DELONGHI PAC CN93 User Manual [nl]

Page 1
Waarschuwingen
nl
INLEIDING
Dank u voor uw keuze van een De’Longhi product. Neemt u een paar minuten de tijd om deze gebruiksaanwijzin­gen door te lezen. Zo voorkomt u gevaarsituaties of beschadi­ging van het apparaat.
In deze aanwijzingen gebruikte symbolen
De belangrijke waarschuwingen gaan van deze symbolen ver­gezeld. Deze waarschuwingen moeten beslist in acht worden genomen. Veronachtzaming van de vermelde aanwijzingen kan elektrische schokken, ernstig letsel, brandwonden, brand of schade aan het apparaat veroorzaken.
Gevaar!
Veronachtzaming kan de oorzaak zijn van letsels door elektri­sche schokken met gevaar voor het leven.
Attentie!
Veronachtzaming kan de oorzaak zijn van letsel of schade aan het apparaat.
Nota Bene:
Dit symbool duidt op belangrijke tips en informatie voor de ge­bruiker.
Problemen en reparaties
Neem voor eventuele reparaties uitsluitend contact op met een door de fabrikant erkend Technisch Servicecentrum. Eis altijd dat originele reserveonderdelen worden gebruikt. Reparaties uitgevoerd door ondeskundig personeel kunnen ge­vaarlijk zijn en doen de garantie vervallen.
WAARSCHUWINGEN
Belangrijke waarschuwingen betreende de veiligheid
Gebruik dit plaatselijke airconditioner uitsluitend zoals in dit boekje wordt aangegeven. Deze aanwijzingen hebben niet de bedoeling elke mogelijke toestand en situatie die kan optredente dekken. Men moet altijd het gezond verstand gebruiken en voorzichtig zijn bij de installatie, dewerking en de bewaring van huishoudelijke apparatuur. Dit apparaat is bestemd voor de klimaatregeling van huiselijke ruimten en dient niet voor anderedoeleinden gebruikt te worden.
Attentie!
Dit apparaat mag worden gebruikt door
40
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met onvoldoen­de ervaring en kennis, mits dezen onder toezicht staan of geïnstrueerd zijn over hoe het apparaat op veilige wijze kan worden gebruikt en over de gevaren die het met zich meebrengt. Houd kinderen onder toezicht en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mogen ook door kinde­ren ouder dan 8 jaar worden uitgevoerd, mits dezen onder toezicht staan. Houd het apparaat en de kabel buiten het be-
reik van kinderen jonger dan 8 jaar.
• Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
Gevaar! Aangezien het apparaat op elektriciteit werkt, is het belangrijk zich aan de volgende veiligheidswaarschuwingen te houden:
• Het is gevaarlijk de karakteristieken van het apparaat te
veranderen.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd met inachtne-
ming van de nationale wetgeving ten aanzien van elektri­sche installaties.
• Ga voor eventuele reparaties altijd en uitsluitend naar de
door de fabrikant geautoriseerde Centra van Technische Assistentie . Reparaties uitgevoerd door onbekwame per­sonen kunnen gevaarlijk zijn.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een werkend
aardingssysteem. Laat de elektrische installatie controle­ren door een gekwaliceerde elektricien.
• Vermijd het gebruik van verlengkabels voor de elektrische
voedingskabel.
• Haal de stekker uit het contact vóór elke reinigings- of on-
derhoudshandeling.
• Trek niet aan de elektrische voedingskabel om het appa-
raat te verplaatsen.
• Installeer het apparaat niet in een omgeving waarin de
lucht gas, olie of zwavel kan bevatten of in de nabijheid van warmtebronnen.
Als de voedingskabel is beschadigd,
moet deze worden vervangen door de
Page 2
Garantie/technische kenmerken
fabrikant of door de technische service­dienst, zodat elk risico wordt voorkomen.
Nota Bene:
• Reinig het luchtlter tenminste eens per week.
• Tijdens transport moet het apparaat in verticale positie staan of op een zijde liggen. Verwijder het water volledig uit het apparaat alvorens het te transporteren. Wacht na transport tenminste 1 uur alvorens het apparaat aan te zetten.
• Bedek het apparaat niet met plastic zakken bij het opber­gen.
