Yamaha CVP-309 User Manual [nl]

Page 1
CVP-309/307
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BELANGRIJK —controleer de spanningsvoorziening—
Controleer of het voltage van het stopcontact overeenkomt met het voltage dat op het naamplaatje staat dat u kunt vinden op het onderpaneel. In sommige gebieden is er naast het netsnoer een voltageschakelaar aanwezig op het onderpaneel van het keyboard. Zorg dat de voltageschakelaar is ingesteld op het juiste voltage. Af fabriek staat de schakelaar op 240 Volt. U kunt de instelling wijzigen met een platkopschroevendraaier. Hiervoor draait u de schakelaar totdat het juiste voltage bij het pijltje verschijnt.
Raadpleeg de instructies achter in deze handleiding voor informatie over de montage van de keyboardstandaard.
NL
Page 2
SPECIAL MESSAGE SECTION
PRODUCT SAFETY MARKINGS: Yamaha electronic
products may have either labels similar to the graphics shown below or molded/stamped facsimiles of these graphics on the enclosure. The explanation of these graphics appears on this page. Please observe all cautions indicated on this page and those indicated in the safety instruction section.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
See bottom of Keyboard enclosure for graphic symbol markings.
The exclamation point within the equilateral triangle is intended to alert the user to the presence of important operating and maintenance (servic­ing) instructions in the literature accompanying the product.
The lightning flash with arrowhead symbol, within the equilateral trian­gle, is intended to alert the user to the presence of uninsulated “dangerous voltage” within the product’s enclo­sure that may be of sufficient magni­tude to constitute a risk of electrical shock.
Battery Notice: This product MAY contain a small non-
rechargable battery which (if applicable) is soldered in place. The average life span of this type of battery is approximately five years. When replacement becomes necessary, contact a qualified service representative to perform the replacement.
Warning: Do not attempt to recharge, disassemble, or
incinerate this type of battery. Keep all batteries away from children. Dispose of used batteries promptly and as regulated by applicable laws. Note: In some areas, the servicer is required by law to return the defective parts. However, you do have the option of having the servicer dispose of these parts for you.
Disposal Notice: Should this product become damaged
beyond repair, or for some reason its useful life is consid­ered to be at an end, please observe all local, state, and federal regulations that relate to the disposal of products that contain lead, batteries, plastics, etc.
NOTICE: Service charges incurred due to lack of knowl-
edge relating to how a function or effect works (when the unit is operating as designed) are not covered by the man­ufacturer’s warranty, and are therefore the owners respon­sibility. Please study this manual carefully and consult your dealer before requesting service.
NAME PLATE LOCATION: The graphic below indi-
cates the location of the name plate. The model number, serial number, power requirements, etc., are located on this plate. You should record the model number, serial number, and the date of purchase in the spaces provided below and retain this manual as a permanent record of your purchase.
IMPORTANT NOTICE: All Yamaha electronic products
are tested and approved by an independent safety testing laboratory in order that you may be sure that when it is properly installed and used in its normal and customary manner, all foreseeable risks have been eliminated. DO NOT modify this unit or commission others to do so unless specifically authorized by Yamaha. Product perfor­mance and/or safety standards may be diminished. Claims filed under the expressed warranty may be denied if the unit is/has been modified. Implied warranties may also be affected.
SPECIFICATIONS SUBJECT TO CHANGE: The
information contained in this manual is believed to be correct at the time of printing. However, Yamaha reserves the right to change or modify any of the specifications without notice or obligation to update existing units.
ENVIRONMENTAL ISSUES: Yamaha strives to pro-
duce products that are both user safe and environmentally friendly. We sincerely believe that our products and the production methods used to produce them, meet these goals. In keeping with both the letter and the spirit of the law, we want you to be aware of the following:
CVP-309
(grand piano type)
Model
Serial No.
Purchase Date
CVP-309/307
92-469 1 (bottom)
Page 3

VOORZICHTIG

LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats
voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Gebruik alleen het voltage dat als juist wordt aangegeven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder al het vuil of stof dat zich erop verzameld heeft.
• Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer/de bijgeleverde stekker.
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt of erover kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen overheen kunnen rollen.
Niet openen
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer ze op geen enkele manier. Het instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door Yamaha-servicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Haal nooit een stekker uit en steek nooit een stekker in het stopcontact als u natte handen heeft.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het instrument. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies optreedt in het instrument, of als er een ongebruikelijke geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
LET OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Als u de stekker uit het instrument of uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt of tijdens een elektrische storm.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact via een verdeelstekker. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en hierdoor kan het stopcontact oververhitten.
Montage
• Lees zorgvuldig de bijgeleverde montagevoorschriften. Zou u het instrument niet in de juiste volgorde monteren, dan kan dit schade aan het instrument of zelfs persoonlijk letsel veroorzaken.
• Stel het instrument niet bloot aan overdreven hoeveelheden stof of trillingen, of
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereo-apparatuur,
• Plaats het instrument niet in een onstabiele positie, waardoor het per ongeluk
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
(1)B-7 1/2
Locatie
extreme kou of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto) om de kans op vervorming van het paneel of beschadiging van de interne componenten te voorkomen.
mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kan het instrument, de tv of radio bijgeluiden opwekken.
om kan vallen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
3
Page 4
Aansluitingen
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten, moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aan­of uitzet, moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau, terwijl u het instrument bespeelt.
Onderhoud
• (CVP-309 inclusief vleugelmodel) Verwijder stof en vuil voorzichtig met een zachte doek. Wrijf niet te hard aangezien kleine vuildeeltjes in de afwerking van het instrument kunnen krassen.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of met chemicalieën geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Zorgvuldig behandelen
• Let erop dat de toetsenklep niet op uw vingers valt en steek uw vingers niet in enige uitsparing van de toetsenklep of van het instrument.
• Zorg ervoor dat u nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen steekt of laat vallen op de toetsenklep, het paneel of het toetsenbord. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
• (CVP-309 inclusief vleugelmodel) Tegen het oppervlak van het instrument stoten met metalen, porceleinen of andere harde voorwerpen kan ervoor zorgen dat de afwerklaag barst of afschilfert. Wees voorzichtig.
• Leun niet op het instrument, plaats geen zware voorwerpen op het instrument en vermijd het uitoefenen van overmatig veel kracht op de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een oncomfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
De bank gebruiken (indien meegeleverd)
• Plaats de bank niet op een onstabiele plek waar deze per ongeluk om kan vallen.
• Speel niet onachtzaam met de bank en ga er niet op staan. Het gebruiken van de bank als opstapje of voor enig ander doel kan een ongeluk of letsel veroorzaken.
• Er zou slechts één persoon tegelijk op de bank plaats moeten nemen om schade of ongelukken te voorkomen.
• (CVP-309 inclusief vleugelmodel) Probeer de hoogte van de bank niet aan te passen terwijl u op de bank zit, aangezien dit ertoe kan leiden dat er excessieve kracht op het aanpassingsmechanisme wordt uitgeoefend, wat mogelijk kan resulteren in beschadigen van het mechanisme of zelfs verwonding.
• Als de schroeven van de bank los komen te zitten vanwege langdurig gebruik, moet u deze regelmatig weer vastschroeven met het bijgeleverde gereedschap.
Data opslaan
Uw data opslaan en back-ups maken
• De data van de hieronder vermelde typen gaan verloren wanneer u het instrument uitschakelt. Sla de data op naar de tab USER (pagina 26), diskette, SmartMedia-kaart of andere geschikte externe media.
• Opgenomen/bewerkte songs (pagina 41, 137, 152)
• Opgenomen/bewerkte stijlen (pagina 111)
• Bewerkte voices (pagina 93)
• Onthouden One Touch Settings (pagina 50)
• Bewerkte MIDI-instellingen (pagina 196)
Data in de tab USER (pagina 26) kunnen verloren gaan als gevolg van een onjuiste werking of bediening. Sla belangrijke data op naar een diskette, SmartMedia-kaart of externe media.
Als u instellingen in een displaypagina wijzigt en die pagina verlaat, worden de System Setup-data (opgesomd in de Parameter Chart van de bijgeleverde Data List) automatisch opgeslagen. De gewijzigde data gaan echter verloren als u het instrument uitzet, zonder dat u de betreffende pagina eerst heeft verlaten.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(1)B-7 2/2
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
4
Page 5
Dank u voor de aanschaf van deze Yamaha Clavinova
Wij adviseren u deze handleiding zorgvuldig te lezen zodat u optimaal gebruik kunt maken
van de geavanceerde en handige functies van de Clavinova.
We adviseren u ook deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats te bewaren
voor toekomstige raadpleging.

Over deze gebruikershandleiding en de Data List

Deze handleiding bestaat uit de volgende gedeelten.
Gebruikershandleiding
Inleiding (pagina 12) ............................ Lees dit gedeelte alstublieft eerst.
Beknopte handleiding (pagina 23)........ In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de basisfuncties kunt gebruiken.
Basisbediening (pagina 57) .................. In dit gedeelte wordt de basisbediening uitgelegd, inclusief de op de
display gebaseerde regelaars.
Naslaginformatie (pagina 72) ...............In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u gedetailleerde instellingen kunt
aanbrengen voor de verschillende functies van de Clavinova.
Appendix (pagina 201)......................... In dit gedeelte vindt u extra informatie zoals problemen oplossen en
specificaties.
Data List
Voice-lijst, indeling van MIDI-data, enz.
• De modellen CVP-309/307 zullen in deze gebruikershandleiding vaak de CVP/Clavinova worden genoemd.
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• De voorbeelddisplays in deze gebruikershandleiding zijn in het Engels.
• Commercieel beschikbare software kopiëren is ten strengste verboden, met uitzondering van kopiëren voor uw persoonlijke gebruik.
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarop Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvoor Yamaha over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlfiles, MIDI-files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de betreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wettelijke consequenties. HET IS VERBODEN ILLEGALE KOPIEËN TE MAKEN, DISTRIBUEREN OF GEBRUIKEN.
• De foto's van de clavecimbel (harpsichord), bandoneon, hackbrett, muziekdoos (music box), hakkebord (dulcimer) en cimbalom, die te zien zijn in de displays van de CVP-309/307, zijn welwillend ter beschikking gesteld door Gakkigaku Shiryokan (Collection voor Organolgy), Kunitachi Muziekcollege.
• De volgende instrumenten, die in de displays van de CVP-309/307 worden weergegeven, zijn tentoongesteld in het Hamatsu Museum voor muziekinstrumenten: balafon, gender, kalimba, kanoon, santur, gamelangong, harp, handbel, doedelzak (bagpipe), banjo, carillon, mandoline, oud, panfluit (pan flute), pungi, rabab, shanai, sitar, steeldrum en tambra.
• Dit product is gefabriceerd onder licentie van de U.S. Patentnummers 5231671, 5301259, 5428708 en 5567901 van IVL Technologies Ltd.
• De in dit instrument gebruikte bitmapfonts zijn geleverd door, en het eigendom van Ricoh Co., Ltd.
• Dit product maakt gebruik van NF, een ingebouwde internetbrowser van ACCESS Co., Ltd. NF wordt gebruikt met het gepatenteerde LZW, onder licentie van Unisys Co., Ltd. NF mag niet van dit product gescheiden worden, noch mag het op de één of ander manier worden verkocht, uitgeleend of overgedragen. Tevens mag NF niet worden onderworpen aan reverse-engineering, gedecompileerd, terug-geassembleerd of gekopieerd. Deze software bevat een module die is ontwikkeld door de onafhankelijke JPEG Group.
Handelsmerken:
• Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft® Corporation.
• SmartMedia is een handelsmerk van de Toshiba Corporation.
• Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
5
Page 6

Accessoires

Guide to Yamaha Online Member Product User Registration
'50 Greats for the Piano' (Muziekboek)
Gebruikershandleiding
Data List
De volgende items kunnen bijgeleverd of optioneel zijn, afhankelijk van uw locatie:
Diskettedrive
SmartMedia-kaart
Bank
Stemmen
In tegenstelling tot een akoestische piano hoeft de Clavinova niet gestemd te worden. Deze blijft altijd perfect gestemd.
Transport
Als u verhuist, kunt u de Clavinova samen met uw andere bezittingen transporteren. U kunt het instrument in zijn geheel (gemonteerd) verhuizen of u kunt het instrument demonteren naar de staat zoals u deze voor het eerst uit de doos haalde. Transporteer het toetsenbord horizontaal. Hang het niet tegen een zijkant aan en zet het niet op zijn kant. Stel het instrument niet bloot aan overmatige vibratie of schokken. Let er op dat na het transporteren van de gemonteerde Clavinova alle schroeven goed vast zitten en dat ze niet los raken door het verplaatsen van het instrument.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
6
Page 7

Inhoudsopgave

Inleiding
Welkom bij de prachtige muziekwereld
van de Clavinova CVP! .................................... 10
Paneelregelaars ............................................... 12
Het toetsenbord bespelen .............................. 14
Opstellen van de Clavinova ............................ 16
Muziekstandaard .......................................... 16
Bladmuzieksteuntjes ..................................... 16
Klep (CVP-309 vleugelmodel) ...................... 16
Een hoofdtelefoon gebruiken ....................... 17
De displaytaal veranderen ............................ 18
Displayinstellingen ....................................... 18
Omgaan met de diskdrive (FDD)
en diskettes ..................................................... 21
Omgaan met SmartMediaTM*-
geheugenkaarten ............................................ 22
Beknopte handleiding
De demo's afspelen ......................................... 23
Handelingen in de basisdisplays ..................... 25
Bediening van de hoofddisplay ............................. 25
Bediening van de display voor file-selectie ............ 25
Bediening van de display FUNCTION ................... 26
Voices bespelen ............................................... 28
De pianovoice bespelen ....................................... 28
Verscheidene voices bespelen ............................... 31
Oefenen met de vooraf ingestelde songs ...... 34
Songs afspelen voor het oefenen .......................... 34
Eénhandsoefening met de Guide Lamps
(gidslampjes) ........................................................ 38
Oefenen met de herhaaldelijke afspeelfunctie ....... 40
Uw spel opnemen ................................................ 41
Achtergrondpartijen spelen met de speelassistentietechnologie (Performance
assistant technology) ...................................... 42
Begeleiding afspelen met de automatische
begeleidingsfunctie (stijl afspelen) ................ 44
'Mary Had a Little Lamb' spelen met de
automatische begeleidingseigenschap .................. 44
Ideale setups voor elke song oproepen
— Music Finder ............................................... 50
Met afgespeelde songs meezingen
(Karaoke) of met uw eigen spel ..................... 52
Een microfoon aansluiten ..................................... 52
Zingen met de display LYRICS .............................. 53
Handige functies voor karaoke ............................. 53
Handige functies voor meezingen met
uw eigen spel ....................................................... 55
Basisbediening
De basisvoorzieningen (Help) uitproberen .... 57
De in de display getoonde berichten ............. 57
Onmiddellijke selectie van de displays,
Direct Access (directe toegang) ..................... 58
Basisdisplays (hoofddisplay en display
voor file-selectie) ............................................. 59
Hoofddisplay (display MAIN) ................................ 59
Configuratie en basisbediening van de display
voor file-selectie .................................................... 60
Handelingen voor files en mappen in de display
voor file-selectie .................................................... 62
De fabrieksgeprogrammeerde instellingen
herstellen ......................................................... 69
Het fabrieksgeprogrammeerde systeem
herstellen ............................................................. 69
De fabrieksgeprogrammeerde instellingen
afzonderlijk per item herstellen ............................. 69
Uw originele instellingen opslaan en
terugroepen als een enkele file ............................. 70
Databack-up .................................................... 71
Back-upprocedure ................................................ 71
Naslaginformatie
Voices gebruiken, creëren en
bewerken ..........................................72
Voicekarakteristieken ...................................... 72
Verschillende voices tegelijkertijd gebruiken
Toetsenbordgedeelten (Rechts 1, Rechts 2, Links) Twee voices gelijktijdig spelen (gedeelten
Rechts 1 en 2) ...................................................... 74
Verschillende voices spelen met de linker- en
rechterhand (gedeelten Rechts 1 en Links) ........... 75
Het akoestische realisme van het geluid
verbeteren (iAFC) ............................................ 76
Het type en de diepte van de iAFC aanpassen ...... 76
De iAFC-instellingen kalibreren ............................. 77
Toonhoogte wijzigen ...................................... 78
Transponeren ....................................................... 78
Fijnafstemming van de toonhoogte van het hele
instrument ........................................................... 78
Afstemmen met toonschalen ................................ 78
Effecten toevoegen aan voices die op het
toetsenbord worden gespeeld ....................... 80
Het volume en de toonbalans bewerken
(MIXING CONSOLE) ........................................ 82
Basisprocedure ..................................................... 82
Voice creëren (Sound Creator) ....................... 93
Basisprocedure ..................................................... 93
Uw eigen Organ Flutes-voices maken ................... 97
... 73
... 73
Op de LCD-display van dit instrument worden verschillende displaypagina's en menu's getoond waarin de functies en de handelingen worden aangegeven. In deze hele handleiding worden pijlen gebruikt bij de instructies waarmee in een verkorte notatie de procedure wordt aangegeven voor het oproepen van deze functies. In het onderstaande voorbeeld van deze verkorte notatie wordt een handeling beschreven van vier stappen:
1) druk op de knop [FUNCTION], 2) druk op de knop [D] om de pagina Controller te selecteren, 3) druk op de knop TAB [
®
] om de pagina Keyboard/Panel te selecteren, en 4) druk op de knop [A] om de parameter INITIAL TOUCH
te selecteren.
®
[FUNCTION] [D] CONTROLLER TAB [
] KEYBOARD/PANEL [A] 1 INITIAL TOUCH
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
7
Page 8
De automatische begeleidingsstijlen gebruiken, creëren en bewerken ...101
Stijlkarakteristieken ....................................... 101
Een type vingerzetting voor akkoorden
selecteren ...................................................... 101
Alleen de ritmekanalen van een stijl spelen Instellingen die betrekking hebben op
het afspelen van stijl ..................................... 104
Het volume en de toonbalans van de stijl
bewerken (MIXING CONSOLE) .................... 106
Handige Music Finder-functie ....................... 106
De records doorzoeken ...................................... 106
Een set favoriete Records creëren ....................... 107
Records bewerken .............................................. 108
De record opslaan .............................................. 109
Style Creator ................................................. 111
Stijlstructuur ....................................................... 111
Een stijl maken ................................................... 111
De gemaakte stijl bewerken ................................ 117
... 102
De Clavinova rechtstreeks verbinden
met internet ...................................170
Het instrument verbinden met internet ....... 170
Toegang verkrijgen tot de speciale
Clavinova-website ......................................... 171
Handelingen op de speciale
Clavinova-website ......................................... 171
Door de display schuiven .................................... 171
Koppelingen volgen ...........................................172
Tekens invoeren ................................................. 172
Terugkeren naar de voorgaande webpagina ....... 173
Een webpagina vernieuwen/het laden van een
webpagina annuleren ......................................... 174
Data aanschaffen en downloaden ....................... 174
Bladwijzers opslaan van uw favoriete pagina's .... 175
De homepage veranderen .................................. 178
Over de internetinstellingsdisplay ....................... 179
Internetinstellingen initialiseren .......................... 182
Verklarende woordenlijst van
internettermen .............................................. 183
Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen
(Registration Memory) ...................125
Eigen paneelsetups registreren en opslaan De geregistreerde paneelsetups oproepen
Een overbodige paneelsetup verwijderen/
Een paneelsetup benoemen ............................... 127
Het oproepen van bepaalde items uitschakelen
(functie Freeze) .................................................. 127
Registration Memory-nummers op volgorde
oproepen, Registratie-sequence .......................... 128
.... 125
.... 126
Songs gebruiken, creëren en
bewerken ........................................130
Compatibele songtypen ................................ 130
Handelingen voor het afspelen van songs ... 131 Onder andere de volumebalans en
voicecombinatie aanpassen
(MIXING CONSOLE) ..................................... 134
De oefenfunctie gebruiken (Guide) .............. 135
Het type Guide-functie selecteren ....................... 135
Uw spel opnemen ......................................... 137
Opnamemethoden ............................................. 137
Een opgenomen song bewerken ........................ 152
Een microfoon gebruiken ...............161
Vocal Harmony-parameters bewerken ......... 161
Het microfoongeluid en het Harmony-geluid
aanpassen ...................................................... 164
Talk Setting (Spreekinstelling) ..................... 168
Uw instrument gebruiken met
andere apparaten ...........................184
De hoofdtelefoon gebruiken ([PHONES]-
aansluitingen) ............................................... 184
Een microfoon of gitaar aansluiten
(aansluiting [MIC./LINE IN]) ......................... 184
Audio- en videoapparaten aansluiten ........... 184
Externe audioapparaten gebruiken voor het afspelen en opnemen ([AUX OUT]-aansluitingen, [AUX OUT (LEVEL FIXED)]-aansluitingen,
[OPTICAL OUT]-aansluiting) ............................... 184
Externe audioapparaten via de ingebouwde luidsprekers weergeven
([AUX IN]-aansluitingen) .................................... 185
De display-inhoud via een afzonderlijke
TV-monitor weergeven ....................................... 185
De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken
([AUX PEDAL]-aansluiting) ........................... 186
Bepaalde functies toewijzen aan de verschillende
voetpedalen ....................................................... 186
Externe MIDI-apparaten aansluiten
([MIDI]-aansluitingen) .................................. 189
Een computer of USB-apparaat aansluiten ... 189
Een computer aansluiten ([USB TO HOST]- en
[MIDI]-aansluitingen) ......................................... 189
Verbinden met een LAN-adapter van het USB-type en een USB-opslagapparaat
(via de [USB TO DEVICE]-aansluiting) ................. 190
Wat is MIDI? .................................................. 192
Wat u kunt doen met MIDI ........................... 195
MIDI-instellingen .......................................... 196
Basisbediening ................................................... 196
Voorgeprogrammeerde MIDI-sjablonen .............. 196
MIDI-systeeminstellingen .................................... 198
MIDI-verzendinstellingen .................................... 198
MIDI-ontvangtinstellingen.................................. 199
De basnoot instellen voor het afspelen van stijl
via MIDI-ontvangst ............................................. 199
Het akkoordsoort instellen voor het afspelen
van stijl via MIDI-ontvangst ................................200
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
8
Page 9
Appendix
Problemen oplossen ...................................... 201
CVP-309 vleugelmodel: Montage van de
pianostandaard ............................................. 206
CVP-309/307: Montage van de
pianostandaard ............................................. 209
De diskdrive installeren
(bijgeleverd/optioneel) ................................ 212
Specificaties ................................................... 213
Index .............................................................. 215
Inleiding
Using Your Instrument with Other Devices
Beknopte handleiding
Basisbediening
Naslaginformatie
Voices gebruiken, creëren en bewerken
De automatische begeleidingsstijlen gebruiken, creëren en bewerken
Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen
Songs gebruiken, creëren en bewerken
Een microfoon gebruiken
De Clavinova rechtstreeks verbinden met internet
Uw instrument gebruiken met andere apparaten
Appendix
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
9
Page 10
Inleiding

Welkom bij de prachtige muziekwereld van de Clavinova CVP!

Authentieke op akoestische piano lijkende aanslag
Natural Wood-toetsenbord (CVP-309 inclusief het vleugelmodel)
Voor het speciale Natural Wood-toetsenbord van de CVP-309 is echt hout gebruikt, om de ervaring van het bespelen van een echte akoestische vleugel zo dicht mogelijk te benaderen. De authentieke aanslag en het gevoel van de toetsen gaan veel verder dan bestaande elektronische toetsenborden, door de hardheid van de toetsen realistisch opnieuw te creëren, door de balans tussen het gewicht van de toets en de hamer, en de karakteristieke gewichtgradaties van de toetsen – zwaar in het lage en licht in het hoge register – om u het gevoel te geven dat u een echte vleugel bespeelt. Bovendien kunt u met dit speciaal vervaardigde toetsenbord technieken gebruiken die alleen mogelijk zijn op vleugels, zoals achtereenvolgens dezelfde noot spelen en het geluid zich vloeiend laten mengen zelfs zonder de demperpedaal te gebruiken, of snel dezelfde toets bespelen met een perfecte articulatie in het geluid zonder dat het onnatuurlijk wordt afgebroken.
GH3-toetsenbord (CVP-307)
Deze eigenschap zorgt voor een authentieke, realistische toetsenbordrespons (net als bij het speelgevoel van een vleugel) waarbij de lage toetsen zwaarder in aanslag zijn en de hogere toetsen lichter, met daartussen alle natuurlijke gradaties. Bovendien kunt u met dit speciaal vervaardigde toetsenbord technieken gebruiken die alleen mogelijk zijn op vleugels, zoals achtereenvolgens dezelfde noot spelen en het geluid zich vloeiend laten mengen zelfs zonder de demperpedaal te gebruiken, of snel dezelfde toets bespelen met een perfecte articulatie in het geluid zonder dat het onnatuurlijk wordt afgebroken.
De akoestische ambiance van een vleugel — met de functie iAFC
Zet het iAFC (Instrumental Active Field Control)-effect aan, en hoor het geluid om u heen uitspreiden, alsof u op het podium in een concertzaal speelt. Het totale geluid is dieper en vol resonanties, vooral als het demperpedaal gebruikt wordt, waardoor het natuurlijke geluid van echte akoestische instrumenten opnieuw wordt gecreëerd en benadrukt.
De Clavinova bespelen
Pianovoices bespelen ............................................................ pagina 28
Met slechts één druk op een knop kunt u de hele Clavinova opnieuw congureren voor optimaal pianospel, ongeacht de instellingen die u op het paneel heeft gemaakt. U kunt nu genieten van het spelen en oefenen met de geluiden en de respons van een authentieke vleugel ogenblikkelijk.
PIANO
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
10
Andere instrumentvoices bespelen .......................................pagina 31
De Clavinova zorgt niet alleen voor verscheidene realistische pianovoices, maar beschikt ook over een uitzonderlijk grote verscheidenheid aan authentieke instrumenten, zowel akoestisch als elektronisch.
ORGAN FLUTES
Page 11
Speel samen met een complete band
— afspelen van songs............................................................. pagina 34
SONG
SELECT
Speel mee met reeds opgenomen songdata, en vul uw solospel op met het geluid en arrangement van een complete band of compleet orkest.
Begin rustig aan met het spelen van achtergrondpartijen bij songs,
— speelassistentietechnologie ............................................... pagina 42
De nieuwe speelassistenttechnologie maakt het u uitzonderlijk makkelijk om professioneel klinkende achtergrondpartijen te spelen bij het afspelen van songs.
Melodieën samen met automatische begeleiding spelen,
— afspelen van stijl................................................................. pagina 44
Gebruik de voorzieningen voor het afspelen van stijl om automatisch volledige achtergrondpartijen en begeleiding te produceren, terwijl u daarbij nog de melodieën speelt. Het is net alsof u er een ervaren ensemble achter u speelt. Selecteer een begeleidingsstijl, zoals pop, jazz, Latin, enz., en laat de Clavinova uw begeleidingsband zijn!
STYLE
SELECT
Inleiding
Oefenen
De muzieknotatie weergeven en ermee meespelen .............pagina 56
Terwijl u een song afspeelt, kunt u de muzieknotatie automatisch in de display laten weergeven. Dit is een uitzonderlijk handig hulpmiddel voor het leren en oefenen van stukken.
Gidslampjes .............................................................................pagina 38
De toetsgidslampjes zijn ook handig bij het leren en oefenen, aangezien ze aangeven welke noten u zou moeten spelen, wanneer u ze zou moeten spelen en hoe lang u ze ingedrukt zou moeten houden.
Uw spel opnemen .................................................................. pagina 41
De Clavinova laat u gemakkelijk uw eigen spel opnemen en opslaan naar het interne geheugen of een SmartMedia-kaart. Dit is ook een uitstekend oefenhulpmiddel, omdat u uw eigen spel terug kunt horen en uw sterke en zwakke punten kunt opmerken.
Breid uw songverzameling uit
Rechtstreekse internetverbinding ........................................pagina 170
De Clavinova kan ook rechtstreeks verbonden worden met internet, waardoor u songdata van speciale websites kunt downloaden, en ze op kunt slaan naar het interne geheugen of een SmartMedia-kaart.
SCORE
REC
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
11
Page 12
Inleiding

