Alle rechten voorbehouden.
Vermenigvuldiging, bewerking en
vertaling zonder voorafgaande
toestemming zijn verboden, behalve voor
zover toegestaan door de auteurswet.
Gebruikers van de Hewlett-Packard
printer waarop deze handleiding
betrekking heeft, krijgen een licentie voor
(a) het afdrukken op papier van deze
gebruikershandleiding voor persoonlijk,
intern of bedrijfsmatig gebruik, mits de
afgedrukte handleiding niet wordt gebruikt
voor verkoop, doorverkoop of andere
vormen van verspreiding, en (b) het
plaatsen van een digitaal exemplaar van
deze gebruikershandleiding op een
netwerkserver mits het digitale exemplaar
uitsluitend wordt gebruikt door
persoonlijke, interne gebruikers van de
Hewlett-Packard printer waarop deze
handleiding betrekking heeft.
Eerste druk, november 2001
Garantie
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
Hewlett-Packard geeft geen enkele
garantie met betrekking tot deze
informatie. HEWLETT-PACKARD BIEDT
MET NAME GEEN IMPLICIETE
GARANTIES VOOR
VERKOOPBAARHEID EN/OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL.
Hewlett-Pac kard is niet aansprak elijk v oor
directe, indirecte, incidentele of
bijkomende schade of enige andere
schade, die het gevolg zou zijn van het
verstrekken of het gebruiken van deze
informatie of daarmee verband zou
houden.
Handelsmerken
®
Adobe
, Acrobat® en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
AutoCAD
®
is een in de V.S. gedeponeerd
handelsmerk van Autodesk, Inc.
HP-UX versie 10.20 en hoger en HP-UX
versie 11.00 en hoger (zowel in 32- als in
64-bits configuraties) op alle HP 9000
computers zijn Open Group Unixproducten.
Microsoft
Windows NT
®
, MS Windows®, Windows® en
®
zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft
Corporation."
Netscape is een gedeponeerd
handelsmerk van Netscape
Communications Corporation.
®
UNIX
is een gedeponeerd handelsmerk
van Open Group.
®
E
NERGY STAR
is een in de V.S.
gedeponeerd handelsmerk van de U.S.
EPA.
Hewlett-Packard Company
11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714 V.S.
Inhoud
Over deze handleiding
Gebruik van deze on line gebruikershandleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Deze handleiding wordt geleverd in de vorm van een PDF-bestand dat is gemaakt met
®
Adobe
De Adobe Acrobat Reader behoort niet tot de productsoftware, maar kan worden
gedownload op http://www.adobe.com
Navigatiefuncties van deze handleiding
Acrobat®. In deze sectie wordt beschreven hoe u werkt met PDF-documenten.
.
Klik op het pictogram Inhoudsopgave om naar de inhoudsopgave voor de
on line handleiding te gaan. Via de items in deze inhoudsopgave komt u in
de desbetreffende gedeelten van d eze gebruikershandleiding.
Klik op het pictogram Inleiding om terug te gaan naar dit gedeelte met tips
voor het gebruik van deze gebruikershandleiding.
Klik op het pictogram Index om naar de inde x voor de on line handleiding te
gaan. Via de items in deze index gaat u naar het bijbehorende onderwerp.
Klik op het naar boven wijzende pijltje om naar de vorige pagina te gaan.
Klik op het naar beneden wijzende pijltje om naar de volgende pagina te
gaan.
Gebruik van deze on line gebruikershandleiding 7
Functies van Acrobat Reader
Informatie opzoeken in PDF-documenten
Als u bepaalde informatie in een PDF-document wilt opzoeken, klikt u op Inhoud of
Index linksboven in het Acrobat Reader-venster en vervolgens op het onder werp dat u zoekt. U kunt ook de functie Zoeken van Acrobat Reader gebruiken.
PDF-documenten bekijken
Uitgebreide instructies voor het bekijken van PDF-documenten vindt u in de Helpinformatie van het programma Acrobat Reader.
Paginaweergave vergroten
Met het gereedschap Inzoomen, het vergrootglas in de statusbalk of de knoppen op de
werkbalk kunt u het scherm vergroten of verkleinen. Wanneer u op een document
inzoomt, kunt u de pagina met het ‘handje’ heen en weer en op en neer bewegen.
Acrobat Reader beschikt bovendien over enkele vergrotingsmogelijkheden waarmee u
aangeeft hoe de pagina op het scherm past:
Met Venstergrootte zorgt u dat de pagina in zijn geheel in het
venster past.
Met Vensterbreedte zorgt u dat de pagina in de breedte in het
venster past.
Met Alleen informatie zorgt u dat alle en de inhou d van de pagina
in het venster past.
Vergroten: selecteer het gereedschap Inzoomen en klik op de
documentpagina om de huidige wee rgave tweemaal te vergroten.
V erkleinen: Selecteer het gereedschap Inzoomen terwijl u de toets
CTRL (Microsoft
ingedrukt houdt en klik in het midden van het gebied dat u wilt
verkleinen.