• De gebruikte verpakkingsmaterialen zijn recyclebaar. Daarom wordt het aangeraden deze te verwijderen in de containers voor gescheiden inzameling.
• Geef het luchtbehandelingsapparaat aan het einde van de levensduur af bij een speciaal inzamelingscentrum.
Specieke waarschuwingen voor apparaat met koelgas R290
• Lees de waarschuwingen aandachtig.
• Gebruik voor het ontdooiingsproces en voor de reiniging van het apparaat alleen instrumenten die door de fabri­kant worden aanbevolen.
Het apparaat mag niet in een omgeving worden geplaatst met continu werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vuur, functionerende apparaten op gas of elektrici­teit).
• Niet doorboren en niet verbranden.
• De koelgassen kunnen reukloos zijn.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en bewaard in een omgeving met een oppervlakte groter dan 4 m2.
• (Zie achterkaft voor meer informatie over het koelmiddel).
• R290 is een koelgas dat voldoet aan de Europese richtlij­nen inzake het milieu. Doorboor geen enkel onderdeel van het koelcircuit.
Installatie, werking of opslag van het apparaat in een niet geventileerde ruimte moet zo worden uitgevoerd dat stagnatie van eventuele lekkage van koelgas wordt voor­komen in verband met brand- of explosiegevaar als gevolg van ontsteking van het koelgas door elektrische kachels, fornuizen of andere ontstekingsbronnen.
Het apparaat moet zodanig worden bewaard dat mecha­nische defecten worden voorkomen.
• De personen die werken aan of reparaties uitvoeren op een koelcircuit moeten in het bezit zijn van de betreffende certificatie die door een bevoegde instelling is afgegeven; deze certificatie moet verklaren dat de persoon de koel-
nl
gassen kan hanteren in overeenstemming met een beoor­delingsvoorschrift erkend door de branche-organisaties.
• Reparaties moeten worden uitgevoerd in navolging van de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die bijstand
vereisen van anders gekwalificeerde personen moeten worden uitgevoerd onder toezicht van iemand die gespe­cialiseerd is in het gebruik van ontvlambare koelgassen.
GARANTIE EN TECHNISCHE ASSISTENTIE
De voorwaarden voor garantie en technische assistentie zijn vermeld in de documentatie/certicaat die bij uw apparaat is geleverd.
TECHNISCHE KENMERKEN
Voedingsspanning zie gegevensplaatje Max. stroomverbruik bij koeling Koelmiddel “ Koelvermogen
Werkingslimieten:
Kamertemperatuur bij koeling 21 ÷ 35°C
VERWERKING VAN HET APPARAAT
Het apparaat niet met het normale huisvuil vernieti­gen maar inleveren bij een ocieel centrum voor gescheiden vuilinzameling.
Nota Bene: Het vervoer, het laden, de reiniging,
het opvangen en de verwerking van het koelmiddel mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een technisch servicecentrum dat door de fabrikant erkend is. De verwerking van het apparaat mag uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel dat door de fabrikant erkend is.
41
Page 3
BESCHRIJVING
1 luchttoevoerrooster 2 bedieningspaneel 3 wieltjes 4 handvaten 5 lter 6 luchtafzuigrooster ontvochtiger 7 zitting luchtafvoerslang 8 luchtafzuigrooster condensor 9 netsnoer 10 2 doppen van de afvoer 11 muurens 12 luchtafvoerslang 13 adapter voor slang (2 stukken) 14 accessoire voor montage op de muur 15 uitblaasmond voor venster 16 afstandsbediening (alleen bij sommigemodellen)
GEBRUIK
Elektrische aansluiting
Controleer alvorens de stekker in het stopcontact te steken of:
de netspanning overeenkomt met de waarde aangeduid op het gegevensplaatje aan de achterkant vanhet apparaat;
• het stopcontact en de voedingsleiding afgestemd zijn op de vereiste belasting;
• de stekker in het stopcontact past. Zo niet, het stopcontact laten vervangen;
• het stopcontact aangesloten is op een doeltreende aardleiding. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheidaf indien deze veiligheidsvoorschriften niet in acht wordt genomen.
Beschrijving/Gebruik
• Schroef een adapter 13 op een uiteinde van de luchtafvoerslang 12.
• Breng de andere adapter 13 aan in de zitting van de luchtafvoerslang 7 aan de achterkant van het apparaat (zie g. A).
