Yamaha PSR-S650 User Manual [nl]

Page 1
DIGITAL WORKSTATION
Podręcznik użytkownika
Gebruikershandleiding
PolskiNederlands
Przed rozpoczęciem korzystania z instrumentu należy dokładnie przeczytać rozdział „ZALECENIA” na stronach 4–5.
Lees de 'VOORZICHTIG' op pagina 4 en 5 voordat u het instrument in gebruik neemt.
PL
NL
Page 2
Informacje dla użytkowników dotyczące zbierania i utylizacji starego sprzętu
Ten symbol umieszczony na produktach, opakowaniu i/lub dołączonej dokumentacji oznacza, że produkty elektryczne i elektroniczne nie powinny być wyrzucane wraz ze zwykłymi śmieciami. W celu odpowiedniego przetwarzania i recyklingu starych produktów zgodnie z przepisami lokalnymi i Dyrektywą 2002/96/EC należy je zanieść do odpowiednich punktów odbioru.
Właściwie utylizując te produkty, pomagamy oszczędzać cenne zasoby i zapobiegamy potencjalnie negatywnym działaniom na ludzkie zdrowie i środowisko, które mogłyby powstawać w wyniku niewłaściwego przetwarzania odpadów.
W sprawie dodatkowych informacji na temat zbierania i recyklingu starych produktów należy kontaktować się z władzami lokalnymi, służbami oczyszczania lub punktem sprzedaży, w którym dokonano zakupu.
[Dla użytkowników biznesowych w Unii Europejskiej]
Jeśli chcą Państwo pozbyć się sprzętu elektrycznego lub elektronicznego, prosimy o kontakt ze sprzedawcą lub dostawcą w celu uzyskania dodatkowych informacji.
[Informacje na temat utylizacji w krajach spoza Unii Europejskiej]
Ten symbol obowiązuje jedynie w Unii Europejskiej. W przypadku konieczności utylizacji tych elementów należy kontaktować się z władzami lokalnymi lub sprzedawcą w celu uzyskania informacji o właściwym sposobie utylizacji.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu_pl)
(weee_eu_nl)
2
Page 3
Tabliczkę znamionową można znaleźć na spodzie instrumentu. Numer seryjny znajduje się na lub obok tabliczki znamionowej. Zapisz ten numer w miejscu poniżej i zachowaj ten podręcznik jako dowód zakupu, aby ułatwić identyfikację instrumentu w przypadku jego ewentualnej kradzieży.
Nr modelu
Het naamplaatje van dit product bevindt zich aan de onderzijde van het instrument. Het serienummer van dit product wordt vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Nr seryjny
(bottom)
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE
afbrudt, sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAR OITUS : Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita
koko laitetta verkosta.
(standby)
Serienummer
IMPORTANT NOTICE FOR THE UNITED KINGDOM
Connecting the Plug and Cord
IMPORTANT. The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured makings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
Making sure that neither core is connected to the earth terminal of the three pin plug.
* This applies only to products distributed by
Yamaha Music U.K. Ltd.
BLUE : NEUTRAL
BROWN : LIVE
(bottom)
(2 wires)
3
Page 4
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingen en kachels, buig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en zorg dat niemand op het snoer kan trappen, erover kan struikelen of voorwerpen erover kan rollen.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 70). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
• Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uithet
instrument.
• Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
• Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
LET OP
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt aanbevolen. Gebruik uitsluitend de meegeleverde schroeven om de standaard of het rek te bevestigen. Als u dit niet doet, kunnen de inwendige onderdelen beschadigd raken en kan het instrument omvallen.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Zelfs als de POWER-schakelaar zich in de standbystand bevindt, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Verwijder de stekker van het netsnoer uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Gebruikershandleiding
4
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van het paneel of het toetsenbord en laat dergelijke voorwerpen er niet in vallen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
DMI-3 1/2
Page 5
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de data of andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen ruis genereren.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de interne componenten of instabiele werking te voorkomen. (Gecontroleerd bedrijfstemperatuurbereik: 5° - 40°C (41° - 104°F)).
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
• Reinig het instrument altijd met een zachte doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Data opslaan
• Sommige data-items (pagina 53) worden automatisch als back-updata in het interne geheugen opgeslagen, zelfs als u het instrument uitschakelt. Opgeslagen data kunnen verloren gaan ten gevolge van een storing of foutieve handeling. Sla belangrijke data in het USB-flashgeheugen (pagina 57-58) of op een computer op (raadpleeg de Naslaggids). Om dataverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke data op twee USB-opslagapparaten/externe media op te slaan.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/data die bij het instrument zijn meegeleverd
• Sommige presetsongs zijn ingekort of bewerkt en zijn daarom niet precies hetzelfde als het origineel.
• Dit apparaat kan muziekgegevens van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekgegevensindeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
Over deze handleiding
• De afbeeldingen en schermen zoals deze in deze handleiding zijn te zien, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
• Apple, Mac en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
• De in dit instrument gebruikte bitmapfonts zijn geleverd door en zijn eigendom van Ricoh Co., Ltd.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.

Bijgeleverde accessoires

• Gebruiksaanwijzing (dit boek)
• Data List (Datalijst)
• Netadapter
* Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-dealer.
• My Yamaha Product User Registration
* U hebt de PRODUCT ID op dit blad nodig bij het invullen van het gebruikersregistratieformulier.
• Muziekstandaard
DMI-3 2/2
Gebruikershandleiding
5
Page 6

Indelingen

Het instrument is compatibel met de volgende indelingen.
GM System Level 2
GM (General MIDI) is een van de meest voorkomende voicetoewijzingsindelingen. De standaardspecificatie GM System Level 2 is een verbetering ten opzichte van de originele GM, waarbij ook de songdatacompatibiliteit is verbeterd.
XG
XG is een enorme verbetering van de GM System Level 1-indeling, en is speciaal door Yamaha ontwikkeld om in meer voices en variaties, alsook in een grotere expressieve besturing van de voices en effecten te voorzien, en om een goede gegevenscompatibiliteit in de toekomst veilig te stellen.
GS
GS is door de Roland Corporation ontwikkeld. Op dezelfde manier als Yamaha XG is GS een belangrijke verbetering van de GM-specificatie om in meer voices en drumkits en hun variaties te voorzien, evenals in een grotere expressieve besturing van voices en effecten.
XF
De bestandsindeling XF van Yamaha voegt grotere functionaliteit en open uitbreidbaarheid toe aan de industriestandaard SMF (Standard MIDI File). Dit instrument kan songteksten weergeven wanneer een XF-bestand met songtekstdata wordt afgespeeld.
SFF GE (Guitar Edition)
SFF (Style File Format) is een originele stijlbestandsindeling van Yamaha, die gebruikmaakt van een uniek conversiesysteem om in automatische begeleiding van hoge kwaliteit te voorzien, gebaseerd op een uitgebreide reeks akkoordsoorten. SFF GE (Guitar Edition) is een uitgebreide SFF-indeling, die verbeterde noottransponering voor gitaartracks biedt.
USB
USB is een afkorting van Universal Serial Bus. Het is een seriële interface voor het aansluiten van een computer met randapparatuur. Hiermee is 'hot swapping' mogelijk (randapparatuur aansluiten terwijl de computer aan staat).

Over de handleidingen

Meegeleverde documenten
Gebruiksaanwijzing (dit boek)
Biedt een algemene beschrijving van de basisfuncties van de PSR-S650. Gebruik de Inhoudsopgave op pagina 7, Bedieningspaneel en aansluitingen op pagina 8 en Overzicht van paneelknoppen op pagina 65 in deze Gebruiksaanwijzing wanneer u een specifieke functie of informatie zoekt. De Inhoudsopgave geeft een overzicht van de basisfuncties van het instrument. Bedieningspaneel en aansluitingen geeft een overzicht van de regelaars op het bedieningspaneel en de aansluitingen, en het Overzicht van paneelknoppen bevat een overzicht van alle schermen die met de paneelregelaars kunnen worden geactiveerd. Gebruik een van de hierboven beschreven methoden om de gewenste informatie te zoeken.
Data List (Datalijst)
Bevat verschillende belangrijke lijsten met vooraf ingestelde inhoud, zoals voices, stijlen en effecten.
Online materiaal (kan worden gedownload van internet)
De volgende instructiehandleidingen kunnen worden gedownload uit de Yamaha Manual Library. Ga naar de Yamaha Manual Library en typ de modelnaam van uw instrument (bijvoorbeeld PSR-S650) in het tekstvak Model Name om naar de handleidingen te zoeken.
Yamaha Manual Library http://www.yamaha.co.jp/manual/
Naslaggids (alleen beschikbaar in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees, Russisch, Chinees en Japans)
Hier worden de geavanceerde functies van de PSR-S650 toegelicht. Raadpleeg de Naslaggids als u na het lezen van de Gebruiksaanwijzing meer informatie over de functies van de PSR-S650 wilt. Als u wilt weten welke handleiding
- Gebruiksaanwijzing of Naslaggids - een beschrijving van de gewenste functie bevat, raadpleegt u het Overzicht van paneelknoppen op pagina 65.
MIDI Reference (alleen in het Engels)
Bevat zowel de Indeling van MIDI-data als het MIDI-implementatieoverzicht, waarmee u MIDI-berichten kunt bevestigen die door dit instrument zijn verzonden/herkend.
Gebruikershandleiding
6
Page 7
Inhoudsopgave
Bijgeleverde accessoires ...........................................5
Indelingen .................................................................. 6
Over de handleidingen............................................... 6
Bedieningspaneel en aansluitingen 8
Configuratie 10
Spanningsvereisten ................................................. 10
Automatische uitschakelfunctie................................ 10
Een voetschakelaar aansluiten ................................ 10
Een hoofdtelefoon en externe audioapparatuur
aansluiten............................................................. 11
Het instrument inschakelen...................................... 11
De displaytaal veranderen .......................................12
De display aanpassen CONTRAST-regelaar .......... 12
Basisbediening en displays...................................... 13
Voices – Het toetsenbord bespelen – 16
1
Een hoofdvoice selecteren en bespelen .................. 16
Twee voices tegelijkertijd bespelen ......................... 17
Het toetsenbord splitsen en de linkervoice met de
linkerhand spelen ................................................. 17
Drumkits bespelen ...................................................18
Effecten op een voice toepassen............................. 19
De toonhoogte van het instrument wijzigen ............. 20
Stemming met toonstelsels...................................... 22
Aanslagrespons ON/OFF......................................... 26
De metronoom gebruiken ........................................ 27
Stijlen – Ritme en begeleiding spelen – 29
2
Een stijl selecteren en spelen ..................................29
Het tempo wijzigen................................................... 34
One Touch Setting ................................................... 34
Songs gebruiken 35
3
Een song selecteren en beluisteren......................... 35
Het tempo wijzigen................................................... 36
Snel vooruitspoelen, Snel terugspoelen en Pauze ..36
De demosong beluisteren ........................................ 37
Een song selecteren en spelen vanaf
USB-flashgeheugen ............................................. 37
De muzieknotatie weergegeven............................... 38
De songteksten weergeven ..................................... 38
A-B Repeat .............................................................. 39
Uw eigen spel opnemen 40
4
Procedure voor Quick Recording............................. 40
Procedure voor Multi Track Recording
(Meersporig opnemen)......................................... 41
Song Clear: Gebruikerssongs verwijderen .............. 44
Track Clear: Een bepaalde track van een
gebruikerssong verwijderen .................................45
Spelen met behulp van de
5
muziekdatabank 46
Mixer 47
6
Uw favoriete paneelinstellingen opslaan 49
7
De paneelinstellingen onthouden ............................ 50
Opgeslagen paneelinstellingen terugroepen ........... 50
Registration Clear: Het specifieke
registratiegeheugen verwijderen.......................... 52
Initialisatie 53
8
Back-updata en geheugendata ............................... 53
Initialisatie................................................................ 53
USB-flashgeheugen gebruiken 54
9
Display File Control ................................................. 55
USB flashgeheugen formatteren ............................. 56
In het registratiegeheugen opslaan ......................... 57
Een gebruikerssong of -stijl opslaan........................ 58
Bestand laden.......................................................... 59
Data van een USB-flashgeheugen wissen .............. 60
Voices en stijlen uitbreiden
10
(Installeren in de uitbreidingscategorie) 61
Aansluiten op een computer 63
11
Appendix 64
Problemen oplossen................................................ 64
Overzicht van paneelknoppen ................................. 65
Berichten ................................................................. 67
Specificaties ............................................................ 69
Index........................................................................ 71
De overige functies, zoals de volgende, worden in de Naslaggids beschreven.
• Style Creator
• Song bewerken
• Stijlfuncties:
Style Volume, Track Mute
• Songfuncties:
Song Volume, Track Mute, Right-Part, Left-part
• MIDI-functies:
PC Mode, Local, External Clock, Keyboard Out, Style Out, Song Out, Initial Setup
Gebruikershandleiding
7
Page 8

Bedieningspaneel en aansluitingen

q
w
e
t i
!1
!2
!3
!4
!5
o
!0
@4
y
r
u
Voorpaneel
Voorpaneel
q [ ] (Standby/On)-schakelaar ...................pagina 11
Hiermee schakelt u het instrument in of zet u het op Standby.
w MASTER VOLUME-regelaar........................pagina 11
Hiermee regelt u het totaalvolume.
e [DEMO]-knop .............................................. pagina 37
Hiermee speelt u de demo af.
r [SONG MODE]-knop .................................. pagina 35
Hiermee schakelt u tussen de modus Song en de modus Style.
t SONG-knoppen .......................................... pagina 35
Hiermee selecteert u een song of geeft u de muzieknotatie en –tekst weer.
y [USB]-knop ................................................. pagina 35
Hiermee selecteert u een song- of stijlbestand in het USB­flashgeheugen.
u [REC]-knop ................................................. pagina 40
Hiermee neemt u uw toetsenspel op.
i STYLE-categorieselectieknoppen ............ pagina 29
Hiermee selecteert u een stijl.
o STYLE CONTROL-knoppen ................. pagina 30–31
Hiermee bestuurt u het afspelen van de stijl.
!0 SONG CONTROL-knoppen ........................pagina 36
Hiermee regelt u het afspelen van een song.
!1 TRANSPOSE-knoppen ...............................pagina 20
Hiermee transponeert u de toonhoogte in stappen van een halve toon.
!2 METRONOME-knop ....................................pagina 27
Hiermee bedient u de metronoom.
!3 TEMPO-knoppen.........................................pagina 34
Hiermee regelt u het tempo van de stijl, song en metronoom.
!4 REGISTRATION MEMORY-gerelateerde
knoppen.......................................................pagina 49
Hiermee kunt u functies uitvoeren als het veranderen van een Bank en het opslaan van paneelinstellingen.
!5 REGISTRATION MEMORY/
Track-knoppen ......................................pagina 42, 49
Door op de knop [REGIST/PART[MIXER]] aan de rechterkant te drukken, wisselt u de functie van de acht witte knoppen: Registration Memory-knoppen, songtrack­instellingsknoppen en stijltrack-instellingsknoppen.
!6 Display- en verwante regelaars........... pagina 13–14
Gebruikershandleiding
8
Page 9
Bedieningspaneel en aansluitingen
!6
@5 @6 @7 @8 #0@9
!7
!8
!9
@0 @2
@1
@3
Achterpaneel
OPMERKING
• Met de paneelregelaars q–@4 opent u de verwante displays, die allemaal worden beschreven in het Overzicht van paneelknoppen op
pagina 65.
!7 [MDB]-knop................................................. pagina 46
Hiermee roept u de juiste paneelinstellingen voor het gewenste muziekgenre op.
!8 [FILE MENU]-knop ..................................... pagina 55
Hiermee kunt u onder andere bestanden laden en opslaan.
!9 [FUNCTION]-knop ...................................... pagina 15
Hiermee kunt u gedetailleerde instellingen opgeven.
@0 ONE TOUCH SETTING-knoppen............... pagina 34
Hiermee roept u de juiste paneelinstellingen voor de huidige stijl op.
@1 VOICE, categorieselectieknoppen............ pagina 16
Hiermee selecteert u een voice.
@2 VOICE CONTROL-knoppen ....................... pagina 19
Hiermee past u bepaalde effecten toe op uw keyboardspel.
@3 UPPER OCTAVE-knoppen......................... pagina 20
Hiermee verschuift u de toonhoogte van het keyboard in stappen van een octaaf.
@4 PITCH BEND-wiel ....................................... pagina 20
Hiermee verschuift u de toonhoogte van het keyboardgeluid omhoog of omlaag.
Achterpaneel
@5 CONTRAST-knop......................................... pagina 12
Hiermee past u het contrast van de display aan.
@6 USB TO HOST-aansluiting .........................pagina 63
Voor het aansluiten op een computer.
@7 USB TO DEVICE-aansluiting......................pagina 54
Voor het aansluiten van een USB-opslagapparaat.
@8 SUSTAIN-aansluiting .................................. pagina 10
@9 PHONES/OUTPUT-aansluiting ................... pagina 11
#0 DC IN-aansluiting........................................ pagina 10
Voor het aansluiten van een voetschakelaar.
Voor het aansluiten van een hoofdtelefoon of een luidsprekersysteem.
Voor het aansluiten van de netadapter.
Gebruikershandleiding
9
Page 10

Configuratie

WAARSCHUWING
Netadapter
LET OP
Netadapter
3
Stopcontact
2
Drukken en vasthouden
Voer de volgende handelingen uit VOORDAT u het instrument aanzet.

Spanningsvereisten

• Gebruik de aangegeven adapter (pagina 70). Gebruik van
andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
1 Sluit het ene eind van het netsnoer aan op de
netadapter.
2 Sluit de DC-stekker van de netadapter aan op de DC
IN-aansluiting op het achterpaneel van het instrument.
3 Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
• Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument niet gebruikt.
Maak alle benodigde aansluitingen die hieronder zijn aangegeven VOORDAT u het instrument aanzet.

Automatische uitschakelfunctie

Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een automatische uitschakelfunctie waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. De hoeveelheid tijd die verstrijkt voordat het instrument automatisch wordt uitgezet, is standaard ingesteld op 30 minuten. Als u de Automatische uitschakelfunctie wilt uitschakelen, zet u het apparaat uit en drukt u op [ ] (Standby/On) om het instrument aan te zetten terwijl u de laagste toets ingedrukt houdt.
Gebruikershandleiding
10
OPMERKING
• U kunt de instelling van de tijdsduur wijzigen in de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
OPMERKING
• Van de volgende data en instellingen wordt altijd een back-up gemaakt; deze blijven zelfs behouden als de stroom uitvalt. Zie pagina 53 voor informatie over de back-upparameters.

Een voetschakelaar aansluiten

Met de sustainfunctie kunt u een natuurlijke sustain maken door terwijl u speelt een optionele voetschakelaar in te drukken. Sluit een Yamaha FC4- of FC5­voetschakelaar aan op de SUSTAIN-aansluiting en gebruik deze om de sustain in en uit te schakelen.
OPMERKING
• Zorg dat het pedaal juist is aangesloten op de SUSTAIN­aansluiting vóór u het instrument aanzet.
• Houd de voetschakelaar niet ingedrukt op het moment dat u het instrument aanzet. Hierdoor zou de polariteit van de voetschakelaar worden omgedraaid, wat een omgekeerde werking tot gevolg heeft.
Page 11
Configuratie
LET OP
LET OP
LET OP
LET OP
Een hoofdtelefoon en externe
audioapparatuur aansluiten
U kunt de PHONES/OUTPUT-aansluiting verbinden met een hoofdtelefoon, toetsenbordversterker, stereo­installatie, luidsprekersysteem, taperecorder of een ander audioapparaat op lijnniveau. Het uitgangssignaal van het instrument wordt dan naar dat apparaat gestuurd.
De interne luidsprekers worden automatisch uitgeschakeld wanneer u een stekker in deze aansluiting steekt. De PHONES/OUTPUT-aansluiting functioneert ook als externe uitgang.
OPMERKING
• U kunt de Masterequalizer (EQ) instellen waarmee u het best mogelijke geluid kunt horen wanneer u met verschillende reproductiesystemen luistert. U kunt de masterequalizer (EQ) instellen via de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.

