De volgende waarschuwingen worden in
heel deze handleiding gebruikt om de volgende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing. Wan-
a
neer u dit symbool aantreft op de
motorfiets of in de handleiding, dient u
rekening te houden met potentieel gevaar voor persoonlijk letsel. Niet-naleving van de aanwijzingen die worden
gegeven in de boodschappen voorafgegaan door dit symbool kan resulteren in
ernstige risico’s voor de veiligheid van
uzelf en anderen en voor de motorfiets!
aWAARSCHUWING
Duidt op een potentieel gevaar dat kan
resulteren in ernstig letsel of zelfs de
dood.
aOPGELET
Duidt op een potentieel gevaar dat kan
resulteren in licht persoonlijk letsel of
schade aan de motorfiets.
OPMERKING Het woord “OPMER-
KING” in deze handleiding gaat belangrijke
informatie of richtlijnen vooraf.
).&/2-!4)%
Bewerkingen voorafgegaan door
★
dit symbool dienen aan de andere
kant van de motorfiets te worden herhaald.
Indien niet expliciet anders vermeld, moet
u voor de montage van de onderdelen de
stappen voor demontage in omgekeerde
volgorde herhalen.
Daar waar de termen “rechts” en “links”
worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan
dat de rijder in normale rijhouding op de
motorfiets zit.
Voordat u de motor start, dient u aandachtig dit boekje te lezen, in het bijzonder het
gedeelte “VEILIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt
niet alleen af van de snelheid van uw reflexen en uw behendigheid, maar ook van
de kennis van de motorfiets, van de staat
van onderhoud en van de basisregels voor
VEILIG RIJDEN. Daarom is het belangrijk
de motorfiets goed te leren kennen, zodat
u er zich veilig mee in het verkeer kunt begeven.
OPMERKING Dit boekje hoort on-
losmakelijk bij de motorfiets en moet in geval van verkoop worden overgedragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit
boekje de grootste zorg aan de dag gelegd, teneinde de gebruiker correcte en actuele informatie te verschaffen. Daar apri-lia echter voortdurend het ontwerp van zijn
producten verbetert, kunnen de kenmerken van uw motorfiets lichtjes afwijken van
de in dit boekje beschreven kenmerken.
Indien u vragen heeft met betrekking tot de
informatie in dit boekje, aarzel dan niet om
contact op te nemen met uw officiële apri-lia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet expliciet in deze publicatie staan beschreven,
de aanschaf van originele aprilia-reser-
veonderdelen, accessoires en andere producten, alsook specifieke adviezen, dient u
zich uitsluitend te wenden tot de officiële
aprilia-dealers en onderhoudscentra, die
een betrouwbare en snelle service garanderen.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft
gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische
opslag, reproductie en volledige of gedeeltelijke aanpassing, op welke manier ook,
zijn voorbehouden voor alle landen.
OPMERKING In sommige landen
vereisen de van kracht zijnde milieuwetgeving en geluidsvoorschriften periodieke inspecties.
In deze landen moet de gebruiker van het
voertuig:
– contact opnemen met een officiële apri-
lia-dealer om de niet-goedgekeurde on-
derdelen te laten vervangen door onder-
delen die goedgekeurd zijn in het
betreffende land;
– voer de vereiste periodieke inspecties
uit.
OPMERKING Bij aankoop van deze
motorfiets dient u in de navolgende figuur
de identificatiegegevens te vermelden die
op het IDENTIFICATIE-ETIKET VERVANGINGSONDERDELEN STAAN. Het etiket
bevindt zich onder het zadel van de rijder,
zie pag. 66 (DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE RIJDER).
Dit zijn identificatiegegevens van:
– YEAR = bouwjaar (Y, 1, 2, ...);
– I.M. = wijzigingscode (A, B, C, ...);
– LANDENCODES = land van homologa-
tie (I, UK, A, ...).
Ze dienen te worden doorgegeven aan de
officiële aprilia-dealer bij de aankoop van
vervangingsonderdelen of accessoires die
specifiek zijn voor uw model.
In deze handleiding worden de volgende
symbolen gebruikt om de verschillende
versies aan te duiden:
SL mille ......................................................... 94
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA
SL mille ......................................................... 95
e) ............................72
veilig rijden
"!3)32%'%,3
6//2$%6%),)'(%)$
Om de motorfiets te mogen besturen is het
nodig dat u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet (rijbewijs, geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering, wegenbelasting, registratie motorfiets, nummerplaat, enz.).
U wordt aangeraden zich de motorfiets geleidelijk eigen te maken, daar waar weinig
verkeer is of op terreinen die privé-eigendom zijn.
gebruik en onderhoud SL mille
6
Het gebruik van bepaalde medicijnen, alcohol en verdovende middelen benadeelt
in aanzienlijke mate de rijveiligheid.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en
lichamelijk goed in staat bent te rijden, en
rijd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid.
