Aprilia SONIC 50 User Manual [nl]

© 2002 aprilia s.p.a. - Noale (VE)
(
Eerste editie: december 2002
Herdruk:
U herkent de officiële aprilia-motorfiets­dealer aan dit logo op de deur of etalage:
Deze raamsticker wordt elk jaar verstrekt en dient daarom actueel te zijn.
Vervaardigd en gedrukt door:
editing division Soave (VERONA) - Ita lië Tel. +39 - 045 76 11 911 Fax +39 - 045 76 12 241 E-mail: customer@stp.it www.stp.it
In opdracht van:
aprilia s.p.a.
via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italië Tel. +39 - 041 58 29 111 Fax +39 - 041 44 10 54 www.aprilia.com
7!!23#(57).'3"//$ 3#(!00%.
De volgende waarschuwingen worden in heel deze handleiding gebruikt om de vol­gende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing. Wan-
a
dient u rekening te houden met poten­tieel gevaar voor persoonlijk letsel. Niet-naleving van de aanwijzingen die worden gegeven in de boodschappen voorafgegaan door dit symbool kan re­sulteren in ernstige risico’s voor de vei­ligheid van uzelf en anderen en voor de motorfiets!
c
informatie.
neer u dit symbool aantreft op de motorfiets of in de handleiding,
Aanwijzingen om handelingen te vergemakkelijken. Technische
).&/2-!4)%
Bewerkingen voorafgegaan door dit symbool dienen aan de andere
kant van de motorfiets te worden herhaald. Indien niet expliciet anders vermeld, moet
u voor de montage van de onderdelen de stappen voor demontage in omgekeerde volgorde herhalen.
Daar waar de termen “rechts” en “links” worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan dat de rijder in normale rijhouding op de motorfiets zit.
7!!23#(57).'%.  6//2 :/2'3-!!42%'%,%.!,'%-% .%/0-%2+).'%.
Voordat u de motor start, dient u aandach­tig dit boekje te lezen, in het bijzonder het gedeelte “VEILIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van de snelheid van uw re­flexen en uw behendigheid, maar ook van de kennis van de motorfiets, van de staat van onderhoud en van de basisregels voor VEILIG RIJDEN.
Daarom is het belangrijk de motorfiets goed te leren kennen, zodat u er zich veilig mee in het verkeer kunt begeven.
gebruik en onderhoud Sonic 50
2
Dit boekje hoort onlosmakelijk
a
dragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit
boekje de grootste zorg aan de dag ge­legd, teneinde de gebruiker correcte en ac­tuele informatie te verschaffen. Daar apri- lia echter voortdurend het ontwerp van zijn producten verbetert, kunnen de kenmer­ken van uw motorfiets lichtjes afwijken van de in dit boekje beschreven kenmerken.
Indien u vragen heeft met betrekking tot de informatie in dit boekje, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw officiële apri- lia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet expli­ciet in deze publicatie staan beschreven, de aanschaf van originele aprilia-reser- veonderdelen, accessoires en andere pro­ducten, alsook specifieke adviezen, dient u zich uitsluitend te wenden tot de officiële aprilia-dealers en onderhoudscentra, die een betrouwbare en snelle service garan­deren.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische opslag, reproductie en volledige of gedeel­telijke aanpassing, op welke manier ook, zijn voorbehouden voor alle landen.
a
riodieke inspecties.
bij de motorfiets en moet in ge­val van verkoop worden overge-
In sommige landen vereisen de van kracht zijnde milieuwetge­ving en geluidsvoorschriften pe-
In deze landen moet de gebruiker van het voertuig:
– contact opnemen met een officiële apri-
lia-dealer om de niet-goedgekeurde on­derdelen te laten vervangen door onder­delen die goedgekeurd zijn in het betreffende land;
– voer de vereiste periodieke inspecties
uit.
Bij aankoop van deze motorfiets
a
die op het IDENTIFICATIE-ETIKET VER­VANGINGSONDERDELEN STAAN. Het etiket is aangebracht op de rechterbuis van het frame; om het te lezen, het inspectie­deksel verwijderen, zie pag. 52 (VE­RWIJDEREN VAN HET INSPECTIEDEK­SEL).
Dit zijn identificatiegegevens van: – YEAR = bouwjaar (Y, 1, 2, ...);
– I.M. = wijzigingscode (A, B, C, ...); – LANDENCODES = land van homologa-
Ze dienen te worden doorgegeven aan de
dient u in de navolgende figuur de identificatiegegevens te vermelden
tie (I, UK, A, ...).
officiële aprilia-dealer bij de aankoop van vervangingsonderdelen of accessoires die specifiek zijn voor uw model.