Het instrument inschakelen

Zet het volume laag door de [MASTER VOLUME]­regelaar naar links te draaien en druk op [ ] (Standby/ On) om het instrument aan te zetten. Terwijl u het keyboard bespeelt, gebruikt u de [MASTER VOLUME]­regelaar om het volume aan te passen. Druk nogmaals een seconde op de [ ]-regelaar (Standby/On) om het instrument op Standby te zetten.
• Bij het gebruik van een netadapter verbruikt het instrument zelfs wanneer het is uitgezet nog een kleine hoeveelheid elektrische stroom. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
• Probeer nooit het instrument uit te zetten als het bericht 'Writing...' op de display te zien is. Als u dat wel doet, kunt u de data in het flashgeheugen beschadigen en kunnen data verloren gaan.
• Luister niet gedurende langere tijd met een hoog volume via de hoofdtelefoon. Dit kan niet alleen vermoeiend voor de oren zijn, maar kan ook uw gehoor beschadigen.
• Zet, om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen, de volumeregeling van de externe apparaten op de laagste stand en zet de apparaten uit voordat u deze aansluit. Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot elektrische schokken of beschadiging van apparatuur. Stel, als de apparatuur weer aan staat, het gewenste volume in door geleidelijk tijdens het spelen het volume weer te verhogen.
Gebruikershandleiding
11
Page 12
Configuratie
De geselecteerde taalLanguage-item
LET OP
Plaats de muziekstandaard zoals aangegeven in de uitsparingen.

De displaytaal veranderen

U kunt op dit instrument Engels of Japans als displaytaal selecteren. De standaarddisplaytaal is Engels, maar als u overschakelt naar Japans worden de songteksten, bestandsnamen en enkele meldingen in het Japans weergegeven (indien van toepassing).
1 Druk op de knop [FUNCTION].
2 Druk herhaaldelijk op de CATEGORY-knoppen [<]
en [>] tot het item 'Language' wordt weergegeven. De displaytaal die momenteel is geselecteerd wordt onder het item 'Language' weergegeven.
De display aanpassen
CONTRAST-regelaar
Gebruik de displayknop CONTRAST op het achterpaneel van het instrument om de leesbaarheid van de display optimaal in te stellen.
• Langdurig in het donker naar de display kijken kan vermoeidheid van de ogen veroorzaken of het gezichtsvermogen beschadigen. Gebruik het instrument met zo veel mogelijk omgevingslicht en rust regelmatig.
Muziekstandaard
3 Selecteer een displaytaal.
Gebruik dit om Engels of Japans te selecteren. De geselecteerde taal wordt opgeslagen in het interne flashgeheugen zodat de instelling behouden blijft, zelfs als het instrument wordt uitgezet.
4 Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay
12
terug te keren.
Gebruikershandleiding
Page 13
Configuratie
Tem po
(pagina 34)
Transpose
(transponeren)
(pagina 20)
Maatnummer
(pagina 43)
Octave (octaaf)
(pagina 20)
Registratiegeheugen/Song­of stijltrack indicator
Geeft het geselecteerde item aan: REGIST., TR 1–8, TR 9–16 (pagina 49)
A-B Repeat
Verschijnt wanneer de Repeat ­functie is ingeschakeld voor het afspelen van een song. (pagina 39)
USB-status
Wordt weergegeven wanneer het USB-flashgeheugenapparaat is aangesloten (pagina 55).
Akkoord-
display
(pagina 32)
Status registratie-
geheugenbank
(pagina 49)
Song-/stijltrackstatus
(pagina 41)
Hoofdvoice (pagina 16)
Dualvoice (pagina 17)
Linkervoice (pagina 17)
Stijl (pagina 29)
Song (pagina 35)
Music Database
(pagina 46)
Harmony
(pagina 19)
Aanslagrespons
(pagina 26)
Sustain
(pagina 19)

Basisbediening en displays

Main Display (hoofddisplay)
Op de hoofddisplay, die verschijnt wanneer het instrument wordt aangezet, worden alle huidige basisinstellingen weergegeven: Song, Style, Voice. De display bevat ook een reeks aanduidingen die aangeven of de verschillende functies aan of uit staan.
Naar de hoofddisplay terugkeren
Omdat het instrument zoveel verschillende displays heeft, is het mogelijk dat u soms niet meer weet bij welke bewerking de weergegeven display hoort. Druk in dat geval op de knop [EXIT] om naar de hoofddisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
13
Page 14
Configuratie
Categorie
Item
Volgende categorieVorige categorie
Verlagen Verhogen
Dr uk ko r t om te verhogen.
Druk kort om te verlagen.
Displays VOICE, STYLE, SONG en MDB Select
Druk op een van de categorieselectieknoppen zoals VOICE, STYLE, SONG, of druk op de knop [MDB] om voor elk een selectiedisplay te openen. In elke display kunt u met de CATEGORY-knoppen of de draaiknop het gewenste item selecteren.
Selecteer een categorie
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>] om de categorieën een voor een te doorlopen.
Selecteer een voice, stijl, song of MDB
Gebruik de draaiknop of de knoppen [-/NO]/[+/YES] om het gewenste item te selecteren. Houd een van deze knoppen ingedrukt om de waarde verder te verhogen of te verlagen.
Gebruikershandleiding
14
Page 15
Configuratie
Functie-item
Waarde
Function Display (Functiedisplay)
In de functiedisplay kunt u gedetailleerde instellingen voor het instrument opgeven. De functiedisplay wordt weergegeven als u op de knop [FUNCTION] drukt. In de display kunt u met de CATEGORY-knoppen [<] en [>] uit 60 verschillende functie-items kiezen. Druk net zo dikwijls op de CATEGORY-knoppen tot de gewenste functie wordt weergegeven. Gebruik daarna de draaiknop of de knoppen [-/NO] en [+/YES] om de waarde van de functie aan te passen. Als u de standaardwaarde wilt terugzetten, drukt u tegelijkertijd op de knoppen [-/NO] en [+/YES].
Alle items die in de functiedisplay kunnen worden geselecteerd, worden genoemd in het Overzicht van paneelknoppen op pagina 66.
Ga naar de gemarkeerde positie
In sommige functiedisplays kunt u op de knop [EXECUTE] drukken om de gemarkeerde positie te verplaatsen.
Sneltoets
U kunt rechtstreeks naar bepaalde functiedisplays gaan door de desbetreffende knop langer dan een seconde ingedrukt te houden. De knoppen zijn als volgt:
• Knop [FUNCTION] .................. Scale
• Knop [DEMO]...........................Demo Group
• Knop [ACMP] ........................... Chord Fingering
• Knop [METRONOME]............. Time Signature-Numerator
• Knop [FREEZE]........................ Freeze Group Setting
• Knop [HARMONY].................. Harmony Type
• Knop [TOUCH].........................Touch Sensitivity
• Knop [DSP] ............................... DSP Type
Dit is met name handig omdat er zoveel functies beschikbaar zijn.
Gebruikershandleiding
15
Page 16
OPMERKING
MAIN VOICE­selectiedisplay
CATEGORY-naam
Momenteel geselecteerde voice
OPMERKING
1

Voices – Het toetsenbord bespelen –

Naast piano, orgel en andere gebruikelijke toetseninstrumenten bevat dit instrument een groot aantal realistische voices zoals gitaar, bas, strijkinstrumenten, saxofoon, trompet, drums en percussie, geluidseffecten en een grote verscheidenheid aan andere muziekgeluiden.

Een hoofdvoice selecteren en bespelen

Met deze handeling selecteert u een hoofdvoice en speelt u deze op het keyboard.
Selecteer en druk op de gewenste voicecategorieknop in het
1
Voice-gedeelte.
De Main Voice-selectiedisplay wordt weergegeven. De naam van de momenteel geselecteerde categorie, en het nummer en de naam van de geselecteerde voice zijn gemarkeerd.
• Druk op een andere categorieknop als u naar een andere voicecategorie wilt gaan.
U kunt een voice uit de categorie GM&XG selecteren door eerst op de knop [PIANO] en vervolgens op de knop CATEGORY [<] te drukken om de categorie GM&XG weer te geven.
Selecteer de voice waarmee u wilt spelen.
2
Kijk naar de geselecteerde voicenaam en draai aan de draaiknop. De beschikbare voices worden geselecteerd en na elkaar weergegeven. De voice die u hier selecteert, wordt de hoofdvoice.
Bespeel het toetsenbord.
3
• Parameters voor de hoofdvoice, zoals Volume, kunt u in de functiedisplay instellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
16
Selecteer en speel uiteenlopende voices. Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
Page 17
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Het lampje van de knop brandt als Dual is ingeschakeld.
De twee voices klinken tegelijkertijd.
OPMERKING
Het lampje van de knop brandt als Left Voice is ingeschakeld.
Splitpunt
Linkervoice Hoofdvoice en
dualvoice

Twee voices tegelijkertijd bespelen

Als u op de knop [DUAL] drukt om de Dual-functie in te schakelen, wordt naast de hoofdvoice een tweede voice afgespeeld wanneer u het klavier bespeelt. De tweede voice wordt de Dual Voice genoemd.
• Parameters voor de dualvoice, zoals Voice Volume, kunt u in de functiedisplay instellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Druk nogmaals op de knop om de dualvoice uit te zetten.
Een dualvoice selecteren
U kunt elke voice als een dualvoice selecteren. Houd de knop [DUAL] langer dan een seconde ingedrukt om de display Dual Voice selection weer te geven en selecteer vervolgens een dualvoice op dezelfde manier als waarop u een hoofdvoice selecteert. Druk na het selecteren op de knop [EXIT] om terug te keren naar de MAIN-display.

Het toetsenbord splitsen en de linkervoice met de linkerhand spelen

Zodra u op de knop [LEFT] drukt om de Left Voice aan te zetten, kunt u links en rechts van het splitpunt op het toetsenbord verschillende voices spelen. De hoofd- en dualvoices kunt u rechts van het splitpunt spelen, en de voice die links van het splitpunt wordt gespeeld, wordt de linkervoice genoemd.
• Parameters voor de linkervoice, zoals Volume, kunt u in de functiedisplay instellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Druk nogmaals op de knop om de linkervoice uit te zetten.
Een linkervoice selecteren
U kunt elke voice als een linkervoice selecteren. Houd de knop [LEFT] langer dan een seconde ingedrukt om de display Left Voice selection weer te geven en selecteer vervolgens een linkervoice op dezelfde manier als waarop u een hoofdvoice selecteert. Druk na het selecteren op de knop [EXIT] om terug te keren naar de MAIN-display.
Gebruikershandleiding
17
Page 18
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Ride Cymbal 1
Tambourine
Cowbell
Vibraslap
Bongo L
Hi-Hat Open
Crash Cymbal 1
Hand Clap
Hi-Hat Closed
Hi-Hat Pedal
Open Rim Shot
Side Stick
Castanet
Sticks
Brush Tap
Brush Slap
Conga H Open
Timbale L
Agogo L
Maracas
Guiro Short
Claves
Cuica Mute
Triangle Mute
Shaker
Chinese Cymbal
Ride Cymbal Cup
Splash Cymbal
Crash Cymbal 2
Ride Cymbal 2
Bongo H
Conga H Mute
Mid Tom L
Mid Tom H
High Tom
Snare Tight
Floor Tom L
Low Tom
Floor Tom H
Kick Tight
Kick
Snare
Snare Roll
Snare Soft
Kick Soft
Seq Click H
Brush Swirl
Brush Tap Swirl
Conga L
Timbale H
Agogo H
Cabasa
Samba Whistle H
Samba Whistle L
Guiro Long
Wood Block H
Wood Block L
Cuica Open
Triangle Open
Jingle Bells
Bell Tree
C3

Drumkits bespelen

Drumkits zijn verzamelingen drum- en percussie-instrumenten. Wanneer u een viool of ander normaal instrument selecteert, bijvoorbeeld als hoofdvoice, produceren alle toetsen het geluid van dezelfde viool, alleen op verschillende toonhoogten. Selecteert u echter een drumkit als hoofdvoice, dan produceert iedere toets het geluid van een ander drum­of percussie-instrument.
Druk op de [DRUM KIT]-knop.
1
De categorie 'Drum Kit' wordt weergegeven.
Draai aan de draaiknop en selecteer de drumkit die u wilt afspelen
2
(001-025).
Een goede drumkit om mee te beginnen is 003, Standard Kit 1.
Overzicht van drumkits
Vo ic e
nr.
Drumkitnaam
001 Power Kit 1 008 Room Kit 015 Analog Kit 022 Arabic Mixture Kit 002 Power Kit 2 009 Rock Kit 016 Dance Kit 023 Indian Kit 003 Standard Kit 1 010 Electro Kit 017 Symphony Kit 024 Chinese Kit 004 Standard Kit 2 011 AnalogT8 Kit 018 Cuban Kit 025 Chinese Mixture Kit 005 Hit Kit 012 AnalogT9 Kit 019 PopLatin Kit 006 Jazz Kit 013 Break Kit 020 Arabic Kit 007 Brush Kit 014 HipHop Kit 021 Arabic Kit 2
Probeer elke toets en laat u verrassen door de drumkit.
3
Voorbeeld: 003 Standard Kit 1
Vo ic e
nr.
Drumkitnaam
Vo ic e
nr.
Drumkitnaam
Vo ic e
nr.
• Raadpleeg het overzicht van drumkits in de afzonderlijke datalijst.
Drumkitnaam
Gebruikershandleiding
18
Page 19
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Harmonie toevoegen
Met deze functie voegt u harmonienoten en tremolo­of echo-effecten toe aan de hoofdvoice. Wanneer u een hoofdvoice selecteert, wordt automatisch een geschikt harmonietype geselecteerd.
Sustain toevoegen
Met deze functie voegt u sustain toe aan de keyboardvoices. Gebruik deze functie als u altijd sustain aan de voices wilt toevoegen, ongeacht de bediening van de voetschakelaar. De sustainfunctie heeft geen invloed op de linkervoice.
DSP toevoegen
Er is een enorme variëteit aan DSP-effecten beschikbaar om toe te passen op de hoofd-, dual­en linkervoice. Wanneer u een hoofdvoice selecteert, wordt automatisch een geschikt DSP-type geselecteerd.
Het lampje van de knop brandt als DSP is ingeschakeld.
Wordt weergegeven als de harmoniefunctie is ingeschakeld
Wordt weergegeven als de sustainfunctie is ingeschakeld
Druk op de toetsen aan de rechterzijde terwijl akkoorden speelt in het automatische begeleidingsgedeelte van het keyboard als de automatische begeleiding is ingeschakeld (pagina 29).
Bespeel de toetsen.
Houd de toetsen ingedrukt.
Houd twee toetsen ingedrukt.
Harmonietypen 01 t/m 10, 13 Harmonietypen 19 t/m 22 (Tremolo)
Harmonietypen 15 t/m 18 (Echo) Harmonietypen 23 t/m 26 (Trill)
OPMERKING

Effecten op een voice toepassen

Door op de Voice Control-knoppen te drukken, kunt u effecten toepassen op een voice die op het toetsenbord wordt afgespeeld. Druk nogmaals op de knop om het effect uit te schakelen.
• U kunt het type harmonie opgeven. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
• Voor sommige voices heeft het inschakelen van Sustain geen hoorbaar effect.
• U kunt het DSP-type opgeven. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
De Aan-/uitstatus van de harmonie en sustain wordt in de hoofddisplay weergegeven.
De verschillende harmonietypen afspelen
De werking van de harmoniefunctie is afhankelijk van het type. Controleer het huidige harmonietype in de display door de knop [HARMONY] langer dan een seconde ingedrukt te houden.
Reverb en Chorus
De andere beschikbare effecten zijn Reverb en Chorus. Met reverb kunt u de rijke ambiance van een concertzaal nabootsen, en het choruseffect creëert een vol geluid dat lijkt op een groot aantal van dezelfde voices die unisono worden gespeeld. Als u een stijl of song selecteert, wordt automatisch een geschikt reverb- en chorustype geselecteerd.
• U kunt het type reverb en chorus opgeven. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
19
Page 20
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

De toonhoogte van het instrument wijzigen

Het Pitchbendwiel gebruiken
Met het pitchbendwiel kunt u zachte variaties van de toonhoogte toevoegen aan de noten die u op het keyboard speelt.
De toonhoogte in stappen van een halve toon instellen (transponeren)
De algemene toonhoogte van het instrument kan in halve tonen worden verhoogd of verlaagd door op de TRANSPOSE-knoppen [+]/[-] te drukken. De waarde wordt in de display weergegeven, en geeft de mate van transponering boven of onder de normale waarde aan tussen -12 en +12 (een maximum van één octaaf). U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde '00'. Daartoe drukt u gelijktijdig op de knoppen [+] en [-].
• Het maximale pitchbendbereik kan worden gewijzigd door de parameter PB Range in de functiedisplay in te stellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
• Deze instelling heeft geen invloed op de drumkitvoices.
20
De toonhoogte wijzigen in octaven
Druk op de UPPER OCTAVE-knoppen [-]/[+] om de afspeeltoonhoogte van de hoofd- en dualvoices te wijzigen in intervallen van een octaaf. De zojuist gewijzigde waarde wordt nu in de display weergegeven als een waarde tussen -1 en +1. U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde '0'. Daartoe drukt u gelijktijdig op de knoppen [+] en [-].
Gebruikershandleiding
• Als een drumkit is geselecteerd, worden percussievoices die aan het keyboard zijn toegewezen wel in locatie verplaatst, maar niet in toonhoogte.
Page 21
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Stemming
OPMERKING
Waarde
Toonhoogte van het hele instrument fijn afstemmen
De toonhoogte van het hele instrument kan nauwkeurig worden afgestemd met maximaal 1 halve toon. Dit is handig wanneer u het instrument samen met andere instrumenten of met muziek van een cd bespeelt.
Druk op de knop [FUNCTION] om de functiedisplay te openen.
1
Druk net zo vaak op de knoppen CATEGORY [<] en [>] als nodig is
2
om Tuning weer te geven.
• Deze instelling heeft geen invloed op de drumkitvoices.
Gebruik de draaiknop om de stemmingswaarde naar wens tussen
3
415,3 en 466,2 Hz in te stellen.
Het bereik is 415,3 tot 466,2, wat gelijk is aan -1 halve toon tot +1 halve toon.
• Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
21
Page 22
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
OPMERKING
Langer dan een seconde ingedrukt houden
OPMERKING

