PIAGGIO Fly 50cc 4T Workshop Manual

HANDLEIDING VOOR SERVICESTATIONS
633222
MSS Fly 50 4T
HANDLEIDING
SERVICESTATION
MSS Fly 50 4T
VOOR
S
recht, met onderscheid van de essentiële kenmerken van het type dat hier wordt beschreven en
geïllustreerd, om op eender welk moment, zonder dat deze uitgave onmiddellijk wordt bijgewerkt,
eventuele wijzigingen van onderdelen, details of accessoires aan te brengen, die men gepast vindt om
het product te verbeteren, of voor eender welke constructieve of commerciële behoefte.
Niet alle versies in deze uitgave zijn in alle landen beschikbaar. De beschikbaarheid van de afzonderlijke
versies moet worden gecontroleerd via het officiële verkoopnetwerk van Piaggio.
"© Copyright 2007 - PIAGGIO & C. S.p.A. Pontedera. Alle rechte voorbehouden. Het reproduceren van
de inhoud, ook van delen hiervan, is niet toegestaan."
PIAGGIO & C. S.p.A. - Dienst na verkoop
V.le Rinaldo Piaggio, 23 - 56025 PONTEDERA (Pi)
HANDLEIDING VOOR
SERVICESTATIONS
MSS Fly 50 4T
Deze handleiding voor servicestations is gerealiseerd door Piaggio & C. Spa voor het gebruik in de werkplaatsen van de Piaggio-Gilera dealers en subfilialen. Er wordt verondersteld dat degenen die deze uitgave voor het onderhoud en de reparatie van de Piaggio voertuigen gebruiken over de basiskennis beschikken van de mechanische principes en de technische procedures bij reparatiewerkzaamheden van voertuigen. U wordt over belangrijke veranderingen van de kenmerken van de voertuigen of specifieke reparatiewerkzaamheden geïnformeerd met bijwerkingen van deze handleiding. Het is echter niet mogelijk een werkzaamheid naar volle tevredenheid uit te voeren, indien u niet over de benodigde onderdelen en gereedschappan beschikt. Daarom nodigen wij u uit de bladzijden van deze handleiding over de speciale gereedschappen en de catalogus van de speciale gereedschappen te raadplegen.
N.B. Duidt op een opmerking met informatie over hoe de werkzaamheid zo gemakkelijk en eenvoudig mogelijk kan worden verricht.
LET OP Duidt op specifieke handelwijzen die moeten worden opgevolgd om schade aan het voertuig te voorkomen.
WAARSCHUWING Duidt op specifieke handelwijzen die moeten worden opgevolgd om mogelijk letsel van de monteur te voorkomen.
Persoonlijke veiligheid Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot gevolg hebben.
Behoud van het milieu Geeft aan hoe te handelen om te vermijden dat het voertuig schade aan het milieu toebrengt.
Staat van het voertuig Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot gevolg hebben.
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
KENMERKEN KENM
UITRUSTING UITRUST
ONDERHOUD ONDERH
DEFECTEN ZOEKEN DEF ZOEK
ELEKTRISCHE INSTALLATIE EL INST
MOTOR VAN HET VOERTUIG MOT VOERT
MOTOR MOT
OPHANGINGEN OPHANG
REMSYSTEEM REMSYS
CARROSSERIE CARROS
HANDELINGEN VÒÒR AFLEVERING HAND AFL
TIJDSTABEL TIJD
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
KENMERKEN KENM
MSS Fly 50 4T Kenmerken
Normen
Dit deel beschrijft de algemene voorschriften voor de veiligheid en voor de onderhoudswerkzaamheden op het voertuig.
Veiligheidsnormen
- Ga na of de ruimte voldoende verlucht is wanneer u de motor tijdens werkzaamheden aan het voertuig laat draaien. Gebruik eventueel speciale luchtzuigers. start de motor nooit in een gesloten ruimte. Uit­laatgassen zijn giftig.
- De elektrolyt van de accu bevat zwavelzuur. Bescherm uw ogen, kleding en huid. Zwavelzuur is zeer corrosief; bij oog- of huidcontact, moet men overvloedig spoelen met water en onmiddellijk een arts raadplegen.
