Verveelvoudiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
Handelsmerken
®
, Acrobat® en PostScript® zijn
Adobe
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Corel® is een handelsmerk of een
gedeponeerd handelsmerk van Corel
Corporation of Corel Corporation Limited.
De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Onderdeelnummer: Q3931-90990
Edition 2, 8/2019
Microsoft®, Windows® en Windows®XP zijn
in de Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Windows Vista™ is een gedeponeerd
handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen/regio's.
PANTONE® is het handelsmerk van
Pantone, Inc voor de controlestandaard voor
kleuren.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van
UNIX
The Open Group.
®
ENERGY STAR
is een in de Verenigde
Staten gedeponeerd handelsmerk van de
Amerikaanse Environmental Protection
Agency.
Laserverklaring voor Finland ........................................................................................... 292
Tabel met chemicaliën (China) ........................................................................................ 293
Index ................................................................................................................................................................. 295
xiiNLWW
1Basiskenmerken van het product
Productvergelijking
●
Productkenmerken
●
Productintroductie
●
NLWW1
Productvergelijking
Tabel 1-1 Productmodellen
ModelKenmerken
HP Color LaserJet CP6015n
HP Color LaserJet CP6015dn
HP Color LaserJet CP6015de
Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1)
●
Invoerlade voor 500 vel (lade 2)
●
Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base-
●
TX-netwerk
512 MB RAM
●
Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1)
●
Invoerlade voor 500 vel (lade 2)
●
Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base-
●
TX-netwerk
512 MB RAM
●
Duplexmodule
●
Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1)
●
Invoerlade voor 500 vel (lade 2)
●
Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base-
●
TX-netwerk
512 MB RAM
●
Duplexmodule
●
®
Voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR
●
, versie 1.0
HP Color LaserJet CP6015x
HP Color LaserJet CP6015xh
Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1)
●
Twee invoerladen voor 500 vel (lade 2 en 3)
●
Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base-
●
TX-netwerk
512 MB RAM-geheugen (Random Access Memory)
●
Duplexmodule
●
Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1)
●
Vier invoerladen voor 500 vel (lade 2, 3, 4 en 5)
●
Een geïntegreerde HP Jetdirect-afdrukserver voor aansluiting op een 10/100Base-
●
TX-netwerk
512 MB RAM-geheugen (Random Access Memory)
●
Duplexmodule
●
Harde schijf van 40 GB.
●
2Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Productkenmerken
Tabel 1-2 Kenmerken
Snelheid en doorvoer
Resolutie
Geheugen
Gebruikersinterface
Afdruksnelheid van maximaal 40 pagina's per minuut (ppm) voor papier van Letter-
●
formaat en 41 ppm voor papier van A4-formaat.
Minder dan 11 seconden voor het afdrukken van de eerste pagina
●
Aanbevolen maximaal afdrukvolume per maand van 4000 tot 17.000 pagina's
●
Een microprocessor van 835 megahertz (MHz)
●
Afdrukken op banierpapier
●
Snel dubbelzijdig afdrukken
●
600 dots per inch (dpi) met Image Resolution Enhancement-technologie 4800 voor
●
optimale algemene beeldverwerking
1200 x 600 dpi voor gedetailleerd werk en kleine letters
●
De modellen HP Color LaserJet CP6015n, HP Color LaserJet CP6015dn en HP
●
Color LaserJet CP6015de hebben een RAM-geheugen van 512 MB, dat is uit te
breiden tot 1 GB met 200-pins SODIMM’s waarin geheugenmodules van 128, 256
of 512 MB RAM-geheugen kunnen worden geïnstalleerd.
De modellen HP Color LaserJet CP6015x en HP Color LaserJet CP6015xh hebben
een RAM-geheugen van 512 MB, dat is uit te breiden tot 1 GB.
Door MEt (Memory Enhancement technology) worden gegevens automatisch
●
gecomprimeerd, zodat het RAM-geheugen efficiënter wordt gebruikt
Vierregelig grafisch display op het bedieningspaneel
●
Papierverwerking
Een geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en het bestellen van
●
benodigdheden (voor netwerkproducten)
HP Easy Printer Care-software (een webtoepassing voor statusinformatie en
●
probleemoplossing)
Mogelijkheden voor bestellen via internet met HP Easy Printer Care-software en
●
geïntegreerde webserver
Invoer
●
Lade 1 (multifunctionele lade): Een multifunctionele lade voor papier,
◦
transparanten, etiketten, banierpapier, enveloppen en andere papiersoorten.
Ondersteunde papiersoorten op pagina 92 voor een lijst van
Zie
papiersoorten. In de lade kunt u maximaal 100 vel papier, 50 transparanten
of 10 enveloppen plaatsen. Zie
afdrukmateriaal op pagina 89.
Lade 2, 3, 4 en 5: Laden voor 500 vel. In deze laden wordt papier met een
◦
standaardformaat automatisch gedetecteerd en kan aangepast papier worden
geladen. In lade 2 kunnen papierformaten tot 279 x 432 mm (11 x 17 inch) en
A3 worden geplaatst, en in lade 3, 4 en 5 papierformaten tot 305 x 457 mm
(12 x 18 inch) en SRA3. Zie
op pagina 89 voor een lijst van ondersteunde papierformaten. Zie
Ondersteunde papiersoorten op pagina 92 voor een lijst van ondersteunde
papiersoorten.
Dubbelzijdig afdrukken: Voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (op beide
◦
zijden van het papier). Niet beschikbaar voor model HP Color LaserJet
CP6015n. Voor dit model kan geen upgrade voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken worden uitgevoerd.
Ondersteunde formaten papier en
Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal
NLWWProductkenmerken3
Tabel 1-2 Kenmerken (vervolg)
Het papierformaatbereik voor automatisch dubbelzijdig afdrukken is 175 mm
●
tot 320 mm (6,9 tot 12,6 inch) x 210 mm tot 457 mm (8,3 tot 18 inch). Het
gewichtbereik voor afdrukmateriaal is 60–220 g/m
Uitvoer
Standaarduitvoerbak: De standaarduitvoerbak bevindt zich aan de
◦
2
.
bovenkant van het product. Deze bak kan maximaal 500 vel papier bevatten.
Het product heeft een sensor die aangeeft wanneer de bak vol is.
Optionele nietmachine/stapelaar met drie bakken: Voor het scheiden van
◦
taken in verschillende uitvoerbakken, eenvoudig nieten (voor taken van
maximaal 50 vel), het staffelen van taken en extra uitvoercapaciteit. De
stapelaar heeft drie bakken: een voor 100 vel, een voor 500 vel en een voor
1000 vel.
Optionele brochuremaker/afwerkeenheid: Voor het eenvoudig nieten van
◦
taken (maximaal 50 vel), het nieten van brochures (maximaal 15 brochures),
het vouwen van enkele vellen, het scheiden en staffelen van taken en extra
uitvoercapaciteit. De brochuremaker/afwerkeenheid heeft drie bakken: twee
bakken voor 1000 vel en een bak voor maximaal 25 geniete brochures.
OPMERKING: De capaciteit van de uitvoerbakken is gebaseerd op papier van
2
. Indien zwaarder papier wordt gebruikt, neemt de capaciteit af.
75 g/m
Talen en lettertypen
Printcartridges/
afbeeldingsdrums (4 van elk)
Ondersteunde
besturingssystemen
HP Printer Control Language (PCL) 6
●
HP Universal Printer Driver (UPD) PCL 5
●
HP UPD postscript (PS)
●
Printer Management Language
●
93 interne TrueType-lettertypen, schaalbaar in PCL-drivers van HP. 93 interne
●
schaalbare lettertypen in HP Postscript niveau 3-emulatie (inclusief eurosymbolen).
Extra oplossingen voor lettertypen beschikbaar via flash-geheugenapparaten van
derden.
Tweedelige toner/afbeeldingssysteem
●
Met zwarte printcartridges kunnen maximaal 16.500 pagina's worden afgedrukt.
●
Met cyaan, magenta of gele printcartridges kunnen maximaal 21.000 pagina's per
stuk worden afgedrukt.
Met afbeeldingsdrums kunnen maximaal 35.000 pagina's worden afgedrukt bij een
●
dekking van 5%
Echtheidscontrole van HP printcartridges
●
Automatische verwijdering van tonerstrip
●
Microsoft
●
Macintosh OS X, V10.2.8, V10.3, V10.4, V10.5 en hoger
●
Novell NetWare
●
Unix
●
®
Windows® 2000, Windows® XP en Windows Vista™
®
Linux
●
Verbinding
LAN-aansluiting (Local Area Network) (RJ-45) voor de geïntegreerde HPJetdirect-
●
afdrukserver
Twee EIO-sleuven (Enhanced Input/Output)
●
USB 2.0-aansluiting
●
4Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Tabel 1-2 Kenmerken (vervolg)
Milieuvoorzieningen
Sluimerfunctie bespaart stroom
●
Groot aantal recyclebare onderdelen en materialen
●
Beveiligingsfuncties
Schijf beveiligd wissen
●
Beveiligingsvergrendeling (optioneel)
●
Taak vasthouden
●
Verificatie pincode gebruiker voor opgeslagen taken
●
IPv6-beveiliging
●
NLWWProductkenmerken5
Productintroductie
Vooraanzicht
HP Color LaserJet CP6015n, HP Color LaserJet CP6015dn en HP Color LaserJet
CP6015de
1
23
4
5
6
789
1Display van het bedieningspaneel
2Uitvoerbak (voor ongeveer 500 vel papier)
3Duplexschakellade (alleen HP Color LaserJet CP6015dn en HP Color LaserJet CP6015de)
4Rechterklep (via deze klep kunnen papierstoringen worden verholpen en onderdelen worden vervangen)
5Lade 1 (multifunctionele lade voor 100 vel)
6Voedingsaansluiting
7Aan-uitschakelaar
8Lade 2 (invoerlade voor 500 vel)
9Voorklep (biedt toegang tot de printcartridges en afbeeldingsdrums)
6Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
HP Color LaserJet CP6015x
2
1Onderste rechterdeur
1
2Lade 3 (invoerlade voor 500 vel)
HP Color LaserJet CP6015xh
2
1
1Onderste rechterdeur
2Lade 3, 4 en 5 (invoerladen voor 500 vel)
NLWWProductintroductie7
Achteraanzicht
1
2
1Interfacepoorten
2Vergrendelingshendel voor extra invoerbakken (alleen HP Color LaserJet CP6015x en HP Color LaserJet
CP6015xh)
8Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Interfacepoorten
Het product heeft maximaal 4 poorten (2 standaard) voor aansluiting op een computer of netwerk. De
poorten bevinden zich in de linkerachterhoek van het product.
1Twee uitbreidingssleuven EIO-interface
2Toegangspoort voor Kensington-vergrendeling
3USB 2.0-poort
4Netwerkverbinding (geïntegreerde HP Jetdirect-printserver)
1
2
3
4
Locatie van serienummer en modelnummer
Het modelnummer en het serienummer staan op identificatielabels aan de achterzijde van het product.
Het serienummer bevat informatie over land/regio van herkomst, productversie, productiecode en het
productienummer van het product.
Afbeelding 1-1 Voorbeeld van een label met model- en serienummer
ModelnaamModelnummer
HP Color LaserJet CP6015nQ3931A
HP Color LaserJet CP6015dnQ3932A
HP Color LaserJet CP6015deQ3935A
HP Color LaserJet CP6015xQ3933A
HP Color LaserJet CP6015xhQ3934A
NLWWProductintroductie9
10Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
2Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel gebruiken
●
Menu's van het bedieningspaneel
●
Menuoverzicht
●
Menu Demo
●
Menu Taak ophalen
●
Menu Informatie
●
Menu Papierverwerking
●
Menu Apparaat configureren
●
Menu Diagnostiek
●
Menu Service
●
NLWW11
Het bedieningspaneel gebruiken
Via de display op het bedieningspaneel hebt u toegang tot alle functies. Met de knoppen en het
numerieke toetsenbord beheert u de taken en de productstatus. Met de lampjes wordt de algehele
productstatus aangegeven.
Indeling bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit een display, taakbedieningsknoppen, een numeriek toetsenbord en
drie statuslampjes (LED's).
1
2
121110
1Stop (knop)Hiermee kunt u de huidige taak stopzetten, deze hervatten of annuleren,
2Menu (knop)Hiermee kunt u menu's openen en afsluiten.
3DisplayGeeft statusinformatie, menu's, Help-informatie en foutberichten weer.
4
5Pijl omhoog ( ) (knop)Hiermee doorloopt u de menu's en de tekst, en verhoogt u de numerieke
6Vinkje () (knop)Hiermee selecteert u opties, hervat u het afdrukken na verwijderbare fouten
3
Pijl terug ( ) (knop)
4576
98
de papierbaan vrijmaken en eventuele verwijderbare fouten die veroorzaakt
zijn door de stopgezette taak wissen. Als u op Stop drukt zonder dat er een
taak wordt afgedrukt, wordt het product op pauze gezet.
Hiermee gaat u terug in de menu's.
waarden op het display.
en negeert u foutberichten over printcartridges die niet van HP zijn.
7Pijl omlaag ( ) (knop)Hiermee doorloopt u de menu's en de tekst, en verlaagt u de numerieke
8Numeriek toetsenbordHiermee kunt u cijfers typen voor pincodes en andere numerieke waarden.
9Knop Help ( )Hiermee geeft u uitgebreide informatie weer over productberichten of -
10Attentie-lampjeMet het Attentie-lampje wordt aangegeven dat er een probleem is met het
11Gegevens-lampjeMet het Gegevens-lampje wordt aangegeven dat er gegevens
12Klaar (lampje)Met het Gereed-lampje wordt aangegeven dat het product gereed is om
waarden op het display.
menu's.
product dat u moet oplossen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een lege
papierlade of een foutbericht op de display.
binnenkomen op het product.
een taak uit te voeren.
12Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
LampjeAanUitKnippert
Klaar
(groen)
Gegevens
(groen)
Attentie
(geel)
Het product is online (klaar
om gegevens te ontvangen
en te verwerken).
Het product heeft gegevens
verwerkt, maar er zijn nog
meer gegevens nodig om de
taak te voltooien.
Er heeft zich een kritieke fout
voorgedaan. Het probleem
met het product moet worden
opgelost.
Het product is offline of
uitgeschakeld.
Het product verwerkt of
ontvangt geen gegevens.
Er zijn geen omstandigheden
meer aanwezig die aandacht
vragen.
Het product probeert het
afdrukken te beëindigen en
offline te gaan.
Het product verwerkt of
ontvangt gegevens.
Er heeft zich een fout
voorgedaan. Het probleem
met het product moet worden
opgelost.
NLWWHet bedieningspaneel gebruiken13
Menu's van het bedieningspaneel
U kunt de meeste gangbare afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via het stuurprogramma of de
software van de printer. Dit is de eenvoudigste manier om het product te bedienen. Op deze manier
worden de instellingen van het bedieningspaneel genegeerd. Raadpleeg de Help-bestanden bij de
software of zie
op pagina 63 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver.
U kunt het product ook bedienen door de instellingen in het bedieningspaneel van het product te
wijzigen. Via het bedieningspaneel hebt u toegang tot functies die niet worden ondersteund door de
printerdriver of de software en kunt u voor elke lade het papierformaat en de papiersoort instellen.
Om te beginnen...
U opent de menu's door op de knop Menu te drukken.
●
Software voor Windows op pagina 51 of Het product gebruiken met Macintosh
U selecteert een menuoptie door op het vinkje
●
Met de pijl omhoog en de pijl omlaag
●
omlaag kunt u naast het doorlopen van menu's ook de numerieke waarden verhogen of verlagen.
Als u snel door de verschillende opties wilt lopen, houdt u de pijl omhoog of de pijl omlaag ingedrukt.
Met de pijl terug
●
kunt u ook numerieke waarden selecteren tijdens het configureren van het product.
U kunt alle menu's afsluiten door op Menu te drukken.
●
Als er gedurende 60 seconden geen toets wordt ingedrukt, verspringt het product naar de status
●
Gereed.
gaat u terug naar de eerder geselecteerde menu's of opties. Met deze knop
loopt u door de menu's. Met de pijl omhoog en de pijl
te drukken.
14Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menuoverzicht
In de volgende tabellen vindt u een overzicht van de opbouw van alle menu's.
De menu's openen
Druk op Menu.
Druk op de pijl omhoog
Druk op het vinkje
De volgende hoofdmenu's zijn beschikbaar:
DEMO. Raadpleeg
●
TAAK OPHALEN. Raadpleeg
●
INFORMATIE. Raadpleeg
●
PAPIERVERWERKING. Raadpleeg
●
APPARAAT CONFIGUREREN Raadpleeg
●
informatie.
DIAGNOSE. Raadpleeg
●
SERVICE. Raadpleeg
●
of op de pijl omlaag om door de lijst met opties te lopen.
om de gewenste optie te selecteren.
Menu Demo op pagina 16 voor meer informatie.
Menu Taak ophalen op pagina 17 voor meer informatie.
Menu Informatie op pagina 18 voor meer informatie.
Menu Papierverwerking op pagina 19 voor meer informatie.
Menu Diagnostiek op pagina 45 voor meer informatie.
Menu Service op pagina 50 voor meer informatie.
Menu Apparaat configureren op pagina 20 voor meer
NLWWMenuoverzicht15
Menu Demo
Via het menu DEMO drukt u een pagina af met meer informatie over het product.
Ga als volgt te werk: druk op Menu en selecteer DEMO.
ItemUitleg
HELP AFDRUKKENHiermee wordt een pagina afgedrukt met koppelingen naar aanvullende
Help-informatie op het web.
16Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Taak ophalen
Via het menu TAAK OPHALEN kunt u een lijst van alle opgeslagen taken bekijken.
Ga als volgt te werk: druk op Menu en selecteer TAAK OPHALEN.
ArtikelSubitemOptiesOmschrijving
GEBRUIKER <X>De naam van elke gebruiker
ALLE PRIVÉTAKENDit bericht wordt weergegeven als
<TAAKNAAM>De naam van elke taak wordt
waarvoor taken zijn opgeslagen
wordt vermeld. U kunt een lijst van
opgeslagen taken bekijken voor de
betreffende gebruikersnaam te
selecteren.
een gebruiker taken heeft
opgeslagen waarvoor een pincode
nodig is.
vermeld.
AFDRUKKENSelecteer deze optie om een
EXEMPLARENHet aantal exemplaren dat moet
VERWIJDERENSelecteer deze optie om een
opgeslagen taak af te drukken. Voor
het afdrukken van een privétaak
wordt de gebruiker gevraagd een
pincode in te voeren.
worden afgedrukt. De
standaardwaarde is 1.
opgeslagen taak te verwijderen. Voor
het verwijderen van een privétaak
wordt de gebruiker gevraagd een
pincode in te voeren.
NLWWMenu Taak ophalen17
Menu Informatie
Via het menu INFORMATIE kunt u specifieke productinformatie weergeven en afdrukken.
Ga als volgt te werk: druk op Menu en selecteer INFORMATIE.
ArtikelOmschrijving
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKENHiermee drukt u een overzicht af van de structuur en de huidige instellingen
van de menu's op het bedieningspaneel.
CONFIGURATIE AFDRUKKENHiermee drukt u de configuratiepagina's af met de printerinstellingen en de
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR.Hiermee drukt u informatie af over de geschatte resterende gebruiksduur van
STATUS BENODIGDHEDENHiermee wordt de status van printcartridges, afbeeldingsdrums, fuserkit,
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKENHiermee drukt u informatie af over het aantal pagina's van alle
LOGBOEK KLEURGEBRUIK AFDRUKKENHiermee drukt u de kleurgebruiksgegevens voor de printer af.
DEMO AFDRUKKENDrukt een voorbeeldpagina af.
RGB-VOORBEELDEN AFDRUKKENDrukt kleurvoorbeelden af voor verschillende RGB-waarden. U kunt de
CMYK-VOORBEELDEN AFDRUKKENDrukt kleurvoorbeelden af voor verschillende CMYK-waarden. U kunt de
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKENHiermee drukt u de naam en de directory af van de bestanden die in het
PCL-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK.Maakt een afdruk van de beschikbare PCL-lettertypen.
PS-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK.Hiermee drukt u de beschikbare PS-lettertypen af.
geïnstalleerde accessoires.
de benodigdheden, het totaalaantal verwerkte pagina's en taken, het
serienummer, het aantal pagina's en het onderhoud.
rollerkit en transferkit weergegeven.
papierformaten die door het product zijn gevoerd, of de afdrukken enkelzijdig
of dubbelzijdig waren, zwart-wit of in kleur, en over het aantal afgedrukte
pagina's.
voorbeelden als richtlijn gebruiken bij het afstemmen van de afdrukkleuren.
voorbeelden als richtlijn gebruiken bij het afstemmen van de afdrukkleuren.
product zijn opgeslagen.
18Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Papierverwerking
Via dit menu kunt u de invoerladen configureren volgens soort en formaat afdrukmateriaal. Het is
belangrijk om door middel van dit menu de laden juist te configureren voordat u voor het eerst afdrukt.
Ga als volgt te werk: druk op Menu en selecteer PAPIERVERWERKING.
OPMERKING:Als u andere HP LaserJet-modellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1
te configureren in de modus Eerste of de modus Cartridge. Op printers uit de HP Color LaserJet
CP6015-serie is het instellen van lade 1 op ELK FORMAAT en ELK SOORT gelijk aan de modus
Eerste. Als voor lade 1 een andere instelling wordt gekozen dan ELK FORMAAT of ELK SOORT, komt
dit overeen met de modus Cartridge.
MenuoptieWaardeOmschrijving
FORMAAT IN LADE 1Een lijst van de beschikbare
formaten wordt weergegeven.
SOORT IN LADE 1Er wordt een lijst met de beschikbare
typen weergegeven.
FORMAAT IN LADE X
X = 2 of (optioneel) 3, 4 of 5
SOORT IN LADE X
X = 2 of (optioneel) 3, 4 of 5
Een lijst van de beschikbare
formaten wordt weergegeven.
Er wordt een lijst met de beschikbare
typen weergegeven.
Hiermee kunt u het papierformaat voor lade
1 instellen. De standaardinstelling is ELKFORMAAT. Raadpleeg
formaten papier en afdrukmateriaal
op pagina 89 voor een volledig overzicht
van de beschikbare formaten.
Hiermee kunt u de papiersoort voor lade 1
instellen. De standaardinstelling is ELKSOORT. Raadpleeg
papiersoorten op pagina 92 voor een
volledig overzicht van de beschikbare
soorten.
Hiermee kunt u het papierformaat voor lade
2 of de optionele laden 3, 4 of 5 instellen.
Afhankelijk van uw land/regio is het
standaardformaat LETTER of A4. Het
papierformaat wordt bepaald met behulp
van de geleiders in de lade. Raadpleeg
Ondersteunde formaten papier en
afdrukmateriaal op pagina 89 voor een
volledig overzicht van de beschikbare
formaten.
Hiermee kunt u de papiersoort voor lade 2
of de optionele laden 3, 4 of 5 instellen. De
standaardinstelling is GEWOON.
Raadpleeg
op pagina 92 voor een volledig overzicht
van de beschikbare soorten.
Ondersteunde papiersoorten
Ondersteunde
Ondersteunde
NLWWMenu Papierverwerking19
Menu Apparaat configureren
Via het menu APPARAAT CONFIGUREREN kunt u de standaardafdrukinstellingen wijzigen, de
afdrukkwaliteit aanpassen, de systeemconfiguratie en de I/O-opties wijzigen en de
standaardinstellingen opnieuw instellen.
Afdrukmenu
Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken zonder specifieke eigenschappen. Voor de meeste
taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de instellingen in dit menu
tenietgedaan.
Ga als volgt te werk: druk op Menu, selecteer APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens
AFDRUKKEN.
Menu-itemWaardenOmschrijving
EXEMPLARENBereik: 1 - 32000Hiermee stelt u het standaardaantal
exemplaren voor afdruktaken in. De
standaardwaarde is 1.
STANDAARD PAPIERFORMAATEen lijst van de beschikbare
formaten wordt weergegeven.
STAND. AANGEPAST
PAPIERFORMAAT
MAATEENHEID
●
X-AFMETING
●
Y-AFMETING
●
A4/LETTER OVERSCHRIJVENNEE
JA
HANDMATIG INVOERENUIT
AAN
LETTERTYPE COURIERSTANDAARD
DONKER
BREDE A4NEE
JA
Hiermee stelt u het
standaardpapierformaat in.
Hiermee stelt u het standaardformaat voor
aangepaste afdruktaken in. De
standaardmaateenheid is MILLIMETER.
Hiermee stelt u in dat een A4-taak op papier
van Letter-formaat wordt afgedrukt als er
geen A4-papier in de printer zit. De
standaardinstelling is JA.
De standaardinstelling is UIT. Als u deze
optie instelt op AAN, wordt HANDMATIG
INVOEREN de standaardinstelling voor
taken waarvoor geen lade is geselecteerd.
U kunt deze instelling in de printerdriver
overschrijven.
Dient voor het selecteren van een van de
beschikbare versies van het lettertype
Courier. De standaardinstelling is
STANDAARD.
Dient voor het veranderen van het
afdrukgebied van het A4-formaat zodat 80
tekens met een corpsgrootte van 10 op een
enkele regel passen. De
standaardinstelling is NEE.
PS-FOUTEN AFDRUKKENUIT
AAN
PDF-FOUTEN AFDRUKKENUIT
AAN
Dient voor het in- of uitschakelen van
pagina's met PS-fouten. De
standaardinstelling is UIT.
Dient voor het in- of uitschakelen van
pagina's met PDF-fouten. De
standaardinstelling is UIT.
20Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Submenu PCL
Via dit menu configureert u instellingen voor de printertaal PCL (Printer Control Language).
Ga als volgt te werk: druk op Menu, selecteer APPARAAT CONFIGUREREN, selecteer
AFDRUKKEN en vervolgens PCL-SUBMENU.
ArtikelOmschrijving
PAGINALENGTEDient voor het instellen van de verticale spatiëring, van 5 tot 128 regels voor
AFDRUKRICHTINGDient voor het instellen van de standaard paginaoriëntatie, staand of liggend.
BRON LETTERTYPEDient voor het selecteren van welk lettertype moet worden gebruikt.
NUMMER LETTERTYPEIn het product wordt aan elk lettertype een nummer toegewezen. Deze nummers
standaard papierformaten.
worden weergegeven in de PCL-lettertypenlijst. Het bereik is 0 t/m 999.
PITCH LETTERTYPEhiermee selecteert u het aantal tekens per inch voor het lettertype. Of deze
SYMBOLENSETHiermee kunt u een van de beschikbare tekensets op het bedieningspaneel
CR AAN LF TOEVOEGENSelecteer JA om een CR (Carriage Return) toe te voegen aan elke LF (Line Feed)
ONDERDRUK LEGE PAGINA'SWanneer u zelf PCL genereert, worden extra FF (Form Feed) codes toegevoegd,
TOEWIJZING MEDIABRONMet de PCL5-opdracht TOEWIJZING MEDIABRON wordt een invoerlade
Menu Afdrukkwaliteit
Ga als volgt te werk: druk op Menu, selecteer APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens
AFDRUKKWALITEIT.
instelling verschijnt is afhankelijk van het lettertype dat u hebt geselecteerd. Het
bereik is 0,44 t/m 99,99.
selecteren. Een symbolenset is een unieke groep van alle tekens in een lettertype.
PC-8 of PC-850 wordt aanbevolen voor lijntekens.
in PCL-taken die compatibel zijn met voorgaande versies (pure tekst, geen
taakcontrole). In sommige omgevingen wordt voor een nieuwe regel alleen een LF
gebruikt. Met deze instelling kunt u het vereiste harde regeleinde aan ieder zacht
regeleinde toevoegen.
waardoor een lege pagina wordt afgedrukt. Selecteer JA als u wilt dat extra
ingevoerde pagina's worden genegeerd als de pagina leeg is.
geselecteerd aan de hand van een nummer dat correspondeert met de
beschikbare laden en invoereenheden.
NLWWMenu Apparaat configureren21
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
KLEUR AANPASSENACCENTEN
DICHTHEID CYAAN
●
DICHTHEID MAGENTA
●
DICHTHEID GEEL
●
DICHTHEID ZWART
●
MIDDENTINTEN
DICHTHEID CYAAN
●
DICHTHEID MAGENTA
●
DICHTHEID GEEL
●
DICHTHEID ZWART
●
SCHADUWEN
DICHTHEID CYAAN
●
DICHTHEID MAGENTA
●
DICHTHEID GEEL
●
DICHTHEID ZWART
●
KLEURWAARDEN
HERSTELLEN
Bereik van +5 tot –5. De
standaardinstelling is
0.
Bereik van +5 tot –5. De
standaardinstelling is
0.
Bereik van +5 tot –5. De
standaardinstelling is
0.
U herstelt de kleurinstellingen door de
Stel de dichtheid van lichte vlakken (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere
waarden geven lichtere highlights en hogere
waarden geven donkerdere highlights op een
afgedrukte pagina.
Stel de dichtheid van de middentonen (donkerder
of lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere
waarden geven lichtere middentonen en hogere
waarden geven donkerdere middentonen op een
afgedrukte pagina.
Stel de dichtheid van de schaduwen (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere
waarden geven lichtere schaduwen en hogere
waarden geven donkerdere schaduwen op een
afgedrukte pagina.
dichtheidswaarde van elke kleur weer in te stellen
op de standaardwaarde.
KALIBRATIE
INSTELLEN
TESTPAGINA AFDRUKKENDruk een testpagina af om de kalibratie in te
Met het instellen van de kalibratie verschuift u de
BRONALLE LADEN
LADE 1
LADE 2
LADE <X> (X = 3, 4 of
5)
LADE <X> AANPASSEN
X1 VERSCHUIVEN
●
X2 VERSCHUIVEN
●
Y VERSCHUIVEN
●
Schuif van -20 tot 20
langs de X- of Y-as. 0 is
de standaard.
marge-uitlijning zodat de afbeelding op de pagina
zowel horizontaal als verticaal wordt gecentreerd.
U kunt ook de afbeelding die op de voorkant staat,
uitlijnen met de afbeelding op de achterkant.
stellen.
Hiermee selecteert u de broninvoerlade voor het
afdrukken van de testpagina voor KALIBRATIEINSTELLEN.
Voer de uitlijningsprocedure voor elke lade uit.
Wanneer een afbeelding wordt gemaakt, wordt de
pagina van de ene naar de andere kant gescand
terwijl het vel van boven naar beneden door het
product wordt gevoerd.
De scanrichting wordt aangeduid als X. X1 is de
scanrichting voor de eerste zijde van een 2-zijdige
pagina. X2 is de scanrichting van de tweede zijde
van een dubbelzijdige pagina. De invoerrichting
wordt Y genoemd.
22Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
AUTODETECTIEMODUS
DETECTIE LADE 1VOLLEDIGE
DETECTIE
UITGEBREIDE
DETECTIE
ALLEEN
TRANSPARANT
DETECTIE LADE <X>VOLLEDIGE
DETECTIE
UITGEBREIDE
DETECTIE
ALLEEN
TRANSPARANT
Hiermee stelt u de detectie voor lade 1 in voor
papiersoorten waarvoor de AUTODETECTIE-MODUS is ingesteld.
Wanneer VOLLEDIGE DETECTIE is
geselecteerd, worden gewoon papier, zwaar
papier, glanzend papier, stevig papier en
transparanten door het apparaat herkend.
Wanneer UITGEBREIDE DETECTIE is
geselecteerd, worden gewoon papier, zwaar
papier, glanzend papier, stevig papier en
transparanten door het apparaat herkend. Alleen
de eerste pagina wordt gedetecteerd. Bij
transparanten wordt elke pagina gedetecteerd.
Deze functie is beschikbaar voor alle laden (1 - 5).
Wanneer u ALLEEN TRANSPARANT selecteert,
worden alleen overhead- en nietoverheadtransparanten herkend.
Hiermee stelt u de detectie voor lade 2 en de
optionele laden 3, 4 en 5 in voor papiersoorten
waarvoor de AUTODETECTIEMODUS is
ingesteld.
