Yamaha PSR-S650 User Manual [nl]

DIGITAL WORKSTATION
Podręcznik użytkownika
Gebruikershandleiding
PolskiNederlands
Przed rozpoczęciem korzystania z instrumentu należy dokładnie przeczytać rozdział „ZALECENIA” na stronach 4–5.
Lees de 'VOORZICHTIG' op pagina 4 en 5 voordat u het instrument in gebruik neemt.
PL
NL
Informacje dla użytkowników dotyczące zbierania i utylizacji starego sprzętu
Ten symbol umieszczony na produktach, opakowaniu i/lub dołączonej dokumentacji oznacza, że produkty elektryczne i elektroniczne nie powinny być wyrzucane wraz ze zwykłymi śmieciami. W celu odpowiedniego przetwarzania i recyklingu starych produktów zgodnie z przepisami lokalnymi i Dyrektywą 2002/96/EC należy je zanieść do odpowiednich punktów odbioru.
Właściwie utylizując te produkty, pomagamy oszczędzać cenne zasoby i zapobiegamy potencjalnie negatywnym działaniom na ludzkie zdrowie i środowisko, które mogłyby powstawać w wyniku niewłaściwego przetwarzania odpadów.
W sprawie dodatkowych informacji na temat zbierania i recyklingu starych produktów należy kontaktować się z władzami lokalnymi, służbami oczyszczania lub punktem sprzedaży, w którym dokonano zakupu.
[Dla użytkowników biznesowych w Unii Europejskiej]
Jeśli chcą Państwo pozbyć się sprzętu elektrycznego lub elektronicznego, prosimy o kontakt ze sprzedawcą lub dostawcą w celu uzyskania dodatkowych informacji.
[Informacje na temat utylizacji w krajach spoza Unii Europejskiej]
Ten symbol obowiązuje jedynie w Unii Europejskiej. W przypadku konieczności utylizacji tych elementów należy kontaktować się z władzami lokalnymi lub sprzedawcą w celu uzyskania informacji o właściwym sposobie utylizacji.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu_pl)
(weee_eu_nl)
2
Tabliczkę znamionową można znaleźć na spodzie instrumentu. Numer seryjny znajduje się na lub obok tabliczki znamionowej. Zapisz ten numer w miejscu poniżej i zachowaj ten podręcznik jako dowód zakupu, aby ułatwić identyfikację instrumentu w przypadku jego ewentualnej kradzieży.
Nr modelu
Het naamplaatje van dit product bevindt zich aan de onderzijde van het instrument. Het serienummer van dit product wordt vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Nr seryjny
(bottom)
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE
afbrudt, sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAR OITUS : Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita
koko laitetta verkosta.
(standby)
Serienummer
IMPORTANT NOTICE FOR THE UNITED KINGDOM
Connecting the Plug and Cord
IMPORTANT. The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured makings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
Making sure that neither core is connected to the earth terminal of the three pin plug.
* This applies only to products distributed by
Yamaha Music U.K. Ltd.
BLUE : NEUTRAL
BROWN : LIVE
(bottom)
(2 wires)
3
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingen en kachels, buig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en zorg dat niemand op het snoer kan trappen, erover kan struikelen of voorwerpen erover kan rollen.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 70). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
• Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uithet
instrument.
• Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
• Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
LET OP
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt aanbevolen. Gebruik uitsluitend de meegeleverde schroeven om de standaard of het rek te bevestigen. Als u dit niet doet, kunnen de inwendige onderdelen beschadigd raken en kan het instrument omvallen.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Zelfs als de POWER-schakelaar zich in de standbystand bevindt, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Verwijder de stekker van het netsnoer uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Gebruikershandleiding
4
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van het paneel of het toetsenbord en laat dergelijke voorwerpen er niet in vallen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
DMI-3 1/2
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de data of andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen ruis genereren.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de interne componenten of instabiele werking te voorkomen. (Gecontroleerd bedrijfstemperatuurbereik: 5° - 40°C (41° - 104°F)).
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
• Reinig het instrument altijd met een zachte doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Data opslaan
• Sommige data-items (pagina 53) worden automatisch als back-updata in het interne geheugen opgeslagen, zelfs als u het instrument uitschakelt. Opgeslagen data kunnen verloren gaan ten gevolge van een storing of foutieve handeling. Sla belangrijke data in het USB-flashgeheugen (pagina 57-58) of op een computer op (raadpleeg de Naslaggids). Om dataverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke data op twee USB-opslagapparaten/externe media op te slaan.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/data die bij het instrument zijn meegeleverd
• Sommige presetsongs zijn ingekort of bewerkt en zijn daarom niet precies hetzelfde als het origineel.
• Dit apparaat kan muziekgegevens van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekgegevensindeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
Over deze handleiding
• De afbeeldingen en schermen zoals deze in deze handleiding zijn te zien, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
• Apple, Mac en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
• De in dit instrument gebruikte bitmapfonts zijn geleverd door en zijn eigendom van Ricoh Co., Ltd.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.

