EPSON XP-257 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NPD5907-00 NL
Gebruikershandleiding

Copyright

Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson­product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
toestemming van Seiko Epson
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2017 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd.
2
Gebruikershandleiding

Handelsmerken

Handelsmerken
EPSON® is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Leer
Microso
Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple
Inc., registered in the U.S. and other countries.
Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, and Android are trademarks of Google Inc.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Intel
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
, Windows®, and Windows Vista® are registered trademarks of Microso Corporation.
®
is a registered trademark of Intel Corporation.
®
3
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Referenties voor besturingssystemen.............9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................10
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 11
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 11
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 12
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........12
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............13
Bedieningspaneel..........................15
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................17
Wi-Fi-verbinding........................17
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................17
Een computer verbinden.................... 18
Een smart device verbinden..................19
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 19
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................20
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................21
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding
(eenvoudig toegangspunt) congureren....... 22
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 23
De netwerkstatus controleren met het
netwerklampje..........................23
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 24
Een netwerkstatusvel afdrukken.............30
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........30
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................30
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................31
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 32
Beschikbaar papier en capaciteit...............33
Lijst met papiertypes.....................34
Papier laden in de Papiertoevoer achter..........34
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen.................................39
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer................40
Basisprincipes van printer — Windows. . . . . . . . 40
Basisprincipes — Mac OS..................41
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows). . 44
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 45
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 46
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 48
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows). . 49
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................55
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . . 57
Afdrukken met Smart Devices................58
Epson iPrint gebruiken....................58
Afdrukken annuleren.......................59
Afdrukken annuleren — Printertoets......... 60
Afdrukken annuleren - Windows............ 60
Afdrukken annuleren — Mac OS............60
Kopiëren
Normaal kopiëren.........................61
Meerdere kopieën maken....................61
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............62
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Scannen vanaf een computer................. 62
Scannen met Epson Scan 2.................62
Scannen met smart-apparaten................ 69
Epson iPrint installeren...................69
Scannen met Epson iPrint................. 69
Inktpatronen vervangen
Het inktpeil controleren.....................71
Het inktpeil controleren - Windows...........71
Het inktniveau controleren — Mac OS........71
Codes van de cartridges.....................71
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen........72
Inktcartridges vervangen (wanneer het
inktlampje brandt of knippert)................75
Inktcartridges vervangen (wanneer het
inktlampje uit is)..........................79
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken.............82
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows. . 83 Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. . 84
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows).................85
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen............86
De printkop controleren en schoonmaken —
knoppen op printer......................86
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows..............................87
De printkop controleren en reinigen — Mac OS. .87
De printkop uitlijnen.......................88
De printkop uitlijnen — Windows............88
De printkop uitlijnen — Mac OS.............88
Het papiertraject reinigen....................89
De Scannerglasplaat reinigen.................89
Het doorschijnende folie reinigen..............90
Stroom besparen..........................92
Stroom besparen - Windows................92
Stroom besparen — Mac OS................92
Netwerkservice en softwareinformatie
De service van Epson Connect................94
Web Cong..............................94
Web Cong uitvoeren op een browser.........95
Web Cong uitvoeren op Windows...........95
Web Cong uitvoeren op Mac OS............96
Windows-printerdriver......................96
Uitleg bij de printerdriver voor Windows.......97
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver congureren.................99
Mac OS-printerstuurprogramma.............. 99
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................100
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 102
Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)........102
Epson Event Manager......................103
Epson Easy Photo Print.................... 103
E-Web Print (alleen voor Windows)........... 104
Easy Photo Scan..........................104
EPSON Soware Updater. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Toepassingen verwijderen...................105
Toepassingen verwijderen - Windows. . . . . . . . 105
Toepassingen verwijderen — Mac OS. . . . . . . . 106
Toepassingen installeren....................107
Toepassingen en rmware bijwerken...........107
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................109
De foutindicatoren op de printer controleren. . .109
De printerstatus controleren - Windows. . . . . . .111
De printerstatus controleren — Mac OS. . . . . . 111
Vastgelopen papier verwijderen...............111
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................112
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade
verwijderen...........................112
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................112
Papier wordt niet goed ingevoerd.............114
Papier loopt vast........................114
Papier wordt schuin ingevoerd.............115
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................115
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................115
De stroom wordt niet ingeschakeld..........115
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 115
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 115
De verbinding controleren (USB)...........115
De verbinding controleren (netwerk).........116
De soware en gegevens controleren.........117
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................119
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................120
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................120
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 120
U kunt geen verbinding maken via Wi-Fi
Direct (eenvoudig toegangspunt)........... 122
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................123
De SSID voor de computer controleren.......124
Afdrukproblemen........................ 125
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 125 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .125 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........125
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 126
Afdrukkwaliteit is slecht..................126
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........127
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............128
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 128
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 128
Kan niet afdrukken zonder marges..........129
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken..................... 129
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 129
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 129
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 130
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .130
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................130
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde aeelding De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................130
Het probleem kon niet worden opgelost. . . . . . .131
Overige afdrukproblemen...................131
Afdrukken verloopt te traag...............131
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................131
Kan niet beginnen met scannen.............. 132
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .132
Problemen met gescande aeeldingen......... 133
............................130
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................133
De aeeldingskwaliteit is ruw..............133
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 133
De tekst is onscherp.....................134
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 134
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 134
Kan geen voorbeeld weergeven in umbnail. . 135 Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............135
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 135
Andere scanproblemen.....................136
Scannen verloopt te traag.................136
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 136
Overige problemen........................137
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 137
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 137
Soware
(alleen Windows).......................137
wordt geblokkeerd door een
rewall
Bijlage
Technische specicaties.................... 138
Printer specicaties..................... 138
Scannerspecicaties.....................139
Interface-specicaties....................139
Lijst met netwerkfuncties.................140
Wi-Fi-specicaties......................140
Beveiligingsprotocol.....................141
Ondersteunde services van derden.......... 141
Dimensies............................141
Elektrische specicaties.................. 141
Omgevingsspecicaties...................142
Systeemvereisten....................... 142
Regelgevingsinformatie.................... 142
Normen en goedkeuringen voor Europees
model...............................142
Beperkingen op het kopiëren.............. 143
De printer vervoeren...................... 143
Hulp vragen.............................146
Technische ondersteuning (website)......... 146
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................146
6
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Raadpleeg naast de handleidingen, ook de Help in de verschillende Epson-sowaretoepassingen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “EPSON Soware Updater” op pagina 105