Stemming met toonstelsels

De stemming van dit keyboard is standaard ingesteld op gelijkzwevende temperatuur, dezelfde stemming als die van een akoestische piano. U kunt de instelling echter veranderen in overeenstemming met het muziekgenre of de muziekstijl die u wilt spelen.
Een stemming selecteren
U kunt verschillende toonstelsels selecteren voor het inspelen van aangepaste stemmingen voor bepaalde historische tijdperken of muziekgenres.
Houd de knop [FUNCTION] langer dan een seconde ingedrukt om de display Scale select weer te geven en draai vervolgens aan de draaiknop om de gewenste stemming te selecteren. U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde door gelijktijdig op de knoppen [-/NO] en [+/YES] te drukken.
Vooraf ingestelde stemmingstypen
Het toonhoogtebereik van elk octaaf is gelijk onderverdeeld in
EQUAL
PURE MAJOR, PURE MINOR
PYTHAGOREAN
MEAN-TONE
WERCKMEISTER, KIRNBERGER
ARABIC1, ARABIC2
twaalf delen, waarbij de toonhoogte tussen elke halve toon gelijkmatig is verdeeld. Dit is de meest gebruikte stemming in de hedendaagse muziek.
Deze stemmingen houden de zuivere wiskundige intervallen van elke toonladder in stand, vooral voor drieklanken (grondtoon, terts, kwint). U kunt dit het beste horen met echte vocale harmonieën, zoals bij koren en a-capellazang.
Deze stemming is uitgevonden door de beroemde Griekse filosoof en wordt samengesteld door een serie reine kwinten, die zijn samengebracht in een enkel octaaf. De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor bepaalde solo's.
Dit toonstelsel is gemaakt als een verbetering van de Pythagoreaanse stemming, door het majeur tertsinterval meer 'in stemming' te brengen. Deze stemming was vooral populair van de 16e tot de 18e eeuw. Händel, onder andere, gebruikte deze stemming.
Deze samengestelde stemming combineert de systemen van Werckmeister en Kirnberger, die op zich verbeteringen van de middentoon- en Pythagoreaanse stemmingen waren. De belangrijkste eigenschap van deze stemming is dat elke toets zijn eigen unieke karakter heeft. De stemming werd op grote schaal gebruikt in de tijd van Bach en Beethoven, en wordt zelfs nu nog vaak gebruikt als er muziek uit een bepaald tijdperk wordt gespeeld op een klavecimbel.
Gebruik deze stemmingen bij het spelen van Arabische muziek.
• Deze instelling heeft geen invloed op de drumkitvoices.
• Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
• Als u met de functie Scale Tune uw eigen stemming hebt gemaakt, wordt '(Edited)' in de display weergegeven (pagina 23).
22
Gebruikershandleiding
Page 23
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Stemmingswaarde (cent)
Note
De grondtoon voor elke stemming instellen
Als de grondtoon wordt gewijzigd, wordt de toonhoogte van het toetsenbord getransponeerd. De oorspronkelijke toonhoogterelatie tussen de noten blijft echter gehandhaafd. Zorg ervoor dat u de juiste grondtoon opgeeft als u een andere stemming dan Gelijkzwevende stemming selecteert. Maak anders een originele stemming met de functie Scale Tune.
Druk op de knop [FUNCTION] en druk net zo vaak op de knoppen CATEGORY [<] en [>] als nodig is om de grondtoon te selecteren. Gebruik de draaiknop om de grondtoon te selecteren uit C, C#, D, Eb, E, F, F#, G, Ab, A, Bb, B.
U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde door gelijktijdig op de knoppen [-/NO] en [+/YES] te drukken.
Elke toon stemmen om een originele stemming te maken
U kunt de afzonderlijke noten in cents stemmen om uw eigen stemming te maken. De term 'cent' verwijst naar één honderdste van een halve toon (d.w.z. 100 cent = 1 halve toon). Volg onderstaande instructies nadat u de juiste grondtoon hebt geselecteerd.
Druk op de knop [FUNCTION] en druk vervolgens net zo vaak op de
1
knoppen CATEGORY [<] en [>] tot Scale Tune is geselecteerd.
Gebruik de draaiknop om de af te stemmen noot te selecteren en druk
2
op de knop [EXECUTE].
De stemmingswaarde is gemarkeerd en u kunt de noot afstemmen.
Gebruik de draaiknop om de noot af te stemmen en druk op de knop
3
[EXECUTE].
Het stemmingsbereik ligt tussen -64 en +63. U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde door gelijktijdig op de knoppen [-/NO] en [+/YES] te drukken.
• Deze instellingen zijn gekoppeld aan de grondtoon. Als de grondtoon van de originele stemming van C wordt gewijzigd in F, schuiven de stemmingswaarden voor de toetsen C–B naar F–E.
Gebruikershandleiding
23
Page 24
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Part (partij)
Herhaal stap 2 en 3 om de overige noten te stemmen.
4
Sla de instellingen hier desgewenst in het registratiegeheugen op
5
(pagina 50).
Een partij voor Scale Tune selecteren
Met de begininstellingen wordt Scale Tune alleen op de hoofd- en dualvoices toegepast, niet op het afspelen van de linkervoice en de stijl. Volg onderstaande instructies als u deze instelling niet alleen op de hoofd- en dualvoices maar ook op het afspelen van de linkervoice of stijl wilt toepassen.
Houd de knop [FUNCTION] langer dan een seconde ingedrukt om
1
de display Scale select te openen.
Druk net zo vaak op de knop CATEGORY [>] als nodig is om Part
2
Select te selecteren.
De partij en status ON/OFF worden weergegeven.
• Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
24
Gebruik de draaiknop om de partij te selecteren en druk op de knop
3
[EXECUTE].
Selecteer de gewenst partij uit hoofd-/dualvoices, linkervoice en stijl. Daarna drukt u op de knop [EXECUTE] zodat het gemarkeerde gebied naar de status ON/OFF wordt verplaatst.
Gebruikershandleiding
Page 25
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
Status ON/OFF
Draai aan de draaiknop om ON (toepassen) of OFF (niet toepassen) te
4
selecteren, en druk op de knop [EXECUTE].
Het gemarkeerde gebied gaat terug naar Part Select. Herhaal stap 3 - 4 zo vaak als gewenst.
Sla de instellingen hier desgewenst in het registratiegeheugen op
5
(pagina 50).
Scale Tune MIDI-berichten toepassen op het keyboardspel
U kunt Scale Tune MIDI-berichten van een extern MIDI-apparaat toepassen op het keyboardspel. Met de standaardinstelling worden MIDI-berichten toegepast op het afspelen van songs. U kunt de instelling echter wijzigen in het keyboardspel door de volgende instructies op te volgen.
Houd de knop [FUNCTION] langer dan een seconde ingedrukt om
1
de display Scale select te openen.
Druk net zo dikwijls op de knop CATEGORY [>] als nodig is om
2
External Scale Tune te selecteren.
Gebruikershandleiding
25
Page 26
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
Status ON/OFF
Verschijnt als de aanslagrespons is ingeschakeld
• Aanslaggevoeligheid, of de mate waarin het volume reageert op de afspeelsterkte, kunt u instellen in de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
OPMERKING
Draai aan de draaiknop om ON (KEYBOARD) te selecteren.
3
Met de standaardinstelling 'OFF' worden MIDI-berichten toegepast op songkanalen 1-16, niet op het keyboardspel. Als u de instelling wijzigt in 'ON (KEYBOARD)', worden MIDI-berichten als volgt toegepast op het keyboardspel: Kanaal 1 = hoofdvoice, Kanaal 2 = dualvoice en Kanaal 3 = linkervoice. De andere kanalen blijven ongewijzigd.

Aanslagrespons ON/OFF

Het toetsenbord van dit instrument is voorzien van een aanslagresponsfunctie waarmee u dynamisch en expressief het niveau van de voices met uw speelsterkte kunt regelen. Soms wilt u echter, afhankelijk van de voice, hetzelfde volume produceren, ongeacht hoe hard of hoe zacht u op het toetsenbord speelt. Druk in dat geval op de knop [TOUCH] om deze functie uit te schakelen. De Aan-/uitstatus van de aanslagresponsfunctie wordt in de hoofddisplay weergegeven.
26
Gebruikershandleiding
Page 27
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
TelnummerMaatsoort
Noemer (de nootwaarde of lengte van één tel)
Langer dan een seconde ingedrukt houden
Te ll e r
(aantal tellen in de
maat)
OPMERKING

De metronoom gebruiken

De metronoom bedienen
De metronoom geeft een klikgeluid, zorgend voor een accurate tempoaanduiding terwijl u oefent, of laat u horen en controleren hoe een bepaald tempo klinkt. Druk op de [METRONOME]-knop om de metronoom te starten. Om de metronoom te stoppen, drukt u nogmaals op de [METRONOME]-knop.
De maatsoort en het tempo instellen
Gewoonlijk worden de maatsoort en het tempo van de metronoom bepaald door de huidige stijl of song. De huidige waarde wordt weergegeven in de linkerhoek van de hoofddisplay. Volg de onderstaande instructies als u het tempo of de maatsoort wilt veranderen.
Houd de [METRONOME]-knop langer dan een seconde ingedrukt.
1
De geselecteerde maatsoort wordt weergegeven. In dit voorbeeld wordt de maatsoort ingesteld op 3/4.
In deze display kunt u de teller instellen.
Selecteer het aantal tellen in de maat met de draaiknop.
2
U hoort de bel op de eerste tel van elke maat en op elke andere tel van de maat klinkt het tikken van de metronoom. U kunt de maatsoort instellen op een waarde tussen 01 en 60. Selecteer 3 voor dit voorbeeld.
• Als u het afspelen van de stijl of song start, verandert de maatsoort van de metronoom in die van de afgespeelde stijl of song.
Gebruikershandleiding
27
Page 28
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
3
4
OPMERKING
Druk eenmaal op de knop CATEGORY [>] om de display Time
3
Signature Denominator weer te geven.
Selecteer een tellengte met behulp van de draaiknop.
4
Selecteer de gewenste lengte voor elke tel: 2, 4, 8 of 16 (halve noot, kwartnoot, achtste noot of 16e noot). Selecteer voor dit voorbeeld 4. De maatsoort moet nu zijn ingesteld op 3/4.
Druk op de [METRONOME]-knop om de instellingen te bevestigen.
Gebruik de TEMPO-knoppen [+] en [-] om het tempo in te stellen.
5
Of druk op een van de TEMPO-knoppen om de tempo-instellingen in de display weer te geven, en stel een waarde in met de draaiknop.
• In de functiedisplay kunt u andere metronoominstellingen opgeven, zoals het volume of het belgeluid.
28
Gebruikershandleiding
Page 29
OPMERKING
Stijlselectiedisplay
De geselecteerde categorie
De geselecteerde stijl
OPMERKING
Het lampje van de knop [ACMP] brandt wanneer de automatische begeleiding is ingeschakeld.
2
Stijlen
Dit instrument bevat een functie voor automatische begeleiding waarmee geschikte 'stijlen' (ritme + bas + akkoordenbegeleiding) worden afgespeeld wanneer u met de linkerhand akkoorden speelt. U kunt kiezen uit een enorm aantal stijlen voor een verscheidenheid aan muziekgenres.
– Ritme en begeleiding spelen –

Een stijl selecteren en spelen

Selecteer en druk op de gewenste Stijlcategorieknop.
1
De stijlselectiedisplay wordt weergegeven. De naam van huidige categorie, het nummer en de naam van de stijl worden gemarkeerd.
• Naast de vooraf ingestelde stijlen kunt u ook uw eigen stijl maken. Raadpleeg het hoofdstuk Style Creator in de naslaggids voor meer informatie.
Selecteer de stijl waarmee u wilt spelen.
2
Kijk naar de geselecteerde stijlnaam en draai aan de draaiknop. De beschikbare stijlen worden geselecteerd en na elkaar weergegeven. Raadpleeg het stijloverzicht in de afzonderlijke datalijst.
Schakel de automatische begeleiding in.
3
Druk op de knop [ACMP]. Door nogmaals op deze knop te drukken, zet u de automatische begeleiding uit.
• Met de knop [EXPANSION/ USER] kunt u de stijlen oproepen die u met de Style Creator hebt gemaakt, of de stijlen die u vanaf een USB­flashgeheugen hebt geladen/geïnstalleerd (pagina 59 en 61.) Raadpleeg de Naslagids voor meer informatie over de Style Creator.
Gebruikershandleiding
29
Page 30
2. Stijlen – Ritme en begeleiding spelen –
OPMERKING
Gedeelte voor
automatische
begeleiding
Splitpunt (F#2)
Het lampje van de knop brandt als Auto Fill In is ingeschakeld.
OPMERKING
Het lampje van de knop [SYNC START] brandt om aan te geven dat Synchro Start is geactiveerd.
Als automatische begeleiding is ingeschakeld…
Wordt het gedeelte links van het splitpunt (F#2) het gedeelte voor automatische begeleiding dat alleen wordt gebruikt voor het aangeven van de begeleidingsakkoorden.
Druk op de knop [AUTO FILL IN] om Auto Fill In in te schakelen.
4
Deze functie is in eerste instantie ingeschakeld.
Druk op de knop [SYNC START] om Synchro Start aan te zetten.
5
Synchro Start
Als Synchro Start is ingeschakeld, kunt u de stijl starten door een willekeurige toets te spelen in het begeleidingsgedeelte van het keyboard. Druk nogmaals op de knop om Sync Start te annuleren of uit te schakelen.
• U kunt het splitpunt wijzigen via de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
• U kunt de stijl starten door in het gewenste tempo op de knop [TEMPO/TAP] te tikken
- 4 keer voor maatsoorten in 4, en drie keer voor maatsoorten in 3. U kunt het tempo tijdens het afspelen van de stijl veranderen door twee keer op de knop te drukken.
• U kunt ook op de knop [START/STOP] drukken om het ritme van de geselecteerde stijl af te spelen. De bas- en akkoordpartijen worden afgespeeld zodra u een toets indrukt in het gedeelte voor automatische begeleiding op het keybo ard.
30
Druk op een van de MAIN VARIATION-knoppen [A]–[D].
6
De geselecteerde Main Variation-knop knippert.
Gebruikershandleiding
Page 31
2. Stijlen – Ritme en begeleiding spelen –
OPMERKING
Splitpunt
Gedeelte voor
automatische
begeleiding
Akkoord
OPMERKING
Druk op een van de INTRO-knoppen [I]–[III].
7
De geselecteerde Intro-knop gaat branden.
Speel een akkoord in het gedeelte voor automatische begeleiding om
8
de Intro-sectie te starten.
Probeer een C majeur-akkoord te spelen. (Zie Akkoorden voor automatische begeleiding spelen op pagina 32.)
• De stijl Baroque Air in de categorie MOVIE & SHOW heeft geen ritmegedeelte, en produceert dus geen ritmegeluid.
Als het afspelen van het intro is voltooid, gaat deze automatisch over in de hoofdvariaties.
Druk op een van de MAIN VARIATION-knoppen [A]–[D].
9
De hoofdvariatie die overeenkomt met de ingedrukte knop wordt na een automatische fill-in afgespeeld.
Druk op een van de ENDING/rit.-knoppen [I]–[III].
10
Hiermee gaat u naar de eindsectie. Als de eindsectie is afgelopen, stopt het afspelen van de stijl automatisch. U kunt de eindsectie geleidelijk laten vertragen (ritardando) door nogmaals op dezelfde [ENDING/rit.]-knop te drukken terwijl de eindsectie wordt afgespeeld.
• U kunt het volume van de stijl aanpassen in de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
31
Page 32
2. Stijlen – Ritme en begeleiding spelen –
Cm
7
C
D
Dm
7
D
E
Em
7
E
Em
7
Fm
7
F
Fm
7
FM
7
Gm
7
G
GM
7
Am
7
A
B
Bm
BM
7
C
Cm
C7Cm
7
Akkoorden voor automatische begeleiding spelen
Gebruikers die niet vertrouwd zijn met akkoorden, kunnen deze handige tabel gebruiken om snel elementaire akkoorden op te zoeken. Akkoorden die door dit instrument worden herkend, worden beschreven in de Naslaggids op de website.
Majeur Mineur Septiem Mineur septiem Majeur septiem
C
Cm
7
geeft de grondtoon aan.
CM
7
Dm
7
C
F
G
A
B
7
Gm
Am
Bm
7
7
7
DM
EM
AM
7
7
7
Gemakkelijke akkoorden
Met deze methode kunt u in het begeleidingsgedeelte van het keyboard met één, twee of drie vingers gemakkelijk akkoorden spelen.
Voor grondtoon 'C'
Een majeurakkoord spelen
Druk op de grondtoon () van het akkoord.
Een mineurakkoord spelen
Speel de grondtoon van het akkoord met de dichtstbijzijnde zwarte toets links ervan.
Een septiemakkoord spelen
Speel de grondtoon van het akkoord met de dichtstbijzijnde witte toets links ervan.
Een mineurseptiemakkoord spelen
Druk de grondtoon van het desbetreffende akkoord in met de dichtstbijzijnde witte en zwarte toets links ervan (drie in totaal).
Type vingerzetting voor akkoorden wijzigen
U kunt het andere type vingerzetting voor akkoorden selecteren, zoals normale akkoorden die willekeurig waar op het keyboard worden gespeeld. U kunt het type vingerzetting voor akkoorden wijzigen in de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
32
Page 33
Synchro Stop
OPMERKING
De stijl wordt afgespeeld als u de toetsen bespeelt
De afspeelstijl stopt als u de toetsen loslaat
OPMERKING
Als het lampje van deze knop brandt, drukt u op de knop om de functie uit te zetten.
2. Stijlen – Ritme en begeleiding spelen –
Als deze functie is geselecteerd, wordt de begeleidingsstijl alleen gespeeld terwijl u akkoorden in het begeleidingsgedeelte van het keyboard ingedrukt houdt. De afspeelstijl stopt als u de toetsen loslaat. Druk op de knop [SYNC STOP] om de functie in te schakelen. Druk nogmaals op de knop om de functie uit te schakelen.
Een stijl selecteren en spelen vanaf USB-flashgeheugen
Stijlen op een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op de USB TO DEVICE­aansluiting, kunnen direct worden geselecteerd en afgespeeld. Als u op de knop [USB] in de stijlmodus (pagina 35) drukt, wordt de naam van de geselecteerde stijl in het USB­flashgeheugen in de display weergegeven. Draai aan de draaiknop om de gewenste stijl te selecteren en speel vervolgens de stijl af door de instructies te volgen op pagina 29–31.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als 'Full Keyboard' in de functiedisplay is geselecteerd als 'Chord Fingering'-parameter.
• Raadpleeg 'Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de [USB TO DEVICE]­aansluiting' op pagina 54 voordat u USB­flashgeheugen gebruikt.
De stijlbestanden moeten worden opgeslagen in de hoofdmap van het USB­flashgeheugen of een map op het eerste/tweede/derde niveau in de hoofdmap. De directory kan worden verplaatst met de CATEGORY-knoppen [<]/[>].
Gebruikershandleiding
33
Page 34
2. Stijlen – Ritme en begeleiding spelen –
of

Het tempo wijzigen

Met de TEMPO-knoppen [+] en [-] kunt u het afspeeltempo voor of tijdens het afspelen naar wens aanpassen. Wanneer het pop-upvenster TEMPO in de display wordt weergegeven, kunt u de waarde ook aanpassen met de draaiknop. Druk de TEMPO-knoppen [-]/[+] gelijktijdig in als u het tempo wilt terugzetten op de standaardwaarde.
U kunt het tempo ook tijdens het spelen wijzigen. Daartoe tikt u twee keer in het gewenste tempo op de knop [TAP TEMPO].

One Touch Setting

Met al die keuzes die op het instrument beschikbaar zijn, is het soms lastig om de ideale voice te selecteren om met een song of stijl af te spelen. De One Touch Setting-functie selecteert automatisch vier voices die het beste passen bij de door u geselecteerde stijl.
Selecteer de gewenste stijl (zie pagina 29) en druk op een van de ONE TOUCH SETTING-knoppen [1]–[4] om de juiste paneelinstellingen op te roepen. Zodra u een akkoord met uw linkerhand speelt, begint de geselecteerde stijl. Druk op een van de ONE TOUCH SETTING-knoppen [1]–[4] en luister naar het resultaat.
Variatiewijziging en OTS (OTS LINK)
Wanneer een van de hoofdvariaties [A]–[D] in een andere hoofdvariatie verandert terwijl OTS LINK is ingeschakeld, verandert het OTS-nummer (1–4) automatisch in overeenstemming met het geselecteerde variatienummer. Druk op de knop [OTS LINK] om de OTS-koppeling in te schakelen.
Gebruikershandleiding
34
Page 35
Songselectiedisplay
Geselecteerde song
Modus Song Modus Style
(aan) (uit)
3

Songs gebruiken

Voor dit instrument verwijst 'song' naar de data waaruit een muziekstuk is opgebouwd. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u songs kunt selecteren en afspelen.

