Brother MFC-8950DW(T) User Guide [nl]

Uitgebreide gebruikershandleiding
MFC-8950DW MFC-8950DWT
Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
Versie 0
DUT/BEL-DUT

Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken,
Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Hier vindt u meer informatie over de basis-, fax-, kopieer-, scan- en Direct Print-functies en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van problemen.
Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: faxen, kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.
scannen, netwerkscannen, externe installatie, PC-Fax en het gebruik van Brother ControlCenter.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
Voor Tsjechië, Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije: PDF-bestand / installatie­cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / installatie­cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / installatie­cd-rom / in de verpakking
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie
over bedrade en draadloze netwerkinstellingen en beveiligingsinstellingen bij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Wi-Fi Direct™ handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine voor rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™ ondersteunt.
PDF-bestand / installatie­cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
2
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Google cloud print handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet vanaf apparaten die gebruik maken van Gmail™ voor mobiel, GOOGLE DOCS™ voor mobiel en toepassingen voor het Chrome­besturingssysteem.
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken van JPEG- en
1
-bestanden vanaf een mobiel
PDF apparaat en scannen vanaf uw Brother­machine naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Handleiding netwerkconnectie
In deze handleiding vindt u meer informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-machine voor het scannen, laden en bekijken van beelden en bestanden op bepaalde websites die deze services aanbieden.
1
Afdrukken van PDF-bestanden wordt niet ondersteund door een Windows® Phone.
2
Kijk op http://solutions.brother.com/.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
2
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
2
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
2
ii