Wanneer UITGEBREIDE DETECTIE is
geselecteerd, worden normaal papier, glanzend
papier, stevig papier en transparanten door het
apparaat herkend.
PAPIERSOORTEN
AANPASSEN
<SOORT> — Lijst
●
met papiersoorten
MODUS GLANZ. BESTUIT (standaard)
MODUS RESISTANCENORMAAL
Het is mogelijk dat u het product moet aanpassen
AAN
(standaard)
OMHOOG
OMLAAG
Wanneer u ALLEEN TRANSPARANT selecteert,
worden alleen overhead- en nietoverheadtransparanten herkend.
voor een bepaalde papiersoort of omgeving om de
afdrukkwaliteit te verbeteren.
Als u de fabrieksinstellingen voor de afdrukmodus
voor een bepaalde papiersoort wilt overschrijven,
selecteert u de papiersoort en past u een van de
drie onderstaande aanpassingen toe.
Het is ook mogelijk afdrukmateriaal dat niet van HP
is aan een andere afdrukmodus te koppelen, maar
dit wordt niet aangeraden.
Met de optie AAN zorgt u voor een doorlopende
kwaliteit bij het afdrukken op glanzend papier.
Deze instelling vertraagt de afdruksnelheid.
NORMAAL is de standaardinstelling.
Met de instelling OMHOOG wordt de secundaire
overdrachtsafwijking vergroot. Gebruik deze
instelling als u op bepaalde papiersoorten
vervaagde afbeeldingen of tonerresten ziet. Deze
problemen kunnen ernstiger zijn op de tweede
kant van een pagina die dubbelzijdig is afgedrukt.
Deze problemen komen vaker voor in omgevingen
met een hoge temperatuur en een hoge
luchtvochtigheid, of wanneer gecoat papier wordt
gebruikt.
NLWWMenu Apparaat configureren23
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
Gebruik de instelling OMLAAG als u licht of dun
afdrukmateriaal gebruikt in een omgeving met een
lage temperatuur en een laag vochtigheidsgehalte
en er sprake is van vlekkerige, vervormde of
korrelige afbeeldingen, of afbeeldingen met te
weinig toner. Met deze instelling wordt de
secundaire overdrachtsafwijking verkleind.
MODUS DISCHARGENORMAAL
(standaard)
AAN
MODI AFDRUKKENAUTODETECTIE-
MODUS (standaard)
NORMAAL
MODUS
TRANSPARENCY
<AANVULLENDE
AFDRUKMODI>
MODI HERSTELLENMet deze functie zet u alle papiersoortmodi weer
OPTIMALISERENPAP.KRULNORMAAL
(standaard)
LAGER
ROTATIE VOORAFUIT (standaard)
AAN
Selecteer AAN als er klodders of spatten toner op
de afdrukken zitten. Deze problemen kunnen
optreden wanneer licht of dun papier wordt
gebruikt in omgevingen met een lage temperatuur
en een laag vochtigheidsgehalte. De problemen
doen zich meestal vaker voor bij dubbelzijdig
afdrukken.
Hiermee kunt u de afdrukmodus wijzigen voor
papiersoorten die niet van HP zijn, waardoor de
afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed.
Wanneer AUTODETECTIEMODUS is
ingeschakeld, wordt met de papiersensor de beste
afdrukmodus gekozen.
terug op de fabrieksinstellingen.
Stel deze optie in op LAGER om het omkrullen van
papier tegen te gaan. Als u deze optie selecteert,
wordt de normale snelheid verlaagd tot 10 ppm (in
plaats van 40 ppm) en de driekwartsnelheid tot 7,5
ppm (in plaats van 30 ppm).
Stel deze functie in op AAN als er horizontale
strepen op het papier verschijnen. Als u deze
functie selecteert, wordt de opwarmtijd van het
product langer.
FUSERTEMPERATUURNORMAAL
(standaard)
ALTERNATIEF 1
ALTERNATIEF 2
ALTERNATIEF 3
LADE 1NORMAAL
(standaard)
ALTERNATIEF
Hiermee wordt de temperatuur van de fuser
verlaagd om oververhitting te voorkomen.
Als er onder aan de pagina of op de volgende
pagina een vage afbeelding van de pagina
zichtbaar is, moet u eerst controleren of de
Papiersoort en Afdrukmodus juist zijn ingesteld
voor het papier dat u gebruikt. Als deze vage
afbeeldingen zichtbaar blijven, stelt u de functie
Fusertemperatuur in op een van de instellingen
Alternatief. Probeer eerst de instelling Alternatief 1
en kijk of dit het probleem oplost. Als dat niet het
geval is, probeert u Alternatief 2 en vervolgens
Alternatief 3. Bij de instellingen Alternatief 2 en
Alternatief 3 kan er extra vertraging tussen de
taken optreden.
Als op de achterkant van het papier vlekken
zichtbaar zijn wanneer u vanuit lade 1 afdrukt, stelt
u de modus in op ALTERNATIEF. Hiermee
verhoogt u de reinigingsfrequentie.
24Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
MODUS GLOSSNORMAAL
(standaard)
HOOG
LICHT AFDRUKMATERIAALAUTO (standaard)
AAN
TEMPERATUUR
AFDRUKMATERIAAL
OMGEVINGUIT (standaard)
NORMAAL
(standaard)
LAGER
AAN
Met deze functie zorgt u voor een doorlopende
kwaliteit bij het afdrukken op hoogglanzend papier.
Stel deze functie in op HOOG voor afdrukken op
glanzend papier, zoals foto's, als de glans na het
afdrukken van de eerste pagina afneemt. Deze
instelling verlaagt de prestaties voor alle
papiersoorten.
Met deze optie wordt voorkomen dat lichtgewicht
papier om de fuser wordt gewikkeld.
Stel deze functie in op AAN als er regelmatig
berichten verschijnen over fuserstoringen
(vastgelopen papier, vertraging), vooral bij taken
die op licht papier worden afgedrukt of waarbij veel
toner wordt verbruikt.
Stel deze functie in op LAGER als het papier in de
uitvoerbak aan elkaar plakt.
Hiermee wordt de prestatie in omgevingen met
een extreem lage temperatuur verbeterd.
Stel deze functie in op AAN als het product in een
omgeving met een lage temperatuur wordt
gebruikt en er problemen optreden met de
afdrukkwaliteit, zoals blaasjes in de afbeelding.
SPANNINGUIT (standaard)
AAN
REINIGINGSFREQUENTIENORMAAL
(standaard)
ALTERNATIEF
AFWIJKING D-BLADENORMAAL
(standaard)
ALTERNATIEF
PRULL.BAKNORMAAL
(standaard)
ALTERNATIEF
ACHTERGR.UIT (standaard)
AAN
Hiermee worden de prestaties in omgevingen met
een laag voltage verbeterd.
Stel deze functie in op AAN als het product in een
omgeving met een laag voltage wordt gebruikt en
er problemen optreden met de afdrukkwaliteit,
zoals blaasjes in de afbeelding.
Stel deze functie in op ALTERNATIEF als u fouten
in de afgedrukte pagina's ziet, die met intervallen
van 38 mm worden herhaald. Met deze functie
verhoogt u de frequentie waarmee de C-roller
wordt gereinigd. Als u deze functie op Alternatief
zet, gaat de afdruksnelheid mogelijk omlaag en
moet u de benodigdheden mogelijk vaker
vervangen.
Stel deze functie in op ALTERNATIEF als u korte
witte verticale lijnen op de afgedrukte pagina's ziet.
De instelling Alternatief kan ook donkere vlekken
in de afgedrukte pagina's veroorzaken. Maak
enkele testafdrukken om dit te controleren.
Stel deze functie in op ALTERNATIEF als er in de
lengte tonerstrepen op de pagina's worden
afgedrukt, vooral bij taken waarbij weinig toner
wordt gebruikt.
Selecteer AAN als de pagina's met een donkere
achtergrond worden afgedrukt. Het gebruik van
deze functie kan het glansniveau verlagen.
NLWWMenu Apparaat configureren25
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
MODUS ZWAAR30 PPM (standaard)
24 PPM
BIJHOUDENAAN (standaard)
UIT
OPTIMALISATIE
HERSTELLEN\
NU SNEL KALIBRERENHiermee wordt een gedeeltelijke productkalibratie
NU VOLLEDIG
KALIBREREN
NEUTRALENKALIBR.KALIBRATIEBRON<FORMAAT/SOORT>
Hiermee worden alle productkalibraties
Met deze functie stelt u alle
LADE 1
<FORMAAT/SOORT>
LADE 2
<FORMAAT/SOORT>
LADE <X>
De standaardinstelling is 30 PPM. Selecteer de
optie 24 PPM om de snelheid te verlagen en de
fuserfunctie op zwaar papier te verbeteren.
Hiermee wordt het voorspanningsvoltage
aangepast waardoor de kleurstabiliteit wordt
verbeterd. Deze functie moet op AAN blijven
ingesteld.
optimalisatieparameters weer op de
fabrieksinstellingen in.
uitgevoerd.
uitgevoerd.
Met deze menuoptie wordt de tonermix ingesteld
om neutrale kleuren voor kleurafdrukken te
optimaliseren. Met een speciale sensor worden de
kleuren gemeten op drie voor dit doel afgedrukte
pagina's uit een geselecteerde lade en worden de
kleurparameters aangepast. Op deze manier
wordt een teveel of tekort aan cyaan, magenta,
geel of zwart gecorrigeerd, waardoor de
kleurconsistentie wordt verbeterd.
Selecteer de bronlade, de papiersoort en het
papierformaat voor de kalibratiepagina.
NEUTR. TINTEN
AUTOM. KALIBR.
Als u de kalibratie wilt uitvoeren voor verschillende
papiersoorten, plaatst u de gewenste papiersoort
in een lade, schakelt u deze menuoptie in en
selecteert u de gevulde lade.
KALIBRATIESOORT<SOORT>Deze optie is alleen beschikbaar als voor de
KALIBRATIEFORMAAT<FORMAAT>Deze optie is alleen beschikbaar als voor de
MAATEENHEIDINCHES
MILLIMETER
X-AFMETINGDit is de x-afmeting van het aangepaste
Y-AFMETINGDit is de Y-afmeting van het aangepaste
AAN
UIT
geselecteerde lade de optie ELKE SOORT is
ingesteld.
geselecteerde lade de optie ELK FORMAAT of
ELK AANGEPAST is ingesteld.
Dit is de maateenheid die wordt gebruikt voor
aangepaste papierformaten. Deze optie is alleen
beschikbaar als voor het geselecteerde
papierformaat de optie AANGEPAST is ingesteld.
papierformaat. Deze optie is alleen beschikbaar
als voor het geselecteerde papierformaat de optie
AANGEPAST is ingesteld.
papierformaat. Deze optie is alleen beschikbaar
als voor het geselecteerde papierformaat de optie
AANGEPAST is ingesteld.
Met deze menuoptie bepaalt u of het proces
NEUTRALEN KALIBR. automatisch wordt
uitgevoerd. Als u AAN selecteert, wordt de
kalibratie automatisch uitgevoerd wanneer de
26Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
omgevingsomstandigheden hierom vragen. Er
worden drie kalibratiepagina's afgedrukt. Wanneer
de kalibratie is voltooid, kunt u deze pagina's
recyclen.
RESOLUTIEImage REt 4800
(standaard)
1200x600 dpi
SCHERPTEREGELINGUIT
LICHT
NORMAAL
(standaard)
MAXIMUM
Hiermee wordt de resolutie ingesteld waarmee
wordt afgedrukt. De standaardwaarde is Image
REt 4800. Voor het afdrukken van gedetailleerd
werk en kleine letters kunt u de optie 1200x600 dpi
instellen.
De instelling Randenbeheer stelt vast hoe de
randen worden weergegeven. De
scherpteregeling heeft twee componenten:
adaptieve halftonen en overlapping. Met adaptieve
halftonen worden randen scherper weergegeven.
Bij overlapping worden de randen van
aangrenzende objecten licht overlapt om het effect
van verspringende kleurvlakken tegen te gaan.
Met de optie UIT worden de functies voor
●
adaptieve halftonen en overlapping allebei
uitgeschakeld.
Met de optie LICHT wordt voor overlapping
●
de laagste waarde ingesteld en wordt de
functie voor adaptieve halftonen
ingeschakeld.
NORMAAL is de standaardinstelling voor
●
overlapping. Hiermee wordt voor overlapping
de middelste waarde ingesteld en wordt de
functie voor adaptieve halftonen
ingeschakeld.
REINIGINGSPAGINA
VERWERKEN
Met deze functie maakt en verwerkt u een
Menu Systeeminstellingen
Via het menu SYSTEEMINSTELLINGEN kunt u de standaardinstellingen van de productconfiguratie
wijzigen, zoals de sluimermodus, de productpersonality (taal) en de methode voor storingsherstel.
Ga als volgt te werk: druk op Menu, selecteer APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens
SYSTEEMINSTELLINGEN.
Met de optie MAXIMUM wordt voor
●
overlapping de hoogste waarde ingesteld. De
functie voor adaptieve halftonen is
ingeschakeld.
reinigingspagina voor het verwijderen van
overtollige toner van de drukroller in de fuser.
Wanneer het reinigingsproces wordt uitgevoerd,
wordt een lege pagina afgedrukt. Deze pagina kunt
u verwijderen.
NLWWMenu Apparaat configureren27
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
DATUM/TIJDDATUM----/[MMM]/[JJ] JAAR=
[JJJJ]/---/[DD] MAAND=
[JJJJ]/[MMM]/-- DAG=
DATUMNOTATIEJJJJ/MMM/DD
MMM/DD/JJJJ
DD/MMM/JJJJ
TIJD--:[MM] [NM] UUR=
[UU]:-- [NM] MINUUT=
[UU]:[MM] -- VM/NM=
TIJDINDELING12-UURS
24-UURS
MAX. AANTAL OPGESLAGEN
TAKEN
TIME-OUT TAAKOPSLAGUIT
Doorlopende waarde
Bereik: 1–100
Standaard = 32
4 UUR
1 DAG
1 WEEK
Hiermee stelt u de juiste datum in.
Hiermee geeft u aan in welke
volgorde u jaar, maand en dag in
de datumnotatie wilt weergeven.
Hiermee selecteert u de gewenste
notatie voor TIJD. Afhankelijk van
de geselecteerde TIJDINDELING
worden verschillende wizards
weergegeven.
Hiermee selecteert u de notatie 12-UURS of 24-UURS.
Hiermee geeft u aan hoeveel
snelkopieertaken in het product
kunnen worden opgeslagen. De
standaardwaarde is 32. Het
maximumaantal is 100.
Hiermee geeft u aan hoe lang
snelkopieertaken blijven staan
voordat ze automatisch uit de
wachtrij worden verwijderd. Deze
menuoptie verschijnt alleen als er
een harde schijf is geïnstalleerd.
De standaardinstelling is UIT.
ADRES WEERGEVENAUTO
UIT
KLEUR BEPERKENGEBRUIKKLEUR INSCHAKELEN
KLEUR INDIEN TOEGESTAAN
KLEUR UITSCHAKELEN
KLEUR/ZWART GEM.AUTO
MEESTAL KLEURENPAGINA'S
MEESTAL ZWARTE PAGINA'S
Met deze optie bepaalt u of het IPadres van het product op de
display wordt weergegeven bij het
bericht KLAAR. De
standaardinstelling is UIT.
Uitschakelen of beperken van
kleurgebruik. De
standaardinstelling is KLEUR
INSCHAKELEN. Als u de instelling
KLEUR INDIEN TOEGESTAAN
wilt gebruiken, moet u
machtigingen voor gebruikers
instellen via de geïntegreerde
webserver, HP Easy Printer Care
of Web Jetadmin. Zie
Ondersteunde hulpprogramma's
voor Windows op pagina 59.
Met deze menuoptie bepaalt u hoe
het product overschakelt van kleur
naar monochroom (zwart-wit)
zodat maximale prestaties en een
maximale gebruiksduur van de
printcartridges worden verkregen.
Met de optie AUTO worden de
fabrieksinstellingen van het
28Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
product hersteld. De
standaardinstelling is AUTO.