Bijgeleverde accessoires

• Gebruiksaanwijzing (dit boek)
• Data List (Datalijst)
• Netadapter
* Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-dealer.
• My Yamaha Product User Registration
* U hebt de PRODUCT ID op dit blad nodig bij het invullen van het gebruikersregistratieformulier.
• Muziekstandaard
DMI-3 2/2
Gebruikershandleiding
5

Indelingen

Het instrument is compatibel met de volgende indelingen.
GM System Level 2
GM (General MIDI) is een van de meest voorkomende voicetoewijzingsindelingen. De standaardspecificatie GM System Level 2 is een verbetering ten opzichte van de originele GM, waarbij ook de songdatacompatibiliteit is verbeterd.
XG
XG is een enorme verbetering van de GM System Level 1-indeling, en is speciaal door Yamaha ontwikkeld om in meer voices en variaties, alsook in een grotere expressieve besturing van de voices en effecten te voorzien, en om een goede gegevenscompatibiliteit in de toekomst veilig te stellen.
GS
GS is door de Roland Corporation ontwikkeld. Op dezelfde manier als Yamaha XG is GS een belangrijke verbetering van de GM-specificatie om in meer voices en drumkits en hun variaties te voorzien, evenals in een grotere expressieve besturing van voices en effecten.
XF
De bestandsindeling XF van Yamaha voegt grotere functionaliteit en open uitbreidbaarheid toe aan de industriestandaard SMF (Standard MIDI File). Dit instrument kan songteksten weergeven wanneer een XF-bestand met songtekstdata wordt afgespeeld.
SFF GE (Guitar Edition)
SFF (Style File Format) is een originele stijlbestandsindeling van Yamaha, die gebruikmaakt van een uniek conversiesysteem om in automatische begeleiding van hoge kwaliteit te voorzien, gebaseerd op een uitgebreide reeks akkoordsoorten. SFF GE (Guitar Edition) is een uitgebreide SFF-indeling, die verbeterde noottransponering voor gitaartracks biedt.
USB
USB is een afkorting van Universal Serial Bus. Het is een seriële interface voor het aansluiten van een computer met randapparatuur. Hiermee is 'hot swapping' mogelijk (randapparatuur aansluiten terwijl de computer aan staat).

Over de handleidingen

Meegeleverde documenten
Gebruiksaanwijzing (dit boek)
Biedt een algemene beschrijving van de basisfuncties van de PSR-S650. Gebruik de Inhoudsopgave op pagina 7, Bedieningspaneel en aansluitingen op pagina 8 en Overzicht van paneelknoppen op pagina 65 in deze Gebruiksaanwijzing wanneer u een specifieke functie of informatie zoekt. De Inhoudsopgave geeft een overzicht van de basisfuncties van het instrument. Bedieningspaneel en aansluitingen geeft een overzicht van de regelaars op het bedieningspaneel en de aansluitingen, en het Overzicht van paneelknoppen bevat een overzicht van alle schermen die met de paneelregelaars kunnen worden geactiveerd. Gebruik een van de hierboven beschreven methoden om de gewenste informatie te zoeken.
Data List (Datalijst)
Bevat verschillende belangrijke lijsten met vooraf ingestelde inhoud, zoals voices, stijlen en effecten.
Online materiaal (kan worden gedownload van internet)
De volgende instructiehandleidingen kunnen worden gedownload uit de Yamaha Manual Library. Ga naar de Yamaha Manual Library en typ de modelnaam van uw instrument (bijvoorbeeld PSR-S650) in het tekstvak Model Name om naar de handleidingen te zoeken.
Yamaha Manual Library http://www.yamaha.co.jp/manual/
Naslaggids (alleen beschikbaar in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees, Russisch, Chinees en Japans)
Hier worden de geavanceerde functies van de PSR-S650 toegelicht. Raadpleeg de Naslaggids als u na het lezen van de Gebruiksaanwijzing meer informatie over de functies van de PSR-S650 wilt. Als u wilt weten welke handleiding
- Gebruiksaanwijzing of Naslaggids - een beschrijving van de gewenste functie bevat, raadpleegt u het Overzicht van paneelknoppen op pagina 65.
MIDI Reference (alleen in het Engels)
Bevat zowel de Indeling van MIDI-data als het MIDI-implementatieoverzicht, waarmee u MIDI-berichten kunt bevestigen die door dit instrument zijn verzonden/herkend.
Gebruikershandleiding
6
Inhoudsopgave
Bijgeleverde accessoires ...........................................5
Indelingen .................................................................. 6
Over de handleidingen............................................... 6
Bedieningspaneel en aansluitingen 8
Configuratie 10
Spanningsvereisten ................................................. 10
Automatische uitschakelfunctie................................ 10
Een voetschakelaar aansluiten ................................ 10
Een hoofdtelefoon en externe audioapparatuur
aansluiten............................................................. 11
Het instrument inschakelen...................................... 11
De displaytaal veranderen .......................................12
De display aanpassen CONTRAST-regelaar .......... 12
Basisbediening en displays...................................... 13
Voices – Het toetsenbord bespelen – 16
1
Een hoofdvoice selecteren en bespelen .................. 16
Twee voices tegelijkertijd bespelen ......................... 17
Het toetsenbord splitsen en de linkervoice met de
linkerhand spelen ................................................. 17
Drumkits bespelen ...................................................18
Effecten op een voice toepassen............................. 19
De toonhoogte van het instrument wijzigen ............. 20
Stemming met toonstelsels...................................... 22
Aanslagrespons ON/OFF......................................... 26
De metronoom gebruiken ........................................ 27
Stijlen – Ritme en begeleiding spelen – 29
2
Een stijl selecteren en spelen ..................................29
Het tempo wijzigen................................................... 34
One Touch Setting ................................................... 34
Songs gebruiken 35
3
Een song selecteren en beluisteren......................... 35
Het tempo wijzigen................................................... 36
Snel vooruitspoelen, Snel terugspoelen en Pauze ..36
De demosong beluisteren ........................................ 37
Een song selecteren en spelen vanaf
USB-flashgeheugen ............................................. 37
De muzieknotatie weergegeven............................... 38
De songteksten weergeven ..................................... 38
A-B Repeat .............................................................. 39
Uw eigen spel opnemen 40
4
Procedure voor Quick Recording............................. 40
Procedure voor Multi Track Recording
(Meersporig opnemen)......................................... 41
Song Clear: Gebruikerssongs verwijderen .............. 44
Track Clear: Een bepaalde track van een
gebruikerssong verwijderen .................................45
Spelen met behulp van de
5
muziekdatabank 46
Mixer 47
6
Uw favoriete paneelinstellingen opslaan 49
7
De paneelinstellingen onthouden ............................ 50
Opgeslagen paneelinstellingen terugroepen ........... 50
Registration Clear: Het specifieke
registratiegeheugen verwijderen.......................... 52
Initialisatie 53
8
Back-updata en geheugendata ............................... 53
Initialisatie................................................................ 53
USB-flashgeheugen gebruiken 54
9
Display File Control ................................................. 55
USB flashgeheugen formatteren ............................. 56
In het registratiegeheugen opslaan ......................... 57
Een gebruikerssong of -stijl opslaan........................ 58
Bestand laden.......................................................... 59
Data van een USB-flashgeheugen wissen .............. 60
Voices en stijlen uitbreiden
10
(Installeren in de uitbreidingscategorie) 61
Aansluiten op een computer 63
11
Appendix 64
Problemen oplossen................................................ 64
Overzicht van paneelknoppen ................................. 65
Berichten ................................................................. 67
Specificaties ............................................................ 69
Index........................................................................ 71
De overige functies, zoals de volgende, worden in de Naslaggids beschreven.
• Style Creator
• Song bewerken
• Stijlfuncties:
Style Volume, Track Mute
• Songfuncties:
Song Volume, Track Mute, Right-Part, Left-part
• MIDI-functies:
PC Mode, Local, External Clock, Keyboard Out, Style Out, Song Out, Initial Setup
Gebruikershandleiding
7