Inhoudsopgave

1 Algemene instellingen 1
BELANGRIJKE OPMERKING...............................................................................1
Opslag in het geheugen......................................................................................... 1
Automatische zomer-/wintertijd..............................................................................1
Ecologische functies..............................................................................................2
Tonerbespaarstand .........................................................................................2
Slaaptijd ...........................................................................................................2
Stand diepe slaap ............................................................................................3
Functie van de stille stand .....................................................................................3
Stille stand .......................................................................................................3
LCD-scherm...........................................................................................................4
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen....................................4
De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting......................................4
2 Beveiligingsfuncties 5
Secure Function Lock 2.0 ......................................................................................5
Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen............................................6
De modus openbare gebruiker instellen en wijzigen .......................................7
Beperkte gebruikers instellen en wijzigen .......................................................7
Beveiligd functieslot aan-/uitzetten .................................................................. 9
Gebruikers omschakelen ...............................................................................10
Instelslot...............................................................................................................11
Het wachtwoord instellen...............................................................................11
Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen ..................................................12
Instelslot in-/uitschakelen ..............................................................................12
Beperken kiezen ..................................................................................................13
Beperking kiestoetsen ...................................................................................13
Beperking ééntoetsnummers .........................................................................13
Beperking snelkiezen ....................................................................................13
LDAP-serverbeperking ..................................................................................14
3 Een fax verzenden 15
Aanvullende verzendopties..................................................................................15
Faxen met meerdere instellingen verzenden ................................................15
De lay-out van een dubbelzijdige fax wijzigen ...............................................16
Contrast.........................................................................................................16
Faxresolutie veranderen................................................................................17
Aanvullende verzendopties..................................................................................17
Een fax handmatig verzenden .......................................................................17
Tweevoudige werking....................................................................................18
Groepsverzenden ..........................................................................................18
Direct verzenden ...........................................................................................20
Internationale modus.....................................................................................20
Uitgestelde fax...............................................................................................21
Uitgestelde groepsverzending .......................................................................21
Taken in de wachtrij controleren en annuleren..............................................22
iii
De wijzigingen instellen als de nieuwe standaardinstellingen .......................22
Alle faxinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen ...........................23
Elektronisch voorblad ....................................................................................23
Weergave bestemming..................................................................................25
Overzicht pollen...................................................................................................26
Verzend Pollen ..............................................................................................26
4 Een fax ontvangen 28
Opties voor afstandsbediening ............................................................................ 28
Fax doorzenden.............................................................................................28
Fax opslaan...................................................................................................29
Opties voor afstandsbediening wijzigen ........................................................29
Afstandsbediening .........................................................................................30
Opdrachten voor de afstandsbediening.........................................................33
Aanvullende ontvangstfuncties ............................................................................34
Een verkleinde inkomende fax afdrukken......................................................34
Duplexafdrukken (dubbelzijdig) in de faxmodus ............................................34
De stempel voor faxontvangst instellen.........................................................35
Afdrukdichtheid instellen................................................................................35
Een fax uit het geheugen afdrukken.............................................................. 36
Ontvangst zonder papier ...............................................................................36
Overzicht pollen...................................................................................................37
Ontvang pollen .............................................................................................. 37
5 Kiezen en nummers opslaan 39
Aanvullende kiesfuncties .....................................................................................39
Snelkiesnummers combineren ......................................................................39
Bijkomende manieren om nummers op te slaan .................................................39
Groepen voor groepsverzenden instellen......................................................39
Opties voor het instellen van groepen...........................................................42
Groepsnummers wijzigen..............................................................................44
Groepsnummers verwijderen ........................................................................45
6 Rapporten afdrukken 46
Faxrapporten .......................................................................................................46
Verzendrapport ..............................................................................................46
Faxjournaal (activiteitenrapport) ....................................................................46
Rapporten............................................................................................................47
Een rapport afdrukken ...................................................................................47
iv
7Kopiëren 48
Kopieerinstellingen ..............................................................................................48
Kopiëren onderbreken...................................................................................48
Kopieerkwaliteit verbeteren ...........................................................................48
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................49
Duplexkopiëren (dubbelzijdig) .......................................................................50
Ladeselectie ..................................................................................................51
De helderheid en het contrast aanpassen .....................................................52
Kopieën sorteren ...........................................................................................52
N op 1-kopieën maken (paginalay-out) .........................................................53
Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 .....................................................................54
De wijzigingen instellen als de nieuwe standaardinstellingen .......................55
Alle kopieerinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen ....................55
Uw favorieten instellen ..................................................................................56
A Routineonderhoud 57
De machine reinigen en controleren....................................................................57
De paginatellers controleren..........................................................................57
De resterende levensduur van onderdelen controleren ................................58
Periodieke onderhoudsonderdelen vervangen ....................................................58
De machine inpakken en vervoeren ....................................................................59
BOpties 62
Optionele papierlade (LT-5400) ........................................................................... 62
Geheugenbord ..................................................................................................... 62
SO-DIMM-types.............................................................................................62
Extra geheugen installeren ............................................................................63
C Verklarende woordenlijst 65
D Index 69
v
1
1

Algemene instellingen 1

BELANGRIJKE OPMERKING

De meeste illustraties in deze handleiding
tonen de MFC-8950DW.

Opslag in het geheugen

Uw menu-instellingen zijn permanent opgeslagen, en gaan niet verloren in geval van een stroomstoring. Tijdelijke instellingen (bijvoorbeeld contrast en internationale modus) gaan wel verloren. Tijdens een stroomstoring worden de datum, de tijd en geprogrammeerde faxberichten (bv. uitgestelde fax) tot 60 uur in het geheugen bewaard. Andere faxopdrachten in het geheugen van de machine blijven bewaard.
Automatische zomer-/
1
wintertijd
U kunt de machine zo instellen dat de zomer­/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
1
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven. Druk op Stand.instel..
c Druk op a of b om Datum&Tijd weer te
geven. Druk op Datum&Tijd.
d Druk op Aut. zomertijd. e Druk op Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.
1
1
Hoofdstuk 1
Opmerking

Ecologische functies 1

Tonerbespaarstand 1

Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, worden de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Ecologie weer te
geven. Druk op Ecologie.
d Druk op Toner besparen. e Druk op Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.