Selecteer MEESTALKLEURENPAGINA'S als u bijna al
uw taken afdrukt in kleur met een
hoge paginadekking.
Selecteer MEESTAL ZWARTEPAGINA'S als u meestal
monochrome taken of een
combinatie van kleurentaken en
monochrome taken afdrukt.
LADEGEDRAGMet dit menu kunt u aangeven hoe
GEBRUIK GEWENSTE
LADE
PROMPT VOOR
HANDMATIGE INVOER
UITSLUITEND
EERSTE
ALTIJD
TENZIJ GELADEN
het product de papierladen en de
bijbehorende prompts op het
bedieningspaneel verwerkt.
Met GEBRUIK GEWENSTELADE worden taken verwerkt
waarvoor een specifieke
invoerlade is opgegeven. Er zijn
twee opties beschikbaar:
UITSLUITEND: Het apparaat
●
selecteert nooit een andere
lade wanneer de gebruiker
heeft aangegeven dat een
bepaalde lade moet worden
gebruikt, zelfs wanneer die
lade leeg is. Dit is de
fabrieksinstelling.
EERSTE: Als de opgegeven
●
lade leeg is, voert het
apparaat papier in uit een
andere lade, zelfs als de
gebruiker een specifieke lade
voor de taak heeft ingesteld.
Met deze functie bepaalt u of een
prompt voor handmatige invoer
wordt weergegeven wanneer de
papiersoort of het papierformaat
voor een taak niet overeenkomt
met de opgegeven lade en het
apparaat daarom afdrukmateriaal
uit de multifunctionele lade haalt.
Er zijn twee opties beschikbaar:
ALTIJD: Er verschijnt altijd
●
een prompt voordat er papier
uit de multifunctionele lade
wordt ingevoerd. Dit is de
fabrieksinstelling.
TENZIJ GELADEN: Er
●
verschijnt alleen een prompt
wanneer de multifunctionele
lade leeg is.
PS OF
AFDRUKMATERIAAL
INSCHAKELENMet deze optie bepaalt u hoe
papier wordt verwerkt wanneer u
NLWWMenu Apparaat configureren29
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
UITGESCHAKELDafdrukt via een Adobe PS-
printdriver.
Als u INGESCHAKELD
●
selecteert, wordt het
papierverwerkingsmodel van
HP gebruikt.
Als u UITGESCHAKELD
●
selecteert, wordt het
papierverwerkingsmodel van
Adobe PS gebruikt.
PROMPT VOOR FORMAAT/
SOORT
GEBRUIK ANDERE LADEINSCHAKELEN
WEERGEVEN
NIET WEERGEVEN
UITSCHAKELEN
Met deze functie stelt u in of een
ladeconfiguratiebericht wordt
weergegeven als u een lade sluit.
Er zijn twee opties beschikbaar:
WEERGEVEN: Met deze
●
optie wordt een
ladeconfiguratiebericht
weergegeven als u een lade
sluit. U kunt de instellingen
voor de lade rechtstreeks in
dit bericht configureren.
NIET WEERGEVEN: Met
●
deze optie wordt het
ladeconfiguratiebericht niet
automatisch weergegeven.
Met deze optie geeft u aan of er wel
of geen bericht op het
bedieningspaneel moet
verschijnen met de vraag een
andere lade te selecteren wanneer
de opgegeven lade leeg is. Er zijn
twee opties beschikbaar:
INSCHAKELEN: Wanneer u
●
deze optie selecteert, wordt u
gevraagd papier in de
geselecteerde lade te doen of
een andere lade te kiezen. Dit
is de fabrieksinstelling.
UITSCHAKELEN: Wanneer
●
u deze optie selecteert, krijgt
u niet de mogelijkheid een
andere lade te kiezen. U
wordt gevraagd het papier in
de geselecteerde lade aan te
vullen.
BLANCO PAGINA'S IN
DUPLEXER
AUTO
JA
Met deze optie stelt u in hoe het
apparaat dubbelzijdige (duplex)
30Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
taken verwerkt. Er zijn twee opties
beschikbaar:
Met AUTO schakelt u de
●
functie Slimme duplex in; als
de tweede zijde leeg is, wordt
alleen de eerste zijde
verwerkt. Hierdoor kan de
afdruksnelheid worden
verhoogd.
Met JA schakelt u de functie
●
Slimme duplex uit; het vel
papier wordt dan ook
omgeslagen als het maar aan
een zijde bedrukt wordt. Voor
bepaalde papiersoorten,
zoals briefhoofdpapier en
geperforeerd papier, kan
deze optie handig zijn.
BEELDROTATIEVAN LINKS NAAR RECHTS
VAN RECHTS NAAR LINKS
ALTERNATIEF
SLUIMERVERTRAGING1 MINUUT
15 MINUTEN
30 MINUTEN
45 MINUTEN
60 MINUTEN
90 MINUTEN
2 UUR
4 UUR
WEKTIJD<DAG VAN DE WEEK>UIT
AANGEPAST
Met deze optie kunt u een
afbeelding vanuit een optioneel
uitvoeraccessoire 180 graden
draaien zodat nietjes in de
bovenhoek kunnen worden
geplaatst (meestal bij apparaten
voor smalle formaten).
Hiermee wordt het stroomverbruik
verlaagd wanneer het product
gedurende de ingestelde tijd
inactief is geweest. De
standaardinstelling is 60MINUTEN.
Hiermee stelt u een dagelijkse
wektijd in voor het product, zodat
het alvast kan opwarmen en
kalibreren voor gebruik. Selecteer
een dag van de week en
vervolgens AANGEPAST. Stel de
wektijd voor de betreffende dag in
en geef aan of u die tijd op alle
dagen van de week wilt toepassen.
OPTIMALE SNELHEID/
STROOMGEBRUIK
SNELLERE EERSTE PAGINA
STROOM BESPAREN
MAXIMALE
STROOMBESPARING
Hiermee stelt u de afkoelopties
voor de fuser in.
Als SNELLERE EERSTEPAGINA is geselecteerd, wordt de
fuser niet uitgeschakeld tussen
taken. Dit heeft geen invloed op de
uitvoertijd van de eerste pagina.
NLWWMenu Apparaat configureren31
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
Als STROOM BESPAREN is
geselecteerd, wordt de fuser na 55
minuten van inactiviteit
uitgeschakeld. Dit heeft minimale
invloed op de uitvoertijd van de
eerste pagina.
Als MAXIMALESTROOMBESPARING is
geselecteerd, wordt de fuser na
elke taak uitgeschakeld. Dit heeft
de meeste invloed op de uitvoertijd
van de eerste pagina.
HELDERHEID WEERGEVENDe geldige waarden zijn van 1 tot
10.
PERSONALITYAUTO
PCL
PDF
PS
VERWIJDERBARE
WAARSCHUWINGEN
AUTOM. DOORGAANUIT
VERVANG BENODIGDHEDENSTOP BIJNA LEEG
TAAK
AAN
AAN
STOPPEN BIJ LEEG
NEGEREN BIJ LEEG 1
NEGEREN BIJ LEEG 2
Dient voor het instellen van de
helderheid van het display van het
bedieningspaneel. De
standaardinstelling is 5.
Hiermee stelt u de
standaardpersonality in op de modi
PCL, PDF, PS of op automatisch
schakelen. De standaardinstelling
is AUTO.
Dient voor instelling van het al dan
niet wissen van waarschuwingen
op het bedieningspaneel of
wanneer een volgende taak
verzonden wordt. De
standaardinstelling is AAN.
Hiermee bepaalt u wat het product
doet wanneer er een fout optreedt
waarna automatisch doorgaan
mogelijk is. De standaardinstelling
is AAN.
Hiermee bepaalt u wat het product
doet wanneer een cartridge bijna
leeg is. De standaardinstelling is
STOP BIJNA LEEG. Met deze
optie wordt het afdrukken
voortgezet totdat een van de
kleuren helemaal op is. Als het
product is ingesteld op STOPPENBIJ LEEG, wordt het afdrukken
onderbroken totdat de
kleurmodule is vervangen.
Wanneer een onderdeel bijna leeg
is, wordt het bericht
"Benodigdheden bestellen"
weergegeven. Wanneer een
onderdeel helemaal leeg is, wordt
het bericht "Benodigdh.
vervangen" weergegeven. Voor
een optimale afdrukkwaliteit
adviseert HP het onderdeel te
vervangen wanneer het bericht
"Benodigdh. vervangen" wordt
weergegeven. Als u het onderdeel
32Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
op dat moment vervangt, voorkomt
u dat u afdrukmateriaal of andere
onderdelen verspilt doordat één
onderdeel voor een slechte
afdrukkwaliteit zorgt. In de modus
Negeren worden
kleurbenodigdheden die aan
vervanging toe zijn, zoals
printcartridges, de
afbeeldingsdrum, de rollerkit en de
afbeeldingsfuserkit, toch gebruikt.
VOORZICHTIG: Als u Negeren
selecteert, wordt de afdrukkwaliteit
minder en zijn bepaalde functies
(zoals info over de resterende
hoeveelheid toner) mogelijk niet
beschikbaar.
VOORZICHTIG: Afdrukfouten of
defecten in benodigdheden die
optreden wanneer een onderdeel
van HP wordt gebruikt in de modus
Negeren, worden niet beschouwd
als defecten in het materiaal of als
productiefouten volgens de
Verklaring van beperkte garantie
voor printcartridge en
afbeeldingsdrum van HP. Zie
Verklaring van beperkte garantie
voor printcartridge en
afbeeldingsdrum op pagina 271
voor informatie over de garantie.
De Negeren-opties kunnen op elk
gewenst moment worden in- of
uitgeschakeld en hoeven niet voor
elk kleuronderdeel opnieuw te
worden ingeschakeld. Wanneer
wordt aangegeven dat een
kleuronderdeel moet worden
vervangen, wordt het afdrukken
automatisch voortgezet. Het
bericht "Vervang benodigdheden Negeren is actief" wordt
weergegeven op het
bedieningspaneel en het
kleuronderdeel wordt gebruikt in
de modus Negeren. Wanneer het
kleuronderdeel wordt vervangen,
wordt de modus Negeren
gedeactiveerd totdat een ander
kleuronderdeel aan vervanging toe
is.
Met de optie NEGEREN BIJ LEEG1 wordt het afdrukken voortgezet
als een kleurmodule leeg is. Er
wordt echter wel een
waarschuwing weergegeven. Het
afdrukken wordt stopgezet als het
risico bestaat dat
NLWWMenu Apparaat configureren33
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
productonderdelen beschadigd
raken.
Met de optie NEGEREN BIJ LEEG2 wordt het afdrukken voortgezet
als de kleurmodule leeg is. Er
wordt echter wel een
waarschuwing weergegeven. Het
afdrukken wordt niet stopgezet,
zelfs niet als het risico bestaat dat
productonderdelen beschadigd
raken.
INFORMATIE
BENODIGDHEDEN
BESTELLEN BIJBEREIK=0-100%U kunt instellen bij welk resterend
KLEURBENODIGDHEDEN
LEEG
STORINGSHERSTELAUTO
PAGINA'S RESTEREND
VOLGORDE BERICHTEN
NIVEAU METERS
STOP
AAN
UIT
AUTOMATISCH DOORGAAN
ZWART
UIT
AAN
percentage van de benodigdheden
het bericht BESTELLEN BIJ
verschijnt. De standaardinstelling
is 5%.
Hiermee stelt u de optie
KLEURBENODIGDHEDEN
LEEG in, waarmee u bepaalt wat
er moet gebeuren wanneer een
kleurmodule leeg is. Wanneer het
product wordt ingesteld op
AUTOMATISCH DOORGAAN
ZWART , wordt het afdrukken
voortgezet met alleen zwarte
toner. De standaardinstelling is
STOP.
Hiermee bepaalt u of het product
na een papierstoring zal proberen
om overgeslagen pagina's
opnieuw af te drukken. De
standaardinstelling is AUTO.
TAALEen lijst van de beschikbare talen
wordt weergegeven.
Dient voor instelling van de
standaardtaal. De
standaardinstelling is ENGELS.
Menu Uitvoerinstellingen
Dit menu (plus bijbehorende subitems) wordt alleen weergegeven wanneer een optioneel
uitvoeraccessoire op het product is aangesloten.
Ga als volgt te werk: druk op Menu, selecteer APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens
UITVOERINSTELLINGEN.
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
UITVOERINSTELLINGENDit menu verschijnt wanneer de
34Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
HP nietmachine/stapelaar met
drie bakken of de
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
HP brochuremaker/
afwerkeenheid wordt
aangesloten.
MULTIF. AFW.EENH.
of
MBM-3 BAK NIETAPP.
NIETJESGEEN
NIETJES OPSTOP
WERKSTANDPOSTBUS
STAPELAAR
EEN LINKS SCHUIN
EEN RECHTS SCHUIN
TWEE LINKS
TWEE RECHTS
TWEE BOVENAAN
DOORGAAN
Hiermee stelt u de
standaardwerkmodus in. Met
POSTBUS wordt aan elke
uitvoerbak een gebruiker of
groep gebruikers toegewezen.
Met STAPELAAR worden alle
uitvoerbakken behandeld als één
grote bak. Wanneer een bak vol
raakt, worden de taken
automatisch naar de volgende
bak geleid.
Hiermee stelt u in welke
nietwaarde standaard wordt
gebruikt wanneer er geen
nietwaarde is opgegeven.
Hiermee stelt u in wat er moet
gebeuren wanneer een taak
geniet moet worden en de
nietmachine leeg is.Met STOP
wordt het afdrukken stopgezet
als de nietmachine leeg is. Met
DOORGAAN wordt het
afdrukken voortgezet, ook al is de
nietmachine leeg.
STAFFELENUIT
AAN
A4/LETTER, NIETENNORMAAL
ALTERNATIEF 1
ALTERNATIEF 2
Hiermee schakelt u de functie
voor het staffelen van taken in of
uit. Als de functie voor het
staffelen van taken is
ingeschakeld, wordt elk
exemplaar van een taak naar één
kant in de uitvoerbak geschoven.
Zo worden de verschillende
exemplaren gescheiden
gehouden.
Hiermee stelt u de snelheid van
de afdrukmotor in, om
papierstoringen met de nietbuffer
te voorkomen.
Met de optie NORMAAL is de
motorsnelheid normaal en wordt
de nietbuffer gebruikt.
Als u de optie ALTERNATIEF 1
instelt en voor de motor de
autodetectiemodus hebt
ingeschakeld, gaat de motor
langzamer lopen om
papierstoringen te voorkomen.
NLWWMenu Apparaat configureren35
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
Als de autodetectiemodus NIET
is ingeschakeld, loopt de motor
op normale snelheid en wordt de
nietbuffer gebruikt.
Als u de optie ALTERNATIEF 2
instelt, gaat de motor altijd
langzamer lopen om
papierstoringen te voorkomen en
wordt de nietbuffer nooit gebruikt.
LTR-R & A4-R VOUWEN–4,0 mm
–3,5 mm
–3,0 mm
–2,5 mm
–2,0 mm
–1,5 mm
–1,0 mm
–0,5 mm
0,0 mm
0,5 mm
1,0 mm
1,5 mm
2,0 mm
2,5 mm
3,0 mm
3,5 mm
Hiermee past u de vouwlijn aan
voor Letter- en A4-papier (alleen
bij brochuremaker).
4,0 mm
LEGAL & JISB4 VOUWEN–4,0 mm
–3,5 mm
–3,0 mm
–2,5 mm
–2,0 mm
–1,5 mm
–1,0 mm
–0,5 mm
0,0 mm
0,5 mm
1,0 mm
Hiermee past u de vouwlijn aan
voor Legal- en JIS B4-papier
(alleen bij brochuremaker).
36Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
1,5 mm
2,0 mm
2,5 mm
3,0 mm
3,5 mm
4,0 mm
11X17 & A3 VOUWEN–4,0 mm
–3,5 mm
–3,0 mm
–2,5 mm
–2,0 mm
–1,5 mm
–1,0 mm
–0,5 mm
0,0 mm
0,5 mm
1,0 mm
1,5 mm
2,0 mm
2,5 mm
3,0 mm
3,5 mm
Hiermee past u de vouwlijn aan
voor Legal-, 11x17- en A3-papier
(alleen bij brochuremaker).
