BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het symbool van de bliksem met pijlpunt in een gelijkzijdige
WARNING
WAARSCHUWING: OM HET RISICO VAN ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMIJDEN, NOOIT DE KAST AFNEMEN
(OF DE ACHTERZIJDE VAN HET APPARAAT
VERWIJDEREN). BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE VOOR ONDERHOUD OF REPARATIE IN
AANMERKING KOMEN. LAAT REPARATIES UITSLUITEND
UITVOEREN DOOR GEKWALIFICEERD
SERVICEPERSONEEL.
1. Lees de handleiding - Alle veiligheids- en bedieningsinstructies moeten worden gelezen alvorens het apparaat in gebruik
te nemen.
2. Bewaar de handleiding - De veiligheids- en bedieningsinstructies moeten voor latere raadpleging bewaard worden.
3. Neem de waarschuwingen in acht - Alle waarschuwingen op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing moeten in acht
worden genomen.
4. Volg de gebruiksaanwijzing - Alle gebruiks- en bedieningsinstructies moeten worden opgevolgd.
5. Reinigen - Trek voor het reinigen de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen
of spuitbussen. Gebruik voor de reiniging gewoon een vochtige doek.
6. Aanbouwapparaten - Gebruik geen aanbouwapparaten die niet door de fabrikant zijn aanbevolen, want deze kunnen
voor gevaar zorgen.
7. Water en vocht - Het apparaat mag niet in de buurt van water worden gebruikt, bijvoorbeeld dicht bij een
badkuip, waskom, keukenaanrecht, zwembad of in een vochtige kelderverdieping.
8. Toebehoren - Plaats dit apparaat niet op een onstabiele kar, staander, driepoot, tafel of plank. Het apparaat
zou kunnen vallen en een kind of volwassene verwonden of zelf ernstige schade oplopen. Gebruik het alleen
met de kar, driepoot, tafel of plank die door de fabrikant worden aanbevolen of die samen met het apparaat
worden verkocht. Elke bevestiging van het apparaat moet gebeuren overeenkomstig de instructies van de
fabrikant en met behulp van het door de fabrikant aanbevolen bevestigingstoebehoren.
Een combinatie apparaat-kar moet altijd behoedzaam worden verplaatst; een abrupt stoppen, een overmatig gebruik van
kracht en een oneffen ondergrond kunnen ertoe leiden dat de wagen-karcombinatie omvalt.
9. Ventilatie - Sleuven en openingen in de kast dienen voor de ventilatie, moeten de betrouwbare werking van het apparaat
garanderen en het tegen oververhitting beschermen. Daarom mogen deze openingen geblokkeerd noch afgedekt worden.
Men dient erop te letten dat de openingen niet worden afgedekt doordat het apparaat op een bed, sofa, tapijt of een ander
gelijksoortig oppervlak wordt geplaatst. Dit product mag niet in een inbouwvoorziening, zoals bijvoorbeeld een boekenkast
of een rek, worden geplaatst, tenzij voor een voldoende verluchting wordt gezorgd overeenkomstig de desbetreffende
aanwijzingen van de fabrikant.
10. Stroombronnen - Dit product mag uitsluitend worden
gebruikt met de stroombron die op het typeplaatje is vermeld.
Indien u niet zeker bent van de aard van de stroomvoorziening
bij u thuis, dient u uw dealer of de plaatselijke
energiemaatschappij te raadplegen. Voor apparaten die op
batterijen of andere stroombronnen functioneren, dient u de
betreffende handleiding te raadplegen.
11. Aarding of polarisatie - Dit apparaat kan met een
gepolariseerde wisselstroomstekker uitgerust zijn (d.i. een
stekker waarbij de ene pen breder is dan de andere). Deze
stekker past slechts op één manier in het stopcontact. Dit is
om veiligheidsredenen: indien u de stekker niet volledig in het
stopcontact kunt steken, moet u proberen de stekker om te
draaien. Indien hij dan nog altijd niet past, dient u contact op
te nemen met uw elektricien, om uw verouderd stopcontact
te laten vervangen. Probeer nooit door extra kracht uit te
oefenen de veiligheidsdoeleinden van de gepolariseerde
stekker te omzeilen.
12. Kabels - Elektrische snoeren en andere kabels moeten zo worden gelegd, dat de kans dat men erop trapt of dat ze worden
gekneld door voorwerpen die erop of ertegen worden geplaatst zo goed als uitgesloten is. Let hierbij bijzonder op de kabels
aan stekkers, stopcontacten en op de plaatsen waar kabels het apparaat verlaten.
13. Periodes van niet-gebruik - Als het apparaat voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet het elektrisch snoer uit het
stopcontact worden getrokken.
WAARSCHUWING: OM BRANDGEVAAR EN ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VOORKOMEN, MAG DIT APPARAAT NIET IN DE
REGEN OF EEN VOCHTIGE OMGEVING WORDEN GEBRUIKT.