Paneelregelaars

SCORE
KARAOKE
SONG
SELECT
REC STOP
1 [POWER]-schakelaar ....................................................... P. 14
2 SmartMedia-sleuf............................................................. P. 22
MIC.
3 Knop [MIC SETTING/VOCAL HARMONY] ...................... P. 54
METRONOME
4 Knop [ON/OFF]............................................................... P. 30
VOLUME
5 Draaiknop [MASTER VOLUME] ....................................... P. 15
6 Knop [FADE IN/OUT]...................................................... P. 46
TEMPO
7 Knop [TAP]...................................................................... P. 46
8 Knoppen [+]/[-]................................................................ P. 30
TRANSPOSE (transponeren)
9 Knoppen [+]/[-]................................................................ P. 53
SONG
0 Knop [GUIDE] ................................................................. P. 38
A Knop [PERFORMANCE ASSISTANT] ................................ P. 43
B Knop [SCORE] ................................................................. P. 37
C Knop [KARAOKE] ............................................................ P. 53
D Knop [REPEAT] ................................................................ P. 40
E Knop [EXTRA TRACKS (STYLE)]...................................... P. 138
F Knop [TRACK 2 (L)] ......................................................... P. 40
G Knop [TRACK 1 (R)]......................................................... P. 38
H Knop [SONG SELECT] ..................................................... P. 34
I Knop [REC]...................................................................... P. 41
J Knop [STOP].................................................................... P. 35
K Knop [PLAY/PAUSE]......................................................... P. 35
L Knoppen [REW]/[FF]...................................................... P. 132
PLAY/ PAUSE
STYLE
SELECT
STIJLBESTURING
M Knop [ACMP ON/OFF] ....................................................P. 45
N Knop [OTS LINK] ............................................................. P. 50
O Knop [AUTO FILL IN] ......................................................P. 47
P Knoppen INTRO [I]/[II]/[III] .............................................. P. 46
Q Knoppen MAIN VARIATION [A]/[B]/[C]/[D].....................P. 47
R Knop [BREAK]..................................................................P. 47
S Knoppen ENDING/rit. [I]/[II]/[III]......................................P. 47
T Knop [SYNC STOP].......................................................... P. 47
U Knop [SYNC START] ........................................................ P. 46
V Knop [START/STOP] ......................................................... P. 46
W Knop [STYLE SELECT] ......................................................P. 45
X Knop [HELP] ....................................................................P. 57
Y Knop [FUNCTION] .......................................................... P. 26
Z Knop [SOUND CREATOR] ............................................... P. 93
[ Knop [DIGITAL RECORDING]...............................P. 117, 141
\ Knop [BALANCE].............................................................P. 39
] Knop [MIXING CONSOLE] .............................................. P. 82
^ Knop [LCD CONTRAST] .................................................. P. 18
a Knoppen [A]–[J] ...............................................................P. 25
b Knop [DIRECT ACCESS]...................................................P. 58
c Knop [CHANNEL ON/OFF] ...................................P. 103, 137
d Knoppen [1π†]–[8π†] .............................................. P. 25
e Knoppen TAB [√][®]....................................................... P. 26
f Knop [EXIT]...................................................................... P. 26
g Knop [DEMO]..................................................................P. 23
h Knop [MUSIC FINDER] .................................................... P. 50
i Knop [DATA ENTRY] ........................................................ P. 61
j Knop [ENTER] .................................................................. P. 61
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
12
Page 13
Inleiding
DEMO
VOICE
k Knoppen VOICE............................................................... P. 31
l Knop [VOICE EFFECT] ..................................................... P. 80
m Knop [iAFC SETTING]...................................................... P. 76
ONE TOUCH SETTING
n Knoppen [1]–[4] .............................................................. P. 49
o Knop [LEFT HOLD].......................................................... P. 48
PART
p Knoppen PART................................................................. P. 73
PIANO
REGIST.
BANK
ORGAN FLUTES
PIANO-instelling
q Knop [PIANO] ................................................................. P. 28
REGISTRATION MEMORY
r Knop [REGIST. BANK].................................................... P. 126
s Knop [FREEZE]............................................................... P. 127
t Knoppen [1]–[8] ............................................................ P. 125
u Knop [MEMORY]........................................................... P. 125
Pedalen
v Linkerpedaal.................................................................... P. 29
w Sostenutopedaal............................................................... P. 29
x Demperpedaal................................................................. P. 29
y Toetsenbordgidslampjes ................................................... P. 38
Zie pagina 184 voor informatie over de aansluitingen die zich links aan de onderkant van het instrument bevinden.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
13
Page 14
Inleiding

Het toetsenbord bespelen

1 Het netsnoer aansluiten
Sluit eerst de plug van het netsnoer aan op de AC aansluiting op de Clavinova en steek vervolgens de stekker van het netsnoer in een passend stopcontact.
(De uitvoering van de stekker kan per locatie verschillen.)
2 De toetsenklep openen
Til de toetsenklep op met behulp van de handgreep aan de voorkant.
LET OP
Houd de klep met beide handen vast als u deze verplaatst. Laat de klep pas los als deze volledig geopend of gesloten is. Let op dat er geen vingers (van u of van anderen, vooral die van kinderen) knel komen te zitten tussen de klep en de kast.
LET OP
Plaats geen voorwerpen zoals stukken metaal of papier op de klep. Kleine voorwerpen, die op de klep geplaatst worden, kunnen mogelijk in de kast vallen als de klep wordt geopend en kunnen er misschien niet uitgehaald worden. Dit kan dan elektrische schokken, kortsluiting, brand of ernstige schade aan het instrument veroorzaken.
LET OP
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het openen van de klep.
3 Het instrument aanzetten
Druk op de knop [POWER] die zich rechts van het toetsenbord bevind om het instrument aan te zetten De display midden op het bedieningspaneel en de POWER-indicator, links onder het toetsenbord, lichten op.
De POWER­indicator licht op.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
14
Page 15
4 Het toetsenbord bespelen
Bespeel het toetsenbord om geluid te produceren.
Het volume aanpassen
Terwijl u het toetsenbord bespeelt, kunt u het volumeniveau aanpassen met de regelaar [MASTER VOLUME] aan de linkerzijde van het paneel.
5 Het instrument uitzetten
Druk op de [POWER]-schakelaar om het instrument uit te zetten. Het scherm en de POWER-indicator gaan uit.
6 De toetsenklep sluiten
Pak de metalen rand aan de bovenzijde van het paneel vast en sluit de toetsenklep.
Inleiding
LET OP
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het sluiten van de klep.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
15
Page 16

Opstellen van de Clavinova

Muziekstandaard

Inleiding
LET OP
Probeer de muziekstandaard niet in een half opgezette positie te gebruiken. Laat ook de muziekstandaard tijdens het neerlaten pas los als deze helemaal beneden is.
LET OP
Als u de muziekstandaard opzet of neerlaat, laat deze dan pas los wanneer deze helemaal omhoog of neer is.
LET OP
Klap de bladmuzieksteuntjes neer (zie hieronder), voordat u de muziekstandaard neerlaat. De muziekstandaard zal pas dichtgaan als de bladmuzieksteuntjes ook zijn gesloten.
De muziekstandaard opzetten:
CVP-309 vleugelmodel
1 Haal de muziekstandaard omhoog en
zover mogelijk naar u toe.
2 Klap de twee metalen steuntjes, die
zich links en rechts achteraan op de muziekstandaard bevinden, naar beneden.
3 Laat de muziekstandaard zakken zodat deze
tegen de metalen steuntjes rust.
CVP-309/307
Haal de muziekstandaard zover mogelijk naar u toe. Als de muziekstandaard omhoog staat, staat deze vast onder een bepaalde hoek die niet kan worden aangepast.
De muziekstandaard neerklappen:
CVP-309 vleugelmodel
1 Haal de muziekstandaard zover
mogelijk naar u toe.
2 Haal de twee metalen steuntjes
omhoog, zodat ze plat tegen de achterkant van de muziekstandaard aan liggen.
3 Laat de muziekstandaard nu langzaam
helemaal naar beneden zakken.
CVP-309/307
Licht de muziekstandaard iets op, en laat hem vervolgens langzaam naar achteren zakken.
Klap de blad­muzieksteuntjes neer
CVP-309
vleugelmodel
CVP-309/307
CVP-309
vleugelmodel
CVP-309/307
LET OP
Let erop dat uw vingers niet beklemd raken.
Zet de klep open met de lange steun in de uitsparing, om de iAFC (pagina 76) aan te zetten. Als de klep dicht is of op de korte steun rust, zal de iAFC niet aan gaan.

Bladmuzieksteuntjes

Deze steuntjes dienen om de bladzijden van muziekboeken op hun plaats te houden.
Om te openen Om te sluiten

Klep (CVP-309 vleugelmodel)

De klep is voorzien van een lange en een korte steun. Gebruik één ervan om de klep onder de gewenste hoek open te zetten.
De klep openen:
1 Zet de muziekstandaard op, zoals
beschreven bij 'Muziekstandaard' hierboven.
2
Licht de rechterkant van de klep (gezien vanaf de toetsenbordkant van het instrument) op en houd deze omhoog.
3 Zet de klepsteun op en laat de klep
langzaam zo zakken dat het eind van de steun in de uitsparing in de klep past.
3
1
2
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
16
Page 17
Gebruik voor de lange steun de binnenste uitsparing, en voor de korte steun de buitenste uitsparing om de klep te steunen.

Een hoofdtelefoon gebruiken

Inleiding
Lange steun
De klep sluiten:
1 Houd de klepsteun vast en licht de klep
iets op.
2 Houd de klep omhoog en klap de steun
neer.
3 Laat de klep voorzichtig zakken.
Een hoofdtelefoon gebruiken
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]-aansluitingen, die zich links aan de onderkant van het instrument bevinden. Hier kunnen twee standaard hoofdtelefoons op aangesloten worden. (Als u slechts één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit op welke van de twee u deze aansluit.)
Korte steun
LET OP
• Zorg ervoor dat het eind van de steun goed in de uitsparing in de klep past. Als de steun niet goed in de
1
3
2
MIC.
INPUT
MIC. LINE PHONES
VOLUME
LINE IN
MIN MAX
uitsparing rust, kan de klep dichtvallen, waardoor beschadiging of verwonding kan ontstaan.
• Let erop dat u of anderen niet tegen de steun stoten terwijl de klep openstaat. De steun kan dan uit de klepuitsparing worden gestoten waardoor de klep kan dichtvallen.
• Let op dat er geen vingers (van u of van anderen, vooral die van kinderen) knel komen te zitten als u de klep openzet of sluit.
De hoofdtelefoonophangbeugel gebruiken
Er wordt een hoofdtelefoonophangbeugel bij de Clavinova geleverd, zodat u de hoofdtelefoon aan de Clavinova kunt hangen. Bevestig de hoofdtelefoonophangbeugel met de twee bijgeleverde schroeven (4 x 10 mm.), zoals in de illustratie is te zien.
Het geluid via de luidsprekers weergeven, terwijl er een hoofdtelefoon is aangesloten.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB[√][®] CONFIG 2
††
2 Druk op de knop [5
Geluid alleen weergeven via de hoofdtelefoon
Druk op de knop [5
††
††
in stap 1 opgeroepen display.
Als 'OFF' is geselecteerd, zullen de luidsprekers niet klinken en kunt u het geluid van de Clavinova alleen via de hoofdtelefoon(s) horen.
††
††
]/[6
††
] (SPEAKER) om 'ON' te selecteren.
††
]/[6
††
] (SPEAKER) om 'OFF' te selecteren via de
LET OP
Luister niet gedurende een langere tijd naar de hoofdtelefoon met een hoog volume. Dit zou namelijk tot gehoorverlies kunnen leiden.
LET OP
Hang niets anders dan een hoofdtelefoon aan de beugel. Anders kan de Clavinova of de beugel beschadigd worden.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
17
Page 18
Inleiding

De displaytaal veranderen

De displaytaal veranderen
Hiermee kunt u de taal bepalen die wordt gebruikt in de display voor berichten, le-namen en tekeninvoer.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB[√][®] OWNER
2 Druk op de knop [4
††
ππππ††
]/[5
††
ππππ††
] om een taal te selecteren.
12
3
45
6
7
8

Displayinstellingen

Het contrast van de display aanpassen
U kunt het contrast van de display aanpassen door aan de knop [LCD CONTRAST] rechts van de display te draaien.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
18
12
3
45
6
7
8
Page 19
De helderheid van de display aanpassen
Hiermee past u de helderheid aan van de display aan.
Displayinstellingen
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB[√][®] CONFIG 2
2 Druk op de knop [2
te passen.
Een illustratie voor de achtergrond van de hoofddisplay selecteren
††
ππππ††
12
] om de helderheid van de display aan
3
45
6
7
8
Inleiding
Deze functie laat u uw favoriete illustratie gebruiken als achtergrond voor de hoofddisplay (pagina 25).
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB[√][®] OWNER
2 Druk op de knop [J] (MAIN PICTURE) om de display voor
figuurselectie op te roepen.
3 Gebruik de knoppen [A]–[J] om een illustratie te selecteren.
A
B
C
D
E
A
B
C
33
D
E
F
G
H
I
J
2
F
G
H
I
J
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
19
Page 20
Displayinstellingen
Druk na het selecteren op de knop [DIRECT ACCESS] en vervolgens op de knop [EXIT] om terug te keren naar de hoofddisplay. De nu geselecteerde illustratie wordt weergegeven als achtergrond van de hoofddisplay.
Inleiding
De rechts afgebeelde beschrijving van illustratiecompatibiliteit is ook van toepassing op de achtergrond van de display SONG LYRICS.
Een favoriete illustratie importeren voor de achtergrond van de hoofddisplay
Ofschoon een verscheidenheid aan illustraties beschikbaar is op de PRESET-drive, kunt u uw eigen favoriete illustratiedata van een SmartMedia­kaart in de Clavinova laden voor gebruik als achtergrond. Zorg ervoor dat u geen plaatjes groter dan 640 x 480 pixels gebruikt. Als u een illustratie-le via de SmartMedia-kaart selecteert, kan het even duren voordat de achtergrond verschijnt. Als u deze tijd wilt verkorten, slaat u de achtergrond van de CARD-/USB-drive op naar de USER-drive via de display voor guurselectie. Als u een illustratie op CARD/USB-drive selecteert, zal de geselecteerde achtergrond niet worden weergegeven als het instrument weer wordt aangezet, tenzij u hetzelfde medium dat de data bevat weer in de drive heeft geplaatst.
Het invoeren van de Owner Name (eigenaarsnaam) in de openingsdisplay
U kunt uw naam laten weergeven in de openingsdisplay (de display die als eerste wordt weergegeven wanneer het instrument wordt ingeschakeld).
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
20
1 Roep de bedieningsdisplay op.
√][®
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB[
] OWNER
2 Druk op de knop [I] (OWNER NAME) en roep de display voor de
eigenaarsnaam op.
Zie pagina 67 voor meer informatie over het invoeren van tekens.
Het versienummer weergeven
Als u het versienummer van dit instrument wilt controleren, houdt u bij stap 2 hierboven de knop [1] (OWNER NAME) in het vak ingedrukt.
Page 21

Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskettes

(De diskettedrive kan meegeleverd zijn of als accessoire worden geleverd, afhankelijk van uw locatie. Zie pagina 212 voor installatie­instructies voor de diskettedrive.)
Met de diskettedrive kunt u oorspronkelijke data die u heeft gemaakt op het instrument, opslaan naar diskette en data laden van diskette naar het instrument. Behandel de diskettes en de diskdrive met zorg. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
Diskettecompatibiliteit
Er kunnen 2DD- en 2HD-diskettes van 3,5 inch worden gebruikt.
Een diskette formatteren
Als u problemen ondervindt met het gebruik van nieuwe, lege diskettes of oude diskettes die met andere apparaten zijn gebruikt, kan het zijn dat u ze moet formatteren. Zie voor details over het formatteren van een diskette pagina 62. Houd er rekening mee dat alle data op de diskette verloren gaan door het formatteren. Zorg ervoor dat u van tevoren controleert of de diskette geen belangrijke data bevat.
OPMERKING
Het kan zijn dat diskettes die op dit instrument geformatteerd zijn, in hun huidige toestand wel of niet bruikbaar zijn op andere apparaten.
Diskettes plaatsen/uitnemen
Een diskette in de diskdrive plaatsen:
Houd de diskette zo dat het label van de diskette omhoog gericht is en het sluitermechanisme naar voren, in de richting van de diskettegleuf. Plaats de diskette zorgvuldig in de opening, langzaam verder duwend tot het einde, waar deze op zijn plaats klikt en waardoor de uitwerpknop naar buiten komt.
OPMERKING
Plaats nooit iets anders dan diskettes in de diskdrive. Andere voorwerpen kunnen beschadiging van de diskdrive of diskettes veroorzaken.
Een diskette uitwerpen
Nadat u heeft gecontroleerd of het instrument geen toegang zoekt* tot de diskette (het gebruikslampje op de diskettedrive is dan uit), drukt u de uitwerpknop aan de rechterbovenhoek van de disksleuf stevig geheel in. Als de diskette uitgeworpen is, trekt u deze helemaal uit de diskdrive. Als de diskette niet kan worden uitgeworpen omdat deze blijft steken, probeert u deze niet te forceren, maar probeert u in plaats daarvan de uitwerpknop nogmaals in te drukken. U kunt ook proberen de diskette weer terug te plaatsen en opnieuw uit te werpen.
* Toegang zoeken tot de diskette geeft een actieve handeling
aan, zoals het opnemen, afspelen of wissen van data. Als een diskette wordt geplaatst terwijl het instrument aan staat, wordt er automatisch toegang tot de diskette gezocht, aangezien het instrument controleert of de diskette data bevat.
LET OP
Werp de diskette niet uit of zet het instrument zelf niet uit terwijl er toegang tot de diskette wordt gezocht. Dit kan niet alleen resulteren in het verloren gaan van data op de diskette, maar ook in beschadiging van de diskdrive.
Zorg ervoor dat u de diskette uit de diskdrive haalt voordat u het instrument uitschakelt. Een diskette die gedurende langere perioden in de diskdrive wordt gelaten, kan makkelijk stof en vuil oppikken, die datalees- en -schrijffouten kunnen veroorzaken.
De lees-/schrijfkop reinigen
Reinig de lees-/schrijfkop regelmatig. Dit instrument bevat een precisie magnetische lees-/schrijfkop die na langdurig gebruik een laag magnetische deeltjes vast kan houden, die tenslotte lees- en schrijffouten kunnen veroorzaken.
Om de diskdrive in een optimaal werkende conditie te houden, beveelt Yamaha het gebruik van een in de winkel verkrijgbare koppenreinigingsdiskette (droge methode) aan om ongeveer één keer per maand de kop te reinigen. Vraag uw Yamaha-leverancier naar de beschikbaarheid van de juiste koppenreinigingsdiskettes.
Over diskettes
Ga zorgvuldig met diskettes om en volg deze voorzorgsmaatregelen:
Plaats geen zware voorwerpen op de diskette, buig de diskette niet en oefen er op geen enkele manier druk op uit. Bewaar de diskettes altijd in hun beschermende doosjes als ze niet worden gebruikt.
Stel de diskette niet bloot aan direct zonlicht, extreme hoge of lage temperaturen, buitensporige vochtigheid, stof of vloeistoffen.
Open het sluitermechanisme niet en raak het oppervlak van de daadwerkelijke disk in de diskette niet aan.
Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden, zoals die door televisies, luidsprekers, motors, etc., worden geproduceerd, aangezien magnetische velden de data van de diskette gedeeltelijk of geheel kunnen wissen, waardoor deze onleesbaar wordt.
Gebruik nooit een diskette met een verbogen sluitermechanisme of behuizing.
Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op de diskette. Let er ook op dat de labels op de juiste plaats worden geplakt.
Om uw data te beveiligen (schrijfbeschermingsnokje):
Schuif het schrijfbeveiligingsnokje van de diskette in de 'protect'-stand (vakje open) om te voorkomen dat er per ongeluk belangrijke data worden gewist. Zorg er bij het opslaan van data voor dat het schrijfbeveiligingsnokje van de diskette is ingesteld op de 'overwrite'-stand (vakje dicht).
Tab schrijfbeveiliging open (beveiligingsstand)
Inleiding
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
21
Page 22

Omgaan met SmartMediaTM*-geheugenkaarten

Inleiding
*is een handelsmerk van de Toshiba Corporation.
Dit instrument beschikt over een ingebouwde SmartMedia­kaartsleuf (op het bedieningspaneel). Hiermee kunt u de originele data die u op het instrument heeft gecreëerd opslaan op een SmartMedia-kaart, en data van een kaart in het instrument laden. Zorg ervoor dat u zorgvuldig om gaat met SmartMedia-kaarten. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
Compatibele SmartMedia-typen
3,3V (3V) SmartMedia kan worden gebruikt. 5V-type SmartMedia is niet compatibel met dit instrument.
Er kunnen SmartMedia-kaarten met zeven verschillende geheugencapaciteiten van (2 MB, 4 MB, 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, en 128 MB) worden gebruikt met het instrument. SmartMedia-kaarten die groter zijn dan 32 MB kunnen worden gebruikt als ze voldoen aan de SSFDC Forum-standaard.
OPMERKING
SSFDC is een afkorting voor Solid State Floppy Disk Card (een andere naam voor SmartMedia-kaarten). Het SSFDC-forum is een vrijwillige organisatie die is opgericht ter promotie van SmartMedia.
SmartMedia-kaarten formatteren
Als u merkt dat u nieuwe, lege SmartMedia-kaarten of kaarten die met andere apparaten zijn gebruikt, niet kunt gebruiken, kan het zijn dat u ze moet formatteren. Zie voor details over het formatteren van een SmartMedia-kaart pagina 62. Houd er rekening mee dat alle data op de kaart verloren gaan door het formatteren. Zorg ervoor dat u van te voren controleert of de kaart wel of niet belangrijke data bevat.
OPMERKING
SmartMedia-kaarten die op dit apparaat zijn geformatteerd kunnen in hun huidige toestand wel of niet bruikbaar zijn op andere apparaten.
SmartMedia-kaarten plaatsen/uitnemen
SmartMedia-kaarten plaatsen
Plaats de SmartMedia-kaart met de kant met de aansluitingen (verguld) naar beneden gericht in de kaartsleuf totdat deze op zijn plaats klikt.
Plaats de SmartMedia-kaart niet verkeerd om.
Plaats niets anders dan een SmartMedia-kaart in
de sleuf.
LET OP
Probeer nooit de SmartMedia-kaart uit te nemen of het instrument uit te zetten terwijl de kaart wordt uitgelezen of beschreven. Hierdoor kunnen de data in het instrument of op de kaart beschadigd worden en mogelijk de SmartMedia-kaart zelf.
Over SmartMedia-kaarten
Ga zorgvuldig met SmartMedia-kaarten om en volg deze voorzorgsmaatregelen:
Er zijn momenten dat statische elektriciteit invloed heeft op SmartMedia. Voordat u een SmartMedia-kaart aanraakt, moet u iets van metaal aanraken, zoals een deurkruk of aluminum raamkozijn, om de kans op statische elektriciteit te verminderen.
Zorg ervoor dat u de SmartMedia-kaart uit het SmartMediaslot neemt als deze gedurende een langere tijd niet wordt gebruikt.
Stel de SmartMedia niet bloot aan direct zonlicht, extreme hoge of lage temperaturen, of buitensporige vochtigheid, stof of vloeistoffen.
Plaats geen zware voorwerpen op een SmartMedia­kaart, buig de kaart niet en oefen er op geen enkele manier druk op uit.
Raak de vergulde aansluitingen van de SmartMedia­kaart niet aan en houd geen metalen voorwerpen tegen de aansluitingen.
Stel de SmartMedia-kaart niet bloot aan magnetische velden, zoals die door televisies, luidsprekers, motors, etc., worden geproduceerd, aangezien magnetische velden de data op de SmartMedia geheel of gedeeltelijk kunnen wissen, waardoor deze onleesbaar wordt.
Bevestig niets anders dan de bijleverde labels op een SmartMedia. Let er ook op dat de labels op de juiste plaats worden geplakt.
Om uw data te beveiligen (schrijf­beveiligd):
Als u onbedoeld wissen van belangrijke data wilt voorkomen, plakt u het schrijfbeveiligingszegel (meegeleverd in de SmartMedia-verpakking) op de daarvoor bestemde plaats (in de cirkel) op de SmartMedia-kaart. Omgekeerd geldt: zorg ervoor het schrijfbeveiligingszegel van de kaart te verwijderen, om data op te slaan op de SmartMedia-kaart.
Gebruik een zegel die is losgetrokken niet nogmaals.
SmartMedia-kaarten uitnemen
Controleer dat het instrument geen toegang zoekt* tot de SmartMedia-kaart en plaats de kaart totdat deze op zijn plaats klikt en laat deze los. Als de SmartMedia-kaart is uitgeworpen, trekt u deze uit de drive. Als de kaart niet kan worden uitgenomen omdat deze klem zit, probeer deze dan niet te forceren, maar probeer de kaart in plaats daarvan volledig terug te plaatsen in de sleuf en opnieuw uit te werpen.
* Toegang zoeken omvat opslaan, laden, formatteren, wissen
en het maken van een directory. Houd er ook rekening mee dat het instrument automatisch toegang zal zoeken tot de SmartMedia om het mediatype te controleren als deze wordt geplaatst terwijl het instrument aan is.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
22
Page 23

Beknopte handleiding

De demo's afspelen

De demo's zijn meer dan alleen maar songs. Ze voorzien ook in handige, makkelijk te begrijpen introducties van de eigenschappen, functies en werkwijzen van het instrument. Eigenlijk zijn de demo's een soort interactieve 'mini-handleiding', compleet met geluidsdemonstraties en tekst die tonen wat het instrument voor u kan doen.
DEMO
1 Selecteer de gewenste taal.
1 Druk op de knop [HELP] om de
selectiedisplay LANGUAGE op te roepen.
1
Beknopte handleiding
2 Druk op de knoppen [6
††
[7
ππππ††
] om de gewenste taal te
selecteren.
††
ππππ††
]/
12
2 Druk op de knop [DEMO] om de demo's te starten.
De demo's zullen continu worden afgespeeld totdat ze worden gestopt.
3
4
6
7
5
8
2
DEMO
3 Druk op de knop [EXIT] om het afspelen van de demo te stoppen.
Als de demo stopt, wordt de hoofddisplay weer weergegeven.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
23
Page 24
Specifieke demonstratieonderwerpen tonen
1 Druk op de knoppen [7
op te roepen.
2 Druk op één van de knoppen [A]–[I] om een specifieke demo weer te geven.
Als u wilt terugkeren naar de vorige display, drukt u op de knop [J].
Beknopte handleiding
††
ππππ††
]/[8
††
ππππ††
] in de display DEMO om het specifieke DEMO-menu
12
A
B
C
D
E
3
4
6
7
5
8
F
G
H
I
J
Als de demo meer dan één scherm bevat.
Druk op een knop [
π†
] die
overeenkomt met het schermnummer.
12
3 Druk op de knop [EXIT] om de demo's te verlaten.
3
4
6
7
5
8
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
24
Page 25

Handelingen in de basisdisplays

Om te beginnen zou u iets over de basisdisplays moeten weten die in de Beknopte handleiding voorkomen. Er zijn drie basisdisplays:
Hoofddisplay Zie hieronder.
Display voor file-selectie Zie hieronder.
Functiedisplay pagina 26

Bediening van de hoofddisplay

In de hoofddisplay worden de basisinstellingen en belangrijke informatie van het instrument weergegeven. (Het is dezelfde display als de display die verschijnt wanneer het instrument wordt aangezet.) U kunt ook displaypagina's oproepen voor de getoonde functie vanuit de hoofddisplay.
OPMERKING
Over informatie in de hoofddisplay
Zie pagina 59.
1 Knoppen [A]–[J]
De knoppen [A]–[J] komen overeen met de instellingen die worden aangegeven naast de knoppen. Druk bijvoorbeeld op de knop[F], en de selectiedisplay voor Voice (RIGHT 1) wordt weergegeven in de display.
2 Knoppen [1
De knoppen [1
ππππ††††]–[8
π†
]–[8
ππππ††††]
π†
] komen overeen met de parameters die boven de knoppen zijn aangegeven. Door bijvoorbeeld op de knop [1
π
] te drukken zal het songvolume (pagina 34) worden verhoogd.
3 Knoppen [DIRECT ACCESS] en [EXIT]
Op de volgende manier kunt u gemakkelijk terugkeren naar de hoofddisplay vanuit een willekeurige andere display: druk gewoon op de knop [DIRECT ACCESS] en vervolgens op de knop [EXIT].
11
A
B
C
D
E
2
12
3
4
6
7
5
8
Beknopte handleiding
F
G
H
I
J
33
Bediening van de display voor file-selectie
In de display voor le-selectie kunt u de voice (pagina 28)/song (pagina 34)/stijl (pagina 44), enz. selecteren. In het hier gegeven voorbeeld roepen we de display voor songselectie op en gebruiken we deze.
2
SONG
SELECT
1
A
B
C
D
E
3, 5
4
12
3
5
4
7
6
8
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
F
G
H
I
J
3, 5
25
Page 26
1 Druk op de knop [SONG SELECT] om de display voor songselectie op te roepen.
2 Druk op de knoppen TAB [
selecteren.
Over PRESET/USER/CARD
PRESET ..............Intern geheugen waarin voorgeprogrammeerde data als vooraf ingestelde data zijn
geïnstalleerd.
USER .................Intern geheugen dat zowel het schrijven als lezen van data toelaat.
CARD ................ Voor het overbrengen van data van en naar SmartMedia, via de kaartsleuf van de CVP.
OPMERKING
Als het USB-opslagapparaat, bijvoorbeeld de diskettedrive, wordt aangesloten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting, zal 'USB' worden getoond in de display voor le-selectie (zie pagina 190, 'USB-opslagapparaten gebruiken', stap 2).
3 Selecteer een map (indien nodig).
Verscheidene songs mogen samen in een map worden geplaatst. In dit geval zal de map/zullen de mappen in de display verschijnen (zie de illustratie rechts). Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een map te selecteren.
Beknopte handleiding
4 Selecteer een pagina (als de display verscheidene pagina's bevat).
Als de drive meer dan tien songs bevat, wordt de display opgedeeld in verscheidene pagina's. De pagina­indicaties worden onderaan in de display getoond. Druk op één van de knoppen [1 pagina te selecteren.
]/[®] om de gewenste drive (PRESET/USER/CARD) te
π
]–[8π] om een
5 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een song te selecteren.
U kunt ook een song selecteren door de knop [DATA ENTRY] te gebruiken en vervolgens op de knop [ENTER] te drukken.
6 Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de voorgaande display.

