Pioneer VSX-C502-S User Manual [en, es]

AUDIO/VIDEO MULTI-KANAALS ONTVANGER
RECEPTOR AUDIO-VIDEO MULTICANAL
VSX-C502
Nederlands
1
Du
BELANGRIJK
T
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
De lichtflash met pijlpuntsymbool in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruikers te trekken op een niet geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in het toestel, welke voldoende kan zijn om bij aanraking een elektrische shock te veroorzaken.
WAARSCHUWING:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG) NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL TE BEDIENEN.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer produkt. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door zodat u het apparaat op de juiste wijze kunt bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de
WAARSCHUWING
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur (zoals een brandende kaars) op de apparatuur zetten.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruiker te trekken op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding bij dit toestel.
D3-4-2-1-1_Du
D3-4-2-1-7a_A_Du
toekomst nogmaals nodig heeft. Het is mogelijk dat in bepaalde landen of gebieden de uitvoering van de netstekker en het stopkontakt verschilt van hetgeen in deze gebuiksaanwijzing is afgebeeld. De aansluitmethode en bediening zijn in dergelijke gevallen echter precies hetzelfde.
K015 Du
Gebruiksomgeving
emperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van gebruik: +5° – +35°C, minder dan 85% RH (ventilatieopeningen niet afgedekt) Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen
en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige verlichting).
D3-4-2-1-7c_A_Du
voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of het apparaat op andere wijze blootstellen aan waterdruppels, opspattend water, regen of vocht.
D3-4-2-1-3_A_Du
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMC­richtlijnen (89/336/EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en 93/68/EEG).
D3-4-2-1-9a_Du
WAARSCHUWING
Lees zorgvuldig de volgende informatie voordat u de stekker de eerste maal in het stopcontact steekt.
De bedrijfsspanning van het apparaat verschilt afhankelijk van het land waar het apparaat wordt verkocht. Zorg dat de netspanning in het land waar het apparaat wordt gebruikt overeenkomt met de bedrijfsspanning (bijv. 230 V of 120 V) aangegeven op de achterkant van het apparaat.
D3-4-2-1-4_A_Du
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om een goede doorstroming van lucht te waarborgen (tenminste 20 cm boven, 50 cm achter en 10 cm aan de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat een betrouwbare werking van het apparaat wordt verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten, tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het apparaat op een dik tapijt of een bed.
2
Du
D3-4-2-1-7b_A_Du
Als de netstekker van dit apparaat niet geschikt is voor het stopcontact dat u wilt gebruiken, moet u de stekker verwijderen en een geschikte stekker aanbrengen. Laat het vervangen en aanbrengen van een nieuwe netstekker over aan vakkundig onderhoudspersoneel. Als de verwijderde stekker per ongeluk in een stopcontact zou worden gestoken, kan dit resulteren in een ernstige elektrische schok. Zorg er daarom voor dat de oude stekker na het verwijderen op de juiste wijze wordt weggegooid. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
D3-4-2-2-1a_A_Du
LET OP
De STANDBY/ON schakelaar van dit apparaat koppelt het apparaat niet volledig los van het lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen om het apparaat volledig van het lichtnet los te koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
D3-4-2-2-2a_A_Du
Voordat u begint
Voordat u begint
Meegeleverde onderdelen
Controleer of u alle meegeleverde onderdelen heeft ontvangen:
• Microfoon
• Microfoonstatief
• SR + miniplugkabel
• AM-kaderantenne
• FM-draadantenne
• Netsnoer
• Droge celbatterijen (Type AA/IEC R6P) x2
• Afstandsbediening
• Gebruiksaanwijzing
• Labels voor speakerkabels
• Garantiekaart
Het plaatsen van de batterijen
Er zijn twee AA-batterijen benodigd voor de afstandsbediening (bijgeleverd).
1
2
Ventilatie
• Zorg er bij het plaatsen van het systeem voor dat er voldoende ventilatieruimte is rondom het systeem zodat de warmte beter verspreid wordt (tenminste 20 cm aan de bovenzijde, 50 cm aan aan de achterzijde, en 10 cm aan de zijkanten). Indien er niet voldoende ruimte is tussen het systeem en de muur of andere apparatuur, stapelt de warmte binnenin zich op wat invloed heeft op de werking en/of waardoor het apparaat niet meer goed functioneert. Zie hieronder voor uitzonderingen.
• Met uitzondering van een Pioneer DV-464, 360, 454, 350, 444, 470, 545, 565A of 575A DVD-speler, mag niets bovenop de receiver worden geplaatst. Indien u een van genoemde apparaten op de receiver plaatst, zorg er dan voor dat er voldoende ventilatieruimte is zoals hierboven beschreven.
• Indien u een rek gebruikt om het apparaat op te plaatsen zorg er dan voor dat de achterzijde en de linkerzijde van het rek open zijn.
• In het geval een kast met deuren wordt gebruikt, dienen de deuren tijdens gebruik van de receiver geopend te zijn.
• Plaats het apparaat niet op dikke vloerbedekking of een bed, bank of op pluche. Dek de receiver niet af met een doek of een ander soort bedekking. Indien de ventilatie door een of ander voorwerp wordt geblokkeerd stijgt de temperatuur binnenin waardoor het apparaat kapot kan gaan of in brand kan vliegen.
Nederlands
3
Waarschuwing
• Onjuist gebruik van batterijen kan gevaar opleveren als gevolg van lekken of barsten. Let daarom op het volgende:
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen samen.
• Controleer of de plus- en minpolen van elke batterij overeenstemmen met de aangegeven polariteiten in het batterijcompartiment.
• Gebruik nooit verschillende soorten batterijen samen. De batterijen zien er misschien hetzelfde uit, maar kunnen verschillende spanningen hebben.
• Houd u bij het afdanken van gebruikte batterijen aan de geldende overheidsvoorschriften en milieuregels in uw land of regio.
• Houd er rekening mee dat de receiver warm kan worden tijdens gebruik.
Onderhoud buitenkant
• Gebruik een schoonmaakdoek of een droge doek om stof en vuil te verwijderen.
• Indien het oppervlak vuil is neem deze dan af met een zachte doek die goed is uitgewrongen in neutraal schoonmaakmiddel dat vijf of zesmaal in water is verdund; neem het oppervlak daarna nogmaals met een droge doek af. Gebruik geen meubelwas of schoonmaakmiddelen voor meubels.
• Gebruik geen verdunners, benzine, insecticidesprays of andere chemicaliën op of in de buurt van het apparaat omdat deze het oppervlak aantasten.
3
Du
Inhoud
Voordat u begint
Meegeleverde onderdelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Het plaatsen van de batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Ventilatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Onderhoud buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
01 Quick Start Handleiding
Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Eenvoudige aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Aansluiten van de speakers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Aansluiten van uw TV en DVD-speler . . . . . . . . . . . . 7
Starten en afspelen van een DVD . . . . . . . . . . . . . . . . 7
02 Inleidende informatie
Inleiding tot het Home Theatre-systeem . . . . . . . . . . . 8
Eigenschappen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
03 Aansluiten van de apparatuur
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De AV Direct-modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Installeren van de receiver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Aansluiten van de kabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Aansluiting van een DVD-speler . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Aansluiting TV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Aansluiten van een satelliet/kabelontvanger of andere
set-top box . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Aansluiten van andere videocomponenten. . . . . . . . 14
Aansluiten van apparatuur op het voorpaneel . . . . . 15
Installeren van uw speakersysteem . . . . . . . . . . . . . 15
Aansluiten van de speakers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Plaatsen van de speakers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Aansluiten van de antennes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
AM-kaderantenne. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
FM-draadantenne. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Verbinden van de buitenantennes . . . . . . . . . . . . . 17
Gebruik van de receiver met een Pioneer
plasma-display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Bedienen van andere Pioneer-componenten via de
sensor van dit apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Aansluiten van de receiver op de netspanning . . . . . 19
04 Bedieningscomponenten en displays
Paneel voorzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Bedieningsmogelijkheden van de
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
05 Zo begint u
utomatisch aanpassen van uw luisteromgeving
(MCACC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
MCACC-foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Overige problemen bij het gebruik van MCACC . . . 25 Controleren van de instellingen op uw DVD
(of andere) -speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Het afspelen van een bron . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
06 Home Theatre-geluid
Afspelen van meerkanaalsbronnen . . . . . . . . . . . . . 27
Afspelen van stereobronnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Luisteren met hoofdtelefoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Gebruiken van Advanced Surround-effecten. . . . . . . 28
Gebruiken van Sound Modes . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Enhancing Dialog. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Gebruik van het Surround Back-kanaal. . . . . . . . . . . 29
Luisteren met Virtual Surround Backspeakers . . . . 29
07 Gebruiken van de tuner
Zoeken van een station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
RF-onderdrukkermodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
MPX-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Rechtstreeks op een station afstemmen. . . . . . . . . . 30
Opslaan van voorkeurzenders. . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Een naam geven aan voorkeurzenders . . . . . . . . . . 31
Luisteren naar opgeslagen stationinstellingen. . . . 31
Radio Data System (RDS). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Tonen van RDS-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Zoeken naar RDS-programma’s . . . . . . . . . . . . . . . 32
Enhanced Other Network (EON). . . . . . . . . . . . . . . . 33
Programma-identificatietoets. . . . . . . . . . . . . . . . . 33
08 Gebruiken van andere functies
Selecteren van het inputsignaaltype. . . . . . . . . . . . . 34
Gebruiken van de Sleep Timer . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Oorspronkelijke instellingen van het systeem . . . . . . 35
Standaardinstellingen van de receiver . . . . . . . . . . 35
09 Het Instellingenmenu
Het invoeren van instellingen voor de receiver
vanuit het Instellingenmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Opties in het instellingenmenu . . . . . . . . . . . . . . . 36
SR+ bediening voor Pioneer plasma-displays . . . . 39
Gebruik van de SR+ modus met een Pioneer
plasma-display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Het instellen van individuele kanaalniveau’s . . . . . 40
4
Du
10 Bedienen van andere apparatuur
Gebruik van de afstandsbediening voor andere
componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Oproepen van presetcodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Terugstellen van alle instellingen op de
afstandsbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Bediening video-, DVD-, LD-speler en
DVD-recorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Bediening kabel-TV / satelliet-TV / digitale
TV / TV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Presetcodelijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
11 Bijkomende informatie
Troubleshooting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Surroundgeluidformaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Dolby Digital . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Dolby Digital Surround EX. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Dolby Pro Logic IIx en Dolby Surround . . . . . . . . . 49
DTS Digital Surround . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
DTS-ES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
DTS Neo:6 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
DTS 96/24 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
PCM (Pulse Code Modulation) . . . . . . . . . . . . . . . 50
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Nederlands
Du
5
01
Quick Start Handleiding
Hoofdstuk 1
Quick Start Handleiding
Introductie
Deze Quick Start Handleiding geeft aan hoe de speakers, TV en DVD-speler op deze receiver dienen te worden aangesloten, en laat tevens zien hoe een DVD-schijf wordt gestart en afgespeeld.
Eenvoudige aansluiting
In dit onderdeel wordt aangegeven hoe de speakers, subwoofer, DVD-speler en TV op de receiver worden aangesloten waardoor u in korte tijd van het home cinema-geluid kunt gaan genieten.