- De accu produceert waterstof, een gas dat zeer explosief is. Rook niet en vermijdt vlammen of vonken in de nabijheid van de accu, vooral tijdens de handelingen van de heroplading van deze laatste.
- Benzine is zeer licht ontvlambaar en kan in enkele omstandigheden explosief zijn. Rook niet in de werkzone en zorg ervoor dat er geen open vuur of vonken zijn.
- Reinig de rempastilles in een goed verluchte ruimte en richt daarbij de persluchtstraal zodanig dat u het stof, dat voortkomt van de slijtage van het wrijvingsmateriaal, niet inademt. Hoewel het wrijvings­materiaal geen asbest bevat, is het inademen van deze stof toch schadelijk.
Onderhoudsnormen
- Gebruik originele onderdelen van PIAGGIO en smeermiddelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Niet originele of conforme onderdelen kunnen het voertuig beschadigen.
- Gebruik uitsluitend de speciale gereedschappen die voor dit voertuig ontwikkeld zijn.
- Gebruik steeds nieuwe pakkingen, dichtingsringen en splitpennen bij de hermontage.
- Reinig na de demontage de onderdelen met een niet of weinig ontvlambaar oplosmiddel. Smeer alle werkoppervlakken voordat u de onderdelen hermonteert, met uitzondering van de kegelkoppelingen.
- Controleer na de montage of alle onderdelen goed zijn geïnstalleerd en of zij perfekt werken.
- Voor de handelingen van de montage, revisie en hermontage gebruikt men uitsluitend gereedschap­pen met metrische maten. De metrische bouten, moeren en schroefbouten zijn niet uitwisselbaar met verbindende delen met Engelse maten. Het gebruik van niet geschikte gereedschappen of verbin­dingsstukken, kan het voertuig beschadigen.
- Controleer bij werkzaamheden aan het elektrisch systeem van het voertuig of de elektrische verbin­dingen goed tot stand zijn gebracht, en in het bijzonder de aansluitingen van de massa en de accu.
KENM - 7
Kenmerken MSS Fly 50 4T
Identificatie voertuig
IDENTIFICATIE VOERTUIG
Kenmerk Beschrijving / Waarde
Code motor C442M ÷ 1001
Code chassis ZAPM44200 ÷ 1001
Afmetingen en massa
Kenmerk
Lengte 1880
Maximum hoogte 1150 mm
Zadelhoogte 785
Breedte 735
Asafstand 1340
Droog gewicht 105 Kg
AFMETINGEN EN MASSA
Beschrijving / Waarde
KENM - 8
MSS Fly 50 4T Kenmerken
Motor
MOTOR
Kenmerk
Type van motor Monocilindrisch 4-takt Piaggio Hi-PER4
Boring per slag 39 X 41,8 mm
Cilinderinhoud 49,93 cm³
Compressieverhouding 11,5 :1
Distributie mononokkenas in de kop met twee kleppen, gecommandeerd
Onderdrukcarburator KEIHN CVK 18
CO-afstelling 3,2% ± 0,5
Stationair toerental motor 1900 ÷ 2000 t/min.
Luchtfilter Spons ondergedompeld in een mengsel (50% Selenia Air Filter
Startsysteem startmotor elektrisch/kickstarter
Smering Smering van de motor met een lobbenpomp (binnenin de car-
ter), gecommandeerd door een ketting met dubbele filter: net-
Voeding Op zwaartekracht, met loodvrije benzine (met een minimum
Max. vermogen (bij de drijfas) 2,5 KW (3,4 CV) a 6500 t/min.
Koelsysteem met geforceerde vloeistofcirculatie
Kleppenspeling aanzuiging: 0,10 mm uitlaat: 0,15 mm
Beschrijving / Waarde
door een ketting aan de linker kant.
Oil en 50% loodvrije benzine).
filter en centrifugefilter.
octaangehalte van 95) met carburator.
KENM - 9
Kenmerken MSS Fly 50 4T
Transmissie
TRANSMISSIE
Kenmerk Beschrijving / Waarde
Transmissie Met automatische variator met vergrootbare poelies, koppel-
servo, trapeziumvormige riem, automatische koppeling, reduc-
tietandwiel.