Een song selecteren en beluisteren

Druk op de gewenste Songcategorieknop.
1
De songselectiedisplay wordt weergegeven. Het nummer en de naam van de geselecteerde song zijn gemarkeerd.
[PRESET]: Hier zijn negen presetsongs beschikbaar.
[USER]: Dit geheugen bevat uw opgenomen songs en songs die van een USB-
flashgeheugen zijn geladen of van een computer zijn overgebracht. Zie pagina 59 voor informatie over het laden van songs.
[USB]: Dit bevat songs in een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op de USB TO
DEVICE-aansluiting. Raadpleeg pagina 37 voor meer informatie.
Modus Song en Modus Style
Het instrument heeft twee modi: Song en Style. In de modus Song kunt u songs afspelen, opnemen en bewerken, en in de modus Style kunt u stijlen afspelen en maken. Druk op de knop [SONG MODE] om tussen de twee modi te schakelen. De modus Song heeft de volgende beperkingen:
• Sommige knoppen in het gedeelte Style Control worden Song-gerelateerde knoppen, en andere worden uitgeschakeld.
• U kunt de knop [ACMP] niet inschakelen.
• Stijlen kunnen niet worden afgespeeld.
Selecteer de gewenste song.
2
Gebruik de draaiknop om de songs in volgorde op te roepen in de categorie die in stap 1 is geselecteerd.
Gebruikershandleiding
35
Page 36
3. Songs gebruiken
OPMERKING
Song wordt afgespeeld
REW
Houd deze knop ingedrukt om versneld terug te spoelen naar een eerder punt in de song.
FF
Houd deze knop ingedrukt om versneld vooruit te spoelen naar een later punt in de song.
PAUSE
Druk op deze knop om een song tijdens het afspelen te pauzeren. Druk nogmaals op deze knop als u het afspelen wilt hervatten vanaf het punt waar het is gestopt.
• Deze knoppen kunt u niet gebruiken als u een song afspeelt met de knop [DEMO].
OPMERKING
Ingebouwde songs
001 Guitar Voice demo (Original) 002 Dance Voice demo (Original) 003 Drums Voice demo (Original)
PRESET
USER
USB Songs in een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op het instrument
* Sommige presetsongs zijn ingekort of bewerkt en zijn daarom niet precies hetzelfde als het origineel. * Presetsong 004 wordt in de display weergegeven als 'Score demo' en presetsong 005 wordt weergegeven als 'Lyric demo'.
Beluister de song.
3
Druk op de knop [ ] om het afspelen van de geselecteerde song te starten.
004 Amazing Grace (Traditional) 005 Annie Laurie (Traditional) 006 Latin (Original) 007 Arabic (Original) 008 Bhangra (Original) 009 Wu Lin Hun (Original)
001–005 Gebruikerssongs (songs die u zelf opneemt) 006– Songs die van een USB-flashgeheugen zijn geladen of van een computer
zijn overgebracht
U kunt het afspelen altijd stoppen door nogmaals op de knop [ ] te drukken.
• Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
U kunt afzonderlijke tracks van de song in- en uitschakelen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.

Het tempo wijzigen

Dit is hetzelfde als het veranderen van het Style-tempo. Raadpleeg pagina 34 voor meer informatie.

Snel vooruitspoelen, Snel terugspoelen en Pauze

Deze functies lijken op de knoppen van een cd-speler, waarmee u een song kunt vooruitspoelen [ [r] en onderbreken [o].
f], terugspoelen
36
Gebruikershandleiding
Page 37

De demosong beluisteren

OPMERKING
Als het lampje van deze knop niet brandt, drukt u op de knop om de functie aan te zetten.
Dit instrument bevat een demosong, die een indruk geeft van de diversiteit van de presetvoices.
Druk op de [DEMO]-knop om de demo te starten.
De demodisplays worden in de display weergegeven. Als het einde van de demosong is bereikt, wordt opnieuw begonnen met afspelen.
U kunt het afspelen altijd stoppen door op de knop [DEMO] of [ ] te drukken.
U kunt het doel voor herhaald afspelen ook wijzigen van Demo in andere songs, zoals presetsongs. Houd de knop [DEMO] langer dan een seconde ingedrukt om de selectiedisplay Demo Group op te roepen, en gebruik vervolgens de draaiknop om een groep voor herhaald afspelen uit onderstaande tabel te selecteren. Druk op de knop [DEMO] om het sequentieel afspelen van de songs in de geselecteerde groep te starten.
Demo Demosong
Preset Alle presetsongs
User Alle gebruikerssongs
Download Alle songs die vanaf een computer zijn overgebracht
USB
Alle songs in een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op het instrument.
3. Songs gebruiken

Een song selecteren en spelen vanaf USB-flashgeheugen

Songs in een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op de USB TO DEVICE-aansluiting, kunnen direct worden geselecteerd en afgespeeld. Als u op de knop [USB] in de songmodus (pagina 35) drukt, wordt de naam van de geselecteerde song in het USB­flashgeheugen in de display weergegeven. Draai aan de draaiknop om de gewenste song te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ] om het afspelen te starten.
De songbestanden moeten worden opgeslagen in de hoofdmap van het USB­flashgeheugen of een map op het eerste/tweede/derde niveau in de hoofdmap. De directory kan worden verplaatst met de CATEGORY-knoppen [<]/[>].
• Raadpleeg 'Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een USB TO DEVICE-aansluiting' op pagina 54 voordat u een USB-flashgeheugen gebruikt.
Gebruikershandleiding
37
Page 38
3. Songs gebruiken
OPMERKING
OPMERKING
Enkele notenbalk
Markering Muzieknotatie
van de melodie
Akkoord (Alleen indien opgenomen)
Songteksten (Alleen indien opgenomen)
OPMERKING
OPMERKING
Titel, tekstschrijver, componist van de song

De muzieknotatie weergegeven

Dit instrument kan de muzieknotatie afspelen van songs, zowel van presetsongs als van songs die van een USB­flashgeheugen of een computer zijn geladen.
Selecteer een song.
1
Voer stap 1 en 2 op pagina 35 uit.
Druk op de knop [SCORE] om de muzieknotatie met een enkele
2
notenbalk weer te geven.
De muzieknotatie kan op twee manieren worden weergegeven: met een enkele en met een dubbele notenbalk. U kunt tussen deze weergaven schakelen door op de knop [SCORE] te drukken.
• Als een song veel songteksten bevat, worden deze per maat in twee rijen weergegeven.
• Sommige songteksten of akkoorden kunnen zijn afgekort als de geselecteerde song te veel tekst bevat.
• Kleine noten die moeilijk te lezen zijn, kunt u misschien beter lezen nadat u de kwantiseringsfunctie in de functiedisplay hebt gewijzigd. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
• Bij een dubbele notenbalk worden geen akkoorden of songteksten weergegeven.
Tijdens het afspelen geeft de markering de huidige positie in de muzieknotatie aan.

De songteksten weergeven

Als een song songtekstdata bevat, kunnen de songteksten in de display worden weergegeven.
Selecteer een song.
1
Volg stap 1 en 2 van de procedure die is beschreven op pagina 35. Selecteer hier presetsong 004 of 005.
Druk op de knop [LYRICS].
2
De titel, tekstschrijver en componist van de song worden op de display weergegeven.
Tijdens het afspelen worden de songteksten en akkoorden achtereenvolgens in de display weergegeven.
• Songs die van internet zijn gedownload of commercieel verkrijgbare songbestanden, waaronder songs met de bestandsindeling XF (pagina 6), zijn compatibel met de weergavefunctie voor songteksten mits het gaat om standaard-MIDI­bestanden met songteksten. Bij sommige bestanden is de weergave van songteksten niet mogelijk.
• Als in de weergave van songteksten onleesbare tekens verschijnen, dient u wellicht de displaytaal te wijzigen (pagina 12).
38
Gebruikershandleiding
Page 39
3. Songs gebruiken
AB
Punt A
Punt B
OPMERKING

A-B Repeat

Met deze functie kunt u een sectie van een song opgeven om die herhaald af te spelen. 'A' is hierbij het beginpunt, 'B' het eindpunt. De A-B Repeat-functie is ook erg handig bij het oefenen, wanneer u de functie gebruikt in combinatie met de functies voor weergave van de muzieknotatie van het instrument.
Speel de song af (pagina 35) en druk op de knop [ ] aan het
1
begin van het gedeelte dat u wilt herhalen (punt 'A').
Druk nogmaals op de knop
2
u wilt herhalen (punt 'B').
Na het aftellen, wordt het opgegeven A-B-gedeelte van de song nu
3
herhaaldelijk afgespeeld.
U kunt het herhaald A-B afspelen annuleren door op de knop [ ] te drukken.
[]
aan het eind van het gedeelte dat
• Tijdens het afspelen wordt het huidige maatnummer in de display weergegeven.
• Als u beginpunt 'A' wilt instellen aan het begin van de song, drukt u op de knop [ ] voordat u de song gaat afspelen.
Gebruikershandleiding
39
Page 40
OPMERKING
LET OP
OPMERKING
Opnametrack
Gebruikerssong
4

Uw eigen spel opnemen

U kunt maximaal vijf songs met uw eigen spel opnemen en opslaan als gebruikerssongs 001 tot en met 005. Deze songs kunnen op dezelfde manier worden afgespeeld als de presetsongs. Wanneer uw spel als een gebruikerssong is opgeslagen, kunt u het op een USB­opslagapparaat opslaan (pagina 58).
Opnamedata
Melodiespel en het afspelen van stijlen met akkoord- of sectieveranderingen, kunnen worden opgenomen in een van de 16 tracks van de song.
Opnamemethoden
• Quick Recording.........Start onmiddellijk met het opnemen van het afspelen van stijlen
door op de knop [REC] te drukken. Met deze methode worden tracks 1–3 automatisch ingesteld als melodiepartijen en tracks 9–16 als stijlpartijen. Dit is met name handig bij het opnemen van een nieuwe song.
• Multi Recording.......... Geef het songnummer en de partijen voor de tracks op en start
de opname (pagina 41). Dit handig wanneer u data voor elke track – een voor een – wilt opnemen.

Procedure voor Quick Recording

• Als u alleen de melodietracks opneemt, kunt u een maximum van ongeveer 30.000 noten opnemen.
Activeer de modus Song (pagina 35) en druk op de knop [REC].
1
Het lampje van de knop [REC] brandt en het gebruikerssongnummer voor opname wordt automatisch geselecteerd.
De spelgedeelten zijn als volgt: Tracks [9]–[16] worden ingesteld voor het afspelen van stijlen, en de modus Record Ready wordt standaard ingeschakeld.
Opnametrack Partij opgenomen in elke track
Track 1 Spel van hoofdvoice
Track 2 Spel van linkervoice
Track 3 Spel van dualvoice
Track 9-16 Afspelen van stijl met akkoord-/sectiewijzigingen
Druk op de knop [REC] of [EXIT] als u de opname wilt annuleren. (Het lampje van de knop [REC] wordt uitgeschakeld.)
• Als alle gebruikerssongs opgenomen data bevatten, wordt automatisch gebruikerssong 001 geselecteerd. Als u uw spel opneemt in een song die al data bevat, worden de vorige data door de nieuwe data gewist.
• U kunt het opgenomen gebruikerssongnummer handmatig selecteren als u dit selecteert voordat u op de [REC]-knop drukt.
Gebruikershandleiding
40
Page 41
Bespeel het toetsenbord om de opname te starten.
of
LET OP
OPMERKING
Geen tracknummer ….. No data.
Tracknummer zonder rand ….. track bevat data, maar wordt gedempt.
Tracknummer met rand ….. track bevat data en wordt niet gedempt.
2
Stop de opname door op de knop [ ] of [REC] te drukken.
3
Druk op de knop [+/YES] om de opgenomen song op te slaan.
4
Als de opname is gestopt, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de song wilt opslaan. Druk op de knop [+/YES] als u de song wilt opslaan, of op de knop [-/NO] als u de song niet wilt opslaan. Als op de knop [+/YES] wordt gedrukt, wordt de song als een MIDI-bestand opgeslagen in de gebruikerssong die in stap 1 is geselecteerd. Tracknummers die opgenomen data bevatten, worden aangegeven met omkaderde rechthoeken.
4. Uw eigen spel opnemen
• Probeer nooit het instrument uit te zetten als het bericht 'Writing!' in de display wordt weergegeven. Hierdoor kunnen opgenomen data verloren gaan.
• Het bericht waarin u wordt gevraagd of u de song wilt opslaan, verschijnt nogmaals wanneer u een andere song selecteert zonder de vorige op te slaan. Als u de song wilt opslaan, drukt u op de knop [+/YES]. Druk anders op de knop [-/NO].
Druk op de knop [ ] als u de opgenomen song wilt afspelen.
5

Procedure voor Multi Track Recording (Meersporig opnemen)

Druk op de knop [USER] en gebruik vervolgens de draaiknop om
1
het nummer te selecteren van de gebruikerssong (001-005) waarin u wilt opnemen.
Druk op de knop [EXIT] om naar de hoofddisplay terug te keren.
2
Wijs vervolgens de partij (style, main, dual en left) aan elke opnametrack toe.
Gebruikershandleiding
41
Page 42
4. Uw eigen spel opnemen
LET OP
OPMERKING
Drukken en vasthouden
ACMP (stijlpartij) is ingesteld op modus Record Ready.
Druk onmiddellijk
OPMERKING
Drukken en vasthouden
De MAIN-partij is aan track 1 toegewezen.
Druk onmiddellijk
De stijlpartij toewijzen
Als u het afspelen van de stijl wilt opnemen, houdt u de knop [REC] ingedrukt en drukt u onmiddellijk op de knop [ACMP]. In het paneel gaan de knoppen [REC] en [ACMP] branden en begint de knop [START/STOP] te knipperen om aan te geven dat de modus Record Ready is geactiveerd met automatische begeleiding ingeschakeld. In de display is de REC-indicator gemarkeerd om aan te geven dat de stijlpartij voor opname wordt toegewezen aan tracks 9–16.
Voer dezelfde handeling nogmaals uit als u deze status wilt annuleren.
De melodiepartij toewijzen (MAIN, DUAL en LEFT)
Als de knop [ACMP] is ingeschakeld:
Houd de knop [REC] ingedrukt en druk onmiddellijk op een van de SONG Track­knoppen [1]–[8] om de display PART ASSIGN weer te geven. Druk herhaaldelijk op dezelfde Track-knop terwijl u de knop [REC] ingedrukt houdt. De indicatie in het
trackvak verandert als volgt: MAIN DUAL LEFT (leeg) MAIN ... .
Wijs hier de MAIN-partij toe aan de ingedrukte track.
• Als u de partij toewijst aan een track die data bevat, worden de vorige data tijdens de opname gewist.
• Zodra de opname is gestart, kunt u de knop [ACMP] niet meer in- of uitschakelen.
• De partij kan maar aan een enkele track worden toegewezen.
42
Voer dezelfde handeling uit om de partijen MAIN, DUAL en LEFT aan de respectievelijke andere tracks toe te wijzen.
Als de knop [ACMP] is uitgeschakeld:
Druk in de hoofddisplay op de knop [REGIST/PART [MIXER]] tot de gewenste trackgroep ('TR1-8' of 'TR9-16') in de rechterbenedenhoek van de display is gemarkeerd.
Daarna voert u dezelfde handeling uit als die bij 'Als de knop [ACMP] is ingeschakeld:' hierboven.
Gebruikershandleiding
Page 43
Bespeel het toetsenbord om de opname te starten.
OPMERKING
Startpunt opname
Huidig maatnummer
OPMERKING
of
LET OP
OPMERKING
OPMERKING
3
U kunt het opnemen ook starten door op de knop [ ] te drukken om alleen het ritme af te spelen. Als de opname wordt gestart, keert de display automatisch naar de hoofddisplay terug en wordt het huidige maatnummer weergegeven.
Stop de opname door op de knop [ ] of [REC] te drukken.
4
Als de opname stopt, wordt het huidige maatnummer weer ingesteld op 001 en verschijnt op de display een kader rond de nummers van de tracks waarop u hebt opgenomen. Het lampje van de overeenkomstige trackknop brandt groen. Er verschijnt een bericht dat u vraagt of u het opslaan van de data wilt bevestigen.
4. Uw eigen spel opnemen
• Als het songgeheugen vol raakt, wordt een bericht in de display weergegeven en wordt de opname gestopt. Verwijder in dat geval overbodige songdata met Song Clear (pagina 44) of Track Clear (pagina 45) en start de opname vervolgens opnieuw.
• Als u op een van de ENDING/rit.-knoppen [I]-[III] drukt tijdens het opnemen van de ACMP-track, stopt de opname zodra het eindgedeelte het einde heeft bereikt.
Druk op de knop [+/YES] om de opgenomen song op te slaan.
5
Druk op de knop [+/YES] als u de song wilt opslaan, of op de knop [-/NO] als u de song niet wilt opslaan. Als op de knop [+/YES] wordt gedrukt, wordt de song als een MIDI-bestand opgeslagen in de gebruikerssong die in stap 1 is geselecteerd.
Andere tracks opnemen
Herhaal stap 2 tot en met 5 om op te nemen op de overige tracks. Tijdens het opnemen kunt u de eerder opgenomen tracks beluisteren. Nummers van eerder opgenomen tracks worden weergegeven in een kader. U kunt reeds opgenomen tracks ook dempen (de gedempte tracks verschijnen niet op de display) door tijdens het opnemen van nieuwe tracks op de juiste knoppen [1/9]–[8/16] te drukken.
De opname opnieuw uitvoeren
Selecteer gewoon de track waarop u opnieuw wilt opnemen. Het nieuwe opgenomen materiaal overschrijft de vorige data.
Druk op de knop [ ] als u de opgenomen song wilt afspelen.
6
Als u de song bij wijze van back-up in een USB-flashgeheugen wilt
opslaan, raadpleegt u pagina 58.
• Probeer nooit het instrument uit te zetten als het bericht 'Writing!' in de display wordt weergegeven. Hierdoor kunnen opgenomen data verloren gaan.
• Het bericht waarin u wordt gevraagd of u de song wilt opslaan, verschijnt nogmaals als u een andere song selecteert zonder de vorige op te slaan. Als u de song wilt opslaan, drukt u op de knop [+/YES]. Druk anders op de knop [-/NO].
• Het stijlnummer, het stijlvolume en de maatsoort worden alleen boven aan de song opgenomen. Ze kunnen niet halverwege een song worden opgenomen.
Gebruikershandleiding
43
Page 44
4. Uw eigen spel opnemen
OPMERKING
Langer dan een seconde ingedrukt houden
Drukken en vasthouden

Song Clear: Gebruikerssongs verwijderen

Met deze functie wist u een hele gebruikerssong (alle tracks).
Druk op de knop [USER] en draai aan de draaiknop om de
1
gebruikerssong (001 t/m 005) te selecteren die u wilt wissen.
Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
Druk terwijl u de TRACK-knop [8/16] ingedrukt houdt langer dan een
2
seconde op de TRACK-knop [1/9].
• Als u een bepaalde track wilt wissen, raadpleegt u de Track wissen-functie op pagina 45.
U wordt gevraagd het wissen te bevestigen. Druk op [-/NO] om de Song Clear­functie te annuleren. Als het bericht niet wordt weergegeven, drukt u op de knop [REGIST/PART[MIXER]] om 'TR 1-8' of 'TR 9-16' op te roepen. Probeer stap 2 dan opnieuw uit te voeren.
Druk op de [+/YES]-knop om de song te wissen.
3
Terwijl de song wordt gewist, verschijnt kort het bericht op de display dat de Song Clear-functie wordt uitgevoerd.
Songs kunnen ook op de volgende manier worden gewist.
1 Druk op de [FILE MENU]-knop. 2 Druk op de categorieknoppen [<] en [>] tot 'User Delete' wordt weergegeven. 3 Draai aan de draaiknop om een song te selecteren. 4 Druk op de knop [EXECUTE].
U wordt gevraagd dit te bevestigen.
5 Druk op de [+/YES]-knop om de song te wissen.
44
Gebruikershandleiding
Page 45
4. Uw eigen spel opnemen
Houd langer dan een seconde ingedrukt.