Bedieningspaneel en aansluitingen

q
w
e
t i
!1
!2
!3
!4
!5
o
!0
@4
y
r
u
Voorpaneel
Voorpaneel
q [ ] (Standby/On)-schakelaar ...................pagina 11
Hiermee schakelt u het instrument in of zet u het op Standby.
w MASTER VOLUME-regelaar........................pagina 11
Hiermee regelt u het totaalvolume.
e [DEMO]-knop .............................................. pagina 37
Hiermee speelt u de demo af.
r [SONG MODE]-knop .................................. pagina 35
Hiermee schakelt u tussen de modus Song en de modus Style.
t SONG-knoppen .......................................... pagina 35
Hiermee selecteert u een song of geeft u de muzieknotatie en –tekst weer.
y [USB]-knop ................................................. pagina 35
Hiermee selecteert u een song- of stijlbestand in het USB­flashgeheugen.
u [REC]-knop ................................................. pagina 40
Hiermee neemt u uw toetsenspel op.
i STYLE-categorieselectieknoppen ............ pagina 29
Hiermee selecteert u een stijl.
o STYLE CONTROL-knoppen ................. pagina 30–31
Hiermee bestuurt u het afspelen van de stijl.
!0 SONG CONTROL-knoppen ........................pagina 36
Hiermee regelt u het afspelen van een song.
!1 TRANSPOSE-knoppen ...............................pagina 20
Hiermee transponeert u de toonhoogte in stappen van een halve toon.
!2 METRONOME-knop ....................................pagina 27
Hiermee bedient u de metronoom.
!3 TEMPO-knoppen.........................................pagina 34
Hiermee regelt u het tempo van de stijl, song en metronoom.
!4 REGISTRATION MEMORY-gerelateerde
knoppen.......................................................pagina 49
Hiermee kunt u functies uitvoeren als het veranderen van een Bank en het opslaan van paneelinstellingen.
!5 REGISTRATION MEMORY/
Track-knoppen ......................................pagina 42, 49
Door op de knop [REGIST/PART[MIXER]] aan de rechterkant te drukken, wisselt u de functie van de acht witte knoppen: Registration Memory-knoppen, songtrack­instellingsknoppen en stijltrack-instellingsknoppen.
!6 Display- en verwante regelaars........... pagina 13–14
Gebruikershandleiding
8
Bedieningspaneel en aansluitingen
!6
@5 @6 @7 @8 #0@9
!7
!8
!9
@0 @2
@1
@3
Achterpaneel
OPMERKING
• Met de paneelregelaars q–@4 opent u de verwante displays, die allemaal worden beschreven in het Overzicht van paneelknoppen op
pagina 65.
!7 [MDB]-knop................................................. pagina 46
Hiermee roept u de juiste paneelinstellingen voor het gewenste muziekgenre op.
!8 [FILE MENU]-knop ..................................... pagina 55
Hiermee kunt u onder andere bestanden laden en opslaan.
!9 [FUNCTION]-knop ...................................... pagina 15
Hiermee kunt u gedetailleerde instellingen opgeven.
@0 ONE TOUCH SETTING-knoppen............... pagina 34
Hiermee roept u de juiste paneelinstellingen voor de huidige stijl op.
@1 VOICE, categorieselectieknoppen............ pagina 16
Hiermee selecteert u een voice.
@2 VOICE CONTROL-knoppen ....................... pagina 19
Hiermee past u bepaalde effecten toe op uw keyboardspel.
@3 UPPER OCTAVE-knoppen......................... pagina 20
Hiermee verschuift u de toonhoogte van het keyboard in stappen van een octaaf.
@4 PITCH BEND-wiel ....................................... pagina 20
Hiermee verschuift u de toonhoogte van het keyboardgeluid omhoog of omlaag.
Achterpaneel
@5 CONTRAST-knop......................................... pagina 12
Hiermee past u het contrast van de display aan.
@6 USB TO HOST-aansluiting .........................pagina 63
Voor het aansluiten op een computer.
@7 USB TO DEVICE-aansluiting......................pagina 54
Voor het aansluiten van een USB-opslagapparaat.
@8 SUSTAIN-aansluiting .................................. pagina 10
@9 PHONES/OUTPUT-aansluiting ................... pagina 11
#0 DC IN-aansluiting........................................ pagina 10
Voor het aansluiten van een voetschakelaar.
Voor het aansluiten van een hoofdtelefoon of een luidsprekersysteem.
Voor het aansluiten van de netadapter.
Gebruikershandleiding
9

Configuratie

WAARSCHUWING
Netadapter
LET OP
Netadapter
3
Stopcontact
2
Drukken en vasthouden
Voer de volgende handelingen uit VOORDAT u het instrument aanzet.

