DELONGHI PAC EX130 User Manual [nl]

Page 1
W SERIES
CONDIZIONATORE
ACQUA/ARIA
WATER/A
IR AIR CONDITIONER
CLIMATISEUR EAU-AIR
KLIMAGERÄT MIT WASSERLUFT-SYSTEM
C
LIMATIZADOR AGUA/AIRE
AR CONDICIONADO ÁGUA/AR
§πª∞∆π™∆π∫√ ¡∂ƒ√À/∂ƒ∞
ää
ééççÑÑààññààééççÖÖêêÇÇééÑÑÄÄ//ÇÇééááÑÑììïï
V
ÍZ-LEVEGŐ
ÜZEMELÉSŰ LÉGKONDICIONÁLÓ
K
LIMATIZÁTOR VODA/VZDUCH
KLIMATYZATOR NA WOD¢/POWIETRZE
VANN/LUFT-DREVET LUFTKJØLER
LUFTKONDITIONERING MED VATTEN & LUFT
KLIMAANLÆG MED VAND OG LUFT
VESI/ILMAKÄYTTÖINEN ILMASTOINTILAITE
Page 2
WAARSCHUWINGEN
• Gebruik dit apparaat uitsluitend zoals in dit boekje wordt aangegeven. Deze aanwijzingen hebben niet de bedoeling elke mogelijke toestand en situatie die kan optreden te dekken. Men moet altijd het gezond verstand gebruiken en voorzichtig zijn bij de installatie, de werking en de bewaring van huishoudelijke apparatuur.
• Dit apparaat is bestemd voor de klimaatregeling van huiselijke ruimten en dient niet voor andere doeleinden gebruikt te worden.
• Het is gevaarlijk om op welke wijze dan ook de kenmerken van het apparaat te wijzigen.
• Het apparaat moet geïnstalleerd worden met inachtneming van de nationale voorschrif­ten inzake elektrische installaties.
•Wendt u zich voor eventuele reparaties uitsluitend tot een technisch servicecentrum dat door de fabrikant erkend is. Reparaties uitgevoerd door ondeskundig personeel kunnen gevaarlijk zijn.
• Dit apparaat mag uitsluitend door volwassenen gebruikt worden. Sta het gebruik van dit apparaat niet toe aan personen (ook kinderen) met beperkte men­tale, fysieke of sensoriële capaciteiten, of met onvoldoende ervaring of kennis, tenzij ze aandachtig worden gevolgd of geïnstrueerd door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht op kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
• Dit apparaat moet op een doeltreffende aardleiding aangesloten worden. Laat de elektrische installatie door een gekwalificeerd elektricien controleren.
•Vermijd het gebruik van verlengsnoeren voor het netsnoer.
•Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamhe­den gaat uitvoeren.
•Trek niet aan het netsnoer om het apparaat te verplaatsen.
• Installeer het apparaat niet in ruimten waar de lucht gas, olie, zwavel kan bevatten, of in de buurt van warmtebronnen.
• Plaats het apparaat op een afstand van minstens 50 cm van brandbare stoffen (alcohol, enz.) of recipiënten onder druk (spuitbussen, enz.).
•Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
• Maak het luchtfilter minstens eens per week schoon.
•Gebruik geen verwarmingstoestellen in de nabijheid van dit apparaat.
• Indien het apparaat vervoerd moet worden, moet het verticaal gezet of op een zijde gelegd worden. Verwijder vóór het transport al het water uit het apparaat. Wacht na het transport minstens 1 uur voordat u het apparaat weer aanzet.
• Dek het apparaat nooit af met plastic zakken wanneer het wordt opgeborgen.
• Het verpakkingsmateriaal is recyclebaar. Men adviseert dus dit materiaal in de speciale bakken voor gescheiden afvalverzameling te doen.
•Breng het apparaat aan het einde van zijn nuttige levensduur naar een speciaal inzamel­centrum.
• Als het netsnoer beschadigd is, mag dit uitsluitend vervangen worden door de fabrikant of door zijn technische servicedienst, om elk risico te voorkomen.
• Onthoud dat het apparaat aan het einde van elk seizoen en in elk geval elke 500 uren bedrijf ontkalkt moet worden (zie pag. 98). In zones waar het water bijzonder kalkrijk is, wordt geadviseerd het speciale ontkalkingsad­ditief toe te voegen dat bij de erkende servicecentra kan worden verkregen.
SPECIFIEKE WAARSCHUWINGEN VOOR APPARATEN MET HET KOELMIDDEL R140A*
R140 A is een koelmiddel dat aan de EG-milieuverordeningen voldoet. Men adviseert om het koelcircuit van het apparaat niet te doorboren. MILIEU-INFORMATIE: Deze unit bevat gefluoreerde gassen met broeikaseffect voorzien door het Protocol van Kyoto De onderhouds- en de sloopwerkzaamheden mogen uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoerd (R140A, GWP=1975)
* Controleer op het typeplaatje het koelmiddel dat in uw apparaat wordt gebruik
82
Page 3
S
PECIFIEKE WAARSCHUWINGEN VOOR APPARATEN MET HET KOELMIDDEL R290*
• Lees aandachtig de waarschuwingen door.
• Gebruik voor het ontdooiproces of voor het reinigen geen andere middelen dan die aanbevolen door de fabrikant.
• Het apparaat moet geplaatst worden in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die conti­nu werken (bijvoorbeeld: open vlammen, een werkend gasapparaat of een werkend elek­trisch kacheltje).
