drukken. c) Selecteer in de vervolgkeuzelijsten
Papierbron en Papiersoort de door u gewenste optie(s) en
klik vervolgens op Toevoegen. d) Klik op OK.
vervolgkeuzelijst. Zie de online-Help van de printerdriver
voor meer informatie over elk van de beschikbare opties.
Klik op Document afdrukken op en selecteer vervolgens in
de vervolgkeuzelijst een formaat.
Klik op % van werkelijk formaat en typ vervolgens het
percentage in of verplaats de schuifbalk.
Een watermerk afdrukkena) Selecteer in de vervolgkeuzelijst Watermerken een
watermerk. b) Als u het watermerk alleen op de eerste
pagina wilt afdrukken, klikt u op Alleen eerste pagina. Doet
u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt.
Watermerken toevoegen of bewerken
OPMERKING: Voor deze taak dient de printerdriver op uw
computer te zijn opgeslagen.
a) In het gedeelte Watermerken klikt u op Bewerken. Het
dialoogvenster Watermerkdetails wordt geopend.
b) Selecteer de instellingen voor het watermerk en klik
vervolgens op OK.
Afwerkingsopties voor een document instellen
Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad
Afwerking.
TaakStappen
Dubbelzijdig afdrukken (alleen duplexmodellen)1.Stel het apparaat in voor de juiste breedtemaat van het
papier dat u gebruikt. Til de klep voor het verhelpen van
storingen bij dubbelzijdig afdrukken aan de achterzijde
van het apparaat op en zoek de blauwe hendel voor de
selectie van de papierbreedte.
◦Papier van Letter- en Legal-formaat: Druk de
◦
hendel in.
Papier van A4-formaat: Trek de hendel naar
buiten.
68Hoofdstuk 8 AfdruktakenNLWW
Page 81
TaakStappen
2.Plaats voldoende papier in een van de laden voor de
afdruktaak. Als u speciaal papier plaatst, zoals
briefhoofdpapier, plaatst u dit op een van de volgende
manieren:
◦
◦Plaats in alle andere laden het briefhoofdpapier
3.Klik in de printerdriver op Dubbelzijdig afdrukken. Als
u het document wilt inbinden aan de bovenzijde, klik
dan op Pagina's naar boven omslaan.
Plaats in lade 1 het briefhoofdpapier met de
bedrukte zijde naar boven en de bovenrand eerst
in het apparaat.
met de bedrukte zijde naar beneden en de
bovenrand aan de voorzijde van de lade.
4.Klik op de knop OK om de taak af te drukken.
Een brochure afdrukken (alleen duplexmodellen)1.Stel het apparaat in voor de juiste breedtemaat van het
papier dat u gebruikt. Til de klep voor het verhelpen van
storingen bij dubbelzijdig afdrukken aan de achterzijde
van het apparaat op en zoek de blauwe hendel voor de
selectie van de papierbreedte.
◦Papier van Letter- en Legal-formaat: Druk de
hendel in.
◦Papier van A4-formaat: Trek de hendel naar
buiten.
2.Klik in de printerdriver op Dubbelzijdig afdrukken.
3.Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out op Links
binden of Rechts binden. De optie Pagina's per vel
wordt automatisch ingesteld op 2 pagina's per vel
papier.
4.Klik op de knop OK om de taak af te drukken.
NLWWFuncties van de Windows-printerdriver gebruiken69
Page 82
TaakStappen
Meerdere pagina's per vel afdrukkena) Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het
aantal pagina's per vel. b) Selecteer de juiste opties voor
Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en
Afdrukstand.
Afdrukstand selecterena) In het gedeelte Afstandstand klikt u op Staand of
Liggend. b) Als u de pagina-afbeelding wilt afdrukken, klikt uop 180 graden draaien.
Ondersteuning en informatie over de productstatus verkrijgen
Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Services.
TaakStappen
Ondersteuningsinformatie voor het product verkrijgen en
benodigdheden online bestellen
De status van het product controleren, inclusief het niveau
van de benodigdheden
In de vervolgkeuzelijst Internet-services selecteert u een
ondersteuningsoptie en klikt u op Openen!
Klik op het pictogram Status apparaat en benodigdheden.
De pagina Apparaatstatus van de geïntegreerde HPwebserver wordt geopend.