Spanningsvereisten

• Gebruik de aangegeven adapter (pagina 70). Gebruik van
andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
1 Sluit het ene eind van het netsnoer aan op de
netadapter.
2 Sluit de DC-stekker van de netadapter aan op de DC
IN-aansluiting op het achterpaneel van het instrument.
3 Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
• Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument niet gebruikt.
Maak alle benodigde aansluitingen die hieronder zijn aangegeven VOORDAT u het instrument aanzet.

Automatische uitschakelfunctie

Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een automatische uitschakelfunctie waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. De hoeveelheid tijd die verstrijkt voordat het instrument automatisch wordt uitgezet, is standaard ingesteld op 30 minuten. Als u de Automatische uitschakelfunctie wilt uitschakelen, zet u het apparaat uit en drukt u op [ ] (Standby/On) om het instrument aan te zetten terwijl u de laagste toets ingedrukt houdt.
Gebruikershandleiding
10
OPMERKING
• U kunt de instelling van de tijdsduur wijzigen in de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
OPMERKING
• Van de volgende data en instellingen wordt altijd een back-up gemaakt; deze blijven zelfs behouden als de stroom uitvalt. Zie pagina 53 voor informatie over de back-upparameters.

Een voetschakelaar aansluiten

Met de sustainfunctie kunt u een natuurlijke sustain maken door terwijl u speelt een optionele voetschakelaar in te drukken. Sluit een Yamaha FC4- of FC5­voetschakelaar aan op de SUSTAIN-aansluiting en gebruik deze om de sustain in en uit te schakelen.
OPMERKING
• Zorg dat het pedaal juist is aangesloten op de SUSTAIN­aansluiting vóór u het instrument aanzet.
• Houd de voetschakelaar niet ingedrukt op het moment dat u het instrument aanzet. Hierdoor zou de polariteit van de voetschakelaar worden omgedraaid, wat een omgekeerde werking tot gevolg heeft.
Configuratie
LET OP
LET OP
LET OP
LET OP
Een hoofdtelefoon en externe
audioapparatuur aansluiten
U kunt de PHONES/OUTPUT-aansluiting verbinden met een hoofdtelefoon, toetsenbordversterker, stereo­installatie, luidsprekersysteem, taperecorder of een ander audioapparaat op lijnniveau. Het uitgangssignaal van het instrument wordt dan naar dat apparaat gestuurd.
De interne luidsprekers worden automatisch uitgeschakeld wanneer u een stekker in deze aansluiting steekt. De PHONES/OUTPUT-aansluiting functioneert ook als externe uitgang.
OPMERKING
• U kunt de Masterequalizer (EQ) instellen waarmee u het best mogelijke geluid kunt horen wanneer u met verschillende reproductiesystemen luistert. U kunt de masterequalizer (EQ) instellen via de functiedisplay. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.

Het instrument inschakelen

Zet het volume laag door de [MASTER VOLUME]­regelaar naar links te draaien en druk op [ ] (Standby/ On) om het instrument aan te zetten. Terwijl u het keyboard bespeelt, gebruikt u de [MASTER VOLUME]­regelaar om het volume aan te passen. Druk nogmaals een seconde op de [ ]-regelaar (Standby/On) om het instrument op Standby te zetten.
• Bij het gebruik van een netadapter verbruikt het instrument zelfs wanneer het is uitgezet nog een kleine hoeveelheid elektrische stroom. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
• Probeer nooit het instrument uit te zetten als het bericht 'Writing...' op de display te zien is. Als u dat wel doet, kunt u de data in het flashgeheugen beschadigen en kunnen data verloren gaan.
• Luister niet gedurende langere tijd met een hoog volume via de hoofdtelefoon. Dit kan niet alleen vermoeiend voor de oren zijn, maar kan ook uw gehoor beschadigen.
• Zet, om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen, de volumeregeling van de externe apparaten op de laagste stand en zet de apparaten uit voordat u deze aansluit. Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot elektrische schokken of beschadiging van apparatuur. Stel, als de apparatuur weer aan staat, het gewenste volume in door geleidelijk tijdens het spelen het volume weer te verhogen.
Gebruikershandleiding
11
Configuratie
De geselecteerde taalLanguage-item
LET OP
Plaats de muziekstandaard zoals aangegeven in de uitsparingen.

