Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER product.
Een label met de aanduiding
CLASS 1 LASER
PRODUCT bevindt zich aan
de achterkant van het
apparaat.
Het volgende waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek, DTS** en het DTS
Digital Surround akoestieksysteem.
* Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen voorwerpen als vazen op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg, maar
lever hem in als KCA.
@/1 (aan/uit-schakelaar) 3
nN (weergavetoetsen) ql
X (pauzetoets) ql
x (stoptoets) ql
. (terugzoektoets) ql
> (vooruitzoektoets) ql
m (terugspoeltoets) ql
M (vooruitspoeltoets) ql
v/V/b/B q;
NL
5
Bediening via het digipad aanraakpaneel
Deze stereo-installatie is voorzien van een uniek “digipad” aanraakpaneel. Via dit paneel kunt u
diverse functies van het apparaat gemakkelijk bedienen.
Bedieningsfuncties voor CD, TUNER (radio) en de TAPE
A/B cassettedecks
BasisbedieningCD, TUNER en TAPE A/B werking
Eenmaal aantikkennN (weergave starten)*
Tweemaal aantikkenx (weergave stoppen)
* Wanneer u het digipad paneel aantikt tijdens het afspelen van een CD, pauzeert
de weergave. Tik het paneel nogmaals aan om door te gaan met afspelen.
Van links naar rechts>
schuiven
Van rechts naar links.
schuiven
Van beneden naarM
boven schuiven
Van boven naarm
beneden schuiven
**Zolang u de vinger blijft bewegen, is de werking hetzelfde als bij ingedrukt
(vooruitspoelen, op hoger genummerde zender + afstemmen)
(terugspoelen, op lager genummerde zender – afstemmen)**
Instellen van de grafiek-toonregelcurve bij de EQ EDIT
bediening (zie blz. 21)
De curve die u met de vinger schetst wordt in het uitleesvenster
gevolgd.
Keuze van parameters voor de DSP EDIT digitale
signaalverwerking en andere instellingen (zie blz. 21)
Schuif net zover door tot u de gewenste waarde bereikt (zie tevens de
afzonderlijke instelfuncties).
**
Opmerkingen
• Gebruik geen scherp voorwerp op dit aanraakpaneel.
• Als het apparaat niet reageert op het digipad aanraakpaneel, drukt u dan iets harder.
NL
6
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 tot 6 om de stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en accessoires.
AM kaderantenne
FM antenne
Rechter
achterluidspreker*
22
4
11
Middenluidspreker*
3
5
3 3 2
Linker
achterluidspreker*
1
6
Rechter
voorluidspreker
Linker
voorluidspreker
Alleen bij de MHC-DP800AV.
*
Voorbereidingen
1 Sluit de voorluidsprekers aan.
Verbind de luidsprekersnoeren met de
SPEAKER aansluitbussen (op de
MHC-DP700) of de FRONT SPEAKER
aansluitbussen (op de MHC-DP800AV).
Steek alleen het koperdraad-uiteinde in de
opening.
Rood/
eenkleurig (3)
R
L
+
–
Zwart/gestreept (#)
2 Sluit de achterluidsprekers aan.
(alleen bij de MHC-DP800AV)
Verbind de luidsprekersnoeren met de
REAR SPEAKER aansluitbussen.
Steek alleen het koperdraad-uiteinde in de
opening.
Grijs/
eenkleurig (3)
R
L
+
Zwart/gestreept (#)
wordt vervolgd
+
–
NL
7
Aansluiten van de stereo-installatie
(vervolg)
3 Sluit de middenluidspreker aan.
(alleen bij de MHC-DP800AV)
Verbind de luidsprekersnoeren met de
CENTER SPEAKER aansluitbussen.
Steek alleen het koperdraad-uiteinde in de
opening.
Grijs/
eenkleurig (3)
4 Sluit de FM/AM antennes aan.
Zet de AM kaderantenne in elkaar en sluit
hem daarna aan.
R
L
+
Zwart/gestreept (#)
+
–
Aanbrengen van de luidsprekervoetjes
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes
onder de luidsprekers, om te zorgen dat ze
stevig staan en niet kunnen wegglijden.
Opmerkingen
• Houd de antennes en antennesnoeren uit de buurt van
de luidsprekersnoeren, om storing in de radio-ontvangst
te voorkomen.
• Het bijgeleverde type luidsprekers kan verschillen,
afhankelijk van uw uitvoering van dit apparaat (zie
de “Technische gegevens” op blz. 30).
• Plaats de achterluidsprekers niet bovenop een TVtoestel. Ze zouden storing in de kleurweergave op
het TV-scherm kunnen veroorzaken.
• Bij de MHC-DP800AV dient u in elk geval beide
achterluidsprekers aan te sluiten, links en rechts.
Een enkele achterluidspreker zal geen geluid geven.
Aansluiting A
AM kaderantenne
Aansluiting B
AM kaderantenne
De stekker of stekkerdoos van de FM antenne kan
verschillen, afhankelijk van uw model van dit apparaat.
5
Bij de modellen met een spanningskiezer,
Strek de FM-draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
FM75
AM
Strek de FM-draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
FM75
COAXIAL
AM
stelt u deze VOLTAGE SELECTOR schakelaar
in op het voltage van het plaatselijk lichtnet.
VOLTAGE SELECTOR
220V 230-240V120V
6
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
In het uitleesvenster begint nu een demonstratie van
de mogelijkheden van het apparaat. Wanneer u op de
?/1
aan/uit-schakelaar drukt, wordt de stereo-
installatie
ingeschakeld en stopt automatisch de
demonstratie.
Als het netsnoer met de bijgeleverde
verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert
u dan de verloopstekker (alleen voor de modellen
NL
met een verloopstekker).
8
Twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
]
}
}
]
Tip
Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening
reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Als u de afstandsbediening voorlopig niet meer gebruikt,
kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade
door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Voor vervoer of verplaatsen van
de stereo-installatie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
om het CD-mechanisme te beschermen.
1 Schakel de stereo-installatie in en druk
op de CD toets. Zorg dat er geen disc
meer in de CD-speler zit.
2 Houd de CD toets ingedrukt en druk op
de ?/1 aan/uit-schakelaar totdat de
aanduiding “LOCK” oplicht.
3 Laat eerst de ?/1 aan/uit-schakelaar
los en dan de CD toets.
4 Trek de stekker uit het stopcontact.
Voorbereiden van uw
luidsprekers voor Dolby Pro
Logic akoestiek-weergave
(alleen voor de MHC-DP800AV)
Het Dolby Pro Logic Surround akoestieksysteem
zorgt voor meer diepte in het klankbeeld door
weergave via vier afzonderlijke kanalen. Deze
kanalen geven het geluid allemaal verschillend
aangepast weer, zodat de totale klank optimaal
aansluit bij de actie op uw beeldscherm.
Opstellen van de luidsprekers
1
Plaats de linker en rechter voorluidsprekers
in een onderlinge hoek van 45 graden,
gezien vanuit uw favoriete luisterplaats.
Linker
voorluidspreker
achterluidspreker
2 Plaats de middenluidspreker op ongeveer
dezelfde hoogte als de voorluidsprekers.
Zorg dat de middenluidspreker op één
lijn met, of ietwat achter het vlak van de
linker en rechter voorluidsprekers staat.
Middenluidspreker
Linker
Rechter
voorluidspreker
45°
Rechter
achterluidspreker
Instellen van de afstand van
de luidsprekers
Gebruik hiervoor de afstandsbediening.
1 Druk op de AMP MENU toets.
2 Druk vanaf uw luisterplaats enkele
malen op de v of V toets om de
gewenste parameter te kiezen.
De beschikbare parameters staan hieronder
beschreven.
3 Druk enkele malen op de b of B toets
om de gewenste instelling te kiezen.
4 Herhaal de stappen 2 t/m 3 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
5 Druk op de ENTER invoertoets.
Tip
U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel gebruiken in
plaats van de cursortoetsen (v/V/b/B).
Opmerking
Als de beide voor- of achterluidsprekers niet op
gelijke afstand van uw luisterplaats staan, kies dan de
afstand van de dichtstbijzijnde luidspreker.
Parameters voor de luidsprekeropstelling
De oorspronkelijke instellingen staan tussen
haakjes vermeld.
• FRNT: 1,0 meter tot 12,0 meter (2,4 meter)
(3 ft tot 40 ft (8 ft))*
Afstand van de voorluidsprekers
• CTR: FRNT tot 1,5 meter (2,4 meter)
(FRNT tot 5 ft (8 ft))*
Afstand van de middenluidspreker
• REAR: FRNT tot 4,5 meter (1,5 meter)
(FRNT tot 15 ft (5 ft))*
Afstand van de achterluidsprekers
Voorbereidingen
3 Plaats of hang de akoestiekluidsprekers
recht tegenover elkaar, naast en ongeveer
60 tot 90 cm boven uw luisterplaats.