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
7
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n dow s: h ou d de Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voor be eld : 20 -2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
hetzelfde.
blij

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n dow s® 10 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 7 besturingssysteem
®
Wi n dow s Vi s ta® besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
9
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
10
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
P
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u de netwerkinstellingen die in het
printergeheugen zijn opgeslagen wissen door de printer aan te zetten met de knop bedieningspaneel ingedrukt houdt.
terwijl u de knop op het
12
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Zijgeleider Zorgen ervoor dat het papier recht in de printer wordt
A
ingevoerd. Schuif ze naar de randen van het papier.
Papiertoevoer achter Laadt papier.
B
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
C
Invoerbescherming Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer
D
terechtkomen. Laat deze bescherming over het algemeen dicht.
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
E
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
F
13
Gebruikershandleiding
Steun van scannereenheid Ondersteuning voor de scannereenheid.
A
Cartridgehouder Installeer de cartridges. Aan de onderkant komt inkt uit
B
Basisprincipes van printer
de spuitkanaaltjes van de printkop.
C
A
Documentdeksel Houdt het licht van buitenaf tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Scannereenheid Scant de originelen die u hebt geplaatst. Open dit om
C
B
cartridges te vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
A
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
A
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met
B
B
een computer.
14
Gebruikershandleiding

Bedieningspaneel

D
AB G
C
EF
Basisprincipes van printer
A
B
C
D
H
Het linker- en rechterlampje geven de netwerkstatus aan.
(Groen lampje — links): gaat branden wanneer de printer is verbonden met een
draadloos netwerk (Wi-Fi) of knippert wanneer er communicatie plaatsvindt.
(Oranje lampje — rechts): gaat branden wanneer de printer is verbonden met een draadloos netwerk (Wi-Fi) in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt), of knippert wanneer er communicatie plaatsvindt.
De lampjes knipperen afwisselend of tegelijk tijdens het initialiseren of opgeven van netwerkinstellingen.
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Niet uitschakelen zolang het aan/uit-lampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Wanneer er een netwerkfout optreedt, drukt u op deze knop om de fout te annuleren. Houd deze knop langer dan drie seconden ingedrukt om Wi-Fi automatisch in te stellen met de WPS­drukknop.
Drukt een netwerkverbindingsrapport af waarin u de oorzaak kunt achterhalen van problemen die u mogelijk ervaart tijdens het gebruik van de printer in een netwerk. Als u gedetailleerdere netwerkinstellingen en verbindingsstatus nodig hebt, houdt u deze knop gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt om een netwerkstatusrapport af te drukken.
I
E
F
G
H
I
Hiermee start u het kopiëren in zwart-wit op gewoon A4-papier. Druk met tussenpozen van 1 seconde op deze knop om het aantal exemplaren te verhogen (tot 20 exemplaren).
Hiermee start u het kopiëren in kleur op gewoon A4-papier. Druk met tussenpozen van 1 seconde op deze knop om het aantal exemplaren te verhogen (tot 20 exemplaren).
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
Houd deze knop drie seconden ingedrukt tot de knop uit te voeren.
Wanneer het lampje Wanneer het lampje
inktcartridgehouder begint te bewegen om de cartridge te vervangen.
Gaat branden of knipperen wanneer het papier op is of een papierstoring optreedt.
Gaat branden wanneer een cartridgefout optreedt (bijvoorbeeld omdat de cartridge moet worden vervangen). Knippert wanneer de inkt bijna op is.
B
begint te branden, drukt u op deze knop om de cartridges te vervangen.
B
knippert of dooft, houdt u deze knop zes seconden ingedrukt totdat de
P
knippert om een printkopreiniging
15
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Er zijn meer functies beschikbaar met andere combinaties van knoppen.
+ Druk de knop en tegelijk in om software te starten op een computer die via USB
is aangesloten en iets te scannen als PDF-bestand.
+
+ Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend
+ Zet de printer aan met de knop ingedrukt om de standaardinstellingen voor het netwerk
+
Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen om het instellen via pincode (WPS) te starten.
knipperen om het instellen via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) te starten.
te herstellen. Wanneer de netwerkinstellingen zijn hersteld, wordt de printer ingeschakeld en knipperen de netwerkstatuslampjes oranje en groen.
Zet de printer aan met de knop y ingedrukt om het testpatroon af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “De foutindicatoren op de printer controleren” op pagina 109 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 21 & “De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel” op pagina 31