• Niet perforeren of verbranden.
•Wees erop bedacht dat koelgassen geen geur hoeven te hebben.
• Het apparaat moet geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen worden in een ruimte met een oppervlakte van meer dan 15m
2
.
• Dit apparaat bevat circa 300 gram R290 koelmiddel.
• R290 is een koelmiddel conform de Europese milieurichtlijnen. Perforeer geen van de onderdelen van het koelcircuit.
• De niet-geventileerde ruimte waar het apparaat geïnstalleerd, bediend of bewaard wordt, moet zodanig zijn dat ophoping van eventueel uitgelekt koelmiddel met daaruit voort­vloeiend brand- of explosiegevaar, veroorzaakt door ontsteking van het koelmiddel door elektrische kacheltjes, fornuizen of andere ontstekingsbronnen, wordt voorkomen.
• Het apparaat moet zodanig bewaard worden dat mechanische defecten worden voor­komen.
• Personen die aan een koelcircuit werken of dit repareren moeten in het bezit zijn van een geldige certificatie, afgegeven door een geaccrediteerde instelling, die hun vakkundi­gheid aantoont in het behandelen van koelmiddelen conform een beoordelingsspecifica­tie die door de sector erkend is.
• Reparaties moeten uitgevoerd worden op basis van de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat. Onderhoud en reparaties die de assistentie van ander gekwalificeerd personeel vereisen, moeten uitgevoerd worden onder toezicht van degene die gespecialiseerd is in het gebruik van brandbare koelmiddelen.
* Controleer op het typeplaatje het koelmiddel dat in uw apparaat wordt gebruikt
83
B
ELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE CORRECTE VERWERKING VAN HET PRODUCT IN OVEREENSTEMMING MET DE EUROPESE
RICHTLIJN
2002/96/EC
Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huishoudelijke afval worden verwerkt.Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht, of naar een ver­kooppunt dat deze service verschaft. Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezond­heid die door een ongeschikte verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat de materia-
len waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een aan­merkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen. Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer alvorens de stekker in het stopcontact te steken of:
• de netspanning overeenkomt met de waarde aangeduid op het gegevensplaatje aan de achterkant van het apparaat;
• het stopcontact en de voedingsleiding afgestemd zijn op de vereiste belasting;
• de stekker in het stopcontact past. Zo niet, het stopcontact laten vervangen;
• het stopcontact aangesloten is op een doeltreffende aardleiding.
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af indien deze veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Page 4
84
WAT IS DE WATER-LUCHT PINGUINO
In het zomerseizoen wordt een situatie van welzijn bereikt bij een temperatuur tussen 24 en 27°C en een relatieve vochtigheidsgraad van ongeveer 50%.
De airconditioner is een apparaat dat vocht en warmte onttrekt aan de omgeving waarin hij geplaatst wordt. In tegenstelling tot installatiemodellen bieden de verplaatsbare airconditioners het voordeel dat ze van de ene naar de andere kamer en van het ene naar het andere gebouw verplaatst kunnen worden.
De warme lucht in uw kamer wordt door een batterij gevoerd die met een koelmiddel gekoeld wordt. Op die manier geeft de lucht de overtollige warmte en vocht af voordat zij weer in de kamer wordt gevoerd.
Bij de Mono modellen wordt een klein gedeelte van deze lucht gebruikt om het koelmiddel te koelen. Deze warme en vochtige lucht wordt naar buiten geleid.
Bij de water-lucht modellen, een exclusiviteit van De’Longhi, wordt de warmte uit de kamer gevoerd met behulp van het koeleffect van het water, dat, zoals men kan raden, veel hoger is dan dat van de lucht. Om deze reden zijn zowel het koeleffect als de efficiency van deze airconditioner ongeëvenaard.
MODELLEN MET KOELMIDDEL R290
Pinguino ECO is de ecologische
airconditioner van de nieuwste generatie. Pinguino ECO bevat namelijk noch gassen die schadelijk zijn voor de ozonlaag (CFC/HCFC), noch gassen met hoog broeikaseffect (HFC). Bovendien zorgt de enorme efficiency van het apparaat dat u niet alleen energie bespaart, maar ook de impact op het broeikaseffect minimaliseert.
Page 5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A Luchtuitlaatrooster B Bedieningspaneel met geavanceerd LCD
display
C Handvat D Rooster E Wielen F Luchtafzuigrooster met stoffilter G Zitting luchtafvoerslang H Klepje waterdrainageslangen I Klepje netsnoerbehuizing J Klepje voor watertoevoer K Luchtafvoerslang L Afstandsbediening M Kan voor watertoevoer N Uitblaasmond voor venster O
Zilverionenfilter (aleen bij sommige modellen)
P 3M filter (alleen bij sommige modellen) Q Zuignap R Wielblokjes S Flens met dop T Verstelbare dwarslat
85
AA
AA
BB
FF
CC
DD
EE
JJ
II
GG
HH
KK
LL
MM
NN
OO
PP
QQ
RR
SS
TT
Page 6
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
Hierna treft u alle nodige aanwijzingen aan om uw airconditioner op de beste manier te laten werken. Het apparaat mag pas aangezet worden nadat gecontroleerd is of niets de toevoer en afvoer van lucht belemmert.
K
LIMAATREGELING ZONDER INSTALLATIE
Enkele eenvoudige handelingen en Pinguino zorgt voor een aangename omgeving:
• Maak de luchtafvoerslang vast in de zitting op de achterkant van het apparaat (fig. 1).