Achterluidspreker
60 tot 90 cm
* Voor het model voor Noord-Amerika.
Opmerking
Om te luisteren naar Dolby Pro Logic surround
geluidsweergave met 2-kanaals PCM of analoge
geluidsbronnen, kiest u uit de geluidseffecten het
“NORMAL SURR” klankbeeld (zie blz. 21).
NL
9
Instellen van de
luidsprekerparameters
Gebruik hiervoor de afstandsbediening.
1 Ga op uw luisterplaats zitten en druk op
de SPEAKER LEVEL toets.
De beschikbare parameters en instelmenu’s
staan hieronder beschreven.
2 Druk enkele malen op de v of V toets
om de gewenste parameter te kiezen.
3 Druk enkele malen op de b of B toets
om de gewenste instelling te kiezen.
4 Herhaal de stappen 2 t/m 3 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
5 Druk op de ENTER invoertoets.
Tip
U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel gebruiken in
plaats van de cursortoetsen (v/V/b/B).
Parameters voor de luidsprekerinstellingen
De oorspronkelijke instellingen staan tussen
haakjes vermeld.
x BALANCE (links-rechts balans)
• FRNT L___R: (midden)
Evenwichtige weergave via de linker en rechter
voorluidsprekers.
• (alleen voor de MHC-DP800AV)
REAR L___R: (midden)
Evenwichtige weergave via de linker en rechter
achterluidsprekers.
Instelbereik: 6 dB (links) tot 6 dB (rechts), in 13
stapjes
x LEVEL (geluidsniveau, alleen voor
de MHC-DP800AV)
• REAR ** dB: (0 dB)
Geluidsniveau van de achterluidsprekers.
Instelbereik: –6 dB tot 6 dB, in stapjes van 1 dB
• CTR ** dB: (0 dB)
Geluidsniveau van de middenluidspreker.
Instelbereik: –6 dB tot 6 dB, in stapjes van 1 dB
• SW ** dB: (10 dB)
Geluidsniveau van de lagetonen-luidspreker.
Instelbereik: –10 dB tot 10 dB, in stapjes van 1 dB
x LFE (lagetonen-kanaal)
• LFE
Geluidsniveau via het speciale LFE (Lage
Frequentie Effect) lagetonen-kanaal.
Instelbereik: OFF, –20 dB tot 0 dB, in stapjes
van 1 dB
In de “OFF” stand klinkt er geen weergave via
het LFE lagetonen-kanaal. De lagere tonen van
de andere luidsprekerkanalen worden echter
wel weergegeven via de lagetonen-luidspreker.
Met de instellingen van “–20 dB” tot “0 dB”
kunt u de lagetonen-weergave verzwakken.
In de “0 dB” stand wordt het volledige LFE
signaal weergegeven met het mengniveau zoals
gekozen door de opnametechnicus.
x D.COMP. (dynamisch bereik,
compressie)
• D.COMP.: (STD)
Compressie van de weergavedynamiek
Instelbereik: OFF, 0,1 tot 0,9, STD, MAX
In de “OFF” stand blijft het dynamisch bereik
ongewijzigd.
Met de instellingen van “0,1” tot “0,9” kunt u
het dynamisch bereik geleidelijk steeds verder
verminderen. De “STD” stand biedt
geluidsweergave met dezelfde dynamiek als de
opnametechnicus bedoeld had. In de “MAX”
stand wordt de dynamiek van de weergave het
meest beperkt.
x T.TONE (testtoon, alleen voor de
MHC-DP800AV)
• T.TONE: (OFF)
Wel of geen testtoon
Instelmogelijkheden: OFF, ON
In de “ON” stand wordt er een testtoon via elke
luidspreker op zijn beurt weergegeven. Dan
kunt u vanaf uw luisterplaats met de
afstandsbediening de LEVEL en BALANCE
parameters zo instellen dat de testtoon via alle
luidsprekers even luid klinkt. Kies de “OFF”
stand om de testtoon uit te schakelen.
Opmerkingen
• Om de geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker
bij te regelen, zet u de T.TONE instelling op
“OFF”.
• De compressie van het dynamisch bereik is alleen
mogelijk met Dolby Digital geluidsbronnen.
*****
: (0 dB)
10
NL
Gelijkzetten van de klok
1 Schakel de stereo-installatie in.
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
Als u de tijd voor het eerst instelt, kunt u nu
direct doorgaan met stap 5.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op “CLOCK SET”.
4 Druk op de ENTER invoertoets.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets om het juiste uur in te stellen.
6 Druk weer op de ENTER toets.
7 Druk enkele malen op de . of >
toets om de juiste minuut in te stellen.
8 Druk tenslotte weer op de ENTER toets.
Tips
• Als u een vergissing bemerkt of de tijdinstelling wilt
wijzigen, zult u weer bij stap 2 moeten beginnen.
• U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel
gebruiken in plaats van de . en > toetsen.
Opmerking
De tijdinstelling vervalt wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt.
Opmerking
In de stroombesparingsstand zullen de volgende
functies niet werken:
– Gelijkzetten van de klok.
– Omschakelen van het AM afsteminterval
(uitgezonderd de modellen voor Europa en het
Midden-Oosten).
– Inschakelen van de stereo-installatie met een druk
op een functiekeuzetoets.
– Omschakelen van de functie van de MD (VIDEO)
toets.
Voorbereidingen
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand
Druk enkele malen op de DISPLAY toets
wanneer het apparaat nog uit staat.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de stand van de stereo-installatie als volgt:
demonstratie t klok t stroombesparingsstand
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk eenmaal op de DISPLAY toets om de
demonstratie te starten, of tweemaal om de
tijdsaanduiding te zien.
Tips
• Het ?/1 spanningslampje blijft ook in de
stroombesparingsstand nog wel branden.
• De schakelklok zal in de stroombesparingsstand
ook normaal werken.
11
NL
Compact disc weergave
Een CD inleggen
1 Druk op de Z OPEN/CLOSE toets.
De disc-lade schuift open.
2 Leg een compact disc in de lade met de
label-kant boven.
Voor het afspelen
van een 8-cm CDsingletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
Om nog meer discs af te spelen, drukt u op
de DISC SKIP/EX-CHANGE discwisseltoets om de disc-lade door te draaien.
3 Druk op de Z OPEN/CLOSE toets om
de disc-lade te sluiten.
Een CD afspelen
Stel in op
ALL DISCS
1 DISC
ALL DISCS
SHUFFLE
1 DISC
SHUFFLE
PROGRAM
Voor weergave van
Alle CD’s in de disc-lade
achtereenvolgens.
De gekozen CD in de gewone
nummervolgorde.
De muziekstukken op alle CD’s
in willekeurige volgorde.
De muziekstukken van de gekozen
CD in willekeurige volgorde.
Muziekstukken van alle CD’s in
een door u gekozen volgorde
(zie “Muziekstukken van CD’s
programmeren” op blz. 13).
2 Druk op de DISC 1–3 toets.
Als u op de nN toets drukt terwijl de
CD als geluidsbron is gekozen (met een
druk op de CD toets) en de disc-lade is
gesloten, dan begint de weergave.
Tip
Tijdens weergave kunt u de afspeelfunctie niet
omschakelen.
–– Normale weergave/willekeurige
weergave/herhaalde weergave
Met deze stereo-installatie kunt u compact
discs met verschillende afspeelfuncties
weergeven.
uitsparing
1 DISC
MUSIC
21
GAME
Disc-aanwezig indicator
Muziekstuknummer
CD
3
1 Druk terwijl het afspelen gestopt is
enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat de gewenste afspeelfunctie in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
NL
12
SpeelduurNummer disc-
MOVIE
AB
TOOL
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren van de
weergave
Kiezen van een
muziekstuk
Opzoeken van een
muziekpassage
Kiezen van een CD
terwijl de weergave
is gestopt
Overschakelen
van een andere
geluidsbron naar
CD-weergave
Verwisselen van de
andere compact discs
tijdens CD-weergave
Verwijderen van
een compact disc
Doet u het volgende
Drukt u op de x stoptoets.
Drukt u op de X pauzetoets.
Nogmaals drukken om door te
gaan met afspelen.
Drukt u tijdens afspelen of in de
pauzestand op de > toets (om
verder te zoeken) of de .
toets (om terug te zoeken).
Houdt u tijdens afspelen de M of
m toets ingedrukt en laat u de
toets los bij het gezochte punt.
Drukt u op de DISC 1–3 toets of
de DISC SKIP EX-CHANGE
toets (of op D.SKIP op de
afstandsbediening).
Drukt u op de DISC 1–3 toets
(automatische geluidsbronkeuze).
Drukt u op de DISC SKIP/
EX-CHANGE toets.
Drukt u op de Z OPEN/CLOSE
toets.