16
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 18 & “Een smart device verbinden” op pagina 19 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 19

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
17
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad­hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 22

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
18
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 20 & “Wi-Fi-instellingen
congureren
gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
hee
via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 21
19
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 22
Wi-Fi-instellingen
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken.Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.
1.
Houd de knop [WPS] op het toegangspunt ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.
congureren
via de drukknopinstelling
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
2. Druk op de knop
Het instellen van de verbinding begint.Het lampje
Opmerking:
De printer is in een verbindingsfoutstatus wanneer het lampje knippert.Nadat u de printerfout hebt opgelost door te drukken op de knop opnieuw, waarna u het toegangspunt dichter bij de printer zet en het nog een keer probeert.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
op de printer tot de lampjes en afwisselend branden (circa 3 seconden).
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
uit is en het lampje tegelijkertijd
op de printer, start u het toegangspunt
raadpleeg dan de
hee,
20
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 23 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 120
Wi-Fi-instellingen
U kunt verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode die staat afgedrukt op het netwerkstatusvel.U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt.Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.
1.
Papier laden.
2. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
Opmerking:
Wanneer u de knop pincode wordt niet in dit rapport afgedrukt.
3. Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
4. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die in de kolom [WPS-PIN Code] van het netwerkstatusvel wordt weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Het lampje
op de printer gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt.
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
congureren
binnen 10 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.Let op: de
via de pincode-instelling (WPS)
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
De printer is in een verbindingsfoutstatus wanneer het lampje
knippert.Nadat u de printerfout hebt opgelost door te drukken op de knop toegangspunt opnieuw, waarna u het toegangspunt dichter bij de printer zet en het nog een keer probeert.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 30 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 23 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 120
uit is en het lampje tegelijkertijd
op de printer, start u het
21
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met andere apparaten.De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Belangrijk:
congureren
c
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats.Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld.Maak vanuit de computer of het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
1. Houd de knop ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
Wacht totdat het proces is voltooid.
Het lampje
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
2. Papier laden.
3. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.U kunt de SSID en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) op dit vel controleren.
Opmerking:
Wanneer u de knop rekening mee dat de SSID en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) niet in dit rapport worden afgedrukt.
op de printer gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt.
binnen 10 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.Houd er
22
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
4. Selecteer op het netwerkverbindingsscherm van de computer of het Wi-Fi-scherm van het smart device dezelfde SSID die op het netwerkstatusvel wordt weergegeven om verbinding te maken.
5. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het netwerkstatusvel.
U kunt de status van Wi-Fi Direct controleren op het netwerkstatusvel.
Opmerking: Als u verbinding maakt vanaf een smart device met Wi-Fi Direct-verbinding (voor Android)
Als u verbinding maakt met behulp van een Android-apparaat en verbinding maakt met de printer via Wi-Fi Direct,
knipperen de lampjes
Druk op de knop
Druk op de knop
Zie voor meer informatie Tips op de volgende website.
http://epson.sn > Ondersteuning
Gerelateerde informatie
“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 30
&
“De netwerkstatus controleren met het netwerklampje” op pagina 23
&
“U kunt geen verbinding maken via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)” op pagina 122
&
en op de printer tegelijkertijd.
om het verbindingsverzoek goed te keuren.
om het verbindingsverzoek te weigeren.