Capaciteit
INHOUD:
Kenmerk Beschrijving / Waarde
Olie van de achternaaf Hoeveelheid: ~ 85 cc
Motorolie Capaciteit: ~850 cc
Capaciteit van de brandstoftank ~ 7,2 liter (waarvan 1,5 l reserve)
Elektrische installatie
IMPIANTO ELETTRICO
Kenmerk
Type van ontsteking Elektronische ontsteking met capacitatieve ontlading, met in-
Voorontsteking variabel met microprocessor (voor het boven-
ste dode punt)
Bougie Champion RG 4 PHP
Bougie als alternatief DENSO U24ESR-NB
Accu 12V-9Ah
Hoofdzekering 10A
Generator Wisselstroom monofase
Frame en ophanging
FRAME EN OPHANGING
Kenmerk
Type van frame Gelast frame bestaande uit stalen buizen versterkt met geper-
Voorste ophanging Mechanische telescoopvork, met slag van 76 mm.
Achterste ophanging Enkele hydraulische schokdemper, met slag van 72,5 mm
Remmen
Beschrijving / Waarde
gewerkte H.S. bobijn
10° bij 1800÷2000 t/min
26° bij 5000 ÷ 6000 t/min
Champion RG 4 HC
Beschrijving / Waarde
ste staalplaten.
KENM - 10
REMMEN
Kenmerk
Voorrem Met schijf (Ø 200 mm) met hydraulisch commando (hendel op
het rechter uiteinde van het stuur) en schommelende tang.
Remmen Trommelremmen achter (Ø 140 mm) met remblokjes en me-
Beschrijving / Waarde
chanisch bestuurde expansie
MSS Fly 50 4T Kenmerken
Wielen en banden
WIELEN EN BANDEN
Kenmerk Beschrijving / Waarde
Velg van het voorwiel In gegoten aluminium legering 3,50 x 12"
Voorste band Tubeless 120/70-12"
Achterste wielvelg In gegoten aluminium legering: 3,00"x12"
Achterste band Tubeless 120/70 - 12"
Spanning van het voorwiel 1,8 bar
Spanning van het achterwiel 2 bar
Spanning van het achterwiel (bestuurder en passagier) 2,3 bar
N.B.
DE BANDENSPANNING MOET GECONTROLEERD EN GEREGELD WORDEN WANNEER DE BANDEN OP OMGEVINGSTEMPERATUUR ZIJN. DE DRUK MOET GEREGELD WORDEN IN FUNCTIE VAN HET GEWICHT VAN DE BESTUURDER EN DE ACCESSOIRES.
Secundaire luchttoevoer
• Het werkingsprincipe van het secundair luchttoe­voersysteem bij een 50 cc viertaktmotor is verge­lijkbaar met dat van een 50 cc tweetaktmotor; het enige verschil is dat de lucht van buitenaf wordt aangezogen in plaats van uit het transmissiehuis.
• De lucht wordt aangezogen via de leiding «A» (aan de zijkant van de cilinder) en stroomt, na te zijn gefilterd door filter «B», door terugslagklep «C» om naar de kop te worden gevoerd door een flexibele buis en vervolgens door een harde buis «D» die met een flens op de kop is bevestigd; de lucht bereikt de afvoerbuis om zuurstof aan de on­verbrande gassen toe te voegen vòòr de kataly­sator, waardoor een betere reactie wordt bevor­derd.
