UITSLUITEND LOODVRIJE BENZINE KRACHTENS DIN 51607 GEBRUIKEN, MINIMUM OCTAANGETAL
95 (N.O.R.M.) EN 85 (N.O.M.M.) EN EEN SYNTHETISCHE TWEETAKTOLIE VOOR TWEETAKTMOTOREN
MET EEN HOOG PRESTATIEVERMOGEN.
ANDERE BRANDSTOF OF SMEERMIDDELEN KUNNEN HET VOERTUIG ERNSTIG BESCHADIGEN EN
HET GEBRUIK ERVAN MAAKT DE GARANTIE van aprilia ONGELDIG.
Voor een correct werkende en lang durende katalysator en om zo weinig mogelijk problemen in
de uitlaat en het verwarmingsysteem te veroorzaken, dient men langdurig rijden op een zeer
Wissel af en breng de motor af en toe op een hoger toerental, ook slechts enkele seconden lang, maar
doet dit regelmatig.
Wat hierboven is beschreven is bijzonder belangrijk als het voertuig wordt gestart met een koude
motor; in dit geval en om de katalytische "reactie" op te wekken, dient men te controleren of de
temperatuur van het verwarmingssysteem minstens 50°C heeft bereikt, wat meestal enkele seconden
na het starten al gebeurt.
2
laag toerental te vermijden.
KATALYTISCHE GELUIDDEMPER
RX50 Racing met katalysator is uitgerust met een geluidsdemper met een metalen katalysator van het
platinum-rhodiumtype.
Dit mechanisme oxideert het CO (koolmonoxide) en de HC (onverbrande koolwaterstoffen) die in de
uitlaatgassen zitten en zet deze respectievelijk om in koolzuur en waterdamp. De hoge temperatuur van
de uitlaatgassen die wordt veroorzaakt door de katalytische reactie, verbrandt bovendien de
oliedeeltjes zodat de demper schoon blijft en weinig rook veroorzaakt.
Parkeer liefst niet in de buurt van droog struikgewas of op plaatsen waar kinderen zijn omdat de
katalytische uitlaatdemper bijzonder heet kan worden; pas heel goed op en raak de uitlaat niet
aan voordat deze helemaal is afgekoeld.
3
Eerste uitgave: september 2003
Herdruk: oktober 2003
Opgesteld en gedrukt door:
DECA S.r.l.
Via Risorgimento, 23/1 - Lugo (RA) - Italia
Tel. +39 - 0545 35235
Fax +39 - 0545 32844
E-mail: deca@decaweb.it
www.decaweb.it
in opdracht van :
aprilia s.p.a.
via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italia
Tel. +39 - 041 58 29 111
Fax +39 - 041 44 10 54
www.aprilia.com
4
In dit boekje staan de belangrijkste gegevens en instructies die u nodig hebt voor het normale onderhoud en de bediening van uw voertuig. Voor alle onderhouds- en controlewerkzaamheden waarvoor
speciaal gereedschap nodig is, doet u er goed aan
onze aprilia dealers te contacteren die garant staan
voor een snelle en accurate service. Voor een voertuig dat altijd in perfecte staat is en perfect rijdt, raden
wij u aan altijd originele onderdelen te gebruiken en
uitsluitend erkende verkooppunten en officiële apri-lia dealers te gaan om het te laten repareren.
Als u onderdelen nodig heeft, dient u de dealer de
bestelcode van het onderdeel mede te delen. Deze
code is in een plaatje onder het linker zijflankje geslagen.
Noteer dit serienummer ook in de ruimte die hiervoor
is opengelaten in het boekje zodat u het bij de hand
hebt als u eventueel het plaatje niet meer hebt.
De identificatiegegevens kunnen zonder verplichting tot
voorafgaandelijke kennisgeving worden gewijzigd.
Leef stipt de aanwijzingen na waar de volgende sym-
bolen bij staan:
Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen
die de bestuurder of anderen beschermen
tegen ernstige verwondingen of gevaar.
Voorzichtigheidsaanwijzingen en -maatregelen die schade aan het voertuig en persoonlijke verwondingen voorkomen.
IAanwijzingen die helpen bij de werkzaamheden. Technische informatie.
