zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring, tenzij dit wordt toegestaan door de copyrightwetten of
teksten hierin.
Aan gebruikers van de Hewlett-Packard printer waarop deze gebruikershandleiding betrekking heeft wordt
een licentie verleend voor: a) het afdrukken op papier van deze gebruikershandleiding voor
PERSOONLIJK, INTERN of BEDRIJFSMATIG gebruik mits de afgedrukte handleiding niet wordt gebruikt
voor de verkoop, doorverkoop of andere vormen van verspreiding, en b) het plaatsen van een digitaal
exemplaar van deze gebruikershandleiding op een netwerkserver mits het digitale exemplaar uitsluitend
wordt gebruikt door PERSOONLIJKE, INTERNE gebruikers van de Hewlett-Packard printer waarop deze
handleiding betrekking heeft.
Eerste editie februari 2001
Garantie
De in dit document besloten informatie kan zonder vooraankondiging gewijzigd worden.
Hewlett-Packard biedt geen enkele garantie met betrekking tot deze informatie. HEWLETT-PACKARD
AANVAARDT GEEN ENKELE IMPLICIETE AANSPRAKELIJKHEID BETREFFENDE
VERKOOPBAARHEID DAN WEL GESCHIKTHEID VOOR ENIG BEPAALD DOEL.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte of incidentele schade dan wel schade die
voortvloeit uit het gebruik van deze informatie of andere schade in verband met de verstrekking dan wel het
gebruik van deze informatie.
WAARSCHUWING VOOR GEBRUIKERS IN AMERIKAANSE OVERHEIDSDIENST: COMMERCIËLE
COMPUTERPROGRAMMATUUR MET BEPERKTE RECHTEN: Gebruik, vermenigvuldiging of
bekendmaking door de regering is onderworpen aan bepalingen als gedefinieerd in subparagraaf (c) (1)(ii)
van de Rechten in de clausule over technische data onder DFARS 52.227-7013.
Gegevens die met behulp van dit product gescand worden, kunnen vallen onder bescherming door wetten
en regels als de wetten op het auteursrecht. De klant is als enige verantwoordelijk voor het naleven van al
deze wetten en voorschriften.
DU
Handelsmerken
Microsoft, Windows, en MS-DOS zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken van Microsoft
Corporation.
CompuServe is een handelsmerk van CompuServe, Inc. Alle overige hier genoemde producten kunnen
handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Dit product is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in:
Belgiëen en Nederland
Tengevolge van plaatselijke wetten kan het gebruik van dit product buiten de genoemde landen verboden
zijn. In de meeste landen is het ten strengste verboden om niet-goedgekeurde telecommunicatieapparatuur
(faxapparaten) aan te sluiten op openbare telefoonnetwerken.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING!
Kans op elektrische schokken
Volg te allen tijde de basisveiligheidsvoorschriften op bij het gebruik van dit product. Hiermee vermindert u
de kans op schade of verwonding door brand of een elektrische schok.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Informatie over FCC klasse B, onderdelen 15 en 68 is te vinden in “Specificaties” op pagina 237.
E
NERGY STAR is een Amerikaans gedeponeerd servicemerk van de Amerikaanse EPA.
Lees alle instructies in de gebruikershandleiding aandachtig door.
Gebruik uitsluitend geaarde stopcontacten voor het aansluiten van de HP LaserJet 3200 op de
netstroom. Als u niet weet of uw stopcontact geaard is, vraag dit dan aan een gekwalificeerde
elektrotechnicus.
Raak de contactpunten aan de uiteinden van het telefoonsnoer of van de aansluitpunten op de HP
LaserJet 3200 niet aan. Vervang beschadigde kabels onmiddellijk.
Installeer uw telefoonbedrading nooit tijdens onweer.
Houd u aan alle waarschuwingen en instructies die op het product zijn aangebracht.
Verwijder de stekkers van het product en telefoonstekkers uit wandcontacten voordat u het apparaat
gaat reinigen.
Installeer of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u zelf nat bent.
Plaats het product veilig op een stevige ondergrond.
Installeer het product op een veilige plaats, waar niemand op het snoer kan trappen of erover kan
struikelen en waar de netkabel niet beschadigd kan worden.