Carburateur
Versie 50
Kehin
CARBURATORE KEHIN
Kenmerk
Type CVK 18
Diameter smoorklep Ø 18,5
Diameter venturi Ø 17
Beschrijving / Waarde
KENM - 11
Kenmerken MSS Fly 50 4T
Kenmerk Beschrijving / Waarde
Op carburateur gedrukte code: Z61B
Hoofdsproeier 75
Luchtaanvoer hoofdsproeier (op de carburateur zelf) Ø1,1
Op sproeiernaald gedrukte code: NGBA
motiveren het gas van de krachtklep 100 ÷ 159 gr
Stationaire sproeier 35
Stationaire luchtsproeier (op carburateur): Ø 1,4
Beginopening schroef mengsmering stationair toerental: 1 3/4
Straal van de starter 40
Luchtstraal van de starter (op de romp): Ø 1,5
Bereik naald starter: 11,5 mm
Koppels
VORREN
Naam Koppels in Nm
Aansluiting oliepomp - remleiding 16÷20 N·m
Verbindingsstuk buistang voor de olie 19 ÷ 24
Bouten voor de bevestiging van de tang 24 ÷ 27
Bevestigingsschroef remschijf 8 ÷ 10
Ontluchtingsbout van de olie 7 ÷ 10
VOOROPHANGING
Naam
Onderste schroef vork bevestiging pomp 15 ÷ 20
Moer van de voorwielas 45 ÷ 50 N·m
Koppels in Nm
GROEP VAN DE STUURINRICHTING
Naam
Bovenste verlengstuk van de stuurinrichting 35 ÷ 40 Onderste verlengstuk van de stuurinrichting 8 ÷ 10
Bevestigingsbouten van het stuur 50 ÷ 55
Koppels in Nm
FRAMEGROEP
Naam
Pin achtervork - motor* 33 ÷ 41 Pen frame - schommelarm (*) 64÷72 Moer schokdemper - frame (*) 20÷25 N·m
pin schokdemper - motor (*) 33 ÷ 41 N·m
As achterwiel (*) 104÷126 N·m
Pen stang standaard 25÷30 N·m
Schroef stang standaard 20÷25 N·m
Bevestigingsbout van de laterale standaard 12÷20
Bevestigingsbout van de beugel van de laterale standaard 15÷20
Koppels in Nm
Gegevens revisie
Montagespeling
KENM - 12
MSS Fly 50 4T Kenmerken
Cilinder - zuiger
KOPPEL ZUIGER/CILINDER
Naam
Cilinder (met asso/right
way zuiger)
Cilinder (met shiram
zuiger)
Cilinder (met asso/right
way zuiger)
Cilinder (met shiram
zuiger)
Asso/right way zuiger
(met asso/right way ci-
linder)
Asso/right way zuiger
(met shiram cilinder)
Shiram zuiger (met as-
so/right way cilinder)
Shiram zuiger (met shi-
ram cilinder) Cilinder 1ste vergroting A1 39,193 ÷ 39,200 39,154 ÷ 39,161 0,032 ÷ 0,046 Cilinder 1ste vergroting B1 39,200 ÷ 39,207 39,161 ÷ 39,168 0,032 ÷ 0,046
Zuiger 1° vergroting C1 39,207 ÷ 39,214 39,168 ÷ 39,175 0,032 ÷ 0,046
Zuiger 1° vergroting D1 39,214 ÷ 39,221 39,175 ÷ 39,182 0,032 ÷ 0,046 Cilinder 2° vergroting A2 39,393 ÷ 39,400 39,354 ÷ 39,361 0,032 ÷ 0,046 Cilinder 2° vergroting B2 39,400 ÷ 39,407 39,361 ÷ 39,368 0,032 ÷ 0,046
Zuiger 2° vergroting C2 39,407 ÷ 39,414 39,368 ÷ 39,375 0,032 ÷ 0,046
Zuiger 2° vergroting D2 39,414 ÷ 39,421 39,375 ÷ 39,382 0,032 ÷ 0,046 Cilinder 3° vergroting A3 39,593 ÷ 39,600 39,554 ÷ 39,561 0,032 ÷ 0,046 Cilinder 3° vergroting B3 39,600 ÷ 39,607 39,561 ÷ 39,568 0,032 ÷ 0,046
Zuiger 3° vergroting C3 39,607 ÷ 39,614 39,568 ÷ 39,575 0,032 ÷ 0,046
Zuiger 3° vergroting D3 39,614 ÷ 39,621 39,575 ÷ 39,582 0,032 ÷ 0,046
Afkorting Cilinder Zuiger Speling bij montage
A 38,993 ÷ 39,000 38,954 ÷ 38,961 0.032 ÷ 0.046 A 38,993 ÷ 39,000 38,949 ÷ 38,956 0.037 ÷ 0.051 B 39,000 ÷ 39,007 38,961 ÷ 38,968 0.032 ÷ 0.046 B 39,000 ÷ 39,007 38,956 ÷ 38,966 0.037 ÷ 0.051 C 39,007 ÷ 39,014 38,968 ÷ 38,975 0,032 ÷ 0,046
C 39,007 ÷ 39,014 38,963 ÷ 38,970 0,037 ÷ 0,051 D 39,014 ÷ 39,021 38,975 ÷ 38,982 0,032 ÷ 0,046 D 39,014 ÷ 39,021 38,970 ÷ 38,977 0,037 ÷ 0,051
KENM - 13
Kenmerken MSS Fly 50 4T
Dichtingsringen
DICHTINGSRINGEN
Naam Beschrijving Afmetingen Afkorting Waarde
1° Compressiering 39 x 1 A 0,08 ÷ 0,20 2° Compressiering 39 x 1 A 0,05 ÷ 0,20
Ring van de olieschraap 39 x 2 A 0,20 ÷ 0,70
1° compressiesegment
1° vergr.