In deze handleiding worden de verschillende uitvoeringen met de volgende symbolen aangeduid:
Om de motorfiets te mogen besturen is het nodig dat
u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet (rijbewijs,
geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering,
nummerplaat, enz.).
U wordt aangeraden zich de motorfiets geleidelijk
eigen te maken, daar waar weinig verkeer is of op
terreinen die privé-eigendom zijn
Afb. 1
Het gebruik van bepaalde medicijnen, alcohol en verdovende middelen benadeelt in aanzienlijke mate de
rijveiligheid.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en lichamelijk
goed in staat bent te rijden, en rijd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid.
Afb. 2
8
.
Het merendeel van de ongelukken is te wijten aan
onervarenheid van de rijder.
Leen de motorfiets NOOIT uit aan beginners en overtuigt u zich er in ieder geval van dat de rijder in het
bezit is van de wettelijke vereisten voor het rijden.
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen en houd u
aan de nationale en plaatselijke verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.), en houd altijd rekening met
de toestand van het wegdek, het zicht, enz.
Afb. 3
Afb. 4
9
10
Bots niet tegen obstakels die schade aan het voertuig kunnen toebrengen of de controle over het voertuig kunnen doen verliezen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om u mee te
laten ≈zuigen∆.
Afb. 5
Houd altijd beide handen aan het stuur en
de voeten op de pedalen (of de voetplanken) en neem een correcte rijhouding
aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan
tijdens het rijden of uw ledematen te
strekken.
Afb. 6
De rijder moet zich nooit af laten leiden of laten beïnvloeden door personen of handelingen (niet roken,
eten, drinken, lezen, enz.) tijdens het rijden.
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof en olie, zoals beschreven in de "SMEERMIDDELENTABEL";
controleer steeds of de niveaus van de olie en de
koelvloeistof de voorgeschreven niveaus hebben.
Afb. 7
COOLER
OIL
Afb. 8
11
12
A12
345
Controleer, als de motorfiets bij een ongeluk betrokken is
geweest, of de bedieningsknoppen, -kabels, -slangen,
het remsysteem en de vitale delen niet beschadigd zijn.
Laat de motorfiets eventueel nakijken door een Concessionario Ufficiale aprilia, met speciale aandacht voor het
frame, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en
de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat is
te beoordelen of ze beschadigd zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren aan de technici/
mecaniciens opdat de reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt worden.
Rijd absoluut niet met de motorfiets wanneer de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt.
Afb. 9
Verander nooit de plaats, de stand of de kleur van:
de kentekenplaat, de richting- aanwijzers, de lichten
en de claxon.
Modificaties aan de motorfiets doen de garantie onherroepelijk vervallen.
Afb. 10
Elke eventuele verandering die aangebracht wordt aan
de motorfiets of de verwijdering van originele delen kunnen de prestaties negatief beïnvloeden en de veiligheid
in gevaar brengen of de motorfiets onwettig maken. U
wordt geadviseerd om zich altijd te houden aan alle nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften en regels
op het punt van de uitrusting van de motorfiets. In het bijzonder moeten technische veranderingen vermeden
worden die de prestaties beïnvloeden of in ieder geval de
oorspronkelijke eigenschappen van de motorfiets veranderen. Houd geen snelheidswedstrijden met andere
voertuigen. Rijd uitsluitend op het wegdek.
KLEDING
Voordat u gaat rijden dient u eraan te denken dat u altijd
de helm op hebt; deze moet op de juiste wijze gedragen
worden. Controleer of de helm gekeurd is, niet-beschadigd is, de juiste maat heeft en of het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs met een
heldere en/of reflecterende kleur. Zodoende bent u goed
zichtbaar voor de andere weggebruikers en beperkt u
hiermee het risico aangereden te worden. Bij een val
hebt u zodoende ook een betere bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de uiteinden gesloten zijn; Koorden, ceintuur en das mogen niet los hangen; voorkom dat deze of andere objecten het rijden kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt raken in
bewegende delen of bedieningselementen.
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw zakken hebt
die mogelijk gevaar opleveren bij een val, zoals puntige
objecten als sleutels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelfde geldt voor de eventuele passagier).