Het merendeel van de ongelukken is te wijten aan onervarenheid van de rijder.
Leen de motorfiets NOOIT uit aan beginners en overtuigt u zich er in ieder geval
van dat de rijder in het bezit is van de wettelijke vereisten voor het rijden.
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen
en houd u aan de nationale en plaatselijke
verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen
(bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden
enz.), en houd altijd rekening met de toestand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schade aan
het voertuig kunnen toebrengen of de controle over het voertuig kunnen doen verliezen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om
u mee te laten “zuigen”.
Houd altijd beide handen aan het stuur en
de voeten op de pedalen (of de voetplanken) en neem een correcte rijhouding aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdens het rijden, of uw ledematen te strekken.
gebruik en onderhoud SL mille
7
OIL
COOLER
De rijder moet zich nooit af laten leiden of
laten beïnvloeden door personen of handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen,
enz.) tijdens het rijden.
gebruik en onderhoud SL mille
8
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof
en olie, zoals beschreven in het “SMEER SCHEMA”; controleer regelmatig of de olie
en de koelvloeistof de voorgeschreven niveaus hebben.
Controleer, als de motorfiets bij een ongeluk betrokken is geweest, of de bedieningsknoppen, -kabels, -slangen, het remsysteem en de vitale delen niet beschadigd
zijn.
Laat de motorfiets eventueel nakijken door
een officiële aprilia dealer, met speciale
aandacht voor het frame, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat
is te beoordelen of ze beschadigd zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren
aan de technici/mecaniciens opdat de reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt
worden.
Rijd absoluut niet met de motorfiets wanneer de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt.
A12
345
ONLY ORIGINALS
Verander nooit de plaats, de stand of de
kleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lichten en de claxon.
Modificaties aan de motorfiets doen de garantie onherroepelijk vervallen.
Elke eventuele verandering die aangebracht wordt aan de motorfiets of de verwijdering van originele delen kunnen de prestaties negatief beïnvloeden en de
veiligheid in gevaar brengen of zelfs de
motorfiets onwettig maken.
U wordt geadviseerd om zich altijd te houden aan alle nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften en regels op het punt
van de uitrusting van de motorfiets.
In het bijzonder moeten technische veranderingen vermeden worden die de prestaties beïnvloeden of in ieder geval de oorspronkelijke eigenschappen van de
motorfiets veranderen.
Houd absoluut geen snelheidswedstrijden
met andere voertuigen.
Vermijd het rijden op een andere ondergrond dan het wegdek.
+,%$).'
Voordat u gaat rijden dient u eraan te denken
dat u altijd de helm op hebt; deze moet op de
juiste wijze gedragen worden. Controleer of
de helm gekeurd is, niet-beschadigd is, de
juiste maat heeft en of het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs
met een heldere en/of reflecterende kleur. Zodoende bent u goed zichtbaar voor de andere
weggebruikers en beperkt u hiermee het risico aangereden te worden. Bij een val hebt u
zodoende ook een betere bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de
uiteinden gesloten zijn. Koorden, ceintuur
en das mogen niet los hangen; voorkom
dat deze of andere objecten het rijden kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt raken
in bewegende delen of bedieningselementen.
gebruik en onderhoud SL mille
9
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw
zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren
bij een val, zoals puntige objecten als sleutels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelfde geldt voor de eventuele passagier).
!##%33/)2%3
De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze van de installatie en het
gebruik van de accessoires.
Denkt u er tijdens de montage aan dat geen
onderdelen zoals de lichten of onderdelen
die dienen voor het aangeven van de richting
of voor geluidssignalen bedekt worden,
waardoor deze onderdelen geheel of
gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer
ook niet de uitslag van de vering en de stuurhoek en de werking van de bedieningselementen.
Vermijd het gebruik van accessoires die de
gebruik en onderhoud SL mille
10
toegang tot de bedieningselementen belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen langer kan worden.
De gestroomlijnde accessoires en de grotere windschermen kunnen als ze op
de motorfiets gemonteerd zijn de windgevoeligheid ervan vergroten en zodoende
de stabiliteit tijdens het rijden verminderen.
Controleer of de accessoires op degelijke
wijze bevestigd zijn aan de motorfiets en
geen gevaar opleveren tijdens het rijden.
Niets toevoegen aan de elektrische installatie of hier iets aan veranderen, waardoor het
maximale vermogen van de motorfiets overschreden zou kunnen worden. Hierdoor zou
de motorfiets tijdens het rijden plotseling kunnen stoppen of er zou zich een gevaarlijk
stroomtekort kunnen voordoen, zodat de
claxon en de lichten niet meer functioneren.
aprilia raadt het gebruik van originele accessoires aan (aprilia genuine accessories).
,!$).'
Wees voorzichtig bij het opladen van bagage en vervoer niet te veel lading.