De displaytaal veranderen

U kunt op dit instrument Engels of Japans als displaytaal selecteren. De standaarddisplaytaal is Engels, maar als u overschakelt naar Japans worden de songteksten, bestandsnamen en enkele meldingen in het Japans weergegeven (indien van toepassing).
1 Druk op de knop [FUNCTION].
2 Druk herhaaldelijk op de CATEGORY-knoppen [<]
en [>] tot het item 'Language' wordt weergegeven. De displaytaal die momenteel is geselecteerd wordt onder het item 'Language' weergegeven.
De display aanpassen
CONTRAST-regelaar
Gebruik de displayknop CONTRAST op het achterpaneel van het instrument om de leesbaarheid van de display optimaal in te stellen.
• Langdurig in het donker naar de display kijken kan vermoeidheid van de ogen veroorzaken of het gezichtsvermogen beschadigen. Gebruik het instrument met zo veel mogelijk omgevingslicht en rust regelmatig.
Muziekstandaard
3 Selecteer een displaytaal.
Gebruik dit om Engels of Japans te selecteren. De geselecteerde taal wordt opgeslagen in het interne flashgeheugen zodat de instelling behouden blijft, zelfs als het instrument wordt uitgezet.
4 Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay
12
terug te keren.
Gebruikershandleiding
Configuratie
Tem po
(pagina 34)
Transpose
(transponeren)
(pagina 20)
Maatnummer
(pagina 43)
Octave (octaaf)
(pagina 20)
Registratiegeheugen/Song­of stijltrack indicator
Geeft het geselecteerde item aan: REGIST., TR 1–8, TR 9–16 (pagina 49)
A-B Repeat
Verschijnt wanneer de Repeat ­functie is ingeschakeld voor het afspelen van een song. (pagina 39)
USB-status
Wordt weergegeven wanneer het USB-flashgeheugenapparaat is aangesloten (pagina 55).
Akkoord-
display
(pagina 32)
Status registratie-
geheugenbank
(pagina 49)
Song-/stijltrackstatus
(pagina 41)
Hoofdvoice (pagina 16)
Dualvoice (pagina 17)
Linkervoice (pagina 17)
Stijl (pagina 29)
Song (pagina 35)
Music Database
(pagina 46)
Harmony
(pagina 19)
Aanslagrespons
(pagina 26)
Sustain
(pagina 19)

Basisbediening en displays

Main Display (hoofddisplay)
Op de hoofddisplay, die verschijnt wanneer het instrument wordt aangezet, worden alle huidige basisinstellingen weergegeven: Song, Style, Voice. De display bevat ook een reeks aanduidingen die aangeven of de verschillende functies aan of uit staan.
Naar de hoofddisplay terugkeren
Omdat het instrument zoveel verschillende displays heeft, is het mogelijk dat u soms niet meer weet bij welke bewerking de weergegeven display hoort. Druk in dat geval op de knop [EXIT] om naar de hoofddisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
13
Configuratie
Categorie
Item
Volgende categorieVorige categorie
Verlagen Verhogen
Dr uk ko r t om te verhogen.
Druk kort om te verlagen.
Displays VOICE, STYLE, SONG en MDB Select
Druk op een van de categorieselectieknoppen zoals VOICE, STYLE, SONG, of druk op de knop [MDB] om voor elk een selectiedisplay te openen. In elke display kunt u met de CATEGORY-knoppen of de draaiknop het gewenste item selecteren.
Selecteer een categorie
Gebruik de CATEGORY-knoppen [<] en [>] om de categorieën een voor een te doorlopen.
Selecteer een voice, stijl, song of MDB
Gebruik de draaiknop of de knoppen [-/NO]/[+/YES] om het gewenste item te selecteren. Houd een van deze knoppen ingedrukt om de waarde verder te verhogen of te verlagen.
Gebruikershandleiding
14
Configuratie
Functie-item
Waarde
Function Display (Functiedisplay)
In de functiedisplay kunt u gedetailleerde instellingen voor het instrument opgeven. De functiedisplay wordt weergegeven als u op de knop [FUNCTION] drukt. In de display kunt u met de CATEGORY-knoppen [<] en [>] uit 60 verschillende functie-items kiezen. Druk net zo dikwijls op de CATEGORY-knoppen tot de gewenste functie wordt weergegeven. Gebruik daarna de draaiknop of de knoppen [-/NO] en [+/YES] om de waarde van de functie aan te passen. Als u de standaardwaarde wilt terugzetten, drukt u tegelijkertijd op de knoppen [-/NO] en [+/YES].
Alle items die in de functiedisplay kunnen worden geselecteerd, worden genoemd in het Overzicht van paneelknoppen op pagina 66.
Ga naar de gemarkeerde positie
In sommige functiedisplays kunt u op de knop [EXECUTE] drukken om de gemarkeerde positie te verplaatsen.
Sneltoets
U kunt rechtstreeks naar bepaalde functiedisplays gaan door de desbetreffende knop langer dan een seconde ingedrukt te houden. De knoppen zijn als volgt:
• Knop [FUNCTION] .................. Scale
• Knop [DEMO]...........................Demo Group
• Knop [ACMP] ........................... Chord Fingering
• Knop [METRONOME]............. Time Signature-Numerator
• Knop [FREEZE]........................ Freeze Group Setting
• Knop [HARMONY].................. Harmony Type
• Knop [TOUCH].........................Touch Sensitivity
• Knop [DSP] ............................... DSP Type
Dit is met name handig omdat er zoveel functies beschikbaar zijn.
Gebruikershandleiding
15
OPMERKING
MAIN VOICE­selectiedisplay
CATEGORY-naam
Momenteel geselecteerde voice
OPMERKING
1

Voices – Het toetsenbord bespelen –

Naast piano, orgel en andere gebruikelijke toetseninstrumenten bevat dit instrument een groot aantal realistische voices zoals gitaar, bas, strijkinstrumenten, saxofoon, trompet, drums en percussie, geluidseffecten en een grote verscheidenheid aan andere muziekgeluiden.