De status van de netwerkverbinding controleren

De netwerkstatus controleren met het netwerklampje

U kunt de netwerkverbindingsstatus controleren met het netwerklampje op het bedieningspaneel van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Bedieningspaneel” op pagina 15
23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Een netwerkverbindingsrapport afdrukken

U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te controleren.
1. Papier laden.
2. Druk op de knop
Het netwerkverbindingsrapport wordt afgedrukt.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 24
.
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 25
24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
& “E-2, E-3, E-7” op pagina 25 & “E-5” op pagina 26 & “E-6” op pagina 26 & “E-8” op pagina 27 & “E-9” op pagina 27 & “E-10” op pagina 28 & “E-11” op pagina 28 & “E-12” op pagina 28 & “E-13” op pagina 29 & “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 29
E-1
Bericht:
Controleer of de netwerkkabel is aangesloten en of uw netwerkapparaten (een hub, router of toegangspunt bijvoorbeeld) aanstaan.
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
congureert
u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
E-2, E-3, E-7
Bericht:
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de router of het toegangspunt aan- staat en of het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld op de computer die u wilt gebruiken. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
De ingevoerde beveiligingssleutel of het wachtwoord stemt niet overeen met de sleutel of het wachtwoord van de router of het toegangspunt. Controleer sleutel of wachtwoord. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Controleer of de computer of het apparaat correct is verbonden met het toegangspunt.
Schakel het toegangspunt uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Plaats de printer dichter bij het toegangspunt en verwijder eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer het SSID-adres in
het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als een toegangspunt meerdere SSID’s hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID een
niet-ondersteunde frequentie gebruikt, wordt deze door de printer niet weergegeven.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Als u drukknopinstellingen gebruikt om een netwerkverbinding in te stellen, controleert u of het toegangspunt
WPS ondersteunt. U kunt drukknopinstelling niet gebruiken als uw toegangspunt WPS niet ondersteunt.
Controleer of de SSID alleen bestaat uit ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen). De printer kan geen
SSID weergeven die niet-ASCII-tekens bevat.
Zorg ervoor dat u de SSID en het wachtwoord weet voordat u verbinding maakt met het toegangspunt. Als u
een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label van het toegangspunt vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met degene die het toegangspunt hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
Als u verbinding maakt met een SSID die is gegenereerd via tethering op een smart device, controleert u de
SSID en het wachtwoord in de documentatie die is meegeleverd met het smart device.
Als de Wi-Fi-verbinding plotseling wordt verbroken, controleert u de onderstaande omstandigheden. Als een
van deze omstandigheden van toepassing is, herstelt u de netwerkinstellingen door de soware van de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device aan het netwerk toegevoegd met de drukknopinstallatie.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan drukknopinstallatie.
E-5
Bericht:
De beveiligingsmodus (bijvoorbeeld WEP of WPA) stemt niet overeen met de huidige instelling van de printer. Controleer de beveiligingsmodus. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van het toegangspunt is ingesteld op een van de volgende opties.Als dat niet het geval is, wijzigt u het beveiligingstype op het toegangspunt en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP 64-bits (40-bits)
WEP 128-bits (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
WPA2 PSK (TKIP/AES)
WPA (TKIP/AES)
*
*
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK is ook bekend als WPA Personal.WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
E-6
Bericht:
Mogelijk wordt toegangspunt, zoals een voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
gelterd
op het MAC-adres van de printer. Controleer of er beperkingen gelden voor uw router of MAC-adreslter.
Zie de documentatie van de router of het toegangspunt of informeer
26
Gebruikershandleiding
Oplossingen:
Netwerkinstellingen
Controleer of MAC
printer zodat het niet wordt gelterd.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor details.U kunt het MAC-adres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als het toegangspunt gedeelde
vericatiesleutel en index correct zijn.