Als het product niet normaal functioneert, raadpleeg dan zie hoofdstuk 8 (vanaf pagina 157).
Raadpleeg erkende technici voor alle vragen over onderhoud.
In deze gebruikershandleiding vindt u meer informatie over het
uitvoeren van taken vanaf het bedieningspaneel op het ap paraat, het
wijzigen van niet vaak gebruikte instellingen, het oplossen van
problemen en over hoe u contact kunt opneme n met de afdeling
klantondersteuning van HP. In deze handleiding krijgt u bovendien
een overzicht van de werking van de software.
Overige bronnen met productinformatie
In de volgende bronnen vindt u productinformatie die u niet in deze
handleiding tegenkomt.
Beknopte handleiding– Deze handleiding hebt u geraadpleegd
!
bij de installatie van het product. Dit document bevat specifieke
informatie over de installatie van de apparatuur en software.
Software-Help – De software-Help bevat
!
softwareoverzichtsinformatie- en procedures.
World Wide Web – Op het volgende adres vindt u de web-site
!
van HP LaserJet 3200 producten
http://www.hp.com/support/lj3200/
DU
Inleiding 11
Gebruik deze handleiding wanneer u de functies
van uw product gebruikt
Omdat de functionaliteit van het apparaat per installatie verschilt,
vindt u bij alle procedures in deze handleiding een of meer van de
volgende pictogrammen om aan te geven in welke configuratie u die
procedure kunt uitvoeren. In deze gebruikershandleiding ligt d e
nadruk op de procedures van het bedieningspaneel, waarvan
sommige ook via de software kunnen worden uitgevoerd. Boven
een procedure kan meer dan één pictogram verschijnen.
Dit pictogram verschijnt
Voor procedures die u kunt uitvoeren van af het
bedieningspaneel.
Voor procedures die u kunt uitvoeren via de HP
LaserJet Director of software wanneer het product
direct op uw computer is aangesloten via een
universele seriële bus- (USB) of parallelle kabel.
Zie de software-Help voor meer informatie over deze
procedures.
Voor procedures die u kunt uitvoeren van af uw
computer wanneer het product is aangesloten op
een netwerk via een ondersteunde HP JetDirect
printerserver.
Voor procedures die u kunt uitvoeren van af uw
Windows-compatibele computer als het product
direct is aangesloten op de computer van iemand anders met een parallelle kabel en als deze andere
persoon deling in Windows beschikbaar heeft. De
enige procedures die u kunt uitvoeren, hebben te
maken met afdrukken.
12 Hoofdstuk 1 - Over deze handleiding
DU
Kennismaking met
2
het product
Inleiding
De HP LaserJet 3200 is een krachtige tool voor bedrijven die u alle
kantoorapparatuurfuncties biedt. U kunt het apparaat gebruiken voor
de volgende werkzaamheden:
Faxen – U kunt het apparaat gebruiken als standalone fax voor
!
het ontvangen en verzenden van faxen van laserkwaliteit en het
uitvoeren van geavanceerde taken zoals het doorsturen van
faxen naar een andere locatie. Zie “Faxen” op pagina 55 voor
meer informatie.
Afdrukken – Eenvoudig afdrukken maken van 1200 dots per
!
inch (dpi) met een afdruksnelheid van negen pagi na’s per minuut.
Zie “Afdrukken” op pagina 109 voor meer informatie.
Kopiëren – Het maken van kopieën van hoogwaardige
!
laserkwaliteit. U kunt maar liefst 99 kopieën maken van een
origineel van 30 pagina’s. Bovendien kunt u het contrast
aanpassen, de kopieën vergroten of verkleinen, sorteren
enzovoort. Zie “Kopiëren” op pagina 127 voor meer informatie.
Scannen – Het scannen van belangrijke kleuren- of zwart-
!
witdocumenten zodat deze documenten elektronisch kunnen
worden opgeslagen. Documenten scannen en opslaan op een
web site. Met de scanner maakt u een faxvoorblad of scant u
documenten om ze met andere software te geb ruiken. Ook kunt u
een document scannen en dit als bijlage met een e-mailbericht
meesturen (mits u beschikt over een e-mailprogramma). Zie
“Scannen” op pagina 141 voor meer infor m atie .