Een hoofdvoice selecteren en bespelen

Met deze handeling selecteert u een hoofdvoice en speelt u deze op het keyboard.
Selecteer en druk op de gewenste voicecategorieknop in het
1
Voice-gedeelte.
De Main Voice-selectiedisplay wordt weergegeven. De naam van de momenteel geselecteerde categorie, en het nummer en de naam van de geselecteerde voice zijn gemarkeerd.
• Druk op een andere categorieknop als u naar een andere voicecategorie wilt gaan.
U kunt een voice uit de categorie GM&XG selecteren door eerst op de knop [PIANO] en vervolgens op de knop CATEGORY [<] te drukken om de categorie GM&XG weer te geven.
Selecteer de voice waarmee u wilt spelen.
2
Kijk naar de geselecteerde voicenaam en draai aan de draaiknop. De beschikbare voices worden geselecteerd en na elkaar weergegeven. De voice die u hier selecteert, wordt de hoofdvoice.
Bespeel het toetsenbord.
3
• Parameters voor de hoofdvoice, zoals Volume, kunt u in de functiedisplay instellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
16
Selecteer en speel uiteenlopende voices. Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Het lampje van de knop brandt als Dual is ingeschakeld.
De twee voices klinken tegelijkertijd.
OPMERKING
Het lampje van de knop brandt als Left Voice is ingeschakeld.
Splitpunt
Linkervoice Hoofdvoice en
dualvoice

Twee voices tegelijkertijd bespelen

Als u op de knop [DUAL] drukt om de Dual-functie in te schakelen, wordt naast de hoofdvoice een tweede voice afgespeeld wanneer u het klavier bespeelt. De tweede voice wordt de Dual Voice genoemd.
• Parameters voor de dualvoice, zoals Voice Volume, kunt u in de functiedisplay instellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Druk nogmaals op de knop om de dualvoice uit te zetten.
Een dualvoice selecteren
U kunt elke voice als een dualvoice selecteren. Houd de knop [DUAL] langer dan een seconde ingedrukt om de display Dual Voice selection weer te geven en selecteer vervolgens een dualvoice op dezelfde manier als waarop u een hoofdvoice selecteert. Druk na het selecteren op de knop [EXIT] om terug te keren naar de MAIN-display.

Het toetsenbord splitsen en de linkervoice met de linkerhand spelen

Zodra u op de knop [LEFT] drukt om de Left Voice aan te zetten, kunt u links en rechts van het splitpunt op het toetsenbord verschillende voices spelen. De hoofd- en dualvoices kunt u rechts van het splitpunt spelen, en de voice die links van het splitpunt wordt gespeeld, wordt de linkervoice genoemd.
• Parameters voor de linkervoice, zoals Volume, kunt u in de functiedisplay instellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Druk nogmaals op de knop om de linkervoice uit te zetten.
Een linkervoice selecteren
U kunt elke voice als een linkervoice selecteren. Houd de knop [LEFT] langer dan een seconde ingedrukt om de display Left Voice selection weer te geven en selecteer vervolgens een linkervoice op dezelfde manier als waarop u een hoofdvoice selecteert. Druk na het selecteren op de knop [EXIT] om terug te keren naar de MAIN-display.
Gebruikershandleiding
17
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Ride Cymbal 1
Tambourine
Cowbell
Vibraslap
Bongo L
Hi-Hat Open
Crash Cymbal 1
Hand Clap
Hi-Hat Closed
Hi-Hat Pedal
Open Rim Shot
Side Stick
Castanet
Sticks
Brush Tap
Brush Slap
Conga H Open
Timbale L
Agogo L
Maracas
Guiro Short
Claves
Cuica Mute
Triangle Mute
Shaker
Chinese Cymbal
Ride Cymbal Cup
Splash Cymbal
Crash Cymbal 2
Ride Cymbal 2
Bongo H
Conga H Mute
Mid Tom L
Mid Tom H
High Tom
Snare Tight
Floor Tom L
Low Tom
Floor Tom H
Kick Tight
Kick
Snare
Snare Roll
Snare Soft
Kick Soft
Seq Click H
Brush Swirl
Brush Tap Swirl
Conga L
Timbale H
Agogo H
Cabasa
Samba Whistle H
Samba Whistle L
Guiro Long
Wood Block H
Wood Block L
Cuica Open
Triangle Open
Jingle Bells
Bell Tree
C3

Drumkits bespelen

Drumkits zijn verzamelingen drum- en percussie-instrumenten. Wanneer u een viool of ander normaal instrument selecteert, bijvoorbeeld als hoofdvoice, produceren alle toetsen het geluid van dezelfde viool, alleen op verschillende toonhoogten. Selecteert u echter een drumkit als hoofdvoice, dan produceert iedere toets het geluid van een ander drum­of percussie-instrument.
Druk op de [DRUM KIT]-knop.
1
De categorie 'Drum Kit' wordt weergegeven.
Draai aan de draaiknop en selecteer de drumkit die u wilt afspelen
2
(001-025).
Een goede drumkit om mee te beginnen is 003, Standard Kit 1.
Overzicht van drumkits
Vo ic e
nr.
Drumkitnaam
001 Power Kit 1 008 Room Kit 015 Analog Kit 022 Arabic Mixture Kit 002 Power Kit 2 009 Rock Kit 016 Dance Kit 023 Indian Kit 003 Standard Kit 1 010 Electro Kit 017 Symphony Kit 024 Chinese Kit 004 Standard Kit 2 011 AnalogT8 Kit 018 Cuban Kit 025 Chinese Mixture Kit 005 Hit Kit 012 AnalogT9 Kit 019 PopLatin Kit 006 Jazz Kit 013 Break Kit 020 Arabic Kit 007 Brush Kit 014 HipHop Kit 021 Arabic Kit 2
Probeer elke toets en laat u verrassen door de drumkit.
3
Voorbeeld: 003 Standard Kit 1
Vo ic e
nr.
Drumkitnaam
Vo ic e
nr.
Drumkitnaam
Vo ic e
nr.
• Raadpleeg het overzicht van drumkits in de afzonderlijke datalijst.
Drumkitnaam
Gebruikershandleiding
18
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Harmonie toevoegen
Met deze functie voegt u harmonienoten en tremolo­of echo-effecten toe aan de hoofdvoice. Wanneer u een hoofdvoice selecteert, wordt automatisch een geschikt harmonietype geselecteerd.
Sustain toevoegen
Met deze functie voegt u sustain toe aan de keyboardvoices. Gebruik deze functie als u altijd sustain aan de voices wilt toevoegen, ongeacht de bediening van de voetschakelaar. De sustainfunctie heeft geen invloed op de linkervoice.
DSP toevoegen
Er is een enorme variëteit aan DSP-effecten beschikbaar om toe te passen op de hoofd-, dual­en linkervoice. Wanneer u een hoofdvoice selecteert, wordt automatisch een geschikt DSP-type geselecteerd.
Het lampje van de knop brandt als DSP is ingeschakeld.
Wordt weergegeven als de harmoniefunctie is ingeschakeld
Wordt weergegeven als de sustainfunctie is ingeschakeld
Druk op de toetsen aan de rechterzijde terwijl akkoorden speelt in het automatische begeleidingsgedeelte van het keyboard als de automatische begeleiding is ingeschakeld (pagina 29).
Bespeel de toetsen.
Houd de toetsen ingedrukt.
Houd twee toetsen ingedrukt.
Harmonietypen 01 t/m 10, 13 Harmonietypen 19 t/m 22 (Tremolo)
Harmonietypen 15 t/m 18 (Echo) Harmonietypen 23 t/m 26 (Trill)
OPMERKING