•Breng de uitblaasmond voor vensters op het uiteinde van de slang aan.
• Zet de airconditioner dicht bij een venster of balkondeur.
•Trek de slang uit om het venster te bereiken
• Zorg ervoor dat de luchtafvoerslang niet verstopt raakt.
• Zet het raam of de balkondeur op een kier en plaats de uit­blaasmond (fig. 2).
• Indien u een openslaand venster hebt, gebruikt u dan de bij­geleverde zuignap om beide ramen bij elkaar te houden (fig.
3).
Als u dat wenst kunt u de verstelbare dwarslat gebruiken.
-Breng de uitblaasmond voor venster in zijn zitting op de
dwarslat aan.
- Plaats de dwarslat op de vensterbank en schuif hem in de
rails van het rolluik; indien u dat wenst, kunt u de dwarslat vastzetten met een pennetje (een plastic pennetje is bij­geleverd). Vervolgens laat u het rolluik op de dwarslat zak­ken (fig. 5).
- Breng de luchtafvoerslang op de uitblaasmond aan.
• Zet de airconditioner bij het venster of de balkondeur en sluit het andere uiteinde van de slang aan zoals getoond in fig. 6
Beperk de lengte en de bochten van de luchtslang zo veel mogelijk om knikken te voorkomen.
86
3
4
5
1
2
6
2
1
2
1
1
2
2
1
Page 7
K
LIMAATREGELING MET INSTALLATIE
Indien gewenst, kan het apparaat ook op semi-permanente wijze geïnstalleerd worden (fig. 7). In dit geval moet u:
• Een gat (ø 106 mm) maken met inachtneming van de hoog­te-intervallen aangegeven in fig. 8 en volgens de aanwijzin­gen in fig. 9, 10 en 11.
87
7
10
8
9
11
in de vensterruit
in de houten sokkel van
de balkondeur
in de muur: wij adviseren
om het gat in de muur te
isoleren met geschikt iso-
latiemateriaal.
• Steek de bijgeleverde flens in het gat.
• Bevestig de slang in de zitting aan de achterkant van het apparaat (fig. 1).
•Breng het uiteinde van de slang op de flens aan zoals getoond in fig. 8. Als de slang niet is aangebracht, kan het gat worden afge­dicht met de dop van de flens.
Beperk de lengte en de bochten van de luchtslang zo veel mogelijk om knikken te voorkomen.
Wanneer u een semi-permanente installatie uitvoert, raden wij u aan een deur op een kier te laten (ook slechts 1 cm) om de juiste luchtverversing te garanderen.
30 cm
30 cm
MAX100 cm
MIN 35 cm
106
Page 8
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK MET WERKING MET WATER
Zodra de hiervoor beschreven installatie is uitgevoerd, is het apparaat klaar voor gebruik. Het is echter mogelijk om de effi­ciency te verbeteren door de werking met water te gebruiken, een exclusiviteit van De’Longhi. Het water in het reservoir verbe­tert namelijk het koelvermogen van uw Pinguino en verlaagt tegelijkertijd de geluidsproductie en het energieverbruik. Het water verlaagt de temperatuur van het koelcircuit veel meer dan de lucht. De lucht wordt vervolgens in dampvorm via de luchtafvoerslang afgevoerd. Houd met het volgende rekening:
• Gebruik schoon leidingwater dat geen zouten bevat.
• De duur van een lading water hangt af van de omgeving­somstandigheden zoals temperatuur, vocht, isolatie, ligging van het vertrek, aantal aanwezige personen, enz. De werkingsduur is naar schatting zo’n 6 uur. Met de functie WATERSAVE (zie pag. 94) kan de werkingsduur tot circa 10 uur worden verlengd, met een iets lager koelver­mogen en efficiency.
• Als het water in het reservoir op is, meldt het apparaat het gebrek aan water door het oplichten van een controlelamp­je , terwijl de werking automatisch van water op lucht wordt omgeschakeld: op hetzelfde moment wordt de hoe­veelheid lucht verhoogd die door de achterste slang wordt uitgestoten.
VULLEN VAN HET RESERVOIR
Het waterreservoir kan op twee verschillende manieren gevuld wor­den:
1) Met de bijgeleverde kan of een andere recipiënt:
Behalve de bijgeleverde kan, kunt u naar keuze elke andere reci­piënt gebruiken (plastic of glazen fles, gieter, enz.), mits de tuit in de vulopening past, om te voorkomen dat water op het appa­raat wordt gemorst.
• Open het achterste klepje volledig zonder het te forceren en verwijder de rubberen dop uit zijn zitting (fig. 12).
• Schenk water in het reservoir (fig. 13): via het peilglas (fig. 14) kunt u controleren of het reservoir zijn maximum inhoud heeft bereikt, ofwel wanneer het glas volledig rood is (circa 14 liter); er zijn ongeveer 3 vullingen met de bijgeleverde kan nodig.
•Breng na het vullen de rubberen dop weer in zijn zitting aan en sluit het klepje.
2) Met de uittrekbare slang:
• Open het achterste klepje volledig zonder het te forceren en verwijder de rubberen dop uit zijn zitting (fig. 12); trek vervol­gens de uittrekbare slang uit zijn zitting (fig. 15) en breng hem in de buurt van de kraan.
•Vul het reservoir tot het gewenste peil.