DU
Inleiding 13
!
Software gebruiken – Met de software kunt u ook gescande
documenten opslaan en beheren, zodat u een factuur,
ontvangstbewijs of visitekaartje van weken geleden gemakkelijk
kunt terugvinden. Zie de software-Help voor meer informatie over
het gebruik van de software.
Dank zij dit multifunctionele apparaat wordt uw productiviteit
verhoogd omdat u meerdere taken tegelijk kunt uitvoeren. U kunt een
fax via de computer verzenden terwijl het apparaat bezig is met het
maken van kopieën of u kunt een document scannen tijdens het
afdrukken. Zie “Wat u met het apparaat kunt doen” op pagina 15.
14 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
Wat u met het apparaat kunt doen
In onderstaande tabellen ziet u welke functies tegelijkertijd met
andere functies kunnen worden uitg ev oe rd .
Wanneer het product direct is aangesloten op een computer, or
!
!Wanneer het apparaat is aangesloten op een netwe rk.
Wanneer het product direct is aangesloten op
een computer
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de functies die
tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd als het apparaat rechtstreeks
is aangesloten op de computer.
Wanneer
het product
is:
Een
bestand
afdrukken
Een
papieren
fax
afdrukken
Een
papieren
fax
ontvangen
Een
papieren
fax
verzenden
Een
afdruktaak
verzenden
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
eerste
afdruktaak
klaar is.
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
afdrukken
van de fax
Een
papieren
fax
ontvangen
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
eerste
taak klaar
is.
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
eerste
taak klaar
is.
klaar is.
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
Nee.
Telefoonlijn is
bezet.
afdrukken
van de fax
klaar is.
Ja.Nee.
Telefoon-
lijn is
bezet.
Kan ik dan ook?
Een
papieren
fax
versturen
Een
computerfax
ontvangen
Een
computerfax
versturen
Naar de
computer
scannen
Kopiëren
Ja.Ja.Ja.Ja.Nee.
Wachten
tot
afdruktaak
klaar is.
Ja.Ja.Ja.Ja.Nee.
Wachten
tot
afdruktaak
klaar is.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Nee.
Telefoonlijn is
bezet.
Nee.
Telefoonlijn is
bezet.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja.
Ja,
wanneer
de
documentinvoerlade
niet
gebruikt
wordt.
Ja,
wanneer
er geen
afdruktaak
geactiveerd
is.
Ja,
wanneer
de
documentinvoerlade
niet
gebruikt
wordt.
DU
Wat u met het apparaat kunt doen 15
Wanneer
het product
is:
Kopiëren
Een
computerfax
ontvangen
Een
computerfax
verzenden
Scannen
Een
afdruktaak
verzenden
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
kopiëren
klaar is.
Een
papieren
fax
ontvangen
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
kopiëren
klaar is.
Een
papieren
fax
versturen
Ja,
wanneer
de
documentinvoerlade
niet
gebruikt
wordt.
Nee.Nee.
Telefoon-
lijn is
bezet.
Nee.
Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja.Nee.
Telefoon-
lijn is
bezet.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja.Ja.Nee.
Documentinvoerlade
is in
gebruik.
Kan ik dan ook?
Een
computerfax
ontvangen
Ja.
Nee.
Telefoonlijn is
bezet.
Nee.
Telefoonlijn is
bezet.
Ja.
Een
computerfax
versturen
Naar de
computer
scannen
Ja.Ja,
wanneer
de
documentinvoerlade
niet
gebruikt
wordt.
Nee.
Nee.
Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja. Wordt
Ja.
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja. Nee.
Document-
invoerlade
is in
gebruik.
Kopiëren
Nee.
Wachten
tot
afdruktaak
klaar is.
Nee.
Ja.
Nee.
Documentinvoerlade
is in
gebruik.
16 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
Wanneer het apparaat is aangesloten
op een netwerk
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de functies die actief
zijn wanneer u of een andere netwerkgebruiker andere functies
gebruiken en wanneer het apparaat is aangesloten op een netwerk
via een ondersteunde HP JetDirect printserver.
Wanneer
het product
is:
Een
bestand
afdrukken
Een
papieren
fax
afdrukken
Een
papieren
fax
ontvangen
Een
papieren
fax
verzenden
Kopiëren
Een
afdruktaak
verzenden
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
eerste
afdruktaak
klaar is.
