EPSON XP-257 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NPD5907-00 NL
Gebruikershandleiding

Copyright

Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson­product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
toestemming van Seiko Epson
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2017 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd.
2
Gebruikershandleiding

Handelsmerken

Handelsmerken
EPSON® is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Leer
Microso
Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple
Inc., registered in the U.S. and other countries.
Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, and Android are trademarks of Google Inc.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Intel
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
, Windows®, and Windows Vista® are registered trademarks of Microso Corporation.
®
is a registered trademark of Intel Corporation.
®
3
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Referenties voor besturingssystemen.............9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................10
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 11
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 11
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 12
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........12
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............13
Bedieningspaneel..........................15
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................17
Wi-Fi-verbinding........................17
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................17
Een computer verbinden.................... 18
Een smart device verbinden..................19
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 19
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................20
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................21
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding
(eenvoudig toegangspunt) congureren....... 22
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 23
De netwerkstatus controleren met het
netwerklampje..........................23
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 24
Een netwerkstatusvel afdrukken.............30
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........30
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................30
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................31
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 32
Beschikbaar papier en capaciteit...............33
Lijst met papiertypes.....................34
Papier laden in de Papiertoevoer achter..........34
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen.................................39
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer................40
Basisprincipes van printer — Windows. . . . . . . . 40
Basisprincipes — Mac OS..................41
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows). . 44
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 45
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 46
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 48
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows). . 49
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................55
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . . 57
Afdrukken met Smart Devices................58
Epson iPrint gebruiken....................58
Afdrukken annuleren.......................59
Afdrukken annuleren — Printertoets......... 60
Afdrukken annuleren - Windows............ 60
Afdrukken annuleren — Mac OS............60
Kopiëren
Normaal kopiëren.........................61
Meerdere kopieën maken....................61
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............62
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Scannen vanaf een computer................. 62
Scannen met Epson Scan 2.................62
Scannen met smart-apparaten................ 69
Epson iPrint installeren...................69
Scannen met Epson iPrint................. 69
Inktpatronen vervangen
Het inktpeil controleren.....................71
Het inktpeil controleren - Windows...........71
Het inktniveau controleren — Mac OS........71
Codes van de cartridges.....................71
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen........72
Inktcartridges vervangen (wanneer het
inktlampje brandt of knippert)................75
Inktcartridges vervangen (wanneer het
inktlampje uit is)..........................79
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken.............82
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows. . 83 Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. . 84
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows).................85
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen............86
De printkop controleren en schoonmaken —
knoppen op printer......................86
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows..............................87
De printkop controleren en reinigen — Mac OS. .87
De printkop uitlijnen.......................88
De printkop uitlijnen — Windows............88
De printkop uitlijnen — Mac OS.............88
Het papiertraject reinigen....................89
De Scannerglasplaat reinigen.................89
Het doorschijnende folie reinigen..............90
Stroom besparen..........................92
Stroom besparen - Windows................92
Stroom besparen — Mac OS................92
Netwerkservice en softwareinformatie
De service van Epson Connect................94
Web Cong..............................94
Web Cong uitvoeren op een browser.........95
Web Cong uitvoeren op Windows...........95
Web Cong uitvoeren op Mac OS............96
Windows-printerdriver......................96
Uitleg bij de printerdriver voor Windows.......97
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver congureren.................99
Mac OS-printerstuurprogramma.............. 99
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................100
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 102
Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)........102
Epson Event Manager......................103
Epson Easy Photo Print.................... 103
E-Web Print (alleen voor Windows)........... 104
Easy Photo Scan..........................104
EPSON Soware Updater. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Toepassingen verwijderen...................105
Toepassingen verwijderen - Windows. . . . . . . . 105
Toepassingen verwijderen — Mac OS. . . . . . . . 106
Toepassingen installeren....................107
Toepassingen en rmware bijwerken...........107
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................109
De foutindicatoren op de printer controleren. . .109
De printerstatus controleren - Windows. . . . . . .111
De printerstatus controleren — Mac OS. . . . . . 111
Vastgelopen papier verwijderen...............111
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................112
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade
verwijderen...........................112
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................112
Papier wordt niet goed ingevoerd.............114
Papier loopt vast........................114
Papier wordt schuin ingevoerd.............115
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................115
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................115
De stroom wordt niet ingeschakeld..........115
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 115
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 115
De verbinding controleren (USB)...........115
De verbinding controleren (netwerk).........116
De soware en gegevens controleren.........117
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................119
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................120
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................120
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 120
U kunt geen verbinding maken via Wi-Fi
Direct (eenvoudig toegangspunt)........... 122
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................123
De SSID voor de computer controleren.......124
Afdrukproblemen........................ 125
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 125 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .125 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........125
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 126
Afdrukkwaliteit is slecht..................126
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........127
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............128
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 128
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 128
Kan niet afdrukken zonder marges..........129
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken..................... 129
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 129
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 129
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 130
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .130
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................130
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde aeelding De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................130
Het probleem kon niet worden opgelost. . . . . . .131
Overige afdrukproblemen...................131
Afdrukken verloopt te traag...............131
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................131
Kan niet beginnen met scannen.............. 132
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .132
Problemen met gescande aeeldingen......... 133
............................130
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................133
De aeeldingskwaliteit is ruw..............133
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 133
De tekst is onscherp.....................134
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 134
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 134
Kan geen voorbeeld weergeven in umbnail. . 135 Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............135
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 135
Andere scanproblemen.....................136
Scannen verloopt te traag.................136
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 136
Overige problemen........................137
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 137
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 137
Soware
(alleen Windows).......................137
wordt geblokkeerd door een
rewall
Bijlage
Technische specicaties.................... 138
Printer specicaties..................... 138
Scannerspecicaties.....................139
Interface-specicaties....................139
Lijst met netwerkfuncties.................140
Wi-Fi-specicaties......................140
Beveiligingsprotocol.....................141
Ondersteunde services van derden.......... 141
Dimensies............................141
Elektrische specicaties.................. 141
Omgevingsspecicaties...................142
Systeemvereisten....................... 142
Regelgevingsinformatie.................... 142
Normen en goedkeuringen voor Europees
model...............................142
Beperkingen op het kopiëren.............. 143
De printer vervoeren...................... 143
Hulp vragen.............................146
Technische ondersteuning (website)......... 146
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................146
6
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Raadpleeg naast de handleidingen, ook de Help in de verschillende Epson-sowaretoepassingen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “EPSON Soware Updater” op pagina 105

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
7
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n dow s: h ou d de Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voor be eld : 20 -2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
hetzelfde.
blij

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n dow s® 10 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 7 besturingssysteem
®
Wi n dow s Vi s ta® besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
9
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
10
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
P
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u de netwerkinstellingen die in het
printergeheugen zijn opgeslagen wissen door de printer aan te zetten met de knop bedieningspaneel ingedrukt houdt.
terwijl u de knop op het
12
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Zijgeleider Zorgen ervoor dat het papier recht in de printer wordt
A
ingevoerd. Schuif ze naar de randen van het papier.
Papiertoevoer achter Laadt papier.
B
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
C
Invoerbescherming Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer
D
terechtkomen. Laat deze bescherming over het algemeen dicht.
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
E
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
F
13
Gebruikershandleiding
Steun van scannereenheid Ondersteuning voor de scannereenheid.
A
Cartridgehouder Installeer de cartridges. Aan de onderkant komt inkt uit
B
Basisprincipes van printer
de spuitkanaaltjes van de printkop.
C
A
Documentdeksel Houdt het licht van buitenaf tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Scannereenheid Scant de originelen die u hebt geplaatst. Open dit om
C
B
cartridges te vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
A
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
A
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met
B
B
een computer.
14
Gebruikershandleiding