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om de verschillende versies aan te duiden:
optie
m
vloeistofgekoeld versie
q
VERSIE VOOR:
I
U
a
p
F
B
d
f
E
G
O
Y
D
J
Italië
Verenigd Koninkrijk
Oostenrijk
Portugal
Finland
België
Duitsland
Frankrijk
Spanje
Griekenland
Nederland
Zwitserland
Denemarken
Japan
gebruik en onderhoud Sonic 50
Singapore
S
Slovenië
s
Israël
i
Zuid-Korea
¬
Maleisië
M
Chili
c
Kroatië
H
Australië
A
Verenigde Staten
u
Brazilië
Ä
Zuid-Afrika
R
Nieuw-Zeeland
n
Canada
C
3
!,'%-%.%).(/5$
VEILIG RIJDEN ...........................................................5
BASISREGELS
VOOR DE VEILIGHEID ....................................... 6
KLEDING .............................................................9
ACCESSOIRES .................................................10
BAGAGE ...........................................................10
PLAATSING BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ...12
PLAATSING INSTRUMENTEN ...............................14
INSTRUMENTEN EN
WAARSCHUWINGSLAMPJES ...............................14
TABEL INSTRUMENTEN
EN WAARSCHUWINGSLAMPJES ...................15
BELANGRIJKSTE BEDIENINGSELEMENTEN ......16
BEDIENINGSELEMENTEN
OP DE LINKER STUURHELFT .........................16
BEDIENINGSELEMENTEN
OP DE RECHTER STUURHELFT ....................17
CONTACTSLOT ................................................ 18
STUURSLOT ..................................................... 18
HULPBENODIGDHEDEN ........................................19
ONTGRENDELEN /
VERGRENDELEN ZADEL ................................19
HELMOPBERGRUIMTE /
DOCUMENTENKASTJE ................................... 19
ANTIDIEFSTALHAAK .......................................19
GEREEDSCHAPSSET ......................................20
TASSENHAAK ..................................................20
HANDSCHOENENKASTJE ..............................20
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN .........................21
BRANDSTOF ....................................................21
OLIERESERVOIR .............................................22
REMVLOEISTOF - aanbevelingen ....................22
REMSCHIJF VOORWIEL ..................................23
TROMMELREM ACHTER .................................24
BANDEN ............................................................25
KOELVLOEISTOF
VERSIE MET AUTOMATISCHE
LICHTONTSTEKING ......................................... 28
KATALYTISCHE GELUIDDEMPER ..................28
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK .............................29
CONTROLES VOORAF ....................................29
STARTEN ..........................................................30
VERTREKKEN EN RIJDEN ..............................32
INRIJDEN ..........................................................33
1.......................................26
STOPPEN ..........................................................33
PARKEREN .......................................................33
DE BROMFIETS
OP DE STANDAARD ZETTEN .........................34
SUGGESTIES TER
VOORKOMING VAN DIEFSTAL .......................34
ONDERHOUD ..........................................................35
ONDERHOUDSSCHEMA .................................36
IDENTIFICATIEGEGEVENS .............................38
LUCHTFILTER ..................................................38
CONTROLE
OLIEPEIL VERSNELLINGSBAK .......................40
VERVERSING
VERSNELLINGSBAKOLIE ................................41
VOORWIEL .......................................................42
ACHTERWIEL ...................................................44
CONTROLE
SLIJTAGE REMBLOKJES .................................45
CONTROLE
SLIJTAGE REMSCHOENEN ............................46
SMERING NOKAS ACHTERREM .....................46
CONTROLE VAN HET STUUR .........................48
CONTROLE MOTORSCHARNIERAS ..............48
VERWIJDEREN
VAN DE UITLAATDEMPER ..............................49
VERWIJDEREN VAN DE
VOORSTE STUURKAP .....................................50
VERWIJDEREN VAN DE
ACHTERSTE STUURKAP ................................50
VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE
DOORZICHTIGE KAP .......................................51
VERWIJDEREN VAN DE
ACHTERUITKIJKSPIEGEL ...............................51
VERWIJDEREN VAN HET
INSPECTIEDEKSEL ..........................................52
VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE KAP
VAN DE ACHTERKANT VAN DE KUIP ............52
BIJSTELLEN VAN HET
STATIONAIRE TOERENTAL ............................53
BIJSTELLEN VAN DE GASHENDEL ................53
BOUGIE .............................................................54
ACCU .................................................................55
LANGDURIGE
STILSTAND VAN DE ACCU .............................55
CONTROLEREN EN REINIGEN
VAN DE ACCU-AANSLUITINGEN ....................56
VERWIJDEREN VAN DE ACCU ...................... 56
CONTROLE VAN HET PEIL
VAN HET ACCUZUUR ..................................... 57
OPLADEN VAN DE ACCU ............................... 57
MONTEREN VAN DE ACCU ............................ 57
VERVANGING VAN DE ZEKERING ................ 58
AFSTELLING VAN DE VERTICALE
LICHTBUNDEL VAN DE KOPLAMP ................ 59
GLOEILAMPEN ................................................ 59
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN
VAN DE KOPLAMP .......................................... 60
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN
DE VOORSTE RICHTINGAANWIJZERS ......... 61
VERVANGING
GLOEILAMPJES DASHBOARD ....................... 62
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN
VAN HET ACHTERLICHT ................................ 63
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP VAN
DE KENTEKENPLAATVERLICHTING .............. 63
VERVOER ................................................................ 64
LEEGMAKEN
VAN DE BRANDSTOFTANK ............................ 64
REINIGING .............................................................. 65
LANGDURIGE STILSTAND ............................. 66
NA DE STALPERIODE ..................................... 66
TECHNISCHE GEGEVENS ..................................... 67
SMEERMIDDELENTABEL ............................... 71
Importeurs .................................................... 74-75
ELEKTRISCH SCHEMA Sonic 50 .................... 76
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA Sonic 50 .. 77
gebruik en onderhoud Sonic 50
4
veilig rijden
"!3)32%'%,3 6//2$%6%),)'(%)$
Om de bromfiets te mogen besturen, dient u aan alle wettelijke verplichtingen te vol­doen (bromfietscertificaat of rijbewijs, geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering, verzekeringsplaat, enz.).