4,0 mm
Menu I/O
De opties in het I/O-menu (invoer/uitvoer) beïnvloeden de communicatie tussen het product en de
computer. Als het product een HP Jetdirect-afdrukserver heeft, kunt u de basisnetwerkparameters
configureren in dit submenu. U kunt deze en andere parameters ook configureren via HP Web Jetadmin
of de geïntegreerde webserver.
Zie
Netwerkinstellingen configureren op pagina 81 voor meer informatie over deze opties.
Ga als volgt te werk: druk op Menu, selecteer APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens
I/O.
NLWWMenu Apparaat configureren37
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
I/O-TIME-OUT15 SECONDEN
Bereik: 5 - 300
MENU GEÏNTEGREERDE
JETDIRECT
In de volgende tabel vindt u een lijst met opties.
Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
TCP/IPINSCHAKELENUIT
AAN
HOSTNAAMEen alfanumerieke tekenreeks van maximaal 32
UIT: Schakel het TCP/IP-protocol uit.
AAN*: Schakel het TCP/IP-protocol in.
tekens die wordt gebruikt voor de identificatie van het
product. De naam staat op de configuratiepagina van
HP Jetdirect. De standaardhostnaam is NPIxxxxxx,
waarbij xxxxxx de laatste zes cijfers zijn van het LANhardwareadres (MAC).
Hiermee stelt u de I/O-TIME-OUT
van het product in seconden in.
Met deze instelling kunt u de timeout instellen voor de beste
prestaties. Als halverwege de
afdruktaak de gegevens van
andere poorten verschijnen,
verhoogt u de waarde voor de
time-out.
IPV4-INSTELLINGENCONFIGURATIEMETHO
STANDAARD-IP
DE
BOOTP
●
DHCP
●
AUTOMATISCHE
●
IP
HANDMATIG
●
AUTOMATISCHE
●
IP
VEROUDERD
●
Specificeert de methode waarmee TCP/IPv4parameters worden geconfigureerd op de Jetdirectafdrukserver.
Gebruik BootP (Bootstrap Protocol) voor automatische
configuratie van een BootP-server.
Gebruik DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
voor de automatische configuratie vanaf een DHCPv4server. Als hiervoor wordt gekozen en er sprake is van
een DHCP-lease, zijn de menu's DHCP-VRIJGAVE
(DHCP RELEASE) en DHCP vernieuwen (DHCP
RENEW) beschikbaar om de DHCP-lease-opties in te
stellen.
Gebruik Automatische IP voor automatische link-local
IPv4-adressering. Er wordt automatisch een adres in
de vorm 169.254.x.x toegewezen.
Met het menu HANDMATIGE INSTELLINGEN
configureert u TCP/IPv4-parameters.
Geef het IP-adres op dat standaard moet worden
gebruikt als de afdrukserver geen IP-adres van het
netwerk kan krijgen tijdens een geforceerde TCP/IPherconfiguratie (bijvoorbeeld bij een handmatige
configuratie om BootP of DHCP te gebruiken).
AUTOMATISCHE IP: Er wordt een link-local IP-adres
169.254.x.x ingesteld.
VEROUDERD: Het adres 192.0.0.192 wordt ingesteld,
dat consistent is met oudere HP Jetdirect-producten.
38Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg)
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
DHCP-VRIJGAVE
(DHCP RELEASE)
NEE
●
JA
●
DHCP vernieuwen
(DHCP RENEW)
NEE
●
JA
●
HANDMATIGE
INSTELLINGEN
IP-ADRES
●
SUBNETMASKER
●
SYSLOG-SERVER
●
(SYSLOG SERVER)
STANDAARDGATE
●
WAY
TIME-OUT BIJ
●
INACTIVITEIT
Dit menu wordt weergegeven als
CONFIGURATIEMETHODE is ingesteld op DHCP en
er sprake is van een DHCP-lease voor de afdrukserver.
NEE*: De huidige DHCP-lease wordt opgeslagen.
JA: De huidige DHCP-lease en de geleasede IP-
adressen worden vrijgegeven.
Dit menu wordt weergegeven als
CONFIGURATIEMETHODE is ingesteld op DHCP en
er sprake is van een DHCP-lease voor de afdrukserver.
NEE*: De afdrukserver vraagt niet om het vernieuwen
van de DHCP-lease.
JA: De afdrukserver vraagt om het vernieuwen van de
actuele DHCP-lease.
(Alleen beschikbaar als CONFIGURATIEMETHODE
is ingesteld op HANDMATIG.) Configureer de
parameters rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel
van de printer:
IP-ADRES: Het unieke IP-adres van de printer. Hierbij
is n een waarde tussen 0 en 255.
SUBNETMASKER: Het subnetmasker voor de printer.
Hierbij is m een waarde tussen 0 en 255.
SYSLOG-SERVER (SYSLOG SERVER): Het IPadres van de syslog-server. Dit wordt gebruikt voor de
ontvangst en de opslag van syslog-berichten.
STANDAARDGATEWAY: Het IP-adres van de
gateway of router voor communicatie met andere
netwerken.
TIME-OUT BIJ INACTIVITEIT: De tijdsperiode in
seconden waarna een niet-actieve TCPafdrukgegevensverbinding wordt verbroken
(standaard is 270 seconden, 0 schakelt de time-out
uit).
PRIMAIRE DNSGeef het IP-adres (n.n.n.n) op van een primaire DNS-
SECUNDAIRE DNSGeef het IP-adres (n.n.n.n) op van een secundaire
IPV6-INSTELLINGENINSCHAKELEN
UIT
●
AAN
●
ADRES
HANDMATIGE
●
INSTELLINGEN
ADRES
●
server.
DNS-server.
Met dit item schakelt u de IPv6-werking op de
afdrukserver in of uit.
UIT*: IPv6 is uitgeschakeld.
AAN: IPv6 is ingeschakeld.
Met dit item configureert u een IPv6-adres handmatig.
Gebruik het menu HANDMATIGE INSTELLINGEN
voor het inschakelen en handmatig configureren van
een TCP/IPv6-adres.
NLWWMenu Apparaat configureren39
Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg)
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
Selecteer INSCHAKELEN en kies AAN om
handmatige configuratie in te schakelen of UIT om
handmatige configuratie uit te schakelen.
ADRES: Met dit item voert u een 32-cijferig
hexadecimaal IPv6-knooppuntadres in dat de
dubbelepunts hexadecimale syntaxis gebruikt.
DHCPV6-BELEID
OPGEGEVEN
●
ROUTER
ROUTER NIET
●
BESCHIKBAAR
ALTIJD
●
PRIMAIRE DNSMet dit item specificeert u een IPv6-adres voor de
SECUNDAIRE DNSMet dit item specificeert u een IPv6-adres voor de
PROXYSERVERHiermee wordt de proxyserver gespecificeerd die moet
OPGEGEVEN ROUTER: De door de afdrukserver te
gebruiken stateful-autoconfiguratiemethode wordt
bepaald door een router. De router specificeert of de
afdrukserver het adres, de configuratiegegevens of
beide verkrijgt van een DHCPv6-server.
ROUTER NIET BESCHIKBAAR: Als er geen router
beschikbaar is, moet de afdrukserver proberen de
stateful-configuratie van een DHCPv6-server te
krijgen.
ALTIJD: Met of zonder beschikbare router moet de
afdrukserver steeds proberen de stateful-configuratie
van een DHCPv6-server te krijgen.
primaire DNS-server die door de afdrukserver moet
worden gebruikt.
secundaire DNS-server die door de afdrukserver moet
worden gebruikt.
worden gebruikt door de in het product geïntegreerde
toepassingen. Een proxyserver wordt gewoonlijk
gebruikt voor internettoegang door netwerkclients.
Deze slaat webpagina's op en biedt bepaalde
internetbeveiliging voor deze clients.
PROXYPOORTVoer het poortnummer in dat door de proxyserver voor
IPX/SPXINSCHAKELENUIT
AAN
FRAMETYPEAUTO
EN_8023
EN_II
EN_8022
EN_SNAP
Als u een proxyserver wilt opgeven, voert u het IPv6adres of een volledige domeinnaam in. De naam mag
maximaal 255 octetten hebben.
Voor sommige netwerken moet u mogelijk contact
opnemen met uw internetprovider (ISP) voor het
proxyserveradres.
cliëntondersteuning wordt gebruikt. Het poortnummer
identificeert de poort die is gereserveerd voor
proxyactiviteit op het netwerk en kan een waarde
hebben tussen 0 en 65535.
UIT: Schakel het IPX/SPX-protocol uit.
AAN*: Schakel het IPX/SPX-protocol in.
Selecteert de instelling van het frametype voor uw
netwerk.
AUTO: Stelt automatisch het frametype in en beperkt
het tot het eerst waargenomen frametype.
EN_8023, EN_II, EN_8022 en EN_SNAP zijn
frametypeselecties voor ethernetnetwerken
40Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg)
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
APPLETALKINSCHAKELENUIT
AAN
DLC//LLCINSCHAKELENUIT
AAN
BEVEILIGINGBEV.PAG. AFDR.JA
NEE
BEVEILIGD WEBHTTPS VEREIST
HTTP/HTTPS
OPTIONEEL
IPSECBEHOUDEN
UITSCHAKELEN
UIT: Schakel het AppleTalk-protocol uit.
AAN*: Schakel het AppleTalk-protocol in.
UIT: Schakel het DLC/LLC-protocol uit.
AAN*: Schakel het DLC/LLC-protocol in.
JA: Drukt een pagina af met de huidige
beveiligingsinstellingen van de HP Jetdirectafdrukserver.
NEE*: Er wordt geen pagina met
beveiliginginstellingen afgedrukt.
Geef voor het configuratiebeheer op of de
geïntegreerde webserver voor communicatie alleen
HTTPS (veilige HTTP) of zowel HTTP als HTTPS
accepteert.
HTTPS VEREIST: Voor veilige, gecodeerde
communicatie wordt alleen HTTPS-toegang
geaccepteerd. De afdrukserver wordt weergegeven
als een beveiligde site.
HTTP/HTTPS OPTIONEEL: Toegang via HTTP of
HTTPS is toegestaan.
Specificeer de IPsec- of firewallstatus op de
afdrukserver.
BEHOUDEN: IPsec/firewallstatus blijft hetzelfde als
momenteel geconfigureerd.
UITSCHAKELEN: IPsec/firewallwerking op de
afdrukserver is uitgeschakeld.
BEVEILIGING
OPNIEUW INSTELLEN
DIAGNOSEGEÏNTEGREERDE
TESTS
LAN HW-TESTVOORZICHTIG: Het uitvoeren van deze
NEE
JA
UITVOERENDit menu bevat tests voor de diagnose van
Geef op of de huidige beveiligingsinstellingen van de
afdrukserver worden opgeslagen of worden hersteld
naar de fabrieksinstellingen.
NEE*: De actuele beveiliginginstellingen blijven geldig.
JA: Beveiligingsinstellingen zijn teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
netwerkhardware of TCP/IP-verbindingsproblemen.
Met geïntegreerde tests kan worden bepaald of een
netwerkfout binnen of buiten het product is opgetreden.
Gebruik een geïntegreerde test om de hardware en
communicatiepaden op de afdrukserver te controleren.
Na het selecteren en inschakelen van een test en het
instellen van de uitvoeringstijd selecteert u
UITVOEREN om de test te beginnen.
Afhankelijk van de uitvoeringstijd wordt een
geselecteerde test continu uitgevoerd, totdat het
product wordt uitgeschakeld of een fout optreedt en
een diagnostische pagina wordt afgedrukt.
geïntegreerde test wist uw TCP/IP-configuratie.
NLWWMenu Apparaat configureren41
Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg)
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
Deze test voert een interne loopbacktest uit. Een
interne loopbacktest verzendt en ontvangt alleen
pakketten op de interne netwerkhardware. Er zijn geen
externe transmissies op uw netwerk.
Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze
test niet te kiezen.
HTTP-TESTMet deze test wordt de werking van HTTP
gecontroleerd door voorgedefinieerde pagina's van het
product op te halen. Daarnaast wordt de geïntegreerde
webserver getest.
Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze
test niet te kiezen.
SNMP-TESTMet deze test wordt de werking van SNMP-
GEGEVENSPADTESTMet deze test worden problemen met gegevenspaden
ALLE TESTS
SELECTEREN
UITVOERINGSTIJD [U]Met dit item geeft u de tijdsduur op (in uren) dat een
communicatie gecontroleerd via voorgedefinieerde
SNMP-objecten op het product.
Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze
test niet te kiezen.
en beschadigde bestanden opgespoord op producten
met HP postscript niveau 3-emulatie. Hierbij wordt een
voorgedefinieerd PS-bestand naar het product
verzonden. Bij de test wordt echter geen papier
gebruikt; het bestand wordt niet afgedrukt.
Selecteer JA om deze test te kiezen of NEE om deze
test niet te kiezen.
Selecteer deze optie om alle geïntegreerde tests uit te
voeren. Selecteer JA om alle tests uit te voeren, of
selecteer NEE om niet alle tests uit te voeren.
geïntegreerde test wordt uitgevoerd. U kunt een
waarde instellen tussen 1 en 60 uur. Als u nul (0) instelt,
wordt de test uitgevoerd totdat een fout optreedt of het
product wordt uitgezet.
De gegevens van de HTTP-, SNMP- en
gegevenspadentests worden afgedrukt nadat de tests
zijn voltooid.
UITVOERENNEE*: Start de gekozen tests niet.
JA: Start de gekozen tests.
PING-TESTDeze test wordt gebruikt om de netwerkcommunicatie
BESTEMMINGSTYPEGeef aan of het doelapparaat een IPv4- of IPv6-
BESTEMMING IPV4Typ het IPv4-adres.
BESTEMMING IPV6Typ het IPv6-adres.
te controleren. Deze test zendt link-levelpakketten
naar een externe netwerkhost en wacht dan op een
juiste respons.
knooppunt is.
42Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg)
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
PAKKETGROOTTEGeef de grootte in bytes aan van elk pakket dat wordt
verzonden naar de externe host. Het minimum is 64
(standaard) en het maximum is 2048.
TIME-OUTGeef de tijdsduur op (in seconden) om te wachten op
een respons van de externe host. De
standaardinstelling is 1 en het maximum is 100.
AANTALGeef het aantal ping-testpakketten op dat bij deze test
AFDRUKRESULTATENAls de ping-test niet is ingesteld op continu uitvoeren,
UITVOERENGeef op of de ping-test moet starten. Kies JA om de
PING-RESULTATENMet dit item kunt u de ping-teststatus en de resultaten
VERZONDEN
PAKKETTEN
ONTVANGEN
PAKKETTEN
PERCENTAGE
VERLOREN
RTT MINGeeft de laagste gevonden retourtijd (RTT) weer,
moet worden verzonden. Selecteer een waarde tussen
1 en 100. Als u de test continu wilt laten uitvoeren,
selecteert u 0.
dan kunt u de testresultaten desgewenst laten
afdrukken. Kies JA om de resultaten af te drukken. Als
u NEE (standaard) kiest worden de resultaten niet
afgedrukt.
test te starten of NEE om de test niet uit te voeren.
bekijken op het bedieningspaneel.
Geeft het aantal pakketten (0 - 65535) weer dat naar
de externe host is verzonden sinds de meest recente
test is gestart of voltooid.
Geeft het aantal pakketten (0 - 65535) weer dat van de
externe host is ontvangen sinds de meest recente test
is gestart of voltooid.
Geeft het percentage ping-testpakketten weer dat is
verzonden zonder respons van de externe host sinds
de meest recente test is gestart of voltooid.
tussen 0 en 4096 milliseconden, voor
pakkettransmissie en respons.