Bedieningspaneel

D
AB G
C
EF
Basisprincipes van printer
A
B
C
D
H
Het linker- en rechterlampje geven de netwerkstatus aan.
(Groen lampje — links): gaat branden wanneer de printer is verbonden met een
draadloos netwerk (Wi-Fi) of knippert wanneer er communicatie plaatsvindt.
(Oranje lampje — rechts): gaat branden wanneer de printer is verbonden met een draadloos netwerk (Wi-Fi) in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt), of knippert wanneer er communicatie plaatsvindt.
De lampjes knipperen afwisselend of tegelijk tijdens het initialiseren of opgeven van netwerkinstellingen.
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Niet uitschakelen zolang het aan/uit-lampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Wanneer er een netwerkfout optreedt, drukt u op deze knop om de fout te annuleren. Houd deze knop langer dan drie seconden ingedrukt om Wi-Fi automatisch in te stellen met de WPS­drukknop.
Drukt een netwerkverbindingsrapport af waarin u de oorzaak kunt achterhalen van problemen die u mogelijk ervaart tijdens het gebruik van de printer in een netwerk. Als u gedetailleerdere netwerkinstellingen en verbindingsstatus nodig hebt, houdt u deze knop gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt om een netwerkstatusrapport af te drukken.
I
E
F
G
H
I
Hiermee start u het kopiëren in zwart-wit op gewoon A4-papier. Druk met tussenpozen van 1 seconde op deze knop om het aantal exemplaren te verhogen (tot 20 exemplaren).
Hiermee start u het kopiëren in kleur op gewoon A4-papier. Druk met tussenpozen van 1 seconde op deze knop om het aantal exemplaren te verhogen (tot 20 exemplaren).
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
Houd deze knop drie seconden ingedrukt tot de knop uit te voeren.
Wanneer het lampje Wanneer het lampje
inktcartridgehouder begint te bewegen om de cartridge te vervangen.
Gaat branden of knipperen wanneer het papier op is of een papierstoring optreedt.
Gaat branden wanneer een cartridgefout optreedt (bijvoorbeeld omdat de cartridge moet worden vervangen). Knippert wanneer de inkt bijna op is.
B
begint te branden, drukt u op deze knop om de cartridges te vervangen.
B
knippert of dooft, houdt u deze knop zes seconden ingedrukt totdat de
P
knippert om een printkopreiniging
15
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Er zijn meer functies beschikbaar met andere combinaties van knoppen.
+ Druk de knop en tegelijk in om software te starten op een computer die via USB
is aangesloten en iets te scannen als PDF-bestand.
+
+ Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend
+ Zet de printer aan met de knop ingedrukt om de standaardinstellingen voor het netwerk
+
Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen om het instellen via pincode (WPS) te starten.
knipperen om het instellen via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) te starten.
te herstellen. Wanneer de netwerkinstellingen zijn hersteld, wordt de printer ingeschakeld en knipperen de netwerkstatuslampjes oranje en groen.
Zet de printer aan met de knop y ingedrukt om het testpatroon af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “De foutindicatoren op de printer controleren” op pagina 109 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 21 & “De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel” op pagina 31
16
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 18 & “Een smart device verbinden” op pagina 19 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 19

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
17
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad­hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 22

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
18
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 20 & “Wi-Fi-instellingen
congureren
gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
hee
via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 21
19
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 22
Wi-Fi-instellingen
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken.Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.
1.
Houd de knop [WPS] op het toegangspunt ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.
congureren
via de drukknopinstelling
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
2. Druk op de knop
Het instellen van de verbinding begint.Het lampje
Opmerking:
De printer is in een verbindingsfoutstatus wanneer het lampje knippert.Nadat u de printerfout hebt opgelost door te drukken op de knop opnieuw, waarna u het toegangspunt dichter bij de printer zet en het nog een keer probeert.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
op de printer tot de lampjes en afwisselend branden (circa 3 seconden).
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
uit is en het lampje tegelijkertijd
op de printer, start u het toegangspunt
raadpleeg dan de
hee,
20
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 23 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 120
Wi-Fi-instellingen
U kunt verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode die staat afgedrukt op het netwerkstatusvel.U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt.Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.
1.
Papier laden.
2. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
Opmerking:
Wanneer u de knop pincode wordt niet in dit rapport afgedrukt.
3. Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
4. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die in de kolom [WPS-PIN Code] van het netwerkstatusvel wordt weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Het lampje
op de printer gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt.
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
congureren
binnen 10 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.Let op: de
via de pincode-instelling (WPS)
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
De printer is in een verbindingsfoutstatus wanneer het lampje
knippert.Nadat u de printerfout hebt opgelost door te drukken op de knop toegangspunt opnieuw, waarna u het toegangspunt dichter bij de printer zet en het nog een keer probeert.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 30 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 23 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 120
uit is en het lampje tegelijkertijd
op de printer, start u het
21
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met andere apparaten.De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Belangrijk:
congureren
c
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats.Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld.Maak vanuit de computer of het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
1. Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
Wacht totdat het proces is voltooid.
Het lampje
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
2. Papier laden.
3. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.U kunt de SSID en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) op dit vel controleren.
Opmerking:
Wanneer u de knop rekening mee dat de SSID en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) niet in dit rapport worden afgedrukt.
op de printer gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt.
binnen 10 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.Houd er
22
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
4. Selecteer op het netwerkverbindingsscherm van de computer of het Wi-Fi-scherm van het smart device dezelfde SSID die op het netwerkstatusvel wordt weergegeven om verbinding te maken.
5. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het netwerkstatusvel.
U kunt de status van Wi-Fi Direct controleren op het netwerkstatusvel.
Opmerking: Als u verbinding maakt vanaf een smart device met Wi-Fi Direct-verbinding (voor Android)
Als u verbinding maakt met behulp van een Android-apparaat en verbinding maakt met de printer via Wi-Fi Direct,
knipperen de lampjes
Druk op de knop
Druk op de knop
Zie voor meer informatie Tips op de volgende website.
http://epson.sn > Ondersteuning
Gerelateerde informatie
“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 30
&
“De netwerkstatus controleren met het netwerklampje” op pagina 23
&
“U kunt geen verbinding maken via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)” op pagina 122
&
en op de printer tegelijkertijd.
om het verbindingsverzoek goed te keuren.
om het verbindingsverzoek te weigeren.

De status van de netwerkverbinding controleren

De netwerkstatus controleren met het netwerklampje

U kunt de netwerkverbindingsstatus controleren met het netwerklampje op het bedieningspaneel van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Bedieningspaneel” op pagina 15
23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Een netwerkverbindingsrapport afdrukken