Effecten op een voice toepassen

Door op de Voice Control-knoppen te drukken, kunt u effecten toepassen op een voice die op het toetsenbord wordt afgespeeld. Druk nogmaals op de knop om het effect uit te schakelen.
• U kunt het type harmonie opgeven. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
• Voor sommige voices heeft het inschakelen van Sustain geen hoorbaar effect.
• U kunt het DSP-type opgeven. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
De Aan-/uitstatus van de harmonie en sustain wordt in de hoofddisplay weergegeven.
De verschillende harmonietypen afspelen
De werking van de harmoniefunctie is afhankelijk van het type. Controleer het huidige harmonietype in de display door de knop [HARMONY] langer dan een seconde ingedrukt te houden.
Reverb en Chorus
De andere beschikbare effecten zijn Reverb en Chorus. Met reverb kunt u de rijke ambiance van een concertzaal nabootsen, en het choruseffect creëert een vol geluid dat lijkt op een groot aantal van dezelfde voices die unisono worden gespeeld. Als u een stijl of song selecteert, wordt automatisch een geschikt reverb- en chorustype geselecteerd.
• U kunt het type reverb en chorus opgeven. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
19
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

De toonhoogte van het instrument wijzigen

Het Pitchbendwiel gebruiken
Met het pitchbendwiel kunt u zachte variaties van de toonhoogte toevoegen aan de noten die u op het keyboard speelt.
De toonhoogte in stappen van een halve toon instellen (transponeren)
De algemene toonhoogte van het instrument kan in halve tonen worden verhoogd of verlaagd door op de TRANSPOSE-knoppen [+]/[-] te drukken. De waarde wordt in de display weergegeven, en geeft de mate van transponering boven of onder de normale waarde aan tussen -12 en +12 (een maximum van één octaaf). U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde '00'. Daartoe drukt u gelijktijdig op de knoppen [+] en [-].
• Het maximale pitchbendbereik kan worden gewijzigd door de parameter PB Range in de functiedisplay in te stellen. Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie.
• Deze instelling heeft geen invloed op de drumkitvoices.
20
De toonhoogte wijzigen in octaven
Druk op de UPPER OCTAVE-knoppen [-]/[+] om de afspeeltoonhoogte van de hoofd- en dualvoices te wijzigen in intervallen van een octaaf. De zojuist gewijzigde waarde wordt nu in de display weergegeven als een waarde tussen -1 en +1. U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde '0'. Daartoe drukt u gelijktijdig op de knoppen [+] en [-].
Gebruikershandleiding
• Als een drumkit is geselecteerd, worden percussievoices die aan het keyboard zijn toegewezen wel in locatie verplaatst, maar niet in toonhoogte.
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Stemming
OPMERKING
Waarde
Toonhoogte van het hele instrument fijn afstemmen
De toonhoogte van het hele instrument kan nauwkeurig worden afgestemd met maximaal 1 halve toon. Dit is handig wanneer u het instrument samen met andere instrumenten of met muziek van een cd bespeelt.
Druk op de knop [FUNCTION] om de functiedisplay te openen.
1
Druk net zo vaak op de knoppen CATEGORY [<] en [>] als nodig is
2
om Tuning weer te geven.
• Deze instelling heeft geen invloed op de drumkitvoices.
Gebruik de draaiknop om de stemmingswaarde naar wens tussen
3
415,3 en 466,2 Hz in te stellen.
Het bereik is 415,3 tot 466,2, wat gelijk is aan -1 halve toon tot +1 halve toon.
• Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
21
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
OPMERKING
Langer dan een seconde ingedrukt houden
OPMERKING