Een
papieren
fax
ontvangen
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
afdrukken
van
bestand
klaar is.
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
afdrukken
van de fax
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
eerste
taak klaar
is.
klaar is.
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
Nee.
Telefoonlijn is
bezet.
afdrukken
van de fax
klaar is.
Ja.Nee.
Telefoon-
lijn is
bezet.
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
kopiëren
klaar is.
Ja. Wordt
afgedrukt
wanneer
het
kopiëren
klaar is.
Kan ik dan ook?
Een
papieren
fax
versturen
Een
computerfax
ontvangen
Ja.Nee. Nie t
beschikbaar voor
netwerkge
bruikers.
Ja.Nee. Nie t
beschikbaar voor
netwerkge
bruikers.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
Nee. Niet
beschikbaar voor
netwerkge
bruikers.
klaar is.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
Nee. Niet
beschikbaar voor
netwerkge
bruikers.
klaar is.
Ja,
wanneer
de
documentinvoerlade
Nee. Niet
beschikbaar voor
netwerkge
bruikers.
niet
gebruikt
wordt.
Een
computerfax
versturen
Naar de
computer
scannen
Kopiëren
Ja.Ja.Nee.
Wachten
tot
afdruktaak
klaar is.
Ja.Ja.Nee.
Wachten
tot
afdruktaak
klaar is.
Ja. Wordt
Ja.
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja,
wanneer
de
document-
invoerlade
niet
gebruikt
wordt.
Ja.Ja,
wanneer
de
document-
invoerlade
Ja,
wanneer
afdruktaak
niet
geactiveerd
is.
Ja,
wanneer
de
documentinvoerlade
niet
gebruikt
wordt.
Nee.
Wachten
tot
afdruktaak
klaar is.
niet
gebruikt
wordt.
DU
Wat u met het apparaat kunt doen 17
Wanneer
het product
is:
Een
computerfax
ontvangen
Een
computerfax
verzenden
Een
afdruktaak
verzenden
Nee.
Netwerkgebruikers
kunnen
geen
computerfaxen
ontvangen
Ja.Nee.
Een
papieren
fax
ontvangen
Nee.
Netwerkgebruikers
kunnen
geen
computerfaxen
ontvangen
Telefoonlijn is
bezet.
Een
papieren
fax
versturen
Nee.
Netwerkgebruikers
kunnen
geen
computerfaxen
ontvangen
Ja. Wordt
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
ScannenJa.Ja.Nee.
Documentinvoerlade
is in
gebruik.
Kan ik dan ook?
Een
computerfax
ontvangen
Nee. Niet
beschikbaar voor
netwerkgebruikers
Nee. Niet
beschikbaar voor
netwerkgebruikers
Nee. Niet
beschikbaar voor
netwerkgebruikers
Een
computerfax
versturen
Nee.
Netwerkgebruikers
kunnen
geen
computerfaxen
ontvangen
Ja. Wordt
Naar de
computer
scannen
Nee.
Netwerkgebruikers
kunnen
geen
computerfaxen
ontvangen
Ja.
verzonden
wanneer
eerste
faxtaak
klaar is.
Ja. Nee.
Documentinvoerlade
is in
gebruik.
Kopiëren
Nee.
Netwerk-
gebruikers
kunnen
geen
computer-
faxen
ontvangen
Ja.
Nee.
Document-
invoerlade
is in
gebruik.
18 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
Identificatie van productonderdelen
Via de onderwerpen in dit gedeelte kunt u vertrouwd raken met het
gebruik van het bedieningspaneel. Er worden tevens afbeeldingen
van het apparaat weergegeven waarop u de verschillende externe
hardwareonderdelen kunt herkennen.
Lampjes en toetsen op het bedieningspaneel
!
!De menustructuur van het bedieningspaneel gebruiken
!Identificatie van hardwareonderde le n
Lampjes en toetsen op het bedieningspaneel
De lampjes op het bedieningspaneel geven de ap paraatstatus aan en
met behulp van de toetsen kunnen papieren documenten worden
gefaxt, kopieën worden gemaakt, documenten worden gescand en
kunnen de instellingen van het apparaat worden gewijzigd. Zie “De
menustructuur van het bedieningspaneel gebruiken” op pagina 20
voor meer informatie over de menu-instellingen.
