Texas Instruments TI-86 Guidebook [nl]

TI-86 Nederlands
J
E
­TI 86
M4 M5
M3
F1 F2 F3 F4 F5
M1 M2
MODE
QUIT
MORE
EXIT
2nd
INS
x
LINK
alpha
DEL
x-VAR
ALPHA
CLEAR
D
1
-
CUSTOM
TAN
CATLG-VARS
C
1
-
PRGM
COSSIN
1
-
SIMULT
AB
GRAPH TABLE
10
SOLVER POLY
CALC I
(
TAN
H
(
COS
[]
G
EE
SIN
1
-
F
LN
LOG
e
T
O
LIST
MATH
S
N
65
STRNG
CPLX
R
M
89
CONV
VECTR L
Q
7
2
4
CONS P
,
MATRX
K
X
ENTER
ENTRY
STAT
(
3
(
ANS
VW
Z
2
:
U
Y
0
1
BASE TES MEM
CHAR
=
O
ON
ST
RCL
OFF
TI-86
GRAFISCHE REKENMACHINE
HANDLEIDING
Met speciale dank aan:
Ray Barton Olympus High School, Salt Lake City, UT John Cruthirds University of South Alabama, Mobile, AL Fred Dodd University of South Alabama, Mobile, AL Sally Fischbeck Rochester Institute of Technology, Rochester, NY David Hertling Georgia Institute of Technology, Atlanta, GA Millie Johnson Western Washington University, Bellingham, WA Dennis Pence Western Michigan University, Kalamazoo, MI Thomas Read Western Washington University, Bellingham, WA Michael Schneider Belleville Area College, Belleville, IL Bert K. Waits The Ohio State University, Columbus, OH
ii
Met dank aan de volgende medewerkers van Texas Instruments voor hun bijdrage:
Randy Ahlfinger, Chris Alley, Rob Egemo, Susan Gullord, Doug Harnish, Eric Ho, Darrell Johnson, Carter
Johnston, Paul Leighton, Stuart Manning, Nelah McComsey, Pat Milheron, Charley Scarborough, Jan Stevens,
Robert Whisenhunt, Gary Wicker
Copyright © 1997 Texas Instruments Incorporated.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines CorporationMacintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
Handelsmerk van Texas Instruments Incorporated.
è
Belangrijk
Texas Instruments makes no warranty, either expressed or implied, including but not limited to any implied warranties of merchantability and fitness for a particular purpose, regarding any programs or book materials and makes such materials available solely on an “as-is” basis.
In no event shall Texas Instruments be liable to anyone for special, collateral, incidental, or consequential damages in connection with or arising out of the purchase or use of these materials, and the sole and exclusive liability of Texas Instruments, regardless of the form of action, shall not exceed the purchase price of this equipment. Moreover, Texas Instruments shall not be liable for any claim of any kind whatsoever against the use of these materials by any other party.

Inhoudsopgave

iii
Snelle start met de TI-86 ............................................ 1
Uw nieuwe TI-86 gebruiksklaar maken ................................. 2
Plaatsen van de AAA-batterijen.......................................... 2
Aan- en uitzetten van de TI-86............................................ 2
Het contrast bijstellen.......................................................... 3
Het hele geheugen wissen en beginwaarden instellen .... 3
Rekenen in het beginscherm ................................................... 3
Berekening van de sinus van een getal.............................. 3
De laatst verkregen uitkomst in een variabele opslaan... 4
Gebruik van een variabele in een expressie ..................... 4
Een expressie bewerken ..................................................... 5
Een complex getal als resultaat weergeven...................... 5
Gebruik van een lijst in een functie ................................... 6
Weergave van het gehele deel van reële getallen ............. 6
Verwijderen (verlaten) van een menu ............................... 7
De wortel berekenen ........................................................... 8
Afgeleiden berekenen .......................................................... 8
Uit het geheugen ophalen, bewerken en opnieuw
berekenen van de laatst ingevoerde gegevens ................. 9
Converteren van graden Fahrenheit naar graden
Celsius ................................................................................... 9
Opslaan in een vergelijkingsvariabele van een niet-
uitgewerkte expressie........................................................ 10
Tekenen van grafieken op het grafische scherm.................11
Invoeren en weergeven van grafieken van functies in
de vergelijkingeneditor ......................................................11
De tekenstijl voor een grafiek van een functie
wijzigen ................................................................................12
Weergave van de grafiek van een functie op
het scherm ...........................................................................12
De grafiek van een functie traceren .................................13
y-Waarde (tijdens traceren) berekenen voor een
specifieke x-waarde............................................................14
Wijzigen van de waarde van een venstervariabele .........14
Selectie van een functie ongedaan maken.......................15
Inzoomen op een deel van het grafische scherm............16
Hoofdstuk 1: Bedienen van de TI-86 ........................ 17
Plaatsen of vervangen van de batterijen ..............................18
Wanneer moeten de batterijen worden vervangen......... 18
Aan en uit zetten van de TI-86...............................................19
Het contrast van het scherm instellen ..................................20
Het beginscherm .....................................................................20
Tonen van ingevoerde waarden en antwoorden............. 21
Invoeren van getallen..............................................................22
Invoeren van negatieve getallen .......................................22
Wetenschappelijke of technische notatie ........................22
Invoeren van complexe getallen .......................................23
iv
Inhoudsopgave TI--86
Invoeren van andere tekens .................................................. 23
nd
- toets ......................................................................... 23
De 2
De ALPHA-toets.................................................................. 24
ALPHA-lock en alpha-lock ................................................ 24
Invoegen, verwijderen en wissen van tekens ................. 25
Gewone cursors.................................................................. 25
Pijltjestoetsen .....................................................................26
Invoeren van expressies en instructies................................ 26
Invoeren van een expressie............................................... 26
Gebruik van functies in expressies .................................. 27
Invoeren van een instructie............................................... 28
Invoeren van functies, instructies en
bewerkingstekens .............................................................. 28
Invoeren van opeenvolgende ingevoerde waarden........ 29
‘Bezig’-indicatie................................................................... 29
Onderbreken van een berekening of grafiek .................. 29
Foutmeldingen ........................................................................ 30
Verbeteren van een fout .................................................... 30
Werken met laatst ingevoerde instructie of expressie
en met het laatst verkregen antwoord ................................. 31
De laatst ingevoerde instructie of expressie
terughalen ........................................................................... 31
Terughalen en veranderen van de laatst ingevoerde
instructie of expressie ....................................................... 31
Terughalen van eerder ingevoerde waarden................... 32
Terughalen van meerdere ingevoerde waarden ............. 32
Wissen van de geheugenpositie van ENTRY................... 32
Terughalen van het laatste antwoord .............................. 33
Gebruik van Ans voorafgaand aan een functie ...............33
Benoemen van antwoorden in een variabele ..................34
Gebruik van TI-86-menu’s......................................................34