U wordt aangeraden zich de bromfiets ge­leidelijk eigen te maken, daar waar weinig verkeer is of op privé-terreinen.
gebruik en onderhoud Sonic 50
6
Het gebruik van medicijnen, alcohol, ver­dovende of psychotrope middelen ver­hoogt het risico op ongevallen aanzienlijk.
Verzeker u ervan dat u geestelijk en licha­melijk goed in staat bent te rijden, en rijd vooral niet als u vermoeid of slaperig bent.
Het merendeel van de ongelukken is te wij­ten aan de onervarenheid van de rijder.
Leen het vervoermiddel NOOIT uit aan be­ginners en overtuig u er in ieder geval van dat de rijder in het bezit is van de wettelijke vereisten om te mogen rijden.
Volg strikt de verkeerstekens en houd u aan de nationale en plaatselijke verkeers­regels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die ge­vaar opleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.) en houd altijd rekening met de toe­stand van het wegdek, het zicht, enz.
Vermijd obstakels die schade aan de bromfiets kunnen toebrengen of u de con­trole over de bromfiets kunnen doen verlie­zen.
Rijd niet vlak achter andere vervoermidde­len om u te laten "meezuigen".
Houd altijd beide handen aan het stuur en de voeten op de voetenplank en neem een correcte rijhouding aan.
Ga niet rechtop staan en strek evenmin uw ledematen tijdens het rijden.
gebruik en onderhoud Sonic 50
7
OIL
COOLER
De rijder mag zich nooit laten afleiden of beïnvloeden door personen, zaken of be­wegingen (niet roken, eten, drinken, lezen, enz.) tijdens het rijden.
gebruik en onderhoud Sonic 50
8
Gebruik de speciaal voor deze bromfiets voorgeschreven brandstof en smeermid­delen, zoals beschreven in het "SMEER­SCHEMA"; controleer regelmatig alle olie-, brandstof- en koelvloeistofniveaus.
Controleer, als de bromfiets bij een onge­val betrokken is geweest, of de bedie­ningsknoppen, kabels, slangen, het rem­systeem en de vitale delen niet beschadigd zijn.
Laat de bromfiets eventueel nakijken door een officiële aprilia-dealer, met speciale aandacht voor het frame, het stuur, de ve­ring, de veiligheidsonderdelen en de on­derdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat is te oordelen of ze beschadigd zijn.
Meld eventuele mankementen aan de monteurs zodat zij uw bromfiets in optimale conditie kunnen houden.
Rijd absoluut niet met de bromfiets wan­neer de beschadiging van die aard is dat de rijveiligheid in het gedrang komt.
A12
345
ONLY ORIGINALS
Verander nooit de plaats, de stand of de kleur van: de verzekeringsplaat, de richtin­gaanwijzers, de lichten en de claxon.
Modificaties aan de bromfiets doen de ga­rantie onherroepelijk vervallen.
Elke eventuele verandering van de motor of andere delen die tot doel heeft de snel­heid of het vermogen van de bromfiets op te drijven, is bij wet verboden; elke even­tuele verandering die resulteert in een ver­hoging van de maximumsnelheid of van het slagvolume van de motor maakt van de bromfiets een motorfiets, wat de volgende verplichtingen voor de eigenaar met zich brengt: – nieuwe homologatie; – nieuwe inschrijving; – aangepast rijbewijs.