88
12
13
14
15
Peilglas
Om de werking met water te gebruiken, is het niet nodig om het reservoir compleet te vullen; in dat geval zal de werkingsduur met water echter korter zijn. Wanneer het peilglas volledig rood wordt, mag geen water worden toegevoegd om hinderlijke overstroming te voorkomen: het reservoir heeft geen enkele voorziening om
overstroming te voorkomen.
•Via het peilglas (fig. 14) kunt u controleren of het reservoir zijn maximum inhoud heeft bereikt, ofwel wanneer het glas volledig rood is (circa 14 liter).
•Breng na het vullen de rubberen dop weer in zijn zitting aan en sluit het klepje.
Page 9
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL MET GEAVANCEERD LCD-DISPLAY
1 Signaalontvanger 2 Symbool koeling 3 Symbool onvochtiging 4 Symbool ventilatie 5 Symbool verwarming (alleen bij
sommige modellen) 6 Thermometer 7 Symbool timer 8 Symbool alarm 9 Symbool WATERSAVE functie 10 Symbool ionisator functie (alleen bij
sommige modellen) 11 Snelheidsindicator 12 Symbool SMART functie 13 Symbool water ontbreekt 14 Symbool BOOST functie 15 Symbool SLEEP functie 16 Indicator AUTOFAN 17 MODE toets (selectie van de bedrijf-
swijze) 18 FAN toets 19 Toets voor verhoging (+) en verla-
ging (-) van de temperatuur 20 ON/Stand-by toets
89
1
2 3 4 5
6
7 8
9
10
11
18
12
13
14
15
16
17
19
20
WERKING MET HET BEDIENINGSPANEEL
Met het bedieningspaneel kunnen de belangrijkste functies van het apparaat bediend worden, maar om het volledige poten­tieel van het apparaat te benutten moet de afstandsbediening gebruikt worden.
HET APPARAAT AANZETTEN
• Steek de stekker in het stopcontact. Op de display verschij-
nen twee streepjes om aan te geven dat het apparaat in
Stand-by is (fig. 16).
• Druk vervolgens op de toets tot het apparaat aan gaat.
De laatste functie die actief was op het moment van uit-
schakeling zal verschijnen.
16
Schakel de airconditioner nooit uit door de stekker uit het stopcontact te halen, maar druk op de toets en wacht enkele minuten alvorens de stekker te verwijderen: alleen op die manier kan het apparaat de controles uitvoeren die de werkingstoestand verifiëren.
Page 10
BEDRIJFSWIJZE KOELING (FIG. 17)
Ideaal bij warm en drukkend weer, om de ruimte af te koelen en te ontvochtigen.
Controleer of het klep goed gesloten is
Om deze functie correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
koeling verschijnt.
• Kies de te bereiken temperatuur door op de toets of de toets te drukken totdat de gewenste waarde verschijnt.
• Kies de gewenste ventilatiesnelheid door te drukken op de FAN toets. Er zijn 4 snelheden beschikbaar:
Maximumsnelheid: om zo snel mogelijk de gewenste temperatuur te bereiken
Gemiddelde snelheid: als u het geluidsniveau laag wilt houden, met sowieso een goed com­fortniveau
Lage snelheid: wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst
AUTOFAN: het apparaat kiest automatisch de beste ventilatiesnelheid, op basis van de tempera­tuur die op het display is ingesteld.
De meest geschikte temperatuur voor vertrekken in de zomerpe­riode varieert tussen 24 en 27°C. Het wordt in elk geval afgera­den om een veel lagere temperatuur dan de buitentemperatuur in te stellen.
BEDRIJFSWIJZE ONTVOCHTIGING (FIG. 18)
Ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen (tussen­seizoen, vochtige vertrekken, regenperiode, enz.). Voor de ontvochtigingsfunctie moet het apparaat zich in dezelf­de configuratie als voor de koelfunctie bevinden, namelijk met de luchtafvoerslang op het apparaat aangebracht, zodat de afvoer van de lucht naar buiten kan plaatsvinden. Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de ontvochtiging verschijnt.
Bij deze bedrijfswijze kan niet de ventilatiesnelheid worden gese­lecteerd, die namelijk automatisch door het apparaat wordt gekozen.
90
17
18
Page 11
BEDRIJFSWIJZE VENTILATIE (FIG. 19)
Voor deze bedrijfswijze hoeft niet de luchtafvoerslang op het apparaat te worden aangebracht. Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
ventilatie verschijnt.
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door op de FAN
toets te drukken. Er zijn drie snelheden beschikbaar:
Maximumsnelheid: om het maximale ventilatie­vermogen te verkrijgen
Gemiddelde snelheid: als u het geluidsniveau laag wilt houden, met sowieso een goed com­fortniveau
Lage snelheid: wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst
Bij deze bedrijfswijze is het niet mogelijk de AUTO snelheid te selecteren.
B
EDRIJFSWIJZE VERWARMING (FIG. 20)
A
LLEEN BIJ ENKELE MODELLEN BESCHIKBAAR
Ideaal voor het tussenseizoen wanneer de buitentemperatuur niet bijzonder laag is. Bij deze bedrijfswijze hoeft de luchtafvoerslang niet op het appa­raat aangesloten te worden. Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de verwarming verschijnt.
• Kies de te bereiken temperatuur door op de toets of de toets te drukken totdat de gewenste waarde verschijnt.
Bij deze bedrijfswijze kan niet de ventilatiesnelheid worden gese­lecteerd, die namelijk automatisch door het apparaat wordt gekozen.