U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te controleren.
1. Papier laden.
2. Druk op de knop
Het netwerkverbindingsrapport wordt afgedrukt.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 24
.
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 25
24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
& “E-2, E-3, E-7” op pagina 25 & “E-5” op pagina 26 & “E-6” op pagina 26 & “E-8” op pagina 27 & “E-9” op pagina 27 & “E-10” op pagina 28 & “E-11” op pagina 28 & “E-12” op pagina 28 & “E-13” op pagina 29 & “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 29
E-1
Bericht:
Controleer of de netwerkkabel is aangesloten en of uw netwerkapparaten (een hub, router of toegangspunt bijvoorbeeld) aanstaan.
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
congureert
u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
E-2, E-3, E-7
Bericht:
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de router of het toegangspunt aan- staat en of het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld op de computer die u wilt gebruiken. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
De ingevoerde beveiligingssleutel of het wachtwoord stemt niet overeen met de sleutel of het wachtwoord van de router of het toegangspunt. Controleer sleutel of wachtwoord. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Controleer of de computer of het apparaat correct is verbonden met het toegangspunt.
Schakel het toegangspunt uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Plaats de printer dichter bij het toegangspunt en verwijder eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer het SSID-adres in
het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als een toegangspunt meerdere SSID’s hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID een
niet-ondersteunde frequentie gebruikt, wordt deze door de printer niet weergegeven.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Als u drukknopinstellingen gebruikt om een netwerkverbinding in te stellen, controleert u of het toegangspunt
WPS ondersteunt. U kunt drukknopinstelling niet gebruiken als uw toegangspunt WPS niet ondersteunt.
Controleer of de SSID alleen bestaat uit ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen). De printer kan geen
SSID weergeven die niet-ASCII-tekens bevat.
Zorg ervoor dat u de SSID en het wachtwoord weet voordat u verbinding maakt met het toegangspunt. Als u
een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label van het toegangspunt vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met degene die het toegangspunt hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
Als u verbinding maakt met een SSID die is gegenereerd via tethering op een smart device, controleert u de
SSID en het wachtwoord in de documentatie die is meegeleverd met het smart device.
Als de Wi-Fi-verbinding plotseling wordt verbroken, controleert u de onderstaande omstandigheden. Als een
van deze omstandigheden van toepassing is, herstelt u de netwerkinstellingen door de soware van de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device aan het netwerk toegevoegd met de drukknopinstallatie.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan drukknopinstallatie.
E-5
Bericht:
De beveiligingsmodus (bijvoorbeeld WEP of WPA) stemt niet overeen met de huidige instelling van de printer. Controleer de beveiligingsmodus. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van het toegangspunt is ingesteld op een van de volgende opties.Als dat niet het geval is, wijzigt u het beveiligingstype op het toegangspunt en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP 64-bits (40-bits)
WEP 128-bits (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
WPA2 PSK (TKIP/AES)
WPA (TKIP/AES)
*
*
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK is ook bekend als WPA Personal.WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
E-6
Bericht:
Mogelijk wordt toegangspunt, zoals een voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
gelterd
op het MAC-adres van de printer. Controleer of er beperkingen gelden voor uw router of MAC-adreslter.
Zie de documentatie van de router of het toegangspunt of informeer
26
Gebruikershandleiding
Oplossingen:
Netwerkinstellingen
Controleer of MAC
printer zodat het niet wordt gelterd.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor details.U kunt het MAC-adres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als het toegangspunt gedeelde
vericatiesleutel en index correct zijn.
Als het aantal apparaten dat u op het toegangspunt kunt aansluiten lager is dan het aantal netwerkapparaten dat
u wilt verbinden, congureert u instellingen op het toegangspunt om het aantal aansluitbare apparaten te vergroten.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt om de instellingen te congureren.
-adresltering
is uitgeschakeld.Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
vericatie
gebruikt met WEP-beveiliging, moet u ervoor zorgen dat de
E-8
Bericht:
Er is een onjuist IP-adres toegewezen aan de printer. Controleer de instellingen voor het IP-adres van het netwerkapparaat (hub, router of toegangspunt). Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Schakel DHCP in op het toegangspunt als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch.
Als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig
instelt ongeldig omdat het buiten bereik is (bijvoorbeeld: 0.0.0.0).Stel een geldig IP-adres in op het bedieningspaneel van de printer of via Web
Cong
.
E-9
Bericht:
Controleer de verbinding en netwerkinstellingen van de computer of andere apparatuur. Verbinding maken met EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.Herstel vervolgens de netwerkinstellingen door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
E-10
Bericht:
Controleer IP-adres, subnetmasker en standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als dit onjuist is.U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u de instelling IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch.Als u het IP­adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen.Stel het subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als u hiermee nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
E-11
Bericht:
Instellen niet voltooid. Controleer de standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct wanneer u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in.U kunt het standaard gatewayadres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
E-12
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -Het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway-instelling moeten goed zijn ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Congureer de netwerkinstellingen opnieuw met behulp van het installatieprogramma.U kunt dit uitvoeren
vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
E-13
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -De verbinding en de netwerkinstellingen van de computer of andere apparatuur moeten goed zijn. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een toegangspunt, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven.(Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Congureer met behulp van het installatieprogramma netwerkinstellingen op de computer die met hetzelfde
netwerk is verbonden als de printer.U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID) gedetecteerd die overeenstemmen met de ingevoerde netwerknaam (SSID). Controleer de netwerknaam (SSID).
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere toegangspunten. Controleer de instellingen van de toegangspunten en wijzig de SSID.
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Bericht Oplossing
De Wi-Fi-omgeving moet worden verbeterd. Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Als de verbinding niet verbetert, raadpleegt u de documentatie voor de draadloze router.
*Er kunnen niet meer apparaten aangesloten worden. Verwijder een van de apparaten als u een ander wilt toevoegen.
Nadat u de printer dichter bij het toegangspunt hebt geplaatst en eventuele obstakels hebt verwijderd, schakelt u het toegangspunt uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is meegeleverd.
Computers en smart devices die tegelijkertijd kunnen worden verbonden, worden in de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) volledig verbonden. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken. U kunt het aantal draadloos verbonden apparaten dat tegelijkertijd kan worden verbonden en het aantal daadwerkelijk verbonden apparaten controleren op het netwerkstatusblad of het bedieningspaneel van de printer.

Een netwerkstatusvel afdrukken

U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
op het bedieningspaneel van de printer gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u de knop
binnen 10 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.

Toegangspunten vervangen of toevoegen

Als de SSID verandert doordat een toegangspunt wordt vervangen, of als een toegangspunt wordt toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, stelt u de Wi-Fi-instellingen opnieuw in.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 30

De verbindingsmethode met een computer wijzigen

Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de
soware-cd
(alleen voor modellen die worden geleverd met een
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
30
soware-cd
en gebruikers die
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Selecteer De verbindingsmethode wijzigen of resetten in het scherm Soware-installatie selecteren en klik vervolgens op Vo l g en d e .

De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel

U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Zet de printer uit.
2.
Houd de knop
Herstel is voltooid wanneer de lampjes
ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
en uit zijn.
31
Gebruikershandleiding

Papier laden

Papier laden

Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking

Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen. Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Printer specicaties” op pagina 138
32
Gebruikershandleiding
Papier laden

Beschikbaar papier en capaciteit

Voor hoogwaardige afdrukken raadt Epson het gebruik van origineel Epson-papier aan. Voor het afdrukken vanaf het bedieningspaneel kunnen alleen A4 en gewoon papier worden geselecteerd als papierformaat en papiertype.
Origineel Epson-papier
Medianaam Formaat Laadcapaciteit
(vel)
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Premium Glossy Photo Paper
Epson Premium Semigloss Photo Paper
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm (5×7 inch),
Epson Matte Paper­Heavyweight
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
* Wanneer u handmatig dubbelzijdig wilt afdrukken, kunt u tot 15 pagina's laden waarvan één zijde al is bedrukt.
A4
A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch)
A4, 13×18 cm (5×7 inch), 16:9 breed (102 x 181 mm), 10×15 cm (4×6 inch)
A4, 10×15 cm (4×6 inch) 10
10×15 cm (4×6 inch)
A4 20
A4 40
*
40
10
10
10
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Randloos afdrukken
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier kan van land tot land verschillen. Raadpleeg de klantenservice van Epson voor informatie over de papiersoorten die in uw regio verkrijgbaar zijn.
Commercieel beschikbaar papier
Medianaam Formaat Laadcapaciteit
(vel)
Gewoon papier
Envelop Envelop nr. 10, Envelop DL,
*1
Letter, A4, B5, A5, A6 Tot aan de lijn
aangegeven met het driehoekje op de
zijgeleider.
Legal 1
Gebruikergedenieerd
5––
Envelop C6
*2
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Randloos afdrukken
33
Gebruikershandleiding
Papier laden
*1 De laadcapaciteit voor vooraf geperforeerd papier is één vel.
*2 Wanneer u handmatig dubbelzijdig wilt afdrukken, kunt u tot 15 pagina's laden waarvan één zijde al is bedrukt.
Gerelateerde informatie
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 146

Lijst met papiertypes

Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Premium Glossy Photo Paper
Epson Premium Semigloss Photo Paper
Epson Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Gewoon papier
Enveloppe Enveloppe
*1 Dit afdrukmateriaal is compatibel met Exif Print en PRINT Image Matching wanneer wordt afgedrukt met de printerdriver.
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van een met Exif Print of PRINT Image Matching compatibele digitale camera.
*2 Voor smart devices kan dit afdrukmateriaal worden geselecteerd wanneer wordt afgedrukt met Epson iPrint.
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
Afdrukmateriaal
Gewoon papier
Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss
Photo Paper Glossy
Epson Matte
Epson Matte
Gewoon papier
*2