ONLY ORIGINALS
Afb. 11
Afb. 12
13
14
Afb. 13
Afb. 14
ACCESSOIRES
De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de
keuze van de installatie en het gebruik van de accessoires.
Denkt u er tijdens de montage aan dat geen onderdelen zoals de lichten of onderdelen die dienen voor
het aangeven van de richting of voor geluidssignalen
bedekt worden, waardoor deze onderdelen geheel of
gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer ook niet
de uitslag van de vering en de stuurhoek en de werking van de bedieningselementen.
Vermijd het gebruik van accessoires die de toegang
tot de bedieningselementen belemmeren, omdat zo
de reactietijd in noodgevallen langer kan worden.
De grote kappen en windschermen van de motorfiets
kunnen aërodynamische krachten doen ontstaan die
de stabiliteit van de motorfiets beïnvloeden, vooral bij
hoge snelheid.
Controleer of de accessoires op degelijke wijze bevestigd zijn aan de motorfiets en geen gevaar opleveren tijdens het rijden.
Niets toevoegen aan de elektrische installatie of hier
iets aan veranderen, waardoor het maximale vermogen van de motorfiets overschreden zou kunnen worden. Hierdoor zou de motorfiets tijdens het rijden
plotseling kunnen stoppen of er zou zich een gevaarlijk stroomtekort kunnen voordoen, zodat de claxon
en de lichten niet meer functioneren.
aprilia raadt het gebruik van originele accessoires
aan (originele aprilia accessoires).
LADING
Wees voorzichtig bij het opladen van bagage en vervoer niet te veel lading. De bagage moet zich zo dicht
mogelijk bij het zwaartepunt van de motorfiets bevinden en evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden
van de motorfiets zodat er een optimale balans is.
Zorg er verder voor dat de lading goed is vastgemaakt op de motorfiets, vooral voor een lange rit.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de spatborden en de
vorken: dit vertraagt de reactiesnelheid van de motorfiets in de bochten en hindert de controle tijdens
het rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende bagage aan
de zijkant van de motorfiets, aangezien deze tegen
personen of voorwerpen zou kunnen stoten, waardoor u de controle over de motorfiets zou kunnen
verliezen.
Afb. 15
Afb. 16
15
16
Deze zaken zouden tegen personen of voorwerpen
kunnen stoten, waardoor de rijder de controle over
de motorfiets zou kunnen verliezen.
Denk eraan dat de bagage niet voor of over de verlichting, de akoestische en visuele signalering hangt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het handschoenkastje of op de bagagedrager.
Afb. 17
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die geldt voor
iedere zijtas.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en de manoeuvreerbaarheid van de motorfiets.
KG!
Afb. 18
BANDENSPANNING
Type wegdek
Offroad1,3 bar1,4 bar
Wegdek Gecomb.1,5 bar1,6 bar
Asfalt1,6 bar1,8 bar
Alleen berijder
VooraanAchteraan
Met een te lage bandenspanning rijdt u
minder precies, is het voertuig geneigd te
gaan schommelen en kunt u uit de baan
geraken; bovendien krijgt u een te hoge wrijving
tussen de wielen en het wegdek.
De gevolgen hiervan: hoog benzineverbruik en lagere maximumsnelheid.
Bovendien kan de bandbedekking overmatig op dezelfde punten gaan slijten.
Type wegdek
Offroad1,5 bar1,6 bar
Wegdek Gecomb.1,7 bar1,8 bar
Asfalt1,8 bar2,0 bar
(*) in de landen waar dit is vereist
Max. bandenspanning vooraan en achteraan: 2,5
bar
Berijder + passagier (*)
VooraanAchteraan
Men dient de bandenspanning te meten
bij omgevingstemperatuur, d.w.z. als het
voertuig minstens 2 of 3 uur niet heeft gereden,
of minder dan 1 km heeft gedaan
De dikte van de groeven vaak meten en
als deze meer dan toegestaan is verminderd (2-3 mm), de band vervangen.
– Vaak de band controleren op sneden en scheu-
ren.
– Verdikkingen en onregelmatige "golven" wij-
zen op inwendige schade waarvoor de band
onmiddellijk dient te worden vervangen.
