Toyota Aygo 2019 Owner's Manual [nl]

0 (0)
AYGO
Handleiding
Overzicht
Veiligheid
en beveiliging
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
Instrumenten-
paneel
Bediening van
elk onderdeel
Rijden
Audiosysteem
Voorzieningen in
het interieur
Onderhoud en
verzorging
Bij problemen
Voertuig-
specificaties
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren van de verschillende waarschuwingslampjes en controlelampjes, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing of noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index
PZ49X-99U33-NL
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
2

INHOUDSOPGAVE

Ter informatie ....................................6
Over deze handleiding ....................10
Zoekmethoden ................................11
Overzicht .........................................12
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ..............28
Veilig rijden.............................30
Veiligheidsgordels ..................32
Airbags ...................................36
Belangrijke voorzorgsmaat-
regelen in verband met
uitlaatgassen.........................48
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag....... 49
Rijden met kinderen in
de auto..................................51
Baby- en kinderzitjes..............52
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering .......................75
Instrumentenpaneel
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes................94
Meters en tellers.....................99
Display aandrijflijnmonitor ....101
Bediening van
elk onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ................................ 108
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de portieren
Portieren .............................. 116
Achterklep ............................ 121
Smart entry-systeem met
startknop............................. 127
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen.......................... 150
Achterstoelen ....................... 152
Hoofdsteunen....................... 154
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel .............................. 156
Binnenspiegel ...................... 158
Buitenspiegels...................... 159
3-5. Openen en sluiten van
de ruiten en de softtop
Elektrisch bedienbare
ruiten .................................. 161
Zijruiten achter
(5-deurs uitvoeringen) ........162
Softtop.................................. 164
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............... 168
Lading en bagage ................ 178
Rijden met een
aanhangwagen................... 179
3
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop).......................180
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop).......................183
Multi-Mode Transmissie .......188
Handgeschakelde
transmissie..........................193
Richtingaanwijzer-
schakelaar ..........................195
Parkeerrem...........................196
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar ....................197
Schakelaar mistlampen ........201
Ruitenwisser
en -sproeier.........................203
Achterruitenwisser
en -sproeier.........................205
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....... 207
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense ............211
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ............................. 217
LDA (Lane Departure
Alert) ...................................230
4-6. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Snelheidsbegrenzer .............235
Stop & Start-systeem ...........238
Ondersteunende
systemen ............................245
4-7. Rijtips
Rijden in de winter................251
Audiosysteem
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .......256
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ..................... 258
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting.................. 259
5-2. Gebruik van het
audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ........ 260
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio .................... 262
5-4. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod ........................ 271
Afspelen van bestanden
op een USB-geheugen....... 279
Gebruik van de
AUX-aansluiting.................. 286
®
5-5. Gebruik van Bluetooth
apparaten
Bluetooth
®
-audio/telefoon ... 287
-
Gebruik van de
stuurwielschakelaars .......... 293
Registreren van een
Bluetooth
®
-apparaat........... 294
5-6. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(“Bluetooth*”-menu)............ 295
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(menu TEL) ........................ 299
5-7. Bluetooth
Bedienen van een
Bluetooth
®
-audio
®
compatibele
draagbare speler ................ 302
1
2
3
4
5
6
7
8
9
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
4
INHOUDSOPGAVE
5-8. Bluetooth®-telefoon
Bellen ...................................304
Ontvangen van een
telefoongesprek ..................306
Voeren van een
telefoongesprek ..................307
5-9. Bluetooth
Bluetooth®............................309
Voorzieningen in het
interieur
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning.....................318
Automatische
airconditioning.....................324
Stoelverwarming...................330
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting...............332
• Interieurverlichting ...........332
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden .........333
• Dashboardkastje..............334
• Pasjeshouders .................334
• Bekerhouders ..................334
• Fleshouders .....................335
Voorzieningen in de
bagageruimte......................337
6-4. Overige voorzieningen
in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur.....................339
• Zonnekleppen ..................339
• Make-upspiegels..............339
• Klok..................................340
• Weergave
buitentemperatuur............ 341
• Accessoireaansluiting ......342
®
Onderhoud en verzorging
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto .................................... 344
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto .................................... 348
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ....... 351
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud .......................... 353
Motorkap .............................. 356
Plaatsen van een
garagekrik........................... 358
Motorruimte.......................... 359
Koppelingspedaal (auto's
met handgeschakelde
transmissie ......................... 369
Banden................................. 370
Bandenspanning .................. 376
Velgen.................................. 378
Interieurfilter ......................... 380
Afstandsbediening/batterij
elektronische sleutel........... 381
Controleren en vervangen
van zekeringen ................... 384
Lampen ................................ 392
5
Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het multimediasysteem voor meer informatie over de onder­staande uitrusting.
• Audio system • Rear view monitor system
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel, België www.toyota-europe.com
Bij problemen
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten..............404
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht .................405
Als de auto vastzit in
stijgend water......................407
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ..............................408
Als u denkt
dat er iets mis is..................414
Uitschakelsysteem
brandstofpomp ...................415
Als een waarschuwings-
lampje gaat branden of een waarschuwingszoemer
klinkt....................................416
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's zonder
een reservewiel) .................426
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's met
een reservewiel) .................441
Als de motor
niet wil aanslaan ................. 454
Als de selectiehendel niet
in een andere stand gezet
kan worden (auto's met
Multi-Mode Transmissie) .... 456
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's met
Smart entry-systeem en
startknop) ........................... 457
Als de accu ontladen is ........ 460
Als uw auto oververhit
raakt ................................... 464
Als de auto vast komt te
zitten................................... 467