NL - 1
driehoek moet de gebruiker wijzen op de aanwezigheid
van niet-geïsoleerde "gevaarlijke spanning" binnenin
de kast van het apparaat met een kracht die mogelijk
elektrische schokken kan veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek moet de
aandacht van de gebruiker vestigen op belangrijke
bedienings- en onderhoudsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing.
Figuur 1
Voorbeeld aarding
antenne volgens NEC
Antenneleiding
(draad)
Aardingsklem
Antenne-
ontlaadeenheid
(NEC 810-20)
Elektriciteitskast
S289A NEC National
Electrical Code
Aardgeleiders
(NEC 810-21)
Aardingsklemmen
Algemene aarding via
elektrodesysteem (NEC
art. 250, deel H)
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
14. Aarding van de buitenantenne - Als op het product een buitenantenne of kabel wordt aangesloten, dient u zich ervan
te vergewissen dat het antenne- of kabelsysteem geaard is, om zo een zekere bescherming tegen spanningsstoten en
opgebouwde statische ladingen te bieden. Paragraaf 810 van de National Electrical Code, ANSI/NFPA 70, geeft informatie
over de correcte aarding van de masten en draagconstructie, de aarding van de toevoerkabel naar een
antenneontladingseenheid, de grootte van de aardgeleider, de positie van de antenneontladingseenheid, de aansluiting op
aardingselektroden en de vereisten voor de aardingselektroden. Zie afbeelding 1.
15. Blikseminslag - Als extra maatregel ter bescherming van dit apparaat tegen blikseminslag of voor periodes waarin het
langer zonder toezicht of ongebruikt blijft, dient u de stekker uit het stopcontact te trekken en het antenne- of kabelsysteem
los te koppelen. Dit voorkomt dat het apparaat schade oploopt ten gevolge van een blikseminslag of stroompieken.
16. Krachtstroomleidingen - Een buitenantennesysteem mag niet worden geïnstalleerd in de buurt van bovengrondse
leidingen of een andere elektrische licht- of stroomcircuits of op plaatsen waarop het in dergelijke krachtstroomleidingen
of andere elektrische licht- of stroomcircuits kan vallen of er op een andere manier mee in contact kan komen. Bij de installatie
van een buitenantennesysteem moet er met uiterste zorg op worden gelet dat dergelijke krachtstroomleidingen en circuits
niet aangeraakt worden, want elk contact kan dodelijk zijn.
17. Overbelasting - Let erop geen stopcontacten, verlengsnoeren of verzamelcontactdozen te overbelasten, gezien dit
brandgevaar of elektrische schokken kan veroorzaken.
18. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen - Steek nooit voorwerpen van welke aard ook door de openingen
in dit apparaat, want ze zouden gevaarlijke spanningspunten of overbruggingselementen kunnen aanraken, wat brand of
een elektrische schok kan veroorzaken. Giet nooit een vloeistof van welke aard ook over het apparaat.
19. Reparatie/onderhoud - Probeer nooit dit product zelf te repareren of te onderhouden, daar u door het openen of
verwijderen van de afdekkingen zou kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke spanningen of andere gevaren. Laat alle
reparatie- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door gekwalificeerd servicepersoneel.
20. Beschadigingen die een reparatie/onderhoud vereisen - Trek in onderstaande situaties de stekker van het apparaat
uit en breng het voor reparatie/onderhoud naar een gekwalifeerde klantendienst.
A. Als het netsnoer of de stekker beschadigd is.
B. Als een vloeistof over het apparaat werd uitgegoten of als er een voorwerp is ingevallen.
C. Als het apparaat aan regen of water werd blootgesteld.
D. Als het apparaat ondanks opvolging van de gebruiksaanwijzing niet normaal functioneert. Stel alleen de afstellingen
in die in de handleiding worden behandeld, want een niet-correcte instelling kan beschadigingen tot gevolg hebben
en het opnieuw instellen van de normale operationele modus van het apparaat door een gekwalificeerde technicus
kan veel tijd in beslag nemen.
E. Als het apparaat duidelijk veranderde prestaties levert: dit wijst erop dat een reparatie/onderhoud noodzakelijk is.
21. Reserveonderdelen - Als reserveonderdelen moeten worden ingezet, vergewis u er dan van dat het servicepersoneel
onderdelen heeft gebruikt die door de fabrikant gespecificeerd zijn of die dezelfde eigenschappen als de originele onderdelen
hebben. Het gebruik van niet-geautoriseerde reserveonderdelen kan tot brand, elektrische schokken of andere gevaren
leiden.
22. Controle van de veiligheid - Vraag na de voltooiing van een onderhoud of reparatie van het apparaat of de technicus
een controle van de veiligheid wil uitvoeren, om vast te stellen of het apparaat zich in een onberispelijke, functionele toestand
bevindt.
23. Warmte/hitte - Het apparaat moet uit de buurt van warmtebronnen, radiators, warmteaccumulators, ovens en andere
warmteproducerende apparatuur (inclusief versterkers) worden opgesteld.
VOORZICHTIG
ONZICHTBARE LASERSTRALING BIJ
OPENING EN DEFECTE
VERGRENDELING. ELK CONTACT
MET DE LASERSTRAAL VERMIJDEN.
