LAVAMAT 74658 - 76658
Gebruiksaanwijzing |
Wasmachine |
2 Inhoud
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
INHOUD
BEDIENINGSINSTRUCTIES |
3 |
VEILIGHEIDSINFORMATIE |
3 |
Algemene veiligheid |
3 |
Installatie |
4 |
Gebruik |
4 |
Veiligheid van kinderen |
5 |
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT |
5 |
Wasmiddellade |
6 |
BEDIENINGSPANEEL |
7 |
Symbolen: |
7 |
Display (7) |
8 |
Controlelampjes (10) |
9 |
HET EERSTE GEBRUIK |
9 |
PERSONALISERING |
9 |
Geluidssignalen |
9 |
Kinderslot |
9 |
DAGELIJKS GEBRUIK |
10 |
Wasgoed in de machine doen |
10 |
Wasmiddel en wasverzachter doseren |
10 |
Kies het gewenste programma met de |
|
programmakeuzeknop (1) |
11 |
Selecteer de optie CENTRIFUGE-snelheid |
|
(KORT CENTRIFUGEREN) of de optie |
|
SPOELSTOP (toets 2) |
11 |
Programmakeuzetoetsen |
12 |
Kies de optie VOORWAS (toets 3) |
12 |
Kies de optie VLEKKEN (toets 5) |
12 |
Kies de optie BEHOEDZAAM (toets 5) |
12 |
Selecteer de optie TIJDBESPARING (toets 6) |
|
|
12 |
Selecteer START/PAUZE (Toets 8) |
12 |
Selecteer de UITGESTELDE START (toets 9) 13
Een extra spoelgang (EXTRA SPOELGANG) kiezen 13 Een optie of lopend programma wijzigen
|
14 |
Een programma onderbreken |
14 |
Een programma annuleren |
14 |
De deur openen nadat het programma is |
|
gestart |
14 |
aan het einde van het programma |
14 |
WASPROGRAMMA'S |
15 |
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS |
18 |
De was sorteren |
18 |
Temperaturen |
18 |
Voordat u de was in de machine doet |
18 |
Maximale belading |
19 |
Het gewicht van wasgoed |
19 |
Vlekken verwijderen |
19 |
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen 20 20
21
21
21
21
21
21
22
22
22
24
25
26
26
30
|
|
|
|
Veiligheidsinformatie |
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
||
|
VERBRUIKSWAARDEN |
30 |
|
Waterafvoer |
35 |
||
|
MONTAGE-INSTRUCTIES |
31 |
|
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET |
36 |
||
|
MONTAGE |
31 |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
|
|
MILIEUBESCHERMING |
36 |
||||
|
Uitpakken |
31 |
|
||||
|
Plaatsing en waterpas zetten |
33 |
|
Verpakkingsmaterialen |
37 |
|
|
|
Watertoevoer |
33 |
|
Milieutips |
37 |
||
|
Waterstop |
35 |
|
|
|
|
|
Wijzigingen voorbehouden
BEDIENINGSINSTRUCTIES
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
•De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
•Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werking van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
•U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te installeert of in gebruik neemt.
•Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier.
•Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
|
• |
Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze |
|
|
veranderingen aan te brengen aan dit apparaat. |
|
• |
Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aan- |
182010 |
|
raken! |
• |
Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de trommel klimmen. Om dit te |
|
• |
voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren. |
|
- |
Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere har- |
|
- 00 |
|
de, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen |
192998493 |
|
niet in het apparaat terechtkomen. |
|
|
4Veiligheidsinformatie
•Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden.
•Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
•Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of gescheurde materialen te wassen.
•Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht.
•Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele vervangingsonderdelen.
Installatie
•Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
•Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het apparaat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice.
•Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
•Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoeren afvoerslang staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
•Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren.
•Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen.
•Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofdstuk "Bevriezingsgevaren.
•Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
•Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
•Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
•Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor machinaal wassen. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding.
•Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
•Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
•Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn ge-
Beschrijving van het product |
5 |
|
|
bruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in de wasautomaat doet.
•Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
•Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk is.
Veiligheid van kinderen
•Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat
•Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
•De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van kinderen.
•Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
•Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klimmen. Om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in deze machine vast komen te zitten, heeft
hij een speciale functie. Om deze functie te activeren draait u de knop (zonder deze in te drukken) aan de binnenkant van de deur naar rechts tot de groef horizontaal staat Gebruik zo nodig een muntstuk. Om deze functie uit te schakelen en de mogelijkheid te herstellen om de deur te sluiten, draait u de knop naar links tot de groef verticaal staat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel.
