for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it
carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details
and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle
well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed
over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij
raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen
in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen
dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig,
waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste
moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
SPORTCITY ONE 50 2T
Ed. 06 2008
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance
procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an Aprilia Dealer or Authorised Workshop. This booklet also contains
instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical
knowledge; for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de
handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De
handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven,
vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan
om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols shown above are very important. They
are used to highlight those parts of the booklet that
should be read with particular care. As you can see,
each sign consists of a different graphic symbol, making it quick and easy to locate the various topics.
Before starting the engine, read this booklet thoroughly and the "SAFE RIDING" section in particular. Your
safety as well as other's does not only depend on the
quickness of your reflexes and agility, but also on how
well you know your vehicle, the state of maintenance
of the vehicle itself and your knowledge of the rules
for SAFE RIDING. For your safety, get to know your
vehicle well so as to safely ride and master it in road
traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of
the vehicle, and must be handed to the new owner in
the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig,
en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze hebben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan
te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u
ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch symbool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen
duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillende delen. Vooraleer men de motor start, leest men
aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf
"VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen
hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar
ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig,
en van de kennis van de fundamentele regels voor het
VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd
te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en beheersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK
Deze handleiding moet beschouwd worden als integrerend deel van het voertuig, en moet worden overhandigd bij de verkoop ervan.
Tabel van het geprogrammeerd onderhoud.................................. 116
6
SPORTCITY ONE 50 2T
Chap. 01
Vehicle
Hst. 01
Voertuing
7
01_01
8
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_02
9
Arrangement of the main
components (01_02)
Plaats van de
hoofdcomponenten (01_02)
KEY:
1. Glove-box
2. Fuse box
3. Seat lock
4. Battery
5. Air filter
6. Kick-start pedal
7. Centre stand
8. Fuel tank
9.Fuel tank cap
10.Chassis number cover
11. Bag hook
12. Front brake fluid reservoir
13. Ignition switch / steering lock
14. Horn
15. Inspection cover
16.Spark plug
LEGENDE:
1. Opbergruimte
2. Zekeringhouder
3. Zadelslot
4. Accu
5. Luchtfilter
6. Trapstarter
7. Centrale standaard
8. Brandstoftank
9.Dop van de brandstoftank
10.Dekseltje framenummer
11. Lasthaak
12. Vloeistoftank van de voorrem
13. Schakelaar van de ontsteking / stuur-
slot
14. Akoestische melder
15. Inspectiedeksel
16.Bougie
10
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_03
Dashboard (01_03)
KEY:
1. Key switch
2. Bag hook
3. Glove compartment
4. Horn button
5. Turn indicator switch
11
Legenda (01_03)
LEGENDE:
1. Sleutelschakelaar
2. Lasthaak
3. Opbergruimte
4. Drukknop van de claxon
5. Schakelaar van de knipperlichten
6. Hendel van de achterrem
6. Rear brake lever
7. Light switch
8. Left rear-view mirror
9. Instrument panel
10. Right rear-view mirror
11. Front brake lever
12. Throttle grip
13. Starter button
7. Omleider van de lichten
8. Linker achteruitkijkspiegeltje
9. Instrumentengroep
10. Rechter achteruitkijkspiegeltje
11. Hendel van de voorrem
12. Gashandvat
13. Startknop
12
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_04
Analogue instrument panel
(01_04)
KEY
1. Fuel gauge
2. Turn indicator warning light
3. Speedometer
4. High-beam warning light
13
Analoog instrumentenpaneel
(01_04)
Legende
1. Indicator van het brandstofpeil
2. Controlelamp van de richtingaanwij-
zers
3. Snelheidsmeter
4. Controlelamp van het groot licht
5. Low mixer oil warning light
6. Odometer
5. Controlelamp van de oliereserve van
de menger
6. Kilometerteller
INSTRUMENTS AND GAUGES - DESCRIPTION
Fuel gauge «1»
Shows the approximate fuel level in the
tank.
Turn indicator warning light «2»
Flashes when in turning mode.
Speedometer «3»
Shows riding speed.
High-beam warning light «4»
Turns on when the front headlamp is set
to high-beam.