Voertuigspecificaties
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.) .... 470
Informatie over brandstof ..... 481
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen.......... 483
9-3. Te initialiseren onderdelen
Te initialiseren onderdelen ... 484
Index
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)................. 486
Alfabetische index ......................... 490
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6
Ter infor matie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe­passing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk. Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces­soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire van uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder­delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor of garantie verlenen op onderdelen en accessoires die geen origineel Toyota-product zijn, noch voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat schade of slechte prestaties ten gevolge van de toepassing van niet-originele Toyota-onderdelen niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Toyota Safety Sense
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi­ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi­ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
De auto is uitgerust met geavanceerde computers die bepaalde informatie opslaan, zoals:
De opgeslagen informatie is afhankelijk van de uitvoering en de aanwezige opties van de auto
Deze computers slaan geen gesprekken of geluiden op en ze slaan alleen in bepaalde situaties beelden van buiten de auto op.
• Motortoerental/toerental elektromotor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen, zoals het ABS en het Pre-Crash Safety-systeem
Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze computers worden opgeslagen, gebruiken om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en de kwaliteit van haar producten te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het een leaseauto betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheids­orgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan een bepaalde auto of eigenaar
7
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemica­liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordel­spanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom de airbags en de gordelspan­ners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer of her­steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
8
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt, omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar­digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi­natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel­licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver­keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver­anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun­nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de rui­ten, de softtop of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de tempe­ratuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
9
10
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor het bedienen van schake­laars en dergelijke (druk­ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling aan (er wordt bij­voorbeeld een klep ge­opend).
Geeft het onderdeel of de positie aan waarover uitleg wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag worden gedaan of niet mag gebeuren.
Zoekmethoden
Zoeken op naam
• Alfabetische index ... Blz. 490
Zoeken op montagepositie
• Overzicht ................... Blz. 12
Zoeken op symptoom of
geluid
• Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
................................ Blz. 486
11
Zoeken op titel
• Inhoudsopgave............ Blz. 2
12
Overzicht
Overzicht
Exterieur
De illustratie geeft de situatie aan voor 5-deurs uitvoeringen en verschilt uiterlijk mogelijk van de 3-deurs uitvoeringen.
1
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 116
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 116
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
Waarschuwingslampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 419
2
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 121
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 121
Waarschuwingslampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 419
3
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 159
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 159
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 160
Ontwasemen van de spiegels
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 320, 326
1
*
. Blz. 457
Overzicht
101112
131415
16
4
Ruitenwisser voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 203
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 251
5
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 207
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 207
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 472
6
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 370
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 478
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 251
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwings­systeem
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 426, 441
7
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 356
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 356
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 472
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 464
8
Camera
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 392, wattage: Blz. 480)
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 370
2, 3
*
13
9
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 195
Noodstopsignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 245
Remlichten
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Achteruitrijlichten
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188, 193
3
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
2
*
/mistachterlichten . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 201
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Indien aanwezig
multimediasysteem.
14
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
1
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180, 183
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 180, 183
Veranderen van de standen van het contact. . . . . . . . .Blz. 180, 185
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 405
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 454
Waarschuwingslampje
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188, 193
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188, 193
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 408
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Instellen van de helderheid van de dashboardverlichting . . . Blz. 104
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 94
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 416
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 456
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 419, 424
Overzicht
10
11
4
Display aandrijflijnmonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 101
5
Parkeerremhendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 196
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 252
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 416
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 195
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 197
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . .Blz. 203, 205
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 205
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 368
8
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 356
9
Handmatig bediende airconditioning Automatische airconditioning
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 318, 324
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 320, 326
Audiosysteem Multimediasysteem
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209
3
*
/mistachterlichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 201
3
*
3
*
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 256
3, 4
*
. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 318
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 324
15
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
3
*
: Indien aanwezig
4