Bediening van de display FUNCTION

In de display FUNCTION kunt u gedetailleerde instellingen aanbrengen. In het hier gegeven voorbeeld roepen we de instellingsdisplay voor de toetsenbordaanslaggevoeligheid op en gebruiken we deze.
1 Druk op de knop [FUNCTION].
De categorieën voor de gedetailleerde instellingen worden getoond.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
26
Page 27
2 Druk op de knop [D] om de categorie CONTROLLER te selecteren.
Als de geselecteerde categorie is onderverdeeld in subcategorieën, zullen de tabs in de display worden getoond.
A
B
C
D
E
Beknopte handleiding
3 Druk op de knop TAB [
®
] om de tab KEYBOARD/PANEL te selecteren.
Als de instelling verder is onderverdeeld in bijkomende instellingen, zal er een overzicht in de display worden getoond.
4 Druk op de knop [A] om '1 INITIAL TOUCH' te selecteren.
4
A
B
C
D
E
5
5 Druk op de knop [1
††
ππππ††
]/[2
12
††
ππππ††
] om de aanslaggevoeligheid voor het toetsenbord te
3
4
6
5
7
selecteren.
In deze hele handleiding worden pijlen gebruikt bij de instructies, om in het kort het proces voor het oproepen van bepaalde displays en functies aan te geven. De bovenstaande instructies kunnen bijvoorbeeld in het kort als volgt worden weergegeven: [FUNCTION] [D] CONTROLLER TAB [
®
] KEYBOARD/PANEL [A] 1 INITIAL TOUCH.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
8
27
Page 28

Voices bespelen

De Clavinova beschikt over een verscheidenheid aan voices, waaronder uitzonderlijk realistische pianovoices.
Knoppen VOICE (pagina 31)
Knop METRONOME [ON/OFF] (pagina 30)

De pianovoice bespelen

Hier roepen we de pianovoice op en bespelen we deze. U kunt de pianovoice bespelen terwijl u de pedalen of de metronoom gebruikt.
Beknopte handleiding
Eenknops pianospel
Met deze handige, makkelijk te gebruiken voorziening wordt de hele CVP volledig en automatisch voor optimaal pianospel gecongureerd. Welke instellingen u ook heeft aangebracht via het paneel, u kunt onmiddellijk de piano­instellingen oproepen met één druk op de knop.
ORGAN FLUTES
PIANO
Knop [PIANO] (zie onder)
Druk op de vleugelvormige knop [PIANO] rechts onderaan op het paneel.
PIANO
Functie Piano Lock
Met de handige Piano Lock-functie kunt u de piano 'op slot' zetten, zodat u niet per ongeluk de instellingen kunt wijzigen door op een andere knop op het paneel te drukken. Eenmaal op slot blijft de CVP in de pianomodus, zelfs als er op andere knoppen wordt gedrukt. Zodoende wordt voorkomen dat u per ongeluk een song (pagina 34) start tijdens uw pianospel.
1 Houd de knop [PIANO] even ingedrukt, tot de mededeling verschijnt waarin u wordt gevraagd of
de functie Piano Lock moet worden aangeschakeld.
2 Druk op de knop [F] (OK) om Piano Lock te activeren. 3 Houd nogmaals de knop [PIANO] even ingedrukt om de functie Piano Lock uit te zetten,
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
28
Page 29
De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord instellen
U kunt een aanslagreactie aangeven (hoe het geluid reageert op de manier waarop u op de toetsen speelt). Het aanslaggevoeligheidstype wordt de algemene instelling voor alle voices.
1 Roep de bedieningsdisplay op:
[FUNCTION] [D] CONTROLLER TAB [ PANEL [A] 1 INITIAL TOUCH
2 Druk op de knoppen [1
π†
]/[2
π†
te geven.
HARD 2..... Krachtig spel is vereist om een hoog volume te
produceren. Het best voor spelers met een harde
aanslag.
HARD 1..... Matig krachtig spelen is vereist voor een hoog volume.
NORMAL...Standaard aanslagreactie.
SOFT 1....... Produceert een hoog volume bij spelen met
gemiddelde sterkte.
SOFT 2....... Produceert een relatief hoog volume zelfs bij een lichte
speelsterkte. Het best voor spelers met een lichte
aanslag.
OPMERKING
Deze instelling heeft geen invloed op het speelgewicht van het toetsenbord.
Als u geen aanslaggevoeligheid wilt toepassen, stelt u Touch in op OFF voor de desbetreffende gedeelten door op de knoppen [5†]–[7†] te drukken. Als Touch is ingesteld op OFF, kunt u de vaste volumeniveaus aangeven door op de knop [4π†] te drukken.
®
] KEYBOARD/
] om de aanslagreactie aan
12
3
45
6
Beknopte handleiding
7
8
De pedalen gebruiken
De Clavinova beschikt over drie pedalen.
Linkerpedaal
Sostenutopedaal
Demperpedaal (rechts)
Het demperpedaal voert dezelfde functie uit als het demperpedaal op een daadwerkelijke akoestische piano, waardoor u het geluid van de voices zelfs als u de toetsen heeft losgelaten kunt aanhouden.
OPMERKING
Sommige voices kunnen, na het loslaten van de noten, continu door blijven klinken of een langere decay (uitsterftijd) hebben, als het demperpedaal wordt ingedrukt.
Bepaalde voices in de 'PERCUSSION & DRUM KIT'-, 'GM&XG'­en 'GM2'-groepen worden misschien niet beïnvloed door het gebruik van het demperpedaal.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en op het sostenutopedaal drukt, terwijl u de noten aanhoudt, zullen de noten sustain krijgen zolang het pedaal ingedrukt wordt gehouden. Alle daaropvolgende noten krijgen geen sustain.
OPMERKING
Bepaalde voices zoals [STRINGS] of [BRASS], zullen continu doorklinken als het sostenutopedaal wordt ingedrukt.
Bepaalde voices in de 'PERCUSSION & DRUM KIT'-, 'GM&XG'­en 'GM2'-groepen worden misschien niet beïnvloed door het gebruik van het sostenutopedaal.
Linkerpedaal
Als de Pianovoice is geselecteerd, zal drukken op dit pedaal het volume verminderen en enigszins de klankkleur van de noten die u speelt veranderen. De instellingen die zijn toegewezen aan dit pedaal kunnen verschillen, afhankelijk van de geselecteerde voice.
OPMERKING
De diepte van het linkerpedaaleffect kan worden aangepast (pagina 95).
Demperpedaal
Als u hier op het demperpedaal drukt, krijgen de noten die u speelt voordat u het pedaal loslaat, een langere sustain.
Als u hier op het sostenutopedaal drukt terwijl u een noot ingedrukt houdt, krijgt de noot sustain zolang u het pedaal ingedrukt houdt.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
29
Page 30
Voetregelaar/Voetschakelaar
Een optionele Yamaha voetregelaar (FC7) of voetschakelaar (FC4 of FC5) kan op de AUX PEDAL-aansluiting worden aangesloten en worden gebruikt om verscheidene toegewezen functies te regelen (pagina 186).
Instellingen voor de pedalen maken
U kunt één van de verscheidene functies toewijzen aan elk van de drie pedalen of een optionele voetregelaar/ voetschakelaar, om dingen te doen zoals het starten en stoppen van de stijl (
pagina 186).
De metronoom gebruiken
De metronoom geeft een klikgeluid, zorgend voor een accurate tempo-aanduiding terwijl u oefent, of laat u horen en controleren hoe een bepaald tempo klinkt.
1 Druk op de knop METRONOME [ON/OFF] om de metronoom te starten.
2 Druk nogmaals op de knop [METRONOME] om de metronoom te stoppen.
Beknopte handleiding
Het tempo of de instelling van de maatsoort van het metronoomgeluid aanpassen
Het metronoomtempo aanpassen
1 Druk op de knop TEMPO [–]/[+] om het pop-upvenster voor tempo-instelling op te roepen.
2 Druk op de knop TEMPO [–]/[+] om het tempo in te stellen.
Door één van de knoppen in te drukken en ingedrukt te houden wordt de waarde continu verhoogd of verlaagd. U kunt de knop [DATA ENTRY] gebruiken om de waarde aan te passen. Druk gelijktijdig op de knoppen TEMPO [–]/[+] om het tempo opnieuw in te stellen.
OPMERKING
Over de display TEMPO
Het getal in de display geeft aan hoeveel kwartnoottellen er in een minuut zitten. Het bereik is van 5 tot 500. Des te hoger de waarde, des te hoger het tempo.
3 Druk op de knop [EXIT] om de display TEMPO te sluiten.
De metronoommaatsoort en overige instellingen bepalen
1 Roep de bedieningsdisplay op:
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB [
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
30
] CONFIG 1 → [B] 2 METRONOME
Page 31
2 Stel de parameters in door op de knoppen
[2
††
ππππ††
]–[7
††
ππππ††
] te drukken.
VOLUME Hiermee wordt het niveau bepaald van het
SOUND Hiermee wordt bepaald welk geluid wordt
TIME SIGNATURE
metronoomgeluid.
gebruikt voor de metronoom.
Bell Off............... Conventioneel
metronoomgeluid, zonder bel.
Bell On............... Conventioneel
metronoomgeluid, met bel.
English Voice ...... Tellen in het Engels
German Voice .... Tellen in het Duits
Japanese Voice ... Tellen in het Japans
French Voice....... Tellen in het Frans
Spanish Voice ..... Tellen in het Spaans
Hiermee wordt de maatsoort bepaald van het metronoomgeluid.
12
3
4
6
7
5
8

Verscheidene voices bespelen

De Clavinova beschikt over een verscheidenheid aan voices, waaronder strijkers of blaasinstrumenten en uitzonderlijk realistische pianovoices.
Vooraf ingestelde voices bespelen
De vooraf ingestelde voices zijn gecategoriseerd en ondergebracht in de betreffende mappen. De voice-knoppen op het paneel komen overeen met de categorieën van de vooraf ingestelde voices. Druk bijvoorbeeld op de knop [PIANO] om verschillende pianovoices weer te geven.
Beknopte handleiding
ORGAN FLUTES
OPMERKING
Over de verschillende voices
Zie voor het voice-overzicht het afzonderlijke Data List-boekje.
1 Druk op de knop PART ON/OFF [RIGHT 1] om het rechterhandgedeelte aan te zetten.
De hier geselecteerde voice is de RIGHT 1-voice. Zie pagina 73 voor het voice-gedeelte.
2
Druk op één van de VOICE-knoppen om een voice-categorie te selecteren en roep de display voor voice-selectie op.
ORGAN FLUTES
3 Druk op de knop TAB [
OPMERKING
Het voicetype met de bepalende karakteristieken worden aangegeven boven de naam van de vooraf ingestelde voice. Zie pagina 72 voor details over de karakteristieken.
] om de display PRESET te selecteren.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
31
Page 32
A
B
C
D
E
4 4
4 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om de gewenste voice te selecteren.
OPMERKING
U kunt onmiddellijk terugspringen naar de hoofddisplay door te dubbelklikken op één van de knoppen [A]–[J].
5 Bespeel het toetsenbord
OPMERKING
Beknopte handleiding
De piano-instellingen herstellen
Druk op de vleugelvormige knop [PIANO].
3
F
G
H
I
J
Uw favoriete voices eenvoudig terugroepen
De CVP beschikt over een enorme hoeveelheid aan voices van hoge kwaliteit, met een uitzonderlijk breed bereik aan instrumentgeluiden en is dan ook perfect voor nagenoeg elke muzikale toepassing. Het grote aantal voices kan echter eerst nogal overweldigend overkomen. Er zijn twee methoden om eenvoudig uw favoriete voice op te roepen:
Uw favoriete voice opslaan naar de display USER in de display voor voice-selectie en terugroepen met de knop VOICE [USER]
1 Kopieer uw favoriete voices van de PRESET-drive naar de USER-drive.
Zie pagina 64 voor details over de kopieerhandeling.
2 Druk op de knop VOICE [USER] om de display voor voice-selectie op te roepen en druk op één van de
knoppen [A]–[J] om de gewenste voice te selecteren.
Uw favoriete voice registreren naar het Registration Memory (registratiegeheugen) en terugroepen met de knoppen REGISTRATION MEMORY [1]–[8]
Zie pagina 125 voor details over Registration Memory-handelingen.
De voicedemo's afspelen
Luister naar de demosong voor de verschillende voices om deze te beluisteren en te horen hoe ze klinken, vooral als totaalgeluid.
1 Druk op de knop [8
de demo van de geselecteerde voice te starten.
††
††
] (DEMO) in de display voor voice-selectie (pagina 31 stap 2), om
2 Druk nogmaals op de knop [8
Percussiegeluiden selecteren
Als één van de drumkit-voices is geselecteerd in de groep [PERCUSSION & DRUM KIT], kunt u verschillende drum­en percussie-instrumentgeluiden via het toetsenbord bespelen. Details zijn te vinden in het Drumkitoverzicht in de afzonderlijke Data List. Raadpleeg de iconen die boven de toetsen zijn gedrukt om te controleren welke 'Standard Kit 1'-percussiegeluiden zijn toegewezen aan elke toets.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
32
††
††
] (DEMO) om de demo te stoppen.
Page 33
Geluidseffecten selecteren
U kunt afzonderlijke geluidseffecten, zoals vogelgetjilp en oceaangeluiden via het toetsenbord bespelen. De geluidseffecten zijn gecategoriseerd als 'GM&XG'/'GM2'.
1 Druk op de knop PART SELECT [RIGHT 1] om de display voor voice-selectie op te roepen. 2 Druk op de knop [8 3 Druk nogmaals op de knop [2
π
] (UP) om de voicecategorieën op te roepen.
π
] om pagina 2 weer te geven.
4 Druk op de knop [E]/[F] om 'GM&XG'/'GM2' te selecteren. 5 Druk nogmaals op de knop [2
π
] om pagina 2 weer te geven.
6 Druk op de knop [F] om 'SoundEffect' te selecteren. 7 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om het gewenste geluidseffect te selecteren. 8 Bespeel het toetsenbord.
GM/XG/GM2-voices selecteren
U kunt de GM-/XG-/GM2-voices rechtstreeks via het paneel selecteren. Voer de hierboven beschreven stappen 1–4 uit, selecteer de gewenste categorie en selecteer vervolgens de gewenste voice.
Verschillende voices tegelijkertijd bespelen
De Clavinova kan verschillende voices tegelijkertijd weergeven (pagina 73).
• Twee verschillende voices layeren (stapelen)
Dit is handig voor het creëren van rijke en volle geluiden.
• Afzonderlijke voices instellen voor het linker- en rechtergedeelte van het toetsenbord
U kunt verschillende voices met de linker- en rechterhand spelen. U kunt bijvoorbeeld het toetsenbord zo instellen dat u een basvoice met uw linkerhand speelt en een pianovoice met uw rechterhand.
Beknopte handleiding
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
33
Page 34

Oefenen met de vooraf ingestelde songs

SONG
KARAOKE
SELECT
SCORE
OPMERKING
Song
Op de Clavinova worden speeldata een 'song' genoemd.

Songs afspelen voor het oefenen

De Clavinova bevat niet alleen de vooraf ingestelde demosongs, maar ook vele vooraf ingestelde songs. Dit gedeelte bestrijkt basisinformatie over het afspelen van vooraf ingestelde songs of songs die zijn opgeslagen op een SmartMedia­kaart. U kunt ook de muzieknotatie van de geselecteerde song laten weergeven in de display.
Beknopte handleiding
Een vooraf ingestelde song afspelen
1 Druk op de knop [SONG SELECT] om de display voor songselectie op te roepen.
2 Druk op de knop TAB [
A
B
C
D
E
3, 4 3, 4
SONG
SELECT
] om de tab PRESET te selecteren.
2
F
G
H
I
J
3 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een song te selecteren.
De vooraf ingestelde voices zijn gecategoriseerd en ondergebracht in de betreffende mappen.
4 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om de gewenste song te selecteren.
U kunt de le ook selecteren door de knop [DATA ENTRY] te gebruiken en vervolgens op de knop [ENTER] te drukken.
OPMERKING
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
34
U kunt onmiddellijk terugspringen naar de hoofddisplay door te dubbelklikken op één van de knoppen [A]–[J].
Page 35
5 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
REC STOP
PLAY/ PAUSE
6 Druk op de knop SONG [STOP] om het afspelen te stoppen.
REC STOP
Een song van SmartMedia-kaart afspelen
LET OP
Zorg dat u pagina 22 leest voor informatie over het omgaan met SmartMedia-kaarten en de kaartsleuf.
1 Houd de SmartMedia-kaart zo vast dat het connectorgedeelte (goudkleurig) van de kaart naar beneden en naar
voren is gericht, in de richting van de kaartsleuf. Plaats de kaart zorgvuldig in de sleuf, langzaam verder duwend tot deze op zijn plaats zit.
2 Druk op de knop [SONG SELECT] om de display voor songselectie op te roepen. 3 Druk op de knop TAB [
√][®
] om de tab CARD te selecteren.
PLAY/ PAUSE
Beknopte handleiding
4 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om de gewenste song te selecteren.
Songs opeenvolgend afspelen
U kunt alle songs in een map continu afspelen.
1 Selecteer een song in de gewenste map. 2 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [B] SONG SETTING
3 Druk op de knop [H] (REPEAT MODE) om 'ALL' te selecteren. 4 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
Alle songs in de map worden continu op volgorde afgespeeld.
5 Druk op de knop [H] om 'OFF' te selecteren in de display in stap 2. Het opeenvolgend afspelen van songs
wordt hierdoor gestopt.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
35
Page 36
Het volume verhogen van het gedeelte dat moet worden geoefend
Op de CVP kan een enkele song afzonderlijke data voor tot zestien MIDI-kanalen bevatten. Geef het oefenkanaal aan en verhoog het afspeelvolume van het kanaal.
1 Selecteer een song. De methode voor het selecteren van een song is hetzelfde als bij 'Een vooraf ingestelde song
afspelen (pagina 34)' of 'Een song van SmartMedia-kaart afspelen (pagina 35)'.
2 Druk op de knop [MIXING CONSOLE] om de display MIXING CONSOLE op te roepen.
3
2,
4
3 Druk op de knoppen TAB [ 4 Druk op de knop [MIXING CONSOLE] tot 'MIXING CONSOLE (SONG CH1–8)' bovenaan in de display wordt
weergegeven.
Beknopte handleiding
5 Druk op de knop [E]/[J] om 'VOLUME' te selecteren. 6 Druk op de betreffende knoppen [1
Als het gewenste kanaal niet in de display MIXING CONSOLE (SONG CH1–8) wordt getoond, drukt u op de knop [MIXING CONSOLE] om de display MIXING CONSOLE (SONG CH 9–16) op te roepen.
Als u niet weet van welk(e) kana(a)l(en) u het volume moet verhogen:
Kijk naar de illustraties van de instrumenten die worden aangegeven onder 'VOICE'.
Kijk naar de kanaalindicators die oplichten terwijl de song afspeelt. Door deze bekijken terwijl u luistert, kunt u
zien welk kanaal u harder moet zetten.
√][®
] om de tab VOL/VOICE te selecteren.
π†
]–[8
π†
] om het niveau van het/de gewenste kana(a)l(en) te verhogen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
36
Page 37
Muzieknotatie weergeven (Score)
U kunt de muzieknotatie van de geselecteerde song bekijken. Het verdient aanbeveling de muzieknotatie door te lezen voordat u met oefenen begint.
OPMERKING
De Clavinova kan de muzieknotatie weergeven van commercieel beschikbare muziekdata of van uw opgenomen songs.
De weergegeven notatie wordt gegenereerd door de Clavinova op basis van de songdata. Hierdoor is het mogelijk dat dit niet
exact gelijk is aan de commercieel beschikbare bladmuziek van dezelfde song (vooral bij de weergegeven notatie van complexe passages met veel korte noten).
De notatiefuncties kunnen niet worden gebruikt om songdata te creëren door het invoeren van noten. Zie pagina 137 voor informatie over het creëren van songdata.
1 Selecteer een song (pagina 34).
2 Druk op de knop [SCORE] om de muzieknotatie weer te geven.
OPMERKING
Kijk de hele notatie door voordat u de song afspeelt.
Druk op de knop TAB [
®
] om de volgende pagina's te bekijken.
3 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
De 'bal' stuit mee door de notatie om de huidige positie aan te geven.
4 Druk op de knop SONG [STOP] om het afspelen te stoppen.
De notatiedisplay veranderen
U kunt de notatiedisplay desgewenst aanpassen aan uw persoonlijke voorkeur.
1 Druk op de knop [SCORE] om de muzieknotatie weer
te geven.
2 Wijzig de volgende instellingen naar wens.
De grootte van de muzieknotatie veranderen
Druk op de knop [7 muzieknotatie te veranderen.
Alleen de notatie voor het rechterhand-/ linkerhandgedeelte weergeven
Druk op de knop [1 het linkerhandpartij/rechterhandgedeelte uit te schakelen.
De notatiedisplay aanpassen
• De nootnaam links van de noot aangeven
1 Druk op de knop [5 2 Druk op de knop [8 3 Druk op de knop [6 4 Druk op de knop [8
• De nootkleuren inschakelen
Druk op de knop [6
OPMERKING
Over de nootkleuren
Deze kleuren liggen vast voor elke noot en kunnen niet worden gewijzigd. C: rood, D: geel, E: groen, F: oranje, G: blauw, A: paars en B: grijs
Het aantal maten in de display verhogen
U kunt het aantal weergegeven maten vergroten door het aantal andere weergegeven items te verminderen (partijen, songteksten, akkoorden, enz.). Gebruik de knoppen [1
π†
] om de grootte van de
π†
]/[2
π†
] om de weergave van
π†
] (NOTE) om de nootnaam weer te geven.
π†
] (SET UP) om de gedetailleerde instellingsdisplay op te roepen.
] (NOTE NAME) om 'Fixed Do' te selecteren.
π
] (OK) om de instelling toe te passen.
π†
] om COLOR (kleur) aan te zetten.
π†
]–[4
π†
] om het item uit te zetten dat u niet wilt laten weergeven.
12
Beknopte handleiding
3
5
4
7
6
8
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
37
Page 38
Stel naar wens de gedetailleerde parameters in voor de notatieweergave.
††
1 Druk op de knop [8
ππππ††
] (SET-UP) om de gedetailleerde instellingsdisplay op te roepen.
2 Druk op de knoppen [1
LEFT CH/RIGHT CH
KEY SIGNATURE
QUANTIZE
Beknopte handleiding
NOTE NAME
††
ππππ††
Hiermee wordt bepaald welk MIDI-kanaal in de songdata wordt gebruikt voor het linkerhand-/ rechterhandgedeelte. Deze instelling gaat terug naar AUTO als er een andere song wordt geselecteerd.
AUTO
De MIDI-kanalen in de songdata voor de rechter- en linkerhandgedeelten worden automatisch toegewezen. Hierbij worden de gedeelten op hetzelfde kanaal ingesteld als het kanaal dat is opgegeven bij [FUNCTION] → [B] SONG SETTING.
1–16
Het opgegeven MIDI-kanaal (1–16) wordt toegewezen aan één van de linker- of rechterhandgedeelten.
OFF (alleen LEFT CH)
Geen kanaaltoewijzing: de weergave van het linkerhandtoetsgedeelte wordt uitgeschakeld.
Hiermee kunt u de toonsoort veranderen tijdens een song, op de positie waar deze gestopt is. Dit menu is handig als de geselecteerde song geen toonsoortinstellingen bevat voor het weergeven van notatie.
Hiermee kunt u de nootresolutie in de notatie regelen, waarbij u de timing van alle weergegeven noten kunt verschuiven of corrigeren zodat ze rechtgetrokken worden naar een bepaalde nootwaarde. Zorg ervoor dat u de kortste nootwaarde selecteert die in de song wordt gebruikt.
Hiermee wordt het type nootnaam geselecteerd die links van de noot in de notatie wordt aangegeven. De hierna volgende drie typen zijn mogelijk. De instellingen hier zijn beschikbaar als de parameter NOTE in 'De nootnaam links van de noot aangeven' in stap 1 is ingesteld op ON.
A, B, C
Nootnamen worden aangeven met letters (C, D, E, F, G, A, B).
FIXED DO (vaste Do)
Nootnamen worden aangegeven in solfège en verschillen afhankelijk van de geselecteerde taal. De taal wordt aangegeven bij LANGUAGE in de display HELP (pagina 57).
MOVABLE DO (verplaatsbare Do)
Nootnamen worden aangegeven in solfège volgens de toonladderintervallen, en zijn daardoor relatief ten opzichte van de toonsoort. De grondtoon wordt aangegeven als Do. In de toonsoort G­majeur zou bijvoorbeeld de grondtoon 'Sol' worden aangegeven als 'Do'. Net als bij 'Fixed Do' is de indicatie verschillend en afhankelijk van de geselecteerde taal.
]–[6
††
ππππ††
] om de notatieweergave in te stellen.
3 Druk op de knop [8
OPMERKING
De instellingen voor notatieweergave opslaan.
De notatieweergave-instellingen kunnen worden opgeslagen als onderdeel van een song (pagina 156).
ππ
ππ
] (OK) om de instelling toe te passen.