Stemming met toonstelsels

De stemming van dit keyboard is standaard ingesteld op gelijkzwevende temperatuur, dezelfde stemming als die van een akoestische piano. U kunt de instelling echter veranderen in overeenstemming met het muziekgenre of de muziekstijl die u wilt spelen.
Een stemming selecteren
U kunt verschillende toonstelsels selecteren voor het inspelen van aangepaste stemmingen voor bepaalde historische tijdperken of muziekgenres.
Houd de knop [FUNCTION] langer dan een seconde ingedrukt om de display Scale select weer te geven en draai vervolgens aan de draaiknop om de gewenste stemming te selecteren. U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde door gelijktijdig op de knoppen [-/NO] en [+/YES] te drukken.
Vooraf ingestelde stemmingstypen
Het toonhoogtebereik van elk octaaf is gelijk onderverdeeld in
EQUAL
PURE MAJOR, PURE MINOR
PYTHAGOREAN
MEAN-TONE
WERCKMEISTER, KIRNBERGER
ARABIC1, ARABIC2
twaalf delen, waarbij de toonhoogte tussen elke halve toon gelijkmatig is verdeeld. Dit is de meest gebruikte stemming in de hedendaagse muziek.
Deze stemmingen houden de zuivere wiskundige intervallen van elke toonladder in stand, vooral voor drieklanken (grondtoon, terts, kwint). U kunt dit het beste horen met echte vocale harmonieën, zoals bij koren en a-capellazang.
Deze stemming is uitgevonden door de beroemde Griekse filosoof en wordt samengesteld door een serie reine kwinten, die zijn samengebracht in een enkel octaaf. De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor bepaalde solo's.
Dit toonstelsel is gemaakt als een verbetering van de Pythagoreaanse stemming, door het majeur tertsinterval meer 'in stemming' te brengen. Deze stemming was vooral populair van de 16e tot de 18e eeuw. Händel, onder andere, gebruikte deze stemming.
Deze samengestelde stemming combineert de systemen van Werckmeister en Kirnberger, die op zich verbeteringen van de middentoon- en Pythagoreaanse stemmingen waren. De belangrijkste eigenschap van deze stemming is dat elke toets zijn eigen unieke karakter heeft. De stemming werd op grote schaal gebruikt in de tijd van Bach en Beethoven, en wordt zelfs nu nog vaak gebruikt als er muziek uit een bepaald tijdperk wordt gespeeld op een klavecimbel.
Gebruik deze stemmingen bij het spelen van Arabische muziek.
• Deze instelling heeft geen invloed op de drumkitvoices.
• Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
• Als u met de functie Scale Tune uw eigen stemming hebt gemaakt, wordt '(Edited)' in de display weergegeven (pagina 23).
22
Gebruikershandleiding
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Stemmingswaarde (cent)
Note
De grondtoon voor elke stemming instellen
Als de grondtoon wordt gewijzigd, wordt de toonhoogte van het toetsenbord getransponeerd. De oorspronkelijke toonhoogterelatie tussen de noten blijft echter gehandhaafd. Zorg ervoor dat u de juiste grondtoon opgeeft als u een andere stemming dan Gelijkzwevende stemming selecteert. Maak anders een originele stemming met de functie Scale Tune.
Druk op de knop [FUNCTION] en druk net zo vaak op de knoppen CATEGORY [<] en [>] als nodig is om de grondtoon te selecteren. Gebruik de draaiknop om de grondtoon te selecteren uit C, C#, D, Eb, E, F, F#, G, Ab, A, Bb, B.
U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde door gelijktijdig op de knoppen [-/NO] en [+/YES] te drukken.
Elke toon stemmen om een originele stemming te maken
U kunt de afzonderlijke noten in cents stemmen om uw eigen stemming te maken. De term 'cent' verwijst naar één honderdste van een halve toon (d.w.z. 100 cent = 1 halve toon). Volg onderstaande instructies nadat u de juiste grondtoon hebt geselecteerd.
Druk op de knop [FUNCTION] en druk vervolgens net zo vaak op de
1
knoppen CATEGORY [<] en [>] tot Scale Tune is geselecteerd.
Gebruik de draaiknop om de af te stemmen noot te selecteren en druk
2
op de knop [EXECUTE].
De stemmingswaarde is gemarkeerd en u kunt de noot afstemmen.
Gebruik de draaiknop om de noot af te stemmen en druk op de knop
3
[EXECUTE].
Het stemmingsbereik ligt tussen -64 en +63. U kunt de instelling terugzetten op de beginwaarde door gelijktijdig op de knoppen [-/NO] en [+/YES] te drukken.
• Deze instellingen zijn gekoppeld aan de grondtoon. Als de grondtoon van de originele stemming van C wordt gewijzigd in F, schuiven de stemmingswaarden voor de toetsen C–B naar F–E.
Gebruikershandleiding
23
1. Voices – Het toetsenbord bespelen –
OPMERKING
Part (partij)
Herhaal stap 2 en 3 om de overige noten te stemmen.
4
Sla de instellingen hier desgewenst in het registratiegeheugen op
5
(pagina 50).
Een partij voor Scale Tune selecteren
Met de begininstellingen wordt Scale Tune alleen op de hoofd- en dualvoices toegepast, niet op het afspelen van de linkervoice en de stijl. Volg onderstaande instructies als u deze instelling niet alleen op de hoofd- en dualvoices maar ook op het afspelen van de linkervoice of stijl wilt toepassen.
Houd de knop [FUNCTION] langer dan een seconde ingedrukt om
1
de display Scale select te openen.
Druk net zo vaak op de knop CATEGORY [>] als nodig is om Part
2
Select te selecteren.
De partij en status ON/OFF worden weergegeven.
• Druk op de [EXIT]-knop om naar de hoofddisplay terug te keren.
24
Gebruik de draaiknop om de partij te selecteren en druk op de knop
3
[EXECUTE].
Selecteer de gewenst partij uit hoofd-/dualvoices, linkervoice en stijl. Daarna drukt u op de knop [EXECUTE] zodat het gemarkeerde gebied naar de status ON/OFF wordt verplaatst.
Gebruikershandleiding
Loading...
+ 53 hidden pages