2
3
1
19
18
17
16
1Lampje Fout – Wanneer dit lampje brandt, is
er een fout opgetreden.
3Bedieningspaneelvenster – Hierop worden
berichten of menu-instellingen weergegeven.
5
4
6
9
8
10
7
11
12
14
15
2Lampje Gereed – Wanneer dit lampje brandt, is
4Toets Enter/Menu – Hiermee kunt u toegang
13
het apparaat gereed en zijn er geen storingen.
Wanneer dit lampje knippert, is het apparaat
bezig een taak uit te voeren.
verkrijgen tot het menu, een selectie opslaan of
een niveau naar beneden gaan in de menuinstellingen.
DU
Identificatie van productonderdelen 19
5Toets Back Space – Hiermee kunt u een
niveau omhoog gaan in de menu-instellingen of
een plaats terug gaan bij het typen van tekst.
7Toets Pijl voor uit (>) – Hiermee gaat u vooruit
in items op hetzelfde menuniveau of voert u
een spatie in tijdens het invoeren van tekst.
9Toets Scannen – Hiermee start u de
scanfunctie.
11 Toetsenpaneel Sneltoetsen – Met deze
toetsen kunt u veel gebruikte faxnummers
opslaan.
13 Toets Volume – Hiermee kunt u het
monitorvolume afstellen voor de geluiden van
inkomende en uitgaande faxen.
15 Toets Opnieuw/Pauze – Druk op deze toets
om het laatste faxnummer opnieuw te kiezen
of om een pauze in te voegen in een
faxnummer.
17 Toets Verkleinen/Vergroten– Hiermee kunt u
de grootte van de huidige kopieertaak afstellen.
19 Toets Contrast – Hiermee stelt u het contrast
in, ofwel het verschil tussen lichte en donkere
gebieden, voor de huidige fax- of
kopieeropdracht.
6Toets Pijl terug (<) – Hiermee gaat u terug in
items op hetzelfde menuniveau of gaat u
achteruit door de tekst.
8Toets Stop/Opheffen – Hiermee stopt of wist u
de actie die wordt uitgevoerd of verlaat u de
menu-instellingen.
10 Toets Kopiëren – Hiermee start u de
kopieerfunctie.
12 Toets Faxen/Verzenden – Hiermee start u de
faxfunctie of kunt u handmatig nummers kiezen.
14 Toets Snelkiezen – Met deze toets en met
een één-, twee- of driecijferige code via de
numerieke toetsen kunt naar een opgeslagen
faxnummer faxen.
16 Numerieke toetsen – Met deze toetsen kunt u
codes en faxnummers invoeren. Ook kunt u
hiermee letters toevoegen als u een naam in de
kop van een faxbericht typt of bij snelkiezen.
18 Toets Resolutie – Hiermee past u de resolutie
of scherpte voor de huidige fax- of
kopieeropdracht aan.
De menustructuur van het bedieningspaneel gebruiken
Hieronder volgt een hiërarchisch diagram van de menustructuur van
het bedieningspaneel. U kunt deze menuhiërarchie raadplegen
wanneer u instellingen en functies wilt wijzigen.
Voor het maken van een afdruk van de menustructuur zie “De
menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken” op pagina 50.
Als u wilt weten welke instellingen momenteel zijn geselecteerd, kunt
u een configuratierapport afdrukken. Zie “Een configuratierapport
afdrukken” op pagina 51 voor instructies.
Hieronder volgt een algemene procedure voor het gebruik van het
bedieningspaneel.
U kunt de toetsen van het bedieningspaneel als volgt gebruiken:
1Druk op E
NTER/MENU
2Druk op de < of > toets om een menuoptie te kiezen en druk
vervolgens op E
3Druk op de < of > toets om een submenuoptie te kiezen en druk
vervolgens op E
4Indien beschikbaar, druk op de < of > toets om een optie uit het
tweede submenu te kiezen en druk vervolgens op E
om te starten.
NTER/MENU
NTER/MENU
.
.
NTER/MENU
.