Eénhandsoefening met de Guide Lamps (gidslampjes)

De toetsgidslampjes geven de noten aan die u zou moeten spelen, wanneer u ze zou moeten spelen en hoe lang u ze ingedrukt zou moeten houden. U kunt ook in uw eigen tempo oefenen, aangezien bij de begeleiding wordt gewacht totdat u de juiste noot speelt. Demp hier het rechter- of linkerhandgedeelte en probeer de partij met behulp van de gidslampjes te oefenen.
Het rechterhandgedeelte oefenen (TRACK 1) door de gidslampjes te gebruiken
1 Selecteer een song (pagina 34).
2 Zet de knop [GUIDE] aan.
SONG
SELECT
KARAOKE
2
SCORE
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
38
REC STOP
PLAY/ PAUSE
3
4
Page 39
3 Druk op de knop SONG [TRACK 1 (R)] om het rechterhandgedeelte te dempen.
De indicator van de knop [TRACK 1 (R)] gaat uit. U kunt nu die partij zelf spelen.
4 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
Oefen de gedempte partij met behulp van de gidslampjes.
OPMERKING
Het tempo aanpassen
1 Druk op de knop TEMPO [–]/[+] om de display TEMPO op te roepen. 2 Druk op de knop TEMPO [–]/[+] om het tempo te veranderen. Door één van de knoppen in te drukken en ingedrukt te
houden wordt de waarde continu verhoogd of verlaagd. U kunt de knop [DATA ENTRY] gebruiken om de waarde aan te passen.
Snel het tempo veranderen tijdens een uitvoering (Tap-functie)
U kunt het tempo ook tijdens het afspelen van een song nog wijzigen door twee keer in het gewenste tempo op de knop [TAP] te tikken.
De gidslampjes een inleiding laten knipperen in de muziek
Selecteer NEXT (pagina 136) bij GUIDE LAMP TIMING.
5 Druk op de knop SONG [STOP] om het afspelen te stoppen.
6 Zet de knop [GUIDE] uit.
De volumebalans tussen de song en het toetsenbord aanpassen
Hiermee kunt u de volumebalans aanpassen tussen het afspelen van de song en het geluid dat u via het toetsenbord bespeelt.
Beknopte handleiding
1 Druk op de knop [BALANCE] om de volumebalansdisplay op te roepen. 2 Druk op de knop [1
van het toetsenbord aan te passen.
π†
] om het songvolume aan te passen. Druk op de knop [6
π†
] om het (RIGHT 1)-volume
3 Druk op de knop [EXIT] om de volumebalansdisplay te sluiten.
1
3
12
2
OPMERKING
Over toetsenbordgedeelten (Right 1, Right 2, Left)
Zie pagina 73.
Overige gidsfuncties
De initiële instelling 'Follow Lights' is gebruikt in de instructies 'Eénhandsoefening met de Guide Lamps (gidslampjes)' hiervoor. Er zijn extra functies in de functie Guide, zoals hieronder beschreven. Zie pagina 135 om een gidsfunctie te selecteren.
Voor toetsenspel
• Any Key
Hiermee oefent u de timing van het indrukken van de toetsen.
Voor karaoke
• Karao-key
Hiermee wordt automatisch de timing geregeld van het afspelen van songs zodat deze overeenkomt met uw zingen (een handige eigenschap wanneer u wilt meezingen met uw toetsenspel).
• Vocal CueTIME
Hiermee wordt automatisch de timing geregeld van het begeleidingsgedeelte zodat deze overeenkomt met de melodie (toonhoogte) van uw zingen. Zo kunt u het zingen met de juiste toonhoogte oefenen.
OPMERKING
Over karaoke
Zie pagina 52.
3
4
6
7
5
8
2
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
39
Page 40
Het linkerhandgedeelte (TRACK 2) oefenen door de gidslampjes te gebruiken
1,2 Volg dezelfde stappen als bij 'Het rechterhandgedeelte (TRACK 1) oefenen door de
gidslampjes te gebruiken' op pagina 38.
3 Druk op de knop [TRACK 2] om het linkerhandgedeelte te dempen.
De indicator van de knop [TRACK 2 (L)] gaat uit. U kunt nu die partij zelf spelen.
4 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten en de gedempte
partij met de gidslampjes te oefenen.
5 Druk op de knop SONG [STOP] om het afspelen te stoppen.
6 Zet de knop [GUIDE] uit.
Beknopte handleiding

Oefenen met de herhaaldelijke afspeelfunctie

De songherhalingsfuncties kunnen worden gebruikt om herhaaldelijk een song of een bepaald bereik aan maten in een song af te spelen. Dit is handig voor het herhaaldelijk oefenen van moeilijk te spelen frasen.
Een song herhaaldelijk terugspelen
1 Selecteer een song (pagina 34).
2 Druk op de knop [REPEAT] om herhaaldelijk afspelen aan te zetten.
3 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
De song zal herhaaldelijk worden afgespeeld totdat u op knop SONG [STOP] drukt.
4 Druk op de knop [REPEAT] om het herhaaldelijk afspelen uit te zetten.
Een bereik aan maten aangeven en ze herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat)
1 Selecteer een song (pagina 34).
2 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
3 Geef het herhalingsbereik aan.
Druk op de knop [REPEAT] aan het beginpunt (A) van het bereik dat moet worden herhaald. Druk nogmaals op de knop [REPEAT] aan het eindpunt (B). Na een automatische inleiding (om u te helpen in de frase te komen), wordt het gedeelte van punt A tot punt B herhaaldelijk afgespeeld.
OPMERKING
4 Druk op de knop SONG [STOP] om het afspelen te stoppen.
5 Druk op de knop [REPEAT] om het herhaaldelijk afspelen uit te zetten.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
40
Onmiddellijk terugkeren naar punt A Door te drukken op de knop [STOP] gaat de song terug naar punt A, ongeacht of de song wordt afgespeeld of is gestopt.
Page 41
Overige methoden voor het aangeven van het A–B-herhalingsbereik
Het herhalingsbereik aangeven terwijl de songs zijn gestopt.
1 Druk op de knop [FF] om verder te gaan naar de positie van punt A. 2 Druk op de knop [REPEAT] om punt A aan te geven. 3 Druk op de knop [FF] om verder te gaan naar de positie van punt B. 4 Druk nogmaals op de knop [REPEAT] om punt B aan te geven.
Het herhalingsbereik tussen punt A en het eind van de song aangeven.
Door alleen punt A op te geven wordt herhaaldelijk afgespeeld tussen punt A en het einde van de song.

Uw spel opnemen

Neem uw spel op door de Quick Record-functie te gebruiken. Dit is een effectief oefenhulpmiddel, waarmee u makkelijk uw eigen spel kunt vergelijken met de originele song die u oefent. U kunt deze functie ook gebruiken om alleen duetten te oefenen, als u uw leraar of partner zijn of haar gedeelte van te voren heeft laten opnemen.
1 Druk tegelijkertijd op de knoppen [REC] en [STOP].
Er wordt automatisch een lege song ingesteld voor opname.
REC STOP
PLAY/ PAUSE
Beknopte handleiding
2 Selecteer een voice (pagina 31). De geselecteerde voice zal worden opgenomen.
3 Druk op de knop [REC].
REC STOP
PLAY/ PAUSE
4 Start het opnemen.
Het opnemen begint automatisch zodra u een noot op het toetsenbord speelt.
5 Druk op de knop SONG [STOP] om het opnemen te stoppen.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd of u het opgenomen spel wilt opslaan. Druk op de knop [EXIT] om het bericht te sluiten.
REC STOP
PLAY/ PAUSE
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
41
Page 42
6 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het opgenomen spel terug te spelen.
7 Sla het opgenomen spel op.
1 Druk op de knop [SONG SELECT] om de display voor songselectie op te roepen. 2 Druk op de knoppen TAB [
data wilt opslaan. Selecteer USER om de data naar het interne geheugen op te slaan of selecteer CARD om de data op te slaan naar een SmartMedia-kaart.
3 Druk op de knop [6 4 Voer de file-naam in (pagina 67). 5 Druk op de knop [8
Druk op de knop [8
LET OP
De opgenomen song zal verloren gaan als u van song verandert of als u het instrument uitzet zonder de opslagbewerking uit te voeren.
Beknopte handleiding
Als het volgende bericht verschijnt: 'Song' changed. Save?/'Song" speichern?/'Song' modifié. Sauv.?/'Song' cambiado. ¿Guardar?/Salvare 'Song' ?
De opgenomen data zijn nog niet opgeslagen. Druk op de knop [G] (YES) om de display voor songselectie te openen en de data op te slaan (zie hierboven). Druk op de knop [H] (NO) om de bewerking te annuleren.
REC STOP
]/[®] om de juiste tab (USER, CARD, enz.) te selecteren waarnaar u de
††
††
] (SAVE) om de display voor naamgeving van files op te roepen.
ππ
ππ
] (OK) om de file op te slaan.
] (CANCEL) als u het opslaan wilt annuleren.
PLAY/ PAUSE

Achtergrondpartijen spelen met de speelassistentietechnologie (Performance assistant technology)

Deze eigenschap maakt het uitzonderlijk gemakkelijk om de achtergrondgpartijen mee te spelen met de afgespeelde song.
OPMERKING
Voordat u speelassistentietechnologie gebruikt
U kunt de speelassistentietechnologie alleen gebruiken als de song akkoorddata bevat. Als de song deze data bevat, zal de huidige akkoordnaam tijdens het afspelen van de song worden getoond in de hoofddisplay. Zo kunt u gemakkelijk controleren of de song akkoorddata bevat of niet.
1 Selecteer een song (pagina 34).
Wij bevelen u aan de songs in de map 'Sing-a-long' te gebruiken in deze voorbeeldinstructies.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
42
Page 43
2 Druk op de knop [PERFORMANCE ASSISTANT] om de functie aan te zetten.
SONG
KARAOKE
SELECT
SCORE
3 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
REC STOP
PLAY/ PAUSE
4 Bespeel het toetsenbord
Het instrument stemt uw spel op het toetsenbord automatisch af op het afspelen van de song en de akkoorden, ongeacht welke toetsen u indrukt. Het past zelfs het geluid aan in overeenstemming met uw manier van spelen. Probeer eens op de drie verschillende onderstaande manieren te spelen.
Met de linker- en rechterhand
●● ●
tegelijk spelen (methode 1).
Speel drie noten tegelijkertijd met uw rechterhand.
Met de linker- en rechterhand tegelijk spelen (methode 2).
Speel verscheiden noten achter elkaar met verschillende vingers van uw rechterhand.
Beurtelings met de linker- en rechterhand spelen.
Speel drie noten tegelijkertijd met uw rechterhand.
5 Druk op de knop SONG [STOP] om het afspelen te stoppen.
Beknopte handleiding
6 Druk nogmaals op de knop [PERFORMANCE ASSISTANT] om de functie uit te zetten.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
43
Page 44

Begeleiding afspelen met de automatische begeleidingsfunctie (stijl afspelen)

Met de automatische begeleidingsfunctie kunt u automatische begeleidingen afspelen door gewoon 'akkoorden' met uw linkerhand te spelen. Hierdoor kunt u automatisch opnieuw het geluid van een complete band of orkest creëren, zelfs als u alleen speelt. Het automatische begeleidingsgeluid wordt opgebouwd met de ritmepatronen van de stijlen. De stijlen van het instrument bestrijken een uitgebreide reeks verschillende muziekgenres waaronder pop, jazz en vele andere.
STYLE
SELECT
'Mary Had a Little Lamb' spelen met de automatische
Beknopte handleiding
begeleidingseigenschap
Traditional
Stijl: Country Pop
122 233 35
1 1 1
C
3
21 2 3 2 3 2 1
MARY HAD A LITTLE LAMB
GCC
4
CGC
C
Ending
1 1 4 1
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
44
Page 45
1 Druk op de knop [STYLE SELECT] om de display voor stijlselectie op te roepen.
2
STYLE
SELECT
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
1
3, 4 3, 4
2 Druk op de knop TAB [
OPMERKING
Het stijltype en de bepalende karakteristieken worden aangegeven boven de vooraf ingestelde stijlnaam. Zie pagina 101 voor details over de karakteristieken.
12
] om de tab PRESET te selecteren.
3
5
4
7
6
8
3 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om de stijlcategorie 'Country' te selecteren.
4 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een 'CountryPop'-stijl te selecteren.
Beknopte handleiding
OPMERKING
U kunt onmiddellijk terugspringen naar de hoofddisplay door te 'dubbelklikken' op één van de knoppen [A]–[J].
5 Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de automatische begeleiding aan te zetten.
Gebruik de linkerhandsectie (onderste deel) van het toetsenbord om de akkoorden te spelen voor het laten klinken van de automatische begeleiding.
5 67 8
6 Druk op de knop [SYNC START] om de automatische begeleiding op stand-by te
zetten. Zo wordt de begeleiding gestart zodra u begint te spelen.
7 Zodra u een akkoord met uw linkerhand speelt, start de automatische begeleiding.
Probeer eens akkoorden met uw linkerhand te spelen en een melodie met uw rechter.
OPMERKING
Akkoordvingerzettingen
Er zijn zeven verschillende vingerzettingsmethoden die u kunt gebruiken om akkoorden op te geven (pagina 101).
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
45
Page 46
8 Speel automatisch een passend einde door te drukken op de knop [ENDING], op het
punt in de notatie dat wordt aangegeven door 'Ending'.
Als het afspelen van Ending is voltooid, stopt het afspelen van de stijl automatisch.
OPMERKING
Over de verschillende stijlen
Zie het stijloverzicht in het afzonderlijke Data List-boekje.
Snel het stijltempo veranderen tijdens een uitvoering (Tap-functie)
Het tempo kan ook tijdens het spelen worden gewijzigd door twee keer in het gewenste tempo op de knop [TAP] te tikken.
Het splitpunt (de grens tussen het rechter- en linkerhandbereik) aangeven.
Zie pagina 104.
De aanslagreactie voor het afspelen van stijl aan-/uitzetten (Style Touch).
Zie pagina 105.
De volumebalans tussen de stijl en het toetsenbord aanpassen
Hiermee kunt u de volumebalans aanpassen tussen het afspelen van stijl en het geluid dat u op het toetsenbord speelt.
1 Druk op de knop [BALANCE] om de volumebalansdisplay op te roepen. 2 Druk op de knop [2
van het toetsenbord aan te passen.
π†
3 Druk op de knop [EXIT] om de volumebalansdisplay te sluiten.
Patroonvariatie
Beknopte handleiding
Terwijl u speelt, kunt u automatisch speciaal gecreëerde intro's en afsluitingen, alsook variaties in de ritme-/ akkoordpatronen toevoegen, voor meer dynamische, professioneel klinkende uitvoeringen. Er zijn een aantal verschillende automatische begeleidingspatroonvariaties voor elke situatie: voor het beginnen van uw spel, tijdens uw spel en voor het beëindigen van uw spel. Probeer de variaties uit en combineer ze vrijelijk.
Om het spelen te beginnen
Start/Stop
Stijlen worden afgespeeld zodra de knop STYLE CONTROL [START/STOP] wordt ingedrukt.
Intro
Dit wordt gebruikt voor het begin van de song. Elke vooraf ingestelde stijl beschikt over drie verschillende intro's. Als het afspelen van de intro is voltooid, schuift de begeleiding door naar de hoofdsectie (zie 'Main' bij 'Tijdens afspelen van stijl' verderop). Druk op één van de knoppen INTRO [I]–[III] voordat het afspelen van stijl wordt gestart en druk op de knop STYLE CONTROL [START/STOP] om het afspelen van stijl te starten.
Synchro Start
Hiermee kunt u het afspelen starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen. Druk op de knop [SYNC START] terwijl het afspelen van stijl is gestopt en speel een akkoord in het akkoordgedeelte van het toetsenbord om het afspelen van stijl te starten.
Fade-in
Fade-in produceert vloeiende fade-ins bij het starten van de stijl. Druk op de knop [ FADE IN/OUT] als het afspelen van stijl is gestopt en druk op de knop STYLE CONTROL [START/ STOP] om het afspelen van stijl te starten.
Tap
Tik het tempo in en start de stijl automatisch in het ingetikte tempo. Tik gewoon (indrukken/loslaten) op de knop [TAP] (vier keer voor een 4/4 maatsoort) en het afspelen van de stijl begint automatisch op het door u ingetikte tempo.
OPMERKING
In de volgende display kunnen het specieke drumgeluid en de aanslagsnelheid (luidheid) van het geluid wanneer de Tap-functie wordt gebruikt, worden geselecteerd. [FUNCTION] [I] UTILITY TAB[√] CONFIG 1 [B] 4 TAP
] om het stijlvolume aan te passen. Druk op de knop [6π†] om het (RIGHT 1)-volume
STYLE
SELECT
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
46
Page 47
Tijdens afspelen van stijl
STYLE
SELECT
Main
Dit wordt gebruikt voor het spelen van het hoofdgedeelte van de song. Er wordt een begeleidingspatroon afgespeeld van verscheidene maten en dit wordt eindeloos herhaald. Elke vooraf ingestelde stijl beschikt over vier verschillende patronen. Druk op één van de knoppen MAIN [A]–[D] tijdens het afspelen van stijl.
Fill In
Met de ll-in-secties kunt u dynamische variaties en breaks aan het ritme van de begeleiding toevoegen, om zo uw spel nog professioneler te laten klinken. Zet de knop [AUTO FILL IN] aan voordat u het afspelen van stijl start of tijdens het afspelen. Druk vervolgens gewoon op één van de knoppen MAIN/AUTO FILL (A, B, C, D) terwijl u speelt, en de geselecteerde ll-in-sectie speelt automatisch (AUTO FILL), waardoor de automatische begeleiding wordt opgeluisterd. Als de ll-in klaar is, gaat deze naadloos over in de geselecteerde hoofdsectie (A, B, C, D). Zelfs als [AUTO FILL] is uitgezet, wordt door te drukken op de knop van de momenteel spelende sectie automatisch een ll-in worden afgespeeld voordat wordt teruggegaan naar de desbetreffende hoofdsectie.
Break
Hiermee kunt u dynamische variaties en breaks aan het ritme van de begeleiding toevoegen, om uw spel zelfs nog professioneler te laten klinken. Druk op de knop [BREAK] tijdens het afspelen van stijl.
Beknopte handleiding
Om het spelen te beëindigen
STYLE
SELECT
Start/Stop
Stijlen worden gestopt zodra op de knop STYLE CONTROL [START/STOP] wordt gedrukt.
Ending
Dit wordt gebruikt voor het einde van de song. Elke vooraf ingestelde stijl beschikt over drie verschillende afsluitingen. Als de afsluiting is voltooid, stopt de stijl automatisch. Druk op één van de knoppen ENDING/rit. [I]–[III] tijdens het afspelen van stijl. U kunt de afsluiting geleidelijk laten vertragen (ritardando) door nogmaals op dezelfde [ENDING/rit.]-knop te drukken terwijl de afsluiting wordt afgespeeld.
Fade Out
Fade Out produceert vloeiende fade-outs bij het stoppen van de stijl. Druk op de knop [FADE IN/OUT] tijdens het afspelen van de stijl.
OPMERKING
Zie pagina 103 voor details over het instellen van de fade-in- en fade-out-tijd .
Overige
STYLE
SELECT
Synchro Stop
Als Synchro Stop aan is, kunt u de stijl op elk moment stoppen en starten door gewoon de toetsen los te laten of te spelen (in het akkoordgedeelte van het toetsenbord). Dit is een te gekke manier om dramatische breaks en accenten aan uw spel toe te voegen. Druk op de knop [SYNC STOP] voordat u het afspelen van stijl start.
OPMERKING
Schakel Synchro Stop in door toetsen in te drukken/los te laten (Synchro Stop-venster)
Zie pagina 105.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
47
Page 48
Het sectiepatroon vastleggen op óf intro, óf main (Section Set)
U kunt deze functie bijvoorbeeld instellen op Intro om gemakkelijk automatisch een intro te laten spelen telkens wanneer u een stijl selecteert (pagina 105).
Over de lampjes van de sectieknoppen (INTRO/MAIN/ENDING, enz.)
Groen De sectie is niet geselecteerd.
Rood De sectie is momenteel geselecteerd.
Uit De sectie bevat geen data en kan niet worden gespeeld.
De voice van de LEFT-partij vasthouden (Left Hold)
Met deze functie kan de voice van de partij LEFT automatisch worden aangehouden, zelfs als de toetsen worden losgelaten. Niet-wegstervende klanken, zoals strings, klinken dan zonder ophouden, terwijl voices met een bepaalde wegsterftijd, zoals piano, langzaam wegsterven (alsof het sustain-pedaal is ingedrukt). Deze functie voegt een natuurlijke volheid toe aan het totale begeleidingsgeluid.
1 Druk op de knop PART ON/OFF [LEFT] om het linkerhandgedeelte aan
te zetten.
2 Druk op de knop [LEFT HOLD] om de functie Left Hold aan te zetten.
21
Beknopte handleiding
Leren hoe akkoorden te spelen (aan te geven) voor het afspelen van stijl
Leren de noten te spelen van bepaalde akkoorden
Als u de naam van een akkoord weet maar niet weet hoe u dit moet spelen, kunt u het instrument u de te spelen noten laten aangeven (functie Chord Tutor (Akkoordleraar)).
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [C] STYLE SETTING/SPLIT POINT/CHORD FINGERING TAB[][®] CHORD FINGERING
2 Druk op de knop [6
††
] om de grondtoonnoot te selecteren.
ππππ††
3 Druk op de knop [7
De noten die u moet spelen om het geselecteerde akkoord samen te stellen, worden in de display getoond.
OPMERKING
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
48
2 3
††
ππππ††
]/[8
De noten die worden getoond komen overeen met de vingerzetting 'Fingered', ongeacht welke vingerzetting is geselecteerd (pagina 102).
††
ππππ††
] om het akkoordsoort te selecteren.
Page 49
Controleren hoe de akkoorden moeten worden gespeeld via de gidslampjes
Voor songs die akkoorddata bevatten, kunt u de afzonderlijke noten van het akkoord laten aangegeven door de gidslampjes op het instrument.
1 Selecteer een song (pagina 34).
2 Druk op de knop [FUNCTION] en druk op de knop [B] om de display SONG SETTING op
te roepen. Zorg ervoor dat GUIDE MODE is ingesteld op 'Follow Lights'.
3 Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de automatische begeleiding aan te zetten.
4 Druk op de knop [GUIDE].
5 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
De gidslampjes in het akkoordgedeelte van het toetsenbord knipperen overeenkomstig het akkoord van de song. Probeer het akkoord te oefenen, overeenkomstig de gidslampjes.
Beknopte handleiding
Passende paneelinstellingen voor de geselecteerde stijl (One Touch Setting)
One Touch Setting is een krachtige en handige eigenschap die automatisch de meest geschikte paneelinstellingen (voices of effecten, enz.) oproept voor de momenteel geselecteerde stijl, met één druk op een enkele knop. Als u al heeft besloten welke stijl u wenst te gebruiken, kunt u One Touch Setting automatisch de passende voice voor u laten selecteren.
1 Selecteer een stijl (pagina 45).
2 Druk op één van de knoppen ONE TOUCH SETTING [1]–[4].
Hierdoor worden niet alleen onmiddellijk alle instellingen (voices, effecten, etc.) opgeroepen die bij de huidige stijl passen, maar worden tevens automatisch ACMP en SYNC. START aangezet zodat u onmiddellijk kunt beginnen met het spelen van de stijl.
3 Zodra u een akkoord met uw linkerhand speelt, begint de geselecteerde stijl.
OPMERKING
Parameter Lock
U kunt bepaalde parameters (bijv. effect, splitpunt, enz.) 'op slot zetten' zodat deze uitsluitend kunnen worden geselecteerd via de paneelregelaars (pagina 126).
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
49
Page 50
Handige tips voor het gebruik van One Touch Setting
Automatisch de One Touch Settings veranderen met de Main-secties (OTS Link)
Met de handige OTS (One Touch Setting) Link-functie kunt u automatisch de One Touch Settings wijzigen als u een andere Main-sectie (A–D) selecteert. Druk op de knop [OTS LINK] om de functie OTS Link te gebruiken.
OPMERKING
De timing voor OTS-veranderingen instellen
De One Touch Settings kunnen met twee verschillende timingen worden ingesteld om met de secties te veranderen (pagina 105).
De paneelinstellingen opslaan naar de OTS
U kunt ook uw eigen One Touch Setting-setups creëren.
1 Stel de paneelregelaars (zoals voice, stijl, effecten,
enzovoorts) naar wens in.
2 Druk op de knop [MEMORY]. 3 Druk op één van de knoppen ONE TOUCH SETTING
[1]–[4]. Er verschijnt een bericht in de display waarin u wordt gevraagd de paneelinstellingen weg te schrijven.
4 Druk op de knop [F] (YES) om de display voor
stijlselectie op te roepen en de paneelinstellingen als een stijl-le op te slaan (pagina 63).
LET OP
De paneelinstellingen die worden opgeslagen onder de verschillende OTS-knoppen zullen verloren gaan als u van
Beknopte handleiding
stijl verandert of het instrument uitzet zonder de opslagbewerking uit te voeren.
23
Ideale setups voor elke song oproepen — Music Finder
Als u een bepaald muziekgenre wilt gaan spelen, maar niet goed weet welke stijl- en voice-instellingen hierbij passen, kan de handige functie Music Finder u hierbij helpen. Selecteer simpelweg het gewenste genre in de Music Finder-'records' en de CVP maakt automatisch alle daarbij passende paneelinstellingen, die u in staat stellen om muziek van dit genre te spelen. Een nieuwe record kan worden gecreëerd door de momenteel geselecteerde te bewerken (pagina 108).
OPMERKING
De data (records) van Music Finder zijn niet hetzelfde als songdata en kunnen niet worden teruggespeeld.
1 Druk op de knop [MUSIC FINDER] om de display MUSIC FINDER op te roepen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
50
Page 51
1
2
Beknopte handleiding
12
3
5
4
7
6
8
3
2 Druk op de knop TAB [
De tab ALL bevat de vooraf ingestelde records.
] om de tab ALL te selecteren.
3 Selecteer de gewenste record door de volgende vier zoekcategorieën te gebruiken.
Druk op de knoppen [2
OPMERKING
U kunt ook de gewenste record selecteren door de knop [DATA ENTRY] te gebruiken en vervolgens op de knop [ENTER] te drukken.
De records doorzoeken
De Music Finder is ook uitgerust met een handige zoekfunctie, die u in staat stelt om een songtitel of trefwoord in te voeren en onmiddellijk alle records die overeenkomen met uw zoekcriteria op te roepen (pagina 106).
††
ππππ††
]/[3
MUSIC ...............Bevat de songtitel of het muziekgenre waarmee de verschillende records worden
omschreven, zodat u gemakkelijk de gewenste muziekstijl kunt vinden.
OPMERKING
Alfabetisch omhoog of omlaag stappen door de songs
Als de songtitels alfabetisch zijn gerangschikt, gebruikt u de knop [1π†] om alfabetisch omhoog of omlaag te stappen door de songs. Druk tegelijkertijd op de knoppen [π†] om de cursor naar de eerste record te verplaatsen.
STYLE.................Dit is de vooraf ingestelde stijl die aan de record is toegewezen.
OPMERKING
Alfabetisch omhoog of omlaag stappen door de stijlen
Als de stijlnamen alfabetisch zijn gerangschikt, gebruikt u de knop [4π†]/[5π†] om alfabetisch omhoog of omlaag te stappen door de stijlen. Druk tegelijkertijd op de knoppen [π†] om de cursor naar de eerste record te verplaatsen.
BEAT ..................Dit is de maatsoort die voor elke van de records is geregistreerd.
TEMPO ..............
Dit is de toegewezen tempo-instelling voor de record.
††
ππππ††
] om een record te selecteren
4 Bespeel het toetsenbord
Merk op dat de paneelinstellingen automatisch zijn gewijzigd zodat ze overeenkomen met het muziekgenre van de geselecteerde record.
OPMERKING
• Tempo Lock
Met de functie TEMPO LOCK kunt u vermijden dat het tempo wordt gewijzigd tijdens het afspelen van stijl, wanneer een andere record wordt geselecteerd. Druk op de knop [6π†]/[7π†] (TEMPO LOCK) in de display MUSIC FINDER om de functie Tempo Lock aan te zetten.
• Parameter Lock
U kunt bepaalde parameters (bijv. effect, splitpunt, enz.) 'op slot zetten' zodat deze uitsluitend kunnen worden geselecteerd via de paneelregelaars (pagina 126).
De records sorteren
Druk op de knop [F] (SORT BY) om de records te sorteren.
MUSIC .................. De records worden gesorteerd op songtitel.
STYLE .................... De records worden gesorteerd op stijlnaam.
BEAT .....................De records worden gesorteerd op maatsoort.
TEMPO ................. De records worden gesorteerd op tempo.
De volgorde van de records veranderen
Druk op de knop [G] (SORT ORDER) om de volgorde van de records (oplopend of aopend) te veranderen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
51
Page 52

Met afgespeelde songs meezingen (Karaoke) of met uw eigen spel

Door een microfoon op de CVP aan te sluiten, kunt u plezier beleven aan het meezingen met een afspelende song (Karaoke) of met uw eigen spel. De songteksten kunnen worden getoond als de song songtekstdata bevat. Zing met de microfoon terwijl u de songteksten zingt die in de display worden aangegeven. Songteksten kunnen ook met de muzieknotatie worden weergegeven, waardoor u met de notatie en songteksten kunt meespelen en meezingen.
Beknopte handleiding