Dit product bevat
een laserbron van
laag vermogen.
CLASS 1 LASER PRODUCT
APPAREI L À LASER DE CL ASSE 1
PRODUCTO LASER DE C LASE 1
PRODUTO LASER CLAS SE 1
KLASSE 1 LASER PRODUKT
Dit symbool wil zeggen dat het
apparaat voldoet aan de Europese
richtlijnen inzake veiligheid en
elektrische ontstoring.
Symbool voor klasse II (dubbele
isolatie).
Opmerkingen over het auteursrecht
Het is wettelijk verboden om door auteursrecht beschermd materiaal zonder toestemming te kopiëren, uit te zenden, te tonen,
te verspreiden via kabel, in het openbaar te spelen of te verhuren.
Een licentie voor patentclaims op het apparaat volgens de US-patenten met nummers 4.631.603, 4.577.216, 4.819.098 en
4.907.093 is alleen voor beperkte kijktoepassingen (van beeldinhouden) gegeven.
Dvd-videodisks zijn beschermd tegen kopiëren, zodat elke opname die van deze disks wordt gemaakt, wordt vervormd. Dit
product bevat technologie voor kopieerbeveiliging die beschermd wordt door methodeclaims van bepaalde US-patenten en
andere intellectuele eigendomsrechten in het bezit van Macrovision Corporation en andere rechthebbenden. Deze technologie
voor kopieerbeveiliging mag enkel met de toestemming van Macrovision Corporation gebruikt worden. Ze is uitsluitend bedoeld
voor thuisgebruik of andere beperkte kijktoepassingen, tenzij anders bepaald door Macrovision Corporation. Het is verboden
om de beveiliging te ontgrendelen of te ontmantelen.
NL - 2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Voorzichtigheidsmaatregelen voor het apparaat
Veiligheid
Controleer, alvorens het apparaat in gebruik te nemen, of de op het apparaat aangeduide spanning overeenstemt met de
spanning van het plaatselijke elektriciteitsnet.
Om de stekker van het apparaat uit het stopcontact te trekken, moet u de stekker zelf vasthouden en mag u niet aan het elektrisch
snoer zelf trekken.
Als de stekker zich in het stopcontact bevindt, heeft het apparaat een net-/wisselstroomverbinding, ook als het uitgeschakeld
is.
Trek de stekker uit zodra een vloeistof of voorwerp in het apparaat binnendringt. Het apparaat kan pas opnieuw worden
gebruikt, nadat het door een vakman werd nagekeken.
Open nooit de kast van het apparaat. De door het apparaat gebruikte laserstralen kunnen de ogen beschadigen. Elk onderhoud
en elke reparatie moet door gekwalificeerd servicepersoneel worden uitgevoerd.
Opstelling van het apparaat
Zet het apparaat op een plaats waar voldoende ventilatie is om oververhitting te voorkomen.
Stel het apparaat nooit aan direct zonlicht bloot en plaats het niet in de buurt van warmtebronnen.
Stel het apparaat horizontaal op; leg nooit zware voorwerpen op het apparaat.
Zet het apparaat niet op zeer stoffige plaatsen, om de aftastlens te beschermen. Mocht de aftastlens door stof bevuild zijn,
maakt u deze schoon met behulp van een reinigings-cd.
Lees hiertoe a.u.b. eerst de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de door u gekochte reinigings-cd.
Condensatie
In de volgende gevallen vormt zich condensatie op de aftastlens:
Het apparaat wordt plots van een koude naar een warme ruimte verplaatst.
Het apparaat wordt opgesteld in een kamer met verwarming of in de koude luchtstroom van een airco-installatie.
Gebruik het apparaat nooit op vochtige plaatsen. In deze gevallen kan het apparaat niet functioneren. Verwijder de disk en
laat het apparaat ongeveer een uur staan, zodat het vocht kan verdampen.
Reiniging
Om de buitenzijde van het apparaat, het bedieningspaneel en de regelelementen schoon te wrijven, gebruikt u een zachte
doek met een kleine hoeveelheid van een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik in geen geval schuurpapier, schuurpoeder of
oplosmiddelen zoals alcohol of benzine.
Voorzichtigheidsmaatregelen voor disks
Omgang met disks
Om de disk niet te bevuilen, nooit de afspeelzijde aanraken.
Wikkel de disk nooit in papier of plakband.
Stel de disk nooit bloot aan zonlicht of warmtebronnen.
Bewaar de disk na het afspelen in een diskdoosje.
Reiniging van disks
Voor het afspelen de disk met een schone doek van het midden naar de randen schoonwrijven.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals thinner, benzine of in de handel verkrijgbare reinigingsproducten of antistatische sprays.