Slaaptijd 1

Door de slaapstand te gebruiken, kunt u het energieverbruik verminderen. Wanneer de machine zich in de slaapstand (energiebesparende stand) bevindt, gedraagt deze zich alsof de machine is uitgeschakeld. De machine wordt geactiveerd en begint af te drukken wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze overschakelt naar de slaapstand. De timer zal herstarten als er een handeling wordt uitgevoerd op de machine, zoals een fax of afdruktaak ontvangen. De standaardinstelling is 3 minuten.
Wanneer de machine overschakelt naar de slaapstand, wordt de achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
We raden u af de tonerbespaarstand te gebruiken voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen in grijstinten.
c Druk op a of b om Ecologie weer te
geven. Druk op Ecologie.
d Druk op Tijd slaapstand. e Voer met behulp van de kiestoetsen op
het Touchscreen in hoe lang (0-90 minuten) de machine inactief moet zijn alvorens naar de slaapstand over te schakelen. Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
2
Algemene instellingen
1

Stand diepe slaap 1

Als de machine zich in de slaapstand bevindt en gedurende een bepaalde tijd geen opdrachten ontvangt, schakelt de machine automatisch over naar de stand diepe slaap. In de diepe slaapstand wordt er minder energie verbruikt dan in de slaapstand. De machine wordt geactiveerd wanneer deze een fax of afdruktaak ontvangt.
Wanneer de diepe slaapstand geactiveerd is op de machine, is de achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld en is de Home-toets gedimd.
Als er een draadloos netwerk geactiveerd is, schakelt de machine niet over naar de diepe slaapstand.
Om het draadloze netwerk uit te schakelen
uu Netwerkhandleiding: Instellen via het bedieningspaneel
Als er beveiligde afdrukgegevens aanwezig zijn in de machine, schakelt deze niet over naar de diepe slaapstand.

Functie van de stille stand 1

Stille stand 1

Door de stille stand te gebruiken, kunt u het lawaai tijdens het afdrukken verminderen. Wanneer Stille modus Aan staat, daalt de afdruksnelheid. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Stille modus weer
te geven. Druk op Stille modus.
d Druk op Aan of Uit. e Druk op Stop/Eindigen.
3
Hoofdstuk 1

LCD-scherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

U kunt de helderheid van de LCD­achtergrondverlichting aanpassen. Als u het LCD-scherm moeilijk kunt lezen, kunt u dit oplossen door de helderheidsinstelling te wijzigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven. Druk op LCD instell..
d Druk op Schermverlicht.

De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting 1

U kunt instellen hoe lang de LCD­achtergrondverlichting ingeschakeld blijft nadat u terugkeert naar het scherm Gereed.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven. Druk op LCD instell..
d Druk op Lichtdim-timer. e Druk op 10 Sec., 20 Sec., 30 Sec.
of Uit.
f Druk op Stop/Eindigen.
e Druk op Licht, Half of Donker. f Druk op Stop/Eindigen.
4
2
2
Opmerking

Beveiligingsfuncties 2

Secure Function Lock 2.0

Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u openbare toegang tot de volgende machinefuncties:
Fax Tx
Fax Rx
Kopie
Scannen
Direct afdrukken
Afdrukken
Paginalimiet
Web Connect
1
Scannen omvat eveneens scanopdrachten via Brother iPrint&Scan.
2
Printen omvat afdruktaken via Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan.
3
Paginabeperking wordt geconfigureerd met behulp van Beheer via een webbrowser.
Met deze functie kunt u ook toegang tot menu-instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de standaardinstellingen wijzigen.
1
2
3
2
• U kunt het beveiligd functieslot handmatig instellen via het bedieningspaneel of met Beheer via een webbrowser of met BRAdmin Professional 3 (uitsluitend
Windows functie in te stellen met Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3
(alleen Windows (uu Netwerkhandleiding)
• Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
• Ontvang pollen wordt alleen gedeactiveerd, wanneer zowel Fax Tx als Fax Rx zijn gedeactiveerd.
®
). Wij raden u aan om deze
®
).
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
Toegang tot beperkte handelingen kan worden geactiveerd door het creëren van een beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers moeten een wachtwoord invoeren om de machine te gebruiken.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moet het wachtwoord dat is opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met de klantendienst van Brother voor informatie over het resetten van het wachtwoord.
5
Hoofdstuk 2
Opmerking

Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen 2

Het wachtwoord instellen 2
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt, is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt gebruikt om gebruikers in te stellen en om het Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. (Zie Beperkte gebruikers instellen en wijzigen
uu pagina 7 en Beveiligd functieslot aan-/ uitzetten uu pagina 9.)
Schrijf het beheerderswachtwoord op een geheime plaats op. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD­scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in. Als u het wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met uw Brother-leverancier voor service.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
Het wachtwoord wijzigen 2
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Wachtw. inst.. f Toets het opgeslagen viercijferige
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Toets een viercijferig nummer voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
h Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
d Druk op Functieslot. e Toets een viercijferig nummer voor het
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
f Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
6
Beveiligingsfuncties
2

De modus openbare gebruiker instellen en wijzigen 2

De modus openbare gebruiker beperkt de functies die beschikbaar zijn voor openbare gebruikers. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot de functies die via deze instelling beschikbaar zijn. U kunt een openbare gebruiker instellen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen. f Toets het beheerderswachtwoord in met
behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Druk op a of b om Openbaar weer te
geven. Druk op Openbaar.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een openbare gebruiker in te
stellen, drukt u als volgt op Activeren of Deactiveren voor elke handeling: druk op Fax Tx. Druk dan op Activeren of Deactiveren. Als u Fax Tx hebt ingesteld, herhaalt u deze stappen voor Fax Rx, Kopie, Scan, Direct afdrukken, Afdrukken en Web Connect.
Om de instellingen voor openbare
gebruikers te wijzigen, drukt u op a of b om de instelling weer te geven die
u wilt wijzigen. Druk op de instelling en druk vervolgens op Activeren of Deactiveren. Herhaal deze stap tot u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
i Druk op Stop/Eindigen.

Beperkte gebruikers instellen en wijzigen 2

U kunt gebruikers met een wachtwoord instellen en de voor hen beschikbare functies beperken. U kunt met Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3
(alleen Windows beperkte rechten instellen, zoals paginateller of de aanmeldnaam van de pc-gebruiker. (uu Netwerkhandleiding) U kunt tot 25 beperkte gebruikers instellen.
Beperkte gebruikers instellen 2
®
) meer geavanceerde
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen. f Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Druk op a of b om GebruikerXX weer
te geven. Druk op GebruikerXX.
7
Hoofdstuk 2
Opmerking
Opmerking
h Toets de gebruikersnaam in met behulp
van de toetsen op het Touchscreen. (uu Beknopte gebruikershandleiding: Tekst invoeren) Druk op OK.
i Toets een viercijferig
gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
j Om een beperkte gebruiker in te stellen,
drukt u als volgt op Activeren of Deactiveren voor elke handeling: druk op Fax Tx. Druk dan op Activeren of Deactiveren. Als u Fax Tx hebt ingesteld, herhaalt u deze stappen voor Fax Rx, Kopie, Scan, Direct afdrukken, Afdrukken en Web Connect.
k Druk op en herhaal stappen g tot
j om elke extra gebruiker en elk extra
wachtwoord in te voeren.
l Druk op Stop/Eindigen.
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als een andere gebruikersnaam.
De gebruikersnaam, het wachtwoord of de instellingen wijzigen voor beperkte gebruikers 2
f Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Druk op a of b om de bestaande
beperkte gebruiker die u wilt wijzigen weer te geven. Druk op de gebruikersnaam.
h Druk op Wijzigen.
Om de gebruikersnaam te wijzigen, voert u een nieuwe gebruikersnaam in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. (uu Beknopte gebruikershandleiding: Tekst invoeren) Druk op OK.
i Om het wachtwoord te wijzigen, voert u
een nieuw viercijferig gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
j Om de instellingen voor een beperkte
gebruiker te wijzigen, drukt u op a of b om de instelling weer te geven die u wilt wijzigen. Druk op de instelling en druk vervolgens op Activeren of Deactiveren. Herhaal deze stap tot u klaar bent met het doorvoeren van wijzigingen.
k Druk op Stop/Eindigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen.
8
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als een andere gebruikersnaam.
Beveiligingsfuncties
2
Opmerking
Bestaande beperkte gebruikers resetten 2
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen. f Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Druk op a of b om de bestaande
beperkte gebruiker die u wilt wijzigen te resetten. Druk op de gebruikersnaam.
h Druk op Reset.