Weergeven van een menu ..................................................34
De menutoetsen ..................................................................35
Selecteren van een menu-optie .........................................35
Verlaten van een menu....................................................... 37
Bekijken en veranderen van mode........................................37
De instelling wijzigen .........................................................38
Hoofdstuk 2: CATALOGUS, variabelen en tekens... 41
DE CATALOGUS ....................................................................42
Het CUSTOM-menu.................................................................43
Invoeren van CUSTOM-menu-opties................................43
Verwijderen van CUSTOM-menu-opties ..........................44
Gegevens in variabelen opslaan ............................................ 44
Een variabele aanmaken.................................................... 45
Een waarde in een variabele opslaan...............................45
Een niet-uitgevoerde berekening opslaan .......................46
Een antwoord opslaan .......................................................46
De waarde van een variabele kopiëren............................47
De waarde van een variabele weergeven.........................47
De waarde van een variabele opnieuw ophalen .............47
Ordenen van variabelen volgens gegevenstype................... 48
Het CATLG-VARS-menu (variabelencatalogus).............. 49
Kiezen van een naam..........................................................50
Een variabele uit het geheugen verwijderen ...................50
Het CHAR-menu ......................................................................51
Het CHAR MISC-menu (diversen) ....................................51
Inhoudsopgave TI--86
v
Het CHAR GREEK-menu (Grieks) ................................... 51
Het CHAR INTL-menu (internationaal)........................... 52
Een klinker wijzigen .......................................................... 52
Hoofdstuk 3: Wiskundige functies differentiëren
en integreren, en logische functies........................... 53
Wiskundige functies van het toetsenbord............................ 54
Het MATH-menu ..................................................................... 55
Het MATH NUM-menu (getal) .......................................... 55
Het MATH PROB-menu (kans)......................................... 56
Het MATH ANGLE-menu (hoek)...................................... 57
Het MATH HYP-menu (hyperbolische functies) ............ 57
Het MATH MISC-menu (overige) ..................................... 58
De editor voor inter-/extrapolatie .................................... 59
Het CALC-menu (analyse) ..................................................... 60
Het TEST-menu (relaties)...................................................... 61
Gebruik van logische functies in expressies en
instructies............................................................................ 62
Hoofdstuk 4: Constanten, conversies, talstelsels,
complexe getallen ...................................................... 63
Werken met ingebouwde en door gebruiker gecreëerde
constanten ............................................................................... 64
Het CONS-menu (constanten) .......................................... 64
Het CONS BLTIN-menu (ingebouwde constanten) ....... 64
Aanmaken of herdefiniëren van een door de
gebruiker gecreëerde constante....................................... 66
Het Constant- Editor-menu (constanteneditor) ............. 67
Invoeren van een constante in een expressie ................. 67
Converteren van maateenheden............................................68
Converteren van een maateenheid ...................................68
Het CONV-menu (conversies)...........................................69
Het CONV LNGTH-menu (conversie lengte)...................69
Het CONV AREA-menu (conversie oppervlakte) ...........69
Het CONV VOL-menu (conversie volume) .....................70
Het CONV TIME-menu (conversie tijd) ..........................70
Het CONV TEMP-menu (conversie temperatuur) .........70
Het CONV MASS-menu (conversie massa).....................71
Het CONV FORCE-menu (conversie krachten) .............71
Het CONV PRESS-menu (conversie druk) .....................71
Het CONV ENRGY-menu (conversie energie) ................71
Het CONV POWER-menu (conversie vermogen) ..........71
Het CONV SPEED-menu (snelheid) ................................. 72
Converteren van een waarde uitgedrukt als
verhouding........................................................................... 72
Talstelsels.................................................................................72
Grenzen talstelsels..............................................................73
Eén- en tweecomplementen ..............................................73
Het Number BASE-menu (talstelsels).............................73
Het Base Õ-Ú-menu (hexadecimale tekens) ....................74
Invoeren van hexadecimale getallen................................74
Het BASE TYPE-menu (type stelsel)................................75
Toekennen van een talstelsel aan een getal ....................75
Het BASE CONV-menu (conversie).................................76
Het BASE BOOL-menu.......................................................77
Oplossingen van Boolese bewerkingen ...........................77
Het BASE BIT-menu...........................................................78
vi
Inhoudsopgave TI--86
Werken met complexe getallen............................................. 78
Complexe resultaten.......................................................... 79
Het gebruik van een complex getal in een expressie..... 80
Het CPLX-menu (complexe getal).................................... 80
Hoofdstuk 5: Grafieken van functies........................ 83
Definiëren van een grafiek..................................................... 84
Instellen van de grafische mode ........................................... 84
Het GRAPH-menu (grafiek)................................................... 85
Gebruik van de vergelijkingeneditor .................................... 86
Het menu van de vergelijkingeneditor (GRAPH y(x)=). 87
Invoeren van een functie in de vergelijkingeneditor...... 88
Opmerkingen over het invoeren van functies................. 88
Kiezen van tekenstijlen...................................................... 89
Instellen van tekenstijlen in de vergelijkingeneditor ..... 91
Gebruik van arceringen om functies te onderscheiden. 91
Aan en uit zetten en bekijken van statistische
grafieken.............................................................................. 92
Instellen van de venstervariabelen voor het grafische
scherm...................................................................................... 92
Ophalen van de venstereditor........................................... 93
Wijzigen van de waarde van een venstervariabele......... 93
Instellen van tekennauwkeurigheid met @x en @y ......... 93
Instellen van het type grafiek ................................................ 94
Weergeven van een grafiek.................................................... 96
Het tekenproces van een grafiek onderbreken of
stopzetten............................................................................ 96
Een bestaande grafiek veranderen................................... 97
Tekenen van een familie krommen ..................................97
Smart Graph ........................................................................98
Hoofdstuk 6: Grafische hulpmiddelen ...................... 99
Grafische hulpmiddelen op de TI-86 ..................................100
Het GRAPH-menu .............................................................100
Gebruik van de vrij bewegende cursor ..........................101
Tekennauwkeurigheid van de grafiek ............................101