De bagage moet zich zo dicht mogelijk bij
het zwaartepunt van de motorfiets bevinden en evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden van de motorfiets zodat er een
optimale balans is.
Zorg er verder voor dat de lading goed is
vastgemaakt aan de motorfiets, vooral
voor een lange rit.
KG!
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of
gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de
spatborden en de vorken; dit vertraagt de
reactiesnelheid van de motorfiets in de
bochten en hindert de controle tijdens het
rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende bagage aan de zijkant van de motorfiets en
voer ook niet de helm aan de daarvoor bestemde haak mee. Deze zaken zouden tegen personen of voorwerpen kunnen stoten, waardoor de rijder de controle over de
motorfiets zou kunnen verliezen.
Vervoer geen bagage die niet goed bevestigd is aan de motorfiets.
Vervoer geen bagage die te ver uit de bagagedrager steekt of die de lichten, de
claxon of de controlelampjes bedekt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het
handschoenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die
geldt voor iedere zijtas.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en
de manoeuvreerbaarheid van de motorfiets.
Knippert wanneer de richtingaanwijzers in werking zijn.
c
Licht op wanneer de gloeilampen van het grootlicht branden of wanneer het lichtsignaal
a
wordt gebruikt.
Geeft het aantal toeren per minuut van de motor aan.
aOPGELET
Knippert wanneer het door de gebruiker ingestelde max. toerental is bereikt, zie pag. 20
(INSTELLEN VAN DE OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE MOTOR)).
Licht op wanneer de maximumgrens van het motortoerental, zie pag. 20 (INSTELLEN VAN
DE OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE MOTOR)) wordt bevestigd en telkens wanneer de contactschakelaar gedurende ongeveer drie seconden in de stand “
wordt gedraaid, zie pag. 18 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 4,5 ± 1
g
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 30 (BRANDSTOF).
Licht op wanneer de zijstandaard is neergeklapt.
\
Licht op, zodra de contactschakelaar in de stand “
juiste werking van het LED-lampje.
Als het LED-lampje niet oplicht onder deze omstandigheden, neem dan contact op met uw
officiële
j
kent dit dat de oliedruk in het circuit onvoldoende is.
Zet in dit geval de motor onmiddellijk af en neem contact op met een officiële
dealer.
q Licht op wanneer de versnelling in neutraal staat.
aprilia-dealer.
aOPGELET
Overschrijd nooit het maximale toerental van de motor, zie
pag. 49 (INRIJDEN).
n”
L brandstof over is.
n” wordt gedraaid, ter controle van de
Als het LED-waarschuwingslampje van de motoroliedruk
j” oplicht tijdens de normale werking van de motor, bete-
“
APRILIA-
gebruik en onderhoud SL mille
16
BeschrijvingFunctie
Multifunctionele
digitale display
(linkerzijde)
Snelheidsmeter
(km/h - MPH)
Dagteller (km - mi)Geeft het aantal kilometers van een traject aan of het totale aantal kilometers.
Geeft de momentele, gemiddelde of maximale rijsnelheid aan (in kilometer
of mijl) overeenkomstig de voorinstelling, zie pag. 18 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan, zie pag. 18
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER). Wanneer een temperatuur van 115 –
120 °C (239 – 248 °F) wordt aangegeven, moet u de motor afzetten en het
koelvloeistofpeil controleren, zie pag. 36 (KOELVLOEISTOF).
aOPGELET
vallen, ongeacht de koelvloeistoftemperatuur, met een verdere stijging
van de temperatuur tot gevolg.
Koelvloeistoftemperatuur
(°C / °F)
Multifunctionele
digitale display
(rechterzijde)
Klok
Accuspanning
V BATT
Chronometer
Diagnose
Als de aanduiding “
h
tot stilstand en laat de motor ongeveer twee minuten lang draaien met een
toerental van 3000 tpm (rpm), zodat de koelvloeistof normaal kan circuleren
in het systeem; druk daarna de motorstopschakelaar in de stand “
troleer het koelvloeistofpeil, zie pag. 36 (KOELVLOEISTOF). Als de aanduiding “
///” nog steeds wordt getoond nadat het koelvloeistofpeil is gecon-
troleerd, neem dan contact op met een officiële
aOPGELET
motor ernstige schade oplopen.
Geeft het uur en de minuten aan, afhankelijk van de voorinstelling,
zie pag. 18 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Geeft de accuspanning aan in volt,
zie pag. 18 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Geeft de diverse tijden aan, afhankelijk van de voorinstelling,
zie pag. 18 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Wanneer de contactschakelaar in de stand “
ongeveer drie seconden lang getoond op de display.
aOPGELET
heid een onregelmatigheid heeft vastgesteld. In vele gevallen blijft de motor werken met een
beperkt vermogen; neem onmiddellijk contact op met een officiële
Draai de contactschakelaar niet in de stand
“
m”, want dan zouden de koelventilatoren stil-
///” op de display verschijnt, breng dan de motorfiets
m” en con-
aprilia-dealer.