Papier laden in de Papiertoevoer achter

1. Open de invoerbescherming, trek de papiersteun uit en klap deze naar achteren.
34
Gebruikershandleiding
Papier laden
2. Schuif de zijgeleider naar links.
3.
Laad papier verticaal langs de rechterzijde van de papiertoevoer achter met de afdrukzijde naar boven.
Belangrijk:
c
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor de specieke papiersoort. Let er bij gewoon papier op dat het niet boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider komt.
Enveloppen
35
Gebruikershandleiding
Papier laden
Vooraf geperforeerd papier
Opmerking:
Laad één vel papier zonder perforatorgaten bovenaan of onderaan.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
4. Schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier en sluit vervolgens de invoerbescherming.
5. Schuif de uitvoerlade uit.
Opmerking:
Doe het resterende papier terug in de verpakking. Als u het papier in de printer laat zitten, kan het gaan krullen of kan de afdrukkwaliteit minder worden.
Gerelateerde informatie
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 32
&
36
Gebruikershandleiding
& “Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 33
Papier laden
37
Gebruikershandleiding

Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen

Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
Belangrijk:
c
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat schijnt.
1. Open het documentdeksel.
2.
Verwijder stof en vlekken van de scannerglasplaat.
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de bovenrand en rechterrand van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
4. Sluit het deksel voorzichtig.
Belangrijk:
c
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap.Deze kunnen anders beschadigd raken.
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
38
Gebruikershandleiding
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen

Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen

U kunt meerdere foto's tegelijkertijd scannen en elke aeelding opslaan met Fotomodus in Epson Scan 2. Plaats de foto's 4,5 mm van de horizontale en verticale rand van de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm uit elkaar. De foto's moeten groter zijn dan 15×15 mm.
Opmerking:
Schakel het selectievakje
umbnail
bovenin het voorbeeldscherm in.
39
Gebruikershandleiding

Afdrukken

Afdrukken

Afdrukken vanaf een computer

Basisprincipes van printer — Windows

Opmerking:
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen. Rechtsklik op een item en klik dan op Help.
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4.
Selecteer uw printer.
5. Selecteer Vo o r ke u r en of Eigenschappen om het venster van de printerdriver te openen.
6. Geef de volgende instellingen op.
documentformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
40
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Randloos: selecteer deze optie om af te drukken zonder marges rond de aeelding.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom. Klik op Instellingen om de mate van vergroting te selecteren.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Papiertype: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Kwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wan nee r u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Kleur: selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Opmerking: Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7.
Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 33 & “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 97 & “Lijst met papiertypes” op pagina 34

Basisprincipes — Mac OS

Opmerking:
In de uitleg in dit gedeelte wordt TextEdit gebruikt als voorbeeld.De precieze werking en schermen hangen af van de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
41
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
d
Klik indien nodig op To on de ta il s of
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Geef de volgende instellingen op.
Printer: selecteer uw printer.
Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
42
Gebruikershandleiding
5. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
Afdrukken
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson­printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
6. Geef de volgende instellingen op.
Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wan nee r u Fijn selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Uitbreiding: beschikbaar wanneer het randloos papierformaat is geselecteerd.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Selecteer de mate van vergroting.
Grijswaarden: selecteer om af te drukken in zwart-wit of grijswaarden.
7. Klik op Druk af.
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 33 & “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34
43
Gebruikershandleiding
Afdrukken
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 100 & “Lijst met papiertypes” op pagina 34

Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows)

De printerdriver scheidt even en oneven pagina's automatisch tijdens het afdrukken. Wanneer de printer alle oneven pagina's hee afgedrukt, draait u het papier om volgens de instructies om de even pagina's af te drukken. U kunt ook een brochure afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een
gedeelde printer.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Handmatig (binden langs lange zijde) of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking: Selecteer Boekje om een brochure af te drukken.
6.
Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
44
Gebruikershandleiding
Afdrukken
7. Klik op Afdrukken.
Wanneer de eerste zijde klaar is, verschijnt er een pop-upvenster op de computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 33 & “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 40

Meerdere pagina's op één vel afdrukken

U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4.
Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Pag.volgorde, sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
congeer
de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
45
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 40
Meerdere pagina's op één vel afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4.
Selecteer Lay-out in het snelmenu.
5. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
6. Geef naar wens nog meer instellingen op.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 41

Afdruk aanpassen aan papierformaat

U kunt de afdruk aanpassen aan het papierformaat dat u in de printer hebt geladen.
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
46
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Meer opties.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Als u een verkleinde
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
aeelding
wenst af te drukken in het midden van de pagina, selecteer dan Centreren.
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 40
Afdruk aanpassen aan papierformaat — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3.
Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het snelmenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
8. Geef naar wens nog meer instellingen op.
9. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 41
47
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)

Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor gecombineerde bestanden congureren.
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Druk af.
Het venster Ta k en in d ele n Lite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject toegevoegd.
7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
Als u het venster Take n i n de l en Li te sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan
in het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Tak e n i nd el e n Lit e wilt openen, klikt u op Ta ken ind ele n L i te op het
tabblad Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand te selecteren. De bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Take n ind ele n Li t e om de Afdrukproject indien nodig aan te passen. Raadpleeg de Help-functie van de Taken indelen Lite voor details.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 40
48
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Eén afbeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows)

Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier.U kunt een grotere poster maken door ze samen te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Laad papier in de printer.
1.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen,
Opmerking: Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 40
congureer
de instellingen en klik op OK.
49
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van de kruisjes boven en onder.
50
Gebruikershandleiding
Afdrukken
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig aan elkaar vast.
3.
Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn links van de kruisjes).
51
Gebruikershandleiding
Afdrukken
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de linker- en rechterkant.
52
Gebruikershandleiding
Afdrukken
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig aan de achterkant aan elkaar.
53
Gebruikershandleiding
Afdrukken
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
54
Gebruikershandleiding
Afdrukken
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.

Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken

In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 96 & “Mac OS-printerstuurprogramma” op pagina 99
Eenvoudig afdrukken met voorkeursinstellingen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te selecteren.
55
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en sla dan de actuele instellingen op als preset in de Voorinstellingen instelling.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven, selecteert u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties.Selecteer Ve r kl ein /ver gro ot d oc u men t, Zoomen naar en voer vervolgens een percentage in.
Mac OS
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Selecteer Pagina-instelling (of Afdrukken) vanaf het menu Bestand.Selecteer de printer in Opmaak voor, stel het papierformaat in en voer dan een percentage in bij Schaal.Sluit het venster en druk de volgende basisafdrukinstructies af.
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren.Als u de locatie van het onderwerp
hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen.Wanneer u de instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert.Als de aeelding niet scherpgesteld is, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk.Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
56
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Windows
Selecteer de methode voor kleurcorrectie bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties.
Als u Automatisch selecteert, worden de kleuren automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit.Als u Aangepast selecteert en op Geavanceerd klikt, kunt u uw eigen instellingen
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole.Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.Klik op de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
Een watermerk afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld "Vertrouwelijk", op uw documenten afdrukken.U kunt ook uw eigen watermerk toevoegen.
congureren.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Klik op Wat e r me r k fu n c ti e s in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk.Klik op Instellingen om details te wijzigen zoals de dichtheid en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Wat e r me r k fu n c ti e s in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.

Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print

Epson Easy Photo Print maakt het mogelijk om heel eenvoudig een lay-out te maken voor het afdrukken van uw foto's op verschillende soorten papier. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-fotopapier, wordt de inktkwaliteit gemaximaliseerd en krijgt u levendige en
scherpe afdrukken.
Als u randloos wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende instellingen.
Laat uw gegevens het papierformaat volledig vullen. Als u in de toepassing die u gebruikt een marge kunt
instellen, stel de marge dan in op 0 mm.
Schakel in de printerdriver de instelling voor randloos afdrukken in.
57
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Epson Easy Photo Print” op pagina 103 & “Toepassingen installeren” op pagina 107

Afdrukken met Smart Devices

Epson iPrint gebruiken

Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart­apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart-apparaat dat verbinding vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
hee
Gerelateerde informatie
“De service van Epson Connect” op pagina 94
&
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/a
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
58
Gebruikershandleiding
Afdrukken
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.De inhoud kan variëren
aankelijk
van het product.
A
B
C
D
E
F
G
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden in iTunes.
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert.Wanneer u de printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's en documenten.
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
Start het afdrukken.

Afdrukken annuleren

Opmerking:
In Windows kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is.In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel.In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk niet via
de computer annuleren.In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
59
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Afdrukken annuleren — Printertoets

Druk op y om de actieve afdruktaak te annuleren.

Afdrukken annuleren - Windows

1. Open het venster van de printerdriver.
2. Selecteer de tab Hulpprogramma's.
3. Klik op Wa c ht r ij .
4. Klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer Annuleren.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 96

Afdrukken annuleren — Mac OS

1.
Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3. Annuleer de taak.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w i j d er e n.
naast de voortgangsbalk.
60
Gebruikershandleiding

Kopiëren

Kopiëren

Normaal kopiëren

U kunt met dezelfde vergroting kopiëren op A4-papier. Rondom krijgt u een marge van 3 mm breed, ongeacht het feit of het origineel marges hee. Wanneer u originelen kopieert die kleiner zijn dan A4, krijgt u marges die breder zijn dan 3 mm. Dit hangt af van de plaats waar u het origineel legt.
1. Laad A4-papier in de printer.
2. Plaats de originelen.
3. Druk op de knop
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gekopieerde aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
&
“Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 38
of .

Meerdere kopieën maken

U kunt meerdere kopieën tegelijk maken. U kunt maximaal 20 kopieën opgeven. Rondom het papier krijgt u een marge van 3 mm breed.
1.
Laad net zoveel vellen A4-papier als u kopieën wilt maken.
2. Plaats de originelen.
3. Druk net zo vaak op de knop
of als het aantal kopieën dat u wilt maken. Als u bijvoorbeeld tien
kopieën wilt maken in kleur, drukt u tien keer op de knop .
Opmerking:
Druk binnen één seconde op de knop om het aantal kopieën te wijzigen. Als u na één seconde op de knop drukt, wordt het aantal kopieën ingesteld en wordt met kopiëren begonnen.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 38
61
Gebruikershandleiding

Scannen

Scannen

Scannen via het bedieningspaneel

U kunt een gescande aeelding als PDF-bestand opslaan op een computer die met een USB-kabel is aangesloten op de printer.
Belangrijk:
c
Voordat u deze functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat Epson Scan 2 en Epson Event Manager op uw computer zijn geïnstalleerd.
1. Plaats de originelen.
2. Druk de knop
Opmerking:
Met Epson Event Manager kunt u scaninstellingen wijzigen zoals de scangrootte, de map waarin wordt opgeslagen of
de opslagindeling.
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 38 & “Epson Event Manager” op pagina 103
en de knop tegelijk in.

Scannen vanaf een computer

Scannen met Epson Scan 2

U kunt scannen met de scannerdriver "Epson Scan 2". Raadpleeg de help van Epson Scan 2 voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
& “Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)” op pagina 102
Documenten scannen (Documentmodus)
Met Documentmodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten.
1. Plaats de originelen.
2. Start Epson Scan 2.
62
Gebruikershandleiding
Scannen
3. Selecteer Documentmodus in de lijst Modus.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
Knoppen
hebt geplaatst. Aankelijk van het formaat van het origineel kan dit item automatisch zijn ingesteld en kan dit niet worden gewijzigd.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat. Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Als u Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt, kunt u na het scannen van een origineel nog meer originelen
scannen. Als u daarnaast Beeldformaat instelt op PDF of Multi-TIFF, kunt u de gescande aeeldingen opslaan als één bestand.
5. Congureer indien nodig andere scaninstellingen.
U kunt een voorbeeldweergave van de gescande aeelding bekijken door op de knop Vo or b e el d s c an te
klikken. Het voorbeeldvenster wordt geopend en een voorbeeld van de
/ (Originele afdrukstand): selecteer de ingestelde afdrukstand van het origineel dat u
aeelding
wordt weergegeven.
63
Gebruikershandleiding
Scannen
Op het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u gedetailleerde instellingen congureren voor het
aanpassen van gescande aeeldingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten, zoals.
Achtergrond verwijderen: u kunt de achtergrond van de originelen verwijderen.
Tekst verbeteren: u kunt wazige letters in het origineel helder en scherp maken.
Gebieden autom. Scheiden: u kunt letters duidelijker en aeeldingen vloeiend maken wanneer u een
document dat aeeldingen bevat in zwart-wit scant.
Kleur verbeteren: u kunt de opgegeven kleur verbeteren voor de gescande aeelding en deze vervolgens
opslaan in grijstinten of in zwart-wit.
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
Gamma: u kunt de gamma (helderheid van het middengebied) voor de gescande aeelding aanpassen.
Drempelwaarde: u kunt de rand aanpassen voor monochroom binair (zwart-wit).
Verscherpen: u kunt de contouren van de aeelding verscherpen of versterken.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt
papier, zoals een
Rand bijkleuren: u kunt de schaduw verwijderen die rond de gescande aeelding is ontstaan.
Dual Image Output (alleen in Windows): u kunt een aeelding één keer scannen en vervolgens
tegelijkertijd opslaan naar twee aeeldingen met verschillende uitvoerinstellingen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
tijdschri,
scant.
aeelding
aanpassen.
64
Gebruikershandleiding
Scannen
6. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG. Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
7. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 38
Foto's of afbeeldingen scannen (Fotomodus)
Met Fotomodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met een breed scala aan functies voor het aanpassen van
aeeldingen
1. Plaats de originelen.
die geschikt zijn voor foto's of
aeeldingen.
Als u meerdere originelen op de glasplaat scant, kunt u deze tegelijkertijd scannen.Zorg ervoor dat er ten minste 20 mm ruimte is tussen de originelen.
65
Gebruikershandleiding
2. Start Epson Scan 2.
3. Selecteer Fotomodus in het menu Modus.
Scannen
4.
Congureer
de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling voor Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat, en de instelling voor Documenttype is vast ingesteld op Reecterend.(Reecterend wordt gebruikt voor originelen die net transparant zijn, zoals gewoon papier en foto's.)Deze instellingen kunt u niet wijzigen.
66
Gebruikershandleiding
Scannen
5. Klik op Vo o rb e e l ds c a n .
Het voorbeeldvenster wordt geopend en de voorbeeldweergaven worden weergegeven als miniatuur.
Opmerking:
Als u een voorbeeld wilt weergeven van het gehele gescande gebied, schakelt u het selectievakje bovenaan het voorbeeldvenster uit.
6.
Bevestig de voorbeeldweergave en congureer indien nodig instellingen voor het aanpassen van de aeelding op het tabblad Geavanceerde instellingen.
umbnail
in de lijst
67
Gebruikershandleiding
Scannen
U kunt de gescande aeelding aanpassen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor foto's of aeeldingen,
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande aeelding aanpassen.
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
zoals de onderstaande.
Verzadiging: u kunt de verzadiging (levendigheid van de kleuren) voor de gescande
Verscherpen: u kunt de contouren van de gescande aeelding verscherpen of versterken.
Kleurherstel: u kunt vaal geworden aeeldingen herstellen door de originele kleuren weer toe te passen.
Tegenlichtcorrectie: u kunt gescande
tegenlicht.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt papier,
zoals een tijdschri, scant.
Stof verwijderen: u kunt stof op de gescande aeelding verwijderen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Aankelijk van het origineel kan de aeelding mogelijk niet goed worden gecorrigeerd.
Wanneer er meerdere miniaturen zijn gemaakt, kunt u de aeeldingskwaliteit voor elke miniatuur
aanpassen.Aankelijk van de aanpassingsitems, kunt u de kwaliteit van meerdere gescande aeeldingen tegelijk aanpassen door meerdere miniaturen te selecteren.
7. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
aeeldingen
helderder maken wanneer deze donker zijn vanwege
aeelding
aanpassen.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG.Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
68
Gebruikershandleiding
Scannen
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
8. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 38
& “Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen” op pagina 39

Scannen met smart-apparaten

Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's en documenten kunt scannen vanaf een smart-apparaat, zoals een smartphone of tablet, dat verbonden is met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer. U kunt gescande gegevens opslaan op een smart-apparaatof een Cloud-service, via e-mail versturen of afdrukken.