Geavanceerde afdrukopties instellen
Voor het uitvoeren van de volgende taken, opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad
Geavanceerd.
TaakStappen
Geavanceerde afdrukopties instellenKlik in een willekeurig gedeelte op de huidige instelling voor
Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen
OPMERKING: Als het door u gebruikte
softwareprogramma niet de mogelijkheid biedt om een
bepaald aantal exemplaren af te drukken, kunt u in de driver
het aantal exemplaren wijzigen.
Het wijzigen van deze instelling heeft invloed op het aantal
exemplaren voor alle afdruktaken. Nadat de taak is
afgedrukt, dient u de instelling terug te zetten naar het
oorspronkelijke aantal.
Briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor elke taak op
dezelfde manier plaatsen, of er nu enkelzijdig of dubbelzijdig
wordt afgedrukt
De volgorde wijzigen waarin pagina's worden afgedrukta) Open het gedeelte Documentopties en vervolgens het
de weergave van een vervolgkeuzelijst waarin u de instelling
kunt wijzigen.
Open het gedeelte Papier/Uitvoer en voer vervolgens het
aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken. Als u 2 of meer
exemplaren selecteert, kunt u de optie selecteren voor het
ordenen van de pagina's.
a) Open het gedeelte Documentopties en vervolgens het
gedeelte Printerfuncties. b) In de vervolgkeuzelijst
Alternatieve modus voor briefpapier selecteert u Aan.
c) Plaats het papier in het product zoals u zou doen voor
dubbelzijdig afdrukken.
gedeelte Lay-outopties. b) In de vervolgkeuzelijst
Paginavolgorde selecteert u Van voren naar achteren als
u de pagina's in dezelfde volgorde wilt afdrukken als in het
document of Van achteren naar voren als u de pagina's in
omgekeerde volgorde wilt afdrukken.
70Hoofdstuk 8 AfdruktakenNLWW
Page 83
9Het apparaat beheren en onderhouden
●Informatiepagina's afdrukken
De HP ToolboxFX-software gebruiken
●
Een netwerkproduct beheren
●
Het apparaat vergrendelen
●
Benodigdheden beheren
●
Benodigdheden en onderdelen vervangen
●
Geheugen installeren
●
Het product reinigen
●
NLWW71
Page 84
Informatiepagina's afdrukken
Met behulp van het menu Rapporten op het bedieningspaneel van het apparaat kunt u pagina's
afdrukken die informatie geven over het apparaat en de huidige configuratie.
RapportnaamOmschrijving
DemopaginaEen pagina afdrukken ter illustratie van de afdrukkwaliteit.
MenustructuurHiermee drukt u een overzicht af van de structuur en de
Config-rapportHiermee drukt u de huidige configuratie van het apparaat af.
AccessoirestatusHiermee drukt u een statuspagina voor de benodigdheden af
NetwerkrapportHiermee drukt u een lijst af met alle netwerkinstellingen van
GebruikspaginaHiermee drukt u een pagina af met het aantal pagina's dat
PCL-lettertypelijstHiermee drukt u een PCL-lettertypenlijst af waarin alle voor
PS-lettertypenHiermee drukt u een PS-lettertypenlijst af waarin alle voor
PCL 6-lettertypenlijstHiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL 6-
ServicepaginaHiermee drukt u het servicerapport af.
huidige instellingen van de menu-items op het
bedieningspaneel.
met het niveau van de benodigdheden voor het apparaat, het
geschatte aantal resterende pagina's, informatie over het
gebruik van de printcartridges, het serienummer, het aantal
pagina's en bestelinformatie, indien beschikbaar.
het product.
voor alle formaten door het apparaat is gevoerd, informatie
of de afdrukken enkelzijdig of dubbelzijdig (alleen
duplexmodellen) waren en het totale aantal afgedrukte
pagina's.
het apparaat beschikbare PCL-lettertypen staan.
het apparaat beschikbare PS-lettertypen staan.
lettertypen.
Informatiepagina's afdrukken
1.Druk op OK.
2.Druk op de pijl omlaag
3.Druk op de pijl omlaag
om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op OK.
om het gewenste rapport te markeren en druk op OK om het af te
drukken.
72Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 85
De HP ToolboxFX-software gebruiken
HP ToolboxFX is een programma dat u voor de volgende taken kunt gebruiken:
De productstatus controleren
●
●De instellingen van het product configureren
●Informatie over probleemoplossingen bekijken.
●On line documentatie bekijken.
U kunt HP ToolboxFX weergeven wanneer het product rechtstreeks met uw computer of een netwerk
is verbonden. U kunt HP ToolboxFX alleen gebruiken als u de volledige software hebt geïnstalleerd.
HP ToolboxFX weergeven
Open HP ToolboxFX op een van de volgende manieren:
Dubbelklik in het Windows-systeemvak of op het bureaublad op het pictogram HP ToolboxFX.
●
Klik in het menu Start van Windows achtereenvolgens op Programma's (of Alle programma's
●
in Windows XP), HP, HP LaserJet P2050-serie en HP ToolboxFX.
Status
De map Status bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina’s:
●Apparaatstatus. Deze pagina bevat informatie over de status van het product, bijvoorbeeld een
●Status van toebehoren. Hier kunt u gedetailleerde informatie bekijken, zoals het geschatte
●Apparaatconfiguratie. Deze pagina bevat een gedetailleerde beschrijving van de huidige
●Netwerkoverzicht. Hier kunt u een gedetailleerde beschrijving bekijken van de huidige
●Infopagina afdrukken. De configuratiepagina, en andere informatiepagina's, zoals de pagina
●Gebeurtenislogboek. Een foutgeschiedenis van het product weergeven. De meest recente fout
Logbestand
papierstoring of een lege lade. Klik na het oplossen van een probleem met het product op
Status vernieuwen om de status van het product bij te werken.
percentage resterende toner in de printcartridge en het aantal pagina's dat is afgedrukt met de
huidige printcartridge. De pagina bevat ook koppelingen voor het bestellen van benodigdheden
en informatie over het recyclen van afval.
configuratie van het product, inclusief de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en of er optionele
laden zijn geïnstalleerd.
netwerkconfiguratie, inclusief het IP-adres en de netwerkstatus.
Status benodigdheden, afdrukken.
staat boven aan de lijst.
Het logbestand is een tabel met codes die overeenkomen met de foutberichten die zijn weergegeven
op het display van het bedieningspaneel van het product, een beknopte beschrijving van de fout, en
het aantal pagina's dat was afgedrukt toen de fout optrad. Zie
interpreteren op pagina 105 voor meer informatie over foutberichten.
NLWWDe HP ToolboxFX-software gebruiken73
Berichten van het bedieningspaneel
Page 86
Waarschuwingen
De map Waarschuwingen bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina’s:
●Statuswaarschuwingen instellen. Hier kunt u het product zo instellen dat u pop-
upwaarschuwingen ontvangt bij bepaalde gebeurtenissen, bijvoorbeeld wanneer de toner bijna
op is.
●E-mailwaarschuwingen instellen. Hier kunt u het product zo instellen dat u e-
mailwaarschuwingen ontvangt bij bepaalde gebeurtenissen, bijvoorbeeld wanneer de toner bijna
op is.
Statuswaarschuwingen instellen
Geef hier instellingen op zodat het product waarschuwingen naar de computer stuurt in het geval van
papierstoringen, laag tonerniveau in printcartridges van HP, gebruik van printcartridges van een
ander merk, lege invoerladen en specifieke foutberichten.
Selecteer de vorm van waarschuwingen: een pop-up, een pictogram in het systeemvak, een
waarschuwing op het bureaublad of een combinatie van deze waarschuwingen. De pop-up- en
bureaubladwaarschuwingen verschijnen alleen als het product afdrukt vanaf de computer waarop de
waarschuwingen zijn ingesteld. Bureaubladwaarschuwingen worden slechts kort weergegeven en
verdwijnen daarna automatisch.
Wijzig op de pagina Systeeminstellingen de instelling voor Lage cassettedrempelwaarde.
Hiermee stelt u het tonerniveau in waarbij een waarschuwing wordt gegeven dat het tonerniveau laag
is.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
E-mailwaarschuwingen instellen
Configureer hier maximaal twee e-mailadressen voor het ontvangen van waarschuwingen bij
bepaalde gebeurtenissen. U kunt verschillende gebeurtenissen specificeren voor ieder e-mailadres.