Red low mixer oil warning light «5»
Turns on when the ignition switch is set
to «ON» and the starter button is pressed, checking if the bulb is working adequately. Replace the bulb if it does not
turn on upon starting the vehicle.
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN EN DE INDICATORS
Indicator van het brandstofpeil «1»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in
de tank aan.
Controlelamp van de richtingaanwijzers «2»
Knippert wanneer het signaal in functie
is.
Snelheidsmeter «3»
Duidt de rijsnelheid aan.
Controlelamp van het groot licht «4»
Licht op wanneer het licht van het voorlicht zich in de positie van het groot licht
bevindt.
Controlelamp van de oliereserve van
de menger «5»
Deze licht op wanneer de ontstekingsschakelaar in positie «ON» wordt geplaatst en de startknop wordt ingedrukt,
door een controle uit te voeren van de
correcte werking van het lampje. Wanneer het lampje niet oplicht tijdens de
start, vervangt men het.
14
1 Vehicle / 1 Voertuing
CAUTION
IF THE BULB TURNS ON BUT DOES
NOT GO OFF AFTER THE STARTER
BUTTON IS RELEASED, OR IF IT
TURNS ON DURING REGULAR RIDING, THIS MEANS THE MIXER OIL
LEVEL IS IN RESERVE; IF THIS OCCURS, TOP-UP WITH MIXER OIL.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP OP-
LICHT EN NIET UITGAAT NADAT MEN
DE STARTKNOP HEEFT LOSGELATEN, OF WANNEER HET OPLICHT TIJDENS DE NORMALE WERKING, IS
HET OLIEPEIL VAN DE MENGER IN
RESERVE; IN DIT GEVAL VULT MEN
OLIE BIJ IN DE MENGER.
01_05
Odometer «6»
Shows the total number of kilometres
covered.
Key switch (01_05, 01_06)
The ignition switch «1» is located on the
right-hand side, near the headstock.
NOTE
THE KEY«2» ACTIVATES THE IGNI-
TION / STEERING LOCK SWITCH AND
THE GLOVE COMPARTMENT LID.
TWO KEYS ARE SUPPLIED WITH THE
VEHICLE (ONE IS A SPARE KEY).
NOTE
KEEP THE SPARE KEY IN DIFFERENT
PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
15
Kilometerteller «6»
Duidt het totaal aantal afgelegde kilometers aan.
Sleutelschakelaar (01_05,
01_06)
De ontstekingsschakelaar «1» bevindt
zich op de rechter kant, nabij de kop van
de stuurinrichting.
N.B.
DE SLEUTEL «2» ACTIVEERT DE
ONTSTEKINGSSCHAKELAAR /
STUURSLOT EN HET DEURTJE VAN
DE OPBERGRUIMTE. BIJ HET VOERTUIG WORDEN TWEE SLEUTELS GELEVERD (ÉÉN RESERVESLEUTEL).
N.B.
BEWAAR DE RESERVESLEUTEL
NIET OP HET VOERTUIG.
01_06
SWITCH POSITIONS
ON «A»: The engine and lights can be set
to work. The key cannot be extracted.
OFF «B»: The engine and lights cannot
be set to work. The key can be extracted .
LOCK «C»: The steering is locked. It is
not possible to start the engine or switch
on the lights. The key can be extracted .
Locking the steering wheel
(01_07)
CAUTION
AVOIDING LOSING CONTROL OF THE
VEHICLE - NEVER TURN THE KEY TO
«LOCK» WHILE RIDING.
To lock the steering:
•
Turn the handlebar fully leftwards.
POSITIE VAN DE SCHAKELAAR
ON «A»: De motor en de lichten kunnen
in werking worden gesteld. Het is niet
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
OFF «B»: De motor en de lichten kunnen
niet in werking worden gesteld. Het is
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
LOCK «C»: Het stuur is geblokkeerd. Het
is niet mogelijk om de motor te starten en
om de lichten te activeren. Het is mogelijk
om de sleutel te verwijderen.
Inschakeling van het stuurslot
(01_07)
LET OP
DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSI-
TIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN,
ZODAT MEN DE CONTROLE OVER
HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
Om de stuurinrichting te blokkeren:
•
Drai het stuur volledig naar
links.
•
Draai de sleutel «2» in positie
«OFF»
16
1 Vehicle / 1 Voertuing
•
Turn and set the key «2» to
«OFF»
NOTE
TURN THE KEY AND MOVE THE HAN-
DLEBAR AT THE SAME TIME.