Zorg er allereerst voor dat alles wat u aansluit is uitgeschakeld en niet is aangesloten op de netspanning.
Aansluiten van de speakers
Deze receiver heeft speakeruitgangen voor de linker- en rechtervoorspeakers (L en R in de figuur), een middenspeaker (C) en twee surroundspeakers (RS en LS) alsmede een Surround Back-speaker (SB). Alleen de linker- en rechtervoorspeakers zijn bestemd voor de minimum speakerconfiguratie; wij raden echter aan alle vijf de speakers aan te sluiten. N.B.: Surround speakers dienen te allen tijde per twee te worden aangesloten; er mag niet slechts één surround speaker worden aangesloten. Alle te gebruiken speakers dienen een nominale impedantie van tussen de 6 en 16 te hebben.
1 Sluit de speakers aan op de receiver zoals in de figuur hieronder aangegeven.
Verwijder ongeveer 1 cm van de isolatie van elke speakerdraad.
Sluit de voorspeakers aan op de FRONT L/R­aansluitpunten; de middenspeaker aan het CENTER­aansluitpunt; en de surroundspeakers aan de SURROUND L/R-aansluitpunten; en de Surround Back­speaker aan de SURROUND BACK-aansluitpunten.
Druk op het lipje om een aansluitpunt te openen; steek de gestripte draad erin en laat dan het lipje los zodat de draad vast komt te zitten.
Voor het juiste geluid is het belangrijk dat de positieve en negatieve aansluitpunten van de receiver met iedere speaker overeenkomen. Daartoe kunt u de meegeleverde gekleurde zelfklevende labels gebruiken door elk daarvan op de helft van elke speakerkabel te bevestigen.
2 Sluit een subwoofer met voeding aan op de SUBWOOFER OUT-contactbus zoals aangegeven in de figuur hieronder.
Gebruik een standaard audiosnoer met RCA/ Phonostekkers.
6
Du
VSX-C502
R (Rechts voor)
R CENTER
FRONT
L (Links voor)
LRL SPEAKERS
SURROUND
SURROUND
BACK
C (Midden)
+
SUB
WOOFER
OUT
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
DIGITAL IN
STB
DVR/TV (DVD) OPT1
OPT2
RS (Rechts surround)
Zie volgende bladzijde voor gegevens over de aansluiting.
OUT
IN
CONTROL
CENTER SURROUND
L
DVD (STB)
COAX
R
SUB WOOFER
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
LS (Links surround)
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
LINE LEVEL
INPUT
SB (Surround Back)
SW (Subwoofer)
AC IN
Quick Start Handleiding
01
Aansluiten van uw TV en DVD-speler
1 Sluit uw DVD-speler aan op de receiver.
Sluit een 21-pins SCART-kabel (niet bijgeleverd) aan tussen de AV-uitgang van uw DVD-speler en de DVD IN AV-connector van deze receiver voor de video en analoge audio. (Zie Technische gegevens op blz. 50 voor de toekenning van elke pin.)
Sluit voor digitale audio een coaxiale digitale audiokabel aan (niet bijgeleverd) tussen de coaxiale digitale uitgang van uw DVD-speler en de DVD(STB) COAX contactbus op deze receiver.
• Indien uw DVD-speler geen coaxiale digitale uitgang heeft, kunt u een optische kabel gebruiken die tussen de optische uitgangcontactbus op uw DVD-speler en de STB(DVD) OPT1 contactbus op deze receiver
VSX-C502
R CENTER
LRL
FRONT
SPEAKERS
SURROUND
SURROUND
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
+
DIGITAL IN
STB
DVR/TV
SUB
BACK
WOOFER
OUT
DVD
(DVD)
(STB)
OPT1
OPT2
wordt aangesloten. U dient echter de ingang naar de DVD opnieuw in te stellen voordat u deze voor het eerst gaat gebruiken. Zie Optische inputinstelling op blz. 38.
• Indien u een optische digitale kabel gebruikt, zorg er dan voor dat de sluiter die de optische stekkerbus beschermt niet beschadigd raakt wanneer de stekker wordt ingestoken.
2 Sluit uw TV aan op de receiver.
Gebruik een 21-pins SCART-kabel (niet meegeleverd) om de DVR/TV IN/OUT AV-connector op deze receiver aan te sluiten op een SCART-ingang op uw TV.
3 Sluit de bijgeleverde AC-kabel aan op de AC IN op deze receiver en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
CENTER SURROUND
SUB WOOFER
COAX
OUT
IN
CONTROL
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
L
R
AV CONNECTOR
AC IN
Nederlands
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL AUDIO OUT
AV CONNECTOR (RGB) - TV/AV Receiver
DVD-speler
Starten en afspelen van een DVD
Zodra u de receiver inschakelt bespeurt deze automatisch de speakers die u heeft aangesloten. Hoewel er verscheidene specifiekere instellingen zijn waarmee u het surroundgeluid kunt optimaliseren, ontvangt u onmiddellijk een goed surroundgeluid.
1 Schakel uw TV en de aangesloten subwoofer in.
Zorg er tevens voor dat uw TV op de AV-ingang waarop u de receiver heeft aangesloten is ingesteld.
2 Druk op RECEIVER op de afstandsbediening of STANDBY/ON op het voorpaneel om de receiver in
te schakelen.
3 Druk op DVD op de afstandsbediening of bedien de INPUT SELECTOR-knop op het voorpaneel om de DVD-input te kiezen.
4 Schakel uw DVD-speler in.
AV CONNECTOR IN
TV
5 Plaats een DVD en start weergave.
Deze receiver decodeert automatisch Dolby Digital, DTS, of Dolby Surround DVD-Videoschijven overeenkomstig uw speakeropstelling. Gewoonlijk hoeft u geen wijzigingen aan te brengen voor een realistisch surroundgeluid.
De overige mogelijkheden (zoals het luisteren naar een CD met een multikanaals-surroundgeluid) staan beschreven in Home Theatre-geluid op blz. 27.
6 Gebruik MASTER VOLUME (via het voorpaneel of de afstandsbediening) om het geluid aan te passen.
• Zet het volume van de TV lager zodat u alleen geluid uit de receiver hoort.
7
Du
02
Inleidende informatie
Hoofdstuk 2
Inleidende informatie
8
Du
Inleiding tot het Home Theatre­systeem
Waarschijnlijk gebruikt u gewoonlijk stereo-apparatuur om naar muziek te luisteren, en niet voor Home Theatre­systemen waarmee u veel meer keuzes heeft (zoals surroundgeluid) bij het luisteren naar soundtracks.
Met Home Theatre kunt u meerdere audiotracks gebruiken om een surroundgeluideffect te creëren, waardoor u zich midden in een actie of concert waant. Het surroundgeluid van een Home Theatre-systeem is niet alleen afhankelijk van de speakers die u in de kamer heeft opgesteld maar ook van de bron en de geluidsinstellingen van de receiver.
DVD-video is thans het basisbronmateriaal voor het Home Theatre-systeem vanwege de afmetingen, kwaliteit en het gebruikersgemak. De meerkanaalsaudio die mogelijk wordt gemaakt door DVD levert een realistisch surroundgeluidseffect en geeft je het gevoel dat je je midden in de actie bevindt.
Eigenschappen
Decoding door middel van Dolby Digital en DTS, inclusief Dolby Digital EX, DTS 96/24 en DTS-ES
(blz. 27, 49, 50)
Door middel van Dolby Digital en DTS decoding heeft u bioscoopgeluid in huis met maximaal zes kanalen voor surroundgeluid inclusief een speciaal LFE-kanaal (Low Frequency Effects) voor diepe en realistische geluidseffecten.
Door aansluiting van een Surround Back-speaker kunt u gebruik maken van de ingebouwde Dolby Digital EX en DTS-ES-decoders voor zevenkanaals surroundgeluid.
Multi-kanaals analoge input
De toevoeging van multi-kanaals analoge input zorgt voor totale compatibiliteit met DVD-Audio en andere hoge­resolutie formaten, waarbij tevens een externe decoder voor Dolby Digital en DTS-bronnen kan worden gebruikt.
Dolby Pro Logic IIx en DTS Neo:6 decoders
(blz. 27, 49, 50)
Naast de decoding-functie van een algeheel surroundgeluid voor Dolby Surroundbronnen, produceren de ingebouwde Dolby Pro Logic IIx en DTS Neo:6 decoders tevens een realistisch surroundgeluid voor elke stereobron.
(blz. 11)
SR+ bediening met Pioneer plasma-displays
(blz. 18)
Indien u een Pioneer plasma-display bezit, kunt u de SR+ functies gebruiken zoals automatisch wisselen tussen de input van de receiver en on-screen displays voor de receiverinformatie.
Surround en Advanced Surround Modes
(blz. 27, 28)
Wanneer de Surround en Advanced Surround Modes samen worden gebruikt met Dolby Digital, DTS of Dolby Pro Logic IIx, geven ze een extra dimensie aan bepaalde programma’s door bijvoorbeeld de weergave van een akoestische ruimte van een concertzaal voor muziek.
Dialog Enhancement
Gebruik de Dialog Enhancement voor verfijning van de dialoog en zang in een programmabron en stem de verticale plaatsing van het middenkanaal af op de linker­en rechtervoorkanalen.
Sound Modes
De Sound Modes kunnen worden gebruikt om in bepaalde situaties het juiste effect te verkrijgen. De Midnightmodus is bijvoorbeeld handig wanneer je alleen bij laag volume kunt luisteren, maar wel een effectief surroundgeluid wenst.
(blz. 28)
(blz. 28)
Afstandsbediening die eenvoudig is in het gebruik
Met de afstandsbediening heeft u niet alleen de algehele controle over iedere functie van deze receiver, maar tevens over andere componenten in uw Home Theatre­systeem. Door middel van ingestelde codes kunt u de afstandsbediening voor nog veel meer andere apparatuur programmeren.
Eenvoudige installatie
Het installeren van uw Home Theatre-systeem is net zo gemakkelijk als het aansluiten van de speakers, de DVD­speler of andere bronnen, en de TV. Met het MCACC (Multichannel Acoustic Calibration) -systeem kunt u het surroundgeluid snel en nauwkeurig opstellen, terwijl u voor de bediening van een volledig surroundgeluid gebruik kunt maken van alle surroundgeluidinstellingen.
(blz. 24)
Energiebesparend ontwerp
Dit systeem is zodanig ontworpen dat het minder dan 0,4 W energie gebruikt wanneer de receiver in standby staat.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, “Surround EX” en het symbool double-D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
"DTS" en "DTS-ES Extended Surround" en "Neo:6" en "DTS 96/24" zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Aansluiten van de apparatuur
Hoofdstuk 3
Aansluiten van de apparatuur
Achterpaneel
03
1 2
+
R CENTER
LRL
FRONT
SPEAKERS
SURROUND
SURROUND
BACK
R CENTER
LRL
FRONT
SPEAKERS
VSX-C502
5 6 7
SURROUND
WOOFER
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
+
SURROUND
BACK
SUB
OUT
DIGITAL IN
STB
DVR/TV
SUB
(DVD)
WOOFER
OPT1
OPT2
OUT
DIGITAL IN
STB
DVR/TV
(DVD) OPT1
OPT2
Belangrijk
• Voordat u de onderdelen aansluit of wijzigt moet de apparatuur uitgeschakeld zijn en het netsnoer niet op de netspanning zijn aangesloten.