BEDRIJFSWIJZE SMART (FIG. 21)
Het apparaat stelt automatisch vast of het met koeling, ventila­tie of (alleen bij de modellen die hierin voorzien) verwarming zal werken. Ook de ventilatiesnelheid wordt automatisch op basis van de omgevingscondities gekozen. Om deze bedrijfswijze in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool SMART verschijnt.
19
20
21
91
Page 12
92
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
2 Symbool koeling 3 Symbool onvochtiging 4 Symbool ventilatie 5 Symbool verwarming (alleen bij
sommige modellen)
9 Symbool WATERSAVE 10 Symbool ionisator (alleen bij
sommige modellen)
11 Indicator ventilatiesnelheid 12 Symbool SMART functie 14 Symbool BOOST functie 15 Symbool SLEEP functie 16 Indicator AUTOFAN 17
MODE toets (selectie van de bedrijfswijze)
18 FAN toets 19 Toets voor verhoging (+) en verlaging
(-) van de temperatuur
20 ON/Stand-by toets 21 Signaaloverdracht 22
Indicator schaal geselecteerde temperatuur
23 Klok 24 Symbool ON TIMER 25 Symbool OFF TIMER 26 Reset-toets (terugkeer naar oorspron-
kelijke instellingen)
27 Toets timer ON 28 SET toets 29 Toets timer OFF 30 Toets sleep-functie 31 Toets selectie °C of °F 32 Toets rotatie (deze functie is niet
beschikbaar voor deze modellen)
33 Toets WATERSAVE functie 34 Toets ionisator (slechts bij enkele modellen) 35 Toets BOOST functie
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Richt de afstandsbediening op de signaa­lontvanger van het apparaat. De maximu­mafstand tussen afstandsbediening en apparaat bedraagt 7 meter (zonder obsta­kels tussen afstandsbediening en ontvanger).
De afstandsbediening moet met extreme voorzichtigheid behandeld worden: laat hem niet vallen, stel hem niet aan recht­streeks zonlicht bloot en leg hem niet in de buurt van warmtebronnen.
MAX. 7 meter
22
2121
1515
1414
1616
2323
1717
2626
2727
3535
3434
44
5533
1212
2222
1010
99
1111
2424
2525
2020
1818
1919
2828
2929
3030
3131
3232
3333
Page 13
93
WERKING MET AFSTANDSBEDIENING
Het eerste gedeelte van de beschik­bare opdrachten op de afstandsbe­diening komt exact overeen met het bedieningspaneel van het apparaat (fig. 23). Zie dus de aanwijzingen in het hoofdstuk Werking met bedieningspa- neel om het apparaat in te schakelen en de bedrijfswijze (KOELING, ONT-
VOCHTIGING, VENTILATIE, VERWAR­MING of SMART) en de ventilatiesnel-
heid te selecteren.
In het volgende hoofdstuk worden de aanvullende functies beschreven, die betrekking hebben op de bedieningselementen op het onderste gedeelte van de afstandsbediening.
“BOOST”-FUNCTIE (FIG. 24)
Ideaal in de zomerperiode om het vertrek snel te koelen. De functie wordt geactiveerd door op de toets te drukken. Het apparaat werkt met koeling op de maximale ventilatiesnel­heid; zolang deze bedrijfswijze is geselecteerd, is het niet moge­lijk om de temperatuur in te stellen of de ventilatiesnelheid te wij­zigen.
DE TEMPERATUURSCHAAL SELECTEREN (FIG. 25)
Bij bediening van de toets , schakelt het apparaat de weer­gave van de temperatuur van °C naar °F en vice versa om..
D
E JUISTE TIJD INSTELLEN
Na de batterijen te hebben ingebracht, begint het klokje van het display te knipperen zolang de juiste tijd niet wordt ingesteld. Ga hiervoor als volgt te werk:
• Druk op de toets of de toets tot de juiste tijd is ingesteld. Als de toets ingedrukt wordt gehouden, wordt de tijd automatisch afgelopen: eerst de afzonderlijke minuten, vervolgens per tien minuten en vervolgens per uur.
• Laat deze toets los als de juiste tijd wordt bereikt en druk op de toets SET om te bevestigen.
• Druk, om de programmering van de afstandsbediening te annuleren en naar de oorspronkelij­ke instellingen terug te keren, lichtjes op de RESET knop met de punt van een potlood of een pen.
BATTERIJEN PLAATSEN OF VERVANGEN
•Verwijder het dekseltje aan de achterkant van de afstandsbe­diening (fig. 22);
•Breng twee R03 “AAA” 1,5V batterijen in de juiste positie in (zie aanwijzingen in het batterijvak);
•Breng het dekseltje weer aan.
Als de afstandsbediening vervangen of weggegooid wordt, moeten de batterijen verwijderd worden en volgens de van kracht zijnde bepalingen verwerkt worden, aange­zien ze schadelijk zijn voor het milieu.
22
93
23
25
24
Page 14
S
LEEP-FUNCTIE (FIG. 26)
Deze bedrijfswijze is ideaal tijdens de nacht, omdat de werking van het apparaat geleidelijk aan wordt verminderd. Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
• Selecteer de bedrijfswijze (koeling, ontvochtiging, smart of, voor de modellen die hiervan zijn voorzien, verwarming) zoals hiervoor uitgelegd.
•Druk op de toets .