Het spaarklepsysteem staat het totale gebruik van wasmiddel toe en vermindert het waterverbruik om energie te sparen.
6 Beschrijving van het product
2
1
6
1Wasmiddellade
2Bedieningspaneel
3Deurhandgreep
4Typeplaatje
5Afvoerpomp
6Verstelbare pootjes
Wasmiddellade
Vakje voor waspoeder voor de voorwas . Het voorwasmiddel wordt het begin van het wasprogramma ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel te gebruiken voor de hoofdwas .
vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
Vakje voor vlekkenverwijderaar te gebruiken voor de hoofdwas met VLEKKEN-optie .
3
4
5
Bedieningspaneel 7
BEDIENINGSPANEEL
Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuzeknop zien als ook de verschillende toetsen en het display. Deze onderdelen worden weergegeven met relevante nummers en op de volgende pagina's uitgelegd.
1 |
|
2 |
|
3 |
|
4 |
|
5 |
|
6 |
|
7 |
|
8 |
|
9 |
|
10 |
1Programmakeuzeknop
2Toets KORT CENTRIFUGEREN (CENTRIFUGEREN)
3Toets VOORWAS (VOORWAS)
4Toets VLEKKEN (VLEKKEN)
5Toets BEHOEDZAAM (BEHOEDZAAM)
6Toets TIJDBESPARING (EXTRA KORT)
7Display
8Toets START/PAUZE ( START/PAUZE)
9Toets UITGESTELDE START (STARTUITSTEL)
10 Controlelampjes
Symbolen:
Handwas;
Kinderslot.
8
Display (7)
7.17.2
7.3
7.5
7.4
7.1 Kinderslot -symbool
7.2
•Duur van het gekozen programma : Nadat u een programma gekozen heeft, wordt
de tijdsduur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld . De duur wordt automatisch berekend op basis van de aanbevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
•Alarmcodes : Als de werking van de wasmachine problemen oplevert, kunnen er alarmcodes worden aangegeven, bijvoorbeeld (zie hoofdstuk «Problemen oplossen»).
•Einde programma : als het programma is afgelopen, wordt er een knipperende nul weergegeven, na enkele minuten verdwijt het symbool 7.5 (Deur vergrendeld) van het display, het controlelampje van toets 8 gaat uit en de deur kan worden geopend.
•Verkeerde optiekeuze : als een optie gekozen is die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma, wordt de melding Err gedurende enkele seconden weergegeven en begint het gele controlelampje van toets 8 te knipperen
•Uitgestelde start : Het gekozen uitstel(max. 20 uur), ingesteld met de desbetreffende toets, wordt gedurende enkele seconden op het display weergegeven, daarna ver-
schijnt de duur van het eerder gekozen programma Het symbol 7.3 verschijnt op het display. De tijdsduur van het uitstel neemt per uur met een eenheid af. Als er nog maar 1 uur resteert, neemt de tijd per minuut af.
7.3Startuitstel -symbool
7.4Weergave programmavoortgang : het display toont de fases van de verschillende
wasprogramma's. Nadat de machine begint te werken, verschijnt het symbool van de wasfase die nu bezig is: = WASSEN, = SPOELEN, = POMPEN, = CENTRIFUGEREN - symbolen
7.5 Deurvergrendeling -symbool
Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden:
•symbol aan: de deur kan niet geopend worden. Het apparaat is in werking of het apparaat is gestopt, maar er zit nog water in de trommel.
•symbool knippert: de deur wordt geopend
•symbool uit: de deur kan nu geopend worden. Het wasprogramma is afgelopen.
9
Controlelampjes (10)
Als het controlelampje OVERDOSERING ( OVERDOSERING) 10.1 aan het einde van het programma gaat branden, dan betekent dit dat er teveel wasmiddel is gebruikt.
Als de machine extra spoelgangen uitvoert, gaat het controlelampje EXTRA SPOELEN ( EXTRA SPOELEN) 10.2 branden. Raadpleeg voor het toevoegen van een extra spoelgang "Een extra spoelgang kiezen".
HET EERSTE GEBRUIK
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de in- stallatie-instructies.
•Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel.
•Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade om de ECO -klep te activeren. Laat vervolgens het katoenprogramma op de hoogste temperatuur draaien, zonder wasgoed in de machine, zodat eventuele fabricageresten uit de trommel en de kuip worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel in het vakje voor de hoofdwas en start de machine.
PERSONALISERING
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen zal zijn:
•door aan de keuzeknop te draaien
•door op de toetsen te drukken
•in geval van een verkeerde keuze
•aan het einde van een cyclus
•in geval van problemen met de werking.
