Toyota Aygo 2017 Owner's Manual [nl]

Overzicht
Veiligheid
1
en beveiliging
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
Instrumenten-
2
Bediening van
3
elk onderdeel
4
Rijden
5
Audiosysteem
Voorzieningen in
6
het interieur
Onderhoud en
7
verzorging
8
Bij problemen
Voertuig-
9
specificaties
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren van de verschillende waarschuwingslampjes en contro­lelampjes, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing of noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index
PZ49X-99P46-NL
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
2
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie .................................6
Over deze handleiding ...................8
Zoekmethoden ...............................9
Overzicht ......................................10
1
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........26
Veilig rijden ..........................28
Veiligheidsgordels................30
SRS-airbags ........................34
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................46
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................48
Baby- en kinderzitjes ...........49
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................59
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............69
1-2. Antidiefstalsysteem
Startblokkering ....................70
2
Instrumentenpaneel
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes ............78
Meters en tellers ..................83
Display aandrijflijnmonitor....85
Bediening van
3
elk onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................... 92
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de portieren
Portieren............................ 102
Achterklep ......................... 107
Smart entry-systeem
met startknop .................. 113
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen ....................... 121
Achterstoelen .................... 123
Hoofdsteunen.................... 125
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel ........................... 126
Binnenspiegel.................... 128
Buitenspiegels
........................................ 129
3-5. Openen en sluiten van
de ruiten en de softtop
Elektrisch bedienbare
ruiten ............................... 131
Zijruiten achter
(5-deurs uitvoeringen)..... 132
Softtop............................... 134
4
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 138
Lading en bagage ............. 147
Rijden met
een aanhangwagen ........ 148
3
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop)....................149
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop)....................152
Multi-Mode Transmissie.....157
Transmissie,
handgeschakelde ............162
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................164
Parkeerrem ........................165
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................166
Schakelaar mistlampen .....170
Ruitenwisser
en -sproeier ....................172
Achterruitenwisser
en -sproeier .....................174
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....176
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense .........180
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)...............186
LDA (Lane Departure
Alert) ................................200
4-6. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Snelheidsbegrenzer...........206
Stop & Start-systeem.........210
Ondersteunende
systemen .........................217
4-7. Rijtips
Rijden in de winter .............223
5
Audiosysteem
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .... 228
Stuurwieltoetsen
audiosysteem.................. 230
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting .............. 231
5-2. Gebruik van
het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ..... 232
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio ................. 234
5-4. Gebruik van een extern
apparaat
Luisteren naar bestanden
op een iPod..................... 239
Afspelen van bestanden
op een USB-geheugen ... 247
Gebruik van
de AUX-aansluiting ......... 254
®
5-5. Gebruik van Bluetooth
-
apparaten
Bluetooth
®
-audio/
telefoon ........................... 255
Gebruik van de
stuurwielschakelaars....... 261
Registreren van een
Bluetooth
®
-apparaat ....... 262
5-6. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(“Bluetooth*”-menu) ........ 263
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(menu TEL) ..................... 267
1
2
3
4
5
6
7
8
9
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
4
5-7. Bluetooth
INHOUDSOPGAVE
®
-audio
Bedienen van een Bluetooth
compatibele draagbare
speler...............................270
®
5-8. Bluetooth
-telefoon
Bellen.................................272
Een telefoongesprek
ontvangen........................274
Voeren van een
telefoongesprek ...............275
5-9. Bluetooth
®
Bluetooth®.........................277
Voorzieningen in
6
het interieur
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning .................284
Automatische
airconditioning .................290
Stoelverwarming ................296
6-2. Gebruik van
de interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........298
• Interieurverlichting .........298
6-3. Gebruik van de opberg-
mogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......299
• Dashboardkastje............300
• Pasjeshouders...............300
• Bekerhouders ................300
• Fleshouders...................301
Voorzieningen
in de bagageruimte..........303
®
in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur ................. 305
• Zonnekleppen ............... 305
• Make-upspiegels........... 305
• Klok............................... 306
• Weergave
buitentemperatuur......... 307
• Accessoireaansluiting ... 308
6-4. Overige voorzieningen
7
Onderhoud en verzorging
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van
uw auto ........................... 310
Reinigen en beschermen
van het interieur van
uw auto ........................... 314
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie .... 317
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren
onderhoud....................... 319
Motorkap ........................... 322
Plaatsen van
de garagekrik .................. 324
Motorruimte ....................... 325
Banden.............................. 337
Bandenspanning ............... 343
Velgen ............................... 345
Interieurfilter ...................... 347
Afstandsbediening/batterij
elektronische sleutel ....... 348
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 351
Lampen ............................. 359
5
Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het multimediasysteem voor meer informatie over de onderstaande uitrusting.