NL - 3
INHOUDSOPGAVE
Belangrijke veiligheidsinstructies........................1-3
Disktypes..........................................................................5
Alvorens u begint..........................................................6
Gebruik van de afstandsbediening........................6
Bedieningselementen en functies.......................7-9
Afstandsbediening..............................................7-8
Voor- en bovenzijde...................................................9
Display........................................................................10
Voorpaneel display...............................................10
Display-informaties................................................10
Aansluiting van het apparaat............................11-15
Aansluiting van uw televisietoestel...............11-12
Een andere bron aansluiten..................................12
Aansluiting van een videorecorder........................13
Aansluiting van de luidsprekers en subwoofer....14
Opstelling van de luidsprekers en subwoofer......14
Wandmontage van de surround-luidsprekers
(achteraan) ..............................................................15
Apparaat en televisietoestel inschakelen............15
Aansluiten van het elektrisch snoer......................15
Geluid instellen....................................................16-17
Afspelen van een disk........................................18-20
Afspelen van een disk............................................18
Het afspelen pauzeren (stilstand)......................18
Het afspelen stoppen..............................................18
Tracks overslaan....................................................18
Versneld voorwaarts/achterwaarts afspelen......19
Slowmotionweergave..............................................19
SKIP (voorwaarts/achterwaarts)........................19
Inzoomen op een beeld........................................19
Selectie van de camerahoek...............................20
Selectie van het geluidsformaat............................20
Selectie van de ondertitels.....................................20
Speciale functies................................................21-23
DISPLAY-functie.....................................................21
Een titel zoeken........................................................22
Een titel/hoofdstuk/track zoeken...........................22
Een bepaald tijdstip zoeken ...................................23
Camerahoek instellen.........................................23
Geluidsformaat instellen.....................................23
Ondertitels instellen ..............................................23
Programmeerbaar geheugen cd/dvd......................24
Programmeerbaar geheugen dvd.......................24
Geprogrammeerde weergave van titels/
hoofdstukken................................................................24
Programmeerbaar geheugen cd.........................24
Geprogrammeerd afspelen van tracks................24
Herhaald afspelen......................................................25
Een titel/hoofdstuk herhalen (dvd)......................25
Een afzonderlijke track/hele disk herhalen
(cd)..........................................................................25
Een bepaald fragment herhalen (dvd)...............25
Afspelen van disks met MP3- en
beeldbestanden......................................................26-27
Een disk met MP3-bestanden afspelen............26
Een disk met beeldbestanden afspelen............27
Een disk met MP3-/beeldbestanden afspelen....27
Functie-instellingen aanpassen ........................28-35
TAAL instellen.........................................................28
VIDEO instellen................................................28-30
Tv-type........................................................................28
Video-uitgang..........................................................29
Helderheid.................................................................30
Randen....................................................................30
AUDIO instellen.................................................31-33
Digitale output..........................................................31
Luidsprekers links/rechts.....................................31
Subwoofer.................................................................32
Surround-delay.......................................................32
Signaalvertraging middenluidspreker................33
Roze ruis.................................................................33
Quotering instellen..........................................34-35
Wachtwoord/kinderbeveiliging............................34
Fabrieksinstellingen.............................................35
Bediening van de radio........................................36-37
Taalcodelijst voor disktalen.......................................38
Fouten verhelpen........................................................39
Specificaties................................................................40
NL - 4
DISKTYPES
Dit apparaat kan disks van de volgende merken afspelen:
Dvd
8 cm (3) / 12 cm (5)
Audio-cd
8 cm (3) / 12 cm (5)
Video-cd
[8cm (3") / 12cm (5)]
Alleen geldig voor DV-R4000VSS
Informatie over het regiocoderingssysteem
Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens het systeem van de dvd-regiocodering. Wanneer het
regionummer dat op de dvd weergegeven is niet overeenkomt met het regionummer van dit apparaat, kan de
disk niet afgespeeld worden met dit apparaat.
compatibel
De regiocode van dit apparaat is 2.
Niet-beschikbare diskfuncties of -modi
2
Als het symbool op het beeldscherm verschijnt, betekent dat dat de gevraagde functie of modus op dat ogenblik
niet beschikbaar is. Dat gebeurt omdat de diskfabrikant de specifieke functies bepaalt. Sommige opties kunnen
dus op een aantal disks onbeschikbaar zijn. Lees daarom de documentatie die bij de disk geleverd werd.
Op dvds gebruikte symbolen
Overzicht
Opmerkingen
Het apparaat ondersteunt 2-kanaalsaudio (L/R) en 5.1-(multi-)kanaals-MPEG-audio 1/2 (alleen bij aansluiting met de DIGITAL
AUDIO OUT-coaxstekker). Versie 2.0 van 7.1-kanaals-MPEG-audio wordt niet ondersteund.
Bij weergave van een CD-G (grafisch) of CD EXTRA wordt alleen het geluid weergegeven, terwijl de grafische gegevens
niet getoond worden.
1. English
2
2
2. French
1. English
2. French
Taalkeuze audio
Taalkeuze ondertitels
Beeldschermformaat
2
Meerdere camerahoeken
Regiocodeaanduiding
Titel, hoofdstuk en track
Dvds zijn ingedeeld in titels en hoofdstukken. Wanneer een
disk meer dan één film bevat, heeft elke film een aparte titel.