N.B.
DRAAI DE SLEUTEL EN DRAAI TEGE-
LIJKERTIJD AAN HET STUUR.
01_07
01_08
•
Press and turn the key «2» anticlockwise (to the left), move
the handlebar slowly until the
key «2» is set to «LOCK».
•
Extract the key.
Switch direction indicators
(01_08)
Move the switch «3» to the left, to indicate
a left turn; move the switch «3» to the
right, to indicate a right turn. Press the
central part of the switch 3 to deactivate
the turn indicator.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
•
Druk op de sleutel «2» en draai
hem in tegenwijzerszin (naar
links), draai traag aan het stuur
tot de sleutel «2» op «LOCK»
wordt geplaatst.
•
Verwijder de sleutel.
Schakelaar richtingaanwijzers
(01_08)
Verplaats schakelaar «3» naar links, om
aan te duiden dat men naar links draait;
verplaats schakelaar «3» naar rechts, om
aan te duiden dat men naar rechts draait;
Druk centraal op de schakelaar «3» om
de richtingaanwijzer te desactiveren.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT-
17
STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
01_09
01_10
Horn button (01_09)
To action the horn, press button «2».
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Light switch (01_10)
If the light switch «4» is set to «A», the
high-beam light is activated; if it is set to
«B», the low-beam light is activated.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
ASD LIGHTS AUTOMATIC LIGHTINGAUTOMATISCHE ONTSTEKING VAN
Drukknop claxon (01_09)
Door op drukknop «2» te drukken, activeert men de akoestische melder.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Koplampschakelaar (01_10)
Wanneer de omleider van de lichten «4»
zich in positie «A» bevindt, wordt het
groot licht geactiveerd; in positie «B»
wordt het dimlicht geactiveerd.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
DE LICHTEN ASD
18
1 Vehicle / 1 Voertuing
This vehicle is equipped with a system for
automatic switching of lights upon engine
start-up.
For this reason the light switch has been
replaced with a "high-beam-low-beam"
light switch.
Light switching on is instructed upon engine start-up.
•
Before starting, check that the
light switch is set to "lowbeam" (front low-beam light).
Dit voertuig is voorzien van een automatisch ontstekingssysteem van de lichten
bij het starten van de motor.
Daarom werd de schakelaar van de lichten vervangen door een omleider "dimlichten-grote lichten".
De lichten gaan uit wanneer de motor
wordt uitgeschakeld.
•
Vóór de start controleert men of
de omleider van de lichten op
"dimlichten" is geplaatst (voorste dimlicht).
01_11
Start-up button (01_11)
Pressing the starter button «5» and operating a break lever (front or rear) at the
same time, the starter motor spins the
engine.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
NOTE
THE LIGHTING SYSTEM WORKS ON-
LY WITH THE ENGINE RUNNING.
19
Startknop (01_11)
Door op startknop «5» te drukken en door
gelijktijdig de remhendel (vooraan of achteraan) te activeren, doet het startmotortje de motor draaien.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
N.B.
DE VERLICHTINGSINSTALLATIE
WERKT ENKEL WANNEER DE MOTOR GESTART IS.
The saddle (01_12)
Het zadel (01_12)
01_12
To unlock and lift the saddle:
•
Park the vehicle on its centre
stand on safe and level ground.
•
Insert the key in the saddle lock
«1».
•
Turn the key anticlockwise and
lift the saddle «2».
•
To lock the saddle, lower and
press its central part to trip the
lock.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT
THE SADDLE IS CORRECTLY
LOCKED INTO POSITION.
NOTE
BEFORE LOWERING AND LOCKING
THE SADDLE, MAKE SURE THAT THE
KEY HAS NOT BEEN LEFT INSIDE
THE HELMET COMPARTMENT.
Voor het deblokkeren en het opheffen
van het zadel, handelt men als volgt:
•
Plaats het voertuig op de centrale standaard en op een vlak
en stevig terrein.
•
Plaats de sleutel in het zadelslot
«1».
•
Draai de sleutel in tegenwijzerszin en hef het zadel «2» op.
•
Om het zadel te blokkeren, moet
het dicht gedaan worden; druk
op het midden van het zadel zodat het slot klikt.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN,
CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL
CORRECT GEBLOKKEERD IS.