Het apparaat werkt met de eerder gekozen bedrijfswijze en met lage ventilatiesnelheid. De SLEEP functie houdt het vertrek op de optimale temperatuur en vermijdt een overmatige verhoging of verlaging van de temperatuur of de vochtigheidsgraad met een geluidsarme werking. De ventilatiesnelheid is altijd op het mini­mumvermogen, terwijl de omgevingstemperatuur of de vochti­gheidsgraad geleidelijk aan variëren afhankelijk van de welzijn­sbehoeften. Bij de bedrijfswijze “koeling”, neemt de temperatuur na 1 uur 1°C en na 2 uur nog een graad toe. Bij de bedrijfswijze “ontvochtiging”, neemt het ontvochtiging­svermogen van het apparaat gedurende de eerste twee uur elk uur gedeeltelijk af. Bij de bedrijfswijze “verwarming”, neemt de temperatuur gedurende de eerste drie uur elk uur met circa 1°C af.
IONISATORFUNCTIE (ALLEEN BIJ SOMMIGE MODELLEN) (FIG. 27)
De ionisator is een elektronisch onderdeel dat negatieve ionen aan de omgeving afgeeft. Het is bewezen dat er in schone en aange­name omgevingen altijd een overvloed aan negatieve ionen aan­wezig is, terwijl in omgevingen met bedompte lucht een overvloed aan positieve ionen aanwezig is. De ionisator bepaalt de juiste ver­houding tussen de twee soorten ionen, door het stof dat eventueel in de lucht aanwezig is te reduceren waardoor een aangenaam gevoel van welzijn wordt verkregen. Met deze toets wordt de ionisa­tor geactiveerd die bij sommige modellen aanwezig is. De toets kan bij alle bedrijfswijzen geactiveerd worden.
W
ATERSAVE FUNCTIE (FIG. 28)
Deze functie is ontworpen om de werkingsduur van het appa­raat te verhogen tijdens de werking met water en is dus acti­veerbaar voor de bedrijfswijzen koeling en SMART. Zodra deze toets wordt bediend, neemt de efficiency van het apparaat iets af, maar neemt het waterverbruik van het reservoir in opmerkelij­ke mate af: als namelijk de werkingsduur van het reservoir nor­maliter 6 uren bedraagt, neemt de duur bij deze bedrijfswijze toe tot circa 10 uur, zodat niet continu hoeft te worden bijgevuld. Als tijdens de werking in deze bedrijfswijze het water op raakt, ver­hoogt het apparaat automatisch de snelheid van de ventilator en tegelijkertijd gaat het controlelampje branden. Om de werking met water te hervatten, moet het reservoir gevuld wor­den.
F
UNCTIE ROTATIE
De rotatie is niet activeerbaar bij deze modellen.
94
26
27
28
Page 15
95
D
E TIMER PROGRAMMEREN
Met behulp van de programmering kunt u de gewenste wer­kingstijden van het apparaat instellen.
Inschakeling programmeren
•Druk op de toets ON. Op het display van de afstandsbe­diening knipperen de inschakeltijd en het opschrift ON TIMER (fig. 29).
• Druk op de toetsen of om de gewenste inschakeltijd in te stellen.
• Druk, zodra het gewenste tijdstip is bereikt, op de toets SET om de tijd te bevestigen (fig. 30): op het display van de afstand­bediening verschijnt het opschrift ON TIMER terwijl op het dis­play van het apparaat het symbool verschijnt om aan te geven dat de werking met timer actief is.
Uitschakeling programmeren
•Druk op de toets OFF. Op het display van de afstandsbe­diening knipperen de uitschakeltijd en het opschrift OFF TIMER (fig. 31).
• Druk op de toetsen of om de gewenste uitschakeltijd in te stellen.
• Druk, zodra het gewenste tijdstip is bereikt, op de toets SET om de tijd te bevestigen (fig. 30): op het display van de afstandbedie­ning verschijnt het opschrift OFF TIMER terwijl op het display van het apparaat het symbool verschijnt om aan te geven dat de werking met timer actief is.
29
30
31
32
ZELFDIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele storingen in de werking detecteert. De foutmeldingen verschijnen op het display van het apparaat.
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
WAT TE DOEN?
LOW TEMPERATURE
(antivries)
P
ROBE FAILURE
(sonde beschadigd)
Het apparaat bezit een ont­dooivoorziening die over­matige ijsvorming voorkomt. Het apparaat begint weer automatisch te werken nadat het ontdooiproces is beëindigd.
Als dit opschrift verschijnt, dient u zich tot het dichtst­bijzijnde erkende service­centrum te wenden.
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
WAT TE DOEN?
HIGH LEVEL
(vol veiligheidsreservoir)
C
LEAN
(reiniging)
Leeg het inwendige veilig­heidsreservoir volgens de aanwijzingen in de para­graaf “Werkzaamheden aan einde seizoen”. Als de storing zich weer voordoet, dient u zich tot het dichtst­bijzijnde erkende service­centrum te wenden.
Deze melding verschijnt na circa 500 uren werking met water en geeft de nood­zaak aan om het apparaat te ontkalken zoals beschre­ven in de paragraaf “ont­kalking”.
Na het ontkalken of als het alarm korte tijd na het ontkal­ken verschijnt (dat voor de melding is uitgevoerd), moet het alarm gereset worden door de toets 10 secon­den ingedrukt te houden.
Page 16
TIPS VOOR EEN CORRECT GEBRUIK
Er moeten enkele voorschriften opgevolgd worden om het maxi­male rendement uit uw airconditioner te halen.