2° compressiesegment
1° vergr.
Ring van de olieschraap
1° Verm.
1° compressiesegment
2° vergr.
2° compressiesegment
2° vergr.
Ring van de olieschraap
2° Verm.
1° compressiesegment
3° vergr.
2° compressiesegment
3° vergr.
Ring van de olieschraap
3° Verm.
39,2 x 1 A 0,08 ÷ 0,20 39,2 x 1 A 0,05 ÷ 0,20 39,2 x 2 A 0,20 ÷ 0,70 39,4 x 1 A 0,08 ÷ 0,20 39,4 x 1 A 0,05 ÷ 0,20 39,4 x 2 A 0,20 ÷ 0,70 39,6 x 1 A 0,08 ÷ 0,20 39,6 x 1 A 0,05 ÷ 0,20 39,6 x 2 A 0,20 ÷ 0,70
KENM - 14
MSS Fly 50 4T Kenmerken
Carter - krukas - drijfstang
AXIALE SPELING TUSSEN DE KRUKAS EN DE DRIJFSTANG
Naam
Halfas transmissiezijde 14 +0 -0,005 A
Halfas vliegwielzijde 16 +0 -0,005 B
Drijfstang 14,8 +0,05 -0 C
Distantieergereed-
schap
Beschrijving Afmetingen Afkorting Waarde
45,00 / Montagespeling
D = 0,15 ÷ 0,30
E
Opvulsysteem
N.B.
MET MAAT «A» WORDT GEMETEN HOE VER DE ZUIGER INSPRINGT, DAT WIL ZEGGEN, HOE­VER HET VLAK DAT WORDT GEVORMD DOOR DE KOP VAN DE ZUIGER ONDER HET VLAK DAT WORDT GEVORMD DOOR DE BOVENKANT VAN DE CILINDER ZAKT. HOE VERDER DE ZUIGER IN DE CILINDER ZAKT, DES TE KLEINER ZAL DE TE GEBRUIKEN KOPPAKKING ZIJN (OM DE COMPRESSIEVERHOUDING TE HERSTELLEN) EN ANDERSOM.
Technische kenmerken
Systeem om compressieverhouding contante te houden
Verhouding: 11,1 ÷ 12,9
CONTROLE UITSTEEKSEL PISTON
Naam
[/] 0,05 ÷ 0,25 0,35 [/] 0,25 ÷ 0,40 0,25
Maat A Dikte
KENM - 15
Kenmerken MSS Fly 50 4T
Producten
TABEL AANBEVOLEN PRODUCTEN
Product
AGIP ROTRA 80W-90 olie van de achternaaf Olie SAE 80W/90 die voldoet aan de spe­AGIP CITY HI TEC 4T Olie voor de smering van de flexibele
transmissies (rem, gascommando, kilo-
AGIP FILTER OIL Olie voor de spons van de luchtfilter Mineraalolie met speciale toevoeging om
AGIP GP 330 Vet (hendels van rem- en gascommando) Vet met Calciumcomplexzeep NLGI 2;
AGIP CITY HI TEC 4T Olie voor de motor Synthetische olie SAE 5W-40, API SL,
AGIP BRAKE 4 Remvloeistof Synthetische vloeistof FMVSS DOT 4
MONTBLANC MOLYBDENUM GREA-SEVet voor de compensatiering van de as
van de geconduceerde poelie en de
schuifzit van de beweegbare gecondu-
AGIP GREASE PV2 Vet voor de stuurkussentjes, de pinzitten
AGIP GREASE SM 2 Vet voor de overbrengingskamer van de
Beschrijving Kenmerken
meterteller)
ceerde poelie
en de achtervork
kilometerteller
cifieken API GL3
Olie voor 4-takt motoren
het adhesief zijn te verhogen
ISO-L-XBCIB2
ACEA A3, JASO MA
Vet met molibdeendisulfide
Wit beschermend vet met watervrij calci­um, voor draaiende kussentjes; tempera-
tuursveld tussen -20 C en +120 C NLGI
2; ISO-L-XBCIB2.