Een microfoon aansluiten

1 Zorg ervoor dat u een conventionele dynamische microfoon heeft.
2 Stel de knop [INPUT VOLUME] op het onderpaneel van het instrument in op de
minimumpositie.
3 Sluit de microfoon aan op de [MIC./LINE IN]-aansluiting.
OPMERKING
Stel het INPUT VOLUME altijd in op het minimum als er niets is aangesloten op de [MIC/LINE IN]-aansluiting. Aangezien de MIC/ LINE IN-aansluiting zeer gevoelig is, kan deze storingen oppikken en produceren, zelfs als er niets op is aangesloten.
SCORE
KARAOKE
INPUT
VOLUME
MIN MAX
MIC. LINE IN
MIC. LI NE PHONES
4 Stel de schakelaar [MIC. LINE] in op 'MIC.'.
5 (Zet de microfoon eerst aan als deze een voeding heeft.) Pas de knop INPUT VOLUME
aan terwijl u in de microfoon zingt.
Pas de regelaars aan terwijl u de SIGNAL- en OVER-lampjes in de gaten houdt. Het SIGNAL-lampje licht op om aan te geven dat er een audiosignaal wordt ontvangen. Zorg ervoor dat u het INPUT VOLUME zo aanpast dat dit lampje oplicht. Het OVER-lampje licht op als het ingangsniveau te hoog is. Zorg ervoor dat u het INPUT VOLUME zo aanpast dat dit lampje niet oplicht.
De microfoon loskoppelen
1
Stel de knop [INPUT VOLUME] op het onderpaneel van het instrument in op de minimumpositie.
2 Koppel de microfoon los van de aansluiting [MIC./LINE IN].
OPMERKING
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
52
2, 5
43
Stel de knop [INPUT VOLUME] in op de minimumpositie voordat u het instrument uitzet.
Page 53

Zingen met de display LYRICS

Probeer te zingen terwijl u een song afspeelt die songtekstdata bevat
1 Selecteer een song (pagina 34).
2 Druk op de knop [KARAOKE] om de songteksten weer te geven.
3 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
Zing mee terwijl u de songteksten in de display volgt. De kleur van de songteksten verandert terwijl de song speelt.
4 Druk op de knop SONG [STOP] om het afspelen te stoppen.
De songteksten weergeven op een externe TV-monitor
De in de display aangegeven songteksten kunnen ook worden uitgevoerd via de VIDEO OUT-aansluiting.
1 Gebruik een geschikte videokabel om de [VIDEO OUT]-aansluiting van
de CVP aan te sluiten op de videoingangsaansluiting van de TV-monitor.
2 Stel het externe televisie-/videomonitorsignaal in (NTSC of PAL) zoals dat
wordt gebruikt door uw videoapparatuur, indien nodig.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [G] VIDEO OUT
2 Druk op de knop [1
videomonitorsignaal te selecteren.
OPMERKING
Als de songteksten onleesbaar zijn
Het kan zijn dat u de Lyrics Language-instelling op 'International' of 'Japans' moet zetten in de SONG-instellingsdisplay ([FUNCTION] [B] SONG SETTING), als de getoonde songteksten verminkt of onleesbaar zijn. Deze instelling kan worden opgeslagen als onderdeel van de songdata (pagina 156).
De songtekstachtergrondillustratie veranderen
U kunt de achtergrondillustratie van de songtekstdisplay veranderen. Druk op de knop [7 songtekstdisplay om de selectiedisplay voor de songtekstillustratie op te roepen met de beschikbare illustratie-les. Selecteer hierin de gewenste le. Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de voorgaande display. De songtekstachtergrondillustratie kan worden opgeslagen naar de song (pagina 156).
De songteksten veranderen
U kunt de songteksten desgewenst wijzigen (pagina 160).
π†
] om het externe televisie-/
LL+R R
VIDEO OUT AUX IN
π†
]/[8π†] (BACKGROUND) in de
Beknopte handleiding

Handige functies voor karaoke

Het tempo aanpassen pagina 30
Transponeren Zie hieronder.
Effecten op uw stem toepassen pagina 54
Harmoniestemmen aan uw stem toevoegen pagina 54
Zingen oefenen met de juiste toonhoogte (Vocal CueTIME) pagina 135
Transponeren
U kunt deze functie gebruiken om de toonsoort van de song aan te passen als deze te hoog of te laag is.
De songtoonsoort omhoog transponeren ........Druk op de knop TRANSPOSE [+].
De songtoonsoort omlaag transponeren.......... Druk op de knop TRANSPOSE [].
De transponering opnieuw instellen ...............Druk tegelijkertijd op de knoppen TRANSPOSE [+][].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
53
Page 54
Druk op de knop [EXIT] om de display TRANSPOSE te sluiten.
Effecten op uw stem toepassen
U kunt ook verscheidene effecten op uw stem toepassen.
1 Druk op de knop [MIC SETTING/VOCAL HARMONY] om de display MIC SETTING
op te roepen.
2 Druk op de knoppen [4
Beknopte handleiding
Harmoniestemmen aan uw stem toevoegen
U kunt ook automatisch verscheidene harmoniestemmen op uw stem toepassen.
OPMERKING
Een effecttype selecteren
U kunt het effecttype selecteren in de Mixing Console (pagina 86).
1 Selecteer een song die akkoorddata bevat (pagina 34).
Als de song deze data bevat, zal de huidige akkoordnaam tijdens het afspelen van de song worden getoond in de hoofddisplay. Zo kunt u gemakkelijk controleren of de song akkoorddata bevat of niet.
2 Druk op de knop [MIC SETTING/VOCAL HARMONY] om de (VOCAL HARMONY)-
instellingsdisplay voor de harmoniestemmen op te roepen.
A
B
C
D
E
2
††
ππππ††
]/[5
††
ππππ††
] om het effect aan te zetten.
F
G
H
4
I
J
3 Druk op de knoppen [6
aan te zetten.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
54
12
††
ππππ††
]/[7
3
5
4
7
6
8
3
††
ππππ††
] om de harmoniestemmen (Vocal Harmony)
Page 55
4 Druk op de knop [H] om de VOCAL HARMONY-selectiedisplay op te roepen.
5 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een Vocal Harmony-type te selecteren.
Ze de afzonderlijke Data List voor details over de Vocal Harmony-typen.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
6 Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de automatische begeleiding aan te zetten.
7 Druk op de knop SONG [PLAY/PAUSE] en zing in de microfoon.
De harmonie wordt overeenkomstig de akkoorddata op uw stem toegepast.
Het microfoon- en songvolume aanpassen
U kunt de volumebalans tussen het afspelen van songs en de microfoon aanpassen.
1 Druk op de knop [BALANCE] om de volumebalansdisplay op te roepen. 2 Druk op de knop [4
Druk op de knop [1
3 Druk op de knop [EXIT] om de volumebalansdisplay te sluiten.
π†
] om het microfoonvolume aan te passen.
π†
] om het songvolume aan te passen.
Beknopte handleiding

Handige functies voor meezingen met uw eigen spel

De toonsoort veranderen (Transpose) Zie hieronder.
De muzieknotatie weergeven op het instrument en de songteksten op TV pagina 56
Aankondigingen maken tussen songs pagina 56
De afspeeltiming regelen met uw stem (Karao-key) pagina 135
De toonsoort veranderen (Transpose)
U kunt zowel de song als uw toetsenspel in overeenstemming brengen met een bepaalde toonsoort. De songdata staan bijvoorbeeld in F, maar u voelt zich het best thuis bij het zingen in D, en u bent gewend het toetsenbord te bespelen in C. Zet om dit te bereiken Master Transpose op '0', Keyboard Transpose op '2' en Song Transpose op '-3'. Dit brengt de toetsenbordpartij omhoog en de songdata naar beneden naar uw gewenste toonsoort voor het zingen.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [D] CONTROLLER TAB [
2 Druk op de knop [4
††
ππππ††
]/[5
ππππ††
De volgende typen zijn beschikbaar. Selecteer het type dat het beste past bij wat u wilt.
®
] KEYBOARD/PANEL → [B] TRANSPOSE ASSIGN
††
] om het gewenste transponeringstype te selecteren.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
55
Page 56
KEYBOARD
Transponeert de toonhoogte van de via het toetsenbord bespeelde voices en het afspelen van de stijl (geregeld door wat u in het akkoordgedeelte van het toetsenbord speelt).
SONG
Transponeert de toonhoogte van het afspelen van songs.
MASTER
Hiermee wordt de algehele toonhoogte van de CVP getransponeerd.
3 Druk op de knop TRANSPOSE [–]/[+] om te transponeren.
U kunt de waarde instellen in stappen van halve noten. Druk tegelijkertijd op de knoppen [+][–] om de transponeringswaarde opnieuw in te stellen.
4 Druk op de knop [EXIT] om de display TRANSPOSE te sluiten.
De muzieknotatie weergeven op het instrument en de songteksten op TV
Met deze handige meezingfunctie wordt de muzieknotatie in de display van het instrument weergegeven (zodat u die kunt spelen), terwijl alleen de songteksten op een afzonderlijke TV-monitor (pagina 53) worden weergegeven, zodat uw publiek kan meezingen.
Beknopte handleiding
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [G] VIDEO OUT
2 Druk op de knop [3
Aankondigingen maken tussen songs
Deze functie is ideaal voor het maken van aankondigingen tussen uw zanguitvoeringen. Als u een song zingt, worden gewoonlijk verscheidene effecten aan de MIC-setup toegewezen. Als u echter uw publiek toespreekt, kunnen deze effecten storend of onnatuurlijk klinken. Telkens wanneer de TALK-functie wordt aangezet, worden de effecten automatisch uitgeschakeld.
1 Druk voor uw uitvoering op de knop [MIC INSTELLING/VOCAL HARMONY] om de
display MIC SETTING/VOCAL HARMONY op te roepen.
ππ
ππ
]/[4
ππ
ππ
] om LYRICS te selecteren.
2 Druk op de knop [2
OPMERKING
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
56
1
12
3
4
6
7
5
8
2
ππ
ππ
Talk-instellingen kunnen ook worden aangepast, zodat u alle gewenste effecten aan uw stem kunt toevoegen wanneer u uw publiek toespreekt ( pagina 168).
]/[3
ππ
] (TALK) om de functie aan te zetten.
ππ
Page 57

Basisbediening

D

De basisvoorzieningen (Help) uitproberen

De Help-functie maakt u bekend met enkele basisvoorzieningen van het instrument. Probeer ze uit door de aanwijzingen in de display Help op te volgen.
1 Druk op de knop [HELP] om de display HELP op te roepen.
1
5
12
3
45
6
7
8
2 43
2 Gebruik indien nodig de knoppen [6
selecteren.
††
ππππ††
]/[7
††
ππππ††
] om de taal te
3 Selecteer één van de voorzieningen die u wilt uitproberen door de
knoppen [1
††
ππππ††
4 Druk op de knop [8
Er verschijnt een display waarin de geselecteerde voorziening wordt uitgelegd. Als er extra pagina's zijn, kunt u de knoppen TAB [√][®] gebruiken om andere pagina's te selecteren (de tabs 'P1', 'P2', enz. verschijnen).
]–[5
††
ππππ††
] te gebruiken.
††
ππππ††
] om de selectie te bevestigen.
De hier geselecteerde taal wordt ook gebruikt voor verschillende 'berichten' die tijdens de bediening te zien zijn.
Basisbediening
5 Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de voorgaande
display.

De in de display getoonde berichten

Soms wordt een bericht (informatie- of bevestigingsdialoog) weergegeven op het scherm om de bediening te vergemakkelijken. Als het bericht verschijnt, drukt u gewoon op de desbetreffende knop.
e taal voor de berichten
selecteren
A
B
C
D
E
In dit voorbeeld drukt u op de knop [F] (YES) om het formatteren van de SmartMedia-kaart te starten.
F
G
H
I
J
In de display Help (zie hierboven) kunt u de gewenste taal selecteren voor de display­berichten.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
57
Page 58

Onmiddellijke selectie van de displays, Direct Access (directe toegang)

T
Basisbediening
Onmiddellijke selectie van de displays, Direct Access (directe toegang)
Met de handige functie Direct Access kunt u ogenblikkelijk de gewenste display oproepen door slechts op één extra knop te drukken.
1 Druk op de knop [DIRECT ACCESS].
Er verschijnt een bericht in de display waarin u wordt gevraagd op de geschikte knop te drukken.
2 Druk op de knop die overeenkomt met de gewenste instellingsdisplay
om zo die display ogenblikkelijk op te roepen.
Zie de afzonderlijke Data List voor een overzicht van de displays die kunnen worden opgeroepen met de functie Direct Access.
Voorbeeld van het oproepen van de display voor de functie Guide
Druk op de knop [DIRECT ACCESS] en druk vervolgens op de knop [GUIDE].
1
2
erugkeren naar de
hoofddisplay
Op de volgende manier kunt u gemakkelijk terugkeren naar de hoofddisplay vanuit een willekeurige andere display: druk gewoon op de knop [DIRECT ACCESS] en vervolgens op de knop [EXIT].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
58
Page 59
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
T
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Er zijn twee basistypen displays – hoofddisplay en selectiedisplay. Hier volgt een beschrijving van de verschillende displaysegmenten en de basisbediening ervan.

Hoofddisplay (display MAIN)

In de hoofddisplay worden de huidige basisinstellingen weergegeven van het instrument, zoals de momenteel geselecteerde voice en stijl, zodat u deze in één oogopslag kunt zien. De hoofddisplay is de display die u gewoonlijk ziet als u het toetsenbord bespeelt.
78 )
1
2
3
4
9
5
erugkeren naar de
hoofddisplay
Op de volgende manier kunt u gemakkelijk terugkeren naar de hoofddisplay vanuit een willekeurige andere display: druk gewoon op de knop [DIRECT ACCESS] en vervolgens op de knop [EXIT].
Basisbediening
6
1 Voicenaam
RIGHT 1 (aangegeven aan de rechterrand van de display): De voicenaam die momenteel is geselecteerd voor het gedeelte RIGHT 1 (pagina 73).
RIGHT 2 (aangegeven aan de rechterrand van de display): De voicenaam die momenteel is geselecteerd voor het gedeelte RIGHT 2 (pagina 73).
LEFT (aangegeven aan de rechterrand van de display): De voicenaam die momenteel is geselecteerd voor het gedeelte LEFT (pagina 73).
Door te drukken op één van de knoppen [A], [B] en [F]–[I] roept u de display op voor de voice-selectie voor de verschillende gedeelten (pagina 31).
2 Songnaam en verwante informatie
Hier worden de momenteel geselecteerde songnaam, de maatsoort en het tempo weergegeven. Als de song de akkoorddata bevat, zal de huidige akkoordnaam in het segment 'CHORD' worden vermeld (zie 3 hierna). Door op de knop [C] te drukken roept u de display op voor de songselectie (pagina 34).
3 Stijlnaam en verwante informatie, huidige akkoordnaam
Hier worden de momenteel geselecteerde stijlnaam, de maatsoort en het tempo weergegeven. Als de knop [ACMP ON/OFF] is ingesteld op ON, wordt het akkoord getoond dat is opgegeven in het akkoordgedeelte van het toetsenbord. Door op de knop [D] te drukken roept u de display op voor de stijlselectie (pagina 45).
4 Internetfunctie
Door op de knop [E] te drukken roept u de display op voor de rechtstreekse internetverbinding (pagina 170).
5 Naam van Registration Memory-bank
Hier wordt de naam weergegeven van de momenteel geselecteerde Registration Memory-bank. Door te drukken op de knop [J] roept u de display op voor de selectie van de Registration Memory-bank (pagina 126).
6 Volumebalans
Hier wordt de volumebalans tussen de gedeelten weergegeven. Pas de volumebalans aan tussen de gedeelten met de knoppen [1
7 Transponeren
Hier wordt de hoeveelheid toonhoogteverandering weergegeven in halve tonen (pagina 53).
8 Tempo
Hier wordt het huidige tempo weergegeven van de song of stijl.
9 BAR (huidige positie van de song of stijl)
Hier wordt de huidige positie weergegeven van de song, of het maat- en telnummer vanaf het begin van het afspelen van de stijl.
) Registration Sequence
Verschijnt als de Registration Sequence actief is (pagina 128).
π†
]–[8
π†
].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
59
Page 60
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Configuratie en basisbediening van de display voor file-selectie
De display voor de le-selectie wordt weergegeven als u op één van de knoppen in de volgende illustratie drukt. Van hieruit kunt u voices, stijlen en andere data selecteren.
Selectieknoppen voor de VOICE-categorie
Knop SONG SELECT
Basisbediening
Configuratie van de display voor file-selectie
• Locatie (drive) van data
• Data-files en -mappen
Alle data, zowel voorgeprogrammeerde als uw eigen originele data, worden opgeslagen als 'les'. U kunt les in een map plaatsen.
Preset (vooraf ingesteld)
Locatie waar vooraf ingestelde (preset) data zijn opgeslagen.
Map
Knop STYLE SELECT
User (gebruiker)
Locatie waar opgenomen of bewerkte data zijn opgeslagen.
Selectieknop REGIST. BANK
Card (kaart)
Locatie waar data op SmartMedia­kaart zijn opgeslagen.
A
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
60
Map­icoon
File
8
Page 61
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Basisbediening voor display voor file-selectie
1
A
B
C
D
E
3
2
12
3
4
6
7
5
8
4
F
G
H
3
I
J
3
Basisbediening
1 Selecteer de tab die de gewenste file bevat met de knoppen TAB [ 2 Selecteer de pagina die de gewenste file bevat met de knoppen [1
ππ
ππ
ππ
]–[6
ππ
] voor voice en song).
[1
]/[®].
ππ
ππ
]–[7
ππ
ππ
] (knoppen
3 Selecteer de file. Er zijn twee manieren om dit te doen.
Druk op één van de knoppen [A][J].
Selecteer de le door de draaiknop [DATA ENTRY] te gebruiken en druk vervolgens op de knop [ENTER]
om de handeling door te voeren.
4 Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de vorige display.
De huidige map sluiten en de map van het bovenliggende niveau oproepen
Druk op de knop [8π] (UP) om de huidige map te sluiten en de map van het bovenliggende niveau op te roepen.
Voorbeeld van de selectiedisplay voor vooraf ingestelde voices
De les voor vooraf ingestelde voices zijn gecategoriseerd en ondergebracht in hiervoor geschikte mappen.
In deze display worden de voicefiles in een map getoond.
8
Het bovenliggende niveau (in dit geval een map) wordt getoond. Elke map die in deze display wordt getoond, bevat passende gecategoriseerde voices.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
61
Page 62
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Een diskette formatteren
Selecteer 'USB' in stap 3 rechts, om een diskette te formatteren.
LET OP
Basisbediening
Zorg ervoor dat u pagina 21 leest voor informatie over het omgaan met de diskdrive en diskettes.
Handelingen voor files en mappen in de display voor file-selectie
Files opslaan........................................................................................ pagina 63
Files/mappen kopiëren (Copy & Paste)..................................................pagina 64
Files verplaatsen (Cut & Paste) .............................................................. pagina 65
Files/mappen wissen (Delete)...............................................................pagina 65
De naam wijzigen van les/mappen (Rename)..................................... pagina 66
Aangepaste iconen selecteren voor les (links van de filenaam
weergegeven)....................................................................................... pagina 66
Een nieuwe map maken.......................................................................pagina 67
Tekens invoeren ................................................................................... pagina 67
Een SmartMedia-kaart formatteren
Het is mogelijk dat een nieuwe SmartMedia-kaart, of een kaart die met andere apparaten is gebruikt, niet onmiddellijk te gebruiken is met de CVP. Als het instrument geen toegang kan krijgen tot de SmartMedia-kaart die in de kaartsleuf van het instrument is geplaatst, zult u de kaart voor het instrument moeten formatteren.
LET OP
• Door een SmartMedia-kaart te formatteren worden alle data op de kaart volledig verwijderd. Zorg ervoor dat de SmartMedia-kaart die u formatteert, geen belangrijke data bevat.
• Lees pagina 22 voor informatie over het omgaan met de SmartMedia-kaart en de kaartsleuf.
• De SmartMedia-kaarten die met dit instrument zijn geformatteerd, kunnen ongeschikt worden voor gebruik met andere instrumenten.
1 Plaats een te formatteren SmartMedia-kaart in de kaartsleuf. 2 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] →→
→→
[I] UTILITY →→
→→
TAB [√]/[®] MEDIA
3 Druk op de knop [A] om 'CARD' te selecteren. 4 Druk op de knop [H] om de kaart te formatteren.
A
B
3
C
D
E
F
G
H
4
I
J
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
62
Page 63
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Files opslaan
Met deze handeling kunt u uw originele data (zoals songs en voices die u heeft gecreëerd) wegschrijven naar een le.
1 Druk op de displayknop [SAVE], nadat u een song of voice heeft
gecreëerd in de betreffende SONG CREATOR- of SOUND CREATOR­display.
De display voor de leselectie voor de desbetreffende data verschijnt. Houd in gedachte dat de opslaghandeling wordt uitgevoerd via de display voor de leselectie.
I
Capaciteit van het interne geheugen (User-tabs)
De interne geheugencapaciteit van het instrument is ongeveer 3,3 MB. Deze capaciteit geldt voor alle letypen, waaronder datales voor voice, stijl, song en registratie.
Basisbediening
12
2 Selecteer met de knoppen TAB [
3
6
7
45
]/[®] de desbetreffende tab (USER,
8
CARD, enz.) waarnaar u de data wilt opslaan.
3 Druk op de knop [6
††
††
] (SAVE) om de display op te roepen voor het
benoemen van de file.
4 Voer de filenaam in (pagina 67). 5 Druk op de knop [8
Druk op de knop [8†] (CANCEL) als u de opslaghandeling wilt annuleren. De opgeslagen le zal automatisch op de betreffende positie in alfabetische volgorde tussen de les worden geplaatst.
ππ
ππ
] (OK) om de file op te slaan.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
63
Page 64
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Beperkingen voor beveiligde songs
Commercieel beschikbare songdata kunnen tegen kopiëren zijn beveiligd om illegaal kopiëren of onbedoeld wissen te voorkomen. Ze worden aangegeven door de indicaties linksboven aan de zijkant van de filenamen. Hieronder volgt een gedetailleerde beschrijving van de indicaties en de van toepassing zijnde beperkingen.
Basisbediening
Prot. 1 Hiermee worden vooraf ingestelde songs aangegeven die zijn
opgeslagen naar de USER-tabdisplay, Disk Orchestra Collection (DOC)-songs en Disklavier Piano Soft-songs. Deze songs kunnen niet worden gekopieerd/verplaatst/opgeslagen naar externe apparaten zoals SmartMedia-kaarten en harddisk.
Prot. 2 Orig Hiermee worden songs aangegeven die door Yamaha als beveiligd
zijn geformatteerd. Deze songs kunnen niet worden gekopieerd. Ze kunnen alleen worden verplaatst/opgeslagen naar de USER­tabdisplay en SmartMedia-kaarten met een ID.
Prot. 2 Edit Hiermee worden bewerkte 'Prot. 2 Orig'-songs aangegeven. Zorg
ervoor dat deze songs worden opgeslagen naar dezelfde map als de map met de bijbehorende 'Prot. 2 Orig'-song. Deze songs kunnen niet worden gekopieerd. Ze kunnen alleen worden verplaatst/opgeslagen naar de USER-tabdisplay en SmartMedia­kaarten met een ID.
Opmerking voor de procedure van de 'Prot. 2 Orig'- en 'Prot. 2 Edit'-songfiles
Zorg ervoor dat de 'Prot. 2 Edit'-song wordt opgeslagen naar de map die de originele 'Prot. 2 Orig'-song bevat. Anders kan de 'Prot. 2 Edit'-song niet worden teruggespeeld. Als u een 'Prot. 2 Edit'-song verplaatst, moet u er ook voor zorgen dat u de originele 'Prot. 2 Orig'-song op hetzelfde moment verplaatst naar dezelfde locatie (map).
Files/mappen kopiëren (Copy & Paste)
Met deze handeling kunt u een le/map kopiëren en op een andere locatie (map) plakken.
1 Roep de display op met de file/map die u wilt kopiëren. 2 Druk op de knop [3
Onderaan in de display wordt het pop-upvenster weergegeven voor de kopieerhandeling.
††
††
] (COPY) om de file/map te kopiëren.
3 Druk bij de knoppen [A]–[J] op de knop die overeenkomt met de
gewenste file/map.
Druk nogmaals op dezelfde knop uit de groep [A]–[J] om uw selectie te annuleren.
Alle files/mappen selecteren
Druk op de knop [6 weergegeven in de huidige display (inclusief de overige pagina's). Druk nogmaals op de knop [6†] (ALL OFF) om de selectie te annuleren.
4 Druk op de knop [7
Druk op de knop [8†] (CANCEL) om de kopieerhandeling te annuleren.
5 Selecteer met de knoppen TAB [
CARD, enz.) waarnaar de file/map moet worden geplakt.
] (ALL) om alle les/mappen te selecteren die worden
] (OK) om de file-/mapselectie te bevestigen.
]/[®] de bestemmingstab (USER,
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
64
6 Druk op de knop [4
De gekopieerde en geplakte map/le verschijnt in de display op de betreffende positie in alfabetische volgorde tussen de les.
††
††
] (PASTE) om de file/map te plakken.
Page 65
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Files verplaatsen (Cut & Paste)
Met deze handeling kunt u een le knippen en op een andere locatie (map) plakken.
1 Roep de display op met de file die u wilt verplaatsen. 2 Druk op de knop [2
Het pop-upvenster voor de knipbewerking verschijnt onderin de display.
††
††
] (CUT) om de file te knippen.
3 Druk bij de knoppen [A]–[J] op de knop die overeenkomt met de
gewenste file.
Druk nogmaals op dezelfde knop uit de groep [A]–[J] om uw selectie te annuleren.
Alle files selecteren
Druk op de knop [6†] (ALL) om alle les te selecteren die worden weergegeven in de huidige display (inclusief de overige pagina's). Druk nogmaals op de knop [6†] (ALL OFF) om de selectie te annuleren.
4 Druk op de knop [7
Druk op de knop [8†] (CANCEL) om de kniphandeling te annuleren.
5 Selecteer met de knoppen TAB [
CARD, enz.) waarin de file moet worden geplakt.
6 Druk op de knop [4
De verplaatste en geplakte le verschijnt in de display op de betreffende positie in alfabetische volgorde tussen de les.
††
††
] (OK) om de file-selectie te bevestigen.
]/[®] de bestemmingstab (USER,
††
††
] (PASTE) om de file te plakken.
Basisbediening
Files/mappen wissen (Delete)
Met deze handeling kunt u een le/map wissen.
1 Roep de display op met de file/map die u wilt wissen. 2 Druk op de knop [5
Onderaan in de display wordt het pop-upvenster weergegeven voor de wishandeling.
††
††
] (DELETE).
3 Druk bij de knoppen [A]–[J] op de knop die overeenkomt met de
gewenste file/map.
Druk nogmaals op dezelfde knop uit de groep [A]–[J] om uw selectie te annuleren.
Alle files/mappen selecteren
Druk op de knop [6†] (ALL) om alle les/mappen te selecteren die worden weergegeven in de huidige display (inclusief de overige pagina's). Druk nogmaals op de knop [6†] (ALL OFF) om de selectie te annuleren.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
65
Page 66
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Alle data op een SmartMedia­kaart in één keer wissen
Door een SmartMedia-kaart te formatteren worden alle data op de kaart volledig verwijderd (pagina 62).
Basisbediening
4 Druk op de knop [7
Druk op de knop [8†] (CANCEL) om de wishandeling te annuleren.
] (OK) om de file-/mapselectie te bevestigen.
5 Volg de display-instructies op.
YES ........................De le/map wissen
YES ALL .................Alle geselecteerde files/mappen wissen
NO ........................De le/map ongewijzigd laten, zonder te wissen
CANCEL.................De wishandeling annuleren
De naam wijzigen van files/mappen (Rename)
Met deze handeling kunt u namen van les/mappen wijzigen.
1 Roep de display op met de file/map waarvan u de naam wilt wijzigen. 2 Druk op de knop [1
Onderaan in de display wordt het pop-upvenster weergegeven voor de naamwijzigingshandeling.
††
††
] (NAME).
3 Druk bij de knoppen [A]–[J] op de knop die overeenkomt met de
gewenste file/map.
4 Druk op de knop [7
Druk op de knop [8 annuleren.
††
††
] (OK) om de file-/mapselectie te bevestigen.
††
††
] (CANCEL) om de naamwijzigingshandeling te
5 Voer de naam (met tekens) van de geselecteerde file of map in
(pagina 68).
De map/le met de gewijzigde naam verschijnt in de display op de betreffende positie in alfabetische volgorde tussen de les.
Aangepaste iconen selecteren voor files (links van de filenaam weergegeven)
U kunt aangepaste iconen voor les selecteren (links van de lenaam weergegeven).
1–4 De handelingen zijn hetzelfde als hiervoor in het gedeelte
'De naam wijzigen van files/mappen (Rename)'.
5 Druk op de knop [1 6 Selecteer de icoon met de knoppen [A]–[J] of [3
De display ICON bevat verscheidene pagina's. Druk op de knop TAB [®]/[®] om de verschillende pagina's te selecteren. Druk op de knop [8†] (CANCEL) om de handeling te annuleren.
††
††
] (ICON) om de display ICON op te roepen.
††
ππππ††
]–[5
ππππ††
††
].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
66
7 Druk op de knop [8
ππ
ππ
] (OK) om de geselecteerde icoon toe te passen.
Page 67
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
Er k
Een nieuwe map maken
Met deze handeling kunt u nieuwe mappen creëren. Mappen kunnen naar wens worden gecreëerd, benoemd en georganiseerd, waardoor het makkelijker wordt uw originele data te vinden en te selecteren.
1 Roep de pagina op van de display voor de file-selectie waarvoor u een
nieuwe map wilt creëren.
2 Druk op de knop [7
roepen voor een nieuwe map.
††
††
] (FOLDER) om de naamgevingsdisplay op te
3 Voer de naam in van de nieuwe map (zie hieronder).
Tekensinvoeren
In de volgende instructies ziet u hoe u tekens kunt invoeren bij het benoemen van uw les/mappen en bij het invoeren van het Keyword (trefwoord) bij de functie Music Finder. De methode lijkt veel op die van het invoeren van namen en nummers bij een conventionele mobiele telefoon. Het invoeren van tekens hoort plaats te vinden in de hieronder getoonde display.
an geen nieuwe map worden
gemaakt in de tab PRESET.
Mapdirectories voor de USER­tabdisplay
In de USER-tabdisplay kunnen mapdirectories tot vier niveaus bevatten. Het maximale totale aantal les en mappen dat kan worden opgeslagen is 2960, maar dit kan verschillen afhankelijk van de lengte van de
lenamen. Het maximale aantal les/mappen dat in een map in
de USER-tab kan worden opgeslagen is 250.
Basisbediening
1 Wijzig de tekensoort door op de knop [1
• Als u een andere taal dan Japans als taal heeft geselecteerd (pagina 57), zijn de volgende verschillende tekensoorten beschikbaar:
CASE......................Alfabet (hoofdletters, halve grootte), nummers (halve
grootte), leestekens (halve grootte)
case.......................Alfabet (kleine letters, halve grootte), nummers
(halve grootte), leestekens (halve grootte)
• Als u Japans als taal selecteert (pagina 57), kunnen de volgende verschillende tekensoorten en -grootten worden ingevoerd:
(kana-kan) ...Hiragana en Kanji, leestekens (volledige grootte)
(kana) ............Katakana (normale grootte), leestekens (volledige
grootte)
(kana) ..............Katakana (halve grootte), leestekens (halve grootte)
A B C.....................Alfabet (hoofdletters en kleine letters, volledige
grootte), nummers (volledige grootte), leestekens (volledige grootte)
ABC.......................Alfabet (hoofdletters en kleine letters, halve grootte),
nummers (halve grootte), leestekens (halve grootte)
ππ
ππ
] te drukken.
2 Gebruik de knop [DATA ENTRY] om de cursor naar de gewenste
positie te verplaatsen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
67
Page 68
Basisdisplays (hoofddisplay en display voor file-selectie)
V
De volgende leestekens met halve grootte kunnen niet worden ingevoerd voor de naam van les/mappen: ¥ \ / : * ? " < > |
Basisbediening
oor tekens zonder speciale accenten (met uitzondering van kanakan en katakana op halve grootte), kunt u het accentoverzicht oproepen door op de knop [6†] te drukken, nadat u het teken heeft geselecteerd (maar voordat dit daadwerkelijk is ingevoerd).
3 Druk op de knoppen [2
met het teken dat u wilt invoeren.
Er is een aantal verschillende tekens toegewezen aan elke knop. Telkens wanneer u op de knop drukt, wordt dus een ander teken weergegeven.
• Tekens wissen
Verplaats de cursor naar het teken dat u wilt wissen door de knop [DATA ENTRY] te gebruiken en vervolgens op de knop [7†] (DELETE) te drukken. Als u alle tekens op de regel in één keer wilt wissen, houdt u de knop [7†] (DELETE) ingedrukt.
• Daadwerkelijke invoer van tekens
Verplaats de cursor of druk op een andere letterinvoerknop.
• De invoerhandeling voor tekens annuleren
Druk op de knop [8†] (CANCEL).
• Speciale leestekens invoeren (umlaut, accent, Japanse ' ' en ' ')
Selecteer een teken waaraan een accent moet worden toegevoegd en druk op de knop [6†], voordat u het teken daadwerkelijk invoert.
• Accenten invoeren
1 Druk op de knop [6†] om het accentoverzicht op te roepen, nadat u
het leesteken daadwerkelijk heeft ingevoerd door de cursor te verplaatsen.
2 Gebruik de knop [DATA ENTRY] om de cursor naar het gewenste
accent te verplaatsen en druk vervolgens op de knop [8π] (OK).
• Nummers invoeren
Selecteer eerst één van de volgende instellingen: 'A B C' (alfabet op volledige grootte), 'ABC' 'CASE' (alfabet in hoofdletters op halve grootte) en 'case' (alfabet in kleine letters op halve grootte). Druk vervolgens op de betreffende knop van de knoppen [2 en houd deze even ingedrukt, of druk er herhaaldelijk op tot het gewenste nummer is geselecteerd.
• Omzetten naar Kanji (Japanse taal)
Als de ingevoerde 'hiragana'-tekens diapositief worden getoond, drukt u één of meerdere keren op de knop [ENTER] om de tekens om te zetten naar de juiste kanji. Druk op de knop [8 teken in, om de wijziging daadwerkelijk in te voeren.
††
ππππ††
]–[6
††
ππππ††
] en [7
ππ
ππ
], in overeenstemming
π†
]–[5
π†
], [6π] en [7π]
π
] (OK) of voer het volgende
Als de ingevoerde 'hiragana'-tekens diapositief worden getoond (gemarkeerd):
• De tekens opnieuw omzetten naar andere kanji
Druk op de knop [ENTER].
• Het diapositieve gebied veranderen
Gebruik de knop [DATA ENTRY].
• De omgezette kanji terugveranderen naar 'hiragana'
Druk op de knop [7†] (DELETE).
• Het diapositieve gebied in één keer wissen
Druk op de knop [8†] (CANCEL).
• De 'hiragana' zelf invoeren (zonder deze om te zetten)
Druk op de knop [8π] (OK).
4 Druk op de knop [8
ππ
ππ
] (OK) om de nieuwe naam daadwerkelijk in te
voeren en terug te keren naar de voorgaande display.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
68
Page 69