Hoofdstukken zijn secties van titels.
T
Chapter 1 Chapter 1Chapter 2 Chapter 2Chapter 3
Video-cds en audio-cds zijn onderverdeeld in tracks. Een
track komt meestal overeen met een song op de audio-cd.
Track 1 Track 2 Track 3 Track 4 Track 5
Opmerking
Titels, hoofdstukken en tracks op een disk worden aangeduid met een nummer. Op de meeste disks zijn die nummers mee
opgeslagen, maar soms is dat niet het geval.
Opmerking over niet-toegelaten disks
Disks die buiten uw geografische regio werden aangekocht of die uitsluitend voor commerciële doeleinden bedoeld zijn,
kunt u mogelijk niet afspelen met dit apparaat.
NL - 5
ALVORENS U BEGINT
Gebruik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening naar de AFSTANDSBEDIENINGSSENSOR op het apparaat.
Een sterke lichtbron in de omgeving kan de werking van de SENSOR verstoren, wat een onbetrouwbare functie
tot gevolg heeft.
Voor de afstandsbediening wordt een afstand van ongeveer 5 meter aanbevolen.
Batterijen installeren
1.Open het batterijvak.
Batterijen vervangen
Naarmate de batterijen ontladen, neemt de afstand waarbij de afstandsbediening functioneert af. De batterijen
moeten dan worden vervangen.
2. Plaats twee AA- of UM3-batterijen.
Opmerkingen
Als u de afstandsbediening voor een langere periode niet gebruikt, verwijder dan de batterijen, om corrosieschade
ten gevolge van lekkende batterijen te verhinderen.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Gebruik nooit ALKALINE-, standaard- (CARBON-ZINK)
en oplaadbare (NIKKEL-CADMIUM) batterijen door elkaar.
De batterijen volstaan, al naargelang het gebruik, voor ongeveer een jaar.
Voor een optimale functie wordt aanbevolen de batterijen jaarlijks te vervangen of wanneer de afstandsbediening
nog slechts wispelturig reageert.
· Zwakke batterijen kunnen uitlopen en het apparaat ernstig beschadigen.
Bijna lege batterijen altijd meteen vervangen.
Batterijen niet weggooien, maar
inleveren als KGA.
NL- 6
BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES
AFSTANDSBEDIENING
STANDBY/ON
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
5.1/2.1CH
P.SCAN/
CVBS
ZOOM
TV MO DE
1) STANDBY/ ON-knop
Schakelt het apparaat in en zet het in de wachtstand (stand-
by).
2) RETURN-knop
Terugkeren naar de normale functie vanuit het SETUP-
menu.
3) Cijfertoetsen (0-9) en (+10)
Gebruik deze toetsen om programma's in te stellen en een
wachtwoord voor de ouders in te voeren (kinderbeveiliging).
Om getallen groter dan 9 te vormen, drukt u eerst op de +10-
knop en vervolgens op het tweede cijfer, bijv. +10 en 8 om
18 te vormen.
4) 5.1/2.1. KANAAL-knoppen
Luidsprekeroutput op 5.1-kanaalwerking instellen (alle
luidsprekers + subwoofer).
Luidsprekeroutput op 2.1-kanaalwerking instellen
(luidsprekers vooraan links/rechts + subwoofer).
5) MEMORY-knop
Slaat het nummer van het geselecteerde hoofdstuk
of de geselecteerde track op.
Slaat het nummer van het geselecteerde station op.
6) DIMMER-knop
Schakelt de achtergrondbelichting van het scherm (display)
op ON (AAN) of OFF (UIT).
PRO LOGIC II-knop
7)
Schakelt in de AV-IN-modus op Dolby Pro Logic voor VHS-
tapes die met Dolby Pro Logic gecodeerd zijn.
8) VOLUME (+ / -)-knoppen
Regelt de geluidssterkte.
9) SETUP-knop
Roept het scherm met het SETUP-menu (instellingen) op.
/ CURSOR-knoppen
10)
Gebruik deze knoppen om selecties te maken op het
menuschermen om bepaalde instellingen aan te passen.
SLOW-knop
11)
Vertraagd afspelen van dvd's.
/ TUNING-knoppen
12)
: snel achterwaarts afspelen.
: snel voorwaarts afspelen.
TUNING : scant alle beschikbare stations.
STOP-knop
13)
Beëindigt de weergave.
PREV-knop
14)
Keert terug naar vorige titels, hoofdstukken of tracks op een
disk. Stemt af op geprogrammeerde stations.
15) CLEAR-knop
Wist inputselecties en annuleert sommige
weergavefuncties.
16) DISPLAY-knop
Wijzigt de op het tv-scherm weergegeven informatie over de
diskstatus.
17) ANGLE-knop
Wijzigt de camerahoek van de filmweergave wanneer
scènes met verschillende camerahoeken op een dvd
opgeslagen zijn.
18) SUBTITLE-knop
Selecteert de taal van de ondertitels die opgeslagen zijn op
een dvd.
.....