Vet met lithium en molibdeendisulfide
NLGI 2; ISO-L-XBCHB2, DIN KF2K-20
KENM - 16
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
UITRUSTING UITRUST
Uitrusting MSS Fly 50 4T
WERKTUIG
Magazijncode Beschrijving
001330Y Gereedschap voor de montage van de
stuurinrichtingszitten
001467y008 Tang voor het uitnemen van de kussen-
001467Y009 Buitendiameter lagerblok Ø 42 mm
004499Y Extractor van de kussentjes voor de as-
tjes Ø 17 mm
sen
005095Y Motorsteun
008119Y009 Buis voor de montage van de assen
UITRUST - 18
MSS Fly 50 4T Uitrusting
Magazijncode Beschrijving
020004Y Drevel voor het demonteren van de kop-
pelschotels van de stuurinrichtingskop
020055Y Sleutel voor het verlengstuk van de stuur-
020150Y Steun voor de luchtverwarmer
020151Y Luchtverwarmer
020162Y Trekker van het vliegwiel
buis
020171Y Drevel voor rollenkoker met ø van 17 mm
UITRUST - 19
Uitrusting MSS Fly 50 4T
Magazijncode Beschrijving
020265Y Basis voor de montage van de kussentjes
020288Y Vork voor de montage van de zuiger op
020291Y Gereedschap voor de montage/ demon-
020306Y Drevel voor de montage van de dicht-
de cilinder
tage van de kleppen
ingsringen van de kleppen
UITRUST - 20
020329Y Vacuümpomp van het type Mity-Vac
020330Y Stroboscooplamp voor de controle van
de fasering
MSS Fly 50 4T Uitrusting
Magazijncode Beschrijving
020331Y Digitale multimeter
020332Y Digitale toerenteller
020333Y Enkelvoudige accu oplader
020334Y Meervoudige accu oplader
UITRUST - 21
Uitrusting MSS Fly 50 4T
Magazijncode Beschrijving
020335Y Magnetische steun voor de vergelijker
020340Y Drevel voor de montage van de oliekeer-
020358Y Adapter 37 x40 mm 020359Y Adapter 42 x 47 mm
020360Y Adapter 52 x 55 mm
ring aan de kant van het vliegwiel en de
transmissie
UITRUST - 22
020362Y Geleider van 12 mm
MSS Fly 50 4T Uitrusting
Magazijncode Beschrijving
020363Y Geleider van 20mm
020364Y Geleider van 25 mm
020376Y Handvat voor adapters
020431Y Trekker voor de oliekeerring van de klep
020432Y Gereedschap voor de montage van de
veer van het startdeel
020439Y Geleider van 17 mm
UITRUST - 23
Uitrusting MSS Fly 50 4T
Magazijncode Beschrijving
020448Y Gereedschap voor de montage van de
zuigerpenblokkeringen
020449Y Steun voor de controle van de positie van
020450Y Gereedschap voor de montage/demon-
020452Y Buis voor de demontage en hermontage
van de geconduceerde poelieas
de zuiger
tage van de nokkenas
UITRUST - 24
020456Y Adapter Ø 24 mm
020565Y Passleutel voor de blokkering van het
vliegwiel
MSS Fly 50 4T Uitrusting
Magazijncode Beschrijving
494929Y Analysator van uitlaatgas
UITRUST - 25
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
ONDERHOUD ONDERH
MSS Fly 50 4T Onderhoud
Onderhoudstabel
BIJ 1000 KM OF 4 MAANDEN
90'
Handelling
Naafolie - vervanging Kleppenspeling - controle Minimum regime (*) - registratie Gascommando - registratie Stuurinrichting - registratie Commandohendels van de remmen - invetting Rempastiles - controle van de staat en de slijtage Oliepeil van de remmen - controle Veiligheidsblokkeringen - controle Elektrische installatie en accu - controler Bandenspanning - controle Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Raadpleeg de normen in het deel «Regeling van het minimum toerental»
BIJ 6000 KM OF 12 MAANDEN, 18000, 30000, 42000, 54000 EN 66000 KM
60'
Motorolie - vervanging Oliepeil van de naaf - controle Bougie / afstand van de elektroden - controle Oliefilter (netfilter) - reiniging Variatorrollen - controle of vervanging Rempastiles - controle van de staat en de slijtage Oliepeil van de remmen - controle Elektrische installatie en accu - controler Spanning en slijtage van de banden - controle Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
NA 12000 OF NA 24 MAADEN, OF NA 60000 KM