Bovendien doen dergelijke veranderingen de dekking van de verzekering teniet, aan­gezien verzekeringspolissen het aanbren­gen van technische veranderingen met het doel het vermogen van het voertuig op te drijven, uitdrukkelijk verbieden. Om de hierboven aangehaalde redenen, is niet-naleving van het verbod op het opdrij­ven van de prestaties strafbaar met de wettelijk voorziene sancties (waaronder in­beslagneming van de bromfiets), die - al naargelang het geval - kunnen worden ge­combineerd met de sancties voorzien voor het niet-dragen van de helm en/of het niet­gebruiken van de verzekeringsplaat en met de strafrechtelijke sancties voorzien voor het rijden met de bromfiets zonder brom­fietscertificaat. Houd geen snelheidswedstrijden met an­dere voertuigen. Rijd uitsluitend op het wegdek.
+,%$).'
Zet voor het starten steeds een helm op en maak hem goed vast. De helm moet goed­gekeurd, in goede staat en van de juiste maat zijn en het vizier moet schoon zijn.
Draag beschermende kleding, liefst met een lichte en/of reflecterende kleur. Zo­doende bent u goed zichtbaar voor de an­dere weggebruikers en beperkt u hiermee het risico aangereden te worden. Bij een val heeft u zodoende ook een betere be­scherming. De kleding moet goed passen en aan de polsen en de enkels gesloten zijn. Veters, riemen en koorden mogen niet los hangen; voorkom dat deze of andere voorwerpen het rijden kunnen belemmeren doordat ze verstrikt raken in bewegende delen of aandrijfmechanismen.
gebruik en onderhoud Sonic 50
9
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw zakken heeft die mogelijk gevaar opleve­ren bij een val, bijvoorbeeld puntige voor­werpen, zoals sleutels, pennen, glazen flesjes (hetzelfde geldt voor de eventuele passagier).
gebruik en onderhoud Sonic 50
10
!##%33/)2%3
De eigenaar is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze, de installatie en het gebruik van het accessoire. Installeer geen accessoires die de claxon of de lichten bedekken of die de werking van deze onderdelen kunnen bemoeilijken, die de uitslag van de vering en de stuur­hoek belemmeren, in de weg zitten van de bedieningselementen en de afstand tot de grond en de hellingshoek in bochten redu­ceren. Vermijd het gebruik van accessoires die de toegang tot de bedieningselemen­ten belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen langer kan worden. Grote kuipen en windschermen kunnen als ze op de bromfiets gemonteerd zijn aërodynami­sche krachten ontwikkelen die de stabiliteit van de bromfiets tijdens het rijden in het gedrang kunnen brengen.
Controleer of de accessoires op degelijke wijze bevestigd zijn aan de bromfiets en geen gevaar opleveren tijdens het rijden. Installeer geen elektrische onderdelen en breng geen wijzigingen aan aan de be­staande onderdelen om elektrische over­belasting te vermijden. Hierdoor zou de bromfiets tijdens het rijden plotseling kun­nen stoppen of er zou zich een gevaarlijk stroomtekort kunnen voordoen in de claxon en in de lichten. aprilia beveelt het gebruik van originele accessoires aan (aprilia genuine accessoires).
"!'!'%
Wees voorzichtig bij het opladen van baga­ge en vervoer niet te veel lading. De baga­ge moet zich zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van de bromfiets bevinden en evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden van de bromfiets zodat er een optimale ba-
KG!
lans is. Zorg er verder voor dat de lading goed is vastgemaakt op de bromfiets, vooral bij lange ritten.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de spatborden en de vorken; hierdoor zou de bromfiets trager kunnen reageren in boch­ten, wat onvermijdelijk gevolgen heeft voor de bestuurbaarheid.
Bevestig niet teveel ruimte innemende ba­gage aan de zijkant van de bromfiets. Deze zou tegen personen of voorwerpen kunnen stoten, waardoor de rijder de con­trole over de bromfiets kan verliezen.
Vervoer geen tas die niet goed bevestigd is op de bromfiets.
Vervoer evenmin tassen die te ver naast de bagagedrager steken of die de lichten, de claxon of de waarschuwingslampjes be­dekken.
Vervoer geen dieren of kinderen op het do­cumentenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de maximaal toegestane belasting op de bagagedrager.
Wanneer de bromfiets te zwaar geladen is, kan dit een nadelig effect hebben op zijn stabiliteit en bestuurbaarheid.
gebruik en onderhoud Sonic 50
11
0,!!43).'"%,!.'2)*+34%/.$%2$%,%.
,%'%.$!
1) Tassenhaak
2) Brandstoftank
3) Brandstoftankdop
4) Zadelslot
5) Vuldop versnellingsbakolie
6) Kickstarter
7) Aftapplug versnellingsbakolie
8) Middenstandaard
9) Luchtfilter
10) Zijstandaard
11) Claxon
&
gebruik en onderhoud Sonic 50
12
,%'%.$!