Een grafiek traceren .............................................................102
Venstervariabelen wijzigen tijdens traceren .................103
Stoppen en hervatten van traceren.................................103
De afmetingen van het grafiekenscherm met de ZOOM-
functie aanpassen..................................................................103
Het GRAPH ZOOM-menu................................................. 104
Definiëren van een eigen zoom-in...................................105
Zoomfactoren instellen .................................................... 106
In- en uitzoomen op een grafiek......................................106
Opslaan en opnieuw oproepen van
zoomvenstervariabelen ....................................................108
Het gebruik van interactieve rekenfuncties....................... 108
Het GRAPH MATH-menu................................................. 109
Instellingen die invloed hebben op GRAPH MATH-
bewerkingen......................................................................110
Het gebruik van ROOT, FMIN, FMAX en INFLC ..........110
Gebruik van f(x), DIST en ARC .....................................111
Gebruik van dy/dx en TANLN .........................................113
Gebruik van ISECT...........................................................113
Het gebruik van YICPT.....................................................114
Inhoudsopgave TI--86
vii
Een functie evalueren voor een gegeven x........................ 115
Tekenen in een grafiek......................................................... 116
Voordat u op een grafiek gaat tekenen.......................... 116
Opslaan en opnieuw oproepen van getekende figuren 117
Getekende figuren wissen............................................... 117
Het GRAPH DRAW-menu................................................ 118
Het arceren van gebieden van een grafiek .................... 120
Een lijn tekenen................................................................ 120
Een verticale of horizontale lijn tekenen ...................... 121
Het tekenen van een cirkel.............................................. 121
Het tekenen van een (inverse) functie of raaklijn........ 122
Het tekenen van punten, lijnen en krommen................ 123
Het plaatsen van tekst in een grafiek............................. 123
Punten aan en uit zetten .................................................. 124
Hoofdstuk 7: Tabellen ............................................. 125
Het weergeven van een tabel .............................................. 126
TABEL-menu..................................................................... 126
De tabel ............................................................................. 126
Door een tabel bewegen.................................................. 127
Het opstellen van een tabel ................................................. 129
Het weergeven en veranderen van afhankelijke
variabelen met vergelijkingen......................................... 130
Wissen van een tabel ............................................................ 130
Hoofdstuk 8: Grafieken beschreven in
poolcoördinaten ....................................................... 131
Inleiding: grafieken beschreven in poolcoördinaten........ 132
Het definiëren van een grafiek beschreven in
poolcoördinaten.................................................................... 133
Overeenkomsten tussen de grafische instellingen .......133
Instellingen voor het tekenen van grafieken
beschreven in poolcoördinaten.......................................133
Het GRAPH-menu .............................................................134
Het weergeven van de editor voor vergelijkingen in
poolcoördinaten................................................................ 134
Instellen van de venstervariabelen in het grafische
scherm................................................................................134
Instellen van de tekenstijl................................................135
Het weergeven van de grafiek.........................................135
Het gebruik van grafische hulpmiddelen in de grafische
mode pol.................................................................................136
De vrij bewegende cursor................................................136
Traceren van een grafiek van een vergelijking in
poolcoördinaten................................................................ 136
Verplaatsen van de traceercursor naar een q-waarde..137
Het gebruik van de zoomfunctie .....................................137
Het GRAPH MATH-menu................................................. 138
Het uitwerken van een vergelijking voor een
bepaalde q-waarde............................................................138
Tekenen in een grafiek beschreven in
poolcoördinaten................................................................ 138
Hoofdstuk 9: Parameterkrommen........................... 139
Inleiding: parameterkrommen .............................................140
Het definiëren van een parameterkromme ........................ 142
Overeenkomsten tussen grafische instellingen.............142
Het instellen van de parameterkrommenmode.............142
Het GRAPH-menu (grafisch)...........................................142
viii
Inhoudsopgave TI--86
Het weergeven van de parametervoorstellingeneditor 143 Selectie van een parametervoorstelling aan of
uit zetten............................................................................ 143
Het verwijderen van een parameterkromme ................ 144
Het instellen van de venstervariabelen van het
grafische scherm .............................................................. 144
Het instellen van de tekenstijl ........................................ 145
Het weergeven van de grafiek ........................................ 145
Het gebruik van grafische hulpmiddelen in de
param-mode........................................................................... 145
De vrij bewegende cursor ............................................... 145
Het traceren van een parameterkromme ...................... 146
Het plaatsen van de traceercursor op een t-waarde .... 147
Het gebruik van zoomfuncties........................................ 147
Het GRAPH MATH-menu ................................................ 148
Het berekenen van een vergelijking voor een
bepaalde waarde van t..................................................... 148
Het tekenen op een parameterkromme......................... 148
Hoofdstuk 10: Differentiaalvergelijkingen ............ 149
Het definiëren van een differentiaalvergelijking............... 150
Overeenkomsten tussen de grafische instellingen....... 150
Het instellen van de grafische mode voor een
differentiaalvergelijking .................................................. 150
Het GRAPH-menu............................................................. 151
Het instellen van de tekenstijl ........................................ 151
De editor van de differentiaalvergelijkingen
weergeven ......................................................................... 153
De venstervariabelen van het grafische scherm
instellen..............................................................................154
De beginwaarden instellen ..............................................155
De assen instellen .............................................................155
Tips voor het tekenen van differentiaalvergelijkingen.156
De ingebouwde variabele fldPic .....................................156
De grafiek weergeven.......................................................157
Differentiaalvergelijkingen invoeren en oplossen.............158
Tekenen in de SlpFld-instelling.......................................158
Een vergelijking omzetten in een stelsel van de
eerste-orde......................................................................... 160