RTT MAXGeeft de hoogste gevonden retourtijd (RTT) weer,
RTT GEMIDDELDGeeft de gemiddelde gevonden retourtijd (RTT) weer,
PING IN UITVOERINGGeeft aan of er een ping-test in uitvoering is. JA geeft
VERNIEUWENTijdens het weergeven van de ping-testresultaten
VERBINDINGSSNELHEID
AUTO
10T HALF: 10 Mbps, half-
duplex-werking.
tussen 0 en 4096 milliseconden, voor
pakkettransmissie en respons.
tussen 0 en 4096 milliseconden, voor
pakkettransmissie en respons.
een test in uitvoering aan en NEE geeft aan dat een
test is voltooid of niet is uitgevoerd.
werkt dit item de ping-testgegevens bij met de actuele
resultaten. Kies JA om de gegevens bij te werken of
NEE om de bestaande gegevens te behouden. Het
bijwerken wordt echter automatisch uitgevoerd bij een
menutime-out of als u handmatig terugkeert naar het
hoofdmenu.
De linksnelheid en communicatiemodus van de
afdrukserver moeten overeenkomen met die van het
netwerk. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk
NLWWMenu Apparaat configureren43
Tabel 2-1 Menu's Geïntegreerde JetDirect en EIO <X> Jetdirect (vervolg)
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
10T VOL: 10 Mbps,
volledige duplex-werking.
100TX HALF: 100 Mbps,
half-duplex-werking.
100TX VOL: 100 Mbps,
volledige duplex-werking.
100TX AUTO: Beperkt de
automatische
onderhandeling tot een
maximale linksnelheid
van 100 Mbps.
1000TX VOL: 1000 Mbps,
volledige duplex-werking.
PROTOCOLS AFDR.Met dit item drukt u een pagina af met de configuratie
van het product en de geïnstalleerde afdrukserver.
Kies één van de volgende linkconfiguratie-instellingen:
VOORZICHTIG: Als u de linkinstelling wijzigt kan de
netwerkcommunicatie met de afdrukserver en het
netwerkapparaat verloren gaan.
AUTO*: De afdrukserver gebruikt automatische
onderhandeling om zichzelf te configureren met de
hoogst toegestane linksnelheid en
communicatiemodus. Als de automatische
onderhandeling mislukt, wordt ofwel 100TX HALF of
10TX HALF ingesteld, afhankelijk van de vastgestelde
linksnelheid van de hub-/switch-poort. (Een 1000T
half-duplex-selectie wordt niet ondersteund.)
van de volgende protocollen: IPX/SPX, Novell
NetWare, AppleTalk, DLC/LLC.
Menu Herstellen
Via het menu HERSTEL kunt u de fabrieksinstellingen herstellen, de sluimermodus in- en uitschakelen
en een update voor het product uitvoeren wanneer nieuwe benodigdheden zijn geïnstalleerd.
Ga als volgt te werk: druk op Menu, selecteer APPARAAT CONFIGUREREN en selecteer vervolgens
HERSTELLEN.
ArtikelWaardenOmschrijving
FABRIEKSINSTELLINGEN
HERSTELLEN
KALIBRATIE OPNIEUW INSTELLENHiermee herstelt u de kalibratiewaarden
SLUIMERMODUSUIT
Dient voor het wissen van de paginabuffer,
verwijderen van alle veranderbare
personalitygegevens, het activeren van de
herstelfunctie voor de afdrukomgeving en
het herstellen van alle fabriekswaarden.
voor de formatter.
Als SLUIMERMODUS is ingesteld op UIT,
LAAG
HOOG
schakelt het product nooit over naar de
energiebesparingsmodus en verschijnt er
geen sterretje naast de items wanneer u de
optie SLUIMERVERTRAGING selecteert.
Bij de instelling LAAG is de wektijd korter
dan bij de instelling HOOG. Afhankelijk van
uw land/regio is de standaardinstelling
LAAG of HOOG.
44Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Diagnostiek
Via het menu DIAGNOSE kunt u tests uitvoeren waarmee u problemen met het product kunt opsporen
en oplossen.
Ga als volgt te werk: druk op Menu en selecteer DIAGNOSE.
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
GEBEURTENISLOGBOEK AFDRUKKEN
LOGBESTAND
WEERGEVEN
PROBLEEMOPLOSSING
AFDRUKKWALITEIT
DIAGNOSTISCHE
PAGINA AFDRUKKEN
CARTRIDGECONTROLE
UITSCHAKELEN
Met deze optie kunt u een lijst
afdrukken van de laatste 50
vermeldingen in het logboek, te
beginnen met het meest recente
bericht.
Met deze optie worden de laatste
50 gebeurtenissen weergegeven,
te beginnen met de meest recente
gebeurtenis.
Met deze optie kunt u een pagina
met instructies afdrukken, een
pagina voor elke kleur, een
demopagina en een
configuratiepagina. Deze pagina's
kunnen u helpen bij het
onderzoeken van problemen met
de afdrukkwaliteit.
Met deze optie kunt u een pagina
afdrukken met informatie die u kunt
gebruiken bij het onderzoeken van
productproblemen.
Met deze optie kunt u een
printcartridge verwijderen om te
bepalen welke printcartridge de
oorzaak van een probleem is.
SENSOREN
PAPIERBAAN
PAPIERBAANTESTMet deze optie worden de functies
TESTPAGINA AFDRUKKENMet deze optie wordt een pagina
BRONALLE LADEN
Met deze optie wordt een test
LADE 1
LADE 2
(Indien van toepassing worden
aanvullende laden weergegeven.)
uitgevoerd voor alle sensoren van
het product om te controleren of ze
goed functioneren. Van elke
sensor wordt de status
weergegeven.
voor de papierverwerking, zoals de
configuratie van de laden, getest.
gegenereerd voor het testen van
de papierverwerkingsfuncties. Als
u een specifieke papierbaan wilt
testen, geeft u op voor welke baan
de test moet worden uitgevoerd.
Met deze optie geeft u aan of de
testpagina wordt afgedrukt vanuit
alle laden of vanuit een specifieke
lade.
NLWWMenu Diagnostiek45
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
BESTEMMINGALLE BAKKEN
(Indien van toepassing worden
aanvullende laden weergegeven.)
DUBBELZIJDIGUIT
AAN
EXEMPLAREN1
10
50
100
500
PAPIERBAANTEST
WORDT VOLTOOID
Deze optie wordt alleen
Deze optie wordt weergegeven
wanneer een optioneel
uitvoeraccessoire op het product is
aangesloten.
Met deze optie selecteert u de
uitvoeroptie voor de testpagina. U
kunt de testpagina naar alle
uitvoerbakken of naar één
bepaalde bak verzenden.
Met deze optie bepaalt u of de
duplex-eenheid in de test moet
worden opgenomen.
Met deze optie bepaalt u hoeveel
pagina's vanuit de opgegeven bron
moeten worden verzonden als
onderdeel van de test.
weergegeven als er een optionele
nietmachine/stapelaar of
brochuremaker op het product is
aangesloten.
STAPELENBESTEMMINGSBAK
MEDIAFORMAAT
MEDIASOORT
EXEMPLAREN
DUBBELZIJDIG
TESTPAGINA AFDRUKKEN
NIETJESAFWERKINGSOPTIES
BESTEMMINGSBAK
MEDIAFORMAAT
MEDIASOORT
EXEMPLAREN
DUBBELZIJDIG
TESTPAGINA AFDRUKKEN
BROCHUREMAKER (alleen bij
brochuremaker)
MEDIAFORMAAT
MEDIASOORT
Hiermee worden de
papierverwerkingsfuncties van het
uitvoeraccessoire getest.
Hiermee stelt u de opties in voor het
testen van de papierbaan van de
nietmachine/stapelaar of
brochuremaker.
Wanneer u alle opties hebt
ingesteld, selecteert u
TESTPAGINA AFDRUKKEN om
de test uit te voeren.
Hiermee stelt u de opties in voor het
testen van de functies van de
nietmachine/stapelaar of
brochuremaker.
Wanneer u alle opties hebt
ingesteld, selecteert u
TESTPAGINA AFDRUKKEN om
de test uit te voeren.
Hiermee stelt u de opties in voor het
testen van de brochurefuncties van
de brochuremaker.
46Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
HANDMATIGE
SENSORTEST
HANDMATIGE
SENSORTEST 2
ONDERDELENTESTTRANSFERMOTOREN
Met deze optie kunt u een test
Met deze optie worden extra tests
ALLEEN RIEM
MOTOREN
AFBEELDINGSDRUM
LASERSCANNER ZWART
LASERSCANNER CYAAN
LASERSCANNER MAGENTA
LASERSCANNER GEEL
EXEMPLAREN
DUBBELZIJDIG
TESTPAGINA AFDRUKKEN
Met deze optie kunt u afzonderlijke
Wanneer u alle opties hebt
ingesteld, selecteert u
TESTPAGINA AFDRUKKEN om
de test uit te voeren.
uitvoeren om te bepalen of de
papierbaansensoren naar behoren
functioneren.
uitgevoerd om te bepalen of de
papierbaansensoren naar behoren
functioneren.
onderdelen onafhankelijk van
elkaar activeren om geluiden,
lekkages en andere
hardwareproblemen te isoleren.
FUSERMOTOR
MOTOR VERMINDERING
FUSERDRUK
OVERDRACHTSMOTOR ZWART
OVERDRACHTSMOTOR CYAAN
OVERDRACHTSMOTOR
MAGENTA
OVERDRACHTSMOTOR GEEL
ITB-CONTACT/OVERDRACHT
MOTOR PAPIERTRANSPORT
OPPAKSOLENOÏDE LADE 1
OPPAKMOTOR LADE 2
OPPAKSOLENOÏDE LADE 2
OPPAKMOTOR LADE 3
OPPAKSOLENOÏDE LADE 3
OPPAKMOTOR LADE 4
OPPAKSOLENOÏDE LADE 4
OPPAKMOTOR LADE 5
OPPAKSOLENOÏDE LADE 5
NLWWMenu Diagnostiek47
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
OMKEERMOTOR
DUPLEXEENHEID
HERINVOERMOTOR
DUPLEXEENHEID
HERHALENEENMAAL (standaard)
DOORLOPEND
TEST AFDRUKKEN/
STOPPEN
KLEURBANDTESTTESTPAGINA AFDRUKKENMet deze optie kunt u een
EXEMPLARENHet bereik is 1 tot 30. De
Het bereik is 0 - 60.000
milliseconden. De
standaardinstelling is 0.
standaardwaarde is 1.
Met deze optie stelt u in hoe vaak
de test wordt herhaald. U kunt de
test op elk gewenst moment
beëindigen door op Stop te
drukken.
Met deze optie kunt u problemen
met de afdrukkwaliteit
nauwkeuriger onderzoeken. Het
product wordt namelijk tijdens het
afdrukken stopgezet, waardoor u
kunt zien waar de afdrukkwaliteit
van de afbeelding begint te
verslechteren. Er wordt een
storingsbericht weergegeven dat u
mogelijk handmatig moet wissen.
Een servicemedewerker moet
deze test uitvoeren.
kleurbandtestpagina afdrukken,
die u kunt gebruiken om
piekspanning in de
hoogspanningsvoeding op te
sporen.
Met deze optie bepaalt u hoeveel
exemplaren van de interne pagina
worden afgedrukt.
TESTS AFWERKEENH.Als de optionele nietmachine/
HANDMATIGE SENSORTESTALLES 1X LEZEN
DOORLOPEND LEZEN
ONDERDELENTESTM1 - DOORLOOPMOTOR (alleen
bij brochuremaker)
M2 - VOUWMOTOR (alleen bij
brochuremaker)
M3 - GELEIDERMOTOR (alleen bij
brochuremaker)
M4 - GELEIDERPLAATMOTOR
(alleen bij brochuremaker)
stapelaar of brochuremaker is
geïnstalleerd, kunt u via dit menu
tests uitvoeren voor specifieke
sensoren en onderdelen.
Afhankelijk van de afwerkeenheid
die is geïnstalleerd, worden
verschillende waarden
weergegeven.
Met deze optie wordt een
diagnostische test uitgevoerd voor
de sensoren op de nietmachine/
stapelaar of brochuremaker.
Met deze optie wordt een
diagnostische test uitgevoerd voor
de geselecteerde motor of
solenoïde.
48Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ArtikelSubitemWaardenOmschrijving
M9 - INVOERMOTOR (alleen bij
brochuremaker)
M31 - INVOERMOTOR
M36 - UITVOERMOTOR
M37 - MOTOR LADE 1
M38 - MOTOR LADE 2
M39 - PROCESMOTOR
SL1 - FLAPPER 1-SOLENOÏDE
(alleen bij brochuremaker)
SL2 - FLAPPER 2-SOLENOÏDE
(alleen bij brochuremaker)
SL4 - BROCHURESOLENOÏDE
(alleen bij brochuremaker)
SL5 SCHAKELAARSOLENOÏDE
(alleen bij brochuremaker)
SL31 - ROLLER 1A-SOLENOÏDE
SL32 - BUFFERSOLENOÏDE
SL33 - UITVOERSOLENOÏDE
SL34 - GELEIDERSOLENOÏDE
NLWWMenu Diagnostiek49
Menu Service
Het menu SERVICE is vergrendeld. U hebt een PIN-code nodig om het te openen. Dit menu is alleen
bestemd voor bevoegde onderhoudstechnici.
50Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
3Software voor Windows
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows
●
Ondersteunde printerdrivers voor Windows
●
HP Universal Print Driver (UPD)
●
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
●
Prioriteit van afdrukinstellingen
●
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
●
Software verwijderen voor Windows
●
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
●
Software voor andere besturingssystemen
●
NLWW51
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows
De volgende Windows-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund:
Windows XP (32-bits en 64-bits)
●
Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits)
●
Windows 2000
●
Windows Vista
●
52Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Ondersteunde printerdrivers voor Windows
HP PCL 6
●
Postscript-emulatie HP Universal Print Driver (HP UPD PS)
●
Universal Print Driver HP PCL 5 (HP UPD PCL 5)
●
De printerdrivers hebben een online Help met aanwijzingen voor veelvoorkomende afdruktaken en een
beschrijving van de knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten van de printerdriver.
OPMERKING:Zie www.hp.com/go/upd voor meer informatie over de UPD.
NLWWOndersteunde printerdrivers voor Windows53
HP Universal Print Driver (UPD)
De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die rechtstreeks toegang biedt tot vrijwel
elk HP LaserJet-product, vanaf elke locatie, zonder afzonderlijke drivers te downloaden. De driver is
gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de driver
grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft een
krachtige oplossing die gelijkmatig presteert.
De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past
vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te
geven. De UPD schakelt automatisch functies in die voor het product beschikbaar zijn. Hierbij kunt u
denken aan dubbelzijdig afdrukken en nieten, zodat u deze functies niet meer handmatig hoeft in te
schakelen.
Ga naar
www.hp.com/go/upd voor meer informatie.
Installatiemodi UPD
Traditionele modus
Dynamische modus
Kies deze modus wanneer u de driver installeert vanaf een cd voor één
●
computer.
Wanneer u deze modus hebt gebruikt, werkt de UPD als een traditionele
●
printerdriver.
Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD voor elke computer afzonderlijk
●
te installeren.
Gebruik deze modus als u de driver voor een mobiele computer wilt installeren,
●
waardoor u op elke locatie HP-producten kunt zoeken en ernaar kunt
afdrukken.
Gebruik deze modus wanneer u de UPD voor een werkgroep wilt installeren.
●
Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD van internet te downloaden. Zie
●
www.hp.com/go/upd.
54Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om
met het product te communiceren (via een printertaal). Zie de installatie-instructies en de Leesmijbestanden op de cd-rom van het product voor extra software en talen.
Beschrijving van de HP PCL 6-driver
Wordt meegeleverd als de standaarddriver
●
Aanbevolen voor afdrukken in alle Windows-omgevingen
●
Biedt over het geheel genomen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor de
●
functies van het product voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld voor samenwerking met de Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de beste
●
snelheid in Windows-omgevingen
Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste software op basis van
●
PCL 5
Omschrijving HP UPD PS-driver
Staat op de product-CD en op
●
Wordt geïnstalleerd via de wizard Printer toevoegen
●
Aanbevolen voor afdrukken met Adobe
●
met veel graphics
Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript flash-lettertypen
●
Omschrijving HP UPD PCL 5-driver
Staat op de product-CD en op
●
Wordt geïnstalleerd via de wizard Printer toevoegen
●
Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windows-omgevingen)
●
Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten
●
De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's van
●
derden
De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het product dient te worden
●
ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe)
Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die u voor meerdere
●
printermodellen kunt gebruiken
www.hp.com/go/cljcp6015_software
®
-softwareprogramma's of andere softwareprogramma's
www.hp.com/go/cljcp6015_software
Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een mobiele Windows-
●
computer
NLWWSelecteer de juiste printerdriver voor Windows55
Prioriteit van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING:Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Pagina-
●
instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt.
Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan.
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
●
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver). De printerdriver wordt geopend wanneer
●
u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die in het dialoogvenster
Printereigenschappen worden gewijzigd, hebben geen prioriteit over instellingen die elders in het
programma zijn gekozen.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
●
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
●
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
56Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
De instellingen voor alle afdruktaken
wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.Selecteer de driver en klik
vervolgens op Eigenschappen of
Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit is de
meeste voorkomende procedure.
De standaardinstellingen voor alle
afdruktaken wijzigen
1.Windows XP en Windows Server
2003 (via de standaardweergave
van het menu Start): klik op Start
en vervolgens op Printers en
faxapparaten.
-of-
Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003 (via de
klassieke weergave van het
menu Start): klik op Start,
Instellingen en vervolgens op
Printers.
-of-
Windows Vista: klik op Start,
Configuratiescherm en
vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
2.Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
De configuratie-instellingen van het
product wijzigen
1.Windows XP en Windows Server
2003 (via de standaardweergave
van het menu Start): klik op Start
en vervolgens op Printers en
faxapparaten.
-of-
Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003 (via de
klassieke weergave van het
menu Start): klik op Start,
Instellingen en vervolgens op
Printers.
-of-
Windows Vista: klik op Start,
Configuratiescherm en
vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
2.Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
3.Klik op het tabblad
Apparaatinstellingen.
NLWWInstellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows57
Software verwijderen voor Windows
1.Klik op Start en vervolgens op Alle programma's.
2.Klik op HP en klik vervolgens op HP Color LaserJet CP6015-serie product.
3.Klik op Verwijderen HP Color LaserJet CP6015-serie product en volg de instructies op het
scherm om de software te verwijderen.
58Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
HP Web Jetadmin
HP Web Jetadmin is een op de browser gebaseerd beheerprogramma voor printers op uw intranet die
zijn verbonden via HP Jetdirect. Het hoort alleen op de computer van de netwerkbeheerder te worden
geïnstalleerd.
Ga voor het downloaden van de laatste versie van HP Web Jetadmin en voor de nieuwste lijst met
ondersteunde hostsystemen naar
Als het programma op een hostserver is geïnstalleerd, kan een Windows-client toegang krijgen tot HP
Web Jetadmin door gebruik te maken van een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft® Internet
Explorer 4.x of Netscape Navigator 4.x of hoger) door naar de HP Web Jetadmin-host te navigeren.
Geïntegreerde webserver
Het apparaat beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over
apparaat- en netwerkactiviteiten. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals
Microsoft Internet Explorer, Netscape Navigator, Apple Safari of Firefox.
De geïntegreerde webserver bevindt zich in het apparaat. Hij is niet geladen op een netwerkserver.
De geïntegreerde webserver biedt een interface met het apparaat die toegankelijk is voor iedereen met
een standaard webbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software
die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde webbrowser op
de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IP-adres van het
apparaat in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een configuratiepagina
af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in
op pagina 146.)
www.hp.com/go/webjetadmin.
Informatiepagina's
Geïntegreerde webserver op pagina 150 voor een volledig overzicht van de functies van de
Zie
geïntegreerde webserver.
HP Easy Printer Care
HP Easy Printer Care is een programma dat u voor de volgende taken kunt gebruiken:
De productstatus controleren
●
De status van de benodigdheden controleren en HP SureSupply gebruiken om online
●
benodigdheden te bestellen
Waarschuwingen instellen
●
Rapporten over het gebruik van het product weergeven
●
Productdocumentatie weergeven
●
Toegang tot hulpmiddelen voor het oplossen van problemen en voor onderhoud krijgen
●
HP Proactive Support gebruiken om routinematig uw afdruksysteem te scannen en mogelijke
●
problemen te voorkomen. Met HP Proactive Support kunt u software, firmware en HP-printerdrivers
bijwerken.
U kunt HP Easy Printer Care weergeven wanneer het product rechtstreeks met uw computer of een
netwerk is verbonden.
NLWWOndersteunde hulpprogramma's voor Windows59
Ondersteunde besturingssystemen
®
Microsoft
●
Microsoft Windows XP, Service Pack 2 (Home en
●
Professional)
Microsoft Windows Server 2003
●
Microsoft Windows Vista™
●
Windows 2000
Ondersteunde browsers
Microsoft Internet Explorer 6.0 of 7.0
●
Ga naar www.hp.com/go/easyprintercare als u HP Easy Printer Care wilt downloaden. Op deze website
vindt u ook de meest recente informatie over ondersteunde browsers en een lijst met HP-producten die
HP Easy Printer Care ondersteunen.
Zie
HP Easy Printer Care op pagina 147 voor meer informatie over het gebruik van HP Easy Printer
Care.
60Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Software voor andere besturingssystemen
BesturingssysteemSoftware
UNIXGa voor HP-UX- en Solaris-netwerken naar www.hp.com/support/go/
LinuxGa voor informatie naar www.hp.com/go/linuxprinting.
jetdirectunix_software om modelscripts te installeren met het HP Jetdirect
printerinstallatieprogramma (HPPI) voor UNIX.
Ga voor de laatste modelscripts naar
www.hp.com/go/unixmodelscripts.
NLWWSoftware voor andere besturingssystemen61
62Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
4Het product gebruiken met Macintosh
Software voor Macintosh
●
Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken
●
NLWW63
Software voor Macintosh
Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh
De volgende Macintosh-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund:
Mac OS X 10.2,8, 10.3, 10.4 en hoger
●
OPMERKING:Voor Mac OS X 10.4 en hoger worden Macs met PPC- en Intel Core-processoren
ondersteund.
Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh
Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript® Printer Description), PDE's
(Printer Dialog Extensions) en de HP Printer Utility voor Macintosh.
Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerdrivers, kunt u de apparaatfuncties
gebruiken. Gebruik de Apple PostScript 8-printerdriver die bij de computer wordt geleverd.
Software verwijderen uit het Macintosh-besturingssysteem
Als u software van een Macintosh-computer wilt verwijderen, sleept u de PPD-bestanden naar de
prullenbak.
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Macintosh
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING:Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare opdracht op
●
het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te openen. Instellingen
die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd vervangen.
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
●
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
●
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
●
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
64Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met MacintoshNLWW
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh
De instellingen voor alle afdruktaken
wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.Kies Druk af in het menu Archief.
2.Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
De standaardinstellingen voor alle
afdruktaken wijzigen
1.Kies Druk af in het menu Archief.
2.Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
3.Klik in het menu Instellingen op
Bewaar als en typ een naam voor
de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het menu
Instellingen opgeslagen. Als u de
nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet
u de opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een programma
opent en wilt afdrukken.
De configuratie-instellingen van het
product wijzigen
Mac OS X V10.2.8
1.Klik in het menu Ga van de Finder
op Programma's.
2.Open Hulpprogramma's en open
vervolgens Afdrukbeheer.
3.Klik op de afdrukwachtrij.
4.Klik op het menu Printers op
Configureer.
5.Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
OPMERKING: Configuratie-
instellingen zijn mogelijk niet
beschikbaar in de Classic-modus.
Mac OS X V10.3 of Mac OS X V10.4
1.Klik in het Apple-menu op
Systeemvoorkeuren envervolgens op Afdrukken en
faxen.
Software voor Macintosh-computers
HP Printer Utility
Gebruik de HP Printer Utility om productfuncties in te stellen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver.
U kunt gebruikmaken van de HP Printer Utility als het product beschikt over een USB-kabel (Universal
Serial Bus) of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk.
2.Klik op Printerconfiguratie.
3.Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
Mac OS X V10.5
1.Klik in het Apple-menu op
Systeemvoorkeuren envervolgens op Afdrukken en
faxen.
2.Klik op Opties & Benodigdheden.
3.Klik op het menu Driver.
4.Selecteer de driver in de lijst en
configureer de geïnstalleerde
opties.
NLWWSoftware voor Macintosh65
De HP Printer Utility openen
De HP Printer Utility openen in Mac OS X 10.2.8
1.Open de Finder en klik vervolgens op Programma's.
2.Klik op Bibliotheek en klik vervolgens op Printers.
3.Klik op HP en selecteer vervolgens Hulpprogramma's.
4.Dubbelklik op HP Printer Selector om de HP Printer Selector te openen.
5.Selecteer het product dat u wilt configureren en klik vervolgens op Hulpprogramma.
De HP Printer Utility openen in Mac OS X V10.3 en V10.4
1.Open de Finder, klik op Programma's, klik op Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op
Printerconfiguratie.
2.Selecteer het product dat u wilt configureren en klik vervolgens op Hulpprogramma.
De HP Printer Utility openen in Mac OS X V10.5
Klik in het menu Printer op Printer Utility.
▲
-of-
Klik in de Wachtrij op het pictogram Hulpprogramma.
Functies van de HP Printer Utility
De HP Printer Utility bestaat uit een aantal pagina's, die u kunt openen door in de lijst Configuratieinstellingen te klikken. In de volgende tabel worden de taken beschreven die u vanuit deze pagina's
kunt uitvoeren.
ItemOmschrijving
ConfiguratiepaginaHiermee drukt u een configuratiepagina af.
Status benodigdhedenHier worden de status van de apparaatbenodigdheden en de koppelingen voor het online
Ondersteuning van HPGeeft toegang tot technische ondersteuning, online bestellen van benodigdheden, online
Upload bestandBrengt bestanden over van de computer naar het apparaat.
Upload lettertypenBrengt lettertypebestanden over van de computer naar het apparaat.
Firmware-updateBrengt bijgewerkte firmwarebestanden over van de computer naar het apparaat.
DuplexmodusSchakelt de modus voor automatisch tweezijdig afdrukken in.
EconoMode en tonerdichtheidSchakelt de EconoMode-instelling in om toner te besparen of past de tonerdichtheid
bestellen van benodigdheden weergegeven.
registratie en informatie over recyclen en retourneren.
aan.
ResolutieWijzigt de resolutie-instellingen, waaronder de REt-instelling.
Vergrendel resourcesVergrendelt of ontgrendelt opslagapparatuur, zoals een harde schijf.
Opgeslagen takenBeheert afdruktaken die zijn opgeslagen op de harde schijf van het apparaat.
LadeconfiguratieWijzigt de standaardinstellingen van de lade.
66Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met MacintoshNLWW
ItemOmschrijving
IP-instellingenWijzigt de netwerkinstellingen van het apparaat en biedt toegang tot de geïntegreerde
webserver.
Bonjour-instellingenBiedt de mogelijkheid om Bonjour-ondersteuning in- of uit te schakelen of de servicenaam
Extra instellingenGeeft toegang tot de geïntegreerde webserver.
Waarschuwingen via e-mailConfigureert het apparaat voor het via e-mail verzenden van meldingen voor bepaalde
van het apparaat te wijzigen die wordt vermeld in het netwerk.
gebeurtenissen.
Ondersteunde hulpprogramma's voor Macintosh
Geïntegreerde webserver
Het apparaat beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over
apparaat- en netwerkactiviteiten. Raadpleeg
op pagina 151 voor meer informatie.
Gebieden van de geïntegreerde webserver
NLWWSoftware voor Macintosh67
Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken
Afdrukken
Voorinstellingen voor afdrukken maken en gebruiken in Macintosh
Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan,
zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Een voorinstelling voor afdrukken maken
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Selecteer de afdrukinstellingen.
4.Klik in het venster Instellingen op Bewaar als... en typ een naam voor de voorinstelling.
5.Klik op OK.
Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Selecteer in het menu Instellingen de voorinstelling die u wilt gebruiken.
OPMERKING:Selecteer Standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken.
Het formaat van documenten wijzigen of afdrukken op een aangepast papierformaat
U kunt een document schalen zodat het op een ander formaat papier past.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Papierafhandeling.
3.Selecteer in het gebied voor Doelpapierformaat de optie Pas aan papierformaat aan en
selecteer vervolgens het formaat in de vervolgkeuzelijst.
4.Als u alleen papier wilt gebruiken dat kleiner is dan het document, selecteert u Verklein alleen.
Een omslagblad afdrukken
U kunt een afzonderlijk voorblad met een mededeling afdrukken voor uw document (bijvoorbeeld
“Vertrouwelijk”).
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Open het menu Voorblad en selecteer of u het voorblad voor het document of achter het
document wilt afdrukken.
4.In het menu Type voorblad selecteert u de mededeling die u op het voorblad wilt plaatsen.
68Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met MacintoshNLWW
OPMERKING:Als u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type
voorblad.
Watermerken gebruiken
Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond
van elke pagina van het document.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Watermerken.
3.Selecteer naast Modus het type watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer Watermerk als u een
semitransparant bericht wilt afdrukken. Selecteer Overlay als u een bericht wilt afdrukken dat niet
transparant is.
4.Selecteer naast Pagina's of u het watermerk op alle pagina's wilt afdrukken of alleen op de eerste
pagina.
5.Selecteer naast Tekst een van de standaardberichten of selecteer Aangepast en typ een nieuw
bericht in het venster.
6.Selecteer opties voor de overige instellingen.
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken in Macintosh
U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Dankzij deze functie is het mogelijk
voorbeeldpagina's goedkoop af te drukken.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Open het menu Lay-out.
4.Selecteer bij Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16).
5.Selecteer naast Lay-outrichting de volgorde en de plaats van de pagina's op het vel.
6.Bij Randen selecteert u het soort rand dat u om iedere pagina van het vel wilt afdrukken.
NLWWFuncties van de Macintosh-printerdriver gebruiken69
Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex)
Automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruiken
1.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier
zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
Plaats voor lade 1 het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven. De onderkant moet
●
als eerste in de printer worden ingevoerd.
Plaats voor alle andere laden het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden en de
●
bovenzijde naar de achterkant van de lade toe.
2.Klik in het menu Archief op Druk af.
3.Open het menu Lay-out.
4.Selecteer naast Dubbelzijdig de optie Lange kant binden of Korte kant binden.
5.Klik op Druk af.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
1.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier
zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
Plaats voor lade 1 het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven. De onderkant moet
●
als eerste in de printer worden ingevoerd.
Plaats voor alle andere laden het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden en de
●
bovenzijde naar de achterkant van de lade toe.
VOORZICHTIG:Plaats geen papier dat zwaarder is dan 105 g/m2 om papierstoringen te
voorkomen.
2.Klik in het menu Archief op Druk af.
3.Selecteer in het menu Afwerking de optie Handmatig afdrukken op 2e zijde.
4.Klik op Druk af. Volg de instructies van het pop-upvenster dat op het computerscherm verschijnt
voordat u de stapel weer in lade 1 plaatst om het tweede gedeelte af te drukken.
5.Verwijder al het lege papier dat zich in lade 1 bevindt.
6.Plaats de stapel afdrukken in lade 1 en zorg dat de onderkant als eerste in de printer wordt
ingevoerd. U moet de tweede zijde vanuit lade 1 afdrukken.
7.Druk desgevraagd op de juiste toets op het bedieningspaneel om door te gaan.
De nietopties instellen
Als er een nietmachine is geïnstalleerd op een afwerkingsapparaat, kunt u documenten nieten.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Afwerking.
3.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Nietopties de nietoptie die u wilt gebruiken.
70Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met MacintoshNLWW
Taken opslaan
U kunt taken op het apparaat opslaan, zodat u ze op een willekeurig tijdstip kunt afdrukken. U kunt
opgeslagen taken delen met andere gebruikers of deze privé maken.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Taakopslag.
3.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Taakopslag het type opgeslagen taak.
4.Voer voor opgeslagen taken van de typen Opgeslagen taak, Persoonlijke taak en Opgeslagen
persoonlijke taak een naam in het venster Taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam.
Met Gebruik taaknaam + (1 - 99) voegt u een uniek nummer toe aan het einde van de
●
taaknaam.
Met Bestaand bestand vervangen wordt de bestaande opgeslagen taak overschreven door
●
de nieuwe taak.