• sluit ramen en deuren van de ruimte waarvan u het klimaat wilt regelen (fig. 33). In geval van semi-permanente installatie adviseren wij echter om een deur op een kier te laten (ook slechts 1 cm) om de juiste luchtverversing te garanderen;
• scherm het vertrek af van rechtstreeks zonlicht, door de gor­dijnen dicht te doen en/of de rolluiken gedeeltelijk te laten zakken. Op die manier is het apparaat bijzonder zuinig (fig.
34).
•zet geen voorwerpen op de airconditioner;
• belemmer niet de afzuiging en de luchttoevoer (fig. 35) door niets voor beide roosters te zetten;
• zorg ervoor dat er zich in het vertrek geen warmtebronnen bevinden.
• gebruik het apparaat niet in ruimten met een hoge vochti­gheidsgraad (bijv. washok).
• gebruik het apparaat niet buiten.
• controleer of de airconditioner op een effen vloer staat. Breng eventueel de wielblokjes onder de voorste wieltjes aan.
96
33
34
35
36
ramen en deuren sluiten
gordijnen sluiten
niet afdekken
ZUIVERINGSFILTERS
Het apparaat is voorzien van een stoffilter dat onreinheden in de lucht die uit de omgeving wordt aangezogen tegenhoudt. Sommige modellen bevatten ook filters met een hoge filterca­paciteit, ofwel het filter met zilverionen en het elektrostatische fil­ter 3M®.
FILTER MET ZILVERIONEN
Het filter met zilverionen houdt niet alleen stofdeeltjes tegen, maar heeft ook een doeltreffende antibacteriële werking. Bovendien vermindert het op aanmerkelijke wijze irriterende deeltjes zoals pollen en sporen. Het filter is behandeld met minu­scule zilverdeeltjes (met afmetingen van enkele miljoensten van een millimeter) die de vermenigvuldiging van bacteriën en spo­ren kunnen blokkeren en daarmee hun dood veroorzaken.
ELEKTROSTATISCH FILTER 3M®
Het elektrostatische filter 3M® houdt de kleinste stofdeeltjes tegen en verbetert hiermee de filtercapaciteit van het apparaat
DE FILTERS OP HET ROOSTER AANBRENGEN
Het apparaat kan met alleen het stoffilter dat reeds in het rooster is aangebracht gebruikt worden. Om de twee extra filters te gebruiken (indien geleverd bij het model dat u bezit), neemt u ze uit hun verpakking en haakt u ze aan het stoffilter vast door ze onder de haakjes te steken (fig. 36). Indien u besluit ze niet te gebruiken, kunt u ze beter in hun ver­pakking laten zitten.
3M® filter
Filter met
zilverionen
Page 17
REINIGING
Voordat reinigings- of onderhoudswerkzaamheden worden uitge­voerd, dient u het apparaat uit te schakelen met de toets op het bedieningspaneel of op de afstandsbediening en enkele secon­den te wachten. Vervolgens haalt u de stekker uit het stopcontact.
REINIGING VAN BUITENKANT
Reinig het apparaat met een vochtige doek en droog het af met een droge doek.
Was de airconditioner niet met water: dat kan namelijk gevaarlijk zijn.
Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmiddelen voor de rei­niging. Spuit nooit insectenwerende vloeistoffen of gelijkaar­dige producten.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTERS
Om een goede efficiency van uw airconditioner te behouden adviseren wij om de stoffilters wekelijks te reinigen in de periode waarin het apparaat gebruikt wordt.
Stoffilter bij alle modellen geleverd
Het filter is ter hoogte van het afzuigrooster gesitueerd en het rooster zelf vormt de zitting van het filter. Ga voor het reinigen van het filter als volgt te werk:
•Verwijder het afzuigrooster door het naar buiten te trekken (fig. 37).
•Verwijder het stoffilter door het van het rooster los te haken (fig. 38).
• Gebruik een stofzuiger op het stof dat op het filter is afgezet te verwijderen. Als het filter bijzonder vuil is, kan het in water ondergedompeld worden en meerdere malen gespoeld worden. De temperatuur van het water mag niet meer dan 40° C bedragen.
• Na het reinigen moet men het filter goed laten opdrogen.
• Plaats het filter weer in het afzuigrooster en haak dit rooster weer aan het apparaat vast.
Filter met zilverionen en 3M® filter (alleen bij sommige modellen geleverd) Deze twee filters zijn achter het stoffilter aangebracht. Wanneer het stoffilter gereinigd moet worden, moeten de twee extra filters tijdelijk verwijderd worden. Gebruik voor de reiniging van deze filters een stofzuiger met gemiddelde zuigkracht. Het ionenfilter kan met schoon water gewassen worden: laat het goed opdrogen alvorens het weer aan te brengen; het wordt geadviseerd het sowieso elke twee seizoenen te vervangen. Het 3M® filter is niet wasbaar maar moet aan het einde van het seizoen vervangen worden of wanneer het uitgewerkt is.
Het filter met zilverionen en het 3M® filter kunnen zowel in de winkels die De’Longhi accessoires verkopen als bij de erken­de servicecentra gekocht worden.
97
37
38
Page 18
AANGERADEN WERKZAAMHEDEN AAN HET EINDE VAN HET SEIZOEN
• Ontkalk volgens de aanwijzingen in de volgende paragraaf.
• Laat het water uit het reservoir en het inwendige circuit stro­men door de 2 slangen achter het achterste klepje uit te trek­ken en te openen (fig. 39).
• Laat het apparaat met het lege waterreservoir circa een half uur met alleen de ventilatiefunctie werken: op die manier drogen de inwendige delen van het apparaat en wordt ophoping van vocht vermeden.
• Schakel het apparaat uit en verwijder de stekker.