Tekenen in de DirFld-instelling.......................................160
Een stelselvergelijking in de FldOff-instelling
tekenen...............................................................................162
Een differentiaalvergelijking oplossen voor een
opgegeven waarde ............................................................164
Het gebruik van grafische hulpmiddelen in de
DifEq-mode ............................................................................ 164
De vrij bewegende cursor................................................164
De grafiek van de oplossing van een
differentiaalvergelijking traceren ...................................164
De traceercursor naar een t-waarde verplaatsen..........165
Tekenen in een grafiek van een
differentiaalvergelijking...................................................165
Een oplossing van een vergelijking tekenen en
oplossingen in lijsten opslaan .........................................165
ZOOM-opties gebruiken ...................................................167
Inhoudsopgave TI--86
ix
Interactief oplossingen tekenen met EXPLR................ 168
Berekeningen voor een opgegeven t.............................. 170
Hoofdstuk 11: Lijsten .............................................. 171
Lijsten op de TI-86................................................................ 172
Het LIST-menu (lijsten) ................................................... 173
Het LIST NAMES-menu (lijstnamen)............................. 173
Lijsten maken, opslaan en weergeven................................ 174
Een lijst rechtstreeks in een expressie invoeren.......... 174
Een lijstnaam aanmaken door een lijst op te slaan...... 175
Het weergeven van elementen opgeslagen onder
een lijstnaam..................................................................... 175
Het weergeven of gebruiken van een enkel
element van een lijst ........................................................ 176
Het opslaan van een nieuwe waarde in een
element van de lijst .......................................................... 176
Complexe elementen in een lijst .................................... 177
De List Editor (lijsteditor) ................................................... 177
Het LIST EDITOR-menu (lijsteditor) ............................. 178
Het aanmaken van een lijstnaam in een niet-
benoemde kolom.............................................................. 178
Het tussenvoegen van een lijstnaam in de lijsteditor... 179 Het weergeven en veranderen van een element
van een lijst ....................................................................... 179
Het verwijderen van elementen uit een lijst ................. 180
Het verwijderen van een lijst uit de lijsteditor.............. 180
Het LIST OPS-menu (wijzigingen) ...................................... 181
Het gebruik van wiskundige functies in lijsten ................. 184
Het koppelen van een formule aan een lijstnaam............. 185
De vergelijking tussen een gekoppelde en een
gewone lijst........................................................................186
Een formule koppelen met gebruikmaking van de
lijsteditor............................................................................186
Het gebruik van de lijsteditor als lijsten met
gekoppelde formules worden weergeven......................187
Het uitvoeren en weergeven van gekoppelde
formules .............................................................................188
Herstellen van fouten veroorzaakt door gekoppelde
formules .............................................................................188
Het ontkoppelen van een formule en een lijstnaam .....189
Het veranderen van een element van een lijst die
aan een formule is gekoppeld .........................................189
Hoofdstuk 12: Vectoren ........................................... 191
Creëren van een vector ........................................................192
Het VECTR)-menu (vector).............................................193
Het VECTR NAMES-menu (namen) ............................... 193
Een vector maken in de vectoreditor.............................193
Het Vector Editor-menu (vectoreditor) .........................194
Een vector maken in het beginscherm...........................194
Een vector met complexe elementen maken ................195
Het weergeven van een vector ............................................195
Het wijzigen van de afmeting en de elementen van een
vector......................................................................................196
Het verwijderen van een vector ..........................................197
Gebruik van een vector in een expressie ...........................197
Het gebruik van wiskundige functies in relatie tot
een vector .......................................................................... 198
x
Inhoudsopgave TI--86
Het VECTR MATH-menu (wiskundig)........................... 199
Het VECTR OPS-menu (wijzigingen)............................. 199
Het VECTR CPLX-menu (complex) ............................... 201
Hoofdstuk 13: Matrices ........................................... 203
Creëren van een matrix........................................................ 204
Het MATRX-menu (matrix)............................................. 204
Het MATRX NAMES-menu (namen).............................. 204
Creëren van een matrix in de matrixeditor................... 204
Het matrixeditor-menu .................................................... 206
Invoeren van een matrix in het beginscherm ............... 206
Invoeren van een complexe matrix................................ 207
Weergeven van matrixelementen, rijen en submatrices .. 207
Wijzigen van matrixafmetingen en -elementen ................. 208
Verwijderen van een matrix ................................................ 209
Gebruik van een matrix in een expressie .......................... 209
Toepassen van wiskundige functies op matrixces....... 210
Het MATRX MATH- menu (wiskundig) ......................... 211
Het MATRX OPS-menu (bewerkingen) ......................... 212
Het MATRX CPLX-menu (complex) .............................. 214
Hoofdstuk 14: Statistiek ......................................... 215
Statistische analyse op de TI-86 ......................................... 216
Een statistische analyse opzetten....................................... 216
Het STAT-menu (Statistiek)............................................ 216
De statistische gegevens invoeren...................................... 217
Het STAT CALC-menu (Berekeningen)........................ 217
Automatische opslag regressievergelijking................... 219
Resultaten van een statistische analyse ........................220
STAT VARS-menu (statistische variabelen).................. 220
Statistische gegevens tekenen.............................................222
Het STAT PLOT Status Screen (statusscherm).............223
Het STAT PLOT-menu......................................................223
Een statistische grafiek opstellen...................................224
Een statistische grafiek aan- en uitzetten ......................224
Een grafiektype kiezen.....................................................225
Kenmerken van grafiektypen ..........................................226
Het STAT DRAW-menu.........................................................229
Een statistische waarde voorspellen .................................. 230
Hoofdstuk 15: Oplossen van vergelijkingen........... 233
Inleiding: de vergelijkingenoplosser ................................... 234
Een vergelijking invoeren in de invoereditor voor
vergelijkingen ........................................................................235
Instellen van de interactieve oplossereditor......................236
Waarden van variabelen invoeren ..................................237
De oplossing begrenzen en het geven van
een schatting .....................................................................237