Track Clear: Een bepaalde track van een gebruikerssong verwijderen

Met deze functie kunt u een bepaalde track van een gebruikerssong verwijderen.
Druk op de knop [USER] en draai aan de draaiknop om de gewenste
1
song (001 t/m 005) te selecteren. Druk vervolgens op de knop [EXIT] om naar de hoofddisplay terug te gaan.
Druk enkele keren op de knop [REGIST/PART [MIXER]] om het
2
gewenste item, 'TR 1-8' of 'TR 9-16', op te roepen.
Houd de gewenste trackknop ([1/9] t/m [8/16]) langer dan een seconde
3
ingedrukt.
U wordt gevraagd het wissen te bevestigen. Druk op [-/NO] om de Track Clear­functie te annuleren.
Druk op de knop [+/YES] om de track te wissen.
4
Terwijl de track wordt gewist, verschijnt kort het bericht in de display dat de trackwisfunctie wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding
45
Page 46
OPMERKING
OPMERKING
Splitpunt
5

Spelen met behulp van de muziekdatabank

Als u muziek in uw favoriete stijl wilt spelen, maar niet weet hoe u de beste voice en stijl selecteert voor het type muziek dat u wilt spelen, kunt u de juiste stijl in de muziekdatabase selecteren. De paneelinstellingen worden automatisch aangepast aan de ideale combinatie van sounds en stijl!
Druk op de knop [MDB].
1
De Music Database-selectiedisplay wordt weergegeven. De naam van de momenteel geselecteerde categorie, en het nummer en de naam van de geselecteerde MDB zijn gemarkeerd.
Selecteer de muziekdatabase die past bij de gewenste muziekstijl of
2
het type muziek dat u wilt spelen.
Raadpleeg het muziekdatabaseoverzicht in de afzonderlijke datalijst en gebruik de draaiknop om een muziekdatabase te selecteren. Selecteer een muziekdatabase die past bij de song die u wilt spelen.
• MDB-bestanden (Muziekdatabase) op of geladen van een USB­flashgeheugen dat op het instrument is aangesloten, kunnen op dezelfde manier worden gebruikt en geselecteerd als de interne muziekdatabases. Zie pagina 59 voor instructies voor het laden van bestanden.
46
Speel met uw linkerhand de akkoorden en met uw rechterhand de
3
melodie.
Wanneer u met uw linkerhand links van het splitpunt een akkoord aanslaat, wordt het afspelen van de stijl gestart (pagina 30). Raadpleeg pagina 32 voor informatie over het spelen van akkoorden.
Druk op de knop [ ] om het afspelen te stoppen.
4
Gebruikershandleiding
• U kunt nu de toegewezen voice en stijl controleren door op de [EXIT]-knop te drukken, waardoor u naar de hoofddisplay terugkeert.
Page 47
Paramete r
ON/OFF-status en de parameterwaarde voor elke track
Waarde
Huidig
tracknummer
Als track 1-8 zijn geselecteerd
Als track 9-16 zijn geselecteerd
6

Mixer

Dit instrument is voorzien van een Mixer-functie waarmee u de aan-/uit-instellingen voor elke track kunt regelen, of tijdens het afspelen van een song of stijl de instellingen voor Volume, Pan, Reverb Level en Chorus Level voor elke track kunt aanpassen. Door deze parameters te bewerken, kunt u het karakter van de song of stijl wijzigen. Tracks [1]–[16] kunnen voor het afspelen van een song worden ingesteld en [9]–[16] voor het afspelen van een stijl.
Selecteer de stijl of song.
1
Houd de knop [REGIST/PART [MIXER]] langer dan een seconde
2
ingedrukt zodat de Mixer-display verschijnt.
De huidige track en de waarde van de track worden gemarkeerd in de display. In dit voorbeeld is Track 1 geselecteerd, ingesteld op ON en het volume is ingesteld op 110.
Druk in de songmodus op de knop [REGIST/PART [MIXER]] om de
3
gewenste trackgroep (1-8 of 9-16) te selecteren.
Met de knop schakelt u tussen track 1-8 en 9-16. In stijlmodus worden automatisch track 9-16 geselecteerd.
Selecteer de gewenste track door op de corresponderende knop te
4
drukken.
5
Stel de status ON/OFF van de geselecteerde track in.
Druk op de Track-knop waarop u in stap 4 hebt gedrukt om te schakelen tussen ON (groen) en OFF.
Gebruikershandleiding
47
Page 48
6. Mixer
OPMERKING
OPMERKING
Selecteer de gewenste parameter met de CATEGORY-knoppen [<] en
6
[
>
] en verander de parameterwaarde met de draaiknop.
Vo lu m e Hiermee stelt u het gedeeltevolume in. Bereik: 0–127
Pan Hiermee stelt u de panpositie in. Bereik: 0–64–127
Reverb Level Hiermee stelt u de reverbdiepte in. Bereik: 0–127
Chorus Level Hiermee stelt u het chorusniveau in. Bereik: 0–127
Herhaal indien nodig stap 4-6 om andere tracks in te stellen.
7
Sla de instellingen hier op als stijldata of songdata.
8
U kunt het USB-flashgeheugen of het interne geheugen als opslagbestemming selecteren. Als u wilt opslaan in het USB-flashgeheugen, sluit u het USB­flashgeheugen aan op de USB TO DEVICE-aansluiting.
• U kunt de instellingen in de presetsong niet opslaan.
1 Druk op de knop [EXECUTE] om de display STYLE CREATOR of de display
SONG EDIT te openen en de data op te slaan.
2 Selecteer de opslagbestemming.
Als u op de knop [USB] drukt, schakelt u de opslagbestemming tussen het USB­flashgeheugen en het intern geheugen. Als u in het USB-flashgeheugen wilt opslaan, selecteert u Save To USB. Als u in het intern geheugen wilt opslaan, selecteert u Save To USER in de display. Er wordt automatisch een standaardbestandsnaam gemaakt.
3 Druk op de knop [EXECUTE].
4 (Alleen in de display SONG EDIT) Verander de bestandsnaam als dat nodig is en
druk nogmaals op de knop [EXECUTE]. Raadpleeg stap 4 op pagina 57 voor instructies over naamgeving.
5 Druk op de knop [+/YES] om de opslaghandeling uit te voeren.
Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
9
• Raadpleeg het hoofdstuk Style Creator of Song Edit in de Naslaggids voor meer informatie.
48
Gebruikershandleiding
Page 49
8 banken
Geheugen 1 Geheugen 2 Geheugen 3 Geheugen 4 Geheugen 5 Geheugen 6 Geheugen 7 Geheugen 8
In de modus Song
(pagina 35)
In de modus Style
(pagina 35)
7

Uw favoriete paneelinstellingen opslaan

Met de functie Registratiegeheugen kunt u uw favoriete paneelinstellingen opslaan zodat u ze gemakkelijk kunt terughalen wanneer dat nodig is. U kunt maximaal 64 volledige instellingen (8 banken van 8 instellingen per bank) opslaan.
Druk wanneer u Registratiegeheugen gebruikt herhaaldelijk op de knop [REGIST/PART [MIXER]] tot 'REGIST' in de rechterbovenhoek van de hoofddisplay is gemarkeerd. Nu kunt u de acht knoppen in het midden van het paneel als registratiegeheugenknoppen gebruiken.
De kleur wordt gebruikt om de huidige status van het afzonderlijke registratiegeheugen [1] – [8] aan te geven.
• Licht niet op............. Bevat geen data.
• Groen verlicht .......... Bevat data en is niet geselecteerd.
• Rood verlicht............ Bevat data en is geselecteerd.
Paneelinstellingen die kunnen worden opgeslagen in het registratiegeheugen
• Stijlinstellingen*
Style number, Auto Accompaniment ON/OFF, Split Point, Sections, Style Volume, Chord Fingering, Reverb Type, Chorus Type
•Tempo
• Voice-instellingen
Instellingen hoofdvoice: Voice number, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, DSP Level,
Dry Level
Instellingen dualvoice: Dual ON/ OFF, Voice number, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level,
DSP Level, Dry Level
Instellingen linkervoice: Left ON/OFF, Voice number, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level,
DSP Level, Dry Level Harmonie-instellingen: Harmony ON/OFF, Harmony Type, Harmony Volume Sustain ON/OFF, DSP ON/OFF, DSP Type, Pitch Bend Range, Upper Octave
• Transpose (transponeren)
• Stemming
Scale, Scale Tune, Base Note, Part Select
* De stijlinstellingen Style number, Auto Accompaniment ON/OFF, Sections, Style Volume en Chord Fingering
kunnen niet worden opgeslagen en opnieuw worden opgehaald in de modus Song.
Gebruikershandleiding
49
Page 50
7. Uw favoriete paneelinstellingen opslaan
OPMERKING
Banknummer
LET OP
OPMERKING
Banknummer

De paneelinstellingen onthouden

Geef de gewenste paneelinstellingen op (pagina 49).
1
Druk op de REGIST BANK-knoppen [-]/[+] om de gewenste bank te
2
selecteren.
De display REGIST wordt weergegeven zoals hieronder wordt geïllustreerd. U kunt de waarden wijzigen met de draaiknop.
Druk terwijl u de knop [MEMORY] ingedrukt houdt, op een van de niet
3
brandende registratiegeheugenknoppen [1]–[8].
Wanneer de REGIST in de hoofddisplay is gemarkeerd, brandt de ingedrukte knop in het rood om aan te geven dat de paneelinstellingen zijn opgeslagen.
• De paneelinstellingen kunnen niet worden opgeslagen tijdens het afspelen van songs.
• Als u op de verlichte knop drukt die al data bevat, worden de vorige data door de nieuwe data vervan gen.
• Schakel het apparaat niet uit tijdens deze handeling. Anders kunnen de data beschadigd raken of verloren gaan.

Opgeslagen paneelinstellingen terugroepen

Druk in de hoofddisplay herhaaldelijk op de knop [REGIST/PART
1
[MIXER]] tot 'REGIST' is gemarkeerd (pagina 49).
Druk op de REGIST BANK-knoppen [-]/[+] om de gewenste bank te
2
selecteren.
De display REGIST wordt weergegeven zoals hieronder wordt geïllustreerd. U kunt de waarden wijzigen met de draaiknop.
• U kunt de registratiegeheugendata (64 instellingen) als back-up in het USB-flashgeheugen opslaan.
Gebruikershandleiding
50
Page 51
7. Uw favoriete paneelinstellingen opslaan
OPMERKING
Langer dan een seconde ingedrukt houden
Druk op een van de in het groen brandende REGISTRATION MEMORY-
3
knoppen [1–8].
De kleur van de ingedrukte knop verandert van groen in rood om aan te geven dat de opgeslagen paneelinstellingen zijn opgeroepen.
Het terughalen van specifieke items uitschakelen (Freeze)
Het Registration Memory laat u alle paneelinstellingen die u hebt gemaakt, terugroepen met een enkele druk op de knop. Het kan echter voorkomen dat u wilt dat bepaalde items niet veranderen, zelfs als u een andere Registration Memory-setup kiest. U kunt bijvoorbeeld de voice- of effectinstellingen om willen schakelen, terwijl u de begeleidingsstijl wilt handhaven. Hier komt de functie Freeze van pas. Deze zorgt ervoor dat de instellingen van bepaalde items gehandhaafd blijven, zelfs als u andere Registration Memory-knoppen selecteert.
Selecteer het item dat u wilt blokkeren.
1
Houd de knop [FREEZE] langer dan een seconde ingedrukt om de display Freeze Group Setting te openen. Gebruik de draaiknop om het gewenste item te selecteren uit Style, Voice, Tempo, Transpose of Scale, en druk op de knop [EXECUTE]. De aan/uit-status wordt gemarkeerd zodat u deze kunt wijzigen.
• De instelling Harmony ON/OFF kan niet worden teruggeroepen of wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld als het type Chord Fingering is ingesteld op 'FullKeyboard'.
Selecteer ON.
2
Selecteer ON voor het item dat u niet wilt terughalen of OFF als u het wel wilt terughalen. Druk vervolgens op de knop [EXECUTE]. Aangezien het item opnieuw wordt gemarkeerd voor selectie, herhaalt u stap 1–2 (indien nodig) of drukt u op de knop [EXIT] om naar de hoofddisplay terug te gaan.
Zet de Freeze-functie aan door op de knop [FREEZE] te drukken.
3
Gebruikershandleiding
51
Page 52
7. Uw favoriete paneelinstellingen opslaan
Banknummer
Langer dan een seconde ingedrukt houden

Registration Clear: Het specifieke registratiegeheugen verwijderen

Druk in de hoofddisplay herhaaldelijk op de knop [REGIST/PART
1
[MIXER]] tot 'REGIST' is gemarkeerd (pagina 49).
Druk op de REGIST BANK-knoppen [-]/[+] om de gewenste bank te
2
selecteren.
De display REGIST wordt weergegeven zoals hieronder wordt geïllustreerd. U kunt de waarden wijzigen met de draaiknop.
Houd een van de brandende REGISTRATION MEMORY-knoppen [1–8]
3
ingedrukt.
U wordt gevraagd dit te bevestigen.
Druk in dit bericht op de knop [-/NO] als u de wisbewerking wilt annuleren.
Druk op de knop [+/YES] als u het registratiegeheugen wilt wissen dat
4
u in stap 3 hebt geselecteerd.
Terwijl het registratiegeheugen wordt gewist, verschijnt kort het bericht in de display dat de wisfunctie wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding
52
Page 53
OPMERKING
OPMERKING
LET OP
8

Initialisatie

Back-updata en geheugendata

Van de volgende instellingen wordt altijd een back-up gemaakt; deze blijven zelfs behouden als de stroom uitvalt. Als u de instellingen wilt initialiseren (de fabrieksinstellingen herstellen), gebruikt u de initialisatiebewerking 'Initialization' die hieronder wordt beschreven.
Back-upgegevens
• Registratiegeheugen
• Auto Fill In On/Off
• Touch ON/OFF
• Sustain ON/OFF
• Opslagbestemming in de displays STYLE CREATOR/SONG EDIT
• De volgende parameters worden in de Function-display weergegeven: Tuning, Split point, Touch sensitivity, TG mode, Style volume, Song volume, Metronome volume, Demo cancel, Language, Master EQ type, Chord fingering, Auto Power Off, Freeze, Demo Group, Demo Play Mode
• U kunt de back-updata op uw computer opslaan met behulp van de MSD­soft ware (Musicsoft Downloader). Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Geheugendata
• Gebruikerssong (opnamen van uw eigen spel of songs die van een extern apparaat zijn geladen of overgebracht)
• Gebruikersstijl (gemaakt met de functie Style Creator of stijlen die van een extern apparaat zijn geladen of overgebracht)
• Gebruikersmuziekdatabase (geladen of overgebracht van een extern apparaat)

Initialisatie

Met deze functie wist u alle back-updata of geheugendata onafhankelijk van elkaar en herstelt u de standaardinstellingen. U kunt de volgende initialisatieprocedures gebruiken. Uitbreidingsinhoud die is overgebracht naar het interne flashgeheugen door het uitbreidingspakket te installeren, kan niet met deze functie worden verwijderd.
Back-up wissen
Als u back-updata wilt wissen, zet u het instrument aan door op de schakelaar [ ] (STANDBY/ON) te drukken terwijl u de hoogste witte toets op het toetsenbord ingedrukt houdt.
Memory Clear
Als u geheugendata wilt wissen, zet u het instrument aan door op de schakelaar [ ] (STANDBY/ ON) te drukken terwijl u de hoogste witte toets op het toetsenbord en de drie hoogste zwarte toetsen ingedrukt houdt.
• De taalinstelling kan niet worden teruggezet op de standaardinstelling. De taal kunt u wijzigen in de display Function (pagina 12).
• Als u de Clear-functie uitvoert, worden ook alle gebruikerssongs, gebruikersstijlen of gebruikersmuziekdatabases gewist die u hebt gekocht. Zorg ervoor dat alle belangrijke data zijn opgeslagen op een USB­flashgeheugen of een computer.
Gebruikershandleiding
53
Page 54
LET OP
LET OP
LET OP
9

USB-flashgeheugen gebruiken

Wanneer op de USB TO DEVICE-aansluiting van dit instrument een USB-opslagapparaat wordt aangesloten, kunnen de gebruikerssongs en gebruikersstijlen die op het instrument zijn gemaakt en opgeslagen instellingen afzonderlijke worden opgeslagen op of worden geladen van het apparaat.
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de [USB TO DEVICE]­aansluiting
Dit instrument heeft een ingebouwde [USB TO DEVICE]-aansluiting. Ga voorzichtig om met het USB­apparaat tijdens het aansluiten op deze aansluiting. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
OPMERKING
• Zie de gebruiksaanwijzing bij het USB-apparaat voor meer informatie over het omgaan met USB-apparaten.
Compatibele USB-apparaten
• USB-opslagapparaten (flashgeheugen enz.)
Het instrument ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle commercieel beschikbare USB-apparaten. Yamaha kan de werking niet garanderen van USB-apparaten die u aanschaft. Ga voordat u een USB-apparaat aanschaft voor gebruik met dit instrument naar de volgende webpagina:
http://download.yamaha.com/
OPMERKING
• Andere USB-apparaten zoals een computertoetsenbord of muis kunnen niet worden gebruikt.
USB-apparaat aansluiten
• Gebruik een kabel van maximaal drie meter wanneer u een USB-kabel aansluit.
• Zorg als u een USB-apparaat aansluit op de [USB TO DEVICE]-aansluiting, dat u de juiste aansluiting op het apparaat gebruikt en in de juiste richting aansluit.
• Hoewel het instrument de USB 1.1-standaard ondersteunt,
kunt u ook een USB 2.0-opslagapparaat aansluiten en gebruiken met het instrument. De overdrachtssnelheid is in dit geval echter wel die van USB 1.1.
USB-opslagapparaten gebruiken
Als u het instrument aansluit op een USB­opslagapparaat, kunt u het aangesloten apparaat gebruiken voor zowel het opslaan van de door u gemaakte gegevens als het lezen van opgeslagen gegevens.
Het nummer van het te gebruiken
USB-opslagapparaat
Er kan één USB-opslagapparaat worden aangesloten op de [USB TO DEVICE]-aansluiting.
USB-opslagmedia formatteren
Als een USB-opslagapparaat wordt aangesloten of als er een medium wordt geplaatst, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd het apparaat/ medium te formatteren. Als dat gebeurt, voert u de Format-handeling uit (pagina 56).
• Door te formatteren, worden alle bestaande gegevens overschreven. Zorg dat het medium dat u formatteert geen belangrijke gegevens bevat.
Uw gegevens beveiligen (schrijfbeveiliging)
Gebruik de schrijfbeveiliging van het opslagapparaat of -medium om te voorkomen dat belangrijke gegevens onopzettelijk worden gewist. Als u gegevens op het USB-opslagapparaat wilt opslaan, moet schrijfbeveiliging zijn uitgeschakeld.
USB-opslagapparaat aansluiten/verwijderen
Controleer voordat u het medium van het apparaat verwijdert of het instrument geen data gebruikt (zoals bij het opslaan, verwijderen en formatteren).
• Vermijd het snel achter elkaar aan-/uitzetten van het USB­opslagapparaat of het te vaak aansluiten/loskoppelen van het apparaat. Als u dit toch doet, loopt u het risico dat het instrument vastloopt. Haal de USB-aansluiting NIET los, verwijder de media NIET uit het apparaat en schakel de apparaten NIET uit terwijl het instrument gegevens gebruikt (bijvoorbeeld tijdens opslaan, verwijderen, laden en formatteren) of terwijl het USB-opslagapparaat wordt gekoppeld (meteen na het aansluiten). Als u dit toch doet, kunnen de gegevens op een of beide apparaten beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
54
Page 55