NL- 7
(Vervolg op volgende pagina)
BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES
AFSTANDSBEDIENING
STANDBY/ON
5.1/2.1CH
P.SCAN/
CVBS
ZOOM
TV MO DE
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
19) FUNCTION-knop
Geeft het FUNCTION-beeldscherm weer, waar
verschillende instellingen gecontroleerd of veranderd
kunnen worden.
20) OPEN/CLOSE-knop
Disklade openen/sluiten.
21) GOTO-knop
Gaat onmiddellijk naar een bepaalde plaats op een dvd.
22) SOUND-knop
Selecteert de geluidsbalans en geluidsregelingen om
deze vervolgens met de cursortoetsen in te stellen.
23) P. SCAN/CVBS-knop
Verandering van YUV-output naar Progressive Scan
Video-functie of terug naar CVBS-modus.
/ CURSOR-toetsen
24)
Deze toetsen gebruiken om de betreffende selectie op
het menubeeldscherm te markeren en bepaalde
instellingen aan te passen.
25) MENU-knop
Dvd-menu openen en sluiten.
26) ENTER-toets
Selectie op een menubeeldscherm bevestigen.
27) SLOW
Vertraagd afspelen van dvd's.
28) PLAY
Start weergave.
PAUSE-knop
29)
Pauzeert het afspelen, gaat één beeld verder.
NEXT-knop
30)
Gaat een titel, hoofdstuk of track verder op een disk.
Selecteert geprogrammeerde stations.
31) ZOOM-knop
Zoomt in op een beeld.
TV MODE-knop
In stopmodus selecteren of het videosignaal moet worden
weergegeven.
Op tv-scherm verschijnt "AUTO", wat wil zeggen dat het
uitgangssignaal van de dvd afhangt (hetzij NTSC, hetzij
PAL). Op tv-scherm verschijnt "PAL" of "NTSC", wat wil
zeggen dat het uitgangssignaal vast op PAL of NTSC is
ingesteld.
32) AUDIO-knop
Selecteert een van de soundtracks die op een dvd
opgeslagen zijn of stelt de audioweergavemodus in bij
een audio-cd.
33) BAND/REPEAT-DISC-knop
Omschakelen tussen AM of FM.
Hoofdstuk of titel van een dvd herhalen.
Een afzonderlijke track of volledige cd herhalen.
34) FM MODE/REPEAT A-B-knop
Zet de FM MODE op FM-STEREO voor stereo-ontvangst
of op FM-MONO voor monogeluid.
Herhaalt een geselecteerd fragment (punt A tot B) van een
dvd of cd.
-knop
-knop
NL- 8
(Vervolg op volgende pagina)
BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES
Voor- en bovenzijde:
1) Disklade
Door op de OPEN/CLOSE-knop te drukken de
lade openen of sluiten.
Leg een disk met de bedrukte zijde naar boven in
de disklade.
2) STANDBY-indicator
Gaat branden als het apparaat door een druk op
/ ON-knop wordt ingeschakeld. Als u de
de
STANDBY/ON-knop op de afstandsbediening
indrukt, schakelt het apparaat in de wachtstand.
De indicator blijft branden.
3) Display
Weergave van systeeminformatie.
4) OPEN/CLOSE-knop
Openen en sluiten van de disklade.
Opmerking
Screensaver als gedurende 2 minuten geen toets wordt ingedrukt, wordt deze functie geactiveerd. Als u naar
het gewone beeldscherm wilt terugkeren, drukt u op een willekeurige toets.
5) PLAY
6) STOP
7) FUNCTION-knop
8) Geluidssterkte (VOLUME)
9)
10) Afstandsbedieningssensor
-knop
Het afspelen starten of voortzetten.
-knop
Afspelen van de disk stoppen.
Selecteert de gewenste bron.
Regelt het volume van het door de op het apparaat
aangesloten luidsprekers weergegeven geluid.
/ ON-knop
Schakelt het apparaat in en uit.
Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
Achterzijde:
11)FM ANTENNA-aansluiting
12)COMPONENT-VIDEO-aansluitingen (Y, P
R)
C
13)VIDEO-uitgang
14)S-VIDEO-uitgang
15)SCART-sokkel
16)AUDIO IN-aansluiting links/rechts
17)Uitgangen luidspreker rechts VOORAAN
18)Uitgangen SUBWOOFER
B/CB, PR/
19)Uitgangen luidspreker links ACHTERAAN
20)AM (MW) LOOP ANTENNA-aansluiting
21)AUDIO OUT-aansluitingen links/rechts
22)DIGITAL AUDIO OUT-aansluiting
23)VIDEO IN (VCR)-aansluiting
24)Uitgangen luidspreker rechts ACHTERAAN
25)Uitgangen luidspreker midden
26)Uitgangen luidspreker links VOORAAN
27)Elektrisch snoer
NL- 9
Voorpaneel display
DISPLAY
MEMORY-indicator
Verschijnt bij
geprogrammeerd
afspelen.