®
Windows® en UNIX®) of Optie (Macintosh)
Doorbladeren van een document
U kunt in Acrobat Reader op verschillende manieren in een document bladeren:
Volgende pagina: klik op de knop Volgende pagina op de
werkbalk of klik op het pictogram Pijl rechts of Pijl omlaag.
Vorige pagina: klik op de knop Vorige pagina op de werkbalk of
klik op het pictogram Pijl links of Pijl omhoog.
Eerste pagina: klik op de knop Eerste pagina op de werkbalk.
Laatste pagina: klik op de knop Laatste pagina op de werkbalk.
Naar een bepaald paginanummer: klik op het vakje met het
paginanummer op de statusbalk ond er in het hoofd v enster, typ het
paginanummer en klik op OK.
8 Over deze handleidingNLWW
Bladeren met schetsen
Een schets is een sterk verkleinde weergave van een documentpagina. U kunt de
schetsen weergev en in het ov erzichtsgebied. Met behulp v an een schets kunt u op snelle
wijze naar een pagina gaan en de weergave van de huidige pagina wijzigen.
Klik op een schets om naar de desbetreffende pagina te gaan.
Woorden zoeken
Met de functie Zoeken kunt u een de el van een woord, een heel woord of meerdere
woorden in het actieve document opzoeken.
Klik op het pictogram Zoeken of kies Zoeken in het menu Beeld.
De handleiding afdrukken
Geselecteerde pagina’s afdrukken: kies Afdrukken in het menu Bestand. Klik op
Pagina's. Kies Pagina’s en typ in de vakken Van en T/m het paginabereik dat u wilt
afdrukken. Klik vervolgens op OK.
Het hele document afdrukken: kies Afdrukken in het menu Bestand. Kies Alle n
pagina's (n staat voor het totale aantal pagina’s van het document) en klik op OK.
OpmerkingOp de website http://www.adobe.com/
van Adobe Acrobat Reader.
vindt u de nieuwste versies en andere taalv ersies
Gebruik van deze on line gebruikershandleiding 9
Waar vindt u meer informatie?
V o or dit product zijn de volgende v erwijzingen beschikbaar (zie verderop). U ku nt ook de
Beheerdershandleiding HP Jetdirect afdrukserver raadplegen. Aanvullende informatie
vindt u op http://www.hp.com/lj4100mfp
●beknopte handleiding
Deze handleiding biedt informatie voor het configureren van de HP LaserJet 4100
mfp en wordt meegeleverd bij het product. Neem contact op met een erkende HP
dealer voor aanvullende exemplaren.
●instructieposter
Deze wandposter, die ook bij het product wordt meegeleverd, biedt een beknopt
overzicht van veelgebruikte taken. Neem contact op met een erkende HP dealer
voor aanvullende exemplaren.
●On line Help
De on line Help biedt informatie over de opties die worden geboden door de
printerdrivers. De Help-functie biedt ook toegang tot verschillende gedetailleerde,
vooraf opgemaakte Help-documenten. U kunt Help-be standen weergeven en
afdrukken via de printerdriver.
●Gebruikershandleiding HP Fast InfraRed Receiver
Deze handleiding biedt uitgebreide informatie over het gebr uik van de HP Fast
InfraRed Receiver en het oplossen van problemen met deze infraroodontvanger.
.
●Accessoiregidsen
Deze handleidingen worden meegeleverd met accessoires en tonercassettes en
bevatten instructies voor de installatie en het gebruik.
10 Over deze handleidingNLWW
1
Inleiding
Overzicht
Gefeliciteerd met de aanschaf van de multifunctionele HP LaserJet 4100 serie mfp
printer. Met dit pr oduct kunt u zowel hoogwaardige laserafdrukken maken als
documenten per e-mail verzenden en met één druk op de knop kopiëren.
Zie de beknopte handleiding die bij het product wordt gelev erd v oor installatie-instructies.
Voordat u het product in gebruik neemt, kunt u kennis opdoen ov e r de volgende functies
die in dit hoofdstuk worden beschreven:
●productconfiguraties;
●voordelen en functies van het product;
●onderdelen en de plaats waarop deze zich bevinden;
●basisfuncties van de ingebouwde webserver.
Overzicht 11
Productconfiguraties
De HP LaserJet 4100 mfp is verkrijgbaar in twee configuraties:
HP LaserJet 4100 mfp (C9148A)
• 64 MB RAM, 5 GB vaste schijf (of groter) voor RIP ONCE, Transmit-Once en
Scan-Once, het v asthouden van taken en de opslag van lettertypen, formulieren
en handtekeningen;
• HP Jetdirect 10/100Base-TX afdrukserverkaart voor netwerkaansluiting;
• invoerlade voor 100 vel;
• invoerlade voor 500 vel;
• automatische documentinvoer (ADI) voor 30 vel.
HP LaserJet 4101 mfp (C9149A)
• 64 MB RAM, 5 GB vaste schijf (of groter) voor RIP ONCE, Transmit-Once en
Scan-Once, taken vasthouden en opslag van lettertypen, formulieren en
handtekeningen;
• HP Jetdirect 10/100Base-TX afdrukserverkaart voor netwerkaansluiting;
• invoerlade voor 100 vel;
• twee invoerladen voor 500 ve l;
• eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid);
• ADI voor 30 vel;
• software voor digitaal verzenden.