1 SPEAKERS terminals (blz. 15) FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en SURROUND BACK-speakeraansluitpunten.
2 Antenne-aansluiting
AM LOOP-kaderantenne (blz. 17)
Sluit de bijgeleverde AM-kaderantenne aan, of een buitenantenne indien de ontvangst slecht is.
FM UNBAL 75-antenneaansluitpunt (blz. 17) Sluit de bijgeleverde FM-draad aan, of een buitenantenne indien de ontvangst slecht is.
3 CONTROL IN-contactbus / CONTROL OUT­contactbus
Gebruik deze contactbussen voor de aaneenschakeling van Pioneercomponenten zodat de onderdelen in de keten slechts gebruik maken van één afstandsbedieningsensor (blz. 19).
Wordt tevens gebruikt voor speciale SR+ control van plasma-displays van Pioneer (blz. 19).
3
IN
CENTER SURROUND
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
DVD (STB)
COAX
4
OUT
CONTROL
OUT
IN
CONTROL
L
R
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
CENTER SURROUND
SUB WOOFER
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
L
R
AUDIO IN (5.1CH)
AV CONNECTOR
STB INDVD IN
AC IN
AC IN
8
4 SCART AV-connectors
De vier soorten SCART AV-connectors zijn bestemd voor video en analoge audio.
VIDEO IN/OUT AV-connector (blz. 14) AV-connector voor de VIDEO-ingang. Indien de receiver op een andere ingang is ingesteld, dan is dat signaal de uitgang vanaf de VIDEO IN/OUT AV­connector.
DVR/TV IN/OUT AV-connector (blz. 12, 14) AV-connector voor de DVR/TV-ingang. Indien de receiver op een andere ingang is ingesteld, dan is dat signaal de uitgang vanaf de DVR/TV IN/OUT AV­connector.
DVD IN AV-connector (blz. 11) AV-connector voor de DVD-ingang.
STB IN AV-connector (blz. 13) AV-connector voor de STB-ingang.
De tabel op de volgende bladzijde toont de input- en de outputvideoformaten die voor elke AV-connector beschikbaar zijn.
Nederlands
Du
9
03
Aansluiten van de apparatuur
Connector Ingang Uitgang
DVD
STB
VIDEO Composiet, S-video,
DVR/TV
Composiet, S-video,
RGB
Composiet, S-video,
RGB
RGB
Composiet Composiet, S-video,
Composiet
RGB
N.B.
• Alle AV-connectors hebben tevens audio-in. De
en
DVR/TV
-connectors hebben tevens audio-out.
VIDEO
• De VIDEO en DVR/TV-connectors zijn compatibel met
i/o-Link.A, T-V Link, Easy Link, MegaLogic, SMARTLINK, Q-Link, DATALOGIC, NextTView Link, etc.
5 SUBWOOFER OUT-contactbus (blz. 15) Sluit een subwoofer met voeding aan.
6 Digitale aansluitingen
Alle drie de digitale audiocontactbussen zijn ingangen. Sluit deze aan op de digitale uitgangen van digitale brononderdelen zoals DVD en CD-speler, satellietontvangers, enz.
STB(DVD) OPT1-contactbus (blz. 13) Optische digitale audiocontactbus voor de STB-input (het is tevens mogelijk deze toe te kennen aan de
DVD-ingang). DVR/TV OPT2 contactbus (blz. 14)
Optische digitale audiocontactbus voor de DVR/TV­ingang.
• Zorg er bij het aansluiten van optische kabels voor dat de sluiter die het optische stopcontact beschermt niet wordt beschadigd bij het insteken van de stekker.
• Wind de optische kabels niet strak op wanneer u deze opbergt. De kabel kan beschadigd raken indien deze met scherpe hoeken wordt gebogen.
DVD(STB) COAX-contactbus (blz. 11) De coaxiale digitale audio-contactbus voor de DVD­ingang (het is tevens mogelijk deze toe te kennen aan de STB-ingang).
7 AUDIO IN (5.1CH) –contactbussen (blz. 11) Multi-kanaals analoge audio-inputs, met name te gebruiken samen met multi-kanaals DVD-Audioschijven, en bepaalde DVD-Videoschijven waarbij geen multi­kanaals digitale output mogelijk is.
8 AC IN (blz. 19) Sluit het bijgeleverde AC-netsnoer aan.
De AV Direct-modus
Met de AV Direct-modus kan de receiver audio- en videosignalen die bij de ene AV-connectoringang aankomen doorgeven aan de AV-connectoruitgangen zonder dat output van geluid plaatsvindt door middel van de speakers die aan de receiver zijn aangesloten. Zodoende kunt u de andere componenten bedienen alsof deze direct aan elkaar zijn aangesloten zonder dat de receiver aanstaat. U kunt bijvoorbeeld uw videorecorder gebruiken om vanaf de satellietontvanger op te nemen (beide zijn op deze receiver aangesloten) zonder dat de receiver aanstaat. Ook kunt u de AV Direct-modus gebruiken om een video te bekijken met geluid van de speakers van de TV, zonder dat de receiver aanstaat.
U kunt naar de AV Direct-modus switchen (vanuit
-
standby of On) met gebruik van de AV DIRECT-toets op de afstandsbediening. Het is echter ook mogelijk om de receiver zodanig in te stellen dat de AV Direct-functie automatisch inschakelt wanneer een inkomend signaal wordt opgevangen. Zie tevens AV Direct-instelling op blz. 38.
In de figuur hieronder wordt getoond hoe met de AV DIRECT en de STANDBY/ON-toetsen op de receiver kan worden geswitched tussen standby, de AV Direct­modus, en On.
Standby
AV DIRECT
AV Direct On
Standby
RECEIVER
AV Direct On
Installeren van de receiver
• Bij het installeren van dit apparaat dient u ervoor te zorgen dat het systeem op een stabiel en horizontaal oppervlak wordt geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op de volgende plaatsen: – op een kleuren-TV (het scherm kan vervormd raken) – bij een cassettedeck (of dichtbij een apparaat met een magnetisch veld). Dit kan invloed hebben op het geluid. – in direct zonlicht – in een vochtige of natte omgeving – in een zeer warme of koude omgeving – op een plaats waar zich trillingen of andere bewegingen voordoen – op zeer stoffige plaatsen – op een plek met warme rook of olie (zoals een keuken)
Aansluiten van de kabels
Zorg ervoor dat de kabels niet over dit apparaat worden gebogen. Indien de kabels bovenop het apparaat worden gelegd, kan het magnetisch veld dat wordt geleverd door de transformators in dit apparaat een zoemgeluid uit de speakers veroorzaken.
10
Du
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiting van een DVD-speler
Volg met behulp van de figuur onderstaande instructies om de DVD-speler aan te sluiten.
Indien uw DVD-speler multi-kanaals analoge audio­outputs heeft, kunt u deze op de AUDIO IN (5.1CH) – contactbussen op deze receiver aansluiten. Aansluiting kan nuttig zijn omdat bij bepaalde discs geen digitale output uit de speler mogelijk is. Het kan tevens nuttig zijn bij het gebruik van een extern digitaal decodersysteem.
1 Gebruik een SCART-kabel om de DVD IN AV­connector aan te sluiten op een AV-connector op de DVD-speler.
2 Indien de DVD-speler multi-kanaals analoge outputs heeft, kunt u deze op de SURROUND L / R, CENTER en SUBWOOFER-contactbussen aansluiten.
Deze aansluitingen worden in onderstaande figuur bij 2 getoond.
03
3 Gebruik een coaxiale digitale audiokabel om de DVD(STB) COAX-contactbus aan te sluiten op een coaxiale digitale audio-uitgang op de DVD-speler.
Deze aansluiting is bestemd voor stereo en meerkanaals digitale audio.
Indien uw DVD-speler geen coaxiale digitale audio out­contactbus heeft kan een optische aansluiting op de STB(DVD) OPT1-contactbus worden gebruikt. Omdat deze ingang echter standaard is toegekend aan de STB­ingang, dient u deze opnieuw toe te kennen aan de DVD- ingang voordat u hem kunt gebruiken. Zie Optische inputinstelling op blz. 38 nadat alle andere onderdelen zijn aangesloten.
N.B.
• Om naar multi-kanaals analoge audio te kunnen luisteren, dient de inputsignaalselector op DVD
5.1CH (multi-kanaals analoog) te worden ingesteld. Zie Selecteren van het inputsignaaltype op blz. 34.
VSX-C502
R CENTER
FRONT
3
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL AUDIO OUT
DVD-speler
SURROUND
SURROUND
BACK
LRL SPEAKERS
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
+
DIGITAL IN
STB
DVR/TV
SUB
(DVD)
WOOFER
OPT1
OPT2
OUT
CENTER SURROUND
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
OUT
IN
CONTROL
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
L
R
AC IN
AV CONNECTOR
Nederlands
2
VIDEO
CENTER
L
R
FRONTSURR.SUB W.
AV CONNECTOR (RGB) - TV/AV Receiver
1
11
Du
03
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiting TV
Op deze bladzijde staat aangegeven hoe u de TV op de receiver kunt aansluiten. Indien uw TV een ingebouwde digitale decoder heeft, kunt u de digitale audio-ooutput op de receiver aansluiten voor Dolby Digital en DTS­geluid bij digitale TV-uitzendingen.
1 Gebruik een SCART-kabel om de DVR/TV IN/OUT AV-connector aan te sluiten op een AV-connector op de TV.
2 Gebruik een optische digitale audiokabel om de STB(DVD) OPT1-contactbus aan te sluiten op een optische digitale audio-uitgang op de TV.
Indien uw TV geen optische digitale audio out-contactbus heeft kan een coaxiale aansluiting op de DVD(STB) COAX-contactbus worden gebruikt. Omdat deze ingang echter standaard is toegekend aan de DVD-ingang, dient u deze opnieuw toe te kennen aan de STB-ingang voordat u hem kunt gebruiken. Zie Optische inputinstelling op blz. 38 nadat alle andere onderdelen zijn aangesloten.
VSX-C502
R CENTER
LRL
FRONT
SPEAKERS
OPTICAL
DIGITAL AUDIO OUT
SURROUND
COAXIAL
SURROUND
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
+
DIGITAL IN
STB
DVR/TV
SUB
BACK
(DVD)
WOOFER
OPT1
OPT2
OUT
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
OUT
IN
CONTROL
CENTER SURROUND
L
R
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
AV CONNECTOR OUT
AC IN
TV
12
Du
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van een satelliet/kabelontvanger of andere set-top box
Satelliet- en kabelontvangers en andere digitale TV­tuners en –antennes zijn voorbeelden van zogenaamde set-top boxes.
1 Gebruik een SCART-kabel om de STB IN AV­connector aan een AV-connector op de set-top box aan te sluiten.
Deze is bestemd voor video- en analoge stereo­audiosignalen vanuit de set-top box naar deze receiver.
2 Gebruik een optische digitale audiokabel om de STB(DVD) OPT1 contactbus op een optische digitale audio-output op de set-top box aan te sluiten.
Deze aansluiting is bestemd voor stereo en meerkanaals digitale audio.