Als de maximum toegelaten temperatuur
wordt overschreden (120°C - 248°F), kan de
n” wordt gedraaid, wordt de aanduiding “(),”
Als de aanduiding “
male werking van de motor, betekent dit dat de elektronische een-
(),” op de display verschijnt tijdens de nor-
APRILIA-dealer.
Voor het afwisselen tussen de
getoonde gegevens, zie
pag. 18 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
gebruik en onderhoud SL mille
17
-5,4)&5.#4)/.%,%#/-054%2
Wanneer de contactschakelaar (1) in de
n” wordt gedraaid, gaan de volgen-
stand “
de waarschuwingslampjes op het dashboard branden:
– (rood) LED-waarschuwingslampje over-
toerental “max” (2);
– (rood) LED-waarschuwingslampje mo-
toroliedruk (
de motor start.
De wijzer (4) van de toerenteller verplaatst
zich naar de door de gebruiker ingestelde
maximumwaarde (tpm). Na ongeveer drie
seconden gaat het rode LED-waarschuwingslampje van het overtoerental “max”
(2) uit; de wijzer (4) van de toerenteller keert
naar zijn beginpositie terug. Op die manier
wordt de werking van de onderdelen getest.
j) (3), dat blijft branden tot
aOPGELET
Na de eerste 1000 km (625 mi) en daarna
telkens om de 7500 km (4687 mi) verschijnt de aanduiding “SERVICE” (5) op
de rechterdisplay. Neem in dat geval
contact op met een officiële
gebruik en onderhoud SL mille
18
APRILIA
dealer
, die de onderhoudswerken zal
verrichten die zijn aangegeven in het onderhoudsschema, zie pag. 52 (ONDERHOUDSSCHEMA). Om de aanduiding
“SERVICE” te doen verdwijnen, moet u
op de “LAP”-drukknop (6) drukken en
daarna op de drukknop
knoppen ongeveer 5 seconden lang ingedruktl houden.
Met de contactschakelaar (1) in de stand
“n” gedraaid, zijn de standaardinstellingen
op het dashboard de volgende:
Rechterdisplay: Klok (7), koelvloeistoftemperatuur in °C (8).
Linkerdisplay: Momentele snelheid in
km/h (9), traject 1 (dagteller) (10), kilometertotaalteller (11).
Bij de installatie van de accu of van de
hoofdzekeringen van 30 A:
– De wijzer van de toerenteller (4) draait 12
maal rechtsom (klikt 12 maal) om de werking van de toerenteller zelf te controleren.
– De momentele, maximale en gemiddel-
de snelheid is ingesteld in “km/h”.
-
en beide
R
– De koelvloeistoftemperatuur is ingesteld
in °C.
– De digitale klok is ingesteld op nul.
– De rode lijn is ingesteld op 6000 tpm
(rpm) en wordt aangegeven door het op-
lichten van het rode-lijn LED-waarschu-
wingslampje “max ” (rood) (2).
OPMERKING Voer indien nodig de
gewenste afstellingen uit.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE
SEGMENTEN
◆
Druk de drukknoppen A en B gelijktijdig
in.
◆
Draai de contactsleutel (1) van de stand
“
m” in de stand “n”.
Alle segmenten blijven ingeschakeld tot de
drukknoppen
OVERSCHAKELEN van km op mi (van
km/h op MPH) EN OMGEKEERD (LINKERDISPLAY).
◆
Druk op de drukknop A tot na ongeveer
5 seconden alle aanduidingen (12) op de
linkerdisplay beginnen te knipperen.
◆
Laat drukknop A los.
en B worden losgelaten.
A
◆
Druk op drukknop B om de maateenheid
te veranderen van “km” in “mi” (van
“km/h” in “MPH”) en omgekeerd.
◆
Druk, om de instelling te bevestigen, op
drukknop
conden.
INSTELLEN VAN DE MOMENTELE,
MAXIMALE EN GEMIDDELDE SNELHEID (LINKERDISPLAY)
A
gedurende ongeveer 5 se-
OPMERKING Twee seconden nadat
de motorfiets is beginnen te rijden, verschijnt automatisch de momentele snelheid op de display, ook als een andere
functie is ingesteld.
Wanneer de contactsleutel in de stand “
wordt gedraaid, verschijnen de momentele
snelheid (13) en het deelaantal afgelegde
kilometers/mi (traject 1) (10) op de linkerdisplay. Terugstellen van “traject 1” (10):
druk terwijl de dagteller is ingesteld op de
momentele snelheid drukknop
2 seconden lang in.
R
n“
ongeveer
◆
Om de maximale snelheid (14) en de afstand van “traject 1” (10) weer te geven,
moet u drukknop
lang indrukken.