1) Dop oliereservoir
2) Oliereservoir
3) Handschoenenkastje
4) Contactslot/stuurslot
5) Remvloeistofreservoir (voorrem)
6) Dop expansietank koelvloeistof
1
7) Expansietank 1
8) Voorste kap van achterkant van kuip
9) Inspectiedeksel
10) Accu
11) Zekeringkastje
12) Antidiefstalhaak (voor gepantserde
kabel “Body-Guard” aprilia
&)
gebruik en onderhoud Sonic 50
13
0,!!43).').3425-%.4%.
).3425-%.4%.%.7!!23#(57).'3,!-0*%3
,%'%.$!
1) Schakelaar richtingaanwijzers (
2) Drukknop claxon (
3) Choke-hendel (
4) Hendel achterrem
5) Linker achteruitkijkspiegel (niet voorzien op de versie voor het
6) Instrumenten en waarschuwingslampjes
7) Rechter achteruitkijkspiegel (in de landen waar dit is vereist)
8) Hendel voorrem
9) Gashendel
10) Startknop (
11) Contactslot/stuurslot (
gebruik en onderhoud Sonic 50
14
f)
e)
r)
n - m - s)
c)
U)
,%'%.$!
1) Brandstofmeter (
2) Snelheidsmeter
3) Kilometertotaalteller
4) Meter koelvloeistoftemperatuur (
5) Groen waarschuwingslampje richtingaanwijzers (c)
6) Rood waarschuwingslampje oliereserve (
7) Groen waarschuwingslampje dimlicht (
8) Ambergeel waarschuwingslampje reserve benzine (
g)
h)
1
j)
b)
g)
4!"%,).3425-%.4%.%.7!!23#(57).'3,!-0*%3
a
a
Beschrijving Functie
Waarschuwingslampje richtingaanwijzers (
Waarschuwingslampje oliereserve (
Kilometertotaalteller Geeft het totale aantal gereden kilometers aan.
Snelheidsmeter Geeft de rijsnelheid aan.
Waarschuwingslampje dimlicht (
Waarschuwingslampje reserve benzine (
Brandstofmeter (g)
Meter koelvloeistoftemperatuur
1
c) Knippert als de richtingaanwijzers in werking zijn.
Licht op zodra de contactschakelaar in de stand "n" wordt gedraaid en de startknop " Als het lampje tijdens het starten niet oplicht, moet het vervangen worden.
j)
vul in dit geval het oliereservoir bij, zie pag. 22 (OLIERESERVOIR).
Het wordt ingeschakeld wanneer de aan/uit-schakelaar in stand “2” wordt
b)
gezet.
r" wordt ingedrukt, om te zien of het lampje goed functioneert.
Als het waarschuwingslampje oplicht en niet uitgaat na het losla­ten van de startknop " woon draait, betekent dit dat de oliereserve wordt aangesproken;
r", of als het oplicht terwijl de motor ge-
g) Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 1,5 L brandstof over is.
Geeft bij benadering het niveau van de brandstofvoorraad in de brandstoftank aan.
Geeft bij benadering de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan. Wanneer de wijzer boven het "min"-niveau staat, is de temperatuur voldoende om met de bromfiets te rijden. Het temperatuurbereik voor normaal rijden wordt aangeduid door de middelste zone op de schaal. Als de wijzer zich in de rode zone bevindt, moet u de motor stoppen en het
(h)
koelvloeistofpeil controleren, zie pag. 26 (KOELVLOEISTOF
Als de maximaal toegestane temperatuur wordt overschreden (ro­de "max"-zone van de schaal), kan de motor ernstige schade op­lopen.
1).
gebruik en onderhoud Sonic 50
15
"%,!.'2)*+34%"%$)%.).'3%,%-%.4%.
"%$)%.).'3%,%-%.4%. /0$%,).+%234552(%,&4
c c
1) DRUKKNOP CLAXON (f)
2) CHOKE-HENDEL (
3) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS (
De elektrische onderdelen werken enkel wanneer de contactschakelaar in de stand "
De lichten werken enkel wanneer de motor draait.
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt inge­drukt.
n" staat.
e)
De choke voor het koud starten van de motor wordt ingescha­keld door de hendel omlaag te draaien. Zet de hendel weer in zijn oorspronkelijke stand om de choke uit te schakelen.
c)
Druk de schakelaar naar links om aan te geven dat u links gaat afslaan; druk de schakelaar naar rechts om aan te ge­ven dat u rechts gaat afslaan. Wanneer u op de schakelaar drukt, schakelt u de richtingaan­wijzer uit.
gebruik en onderhoud Sonic 50
16
"%$)%.).'3%,%-%.4%. /0$%2%#(4%234552(%,&4
c c
1) STARTKNOP (r)
De elektrische onderdelen werken enkel wanneer de contactschakelaar in de stand "
De lichten werken enkel wanneer de motor draait.