Indien uw set-top box geen optische digitale audio­outcontactbus heeft, kunt u een coaxiale verbinding naar de DVD(STB) COAX-contactbus gebruiken. Deze ingang is echter standaard toegekend aan de DVD-ingang zodat deze eerst aan de STB-ingang dient te worden toegekend voordat hij kan worden gebruikt. Zie Coaxiale inputinstelling op blz. 38 nadat alles is aangesloten.
N.B.
• Indien uw satelliet/kabelontvanger geen digitale audio-output heeft, kan stap 2 hierboven worden overgeslagen.
03
VSX-C502
R CENTER
LRL
FRONT
SPEAKERS
SURROUND
SURROUND
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
+
DIGITAL IN
STB
DVR/TV
SUB
BACK
(DVD)
WOOFER
OPT1
OPT2
OUT
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
OUT
IN
CONTROL
CENTER SURROUND
L
R
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
AC IN
Nederlands
DIGITAL OUT AV CONNECTOR OUT
STB
13
Du
03
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van andere videocomponenten
De VIDEO IN/OUT AV-connector kan voor een videorecorder of recorder met analoge audio worden gebruikt. De DVR/TV IN/OUT AV-connector en de bijbehorende digitale audioverbinding (de DVR/TV OPT2 contactbus) kan samen met digitale video-componenten worden gebruikt zoals een DVD-recorder die digitale soundtracks kan afspelen.
1 Gebruik een SCART-kabel om de VIDEO IN/OUT AV-connector aan een AV-connector op uw videorecorder (of ander videocomponent) aan te sluiten.
Hiermee kunt u de videorecorder afspelen of met de videorecorder opnemen (of een ander component).
Videorecorder etc.
2 Gebruik een SCART-kabel om de DVR/TV IN/OUT AV-connector aan een AV-connector op uw DVD­recorder (of ander videocomponent) aan te sluiten.
Hiermee kunt u de DVR afspelen of met de DVR opnemen (of een ander component), inclusief RGB­video.
3 Gebruik een optische digitale audiokabel om de DVR/TV OPT2-contactbus aan een optische digitale audio-uitgang op uw DVD-recorder (of ander videocomponent) aan te sluiten.
Deze verbinding is bestemd voor stereo en meerkanaals digitale audio.
AV CONNECTOR OUT
14
Du
AM LOOP
+
R CENTER
FRONT
SURROUND
LRL
SURROUND
BACK
SPEAKERS
STB
SUB
(DVD)
WOOFER
OPT1
OUT
VSX-C502
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL OUT
VIDEO IN/OUT VIDEO IN/OUT
AV CONNECTOR
DVR, etc.
N.B.
• Sommige TV’s hebben zowel RGB als i/o-Link.A compatibele AV-connectors, of een enkele AV­connector die kan worden gebruik om te switchen. Zie de instructies bij de TV voor meer gegevens hierover. Deze receiver is compatibel met beide formaten zonder dat u hoeft te switchen.
• Wanneer de DVR aanstaat dient u ervoor te zorgen dat deze op de juiste input staat afgesteld zodat audio en video uit de receiver aan de TV worden doorgegeven.
ANTENNA
FM UNBAL 75
DIGITAL IN
DVR/TV
OPT2
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
OUT
IN
CONTROL
CENTER SURROUND
L
R
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
AV CONNECTOR IN
AC IN
TV
• Wanneer de receiver niet is aangesloten of in standby staat (terwijl de AV Direct uitstaat), is het mogelijk dat u vervormd geluid hoort uit de VIDEO IN/OUT AV­connector en de DVR/TV IN/OUT AV-connector indien een aangesloten component wordt gebruikt.
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van apparatuur op het voorpaneel
De FRONT INPUT-contactbussen hebben een standaard (composiet) videocontactbus (VIDEO), stereo analoge audio-inputs (AUDIO L/R), en een optische digitale audio-input (DIGITAL). Deze verbindingen kunnen worden gebruikt voor elk type audio/video-component, en zijn voornamelijk geschikt voor draagbare apparatuur zoals camcorders, videospelletjes en draagbare audio/ video-apparatuur.
VSX-C502
DTS
2
DIGITALAV DIRECT
PHONES/SETUP MIC
STANDBY/ON
FRONT INPUT
DIGITAL IN VIDEO AUDIOLR
• Verwijder het beschermkapje voor toegang tot de contactbussen op het voorpaneel. (Zie onderstaand schema)
• De figuur hieronder toont voorbeelden van verbindingen aan een draagbare DVD-speler.
PHONES
2
PRO LOGIC
NEO:6
II
2
ADVANCED
PRO LOGIC
IIX
INPUT SELECTOR
03
MASTER VOLUME
DOWN
UP
COLOR BRIGHT MONITOR
VIDEO IN/OUT
AUDIO IN/OUT
DIGITAL OUT (OPTICAL)
Draagbare DVD-speler, etc.
Installeren van uw speakersysteem
Om de surroundgeluidmogelijkheden van de receiver zoveel mogelijk te benutten dient u de voor-, midden- en surroundspeakers alsook de Surround Back-speakers en de subwoofer aan te sluiten. Dit is de ideale situatie; andere configuraties met minder speakers – zonder subwoofer of middenspeaker, surroundspeakers, en zelfs
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
+
DIGITAL IN
SURROUND
LRL
SURROUND
BACK
SPEAKERS
STB
DVR/TV
SUB
(DVD)
WOOFER
OPT1
OPT2
OUT
VSX-C502
R CENTER
FRONT
PHONES/SETUP MIC
STANDBY/ON
FRONT INPUT
DIGITAL IN
VIDEO AUDIO RL
P
U S
H
O
P E
N
2
DIGITALAV DIRECT
Op de aangegeven plaats
PHONES
HOLDON/OFF
drukken en via de andere zijde verwijderen.
zonder Surround Back-speaker – werken echter ook. Wel zijn de linker- en rechtervoorspeakers noodzakelijk. Beide surroundspeakers dienen te worden aangesloten. Alle speakers die u gebruikt dienen een nominale impedantie van tussen de 6 en 16 te hebben.
Zie volgende bladzijde voor gegevens over de aansluiting.
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
OUT
IN
CONTROL
CENTER SURROUND
L
R
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
AC IN
Nederlands
R (Rechts voor)
L (Links voor)
C (Midden)
RS (Rechts surround)
LS (Links surround)
SB (Surround Back)
LINE LEVEL
INPUT
SW (Subwoofer)
15
Du
03
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van de speakers
Voordat u kunt beginnen met het aansluiten van de speakers dient u ervoor te zorgen dat de speakerkabel die u gaat gebruiken op de juiste wijze is voorbereid waarbij ongeveer 10 mm isolatiemateriaal van elke draad is verwijderd, en de gestripte draaduiteinden aan elkaar gedraaid zijn.
Elke speakerverbinding aan de receiver heeft een positieve (+) gekleurde en een negatieve (–) zwarte terminal. Voor een goed geluid dienen deze overeen te stemmen met de aansluitpunten op de speakers. Daartoe kunt u de bijgeleverde gekleurde zelfklevende labels gebruiken, waarbij u elke label aan elk uiteinde van de helft van elke kabel bevestigt. Gebruik de draad met label voor de gekleurde/positieve terminal; gebruik de draad zonder label voor de zwarte/negatieve terminal. Gebruik de verschillende kleuren om te bepalen welke speakerkabel aan welke speaker dient te worden bevestigd.
Waarschuwing
• Zorg ervoor dat alle gestripte speakerdraden aan elkaar zijn gedraaid en geheel in het speakeraansluitpunt zijn gestoken. Indien een gestripte speakerdraad het achterpaneel raakt kan de stroom door de veiligheidsvoorziening worden verbroken.
• Deze luidsprekercontactpunten kunnen onder GEVAARLIJKE SPANNING staan. Om het risico van een elektrische shock te vermijden gelieve men, bij het insteken of uittrekken van de luidsprekerkabeltjes, de niet geïsoleerde punten niet aan te raken voordat het stroomsnoer is uitgetrokken.
1 Verbind de linker- en rechtervoorspeakers aan de FRONT L/R speakeraansluitpunten.
Druk op het geveerde lipje om een aansluitpunt te openen; steek de speakerdraad in en laat het lipje los zodat de draad vast komt te zitten.
5 Verbind de subwoofer aan de SUBWOOFER OUT­contactbus.
Plaatsen van de speakers
De opstelling van de speakers heeft grote invloed op de geluidskwaliteit. Met de volgende leidraad haalt u het beste geluid uit het systeem.
• De subwoofer kan op de vloer worden geplaatst. Voor het beste luistereffect moeten de overige speakers op oorhoogte worden geplaatst. Het is niet aan te bevelen de speakers op de vloer te plaatsen (behalve de subwoofer) of hoog aan de muur op te hangen.
• Voor het beste stereo-effect moeten de voorspeakers 2–3 m van elkaar af op gelijke afstand van de TV worden geplaatst.
• Installeer de middenspeaker boven of onder de TV zodat het geluid van het middenkanaal op het TV­scherm wordt gelocaliseerd.
• Bij het plaatsen van de speakers bij de TV kunt u magnetisch afgeschermde speakers gebruiken om mogelijke storingen te vermijden, zoals verkleuring van het beeld wanneer de TV wordt ingeschakeld. Indien u geen magnetisch afgeschermde speakers heeft en het TV-beeld verkleuring geeft, kunt u de speakers verder van de TV af plaatsen.
• Installeer indien mogelijk de surroundspeakers iets boven oorhoogte.
Midden
Voor R
Surround
R
Voor L
Sub­woofer
Surround
L
Surround
Back
Waarschuwing
• Zorg ervoor dat alle speakers veilig worden geïnstalleerd. Dit komt niet alleen de geluidskwaliteit ten goede, maar verkleint ook het risico van schade of letsel wanneer de speakers omver worden gestoten of omvallen tijdens schokken van buitenaf zoals bij een aardbeving.
16
Du
2 Verbind de middenspeaker aan de CENTER­speakeraansluitpunten.
3 Verbind de surroundlinker- en rechterspeakers aan de SURROUND L/R-speakeraansluitpunten.
4 Verbind de Surround Back-speaker aan de SURROUND BACK-speakeraansluitpunten.
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van de antennes
Met de bijgeleverde antennes kunt u op eenvoudige wijze naar AM- en FM-radio luisteren. Indien u merkt dat de ontvangstkwaliteit slecht is kunt u een buitenantenne gebruiken voor een beter geluid—zie Verbinden van de buitenantennes hieronder.
03
ANTENNA
AM LOOP
+
R CENTER
FRONT
SURROUND
LRL
SURROUND
BACK
SPEAKERS
STB
SUB
(DVD)
WOOFER
OPT1
OUT
VSX-C502
AM-kaderantenne
1 Monteer de antennestaander zoals in de figuur aangegeven.
fig. A fig. B fig. C
• Buig de staander in de aangegeven richting (fig. A).
• Klem de lus in de staander (fig. B).
• Het is mogelijk de AM-antenne aan de muur te bevestigen (fig. C). Zorg er voorafgaand aan bevestiging voor dat de ontvangst goed is.