De fabrieksgeprogrammeerde instellingen herstellen

De fabrieksgeprogrammeerde instellingen herstellen

Het fabrieksgeprogrammeerde systeem herstellen

Zet de knop [POWER] op ON, terwijl u de toets c7 (de meest rechtse toets op het toetsenbord) ingedrukt houdt. Deze handeling heeft hetzelfde resultaat als, en is een kortere manier voor, de herstelhandeling van System Setup die in stap 2 van het volgende gedeelte wordt uitgelegd.
De handeling voor het herstellen van de fabrieksgeprogram­meerde instellingen heeft geen invloed op de internetinstellin­gen. Zie pagina 182 om de internetinstellingen opnieuw in te stellen.

De fabrieksgeprogrammeerde instellingen afzonderlijk per item herstellen

1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB[®] SYSTEM RESET
2 Selecteer items door op de knoppen [1
SYSTEM SETUP Hiermee worden de System Setup-parameters teruggezet naar de
originele fabrieksinstellingen. Zie de afzonderlijke Data List voor details over welke parameters behoren tot System Setup.
MIDI SETUP Hiermee worden de MIDI-instellingen, inclusief de MIDI-
sjablonen in de USER-tabdisplay, teruggezet naar de originele fabrieksstatus.
USER EFFECT Zet de User Effect-instellingen, inclusief de user effecttypes, user
master EQ types, user master compressortypes en user vocal harmonytypes die zijn gecreëerd via de display Mixing Console, terug naar de originele fabrieksinstellingen.
MUSIC FINDER Hiermee worden de Music Finder-data (alle records) teruggezet
naar de originele fabrieksinstellingen.
FILES&FOLDERS Hiermee worden alle files en mappen gewist die in de USER-
tabdisplay zijn opgeslagen.
REGIST Hiermee worden de huidige REGISTRATION MEMORY-
instellingen van de geselecteerde bank tijdelijk gewist. Hetzelfde kan worden gedaan door de knop [POWER] op ON te zetten, terwijl u de toets B6 (de meest rechtse B-toets op het toetsenbord) ingedrukt houdt.
††
ππππ††
]–[3
††
ππππ††
] te drukken.
Basisbediening
LET OP
Met deze handeling worden al uw originele data voor het respectieve item (MIDI SETUP, USER EFFECT, MUSIC FINDER en FILES&FOLDERS) gewist.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
4
12
2
3
45
3
6
7
8
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
69
Page 70
De fabrieksgeprogrammeerde instellingen herstellen
3 Plaats een vinkje in het vak van het item dat moet worden teruggezet
naar de fabrieksgeprogrammeerde instellingen door op de knop
††
[4
ππππ††
] te drukken.
4 Druk op de knop [D] om de Factory Reset-handeling uit te voeren
voor alle afgevinkte items.
Uw originele instellingen opslaan en terugroepen als een enkele file
Voor de onderstaande items kunt u uw originele instellingen opslaan als een enkele le, zodat u ze later kunt terugroepen.
1 Breng alle gewenste instellingen aan op het instrument.
Basisbediening
2 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB[®] SYSTEM RESET
3 Druk op één van de knoppen [F]–[I] om de relevante display op te
roepen voor het opslaan van uw data.
SYSTEM SETUP Parameters die in de verschillende displays zijn ingesteld, zoals
de display [FUNCTION] UTILITY en de display voor microfooninstelling worden als een enkele System Setup-le behandeld. Zie de afzonderlijke Data List voor details over welke parameters behoren tot System Setup.
MIDI SETUP De MIDI-instellingen, inclusief de MIDI-sjablonen op de USER-
tabdisplay, worden als een enkele le behandeld.
USER EFFECT De User Effectinstellingen, inclusief de user effecttypes, user
master EQ types, user master compressortypes en user vocal harmony types die zijn gecreëerd via de displays van de Mixing Console, worden behandeld als een enkele le.
MUSIC FINDER Alle vooraf ingestelde en gecreëerde records van de Music
Finder worden als een enkele le behandeld.
4 Selecteer één van de tabs (met uitzondering van de tab PRESET) door
op de knoppen TAB [√][®] te drukken.
Merk op dat de le in de tabdisplay PRESET de le is van de fabrieksgeprogrammeerde instellingen. Als u deze selecteert, zullen de fabrieksgeprogrammeerde instellingen voor het respectieve item worden teruggeplaatst. (Dit heeft hetzelfde resultaat als bij pagina 69 'De fabrieksgeprogrammeerde instellingen afzonderlijk per item herstellen'.)
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
70
5 Sla de file op (pagina 63). 6 Als u de file wilt terugroepen, selecteert u de tab en pagina waarnaar
u de file heeft opgeslagen (dezelfde tab en pagina als de tab en pagina die zijn opgegeven in stap 4) en drukt u op de desbetreffende knop uit de groep [A]–[J].
Page 71

Databack-up

Databack-up
Voor de maximale veiligstelling van data beveelt Yamaha u aan belangrijke data te kopiëren of op te slaan naar afzonderlijke opslagmedia, zoals een SmartMedia-kaart of USB-opslagapparaat. Zo is er nog een handige back-up als het interne geheugen is beschadigd.
Data die kunnen worden opgeslagen
1 Song*, stijl, Registration Memory-bank en voice
2 Music Finder-record, effect**, MIDI-sjabloon en
systeem-le
* Beveiligde songs (les met de indicatie 'Prot.1/
Prot.2' links boven de lenaam) kunnen niet worden opgeslagen. Songs met de indicatie 'Prot.2' kunnen echter worden verplaatst (Cut & Paste-handeling) naar een SmartMedia-kaart met ID. Songs met de indicatie 'Prot.1' kunnen niet worden verplaatst naar externe media.
**De volgende data behoren tot effectdata:
- Bewerkte of opgeslagen data in de Mixing Console 'EFFECT/EQ/CMP'
- Bewerkte of opgeslagen data van het Vocal Harmony-type.
De back-upprocedure is verschillend voor de datatypen in 1 en 2 hierboven.

Back-upprocedure

Song, stijl, Registration Memory-bank en voicedata
4 Druk op de knop [3
map te kopiëren.
Onderaan in de display wordt het pop­upvenster weergegeven voor de kopieerhandeling.
5 Druk op de knop [6
mappen te selecteren die worden aangegeven in de huidige display en op alle overige pagina's.
Druk nogmaals op de knop [6 om de selectie te annuleren.
6 Druk op de knop [7
mapselectie te bevestigen.
Druk op de knop [8†] (CANCEL) om de kopieerhandeling te annuleren.
††
††
] (COPY) om de file/
††
††
] (ALL) om alle files/
††
††
] (OK) om de file-/
7 Selecteer met de knoppen TAB [
bestemmingstab (CARD of USB) waarnaar de file/map moet worden gekopieerd.
8 Druk op de knop [4
map te plakken.
Als er een bericht verschijnt met de mededeling dat de data niet kunnen worden gekopieerd
Bij de gekopieerde les bevinden zich tevens beveiligde songs ('Prot. 1/Prot.2' wordt linksboven aan de zijkant van de le­namen aangegeven). Deze beveiligde songs kunnen niet worden gekopieerd. Songs met de indicatie 'Prot.2' kunnen echter worden verplaatst (Cut & Paste-handeling) naar een SmartMedia-kaart met ID.
††
††
] (PASTE) om de file/
] (ALL OFF)
]/[®] de
Basisbediening
1 Plaats/sluit de back-upmedia aan
(bestemming), zoals een SmartMedia­kaart of USB-opslagapparaat.
2 Roep de display op met de te kopiëren
file.
Song:
Druk op de knop [SONG SELECT].
Stijl:
Druk op de knop [STYLE SELECT].
Registration Memory-bank:
Druk op de knop [REGIST. BANK].
Voice:
Druk op één van de VOICE-knoppen.
3 Selecteer de tab USER met de knoppen
TAB [√]/[®].
Music Finder-record-, Effect-, MIDI­sjabloon- en systeemdata
1 Plaats/sluit de back-upmedia aan
(bestemming), zoals een SmartMedia­kaart of USB-opslagapparaat.
2 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [I] UTILITY TAB [√]/[®] SYSTEM RESET
3 Druk op één van de knoppen [F]–[I] om de
relevante display op te roepen voor het opslaan van uw data.
4 Selecteer met de knoppen TAB [
geschikte tab (CARD of USB) waarnaar u de data wilt wegschrijven.
]/[®] de
5 Sla uw data op (pagina 63).
CVP-309 Gebruikershandleiding
71
Page 72

Voices gebruiken, creëren en bewerken

Verwijzingen naar bladzijden van de Beknopte handleiding
Voices gebruiken......................................................................... pagina 28
De pianovoice bespelen....................................................... pagina 28
Verschillende voices gebruiken ............................................ pagina 31

Voicekarakteristieken

Het voicetype met de bepalende karakteristieken worden aangegeven boven de naam van de vooraf ingestelde voice.
Naslaginformatie
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Comptabiliteit van Mega­voices
Mega-voices zijn uniek voor de Clavinova en zijn niet compatibel met andere modellen. Alle songs en stijlen die u heeft gecreëerd op de Clavinova met de Mega-voices zullen niet goed klinken als deze worden gebruikt op andere instrumenten.
Natural! Deze rijke en overdadige voices zijn meestal samengesteld uit
toetsinstrumentgeluiden en zijn vooral bedoeld voor pianospel en andere toetspartijen. Ze maken ook volledig gebruik van Yamaha’s geavanceerde sampletechnologie zoals stereosampling, dynamische sampling, sustainsampling en Toets-los-sampling.
Live! Deze akoestische instrumentgeluiden zijn in stereo gesampled, om een echt
authentiek, vol geluid voort te brengen, vol sfeer en ambiance.
Cool! Deze voices bevatten de dynamische motieven en subtiele nuances van
elektrische instrumenten. Dit wordt mogelijk gemaakt door een kolossale hoeveelheid geheugen en zeer geavanceerd programmeerwerk.
Sweet! Deze akoestische instrumentgeluiden profiteren ook van de geavanceerde
technologie van Yamaha. Daarnaast beschikken deze over een geluid dat zo precies gedetailleerd en natuurlijk is, dat u zou zweren dat u de echte instrumenten bespeelt!
Drums Verscheidene drum- en percussiegeluiden zijn aan afzonderlijke toetsen
toegewezen, waardoor u deze via het toetsenbord kunt bespelen.
SFX Verscheidene speciale effectgeluiden zijn aan afzonderlijke toetsen
toegewezen, waardoor u de geluiden via het toetsenbord kunt bespelen.
Organ Flutes! Met behulp van deze authentieke orgelvoice kunt u Sound Creator gebruiken
om de verscheidene voetmaten aan te passen en zo uw eigen originele orgelgeluiden te vervaardigen. Zie pagina 97 voor details.
Mega Voice De Mega Voices zijn niet bedoeld om te worden bespeeld vanaf het
toetsenbord. Zij zijn in de eerste plaats ontworpen voor gebruik met opgenomen MIDI-sequencedata (zoals songs en stijlen). Enkele gitaar- en basvoices in het bijzonder zijn gecreëerd als Mega-voices voor de Clavinova. Deze zijn makkelijk te onderscheiden van de normale voices door de bijbehorende iconen in de selectiedisplay Voice. Een van de meest opvallende kenmerken van Mega Voices is het gebruik van aanslagomschakeling. Normale voices gebruiken ook aanslagomschakeling om de geluidskwaliteit en/of het niveau van een voice overeen te laten komen met hoe sterk of zacht u speelt. Dit zorgt ervoor dat de Clavinova-voices authentiek en natuurlijk klinken. Bij Mega Voices heeft echter elk aanslagbereik (de mate van speelsterkte) een compleet ander geluid. Een Mega-gitaarvoice bevat bijvoorbeeld de geluiden van verscheidene speeltechnieken. Bij conventionele instrumenten zouden verschillende voices, waarbij deze geluiden zijn ondergebracht, moeten worden opgeroepen via MIDI en in combinatie moeten worden afgespeeld om het gewenste effect te bereiken. Met Mega Voices kan nu een overtuigende gitaarpartij worden gespeeld met slechts één enkele voice, door specifieke aanslagwaarden te gebruiken om de gewenste geluiden te verkrijgen. Vanwege het complexe karakter van deze voices en de nauwkeurige aanslagsnelheden die nodig zijn om de geluiden af te spelen, zijn ze niet bedoeld om gespeeld te worden via het toetsenbord. Ze zijn echter erg bruikbaar en handig bij het creëren van MIDI-data, vooral als u wilt vermijden dat u verscheidene voices moet gebruiken voor slechts één instrumentpartij.
Live!Drums Dit zijn hoge kwaliteit drumgeluiden die optimaal profijt trekken van Stereo
Sampling en Dynamische Sampling.
Live!SFX Dit zijn hoge kwaliteit Latin percussiegeluiden die optimaal projt trekken
van Stereo Sampling en Dynamische Sampling. Ze voorzien in een breder en veelzijdiger bereik aan Latin percussie dan de normale drumvoices.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
72
Page 73

Verschillende voices tegelijkertijd gebruiken

Verschillende voices tegelijkertijd gebruiken
Het toetsenbord van de Clavinova beschikt over verscheidene functies en speelhulpen die gewoon niet beschikbaar zijn op een akoestisch instrument. U kunt verschillende voices samen op een laag gebruiken, of u kunt één voice met de linkerhand spelen terwijl u een andere voice (of zelfs twee gelaagde voices) met de rechterhand speelt.

Toetsenbordgedeelten (Rechts 1, Rechts 2, Links)

Voices kunnen afzonderlijk worden toegewezen aan de verschillende toetsenbordgedeelten: Rechts 1, Rechts 2 en Links. Deze gedeelten kunnen worden gecombineerd met de knoppen PART ON/OFF om een vol ensemblegeluid te bereiken.
Combinaties van toetsenbordgedeelten
Een enkele voice bespelen (part Rechts 1)
U kunt een enkele voice gebruiken voor het gehele toetsenbordbereik. Dit komt van pas bij het normale spel bijvoorbeeld wanneer u de pianovoice gebruikt.
Gedeelte Rechts 1
Naslaginformatie
Voices gebruiken, creëren en bewerken
De volumebalans tussen de gedeelten aanpassen
U past de volumebalans tussen de gedeelten aan in de display BALANCE (pagina 39).
Twee voices gelijktijdig spelen (gedeelten Rechts 1 en 2)
U kunt een melodisch duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren.
Gedeelte Rechts 2 Gedeelte Rechts 1
Zie pagina 74 voor informatie over het selecteren van voices voor het gedeelte Rechts 2.
Verschillende voices spelen met de linker- en rechterhand (gedeelten Rechts 1 en Links)
U kunt verschillende voices met de linker- en rechterhand spelen. Zo kunt u bijvoorbeeld de bas-voice spelen met de linkerhand en de piano-voice met de rechterhand. Het toetsenbordlampje licht op bij het splitpunt van het toetsenbord.
Gedeelte Links
Zie pagina 75 voor informatie over het selecteren van voices voor het gedeelte Links.
Drie verschillende voices spelen met de linker- en rechterhand (gedeelten Rechts 1, 2 en Links)
U kunt deze drie gedeelten combineren voor een vol ensemblegeluid.
Gedeelte Rechts 1
Het splitpunt (de grens tussen het rechter- en linkerhandbereik) opgeven.
Zie pagina 104.
Gedeelte Links
Gedeelte Rechts 2 Gedeelte Rechts 1
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
73
Page 74
Verschillende voices tegelijkertijd gebruiken

Twee voices gelijktijdig spelen (gedeelten Rechts 1 en 2)

U kunt twee voices gelijktijdig spelen met de gedeelten Rechts 1 en 2.
1 Zorg dat de knop PART ON/OFF [RIGHT 1] is ingeschakeld.
Voor het geselecteerde gedeelte wordt de markering √ rechts naast de naam van de voice weergegeven in de hoofddisplay.
Snel voices selecteren voor de gedeelten Rechts 1 en 2
U kunt de voices voor de gedeelten Rechts 1 en 2 snel selecteren met de Voice­knoppen. Houd een Voice-knop ingedrukt en druk vervolgens op een andere Voice-knop. De voice van de knop die als eerste is ingedrukt, wordt automatisch ingesteld voor het gedeelte Rechts 1. De voice van de knop die als tweede is ingedrukt, wordt automatisch ingesteld voor het gedeelte Rechts 2.
2 Druk op de knop PART ON/OFF [RIGHT 2] om deze in te schakelen.
3 Druk op een van de VOICE-knoppen om de display voor het
selecteren van de voice op te roepen voor het gedeelte Rechts 2.
4 Druk op de knop TAB [
ORGAN FLUTES
] om de display PRESET te selecteren.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Het gedeelte Rechts 2 in- of uitschakelen met een pedaal
U kunt een pedaal gebruiken om het gedeelte Rechts 2 in of uit te schakelen (wanneer het gedeelte Rechts 2 juist is toegewezen; pagina 186). Dit komt van pas als u het gedeelte Rechts 2 in en uit wilt schakelen terwijl u speelt.
4
5
A
B
C
D
E
12
3
5
4
7
6
8
F
5
G
H
I
J
5 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een voice te selecteren. 6 Bespeel het toetsenbord. 7 Druk nogmaals op de knop PART ON/OFF [RIGHT 2] om deze uit te
schakelen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
74
Page 75
Verschillende voices tegelijkertijd gebruiken

Verschillende voices spelen met de linker- en rechterhand (gedeelten Rechts 1 en Links)

U kunt verschillende voices spelen met de linker- en rechterhand (gedeelten Rechts 1 en Links)
1 Zorg dat de knop PART ON/OFF [RIGHT 1] is ingeschakeld. 2 Druk op de knop PART ON/OFF [LEFT] om deze in te schakelen.
3 Druk op een van de VOICE-knoppen om de display voor het
selecteren van de voice op te roepen voor het gedeelte Links.
ORGAN FLUTES
4 Druk op de knop TAB [
A
B
5
C
D
E
] om de display PRESET te selecteren.
F
G
H
I
J
Voor het geselecteerde gedeelte wordt de markering √ rechts naast de naam van de voice weergegeven in de hoofddisplay.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
4 5
12
3
5
4
7
6
8
5 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om een voice te selecteren. 6 Bespeel het toetsenbord. 7 Druk nogmaals op de knop PART ON/OFF [LEFT] om deze uit te
schakelen.
Het gedeelte Links in- of uitschakelen met een pedaal
U kunt een pedaal gebruiken om het gedeelte Links in of uit te schakelen (wanneer het gedeelte Links juist is toegewezen; pagina 186). Dit komt van pas als u het gedeelte Links in en uit wilt schakelen terwijl u speelt.
Het splitpunt (de grens tussen het rechter- en linkerhandbereik) opgeven.
Zie pagina 104.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
75
Page 76

Het akoestische realisme van het geluid verbeteren (iAFC)

iAFC kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt.
(CVP-309 vleugelmodel)
Als de klep dicht is of open met de korte steun.
Als de Speaker-instelling
'Headphone SW' is (pagina 17) en er een hoofdtelefoon is aangesloten.
Als de Speaker-instelling
'Off' is.
Als u iAFC gebruikt, blokkeer dan niet of dek dan niet de luidspreker af, die zich aan de onderkant van het toetsenbord (CVP-309 vleugelmodel) of het achterpaneel (CVP-309/307) van de Clavinova bevindt. Het optimale iAFC-effect kan niet worden verkregen als deze luidspreker wordt geblokkeerd.
iAFC maakt gebruik van Yamaha EMR-technologie (Elektronic Microphone Rotator) om te zorgen voor zekerheid tegen akoestisch rondzingen.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Het akoestische realisme van het geluid verbeteren (iAFC)
Als iAFC is geactiveerd (de standaardinstelling is ON), zal de Clavinova dieper en met meer resonantie klinken, net als bij akoestische muziekinstrumenten. Geluiden die worden opgepikt door een microfoon en geluiden die intern door de Clavinova worden geproduceerd, worden verwerkt en uitgevoerd via de achterluidspreker om het akoestische realisme van het geluid te verbeteren. De iAFC-verwerking is het effectiefst bij de vleugelvoice (die wordt geselecteerd door op de knop PIANO te drukken).
De iAFC van het vleugelmodel van de CVP-309 aanzetten.
Open de klep met de lange steun in de binnenste uitsparing om de iAFC aan te zetten. Als de klep dicht is of op de korte steun rust, zal de iAFC niet aan gaan.

Het type en de diepte van de iAFC aanpassen

Dit gedeelte beschrijft hoe u verscheidene iAFC instellingen kunt aanpassen, zoals het selecteren van het iAFC type en het aanpassen van de diepte. Er zijn drie typen iAFC, zoals hieronder wordt aangegeven. Selecteer het gewenste type: podiumambiancesimulatie of akoestische pianosimulatie Elk type bestaat uit drie subtypen. De diepte kan ook voor elk type worden ingesteld.
1 Druk op de knop [iAFC SETTING] om de bedieningsdisplay op
te roepen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
76
1
1
2
4
3
5
6
32
2 Druk op één van de knoppen [2
††
ππππ††
]–[4
selecteren.
Als u 'NATURAL SOUND BOARD' of 'SPATIAL ENSEMBLE' selecteert, zorg er dan voor dat u de kalibreringshandeling uitvoert (pagina 77).
• DYNAMIC DAMPER-effect
Dit simuleert het sustain-geluid dat zich voordoet als u op het demperpedaal van een vleugel trapt. De microfoon wordt niet gebruikt, maar het geluid dat in de Clavinova wordt geproduceerd, wordt verwerkt om een ruimtelijke beleving te creëren.
††
ππππ††
] om het type iAFC te
8
7
4
Page 77
Het akoestische realisme van het geluid verbeteren (iAFC)
• NATURAL SOUND BOARD
Dit creëert de resonantie en versterkt het akoestische realisme van het geluid, dat karakteristiek is voor akoestische instrumenten. Als dit wordt gebruikt bij een vleugelgeluid, produceert dit een nog natuurlijker klinkende vleugel. Het geluid van het instrument zelf wordt opgevangen door een microfoon, en verwerkt om een virtuele klankkast te creëren.
• SPATIAL ENSEMBLE-effect
Dit laat u de ambiance en nagalm beleven die karakteristiek zijn voor het optreden op een podium. Ambiance en nagalm worden ook toegevoegd aan het spel van de musici die met u meespelen, waardoor u de sensatie kunt proeven van het samen op een podium spelen. Het geluid van het instrument zelf en het geluid van zingen en andere instrumenten die in de buurt worden bespeeld, worden opgevangen door een microfoon, en verwerkt om de ruimtelijke karakteristieken van samen op een podium spelen te simuleren.
3 Druk op de knop [5
††
ππππ††
]–[7
††
ππππ††
] om de instelling iAFC (subtype) te
selecteren.
4 Druk op de knop [8
††
ππππ††
] om de diepte van de iAFC aan te passen.