De vergelijking bewerken ................................................238
De vergelijking voor de onbekende oplossen....................239
De oplossing grafisch weergegeven....................................240
Het Solver-menu (oplosser).............................................241
Grafische hulpmiddelen in de oplosser ..............................241
Het ZOOM-menu van de oplosser ...................................242
Het vinden van nulpunten van polynomen.........................242
Een polynoom invoeren en oplossen .............................242
Een polynoom-coëfficiënt of een nulpunt opslaan
in een variabele .................................................................243
Inhoudsopgave TI--86
xi
De oplosser voor stelsels vergelijkingen ........................... 244
Het invoeren van stelsels vergelijkingen....................... 244
coëfficiënten van een vergelijking en oplossingen
in variabelen opslaan ....................................................... 246
Hoofdstuk 16: Programmeren ................................. 247
Programmeren op de TI-86.................................................. 248
Het PRGM-menu............................................................... 248
Een programma oproepen in de programma-editor .... 248
Het programma-editormenu............................................ 249
Het PRGM I/O-menu (Input/Output).............................. 249
Het PRGM CTL-menu ...................................................... 252
Een commandoregel invoeren........................................ 255
Menu’s en schermen in de programma-editor .............. 255
Geheugenbeheer en een programma wissen ................ 255
Een programma uitvoeren................................................... 256
Voorbeeld van een programma....................................... 256
Een programma onderbreken......................................... 258
Met programma’s werken .................................................... 258
Een programma bewerken.............................................. 258
Een programma vanuit een ander programma
aanroepen.......................................................................... 259
Een programma naar een ander programma
kopiëren............................................................................. 260
Variabelen in één programma gebruiken en wissen .... 260
Het diagram met toetscodes ........................................... 261
Een assembleertaalprogramma ophalen en uitvoeren..... 261
Strings invoeren en opslaan.................................................263
Het STRNG-menu (String)..............................................263
Strings gebruiken..............................................................264
Hoofdstuk 17: Geheugenbeheer.............................. 265
Beschikbaar geheugen controleren ....................................266
Het MEM-menu (geheugen).............................................266
Het geheugengebruik controleren ..................................266
Onderdelen van het geheugen wissen ................................267
Het MEM DELET-menu (wissen) ...................................267
De TI-86 resetten...................................................................268
Het MEM RESET-menu (reset)......................................268
ClrEnt (wissen invoer).....................................................269
Hoofdstuk 18: De TI-86-link.................................... 271
Verbindingsmogelijkheden met de TI-86 ...........................272
Verbinding tussen twee TI-86’s.......................................272
Verbinding tussen een TI-85 en een TI-86 ..................... 272
Verbinding tussen een TI-86 en een CBL- of CBR-
systeem ..............................................................................273
Verbinding tussen een TI-86 en een PC of een
Macintosh ..........................................................................273
Ophalen van programma’s van het Internet ..................273
De TI-86 koppelen aan een ander apparaat...................274
Het LINK-menu .................................................................274
Selecteren van te verzenden gegevens ...............................275
Het LINK SEND-menu...................................................... 275
Een geheugen-Back-up maken........................................276
xii
Inhoudsopgave TI--86
Kiezen van te verzenden variabelen............................... 277
Het SEND WIND-scherm (venstervariabelen).............. 278
Overdracht van variabelen naar een TI-85.................... 279
Het LINK SND85-menu (gegevens zenden naar
de TI-85) ............................................................................ 279
Het ontvangende apparaat voorbereiden .......................... 279
Gegevens verzenden............................................................. 280
Verzonden gegevens ontvangen.......................................... 280
Transmissies herhalen voor meerdere apparaten........ 281
Foutcondities.................................................................... 282
Onvoldoende geheugen bij de ontvangende unit ......... 282
Hoofdstuk 19: Toepassingen ................................... 283
Gebruiken van wiskundige bewerkingen met matrices... 284
De oppervlakte tussen curven berekenen ......................... 285
Hoofdstelling van de integraalrekening ............................. 286
Elektrische schakelingen..................................................... 287
Het programma: de Sierpinski-driehoek............................ 290
Het programma: de Taylor-reeks ........................................ 291
Karakteristieke veelterm en eigenwaarden....................... 293
Convergentie van machtreeksen ........................................ 296
Reservoirprobleem ............................................................... 297
Prooi-/roofdiermodel............................................................ 299
Hoofdstuk 20: Alfabetisch naslagregister
Functies en instructies............................................ 303
Snel zoeken............................................................................ 304
Alfabetische lijst van bewerkingen..................................... 308
Bijlage ....................................................................... 431
TI-86 overzicht menu’s ......................................................... 432
Problemen oplossen .............................................................444
Foutmeldingen.......................................................................445
Bewerkingssysteem voor vergelijkingen (EOSé).............450
Impliciete vermenigvuldiging..........................................451
Haakjes...............................................................................451
TOL (de tolerantie-editor)....................................................451
Nauwkeurigheid van berekeningen ....................................452
Productinformatie, service en garantie TI .........................453
Product en service-informatie TI ....................................453
Informatie over service en garantie................................453

Snelle start met de TI-86

Uw nieuwe TI-86 gebruiksklaar maken ......................................2
Rekenen in het beginscherm ......................................................3
Tekenen van grafieken op het grafische scherm....................... 11
-
TI 86
M3
M1 M2
F1 F2 F3 F4 F5
M4 M5
2
Als de TI-86 circa vier minuten niet wordt gebruikt, schakelt deze vanzelf uit.
Snelle start met de TI-86
Uw nieuwe TI-86 gebruiksklaar maken
De beknopte voorbeelden in dit hoofdstuk lichten enkele algemene TI-86-functies toe. Voordat u begint, moeten de batterijen worden geplaatst. De rekenmachine moet worden aangezet, het contrast worden ingesteld, het geheugen gewist en de standaardwaarden worden ingesteld. Hoofdstuk 1 gaat dieper op deze onderwerpen in.