Voor het
Meermalen afspelen
(herhaalde
weergave)
* Deze functie is niet te gebruiken tijdens de ALL
DISCS SHUFFLE willekeurige weergave.
Tips
• U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel
gebruiken voor de CD-bedieningsfuncties.
• Bij een druk op de CD toets terwijl de stereoinstallatie nog uit staat, wordt de stroom
automatisch ingeschakeld.
Doet u het volgende
Drukt u op de REPEAT toets
tijdens afspelen totdat er
“REPEAT” of “REPEAT 1”
wordt aangegeven.
REPEAT*: voor weergave van
alle muziekstukken op de CD’s,
tot 5 maal de hele reeks.
REPEAT 1: voor herhalen van
een enkel muziekstuk.
Om de herhaalde weergave uit te
schakelen, drukt u weer op de
REPEAT toets totdat de
“REPEAT” of “REPEAT 1”
aanduiding dooft.
Muziekstukken van CD’s
programmeren
–– Programma-weergave
U kunt een muziekprogramma samenstellen
van maximaal 25 muziekstukken van alle
geplaatste CD’s, in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
1 Druk op de CD toets.
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat er “PROGRAM” in het
uitleesvenster oplicht.
3 Druk op de DISC 1–3 toets om een
compact disc te kiezen.
Om alle muziekstukken van een CD in één
keer samen te programmeren, gaat u door
naar stap 5 wanneer er “AL” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
Nummer
discuitsparing
PROGRAM
MUSIC
GAME
Muziekstuknummer
21
3
Totale speelduur
(inclusief het
gekozen
muziekstuk)
MOVIE
AB
TOOL
5 Druk op de ENTER toets.
Hiermee programmeert u de gekozen
muziek. Het programma-volgnummer
verschijnt, met daarna de totale speelduur.
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 t/m 5.
Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen van
andere muziekstukken van dezelfde disc.
7 Druk op de nN toets.
Voor het
Uitschakelen van
de programmaweergave
Wissen van het
laatste muziekstuk
uit uw programma
Toevoegen van een
muziekstuk terwijl
het afspelen is
gestopt
Tips
• Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de nN weergavetoets kunt u hetzelfde
programma nogmaals weergeven.
• Als er tijdens het programmeren in plaats van de totale
speelduur alleen “--.--” streepjes verschijnen, dan:
– hebt u een muziekstuknummer boven de 20
gekozen.
– overschrijdt de totale speelduur de 100 minuten.
Doet u het volgende
Drukt u enkele malen op de
PLAY MODE toets totdat er
“1 DISC” of “ALL DISCS” in
het uitleesvenster verschijnt.
Drukt u op de CLEAR wistoets
van de afstandsbediening
terwijl het afspelen is gestopt.
1 Drukt u op DISC 1–3 om
een CD te kiezen.
2 Drukt u enkele malen .
of > om een nummer te
kiezen.
3 Drukt u op de ENTER toets.
Compact disc weergave
NL
13
Gebruik van het CD
uitleesvenster
U kunt de resterende speelduur het
weergegeven muziekstuk of de gehele compact
disc in het uitleesvenster controleren.
Wanneer er een CD TEXT disc is geplaatst,
kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel,
muziektitels en de naam van de artiest(en) in
het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een
geplaatste CD TEXT disc waarneemt,
verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het
uitleesvenster.
Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Tijdens normale weergave
Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Resterende
speelduur van de gehele compact disc (tijdens
“1 DISC” weergave) of “--.-- ” (tijdens “ALL
DISCS” weergave) t Titel van het
weergegeven muziekstuk* t Tijdsaanduiding
(8 seconden lang) t Gekozen geluidseffect
Wanneer het afspelen gestopt is
Tijdens programma-weergave en als er
nummers van een CD geprogrammeerd zijn:
Laatst geprogrammeerd muziekstuknummer en
totale programma-speelduur** t Totaal aantal
geprogrammeerde nummers (8 seconden lang)
t Titel van de CD* t Gewone tijdsaanduiding
(8 seconden lang) t Gekozen geluidseffect
Tijdens andere afspeelfuncties:
Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur
t Titel van de CD* t Gewone tijdsaanduiding
(8 seconden lang) t Gekozen geluidseffect
* Alleen bij CD TEXT discs (bepaalde lettertekens
kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de
disc kan soms niet alle CD TEXT informatie
worden getoond.
**In plaats van de speelduur verschijnen er alleen
“--.--” streepjes:
– als de CD 21 of meer muziekstukken bevat en u
hebt een muziekstuknummer boven de 20 gekozen.
– als de totale programma-speelduur de 100
minuten overschrijdt.
NL
14
Tuner voor radio-ontvangst
Omschakelen van het AM afsteminterval
Voorinstellen van radiozenders
In het afstemgeheugen kunt u 20 FM zenders
vastleggen en 10 AM zenders.
1
Druk enkele malen op de TUNER/BAND toets
om te kiezen voor de FM of AM afstemband.
2 Houd de m of M toets ingedrukt
totdat de frequentie-aanduiding begint
te veranderen en laat de toets dan los.
Het doorzoeken van de afstemband stopt
zodra er goed op een zender is afgestemd.
Het uitleesvenster geeft dan “TUNED” aan
(en ook “STEREO” als er een stereo
(uitgezonderd de modellen voor Europa
en het Midden-Oosten)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in
de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige
verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM
afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af
op een willekeurige AM zender en dan schakelt
u het apparaat uit. Houd vervolgens de ENTER
toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer
in. Bij omschakelen van het afsteminterval
verdwijnen alle vastgelegde AM
voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om
het afsteminterval weer terug te schakelen,
herhaalt u de bovenstaande stappen.
uitzending wordt ontvangen).
TUNED
STEREO
MHz
3 Druk op de TUNER MEMORY toets.
In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer
knipperen. De radiozenders worden vastgelegd
vanaf het voorinstelnummer 1.
Voorinstelnummer
–– Geheugenafstemming
Hiervoor zult u eerst een aantal radiozenders
moeten vastleggen in het afstemgeheugen van de
tuner (zie “Voorinstellen van radiozenders”).
1
2
4 Druk op de ENTER toets.
De zender wordt vastgelegd onder het
aangegeven nummer.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om nog
andere zenders vast te leggen.
Afstemmen op een zender die te zwak
is voor automatische afstemming
Druk enkele malen op de m of M toets om
handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
Vastleggen van een nieuwe zender
onder een al gebruikt voorinstelnummer
Begin weer vanaf stap 1. Na stap 3 drukt u
eerst enkele malen op de . of > toets om
het gewenste voorinstelnummer te kiezen en
dan volgt u de aanwijzingen verder vanaf stap 4.
Tips
•
Bij een druk op de TUNER/BAND toets terwijl de stereo-installatie
nog uit staat, wordt de stroom automatisch ingeschakeld.
• U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel
gebruiken in plaats van de . en > toetsen.
•
De vastgelegde voorkeurzenders blijven ongeveer een
halve dag in het afstemgeheugen bewaard als de stekker
uit het stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt.
Voor hetDoet u het volgende
Uitschakelen van de radio Druk op de ?/1 schakelaar.
Luisteren naar radiozenders die niet
zijn vastgelegd
Druk bij stap 2 enkele malen op de m of M toets
(voor handmatig afstemmen) of houd de m of
toets langer ingedrukt (voor automatisch afstemmen).
Tips
• Bij een druk op de TUNER/BAND toets terwijl de
• U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel
•
• Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen
Luisteren naar de radio
Druk enkele malen op de TUNER/BAND toets
om te kiezen voor de FM of AM afstemband.
Druk enkele malen op de . of > toets om
af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
VoorinstelnummerAfstemfrequentie
MHz
M
stereo-installatie nog uit staat, wordt de stroom
automatisch ingeschakeld.
gebruiken in plaats van de . en > toetsen.
Als een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt,
drukt u enkele malen op de FM MODE toets, totdat de
aanduiding “MONO” oplicht. De radio-ontvangst zal niet
meer in stereo zijn, maar wel beter klinken.
verschillende antenne-opstellingen uit te proberen.
15
Tuner voor radio-ontvangst
NL
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een
speciale radio-informatiedienst waarmee
radiozenders naast hun gewone radioprogramma’s
allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De
tuner van deze stereo-installatie biedt handige
functies zoals zendernaam-aanduidingen en het
opzoeken van zenders aan de hand van het
programmatype. De RDS informatie wordt alleen
uitgezonden door FM zenders.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn,
als de zender waarop u hebt afgestemd niet duidelijk
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
Ontvangst van RDS radiouitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, verschijnt automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster.
Controleren van de RDS informatie
Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Programmatype* t Tijdsaanduiding t
Gekozen geluidseffect
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Opzoeken van een radiozender aan de
hand van het programmatype (PTY)
U kunt een FM radiozender van uw keuze
opzoeken door in te stellen op het gewenste
programmatype. De tuner stemt dan af op een
uitzending van het gekozen type, verzorgd door
een van de RDS zenders die zijn vastgelegd in het
afstemgeheugen van de tuner.