12 Hoofdstuk 1 – InleidingNLWW
Voordelen van het product
De HP LaserJet 4100 mfp is ontworpen voor gedeeld gebruik in een werkgroep en met
dit apparaat kunt u afdrukken, kopieën maken èn digitale documenten verzenden.
Dankzij de ondersteuning van multitasking door de MFP kunnen meerdere functies
tegelijk worden uitgevoerd.
OpmerkingAls u het product wilt gebruiken als netwerkprinter, moet u de printerdrivers op alle
computers installeren waarmee u afdruktaken naar de MFP wilt verzenden.
Digitaal verzenden
Digitaal verzenden is vergelijkbaar met het faxen van informatie, maar biedt belangrijke
voordelen:
●U kunt post naar meerdere adressen tegelijk verzenden, zodat u tijd en geld
bespaart.
●U beschermt de privacy door informatie rechtstreeks naar een e-mailpostvak te
verzenden in plaats van een faxapparaat dat mogelijk door meerdere gebruik ers
wordt gedeeld.
●De bestanden worden in vrijwel de oorspronkelijke kwaliteit geleverd in zwart-wit of
kleur.
●
De bestanden worden v erz onden in de indelin g JPEG, PDF, TIFF of M-TIFF, die door
de ontvanger kan worden bewerkt.
Alleenstaand kopiëren
Het product biedt efficiënte kopieerfuncties voor gebruik in een werkgroep. U kunt
eenvoudig kopiëren door op de knop S
het systeem wilt gebruiken. Het product beschikt bovendien over alle vereiste
functionaliteit voor het kopiëren in een kantooromgeving.
te drukken als u de standaardwaarden van
TART
Afdrukken op een netwerk
Het product is volledig compatibel met andere HP LaserJet printers. Wanneer de
installatiesoftware is geladen, kunt u afdrukken op een netwerk met behulp van de
HP Jetdirect 10/100Base-TX afdrukserverkaart, die bij het product wordt geleverd.
Gebruik de parallelle poort of de optionele Fast InfraRed Receiver-poort (FIR) als u
rechtstreeks wilt afdrukken.
Multitasking
De HP LaserJet 4100 mfp beschikt over multitasking capaciteiten zodat u efficiënter kunt
werken in een kantooromgeving. U kunt systeemstandaardwaarden instellen om te
bepalen hoe inkomende taken worden behe erd en hoe deze standaardwaarden kunnen
worden overschreven in specifieke situaties.
Voordelen van het product 13
Productfuncties
Snelheid en doorvoer van het product
●U kunt 25 pagina’s per minuut (ppm) afdrukken of kopiëren op papier van Letter-
formaat of 24 ppm op A4-papier.
●
U kunt 25 ppm monochroom scannen in Letter-formaat of 24 ppm in A4-formaat en
u kunt 8 ppm scannen in kleur.
●Instant-on fuser.
●Kopiëren met scan once-technologie en afdrukken met transmit once-technologie.
●
Afdrukken en kopiëren met RIP ONCE-functionaliteit.
●Wanneer de printer nog bezig is, kunt u reeds scannen om een document te
kopiëren of te verzenden.
●Maandelijkse capaciteit van 150.000 pagina's.
Beeldkwaliteit
●FastRes 1200: 1200 dots per inch (dpi) afdrukkwaliteit zodat u snel tekst en
afbeeldingen voor zakelijke doeleinden op hoogwaardige wijze kunt afdrukken.
●ProRes 1200: 1200 dpi voor afdrukken met optimale afdrukkwaliteit.
●Kopiëren en scannen op een resolutie van 600 pixels per inch (ppi).
●Maximaal 256 grijsniveaus voor afbeeldingen van fotokw aliteit.
●HP UltraPrecise tonercassette voor duidelijke, scherpe afdrukken.
Papierverwerking
●HP LaserJet 4100 mfp: de invoerladen voor 100 en 500 vel zijn standaard.
●
HP LaserJet 4101 mfp: de invoerlade voor 100 vel en de twee invoerladen voor
500 vel zijn standaard.
●Ondersteunt allerlei soorten afdrukmateriaal met verschillende formaten en
gewichten.
●
De capaciteit kan worden uitgebreid tot maximaal 1600 vellen afdrukmateriaal.
●
Standaarduitvoerlade voor 250 vel met de afdrukzijde naar beneden.
●Bij de HP LaserJet 4101 mfp wordt standaard een duplexeenheid meegeleverd.
●
De glasplaat van de scanner is geschikt voor afdrukmateriaal van maximaal Letterof A4-formaat.
●
De ADI met een capaciteit van 30 pagina's is geschikt voor afdrukmateriaal van
maximaal Legal-formaat.
Afdrukfuncties
●
Geheel compatibel met de HP LaserJet 4100 printers.
●
HP Printer Command Language (PCL) 6, PCL 5e en PostScript® (PS) 3-emulatie.
●
80 lettertypen voor Microsoft Windows.