Beveiligd functieslot aan-/ uitzetten 2

Beveiligd functieslot aanzetten
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Slot UitAan. f Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Beveiligd functieslot uitzetten
a Druk op Openbaar of xxxxx (waarbij
xxxxx de gebruikersnaam is).
i Druk op Ja om de bestaande beperkte
gebruiker te resetten.
j Druk op Stop/Eindigen.
b Druk op Slot AanUit. c Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD-scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in.
9
Hoofdstuk 2
Opmerking
Opmerking

Gebruikers omschakelen 2

Met deze instelling kunt u schakelen tussen de geregistreerde gebruikers met beperkte rechten of de openbare modus als het beveiligd functieslot is ingeschakeld.
De modus beperkte gebruiker wijzigen
a Druk op Openbaar of xxxxx (waarbij
xxxxx de gebruikersnaam is). Druk op WijzigGebruiker.
b Druk op a of b om uw gebruikersnaam
weer te geven.
c Druk op uw gebruikersnaam. d Toets het opgeslagen viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
• Als het huidige ID niet gemachtigd is om de gewenste functie te gebruiken, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het LCD-scherm.
De openbare modus wijzigen
a Druk op xxxxx. (waarbij xxxxx de
gebruikersnaam is).
b Druk op Ga naar Openb..
• Als een gebruiker met beperkte rechten klaar is met het gebruik van de machine, schakelt deze binnen een minuut terug naar de openbare modus.
• Als de gewenste functie beperkt is voor alle gebruikers, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine terugkeert naar de modus Gereed. U krijgt geen toegang tot de gewenste functie. Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor het beveiligd functieslot te controleren.
• Als er een paginabeperking ingesteld is voor uw ID en u het maximale aantal pagina's al hebt bereikt, wordt Limiet overschreden weergegeven op het LCD-scherm wanneer u gegevens afdrukt. Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor het beveiligd functieslot te controleren.
10
Beveiligingsfuncties
2

Instelslot 2

Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk uw machine­instellingen wijzigen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moeten de wachtwoorden die zijn opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw beheerder of met de klantendienst van Brother.
Terwijl het Instelslot Aan is, hebt u geen toegang tot de knop Menu en kunt u de nummers in het adresboek niet bewerken. U kunt wel nog de knop Adresboek gebruiken om fax- en e-mailberichten te sturen naar eerder opgeslagen nummers.
De machine-instellingen kunnen niet worden gewijzigd via de Remote Setup wanneer Instelslot is ingesteld op Aan.

Het wachtwoord instellen 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Instelblokk.. e Toets een viercijferig nummer voor het
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
f Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
11
Hoofdstuk 2
01
MenuMenu
Instelblokk.Instelblokk.
01.01.2012 11:00
Kopiëren Fax Scannen Web
KOPIE

Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Instelblokk.. e Druk op Wachtw. inst.. f Toets het opgeslagen viercijferige
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Toets een viercijferig nummer voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
h Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.