NL
16
De beschikbare programmatypen zijn NEWS
(nieuws), AFFAIRS (actualiteiten), INFO
(weersverwachting e.d.) SPORT, EDUCATE
(educatieve programma’s), DRAMA
(hoorspelen), CULTURE (culturele
aangelegenheden), SCIENCE (wetenschap),
VARIED (vraaggesprekken, quizprogramma’s en
amusement), POP M (popmuziek), ROCK M
(rockmuziek), EASY M (easy listening
achtergrondmuziek), LIGHT M (lichte klassieke
muziek), CLASSICS (klassieke muziek), OTHER
M (overige muziek), WEATHER (weerbericht),
FINANCE (beursberichten, zakennieuws),
CHILDREN (kinderprogramma’s), SOCIAL
(sociale vraagstukken e.d.), RELIGION
(godsdienst en religie), PHONE IN (forum voor
telefonische reacties), TRAVEL
(reisprogramma’s), LEISURE
(vrijetijdsbesteding), JAZZ (geïmproviseerde
muziek), COUNTRY (country & western
muziek), NATION M (nationale of
streekmuziek), OLDIES (hits van vroeger), FOLK
M (volksmuziek), DOCUMENT (documentaires),
TEST (testsignaal voor nooduitzendingen),
ALARM (nooduitzendingen over natuurrampen
e.d.) en NONE (programma’s die in geen van
deze categorieën passen).
1 Druk tijdens het luisteren naar de radio
op de PTY toets.
2
Druk enkele malen op de . of > toets om
te kiezen voor het gewenste programmatype.
3 Druk op de ENTER toets.
De aanduiding “PTY SEARCH” en het
gekozen programmatype knipperen nu om
en om in het uitleesvenster.
Wanneer de tuner een zender vindt die het gekozen
programmatype uitzendt, gaat de zendernaam knipperen.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets als u verder wilt zoeken naar een
volgende zendernaam.
5 Druk op de ENTER toets als u de
zendernaam ziet van een zender
waarnaar u wilt blijven luisteren.
Uitschakelen van de PTY zoekfunctie
Druk nogmaals op de PTY toets.
Tip
U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel gebruiken in
plaats van de ./> toetsen.
Opmerking
De aanduiding “NOT FOUND” verschijnt als er geen zender
te vinden is die het door u gekozen programmatype uitzendt.
Cassette-weergave en opname
Een cassette inleggen
1
Druk enkele malen op de TAPE A/B toets
om te kiezen voor cassettedeck A of B.
2 Druk op de DECK A Z of DECK B Z
uitwerptoets.
3
Plaats een cassette in de houder van A of B.
Inleggen met
de kant voor
opname/
weergave naar
voren gericht.
Een cassette afspelen
In dit apparaat kunt u TYPE I (normaalband) of TYPE
II (metaalband) cassettes gebruiken. Het cassettedeck
neemt automatisch de geplaatste bandsoort waar.
1 Plaats de af te spelen cassette.
2
Druk enkele malen op de DIRECTION toets
om in te stellen op g voor afspelen van één
cassettekant, op j voor beide
cassettekanten of op RELAY* (estafette) voor
afspelen van beide cassettes achtereen.
3 Druk op de nN weergavetoets.
Het afspelen van de cassette begint.
Druk nogmaals op de nN toets als u de
andere cassettekant wilt horen. Na keuze van
j voor beide cassettekanten of op RELAY
zal het cassettedeck automatisch stoppen na
het 5 maal herhalen van het totaal.
MUSIC
DSP EDIT
GAME
MOVIE
AB
TOOL
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren van de
weergave
Snel vooruitspoelen
Snel terugspoelen
Tips
• U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel gebruiken
voor de cassette-bedieningsfuncties.
• Bij een druk op de TAPE A/B toets terwijl de
stereo-installatie nog uit staat, wordt de stroom
automatisch ingeschakeld.
•
Als u in zachtere passages met hoge tonen de
hinderlijk hoorbare bandruis wilt verminderen, drukt
u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding
“DOLBY NR” in het uitleesvenster oplicht.
• Wanneer er een cassette is geplaatst, licht de
bijbehorende cassette-aanwezig indicator op.
Doet u het volgende
Drukt u op de x stoptoets.
Drukt u op de X pauzetoets.
Nogmaals drukken om door te
gaan met afspelen.
Drukt u op de M toets tijdens
het afspelen van de voorkant
of op de m toets tijdens
afspelen van de achterkant.
Drukt u op de m toets tijdens
het afspelen van de voorkant
of op de M toets tijdens
afspelen van de achterkant.
Het begin van een muziekstuk
opzoeken (AMS* zoekfunctie)
Druk tijdens afspelen net zo vaak op de . of
> toets als het aantal nummers dat u vooruit
(of terugwaarts) wilt verspringen.
De zoekrichting, + (vooruit) of – (terugwaarts)
en het aantal te verspringen nummers (1-9)
wordt in het uitleesvenster aangegeven.
Bijvoorbeeld: 2 nummers verder zoeken
* Automatische Muziek Sensor
Opmerking
De AMS zoekfunctie kan niet altijd goed werken in
de volgende gevallen:
– Als de pauzes tussen de muziekstukken minder dan
4 seconden lang zijn.
– Als de stereo-installatie te dicht bij een
televisietoestel staat.
Cassette-weergave en opname
Cassette-aanwezig
indicator
* De RELAY estafette-weergave houdt altijd deze
volgorde aan:
deck A (voorkant) t deck A (achterkant) t
deck B (voorkant) t deck B (achterkant)
17
NL
Een cassette opnemen
–– CD synchroon-opname/versneld kopiëren/handmatig opnemen/programma-
montage
U kunt geluidsopnamen maken van compact discs, cassettes, de radio of een andere aangesloten
geluidsbron. Hiervoor kunt u TYPE I (normaalband) of TYPE II (metaalband) cassettes gebruiken.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Opnemen van een compact disc
Stap
(CD synchroon-opname)
Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
1
Druk op de CD toets.Druk op de functietoets
2
Plaats de compact disc die
3
u wilt opnemen.
Druk op de CD SYNC HI-DUB toets.
4
Cassettedeck B komt in gereedheid voor opnemen.
De REC PAUSE/START toets gaat knipperen.
Als u in zachtere passages met hoge tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt verminderen,
drukt u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het uitleesvenster oplicht
(behalve bij opnemen vanaf een cassette).
Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op
5
één cassettekant. Stel in op j (of op RELAY) voor opnemen op beide cassettekanten.
Druk op de REC PAUSE/START toets.
6
Het opnemen begint.
7
Kopiëren van een cassette
(Versneld kopiëren)
Druk enkele malen op de TAPE
A/B toets om in te stellen op
het TAPE A cassettedeck.
Plaats de cassette waarvan
u de opnamen wilt kopiëren
in cassette deck A.
g
Handmatig opnemen
voor de op te nemen
geluidsbron.
Plaats de op te nemen
CD/cassette of stem af
op de gewenste
radiozender.
Druk op de REC PAUSE/
START toets.
voor het opnemen op
Start de weergave van
de op te nemen
geluidsbron.
Voor hetDrukt u op
Stoppen met opnemen x.
Pauzeren van de opname*
* Alleen bij handmatig opnemen.
Tips
•
Als u wilt beginnen met opnemen aan de achterkant van
de cassette, drukt u na stap 1 op de TAPE A/B toets om in
te stellen op het TAPE B cassettedeck en dan drukt u op
de nN weergavetoets om de achterkant van de
cassette af te spelen. Druk op de x stoptoets wanneer u
het punt bereikt waar u wilt beginnen met opnemen.
• Om op te nemen op beide cassettekanten dient u
altijd te beginnen aan de voorkant. Als u begint aan
de achterkant van de cassette, zal het opnemen
stoppen aan het eind van die kant.
NL
18
REC PAUSE/START.
• (Alleen voor versneld kopiëren)
Als u voor de omkeerfunctie j kiest terwijl de beide
cassettes verschillend van lengte zijn, zullen de cassettes
in beide decks afzonderlijk van richting veranderen. Als u
de RELAY stand kiest, zal de band in beide decks tegelijk
van richting veranderen.
Opmerkingen
• Tijdens opnemen kunt u niet naar een andere
geluidsbron luisteren.
• Tijdens opnemen kunt u het “digipad”
aanraakpaneel niet gebruiken.
•
Als u tijdens het opnemen een geluidsinstelling, zoals
bijvoorbeeld het klankbeeld verandert, zal het opgenomen
geluid bij dat punt even worden onderbroken.