5.Hebt u in stap 3 Opgeslagen taak of Persoonlijke taak geselecteerd, typ dan een 4-cijferig
nummer in het venster naast PIN voor afdrukken (0000 - 9999). Als anderen proberen deze taak
af te drukken, worden zij gevraagd deze PIN-code in te voeren.
De kleuropties instellen
Gebruik het pop-upmenu Kleuropties om in te stellen hoe kleuren vanuit softwareprogramma's moeten
worden geïnterpreteerd en afgedrukt.
1.Klik in het menu Archief van het softwareprogramma op Druk af.
2.Selecteer de driver.
3.Open het pop-upmenu Kleuropties.
4.Klik op Toon geavanceerde opties.
5.Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
Het menu Services gebruiken
Als het product is aangesloten op een netwerk, kunt u via het menu Services de gegevens over het
product en de status van de benodigdheden bekijken.
1.Klik in het menu Archief op Druk af.
2.Open het menu Services.
NLWWFuncties van de Macintosh-printerdriver gebruiken71
3.Wilt u de geïntegreerde webserver openen en een onderhoudstaak uitvoeren, ga dan als volgt te
werk:
a.Selecteer Apparaatonderhoud.
b.Selecteer een taak in de vervolgkeuzelijst.
c.Klik op Start.
4.Om naar de verschillende ondersteuningswebsites te gaan, gaat u als volgt te werk:
a.Selecteer Services op Internet.
b.Selecteer Internet-services en selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst.
c.Klik op Openen!
72Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met MacintoshNLWW
5Het product aansluiten
USB-verbinding
●
Netwerkaansluiting
●
NLWW73
USB-verbinding
Het product ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van
het product. Gebruik een type A-naar-B USB-kabel van maximaal 2 meter lang
Afbeelding 5-1 USB-verbinding
1USB 2.0-poort
1
74Hoofdstuk 5 Het product aansluitenNLWW
Netwerkaansluiting
Alle productmodellen, behalve de HP Color LaserJet CP6015, hebben een geïntegreerde HP Jetdirectafdrukserver voor verbinding met een netwerk via de LAN-aansluiting (RJ-45) aan de achterzijde van
het product. Zie
product in een netwerk.
Afbeelding 5-2 Netwerkaansluiting
1Netwerkkabel
2Netwerkpoort
Netwerkconfiguratie op pagina 77 voor meer informatie over het configureren van het
1
2
NLWWNetwerkaansluiting75
76Hoofdstuk 5 Het product aansluitenNLWW
6Netwerkconfiguratie
Voordelen van een netwerkverbinding
●
Ondersteunde netwerkprotocollen
●
Netwerkinstellingen configureren
●
Netwerkprogramma's
●
NLWW77
Voordelen van een netwerkverbinding
Als u het product aansluit op een netwerk, kunt u de volgende voordelen benutten:
Alle netwerkgebruikers kunnen met hetzelfde product werken.
●
Met behulp van de geïntegreerde webserver (EWS) kunt u het product op afstand beheren vanaf
●
elke willekeurige computer in het netwerk.
Via de HP Easy Printer Care-software kunt u het verbruik van benodigdheden in het oog houden
●
voor alle HP producten in het netwerk. Hierdoor kan het bestellen van nieuwe cartridges en andere
benodigdheden makkelijk centraal worden geregeld.
Grote ondernemingen kunnen het product ook op afstand beheren met HP Web Jetadmin.
●
78Hoofdstuk 6 NetwerkconfiguratieNLWW
Ondersteunde netwerkprotocollen
Het product biedt ondersteuning voor TCP/IP, het meest gebruikte netwerkprotocol. Veel
netwerkservices gebruiken dit protocol. Raadpleeg
volgende tabel geeft een overzicht van de ondersteunde netwerkservices en -protocollen.
Tabel 6-1 Afdrukken
ServicenaamBeschrijving
poort9100 (directmodus)Afdrukservice
Line Printer Daemon (LPD)Afdrukservice
Tabel 6-2 Netwerkapparaten opsporen
ServicenaamBeschrijving
TCP/IP op pagina 81 voor meer informatie. De
SLP (Service Location Protocol)Protocol voor het opsporen van apparaten, dat wordt gebruikt
BonjourProtocol voor het opsporen van apparaten, dat wordt gebruikt
om netwerkapparaten te zoeken en configureren. Dit protocol
wordt voornamelijk gebruikt door programma's voor Microsoft.
om netwerkapparaten te zoeken en configureren. Dit protocol
wordt voornamelijk gebruikt door programma's voor Apple
Macintosh.
Tabel 6-3 Berichten en beheer
ServicenaamBeschrijving
HTTP (Hyper Text Transfer Protocol)Hiermee kunnen webbrowsers communiceren met de
EWS (Embedded Web Server)Hiermee kan een gebruiker het product beheren via een
SNMP (Simple Network Management Protocol)Hiermee wordt door netwerktoepassingen productbeheer
geïntegreerde webserver.
webbrowser.
uitgevoerd. SNMP v1- en standaard MIB-II-objecten
(Management Information Base) worden ondersteund.
Tabel 6-4 IP-adressen
ServicenaamBeschrijving
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. Het product
wordt door de DHCP-server van een IP-adres voorzien.
Meestal krijgt het product een IP-adres toegewezen door de
DHCP-server zonder dat daarvoor actie van de gebruiker
vereist is.
BOOTP (Bootstrap-protocol)Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. Het product
Auto IPVoor de automatische toewijzing van IP-adressen. Als er geen
wordt door de BOOTP-server van een IP-adres voorzien. Een
vereiste hiervoor is dat de beheerder het MAC-hardwareadres
van een product op de BOOTP-server invoert.
DHCP-server noch een BOOTP-server aanwezig is, wordt
NLWWOndersteunde netwerkprotocollen79
Tabel 6-4 IP-adressen (vervolg)
ServicenaamBeschrijving
deze service door het product gebruikt voor het genereren van
een uniek IP-adres.
80Hoofdstuk 6 NetwerkconfiguratieNLWW
Netwerkinstellingen configureren
Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters voor het product moet configureren. U kunt deze
parameters configureren via de installatiesoftware, het bedieningspaneel van het product, de
geïntegreerde webserver of de beheersoftware, zoals HP Web Jetadmin.
Meer informatie over de ondersteunde netwerken en programma's voor netwerkconfiguratie vindt u in
de HP Jetdirect Print Server Administrator's Guide. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin
een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.
TCP/IP
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) omvat verschillende protocollen die zijn
ontworpen om de manier waarop computers en andere apparaten over een netwerk met elkaar
communiceren te definiëren. Dit is vergelijkbaar met een gewone taal die mensen gebruiken om met
elkaar te communiceren.
Internet Protocol (IP)
Als informatie over het netwerk wordt verzonden, worden de gegevens opgesplitst in kleine pakketjes.
Ieder pakketje wordt onafhankelijk verzonden. Ieder pakketje is gecodeerd met IP-gegevens, zoals het
IP-adres van de zender en de ontvanger. IP-pakketjes kunnen over routers en gateways worden geleid:
apparaten die netwerken verbinden met andere netwerken.
Voor IP-communicatie is geen verbinding vereist. Wanneer IP-pakketjes worden verzonden, is het
mogelijk dat ze niet in de juiste volgorde op de bestemming aankomen. Protocollen en programma's
van een hoger niveau zorgen er dan echter voor dat de pakketjes in de juiste volgorde worden geplaatst.
Dit maakt IP-communicatie efficiënt.
Ieder knooppunt of apparaat dat op het netwerk communiceert, heeft een IP-adres nodig.
Transmission Control Protocol (TCP)
TCP verdeelt de gegevens in pakketjes en brengt ze bij aankomst weer samen via een door de
verbinding bepaalde, betrouwbare en gegarandeerde verzendservice naar een ander knooppunt op het
netwerk. Wanneer gegevenspakketjes op de bestemming worden ontvangen, berekent TCP een
controlesom voor ieder pakketje om te controleren of de gegevens niet beschadigd zijn. Als de gegevens
in het pakketje tijdens de overdracht beschadigd zijn geraakt, verwijdert TCP het pakketje en laat het
pakketje opnieuw verzenden.
IP-adres
Iedere host (werkstation of knooppunt) op een IP-netwerk heeft een uniek IP-adres nodig voor iedere
netwerkinterface. Dit adres dient ter identificatie van zowel het netwerk als de specifieke hosts in het
netwerk. Elke keer dat het product wordt gestart, kan door een host een dynamisch IP-adres worden
aangevraagd bij een server, bijvoorbeeld via DHCP en BOOTP.
Een IP-adres bevat vier bytes aan informatie, verdeeld in delen die ieder één byte bevatten. Het IPadres ziet er als volgt uit:
xxx.xxx.xxx.xxx
OPMERKING:Raadpleeg altijd de IP-adresbeheerder bij het toewijzen van IP-adressen. Het instellen
van een verkeerd adres kan ertoe leiden dat andere apparatuur op het netwerk niet meer werkt of dat
communicatie verstoord raakt.
NLWWNetwerkinstellingen configureren81
IP-parameters configureren
TCP/IP-configuratieparameters kunnen handmatig worden geconfigureerd of automatisch worden
gedownload door DHCP of BOOTP om te worden gebruikt telkens als het product wordt ingeschakeld.
Wanneer een nieuw product wordt ingeschakeld en niet in staat is een geldig IP-adres van het netwerk
op te halen, wijst het product zichzelf automatisch een standaard IP-adres toe. Het IP-adres van het
product staat vermeld op de configuratiepagina van het product en in het netwerkrapport. Zie
Informatiepagina's op pagina 146.
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP)
Met DHCP kan een groep apparaten gebruikmaken van een reeks IP-adressen die door een DHCPserver worden beheerd. Het product verzendt een verzoek naar de server en als er een IP-adres
beschikbaar is, wordt dit door de server aan het product toegewezen.
BOOTP
BOOTP is een bootstrap-protocol dat wordt gebruikt om configuratieparameters en hostinformatie van
een netwerkserver te downloaden.
De client verzendt een boot request-pakket met daarin het hardwareadres van het product. De server
reageert met een boot reply-pakket met daarin de informatie die het product nodig heeft voor de
configuratie.
Subnetten
Wanneer er een IP-netwerkadres voor een bepaalde netwerkklasse aan een organisatie wordt
toegewezen, worden er geen voorbereidingen getroffen voor meer dan een netwerk op die locatie.
Lokale netwerkbeheerders gebruiken subnetten om een netwerk onder te verdelen in een aantal
verschillende subnetwerken. Wanneer een netwerk in subnetten wordt verdeeld, kan dit leiden tot betere
prestaties en een beter gebruik van de beperkte netwerkadresruimte.
Subnetmasker
Het subnetmasker is een mechanisme dat wordt gebruikt om een IP-netwerk te verdelen in meerdere
verschillende subnetwerken. Voor een bepaalde netwerkklasse wordt een gedeelte van een IP-adres
dat normaliter wordt gebruikt om een knooppunt te identificeren, in plaats daarvan gebruikt om een
subnetwerk te identificeren. Op ieder IP-adres wordt een subnetmasker toegepast om de gedeeltes te
specificeren die worden gebruikt voor subnetwerken enerzijds en voor het knooppunt anderzijds.
Gateways
Gateways (routers) worden gebruikt om netwerken met elkaar te verbinden. Gateways zijn apparaten
die als 'vertalers' functioneren tussen systemen die gebruikmaken van verschillende
communicatieprotocollen, gegevensindelingen, structuren, talen of architecturen. Gateways voegen de
gegevenspakketten opnieuw samen tot pakketten en wijzigen de syntax zodat deze overeenkomt met
die van het systeem van bestemming. Wanneer netwerken in subnetten worden verdeeld, zijn gateways
nodig om de subnetten met elkaar te verbinden.
Standaardgateway
De standaardgateway is het IP-adres van de gateway of router die pakketjes tussen netwerken
verplaatst.
Als er meerdere gateways of routers zijn, is de standaardgateway gewoonlijk het adres van de eerste
(of dichtstbijzijnde) gateway of router. Als er geen gateways of routers zijn, wordt voor de
82Hoofdstuk 6 NetwerkconfiguratieNLWW
standaardgateway gewoonlijk het IP-adres van het netwerkknooppunt gebruikt, bijvoorbeeld het
werkstation of het product.
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel
Naast de geïntegreerde webserver kunt u ook de menu's van het bedieningspaneel gebruiken om een
IPv4-adres, subnetmasker en standaardgateway in te stellen.
1.Druk op Menu.
2.Druk op de pijl omlaag
het vinkje
3.Druk op de pijl omlaag
4.Druk op de pijl omlaag
vervolgens op het vinkje
5.Druk op het vinkje
6.Druk op de pijl omlaag
.
7.Druk op het vinkje
8.Druk op de pijl omlaag
9.Druk op de pijl omlaag
het vinkje
10. Druk op de pijl omlaag
-of-
Druk op de pijl omlaag
.
.
.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op
om I/O te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
om MENU GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk
.
om TCP/IP te selecteren.
om IPV4-INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op het vinkje
om CONFIGURATIEMETHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
om HANDMATIGE INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op
om IP-ADRES te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
om SUBNETMASKER te markeren en druk vervolgens op het vinkje
-of-
Druk op de pijl omlaag
vinkje
11. Gebruik het numerieke toetsenbord of druk op de pijl omhoog
of lager getal in te stellen voor de eerste byte van het IP-adres, het subnetmasker of de
standaardgateway.
12. Druk op het vinkje
getallen wilt gaan, drukt u op de pijl terug
13. Herhaal stap 11 en 12 totdat het IP-adres, het subnetmasker of de standaardgateway volledig is
ingesteld. Druk vervolgens op het vinkje
14. Druk op Menu om terug te gaan naar de status KLAAR.
NLWWNetwerkinstellingen configureren83
.
om STANDAARDGATEWAY te markeren en druk vervolgens op het
of de pijl omlaag om een hoger
om naar de volgende serie getallen te gaan. Als u naar de vorige serie
.
om de instelling op te slaan.
IPv6 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel
Naast de geïntegreerde webserver kunt u ook de menu's van het bedieningspaneel gebruiken om een
IPv6-adres in te stellen.
1.Druk op Menu.
2.Druk op de pijl omlaag
het vinkje
3.Druk op de pijl omlaag
4.Druk op de pijl omlaag
vervolgens op het vinkje
5.Druk op het vinkje
6.Druk op de pijl omlaag
.
7.Druk op de pijl omlaag
8.Druk op de pijl omlaag
het vinkje
9.Druk op de pijl omlaag
10. Druk op de pijl omlaag
11. Druk op de pijl omlaag
12. Gebruik het numerieke toetsenbord of druk op de pijl omhoog
in te voeren. Druk op het vinkje
.
.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op
om I/O te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
om MENU GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk
.
om TCP/IP te selecteren.
om IPV6-INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op het vinkje
om ADRES te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
om HANDMATIGE INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op
om INSCHAKELEN te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
om AAN te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
om ADRES te markeren en druk vervolgens op het vinkje .
.
of de pijl omlaag om het adres
OPMERKING:Als u de pijlen gebruikt, moet u na het invoeren van elk cijfer op het vinkje
drukken.
13. Druk op Menu om terug te gaan naar de status KLAAR.
84Hoofdstuk 6 NetwerkconfiguratieNLWW
Netwerkprogramma's
U kunt gebruikmaken van verschillende hulpprogramma's waarmee u het product eenvoudig kunt
controleren en beheren in een netwerk.
HP Web Jetadmin: Zie
●
Geïntegreerde webserver: Zie
●
HP Easy Printer Care-software: Zie
●
HP Web Jetadmin op pagina 59.
Geïntegreerde webserver op pagina 59.
HP Easy Printer Care op pagina 59.
Overige componenten en hulpprogramma's
WindowsMacintosh OS
Een programma voor het automatisch installeren van het
●
afdruksysteem
Online webregistratie
●
●
HP Printer Utility – apparaatinstellingen wijzigen, status
bekijken en waarschuwingen instellen voor
printergebeurtenissen vanaf een Mac. Dit
hulpprogramma is geschikt voor Mac OS X 10.2 en later.
NLWWNetwerkprogramma's85
86Hoofdstuk 6 NetwerkconfiguratieNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.