De aanduiding “V max” (15), de maxima-
le snelheid (14) en de afstand van “traject 1” (10) worden getoond.
Terugstellen van de maximale snelheid
(14): druk terwijl de dagteller is ingesteld
op de “V max” functie drukknop R ongeveer 2 seconden lang in.
ongeveer 1 seconde
B
OPMERKING De maximale snelheid
wordt berekend op basis van de afstand
die is afgelegd sinds de teller werd teruggesteld op nul voor de maximale snelheid
zelf. De afstand van “traject 1” (10) die op
de display verschijnt, is het aantal afgelegde kilometers/mijl sinds de teller de laatste
keer werd teruggesteld op nul.
◆
Om de gemiddelde snelheid (16) en de
afstand van “traject 2” (17) weer te geven, moet u de drukknop
seconde lang indrukken.
ongeveer 1
B
De aanduiding “AVS” (18), de gemiddelde
snelheid (16) en de afstand van “traject 2”
(17) worden getoond.
Terugstellen van de gemiddelde snelheid
(16) en de afstand van “traject 2” (17): druk
terwijl de dagteller is ingesteld op de “AVS”
functie de drukknop
veer 1 seconde.
in gedurende onge-
R
OPMERKING De gemiddelde snel-
heid wordt berekend op basis van de afstand van “traject 2” (dagteller).
De afstand van “traject 2” (17) die op de
display verschijnt is het aantal afgelegde
kilometers/mijl sinds de teller de laatste
keer werd teruggesteld op nul.
Als meer dan 1000 km (625 mi) zijn afgelegd zonder dat “traject 2” is teruggesteld
op nul, zal de meting van de gemiddelde
snelheid verkeerd zijn.
◆
Om de momentele snelheid (13) en de afstand van “traject 1” (10) weer te geven,
moet u nogmaals de drukknop
ken.
gebruik en onderhoud SL mille
indruk-
B
19
INSTELLEN VAN DE OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE
MOTOR)
Wanneer het ingestelde maximale toerental is overschreden, begint het (rode)
LED-waarschuwingslampje “max” van
het overtoerental (2) op het dashboard
te knipperen.
Wanneer de drukknop
der dan één seconde wordt ingedrukt, verplaatst de wijzer (4) van de toerenteller
zich naar het ingestelde overtoerental en
blijft 3 seconden in die positie staan, waarna hij terugkeert naar zijn beginpositie.
gebruik en onderhoud SL mille
20
gedurende min-
C
Het instellen gebeurt als volgt:
◆
Druk knop C in, laat hem los en druk
hem nogmaals in binnen de 3 seconden.
De wijzer (4) gaat bij elke klik met
1000 rpm (tpm) omhoog zolang
drukt blijft; wanneer de wijzer de maximumwaarde heeft bereikt, begint hij
weer van voor af aan.
◆
Druk de drukknop C in tot het gewenste
toerental is ingesteld.
◆
Wanneer de drukknop C wordt losgelaten en binnen de 3 seconden opnieuw
wordt ingedrukt in fasen, gaat de wijzer
(4) per klik met 100 rpm (tpm) omhoog;
wanneer de wijzer de maximumwaarde
heeft bereikt, begint hij weer van voor af
aan.
C
inge-
OPMERKING De rode lijn kan niet
worden ingesteld op waarden kleiner dan
2000 tpm of groter dan 12000 tpm.
aOPGELET
Overschrijd nooit het aanbevolen toerental, zie pag. 49 (INRIJDEN).
◆
Laat drukknop C los om te bevestigen.
Na 3 seconden wordt de instelling van
de overtoerentalgrens bewaard.
OPMERKING De instelling wordt be-
vestigd door het oplichten van het rode
LED-waarschuwingslampje “max” van het
overtoerental (2).
MULTIFUNCTIONELE COMPUTER
(RECHTERDISPLAY)
De rechter (multifunctionele) display geeft
standaard de koelvloeistoftemperatuur in
°C (of °F) (8) en de digitale klok (7) weer.
OPMERKING Wanneer de motor
koud is, knippert de aanduiding “
Door het indrukken van knop
achtereenvolgens de volgende functies
worden ingesteld:
Standaardinstelling:
temperatuur in °C en digitale klok
×”.
D kunnen
D
Accuspanning (V BATT)
D
Uurinstelling
D
Minuteninstelling
D
°C of °F instelling
STANDAARDINSTELLING:
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR EN
DIGITALE KLOK
De koelvloeistoftemperatuur (8) wordt getoond in de bovenste helft van de rechterdisplay. Het is mogelijk om over te schakelen van °C op °F en omgekeerd, zie
pag. 22 (INSTELLING VAN °C OF °F).
– Wanneer de temperatuur onder 35°C
(95°F) is, knippert de aanduiding
“
×” (8) op de rechterdisplay.