Wanneer de startknop wordt ingedrukt en tegelijkertijd een van de remhendels wordt aangetrokken (voor of achter), doet de startmotor de motor draaien. Voor de startprocedure, zie pag. 30 (STARTEN).
n" staat.
gebruik en onderhoud Sonic 50
17
#/.4!#43,/4
Het contactslot bevindt zich aan de rech­terzijde, naast de stuurkolom.
c
schoenenkastjeen het zadelslot. Bij de bromfiets worden twee sleutels geleverd (één reserve).
De sleutel (1) past op het con­tactslot/stuurslot, het hand-
345523,/4
Zet de sleutel tijdens het rijden nooit in de stand " controle over de bromfiets verliest.
WERKING
Om het stuur te vergrendelen:
U
Draai het stuur volledig naar links.
U
Draai het sleuteltje (1) in de stand "m" en druk het in.
U
Laat de sleutel los.
s", om te vermijden dat u de
Stand Functie
Het stuur is ge­blokkeerd. De motor kan niet worden
Stuurslot
gestart en de lichten kunnen niet worden ontstoken.
U kunt noch de motor starten, noch de lichten ontsteken.
De motor kan worden aange­zet en de lich­ten kunnen worden ontsto­ken.
Sleutel
verwijderen
De sleutel kan uit het contact wor­den getrok­ken.
De sleutel kan uit het contact wor­den getrok­ken.
De sleutel kan niet uit het contact worden ge­trokken.
gebruik en onderhoud Sonic 50
18
c
U
U
Verdraai de sleutel en hanteer te­gelijk het stuur.
Draai de sleutel (1) linksom en hanteer het stuur langzaam tot de sleutel (1) de stand "s" bereikt. Trek de sleutel uit.
(5,0"%./$)'$(%$%.
/.4'2%.$%,%. 6%2'2%.$%,%.:!$%,
Ga als volgt te werk voor het ontgrendelen en omhoogzetten van het zadel:
U
Steek de sleutel in het zadelslot (1).
U
Draai de sleutel rechtsom en zet het za­del (2) omhoog.
c
per ongeluk de sleutel in de helmop­bergruimte / het documentenkastje heeft laten liggen.
U
a
Controleer voordat u het zadel omlaagzet en vastklikt of u niet
Om het zadel te vergrendelen, moet het omlaaggezet en aangedrukt worden (zon­der het te forceren), totdat het dichtklikt.
Controleer voor het vertrek of het zadel goed vergrendeld is.
(%,-/0"%2'25)-4% $/#5-%.4%.+!34*%
Dankzij de helmopbergruimte / het docu­mentenkastje hoeft u niet telkens wanneer u parkeert uw helm en allerlei kleinere din­gen met u mee te nemen.
De ruimte bevindt zich onder het zadel; u kunt erbij komen door:
U
Het zadel (2) omhoog te zetten, zie hier­naast (ONTGRENDELEN / VERGREN­DELEN ZADEL).
c
afbeelding.
a
Maximaal toegestaan gewicht: 2,5 kg.
Plaats de helm met de opening naar boven, zoals getoond op de
Overlaad de helmopbergruimte / het documentenkastje niet.
!.4)$)%&34!,(!!+
De anti-diefstalhaak (3) bevindt zich op de achterkant van de bromfiets, naast het achterlicht.
Om diefstal van de bromfiets te voorko­men, is het raadzaam hem vast de maken met de gepantserde kabel “Body-Guard”
& (4), die kan worden besteld bij
aprilia uw officiële aprilia-dealer.
Gebruik de haak niet om de bromfiets op te tillen en evenmin
a
voor enig ander doel dan voor het vastmaken van de bromfiets wan­neer u hem ergens parkeert.
gebruik en onderhoud Sonic 50
19
'%2%%$3#(!033%4
De gereedschapsset is vastgehaakt op de onderkant van het zadel.
Om er bij te komen, dient u als volgt te werk te gaan:
U
Zet het zadel (1) omhoog, zie pag. 19 (ONTGRENDELEN / VERGRENDELEN ZADEL).
U
Maak de rubberband (2) los van de haak.
U
Neem de gereedschapsset (3).
De gereedschapsset (3) bestaat uit: – n. 1 gereedschapstasje – n. 1 bougiesleutel van 21 mm – n. 1 stang voor dopsleutel – n. 1 dopsleutel van 8/10 mm – n. 1 dubbele kruiskopschroevendraaier
type PH nummer 2 – n. 1 handvat voor schroevendraaier – n. 1 inbussleutel van 3 mm – n. 1 inbussleutel van 4 mm
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg.
gebruik en onderhoud Sonic 50
20
4!33%.(!!+
Hang geen tassen of pakjes aan
a
heid van de bromfiets of de bewegings­vrijheid van uw voeten ernstig kan belemmeren.
De tassenhaak (4) bevindt zich vooraan op de binnenkant van het schild
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg.
de haak die teveel ruimte inne­men, omdat dit de bestuurbaar-
(!.$3#(/%.%.+!34*%
Dit bevindt zich onder het stuur, op de bin­nenkant van het beenscherm.