N.B.
VOORALEER MEN HET ZADEL DICHT
DOET EN BLOKKEERT, CONTROLEERT MEN OF MEN DE SLEUTEL
NIET HEEFT VERGETEN IN DE ZADELRUIMTE.
20
Identification (01_13, 01_14)
1 Vehicle / 1 Voertuing
Identificatie (01_13, 01_14)
Write down the chassis and engine numbers in the specific space in this manual.
The chassis number can be used to order
spare parts.
NOTE
ALTERING IDENTIFICATION NUMBERS CAN BE SERIOUSLY PUNISHED BY LAW, PARTICULARLY MODIFYING THE CHASSIS NUMBER WILL
IMMEDIATELY INVALIDATE THE
WARRANTY.
CHASSIS NUMBER
The chassis number is stamped on the
central chassis bar. Remove the cover«1» to read it.
Chassis No...............................
Het is goed om het framenummer en het
motornummer op de speciale plaats in dit
boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden
voor het aanschaffen van reserveonderdelen.
N.B.
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICATIENUMMERS KAN LEIDEN TOT ERNSTIGE STRAFRECHTELIJKE EN ADMINISTRATIEVE SANCTIES, VOORAL
HET WIJZIGEN VAN HET FRAMENUMMER DOET DE GARANTIE ONMIDDELLIJK VERVALLEN.
FRAMENUMMER
Het framenummer is gedrukt op de centrale buis van het frame. Voor de lezing
is het nodig om het dekseltje «1» te verwijderen.
Frame n°..............................
01_13
21
01_14
ENGINE NUMBER
The engine number is stamped near the
rear shock absorber lower support.
Engine No...................................
MOTORNUMMER
Het motornummer is gedrukt in de nabijheid van de onderste steun van de achterste schokdemper.
Motor n°..................................
01_15
Rear top box opening (01_15)
To open the glovebox:
•
Park the vehicle on its centre
stand on safe and level ground.
•
Insert the ignition key in the lock
«3» and press it.
22
Penen van de koffer voor
(01_15)
Om de documentenruimte te openen:
•
Plaats het voertuig op de centrale standaard en op een vlak
en stevig terrein.
•
Plaats de ontstekingssleutel in
het slot «3», en druk er op.
Bag clip (01_16)
1 Vehicle / 1 Voertuing
Tassenhaak (01_16)
01_16
The bag hook «1» is located at the front
of the internal shield.
CAUTION
DO NOT HANG BULKY BAGS OR
PACKAGES ON THE HOOK TO AVOID
OBSTRUCTING VEHICLE HANDLING
AND FEET MOVEMENT.
Characteristic
Maximum allowed weight
1.5 kg
De lasthaak «1» bevindt zich op de interne beschermingsplaat, in de voorkant.
LET OP
HANG GEEN TE GROTE TASSEN OF
PAKKEN AAN DE LASTHAAK, OMDAT DE HANDELBAARHEID VAN HET
VOERTUIG OF DE BEWEGING VAN
DE VOETEN ZOU KUNNEN GEHINDERD WORDEN.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht
1,5 kg
23
24
SPORTCITY ONE 50 2T
Chap. 02
Use
Hst. 02
Gebruik
25
Checks
Controles
CAUTION
BEFORE SETTING-OFF, ALWAYS
CARRY OUT A PRELIMINARY CHECK
OF THE VEHICLE, FOR CORRECT
AND SAFE OPERATION. FAILURE TO
DO SO MAY RESULT IN SEVERE PERSONAL INJURY OR VEHICLE DAMAGE.
DO NOT HESITATE TO CONTACT AN
Official aprilia Dealer IF YOU DO NOT
UNDERSTAND HOW SOME CONTROLS WORK OR IF A MALFUNCTION
IS DETECTED OR SUSPECTED.
CHECKS DO NOT TAKE LONG AND
RESULT IN SIGNIFICANTLY ENHANCED SAFETY.