• Schroef het uiteinde van de slang zonder adapter in adapter die op het apparaat is aangebracht (zie g. A).
A
• Draai het plastic uiteinde op de luchtafvoerslang 15 los en breng de uitblaasmond voor venster 12 come aan (zie g. B).
2
1
B
• Zet de plaatselijke airconditioner dicht bij een vensterof balkondeur.
Controleer of de luchtafvoerslang niet verstopt is.
Zet het raam of de balkondeur op een kieren plaats de uitblaasmond 15 op demanier getoond in guur C.
nl
deze
Gevaar! Het netsnoer mag uitsluitend vervangen
worden door gespecialiseerd technisch personeel.
Attentie! Het apparaat mag pas aangezet worden nadat gecontroleerd is of niets de afzuiging en de toevoer van lucht belemmert.
Hierna treft u alle nodige aanwijzingen aan om uw plaatselijke airconditioner op de beste manier te latenwerken
Klimaatregeling zonder installatie
Enkele eenvoudige handelingen en uw air-conditioner zorgt voor een aangenameomgeving:
42
C
Attentie! Beperk zoveel mogelijk de lengte en krommingen van de luchtslangen, zodat eventuele knikken voorkomen worden.
Page 4
Gebruik
Klimaatregeling met installatie
Indien gewenst, kan uw plaatselijke airconditioner ook osemi-permanente wijze geïnstalleerd worden (Fig. D).
D
In dit geval moet u:
• Een gat (ø 134 mm) maken in een buitenmuur of vensterruit. Neem de hoogte en afmetingen van het gat, aangeduid in guur E, in acht.
E
schroeven en op de plaats hiervan het accessoire voor montage op de muur 12 te schroeven 14 (g. F).
F
Breng het uiteinde van de slang 12 aande ens 11 vast, zoals aangegeven in g. G.
MAX100 cm
G
• Wanneer de slang 12 niet in het gat is ingebracht, kan het gat afgesloten worden met de dop van de ens 11.
MIN 35 cm
in de vensterruit in de
Attentie! Beperk zoveel mogelijk de lengte en krommingen van de luchtslangen, zodat eventuele knikken voorkomen worden.
• Breng de bijgeleverde muurens 11 in het gemaakte
gat aan.
• Breng de adapter 13 aan in de zittingvan de
luchtafvoerslang 7 aan de achterkant van het apparaat (zie g. A).
• Schroef het accessoire voor montage op de muur 14
op de luchtafvoerslang ofverwijder indien nodig de adapter 12 van de luchtafvoerslang 13 door hem los te
houtensokkel
van de
balkondeur
in de muur:
wijadviseren om het
betreende muur
gedeelte te isoleren
met eengeschikt
isolatie materiaal.
Nota Bene: Wanneer u kiest voor een semi­permanentei nstallatie, adviseren wij om een deur op eenkier te zetten (1 cm is al voldoende) om een correcte luchtverversing te verzekeren.
43
Page 5
Bedieningspaneel/ Werking
nl
Beschrijving van het bedieningspaneel
A Toets ON/STAND-BY (aan/uit) B Keuzetoets functies MODE
Koeling, ontvochtiging, ventilatie C Keuzetoets ventilatiesnelheid (MAX/MED/MIN)
D Timertoets E Toets voor verhoging temperatuur/geprogrammeerde
werkingstijd
F Toets voor verlaging temperatuur/ geprogrammeerde
werkingstijd
G Display: Geeft de ingestelde temperatuurwaarden, de
kamertemperatuur en de geprogrammeerde
Attentie! Schakel de plaatselijke airconditioner nooit uit door de stekker uit het stopcontact te halen, maar druk op
de toets en wacht enkele minuten alvorens de stekker te verwijderen: alleen op die manier kan het apparaat de controles uitvoeren die de werkingstoestand veriëren.
WERKING
werkingstijd weer
H Controlelampje werking timer I/L/M Controlelampjes ventilatiesnelheid
(MAX/MED/MIN bij sommige modellen)
N Controlelampje werking ventilatie O Controlelampje werking koeling P Controlelampje werking ontvochtiging Q Controlelampje alarm R Ontvanger van signaal afstandsbediening S Controlelampje: geeft de kamertemperatuur weer T Controlelampje: geeft de ingestelde temperatuur weer
Controlelampje (P): ontvochtigingsfunctie
Het apparaat aanzetten
Nota Bene: Voordat u het apparaat te controleren: de kapjes aan het achterkant van het apparaat correct zijngeplaatst en geschroefd op de afvoerslang 10.