U opent het kastje als volgt:
U
Steek de contactsleutel (5) in het slot.
U
Draai de sleutel rechtsom, trek hem uit het slot en open het deksel (6).
Controleer voordat u de klep van
a
Vergrendel de klep (6) door ze omhoog te brengen en er op te drukken. U heeft hier­voor de sleutel niet nodig.
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg.
het kastje sluit of de sleutel er niet in is blijven liggen.
"%,!.'2)*+34%/.$%2$%,%.
"2!.$34/&
De brandstof die gebruikt wordt
a
bepaalde omstandigheden explosief worden.
Bijtanken en onderhoud moet absoluut gebeuren in een goed verlichte/ geventi­leerde ruimte met uitgeschakelde mo­tor.
Rook niet gedurende het tanken en in de nabijheid van benzinedampen; mijd in ieder geval absoluut het contact met open vlammen, vonken en iedere ande­re bron die de brandstof zou kunnen doen ontvlammen of ontploffen.
voor verbrandingsmotoren is zeer licht ontvlambaar en kan in
Zorg er ook voor dat er geen benzine uit de tankopening loopt, aangezien deze benzine door aanraking met de gloeien­de delen van de motor vlam zou kunnen vatten.
Controleer, voor het geval per ongeluk benzine buiten de tank terecht is geko­men, of de plek geheel droog is en con­troleer voordat u de bromfiets start of er zich geen brandstof in de hals van de brandstofvuldop bevindt.
Benzine zet uit bij temperatuurstijging en onder invloed van zonnewarmte. Vul de tank dus nooit tot aan de rand.
Draai de dop (1) zeer goed vast na het tanken.
Mijd contact van benzine met de huid en inademing van benzinedampen; zuig geen benzine op en schenk hem even­min over van de ene jerrycan in een an­dere met behulp van een slang.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOU­DEN.
Gebruik uitsluitend superbenzine (4 Stars
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine, in overeenstemming met de norm DIN 51607, min. octaangetal 95 (N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
INHOUD BRANDSTOFTANK (reserve in­begrepen): 8
TANKRESERVE: 1,5 L
Bijtanken gebeurt als volgt:
U
Zet het zadel omhoog, zie pag. 19 (ONT­GRENDELEN / VERGRENDELEN ZA­DEL).
U
Schroef de brandstoftankdop (1) los en verwijder hem.
U
Tank bij.
L
gebruik en onderhoud Sonic 50
21
/,)%2%3%26/)2
Vul het olie reservoir elke 500 km. De bromfiets is voorzien van een geschei-
den mengsysteem, dat ervoor zorgt dat de benzine met olie gemengd wordt voor de smering van de motor, zie pag. 71 (SMEERMIDDELENTABEL).
De reserve wordt aangeduid door het op­lichten van het waarschuwingslampje van de oliereserve " pag. 14 en 15 (INSTRUMENTEN EN WAARSCHUWINGSLAMPJES).
Wanneer u de bromfiets zonder
a
bracht.
Wanneer de olie in het oliereservoir ge­heel is opgeraakt of als de olieleiding is verwijderd, wend u dan tot een officiële APRILIA-dealer, die het systeem zal ont­luchten.
22
olie gebruikt, wordt er zware schade aan de motor toege-
gebruik en onderhoud Sonic 50
j" op het dashboard, zie
Dit is absoluut noodzakelijk, want lucht in het oliemengsysteem kan zware schade aan de motor toebrengen.
Ga als volgt te werk om het oliereservoir bij te vullen:
U
Zet het zadel omhoog, zie pag. 19 (ONT­GRENDELEN / VERGRENDELEN ZA­DEL).
U
Verwijder de dop (1).
INHOUD OLIETANK: 1,6 TANKRESERVE: 0,5 L
Was de handen goed wanneer ze
a
rechtkomen.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOU­DEN.
2%-6,/%)34/&AANBEVELINGEN
a
regelmatigheden in het hydraulische systeem.
Aarzel niet uw officiële APRILIA-dealer te raadplegen ingeval u twijfelt of het rem­systeem wel goed functioneert en als u zelf niet in staat bent de normale con­troles uit te voeren.
Controleer of de remschijf en de rem­schoenen niet besmeurd zijn met olie of vet, vooral na onderhoud of controle.
met olie in contact zijn gekomen. Laat olie niet in het milieu te-
Plotselinge problemen met weer­stand of speling op de remhen­del kunnen te wijten zijn aan on-
L
Controleer of de remkabel/leiding niet in elkaar gedraaid is of versleten is.
Let er goed op dat er geen water of stof in het remcircuit terechtkomt.
Het is aangeraden latex handschoenen te gebruiken om onderhoudswerken uit te voeren.