• Als u begint met opnemen terwijl de 2CH/MULTI
parameter staat ingesteld op V.SEMI M.D., MULTI
of V.M.DIMENS., dan wordt deze instelling
automatisch omgezet naar 2CH.
Opnemen van bepaalde
muziekstukken van een CD in
zelf gekozen volgorde
— Programma-montage
Tijdens het samenstellen van een muziekprogramma
voor opname mag de totale speelduur van de
gekozen muziekstukken de speelduur van beide
cassettekanten niet overschrijden.
1 Plaats een of meer compact discs, leg
een voor opnemen geschikte cassette
in deck B en druk op de CD toets.
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat er “PROGRAM” in het
uitleesvenster oplicht.
3 Druk op de DISC 1-3 toets om een
compact disc te kiezen.
Om alle muziekstukken van een CD in één keer
samen te programmeren, gaat u door naar stap 5
wanneer er “AL” in het uitleesvenster verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
Nummer
disc-uitsparing
PROGRAM
MUSIC
21
GAME
Muziekstuknummer
3
Totale speelduur
(inclusief het
gekozen muziekstuk)
MOVIE
AB
TOOL
5 Druk op de ENTER toets.
Hiermee programmeert u de gekozen
muziek. Het programma-volgnummer
verschijnt, met daarna de totale speelduur.
6
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen
van andere muziekstukken van dezelfde disc.
7 Druk op de CD SYNC HI-DUB toets.
Cassettedeck B komt in gereedheid voor
opnemen. Als u in zachtere passages met
hoge tonen de hinderlijk hoorbare bandruis
wilt verminderen, drukt u op de DOLBY
NR toets zodat de aanduiding “DOLBY
NR” in het uitleesvenster oplicht. De REC
PAUSE/START toets gaat knipperen.
8 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op g voor het
opnemen op één cassettekant. Stel in
op j (of op RELAY) voor opnemen
op beide cassettekanten.
9 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Uitschakelen van de programma-montage
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat er “1 DISC” of “ALL DISCS” in het
uitleesvenster verschijnt.
Tip
Om de benodigde bandlengte voor het opnemen van een
compact disc te controleren, drukt u op de EDIT toets
nadat u de compact disc hebt ingelegd en op de CD toets
hebt gedrukt. De vereiste bandlengte voor de gekozen
CD wordt aangegeven, gevolgd door de totale speelduur
voor cassettekant A en kant B (Bandlengte-montage).
Opmerking
De bandlengte-montage is niet te gebruiken voor
discs met meer dan 20 muziekstukken.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Voor het opnemen met de schakelklok zult u
eerst de ingebouwde klok gelijk moeten zetten
(zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 11) en
de radiozenders moeten voorinstellen (zie
“Voorinstellen van radiozenders” op blz. 15).
1
Stem af op een vooringestelde radiozender
(zie “Luisteren naar de radio” op blz. 15).
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets om in te stellen op “REC SET” en
druk dan op de ENTER toets.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
4 Kies de tijd waarop het opnemen moet
beginnen.
Druk enkele malen op de . of > toets
om het juiste uur in te stellen en druk dan op
de ENTER toets.
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de . of > toets
om de juiste minuut in te stellen en druk
weer op de ENTER toets.
Nu knippert weer de uren-aanduiding.
wordt vervolgd
19
Cassette-weergave en opname
NL
Schakelklok-opname van radiouitzendingen (vervolg)
5 Stel de tijd in waarop het opnemen
moet stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 4.
Daarna verschijnt de begintijd, de eindtijd,
de radiozender voor de op te nemen
uitzending (bijv. “TUNER FM 5”) en dan
ziet u weer de oorspronkelijke
aanduidingen.
6 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
7 Schakel de stereo-installatie uit.
Wanneer het opnemen begint, komt de
geluidssterkte automatisch in de
minimumstand.
Voor het
Controleren van de
instellingen
Wijzigen van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok-opname
Tip
U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel gebruiken in
plaats van de . en > toetsen.
Opmerkingen
• Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd
nog aan staat, zal de schakelklok-opname niet
plaatsvinden.
• Als u de sluimerfunctie voor automatisch
uitschakelen gebruikt, zal de schakelklok-opname
niet beginnen tot nadat de sluimerfunctie het
apparaat heeft uitgeschakeld.
• De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de
gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld.
Doet u het volgende
Drukt u op de TIMER
SELECT toets, dan enkele
malen op . of > om in te
stellen op “REC SELECT” en
druk dan op de ENTER toets.
Begint u weer vanaf stap 1.
Drukt u op de TIMER
SELECT toets, dan enkele
malen op . of > om in
te stellen op “TIMER OFF” en
druk dan op de ENTER toets.
20
NL
Geluidsinstellingen
Versterken van de weergave
Druk op de GROOVE toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
GROOVE ON t V-GROOVE ON t
GROOVE OFF
GROOVE:
Het geluid wordt extra bekrachtigd en
de curve van de grafiek-toonregeling aangepast.
V-GROOVE: Het geluid wordt bekrachtigd, de
laagste tonen van de muziek worden extra
versterkt en de curve van de grafiektoonregeling aangepast.
Keuze van een klankbeeld
of geluidseffect
Druk enkele malen op een van de DSP
toetsen (MUSIC MODE, MOVIE MODE,
GAME MODE of TOOL MODE) om in te
stellen op het gewenste klankbeeld of
geluidseffect.
De naam van het klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven.
Zie “Repertoire van geluidseffecten” hieronder.
Weergave zonder geluidseffect
Druk op de EFFECT toets (of de EFFECT ON/
OFF toets van de afstandsbediening) om in te
stellen op “EFFECT OFF”. Alle
bijregelparameters worden dan vlak ingesteld.
Repertoire van geluidseffecten
U kunt genieten van een indrukwekkende
ruimtelijke akoestiekweergave, eenvoudig door
het klankbeeld of geluidseffect te kiezen dat het
best past bij het weergegeven geluid.
DSPRepertoire
MODE
MUSIC LIVE HOUSE
MODE HALL
S.ENHANCE (SOUND ENHANCE)
RADIO SOUND
MOVIE C.STUDIO A (CINEMA STUDIO A)
MODE C.STUDIO B (CINEMA STUDIO B)
C.STUDIO C (CINEMA STUDIO C)
NORMAL SURR (NORMAL SURROUND)
GAME ARCADE
MODE RACING
ADVENTURE
BATTLE
TOOLPAN
MODE FLANGER
KEY CONTROL
EXCITER
COMPRESSOR
REVERB
EARLY RFLC. (EARLY REFLECTION)
CINEMA STUDIO A: Geeft de karakteristieke klank
van de Sony Pictures Entertainment klassieke
filmmontage-studio.
CINEMA STUDIO B: Geeft de karakteristieke klank
van de Sony Pictures Entertainment filmgeluidmengstudio, een van de meest geavanceerde studio’s
in Hollywood.
CINEMA STUDIO C: Geeft de karakteristieke klank
van de Sony Pictures Entertainment opnamestudio
voor filmmuziek.
Bijregelen van de
geluidseffecten
Alvorens enige instelling te maken, kiest u
eerst het geluidseffect dat u als basis wilt
gebruiken voor uw eigen klankbeeld.
1 Druk op de DSP EDIT toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
DSP EDIT* (voor het bijregelen van de
DSP signaalverwerking) t EQ EDIT
(voor het bijregelen van de grafiektoonregeling)
* Dit instelmenu zal niet altijd verschijnen,
afhankelijk van het gekozen klankbeeld of
geluidseffect.
Geluidsinstellingen
wordt vervolgd
21
NL
Bijregelen van de geluidseffecten
(vervolg)
2 Gebruik het digipad aanraakpaneel
om de parameters bij te regelen.
Elke parameter wordt ingesteld volgens de curve
die uw vinger beschrijft op het digipad
aanraakpaneel. De beschikbare bijregelparameters staan hieronder vermeld. Eerst wordt
nog even de curve getoond die u met de vinger
hebt beschreven en dan verschijnt de curve die op
basis daarvan automatisch door het apparaat is
ingesteld. Voor de DSP EDIT bijregeling kunnen
de instelbare parameters verschillen afhankelijk
van het gekozen klankbeeld of geluidseffect.
3 Druk op de ENTER toets.
Annuleren van de bijregeling
Druk op de EFFECT toets (of de EFFECT ON/OFF
toets van de afstandsbediening) om in te stellen op
“EFFECT OFF”. De bijregeling voor de gekozen
parameter vervalt en die wordt vlak ingesteld.