Display File Control

CONNECT
OPMERKING
OPMERKING
9. USB-flashgeheugen gebruiken
USB-flashgeheugenbewerkingen, zoals opslaan en laden, kunnen worden uitgevoerd vanuit de display FILE CONTROL.
Sluit een USB-flashgeheugen aan op
1
de USB TO DEVICE-aansluiting en let daarbij op de juiste richting.
Controleer of het bericht 'CONNECT' in de
2
rechterbovenhoek van de hoofddisplay wordt weergegeven.
Druk op de knop [FILE MENU] om de
3
display FILE CONTROL weer te geven.
Als de bestandsbesturingsfuncties worden geopend wanneer een niet-geformatteerd USB-flashgeheugen op het instrument is aangesloten, wordt automatisch de functie 'Format' geselecteerd. Formatteer een USB-flashgeheugen door de instructies op pagina 56 te volgen.
Voer naar wens handelingen uit als
4
opslaan en laden.
Raadpleeg pagina 56–60 voor details.
Soms wordt een bericht (informatie- of bevestigingsdialoog) op de display weergegeven om de bediening te vergemakkelijken. Zie het onderdeel Berichten op pagina 67 voor een uitleg van elk bericht.
• Er wordt geen geluid voortgebracht wanneer u op het keyboard speelt terwijl de display FILE CONTROL zichtbaar is. In deze toestand zijn ook alleen knoppen actief die verband houden met de bestandsfuncties.
• U kunt de display FILE CONTROL in de volgende gevallen niet openen:
• Tijdens het afspelen of opnemen van een stijl of song
• Wanneer 'CONNECT' niet in de hoofddisplay wordt
weergegeven, ook al is een USB-flashgeheugen aangesloten op de USB TO DEVICE-aansluiting.
Gebruikershandleiding
55
Page 56
9. USB-flashgeheugen gebruiken
LET OP
LET OP
OPMERKING

USB flashgeheugen formatteren

Een nieuw USB-flashgeheugen moet worden geformatteerd voordat het door dit instrument kan worden gebruikt.
• Als u een USB-flashgeheugenapparaat formatteert waarop al data staan, worden al deze data verwijderd. Zorg dat u geen belangrijke data verwijdert als u de formatteerfunctie gebruikt.
Roep de display FILE CONTROL op
1
(pagina 55).
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om 'USB Format' te selecteren.
U wordt om bevestiging gevraagd.
Wanneer de handeling is voltooid,
5
wordt kort het bericht 'Completed' weergegeven en keert u terug naar de display van stap 2. Druk op de knop [EXIT] om de display FILE CONTROL af te sluiten.
• Als het USB-flashgeheugen met schrijfbeveiliging is uitgerust, verschijnt op de display een overeenkomstig bericht. U kunt de handeling dan niet uitvoeren.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt om
3
bevestiging gevraagd.
U kunt in dit bericht op de knop [-/NO] drukken als u de handeling wilt annuleren.
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE] of
4
op de knop [+/YES] als u de formattering wilt uitvoeren.
• Nadat op de display het bericht is verschenen dat het formatteren is gestart, kan het formatteren niet meer worden geannuleerd. Schakel de stroom tijdens deze bewerking niet uit en verwijder ook het USB­flashgeheugen niet. Als u dit doet, kunnen de data beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
56
Page 57

In het registratiegeheugen opslaan

Regist Save
OPMERKING
Cursor links
Cursor rechts
Teken verwijderen
Tekens selecteren
Cursor
LET OP
OPMERKING
OPMERKING
Alle 64 instellingen die in het registratiegeheugen zijn opgeslagen, kunnen als een enkel bestand (extensie: usr) in het USB-flashgeheugen worden opgeslagen.
Zorg ervoor dat een geformatteerd USB-
1
flashgeheugen op de juiste wijze is aangesloten op de USB TO DEVICE­aansluiting en roep vervolgens de display FILE CONTROL op (pagina 55).
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om 'Regist Save' te selecteren.
Er wordt automatisch een standaardbestandsnaam gemaakt.
9. USB-flashgeheugen gebruiken
Druk op de knop [EXECUTE].
5
U wordt om bevestiging gevraagd. U kunt het proces voor het opslaan in dit bericht annuleren door op de knop [-/NO] te drukken.
Een bestaand bestand overschrijven
Als u een bestand wilt overschrijven dat al in het USB-flashgeheugen staat, selecteert u het bestand met de draaiknop of de knoppen [-/NO] en [+/YES] en gaat u verder met stap 5.
• Als er onvoldoende capaciteit in het USB­flashgeheugen over is, wordt een bericht op de display weergegeven en kunt u de data niet opslaan. Wis overbodige bestanden uit het USB-flashgeheugen om meer geheugen beschikbaar te maken (pagina 60).
Druk op de knop [EXECUTE].
3
Onder het eerste teken van de bestandsnaam verschijnt een cursor.
Verander de bestandsnaam indien nodig.
4
• Met de knop [1] verplaatst u de cursor naar links en met de knop [2] verplaatst u de cursor naar rechts.
• Selecteer met de draaiknop een teken voor de
• Met de knop [8] kunt u het teken op de locatie van
huidige locatie van de cursor.
de cursor verwijderen.
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE] of
6
op de knop [+/YES] als u het opslaan wilt uitvoeren.
• Hoe lang het opslaan duurt, is afhankelijk van de staat van het USB-flashgeheugen. Schakel tijdens dit proces de stroom niet uit en verwijder ook het USB­flashgeheugen niet, zelfs niet als het erg lang duurt. Als u dit doet, kunnen de data beschadigd raken.
• Als u een bestaande bestandsnaam opgeeft, wordt u om bevestiging gevraagd. Druk op [EXECUTE] of [+/YES] als het bestand mag worden overschreven, of op [-/NO] om te annuleren.
Wanneer de handeling is voltooid,
7
wordt kort het bericht 'Completed' weergegeven en keert u terug naar de display van stap 2. Druk op de knop [EXIT] om de display FILE CONTROL af te sluiten.
Het registratiegeheugenbestand wordt in de map USER FILE in het USB-flashgeheugen opgeslagen.
• Voer de laadbewerking uit (pagina 59) als u het registratiegeheugenbestand in het USB-flashgeheugen op het instrument wilt terughalen.
Gebruikershandleiding
57
Page 58
9. USB-flashgeheugen gebruiken
De naam van de brongebruikerssong
Cursor
De naam van het bestand dat u wilt opslaan
LET OP
OPMERKING
OPMERKING

Een gebruikerssong of -stijl opslaan

Met deze bewerking slaat u een van de gebruikerssongs (001–005) als een SMF-bestand (extensie: mid) of een van de gebruikersstijlen als een als stijlbestand opgemaakt bestand (extensie: sty) op.
Wat is SMF (Standard MIDI File)?
De SMF-indeling (Standard MIDI File) is een van de meest gebruikte en meest compatibele sequence­indelingen die worden gebruikt voor het opslaan van sequencedata. Er zijn twee versies: Format 0 en Format 1. Een groot aantal MIDI-apparaten is compatibel met SMF Format 0 en de meeste in de handel verkrijgbare MIDI-sequencedata worden in SMF Format 0 geleverd.
Zorg ervoor dat een geformatteerd USB-
1
flashgeheugen op de juiste wijze is aangesloten op de USB TO DEVICE­aansluiting en roep vervolgens de display FILE CONTROL op (pagina 55).
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om User Song Save of User Style Save te selecteren.
Het bronbestand - de naam van een gebruikerssong of –stijl in het instrument - wordt gemarkeerd.
Druk op de knop [EXECUTE].
5
Onder het eerste teken van de bestandsnaam verschijnt een cursor.
Verander de doelbestandsnaam indien
6
nodig.
Raadpleeg stap op pagina 57 voor meer informatie.
Druk op de knop [EXECUTE].
7
U wordt om bevestiging gevraagd. U kunt het proces voor het opslaan in dit bericht annuleren door op de knop [-/NO] te drukken.
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE] of
8
op de knop [+/YES] als u het opslaan wilt uitvoeren.
Selecteer met behulp van de draaiknop de
3
brongebruikerssong of -stijl.
Druk tegelijkertijd op de knoppen [+/YES] en [-/NO] om de eerste gebruikerssong of -stijl te selecteren.
Druk op de knop [EXECUTE].
4
De doelsong of -stijl wordt gemarkeerd met dezelfde naam als die van de bron.
Een bestaand bestand overschrijven
Als u een bestand wilt overschrijven dat al in het USB-flashgeheugen bestaat, selecteert u het bestand met de draaiknop of de knoppen [-/NO] en [+/YES] en gaat u verder met stap 7.
• Hoe lang het opslaan duurt, is afhankelijk van de staat van het USB-flashgeheugen. Schakel tijdens dit proces de stroom niet uit en verwijder ook het USB­flashgeheugen niet, zelfs niet als het erg lang duurt. Als u dit doet, kunnen de data beschadigd raken.
Wanneer de handeling is voltooid,
9
wordt kort het bericht 'Completed' weergegeven en keert u terug naar de display van stap 2. Druk op de knop [EXIT] om de display FILE CONTROL af te sluiten.
Het bestand wordt opgeslagen in de map USER FILE in het USB-flashgeheugen.
• Als u een bestaande bestandsnaam opgeeft, wordt u om bevestiging gevraagd. Druk op [EXECUTE] of [+/YES] als het bestand mag worden overschreven, of op [-/NO] om te annuleren.
• Voer de laadbewerking uit (pagina 59) als u de gebruikerssong of –stijl die in het USB-flashgeheugen is opgeslagen, wilt terughalen op het instrument.
Gebruikershandleiding
58
Page 59

Bestand laden

LET OP
Geselecteerd bestand
LET OP
OPMERKING
9. USB-flashgeheugen gebruiken
Registratiebestanden (extensie: usr), stijlbestanden (extensie: sty), songbestanden (extensie: mid) en MDB­bestanden (extensie: MFD) die zijn opgeslagen in de map USER FILE van het USB-flashgeheugen, kunnen afzonderlijk naar het instrument worden geladen.
• Als de bestandsnaam al in het interne geheugen van het instrument bestaat, wordt het bestand overschreven en gewist. Door het registratiebestand te laden, worden alle bestaande 64 instellingen gewist. Onthoud dit wanneer u een bestand laadt.
Zorg ervoor dat een geformatteerd USB-
1
flashgeheugen is aangesloten op de USB TO DEVICE-aansluiting en roep vervolgens de display FILE CONTROL op (pagina 55).
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om 'Load' te selecteren.
Wanneer de handeling is voltooid,
6
wordt kort het bericht 'Completed' weergegeven en keert u terug naar de display van stap 2. Druk op de knop [EXIT] om de display FILE CONTROL af te sluiten.
Controleer of het bestand correct is
7
geladen.
• Als een registratiebestand is geladen, drukt u op een van de registratiegeheugenknoppen om de paneelinstellingen terug te halen.
• Als een muziekdatabasebestand is geladen u op de knop [MDB] en controleert u of de naam van het geladen bestand op de display wordt weergegeven.
• Als een songbestand is geladen knop [USER] en controleert u of de naam van het geladen bestand op de display wordt weergegeven.
• Als een stijlbestand is geladen [EXPANSION/USER] in het gedeelte STYLE en controleert u of de naam van het geladen bestand aan de display is toegevoegd.
• Als u een song of stijl laadt, dient u in te stellen of het DSP Effect wordt gebruikt voor het toetsenbordspel of voor het afspelen van de song of stijl. Dit is omdat het DSP Effect maar voor een van de partijen kan worden gebruikt. Stel de parameter TG Mode op de display Function in.
, drukt u op de
, drukt u op de knop
, drukt
Gebruik de draaiknop om het bestand te
3
selecteren (registratie-, stijl-, song- of MDB-bestand) dat u wilt laden.
Druk op de knop [EXECUTE].
4
U wordt om bevestiging gevraagd. U kunt het laden in dit bericht annuleren door op de knop [-/NO] te drukken.
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE] of
5
op de knop [+/YES] als u het laden wilt uitvoeren.
• Nadat op de display het bericht is verschenen dat het laden is gestart, kan het laden niet meer worden geannuleerd. Schakel de stroom tijdens deze bewerking niet uit en verwijder ook het USB­flashgeheugen niet. Als u dit toch doet, kunnen de data op het apparaat beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
59
Page 60
9. USB-flashgeheugen gebruiken
LET OP
OPMERKING

Data van een USB-flashgeheugen wissen

Met deze procedure verwijdert u registratiebestanden, songbestanden en stijlbestanden uit het USB­flashgeheugen. De bestanden die u wilt verwijderen, moeten in de map USER FILES van het USB­flashgeheugen staan.
Zorg ervoor dat een geformatteerd USB-
1
flashgeheugen is aangesloten op de USB TO DEVICE-aansluiting en roep vervolgens de display FILE CONTROL op (pagina 55).
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om 'USB Delete' te selecteren.
Wanneer de handeling is voltooid,
6
wordt kort het bericht 'Completed' weergegeven en keert u terug naar de display van stap 2. Druk op de knop [EXIT] om de display FILE CONTROL af te sluiten.
• Als het USB-flashgeheugen met schrijfbeveiliging is uitgerust, verschijnt op de display een overeenkomstig bericht. U kunt de handeling dan niet uitvoeren.
User Delete
Met deze procedure verwijdert u de geselecteerde gebruikerssongs, gebruikersstijlen en gebruikersmuziekdatabases uit het interne geheugen van het instrument.
1 Druk op de [FILE MENU]-knop. 2 Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>] om
'User Delete' te selecteren.
3 Volg de bovenstaande procedure vanaf stap 3.
Selecteer het bestand dat u wilt
3
verwijderen.
Druk tegelijkertijd op de knoppen [+/YES] en [-/NO] om de eerste song of het eerste registratiebestand in het USB-flashgeheugen te selecteren.
Druk op de knop [EXECUTE].
4
U wordt om bevestiging gevraagd. U kunt de verwijdering in dit bericht annuleren door op de knop [-/NO] te drukken.
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE] of
5
op de knop [+/YES] als u de verwijdering wilt uitvoeren.
• Nadat op de display het bericht is verschenen dat het verwijderen is gestart, kan het verwijderen niet meer worden geannuleerd. Schakel de stroom tijdens deze bewerking niet uit en verwijder ook het USB-flashgeheugen niet. Als u dit doet, kunnen de data beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
60
Page 61
LET OP
10
Voices en stijlen uitbreiden
(Installeren in de uitbreidingscategorie)
Door een Expansion Pack (uitbreidingspakket) (extensie: yep) te installeren, kunt u diverse optionele voices en stijlen aan elke uitbreidingscategorie toevoegen. U kunt de geïnstalleerde voices en stijlen als presetvoices en – stijlen selecteren zodat u uw muziekspel en creatieve mogelijkheden kunt uitbreiden. U kunt uitbreidingspakketten als sample downloaden via de pagina PSR-S650 op de website van Yamaha (http://www.yamaha.com/). Afhankelijk van uw landinstellingen zijn er mogelijk uitbreidingspakketten beschikbaar om voices en stijlen uit te breiden die uniek of eigen zijn voor uw landinstellingen.
• Door een uitbreidingspakket te installeren, wist u bestaande uitbreidingspakketdata in het instrument. We raden u daarom aan om een kopie van de uitbreidingspakketdata te bewaren in een afzonderlijk USB-flashgeheugen of een computer.
OPMERKING
• Het te installeren uitbreidingspakket moet in de map USER FILES van het USB-flashgeheugen staan.
OPMERKING
• U kunt geen gecodeerde uitbreidingspakketten, uitbreidingspakketten groter dan circa 16 MB of pakketten voor andere instrumenten dan de PSR-S650 gebruiken.
Zorg ervoor dat een geformatteerd USB-
1
flashgeheugen is aangesloten op de USB TO DEVICE-aansluiting en roep vervolgens de display FILE CONTROL op (pagina 55).
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om 'Expansion Pack Installation' te selecteren.
Druk op de knop [EXECUTE].
4
U wordt om bevestiging gevraagd. U kunt het verwijderen van de installatie in dit bericht annuleren door op de knop [-/NO] te drukken.
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE] of
5
op de knop [+/YES] als u de installatie wilt uitvoeren.
Tijdens de installatie van het uitbreidingspakket wordt in een pop-upvenster de voortgang weergegeven.
Wanneer de installatie is voltooid,
6
verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd het instrument uit en weer aan te zetten. Schakel het apparaat uit en weer in.
Druk in het gedeelte VOICE op de knop
7
[EXPANSION], selecteer de geïnstalleerde voice en bespeel het toetsenbord.
Druk in het gedeelte STYLE op de knop
8
[EXPANSION/USER], selecteer de geïnstalleerde stijl en speel de geselecteerde stijl.
Informatie over song-, stijl of registratiegeheugen inclusief uitbreidingsvoices en -stijlen
Omdat door de installatie van het uitbreidingspakket alle bestaande voices en stijlen in de uitbreidingscategorie worden gewist, dient u rekening te houden met de volgende aandachtspunten.
Gebruik de draaiknop om het
3
uitbreidingspakket te selecteren dat u wilt installeren.
Druk op de knop [START/STOP] om de informatie over het geselecteerde bestand te bevestigen. Druk na de bevestiging op de knop [EXIT] om terug te keren naar de display van stap 2.
• Alle gebruikerssong/-stijldata die gebruikmaken van de eerdere uitbreidingsvoices, produceren onverwachte geluiden.
• Onverwachte voices en stijlen worden opgeroepen of er worden geen data opgeroepen uit het registratiegeheugen dat u met eerdere uitbreidingsvoices of –stijlen hebt gemaakt.
• Alle gebruikerssongs die gebruikmaken van de eerdere uitbreidingsvoices of –stijlen, produceren onverwachte geluiden.
Vanwege bovengenoemde punten moet u ervoor zorgen dat u de naam van het geïnstalleerde uitbreidingspakket registreert wanneer u met uitbreidingsvoices en –stijlen originele data, bijvoorbeeld gebruikerssongs, maakt.
Gebruikershandleiding
61
Page 62
10. Voices en stijlen uitbreiden (Installeren in de uitbreidingscategorie)
LET OP
Bevestig de informatie van het uitbreidingspakket
U kunt de informatie van het geïnstalleerde uitbreidingspakket op de display bevestigen.
Druk op de [FILE MENU]-knop.
1
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om 'Expansion Pack Information' te selecteren.
Druk op de knop [EXECUTE] of de knop
3
[START/STOP] om de informatie over het uitbreidingspakket op te roepen.
De uitbreidingsvoice of –stijl verwijderen
Met deze handeling verwijdert u alle geïnstalleerde voices of stijlen uit de uitbreidingscategorie en initialiseert u het desbetreffende geheugengebied.
• Gebruikerssongs, -stijlen en registratiegeheugen die gebruikmaken van de vorige uitbreidingsinhoud, zullen onverwachte geluiden produceren.
Druk op de [FILE MENU]-knop.
1
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>]
2
om 'Expansion Pack Uninstallation' te selecteren.
Druk op de knop [EXECUTE].
3
U wordt om bevestiging gevraagd. U kunt de installatie in dit bericht annuleren door op de knop [-/NO] te drukken.
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE] of
4
de knop [+/YES] om de verwijdering van de installatie te starten.
Wanneer de installatie is verwijderd,
5
verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd het instrument uit en weer aan te zetten. Schakel het apparaat uit en weer in.
Wanneer het instrument wordt ingeschakeld, wordt het geïnstalleerde gebied teruggezet op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Gebruikershandleiding
62
Page 63
Computer
USB-kabel
USB TO HOST-aansluiting
Instrument
OPMERKING
LET OP
11