17
PLAATS VAN DE BEDIENINGSORGANEN
De bedieningsorganen die zich op de plaatsen bevinden die zijn aangeduid in de afbeeldingen 3 en 4, zijn
de volgende:
LEGENDA
1) Starter
2) De koppelingshendel
3) Remhendel rem vooraan
4) Gashendel
5) Pedaal achterrem
6) Startpedaal
7) De versnellingspedaal
7
Afb. 19
18
LEGENDA
1) Choke (
2) Multifunctionele computer
3) Startknop / stuurslot (
4) Lichtenschakelaar (
5) Claxonknop (
6) Waarschuwingslampje groot licht (
7) Snelheidsmeter / kilometerteller
8) Controlelampje versnelling in vrij (
9) Waarschuwingslampje taktoliepeil (
10) Waarschuwingslampje richtingaanwijzers (
11) Waarschuwingslampje dimlicht (
)
+ - - )
- ) en knop om met het
groot licht te signaleren (
)
)
)
)
)
)
()
1
1110
2
5
Afb. 20
Afb. 21
3
4
9678
19
1 2
1 2
DSTODO
DSTODO
88
88
888
888
88
88
ARTT
88:88
88:88
AR TT
888
888
88:88:88
88:88:88
ASS PD MS
ASS PD MS
KM/H
88
88
KM/H
8
8
MULTIFUNCTIONELE COMPUTER
Het display heeft een automatische uit-
LO
LO
display minstens 30 minuten niet worden gebruikt, schakelt het display zichzelf automatisch
uit, waarbij de ingestelde waarden behouden blijven. Het springt vanzelf weer aan als u op een
toets drukt of wanneer u het voertuig gebruikt.
schakelfunctie. Als het voertuig en het
20
MODE
Afb. 22
3214
1 2
1 2
88
88
Afb. 23
DSTODO
DSTODO
88
88
888
888
LEGENDA
1 2
KM/H - MPH Selecteer km of mi
SPDHuidige snelheid
ASGemiddelde snelheid
MSMaximale Snelheid
TTDagteller
RTDagtotaal reisduur
ARTTotale reisduur
00:00:00Tijd 12h of 24h
DSTTripteller
ODOTotale afgelegde afstand
ke 1 en bike 2) opslaan in het geheugen
van de multifunctionele computer door de voorwielomtrek ervan in te voeren.
65
Display links: Selecteer voertuig (1), totale afgelegde afstand (2), tripteller (3), onderhoudsfuncties (4)
Display in het midden: Totale en gedeeltelijke reisduur (5), dagteller (6)
Display rechts: Gemiddelde (7), maximale (8) en
huidige (9) snelheid, selecteer Km / mijl (10).
88:88
88:88
88:88:88
88:88:88
Afb. 24
78
ASS PD MS
AS SPD MS
88
88
9
KM/H
KM/H
8
8
Afb. 25
LO
LO
ARTT
AR TT
888
888
10
21
MODE
KM/H
M/H
BEGININSTELLINGEN
Het omzetten van het metrieke stelsel (KM/H of
MPH)
◆ Houd de drie toetsen tegelijkertijd ongeveer 2 sec.
ingedrukt, en druk daarna op een willekeurige
toets om te beginnen.
◆ Druk op de linkertoets om de meeteenheid van
"km∆ naar ≈mijl∆ (van KM/H naar MPH) te zetten
of omgekeerd.
◆ Houd de middelste ≈MODE∆toets ongeveer 1,5
sec. ingedrukt om de instelling te bevestigen en
ga verder met het instellen van de wieldiameter
"WS".
22
1
21
55
MODE
MODE
Afb. 26
Nadat u de MODEtoets heeft ingedrukt,
verschijnt links op het display de ingestelde wieldiameter en de eerste knipperende
waarde.
Het instellen van de wieldiameter “WS”
◆ Om de knipperende waarde te veranderen, drukt
u op de linkertoets.
◆ Druk op de rechtertoets om naar de volgende
waarde te gaan en druk weer op de linkertoets om
die waarde te veranderen.
Instellingswaarde 2170
◆ Houd de middelste ≈MODE∆toets ongeveer 1,5
sec. ingedrukt om de instelling te bevestigen en
ga verder met het instellen van de tijd.