Motorolie - vervanging Oliepeil van de naaf - controle Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging Luchtfilter - reiniging Oliefilter (netfilter) - reiniging Minimum regime (*) - registratie Gascommando - registratie Variatorrollen - controle of vervanging Transmissieriem - vervanging Overbrenging van de kilometerteller - invetting Stuurinrichting - registratie Commandohendels van de remmen - invetting Rempastiles - controle van de staat en de slijtage Oliepeil van de remmen - controle Transmissies - smering Veiligheidsblokkering (°) - Controle Ophangingen - controle Elektrische installatie en accu - controler Koplamp - regeling Bandenslijtage - Controle Bandenspanning - controle Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle) (°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
Handelling
Handelling
ONDERH - 27
Onderhoud MSS Fly 50 4T
NA 24000 KM OF NA 48000 KM
Handelling
Motorolie - vervanging Oliepeil van de naaf - controle Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging Luchtfilter - reiniging Oliefilter (netfilter) - reiniging kleppenspeling - controle Minimum regime (*) - registratie Gascommando - registratie Variatorrollen - controle of vervanging Transmissieriem - vervanging Ventilatie-installatie van de cilinder - controle Overbrenging van de kilometerteller - invetting Stuurinrichting - registratie Commandohendels van de remmen - invetting Rempastiles - controle van de staat en de slijtage Oliepeil van de remmen - controle Transmissies - smering Veiligheidsblokkering (°) - Controle Ophangingen - controle Elektrische installatie en accu - controler Koplamp - regeling Bandenslijtage - Controle Bandenspanning - controle Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle) (°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
Motorolie - vervanging Oliepeil van de naaf - controle Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging Luchtfilter - reiniging Oliefilter (netfilter) - reiniging Minimum regime (*) - registratie Gascommando - registratie Variatorrollen - controle of vervanging Transmissieriem - vervanging Overbrenging van de kilometerteller - invetting Stuurinrichting - registratie Commandohendels van de remmen - invetting Rempastiles - controle van de staat en de slijtage Flexibele rembebuizing onder druk - vervanging Oliepeil van de remmen - controle Transmissies - smering Veiligheidsblokkering (°) - Controle Ophangingen - controle Elektrische installatie en accu - controler Koplamp - regeling Bandenslijtage - Controle Bandenspanning - controle Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle) (°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
NA 36000
Handelling
Motorolie - vervanging Oliepeil van de naaf - controle Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging Luchtfilter - reiniging Oliefilter (netfilter) - reiniging
ONDERH - 28
NA 72000
Handelling
MSS Fly 50 4T Onderhoud
Handelling
kleppenspeling - controle Minimum regime (*) - registratie Gascommando - registratie Variatorrollen - controle of vervanging Transmissieriem - vervanging Ventilatie-installatie van de cilinder - controle Overbrenging van de kilometerteller - invetting Stuurinrichting - registratie Commandohendels van de remmen - invetting Rempastiles - controle van de staat en de slijtage Flexibele rembebuizing onder druk - vervanging Oliepeil van de remmen - controle Transmissies - smering Veiligheidsblokkering (°) - Controle Ophangingen - controle Elektrische installatie en accu - controler Koplamp - regeling Bandenslijtage - Controle Bandenspanning - controle Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle) (°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
ELKE 2 JAAR
Remolie - vervanging
ELKE 3.000 KM
10'
Motorolie - controle van het peil/bijvullen
Carburateur
Demonteer volledig de carburator, was zorgvuldig alle bestaande details met oplosmiddel, droog met perslucht ook alle kanalen van de romp, om een complete reiniging te verzekeren.