Instelslot in-/uitschakelen 2

Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl u onderstaande instructies volgt, wordt op het LCD-scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in.
Instelslot inschakelen
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Instelblokk.. e Druk op Slot UitAan. f Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Het LCD-scherm zal sloten tonen op de Instelslot- en Menuknoppen.
i Druk op Stop/Eindigen.
12
Instelslot uitschakelen
a Druk op Instelblokk. op het LCD-
scherm.
b Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Beveiligingsfuncties
2

Beperken kiezen 2

Deze functie voorkomt dat gebruikers per ongeluk een fax verzenden naar een verkeerd nummer of een verkeerd nummer bellen. U kunt de machine instellen op beperkt kiezen via de kiestoetsen, de ééntoetsnummers, snelkiesnummers of zoeken op LDAP.
Als u Uit kiest, beperkt de machine de kies methode niet.
Als u # tweemaal kiest, vraagt de machine u om het nummer opnieuw in te voeren en als u hetzelfde nummer correct hebt ingevoerd, begint de machine met kiezen. Als u het verkeerde nummer invoert, wordt op het LCD-scherm een foutmelding weergegeven.
Als u Aan kiest, beperkt de machine alle faxverzendingen en uitgaande telefoongesprekken voor die kiesmethode.

Beperking kiestoetsen 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax weer te geven.
Druk op Fax.

Beperking ééntoetsnummers 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax weer te geven.
Druk op Fax.
c Druk op a of b om Kiezen beperken
weer te geven. Druk op Kiezen beperken.
d Druk op Directkies. e Druk op # tweemaal, Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.

Beperking snelkiezen 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax weer te geven.
Druk op Fax.
c Druk op a of b om Kiezen beperken
weer te geven. Druk op Kiezen beperken.
d Druk op Snelkies.
c Druk op a of b om Kiezen beperken
weer te geven. Druk op Kiezen beperken.
e Druk op # tweemaal, Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.
d Druk op Cijfertoetsen. e Druk op # tweemaal, Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.
13
Hoofdstuk 2
Opmerking

LDAP-serverbeperking 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax weer te geven.
Druk op Fax.
c Druk op a of b om Kiezen beperken
weer te geven. Druk op Kiezen beperken.
d Druk op LDAP-server. e Druk op # tweemaal, Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.
• De instelling # tweemaal werkt niet als u de hoorn van een externe telefoon oppakt voordat u het nummer invoert. U wordt niet gevraagd om het nummer nogmaals in te voeren.
• De machine kan het kiezen via Herkies/Pauze niet beperken.
•Als u Aan of # tweemaal hebt gekozen, kunt u de functie groepsverzenden niet gebruiken en kunt u geen snelkiesnummers combineren om een nummer te kiezen.
14
3
3
Opmerking
Fax
Duplex faxen
Adresboek
Faxresolutie
Uit Standaard
Fax
Fax

Een fax verzenden 3

Aanvullende verzendopties

Faxen met meerdere instellingen verzenden 3

Voordat u een fax verzendt, kunt u elke combinatie van deze instellingen wijzigen:
Duplex faxen
Contrast
Faxresolutie
Direct verzenden
Inter-nationaal
Tijdklok
Verzamelen
Voorblad Opm.
Voorpagina instellen
a Druk op Fax op het Touchscreen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
3
Herhaal stap b om meer instellingen
te wijzigen.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, gaat u naar de volgende stap om de fax te verzenden.
• De meeste instellingen zijn tijdelijk en de machine keert terug naar de standaardinstellingen na het versturen van een fax.
• U kunt sommige van de instellingen die u het meest gebruikt als standaard instellen. Deze instellingen blijven ongewijzigd tot u deze opnieuw wijzigt. (Zie De wijzigingen
instellen als de nieuwe standaardinstellingen uu pagina 22.)
Het LCD-scherm toont:
b Druk op d of c om een instelling weer te
geven die u wilt wijzigen. Druk op de instelling en druk vervolgens op de gewenste optie.
15
Hoofdstuk 3
Opmerking

De lay-out van een dubbelzijdige fax wijzigen 3

U moet het duplexscanformaat selecteren voor u een dubbelzijdige fax verzendt. Het geselecteerde formaat hangt af van de lay­out van uw dubbelzijdige document.
a Druk op Fax. b Druk op d of c om Duplex faxen weer
te geven. Druk op Duplex faxen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als uw document over de lange zijde
wordt gekeerd, drukt u op DuplexScan : lange zijde.
Lange zijde
Staand Liggend