ANGLE-indicator
Verschijnt wanneer de sectie
van de dvd die afgespeeld
wordt vanuit verschillende
camerahoeken bekeken kan
REPEAT 1 en A-B-
playback-indicator
Verschijnt bij herhaald
afspelen.
worden.
DOLBY DIGITAL-
indicator
Verschijnt wanneer
de Dolby Digital-
geluidsverwerking
ingeschakeld is of
wanneer een disk
Dolby Digital-geluid
bevat.
PRO LOGIC II-indicator
Deze indicator gaat branden
als in de AV-IN-modus PRO
LOGIC Sound wordt
geselecteerd.
OPERATION-indicator
Duidt de operationele status
van de disk en het apparaat
aan.
STEREO-indicator
Wanneer u afstemt
op een station
verschijnt ((ST)) als
de FM-uitzending in
stereo verloopt.
DISPLAY-INFORMATIES
De dvd geeft al naargelang de operationele status op het tv-scherm en op het scherm van het apparaat de volgende informaties.
Informatievoorbeelden
Opmerkingen
"
1) er geen disk in de lade zit;
2) het type disk door het apparaat niet kan worden afgespeeld;
3) de disk niet correct in het apparaat werd gelegd (verkeerde zijde
naar boven enz.).
" verschijnt als de disklade gesloten is en:
Als bij het inschakelen
van het apparaat geen
disk geladen is
Tv-scherm
TV Screen
No Disc
Display
Unit Display
Lade open
Lade gesloten
Bezig met laden
Gestopt
Bezig met afspelen
Pauze
Doorspoelen
Terugspoelen
Vertraagd
A-B herhalen
I
ndicatie van een fout regionummer (lokaal nummer)
Wanneer het regionummer (lokaal) van de disk die u wilt afspelen niet overeenkomt met het nummer van het apparaat, verschijnt
Invalid Region (ongeldige regio) op het tv-scherm. (De disk kan niet afgespeeld worden).
Close
Loading...
Stop
Play
Pause
x 2
x 2
1/2
/
Rep A- Rep A-B
A-B
De displayweergave wijzigt om andere informatie weer te geven
(totale speelduur enz.).
Beeld blijft staan of onderbreking van het afspelen bij geluidsweergave.
De displayweergave wijzigt om andere informatie weer te geven
(totale speelduur enz.).
Werkt niet bij audio-cds.
Herhaling van een bepaald fragment.
De dvd-speler of de disk laat deze functie niet toe.
NL- 10
AANSLUITING VAN HET APPARAAT
Optimalisering van de ontvangst
FM
De (meegeleverde) FM-antenne in de FM
ANTENNE-aansluiting steken.
AM (MW)
De (meegeleverde) ringantenne op de
AM (MW) LOOP ANTENNA-ingangen
aansluiten.
A. AANSLUITING VAN UW
TELEVISIETOESTEL
Afhankelijk van het type van uw tv-toestel
kan het apparaat op verschillende
manieren op uw televisie worden
aangesloten.
SCART-kabel
Gebruik de SCART-kabel (niet
meegeleverd); verbind het apparaat en
uw tv-toestel door middel van de SCART-
kabel.
of
RCA-audio/videokabel
Gebruik een audio/videokabel
(meegeleverd). Verbind de VIDEO-
UITGANG en de linker- en rechter-AUDIO-
UITGANG van het apparaat met de VIDEO-
INGANG en de linker- en rechter-AUDIO-
INGANG van uw televisie.
of
S-videokabel
Gebruik een S-videokabel (niet meegeleverd)
en een audiokabel (niet meegeleverd).
1. Gebruik een S-videokabel om de S-VIDEO
(DVD)-UITGANG van uw apparaat te
verbinden met de S-VIDEO INGANG van
uw tv-toestel.
2. Daarna verbindt u de linker- en rechter-
AUDIO-UITGANG van het apparaat door
middel van de audiokabel met de linker-
en rechter-AUDIO-INGANG van uw tv-
toestel.
of
3 phono/scartkabel
Gebruik de 3 phono/scartkabel (niet
meegeleverd) en verbind de VIDEO-
UITGANG en de linker- en rechter-AUDIO-
UITGANG van het apparaat met de
scartaansluiting van uw tv-toestel.
FM antenna
FM-antenne
AM(MW) LOOP ANTENNA (SUPPLIED)
AM-ringantenne (meegeleverd)
SCART cable (not supplied)
SCART-kabel (niet meegeleverd)
Audio/videokabel (niet meegeleverd)
Audio/Video cable (not supplied)
S-videokabel (niet meegeleverd)
S-Video cable (n ot su pp lie d)
Audiokabel
Audio cable
(niet meegeleverd)
(not supplied)
3 phono/scartkabel
3 Phono/Scart cable
(niet meegeleverd)
(re d)
rood
wit
(w h ite)
geel
(yello w )
NL - 11
(supplied)
Naar het
To wa ll outle t
stopcontact
To wall outlet
Naar het
stopcontact
Naar het
To wall
stopcontact
(red)
rood
(w h ite )
wit
geel
(yellow)
(w h ite )
wit
(red)
rood
outlet
T o wall
Naar het
outlet
stopcontact
Naar het
To wall
stopcontact
outlet
(Vervolg op volgende pagina)
AANSLUITING VAN HET APPARAAT
of
Component-video-uitgangen (dvd)
Sommige tv-toestellen en monitors beschikken over component-video-uitgangen.