Aansluiten op een computer

Door het instrument via een USB-kabel op een computer aan te sluiten, beschikt u over de volgende handige mogelijkheden:
• De speldata van het instrument kunnen met DAW­software op de computer worden opgenomen, en de speldata van de computer kunnen op het instrument worden afgespeeld aangezien u dankzij de verbinding MIDI-berichten met een computer kunt uitwisselen.
• Song- en stijlbestanden kunnen tussen de computer en het instrument worden overgebracht met de toepassing Musicsoft Downloader. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaardinterface die overal ter wereld wordt gebruikt voor communicatie tussen elektronische muziekinstrumenten en muziekapparaten of computers.
Er zijn twee manieren om het instrument op een computer aan te sluiten:
Met de functie die in het besturingssysteem van
uw computer is opgenomen
Het instrument gebruikt de algemene MIDI-functie van het besturingssysteem van uw computer. U hoeft dus geen speciaal stuurprogramma te installeren.
Besturingssysteem: Windows XP Professional (SP3)/XP Home Edition (SP3), Windows Vista, Windows 7, Mac OS X versie
10.5–10.6.x
Zet het instrument uit en vervolgens
1
weer aan.
Sluit eventuele geopende softwaretoepassingen op de computer af.
Sluit het instrument via een USB-kabel aan
2
op de computer.
Zet het instrument aan.
3
De computer wordt automatisch zo ingesteld dat MIDI-communicatie met het instrument is ingeschakeld.
Yamaha Standard USB-MIDI-stuurprogramma
gebruiken
Als datacommunicatie instabiel is of als er problemen optreden nadat u bovenstaande instructies hebt uitgevoerd, downloadt u het Yamaha Standard USB­MIDI-stuurprogramma via de volgende URL en installeert u het op de computer.
http://download.yamaha.com/
Voor instructies bij de installatie raadpleegt u de installatiehandleiding die in het bestandspakket is meegeleverd.
Besturingssysteem: Ga naar bovenstaande URL voor meer informatie over het besturingsprogramma voor het Yamaha Standard USB-MIDI-stuurprogramma.
• MIDI-instellingen, zoals de instelling Local Control on/off of de instellingen voor de MIDI-verzend- of ontvangstkanalen kunt u in de display Function opgeven. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB TO HOST-aansluiting
Neem de volgende punten in acht als u de computer aansluit op de USB TO HOST-aansluiting. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer vastloopt en dat gegevens worden beschadigd of verloren gaan. Als de computer of het instrument vastloopt, start u de toepassingssoftware of het besturingssysteem van de computer opnieuw op of schakelt u het instrument uit en weer in.
• Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet langer is dan ongeveer 3 meter.
• Voordat u de computer aansluit op de USB TO HOST-aansluiting, haalt u de computer uit eventuele energiebesparende modi (zoals de sluimerstand, de slaapstand of stand-by).
• Voordat u het instrument inschakelt, verbindt u de computer met de USB TO HOST-aansluiting.
• Ga als volgt te werk voordat u het instrument aan-/uitzet, of de USB-kabel verbindt met of loskoppelt van de USB TO HOST-aansluiting.
• Sluit eventuele geopende softwaretoepassingen op de
computer af.
• Zorg dat er geen data door het instrument worden
verzonden. (Er worden alleen data verzonden als er noten op het keyboard worden gespeeld of als er een song wordt afgespeeld.)
• Als er een computer op het instrument is aangesloten, wacht u minimaal zes seconden tussen deze handelingen: (1) het uitzetten en vervolgens weer aanzetten van het instrument of (2) het aansluiten en vervolgens weer loshalen van de USB-kabel en andersom.
MIDI-setup
U kunt de MIDI-instellingen afzonderlijke opgeven in de categorie MIDI van de display Function. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
63
Page 64
Appendix

Appendix

Problemen oplossen

Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Het instrument wordt onverwacht uitgeschakeld.
Als het instrument wordt aan- of uitgezet, is er kort een ploppend geluid te horen.
Bij gebruik van een mobiele telefoon worden er bijgeluiden geproduceerd.
Er is geen geluid, zelfs niet als het keyboard wordt bespeeld of als er een song of stijl wordt afgespeeld.
De stijl of de song worden niet afgespeeld wanneer er op de knop [START/STOP] wordt gedrukt.
De stijl klinkt niet zoals het hoort.
Er wordt geen ritmebegeleiding afgespeeld als u op de [START/STOP]-knop drukt nadat de stijl Baroque Air in de categorie MOVIE & SHOW is geselecteerd.
Niet alle voices lijken te horen, of het geluid wordt afgekapt.
De voetschakelaar (voor sustain) lijkt precies omgekeerd te werken. Indrukken van de voetschakelaar kapt bijvoorbeeld het geluid af en loslaten geeft juist sustain aan de geluiden.
Het geluid van de voice klinkt iets anders van noot tot noot.
De Demo-display wordt in het Japans aangegeven en/of er staan Japanse lettertekens in de displaymededelingen.
De ACMP-aanduiding verschijnt niet wanneer op de [ACMP]-knop wordt gedrukt.
Er is geen harmoniegeluid.
Het bericht 'OVER CURRENT' wordt weergegeven en het USB-apparaat reageert niet.
Dit is normaal en de automatische uitschakelfunctie is mogelijk geactiveerd (pagina 10). Schakel desgewenst automatische uitschakelfunctie uit.
Dit is normaal en geeft aan dat het instrument elektrische stroom ontvangt.
Als een mobiele telefoon in de onmiddellijke nabijheid van het instrument wordt gebruikt, kan dit storing veroorzaken. Om dit te voorkomen, kunt u de mobiele telefoon uitschakelen of deze verder uit de buurt van het instrument gebruiken.
Controleer of er niets op de PHONES/OUTPUT-aansluiting op het achterpaneel is aangesloten. Als er een hoofdtelefoon op deze aansluiting is aangesloten, komt er geen geluid uit de luidsprekers.
Is Local Control uitgeschakeld? Controleer of Local Control in de display Function is ingesteld op ON.
Is de display FILE CONTROL zichtbaar? Als dat het geval is, brengt het keyboard van het instrument enz. geen geluid voort. Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
Is External Clock uitgeschakeld? Controleer of External Clock in de display Function is ingesteld op OFF.
Controleer of Style Volume in de display Function op een geschikt niveau is ingesteld.
Is het splitpunt ingesteld op de juiste toets voor de akkoorden die u speelt? Stel het splitpunt in de display Function in op de juiste toets.
Brandt het lampje van de [ACMP]-knop? Als dit niet het geval is, drukt u op de [ACMP]-knop zodat het lampje gaat branden.
Dit is geen fout. De stijl Baroque Air heeft geen ritmepartij, dus is er geen ritmegeluid voor deze stijl. Daarnaast heeft deze stijl geen Fill-In-gedeelte. De andere partijen worden afgespeeld zodra u een begeleidingsakkoord speelt.
Het instrument is polyfoon tot maximaal 64 noten. Als de dualvoice of splitvoice wordt gebruikt en er tegelijkertijd een song of stijl wordt afgespeeld, kunnen sommige noten worden weggelaten of worden 'gestolen' van de begeleiding of de song.
De polariteit van de voetschakelaar is omgedraaid. Zorg dat het pedaal juist is aangesloten op de SUSTAIN-aansluiting vóór u het instrument aanzet.
Dit is normaal. De AWM-klankopwekkingsmethode gebruikt meerdere opnamen (samples) van een instrument over het hele keyboard. De voice kan dus iets anders klinken van noot tot noot.
Zorg dat de taalinstelling in de display Function op English is ingesteld. (Zie pagina 12)
Druk altijd eerst op de gewenste stijlcategorieknop wanneer u een stijlfunctie gaat gebruiken.
De werking van de harmonie-effecten (01-26) is afhankelijk van hun type. Type 01-10 en 13 werken als het afspelen van de stijl aan staat, er akkoorden worden gespeeld in het begeleidingsbereik van het keyboard en er een melodie wordt gespeeld in het rechterhandbereik. Type 15-26 werken ongeacht of het afspelen van de stijl aan of uit staat. Voor type 23-26 moet u twee noten tegelijk spelen.
Communicatie met het USB-apparaat is afgebroken omdat er te veel spanning op het USB-apparaat staat. Koppel het apparaat los van de USB TO DEVICE-aansluiting en zet het instrument uit en weer aan.
Gebruikershandleiding
64
Page 65
Appendix

Overzicht van paneelknoppen

Hieronder vindt u een overzicht van de knoppen en regelaars op het paneel en de corresponderende displays die u hiermee oproept. Getallen aan de linkerkant komen overeen met die in Bedieningspaneel en aansluitingen (pagina 8). geeft aan dat de referentiehandleiding (kan worden gedownload van de website) gedetailleerde informatie bevat.
*Langer dan een
Nr. Knop-/con troller-
[ ] (Standby/On) switch
q
MASTER VOLUME control
w
[DEMO] button
e
[SONG MODE] button
r
SONG buttons
[PRESET] SONG SELECT - PRESET 35 [USER] SONG SELECT - USER 35
t
[SCORE] Score of the current Song 38 [LYRICS] LYRICS 38
[USB] button
y
[REC] button
u
STYLE buttons
i
[POP & ROCK]–[EXPANSION/USER] STYLE SELECT 29
STYLE CONTROL buttons
[OTS LINK] —34 [AUTO FILL IN] —30
[ACMP]
INTRO [I]–[III] —31
o
MAIN VARIATION [A]–[D] 31 ENDING/rit. [I]–[III] —31 [SYNC STOP] —33 [SYNC START] —30 [START/STOP] —30
SONG CONTROL buttons
[r] —36 [f] —36
!0
[] —39 [o] —36 [] —36
TRANSPOSE buttons
!1
METRONOME buttons
!2
TEMPO buttons
[+] and [-] TEMPO 34
!3
[TAP TEMPO] TEMPO 34
REGISTRATION MEMORY-related buttons
REGIST BANK [-] and [+] 50
!4
[FREEZE]
[MEMORY] —50
REGISTRATION MEMORY/SONG Track/STYLE Track buttons
[REGIST/PART [MIXER]]
!5
REGISTRATION MEMORY [1]–[8]/STYLE Track/ SONG Track [1/9]–[8/16]
Display and related controls
[EXIT] MAIN 13 Dial —14
!6
[-/NO] and [+/YES] —14 CATEGORY [<] and [>] buttons 14 [EXECUTE] —15
[MDB] button
!7
[FILE MENU] button
!8
+ CATEGORY [>] FILE CONTROL - Load 59 + CATEGORY [>] FILE CONTROL - Regist Save 57 + CATEGORY [>] FILE CONTROL - Song Save 58 + CATEGORY [ + CATEGORY [ + CATEGORY [>] FILE CONTROL - User Delete 60 + CATEGORY [>] FILE CONTROL - Expansion Pack Installation 61 + CATEGORY [ + CATEGORY [
seconde
ingedrukt
houden
*
*
*
*
*
*
>
] FILE CONTROL - Style Save 58
>
] FILE CONTROL - USB Delete 60
>
] FILE CONTROL - Expansion Pack Uninstallation 62
>
] FILE CONTROL - Expansion Pack Information 62
*
Display die met de knop wordt geopend Pagina Naslaggids
MAIN 11
DEMO display 37 FUNCTION - DEMO - Demo Group 37
SONG SELECT - USB
(als [SONG MODE] is ingeschakeld)
STYLE SELECT - USB
(als [SONG MODE] is uitgeschakeld)
MAIN
(als [SONG MODE] is ingeschakeld)
STYLE CREATOR
(als [SONG MODE] is uitgeschakeld)
SONG EDIT
(als [SONG MODE] is ingeschakeld)
FUNCTION - OVERALL - Chord Fingering
TRANSPOSE 20
FUNCTION - METRONOME - Time Signature 27
FUNCTION - REGIST FREEZE 51
In de modus Song:
REGIST  TR 1-8  TR 9-16  REGIST  …
In de modus Style:
REGIST  ACMP. TR  REGIST  …
MIXER 47
MDB SELECT 46
FILE CONTROL - USB Format 55, 56
FILE CONTROL - Expansion Pack Installation (Als het USB-flashgeheugen is aangesloten)
—11
—35
—29
—27
—51
—49
Gebruikershandleiding
37
33
40
49
61
   
65
Page 66
Appendix
Nr. Knop-/controller-
[FUNCTION] button
!9
ONE TOUCH SETTING buttons
@0
VOICE buttons
@1
[PIANO]–[EXPANSION] VOICE SELECT (MAIN) 16
VOICE CONTROL buttons
[LEFT] —17
[DUAL] —17
[HARMONY] —19
@2
[TOUCH] —26
[SUSTAIN] —19 [DSP] —19
UPPER OCTAVE buttons
@3
PITCH BEND wheel
@4
*Langer dan een seconde
ingedrukt
houden
+ CATEGORY [>] FUNCTION - VOLUME - Song Volume — + CATEGORY [>] FUNCTION - OVERALL - Tuning 21 + CATEGORY [>] FUNCTION - OVERALL - Pitch Bend Range 20 + CATEGORY [>] FUNCTION - OVERALL - Split Point — + CATEGORY [>] FUNCTION - OVERALL - Touch Sensitivity 26 + CATEGORY [>] FUNCTION - OVERALL - Chord Fingering — + CATEGORY [>] FUNCTION - SCALE TUNE - Scale 22 + CATEGORY [>] FUNCTION - SCALE TUNE - Base Note 23 + CATEGORY [>] FUNCTION - SCALE TUNE - Scale Tune 23 + CATEGORY [>] FUNCTION - SCALE TUNE - Part Select 24 + CATEGORY [>] FUNCTION - SCALE TUNE - External Scale Tune 25 + CATEGORY [>] FUNCTION - REGIST FREEZE - Freeze Group Setting 51 + CATEGORY [>] FUNCTION - MAIN VOICE - Main Volume — + CATEGORY [>] FUNCTION - MAIN VOICE - Main Octave — + CATEGORY [>] FUNCTION - MAIN VOICE - Main Pan — + CATEGORY [>] FUNCTION - MAIN VOICE - Main Reverb Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - MAIN VOICE - Main Chorus Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - MAIN VOICE - Main DSP Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - MAIN VOICE - Main Dry Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - DUAL VOICE - Dual Volume — + CATEGORY [>] FUNCTION - DUAL VOICE - Dual Octave — + CATEGORY [>] FUNCTION - DUAL VOICE - Dual Pan — + CATEGORY [>] FUNCTION - DUAL VOICE - Dual Reverb Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - DUAL VOICE - Dual Chorus Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - DUAL VOICE - Dual DSP Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - DUAL VOICE - Dual Dry Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - LEFT VOICE - Left Volume — + CATEGORY [>] FUNCTION - LEFT VOICE - Left Octave — + CATEGORY [>] FUNCTION - LEFT VOICE - Left Pan — + CATEGORY [>] FUNCTION - LE FT VOICE - Left Reverb Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - LEFT VOICE - Left Chorus Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - LEFT VOICE - Left DSP Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - LEFT VOICE - Left Dry Level — + CATEGORY [>] FUNCTION - EFFECT - Reverb Type — + CATEGORY [>] FUNCTION - EFFECT - Chorus Type — + CATEGORY [>] FUNCTION - EFFECT - DSP Type — + CATEGORY [>] FUNCTION - EFFECT - Master EQ Type 11 + CATEGORY [>] FUNCTION - HARMONY - Harmony Type — + CATEGORY [>] FUNCTION - HARMONY - Harmony Volume — + CATEGORY [>] FUNCTION - PC - PC Mode — + CATEGORY [>] FUNCTION - MIDI - Local — + CATEGORY [>] FUNCTION - MIDI - External Clock — + CATEGORY [>] FUNCTION - MIDI - Keyboard Out — + CATEGORY [>] FUNCTION - MIDI - Style Out — + CATEGORY [>] FUNCTION - MIDI - Song Out — + CATEGORY [>] FUNCTION - MIDI - Initial Setup — + CATEGORY [>] FUNCTION - METRONOME - Time Signature Numerator 27 + CATEGORY [>] FUNCTION - METRONOME - Time Signature Denominator 28 + CATEGORY [>] FUNCTION - METRONOME - Bell — + CATEGORY [>] FUNCTION - METRONOME - Metronome Volume — + CATEGORY [>] FUNCTION - SCORE - Quantize — + CATEGORY [>] FUNCTION - SCORE - Right Part — + CATEGORY [>] FUNCTION - SCORE - Left Part — + CATEGORY [>] FUNCTION - DEMO - Demo Group — + CATEGORY [>] FUNCTION - DEMO - Demo Play Mode — + CATEGORY [>] FUNCTION - DEMO - Demo Cancel — + CATEGORY [>] FUNCTION - UTILITY - TG Mode — + CATEGORY [>] FUNCTION - UTILITY - Auto Power off — + CATEGORY [>] FUNCTION - LANGUAGE - Language
*
*
*
*
*
*
Display die met de knop wordt geopend Pagina Naslaggids
FUNCTION - VOLUME - Style Volume
FUNCTION - SCALE TUNE - SCALE 22
—34
VOICE SELECT (LEFT) 17
VOIC E SE LEC T (D UAL) 17
FUNCTION - HARMONY - Harmony Type
FUNCTION - OVERALL - Touch Sensitivity
FUNCTION - EFFECT - DSP Type
UPPER OCTAVE 20
—20
                                                           
Gebruikershandleiding
66
Page 67
Appendix

Berichten

Bericht Beschrijving
Opening
Access Error! De back-updata zijn niet correct teruggehaald toen het instrument werd aangezet.
Algemeen
Access Error!
Media is not inserted.
Media is not inserted. Please connect the USB flash memory to the USB TO DEVICE terminal, or change the save destination to internal memory.
Mounting USB device.
The media is not formatted. Geeft aan dat het aangebrachte medium niet is geformatteerd.
The media is write-protected.
Media capacity is full.
There are too many files.
The limit of the media has been reached.
Data Error!
This function is not available now.
Style Creator
Do you clear original data?
NOTICE Internal memory capacity may not be large enough. (Delete unwanted style data to make more memory available if necessary.) Remaining xxxKB
Internal memory capacity is not large enough to save data.
Not enough memory for recording.
The style cannot be used. De stijl kan niet worden gebruikt om de bronstijl niet correct is geladen.
Songopname
Memory Full Wordt weergegeven als het interne geheugen vol raakt tijdens de opname.
Song afspelen
File too large. Loading is impossible.
Song bewerken
Do you want to edit the song? Internal memory capacity may not be large enough. (Delete unwanted data to make more memory available if necessary.) Remaining xxxKB
Geeft de fout aan bij het lezen of schrijven van/naar het medium, het USB­flashgeheugen of het interne flashgeheugen.
Wordt weergegeven wanneer men toegang probeert te krijgen tot het medium terwijl het niet aanwezig is.
Wordt weergegeven wanneer men toegang probeert te krijgen tot het medium terwijl het niet aanwezig is.
Geeft aan dat de media momenteel onbeschikbaar zijn omdat het instrument bezig is met het herkennen van de media.
Geeft aan dat het medium dat is aangebracht, niet kan worden beschreven omdat het daartegen beveiligd is. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor overschrijven voordat u het medium gebruikt.
Wordt weergegeven wanneer de gegevens niet kunnen worden opgeslagen omdat het mediageheugen vol is.
Geeft aan dat de data niet kunnen worden opgeslagen omdat het totale aantal bestanden de capaciteit overschrijdt.
Geeft aan dat de data niet kunnen worden opgeslagen omdat de structuur van de map/directory te gecompliceerd is geworden.
Wordt weergegeven wanneer de song, de stijl of het uitbreidingspakket ongeldige data bevat of wanneer de informatie van het uitbreidingspakket vanwege de taalinstelling onbruikbaar is.
Geeft aan dat de opgegeven functie niet beschikbaar is omdat het instrument een andere taak uitvoert.
In dit bericht wordt u gevraagd of u zelf een geheel nieuwe stijl wilt maken. Druk op de knop [+/YES] als dat het geval is en druk anders op de knop [-/NO].
Er is te weinig interne geheugencapaciteit om de stijl te maken.
Stijl kan niet worden opgeslagen omdat er te weinig ruimte is in het interne geheugen.
Er kan geen extra stijl worden opgenomen omdat er te weinig ruimte is in het interne geheugen.
Geeft aan dat de data niet konden worden geladen omdat de bestandsdata te groot zijn.
Er is te weinig interne geheugencapaciteit om de song op te slaan.
Gebruikershandleiding
67
Page 68
Appendix
Bericht Beschrijving
Notatie
The song data is too large to be converted to notation.
The notation cannot be displayed, since this song is not allowed to display the notation.
Bestandsbesturing
Since the media is in use now, this function is not available.
File is not found. Geeft aan dat er geen bestand is.
Save data is not found. Wordt weergegeven wanneer de data die moeten worden opgeslagen, niet bestaan.
File information area is not large enough.
Data was not found.
Hoofddisplay
OVER CURRENT
MIDI-ontvangst
MIDI receive buffer overflow.
Geeft aan dat de muzieknotatie niet kan worden weergegeven omdat de songdata te groot zijn.
De notatie kan niet worden weergegeven omdat de song de weergave van de notatie niet toestaat.
Geeft aan dat de bestandsbesturingsfunctie op dat moment niet beschikbaar is omdat het medium wordt gebruikt.
Geeft aan dat de data niet op het medium kunnen worden opgeslagen omdat het totale aantal bestanden te groot is geworden.
Wordt weergegeven wanneer de data die moeten worden verwijderd of bevestigd, niet bestaan.
Communicatie met het USB-apparaat is afgebroken omdat er te veel spanning op het USB-apparaat staat. Koppel het apparaat los van de USB TO DEVICE­aansluiting en schakel het instrument in.
Wordt weergegeven wanneer er op een bepaald moment te veel MIDI-data zijn ontvangen en de taak niet kan worden uitgevoerd.
OPMERKING
• Niet alle berichten worden in de tabel opgenomen: alleen de berichten waarover uitleg moet worden verstrekt.
Gebruikershandleiding
68
Page 69