Gebruik de informatie voor de e-mailserver die de e-mailwaarschuwingen voor het product gaat
verzenden.
OPMERKING:U kunt alleen e-mailwaarschuwingen configureren voor het verzenden vanaf een
server waarvoor geen gebruikersverificatie is vereist. Als het voor uw e-mailserver vereist is om u aan
te melden met een gebruikersnaam en wachtwoord, is het niet mogelijk om e-mailwaarschuwingen in
te schakelen.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
Help
De map Help bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina’s:
Problemen oplossen. Help-onderwerpen weergeven voor het oplossen van problemen,
●
pagina's met probleemoplossingen afdrukken en het apparaat reinigen.
Papier en afdrukmateriaal. Informatie afdrukken over hoe u optimale resultaten kunt bereiken
●
met het product bij gebruik van verschillende papiersoorten en afdrukmaterialen.
74Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 87
●Hoe kan ik? Koppeling naar de index van de gebruikershandleiding.
●Gebruikershandleiding. Informatie over het gebruik, de garantie, de specificaties en de
ondersteuning van het product bekijken. De gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en
PDF-indeling.
Apparaatinstellingen
De map Apparaatinstellingen bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's:
Apparaatgegevens. Hier vindt u informatie, zoals de beschrijving van het product en een
●
contactpersoon.
Papierverwerking. Laden configureren of de productinstellingen voor papierverwerking
●
wijzigen, zoals het standaardpapierformaat en de standaardpapiersoort.
Afdrukken. Hier kunt u de standaard afdrukinstellingen van het product wijzigen, zoals het
●
aantal exemplaren en de afdrukstand.
PCL 5. De PCL-instellingen wijzigen.
●
PostScript. De PS-instellingen wijzigen.
●
Papiersoorten. De instelling van de modus wijzigen per soort afdrukmateriaal, bijvoorbeeld
●
briefhoofdpapier, geperforeerd papier of glanzend papier.
Systeeminstellingen. De instellingen van het systeem wijzigen, zoals voor storingsherstel en
●
automatisch doorgaan. Wijzig de instelling voor Lage cassettedrempelwaarde. Hiermee stelt u
het tonerniveau in waarbij een waarschuwing wordt gegeven dat het tonerniveau laag is.
Problemen oplossen. Toegang tot verschillende procedures die vereist zijn voor het onderhoud
●
van het apparaat.
Wachtwoord. Hier kunt u een wachtwoord instellen voor de beveiliging van de
●
apparaatinstellingen. Zodra er een wachtwoord is ingesteld, zal gebruikers worden gevraagd het
wachtwoord in te voeren voordat ze apparaatinstellingen kunnen wijzigen. Dit wachtwoord is
hetzelfde als het wachtwoord voor de geïntegreerde webserver.
Apparaatgegevens
Op de pagina Apparaatgegevens worden gegevens over het product opgeslagen zodat deze later
kunnen worden geraadpleegd. De gegevens die u in de velden op deze pagina typt, worden
weergegeven op de configuratiepagina. U kunt elk gewenst teken typen in deze velden.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
Papierverwerking
Met deze opties kunt u de standaardinstellingen configureren. Deze opties zijn tevens beschikbaar in
de menu's op het bedieningspaneel. Raadpleeg
op pagina 11 voor meer informatie.
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken
NLWWDe HP ToolboxFX-software gebruiken75
Page 88
De volgende opties zijn beschikbaar voor het verwerken van afdruktaken als het afdrukmateriaal op
is:
●Selecteer Wacht tot papier is geplaatst.
●Selecteer Annuleren in de vervolgkeuzelijst Actie na papier op om de afdruktaak te annuleren.
●Selecteer Negeren in de vervolgkeuzelijst Actie na papier op om de afdruktaak naar een
In het veld Tijd na papier op wordt opgegeven hoe lang het product wacht alvorens uw selecties uit
te voeren. U kunt de tijd instellen tussen 0 en 3600 seconden.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
Afdrukken
Met deze opties kunt u instellingen configureren voor alle afdrukfuncties. Deze opties zijn tevens
beschikbaar op het bedieningspaneel. Raadpleeg
op pagina 11 voor meer informatie.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
PCL5c
Gebruik deze opties om de instellingen bij het gebruik van de PCL-afdrukpersonality te configureren.
andere papierlade te sturen.