●
Aanvullende lettertypen kunnen worden gedownload van het Internet.
14 Hoofdstuk 1 – InleidingNLWW
Digitaal verzenden
●
Volledige ondersteuning voor het verzenden van bestanden naar een e-mailadres.
●Ondersteuning van SMTP-berichtense rvices.
●Ondersteuning van Lightweight Directory Access Protocol (LDAP).
●
Bij de HP LaserJet 4101 mfp wordt standaard software meegele verd voor digitaal
verzenden.
Kopieermogelijkheden
●
Gebruiksvriendelijke kopieerfunctionaliteit.
●Documenten sorteren.
●Meerdere kopieën.
●
Meerdere pagina's per vel (n-plus).
●Documenten verkleinen tot 25 procent en vergroten tot 400 procent in stappen van
één procent.
●Automatisch vergroten of verkleinen tot paginaformaat.
●
Verbeterde beeldkwaliteit door het verwijderen van de achtergrond, hoogwaardige
kwaliteitsmodus en contrastverbetering.
Tonercassette
●Standaardtonercassette voor 10.000 pagina's.
●
Cassette hoeft niet geschud te worden.
●Handig HP afdruksysteem dat controleert of echte HP tonercassettes zijn
geïnstalleerd.
●De statuspagina bevat een tonermeter, het aantal pagina's en informatie over
mediaformaten.
●
U kunt benodigdheden aanschaffen via de ingebouwde webserver of on line.
Uitbreidbaar ontwerp
●
Stapelbare laden met een capaciteit van 500 vel (u kunt maximaal twee laden
toevoegen aan het basisproduct).
Duplexeenheid (wordt standaard meegeleverd bij de HP LaserJet 4101 mfp)
●
Fast InfraRed-afdrukadapter (FIR-poort).
●
Bij de HP LaserJet 4101 mfp wordt standaard software meegele verd voor digitaal
verzenden.
●
Geheugen kan worden uitgebreid door aanvullende DIMM's (Dual Inline Memory
Modules) te installeren.
Productfuncties 15
Onderdelen
Productonderdelen (vooraanzicht)
11
10
9
8
7
7
6
1ADI
2ADI-klep (biedt toegang tot de glasplaat van de scanner)
3Bovenklep (biedt toegang tot de tonercassette, het serienummer en de
onderdeelnummers worden onder de klep weergegeven)
4Duplexeenheid of stofkap voor lade 2 (stofkap is niet aanwezig als duplexeenheid is
geïnstalleerd)
5Aan/uit-schakelaar
1
2
3
4
5
6Lade 2 (voor 500 vel, lade 3 en 4 bevinden zich eronder als deze zijn geïnstalleerd)
7Lade 1 (voor 100 vel)
8Toegang tot tonercassette
9Bedieningspaneel
10 Uitvoerlade
11 Vergrendeling van scanner (aan de linkerzijde van de MFP)
16 Hoofdstuk 1 – InleidingNLWW
Productonderdelen (achteraanzicht)
11
1
2
3
10
9
8
7
1ADI-verbindingskabel
2Fusereenheid (kan worden uitgenomen om vastgelopen papier te verwijderen)
3Achteruitvoerbak (rechte papierbaan)
4Kabelconnectoren voor stroom/jumpers
5Duplexeenheid of stofkap voor lade 2 (stofkap is niet aanwezig als duplexeenheid is
geïnstalleerd)
6Parallelle poort
7Lade 3
8Vaste schijf
9HP Jetdirect afdrukserverkaart
10 Fast InfraRed-aansluiting (FIR-poort)
11 Toegangsklep voor geheugen (er kan meer dan één DIMM worden geïnstalleerd)
6
4
5
Onderdelen 17
Ingebouwde webserver
Het product heeft een ingebouwde webserver waarmee de systeembeheerder alle
HP LaserJet 4100 mfp apparaten op het netwerk van afstand kan configureren en
beheren. De ingebouwde webserver kan pas worden ge bruikt wanneer de MFP via de
HP Jetdirect kaart op een LAN is aangesloten.
De ingebouwde webserver moet alleen door een systeembeheerder worden gebruikt.
Zie “Handleiding voor de systeembeheerder” op pagina 147 voor informatie over het
configureren en beheren van het product met behulp van de ingebouwde webserver.
18 Hoofdstuk 1 – InleidingNLWW
2
Basisbewerkingen
Overzicht
In dit hoofdstuk worden de basisbewerkingen van de HP LaserJet 4100 mfp voor het
kopiëren, verzenden en afdrukken van documenten beschreven: uitgebreide informatie
over dez e fun cties vindt u in de v olgen de hoofdstu kk en. Dit hoofdstuk be vat de volgende
onderwerpen:
●de ADI gebruiken;
●
de scannerglasplaat gebruiken;
●de uitvoerbak selecteren;
●lade 1 vullen;
●lade 2, 3 en 4 vullen;
●
afdrukken op beide zijden van het pa pier (dubbelzijdig);
●afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals enveloppen, briefhoofden en
transparanten;
●prioriteiten voor de verwerking van taken.