• Audiosysteem • Rear View Monitor-systeem
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel, België www.toyota-europe.com
8
Bij problemen
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...........372
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht..............373
8-2. Stappen die genomen
moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet
worden gesleept ..............375
Als u denkt
dat er iets mis is...............381
Uitschakelsysteem
brandstofpomp ................382
Als een waarschuwings-
lampje gaat branden of een waarschuwingszoemer
klinkt ................................383
Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
reservewiel) .....................393
Als de auto een lekke
band heeft (auto's zonder
reservewiel) .....................406
Als de motor
niet wil aanslaan ..............420
Als de selectiehendel niet
in een andere stand gezet kan worden (auto's met Multi-Mode Transmissie) .422
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's
met Smart entry-systeem
en startknop) ................... 423
Als de accu ontladen is ..... 426
Als uw auto oververhit
raakt ................................ 430
Als de auto vast komt
te zitten ........................... 434
9
Voertuigspecificaties
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.) ................................ 438
Informatie over
brandstof ......................... 451
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met
mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen ...... 453
9-3. Te initialiseren onderdelen
Te initialiseren
onderdelen ...................... 454
Index
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 456
Alfabetische index...................... 460
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6
Ter infor matie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe­passing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk. Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces­soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire van uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder­delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor of garantie verlenen op onderdelen en accessoires die geen origineel Toyota-product zijn, noch voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat schade of slechte prestaties ten gevolge van de toepassing van niet-originele Toyota-onderdelen niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Toyota Safety Sense
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi­ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi­ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vernietigen van uw Toyota
WAARSCHUWING
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemica­liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordel­spanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gor­delspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge­ruste deskundige voordat u uw auto laat vernietigen.
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt, omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar­digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi­natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel­licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver­keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver­anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun­nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid
van kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de rui­ten, de softtop of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de tempe­ratuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
7
8
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor het bedienen van schake­laars en dergelijke (druk­ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling aan (er wordt bij­voorbeeld een klep geopend).
Geeft het onderdeel of de positie aan waarover uitleg wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag worden gedaan of mag gebeuren.
Zoekmethoden
Zoeken op naam
• Alfabetische index ... Blz. 460
Zoeken op montagepositie
• Overzicht ................... Blz. 10
Zoeken op symptoom
of geluid
• Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................. Blz. 456
9
Zoeken op titel
• Inhoudsopgave............ Blz. 2
10
Overzicht
Overzicht
Exterieur
De illustratie geeft de situatie aan voor 5-deurs uitvoeringen en verschilt uiterlijk mogelijk van de 3-deurs uitvoeringen.
1
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 102
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 102
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 131
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
Waarschuwingslampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 387
2
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 107
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 107
Waarschuwingslampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 387
3
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 129
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 129
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 130
Ontwasemen van de spiegels
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 423
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 286, 292
Overzicht
101112
13
14
15
16
4
Ruitenwisser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 172
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 223
5
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 440
6
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 448
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 223
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwings­systeem
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 393, 406
7
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 322
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 322
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 440
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 430
8
Camera
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 359, wattage: Blz. 450)
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
2, 3
*
11
9
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Parkeerlichten voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Dagrijverlichting
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 164
Noodstopsignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 217
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Achteruitrijlichten
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 157, 162
3
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
2
*
/mistachterlichten . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 170
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Indien aanwezig
multimediasysteem.
12
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 149, 152
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 149, 152
Veranderen van de standen van het contact . . . . . . . . . Blz. 149, 154
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 373
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 420
Waarschuwingslampje
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 157, 162
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 157, 162
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 375
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 83
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 83
Instellen van de helderheid van de dashboardverlichting . . . . Blz. 88
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 78
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 383
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 387, 391
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 422
Overzicht
10
11
4
Display aandrijflijnmonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 85
5
Parkeerremhendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 165
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 224
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 383
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 164
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/ dagrijverlichting Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 172, 174
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 172
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 174
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 336
8
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 322
9
Handmatig bediende airconditioning Automatische airconditioning
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 284, 290
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 286, 292
Audiosysteem Multimediasysteem
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 178
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
3
*
/mistachterlichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 170
3
*
3
*
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 228
3, 4
*
. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 284
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 290
13
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
3
*
: Indien aanwezig
4
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
multimediasysteem.
14
10
11
Overzicht
Toetsen (auto's met linkse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 129
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 167
3
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem*1 . . . . . . . . . . . . . .Blz. 211
4
Schakelaar PCS
5
Schakelaar VSC OFF
6
Schakelaars ruitbediening
7
Accessoireaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 308
8
USB-aansluiting
9
AUX-aansluiting
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 372
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
1
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 218
1
*
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 231
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 231
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 339
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 131
Overzicht
15
1
Afstandsbediening audiosysteem
2
Paddle shift-schakelaars
3
Telefoontoetsen
4
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
5
Schakelaar snelheidsbegrenzer
6
Ontgrendelingshendel verstelbare stuurkolom . . . . . . . .Blz. 126
3
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
1, 3
*
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 157
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 230
1
*
. . . . . . . . . . . . .Blz. 200
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
1
*
: Indien aanwezig
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
multimediasysteem.