Instelbare parameters
Menurechts/links omhoog/omlaag
DSP EDIT(Zie het onderstaande schema)
EQ EDITFrequentieInstelniveau
Instelbare DSP parameters
Repertoire van rechts/links omhoog/omlaag
geluidseffecten(X)(Y)
LIVE HOUSEtijdwandbekleding
HALLtijdwandbekleding
S.ENHANCEtijdniveau
RADIO SOUNDtijdniveau
C.STUDIO Aniveau—
C.STUDIO Bniveau—
C.STUDIO Cniveau—
NORMAL SURR
PANpositiepositie
FLANGERfrequentieniveau
KEY CONTROLtoonsoorttijd
EXCITERfrequentieniveau
COMPRESSORtijdniveau
REVERBtijdwandbekleding
EARLY RFLC.vorm—
Wandbekleding: met deze parameter kunt u het niveau
van de hoge frequenties bepalen en daarmee de
scherpte van de klank, net alsof uw luisterkamer gladde
harde wanden heeft, of een zachtere wandbekleding.
NL
22
(X)(Y)
——
De instelbare DSP parameter worden aangegeven
door de indicator in de linker bovenhoek van het
uitleesvenster. U kunt de instelling maken in de
richting die wordt aangegeven door de oplichtende
cursor. Beweeg uw vinger over het digipad
aanraakpaneel om de parameters in te stellen.
omhoog/omlaag
(Y)
rechts/links
Tips
• U kunt ook de cursortoetsen (v/V/b/B) op de
afstandsbediening gebruiken in plaats van het
digipad aanraakpaneel. Hierbij kunt u twee toetsen
tegelijk indrukken om diagonaal te bewegen.
Bijvoorbeeld: druk de v en B toets tegelijk in om
naar de rechter bovenhoek te gaan.
• U kunt een zelf bijgeregeld geluidseffect ook
vastleggen als een “personal file” klankbeeld (zie
“Vastleggen van een zelfgemaakt klankbeeld”).
(X)
Vastleggen van een
zelfgemaakt klankbeeld
— Personal file opslagfunctie
U kunt de beste bijgeregelde klankbeelden
vastleggen in het geheugen van de stereoinstallatie. Zo kunt u maximaal 5 zelfgemaakte
klankbeelden bewaren.
1 Regel een geluidseffect naar wens bij
voor opslag als P FILE klankbeeld.
2 Druk op de P FILE toets en houd deze
ingedrukt.
Een nummer voor het “personal file”
bestand verschijnt in het uitleesvenster.
3 Raak op het digipad aanraakpaneel het
bestandsnummer aan waaronder u het
klankbeeld wilt vastleggen.
4 Druk op de ENTER toets.
Oproepen van een vastgelegd
personal file klankbeeld
Druk enkele malen op de P FILE toets om het
nummer van het gewenste bestand te kiezen.
Opmerking
Voor het samenstellen van een personal file klankbeeld
kunt u alleen die parameters bijregelen die beschikbaar
zijn voor het oorspronkelijk gekozen vaste geluidseffect.
Andere mogelijkheden
V.M.DIMENS. (Virtuele Multi-Dimensie)*:
Omschakelen van de spectrum
analyzer aanduidingen
Druk op de SPECTRUM toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de
aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
PATTERN 1 t PATTERN 2 t
PATTERN 3 t PATTERN OFF
Hierbij wordt met 3D geluidsverwerking een heel
stel “virtuele achterluidsprekers” boven normale
luisterhoogte gesimuleerd, op basis van slechts
twee werkelijke achterluidsprekers. Dit klankbeeld
biedt 5 paar virtuele luidsprekers rondom en in een
hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar.
* Alleen voor de MHC-DP800AV.
Opmerkingen
• Bij het luisteren via een hoofdtelefoon is de
•
Keuze van de helderheid
weergave vast ingesteld op “2CH” voor normale
stereo. Hierbij kunt u geen andere instelling kiezen.
Tijdens het decoderen van DTS signalen kunt u de
MUSIC MODE geluidseffecten niet tegelijk kiezen
met het V.SEMI M.D. of V.M.DIMENS. klankbeeld.
van het uitleesvenster
Hiervoor gebruikt u de afstandsbediening.
1 Druk op de AMP MENU toets.
2 Druk op de v of V toets om in te stellen
op “DIMMER”.
3 Druk enkele malen op de b of B toets
om de gewenste helderheid te kiezen.
DIMMER 1 t DIMMER 2 t
DIMMER 3
4 Druk op de ENTER invoertoets.
Luisteren naar
(Uitgezonderd de modellen voor
Noord-Amerika en Europa)
U kunt zelf meezingen met de muziek op elke
stereo CD of cassette, eenvoudig door het vaste
zanggeluid weg te draaien. Om mee te zingen zult u
een los verkrijgbare microfoon moeten aansluiten.
1 Draai de MIC LEVEL regelaar helemaal
2 Sluit een los verkrijgbare microfoon
3 Druk op de KARAOKE PON toets.
meerkanaals-geluid
Druk op de 2CH/MULTI toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de
aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
2CH t V.SEMI M.D. t MULTI* t
V.M.DIMENS.*
2CH: Alle geluid wordt weergegeven in
gewone 2-kanaals stereo.
V.SEMI M.D. (Virtuele Semi MultiDimensie):
geluidsverwerking een heel stel “virtuele
achterluidsprekers” boven normale luisterhoogte
gesimuleerd, op basis van het geluid van de linker en
rechter voorluidsprekers, zonder dat er werkelijke
achterluidsprekers gebruikt worden. Dit klankbeeld
biedt 5 paar virtuele luidsprekers rondom en in een
hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar.
MULTI*:
als een meerkanaals-geluidsspoor.
Hierbij wordt met 3D
Hierbij wordt het geluid weergegeven
4 Start de weergave van de muziek en
5 Regel de geluidssterkte van de
Na afloop van het meezingen
Draai de MIC LEVEL regelaar helemaal naar MIN,
maak de microfoon los van de MIC aansluitbus en druk
nogmaals op de KARAOKE PON toets zodat de “
microfoon-aanduiding dooft.
Meezingen met de
muziek: karaoke
Andere mogelijkheden
naar MIN opdat er geen plotselinge
bijgeluiden via de microfoon klinken.
aan op de MIC aansluitbus.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de
aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
KARAOKE PON t MPX R t
MPX L t
* Hierbij wordt de KARAOKE PON
meezingfunctie uitgeschakeld.
Om mee te zingen in karaoke-stijl met onderdrukking
van de oorspronkelijke zang op een gewone CD of
cassette, stelt u in op “KARAOKE PON”. Om mee te
zingen met een speciale CD met multiplex-geluid,
stelt u in op “MPX R” of “MPX L”.
stel de geluidssterkte naar wens in.
microfoon met de MIC LEVEL knop.
Gekozen geluidseffect*
wordt vervolgd
m
”
NL
23
Meezingen met de muziek: karaoke
(vervolg)
Opmerkingen
•
Bij sommige muziek kunnen de zangstemmen niet
verdwijnen wanneer u instelt op “KARAOKE PON”.
• Als u een geluidseffect of klankbeeld inschakelt,
wordt de karaoke meezingfunctie uitgeschakeld.
•
In de “KARAOKE PON”, “MPX R” of “MPX L” stand
wordt de DSP signaalverwerking ingesteld op “KEY
CONTROL” voor toonhoogteregeling. Bij uitschakelen van
de karaoke meezingfunctie keert de DSP signaalverwerking
terug naar de oorspronkelijke stand vóór het meezingen.
• Bij weergave van mono opnamen kunnen niet
alleen de zangstemmen maar ook bepaalde
instrumenten worden onderdrukt.
• In de volgende gevallen kan het gebeuren dat de
zangstemmen niet volledig worden onderdrukt:
—
bij stereo-opnamen met slechts weinig instrumenten.
— bij weergave van een duet.
— bij muziek met veel echo of koorzang.
— wanneer de zangstem niet in het midden, maar
grotendeels op één kanaal is opgenomen.
— bij muziek waar de zangstem een hoge sopraan
of tenor is.
Mengen en opnemen van
samengemengd geluid
1
Volg de aanwijzingen voor “Meezingen met
de muziek” (van 1 t/m 5). Plaats dan een
voor opnemen geschikte cassette in deck B.
2
Druk op de functietoets voor de
geluidsbron die u wilt opnemen (bijv. CD).
Als u de muziek van een cassette in deck A wilt
opnemen, drukt u enkele malen op de TAPE A/B
toets om in te stellen op het TAPE A cassettedeck.
3 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Cassettedeck B komt in gereedheid voor
opnemen.
4
Druk enkele malen op de DIRECTION toets om
in te stellen op g voor het opnemen op één
cassettekant. Stel in op j (of op RELAY)
voor opnemen op beide cassettekanten.
5 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
6
Druk op de
van de op te nemen geluidsbron te starten.
Zing mee met de muziek.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
nN
toets om de weergave
Tips
• Als er een hinderlijke fluittoon gaat “rondzingen”
(door akoestische terugkoppeling), zet u het geluid
wat zachter of houdt u de microfoon in een andere
richting of wat verder van de luidsprekers vandaan.