Overzicht 19
De ADI gebruiken
De automatische documentinvoer (ADI) biedt een snelle en handige methode om
meerdere originelen te laden als u deze wilt kopiëren of digitaal wilt verzenden. U kunt
de ADI met maximaal 30 vellen papier laden . De ADI is geschikt voor documenten die
aan de volgende specificaties voldoen:
●enkelzijdige of dubbelzijdige originelen;
●
documenten op papier van Letter-, A4- en Legal-for maat;
●documenten met een formaat variërend van 148,5 bij 210,0 mm tot 215,9 bij
355,6 mm;
●documenten met een gewicht variërend van 60 tot 135 g/m
●
documenten zonder scheuren of perforaties;
●documenten die vierkant of rechthoekig en in goede toestand zijn (niet fragiel of
beschadigd);
●documenten zonder lijm, correctievloeistof of natte inkt.
OpmerkingGebruik geen formulieren met meerdere gedeelte n.
Door de ADI wordt het originele document ov er de scannergla splaat geleid en uitge v oerd
in de bovenste lade aan de rechterzijde van de ADI. Kopieën die u met de ADI maakt,
worden uitgevoerd in de uitvoerlade onder de scanner.
2
;
Algemene richtlijnen voor gebruik van de ADI
Bereidt de documenten op de volgende wijze voor, voordat u deze in de ADI plaatst:
●
Maak kreukels en krullen vlak.
●
Verwijder nietjes, paperclips, notities en vergelijkbare zaken.
20 Hoofdstuk 2 – BasisbewerkingenNLWW
De scannerglasplaat gebruiken
U kunt de functies voor digitaal v erz end en en k opiëren ook gebruik en met behu lp v an de
scannerglasplaat die zich onder de ADI be vindt. De scanner is geschikt voor originelen
van Letter- of A4-formaat, boeken, handleidingen, bonnetjes en vergelijkbare
documenten. Onregelmatige en beschadigde documenten, geniete documenten en
foto's kunn en ook eenv oudig worden verzonden of gekopieerd met behulp van de
scannerglasplaat. Documenten met meerdere pagina’s van Letter-formaat kunnen
eenvoudig worden gescand met de ADI. Zie “De ADI gebruiken” op pagina 20 als u
grotere documenten wilt kopiëren of verzenden.
Algemene richtlijnen voor gebruik van de scannerglasplaat
1Open de scannerklep en plaats het originele document met de afdrukzijde naar
beneden op de scannerglasplaat. Sluit de klep.
2Selecteer op het bedieningspaneel de ge wenste opties voor verzenden of kopiëren.
Zie “Alleenstaand kopiëren” op pagina 45 en “Verzenden naar een e-mailadres” op
pagina 51 voor meer informatie over het gebruik van deze functies.
nadat u de gewenste opties hebt opgegeven. De kopieën worden
3Druk op S
uitgevoerd in de uitvoerlade onder de scanner.
4Verwijder het originele document van de scannerglasplaat als het scannen voltooid
is.
TART
De scannerglasplaat gebruiken 21
De uitvoerbak selecteren
De printer heeft twee uitvoerlocaties: de achter- uitvoerbak en de bovenste uitvoerbak.
Zorg als u de bovenste uitvoerbak wilt gebruiken dat de achter-uitvoerbak gesloten is.
Als u de achter-uitvoerbak wilt gebruiken, dient u deze te openen.
●Als er problemen zijn met het papier dat uit de bovenste uitvoerbak komt (het krult
bijvoorbeeld), kunt u proberen naar de achter-uitvoerbak af te drukken.
●
Om papierstoringen te vermijden mag de achter-uitvoerbak tijdens het afdrukken
niet worden geopend of gesloten.
Afdrukken naar de bovenste uitvoerbak
In de bovenste uitv o erbak wordt het papier met de v oorzijde omlaag in de juiste v olgorde
gestapeld. De bov enste uitv oerbak moet worden gebruikt v oor de meeste afdruktaken en
voor transparanten.
Afdrukken naar de achter-uitvoerbak
De printer drukt altijd af naar de achter-uitvoerbak als deze open is. Papier komt met de
voorzijde boven uit de printer, met de laatste pagina bovenop.
Pak de hendel bovenop de lade vast om de achter-uitvoerbak te openen. Trek de lade
omlaag en schuif het verlengstuk uit.
Afdrukken vanuit lade 1 naar de achter-uitvoerbak geeft de vlakste papierbaan
(waardoor de kans op krullen wordt v erkleind). Door de achter-uitv oerbak te open en kunt
u de afdrukresultaten verbeteren op de volgende formaten:
●
enveloppen;
●
etiketten;
●
klein papier van speciaal formaat;
●
briefkaarten;
●
papier dat zwaarder is dan 105 g/m2.
OpmerkingWanneer u de achter-uit v oer bak opent , wo rden de dup lexeenheid (indien geïnstalleerd)
en de bovenste uitvoerlade uitgeschakeld.
22 Hoofdstuk 2 – BasisbewerkingenNLWW
Lade 1 vullen
1
3
Lade 1 is een multifunctionele lade die maximaal 100 vel papier,
10 enveloppen of 20 vellen met kaarten kan bevatten.