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de toets ON/ STAND-BY (A) (bij inschakeling start het apparaatmet de
laatste functie die voor uitschakeling was ingesteld). De display geeft de omgevingstemperatuur weer. Druk op de toets MODE (B) tot het controlelampje van de gewenste functie oplicht, ofwel:
Controlelampje (O): koelfunctie Controlelampje (N): ventilatiefunctie
Koelfunctie
Ideaal bij warm en drukkend weer, om de ruimte af te koelen ente ontvochtigen. Als default geeft het display de kamertemperatuur weer. Het controlelampje (S) brandt. Bedien, voor het instellen van de gewenste temperatuur, de toetsen + (E) of - (F), totdat op het display de te bereiken temperatuur verschijnt (om van graden °F naar graden °C om te schakelen of omgekeerd, moet men beide toetsen E en F enkele seconden ingedrukt houden). Het controlelampje (T) gaat aan en het controlelampje (S) dooft.15 seconden na instelling van de temperatuur, geeft het display opnieuw de kamertemperatuur aan. Het controlelampje (S) gaat weer aan. Het regelen van de temperatuur is uitsluitend mogelijk voor de koelfunctie.
44
Page 6
Werking
nl
MAX: als u het maximum vermogen van de plaatselijke
airconditioner wiltverkrijgen, zodat zo snel mogelijk de gewenste temperatuur wordt bereikt.
MED: als u het geluidsniveau laag wilt houden, met
sowieso een goed comfortniveau.
MIN: wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst.
Nota Bene: De meest geschikte temperatuur voor vertrekken in de zomerperiode varieert tussen 24 en 27°C. Het wordt in elk geval afgeraden om een veel lagere tempera-tuur dan de buitentemperatuur in te stellen.
Ventilatiefunctie
Regel de ventilatiesnelheid door te drukken op de toets (C), net zoals bij de koelfunctie. Houd er rekening mee dat hoe hoger de snelheid, des te meer lucht gelterd wordt; bij selectievan de snelheid “MIN” wordt daarentegen minder lucht gelterd maar is de geluidsproductielaag.
Ontvochtigingsfunctie
Ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen (tussenseizoen, vochtige vertrekken,regenperiode, enz.). Wanneer de ontvochtigingsfunctie wordt gekozen, gaat het controlelampje (P) branden. Tegelijkertijd gaat het controlelampje ventilatie “MIN” (M) branden. Bij deze functie is het niet mogelijk om andere snelheden te kiezen.
Nota Bene: Onthoud dat u de luchtafvoerslang installeert zoals vermeld in het hoofdstuk: “Voor-bereidingen voor het gebruik”.
Programmering van de timer
Met de timer kan de uitgestelde in- of uitschakeling van het apparaat ingesteld worden; op diemanier wordt energie bespaard en worden de werkingsperiodes geoptimaliseerd.
Programmeren van de uitgestelde inschakeling
• Steek de stekker in het stopcontact en schakel
het apparaat met de toets ON/STAND-BY (A) in; selecteer vervolgens de gewenste functie en de andere werkingsinstellingen (temperatuur, ventilatiesnelheid, enz.).
• Druk nogmaals op de toets ON/STAND-BY (A): het
apparaat gaat naar de positie Stand-by.
• Druk op de toets timer (D): het controlelampje van de
timerwerking (H) begint te knipperen.
• Stel met de toetsen “+” (E) of “–” (F) het aantal uren in
waarna u wilt dat het apparaat inwerking treedt. Deze toetsen verhogen of verlagen met een uur per keer. Het controlelampje (H) op de display blijft knipperen tot de geprogrammeerde inschakeling. Het is mogelijk de uitgestelde inschakeling te programmeren binnen de volgende 24 uren. Druk, om de programmering van de timer te wissen, opnieuw op de toets timer (D). Het controlelampje (H) zal ophouden met knipperen.
Programmeren van de uitgestelde uitschakeling
• Voor alle bedrijfswijzen “koeling/ventilatie/
ontvochtiging kan de uitgestelde uitschakeling
geprogrammeerd worden.