20 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
Hoofdmenu en eerste submenu van het bedieningspaneel
Hieronder volgt een overzicht van de opties uit het hoo fdmenu en het
bijbehorende eerste submenu van het bedieningspaneel.
HoofdmenuSubmenu
FAXTAAKSTATUS
FAXFUNCTIESVERZEND FAX LATER
STOP ONTV. DOOR PC
LTST FXN OPN. AFDR
ONTVANGST OPVRAGEN
NAVRAAGONTVANGST
In onderstaande afbeeldingen zijn de externe onderdelen van het
apparaat weergegeven.
4
3
2
1
1Klep van papierbaan aan de voorkant
2Documentuitvoergleuf
3Klep voor het vrijmaken van documenten / bedieningspaneel
4Printerklep
5Klemmetjes voor vrijmaken printerklep
5
22 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
8
7
6
9
6Documentinvoerlade
7Papieruitvoerbak
8Invoergleuf voor afzonderlijke vellen
9Papierinvoerlade
10 Papiergeleiders
11 Hendel voor speciale media
10
11
DU
Identificatie van productonderdelen 23
Afdrukmateriaal selecteren
In dit hoofdstuk vindt u informatie over:
Het selecteren van de af te drukken materiaal
!
!Het selecteren van materiaal voor faxen, kopiëren of scannen
Het selecteren van de af te drukken materiaal
Indien het in uw regio verkrijgbaar is, raadt HP u aan om HP LaserJetpapier of HP Multipurpose-papier te gebruiken (speciaal ontworpen
voor uw apparaat) of papier dat voldoet aan de HP-specificaties. U
kunt papier gebruiken dat voor 100% uit gerecyclede vezels bestaat,
mits dit papier voldoet aan de specificaties van HP. Voor het bestellen
van HP papier of de Afdrukmateriaalgids voor HP LaserJet printers,
zie “Onderdelen bestellen” op pagina 267.
Papier met een grove structuur, zoals linnenpapier, levert wellicht
geen gelijkmatige afdruk op. Erg glad papier kan vastlopen of de
toner afstoten. Formulieren die uit meerdere delen bestaan, kunnen
kreukelen of vastlopen in het apparaat. Ver fo m fa aid pap ier , me t
scheuren, kreukels of ezelsoren, kan eveneens vastlopen.
Enveloppen met een erg glad oppervlak, gegomde enveloppen,
vensterenveloppen of enveloppen met een sluitklemmetje kunt u
beter vermijden. Ook enveloppen met dikke, onregelmatig gevormde
of gekrulde kanten of gekreukelde, gescheurde of anderszins
beschadigde gedeelten, kunt u beter niet gebruiken.
Gebruik stevige enveloppen met een gewicht tussen de 7,2 5 en
12,25 kg. De enveloppen dienen goed vervaardigd en scherp
gevouwen te zijn.
24 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
Formaat van afdrukmateriaal
De papierinvoerlade kan maximaal 125 vellen afdrukmateriaal van
75 g/m
2
bevatten. In de invoergleuf voor losse vellen kunt u één vel
plaatsen. Zowel de bak als de gleuf kunnen worden ingesteld op
afdrukmateriaal van 76,2 x 127 mm (3 x 5 inch) tot 216 x 356 mm
(8,5 x 14 inch). U kunt dus o.a. gebruik maken van de volgende
papier- en envelopformaten:
PapiersoortEngelsMetrisch
Letter8,5 x 11 inch216 x 279 mm
Legal8,5 x 14 inch216 x 356 mm
Executive7,25 x 10,5 inch184 x 267 mm
A48,25 x 11,75 inch210 x 297 mm
COM10 enveloppen4,125 x 9,5 in105 x 241 mm
DL enveloppen4,33 x 8,67 inch110 x 220 mm
C5 enveloppen6,4 x 9 inch162 x 229 mm
B5 enveloppen6,9 x 9,85 inch176 x 250 mm
Monarch enveloppen3,875 x 7,5 inch98,5 x 190,5 mm
Ander afdrukmateriaal
met een speciaal
formaat
speciaalspeciaal
Voor informatie over het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal zie
“Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal” op pagina 116.