Specificaties

Appendix
Grootte/gewicht
Toetsenbord
Display
Regelaar
Paneel
Voic es
Effecten
Begeleiding Stijlen
Afmetingen B x D x H
Gewicht 7,3 kg (13 lbs. 14 oz.)
Aantal toetsen 61
Aanslagrespons Ja
Ty pe
Contrast Ja
Bladmuziekweergavefunctie Ja
Functie voor weergave songteksten Ja
Taal Engels/Japans
PITCH BEND-wiel Ja
Taal Nederlands
Toongeneratie
Polyfonie Maximale polyfonie (max.) 64
Voorgeprogrammeerd
Voice-uitbreiding
Compatibiliteit XG, XF, GS, GM, GM2
Typen
Function
Voorgeprogrammeerd
Compatibiliteit SFF GE
Aangepast
Overige eigenschappen
Toongeneratie Technologie
Aantal voices
Mega Voices 9
Live! Voices 18
Cool! Voices 22
Sweet! Voices 12
Voi ce Ja
Wave Ja (16 MB Flash-ROM)
Voiceset Ja
Reverb 35
Chorus 44
DSP 237
Master-EQ 5
Harmony 26
Dual Ja
Split Ja
Panel Sustain Ja
Aantal vooraf ingestelde stijlen
Vingerzetting Multi finger, FullKeyboard, AI Fingered
Stijlregelaars Intro x 3, Ending x 3, Main x 4, Fill In x 4
User Stijlen Ja
Style Creator Ja
Music Database 784 + externe bestanden
OTS (One Touch -instelling) 4 voor elke stijl
946 x 405 x 137 mm (37-1/4" x 15-15/16" x 5-3/8")
320 x 240 dots QVGA B/W 4,3 inch display
AWM-stereosampling
357 + 28 Drum-/SFX-kits + 480 XG + GM2 (voor het afspelen van GM2-songs) + GS (voor het afspelen van GS-songs)
181
Gebruikershandleiding
69
Page 70
Appendix
Voorgeprogrammeerd
Aangepast
Song
Opname
Compatibele data formatteren
Registratie Registratiegeheugen 8 knoppen (x 8 banken) met Freeze-functie
Demo Demonstratie Ja
Function
Totaalregelaars
Installatie van uitbreidingspakket
Intern geheugen 1130 kB
Opslag en aansluitingen
Versterkers en luidsprekers
Stroom­voorziening
Externe stations Optioneel USB-flashgeheugen (via USB TO DEVICE)
Aansluitingen
Versterkers 12 W + 12 W
Luidsprekers 12 cm x 2 + 3 cm x 2
Stroomvoorziening
Stroomverbruik 25 W (bij gebruik van een PA-300-netadapter)
Automatische uitschakelfunctie Ja
Meegeleverde accessoires
Optionele accessoires
Aantal presetsongs 9
Gebruikerssongs Ja
Song bewerken Ja
Aantal songs 5
Tr ac k s 1 6
Datacapaciteit
Opnamefunctie
Playback SMF (indeling 0 en 1), XF
Opname SMF (Format 0)
Metronome Ja
Tempobereik 5–280
Transpose (transponeren) -12 – 0 – +12
Stemming 415,3–466,2 Hz
Octaafknoppen Ja
Stemming Ja
Circa 30.000 noten (als er alleen melodietracks worden opgenomen)
Quick Recording, Multi Recording, Song Bewerken
Ja
USB TO HOST, USB TO DEVICE, DC IN 16V, PHONES/ OUTPUT, SUSTAIN
Adapter: PA-300 of gelijkwaardig (door Yamaha aanbevolen)
• Gebruiksaanwijzing
• Data List
• Muziekstandaard
• My Yamaha Product User Registration
• Netadapter* (PA-300 of gelijkwaardig door Yamaha aanbevolen) * Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem
hiervoor contact op met uw Yamaha-dealer.
• Adapter: PA-300 of een door Yamaha aanbevolen equivalent
• Voetschakelaar: FC4/FC5
• Keyboardstandaard: L-6/L-7
• Hoofdtelefoon: HPE-150/HPE-30
* Specificaties en beschrijvingen in deze gebruikersgebruikershandleiding zijn uitsluitend voor informatiedoeleinden. Yamaha Corp.
behoudt zich het recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of te modificeren. Aangezien specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het best contact opnemen met uw Yamaha-leverancier.
Gebruikershandleiding
70
Page 71

Index

Appendix
+/YES, -/NO ...............................................................14
............................................................................. 36
o .............................................................................36
......................................................................... 39
f ...........................................................................36
r
........................................................................... 36
A
Aanslagrespons ...........................................................26
A-B Repeat ..................................................................39
Accessoires ................................................................... 5
ACMP ..........................................................................29
Afstemmen (stemming) ............................................. 23
Akkoord ....................................................................... 32
Akkoordvingerzetting ................................................ 32
AUTO FILL IN ...........................................................30
Automatische uitschakelfunctie ................................10
B
Back-up ....................................................................... 53
Back-up wissen ...........................................................53
Back-upgegevens ........................................................ 53
Bank ............................................................................. 49
Bedieningspaneel en aansluitingen .............................8
Bereik voor automatische begeleiding ...................... 30
Bericht ......................................................................... 67
Bestandsbesturing ................................................. 55–60
C
CATEGORY ...............................................................14
Chorus ......................................................................... 19
Computer ..................................................................... 63
CONTRAST ...............................................................12
D
DC IN .......................................................................... 10
Delete (File Menu) ..................................................... 60
Demosong ................................................................... 37
Display ..................................................................13–15
Draaiknop .................................................................... 14
Drum Kit ..................................................................... 18
DSP .............................................................................. 19
DUAL ..........................................................................17
Dual Voice ................................................................... 17
E
Effect ........................................................................... 19
Eindsectie .................................................................... 31
ENDING/rit. ............................................................... 31
EXECUTE ..................................................................15
EXIT ............................................................................ 13
External Scale Tune .................................................... 25
F
FF ................................................................................. 36
FILE MENU ...............................................................55
File Save (File Menu) .......................................... 57–58
Format (File Menu) .................................................... 56
FREEZE ...................................................................... 51
Functiedisplay ............................................................ 15
FUNCTION ................................................................ 15
G
Gebruikerssong ............................................... 35–36, 40
Geheugendata ............................................................. 53
GM ................................................................................ 6
Grondtoon ................................................................... 23
GS .................................................................................. 6
H
Handleidingen .............................................................. 6
HARMONY ............................................................... 19
Hoofddisplay .............................................................. 13
Hoofdtelefoon ............................................................. 11
Hoofdvoice ................................................................. 16
I
Indelingen ..................................................................... 6
Initialisatie .................................................................. 53
Installatie verwijderen ............................................... 62
INTRO ......................................................................... 31
L
LEFT ........................................................................... 17
Linkervoice ................................................................. 17
Load (File Menu) ....................................................... 59
LYRICS ....................................................................... 38
M
Maatsoort .................................................................... 27
MAIN .......................................................................... 30
MAIN VARIATION (stijl) ........................................ 31
Mastervolume ............................................................. 11
MDB ............................................................................ 46
Measure (maat) ........................................................... 13
MEMORY ................................................................... 50
Memory clear ............................................................. 53
Metronome .................................................................. 27
MIDI ...................................................................... 25, 63
Mixer ........................................................................... 47
Multi Recording ......................................................... 41
Music Database .......................................................... 46
Muziekstandaard ........................................................ 12
N
Netadapter ................................................................... 10
O
Octaaf .......................................................................... 20
One Touch Setting (OTS) .......................................... 34
Opnemen ..................................................................... 40
Opstelling .................................................................... 61
Gebruikershandleiding
71
Page 72
Appendix
OTS LINK ...................................................................34
Overzicht van paneelknoppen ...................................65
P
Paneelinstellingen ....................................................... 49
Partij selecteren (stemming) ...................................... 24
Partij toewijzen ........................................................... 42
PAU SE ......................................................................... 36
PHONES/OUTPUT ................................................... 11
PITCH BEND .............................................................20
PRESET ...................................................................... 35
Presetsong ................................................................... 36
Problemen oplossen ...................................................64
Q
Quick Recording .........................................................40
R
REC ............................................................................. 40
REGIST BANK- ......................................................... 50
REGIST/PART [MIXER] ....................................47, 49
REGISTRATION MEMORY ....................................49
Repeat (A-B Repeat) ..................................................39
Reverb ..........................................................................19
REW ............................................................................ 36
S
Save ........................................................................57–58
Scale Tune ...................................................................23
SCORE ........................................................................ 38
Sectie ..................................................................... 30–31
SFF GE .......................................................................... 6
SMF (Standard MIDI File) ........................................ 58
Song ............................................................................. 35
SONG CONTROL ..................................................... 36
SONG MODE .............................................................35
Song wissen ................................................................ 44
SONG-categorie ......................................................... 35
Specificaties ................................................................69
Split Point (splitpunt) ........................................... 17, 30
STANDBY/ON ...........................................................11
START/STOP .............................................................30
Stemming .............................................................. 21–22
Stijl ............................................................................... 29
Stijl, modus ................................................................. 35
Stijlbestand ............................................................ 58–59
STYLE CONTROL ..............................................30–31
STYLE-categorie ........................................................29
SUSTAIN .............................................................. 10, 19
Sustain (panel) ............................................................19
SUSTAIN (voetschakelaar) .......................................10
SYNC START ............................................................. 30
SYNC STOP ...............................................................33
TEMPO ....................................................................... 34
Tempo (metronoom) .................................................. 27
Tempo (song) .............................................................. 36
Tempo (stijl) ............................................................... 34
Toonhoogte ................................................................. 20
TOUCH ....................................................................... 26
Touch Sensitivity ........................................................ 26
Track ............................................................................ 40
Track wissen ............................................................... 45
TRANSPOSE ............................................................. 20
U
Uitbreidingspakket ..................................................... 61
Uitbreidingsstijlen ...................................................... 61
Uitbreidingsvoices ..................................................... 61
UPPER OCTAVE ....................................................... 20
USB ......................................................................... 6, 33
USB MIDI-stuurprogramma ..................................... 63
USB TO DEVICE ...................................................... 54
USB TO HOST .......................................................... 63
USB-flashgeheugen ................................................... 54
USB-song .................................................................... 37
USB-stijl ..................................................................... 33
USER .............................................................. 35–36, 41
V
Verwijderen (gebruikerssong) ................................... 44
Vo e t s c h a k e l a a r ............................................................ 10
Vo i c e ............................................................................ 16
VOICE CONTROL .................................................... 19
VOICE-categorie ........................................................ 16
Vo l u m e ........................................................................ 11
W
Wissen (gebruikerssong) ........................................... 44
Wissen (songtrack) ..................................................... 45
X
XF .................................................................................. 6
XG ................................................................................. 6
T
Taal .............................................................................. 12
Tap Start ...................................................................... 30
TAP TEM P O ............................................................... 34
Tel ................................................................................27
Gebruikershandleiding
72
Page 73
Gebruikershandleiding
73
Page 74
Page 75
Page 76
Aby uzyskać szczegółowe informacje na temat produktów, należy skontaktować się z najbliższym przedstawicielem firmy Yamaha lub z autoryzowanym dystrybutorem wymienionym poniżej.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht.
NORTH AMERICA
CANADA
Yamaha Canada Music Ltd.
135 Milner Avenue, Scarborough, Ontario, M1S 3R1, Canada Tel: 416-298-1311
U.S.A.
Yamaha Corporation of America
6600 Orangethorpe Ave., Buena Park, Calif. 90620, U.S.A. Tel: 714-522-9011
CENTRAL & SOUTH AMERICA
MEXICO
Yamaha de México S.A. de C.V.
Calz. Javier Rojo Gómez #1149, Col. Guadalupe del Moral C.P. 09300, México, D.F., México Tel: 55-5804-0600
BRAZIL
Yamaha Musical do Brasil Ltda.
Rua Joaquim Floriano, 913 - 4' andar, Itaim Bibi, CEP 04534-013 Sao Paulo, SP. BRAZIL Tel: 011-3704-1377
ARGENTINA
Yamaha Music Latin America, S.A. Sucursal de Argentina
Olga Cossettini 1553, Piso 4 Norte Madero Este-C1107CEK Buenos Aires, Argentina Tel: 011-4119-7000
PANAMA AND OTHER LATIN AMERICAN COUNTRIES/ CARIBBEAN COUNTRIES
Yamaha Music Latin America, S.A.
Torre Banco General, Piso 7, Urbanización Marbella, Calle 47 y Aquilino de la Guardia, Ciudad de Panamá, Panamá Tel: +507-269-5311
EUROPE
THE UNITED KINGDOM/IRELAND
Yamaha Music U.K. Ltd.
Sherbourne Drive, Tilbrook, Milton Keynes, MK7 8BL, England Tel: 01908-366700
GERMANY
Yamaha Music Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: 04101-3030
SWITZERLAND/LIECHTENSTEIN
Yamaha Music Europe GmbH Branch Switzerland in Zürich
Seefeldstrasse 94, 8008 Zürich, Switzerland Tel: 01-383 3990
AUSTRI A
Yamaha Music Europe GmbH Branch Austria
Schleiergasse 20, A-1100 Wien, Austria Tel: 01-60203900
CZECH REPUBLIC/SLOVAKIA/ HUNGARY/SLOVENIA
Yamaha Music Europe GmbH Branch Austria
Schleiergasse 20, A-1100 Wien, Austria Tel: 01-602039025
POLAND/LITHUANIA/LATVIA/ESTO­NIA
Yamaha Music Europe GmbH Branch Sp.z o.o. Oddzial w Polsce
ul. 17 Stycznia 56, PL-02-146 Warszawa, Poland Tel: 022-500-2925
EKB54
THE NETHERLANDS/ BELGIUM/LUXEMBOURG
Yamaha Music Europe Branch Benelux
Clarissenhof 5-b, 4133 AB Vianen, The Netherlands Tel: 0347-358 040
FRANCE
Yamaha Musique France
BP 70-77312 Marne-la-Vallée Cedex 2, France Tel: 01-64-61-4000
ITALY
Yamaha Musica Italia S.P.A.
Viale Italia 88, 20020 Lainate (Milano), Italy Tel: 02-935-771
SPAIN/PORTUGAL
Yamaha Música Ibérica, S.A.
Ctra. de la Coruna km. 17, 200, 28230 Las Rozas (Madrid), Spain Tel: 91-639-8888
GREECE
Philippos Nakas S.A. The Music House
147 Skiathou Street, 112-55 Athens, Greece Tel: 01-228 2160
SWEDEN
Yamaha Scandinavia AB
J. A. Wettergrens Gata 1, Box 30053 S-400 43 Göteborg, Sweden Tel: 031 89 34 00
DENMARK
YS Copenhagen Liaison Office
Generatorvej 6A, DK-2730 Herlev, Denmark Tel: 44 92 49 00
FINLAND
F-Musiikki Oy
Kluuvikatu 6, P.O. Box 260, SF-00101 Helsinki, Finland Tel: 09 618511
NORWAY
Norsk filial av Yamaha Scandinavia AB
Grini Næringspark 1, N-1345 Østerås, Norway Tel: 67 16 77 70
ICELAND
Skifan HF
Skeifan 17 P.O. Box 8120, IS-128 Reykjavik, Iceland Tel: 525 5000
RUSSIA
Yamaha Music (Russia)
Room 37, bld. 7, Kievskaya street, Moscow, 121059, Russia Tel: 495 626 5005
OTHER EUROPEAN COUNTRIES
Yamaha Music Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: +49-4101-3030
AFRICA
Yamaha Corporation, Asia-Pacific Sales & Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Naka-ku, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2317
MIDDLE EAST
TURKEY/CYPRUS
Yamaha Music Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: 04101-3030
OTHER COUNTRIES
Yamaha Music Gulf FZE
LOB 16-513, P.O.Box 17328, Jubel Ali, Dubai, United Arab Emirates Tel: +971-4-881-5868
HEAD OFFICE Yamaha Corporation, Digital Musical Instruments Division
Nakazawa-cho 10-1, Naka-ku, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-3273
ASIA
THE PEOPLE’S REPUBLIC OF CHINA
Yamaha Music & Electronics (China) Co.,Ltd.
2F, Yunhedasha, 1818 Xinzha-lu, Jingan-qu, Shanghai, China Tel: 021-6247-2211
HONG KONG
Tom Lee Music Co., Ltd.
11/F., Silvercord Tower 1, 30 Canton Road, Tsimshatsui, Kowloon, Hong Kong Tel: 2737-7688
INDIA
Yamaha Music India Pvt. Ltd.
5F Ambience Corporate Tower Ambience Mall Complex Ambience Island, NH-8, Gurgaon-122001, Haryana, India Tel: 0124-466-5551
INDONESIA
PT. Yamaha Musik Indonesia (Distributor) PT. Nusantik
Gedung Yamaha Music Center, Jalan Jend. Gatot Subroto Kav. 4, Jakarta 12930, Indonesia Tel: 021-520-2577
KOREA
Yamaha Music Korea Ltd.
8F, 9F, Dongsung Bldg. 158-9 Samsung-Dong, Kangnam-Gu, Seoul, Korea Tel: 02-3467-3300
MALAYSIA
Yamaha Music (Malaysia) Sdn., Bhd.
Lot 8, Jalan Perbandaran, 47301 Kelana Jaya, Petaling Jaya, Selangor, Malaysia Tel: 03-78030900
PHILIPPINES
Yupangco Music Corporation
339 Gil J. Puyat Avenue, P.O. Box 885 MCPO, Makati, Metro Manila, Philippines Tel: 819-7551
SINGAPORE
Yamaha Music (Asia) Pte., Ltd.
#03-11 A-Z Building 140 Paya Lebor Road, Singapore 409015 Tel: 6747-4374
TA IWAN
Yamaha KHS Music Co., Ltd.
3F, #6, Sec.2, Nan Jing E. Rd. Taipei. Taiwan 104, R.O.C. Tel: 02-2511-8688
THAILAND
Siam Music Yamaha Co., Ltd.
4, 6, 15 and 16th floor, Siam Motors Building, 891/1 Rama 1 Road, Wangmai, Pathumwan, Bangkok 10330, Thailand Tel: 02-215-2622
OTHER ASIAN COUNTRIES
Yamaha Corporation, Asia-Pacific Sales & Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Naka-ku, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2317
OCEANIA
AUS TRALIA
Yamaha Music Australia Pty. Ltd.
Level 1, 99 Queensbridge Street, Southbank, Victoria 3006, Australia Tel: 3-9693-5111
NEW ZEALAND
Music Works LTD
P.O.BOX 6246 Wellesley, Auckland 4680, New Zealand Tel: 9-634-0099
COUNTRIES AND TRUST TERRITORIES IN PACIFIC OCEAN
Yamaha Corporation, Asia-Pacific Sales & Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Naka-ku, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2317
Page 77
Yamaha Global Home
http://www.yamaha.com/
Yamaha Manual Library
http://www.yamaha.co.jp/manual/
U.R.G., Digital Musical Instruments Division
© 2011 Yamaha Corporation
***LBCR*.*-01A0
Printed in Europe
Loading...