• Als u alleen uw stem door de microfoon wilt
opnemen, kan dat ook: dan stelt u in op CDweergave, maar speelt u geen compact disc af.
• Als er erg krachtige geluidssignalen binnenkomen,
zal het apparaat automatisch het opnameniveau
verminderen om vervorming in de opnamen te
voorkomen (automatische niveauregeling).
Aanduidingen voor
signaalverwerking
MULTI CHANNEL DECODING aanduiding
Deze licht op wanneer de stereo-installatie
signalen decodeert die zijn opgenomen in een
meerkanaals-formaat.
PRO LOGIC aanduiding (in het uitleesvenster)
(alleen voor de MHC-DP800AV): Deze licht op
wanneer het apparaat Dolby Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen voor
een middenluidspreker en achterluidsprekers.
; DIGITAL aanduiding (in het uitleesvenster):
Deze licht op wanneer de stereo-installatie
signalen decodeert die zijn opgenomen in het
Dolby Digital formaat.
dts aanduiding (in het uitleesvenster):
licht op wanneer er DTS signalen binnenkomen.
:
Deze
Gerust in slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch laten
uitschakelen na een door u gekozen tijdsduur,
zodat u gerust met de muziek aan kunt gaan slapen.
Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-aanduiding (de uitschakeltijdsduur) in het uitleesvenster als volgt:
AUTO* t 90 t 80 t 70 t … t
10 t OFF (geen uitschakelfunctie)
* Hierbij wordt de stroom uitgeschakeld wanneer het
einde van de weergegeven compact disc of cassette
wordt bereikt (tot maximaal 100 minuten later).
24
NL
Voor het
Controleren van de resterende
tijd tot het uitschakelen (behalve
in de AUTO stand)
Wijzigen van de tijdsduur
tot het uitschakelen
Annuleren van de
uitschakelfunctie
Drukt u
eenmaal op de SLEEP
toets.
enkele malen op de SLEEP
toets om de gewenste
tijdsduur te kiezen.
net zovaak op de SLEEP
toets totdat er “SLEEP
OFF” wordt aangegeven.
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie
U kunt elke dag op een door u gekozen tijdstip
gewekt worden met muziek. Hiervoor moet wel
eerst de ingebouwde klok gelijk zetten (zie
“Gelijkzetten van de klok” op blz. 11).
1 Tref de voorbereidingen voor de
geluidsbron die u moet wekken.
•
CD: Plaats een compact disc. Om te beginnen
bij een bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Muziekstukken van
CD’s programmeren” op blz. 13).
• Cassette: Leg een cassette in met de
kant die u wilt horen naar voren gericht.
•
Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender
(zie “Luisteren naar de radio” op blz. 15).
2 Stel de geluidssterkte naar wens in.
3 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt.
4
Druk enkele malen op de . of > toets
om in te stellen op “DAILY1 SET” (of “DAILY2
SET”) en druk dan op de ENTER toets.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
5 Kies de tijd waarop de muziekweergave
moet beginnen.
Druk enkele malen op de . of > toets
om het juiste uur in te stellen en druk dan op
de ENTER toets.
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de .of > toets
om de juiste minuut in te stellen en druk
weer op de ENTER toets.
Nu knippert weer de uren-aanduiding.
6 Stel de tijd in waarop de muziek moet
stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 5.
7 Druk enkele malen op de . of >
toets totdat de gewenste geluidsbron
wordt aangegeven.
De geluidsbron-aanduiding verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY Tt TAPE PLAY T
8 Druk op de ENTER toets.
Nu verschijnt het nummer van de
schakelklok-instelling (“DAILY 1” of
“DAILY 2”), de wektijd, de eindtijd, de
gekozen geluidsbron en dan weer de
oorspronkelijke aanduidingen.
9 Schakel de stereo-installatie uit.
Voor het
Controleren van
de instellingen
Wijzigen van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok-opname
Tip
U kunt ook het “digipad” aanraakpaneel gebruiken in
plaats van de . en > toetsen.
Opmerkingen
• Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd
nog aan staat, zal de Daily timer wekfunctie niet
werken.
• Als u de sluimerfunctie voor automatisch
uitschakelen gebruikt, zal de wekfunctie niet
werken tot nadat de sluimerfunctie het apparaat
heeft uitgeschakeld.
• De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de
gekozen wektijd al worden ingeschakeld.
Doet u het volgende
Drukt u op de TIMER
SELECT toets, dan enkele
malen op . of > om de
instelling te kiezen (“DAILY
1” of “DAILY 2”) en druk dan
op de ENTER toets.
Begint u weer vanaf stap 1.
Drukt u op de TIMER
SELECT toets, dan enkele
malen op . of > om in
te stellen op “TIMER OFF” en
druk dan op de ENTER toets.
Andere mogelijkheden
25
NL
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van audioapparatuur
Verbinden met
de analoge
uitgangen van
een videospel
Verbinden met
de analoge
uitgangen van
een minidiscrecorder/
videorecorder
Verbinden met de
digitale uitgang van
een minidisc-recorder
of DVD videospeler
NL
26
Verbinden met
een ultralaagluidspreker
Verbinden met
de analoge
ingangen van
een minidiscrecorder/
videorecorder
Verbinden met
de digitale
ingang van een
minidisc-recorder
(Uitgezonderd de
modellen voor
Noord-Amerika en
Europa)
Verbinden met de
digitale uitgang
van een minidiscrecorder of DVD
videospeler
Voor het
Digitaal opnemen
van een CD op
minidisc
Luisteren naar de
digitale weergave
van een aangesloten
minidisc-speler
Luisteren naar de
analoge weergave
van een aangesloten
minidisc-speler
Luisteren naar de
analoge weergave
van een aangesloten
videorecorder
Luisteren naar de
analoge weergave
van een aangesloten
videospelapparaat
* Behalve bij de modellen voor Noord-Amerika en
Europa, drukt u enkele malen op de DIGITAL toets
om in te stellen op “DIGITAL 1” (voor de digitale
ingangsaansluiting op het achterpaneel) of op
“DIGITAL 2” (voor de digitale ingangsaansluiting
op het voorpaneel).
Tips
• Bij een druk op de DIGITAL, MD (VIDEO) of
GAME toets terwijl de stereo-installatie nog uit
staat, wordt de stroom automatisch ingeschakeld.
• Bewaar het dopje dat u van de digitale aansluitbus
verwijdert voor eventueel later gebruik.
Opmerkingen
• Maak de aansluitingen volgens de kleurcodes van
de stekkers en de aansluitbussen, om links en rechts
niet te verwisselen.
• Als het weergegeven geluid in de “VIDEO” stand te
luid of vervormd klinkt, of u wilt terugschakelen
naar de “MD” stand, volgt u de aanwijzingen
hierboven, maar kiest u nu de “MD” stand.
• Er worden alleen digitale signalen weergegeven via
de DIGITAL OUT aansluiting tijdens CD-weergave
en weergave van een DIGITAL geluidsbron. De
uitgestuurde signalen via de DIGITAL OUT
aansluiting worden niet beïnvloed door de
geluidsbijregeling.
• Dit apparaat is niet geschikt voor weergave van
digitaal geluid met een bemonsteringsfrequentie van
96 kHz of in het SACD formaat.
Doet u het volgende
Sluit u een los verkrijgbare
optische kabel aan.
Drukt u op de DIGITAL*
toets.
Drukt u op de MD (VIDEO)
minidisc/videogeluidtoets.
Houdt u de MD (VIDEO)
toets ingedrukt en drukt u op
de ?/1 aan/uit-schakelaar
terwijl het apparaat nog aan
staat. Laat eerst de ?/1 toets
los en dan de MD (VIDEO)
toets. Dan wordt de
ingangskeuze omgeschakeld
van “MD” naar “VIDEO”.
Wanneer u deze instelling op
“VIDEO” eenmaal gemaakt
hebt, hoeft u voortaan alleen
op de MD (VIDEO) toets te
drukken.
Drukt u op de GAME
spelgeluidtoets.
Aanvullende informatie
•
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel
Voorzorgsmaatregelen
Bedrijfsspanning
Controleer voor het inschakelen van de stereo-installatie
eerst of de bedrijfsspanning van het apparaat wel
overeenkomt met het voltage van het plaatselijk lichtnet.
Veiligheid
•
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit,
blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat
lopen, ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld.
•
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de stereoinstallatie geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om
deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
•
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het
apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het
stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een
deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
•
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat
dit dan uitsluitend bij een erkende onderhoudsdienst verrichten.
Opstelling
•
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
• Zet het apparaat niet op een plaats met:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Hitte in het inwendige
• Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
• Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
oververhitting in het inwendige te voorkomen.
Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onderen zijpanelen van de behuizing na verloop van tijd erg heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Om oververhitting en storing in de werking te vermijden, mag u de
ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken.