Nadat u de MODEtoets heeft ingedrukt,
verschijnt op het middelste display knip-
perend de weergave van de tijd (24h of 12h).
1
1
1111
1111
KM/H
55
MODE
KM/H
55
MODE
1
1919
KM/H
55
MODE
24H
12:00:- -
MODE
Afb. 27
23
1
00
00
1
Afb. 28
12H
12:00:- -
MODE
24H
12:00:- -
MODE
24H
17:50:- -
MODE
MODE
Het instellen van de tijd
◆ Met de linkertoets selecteert u de weergave van
de tijd (24h of 12h).
◆ Druk op de rechtertoets om de "uren" in te stellen.
Druk op de linkertoets om de waarde te veranderen.
◆ Druk op de rechtertoets om de "minuten" in te
stellen. Druk weer op de linkertoets om die waarde te veranderen.
◆ Houd de middelste ≈MODE∆toets ongeveer 1,5
sec. ingedrukt om de instelling te bevestigen en
ga verder met de preventieve doorsmeercontrole.
Nadat u de MODEtoets heeft ingedrukt,
verschijnt links op het display het doorsmeersymbool, met daarnaast - knipperend - het
aantal preventieve handelingen dat u moet ondernemen.
24
Preventieve doorsmeercontrole
De preventieve doorsmeercontrole is vast-
gesteld op 100 km (60 mijl) voor voertuig 1
en 300 km (200 mijl) voor voertuig 2.
Als u de periode voor het doorsmeren wilt veranderen, zie dan pag. 30 (STANDAARDINSTELLINGEN).
◆ Druk op de linkertoets om de waarde te verande-
ren.
◆ Druk op de rechtertoets om naar de volgende
waarde te gaan.
◆ Houd de middelste ≈MODE∆toets ongeveer 1,5
sec. ingedrukt om de instelling te bevestigen en
ga verder met de preventieve onderhoudscontrole.
Als u de doorsmeercontrolefunctie niet
gebruikt, moet u alle waarden ervan op
nul zetten.
Nadat u de MODEtoets heeft ingedrukt,
verschijnt links op het display het onderhoudssymbool, met daarnaast - knipperend - het
aantal preventieve handelingen dat u moet ondernemen.
Controles die u zelf kunt bepalen. Niet te
verwarren met de voorgeprogrammeerde
onderhoudsfuncties.
1
00
1
00
1
00
2
00
MODE
2
00
MODE
3
00
MODE
Afb. 29
25
Preventieve onderhoudscontrole
26
1
00
1
00
1
ODO
00
4
00
4
00
000
00
MODE
MODE
MODE
Afb. 30
De preventieve onderhoudscontrole is
vastgesteld op 300 km (200 mijl) voor
voertuig 1 en op 990 km (600 mijl) voor voertuig
2.
Als u de periode voor het onderhouds wilt veranderen, zie dan pag. 30 (STANDAARDINSTELLINGEN).
◆ Druk op de linkertoets om de waarde te verande-
ren.
◆ Druk op de rechtertoets om naar de volgende
waarde te gaan.
◆ Houd de middelste ≈MODE∆ toets ongeveer 1,5
sec. ingedrukt om de instelling te bevestigen en
ga verder met het instellen van de totale afgelegde afstand (HODO).
Nadat u de MODE-toets heeft ingedrukt,
verschijnt op het linkerdisplay 'HODO'
Controles die u zelf kunt bepalen. Niet te
verwarren met de voorgeprogrammeerde
onderhoudsfuncties.
Totale afgelegde afstand (HODO)
◆ Druk op de linkertoets om de waarde te verande-
ren.
◆ Druk op de rechtertoets om naar de volgende
waarde te gaan.
◆ Houd de middelste ≈MODE∆toets ongeveer 1,5
sec. ingedrukt om de instelling te bevestigen en
ga verder met het instellen van de totale reisduur
(ART).
Nadat u de MODEtoets heeft ingedrukt,
verschijnt op het middelste display 'ART'.
1
ODO
00
1
ODO
00
300
00
300
00
MODE
MODE
00:00
MODE
Afb. 31
ART
00
27
Loading...
+ 61 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.