Epson iPrint installeren

U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/a

Scannen met Epson iPrint

Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
69
Gebruikershandleiding
Scannen
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
Hiermee opent u het scanscherm.
Geeft het scherm weer waarop u de scaninstellingen kunt congureren zoals de resolutie.
Geeft gescande bestanden weer.
Hiermee start het scannen.
Geeft het scherm weer waarop u gescande gegevens kunt opslaan op een smart device of Cloud-service.
Geeft het scherm weer om gescande gegevens met e-mail te verzenden.
Geeft het scherm weer om gescande gegevens af te drukken.
70
Gebruikershandleiding

Inktpatronen vervangen

Inktpatronen vervangen

Het inktpeil controleren

U kunt het inktpeil controleren via de computer.

Het inktpeil controleren - Windows

1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Inktniveau op het tabblad Hoofdgroep.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, worden de inktniveaus niet weergegeven. Klik op Extra instellingen in het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
“Windows-printerdriver” op pagina 96
&

Het inktniveau controleren — Mac OS

1.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,

Codes van de cartridges

Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert. Informatie over niet-originele inktniveaus kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Hierna volgen de codes van originele Epson-inktpatronen.
71
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Pictogram BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
Aardbei
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
Opmerking:
Niet alle cartridges zijn verkrijgbaar in alle landen.
Inktcartridgecodes kunnen per locatie variëren. Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in uw omgeving.
Gebruikers in Europa kunnen op de volgende website meer informatie vinden over de capaciteit van de Epson-cartridges.
http://www.epson.eu/pageyield
29
29XL
29
*
29XL
*
29
29XL
29
*
29XL
*
Gerelateerde informatie
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 146

Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen

Lees de volgende instructies voordat u inktpatronen vervangt.
Voorzorgsmaatregelen
Bewaar de inktpatronen bij normale kamertemperatuur en houd ze uit de buurt van direct zonlicht.
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Voor de beste resultaten bewaart u inktpatroonverpakkingen met de onderkant naar beneden.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Open de verpakking niet totdat u klaar bent om het inktpatroon in de printer te plaatsen. Het inktpatroon is
vacuüm verpakt om de betrouwbaarheid ervan te garanderen. Als u een inktpatroon lange tijd onverpakt laat voordat u het gebruikt, is normaal afdrukken niet mogelijk.
Zorg dat u de haakjes aan de zijkant van het inktpatroon niet breekt wanneer u het uit de verpakking haalt.
72
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
U moet de gele tape van het inktpatroon verwijderen voordat u het plaatst; anders kan de afdrukkwaliteit
achteruitgaan of kunt u niet afdrukken. Verwijder of scheur het label op het inktpatroon niet; hierdoor kan het gaan lekken.
Verwijder het doorzichtige zegel aan de onderkant van het inktpatroon niet; anders kan het inktpatroon
onbruikbaar worden.
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
Vervang inktpatronen niet met de stroom uitgeschakeld. Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u
de printer beschadigen.
73
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Nadat u het inktpatroon hebt geplaatst, blij het aan/uit-lampje knipperen terwijl de printer inkt laadt. Schakel
de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Zorg ervoor dat er altijd inktpatronen in de printer zijn geplaatst en schakel de printer niet uit tijdens het
vervangen van inktpatronen. Anders droogt de inkt uit die in de spuitkanaaltjes van de printkop kunt u mogelijk niet afdrukken.
Als u een inktpatroon tijdelijk moet verwijderen, zorgt u dat u het inkttoevoergebied beschermt tegen vuil en
stof. Bewaar het inktpatroon op dezelfde plaats als de printer, met de inkttoevoerpoort naar beneden of naar de zijkant. Bewaar inktpatronen niet met de inkttoevoerpoort naar boven. Omdat de inkttoevoerpoort is uitgerust met een klep die is ontworpen om het vrijgeven van een teveel aan inkt tegen te houden, hoe u zelf geen deksel of dop te verschaen.
Bij verwijderde cartridges kan er inkt rondom de inkttoevoer zitten. Wees dus voorzichtig dat er geen inkt in de
omgeving van de cartridge wordt gemorst wanneer de cartridges worden verwijderd.
Deze printer gebruikt inktpatronen die zijn uitgerust met een groene chip die informatie bijhoudt, zoals de
hoeveelheid resterende inkt voor elk inktpatroon. Dit betekent dat zelfs wanneer het inktpatroon uit de printer wordt verwijderd voordat het leeg is, u het inktpatroon nog steeds kunt gebruiken nadat u het weer in de printer plaatst. Er kan echter inkt worden gebruikt wanneer u een inktpatroon terugplaatst om de printerprestaties te garanderen.
achterblij
en
Voor een optimale eciëntie van de inkt verwijdert u een inktpatroon alleen wanneer u het wilt vervangen.
Inktpatronen met een lage inktstatus kunnen niet worden gebruikt wanneer u ze terugplaatst.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
cartridge achter op het moment waarop de printer aangee dat u de cartridge moet vervangen. De opgegeven capaciteiten bevatten deze reserve niet.
De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties
van de printer.
Specicaties voor verbetering.
Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
U kunt de cartridges die bij de printer zijn geleverd, niet ter vervanging gebruiken.
De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten, zoals reiniging van de
printkop, een beetje inkt gebruikt uit alle cartridges. Er kan ook inkt worden gebruikt wanneer u de printer inschakelt.
en uiterlijk van het inktpatroon zijn onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt, aankelijk van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de cartridges die bij de printer zijn geleverd, wordt deels verbruikt bij de installatie van de printer. De
printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen. Bij dit eenmalige proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom wellicht minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
74
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen

Inktcartridges vervangen (wanneer het inktlampje brandt of knippert)

Let op:
!
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
Opmerking:
U kunt doorgaan met afdrukken terwijl het (inkt)lampje
B
knippert. Zorg wel zo snel mogelijk voor nieuwe cartridges.
Als u de cartridges vervangt tijdens het kopiëren, kunnen de originelen verschuiven. Druk op de knop
te annuleren en vervang de originelen.
1. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
2. Verplaats de inktcartridgehouder met de knoppen op de printer.
Opmerking:
Vervang de cartridge die stopt bij het pictogram
cartridges naar het pictogram
telkens wanneer u op de knop y drukt.
. Als er meer opgebruikte cartridges zijn, gaan de desbetreende
y
om het kopiëren
Als het lampje B brandt (een of meer inktpatronen zijn leeg)
y
Druk op de knop vervangen. Ga naar de volgende stap.
. De cartridgehouder gaat naar het pictogram . U kunt cartridges in deze positie niet
75
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Als het lampje B brandt (een of meer inktpatronen zijn bijna leeg)
y
Houd de knop deze positie niet vervangen. Ga naar de volgende stap.
Opmerking:
Als u het vervangen van cartridges wilt annuleren, laat u de cartridges gewoon zitten en zet u de printer uit.
3.
Druk opnieuw op de knop
De cartridgehouder gaat naar het vervangingspositie.
ingedrukt totdat de inktcartridgehouder naar het pictogram gaat. U kunt cartridges in
y
.
4. Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt. Wanneer u de kleurencartridges wilt vervangen, haalt u de nieuwe cartridges uit de verpakking zonder eerst te schudden.
Belangrijk:
c
Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
76
Gebruikershandleiding
5. Verwijder alleen de gele tape.
Inktpatronen vervangen
Belangrijk:
c
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
6. Druk op het lipje van het inktpatroon en trek het naar boven. Trek er hard aan als u het inktpatroon niet kan verwijderen.
77
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
7. Plaats het nieuwe inktpatroon en druk het stevig naar beneden.
8. Sluit de scannereenheid.
9. Druk op de knop y.
Het laden van de inkt start.
Belangrijk:
c
Nadat u het inktpatroon hebt geplaatst, blij het aan/uit-lampje knipperen terwijl de printer inkt laadt. Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Het laden duurt ongeveer twee minuten. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Opmerking:
Als het lampje
Gerelateerde informatie
& “Codes van de cartridges” op pagina 71 & “Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen” op pagina 72
B
niet doo, moet u de cartridge verwijderen en opnieuw installeren.
78
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen

Inktcartridges vervangen (wanneer het inktlampje uit is)

U kunt cartridges ook vervangen als er nog inkt in zit.
Let op:
!
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
1. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
2. Houd de knop y ingedrukt totdat de inktcartridgehouder begint te bewegen.
De cartridgehouder gaat naar het vervangingspositie.
Opmerking:
Als u het vervangen van cartridges wilt annuleren, laat u de cartridges gewoon zitten en zet u de printer uit.
79
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
3. Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt. Wanneer u de kleurencartridges wilt vervangen, haalt u de nieuwe cartridges uit de verpakking zonder eerst te schudden.
Belangrijk:
c
Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
Verwijder alleen de gele tape.
4.
80
Gebruikershandleiding
Belangrijk:
c
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
Inktpatronen vervangen
5. Druk op het lipje van het inktpatroon en trek het naar boven. Trek er hard aan als u de inktcartridge niet kunt verwijderen
6.
Plaats het nieuwe inktpatroon en druk het stevig naar beneden.
81
Gebruikershandleiding
7. Sluit de scannereenheid.
Inktpatronen vervangen
8. Druk op de knop y.
Het laden van de inkt start.
Belangrijk:
c
Nadat u het inktpatroon hebt geplaatst, blij het aan/uit-lampje knipperen terwijl de printer inkt laadt. Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Het laden duurt ongeveer twee minuten. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Opmerking:
Als het lampje
Gerelateerde informatie
& “Codes van de cartridges” op pagina 71 & “Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen” op pagina 72

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken

Wanneer de kleureninkt op is maar u nog wel gewone zwarte inkt hebt, kunt u (bij het afdrukken vanaf de computer) nog korte tijd verder afdrukken met alleen zwarte inkt door de volgende instellingen te gebruiken.
B
niet doo, moet u de cartridge verwijderen en opnieuw installeren.
Type papier: Gewoon papier, Enveloppe
Kleur: Grijswaarden
Randloos: niet geselecteerd
EPSON Status Monitor 3: ingeschakeld (alleen voor Windows)
Aangezien deze functie slechts ca. vijf dagen beschikbaar is, moet u de lege cartridge zo snel mogelijk vervangen.
82
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De beschikbare periode varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows

1. Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken.
83
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
2. Open het venster van de printerdriver.
3. Schakel Randloos uit op het tabblad Hoofdgroep.
4. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Papiertype op het tabblad Hoofdgroep tab.
5. Selecteer Grijswaarden.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
8. Klik op Afdrukken in zwart-wit in het venster dat wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 40

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS

Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken via een netwerk, gebruik dan Bonjour voor de verbinding.
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Annuleer de taak.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma).
4. Selecteer Aan voor Tijdelijk afdrukken in zwart-wit.
5. Open het afdrukdialoogvenster.
6. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
7. Selecteer een papierformaat (randloze formaten uitgezonderd) bij Papierformaat.
8. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Afdrukmateriaal.
9. Selecteer Grijswaarden.
10.
Geef naar wens nog meer instellingen op.
11. Klik op Druk af.
84
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken annuleren” op pagina 59 & “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 41

Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op is (uitsluitend voor Windows)

Wanneer de zwarte inkt bijna op is, maar er nog genoeg kleureninkt is, kunt u een mengsel van kleureninkten gebruiken om zwart te maken. U kunt verder afdrukken terwijl u een vervangende cartridge met zwarte inkt klaarzet.
Deze functie is alleen beschikbaar als u de volgende instellingen in de printerdriver selecteert.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld
Opmerking: Is EPSON Status Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Samengesteld zwart zit er iets anders uit dan zuiver zwart. Daarnaast daalt de afdruksnelheid.
Er wordt ook zwarte inkt verbruikt om de kwaliteit van de printkop te handhaven.
Opties Beschrijving
Ja Kies ervoor een mengsel van kleureninkt te gebruiken om zwarte inkt te maken. Dit venster
wordt weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Nee Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt
weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Deze functie uitschakelen Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt niet
weergegeven, totdat u de zwarte-inktcartridge vervangt en deze opnieuw bijna leeg is.
85
Gebruikershandleiding

De printer onderhouden

De printer onderhouden

De printkop controleren en reinigen

Als de spuitkanaaltjes verstopt zitten, worden de afdrukken vaag, en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Is dit zo, reinig dan de printkop.
Belangrijk:
c
Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Omdat bij reiniging van de printkop wat inkt wordt gebruikt, moet u de kop alleen reinigen als de kwaliteit
verslechtert.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd. U moet dan eerst de cartridge
vervangen.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na vier herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging moet u ten
minste zes uren wachten zonder afdrukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. We raden u aan om de printer uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.

De printkop controleren en schoonmaken — knoppen op printer

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Druk op de knop
3.
Zet de printer aan terwijl u de knop uit-lampje knippert.
Het testpatroon wordt afgedrukt.
Opmerking:
Het kan enige tijd duren voordat het afdrukken van het testpatroon wordt gestart.
P
om de printer uit te zetten.
y
ingedrukt houdt en laat de knoppen vervolgens los wanneer het aan/
86
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
4. Bekijk het afgedrukte patroon goed.Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in het patroon "NG", kan de printkop verstopt zijn.Ga naar de volgende stap.Als u geen ontbrekende segmenten of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de spuitkanaaltjes niet verstopt.Het is niet nodig om printkopreiniging uit te voeren.
5. Houd de knop y drie seconden ingedrukt tot het aan-uitlampje begint te knipperen.
Het reinigen van de printkop begint.
Opmerking:
Het kan enige tijd duren voordat het reinigen van de printkop wordt gestart.
6. Druk opnieuw een spuitkanaaltjespatroon af wanneer het aan-uitlampje ophoudt met knipperen.Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34

De printkop controleren en schoonmaken - Windows

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2.
Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Spuitkanaaltjes controleren op het tabblad Hulpprogramma's.
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
“Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34
& & “Windows-printerdriver” op pagina 96

De printkop controleren en reinigen — Mac OS

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
87
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4. Klik op Spuitkanaaltjes controleren.
5. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34

De printkop uitlijnen

Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.

De printkop uitlijnen — Windows

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2.
Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Printkop uitlijnen op het tabblad Hulpprogramma's.
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34 & “Windows-printerdriver” op pagina 96

De printkop uitlijnen — Mac OS

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4. Klik op Printkop uitlijnen.
5.
Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 34
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
88
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden

Het papiertraject reinigen

Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
Belangrijk:
c
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten met stof.
1.
Zorg ervoor dat de scannerglasplaat en het documentdeksel vrij zijn van stof en vlekken.
2. Laad gewoon A4-papier in de printer.
3. Begin met kopiëren zonder een origineel op de scannerglasplaat te plaatsen.
Het papier wordt uit de printer geworpen.
4. Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten.
Gerelateerde informatie
&
“Normaal kopiëren” op pagina 61

De Scannerglasplaat reinigen

Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
Belangrijk:
c
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1.
Open het documentdeksel.
89
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
Belangrijk:
c
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.