• Druk op de toets Timer (D): het controlelampje van de
timerwerking (H) begint te knipperen.
• Stel met de toetsen “+” (E) of “–” (F) het aantal uren in
waarna u wilt dat het apparaat metwerken ophoudt. Deze toetsen verhogen of verlagen met een uur per keer. Het controlelampje (H) op de display blijft knipperen tot de geprogrammeerde uitschakeling. Op het vastgestelde uur gaat de plaatselijke airconditioner uit en gaat in de Stand by stand staan.Druk, om de programmering van de timer te wissen, opnieuw op de toets timer (D). Het controlelampje (H) zal ophouden met knipperen.
WERKING MET AFSTANDSBEDIENING
Modellen met afstandsbediening
• Richt de afstandsbediening op de signaa-lontvanger
van het apparaat (zie g. H). De maximu-mafstand
tussen afstandsbediening enapparaat bedraagt 5 meter
(zonderobstakels tussen afstandsbediening en ont-
vanger).
• De afstandsbediening moet met extreme
voorzichtigheid behandeld worden: laathem niet
vallen, stel hem niet aan rechtstreeks zonlicht bloot en
leg hem niet in de buurt van warmtebronnen.
MAX 5 meter
H
45
Page 7
Werking/ Tips
nl
Beschrijving van de afstandsbediening
17) Drukknop “ON/STAND -BY
18) Drukknop “MODE
19) Drukknop verhoging/verlaging temperatuur
geprogrammeerde werking
20) Drukknop “TIMER
21) Keuzeknop ventilatiesnelheid (MAX / MED /MIN)
22) Drukknop voor omschakeling °F/°C
17 19
21
Vervanging van de batterijen
• Verwijder het dekseltje aan de achterkantvan de afstandsbediening;
• Vervang de lege batterijen door tweebatterijen LR03 “AAA” 1,5V en breng ze inde juiste stand in (zie aanwijzingen in batterijvak);
Breng het dekseltje weer aan.
Nota Bene: Als de afstandsbediening vervangen ofweggegooid wordt, moeten de batterijenverwijderd worden en volgens de van kracht zijnde bepalingen verwerkt worden,aangezien ze schadelijk zijn voor het milieu.Meng geen alkaline-, standaard (zink-kool-stof) of oplaadbare (nikkel-cadmium) bat-terijen. Gooi de batterijen niet in het vuuromdat ze kunnen ontploen of gevaarlijke vloeistoen kunnen afgeven.
18 20 22
KOELING (COOLING) ONTVOCHTIGING (DEHUMIDIFYING) ALLEEN VENTILATIE (FAN ONLY)
Op het bedieningspaneel gaat het controlelampje van de geselecteerde functie branden. Zie voor de instellingen voor koeling/ontvochtiging/alleen ventilatie, programmering van de timer hetgeen vermeld in de paragrafen op pag. 44-45.
TIPS
Er moeten enkele voorschriften opgevolgdworden om het maximale rendement uit uw plaatselijke airconditioner te halen.
• sluit ramen en deuren van de ruimte waarvan u het klimaat wilt regelen. Dit geldt niet voor een installatie met eengat in de muur. In een dergelijk geval is het raadzaam een deur of vensterraam op een kier te laten, om de juiste luchtverversing te garanderen (zie g. I).
sluit ramen en deuren
• Scherm het vertrek af van rechtstreekszonlicht, door de gordijnen dicht te doenen/of de rolluiken gedeeltelijk te latenzakken. Op die manier is het apparaat bijzonder zuinig (zie g. J);
J
I
Het apparaat aanzetten
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de knop ON/ STAND-BY (17) van de afstandsbediening (bij inschakeling
start de plaatselijke airconditionersmet de laatste functie die vóór uitschakeling ingesteld was). Druk op de knop MODE (18) om de gewenste functie te selecteren:
46
laat de rolluiken zakken of doe de gordijnen dicht
Page 8
• Zet geen voorwerpen op de plaatselijke airconditioner (zie g. K);
K
niet afdekken
Reiniging
L
nl
Belemmer niet de afzuiging 6 en de luchttoevoe 1;
• Zorg ervoor dat er zich in het vertrek geen warmtebronnen bevinden.
• Gebruik het apparaat niet in ruimten met een hoge vochtigheidsgraad (vb.washok).