Standaard wordt eerst papier uit lade 1 ingevoerd. Zie “Laden
aanpassen voor a fdrukken of k opiëren” op pagina 67 als u deze
standaardinstelling wilt wijzigen.
Lade 1 biedt een praktische oplossing om enveloppen,
transparanten, afdrukmateriaal van speciaal formaat en andere
typen afdrukmateriaal af te drukken zonder dat u de andere
laden moet leegmaken. Dez e lade kan altijd w orden gebruikt als
een extra invoerlade. Zie “Ondersteunde papierformaten en -
gewichten” op pagina 124 voor ondersteunde formaten voor
afdrukmateriaal.
1Open lade 1.
2Trek het verlengstuk van de lade naar buiten.
3Stel de zijgeleiders in op de gewenste bre edte.
4Laad het afdrukmateriaal in de lade.
Opmerking
Zorg dat het afdrukmateriaal onder de lipjes op de geleiders
past en niet boven de papierniveau-indicatoren uitkomt.
Laad het afdrukmateriaal in het algemeen met de afdrukzijde
naar boven en de korte zijde naar het product. Zie “Speciaal
afdrukmateriaal gebruiken” op pagina 25 voor informatie over
het laden van speciaal afdrukmateriaal.
5Stel de zijgeleiders zodanig in dat deze de stapel
afdrukmateriaal raken maar het afdrukmateriaal niet buigt.
VOORZICHTIG
Vul geen papier bij terwijl het product bezig is met afdrukken.
Hierdoor kunnen papierstoringen optreden.
Lade 1 vullen 23
Lade 2 en optionele laden 3 en 4 vullen
1
Laden 2, 3 en 4 zijn invoerladen voor afdrukmateriaal met een
capaciteit van 500 vel. Bij de HP LaserJet 4100 mfp wordt lade
2 standaard meegeleverd Bij de HP LaserJet 4101 mfp worden
lade 2 en 3 standaard meegeleverd en is lade 4 optioneel. Lade
3 en 4 zijn beide optioneel beschikbaar voor de HP 4100
LaserJet mfp.
De laden zijn geschikt voor zes stand aardf ormaten en een groot
aantal aangepaste formaten (zie “Ondersteunde papierformaten
4
en gewichten v oor lade 2, 3 en 4” op pagina 125 voor meer
informatie). Als de papiergeleiders goed zijn ingest eld, wordt
automatisch gedetecteerd welk soort afdrukmateriaal is
geladen.
VOORZICHTIG
Vul geen papier bij terwijl het product bezig is met afdrukken.
Hierdoor kunnen papierstoringen optreden.
5
1Trek de uitvoerlade uit het product.
2Pas de papiergeleiders zo nodig aan.
● Als u de breedte wilt aanpassen, knijpt u de hendel op
de linkergeleider in en schuift u de geleiders naar de
juiste plaats.
● Als u de lengte wilt aanpassen, knijpt u de hendel op de
achterste papiergeleider in en schuift u deze naar het
gewenste formaat voor afdrukmateriaa l tot de geleider
vast klikt.
● Knijp in het blauwe lipje aan de rechterzijde van de lade
en verplaats het naar de juiste positie voor het formaat
afdrukmateriaal.
3Laad het papier in de lade.
Opmerking
Laad het afdrukmateriaal in de laden met de afdrukzijde naar
beneden en de bovenkant naar u toe.
4Zorg dat het papier in alle vier hoeken plat in de lade ligt en
onder de lipjes voor en achter past.
5Schuif de lade terug in het product.
Opmerking
Als de lade niet goed is afgesteld, kan een foutbericht worden
weergegeven op het bedieningspaneel of kan het
afdrukmateriaal vastlopen.
Zie “Speciale oriëntatie van afdrukmateriaal” op pagina 30 voor
richtlijnen informatie over dubbelzijdig afdrukken. Zie “Speciaal
afdrukmateriaal gebruiken” op pagina 25 voor informatie over
het laden van speciaal afdrukmateriaal.
24 Hoofdstuk 2 – BasisbewerkingenNLWW
Speciaal afdrukmateriaal gebruiken
In dit gedeelte vindt u informatie over het afdrukken op afdrukmateriaal dat op speciale
wijze gehanteerd moet worden.
●klein of smal papier;
●
voorbedrukt of geperforeerd papier of briefhoofden;
●enveloppen;
●etiketten;
●
transparanten;
●kaarten van speciaal formaat of zwaar papier.
Klein of smal papier gebruiken
Volg de onderstaande richtlijnen indien u voornamelijk wilt afdrukken en kopiëren op
klein of smal afdrukmateriaal.
●
Gebruik de 6.000-vels tonercassette (onderdeelnummer C8061A). Wanneer u de
cassette voor 10.000 vel (onderdeelnummer C8061X) gebruikt om g rote
hoeveelheden klein of smal afdrukmateriaal af te drukken, kan de toner gaan lekken.
(Zie “Bestelinformatie” op pagina 135.)