2 Verwijder de beschermingselementen van beide AM-antennedraden.
3 Druk op de lipjes van de AM-LOOP­antenneterminal om deze te openen en steek een draad in iedere terminal.
4 Laat het lipje los om de AM-antennedraden vast te zetten.
5 Plaats de AM-antenne op een vlak oppervlak en zet deze in de richting met de beste ontvangst.
Plaats de antenne niet in de buurt van computers, televisies of andere electrische apparatuur, en zorg ervoor dat de antenne niet in aanraking komt met metalen voorwerpen.
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
OUT
IN
CONTROL
CENTER SURROUND
L
R
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
AC IN
FM UNBAL 75
DIGITAL IN
DVR/TV
OPT2
FM-draadantenne
• Verbind het FM UNBAL 75­antenneaansluitpunt.
Voor het beste resultaat kan de FM-antenne geheel worden uitgetrokken en aan een muur of deurpost worden bevestigd. Laat deze niet loshangen en laat de draad ook niet opgewonden zitten.
Verbinden van de buitenantennes
Voor verbetering van de FM-ontvangst kan een FM­buitenantenne aan het FM UNBAL 75­antenneaansluitpunt worden aangesloten.
PAL stekker
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
75 coaxiale kabel
Om de AM-ontvangst te verbeteren kan een 5 tot 6 m lange vinyldraad aan de AM-LOOP-terminals worden aangesloten zonder de bijgeleverde AM-lusantenne los te koppelen.
Hang voor het beste resultaat de draad horizontaal buiten op.
Buitenantenne
Nederlands
N.B.
• Het signaal aardverbinding () dient ter vermindering van ruis die ontstaat wanneer de antenne wordt aangesloten. Het is geen electrische veiligheidsaardverbinding.
AM LOOP
ANTENNA
FM UNBAL 75
5-6 m
Binnenantenne (kabel met vinyl bekleding)
17
Du
03
Aansluiten van de apparatuur
Gebruik van de receiver met een Pioneer plasma-display
Indien u een Pioneer plasma-display heeft, kunt u de bijgeleverde SR+ kabel gebruiken voor aansluiting op deze receiver t.b.v. diverse handige functies, zoals automatisch wisselen van de video-input van de plasma­display bij omzetting van de receiverinput.
CONTROL
OUT
Pioneer plasma-display
ANTENNA
AM LOOP
FM UNBAL 75
DIGITAL IN
STB
DVR/TV (DVD) OPT1
OPT2
VSX-C502
N.B.
• Indien u de receiver aansluit op een Pioneer plasma­display via de bijgeleverde SR+ kabel, dient u de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van de plasma-display te richten om de receiver te kunnen bedienen. In dat geval kunt u de receiver niet met de afstandsbediening bedienen indien u de plasma-display uitschakelt.
• Deze receiver is compatible met alle Pioneer plasma­displays vanaf 2003.
CENTER SURROUND
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
OUT
IN CONTROL
AUDIO IN (5.1CH) DVD IN
VIDEO IN/OUT
L
R
AV CONNECTOR
• Gebruik de bijgeleverde SR+ kabel met miniplug en drie ringen voor aansluiting van de CONTROL IN­contactbus van deze receiver op de CONTROL OUT­contactbus van uw plasma-display.
Voordat u de extra SR+ functies kunt gaan gebruiken, dient u enkele instellingen in de receiver aan te brengen. Zie Het invoeren van instellingen voor de receiver vanuit het Instellingenmenu op blz. 36 voor uitvoerige uitleg hierover.
VIDEO
INPUT 3
STANDBY/ON
DVD-speler
DVD
AUDIO IN
PHONES/SETUP MIC
plasma-display
OPEN/CLOSE

STANDBY/ON
FRONT INPUT
DIGITAL IN VIDEO AUDIOLR
Pioneer

Satellietontvanger, etc.
NEO:6
ADVANCED
DTS2PRO LOGIC
II2PRO LOGIC
IIX
2
DIGITALAV DIRECT
VIDEO
INPUT 1
TV/SAT
AUDIO IN
PHONES
MASTER VOLUME
INPUT SELECTOR
DOWN
UP
VSX-C502
Om de SR+ functies zo goed mogelijk te benutten kunt u de broncomponenten (DVD-speler, etc.) op enigszins andere wijze dan in dit hoofdstuk omschreven aansluiten. Sluit voor elk component de video-output rechtstreeks aan op de plasma-display, en sluit alleen de audio (analoog en/of digitaal) op deze receiver aan.
18
Du
Aansluiten van de apparatuur
03
Bedienen van andere Pioneer­componenten via de sensor van dit apparaat
Veel Pioneer-componenten hebben SR CONTROL­contactbussen die kunnen worden gebruikt om de componenten aan elkaar te koppelen, zodat slechts de afstandsbedieningssensor van één component hoeft te worden gebruikt. Wanneer u een afstandsbediening gebruikt wordt het bedieningssignaal via de keten naar het juiste component geleid.
Zorg er wel voor dat indien u gebruik maakt van deze functie, dat tenminste een set analoge audio­contactbussen op een andere component is aangesluiten voor aarding.
1 Bepaal van welk component u de afstandsbedieningssensor wilt gebruiken.
Wanneer u een component in de keten wilt kunnen bedienen dan is dat de afstandsbedieningssensor waar u de afstandsbediening naar moet richten.
2 Verbind de CONTROL OUT-contactbus van dat component met de CONTROL IN-contactbus van een ander Pioneer-component.
Gebruik een kabel met een monoministekker aan elk uiteinde van de verbinding.
3 Ga op dezelfde wijze door met de keten voor alle componenten.
Aansluiten van de receiver op de netspanning
Sluit de receiver pas aan op de netspanning nadat alle componenten inclusief de speakers zijn verbonden.
Waarschuwing
• Houd het netsnoer bij de stekker vast. Haal de stekker er niet uit door aan het snoer te trekken en raak het netsnoer nooit met natte handen aan, aangezien dit kortsluiting of een electrische schok kan veroorzaken. Plaats het apparaat of een meubelstuk enz. niet op het netsnoer en zorg ervoor dat de kabel niet geklemd raakt. Zorg ervoor dat er geen knopen in de kabel zitten en bind de kabel ook niet vast aan andere kabels. Het netsnoers dient zodanig gelegd te worden dat er niet op getrapt kan worden. Een beschadigd netsnoer kan brand of electrische schok veroorzaken. Controleer het netsnoer van tijd tot tijd. Indien het beschadigd is, vraag dan een officieel Pioneer-onderhoudscenter in de buurt of uw dealer om een nieuwe kabel.
1 Steek het bijgeleverde netsnoer in de AC IN­stekkerbus aan de achterzijde van de receiver.
2 Steek het andere uiteinde in een stopcontact.
Nederlands
Tip
•U kunt tevens de meegeleverde afstandsbediening instellen voor de bediening van andere componenten in uw systeem (zowel van Pioneer als andere merken). Zie Gebruik van de afstandsbediening voor andere componenten op blz. 41.
ANTENNA
AM LOOP
+
SURROUND
LRL
SURROUND
BACK
SPEAKERS
STB
SUB
(DVD)
WOOFER
OPT1
OUT
VSX-C502
R CENTER
FRONT
FM UNBAL 75
DIGITAL IN
DVR/TV
OPT2
DVD
SUB WOOFER
(STB)
COAX
CONTROL
IN OUT
OUT
IN
CONTROL
CENTER SURROUND
L
R
AUDIO IN (5.1CH) STB INDVD IN
CONTROL
IN OUT
VIDEO IN/OUT DVR/TV IN/OUT
AV CONNECTOR
AC IN
19
Du
04
Bedieningscomponenten en displays
Hoofdstuk 4
Bedieningscomponenten en displays
Paneel voorzijde
1 2 3 5 64 8 97
20
Du
2
DTS
2DIGITALAV DIRECT
PHONES/SETUP MIC
STANDBY/ON
FRONT INPUT
DIGITAL IN VIDEO AUDIOLR
VSX-C502
1 PHONES/SETUP MIC-contactbus
Gebruik deze toets voor aansluiting van de hoofdtelefoon of bijgeleverde microfoon.
Wanneer de hoofdtelefoons zijn aangesloten komt er geen geluid uit de speakers.
2 STANDBY/ON-toets
Indrukken om de receiver op standby te zetten. 3 FRONT INPUT-contactbus (blz. 15)
Gebruik deze contactbus om een audio/videocomponent aan te sluiten.
4 AV DIRECT-indicator
Licht op in standby wanneer de receiver een audio/ videosignaal vanuit de ene SCART AV-connector naar de andere stuurt.
5 Digitale surroundformaatindicatoren
2 DIGITAL-indicator
Licht op wanneer de huidige bron Dolby Digital is.
DTS-indicator
Licht op wanneer de huidige bron DTS is.
6 Luistermodusindicatoren
2 PRO LOGIC II indicator (blz. 27) Licht op wanneer een van de Dolby Pro Logic II surroundmodes met een 2-kanaals (stereo) bron actief is.
2 PRO LOGIC IIx indicator (blz. 27) Licht op wanneer een van de Dolby Pro Logic IIx surroundmodes actief is.
NEO:6 indicator (blz. 27) Licht op wanneer de Neo:6 luistermodus met een 2­kanaals (stereo)bron actief is.
ADVANCED-indicator (blz. 28) Licht op wanneer een van de Advanced Surround­modes actief is.
PHONES-indicator (blz. 28) Licht op wanneer de Phones Surround-modus actief is.
PRO LOGIC
NEO:6
II
2
PRO LOGIC
IIx
ADVANCED
PHONES
INPUT SELECTOR
MASTER VOLUME
DOWN
UP
7 Afstandsbedieningssensor 8 INPUT SELECTOR-knop (blz. 26)
Draai aan de knop om door de verschillende inputs te lopen. De huidige input wordt op de paneeldisplay aan de voorzijde getoond.
9 MASTER VOLUME-knop
Draai aan de knop om het volume bij te stellen.
Bedieningscomponenten en displays
n
Display
1 32 7654 8 109
11
12 1413
04
1 DIG (digitaal) / ANA (analoog) (blz. 34) Geeft aan of de huidige inputbron analoog of digitaal is.
2 MULTI-indicator (blz. 34) Gaat branden wanneer de multi-kanaals analoge input is geselecteerd als het inputsignaaltype voor de DVD-input.
3 Hi-FS-indicator
Licht op wanneer het huidige inputsignaal 88,2/96 kHz digitaal is.
4 SR+ indicator Gaat branden wanneer de Control Mode Setting op SR+ ON is ingesteld voor een aangesloten plasma-display om
deze receiver te bedienen. 5 SOUND-indicator (blz. 28)
Gaat branden wanneer één van de Sound Modes actief is.
6 Sleep Timer-indicator (blz. 34) Licht op wanneer de Sleep Timer is ingesteld.
7 DIALOG-indicator (blz. 28) Licht op wanneer de Dialog Enhancement is ingeschakeld.
8 Input/outputkanaalindicatoren
11 Tunderindicatoren
STEREO (blz. 30)
Licht op wanneer er wordt geluisterd naar een stereo FM-uitzending in de auto/stereomodus.
TUNED
Licht op wanneer op een uitzending is afgestemd. MONO (blz. 30)
Licht op wanneer de tuner MPX-modus op mono is afgesteld.
RDS (blz. 31) Licht op wanneer er wordt geluisterd naar een station dat RDS-informatie uitzendt.
RF ATT (blz. 30) Licht op wanneer de RF-onderdrukker is ingeschakeld.