Gebruik een audiokabel (niet meegeleverd) en verbind de linker- en rechter-AUDIO-UITGANG van uw apparaat
met de linker- en rechter-AUDIO-INGANG van uw tv-toestel. Neem de component-videokabel (niet meegeleverd)
en verbind de groene VIDEO-UITGANG Y van uw apparaat met de VIDEO-INGANG Y van uw tv-toestel, de blauwe
VIDEO-UITGANG PB/CB van uw apparaat met de VIDEO-INGANG PB/CB van uw tv-toestel en de rode VIDEO-
UITGANG PR/CR van uw apparaat met de VIDEO-INGANG PR/CR van uw tv-toestel, om een beeldweergave van
hogere kwaliteit te verkrijgen.
Progressieve uitgangen (dvd)
Sommige tv-toestellen en monitors beschikken over component-video-uitgangen die in staat zijn een progressief
gescand videosignaal te reproduceren. Gebruik de audiokabel (niet meegeleverd) en verbind de linker- en rechter-
AUDIO-UITGANG van uw apparaat met de linker- en rechter-AUDIO-INGANG van uw tv-toestel. Neem de component-
videokabel (niet meegeleverd) en verbind de groene VIDEO-UITGANG Y van uw apparaat met de VIDEO-INGANG Y
van uw tv-toestel, de blauwe VIDEO-UITGANG P
en de rode VIDEO-UITGANG P
R/CR van uw apparaat met de VIDEO-INGANG PR/CR van uw tv-toestel, om een
beeldweergave van topkwaliteit met weinig trillingen te verkrijgen.
Druk op de SETUPknop en selecteer
Video Output to YUV(zie pagina 29).
Sluit de component-videokabel op uw
tv-toestel aan en druk op de P. SCAN
knop op de afstandsbediening als de
dvd stopt. Op het display verschijnt
P.SCAN. U kunt het uitgangssignaal
voor een betere beeldkwaliteit
selecteren.
Opgelet
Bij een geactiveerde progressieve
VIDEO
uitgang is er aan de S-video- en RCA
(CVBS)-video aansluitingen geen
video-video-aansluitingen.
Vergewis u ervan dat uw tv-toestel
een component-videosignaal voor
een progressieve scan ondersteunt. Druk herhaald op de P.SCAN-knop tot op het display "CVBS" verschijnt voor het
terugschakelen naar het CVBS-video-videosignaal.
Opmerkingen
Sluit het apparaat rechtstreeks op uw tv-toestel aan. Indien u het apparaat via een videorecorder aansluit, wordt het beeld
vervormd weergegeven, gezien dvds beveiligd zijn tegen kopiëren.
Als u het apparaat op andere apparaten aansluit, dient u het voor elke nieuwe aansluiting eerst uit te schakelen en de stekkers
alle apparaten uit het stopcontact te trekken.
Raadpleeg ook de handleiding van de aangesloten apparaten.
B/CB van uw apparaat met de VIDEO-INGANG PB/CB van uw tv-toestel
Audiokabel (niet meegeleverd)
To Y
OUT
To
To
BR
P/C
VIDEO
OUT
RR
P/C
VIDEO
OUT
Component-videokabel
Component video cable
(not supplied)
(niet meegeleverd)
Audio cable (not suppli e d)
To P VID E O IN
To P VID E O IN
rood
(red)
(w h ite)
wit
To Y VI D EO IN
B /CB
/RC
R
Naar het
T o wall outlet
stopcontact
B. Een andere bron aansluiten
Analoge verbinding
Gebruik de audiokabel (niet meegeleverd)
en verbind de linker- en rechter-AUDIO-
UITGANG van uw apparaat met de
AUDIO-INGANG van het aan te sluiten
apparaat.
Digitale verbinding
Gebruik de coaxiale digitale audiokabel
(niet meegeleverd) en verbind de
DIGITALE AUDIO-UITGANG van uw
apparaat met de DIGITALE AUDIO-
INGANG van het andere apparaat.
Een andere geluidsbron
beluisteren
1. Schakel het apparaat in.
2. Schakel uw audio-installatie in en volg
de instructies uit het handboek om de
functie AUDIO-IN of DIGITAL-IN te
selecteren.
(red) (white)
Audiokabel
Audio cable
(niet
(not supplied)
meegeleverd)
NL - 12
Coaxiale digitale audiokabel
Coaxial digital audio cable
(niet meegeleverd)
(not supplied)
Versterker van
wit
(wh ite)
(red)
rood
Amplifier of
stereo-installatie
stereo system, etc.
(not included)
(niet meegeleverd)
Naar het
To wall outlet
stopcontact
Audio-installatie met
Audio equipment with digital
digitale audio-ingangbus
audio input jack
(Vervolg op volgende pagina)