●
Maak afdrukken vanuit lade 1 naar de achter-uitvoe rbak wanneer problemen zoals
papierstoringen en krullen optreden. Wanneer u de achter-uitvoerbak gebruikt,
beschikt u over een rechte papierbaan.
Zie “Kaarten van speciaal formaat of zwaar papier gebruiken” op pagina 28 voor meer
informatie over het afdrukken op speciale papierformaten.
Voorbedrukt of geperforeerd papier of briefhoofden
gebruiken
Wanneer u af drukt op papier met een briefhoofd, geperforeerd papier of voorbedrukt
papier, is het belangrijk om het papier in de juiste stand (oriëntatie) in de lade te
plaatsen.
●Laad het papier met de afdrukzijde naar boven en de bovenste, korte kant naar de
printer toe wanneer u lade 1 gebruikt.
●
Laad voor alle andere lade n het papier met de afdrukzijde naar beneden en de
bovenkant naar u toe.
OpmerkingVolg de richtlijnen in dit gedeelte voor het maken van enkelzijdige afdrukken. Zie
“Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 29 als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
Speciaal afdrukmateriaal gebruiken 25
Env eloppen gebruiken
U kunt op meerdere soorten enveloppen afdrukken vanuit lade 1. U maximaal tien
enveloppen in de lade plaatsen. Zie “Enveloppen” op pagina 130 voor specificaties van
geschikte enveloppen.
De afdrukkwaliteit is afhankelijk van het soort envelop. Probeer altijd enige enveloppen
voordat u een grote hoeveelheid koopt. Ga als volgt te werk wanneer u env eloppen wilt
afdrukken:
●Stel in uw softwareprogramma de marges in op ten minste 15 mm van de rand van
de envelop.
●
Controleer of de enveloppen vlak zijn en niet beschadigd zijn of aan elkaar plakken,
voordat u deze invoert.
●Open de achter-uitvoerbak om een rechte papierbaan te verkrijgen. Zo verkrijgt u
betere resultaten als de enveloppen de neiging hebben om te krullen. Als u
voortdurend grote hoe veelheden enveloppen of afwisselend enveloppen en breed
papier afdrukt, moet u mogelijk KLEIN PAPIER / SNELHEID=NORMAAL selecteren in de
optie Fusermodus van het menu Apparaat configureren. Hiermee kunt u de
doorvoersnelheid van smal papier beperken, zodat de warmte die bij het afdrukken
vrijkomt, beter wordt gereguleerd. Hoewel de doorvoersnelheid wordt verminderd
met deze functie, voorkomt u schade aan het product terwijl de afdrukkwaliteit
uitstekend blijft.
VOORZICHTIGEnveloppen met lipjes, drukknoppen, vensters, geplastificeerde binnenkanten, niet-
afgedekte zelfkle vende stroken o f andere kunststof elementen kunnen he t product ernstig
beschadigen. Als u papierstoringen, uitstoot van schadelijke dampen en mogelijke
productbeschadigingen wilt vermijden, moet u nooit op beide zijden van een envelop
afdrukken.
Enveloppen laden in lade 1
●
Open lade 1, maar trek het verlengstuk niet naar buiten. Mogelijk hebt u het
verlengstuk nodig als u wilt afdrukken op grote enveloppen.
●
Laad maximaal 10 enveloppen in het midden van lade 1 met de afdrukzijde naar
boven en de frankeerzijde naar de printer toe. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk
in de printer zonder te forceren.
●Schuif de geleiders tegen het stapeltje enveloppen, zonder dat deze gaan bol gaan
staan. Zorg dat de enveloppen onder de lipjes op de geleiders passen en de
envelopinvoer niet overmatig wordt geladen.
●
Plaats het envelopgewicht weer op de enveloppen.
OpmerkingSelecteer het envelopf ormaat in het softwareprogramma (als deze instelling beschikbaar
is) of de printerdriver. Zie “Het soort en formaat afdr u km a te riaal opgeven (laden
vergrendelen)” op pagina 67 voor informatie over afdrukken per soort en formaat
afdrukmateriaal. Open de achter-uitvoerbak als de enveloppen krullen tijdens het
afdrukken om een rechte papierbaan te verkrijgen.
Een optionele automatische en velopinvoer gebruiken
Met de optionele automatische envelopinvoer, kunnen automatisch maximaal
75 enveloppen in de printer worden ingevoerd. Zie “Bestelinformatie” op pagina 135 als
u een automatische envelopinvoer wilt bestellen. Zie de documentatie bij de accessoire
voor instructies over de werking en het gebruik.
26 Hoofdstuk 2 – BasisbewerkingenNLWW
Etiketten gebruiken
Als u een uitstekende afdrukkwaliteit wilt verkrijgen en beschadigingen aan het product
wilt voorkomen, moet u alleen etik etten gebruiken die worden aanbe v olen v oor gebruik in
laserprinters. Zorg dat de etiketten aan de juiste specificaties voldoen (zie “Etiketten” op
pagina 129).
Ga als volgt te werk:
●Wanneer u ongeveer 50 vellen met etikett en afdrukt, moet u gebruikmaken van
lade 1.
●
Laad etiketten in lade 1 met de afdrukzijde naar boven en de bovenste, korte rand
naar het product toe.