Plaatsen van de AAA-batterijen
In de verpakking van de TI-86 bevinden zich vier AAA-batterijen. Haal de batterijen uit de verpakking en plaats ze in het batterijcompartiment aan de achterzijde van de rekenmachine. Plaats de batterijen volgens het polariteitsdiagram (+ en
Aan- en uitzetten van de TI-86
Druk op ^ om de TI-86 aan te zetten. De ^-toets bevindt zich linksonder op het toetsenbord. De invoercursor ( Å ) knippert nu in de linkerbovenhoek van het scherm. Als de cursor niet zichtbaar is, moet het contrast worden bijgesteld (zie volgende bladzijde).
Druk op - en vervolgens de toets onder
(^) om de rekenmachine uit te
OFF
zetten. In deze handleiding worden rechte haken ( ã en ä ) gebruikt om combinaties van toetsen met - en 1aan te geven. Bijvoorbeeld: om de TI­86 uit te zetten, druk op - ã
OFF
ä.
).
N
=
RCL
BASE
ST
O
1
OFF
CHAR
ON
0
U
Y
Als de toetsen $ of # tijdens he
t
bijstellen van het contrast worden losgelaten, moet opnieuw op worden gedrukt om door te gaan met het bijstellen.
In deze handleiding worden rechte haken combinaties van toetsen met en drukken toets bevindt zich onder het woord dat is omsloten door rechte haken.
ä
ã
) gebruikt
(
en
. aan te geven. De in te
1
-
om
-
Snelle start met de TI-86
3
Het contrast bijstellen
1 Druk op de gele --toets en laat deze los.
MODE
alpha
ALPHA
QUIT
EXIT
LINK
x-VAR
MORE
x
INS
DEL
2nd
2 Houd $ of # ingedrukt (onder en boven het contrastsymbool).
Houd $ ingedrukt voor een donkerdere weergave.Houd # ingedrukt voor een lichtere weergave.
Het hele geheugen wissen en beginwaarden instellen
Druk op - ™ ( & ) om het hele geheugen te wissen en de beginwaarden in te stellen. De meldingen
Mem cleared
en
Defaults set
in het beginscherm geven aan dat het geheugen is gewist en de beginwaarden zijn ingesteld. Het is mogelijk dat het contrast na het wissen van het geheugen moet worden bijgesteld.
Rekenen in het beginscherm
Voordat u begint, moet het hele geheugen worden gewist en moeten de beginwaarden worden ingesteld. Dit is nodig om de schermvoorbeelden te krijgen die bij de behandeling van de voorbeelden in dit hoofdstuk worden getoond. Druk op : om het scherm te wissen (behalve bij de voorbeelden over het ophalen van eerder ingevoerde waarden en bij de voorbeelden met het gehele deel). Als het geheugen niet is gewist, kan het scherm van de TI-86 afwijken van het scherm naast de gegeven voorbeelden.
Berekening van de sinus van een getal
1
Voer de sinusfunctie in. (
:) =
2
Voer een waarde in. U kunt ook een expressie
D - ~ F
4
E
invoeren. Deze wordt na het indrukken van
berekend.
b
4
Snelle start met de TI-86
Na de berekening verplaatst de cursor zich automatisch naar de volgende regel voor eventueel nieuw in te voeren gegevens.
Als de TI-86 een expressie uitwerkt of berekent, wordt de uitkomst automatisch in de ingebouwde variabele
opgeslagen.
wordt dan vervangen. Als ALPHA-lock aanstaat worden
de letters die in blauw boven de toetsen staan, geactiveerd en op het scherm weergegeven als de toetsen eronder worden ingedrukt. Bijvoorbeeld druk op om een V in te voeren.
Ans
De vorige waarde
Z
3 Bereken de uitkomst. De sinus van p/4 wordt
b
rechts op het scherm weergegeven.
De laatst verkregen uitkomst in een variabele opslaan
1 Plaats het bewaarsymbool ( ) op het scherm.
Omdat een waarde vóór het bewaarsymbool
(
) moet worden ingevoerd en dat hier niet
werd gedaan, plaatste de TI-86 automatisch
vóór
op het scherm
2 Voer de naam van de variabele in waaronder u
de laatste uitkomst wilt opslaan. ALPHA-lock staat aan.
3 Sla de laatste uitkomst op in de variabele. De
opgeslagen waarde wordt op de volgende regel weergegeven.
(:)
X
Ans
ãVä
b
Gebruik van een variabele in een expressie
1 Voer de variabele in en kwadrateer deze. (:)
1 ã I
2 Bereken. De in de variabele V opgeslagen
waarde wordt gekwadrateerd en weergegeven.
b
Voor het uitwerken of berekenen van een expressie is het niet nodig de cursor naar het einde van de regel te verplaatsen.
Een expressie bewerken
1 Voer de expressie
2 Wijzig
3.2
in
(25+14)(4N
. ! ! ! ! 2 "
2.3
3 Plaats de cursor aan het begin van de
expressie en voeg een waarde in. De cursor knippert tussen
en 25.
3
4 Druk op Enter. De uitkomst wordt
weergegeven.
in. (:)
3.2)
D
\ 14 E
25
D
T 3 ` 2 E
4
- ! - p
b
Snelle start met de TI-86
3 3
5
a
maakt een waarde
tegengesteld, zoals in
T
trekt af, zoals in 5N2=3.
Een serie puntjes (...) geeft aan dat de uitkomst langer is dan het scherm kan tonen.
2.
L
Een complex getal als resultaat weergeven
1 Voer de logaritmefunctie in. (:) B
2 Voer een negatief getal in. D a 2 E
3 Druk op Enter. Het resultaat wordt
weergegeven als een complex getal.
b (druk op " om de rest van het resultaat te zien)
6
Snelle start met de TI-86
Gebruik van een lijst in een functie
1 Voer de exponentiële functie in. (: ) -
Geef het LIST-menu weer en kies
2
vervolgens de accolade
TI-86 het begin van een lijst aan.