Als het aantal apparaten dat u op het toegangspunt kunt aansluiten lager is dan het aantal netwerkapparaten dat
u wilt verbinden, congureert u instellingen op het toegangspunt om het aantal aansluitbare apparaten te vergroten.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt om de instellingen te congureren.
-adresltering
is uitgeschakeld.Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
vericatie
gebruikt met WEP-beveiliging, moet u ervoor zorgen dat de
E-8
Bericht:
Er is een onjuist IP-adres toegewezen aan de printer. Controleer de instellingen voor het IP-adres van het netwerkapparaat (hub, router of toegangspunt). Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Schakel DHCP in op het toegangspunt als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch.
Als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig
instelt ongeldig omdat het buiten bereik is (bijvoorbeeld: 0.0.0.0).Stel een geldig IP-adres in op het bedieningspaneel van de printer of via Web
Cong
.
E-9
Bericht:
Controleer de verbinding en netwerkinstellingen van de computer of andere apparatuur. Verbinding maken met EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.Herstel vervolgens de netwerkinstellingen door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
E-10
Bericht:
Controleer IP-adres, subnetmasker en standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als dit onjuist is.U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u de instelling IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch.Als u het IP­adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen.Stel het subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als u hiermee nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
E-11
Bericht:
Instellen niet voltooid. Controleer de standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct wanneer u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in.U kunt het standaard gatewayadres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
E-12
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -Het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway-instelling moeten goed zijn ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Congureer de netwerkinstellingen opnieuw met behulp van het installatieprogramma.U kunt dit uitvoeren
vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
E-13
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -De verbinding en de netwerkinstellingen van de computer of andere apparatuur moeten goed zijn. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een toegangspunt, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven.(Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Congureer met behulp van het installatieprogramma netwerkinstellingen op de computer die met hetzelfde
netwerk is verbonden als de printer.U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID) gedetecteerd die overeenstemmen met de ingevoerde netwerknaam (SSID). Controleer de netwerknaam (SSID).
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere toegangspunten. Controleer de instellingen van de toegangspunten en wijzig de SSID.
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Bericht Oplossing
De Wi-Fi-omgeving moet worden verbeterd. Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Als de verbinding niet verbetert, raadpleegt u de documentatie voor de draadloze router.
*Er kunnen niet meer apparaten aangesloten worden. Verwijder een van de apparaten als u een ander wilt toevoegen.
Nadat u de printer dichter bij het toegangspunt hebt geplaatst en eventuele obstakels hebt verwijderd, schakelt u het toegangspunt uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is meegeleverd.
Computers en smart devices die tegelijkertijd kunnen worden verbonden, worden in de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) volledig verbonden. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken. U kunt het aantal draadloos verbonden apparaten dat tegelijkertijd kan worden verbonden en het aantal daadwerkelijk verbonden apparaten controleren op het netwerkstatusblad of het bedieningspaneel van de printer.

Een netwerkstatusvel afdrukken

U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
op het bedieningspaneel van de printer gedurende ten minste 10 seconden ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u de knop
binnen 10 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.

Toegangspunten vervangen of toevoegen

Als de SSID verandert doordat een toegangspunt wordt vervangen, of als een toegangspunt wordt toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, stelt u de Wi-Fi-instellingen opnieuw in.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 30

De verbindingsmethode met een computer wijzigen

Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de
soware-cd
(alleen voor modellen die worden geleverd met een
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
30
soware-cd
en gebruikers die
Loading...
+ 116 hidden pages