Vermijd het volgende:
●
Gebruik geen etiketten die los kunnen raken van het etik etvel of al gedeeltelijk los
zitten en ook geen gekreukte of beschadigde etiketten.
●Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier zijn aangebracht.
●Voer een vel etiketten niet vaker dan één keer door het product. De klevende
achterzijde is zodanig ontworpen dat deze slechts eenmaal door het product
gevoerd kan worden.
●Bedruk etiketten niet aan beide zijden.
●Maak geen afdrukken op vellen met verwijderde etiketten.
VOORZICHTIGU dient deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te nemen om beschadigingen aan het
product te voorkomen.
Transparanten gebruiken
Gebruik uitsluitend transparanten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters.
Zie “Transparanten” op pagina 129 voor papierspecificaties.
●Laad transparanten met de af drukzijde naar boven en met bovenzijde naar de
printer in lade 1. Vanuit lade 1 kunt u maximaal 50 transparanten afdrukken.
●
Vanuit laden 2, 3 en 4 kunt u maximaal 50 transparanten afdrukken of kopiëren.
Laad het papier in de laden met de afdrukzijde naar beneden en de bovenkant naar
u toe.
●
Haal elke transparant uit de uitvoerbak voordat u de volgende afdrukt.
●Gebruik transparanten nooit meer dan één keer.
●
Druk slechts op één zijde van transparanten af.
●
Plaats de transparanten op een vlak oppervlak nadat u deze uit het product hebt
verwijderd en laat deze afkoelen.
●
Selecteer de papiersoort voor transparanten in de printerdriver zodat de lage
fusermodus wordt gebruikt die het meest geschikt is voor het afdrukken op
transparanten.
●
Wanneer twee of meer transparanten tegelijk in de printer worden ingevoerd, is het
raadzaam om de invoerstapel los te waaieren.
Speciaal afdrukmateriaal gebruiken 27
Kaarten van speciaal formaat of zwaar papier gebruiken
Papier van speciaal formaat kan vanuit elke lade worden afgedrukt. Zie
“Papierspecificaties” op pagina 123 voor specificaties van geschikt papier.
LadeMinimumformaatMaximumformaat
Lade 176 x 127 mm216 x 356 mm
Laden 2, 3, 4148 x 210 mm 216 x 356 mm
Het maximale papiergewicht is 199 g/m
2
voor lade 1 en 105 g/m2 voor lade 2, 3 of 4.
OpmerkingOp het bedieningspaneel kan steeds slechts één sp eciaal f ormaat v oor afdrukmateriaal
worden ingesteld. Laad niet meer dan één speciaal formaat afdrukmateriaal tegelijk in
het product.
Richtlijnen voor het gebruik van aangepast papier
●Probeer niet af te drukken op papier dat smaller is dan 76 mm of korter is dan
127 mm.
●Stel in het softwareprogramma de paginamarges in op ten minste 4,23 mm van de
randen.
●Voer de korte rand v an de pagina eerst in.
Instelling voor speciale papierformaten
Selecteer de juiste instellingen voor het formaat in het softwareprogramma (de
voorkeursmethode), de printerdriver of het bedieningspane el wanneer u speciaal papier
laadt.
OpmerkingDe instellingen in het softwareprogra mma en de printerdriver hebben voorrang bo ven die
op het bedieningspaneel. De instellingen in het softwareprogramma vervangen de
instellingen van de printerdriver.
Als de gewenste instellingen niet in de software beschikbaar zijn, stelt u het speciale
papierformaat in op het bedieningspaneel:
1Selecteer LADE <N> SPECIAAL in het menu papierverwerking.
2Selecteer inches of millimeters als maateenhe id met de optie LADE <N> SPECIAAL.
3Stel de afmetingen vo or de bovenrand van het afdrukmateriaal in met de optie LADE
<N> SPECIAAL. Deze afmetingen kunnen variëren van 76 tot 216 mm.
4Stel de afmetingen v oor de zijr and v an het afdrukmateriaal in met d e optie LADE <N>
SPECIAAL. Deze afmetingen kunnen variëren van 127 tot 356 mm. Als het speciale
papier bijvoorbeeld afmeting en heeft v an 203 bij 254 mm, stelt u de afmetingen voor
de bovenrand in op 203 mm en voor de zijrand op 254 mm.
5Als u speciaal papier hebt geladen in lade 1, selecteert u de instelling LADE 1
MODUS=CASSETTE, en vervolgens LADE 1 FORMAAT=SPCIAL in vanuit het menu
Papierverwerking op het bedieningspaneel. Zie “Gebruik van lade 1 aanpassen” op
pagina 67. Als u afdrukmateriaal van speciaal formaat laadt in lade 2, 3 en 4, moet u
controleren of de instelknop voor het papierformaat op Speciaal is ingesteld (zie
“Lade 2 en optionele laden 3 en 4 vullen” op pagina 24). Zie voor meer informatie
“Laden aanpassen voor afdrukken of kopiëren” op pagina 67.
28 Hoofdstuk 2 – BasisbewerkingenNLWW
Loading...
+ 144 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.