Het doorschijnende folie reinigen

Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u de printkop hebt uitgelijnd of de papierbaan hebt gereinigd, is de doorschijnende folie in de printer mogelijk vervuild.
Benodigde items:
Wattenstaaes (meerdere)
Water met een paar druppels schoonmaakmiddel (2 tot 3 druppels schoonmaakmiddel in een 1/4 kop
kraanwater)
Lamp om op vlekken te controleren
Belangrijk:
c
Gebruik geen andere reinigingsvloeistof dan water met enkele druppels schoonmaakmiddel.
1.
Druk op
2. Open de scannereenheid.
P
om de printer uit te zetten.
90
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
3. Controleer of zich op de doorschijnende folie vlekken bevinden.Vlekken zijn gemakkelijker te zien als u een lamp gebruikt.
Als zich op de doorschijnende folie (A) vlekken bevinden (bijvoorbeeld vingerafdrukken of vet), gaat u verder met de volgende stap.
A: Doorschijnende folie
B: Rail
Belangrijk:
c
Raak de rail (B) niet aan.Anders kunt u mogelijk niet meer afdrukken.Veeg het vet niet van de rail. Dit is nodig voor een correcte werking.
4.
Bevochtig een wattenstaae met wat water met een paar druppels schoonmaakmiddel (zorg ervoor dat er geen water vanaf drupt) en veeg de vlek weg.
91
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
Belangrijk:
c
Veeg de vlek voorzichtig weg.Als u te hard op het wattenstaae drukt, kunnen de veren van de folie verschuiven en kan de printer beschadigd raken.
5. Gebruik een nieuw, droog wattenstaae om de folie schoon te vegen.
Belangrijk:
c
Laat geen vezels achter op de folie.
Opmerking:
Gebruik regelmatig een nieuw wattenstaae om te voorkomen dat u het vuil naar andere plekken verspreidt.
6. Herhaal stap 4 en 5 totdat de folie schoon is.
7. Controleer de folie op vlekken.

Stroom besparen

De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.

Stroom besparen - Windows

1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Printer- en optie-informatie op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op Ve rz e n de n . Als de printer automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij Uitschakeltimer en klikt u op Verzenden.
4. Klik op OK.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 96

Stroom besparen — Mac OS

1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op Printerinstellingen.
92
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
4. Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op Toepassen.Als de printer automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij Uitschakeltimer en klikt u op To e p as s e n .
93
Gebruikershandleiding

Netwerkservice en softwareinformatie

Netwerkservice en softwareinformatie
In dit deel maakt u kennis met de netwerkservices en sowareproducten die beschikbaar zijn voor uw printer via de Epson-website of de meegeleverde sowareschijf.

De service van Epson Connect

Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en praktisch overal afdrukken.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Email Print Epson iPrint afdrukken
op afstand
✓✓ –
Scan to Cloud Remote Print Driver
Raadpleeg de portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Web Cong
We b smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen. Verbind de printer en de computer of het smart device met hetzelfde netwerk om Web Cong te gebruiken.
Opmerking:
De volgende browsers worden ondersteund.
Windows XP of later
is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of
Cong
Besturingssysteem Browser
Internet Explorer 8 of later, Firefox
*
, Chrome
*
Mac OS X v10.6.8 of later
*
iOS
Android 2.3 of later Standaard browser
Chrome OS
* Gebruik de laatste versie.
*
*
Safari
, Firefox*, Chrome
*
Safari
Standaard browser
94
*
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
Web Cong uitvoeren op een browser
1. Controleer het IP-adres van de printer.
Druk gedurende ten minste 10 seconden op de knop controleer vervolgens het IP-adres van de printer.
2.
Start een browser op een computer of smart device en voer dan het IP-adres van de printer in.
Formaat:
IPv4: http://het IP-adres van de printer/
IPv6: http://[het IP-adres van de printer]/
Vo or b e el de n:
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Opmerking:
Met het smart-apparaat kunt u Web Cong ook uitvoeren via het onderhoudsscherm op Epson iPrint.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken met Epson iPrint” op pagina 58
om het netwerkstatusblad af te drukken en
Web Cong uitvoeren op Windows
Volg de onderstaande stappen om Web Cong uit te voeren als u een computer aansluit op de printer met WSD.
1. Ga naar het scherm Apparaten en printers in Windows.
Win d o w s 10
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden (of Hardware).
Win d o w s 7
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden.
Win d o w s Vis ta
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
2. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad We bs e r v i ce en klik op de URL.
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in
95
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
Web Cong uitvoeren op Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2.
Klik op Opties en toebehoren> Toon webpagina printer.

Windows-printerdriver

Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen op te geven in de printerdriver krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor de printerdriver kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Opmerking: U kunt de taal van de printerdriver naar wens instellen. Selecteer de gewenste taal bij Ta al op het tabblad Hulpprogramma's.
De printerdriver openen vanuit een toepassing
Als u instellingen wilt opgeven die alleen moeten gelden voor de toepassing waarmee u aan het werk bent, opent u de printerdriver vanuit de toepassing in kwestie.
Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer en klik vervolgens op Vo o rk e u re n of Eigenschappen.
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
De printerdriver openen via het bedieningspaneel
Wilt u instellingen congureren voor alle toepassingen, dan kunt u dit via het bedieningspaneel doen.
Wi n do w s 1 0
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Wi n do w s 7
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows Vista
Klik op de knop Start, selecteer rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen selecteren.
Wi n do w s X P
Klik op de knop Start, selecteer
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Conguratiescherm
Conguratiescherm
> Printers in Hardware en geluiden. Klik met de
> Printers en andere hardware > Printers en
96
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel de printerdriver kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt, kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van de printerdriver, klik op
Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram registreren op taakbalk.
De toepassing starten
Open het venster van de printerdriver. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.

Uitleg bij de printerdriver voor Windows

De printerdriver voor Windows hee een Help-functie. Als u uitleg over de instellingen wilt weergeven, klik dan met de rechtermuisknop op de instelling en klik vervolgens op Help.
Het tabblad Hoofdgroep
Hier kunt u basisinstellingen opgeven voor het afdrukken, zoals het papiertype of papierformaat.
U kunt ook instellingen opgeven voor het afdrukken op beide zijden van het papier of het afdrukken van meerdere pagina's op één vel papier.
97
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
Het tabblad Meer opties
Hier kunt u extra opties voor de lay-out en het afdrukken opgeven, zoals het formaat van de afdruk of kleurcorrecties.
98
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
Het tabblad Hulpprogramma's
U kunt onderhoudsfuncties uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status Monitor 3 te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Bedieningsinstellingen voor Windows-printerdriver
U kunt instellingen congureren zoals het inschakelen van EPSON Status Monitor 3.
1.
Open het venster van de printerdriver.
2.
Klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Congureer de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 96
congureren

Mac OS-printerstuurprogramma

Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing.Door instellingen op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat.Met het hulpprogramma voor het printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
99
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Klik op Pagina-instelling of Afdrukken in het menu File van uw toepassing.Klik indien nodig op To o n de ta il s (of
d
) om het afdrukvenster te vergroten.
Opmerking:
Aankelijk van de toepassing die wordt gebruikt, wordt Pagina-instelling mogelijk niet weergegeven in het menu Bestand en kunnen de bewerkingen voor het weergeven van het afdrukscherm verschillen.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
De toepassing starten
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.

Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS

Afdrukvenster
Met het snelmenu in het midden van het scherm kunt u meer items weergeven.
Snelmenu Beschrijving
Lay-out Hiermee kunt u een lay-out selecteren voor het afdrukken van meerdere pagina's op één vel of
aangeven dat u een rand wilt afdrukken.
Kleuren aanpassen Hiermee kunt u de kleuren aanpassen.
Papierafhandeling U kunt de afdruktaak groter of kleiner maken en automatisch aanpassen aan het
papierformaat dat u hebt geladen.
Voorblad
U kunt een voorblad selecteren voor uw documenten.Selecteer Type voorbla d om de inhoud in te stellen die op het voorblad moet worden afgedrukt.
100
Loading...