– Wanneer de temperatuur boven 115°C
(239°F) is, knippert de waarde (8) op de
rechterdisplay, ook als een andere dan
de standaardinstelling is ingesteld.
– Wanneer de temperatuur boven 130°C
(266°F) is, verschijnt de aanduiding
“
” (8) op de rechterdisplay.
///
aOPGELET
Als de aanduiding “///” op de display
verschijnt bij een temperatuur van minder dan 130°C (266°F), is er mogelijk
een defect in het elektrisch circuit.
Neem in dit geval contact op met een officiële APRILIA-dealer.
Thermometerbereik op de display: 35 –
130°C (95 – 266 °F).
De digitale klok (7) verschijnt in de onderste helft van de rechterdisplay. Voor het instellen en veranderen van uur en minuten,
zie pag. 22 (INSTELLEN VAN HET UUR)
en (INSTELLEN VAN DE MINUTEN).
ACCUSPANNING - V BATT
◆
Wanneer de druktoets D eenmaal wordt
ingedrukt, verschijnt de accuspanning
uitgedrukt in volt (19) op de onderste
helft van de rechterdisplay, terwijl de
koelvloeistoftemperatuur (8) op de bovenste helft wordt aangegeven.
De aanduiding “V BATT” (20) wordt ge-
toond.
Het oplaadcircuit werkt zoals het hoort
als bij 4000 tpm (rpm) de accuspanning
met ingeschakeld dimlicht tussen 13 en
15 V ligt.
gebruik en onderhoud SL mille
21
INSTELLEN VAN HET UUR
◆
Wanneer de drukknop D voor de tweede maal wordt ingedrukt, beginnen de
uursegmenten (21) te knipperen op de
onderste helft van de rechterdisplay (digitale klok).
◆
Om de uurinstelling te veranderen, moet
u de “LAP” drukknop (6) op de linkerstuurhelft indrukken.
◆
Druk knop D in om de uurinstelling te
bevestigen.
gebruik en onderhoud SL mille
22
INSTELLEN VAN DE MINUTEN
◆
Wanneer de drukknop D voor de derde
maal wordt ingedrukt, beginnen de minutensegmenten (22) te knipperen op de
onderste helft van de rechterdisplay (digitale klok).
◆
Om de minuteninstelling te veranderen,
moet u de “LAP” drukknop (6) op de linkerstuurhelft indrukken.
◆
Druk knop D in om de minuteninstelling
te bevestigen.
INSTELLING VAN °C OF °F
◆
Wanneer de drukknop D voor de vierde
maal wordt ingedrukt, beginnen de segmenten van de koelvloeistoftemperatuur
in °C of °F (8) te knipperen op de bovenste helft van de display.
◆
Om de instelling °C met °F en omgekeerd te veranderen, moet u de “LAP”
drukknop (6) op de linkerstuurhelft indrukken.
◆
Druk knop D in om de instelling te bevestigen.
CHRONOMETER (RECHTERDISPLAY)
Met de chronometer kan u de tijd per ronde
opmeten wanneer u met de motorfiets op een
circuit rijdt en de gegevens zo opslaan, dat u
ze nadien na elkaar kan raadplegen.
Wanneer de “CHRONOMETER” functie is
ingesteld, kunnen de volgende functies
niet worden opgeroepen:
Om de chronometer in werking te stellen,
moet u de “LAP” drukknop (6) en vervolgens binnen de 7 seconden de drukknop
indrukken.
D
◆
Om de tijdopname te starten, moet u de
“LAP” drukknop (6) indrukken en onmiddellijk loslaten.
◆
Om de geregistreerde tijd op te slaan,
moet u de “LAP” drukknop (6) indrukken.
De “LAP” drukknop (6) is niet bruikbaar gedurende 10 seconden en de laatst opgeslagen tijd (23) wordt getoond op de display.
Daarna wordt de chronometer met de huidige tijdopname (24) getoond, beginnend
vanaf 10 seconden.
◆
Om de eerst opgeslagen tijd (25) weer te
geven, moet u drukknop
◆
Om de andere opgeslagen tijden in volgorde te bekijken, moet u de “LAP” drukknop (6) indrukken. De aanduidingen
/, /, /, /
getoond.
◆
Druk de drukknop B in om de tijdopname opnieuw te starten.
indrukken.
B
, enz. (26) worden
OPMERKING U kan max. 40 tijden
opslaan. Daarna is de “LAP” drukknop (6)
niet langer bruikbaar.
◆
Om het geheugen op nul te zetten, moet
u de drukknop
(6) tegelijk indrukken gedurende 2 seconden.
en de “LAP” drukknop
A
◆
Om de chronometerfunctie te annuleren,
moet u de “LAP” drukknop (6) en de
drukknop
De koelvloeistoftemperatuur (8) en de digitale klok (7) verschijnen op de rechter
(multifunctionele) display.
indrukken.