De iAFC-instellingen kalibreren

Dit past automatisch de gevoeligheid en reactie van de iAFC aan, zodat het optimale iAFC effect zal worden verkregen. Zorg ervoor deze handeling uit te voeren als u 'NATURAL SOUND BOARD' of 'SPATIAL ENSEMBLE' selecteert.
1 Druk op de knop [F] (MIC CALIBRATION) in de bedieningsdisplay
iAFC (pagina 76) om de display Calibration op te roepen.
2 Druk op de knop [G] (CALIBRATION START) om het kalibreren te
starten.
Als het kalibreren begint, zal er vier keer een vrij luide klavecimbelnoot klinken met een vaste interval. Het kalibreren zal na ongeveer twee-en-een­halve minuut klaar zijn.
Als het iAFC-effect zwak of onhoorbaar is:
Als het lijkt alsof iAFC geen effect heeft als er songs of stijlen worden afgespeeld, zet u de iAFC-eigenschap uit.
1 Druk op de knop [iAFC SETTING] om de bedieningsdisplay op te
roepen.
2 Druk op de knop [1
††
††
] om iAFC uit te zetten.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Opmerking over het kalibreren gebruiken
Maak geen geluid in de nabijheid van de Clavinova, terwijl het automatische kalibreren wordt uitgevoerd. Als er vreemde geluiden in de nabijheid van de Clavinova worden gemaakt tijdens het kalibreren, kan het kalibreren worden afgebroken, en zullen de instellingen naar hun standaardwaarden worden teruggezet. Als dit gebeurt, zou u het kalibreren nogmaals uit moeten voeren.
1
2
1
2
4
3
5
6
8
7
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
77
Page 78

Toonhoogte wijzigen

Toonhoogte wijzigen

Transponeren

U kunt de toonhoogte van het toetsenbord omhoog of omlaag transponeren (in halve tonen).
• Transponeren tijdens het spel
De gewenste transponering van het totaalgeluid van het instrument kan eenvoudig worden ingesteld door te drukken op de knoppen TRANSPOSE [–]/[+].
• Transponeren vóór het spel
U wijzigt de transponeringsinstellingen in de display MIXING CONSOLE (mengpaneel). U kunt de transponering respectievelijk instellen voor de toonhoogte van het toetsenbord (KBD), voor het afspelen van songs (SONG) of voor het totaalgeluid van het instrument (MASTER).
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[MIXING CONSOLE] TAB [√][®] TUNE
2 Stel de transponering in met de knoppen [1
††
ππππ††
]–[3
††
ππππ††
].
Houd er rekening mee dat de functie Tune geen invloed heeft op de voices Drum Kit en
Voices gebruiken, creëren en bewerken
SFX Kit.
Hz (Hertz):
Deze eenheid heeft betrekking op de frequentie van geluid en geeft het aantal trillingen van een geluidsgolf per seconde aan.

Fijnafstemming van de toonhoogte van het hele instrument

De toonhoogte van het hele instrument kan nauwkeurig worden afgestemd. Dit is handig wanneer u de Clavinova samen met andere instrumenten of met muziek van een cd bespeelt.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [A] MASTER TUNE/SCALE TUNE TAB [√] MASTER TUNE
2 Stel de stemming in met de knoppen [4
Druk tegelijk op de knoppen [π] en [†] naast 4 of 5 om de waarde terug te zetten naar de fabrieksinstelling van 440,0 Hz.
††
ππππ††
]/[5
††
ππππ††
].

Afstemmen met toonschalen

U kunt verschillende toonschalen selecteren voor het inspelen van aangepaste stemmingen voor bepaalde historische tijdperken of muziekgenres.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [A] MASTER TUNE/SCALE TUNE TAB [®] SCALE TUNE
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
78
2 Selecteer het gewenste gedeelte waarvoor u de toonschaal wilt
instellen met de knoppen [6
Plaats een vinkje in het vak door op de knop [8π] te drukken.
††
ππππ††
]/[7
††
ππππ††
].
3 Selecteer de gewenste toonschaal met de knoppen [A]/[B].
De stemming van elke noot voor de momenteel geselecteerde toonschaal wordt aangegeven in de toetsenbordillustratie rechtsboven in de display.
Page 79
4 Wijzig de volgende instellingen, wanneer dit nodig is.
• De afzonderlijke noten van het toetsenbord stemmen (TUNE)
1 Druk op de knop [3
stemmen.
2 Stel de stemming in in cents met de knoppen [4
• Instelling waarmee de grondtoon wordt bepaald voor elke toonschaal.
Druk op de knop [2
π†
Als de grondtoon wordt gewijzigd, wordt de toonhoogte van het toetsenbord getransponeerd. De oorspronkelijke toonhoogterelatie tussen de noten blijft echter gehandhaafd.
Vooraf ingestelde typen toonschalen
EQUAL TEMPERAMENT
PURE MAJOR PURE MINOR
PYTHAGOREAN Deze stemming is uitgevonden door de beroemde Griekse losoof en
MEAN-TONE Deze stemming is gecreëerd als een verbetering van de Pythagoreaanse
WERCKMEISTER KIRNBERGER
ARABIC Gebruik deze stemmingen bij het spelen van Arabische muziek.
Het toonhoogtebereik van elk octaaf is gelijk onderverdeeld in twaalf delen, waarbij de toonhoogte tussen elke halve toon gelijkmatig is verdeeld. Dit is de meestgebruikte stemming in de hedendaagse muziek.
Deze stemmingen houden de zuivere wiskundige intervallen van elke toonschaal in stand, vooral voor drieklanken (grondtoon, terts, kwint). U kunt dit het beste horen bij daadwerkelijke vocale harmonieën, zoals bij koren en a capella zang.
wordt samengesteld door een serie reine kwinten, die zijn samengebracht in een enkel octaaf. De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor bepaalde solo's.
stemming, door het majeur tertsinterval meer 'in stemming' te brengen. Deze stemming was vooral populair van de 16e tot de 18e eeuw. Händel, onder andere, gebruikte deze stemming.
Deze samengestelde stemming combineert de systemen van Werckmeister en Kirnberger, die op zich verbeteringen van de middentoon- en Pythagoreaanse stemmingen waren. De belangrijkste eigenschap van deze stemming is dat elke toets zijn eigen unieke karakter heeft. De stemming werd op grote schaal gebruikt in de tijd van Bach en Beethoven, en wordt zelfs nu nog vaak gebruikt als er muziek uit een bepaald tijdperk wordt gespeeld op een klavecimbel.
††
ππππ††
] om de toon te selecteren voor het
] om de grondtoon te selecteren.
††
ππππ††
]/[5
ππππ††
††
Toonhoogte wijzigen
Cent:
].
In de muziekterminologie is een 'cent' 1/100ste van een halve toon. (100 cents komt overeen met één halve toon.)
De gewenste toonschaal onmiddellijk oproepen
Registreer de gewenste toonschaal in het Registration Memory. Let er bij het registreren op dat er een vinkje is geplaatst bij het item SCALE (pagina 125).
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Stemwaarden voor voorgeprogrammeerde stemmingen (grondtoon: C) (in cents)
EQUAL TEM­PERAMENT
PURE MAJOR
PURE MINOR
PYTHAGOREAN
MEAN-TONE
WERCKMEISTER
KIRNBERGER
ARABIC 1
ARABIC 2
* In de display wordt de afgeronde waarde weergegeven.
CC####DEbbbbEFF####GAbbbbABbbbbB
0 00000000000
0 -29,7 3,9 15,6 -14,1 -2,3 -9,4 2,3 -27,3 -15,6 18,0 -11,7
0 33,6 3,9 15,6 -14,1 -2,3 31,3 2,3 14,1 -15,6 18,0 -11,7
0 14,1 3,9 -6,3 7,8 -2,3 11,7 2,3 15,6 6,3 -3,9 10,2
0 -24,2 -7,0 10,2 -14,1 3,1 -20,3 -3,1 -27,3 -10,2 7,0 -17,2
0 -10,2 -7,8 -6,3 -10,2 -2,3 -11,7 -3,9 -7,8 -11,7 -3,9 -7,8
0 -10,2 -7,0 -6,3 -14,1 -2,3 -10,2 -3,1 -7,8 -10,2 -3,9 -11,7
0 0 -50,0 0 0 0 0 0 0 -50,0 0 0
0 0 0 0 -50,0 0 0 0 0 0 0 -50,0
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
79
Page 80

Effecten toevoegen aan voices die op het toetsenbord worden gespeeld

Effecten toevoegen aan voices die op het toetsenbord worden gespeeld
De CVP heeft een geavanceerd multi-processoreffectsysteem dat een buitengewone diepte en expressie aan uw klank kan toevoegen.
1 Selecteer het gewenste gedeelte waarvoor u effecten wilt toevoegen
door op een van de PART SELECT-knoppen te drukken.
2 Druk op de knop [VOICE EFFECT] om de display VOICE EFFECT op
te roepen.
12
U kunt een pedaal gebruiken om de Harmony/Echo-effecten in en uit te schakelen (pagina 186).
Portamento:
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Portamento is een functie die een geleidelijke overgang in toonhoogte creëert van de noot die het eerst wordt gespeeld op het toetsenbord naar de volgende. De portamento-tijd (de overgangstijd voor de toonhoogte) kan worden ingesteld via de display MIXING CONSOLE (pagina 84).
DSP:
Staat voor Digital Signal Processor (of Processing). DSP wijzigt en verbetert het audiosignaal in het digitale gebied waardoor een grote verscheidenheid aan effecten wordt bereikt.
3 Gebruik de knoppen onderaan in de display om effecten toe te
passen op de voices.
Effectparameters
HARMONY/ECHO De Harmony/Echo-typen worden toegepast op de voices voor de
MONO/POLY Hiermee wordt bepaald of de voice van het gedeelte monofoon (één
DSP/DSP VARIATION
Het Harmony/Echo-type selecteren
U kunt het gewenste Harmony/Echo-effect selecteren uit een grote verscheidenheid aan typen. U maakt het hier geselecteerde type actief door HARMONY/ECHO in te stellen op On in de display die hiervoor bij stap 2 wordt weergegeven.
rechterhand (pagina 81).
noot tegelijk) of polyfoon bespeeld kan worden. Door de MONO­modus te gebruiken kunt u enkelvoudige sologeluiden (zoals koperen blaasinstrumenten) realistischer spelen. Daarnaast kunt u er expressief het Portamento-effect mee regelen (afhankelijk van de geselecteerde voice) door legato te spelen.
Met de in de Clavinova ingebouwde digitale effecten, kunt u op verschillende manieren ambiance en diepte aan uw muziek toevoegen (zoals het toevoegen van reverb, dat uw geluid zo maakt alsof u in een concertzaal speelt).
Met de schakeloptie DSP wordt het DSP-effect (Digital Signal Processor) in- of uitgeschakeld voor het momenteel geselecteerde toetsenbordgedeelte.
De schakeloptie DSP Variation wordt gebruikt om andere variaties te kiezen van het DSP-effect. U zou dit kunnen gebruiken terwijl u speelt, om bijvoorbeeld de draaisnelheid (slow/fast=langzaam/snel) van het Rotary Speaker-effect te veranderen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
80
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [F] HARMONY/ECHO
2 Selecteer het Harmony/Echo-type met de knoppen [1
††
ππππ††
]–[3
††
ππππ††
(pagina 81).
3 Selecteer verschillende Harmony/Echo-instellingen met de knoppen
††
[4
ππππ††
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het Harmony/Echo-type.
]–[8
††
ππππ††
] (pagina 82).
]
Page 81
Effecten toevoegen aan voices die op het toetsenbord worden gespeeld
Harmony/Echo-typen
De Harmony/Echo-typen zijn onderverdeeld in de volgende groepen, afhankelijk van het specieke effect dat wordt toegepast.
Harmony-typen
Met deze typen wordt het Harmony-effect toegepast op noten die worden gespeeld in het rechterhandgedeelte van het toetsenbord, volgens het akkoord dat wordt opgegeven in het linkerhandgedeelte van het toetsenbord. (Hierbij moet worden opgemerkt dat de instellingen '1+5' en 'Octave' niet worden beïnvloed door het akkoord.)
Type Multi Assign
Dit type past een speciaal effect toe op akkoorden die worden gespeeld in het rechterhandgedeelte van het toetsenbord.
Echotypen
Met deze typen worden echo­effecten toegepast op noten die worden gespeeld in het rechterhandge deelte van het toetsenbord, in de maat met het momenteel ingestelde tempo.
Harmony-typen
Als één van de Harmony-typen is geselecteerd, wordt het Harmony-effect toegepast op noten die worden gespeeld in het rechterhandgedeelte van het toetsenbord, volgens het type dat hiervoor is geselecteerd en het akkoord dat is opgegeven in het akkoordgedeelte van het hierna getoonde toetsenbord.
Splitpunt
Splitpunt
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Het akkoordgeluid annuleren voor het Harmony-effect
Hierdoor wordt het geluid van het akkoord geannuleerd dat in het akkoordgedeelte van het toetsenbord wordt gespeeld, zodat u alleen het Harmony­effect hoort. Stel [ACMP ON/ OFF] in op On, stel [SYNC START] in op Off en selecteer 'Off' bij de parameter Stop Accompaniment (begeleiding stoppen).
Akkoordgedeelte voor het afspelen van de stijl en het Harmony-effect
Akkoordge­deelte voor het afspelen van de stijl en het Harmony-effect
Splitpunt (voor stijl)
Splitpunt (voor toetsenbord-voice)
Linker-voice Rechts 1
Rechts 2 Voices
Linkervoice- en linkerakkoordgede elte voor het Harmony-effect
Rechts 1 Rechts 2 Voices
Type Multi Assign
Het Multi Assign-effect wijst automatisch noten, die in het rechterhandgedeelte van het toetsenbord worden gespeeld, toe aan afzonderlijke gedeelten (voices). Wanneer het Multi Assign-effect wordt gebruikt, moeten beide toetsenbordgedeelten [RIGHT 1] en [RIGHT 2] worden ingeschakeld. De voices voor Right 1 en Right 2 worden beurtelings toegewezen aan de noten in de gespeelde volgorde.
Echo-typen
Als één van de Echo-typen is geselecteerd, wordt het desbetreffende effect (echo, tremolo, trill) toegepast op de noot die wordt gespeeld in het rechterhandgedeelte van het toetsenbord, in de maat met het momenteel ingestelde tempo, ongeacht de status voor [ACMP ON/OFF] en LEFT part aan/uit. Houd er rekening mee dat u voor Trill twee noten tegelijkertijd ingedrukt moet houden op het toetsenbord (de laatste twee noten wanneer meer dan twee noten worden ingedrukt) en dat deze noten beurtelings worden gespeeld.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
81
Page 82

Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)

Harmony/Echo-instellingen
VOLUME Deze parameter is beschikbaar voor alle typen met uitzondering van
SPEED Deze parameter is alleen beschikbaar als Echo, Tremolo of Trill is
ASSIGN Deze parameter is beschikbaar voor alle typen met uitzondering van
CHORD NOTE ONLY
TOUCH LIMIT Deze parameter is beschikbaar voor alle typen met uitzondering van
'Multi Assign'. De parameter bepaalt het niveau van de harmony/echo­noten die worden gegenereerd door het Harmony/Echo-effect.
geselecteerd bij Type hierboven. De parameter bepaalt de snelheid van de Echo-, Tremolo- en Trill-effecten.
'Multi Assign'. Hiermee kunt u het toetsenbordgedeelte bepalen waarmee de harmony/echo-noten zullen worden afgespeeld.
Deze parameter is beschikbaar als een van de Harmony-typen is geselecteerd. Als de parameter is ingesteld op 'ON', wordt het Harmony-effect toegepast op de noot (gespeeld in het rechterhandgedeelte van het toetsenbord) die hoort bij een akkoord dat wordt gespeeld in het akkoordgedeelte van het toetsenbord.
'Multi Assign'. De parameter bepaalt de laagste aanslagsnelheids­waarde waarbij de harmony-noot zal klinken. Dit maakt het u mogelijk om harmony selectief toe te passen door middel van de speelsterkte. Hierdoor kunt u harmony-accenten creëren in de melodie. Het harmony-effect wordt toegepast als u de toets hard indrukt (boven de ingestelde waarde).
Het volume en de toonbalans
Voices gebruiken, creëren en bewerken
bewerken (MIXING CONSOLE)
De Mixing Console (het mengpaneel) geeft u intuïtieve besturing over aspecten van de toetsenbordgedeelten en song-/stijlkanalen, met inbegrip van de volumebalans en de klankkleur van het geluid. U kunt er de niveaus en stereopositie (pan) mee aanpassen voor elke voice om een optimale balans en een optimaal stereogeluid te bereiken. Tevens kunt u instellen hoe de effecten worden toegepast.

Basisprocedure

1 Druk op de knop [MIXING CONSOLE] om de display MIXING
CONSOLE op te roepen.
2
1, 3
A
B
C
D
E
44
F
G
H
I
J
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
82
12
2 Gebruik de knoppen TAB [
3
]/[®] om de relevante instellingsdisplay
5
4
7
6
8
op te roepen.
Zie het gedeelte 'Aanpasbare items (parameters) in de displays van MIXING CONSOLE' op pagina 84 voor informatie over de beschikbare parameters.
5
Page 83
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
O
3 Druk herhaaldelijk op de knop [MIXING CONSOLE] om de display
MIXING CONSOLE op te roepen voor de gewenste gedeelten. De displays van MIXING CONSOLE bestaan in feite uit een aantal displays voor de verschillende gedeelten. De naam van het gedeelte wordt bovenaan in de display weergegeven. Tussen de volgende verschillende displays van MIXING CONSOLE wordt beurtelings overgeschakeld:
display PANEL PART display STYLE PART display SONG CH 1–8 display SONG CH 9–16
4 Druk op één van de knoppen [A]–[J] om de gewenste parameter te
selecteren.
5 Stel de waarde in met de knoppen [1
††
ππππ††
]–[8
††
ππππ††
].
6 Sla de MIXING CONSOLE-instellingen op.
• De instellingen van de display PANEL PART opslaan
Registreer deze in het Registration Memory (pagina 125).
• De instellingen van de display STYLE PART opslaan
Sla deze op als stijldata.
1 Druk op de knop [DIGITAL RECORDING]. 2 Druk op de knop [B] om de display STYLE CREATOR op te roepen. 3 Druk op de knop [EXIT] om de display RECORD te sluiten. 4 Druk op de knop [I] (SAVE) om de display Style Selection op te roepen
voor het opslaan van de data en sla deze vervolgens op (pagina 63).
• De instellingen van de display SONG CH 1–8/9–16 opslaan
Registreer eerst de bewerkte instellingen als gedeelte van de songdata (SET UP) en sla daarna de song op. Zie de beschrijving van SONG CREATOR display CHANNEL SETUP-item op pagina 156.
ver gedeelten
Zie hieronder.
Alle gedeelten onmiddellijk instellen op dezelfde waarde
Als u eenmaal een parameter heeft geselecteerd in stap 4, kunt u onmiddellijk dezelfde waarde instellen bij alle andere gedeelten. Hiertoe houdt u een van de knoppen [A]–[J] ingedrukt en gebruikt u gelijktijdig de knoppen [1]–[8] of de draaiknop [DATA ENTRY].
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Over gedeelten
PANEL PART
In de display PANEL PART van de MIXING CONSOLE kunt u de niveaubalans tussen de toetsenbordgedeelten (RIGHT 1, RIGHT 2 en LEFT), en de gedeelten van de SONG, STYLE en MIC afzonderlijk aanpassen. De gedeelten zijn gelijk aan de componenten die worden weergegeven in de display wanneer u drukt op de knop [BALANCE] van het paneel.
STYLE PART
Een stijl bestaat uit acht afzonderlijke kanalen. U kunt hier de niveaubalans aanpassen tussen deze acht kanalen of gedeelten. De gedeelten zijn gelijk aan de componenten die worden weergegeven in de display wanneer u drukt op de knop [CHANNEL ON/OFF] van het paneel om de display STYLE op te roepen.
SONG CH 1–8/9–16
Een song bestaat uit zestien afzonderlijke kanalen. U kunt hier de niveaubalans aanpassen tussen deze zestien kanalen of gedeelten. De gedeelten zijn gelijk aan de componenten die worden weergegeven in de display wanneer u drukt op de knop [CHANNEL ON/OFF] van het paneel om de display SONG op te roepen.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
83
Page 84
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
Aanpasbare items (parameters) in de displays van MIXING CONSOLE
In het volgende gedeelte worden de items (parameters) beschreven die beschikbaar zijn in de displays van MIXING CONSOLE.
VOL/VOICE
Het kanaal RHY1 in het vak STYLE PART kan niet worden toegewezen aan orgeluitstemmen.
Het RHY2-kanaal in de display STYLE PART kan alleen worden toegewezen aan de voices Drum Kit en SFX Kit.
Als GM-songdata worden afgespeeld, kan kanaal 10 (in de display SONG CH 9–16) alleen worden gebruikt voor een Drum Kit-voice.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
SONG AUTO REVOICE Zie pagina 85.
VOICE Hiermee kunt u de voices voor de verschillende gedeelten
opnieuw selecteren. Wanneer de stijlkanalen worden opgeroepen, kunnen de voices Organ Flutes en User niet worden geselecteerd. Wanneer de songkanalen worden opgeroepen, kunnen geen User-voices worden geselecteerd.
PANPOT Hiermee wordt de stereopositie bepaald van het geselecteerde
gedeelte (kanaal).
VOLUME Hiermee wordt het niveau bepaald van elk gedeelte of kanaal,
zodat u de balans tussen alle gedeelten nauwkeurig kunt regelen.
FILTER
HARMONIC CONTENT Hiermee kunt u het resonantie-effect (pagina 95) voor elk
gedeelte aanpassen.
BRIGHTNESS Bepaalt de helderheid van het geluid voor elk gedeelte door de
afsnijfrequentie aan te passen (pagina 95).
TUNE
PORTAMENTO TIME Portamento is een functie die een geleidelijke overgang in
toonhoogte creëert van de noot die het eerst wordt gespeeld op het toetsenbord naar de volgende. De Portamento-tijd bepaalt de overgangstijd van de toonhoogte. Hogere waarden resulteren in een langere toonhoogtewijzigingstijd. De instelling '0' resulteert in geen effect. Deze parameter is beschikbaar wanneer het geselecteerde toetsenbordgedeelte is ingesteld op Mono (pagina 80).
PITCH BEND RANGE Hiermee wordt het bereik bepaald van de PITCH BEND in halve
OCTAVE Hiermee wordt het bereik bepaald van de toonhoogtewijziging
TUNING Hiermee wordt de toonhoogte bepaald van elk
TRANSPOSE (transponeren)
tonen voor elk toetsenbordgedeelte (wanneer een pedaal is toegewezen aan deze functie).
in octaven voor elk toetsenbordgedeelte.
toetsenbordgedeelte.
Hiermee kunt u de transponering respectievelijk instellen voor de toonhoogte van het toetsenbord (KEYBOARD), voor het afspelen van songs (SONG) of voor het totaalgeluid van het instrument (MASTER).
EFFECT
TYPE Selecteer het gewenste effecttype (pagina 87). Nadat u
REVERB Hiermee past u de hoeveelheid reverb (nagalm) aan voor elk
CHORUS Hiermee past u de hoeveelheid Chorus aan voor elk gedeelte of
DSP Hiermee past u de hoeveelheid DSP-geluid aan voor elk
verschillende parameters voor het geselecteerde effecttype heeft bewerkt, kunt u het opslaan als een origineel effect.
gedeelte of kanaal. Rechts naast de titelaanduiding van 'REVERB' wordt de naam van het momenteel geselecteerde reverb-type weergegeven.
kanaal.
gedeelte of kanaal.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
84
Page 85
EQ (Equalizer)
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
TYPE Selecteer het gewenste EQ-type dat past bij het type muziek en
de speelomgeving (pagina 89). Deze instelling is van invloed op het totaalgeluid van de CVP.
EDIT Voor het bewerken van de EQ (pagina 89).
EQ HIGH Hiermee wordt de middenfrequentie bepaald van de hoge EQ-
band die wordt verzwakt/versterkt voor elk gedeelte.
EQ LOW Hiermee wordt de middenfrequentie bepaald van de lage EQ-
band die wordt verzwakt/versterkt voor elk gedeelte.
CMP (Master Compressor)
Zie pagina 91. Deze instelling is van invloed op het totaalgeluid van de CVP.
Song Auto Revoice
Met deze functie van automatische voice-toewijzing kunt u ten volle proteren van het adembenemende geluid van het instrument met XG-compatibele songdata. Als u commercieel beschikbare XG-songdata of songdata die gecreëerd zijn op andere instrumenten afspeelt, kunt u Auto Revoice gebruiken, om automatisch de speciaal voor de Clavinova gecreëerde voices (Natural!, Live!, Cool!, enz.) toe te wijzen, in plaats van de gelijksoortige conventionele XG-voices.
1–3 De procedure is gelijk aan die bij 'Basisprocedure' op pagina 82.
Selecteer bij stap 2 de tab VOL/VOICE.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
4 Druk op de knop [G] (SETUP) om de display AUTO REVOICE SETUP op
te roepen.
5 Selecteer de te vervangen voice met de knoppen [1
A
B
C
D
E
12
3
5
4
7
6
††
ππππ††
8
567
6 Gebruik de knoppen [4
††
ππππ††
waardoor u de in stap 5 geselecteerde XG wilt vervangen.
Er zijn verschillende Revoice-instellingen beschikbaar door de knoppen [F]/ [G]/[I] te gebruiken. Zodoende kunt u op een gemakkelijke manier de aanbevolen Revoice-instellingen oproepen met één enkele handeling.
ALL REVOICE: Alle vervangbare XG-voices worden vervangen door
de kwalitatief hoogstaande voices van de Clavinova.
PIANO REVOICE: Vervangt alleen de pianovoices. BASIC REVOICE: Alleen de aanbevolen voices die geschikt zijn voor
het afspelen van de song worden vervangen.
ALL NO REVOICE: Alle voices worden teruggezet naar de
oorspronkelijke XG-voices.
]–[6
††
ππππ††
] om de voice te selecteren
]–[3
F
G
H
J
I
††
ππππ††
].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
85
Page 86
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
7 Druk op de knop [8
ππ
ππ
] (OK) om uw Revoice-instellingen toe te
passen.
Als u de Revoice-handeling wilt annuleren, drukt u op de knop [8†] (CANCEL).
8 Druk in de display VOL/VOICE op de knop [F] om SONG AUTO
REVOICE in te stellen op ON.
Effecttype
Een effecttype selecteren
1–3 De procedure is gelijk aan die bij 'Basisprocedure' op pagina 82.
Selecteer bij stap 2 de tab EFFECT.
4 Druk op de knop [F] (TYPE) om de selectie-display Effect Type op te
roepen.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Voices gebruiken, creëren en bewerken
DSP:
Staat voor Digital Signal Processor (of Processing). DSP wijzigt en verbetert het audiosignaal in het digitale gebied waardoor een grote verscheidenheid aan effecten wordt bereikt.
5 Selecteer het effect-BLOCK met de knoppen [1
A
B
C
D
E
12
5678
3
45
6
7
††
ππππ††
8
]/[2
††
ππππ††
F
G
H
I
J
].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
86
Page 87
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
Effectblok Gedeelten waarop het
REVERB Alle gedeelten Reproduceert de warme entourage van het
CHORUS Alle gedeelten Produceert een vol, 'dik' geluid alsof
DSP1 STYLE PART
DSP2 DSP3 DSP4 DSP5
DSP6 Microfoongeluid Speciaal bedoeld voor gebruik met het
effect invloed heeft
SONG CHANNNEL 1–16
RIGHT 1, RIGHT 2, LEFT, SONG CHANNEL 1–16
Effectkarakteristieken
spelen in een concertzaal of jazzclub.
verscheidene gedeelten tegelijk worden gespeeld.
In aanvulling op de typen Reverb en Chorus beschikt de Clavinova over speciale DSP­effecten, waaronder extra effecten die gewoonlijk gebruikt worden voor een bepaalde part, zoals distortion en tremolo.
Alle ongebruikte DSP-blokken worden, indien nodig, automatisch toegewezen aan de geschikte gedeelten (kanalen).
microfoongeluid.
6 Selecteer het gedeelte waarop u het effect wilt toepassen met de
knoppen [3
††
ππππ††
]/[4
††
ππππ††
].
Voices gebruiken, creëren en bewerken
7 Selecteer de effect-CATEGORY met de knoppen [5 8 Selecteer het effect-TYPE met de knoppen [7
††
ππππ††
ππππ††
]/[8
††
ππππ††
]/[6
††
ππππ††
].
††
].
Als u de effectparameters wilt bewerken, gaat u verder met de volgende handeling.
Het geselecteerde effect bewerken en opslaan
9 Druk op de knop [F] (PARAMETER) om de display op te roepen voor
het bewerken van de effectparameters.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
10 Als u in stap 5 een van de DSP 2–5-effectblokken heeft geselecteerd:
U kunt zowel de standaardparameters als de variatieparameter bewerken. Druk op de knop [B] om het standaardtype parameter te selecteren. Druk op de knop [E] om de variatieparameter te selecteren.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
87
Page 88
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
Het blok, de categorie en het type van het effect opnieuw selecteren
Gebruik de knoppen [1 [3π†]. De opnieuw geselecteerde effectconguratie wordt in het vak in de linkerbovenhoek van de display weergegeven.
π†
]–
10
A
B
C
D
E
F
G
H
J
13
I
Effect Return Level:
Hiermee wordt het niveau of de hoeveelheid bepaald van het toe
Voices gebruiken, creëren en bewerken
te passen effect. Deze parameter wordt ingesteld voor alle gedeelten of kanalen.
12
3
45
6
7
8
11 12
11 Selecteer een van de parameters die u wilt bewerken met de knoppen
††
[4
ππππ††
Welke parameters beschikbaar zijn, is afhankelijk van het geselecteerde effecttype.
]/[5
††
ππππ††
].
12 Pas de waarde voor de geselecteerde parameter aan met de knoppen
††
[6
ππππ††
Als u in stap 5 het effectblok REVERB, CHORUS of DSP1 heeft geselecteerd:
Pas het effectretourniveau aan door op de knop [8
]/[7
††
ππππ††
].
π†
] te drukken.
13 Druk op de knop [H] (USER EFFECT) om de display op te roepen voor
het opslaan van uw originele effect.
14 Selecteer de bestemming voor het opslaan van het effect met de
knoppen [3
††
ππππ††
Het maximum aantal effecten dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van het effectblok.
]–[6
††
ππππ††
].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
88
A
B
C
D
E
12
3
45
6
7
8
F
G
H
I
J
15
14
15 Druk op de knop [I] (SAVE) om het effect op te slaan (pagina 63).
Gebruik bij het oproepen van het opgeslagen effect dezelfde procedure als in stap 8. Als u de naam van het effect wilt wijzigen, drukt u op de knop [H] (NAME).
Page 89
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
EQ (Equalizer)
De equalizer (ook wel 'EQ' genoemd) is een geluidsprocessor die het frequentiespectrum in meerdere banden verdeelt, die desgewenst kunnen worden versterkt of verzwakt om de totale frequentierespons naar wens aan te passen. Gewoonlijk wordt een equalizer gebruikt om het geluid van de luidsprekers te corrigeren zodat het wordt aangepast aan het speciale karakter van de ruimte. U kunt er bijvoorbeeld de laagste frequenties mee verzwakken wanneer u speelt op podia of in grote studio's waar het geluid 'bonkerig' klinkt, of er de hoogste frequenties mee versterken in kleine ruimten met een 'dode' akoestiek, zonder echo's. De Clavinova beschikt over een hoogwaardige vijfbands digitale EQ. Met deze functie kan een afrondend effect (toonregeling) worden toegepast op het geluid van uw instrument. In de display EQ kunt u een van de vijf vooraf ingestelde EQ-instellingen selecteren. U kunt zelfs uw eigen aangepaste EQ instellingen creëren door de frequentiebanden aan te passen en de instellingen op te slaan naar één van twee User Master EQ-typen.
Versterking
5 banden
0
LOW LOW MID MID HIG MID HIGH EQ1 EQ2 EQ3 EQ4 EQ5
Bandbreedte (ook wel 'vorm' of 'Q' genoemd)
Freq (frequentie)
Een vooraf ingesteld type EQ selecteren
1–3 De procedure is gelijk aan die bij 'Basisprocedure' op pagina 82.
Selecteer bij stap 2 de tab EQ.
4 Gebruik de knoppen [A]/[B] om een vooraf ingesteld EQ-type te
selecteren dat past bij uw spel (muziekstijl of omgeving).
Als u de EQ-parameters wilt bewerken, gaat u verder met de volgende handeling.
De geselecteerde EQ bewerken en opslaan
Voices gebruiken, creëren en bewerken
5 Druk op de knop [F] (EDIT) om de display MASTER EQ EDIT op te
roepen.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
89
Page 90
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
6 Selecteer een vooraf ingesteld EQ-type met de knoppen [A]/[B].
Voices gebruiken, creëren en bewerken
A
6
B
C
D
E
12
8
7 Gebruik de knoppen [3
3
††
ππππ††
45
]–[7
ππππ††
6
7
8
7
††
] om de vijf verschillende banden
F
G
H
9
I
J
te versterken of te verzwakken.
Gebruik de knop [8
π†
] om de vijf banden tegelijk te versterken of te
verzwakken.
8 Pas de Q (bandbreedte) en FREQ (middenfrequentie) aan van de bij
stap 7 geselecteerde band.
• Bandbreedte (ook 'vorm' of 'Q' genoemd)
Gebruik de knop [1 bandbreedte.
• FREQ (middenfrequentie)
Gebruik de knop [2 voor elke band.
π†
]. Hoe hoger de waarde van Q, hoe smaller de
π†
]. Het beschikbare FREQ-bereik is verschillend
9 Druk op de knop [H] of [I] (STORE 1 of 2) om het bewerkte EQ-type
op te slaan (pagina 63).
Er kunnen maximaal twee EQ-typen worden gecreëerd en opgeslagen. Gebruik bij het oproepen van het opgeslagen EQ-type dezelfde procedure als bij stap 6.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
90
Page 91
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
Master Compressor
Een compressor is een effect dat gewoonlijk wordt gebruikt om de dynamiek (volumeverschillen) van een audiosignaal te begrenzen of te comprimeren. Voor signalen die erg verschillen in dynamiek, zoals zang- en gitaarpartijen, wordt het dynamische bereik 'geknepen', waardoor in feite zachte geluiden harder en hardere geluiden zachter worden gemaakt. Als het gebruikt wordt met versterking om het totale niveau op te krikken, creëert dit een krachtiger, consistenter hoog niveau geluid. Compressie kan worden gebruikt om de sustain van een elektrische gitaar te vergroten, het volume van een zangpartij te egaliseren of een drumkit of ritmepattern meer naar voren te halen in de mix. De Clavinova heeft een geavanceerde multi-bands compressor, die u een optimale klankregeling biedt, door het compressie-effect voor afzonderlijke frequentiebanden aan te passen. U kunt uw eigen aangepaste compressortypen bewerken en opslaan of gemakkelijk één van de vooraf ingestelde typen selecteren.
Een type Master Compressor selecteren
1–3 De procedure is gelijk aan die bij 'Basisprocedure' op pagina 82.
Selecteer bij stap 2 de tab CMP.
4 Selecteer een vooraf ingesteld type Master Compressor met de
knoppen [A]/[B].
Door een type Master Compressor te selecteren worden automatisch de parameters (onder in de display) ingesteld op de optimale waarden voor het type.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
4
A
B
C
D
E
12
3
5
4
7
6
8
F
5
G
H
I
J
5 Druk op de knop [F] om de Master Compressor op 'ON' te zetten.
Als u de Master Compressor-parameters wilt bewerken, gaat u verder met de volgende handeling.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
91
Page 92
Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
De geselecteerde Master Compressor bewerken en opslaan
6 Selecteer de frequentiecurve voor de Compressor of op welke
frequenties compressie wordt toegepast, met de knoppen [1
††
[2
ππππ††
].
Selecteer bijvoorbeeld 'LOW' als u de lage frequenties wilt benadrukken, en 'HIGH' als u de hoge frequenties wilt benadrukken.
††
ππππ††
]/
Threshold (drempel):
Bepaalt het minimumniveau waarop de compressie begint. De compressor heeft alleen invloed op het geluid met een
Voices gebruiken, creëren en bewerken
hoger niveau dan de Threshold (drempel).
A
B
C
D
E
12
3
45
6
7
8
F
G
H
8
I
J
67
7 Bepaal de Threshold (minimumniveau waarop compressie begint) en
Gain (het niveau van het gecomprimeerde signaal op drie afzonderlijke frequentiebanden) met de knoppen [3
††
ππππ††
]–[7
††
ππππ††
].
Deze waarden zijn de offset voor de frequentiecurve-instellingen in stap 6.
8 Druk op de knop [H] (USER) om de display op te roepen voor het
opslaan van Master Compressor-instellingen.
9 Selecteer de bestemming voor het opslaan van de Master
Compressor-instellingen met de knoppen [3
††
ππππ††
]–[6
††
ππππ††
].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
92
A
B
C
D
E
12
3
5
4
7
6
8
G
H
F
I
J
10
9
10 Druk op de knop [I] (SAVE) om de Master Compressor-instellingen op
te slaan (pagina 63).
Gebruik bij het oproepen van de opgeslagen Master Compressor­instellingen dezelfde procedure als in stap 4. Als u de naam van de Master Compressor-instellingen wilt wijzigen, drukt u op de knop [H] (NAME).
Page 93