DU
Afdrukmateriaal selecteren 25
Het selecteren van materiaal voor faxen,
kopiëren of scannen
Het apparaat kan materiaal scannen van verschillende formaten
vanaf 51 x 89 mm (visitekaartjes) tot 215 x 356 mm en kan materiaal
faxen and kopiëren van 51 x 89 mm tot 215 x 889 mm.
Het apparaat accepteert bankpostpapier, cellofaan, krantenpagina’s,
tijdschriftpagina’s, kringlooppapier, transparanten, foto’s en ander
materiaal in documenthouders. Het is makkelijker om grof papier te
scannen dan glad materiaal. Glad papier kan in het apparaat word en
ingevoerd, maar de invoer hiervan kan wel moeizamer verlo pen. Voor
het beste resultaat dient u gladde vellen één voor één in t e voeren en
dient u de hendel voor speciale media correct af te stellen.
U dient de volgende maatregelen te nemen om de kans op
papieropstoppingen te minimaliseren:
!Verwijder zelfklevende notitieblaadjes.
!Verwijder nietjes en paperclips.
!Strijk eventuele kreukels of ezelsoren van de documenten glad
voordat u ze in de lade voor documentinvoer plaa ts t.
!Verzend geen documenten met lijm, correctievloeistof of natte
inkt erop.
!Verzend geen papier of etiketten met een geg om d e ac ht er ka nt.
!Plaats documenten met scheuren, perforaties of ponsgaten in
een documenthouder. Deze kunt u aanschaffen of zelf maken.
(Zie “Speciaal materiaal laden” op pagina 28.)
!Vermijd formulieren die bestaan uit meerdere vellen.
26 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
Afdrukmateriaal laden
In dit hoofdstuk vindt u informatie over:
Het laden van afdrukmateriaal voor faxen, kopiëren of scannen
!
!Af te drukken materiaal laden
!Selecteren van de uitvoerbaan
Het laden van afdrukmateriaal voor faxen,
kopiëren of scannen
De procedure voor het laden van het document is hetzelfde, of u nu
wilt faxen, kopiëren of scannen. Als u een document op papier van
normaal gewicht gebruikt (van 46 tot 105 g/m
van normaal afdrukmateriaal” op pagina 27. Als uw document een
transparant is, in een documenthouder zit of geen papier is met een
standaardgewicht, zie “Speciaal materiaal laden” op pagina 28.
Voor het laden van normaal afdrukmateriaal
1Stel de geleiders in de lade voor documentinvoer in op het
formaat van het materiaal dat u wilt laden.
2
), zie “Voor het laden
DU
2Plaats maximaal 30 pagina’s met de bovenkant eerst en de
bedrukte zijde naar beneden in de lade voor documentinvoer.
Afdrukmateriaal laden 27
Speciaal materiaal laden
Als u materiaal laadt om te faxen, kopiëren of scannen, dient u klein,
kwetsbaar, licht (minder dan 46 g/m
2
) of onregelmatig gevormd
materiaal zoals bonnetjes, uitgeknipte kr antenartikelen, f oto’s of oude
en verweerde documenten te beschermen.
1Voer een van de volgende handelingen uit:
• Plaats het item in een documenthouder. U kunt een
documenthouder kopen of er een make n door een transpa rant
en een vel papier langs één van de korte zijden met tape aan
elkaar te plakken. Voeg het item dat gefaxt, gekopieerd of
gescand moet worden in het documenthoude r en plaats de
documenthouder in de lade voor do cumentinvoer, het geplakte
gedeelte eerst.
• Met behulp van doorzichtig plakband plakt u de voor- en
achterrand van het item op een vel papier van het formaat
Letter (kwarto) of A4. Als het item niet vierkant of rechthoekig
is, plakt u alle randen van het item op het papier vast.
• Als u de beschikking hebt over een normaal kopieerapparaat,
kopieert u het item eerst en stuurt u vervolgens de kopie door
de scanner.
2Stel de geleiders in de lade voor documentinvoer in op het
formaat van het materiaal dat u wilt laden.
3Zoek de hendel voor speciale media boven aan het
bedieningspaneel en verplaats deze naar recht s, zie “Identificatie
van hardwareonderdelen” op pagina 22).
28 Hoofdstuk 2 - Kennismaking met het product
DU
Loading...
+ 268 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.