Gebruik het apparaat niet buiten.
Controleer of de plaatselijke airconditioner op een“een” vloer staat.
REINIGING
Voordat reinigings- of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, dient u hetapparaat uit te schakelen met de toets ON/STAND-BY (A) en bij de modellen met afstand-bediening drukt u op de knop ON/STAND-BY 17. Haal vervolgens altijd de stekker uit het stop-contact.
Reiniging van buitenkant
Wij adviseren om het apparaat te reinigenmet een vochtige doek en af te drogen met een droge doek. Om veiligheidsredenen mag de plaatselijke airconditioner niet met water worden gewassen.
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmiddelen voor de reiniging. Spuit nooit insectenwerende vloeistoen of gelijkaardige producten.
Gebruik een stofzuiger om het op het lter afgezette stof te verwijderen. Als het lter zeer vuil is, het in lauw wateronderdompelen en meerdere keren afspoelen. De temperatuur van het water mag niet warmer dan 40°C zijn. Na het wassen, laat u het lter drogen. Om het lter terug te plaatsen, plaatst u weerin zijn zitting.
Controles bij begin seizoen
Controleer of het netsnoer en het stopcontact niet beschadigd zijn en controleer of deaardleiding doeltreend is. Neem de installatievoorschriften zorgvuldig in acht.
Controles aan einde seizoen
Verwijder de 2 doppen om het interne circuit volledig te legen. Laat het restwater volledig weglopen in een teiltje (guur M). Plaats na het legen de 2 doppen weer in zijn zitting. Reinig het lter en laat het goed drogen alvorens het weer aan te brengen.
M
Reiniging van de luchtlters
Om een goede eciency van uw plaatselijke airconditioner te behouden adviseren wij om het stolter wekelijks te reinigen in de periode waarin het apparaat gebruikt wordt. Het lter is ter hoogte van het afzuigrooster gesitueerd en het rooster vormt de zitting vandit lter. Voor het reinigen van het lter verwijder het lter zoals getoond in guur L.
47
Page 9
Oplossing van problemen
WANNEER IETS NIET WERKT
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De plaatselijke aircondi­tionersgaat niet aan
De plaatselijke aircondi­tioner werkt, maar voor korte duu
geen stroomtoevoer
• de stekker zit niet in het stopcontact
• De veiligheidsvoorziening is in werking getreden.
• de luchtafvoerslang is geknikt
• de luchtafvoerslang is verstopt
• de luchtafvoerslang is geplooid
• wacht
• steek de stekker in het stopcontact
• Neem contact op met het service­centrum
plaats de afvoerslang correct
• controleer of er obstakels zijn die de afvoer van lucht naar buiten belemmeren
• verwijder de plooien
nl
De plaatselijke aircondi­tioner werkt wel maar koelt de ruimte niet
Vreemde geur in de ruimte • het luchtlter is verstopt • reinig of vervang het lter
De plaatselijke aircon­ditioner werkt niet gedurende 3 minuten na inschakeling
Het controlelampje alarm (ALARM) Q gaat branden
• het raam staat open
• in de ruimte bevindt zich een warmtebron (brander, lamp, enz.)
• de afvoerslang is uit zijn zitting losgekomen
• verstopt luchtlter
• het vermogen van de plaatselijke airconditioner is niet aangepast aan de condities of
afmetingen van de ruimte
De veiligheidsvoorziening van het apparaat is in werking getreden
Het bakje in het apparaat is vol • Leeg het bakje (zie de paragraaf
• sluit het raam
• neem de warmtebron weg
• steek de slang in zijn zitting
• reinig of vervang de lters
wacht tot 3 minuten verstrekenzijn
“Controles aan einde seizoen” op pag.
47).
Zelfdiagnose
Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele storingen in de werking detec-teert. De foutmeldingen ver­schijnen op het display van het apparaat.
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT OP HET DISPLAY VERSCHIJNT OP HET DISPLAY VERSCHIJNT
“Low Temperature” (lage temperatuur)
BETEKENT:
de kamertemperatuur is te laag
“High Temperature” (hoge temperatuur)
BETEKENT: de kamertemperatuur is te hoog
48
“Probe Failure”
(defecte sonde)
BETEKENT: wendt u zich tot het dichtstbij­zijnde servicecentrum
Loading...