Voice creëren (Sound Creator)

Voice creëren (Sound Creator)
De Clavinova beschikt over de functie Sound Creator die het u mogelijk maakt om uw eigen voices te creëren door enkele parameters van de bestaande voices te bewerken. Als u eenmaal een voice heeft gecreëerd, kunt u deze opslaan als een User-voice naar de display USER/CARD/(USB), zodat u deze later kunt terugroepen. De bewerkmethode voor de ORGAN FLUTES-voices verschilt van die voor andere voices.

Basisprocedure

1 Selecteer de gewenste voice (een andere voice dan een Organ Flutes-
voice) (pagina 31).
2 Druk op de knop [SOUND CREATOR] om de display SOUND CREATOR
op te roepen.
3
4
6
A
B
C
D
E
F
G
H
I
7
J
De ORGAN FLUTES-voices bewerken
De bewerkmethode voor de ORGAN FLUTES-voices verschilt van die voor andere voices. Zie pagina 97 voor instructies voor het bewerken van de ORGAN FLUTES-voices.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
2
5
12
3 Gebruik de knoppen TAB [
3
]/[®] om de relevante instellingsdisplay
5
4
7
6
8
op te roepen.
Zie het gedeelte 'Bewerkbare parameters in de displays van SOUND CREATOR' op pagina 94 voor informatie over de beschikbare parameters.
4 Gebruik zonodig de knoppen [A]/[B] om het te bewerken item
(parameter) te selecteren.
5 Bewerk de voice met de knoppen [1
††
ππππ††
]–[8
††
ππππ††
].
6 Druk op de knop [D] (COMPARE) om het geluid van de bewerkte
voice te vergelijken met dat van de onbewerkte voice.
7 Druk op de knop [I] (SAVE) om de bewerkte voice op te slaan
(pagina 63).
LET OP
Als u een andere voice selecteert zonder de instellingen op te slaan, zullen de instellingen verloren gaan. Als u de instellingen hier wilt opslaan, zorg er dan voor dat u de instellingen als een User­voice opslaat, voordat u een andere voice selecteert of het instrument uitzet.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
93
Page 94
Voice creëren (Sound Creator)
De beschikbare parameters verschillen afhankelijk van de voice.
Bewerkbare parameters in de displays van SOUND CREATOR
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de bewerkbare parameters die worden ingesteld in de displays die worden beschreven in stap 3 van de 'Basisprocedure' op pagina 93. De Sound Creator-parameters zijn ondergebracht in vijf verschillende displays. Hierna worden de parameters in elke display afzonderlijk beschreven. Zij worden tevens behandeld als onderdeel van de Voice Set-parameters (pagina 100), die automatisch worden opgeroepen wanneer de voice wordt geselecteerd.
PIANO
Deze display is alleen beschikbaar als de Natural! pianovoice (pagina 72) is geselecteerd.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Portamento Time:
De Portamento-tijd bepaalt de overgangstijd van de toonhoogte. Portamento is een functie die een geleidelijke overgang in toonhoogte creëert van de noot die het eerst wordt gespeeld op het toetsenbord naar de volgende.
TUNING CURVE Bepaalt de stemcurve. Selecteer 'FLAT' als u het gevoel heeft dat de
pianovoice niet goed bij de andere instrumentvoices past.
STRETCH
Specieke stemcurve voor piano's
FLAT
Stemcurve waarbij de frequentie per octaaf verdubbelt over het gehele toetsenbordbereik
KEY OFF SAMPLE Hiermee wordt het volume van het toets-los-geluid aangepast (het
subtiele geluid dat zich voordoet als u een toets loslaat).
SUSTAIN SAMPLE Bepaalt de diepte van de sustain-sampling voor het demperpedaal.
STRING RESONANCE Bepaalt de diepte van de snaarresonantie.
COMMON
VOLUME Hiermee wordt het volume aangepast van de huidige bewerkte
voice.
TOUCH SENSE Hiermee wordt de aanslaggevoeligheid bepaald, oftewel in welke
mate het volume reageert op uw speelsterkte. De instelling '0' produceert meer extreem lage niveaus naarmate u zachter speelt, terwijl de instelling '64' de normale reactie geeft en '127' een hoog volume produceert voor elke speelsterkte (xed=vast).
PART OCTAVE Hiermee wordt het octaafbereik van de geselecteerde voice
omhoog of omlaag verschoven in octaven. Als de bewerkte voice wordt gebruikt als een van de gedeelten RIGHT 1-2, is de parameter R1/R2 beschikbaar. Als de bewerkte voice wordt gebruikt als het gedeelte LEFT, is de parameter LEFT beschikbaar.
MONO/POLY Hiermee wordt bepaald of de bewerkte voice monofoon of
polyfoon wordt bespeeld (pagina 80).
PORTAMENTO TIME Hiermee wordt de portamento-tijd ingesteld als de bewerkte voice
hierboven is ingesteld op 'MONO'.
CONTROLLER
1. MODULATION
Als een pedaalfunctie is toegewezen aan MODULATION, kan het pedaal worden gebruikt om de onderstaande parameters, alsook de toonhoogte (vibrato) te moduleren. Hier kunt u de mate instellen waarin het pedaal elke van de volgende parameters moduleert.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
94
FILTER Hiermee wordt de mate bepaald waarin het pedaal de
afsnijfrequentie van het lter moduleert. Zie pagina 95 voor details over het lter.
AMPLITUDE Hiermee wordt de mate bepaald waarin het pedaal de amplitude
(volume) moduleert.
LFO PMOD Hiermee wordt de mate bepaald waarin het pedaal de toonhoogte
of het vibrato-effect moduleert.
LFO FMOD Hiermee wordt de mate bepaald waarin het pedaal de
ltermodulatie of het wah-effect moduleert.
LFO AMOD Hiermee wordt de mate bepaald waarin het pedaal de amplitude of
het tremolo-effect moduleert.
Page 95
2. LEFT PEDAL
Hiermee selecteert u de functie die aan het linkerpedaal moet worden toegewezen.
Voice creëren (Sound Creator)
FUNCTION Selecteert de functie die moet worden toegewezen aan het
knoppen [2
††
[8
ππππ††
RIGHT 2, LEFT, enz.)
††
ππππ††
]–
] (RIGHT 1,
linkerpedaal. Zie pagina 186 voor details over de pedaalfuncties.
Bepaalt of de toegewezen functie van toepassing is of niet voor het respectieve toetsenbordgedeelte. Dit bepaalt ook de diepte voor de functie. Zie pagina 187 voor details.
SOUND
FILTER
Filter is een processor die de klankkleur of klank van een geluid wijzigt, door een bepaald frequentiebereik te onderdrukken of door te laten. De parameters hieronder bepalen de totale klankkleur van het geluid door een bepaald frequentiebereik op te krikken of te verzwakken. Naast het helderder of milder maken van het geluid, kan Filter ook worden gebruikt om elektronische, synthesizerachtige effecten te maken.
BRIGHTNESS Hiermee wordt de afsnijfrequentie of het effectieve frequentiebereik
van het lter bepaald (zie diagram). Hogere waarden resulteren in een helderder geluid.
Volume
Deze frequenties worden 'doorgelaten' door het lter.
Afsnijfrequentie
Afsnijbereik
Frequentie (toonhoogte)
Voices gebruiken, creëren en bewerken
HARMONIC CONTENT Hiermee wordt de nadruk bepaald die aan de afsnijfrequentie
(resonantie) wordt gegeven, die bij BRIGHTNESS hierboven is ingesteld (zie diagram). Hogere waarden resulteren in een meer geprononceerd effect.
Volume
Resonantie
Frequentie (toonhoogte)
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
95
Page 96
Voice creëren (Sound Creator)
EG
De EG (Envelope Generator)-instellingen bepalen hoe het niveau van het geluid wijzigt in de tijd. Dit laat u veel geluidskarakteristieken van natuurlijke akoestische instrumenten reproduceren zoals de snelle attack en decay van percussiegeluiden, of de lange release van een pianoklank met sustain.
Vibrato:
Een trillend, vibrerend geluidseffect dat wordt geproduceerd door de toonhoogte van de voice
Voices gebruiken, creëren en bewerken
gelijkmatig te moduleren.
ATTACK Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid het maximumniveau
bereikt, nadat de toets is gespeeld. Hoe lager de waarde, hoe sneller de attack.
DECAY Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid het sustain-niveau
bereikt (een net iets lager niveau dan het maximum). Hoe lager de waarde, hoe sneller de decay.
RELEASE Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid terugvalt (decay) naar
stilte, nadat de toets wordt losgelaten. Hoe lager de waarde, hoe sneller de decay.
Niveau
Sustain-niveau
ATTA C K
DECAY
Toets aan Toets uit
RELEASE
Tijd
VIBRATO
DEPTH Hiermee wordt de intensiteit bepaald van het Vibrato-effect. Hogere
SPEED Hiermee wordt de snelheid bepaald van het Vibrato-effect.
DELAY Hiermee wordt de hoeveelheid tijd bepaald die verstrijkt tussen het
instellingen resulteren in een meer geprononceerde vibrato.
spelen van een toets en het begin van het Vibrato-effect. Hogere instellingen vergroten de delay (vertraging) van de vibrato­activering.
De VIBE ROTOR in-/ uitschakelen met een pedaal
U kunt een pedaal gebruiken om de VIBE ROTOR in/uit te schakelen (als de functie VIBE ROTOR ON/OFF juist is toegewezen; pagina 186).
Niveau
DELAY
SPEED
DEPTH
Tijd
EFFECT/EQ
1. REVERB DEPTH/CHORUS DEPTH/DSP DEPTH
REVERB DEPTH Hiermee wordt de diepte van de reverb (pagina 87) aangepast.
CHORUS DEPTH Hiermee wordt de diepte van de chorus (pagina 87) aangepast.
DSP DEPTH Hiermee wordt de diepte van de DSP (pagina 87) aangepast.
DSP ON/OFF Hiermee wordt bepaald of de DSP is in- of uitgeschakeld.
VIBE ROTOR Dit wordt alleen getoond als VIBE VIBRATE is geselecteerd als de
Als u het DSP-type opnieuw wilt selecteren, kunt u dit doen in het DSP-menu dat wordt beschreven op pagina 97.
DSP Type-parameter, zoals verklaard op pagina 87. Bepaalt of VIBE VIBRATO op aan of uit gezet moet worden bij het selecteren van de voice.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
96
Page 97
2. DSP
Voice creëren (Sound Creator)
DSP TYPE Hiermee worden de categorie en het type van het DSP-effect
geselecteerd. Selecteer een type nadat u een categorie heeft geselecteerd.
VARIATION Voor elk DSP-type zijn twee variaties beschikbaar.
U kunt hier de aan/uit-status van VARIATION en de waarde van de variatieparameter bewerken.
ON/OFF
De in de fabriek geprogrammeerde toewijzingen zijn ingesteld op geen variatie voor alle voices (de standaardvariatie van DSP is toegewezen). Als u hier VARIATION ON selecteert, wordt een variatie van het DSP-effect toegewezen aan de voice. De waarde van de variatieparameter kan worden aangepast in het menu VALUE dat hierna wordt beschreven.
PARAMETER
Hiermee wordt de variatieparameter weergegeven.
VALUE
Hiermee wordt de waarde aangepast van de DSP­variatieparameter.
3. EQ
EQ LOW/HIGH Hiermee worden de frequentie en versterking bepaald van de lage
en hoge EQ-banden.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
HARMONY
Hetzelfde als bij de display FUNCTION] [F] HARMONY/ECHO. Zie pagina 80.

Uw eigen Organ Flutes-voices maken

De Clavinova beschikt over een verscheidenheid aan overvloedige, dynamische orgelvoices die u kunt oproepen met de knop [ORGAN FLUTES]. Daarnaast beschikt u ermee over de hulpmiddelen om uw eigen originele orgelgeluiden te maken met de functie Sound Creator. Net als bij een traditioneel orgel kunt u uw eigen orgelklanken samenstellen, door het volume van de verschillende voetmaten aan te passen.
Basisprocedure
1 Selecteer de Organ Flutes-voice die u wilt bewerken (pagina 31).
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
97
Page 98
Voice creëren (Sound Creator)
2 Druk, in de display ORGAN FLUTES Voice Selection, op de knop [7
(FOOTAGE) om de display SOUND CREATOR [ORGAN FLUTES] op te roepen.
A
B
C
D
E
12
3 Gebruik de knoppen TAB [
3
45
]/[®] om de relevante instellingsdisplay
6
7
8
op te roepen.
Zie het gedeelte 'Bewerkbare parameters in de displays van SOUND CREATOR [ORGAN FLUTES]' op pagina 99 voor informatie over de beschikbare parameters.
F
G
H
I
J
ππ
ππ
]
Voices gebruiken, creëren en bewerken
LET OP
Als u een andere voice selecteert zonder de instellingen op te slaan, zullen de instellingen verloren gaan. Als u de instellingen hier wilt opslaan, zorg er dan voor dat u de instellingen als een User­voice opslaat, voordat u een andere voice selecteert of het instrument uitzet.
3
F
G
H
I
6
J
(Bij selectie van de tab EFFECT/EQ.)
4
A
B
C
D
E
5
12
3
45
6
7
8
4 Als u de tab EFFECT/EQ selecteert, gebruikt u de knoppen [A]/[B] om
de te bewerken parameter te selecteren.
5 Bewerk de voice met de knoppen [A]–[D], [F]–[H] en [1
††
ππππ††
]–[8
††
ππππ††
6 Druk op de knop [I] (SAVE) om de bewerkte ORGAN FLUTES-voice op
te slaan (pagina 63).
].
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
98
Page 99
Bewerkbare parameters in de displays van SOUND CREATOR [ORGAN FLUTES]
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de bewerkbare parameters die worden ingesteld in de displays die worden beschreven in stap 3 van de 'Basisprocedure' op pagina 97. De Organ Flutes-parameters zijn ondergebracht in drie verschillende pagina's. Hierna worden de parameters van elke pagina afzonderlijk beschreven. Zij worden tevens behandeld als onderdeel van de Voice Set-parameters (pagina 100), die automatisch worden opgeroepen wanneer de voice wordt geselecteerd.
FOOTAGE, VOLUME/ATTACK (algemene parameters)
Voice creëren (Sound Creator)
ORGAN TYPE Met deze parameter wordt het type orgeltoongenerator opgegeven
ROTARY SP SPEED Hiermee wordt beurtelings overgeschakeld tussen de langzame en
VIBRATO ON/OFF Hiermee wordt het vibrato-effect voor de Organ Flutes-voice
VIBRATO DEPTH Hiermee wordt de vibratodiepte ingesteld op een van drie niveaus:
dat zal worden nagebootst: Sine (sinus) of Vintage.
de snel draaiende luidspreker als een effect voor draaiende luidspreker is geselecteerd voor de Organ Flutes (zie de parameter van het DSP-type 'EFFECT/EQ' op pagina 97) en als de DSP voor voice-effect (pagina 97) is ingeschakeld (deze parameter heeft hetzelfde effect als de Voice Effect-parameter VARIATION ON/OFF).
beurtelings ingesteld op ON of OFF.
1 (laag), 2 (midden) of 3 (hoog).
FOOTAGE
16' ←←←← →→→→ 5 1/3'
16'–1'
Hiermee wordt de instelbare voetmaat overgeschakeld (met de knop [D]), tussen 16' en 5 1/3'.
Hiermee wordt het basisgeluid bepaald van de organ utes. Hoe langer de pijp, hoe lager de toonhoogte. Vandaar dat de instelling 16' (16 voet) de component vormt met de laagste toonhoogte van het geluid, terwijl de instelling 1' de component vormt met de hoogste toonhoogte. Hoe groter de ingestelde waarde, hoe hoger het volume van het betreffende register. Door de verschillende volumes van de voetmaten te mengen kunt u uw eigen onderscheidende orgelgeluiden creëren.
VOLUME/ATTACK
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Footage (voetmaat):
De term 'voetmaat' refereert aan de klankopwekking met traditionele orgelpijpen, waarbij het geluid wordt geproduceerd door pijpen met verschillende lengten (in voeten).
VOL Hiermee stelt u het totaalvolume in van de Organ Flutes. Hoe
RESP Heeft invloed op zowel het attack- als het release-gedeelte
VIBRATO SPEED Hiermee wordt de snelheid bepaald van het vibrato-effect, dat
MODE Met de MODE-regelaar wordt tussen twee modi geschakeld: FIRST
4', 2 2/3', 2' Met deze parameters wordt het attack-geluidsvolume van de
LENG Deze parameter beïnvloedt het attack-gedeelte van het geluid
langer de grasche balk is, hoe meer volume.
(pagina 96) van het geluid door de responstijd te verlengen of te verkorten van het aanzwellen en uitsterven, gebaseerd op de FOOTAGE-regelaars. Hoe hoger de waarde, hoe langzamer het aanzwellen en uitsterven.
wordt geregeld door de hiervoor vermelde parameters Vibrato On/ Off en Vibrato Depth.
en EACH. In de modus FIRST wordt attack alleen toegepast op de eerste noten die worden gespeeld en tegelijkertijd worden vastgehouden; terwijl de eerste noten worden vastgehouden, wordt geen attack toegepast op alle noten die daarna worden gespeeld. In de modus EACH wordt attack toegepast op alle noten.
ORGAN FLUTES-voice bepaald. Met de instellingen 4', 2-2/3' en 2' wordt de hoeveelheid attack-geluid bij de corresponderende voetmaten vergroot of verkleind. Hoe langer de grafische balk, hoe harder het attack-geluidsvolume.
waardoor een langere of kortere decay (uitsterftijd) onmiddellijk na de aanvangs-attack wordt geproduceerd. Hoe langer de grasche balk, hoe langer de decay.
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
99
Page 100
Voice creëren (Sound Creator)
EFFECT/EQ
Dezelfde parameters als in de tab 'EFFECT/EQ' van SOUND CREATOR die wordt beschreven op pagina 96.
Automatische selectie van voice-sets (effecten, enz.) uitschakelen
Elke voice is gekoppeld aan de bijbehorende parameterinstellingen die worden aangegeven in de displays van SOUND CREATOR, met inbegrip van effecten en EQ. Gewoonlijk worden deze instellingen automatisch opgeroepen wanneer een voice wordt geselecteerd. U kunt deze functie echter ook uitschakelen met de hieronder beschreven handeling in de desbetreffende display. Als u bijvoorbeeld de voice wilt wijzigen maar hetzelfde Harmony-effect wilt behouden, stelt u de parameter HARMONY/ECHO in op OFF (in de hierna beschreven display). Deze instellingen kunnen afzonderlijk worden ingesteld op toetsenbordgedeelte en op parametergroep.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [E] REGIST.SEQUENCE/FREEZE/VOICE SET TAB [®] VOICE SET
2 Selecteer een toetsenbordgedeelte met de knoppen [A]/[B]. 3 Gebruik de knoppen [4
††
ππππ††
]–[8
††
ππππ††
] om het automatisch oproepen van de instellingen afzonderlijk voor elke parametergroep in of uit te schakelen (ON of OFF).
Zie de afzonderlijke Data List voor een overzicht van de parameters in elke parametergroep.
Voices gebruiken, creëren en bewerken
100
CVP-309/307 Gebruikershandleiding
Loading...