Contrast 3

Voor de meeste documenten zorgt de standaardinstelling Auto voor de beste resultaten. Auto selecteert automatisch het geschikte contrast voor uw document.
Als uw document erg licht of donker is, kan de kwaliteit van de fax worden verbeterd door het contrast te wijzigen.
Gebruik Donker om het gefaxte document lichter te maken.
Gebruik Licht om het gefaxte document donkerder te maken.
a Druk op Fax. b Druk op d of c om Contrast weer te
geven. Druk op Contrast.
c Druk op Auto, Licht of Donker.
Zelfs als u Licht of Donker kiest, wordt de fax verzonden met de instelling Auto als u Foto hebt gekozen als faxresolutie.
Als uw document over de korte zijde
wordt gekeerd, drukt u op DuplexScan : korte zijde.
Korte zijde
Staand Liggend
16
Een fax verzenden
3
Opmerking

Faxresolutie veranderen 3

De kwaliteit van een fax kan worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen. U kunt de faxresolutie wijzigen voor de volgende fax.
a Druk op Fax. b Druk op d of c om Faxresolutie weer
te geven. Druk op Faxresolutie.
c Druk op Standaard, Fijn,
Superfijn of Foto.
U kunt vier verschillende resolutie­instellingen selecteren.
Zwart-wit
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Geschikt voor documenten met
een klein lettertype en wordt iets langzamer verzonden dan met de standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor documenten met
een klein lettertype of artwork en wordt iets langzamer verzonden dan met de fijne resolutie.
Foto Geschikt wanneer het
document verschillende grijstinten heeft of een foto is. Deze instelling heeft de langzaamste transmissietijd.

Aanvullende verzendopties 3

Een fax handmatig verzenden3

Handmatig verzenden 3
Bij handmatige verzending hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het verzenden van een fax.
a Druk op Fax. b Plaats het document. c Pak de hoorn van een externe telefoon
op en luister of u een kiestoon hoort.
d Kies het faxnummer met de externe
telefoon.
e Als u de faxtonen hoort, drukt u op Start.
Als u de glasplaat gebruikt, drukt u
op Verzenden.
f Plaats de hoorn van de externe telefoon
terug.
17
Hoofdstuk 3
Opmerking

Tweevoudige werking 3

U kunt een nummer kiezen en beginnen om de fax in het geheugen te scannen, zelfs wanneer de machine vanuit het geheugen verzendt, faxen ontvangt of pc-gegevens afdrukt. Het LCD-scherm toont het nieuwe taaknummer.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt scannen, is afhankelijk van hetgeen erop is afgedrukt.
Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven wanneer u de eerste pagina van een fax scant, drukt u op Stop/Eindigen om het scannen te annuleren. Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven terwijl u een volgende pagina scant, kunt u op Start drukken om de tot dusver gescande pagina's te verzenden of kunt u op Stop/Eindigen drukken om de taak te annuleren.

Groepsverzenden 3

Met groepsverzenden kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden. U kunt een fax naar groepen, ééntoetsnummers, snelkiesnummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen.
U kunt groepsverzendingen maken naar 382 verschillende nummers. Dit is afhankelijk van hoeveel Groepen, toegangscodes of creditcardnummers u hebt bewaard, en van het aantal uitgestelde of opgeslagen faxen in het geheugen.
Voor u de groepsverzending begint 3
Eéntoets- en snelkiesnummers moeten in het geheugen van de machine worden opgeslagen voor deze kunnen worden gebruikt in een groepsverzending. (uu Beknopte gebruikershandleiding:
Eéntoetsnummers opslaan en Snelkiesnummers opslaan)
Groepsnummers moeten ook in het geheugen van de machine worden opgeslagen voor deze kunnen worden gebruikt in een groepsverzending. Groepsnummers bevatten heel wat eerder opgeslagen ééntoets- en snelkiesnummers om het kiezen eenvoudiger te maken. (Zie Groepen voor groepsverzenden instellen uu pagina 39.)
18
Loading...
+ 54 hidden pages