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
PostScript
Gebruik deze optie als u de PostScript-afdrukpersonality gebruikt. Als de optie PostScript-fout
afdrukken is ingeschakeld, zal de PostScript-foutpagina automatisch worden afgedrukt als zich
PostScript-fouten voordoen.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
Afdrukkwaliteit
Gebruik de opties voor afdrukkwaliteit van HP ToolboxFX om de kwaliteit van de afdruktaken te
verbeteren. Deze opties zijn tevens beschikbaar op het bedieningspaneel van het product.
Raadpleeg
De vier beschikbare opties voor het instellen van de afdrukkwaliteit zijn resolutie, REt (Resolution
Enhancement technology), afdrukdichtheid en EconoModus.
Resolutie. Selecteer resolutie 600 voor normale afdruktaken en Fast Res 1200 voor
●
afdruktaken van hogere kwaliteit. Selecteer ProRes 1200 voor een afdruktaak met de hoogste
kwaliteit. De afdruktaak duurt dan wel langer.
REt. U kunt REt inschakelen. Dit wordt beschikbaar gemaakt door HP voor verbeterde
●
afdrukkwaliteit.
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken op pagina 11 voor meer informatie.
76Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 89
●Afdrukdichtheid. Selecteer een hogere waarde voor een hogere afdrukdichtheid. Selecteer een
lagere waarde voor een lagere afdrukdichtheid.
●EconoModus. U kunt EconoModus inschakelen wanneer u normale afdruktaken moet
afdrukken. EconoModus is een modus waarin het product minder toner per pagina gebruikt.
Wanneer u deze modus selecteert, gaat de toner langer mee en worden de kosten per pagina
lager. Dit gaat echter wel enigszins ten koste van de afdrukkwaliteit. De afdruk is lichter van
kleur, maar deze modus is zeer geschikt voor het afdrukken van klad- of proefversies. HP raadt
het af om voortdurend de EconoModus te gebruiken. Wanneer EconoModus doorlopend wordt
gebruikt gaat de toner mogelijk langer mee dan de mechanische delen in de printcartridge. Als
de afdrukkwaliteit onder deze omstandigheden minder wordt, moet u een nieuwe printcartridge
installeren, zelfs als er nog toner in de cartridge zit.
OPMERKING:De wijzigingen worden van kracht wanneer u op Toepassen klikt.
Papiersoorten
Met deze opties kunt u de afdrukmodi afstemmen op de verschillende soorten afdrukmateriaal.
Selecteer Modi herstellen om de fabrieksinstellingen van alle modi te herstellen.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
Systeeminstellingen
Gebruik deze systeeminstellingen om diverse afdrukinstellingen te configureren. Deze instellingen
zijn niet beschikbaar op het bedieningspaneel.
OPMERKING:De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
Problemen oplossen
Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes in het product ophopen. Dit
kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van
tonervlekken of vegen. De HP ToolboxFX beschikt over een eenvoudige reinigingsmethode voor de
papierbaan. Raadpleeg
De papierbaan reinigen op pagina 94 voor meer informatie.
Netwerkinstellingen
Op dit tabblad kan de netwerkbeheerder de netwerkgerelateerde instellingen voor de printer beheren
wanneer deze op een IP-netwerk is aangesloten.
Benodigdheden aanschaffen
Deze knop onder aan elke pagina vormt de koppeling naar een website waar u vervangende
benodigdheden kunt bestellen. U moet internettoegang hebben om deze functie te gebruiken.
Overige koppelingen
Dit gedeelte bevat snelkoppelingen waarmee u verbinding maakt met internet. Als u deze
snelkoppelingen wilt kunnen gebruiken, moet u toegang hebben tot internet. Als u een
inbelverbinding gebruikt en geen verbinding kreeg toen u HP ToolboxFX opende, moet u eerst
NLWWDe HP ToolboxFX-software gebruiken77
Page 90
verbinding maken alvorens u deze websites kunt bezoeken. Als u verbinding wilt maken, kan het
nodig zijn om HP ToolboxFX eerst te sluiten en erna opnieuw te openen.