PRE-RIDE CHECKS
Front brake discCheck for proper operation. Check
clutch lever free play and fluid
level. Check for leaks. Check brake
LET OP
VÓÓR HET VERTREK VOERT MEN
STEEDS EEN VOORAFGAANDE CONTROLE UIT VAN HET VOERTUIG,
VOOR EEN CORRECTE EN VEILIGE
WERKING. HET NIET UITVOEREN
VAN DEZE CONTROLEHANDELINGEN KAN ERNSTIGE LETSELS AAN
UZELF OF SCHADE AAN HET VOERTUIG VEROORZAKEN.
AARZEL NIET OM ZICH TE WENDEN
TOT EEN Officiële aprilia Dealer, WANNEER OPGEMERKT WORDT DAT ER
ONREGELMATIGHEDEN ZIJN IN VERBAND MET ENKELE COMMANDO'S
OF MET DE WERKING.
DE NODIGE TIJD VOOR EEN CONTROLE IS UITERST BEPERKT, EN DE
VEILIGHEID KOMT OP DE EERSTE
PLAATS.
VOORAFGAANDECONTROLES
Voorste schijfremControleer de werking, de loze slag
van de commandohendel, het peil
van de vloeistof en eventuele
lekken. Controleer de slijtage van
26
pads for wear. If necessary, top-up
2 Use / 2 Gebruik
the brake fluid.
Rear drum brakeCheck for proper operation. Check
Brake leversCheck they function smoothly.
Throttle gripCheck that the throttle functions
Wheels/ tyresCheck that tyres are in good
SteeringCheck that the rotation is uniform,
Centre standCheck that it works smoothly and it
Fastener elementsCheck that the fastener elements
control lever free play and
condition.
Lubricate the joints if necessary.
smoothly and can be fully opened
and closed in all steering positions.
conditions. Check inflation
pressure, tyre wear and potential
damage.
smooth and there are no signs of
clearance or slackness.
goes back to its normal position
when the springs are released.
Lubricate couplings and joints if
necessary.
are not loose.
Adjust or tighten if necessary.
de pastilles. Indien nodig laat men
remvloeistof bijvullen.
Achterste trommelremControleer de werking, de lege
loop, en de condities van de
commandohendel.
RemhendelsControleer of ze zacht werken.
Smeer indien nodig de
bewegingsplaatsen.
GashendelControleer of hij zacht werkt en of
men hem volledig kan openen en
sluiten, in alle posities van het
stuur.
Wielen/bandenControleer de conditie van de
rijvlakken van de banden, de
spanning, de slijtage en eventuele
schade.
StuurControleer of het draaien
homogeen en vloeiend, en zonder
speling of het lossen ervan
gebeurt.
Centrale standaardControleer of deze zacht werken,
en of de spanning van de veren ze
in de normale positie
terugbrengen.
Smeer indien nodig de
koppelingen en de
bewegingsplaatsen.
Fuel tankCheck the level and refill if
necessary.
27
Check the circuit for leaks or
obstructions.
Check that the tank cover closes
correctly.
BevestigingselementenControleer of de
bevestigingselementen niet gelost
zijn.
Stel ze af of sluit ze eventueel.
Stop lights, warning lights, horn
and electrical devices
Mixer oilCheck and/or top-up as required.
Check the correct operation of
these devices.
Replace the light bulbs or repair the
fault, if necessary.
Refuelling (02_01, 02_02)
CAUTION
FUEL USED TO DRIVE EXPLOSION
ENGINES IS HIGHLY INFLAMMABLE
AND CAN BECOME EXPLOSIVE UNDER SPECIFIC CONDITIONS.
BrandstoftankControleer het peil, en tank indien
Stoplichten, controlelampen,
akoestische melder en elektrische
mechanismen
Olie van de mengerControleer en/of vul bij indien
nodig.
Controleer eventuele lekken of
afsluitingen van het circuit.
Controleer de correcte sluiting van
de brandstofdop.
Controleer de correcte werking van
de mechanismen.
Vervang de lampjes of herstel de
schade indien nodig.
nodig.
Tanken (02_01, 02_02)
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GEBRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN
DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UITERST BRANDBAAR EN KAN EXPLOSIEF WORDEN IN BEPAALDE OMSTANDIGHEDEN.
28
2 Use / 2 Gebruik
CARRY OUT REFILLING AND MAINTENANCE PROCEDURES IN A WELLVENTILATED PLACE AND WITH THE
ENGINE OFF.