12 Display van informatietekens 13 EON-indicatoren (blz. 33)
EON licht op wanneer EON is ingesteld. De stipindicator
aan de linkerzijde licht op wanneer de huidige uitzending de EON-dataservice biedt.
14 Volumeniveau-indicator
Geeft het volumeniveau in dB aan.
Nederlands
Inputindicatoren Outputindicatore
De gecombineerde input/outputindicatoren geven een overzicht van de kanalen die in de bron aanwezig zijn en de speakers die voor de output worden gebruikt. De letters L, C, R, LFE, Ls en Rs geven de inputkanalen die de receiver binnenkomen aan (links, midden, rechts, lage frekwentie, links-surround en rechts-surround), S gaat branden in Dolby Surround of Surround Monoaural en LS, S, RS gaat branden wanneer Dolby EX of DTS-ES­soundtracks worden afgespeeld. De driehoekige segmenten en SW (subwoofer) geven de actieve speakeroutputkanalen weer.
9 VIR.SB-indicator (blz. 29) Licht op wanneer het Virtual Surround Back-effect is ingeschakeld.
10 OVER-indicator (blz. 38) Licht op wanneer het inputsignaal te hoog is waardoor vervorming kan ontstaan. Gebruik de inputonderdrukker om het niveau te verlagen.
21
Du
04
Bedieningscomponenten en displays
22
Du
Afstandsbediening
Functie-aanduidingen in groen op de afstandsbediening zijn aan de receiver gerelateerde functies. In blauw gedrukte functienamen zijn bestemd voor de ingebouwde tuner (Gebruiken van de tuner op blz. 30). Andere functies hebben betrekking op andere apparatuur die u met de afstandsbediening kunt bedienen. Zie tevens Bedienen van andere apparatuur op blz. 41.
1 2
RECEIVER
RECEIVER
3
5 7

AV DIRECT
DVD
SR+
VIDEO
8 9
10
AUTO STEREO
MUTE
SOUND MODE
12
DISC NAVIGATOR SYSTEM SETUP
13
MCACC SETUP
15
AUDIO
16
18
CH SELECT TEST TONE
SIGNAL SEL BANDEPG EON RF ATT
CLASS MPX
DISPLAY
BCDE
19
TV CONTROL SLEEP
INPUT
22
CHANNEL
RECEIVER
1 RECEIVER
Indrukken om de afstandsbediening in de ‘ontvang’­modus te zetten (d.w.z. de afstandsbediening bedient de receiverfuncties).
2 LED
Geeft aan dat de afstandsbediening wordt gebruikt.
3 RECEIVER
Indrukken om de receiver op of in standby te zetten. 4 SOURCE (blz. 41)
Indrukken om de huidige broncomponent op of in standby te zetten.
MASTER VOLUME
TUNE
ENTER
TUNE
SURROUND
DVR/TV
STB
FRONT FM/AM
HDDSTOP REC
ADVANCED SURROUND
SBch MODE
DIALOG
STST
A
CHANNEL
VOLUME
DIMMER
SOURCE
DVDREC
T.EDIT MENU
RETURN
D.ACCESS
TIMER REC
ENTER
SEARCH
4
6
11
14
17
CLEAR
+10
23
20
21
5 AV DIRECT (blz. 10 en blz. 38)
Indrukken om de AV Direct-functie in of uit te schakelen.
6 Keuzetoetsen voor de input/ afstandsbedieningmodus (blz. 26)
Wanneer de Remote Direct-functie is ingeschakeld wordt met deze toetsen (behalve de FM/AM) tegelijkertijd de modus van de afstandsbediening en de receiverinput gewijzigd. Wanneer de functie is uitgeschakeld, wordt met de toetsen alleen de afstandsbedieningsmodus gewijzigd (zie ook Oproepen van presetcodes op blz. 42).
DVD Indrukken om DVD als de huidige input te kiezen.
STB
Indrukken om STB (set-top box) als de huidige input te kiezen.
DVR/TV Indrukken om DVR/TV als de huidige input te kiezen.
VIDEO Indrukken om VIDEO als de huidige input te kiezen.
FRONT
Indrukken om FRONT (de audio/video-inputs op het voorpaneel) als de huidige input te kiezen.
FM/AM
Indrukken om FM/AM (de ingebouwde tuner) als de huidige input te kiezen.
7 SR+ (blz. 39)
Met deze functie wordt de SR+ modus in/ uitgeschakeld.
8 Bedieningstoetsen DVD-recorder
Wanneer het apparaat is ingesteld kunnen deze toetsen worden gebruikt om een Pioneer DVD-recorder te bedienen.
REC
Indrukken om de opname te starten.
STOP REC


Indrukken om de opname te stoppen.
HDD
Indrukken om de recorder over te schakelen naar HDD-weergave/opname.
DVD
Indrukken om de recorder over te schakelen naar DVD-weergave/opname.
9 Geluidstoetsen
AUTO (blz. 27)
Druk op deze toets om de AUTO (standaard) geluid als de huidige bron te kiezen (stereo, Dolby Digital, DTS, etc.) en alle andere geluidsverwerking uit te schakelen.
Bedieningscomponenten en displays
04
STEREO (blz. 27) Indrukken om de huidige bron in stereo te kunnen horen.
SURROUND (blz. 27) Gebruik deze toets om een SURROUND-modus voor de huidige bron te kiezen.
ADVANCED SURROUND (blz. 28) Gebruik deze toets om een ADVANCED
SURROUND-modus voor de huidige bron te kiezen. SOUND MODE (blz. 28)
Gebruik deze toets om een SOUND MODE voor de huidige bron te kiezen.
DIALOG (blz. 28) Indrukken om DIALOG (Dialog Enhancement) in of uit te schakelen.
10 MUTE
Indrukken om alle output uit te schakelen. Nogmaals indrukken (of het volume met de MASTER VOLUME­toets bijstellen) om het geluid te herstellen.
11 SBch MODE (blz. 29) Gebruik deze toets om de Surround Back-kanaalmodus te kiezen en de virtuele Surround Back-opties.
12 MASTER VOLUME
Gebruik deze toets om het volume in te stellen. 13 MCACC SETUP (blz. 24)
Indrukken om de MCACC-setup (Multichannel Acoustic Calibration) te starten.
14 SYSTEM SETUP (blz. 36) Indrukken om het SYSTEM SETUP-menu op te roepen voor het invoeren van specifieke instellingen van de receiver.
15 Cursortoetsen en ENTER
Gebruik deze toetsen om door menus te navigeren en opties en opdrachten te kiezen.
16 CH SELECT (Kanaal selecteren) (blz. 40) Eerst RECEIVER indrukken en vervolgens herhaald CH SELECT indrukken om een speakerkanaal te kiezen dat u wilt aanpassen.
17 TEST TONE (Testtoon) (blz. 40) Eerst RECEIVER indrukken en vervolgens TEST TONE om de testtoon te starten/stoppen.
18 Weergavebediening (blz. 43) De weergavetoetsen voor externe componenten, zoals DVD- en CD-spelers.
In blauw gedrukte functies zijn bestemd voor de bediening van de ingebouwde tuner, andere functies zijn bestemd voor andere externe apparatuur.
19 Nummertoetsen (blz. 43) Gebruik deze toetsen voor de numerieke invoer van tracknummers, radiofrekwenties etc.
20 CHANNEL +/– (blz. 43) Gebruik deze toets om kanalen op een satellietontvanger, kabelbox, videorecorder of DVR te wijzigen.
21 DIMMER
Druk eerst op RECEIVER, daarna herhaald op DIMMER om de helderheid aan te passen/de display van het voorpaneel uit te schakelen. De display licht ongeveer 2 seconden lang helder op wanneer u de receiver bedient terwijl de display is uitgeschakeld of gedimd. (N.B. de Master Volume-indicator blijft branden, ook wanneer de rest van de display is uitgeschakeld.)
22 TV CONTROL-toetsen (blz. 41) Gebruik deze toetsen voor de bediening van uw TV (nadat de afstandsbediening op uw TV is ingesteld).
23 SLEEP (Slaapstand) (blz. 34) Eerst RECEIVER indrukken en vervolgens herhaald SLEEP indrukken om de receiver op de slaapstand te zetten en de duur te kiezen voordat de receiver wordt uitgeschakeld.
Bedieningsmogelijkheden van de afstandsbediening
Het is mogelijk dat de afstandsbediening niet goed functioneert wanneer:
• Er zich voorwerpen tussen de afstandsbediening en de sensor van de receiver bevinden.
• Direct zonlicht of fluoriserend licht op de afstandsbedieningssensor schijnt.
• De receiver in de buurt van een apparaat is geplaatst dat infraroodstralen afgeeft.
• De receiver tegelijkertijd met een andere infraroodafstandsbediening wordt bediend.
30
30
7m
Nederlands
23
Du
05
Zo begint u
Hoofdstuk 5
Zo begint u
utomatisch aanpassen van uw luisteromgeving (MCACC)
Het Multichannel Acoustic Calibration-systeem (MCACC) meet de akoestische eigenschappen van uw luisteromgeving, waarbij rekening wordt gehouden met de omgevingsgeluiden, speakergrootte en -afstand, en het test de kanaalvertraging en kanaalniveau. Nadat de bij uw systeem meegeleverde microfoon is opgesteld, maakt de receiver gebruik van de informatie van een aantal testtonen voor de beste speakerinstellingen en een gelijkmatige verdeling die specifiek op uw kamer van toepassing zijn.
DISC NAVIGATOR
MCACC SETUP
ENTER
Waarschuwing
• De testtonen die in de MCACC-setup zijn gebruikt worden op hoog volume uitgevoerd.
• Zorg ervoor dat de microfoon en speakers tijdens de setup van de MCACC niet worden bewogen.
• Uitvoering van de MCACC-setup maakt iedere bestaande speakerinstelling in de receiver ongedaan (behalve de subwooferinstelling – page 37).
• MCACC-setup kan niet worden gebruikt indien het inputsignaaltype op DVD 5.1ch. is ingesteld. Druk op RECEIVER en vervolgens op SIGNAL SEL om het inputsignaaltype van DIG in ANA te wijzigen.
1 Indien de receiver op OFF staat, druk dan op RECEIVER om deze in te schakelen.
Schakel tevens de subwoofer in indien deze beschikbaar is. Indien hoofdtelefoons op de receiver zijn aangesloten dienen deze te worden losgekoppeld.
2 Plaats de microfoon ter hoogte van de normale luisterpositie.
Plaats de microfoon op oorhoogte in de normale luisterstand door middel van het bijgeleverde microfoonstatief op een tafel of stoel.
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden tussen de speakers en de microfoon.
• Sluit de microfoon nog niet aan op de receiver!
3 Druk op RECEIVER.
4 Druk op MCACC SETUP. MIC IN knippert in de display, wat aangeeft dat u de
microfoon moet aansluiten. (Maak de cover van het voorpaneel open voor toegang tot de PHONES/SETUP MIC-contactbus.)
MIC IN knippert ongeveer 30 seconden lang in de display. Indien de microfoon niet binnen die tijd wordt aangesloten, verlaat de receiver automatisch de MCACC-setup.
Na aansluiting van de microfoon voert de receiver enkele testtonen uit om te bepalen welke speakers er zich in uw setup bevinden. Probeer zo stil mogelijk te zijn tijdens de uitvoering.
