Brother DCP-9270CDN User Guide [nl]

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING
DCP-9270CDN
Versie 0
DUT/BEL-DUT

Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Veiligheid en wetgeving Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Verklarende woordenlijst Netwerk
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie over
Hier vindt u meer informatie over de basis-, kopieer-, scan- en Direct Print-functies en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van problemen.
Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.
netwerkscannen en het gebruik van Brother ControlCenter.
In deze handleiding vindt u basisinformatie over geavanceerde netwerkfuncties van Brother­machines en uitleg betreffende algemene netwerk- en standaardterminologie.
bedrade en draadloze netwerkinstellingen en beveiligingsinstellingen bij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
PDF-bestand / Documentatie-cd-rom / In de verpakking
PDF-bestand / Documentatie-cd-rom / In de verpakking
PDF-bestand / Documentatie-cd-rom / In de verpakking
PDF-bestand / Documentatie-cd-rom / In de verpakking
PDF-bestand / Documentatie-cd-rom / In de verpakking
i

Inhoudsopgave

1 Algemene instellingen 1
Opslag in het geheugen ........................................................................................1
Automatische zomer-/wintertijd..............................................................................1
Ecologische functies..............................................................................................2
Tonerbespaarstand .........................................................................................2
Slaapstand.......................................................................................................2
Stand diepe slaap............................................................................................3
LCD-scherm...........................................................................................................3
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen.................................... 3
De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting......................................4
Rapport Gebruikersinstellingen ............................................................................. 4
Netwerkconfiguratierapport....................................................................................5
2 Beveiligingsfuncties 6
Secure Function Lock 2.0......................................................................................6
Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen............................................7
De modus openbare gebruiker instellen en wijzigen .......................................8
Beperkte gebruikers instellen en wijzigen .......................................................9
Beveiligd functieslot aan-/uitzetten ................................................................11
Gebruikers omschakelen...............................................................................12
3 Rapporten afdrukken 13
Rapporten............................................................................................................13
Een rapport afdrukken ...................................................................................13
4Kopiëren 14
Kopieerinstellingen ..............................................................................................14
Kopiëren onderbreken...................................................................................14
Kopieerkwaliteit verbeteren ...........................................................................14
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................15
Duplexkopiëren (dubbelzijdig) .......................................................................16
Ladeselectie ..................................................................................................17
De helderheid en het contrast aanpassen.....................................................18
Kopieën sorteren met behulp van de ADF ....................................................18
N op 1-kopieën maken (paginalay-out) .........................................................19
Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 .....................................................................20
De kleur (verzadiging) aanpassen.................................................................21
De wijzigingen instellen als de nieuwe standaardinstellingen .......................22
Alle kopieerinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen .................... 22
Uw favorieten instellen ..................................................................................23
ii
A Routineonderhoud 24
De machine reinigen en controleren....................................................................24
De paginatellers controleren..........................................................................24
De resterende levensduur van onderdelen controleren ................................25
Periodieke onderhouds-
onderdelen vervangen......................................................................................25
De machine inpakken en vervoeren ....................................................................26
BOpties 35
Optionele papierlade (LT-300CL) ........................................................................35
Geheugenbord .....................................................................................................35
SO-DIMM-types.............................................................................................35
Extra geheugen installeren ............................................................................36
C Verklarende woordenlijst 38
D Index 39
iii
1
1

Algemene instellingen 1

Opslag in het geheugen

Uw menu-instellingen zijn permanent opgeslagen, en gaan niet verloren in geval van een stroomstoring. Tijdelijke instellingen (bijvoorbeeld contrast) gaan wel verloren. Tijdens een stroomstoring worden de datum en de tijd tot 60 uur bijgehouden.
Automatische zomer-/
1
wintertijd
U kunt de machine zo instellen dat de zomer-/ wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven. Druk op Stand.instel..
c Druk op Datum&Tijd. d Druk op Aut. zomertijd. e Druk op Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.
1
1
Hoofdstuk 1
Opmerking

Ecologische functies 1

Tonerbespaarstand 1

Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, worden de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Ecologie weer te
geven. Druk op Ecologie.
d Druk op Toner besparen. e Druk op Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.