DO NOT SMOKE WHILE REFUELLING
OR WHEN CLOSE TO FUEL VAPOURS, AVOID CONTACT WITH NAKED FLAMES, SPARKS OR ANY OTHER SOURCE THAT MAY CAUSE FUEL
TO CATCH FIRE OR EXPLODE.
AVOID SPILLING FUEL OFF THE FILLER AS IT MAY CATCH FIRE IN CONTACT WITH THE ENGINE HOT SURFACES. IN CASE OF ACCIDENTAL
FUEL SPILLS, CHECK THAT THE
AREA IS COMPLETELY DRY BEFORE
STARTING THE VEHICLE.
FUEL EXPANDS WHEN EXPOSED TO
HEAT OR SUN RAYS, THEREFORE BE
CAREFUL AND DO NOT REFILL THE
TANK UP TO THE TOP.
CLOSE THE CAP ADEQUATELY AFTER REFUELLING. BE CAREFUL
FUEL DOES NOT GET INTO CONTACT
WITH YOUR SKIN, DO NOT INHALE
VAPOURS OR SWALLOW FUEL. DO
NOT TRANSFER FUEL FROM ONE
CONTAINER TO ANOTHER USING A
HOSE.
VOER HET TANKEN EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN UIT IN EEN
GEVENTILEERDE ZONE EN MET DE
MOTOR UIT.
ROOK NIET TIJDENS HET TANKEN
EN IN DE NABIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN, EN VERMIJDT ABSOLUUT CONTACT MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN EENDER WELKE
ANDER BRON DIE HET VLAM VATTEN
OF EXPLODEREN ERVAN KAN VEROORZAKEN.
VERMIJDT BOVENDIEN HET UITSTROMEN VAN BRANDSTOF UIT DE
KLEP, OMDAT HIJ KAN VLAM VATTEN IN CONTACT MET DE GLOEIEND
HETE OPPERVLAKKEN VAN DE MOTOR. WANNEER ER ONVRIJWILLIG
BRANDSTOF WORDT GEMORST,
CONTROLEERT MEN OF DE ZONE
COMPLEET DROOG IS, VOORDAT
MEN HET VOERTUIG START.
BRANDSTOF ZET UIT INDIEN BLOOTGESTELD AAN WARMTE EN ZONNESTRALEN, DUS MAG MEN DE TANK
NOOIT VULLEN TOT AAN DE RAND.
SLUIT ZORGVULDIG DE DOP NA HET
TANKEN. VERMIJDT DAT DE BRANDSTOF IN CONTACT KOMT MET DE
HUID, VERMIJDT HET INADEMEN
VAN DE DAMPEN, HET INSLIKKEN,
EN HET OVERGIETEN VAN EEN TANK
NAAR EEN ANDERE MET BEHULP
VAN EEN BUIS.
29
CAUTION
LET OP
02_01
DO NOT DISPOSE OF FUEL INTO THE
ENVIRONMENT.
CAUTION
KEEP OUT OF THE REACH OF CHILDREN.
Use premium unleaded petrol with minimum octane rating of 95 (NORM) and 85
(NOMM)
To refuel:
•
Lift the saddle.
•
Unscrew and remove fuel tank
cap «1».
•
Refuel.
•
Refit the cap «1».
DO NOT ADD ADDITIVES OR ANY
OTHER SUBSTANCES TO THE FUEL.
WHEN USING A FUNNEL OR ANY
OTHER ELEMENT, MAKE SURE IT IS
PERFECTLY CLEAN.
NOTE
AFTER REFUELLING, REFIT THE
FUEL TANK CAP «1» ADEQUATELY.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
LET OP
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
Gebruik loodvrije superbenzine, met een
minimum octaangehalte van 95
(N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
Voor het tanken van brandstof, handelt men als volgt:
•
Hef het zadel op.
•
Draai de dop van de brandstoftank «1» los en verwijder hem.
•
Voer het tanken van brandstof
uit.
•
Plaats dop «1» opnieuw.
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDERE STOFFEN AAN DE BRANDSTOF
TOE.
WANNEER EEN TRECHTER OF IETS
ANDERS WORDT GEBRUIKT, MOET
DEZE PERFECT SCHOON WORDEN.
N.B.
NA HET TANKEN, PLAATST MEN DOP
«1» OPNIEUW OP CORRECTE WIJZE.
30
Loading...
+ 99 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.