({ ). { geeft op de
- ”
&
LIST
-menu
Een serie puntjes (...) geeft aan dat de uitkomst langer is dan het scherm kan tonen.
3 Voer de elementen van de lijst in. Plaats een
komma tussen de getallen.
4 Kies ( } ) uit het
lijst aan te geven.
5 Bereken. De uitkomsten van
5de, 10de en 15de macht, worden als lijstelementen weergegeven.
-menu om het eind van de
LIST
verheven tot de
e
Weergave van het gehele deel van reële getallen
Geef het
1
menu vervangt automatisch het het vorige voorbeeld.)
2 Kies
geven. Het
NUM
-menu weer. (Het
MATH
om het
NUM
wordt gemarkeerd.
MATH NUM
-menu schuift omhoog en
MATH
-
MATH
-menu uit
LIST
-menu weer te
P 10 P
5
'
b
(druk op " om de rest te zien)
- Œ
MATH
&
MATH NUM
15
-menu
-menu
Snelle start met de TI-86
7
3 Kies de
het
MATH
geplaatst. (Eerder ingevoerde gegevens blijven op het scherm staan om het effect van de vorige uitkomst beter te kunnen zien.)
4 Plaats
uitkomsten van het voorgaande voorbeeld is opgeslagen in
5 Toon het gehele deel van de elementen van de
lijst uit het voorgaande voorbeeld.
-functie (voor het gehele deel) van
iPart
-menu.
op de cursorpositie. (De lijst met
Ans
Ans
wordt op het scherm
iPart
.)
iPart
op
Verwijderen (verlaten) van een menu
1 In het vorige voorbeeld werden het
menu en het (- Œ &).
2 Verwijder het
scherm.
3 Verwijder ook het
MATH NUM
MATH NUM
-menu weergegeven.
-menu van het
-menu van het scherm. .
MATH
MATH
-
'
- ¡
b (druk op "
om de rest te zien)
.
8
Snelle start met de TI-86
De wortel berekenen
1 Plaats het wortelteken op het scherm. (: ) - ˆ
2 Voer een waarde in.
3 Bereken de expressie. De wortel van
144
wordt
weergegeven.
Afgeleiden berekenen
1 Roep het
.
der1
2 Voer een expressie (
voor een bepaalde waarde (
3 Bereken. De waarde van de eerste afgeleide
2
van
voor x is 8 wordt weergegeven.
x
-menu op en kies vervolgens
CALC
2
), in een variabele (x),
x
) in.
8
144
b
(: )
- †
(
2 I P 2 P
E
8
b
b
Als u op TI-86 de ingevoerde expressie of instructie op in het ingebouwde geheugen, onder de naam
.
ENTRY
drukt,
slaat de
Snelle start met de TI-86
Uit het geheugen ophalen, bewerken en opnieuw berekenen van de laatst ingevoerde gegevens
1 Haal de laatst ingevoerde gegevens uit het
vorige voorbeeld op. (Deze werden niet gewist.)
2 Wijzig de opgehaalde gegevens. ! !
- ¢
3
9
Bepaalde eenheidssymbolen hoeven niet handmatig te worden ingevoerd. Bijvoorbeeld ¡ hoeft niet te worden ingevoerd om graden aan te geven.
3 Bereken. De waarde van de eerste afgeleide
2
van
voor x is 3 wordt weergegeven.
x
b
Converteren van graden Fahrenheit naar graden Celsius
1 Geef het
2 Geef het
-menu schuift omhoog en
CONV
gemarkeerd.
3 Voer de bekende waarde in. Gebruik haakjes
als de waarde negatief is. Als in dit voorbeeld geen haakjes worden neergezet, zal 4 graden Fahrenheit eerst naar ongeveer L15.5 graden Celsius worden omgezet en dan zal het teken worden veranderd. Dit geeft dan +15.5 graden Celsius als resultaat.
-menu weer. (: ) - ’
CONV CONV TEMP
-menu weer. Het
TEMP
wordt
*
D a
E
4
10
Snelle start met de TI-86
Voer voor het opslaan van een niet-uitgewerkte expressie in een vergelijkingsvariabele eerst de vergelijkingsvariabele in en daarna het isgelijkteken. Het opslaan in andere variabelen wordt op de TI-86 meestal in omgekeerde volgorde gedaan.
4 Kies ¡F om aan te geven dat graden
Fahrenheit de meeteenheid van de bekende waarde is. worden na de ingevoerde waarde getoond.
5 Kies ¡C om aan te geven dat graden Celsius
de eenheid is waarnaar u wilt converteren.
6 Converteer. Het equivalent vanL4¡F wordt in
¡C weergegeven.
¡F
en het conversiesymbool ( 4 )
'
&
b
Opslaan in een vergelijkingsvariabele van een niet-uitgewerkte expressie
1 Voer de ingebouwde vergelijkingsvariabele
in.
2 Voer het isgelijkteken (=) in. 1 ã= ä
3 Voer een expressie in, in termen van x.
4 Sla de expressie op.
y1
(:) . .
- n ã
D = 2 E
5
b
1
In de volgende paragraaf wordt behandeld hoe de grafieken van de functies
y2=5(cos x)
kunnen worden weergegeven.
y1=5(sin x)
en
In de vergelijkingeneditor moet elke vergelijking worden uitgedrukt in termen van de onafhankelijke variabele geldt alleen in de grafische mode
; zie hoofdstuk 1).
Func
x
.(dit
Snelle start met de TI-86
11
Tekenen van grafieken op het grafische scherm
De TI-86 kan vier verschillende soorten grafieken weergeven op het grafische scherm. Voor het tekenen van een grafiek moet een niet-uitgewerkte expressie in een ingebouwde vergelijkingsvariabele worden opgeslagen.
In onderstaande voorbeelden zijn de te volgen stappen steeds een vervolg op de stappen uit het voorgaande voorbeeld. Begin daarom bij stap 1 van voorbeeld 1 en voer de voorbeelden in de aangegeven volgorde uit. Er wordt vanuit gegaan dat u het laatste voorbeeld uit de vorige paragraaf geheel hebt doorlopen.