●HP Instant Support. Verbinding maken met de website HP Instant Support.
●Ondersteuning en problemen oplossen. Verbinding maken met de website voor
ondersteuning van het product, waar u informatie over een bepaald probleem kunt zoeken.
●Productregistratie. Verbinding maken met de website van HP voor productregistratie.
78Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 91
Een netwerkproduct beheren
Geïntegreerde webserver
Met de geïntegreerde webserver kunt u de status van het apparaat en het netwerk weergeven en
afdrukfuncties beheren vanaf de computer. Gebruik de geïntergreerde webserver voor de volgende
taken:
Statusinformatie van het product weergeven
●
De resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en zo nodig nieuwe benodigdheden
●
bestellen
Het papierformaat en -type in elke lade weergeven en wijzigen
●
De standaardinstellingen voor de configuratie van het apparaat bekijken en wijzigen
●
De netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
●
U hoeft geen software op de computer te installeren. Gebruik een van deze ondersteunde
webbrowsers:
Internet Explorer 6.0 (en hoger)
●
Netscape Navigator 7.0 (en hoger)
●
Firefox 1.0 (en hoger)
●
Mozilla 1.6 (en hoger)
●
Opera 7.0 (en hoger)
●
Safari 1.2 (en hoger)
●
Konqueror 3.2 (en hoger)
●
De geïntegreerde webserver werkt alleen als het apparaat is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. De
geïntegreerde webserver biedt geen ondersteuning voor IPX-printeraansluitingen of rechtstreekse
USB-aansluitingen.
OPMERKING:U hebt geen toegang tot internet nodig om de geïntegreerde webserver te openen
en te gebruiken. Als u echter op een van de pagina's op een koppeling klikt, hebt u toegang tot
internet nodig om naar de corresponderende website te gaan.
De geïntegreerde webserver openen
Open de geïntegreerde webserver door het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in het
adresveld van een ondersteunde webbrowser te typen.
TIP:Nadat u de URL hebt geopend, voegt u een bladwijzer toe zodat u later snel naar deze URL
kunt terugkeren.
De geïntegreerde webserver heeft drie tabbladen met instellingen en informatie over het product: de
tabbladen Status, Instellingen en Netwerk.
NLWWEen netwerkproduct beheren79
Page 92
Tabblad Status
Dit tabblad bevat informatie over de status van het apparaat en de benodigdheden, de configuratie
van het apparaat en het netwerk en het bestellen van benodigdheden.
Instellingen, tabblad
Met behulp van dit tabblad kunt u het apparaat configureren vanaf de computer. Als u een
netwerkapparaat gebruikt, moet u altijd contact opnemen met de netwerkbeheerder voordat u de
instellingen op dit tabblad wijzigt.
Netwerk, tabblad
Op dit tabblad kan de netwerkbeheerder de netwerkinstellingen voor het apparaat controleren als dit
is aangesloten op een IP-netwerk.
Koppelingen
De koppelingen vindt u in de rechterbovenhoek van de statuspagina's. U hebt toegang tot internet
nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en geen verbinding hebt
gemaakt voor u de geïntegreerde webserver opende, moet u eerst verbinding maken voordat u deze
websites kunt bezoeken. Als u verbinding wilt maken, moet u wellicht eerst de geïntegreerde
webserver sluiten en deze opnieuw openen.
Benodigdheden bestellen. Klik op deze koppeling om verbinding te maken met de website van
●
Sure Supply voor het bestellen van originele HP benodigdheden bij HP of bij een reseller naar
keuze.
●Productondersteuning. Klik op deze koppeling om naar de website voor ondersteuning voor
het apparaat te gaan. U kunt zoeken naar ondersteuning voor algemene onderwerpen.
HP Web Jetadmin-software gebruiken
HP Web Jetadmin 6.5 is een op het web gebaseerde softwareoplossing waarmee u op afstand
installatie-, controle- en probleemoplossingstaken kunt uitvoeren op randapparatuur die via een
netwerk is aangesloten. De intuïtieve browserinterface vereenvoudigt het cross-platformbeheer van
een groot aantal apparaten, inclusief apparaten van HP en andere fabrikanten. Het beheer is
proactief, waardoor netwerkbeheerders problemen kunnen oplossen voordat deze bij de gebruiker
optreden. U kunt deze verbeterde beheersoftware gratis downloaden op
webjetadmin_software.