D
OPMERKING Wanneer de motor koud
is, wordt de aanduiding “
DIAGNOSE
Wanneer de contactschakelaar in de stand
“
n” wordt gedraaid, wordt de aanduiding
“
(),” ongeveer drie seconden lang op de
display getoond.
×” getoond.
aOPGELET
Als de aanduiding “(),” op de display
verschijnt tijdens de normale werking
van de motor, betekent dit dat de elektronische eenheid een onregelmatigheid heeft vastgesteld. In vele gevallen
blijft de motor werken met een beperkt
vermogen; neem onmiddellijk contact
op met een
officiële
APRILIA
gebruik en onderhoud SL mille
-dealer.
23
"%,!.'2)*+34%/.!&(!.+%,)*+% "%$)%.).'3%,%-%.4%.
"%$)%.).'3%,%-%.4%.
/0$%,).+%234552(%,&4
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand “n” staat.
1) DRUKKNOP CLAXON (
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt ingedrukt.
2) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS (
De schakelaar naar links zetten om aan te geven dat u links
gaat afslaan; de schakelaar naar rechts drukken om aan te
geven dat u rechts gaat afslaan. Op het midden van de schakelaar drukken om de richtingaanwijzer uit te zetten.
f)
c)
3) DIMLICHTSCHAKELAAR (
Wanneer de lichtschakelaar in de stand “
lichtschakelaar in de stand “
als hij in de stand “
3) DIMLICHTSCHAKELAAR (
In de stand “b“ branden de parkeerlichten, de dashboardverlichting en het dimlicht altijd.
In de stand “
4) KOPLAMPSCHAKELAAR (
(niet voorzien op de
Wanneer de lichtschakelaar in de stand “•” staat, zijn de lichten uit; wanneer de schakelaar in de stand “p” staat, branden de parkeerlichten en de dashboardverlichting; wanneer
de schakelaar in de stand “
ten, de dashboardverlichting en het dimlicht. Het grootlicht
kan wordt bediend met de dimlichtschakelaar.
5) DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL (a) / LAP
(multifunctioneel)
b” staat, brandt het dimlicht.
a“ brandt het grootlicht.
b - a)
o” staat: als de dim-
a” staat, brandt het grootlicht;
b - a)
_
o - p - •)
versie)
_
o” staat, branden de parkeerlich-
OPMERKING Voor het instellen van de functies, zie
pag. 18 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Met deze drukknop kan het grootlichtsignaal worden bediend
in geval van gevaar of een noodsituatie of kunnen de diverse
vooringestelde functies worden weergegeven op de rechter
multifunctionele display:
– uur en minuten;
– koelvloeistoftemperatuur (°C of °F);
– chronometer.
gebruik en onderhoud SL mille
24
Het grootlichtsignaal wordt bediend door het indrukken van de
drukknop, ongeacht de stand van de lichtschakelaar (
o - p - •).
OPMERKING Laat de knop los om het grootlichtsignaal uit
te schakelen.
6) CHOKE-HENDEL (e)
De choke voor het koud starten van de motor wordt in werking gesteld door de hendel “
Breng de hendel “
choke uit te schakelen.
"%$)%.).'3%,%-%.4%.
/0$%2%#(4%234552(%,&4
e” weer in zijn oorspronkelijke stand om de
e” omlaag te draaien.
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand “
7) MOTORSTOPSCHAKELAAR (
n - m)
n” staat.
aWAARSCHUWING
Bedien de motorstopschakelaar “n - m” niet tijdens gewoon rijden.
Dit is een veiligheids- of noodschakelaar.
Met de schakelaar in de stand “
de motor wordt gestopt door de schakelaar in de stand “m” te
zetten.
n” kan de motor worden gestart;
aOPGELET
Bij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand
“n”, kan de accu ontladen worden.
Wanneer de motorfiets tot stilstand is gekomen nadat de
motor is gestopt, moet u de contactschakelaar in de stand
m” zetten.
“
8) STARTKNOP (r)
Wanneer de startknop “r” wordt ingedrukt, doet de startmotor de motor draaien. Voor het starten, zie pag. 43 (STARTEN).
gebruik en onderhoud SL mille
25
StandFunctie
Uittrekken
sleutel
#/.4!#43#(!+%,!!2
De contactschakelaar (1) bevindt zich op
de stuurkolomplaat.
OPMERKING De sleutel bedient de
contactschakelaar/het stuurslot, het brandstoftankslot en het slot van het handschoen-/gereedschapssetkastje.
Bij de motorfiets worden twee sleutels geleverd (één reservesleutel).
OPMERKING Bewaar de reserve-
sleutel en het plaatje met het codenummer
niet op de motorfiets.
345523,/4
aWAARSCHUWING
Draai de sleutel nooit in de stand “s”
terwijl u rijdt, om te vermijden dat u de
controle over de motorfiets verliest.