Door ongeveer 6 seconden op de toetsen 3 en 4 te drukken, wordt het geluidssignaal uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op deze twee toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer geactiveerd.
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is.
Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
• voordat toets 8 wordt ingedrukt: de machine kan niet gestart worden.
10Dagelijks gebruik
•nadat toets 8 is ingedrukt: ingestelde programma's of opties kunnen niet veranderd
worden.
Om deze optie inof uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 7.1 resp. op het display verschijnt of van het display verdwijnt.
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
1.Open de deur voorzichtig door de handgreep naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mogelijk uit.
2.Doe de deur stevig dicht. U moet bij het sluiten een klik horen.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet tussen de deur en de rubber pakking terecht komen.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en wasmiddel.
1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten. Meet de vereiste hoeveel-
heid wasmiddel af, giet het in het vakje voor de hoofdwas . Als u een program-
ma wilt uitvoeren met de voorwas fase,
giet dan het wasmiddel in het vakje .
Als u de vlekken functie wilt gebruiken, giet de vlekkenverwijderaar dan in het bakje met de pijl.
|
Dagelijks gebruik |
11 |
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in |
|
|
het vakje |
(de gebruikte hoeveelheid |
|
mag de markering MAX in de lade niet |
|
|
overschrijden). |
|
|
Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig |
|
|
in. |
|
|
Kies het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de programmatabellen op te volgen (zie "Wasprogramma's").
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed.
Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. Op stand wordt het programma gereset en de machine uitgeschakeld.
Aan het einde van het programma moet de programmakeuzeknop op stand worden gedraaid om de machine uit te schakelen.
Als u de programmakeuzeknop naar een ander programma draait terwijl de machine in bedrijf is, gaat het gele controlelampje van toets 8 3 keer knipperen en wordt het bericht Err op het display weergegeven om een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
Selecteer de optie CENTRIFUGE-snelheid (KORT CENTRIFUGEREN) of de optie SPOELSTOP (toets 2)
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maximale centrifugetoerental voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed wordt gecentrifugeerd op een snelheid die afwijkt van de door de wasmachine voorgestelde temperatuur. Het desbetreffende lampje licht op.
SPOELSTOP : als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Als het programma is afgelopen vertoont het display een knipperend , het symbool 7.5 verschijnt op het display, het controlelampje van toets 8 is uit. De deur is geblokkeerd om aan te geven dat het water weggepompt moet worden.
12 Dagelijks gebruik
Lees om het water weg te pompen het hoofdstuk "Aan het einde van het programma".
Programmakeuzetoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden. Deze functies moeten gekozen worden nadat u het gewenste programma gekozen heeft en voordat u op toets 8 drukt.
Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende controlelampjes branden. Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit.
Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het gele controlelampje van toets 8 3 keer en verschijnt het bericht Err gedurende enkele seconden op het display.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk "Wasprogramma's".
Kies de optie VOORWAS (toets 3)
Kies deze optie als u wilt dat uw wasgoed op 30°C wordt voorgewassen voor de hoofdwas. De voorwas eindigt met kort centrifugeren bij programma's voor katoen en synthetische stoffen, terwijl bij het programma voor fijne was alleen het water wordt weggepompt. Het desbetreffende lampje licht op.
Kies de optie VLEKKEN (toets 5)
Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met vlekkenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase). Het desbetreffende lampje licht op.
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C. Als u het programma met de vlekkenoptie wilt gebruiken, giet dan vlekkenverwijderaar in het vakje met een blauwe pijl.
Kies de optie BEHOEDZAAM (toets 5)
Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit beperkt verminderd. De machine voegt een spoelgang toe in de programma's voor katoen en synthetische stoffen.
Deze optie wordt aanbevolen voor niet kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak gewassen worden.
Selecteer de optie TIJDBESPARING (toets 6)
Met deze optie kunt u de wastijd veranderen die de wasmachine automatisch heeft voorgesteld.
DAGELIJKS : door eenmaal op toets 6 eenmaal te drukken gaat het bijbehorende controlelampje branden en zal de wasduur verkort worden om dagelijks wasgoed te wassen. SUPERSNEL : door het 6 tweemaal indrukken van deze toets, blijft het bijbehorende controlelampje branden, de wasduur wordt verkort om licht vervuild wasgoed of artikelen die slechts korte tijd gebruikt of gedragen zijn te wassen. Op het display wordt de aflopende wastijd weergegeven
Selecteer START/PAUZE (Toets 8)
Om het gekozen programma te starten, toets 8 indrukken, het bijbehorende rode controlelampje stopt met knipperen.