Indien het achtergrondgeluidniveau te hoog is, zal NOISY! vijf seconden lang knipperen in de display, vervolgens toont de display GO NEXT?. Druk op ENTER om verder te gaan, of druk op MCACC SETUP om deze functie te verlaten. Indien u wilt doorgaan is het mogelijk dat de MCACC-setup niet wordt voltooid en verschijnt er een foutmelding.
• Zie hieronder voor opmerkingen met betrekking tot hoge achtergrondgeluidniveau’s en wat de diverse foutmeldingen betekenen.
5 Bevestig de speakerconfiguratie die in de display wordt getoond.
De configuratie die in de display wordt getoond dient de speakers die u daadwerkelijk heeft weer te geven. Gebruik de tabel hieronder om te controleren of dit juist is.
(
=Aangesloten)
Display Voor Midden Surr. Surr. Back Sub W.
2.0ch
2.1ch* 
3.0ch 
3.1ch* 
4.0ch 
4.1ch*  
5.0ch 
5.1ch* 
6.0ch  
6.1ch*   
24
Du
Indien de speakerconfiguratie die wordt getoond niet juist is, kunt u de en  toetsen gebruiken om de juiste te kiezen, druk vervolgens op ENTER.
Zo begint u
05
6 Wacht tot de receiver meer testtonen uitvoert om de beste receiverinstellingen te bepalen.
Probeer nogmaals zo stil mogelijk te zijn tijdens de uitvoering.
Het is mogelijk dat het volume van de subwoofer voor de receiver dient te worden aangepast om de setup te voltooien.
• Indien de display SW VOL.DN aangeeft, draai dan het volume van de subwoofer naar beneden, en druk vervolgens op ENTER.
• Indien de display SW VOL.UP aangeeft, draai dan het volume van de subwoofer omhoog, en druk vervolgens op ENTER.
Zodra de MCACC-setup is voltooid, toont de display
COMPLETE, en daarna RESUME.
7 Wanneer de display MIC OFF aangeeft, koppel dan de microfoon los.
De MCACC-setup is nu voltooid! Let wel dat er geen geluid uit de speakers komt totdat de
microfoon is losgekoppeld.
N.B.
• Wanneer een van de luistermodes is geselecteerd kunt u de door het MCACC-systeem aangebrachte instellingen controleren door CH SELECT in te drukken (om de kanaalniveau’s te controleren) of door alle stappen in Het invoeren van instellingen voor de receiver vanuit het Instellingenmenu op blz. 36 te doorlopen om andere instellingen te controleren.
• Afhankelijk van de eigenschappen van uw kamer kan het voorkomen dat identieke taps toelopende speakers van ongeveer 12cm op verschillende grootte zijn ingesteld. De instelling kan handmatig worden gecorrigeerd – zie Het invoeren van
instellingen voor de receiver vanuit het Instellingenmenu op blz. 36.
MCACC-foutmeldingen
De hieronder aangegeven foutmeldingen kunnen verschijnen tijdens de MCACC-setup. Indien zich een foutmelding voordoet, voer dan de nodige controles uit en start de MCACC-setup opnieuw.
ERR MIC – Controleer de microfoonaansluiting.
ERR Fch – Controleer de voorspeakeraansluiting.
ERR Sch – Controleer de surround- of Surround Back­speakeraansluitingen.
ERR SW – Zorg ervoor dat de subwoofer is ingeschakeld en dat het volume van de subwoofer omhoog is gedraaid.
Overige problemen bij het gebruik van MCACC
Indien de kameromgeving niet optimaal is voor de auto­surroundsetup (te veel achtergrondgeluid, echo’s, obstakels tussen de speakers en de microfoon), is het mogelijk dat de eindinstellingen niet juist zijn. Controleer of huishoudelijke apparaten (airconditioner, koelkast, ventilator, etc.) de omgeving beïnvloeden en schakel deze indien nodig uit.
Het is mogelijk dat sommige oudere TV’s de bediening van de microfoon storen. Als dit het geval blijkt te zijn, schakel de TV dan uit tijdens de auto-surroundsetup.
Controleren van de instellingen op uw DVD (of andere) -speler
U kunt alvorens verder te gaan de digitale audio outputinstellingen op uw DVD-speler en digitale satellietontvanger controleren.
• Controleer of uw DVD-speler/satellietontvanger op output voor Dolby Digital, DTS en 88,2/96kHz PCM (2-kanaals) audio is afgesteld.
Indien er een optie is voor MPEG-audio, stel deze dan in om de MPEG-audio in PCM te wijzigen.
Indien u de multikanaals analoge outputs van de speler op deze receiver heeft aangesloten, zorg er dan voor dat de speler is ingesteld op de uitvoering van multikanaals analoge audio.
• Indien u een DVD-schijf afspeelt met meer dan één audiotrack, controleer dan of u de juiste heeft gekozen.
N.B.
• Het is mogelijk dat u, afhankelijk van uw DVD-speler of bronschijven, geen ander geluid kunt krijgen dan van digitale 2-kanaals stereo en analoog. In dat geval moet de luistermodus worden gewijzigd in SURROUND indien u surroundgeluid voor meerdere kanalen wenst.
Nederlands
25
Du
05
Zo begint u
Het afspelen van een bron
Hieronder volgen de basisinstructies voor het spelen van een bron (zoals een DVD-schijf) met uw Home Theatre­systeem.
RECEIVER
RECEIVER
DVD
DVR/TV
STB
FRONT FM/AM
VIDEO
MASTER
VOLUME
SIGNAL SEL
RECEIVER
PHONES
NEO:6
ADVANCED
DTS2PRO LOGIC
II2PRO LOGIC
IIX
2
DIGITALAV DIRECT
PHONES/SETUP MIC
STANDBY/ON
FRONT INPUT
DIGITAL IN VIDEO AUDIOLR
1 Schakel het weergave-component in (bijvoorbeeld een DVD-speler), uw TV en subwoofer (indien aanwezig).
• Indien uw bron de in de TV ingebouwde tuner is, schakel dan over naar het kanaal dat u wenst te zien; zorg er anders voor dat de video-input van de TV op deze receiver is afgesteld. (Indien u bijvoorbeeld u deze receiver aan de VIDEO 1-contactbussen op uw TV heeft aangesloten, zorg er dan voor dat thans de
VIDEO 1-input is geselecteerd.)
2 Indien de receiver niet reeds is ingeschakeld, druk dan op RECEIVER om in te schakelen.
3 Stel de input van de receiver af op de bron die u wilt gebruiken. Daartoe kunt u de INPUT SELECTOR-knop of de Keuzetoetsen voor de input/ afstandsbedieningmodus op de afstandsbediening
gebruiken.
4 Begin met de weergave van de DVD (of ander component).
Indien u een DVD-schijf met Dolby Digital of DTS surroundgeluid afspeelt, moet u surroundgeluid kunnen horen. Indien u een stereobron afspeelt, hoort u alleen geluid vanuit de linker- en rechterspeakers aan de voorzijde in de standaard luistermodus.
• Zie tevens Home Theatre-geluid op blz. 27 voor meer informatie over de verschillende manieren waarop naar bronnen kan worden geluisterd.
MASTER VOLUME
INPUT SELECTOR
DOWN
UP
5 Gebruik MASTER VOLUME (op het voorpaneel of via de afstandsbediening) om het volumeniveau in te stellen.
• Zet het volume van uw TV lager zodat al het geluid uit de speakers die op de receiver zijn aangesloten komt.
N.B.
• Indien u het inputsignaal van digitaal in analoog wilt wijzigen (stereo of multikanaals), druk dan op RECEIVER en vervolgens op SIGNAL SEL (zie tevens Selecteren van het inputsignaaltype op blz. 34).
• Zie Het Instellingenmenu op blz. 36 voor meer informatie over Surround Sound-instellingen.
26
Du
Home Theatre-geluid
Hoofdstuk 6
Home Theatre-geluid
Met deze receiver kunt u naar analoge of digitale bronnen in stereo of met surroundgeluid luisteren.
N.B.
• De Stereo, Surround, Advanced Surround-modes en de Sound Modes kunnen niet worden gebruikt wanneer de multi-kanaals analoge inputs geselecteerd zijn (zie tevens Selecteren van het inputsignaaltype op blz. 34).
• Voor veel surroundgeluideffecten die in dit hoofdstuk worden beschreven zijn surroundspeakers nodig. Indien u geen surroundspeakers heeft aangesloten, of wanneer deze zijn uitgeschakeld, zijn veel luistermodes niet beschikbaar.
• Behalve voor de Dialog Enhancement en Virtual Surround Back blijven de huidige luistermodes voor elke inputfunctie (DVD, FM/AM, etc.) gehandhaafd.
Afspelen van meerkanaalsbronnen
Meerkanaalsbronnen zoals DVD’s en digitale satellietuitzendingen kunnen in meerkanaals surroundgeluid of in 2-kanaals stereo worden afgespeeld.
Indien u een Surround Back-speaker heeft aangesloten, zie tevens Gebruik van het Surround Back-kanaal op blz. 29.
Zie tevens Gebruiken van Sound Modes en Gebruiken van Advanced Surround-effecten op blz. 28 voor meer stereo­en surroundweergavemogelijkheden.
AUTO STEREO
MASTER VOLUME
• Druk tijdens de weergave van een meerkanaalsbron op AUTO voor surroundgeluidweergave. Afhankelijk van het bronformaat licht de 2 DIGITAL- of DTS-indicator op het voorpaneel op. Alle actieve
Advanced Surround-modes zijn nu uitgeschakeld.
• Druk op STEREO om naar stereoweergave over te schakelen.
De STEREO-indicator op het voorpaneel licht op. Alle actieve Advanced Surround-modes zijn nu
uitgeschakeld, maar de Sound Modes kunnen nog steeds worden gebruikt.
N.B.
• Tijdens het afspelen van een meerkanaalsbron in STEREO, worden alle kanalen naar de voorspeakers gemixed.
• Tijdens het afspelen van STEREO digitale bronnen van 88,2/96 kHz PCM of 88,2/96 kHz DTS, is alleen de STEREO luistermodus beschikbaar.
Afspelen van stereobronnen
Stereobronnen zoals CD, FM-radio en TV-uitzendingen kunnen in stereo worden afgespeeld of door middel van alle speakers met gebruik van een of meerdere Surround Modes.
Indien u een Surround Back-speaker heeft aangesloten, zie tevens Gebruik van het Surround Back-kanaal op blz. 29.
Zie tevens Gebruiken van Sound Modes en Gebruiken van Advanced Surround-effecten op blz. 28 voor meer stereo­en surroundweergavemogelijkheden.
1 Toets tijdens het afspelen van een stereobron op STEREO voor stereoweergave.
De STEREO-indicator op het voorpaneel licht op. Alle actieve Advanced Surround of Pro Logic IIx modes
zijn nu uitgeschakeld, maar de Sound Modes kunnen nog steeds worden gebruikt.
• Druk teneinde de bron in surroundgeluid af te spelen op SURROUND om een Pro Logic II, Pro Logic IIx of Neo:6-modus te selecteren.