•Verwijder de luchtafvoerslang.
• Reinig de stoffilters en (bij de modellen die hiervan zijn voor­zien) de zuiveringsfilters.
• Berg het netsnoer in de behuizing aan de achterkant op (fig.
40). Berg het apparaat afgedekt op zodat er geen stof in komt.
ONTKALKING
Wanneer de werking met water wordt gebruikt, zal er onvermij­delijk kalkaanslag worden gevormd, welke, om een doeltreffen­de werking van het apparaat te garanderen, verwijderd moet worden; om die reden meldt het apparaat na circa 500 uren werking dat het ontkalkt moet worden met de melding CL (CLEAN).
Ga voor de ontkalking als volgt te werk:
• Schakel het apparaat uit en koppel het van het elektriciteit­snet af. Ledig het water volledig uit het apparaat via de drai­nageslangen (fig. 39).
• Sluit en berg de drainageslangen weer op; schenk in het reservoir van het apparaat 0,5 liter ontkalkingsmiddel (één fla­con) en 1,5 liter schoon water.
• Steek de stekker in het stopcontact en laat het apparaat met koeling en met geselecteerde BOOST functie werken, totdat op het display het symbool “water ontbreekt” verschijnt.
• Schakel het apparaat uit, verwijder de stekker en leeg het water uit het apparaat met behulp van de drainageslangen.
• Sluit de drainageslangen en berg ze weer op en schenk 2 liter schoon water in het reservoir van het apparaat om het vuil en het ontkalkingsmiddel uit de circuits te spoelen.
• Steek de stekker in het stopcontact en laat het apparaat wer­ken totdat op het display het symbool “water ontbreekt” verschijnt.
• Schakel uit, verwijder de stekker en elimineer het spoelwater volledig uit het apparaat met behulp van de drainageslan­gen.
• Als het afgevoerde water zeer vuil is en veel schuim bevat, moet het spoelen herhaald worden.
• Sluit de drainageslangen en stop ze weer in hun behuizing.
• Reset na het ontkalken het alarm door de toets 10 secon­den ingedrukt te houden.
98
39
40
Koop het ontkalking­smiddel bij het dichtstbij­zijnde De’Longhi service­centrum.
Het gebruik van een ander dan het originele ontkalkingsmiddel kan schade aan de inwendige onderdelen veroorzaken en de garantie ongeldig maken.
Page 19
WANNEER IETS NIET WERKT
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De airconditioner gaat niet aan
• geen stroomtoevoer
• de stekker zit niet in het stop­contact
• de interne beveiligingsinrich­ting heeft ingegrepen
•wacht
• steek de stekker in het stop­contact
• neem contact op met het servicecentrum
De airconditioner werkt slechts korte tijd
• in de luchtafvoerslang zit een knik of een vouw
• een verstopping verhindert afvoer naar buiten van de lucht
• plaats de slang correct door de lengte en de bochten van de luchtafvoerslang zo veel mogelijk te beperken, zodat knikken worden voorkomen
• zoek en verwijder de obstakels die de afvoer van de lucht naar buiten verhinderen
De airconditioner werkt maar koelt niet het vertrek
• open ramen, gordijnen
• in het vertrek is een warmte­bron ingeschakeld (oven, föhn, enz.)
• de luchtafvoerslang is van het apparaat losgeraakt
• stoffilter en (bij de modellen die hiervan zijn voorzien), zilverio­nenfilter en 3M® filter verstopt
•de technische kenmerken van het apparaat zijn niet geschikt voor het koelen van het ver­trek waar het apparaat geplaatst is
• sluit ramen en gordijnen en lees de “tips voor een correct gebruik” die hiervoor zijn vermeld aandachtig door
• elimineer alle warmtebronnen
• bevestig de luchtafvoerslang in zijn behuizing aan de achterkant van het apparaat (fig. 1)
•reinig de filters zoals hiervoor beschreven
Tijdens de werking wordt er een onaan­gename geur in het vertrek verspreid
• stoffilter en (bij de modellen die hiervan zijn voorzien), zilve­rionenfilter en 3M® filter ver­stopt
•reinig de filters zoals hiervoor beschreven
De airconditioner werkt niet gedurende 3 minuten na een nieuwe start
• ter bescherming van de com­pressor, heeft een interne inrichting de inschakeling met circa 3 minuten na de nieuwe start vertraagd.
• wacht; dit tijdsinterval na een nieuwe start maakt deel uit van de normale werking.
Op het display van het apparaat ver­schijnt een symbool
met een van de volgende opsch­riften:
LL TT/ PP FF / HH LL/ CC LL
• Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele storingen in de werking detecteert.
• zie het hoofdstuk ZELFDIAGNOSE.
99
Page 20
TECHNISCHE KENMERKEN
Voedingsspanning zie typeplaatje
Maximum stroomverbruik bij koeling
Maximum stroomverbruik bij verwarming (alleen sommige modellen)
Koelmiddel
Koelvermogen
GRENSCONDITIES WERKING
Temperatuur in de kamer bij koeling 21÷35°C Temperatuur in de kamer bij verwarming MAX 25°C
(alleen sommige modellen)
AFMETINGEN VAN HET APPARAAT
•breedte 570 mm
• hoogte 910 mm
• diepte 465 mm
• gewicht 51 kg
GARANTIE
De voorwaarden betreffende de garantie en de technische assi­stentie zijn vermeld in de documentatie die bij uw apparaat is geleverd.
100
910mm
570mm
465mm
Loading...