16
Overzicht
Interieur (auto's met linkse besturing)
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 26
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 121
2
*
Stoelverwarming
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 123
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 125
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 104
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 300
9
Fleshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 301
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 296
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHA­KELDE AIRBAG, omdat het KIND an­ders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 67)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 128
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 305
4
Interieurverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 298
5
Softtopschakelaar
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 305
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 134
17
18
Overzicht
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 149, 152
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 149, 152
Veranderen van de standen van het contact . . . . . . . . . Blz. 149, 154
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 373
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 420
Waarschuwingslampje
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 157, 162
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 157, 162
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 375
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 83
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 83
Instellen van de helderheid van de dashboardverlichting . . . . Blz. 88
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 78
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 383
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 387, 391
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 422
Overzicht
10
11
4
Display aandrijflijnmonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 85
5
Parkeerremhendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 165
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 224
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 383
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 164
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/ dagrijverlichting Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 172, 174
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 172
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 174
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 336
8
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 322
9
Handmatig bediende airconditioning Automatische airconditioning
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 284, 290
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 286, 292
Audiosysteem Multimediasysteem
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 178
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
3
*
/mistachterlichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 170
3
*
3
*
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 228
3, 4
*
. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 284
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 290
19
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
3
*
: Indien aanwezig
4
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
multimediasysteem.
20
10
11
Overzicht
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 129
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 167
3
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem*1 . . . . . . . . . . . . . .Blz. 211
4
Schakelaar PCS
5
Schakelaar VSC OFF
6
Schakelaars ruitbediening
7
Accessoireaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 308
8
AUX-aansluiting
9
USB-aansluiting
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 372
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
1
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 218
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 131
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 231
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 231
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 339
Overzicht
21
1
Afstandsbediening audiosysteem
2
Paddle shift-schakelaars
3
Telefoontoetsen
4
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
5
Schakelaar snelheidsbegrenzer
6
Ontgrendelingshendel verstelbare stuurkolom . . . . . . . .Blz. 126
3
*
: Raadpleeg bij auto's met een multimediasysteem de handleiding voor het
1, 3
*
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 157
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
1, 3
*
. . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 230
1
*
. . . . . . . . . . . . .Blz. 200
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
1
*
: Indien aanwezig
2
*
: Auto's met Multi-Mode Transmissie
multimediasysteem.
22
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 26
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 121
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 123
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 125
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 104
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 300
9
Fleshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 301
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHA­KELDE AIRBAG, omdat het KIND an­ders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 67)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
4
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
5
Softtopschakelaar
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 134
23
24
Overzicht
25
Veiligheid en beveiliging
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........26
Veilig rijden ..........................28
Veiligheidsgordels................30
SRS-airbags ........................34
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................46
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................48
Baby- en kinderzitjes ...........49
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................59
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............69
1-2. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................70
26
*
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
2
Draai het bovenste hendeltje van de klemhaken (clips) om de vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de afbeelding.
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle mee­geleverde klemhaken (clips). Voer deze controle altijd uit nadat de vloer van de auto is gereinigd.
Zet de motor uit, zet de selectiehendel
in stand N en trap elk pedaal volledig in om te controleren of de bediening ervan niet wordt gehinderd door de vloermat.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan lei­den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer­matten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde klemhaken
(clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
Voordat u gaat rijden
27
1
Veiligheid en beveiliging
28
1-1. Voor een veilig gebruik
Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden.
De juiste houding achter het stuur
1
Pas de hoek van de rugleuning zo aan dat u rechtop zit en niet voorover hoeft te leunen om te kunnen sturen. (Blz. 121)
2
Pas de zitting zo aan dat u de pedalen helemaal kunt intrap­pen en dat uw armen licht gebogen zijn bij de ellebogen wanneer u het stuurwiel vast­houdt. (Blz. 121, 126)
3
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 30)
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids­gordel dragen. (Blz. 30) Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 49)
Afstellen van de spiegels
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnenspiegel en de buitenspiegels goed af te stellen. (Blz. 128, 129)
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleu-
ning. Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is, waardoor het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in nega­tieve zin kan worden beïnvloed.
Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de stoelslede, waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit kan leiden tot een ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd raken.
Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich
moe begint te voelen. Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet dwingen om verder te rijden, maar direct een pauze nemen.
29
1
Veiligheid en beveiliging
30
Ontgrendelknop
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Trek de schoudergordel zo ver naar buiten dat de gordel goed tegen de schouder aan ligt en niet van de schouder af glijdt of tegen de nek aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de gordel zo laag mogelijk over de heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop mogelijk in de stoel zit­ten met uw rug stevig tegen de leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheids­gordel niet gedraaid zit.
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
1
2
Maak de veiligheidsgordel vast door de gesp in de gordelslui­ting te drukken totdat u een klik hoort.
De veiligheidsgordel kan wor­den losgemaakt door de ont­grendelknop in te drukken.
Loading...
+ 442 hidden pages