Herhaald indrukken om een Pro Logic II, Pro Logic IIx of Neo:6-modus te selecteren (voorpaneel 2 PRO LOGIC II, 2 PRO LOGIC IIx of NEO:6 indicatorlampjes):
MOVIE – (Pro Logic IIx) 6.1 kanaalsgeluid, met name geschikt voor filmbronnen
MUSIC – (Pro Logic IIx) 6.1 kanaalsgeluid, met name geschikt voor muziekbronnen
PROLOGIC – (Pro Logic II) 5.1 kanaalssurroundgeluid
CINEMA – (Neo:6) 6.1 kanaalsgeluid, met name geschikt voor filmbronnen
MUSIC – (Neo:6) 6.1 kanaalsgeluid, met name geschikt voor muziekbronnen
N.B.
• Tijdens het afspelen van STEREO digitale bronnen van 88,2/96 kHz PCM of 88,2/96 kHz DTS, is alleen de STEREO luistermodus beschikbaar.
• Indien de SB CH MODE is uitgeschakeld of de Surround Back-speakerinstelling S.BACK – is, dan wijzigt 2 PRO LOGIC IIx in 2 PRO LOGIC II.
06
SURROUND
STEREO
Nederlands
27
Du
06
Home Theatre-geluid
• Tijdens weergave van een Dolby Digital multi­kanaalsbron met de SBch MODE ingeschakeld (ON), kunt u alleen DOLBY EX of MUSIC (Pro Logic IIx) kiezen. Zie Gebruik van het Surround Back-kanaal op blz. 29 voor meer informatie hierover.
Luisteren met hoofdtelefoons
Wanneer hoofdtelefoons zijn aangesloten zijn alleen de STEREO (standaard) en PHONES SURROUND (virtueel surroundgeluid voor hoofdtelefoons) -modes beschikbaar.
Wanneer een hoofdtelefoon wordt aangesloten gaat de luistermodus automatisch over naar STEREO. Wanneer u de hoofdtelefoon weer verwijdert, gaat het apparaat weer terug naar de vorige modus.
1 RECEIVER indrukken.
2 Terwijl de hoofdtelefoons zijn aangesloten kunt u op ADVANCED SURROUND drukken om PHONES SURROUND te kiezen, of STEREO voor stereogeluid.
Gebruiken van Advanced Surround­effecten
Advanced Surround-effecten kunnen met meerkanaals of stereobronnen voor verschillende soorten extra surroundgeluideffecten worden gebruikt.
N.B.
•U kunt de Advanced Surround-effecten niet gebruiken wanneer de multi-kanaals analoge inputs (DVD 5.1ch) zijn geselecteerd, of wanneer bronnen van 88,2/96 kHz PCM of DTS worden afgespeeld.
Gebruiken van Sound Modes
De Sound Modes geven een groot aantal effecten in toon en dynamiek die samen met meerkanaals of stereobronnen kunnen worden gebruikt.
SOUND MODE
• Toets SOUND MODE om een Sound Mode te kiezen.
Herhaald indrukken om te kiezen uit:
OFF – No Sound Mode
MIDNIGHT – Voor een effectief surroundgeluid bij laag volume
QUIET – Verkleint het effect van de lage bas en indringend hoge geluiden
BRIGHT – Maakt de hoogste geluiden helder
S. BASS – Geeft extra kracht aan de laagste geluiden
ADVANCED SURROUND
• Toets ADVANCED SURROUND om een Advanced Surroundmodus te kiezen.
Herhaald indrukken om te kiezen uit:
ADV. MOVIE – Geeft een filmtheatergeluid
ADV. MUSIC – Geeft een concerthalgeluid
TV SURR. – Geschikt voor mono of stereo TV­uitzendingen en andere bronnen
SPORTS – Geschikt voor sport- en andere programma’s met commentaar
GAME – Geeft surroundgeluid van videogamebronnen
EXPANDED – Geeft een extra groot stereoveld
6-STEREO – Voor een krachtig surroundgeluid naar stereomuziekbronnen
VIRTUAL – Geeft de indruk van surroundgeluid uit enkel de voorspeakers (Sound Modes zijn niet beschikbaar wanneer VIRTUAL wordt geselecteerd)
N.B.
•U kunt de Sound Modes niet gebruiken wanneer de multi-kanaals analoge inputs zijn geselecteerd.
Enhancing Dialog
• Standaardinstelling: DIALOG OFF
Dialog Enhancement kan worden gebruikt om de dialoog uit achtergrondgeluiden op de voorgrond te laten treden in een TV- of filmgeluidstrack.
DIALOG
• Toets DIALOG om de gewenste Dialog Enhancement te kiezen.
Herhaald indrukken om te kiezen uit:
DIALOG OFF – Geen Dialog Enhancement
DIALOG ON – Dialog Enhancement
N.B.
•U kunt de Dialog Enhancement-functie niet gebruiken wanneer de multi-kanaals analoge inputs (DVD 5.1ch) zijn geselecteerd, of wanneer bronnen van 88,2/96 kHz PCM of DTS worden afgespeeld.
28
Du
Home Theatre-geluid
06
Gebruik van het Surround Back­kanaal
• Standaardinstelling: SB ON
U kunt de receiver automatisch op Dolby Digital EX of DTS-ES decoding voor 6,1 geëncodeerde bronnen (SB AUTO) laten overschakelen, of u kunt naar andere bronnen luisteren (bijvoorbeeld 5,1 geëencodeerd materiaal) met 6,1 encoding (SB ON). Met 5,1 geëncodeerde bronnen wordt een Surround Back-kanaal
Type bron
Dolby Digital EX/DTS-ES geëncodeerde multi­kanaalsbron met 6,1­kanaals surround
Dolby Digital 5,1ch-bron
Dolby Digital/DTS geëncodeerde multi­kanaalsbron
Dolby Digital/DTS geëncodeerde stereobron; andere digitale stereobron
Analoge 2-kanaals (stereo) bron
SB-kanaal-
modus
ON 
AUTO 
ON 
AUTO
ON 
AUTO
ON 
AUTO 
ON 
AUTO 
AUTO
geproduceerd, maar het is mogelijk dat het materiaal beter in het 5,1-formaat klinkt waar het oorspronkelijk voor is geëncodeerd; in dat geval kan het Surround Back­kanaal gewoon worden afgezet (SB OFF).
De tabel hieronder geeft aan wanneer u het Surround Back-kanaal kunt horen bij het afspelen van de diverse bronnen (
= Geluid wordt weergegeven door middel
van de speaker van het Surround Back-kanaal.)
Surround
MOVIE, MUSIC,
PROLOGIC
NEO:6 CINEMA,
NEO:6 MUSIC
Advanced
Surround*
Nederlands
* Alle modes behalve de VIRTUAL-modus
SBch
MODE
• SBch MODE herhaald indrukken om door de Surround Back-kanaalopties te lopen.
Elke keer dat u indrukt verandert de instelling als volgt:
• SB AUTO
• SB ON
• SB OFF
N.B.
• Indien de instelling van de Surround Back-speaker op SB is ingesteld, kan alleen het Virtual Surround Back­effect worden gebruikt (zie hieronder).
• Het Surround Back-kanaal is niet te horen met DTS 96 kHz/24-bit bronnen.
Luisteren met Virtual Surround Backspeakers
• Standaardinstelling: VIR.SB OFF
Indien geen Real Surround Back-speaker is aangesloten kunt u de Virtual Surround Back-functie gebruiken ter nabootsing.
Deze functie werkt alleen wanneer de surroundkanalen actief zijn en de Surround Back-speakerinstelling op SB is ingesteld. Zie tevens Surround Back-speakerinstelling op blz. 36.
• SBch MODE herhaald indrukken om tussen VIR.SB ON en VIR.SB OFF te wisselen.
29
Du
07
Gebruiken van de tuner
Hoofdstuk 7
Gebruiken van de tuner
Zoeken van een station
Met de volgende stappen wordt aangegeven hoe u op FM en AM-radiouitzendingen kunt afstemmen door middel van de automatische (search) en handmatige (step) tunerfuncties. Indien u reeds de frekwentie van een station waarnaar u wilt luisteren kent, ga dan naar Rechtstreeks op een station afstemmen hieronder. Zodra u op een station hebt afgestemd, kunt u het systeem de frekwentie voor later gebruik laten onthouden—zie Opslaan van voorkeurzenders hieronder voor meer informatie over het gebruik hiervan.
FM/AM
1 Druk op de FM/AM-toets op de afstandsbediening voor de tunermodus.
2 Druk indien nodig op BAND (of FM/AM) om de band (FM of AM) te wijzigen.
Door hierop te drukken switcht u tussen FM en AM.
3 Stem af op een station met dee TUNE +/– toetsen.
Automatische tuning
Om zenders te zoeken in de thans geselecteerde band kunt u op de TUNE +/– toetsen drukken en deze ongeveer één seconde ingedrukt houden. De receiver zoekt de volgende zender en stopt als het een gevonden heeft. Herhaal deze stap om meer zenders te zoeken.
Handmatig afstemmen
Druk op de TUNE +/– toetsen om de frekwentie per keer te wijzigen.
Versneld afstemmen
Houd de TUNE +/– toetsen ingedrukt voor versneld afstemmen, en laat de toets los zodra de gewenste frekwentie is gevonden.
RF-onderdrukkermodus
Indien het radiosignaal te sterk is en/of het geluid vervormt, druk dan op de RF ATT-toets om de radiosignaalinput te onderdrukken (verlagen) en de vervorming te verminderen (alleen voor FM-stations).
TUNE
TUNE
SIGNAL SEL BAND RF ATT
MPX
MPX-modus
Indien interferentie of ruis zich voordoet tijdens een stereo FM-radiouitzending (de STEREO-indicator licht op), of de radio-ontvangst zwak is, druk dan op MPX (alleen via de afstandsbediening) om de receiver in de mono-ontvangstmodus te schakelen (de MONO­indicator licht op). Dit verhoogt de geluidskwaliteit en het kijkplezier.
Rechtstreeks op een station afstemmen
Het is mogelijk dat u reeds de frekwenties waarop u wilt afstemmen kent. Voer dan de frekwentie direct in met gebruik van de nummertoetsen op de afstandsbediening.
FM/AM
SIGNAL SEL BAND
D.ACCESS
1 Druk op de FM/AM-toets op de afstandsbediening om de tunermodus in te voeren.
2 Druk indien nodig op BAND (of FM/AM) om de band (FM of AM) te wijzigen.
Door hierop te drukken schakelt u tussen FM of AM.
3 Druk op D.ACCESS (Direct Access).
4 Gebruik de nummertoetsen om de frekwentie van de radiostations in te voeren.
Om bijvoorbeeld af te stemmen op 106.00 (FM), toets: 1, 0, 6, 0, 0.
N.B.
• Indien u zich vergist bij het invoeren van de frekwentie kunt u tweemaal op de D.ACCESS-toets drukken om de frekwentie uit te schakelen en deze opnieuw invoeren.
Opslaan van voorkeurzenders
Indien u vaak naar een bepaald radiostation luistert is het handig om de receiver de frekwentie in het geheugen te laten opslaan, zodat u eenvoudig op dat station kunt afstemmen en dit niet elke keer opnieuw hoeft te zoeken. De receiver kan maximaal 30 stations onthouden die in drie categorieën (Classes) worden opgeslagen (A, B en C) van ieder 10 stations. Bij het opslaan van de FM-
30
Du
Loading...
+ 74 hidden pages