Als u insteekmodules wilt verkrijgen voor HP Web Jetadmin, klikt u op plug-ins en klikt u vervolgens
op de downloadkoppeling naast de gewenste insteekmodule. U kunt automatisch een melding
ontvangen van de HP Web Jetadmin-software wanneer er nieuwe insteekmodules beschikbaar zijn.
Volg de instructies op de pagina voor productupdates om automatisch naar de website van HP te
gaan.
Als HP Web Jetadmin op een hostserver is geïnstalleerd, is deze vanaf elke client toegankelijk via
een ondersteunde webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer 6.0 voor Windows of Netscape
Navigator 7.1 voor Linux. Blader naar de host van HP Web Jetadmin.
OPMERKING:Browsers moeten Java™ kunnen uitvoeren. Browsen met een Apple PC wordt niet
ondersteund.
www.hp.com/go/
80Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 93
Beveiligingsfuncties gebruiken
Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te
beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het
apparaat te vereenvoudigen.
Ga naar
beeldbewerkings- en afdrukoplossingen van HP. Op deze website vindt u koppelingen naar
witboeken en documenten met veelgestelde vragen over beveiligingsfuncties.
www.hp.com/go/secureprinting voor gedetailleerde informatie over de beveiligde
De geïntegreerde webserver beveiligen
U kunt de geïntegreerde webserver zo configureren dat voor toegang tot bepaalde tabbladen een
wachtwoord nodig is.
Zie
Het netwerkwachtwoord instellen of wijzigen op pagina 44.
NLWWEen netwerkproduct beheren81
Page 94
Het apparaat vergrendelen
Het apparaat heeft een sleuf waaraan u een beveiligingsvergrendeling met een kabel kunt
bevestigen.
82Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 95
Benodigdheden beheren
Het op de juiste manier gebruiken, opslaan en beheren van de printcartridge draagt bij aan afdrukken
van hoge kwaliteit.
Levensduur van benodigdheden
Zie www.hp.com/go/learnaboutsupplies.com voor informatie over de levensduur van bepaalde
producten.
Zie
Benodigdheden en accessoires op pagina 135 voor het bestellen van nieuwe benodigdheden.
De printcartridge beheren
Opslag van printcartridges
Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken.
VOORZICHTIG:Stel de printcartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om te
voorkomen dat de cartridge wordt beschadigd.
Originele HP-printcartridges gebruiken
Als u een nieuwe printcartridge van HP gebruikt, is de volgende informatie over benodigdheden
beschikbaar:
Resterend percentage van de benodigdheden
●
Geschat aantal resterende pagina's
●
Aantal afgedrukte pagina's
●
Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn
Hewlett-Packard Company kan het gebruik van nieuwe of gereviseerde printcartridges die niet
door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen.
OPMERKING:Beschadigingen door een printcartridge die niet van HP is, vallen niet onder de
garantie en serviceovereenkomsten van HP.
Zie De printcartridge vervangen op pagina 86 voor het installeren van een nieuwe printcartridge van
HP. Volg voor het recyclen van de gebruikte cartridge de instructies die bij de nieuwe cartridge
worden geleverd.
Echtheidscontrole van printcartridges
Nadat u de printcartridge in het apparaat hebt geplaatst, wordt deze automatisch door het apparaat
op echtheid gecontroleerd. Na de controle laat het apparaat weten of de printcartridge een originele
printcartridge van HP is.
Raadpleeg
aangeeft dat de printcartridge geen originele HP-cartridge is, terwijl u in de veronderstelling bent dat
dit wel het geval is.
HP fraudehotline en -website op pagina 84 als het bericht op het bedieningspaneel
NLWWBenodigdheden beheren83
Page 96
HP fraudehotline en -website
Bel de fraude-hotline van HP (1-877 219 3183 in Noord-Amerika, gratis) of ga naar www.hp.com/go/
anticounterfeit als na de installatie van een HP-printcartridge een bericht op het bedieningspaneel
verschijnt dat de cartridge geen originele HP-cartridge is. HP helpt u te bepalen of de desbetreffende
cartridge een origineel HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te lossen.