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
multimediasysteem.
16
10
11
Overzicht
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 159
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
3
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem*1. . . . . . . . . . . . . .Blz. 239
4
Schakelaar PCS
5
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 246
6
Schakelaars ruitbediening
7
Accessoireaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 342
8
USB-aansluiting
9
AUX-aansluiting
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 404
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
1
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 220
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 259
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 259
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 372
Overzicht
17
1
Afstandsbediening audiosysteem
2
Paddle shift-schakelaars
3
Telefoontoetsen
4
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
5
Schakelaar snelheidsbegrenzer
6
Ontgrendelingshendel verstelbare stuurkolom . . . . . . . .Blz. 156
3
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
1, 3
*
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 293
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 258
1
*
. . . . . . . . . . . . .Blz. 230
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
1
*
: Indien aanwezig
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
multimediasysteem.
18
Overzicht
Interieur (auto's met linkse besturing)
1
Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 36
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 150
Stoelverwarming
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 152
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 118
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 334
9
Fleshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 335
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 330
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHA­KELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplo­pen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 56)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 158
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 339
4
Interieurverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 332
5
Softtopschakelaar
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 339
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 164
19
20
Overzicht
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
1
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180, 183
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 180, 183
Veranderen van de standen van het contact. . . . . . . . .Blz. 180, 185
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 405
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 454
Waarschuwingslampje
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188, 193
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188, 193
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 408
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Instellen van de helderheid van de dashboardverlichting . . . Blz. 104
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 94
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 416
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 456
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 419, 424
Overzicht
10
11
4
Display aandrijflijnmonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 101
5
Parkeerremhendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 196
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 252
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 416
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 195
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 197
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . .Blz. 203, 205
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 205
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 368
8
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 356
9
Handmatig bediende airconditioning Automatische airconditioning
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 318, 324
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 320, 326
Audiosysteem Multimediasysteem
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209
3
*
/mistachterlichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 201
3
*
3
*
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 256
3, 4
*
. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 318
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 324
21
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
3
*
: Indien aanwezig
4
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
multimediasysteem.
22
10
11
Overzicht
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 159
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
3
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem*1. . . . . . . . . . . . . .Blz. 239
4
Schakelaar PCS
5
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 246
6
Schakelaars ruitbediening
7
Accessoireaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 342
8
AUX-aansluiting
9
USB-aansluiting
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 404
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
1
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 220
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 259
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 259
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 372
Overzicht
23
1
Afstandsbediening audiosysteem
2
Paddle shift-schakelaars
3
Telefoontoetsen
4
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
5
Schakelaar snelheidsbegrenzer
6
Ontgrendelingshendel verstelbare stuurkolom . . . . . . . .Blz. 156
3
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
1, 3
*
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 293
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 258
1
*
. . . . . . . . . . . . .Blz. 230
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
1
*
: Indien aanwezig
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
multimediasysteem.
24
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1
Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 36
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 150
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 152
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 118
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 334
9
Fleshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 335
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHA­KELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplo­pen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 56)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 339
4
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 332
5
Softtopschakelaar
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 339
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 164
25
26
Overzicht
27

Veiligheid en beveiliging

1
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........28
Veilig rijden ..........................30
Veiligheidsgordels................32
Airbags.................................36
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............48
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag....49
Rijden met kinderen in
de auto...............................51
Baby- en kinderzitjes ...........52
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................75
28
*
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.
Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
Draai het bovenste hendeltje van de klemhaken (clips) om de vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de afbeelding.
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle mee­geleverde klemhaken (clips). Voer deze controle altijd uit nadat de vloer van de auto is gereinigd.
Zet de motor uit, zet de selectiehendel
in stand N en trap elk pedaal volledig in om te controleren of de bediening ervan niet wordt gehinderd door de vloermat.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan lei­den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer­matten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde klemhaken
(clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
Voordat u gaat rijden
29
1
Veiligheid en beveiliging
Loading...
+ 476 hidden pages