Slaapstand 1

Door de slaapstand te gebruiken, kunt u het energieverbruik verminderen. Wanneer de machine zich in de slaapstand (energiebesparende stand) bevindt, gedraagt deze zich alsof de machine uitgeschakeld is. Als de machine gegevens ontvangt of als u een handeling uitvoert, wordt de machine uit de slaapstand gewekt tot de modus Gereed.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze in de slaapstand schakelt. De timer wordt automatisch gereset wanneer de machine computergegevens ontvangt of een kopie maakt. De standaardinstelling is 3 minuten.
Wanneer de machine overschakelt naar de slaapstand, wordt de achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
We raden u af de tonerbespaarstand te gebruiken voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen in grijstinten.
c Druk op a of b om Ecologie weer te
geven. Druk op Ecologie.
d Druk op Tijd slaapstand. e Voer met behulp van de kiestoetsen op
het Touchscreen in hoe lang de machine inactief moet zijn alvorens naar de slaapstand over te schakelen. Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
2
Algemene instellingen
1

Stand diepe slaap 1

Als de machine zich in de slaapstand bevindt en gedurende een bepaalde tijd geen opdrachten ontvangt, schakelt de machine automatisch over naar de stand diepe slaap. In de diepe slaapstand wordt er minder energie verbruikt dan in de slaapstand. Wanneer de machine computergegevens ontvangt, of wanneer u op het Touchscreen of op een knop op het bedieningspaneel drukt, zal de machine ontwaken en beginnen op te warmen.
Wanneer de diepe slaapstand geactiveerd is op de machine, is de achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld en zijn de modustoetsen gedimd.
Als er beveiligde afdrukgegevens aanwezig zijn in de machine, schakelt deze niet over naar de diepe slaapstand.

LCD-scherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

U kunt de helderheid van de LCD­achtergrondverlichting aanpassen. Als u het LCD-scherm moeilijk kunt lezen, kunt u dit oplossen door de helderheidsinstelling te wijzigen.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven. Druk op LCD instell..
d Druk op Schermverlicht. e Druk op Licht, Half of Donker. f Druk op Stop/Eindigen.
3
Hoofdstuk 1

De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting 1

U kunt instellen hoe lang de LCD­achtergrondverlichting ingeschakeld blijft nadat u terugkeert naar het scherm Gereed.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven. Druk op LCD instell..
d Druk op Lichtdim-timer. e Druk op Uit, 10 Sec.,20 Sec. of
30 Sec..
f Druk op Stop/Eindigen.

Rapport Gebruikersinstellingen 1

U kunt een lijst afdrukken met de geprogrammeerde instellingen.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Print lijsten
weer te geven. Druk op Print lijsten.
c Druk op Gebruikersinst. d Druk op Mono Start of Kleur Start. e Druk op Stop/Eindigen.
4
Algemene instellingen
1

Netwerkconfiguratierapport

U kunt een rapport afdrukken met de huidige netwerkconfiguratie, inclusief de interne instellingen van de afdrukserver.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Print lijsten
weer te geven. Druk op Print lijsten.
c Druk op Netwerk Conf.. d Druk op Mono Start of Kleur Start. e Druk op Stop/Eindigen.
1
5
2
Opmerking

Beveiligingsfuncties 2

Secure Function Lock 2.0

Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u openbare toegang tot de volgende machinefuncties:
Kopiëren
Scannen
Rechtstreeks afdrukken
Afdrukken
In kleur afdrukken
Met deze functie kunt u ook toegang tot menu-instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de standaardinstellingen wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
Toegang tot beperkte handelingen kan worden geactiveerd door het creëren van een beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers moeten een gebruikerswachtwoord invoeren om de machine te gebruiken.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moet het wachtwoord dat is opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw Brother-leverancier voor informatie over het resetten van het wachtwoord.
2
• U kunt het beveiligd functieslot handmatig instellen via het bedieningspaneel of met Beheer via een webbrowser. Wij raden u aan om deze functie in te stellen met Beheer via een webbrowser. Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
• Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
6
Beveiligingsfuncties
2
Opmerking

Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen 2

Het wachtwoord instellen 2
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt, is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt gebruikt om gebruikers in te stellen en om het Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. (Zie Beperkte gebruikers instellen en wijzigen op pagina 9 en Beveiligd functieslot aan-/ uitzetten op pagina 11.)
Schrijf het beheerderswachtwoord op een geheime plaats op. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD­scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in. Als u het wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met uw Brother-leverancier voor service.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
Het wachtwoord wijzigen 2
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Functieslot weer
te geven. Druk op Functieslot.
d Druk op Wachtw. inst.. e Toets het opgeslagen viercijferige
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
f Toets een viercijferig nummer voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
c Druk op a of b om Functieslot weer
d Toets een viercijferig nummer voor het
e Voer het wachtwoord opnieuw in
f Druk op Stop/Eindigen.
te geven. Druk op Functieslot.
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
7
Hoofdstuk 2