BEDIENING
Om het stuur te vergrendelen:
◆
Draai het stuur volledig naar links.
◆
Draai de sleutel in de stand “m”.
◆
Druk de sleutel in en draai hem in de
s“.
stand “
◆
Trek de sleutel uit het contact.
s
Stuurslot
m
n
Het stuur is
vergrendeld. Het is
onmogelijk
de motor te
starten en
de lichten te
ontsteken.
De motor
kan niet
worden
gestart en
de lichten
kunnen niet
worden ontstoken.
De motor
kan worden
gestart en
de lichten
kunnen worden ontstoken.
De sleutel
kan uit het
contact worden getrokken.
De sleutel
kan uit het
contact worden getrokken.
De sleutel
kan niet uit
het contact
worden
getrokken.
Plaats het voertuig op de zijstandaard op
een stevige en vlakke ondergrond.
◆
Steek de sleutel (1) in het zadelslot.
◆
Draai de sleutel (1) linksom, til het zadel
(2) op en verwijder het langs voren.
OPMERKING Controleer voor het
omlaag zetten en vergrendelen van het zadel (2) of u de sleutel niet in het handschoenen-/gereedschapssetkastje hebt laten liggen.
Ga als volgt te werk om het zadel (2) te
vergrendelen:
◆
Steek het laagste punt (3) onder de
steunplaat van het achterste zadel.
◆
Breng de het zadel op zijn plaats en druk
erop tot het slot vastklikt.
aWAARSCHUWING
Controleer voor u vertrekt of het zadel
(2) goed is vergrendeld.
OPMERKING Het voertuig wordt ge-
leverd met de OPT afdekking voor het
handschoenen-/gereedschapssetvak (4),
die in de plaats van het passagierszadel
kan worden gebruikt.
Voor het installeren en verwijderen, zie
hiernaast (ONTGRENDELEN / VERGRENDELEN VAN HET PASSAGIERSZADEL).
Onder het deksel van het handschoenen/gereedschapssetvakje bevindt zich een
handige opbergruimte; om erbij te komen
volstaat het de klep (5) los te maken en te
verwijderen.
gebruik en onderhoud SL mille
27
(!.$3#(/%.%.
'%2%%$3#(!033%4+!34*%
Het handschoenen- / gereedschapssetkastje bevindt zich onder het passagierszadel; u komt er als volgt bij:
◆
Verwijder het passagierszadel, zie
pag. 27 (ONTGRENDELEN / VERGRENDELEN VAN HET PASSAGIERSZADEL).
De gereedschapsset (1) bevat:
– Gebogen inbussleutels van 3, 4, 5, 6
mm (2)
– Dubbele steeksleutel van 8-10 mm (3)
– Dubbele steeksleutel van 11-13 mm (4)
– Enkele ringsleutel van 22 mm (5)
– Enkele ringsleutel van 32 mm (6)
– Verlengstuk voor enkele ringsleutels (7)
– Dubbele pijpsleutel van 6-7 mm (8)
– Dubbele pijpsleutel van 8-10 mm (9)
– Dopsleutel van 16 mm voor bougie (10)
– Dubbele kruiskop-/platte schroeven-
draaier (11)
– Gereedschapstasje (12)
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg.
gebruik en onderhoud SL mille
28
"%6%34)').'3(!+%.
6!.$%"!'!'%$2!'%2
Op het passagierszadel kan kleine bagage
worden vastgemaakt door middel van snelbinders aan de twee bevestigingshaken
(13).
Maximaal toegestaan gewicht: 9 kg.
aWAARSCHUWING
De bagage moet beperkt van omvang
zijn en stevig vastgemaakt worden.
30%#)!!,'%2%%$3#(!0&
Voor het uitvoeren van specifieke werkzaamheden is het raadzaam het volgende
speciaal gereedschap te gebruiken (verkrijgbaar bij een
GereedschapWerkzaamhedenPag.
Pennen (1) voor
de achterste
steunstandaard
Achterste
standaard (2)
Voorste
standaard (3)
Steunstang
brandstoftank (4)
officiële
Om het voertuig op de
achterste
steunstandaard te
plaatsen.58
Verversing van
motorolie en
vervanging van
motoroliefilter.
Demontage van het
achterwiel.
Afstelling van de
aandrijfketting.
Demonteren van
voorwiel.60
Omhoog zetten van de
brandstoftank.66
aprilia
-dealer):
56
62
64
6%2,%.'345+ 6//2 !#(4%2
30!4"/2$
&
Het verlengstuk van het achterspatbord (4)
kan worden gebruikt wanneer op een nat
wegdek wordt gereden, om het opspatten
van het water door het achterwiel te beperken.
OPMERKING Het verlengstuk van
het achterspatbord (4) wordt standaard geleverd in landen waar dit onderdeel wettelijk verplicht is.
gebruik en onderhoud SL mille
29
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.