De remvloeistof kan irritatie veroorza­ken bij contact met de huid of met de ogen. Was zeer grondig de delen van het lichaam die in contact zijn gekomen met de vloeistof. Raadpleeg een dokter of een oogarts wanneer vloeistof in uw ogen is terechtgekomen.
Laat remvloeistof niet in het milieu te­rechtkomen.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOU­DEN.
Mors tijdens het gebruik van
a
vloeistof deze kan aantasten.
remvloeistof niet op plastic of gelakte delen, omdat de rem-
2%-3#()*&6//27)%,
De remmen zijn de belangrijkste
a
perfecte staat verkeren. De remvloeistof moet eens per jaar vervangen worden door een officiële APRILIA-dealer.
Deze bromfiets is voorzien van een hy­draulische schijfrem vooraan.
Wanneer de remblokjes slijten, daalt het ni­veau van de remvloeistof, om de slijtage automatisch te compenseren.
Het remvloeistofreservoir (1) bevindt zich naast de koppeling van de voorremhendel. Controleer regelmatig het remvloeistofpeil in het reservoir (1) en de slijtage van de remblokjes, zie pag. 45 (CONTROLE SLIJ­TAGE REMBLOKJES).
onderdelen voor uw veiligheid, dus moeten zij te allen tijde in
CONTROLE
Controleer het remvloeistofpeil als volgt:
U
Zet de bromfiets op de middenstan­daard.
U
Draai het stuur naar links, zodat de vloei­stof in het reservoir evenwijdig is met de “MIN”-markering op het glas (2).
U
Controleer of het peil van de remvloeistof in het reservoir tot boven het "MIN"­streepje op het glas (2) reikt.
U
Vul bij indien dit niet het geval is.
BIJVULLEN
Lees aandachtig pag. 22 (REMVLOEI­STOF - aanbevelingen).
De remvloeistof kan uit het re-
a
los zijn en zeker niet als het deksel van het remvloeistofreservoir is verwijderd.
servoir lopen. Trek de remhen­del niet aan als de schroeven (3)
U
Draai de twee schroeven (3) los.
U
Verwijder de kap (4).
U
Verwijder het geleiderdeksel (5).
Houd de vloeistof in het reser­voir evenwijdig met de rand van
a
het reservoir.
U
Verwijder de pakking (6).
Om het "MAX"-peil te bereiken,
c
moet u bijvullen tot het glas (2) volledig is bedekt, met de rand van het remvloeistofreservoir evenwijdig met de grond.
Bijvullen tot het "MAX"-peil kan
enkel met nieuwe remblokjes.
a
Het vloeistofpeil daalt evenredig met de slijtage van de remblokjes. Vul niet bij tot het "MAX"-peil wanneer de remblokjes versleten zijn, want dit kan ertoe leiden dat de vloeistof naar buiten stroomt wanneer de remblokjes worden vervangen.
U
Vul het reservoir met remvloeistof, zie pag. 71 (SMEERMIDDELENTABEL) tot het glaasje geheel bedekt is.
U
Plaats de pakking (6) correct terug in haar zitting.
U
Plaats het geleiderdeksel (5) correct te­rug.
U
Plaats de kap (4) terug.
U
Draai de twee schroeven (3) vast.
gebruik en onderhoud Sonic 50
23
Controleer of de rem goed func-
a
dealer. Wanneer er teveel speling op de remhendel zit, wanneer u teveel elastici­teit voelt, of wanneer er lucht in het cir­cuit aanwezig is, wend u dan tot uw offi­ciële APRILIA-dealer, want mogelijk moet het systeem dan worden ontlucht.
24
tioneert. Neem zo nodig contact op met uw officiële APRILIA-
gebruik en onderhoud Sonic 50
42/--%,2%-!#(4%2
De remmen zijn de belangrijkste
a
staat gehouden worden.
Aarzel niet uw officiële APRILIA-dealer te raadplegen ingeval u twijfelt of het rem­systeem wel goed functioneert en als u zelf niet in staat bent de normale con­troles uit te voeren.
onderdelen voor uw veiligheid, dus moeten zij altijd in perfecte
AFSTELLEN VAN DE REM
U
Meet de grootste afstand tussen de rem­hendel in uitgangspositie en het punt waarop de aangetrokken remhendel de feitelijke remwerking begint uit te oefe­nen. De speling moet ongeveer 10 mm zijn.
U
Stel de speling bij door de stelmoer (1) wat vaster of losser te draaien.
U
Rem herhaaldelijk en controleer of het wiel vrij ronddraait wanneer de rem los­gelaten is.
U
Controleer of de rem naar behoren werkt.
Wanneer de stelschroef (1) volledig kan worden vastgedraaid of wanneer de in­dicator (2) zich onder het referentieteken (3) bevindt, wil dit zeggen dat de rem­schoenen versleten zijn; in dit geval, zie pag. 46 (CONTROLE SLIJTAGE REM­SCHOENEN).
Loading...
+ 56 hidden pages