De modus openbare gebruiker instellen en wijzigen 2

De modus openbare gebruiker beperkt de functies die beschikbaar zijn voor openbare gebruikers. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot de functies die via deze instelling beschikbaar zijn. U kunt een openbare gebruiker instellen.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Functieslot weer
te geven. Druk op Functieslot.
d Druk op Id instellen. e Toets het beheerderswachtwoord in met
behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Om de instellingen voor openbare
gebruikers te wijzigen, drukt u op a of b om de instelling weer te geven die
u wilt wijzigen. Druk op de instelling en druk vervolgens op Activeren of Deactiveren. Herhaal deze stap tot u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
h Druk op Stop/Eindigen.
f Druk op a of b om Openbaar weer te
geven. Druk op Openbaar.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een openbare gebruiker in te
stellen, drukt u als volgt op Activeren of Deactiveren voor elke handeling: druk op Kopie. Druk daarna op Activeren of Deactiveren. Als u Kopie hebt ingesteld, herhaalt u deze stappen voor Scan, Direct afdrukken,
Afdrukken en Afdrukken in kleur.
8
Beveiligingsfuncties
2
Opmerking

Beperkte gebruikers instellen en wijzigen 2

U kunt gebruikers met beperkte rechten en een wachtwoord instellen voor de beschikbare functies. U kunt met Beheer via een webbrowser meer geavanceerde beperkte rechten instellen, zoals paginateller of de aanmeldnaam van de pc-gebruiker. (Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie.) U kunt maximaal 25 gebruikers met beperkte rechten en een wachtwoord instellen.
Beperkte gebruikers instellen 2
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Functieslot weer
te geven. Druk op Functieslot.
i Om een beperkte gebruiker in te stellen,
drukt u als volgt op Activeren of Deactiveren voor elke handeling: druk op Kopie. Druk dan op Activeren of Deactiveren. Als u Kopie hebt ingesteld, herhaalt u deze stappen voor Scan, Direct afdrukken, Afdrukken en Afdrukken in kleur.
j Herhaal stappen f tot i om elke extra
gebruiker en elk extra wachtwoord in te voeren.
k Druk op Stop/Eindigen.
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als een andere gebruikersnaam.
De gebruikersnaam, het wachtwoord of de instellingen wijzigen voor beperkte gebruikers
a Druk op MENU.
2
d Druk op Id instellen. e Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
f Druk op a of b om Gebruiker01 weer
te geven. Druk op Gebruiker01.
g Toets de gebruikersnaam in met behulp
van de toetsen op het Touchscreen. (Zie
Tekst invoeren in Bijlage C van de Beknopte gebruikershandleiding.)
Druk op OK.
h Toets een viercijferig
gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Functieslot weer
te geven. Druk op Functieslot.
d Druk op Id instellen. e Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
f Druk op a of b om de bestaande
beperkte gebruiker die u wilt wijzigen weer te geven. Druk op de gebruikersnaam.
9
Hoofdstuk 2
Opmerking
g Druk op Wijzigen.
Om de gebruikersnaam te wijzigen, toetst u een nieuwe gebruikersnaam in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. (Zie Tekst invoeren in
Bijlage C van de Beknopte gebruikershandleiding.)
Druk op OK.
h Om het wachtwoord te wijzigen, voert u
een nieuw viercijferig gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
i Om de instellingen voor een beperkte
gebruiker te wijzigen, drukt u op a of b om de instelling weer te geven die u wilt wijzigen. Druk op de instelling en druk vervolgens op Activeren of Deactiveren. Herhaal deze stap tot u klaar bent met het doorvoeren van wijzigingen.
j Druk op Stop/Eindigen.
f Druk op a of b om de bestaande
beperkte gebruiker die u wilt wijzigen te resetten. Druk op de gebruikersnaam.
g Druk op Reset. h Druk op Ja om de bestaande beperkte
gebruiker te resetten.
i Druk op Stop/Eindigen.
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als een andere gebruikersnaam.
Bestaande beperkte gebruikers resetten 2
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Functieslot weer
te geven. Druk op Functieslot.
d Druk op Id instellen. e Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
10
Loading...
+ 31 hidden pages