Invoeren en weergeven van grafieken van functies in de vergelijkingeneditor
1
Geef het
2
Kies vergelijkingeneditor weer te geven. De niet­uitgewerkte expressie vorige voorbeeld in onderste menu is het menu van de vergelijkingeneditor.
3
Verplaats de cursor naar onderen. De
prompt
4
Voer de expressie prompt. Het isgelijkteken ( gemarkeerd nadat isgelijkteken van wordt aangegeven dat beide vergelijkingen voor grafische weergave zijn geselecteerd.
GRAPH
-menu weer.
y(x)=
wordt weergegeven.
uit het
GRAPH
y1
5(cos x)
5
is ingetoetst. Ook het
y1
is gemarkeerd. Hiermee
-menu om de
5(sin x)
werd in het
opgeslagen. Het
in bij de
=
) van y2 wordt
y2=
y2=-
-
6
&
menu van de vergelijkingeneditor
#
5
D >
2 E
12
Snelle start met de TI-86
De tekenstijl voor een grafiek van een functie wijzigen
Als de vergelijkingeneditor is gekozen geeft het icoon links van de vergelijking de tekenstijl voor de grafiek aan.
Afhankelijk van de gekozen grafische instelling zijn er maximaal zeven verschillende tekenstijlen beschikbaar.
1
Verplaats de cursor naar
2
Toon de volgende serie opties van het vergelijkingeneditormenu.. ( 4 aan het einde van een menu geeft aan dat er meer opties zijn.)
3
STYLE
Kies vergelijkingeneditor om voor tekenstijl in te stellen. (Druk weer op ( om een andere stijl te selecteren.)
uit het menu van de
y1.
y1
de ¼ (dikke)
$
tekenstijliconen
/
(
Weergave van de grafiek van een functie op het scherm
1
GRAPH
Kies grafiek op het scherm weer te geven. De x- en y-assen alsmede het getoond. De geselecteerde grafieken worden in de volgorde waarin deze in de vergelijkingeneditor zijn geplaatst, weergegeven.
uit het
GRAPH
GRAPH
-menu om de
-menu worden
- i
2 Als de grafiek is weergegeven, kunt u de vrij
bewegende cursor (
+
) over het scherm verplaatsen. De coördinaten van de cursor worden onder de grafiek getoond.
De grafiek van een functie traceren
1 Kies
traceercursor te activeren. Hiermee kunt u over de grafiek van elke geselecteerde functie lopen. Het nummer van de betreffende functie (de rechterbovenhoek weergegeven.
2 Verplaats de traceercursor van de grafiek van
naar die van y2. De 1 in de
y1
rechterbovenhoek verandert in een waarde verandert in de waarde van
. Bij functie
x=0
3 Traceer de grafiek van de functie y2. Als u
langs de curve steeds de x-waarde met de bijbehorende waarde onderaan het scherm weergegeven.
TRACE
uit het
y2
5(cos x)
-menu om de
GRAPH
in y1) wordt in de
1
geldt voor
loopt, wordt de
2. y2
x=0 y=5
D
bij
.
e y-
y
y-
" # ! $
)
$
Snelle start met de TI-86
vrij bewegende cursor
traceercursor
13
14
De waarde van de venstervariabelen bepalen de afmetingen van het grafische scherm.
Snelle start met de TI-86
y-Waarde (tijdens traceren) berekenen voor een specifieke x-waarde
1 Voer een reële waarde in (of een expressie
die een reële waarde oplevert) die binnen het bereik van het grafische scherm valt. Na het intoetsen van het eerste teken van deze waarde verschijnt onmiddellijk de
2 Bereken de waarde van y2 voor
x=6
x=-
. De
prompt
traceercursor gaat direct naar het corresponderende punt op de grafiek. De
waarde worden op het scherm
y-
en
weergegeven.
6
.
b
x-
Wijzigen van de waarde van een venstervariabele
1 Geef het
2 Kies
WIND
venstereditor weer te geven.
-menu weer. 6
GRAPH
uit het
GRAPH
-menu om de
'
3 Wijzig de waarde
venstervariabele in
-10
0
van de
.
xMin
-
0
Snelle start met de TI-86
15
4 Geef nu de grafieken op het grafische scherm
weer. Omdat nu geldt het eerste en vierde kwadrant getoond.
xMin=0
worden alleen
Selectie van een functie ongedaan maken
1 Kies
vergelijkingeneditor en het menu van de vergelijkingeneditor weer te geven. Het
GRAPH
gemarkeerd.
2 Kies
vergelijkingeneditor om de selectie van functie isgelijkteken wordt nu niet langer gemarkeerd.
3 Geef de grafiek op het grafische scherm
weer. Omdat u de keuze voor hebt gemaakt, tekent de TI-86 alleen de grafiek van functie te selecteren. ( vergelijkingen èn maakt selecties ongedaan.)
uit het
y(x)=
-menu schuift omhoog en
SELCT
y1
GRAPH
uit het menu van de
ongedaan te maken
. Herhaal deze stappen om een
y2
SELCT
-menu om de
y(x)=
. Het
ongedaan
y1
selecteert
wordt
*
&
*
- i
16
Snelle start met de TI-86
Inzoomen op een deel van het grafische scherm
1 Kies
ZOOM
omhoog en
2 Kies
rechthoekige zoomcursor te activeren.
3 Plaats de rechthoekige zoomcursor op een punt
dat een hoek van het nieuwe grafische scherm zal zijn en markeer het punt met een hokje.
4 Zet de cursor op een punt dat de
tegenoverliggende hoek van het nieuwe grafische scherm moet worden. Als u de cursor verplaatst, verschijnt er in de grafiek een rechthoek.
5 Zoom in op de grafiek. De waarden van de
venstervariabelen nemen automatisch de waarden van de rechthoek aan.
voor weergave van het
ZOOM
-menu. Het
uit het
BOX
GRAPH
wordt gemarkeerd.
ZOOM
GRAPH ZOOM
GRAPH
-menu schuift
-menu om de
(
&
" # ! $ b
" # ! $
b
6 Verwijder de menu’s van het grafische
scherm.
:
Loading...
+ 451 hidden pages