In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een niet-originele printcartridge:
U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge.
●
De printcartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (bijvoorbeeld het oranje treklipje ontbreekt of
●
de doos is anders).
84Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 97
Benodigdheden en onderdelen vervangen
Richtlijnen voor vervanging
Houd bij het installeren van het apparaat de volgende richtlijnen in acht.
Er is voldoende ruimte nodig aan de boven- en voorzijde van het apparaat om benodigdheden te
●
kunnen verwijderen.
Het apparaat moet op een vlakke, stevige ondergrond worden geplaatst.
●
OPMERKING:Hewlett-Packard adviseert het gebruik van HP-benodigdheden voor dit apparaat.
Wanneer u benodigdheden gebruikt die niet van HP zijn, kunnen er problemen ontstaan waarvoor
onderhoud of reparatie nodig is die niet onder de HP-garantie of -serviceovereenkomsten valt.
Toner opnieuw verdelen
Als de toner bijna op is, ontstaan er op de afgedrukte pagina vage en lichte plekken. U kunt in dat
geval de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen.
1.Druk op de knop om de printcartridgeklep te openen en verwijder de printcartridge.
2.Als u de toner opnieuw wilt verdelen, schudt u de printcartridge zachtjes heen en weer.
VOORZICHTIG:Als er toner op uw kleding komt, dient u deze er met een droge doek af te
vegen en de kleding in koud water te wassen. Als u warm water gebruikt, maakt de toner een
permanente vlek in de stof.
NLWWBenodigdheden en onderdelen vervangen85
Page 98
3.Plaats de printcartridge terug in het apparaat en sluit de printcartridgeklep.
Als de afdruk te licht blijft, moet u een nieuwe printcartridge installeren.
De printcartridge vervangen
Wanneer het einde van de levensduur van een printcartridge nadert, wordt u gevraagd een
vervangende cartridge te bestellen. U kunt met de huidige cartridge blijven afdrukken totdat de
afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is, zelfs na het opnieuw verdelen van de toner.
1.Druk op de knop om de printcartridgeklep te openen en verwijder de printcartridge.
2.Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. Plaats de gebruikte printcartridge in de
verpakking voor recycling.
86Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Page 99
3.Pak beide uiteinden van de printcartridge vast en verspreid de toner door de printcartridge
voorzichtig heen en weer te schudden.
VOORZICHTIG:Raak de sluiter en het oppervlak van de rol niet aan.
4.Buig het lipje aan de linkerkant van de cartridge totdat het loskomt. Trek aan het lipje tot alle
tape van de cartridge is verwijderd. Doe het lipje en de tape in de verpakking van de cartridge en
stuur deze terug voor recycling.
5.Lijn de printcartridge uit met de sporen in het apparaat, plaats de printcartridge zodat deze
stevig vastzit en sluit dan de printcartridgeklep.
6.De installatie is nu voltooid. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking waarin de nieuwe
printcartridge is geleverd. Raadpleeg de bijgesloten recyclinggids voor instructies over recycling.
Ga naar
www.hp.com/support/ljp2050series voor aanvullende Help-informatie.
NLWWBenodigdheden en onderdelen vervangen87
Page 100
Geheugen installeren
OPMERKING:De SIMM’s (Single In-line Memory Modules) die op eerdere HP LaserJet-apparaten
werden gebruikt, zijn niet compatibel met dit apparaat.
Apparaatgeheugen installeren
Dit apparaat heeft één DIMM-sleuf.
VOORZICHTIG:DIMM's kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit. Draag bij het
hanteren van DIMM’s een antistatische polsband of raak regelmatig het oppervlak van de
antistatische verpakking van de DIMM aan en raak vervolgens onbewerkt metaal op het apparaat
aan.
Als u dit niet al had gedaan, moet u een configuratiepagina afdrukken om te bepalen hoeveel
geheugen in het apparaat is geïnstalleerd voordat u meer geheugen toevoegt. Zie
afdrukken op pagina 72.
1.Nadat de configuratiepagina is afgedrukt, zet u het apparaat uit en maakt u het netsnoer los.
Informatiepagina's
2.Ontkoppel alle interfacekabels.
88Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhoudenNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.