Voorkomen van schade door condensvocht
•
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige
kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de
compact disc speler of de minidisc-recorder vocht uit de
lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereoinstallatie niet naar behoren functioneren. In zulke
gevallen verwijdert u de CD of de minidisc te verwijderen
en laat u het apparaat ongeveer een uur lang ongebruikt
aan staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
• Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert,
dient u alle discs uit het apparaat te verwijderen.
Als u vragen hebt of problemen met het apparaat,
neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Juiste omgang met compact discs
•
Veeg elke CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend
reinigingsdoekje. Veeg vanuit het midden naar de rand.
•
Gebruik voor het reinigen van CD’s geen oplosmiddelen e.d.
zonlicht of de hitte van een kachel of andere warmtebron.
•
Discs met afwijkende vormen (hartvorm, stervorm
e.d.) kunt u in dit apparaat niet afspelen. Probeer het
niet uit, want het kan schade aan het apparaat
veroorzaken. Gebruik dergelijke discs niet.
Afspelen van CD-R/CD-RW discs
Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/CD-RW
recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat niet altijd goed af te
spelen, niet alleen door stof of vuil, maar vanwege de
opnamekarakteristiek van het opname-apparaat. En als een zelf
opgenomen CD nog niet gefinaliseerd is, kunt u die nooit in dit
apparaat afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht
doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep.
Beveiligen van waardevolle bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of abusievelijk
opnemen te beveiligen, breekt u het wispreventienokje uit voor
cassettekant A of B, zoals in de afbeelding is aangegeven.
Om een beveiligde cassette weer voor opnemen te gebruiken,
dekt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband af.
Nokje van kant B
Wispreventienokje
van kant A
uitbreken
Alvorens u een cassette in een van
de decks plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme
verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90
minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk
uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band
niet te vaak snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou
de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de koppen na iedere tien
gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk
geval even schoon vóór het maken van een belangrijke
bandopname, evenals na het afspelen van een oude
cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel
verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het
vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Nokje van kant A
Kant A
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
/
NL
27
Demagnetiseren van de bandkoppen
Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en de metalen delen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie
voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de demagnetiseercassette.
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst
met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is
aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Het uitleesvenster gaat knipperen zodra u de
stekker in het stopcontact steekt, ook al hebt u
het apparaat nog niet eens ingeschakeld.
• Er is een demonstratie van de mogelijkheden
gestart. Schakel de stereo-installatie in met de
?/1 toets (zie stap 6 op blz. 8).
De tijdinstelling/schakelklok-instellingen zijn vervallen.
•
De stekker is uit het stopcontact getrokken of de
stroom is uitgevallen. Volg opnieuw de aanwijzingen
onder “Gelijkzetten van de klok” (op blz. 11). Als u
een schakelklok-instelling hebt gemaakt, volg dan
weer de aanwijzingen onder “Ontwaken met muziek”
(op blz. 25) en/of “Schakelklok-opname van radiouitzendingen” (op blz. 19).
De voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist.
•
De stekker is uit het stopcontact getrokken of de
stroomvoorziening is langer dan een halve dag
onderbroken geweest. Leg de voorkeurzenders opnieuw
vast volgens “Voorinstellen van radiozenders” (op blz. 15).
Er klinkt geen geluid.
• Draai de VOLUME knop naar rechts.
•
Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
•
Steek bij het aansluiten van de luidsprekers alleen de
gestripte kerndraad van de snoeren in de SPEAKER
aansluitklemmen. Als u ook de plastic isolatielaag
insteekt, kunnen de luidsprekers geen geluid weergeven.
•
Het beveiligingscircuit van de versterker is in werking
getreden, vanwege kortsluiting. (De aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER” knipperen om en
om.) Schakel de stereo-installatie uit, verhelp de
kortsluiting en schakel dan de stroom weer in.
• Tijdens een schakelklok-opname wordt er nooit
NL
28
geluid weergegeven.
Ernstige brom of andere storende geluiden.
• De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
Er klinkt vervorming in de weergave van de
geluidsbron die aangesloten op de MD (VIDEO)
ingangsaansluitingen.
• Als er “VIDEO” wordt aangegeven bij indrukken
van de MD (VIDEO) keuzetoets, schakel het
apparaat dan om zodat er “MD” verschijnt (zie
de opmerking onder “Aansluiten van audioapparatuur” op blz. 26).
In plaats van de tijd verschijnt er alleen “--.--” .
• De stroomvoorziening is onderbroken geweest.
Stel de klok op de juiste tijd in en leg uw
voorkeurzenders en schakelklok-instellingen
opnieuw vast.
De schakelklok-functies werken niet naar behoren.
• Stel de klok op de juiste tijd in.
• U kunt de “Daily” wekfunctie en de “Rec”
schakelklok-opname niet tegelijk gebruiken.
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets
verschijnt de “DAILY 1”, “DAILY 2” of “REC”
aanduiding niet.
• Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig
volgens de aanwijzingen.
• Stel eerst de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
• Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
•
Richt de afstandsbediening van dichtbij recht op de
afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie.
• Misschien zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er gaat een hinderlijke fluit- of loeitoon “rondzingen”.
• Verminder de geluidssterkte.
• Houd de microfoon wat verder van de
luidsprekers of in een andere richting.
Er blijven vreemde kleuren op het TV-scherm
verschijnen.
• Schakel uw TV-toestel eenmaal uit en dan na 15
of 30 minuten weer in. Als de kleuren nog steeds
niet goed zijn, zet dan de luidsprekers wat verder
van het TV-toestel vandaan.
De aanduidingen “PROTECT” en “PUSH
POWER” knipperen om en om.
•
Er is een te krachtig ingangssignaal doorgekomen.
Schakel de stroom uit, laat de stereo-installatie een
tijdje uit staan en schakel dan de stroom weer in.
Als de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH
POWER” bij weer inschakelen nog steeds
beurtelings knipperen, controleert u dan de
aansluiting van de luidsprekersnoeren.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig.
• Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
• Er wordt een mono geluidsbron weergegeven.
• Stel de parameters voor de geluidsbalans beter in
(zie blz. 10).
De middenluidspreker geeft geen geluid
(alleen voor de MHC-DP800AV).
• Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker
wat hoger in.
• Wellicht staat de 2CH/MULTI toets in de “2CH”
stand.
De akoestiek-achterluidsprekers geven geen
geluid (alleen voor de MHC-DP800AV).
• Stel de geluidssterkte van de achterluidsprekers
wat hoger in.
•
Wellicht staat de 2CH/MULTI toets in de “2CH” stand.
• De weergegeven geluidsbron bevat niet veel
akoestiek- of geluidseffecten. Controleer met de
testtoon of de luidsprekers goed staan ingesteld.
Er klinken te weinig lage tonen.
• Controleer of de + en – aansluitingen van de
luidsprekers niet verwisseld zijn.
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
•
Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie
“Beveiligen van waardevolle bandopnamen” op blz. 27).
• De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluidsvolume neemt af.
• Misschien zijn de bandkoppen vuil (zie
“Reinigen van de bandkoppen” op blz. 27).
•
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie
“Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 28).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
•
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie
“Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 28).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid.
• Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen (zie
“Reinigen van de bandkoppen” op blz. 27).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
•
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie
“Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 28).
Bij indrukken van de nN weergavetoets of de
Z uitwerptoets klinkt er een mechanisch geluid,
er verschijnt “EJECT” in het uitleesvenster en
het apparaat wordt uitgeschakeld.
•
Waarschijnlijk is de cassette niet juist ingestoken.
Aanvullende informatie
Compact disc speler
De disc-lade gaat niet dicht.
• Controleer of de compact disc scheef in de disclade ligt.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
• Misschien ligt de CD niet precies vlak in de disclade.
• Misschien is de compact disc vuil (zie blz. 27).
• Misschien is de CD ondersteboven ingelegd.
• Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd.
Het afspelen begint niet bij het eerste
muziekstuk.
• De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of “ALL
DISCS” in het uitleesvenster verschijnt.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het
uitleesvenster.
• Tijdens het zoeken is het einde van de compact
disc bereikt.
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de radioontvangst (in het uitleesvenster knippert de
“TUNED” of de “STEREO” aanduiding).
• Richt of verstel de antenne.
• De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven.
• Druk op de FM MODE toets zodat de “MONO”
aanduiding in het uitleesvenster dooft.
Als er zich andere problemen voordoen,
die hierboven niet zijn beschreven, kunt
u de stereo-installatie als volgt
terugstellen in de uitgangsstand:
1 Houd de x stoptoets, de DISPLAY toets en
de DISC 1 toets alle drie tegelijk ingedrukt.
2 Trek de stekker uit het stopcontact.
3 Steek de stekker weer in het stopcontact.
4 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de
stereo-installatie weer aan te zetten.
Zo stelt u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U zult alle eigen
geheugen-instellingen opnieuw moeten maken.
29
NL
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.