-Controleer aandachtig de staat van alle details.
-De gasklep moet vrij bewegen in de kamer, en in geval van een excessieve speling moet men deze vervangen.
Handelling
Handelling
-Wanneer men sporen van slijtage opmerkt in de kamer, zodat deze geen normale dichting of een vrije slip van de klep (ook indien nieuw) toestaat, vervangt men de carburator.
-Het is goed om bij elke hermontage de pakkingen te vervangen.
WAARSCHUWING DE BENZINE IS ZEER EXPLOSIEF. VERVANG STEEDS DE
PAKKINGEN OM BENZINELEKKEN TE VERMIJDEN.
ONDERH - 29
Onderhoud MSS Fly 50 4T
1. Tapboorklep - 2. Bout voor de regeling van het minimum toerental - 3. Max sproeier - 4. Accelera­tiepomp - 5. Kegelvormige tapboor - 6. Sproeierhouder - 7. Drijver - 8. Kuipje - 9. Startermechanisme
- 10. Onderdrukklep - 11. Deksel - 12. Minimum sproeier.
Controle voorontsteking
Het voertuig is uitgerust met een elektronische inrichting voor een variabele voorontsteking. Op het vliegwieldeksel zijn twee markeringen aangegeven voor het afstellen, om een grotere precisie te ga­randeren bij het waarnemen van de markering op de ventilator. Voor deze controle moet een strobo­scooplamp van het merk Tecnotest 130/P of een vergelijkbaar instrument worden gebruikt. Start de motor en laat hem met 1900 t/min draaien, zorg dat, door aan de faseregelaar te draaien, de markering op de ventilator van het vliegwiel tussen de twee markeringen die op de kap zijn aangebracht, komt; lees tegelijkertijd de waarde van de voorontsteking af op de display van de stroboscooplamp, deze moet 10° zijn. Herhaal deze handeling met de motor op 5000 ÷ 6000 toeren/min, hier moet een voorontsteking van 23° worden gemeten.
LET OP
WANNEER DE AANDUIDING VAN DE FLASH INSTABIEL BLIJKT, EN DE AANDUIDING VAN DE TOEREN KOMT NIET OVEREEN MET DE EFFECTIEVE VARIATIE VAN HET REGIME VAN DE MOTOR (BIJV. GEHALVEERDE WAARDEN), PLAATST MEN EEN RESISTENTIEKABEL VAN 10 ÷ 15 K, VERBONDEN IN SERIE AAN DE H.S. KABEL. WANNEER DE ONREGELMATIGHEDEN BIJ DE LEZING AANHOUDEN, MET HET SYSTEEM OP DEZE MANIER UITGERUST, MOET MEN DE ONDERDELEN VAN DE ONTSTEKINGSINSTALLATIE CONTROLEREN.
N.B.
ALS DE INDUCTIETANG HET SIGNAAL CORRECT AFLEEST, KAN TEVENS EEN METING WOR­DEN UITGEVOERD BIJ EEN HOGER TOERENTAL DAN 6000 TOEREN/MIN.
TOERENTALBEGRENZER
Kenmerk
1 vonk op 7 8200 toeren/min 1 vonk op 3 8300 toeren/min
Onderdrukking van alle vonken 8500 toeren/min
Beschrijving / Waarde
ONDERH - 30
MSS Fly 50 4T Onderhoud
Bougie
Haal de kap van de bougie los en verwijder hem.
- Controleer hem nauwkeurig en als er scherven van de isolatie zijn gesprongen of als hij bescha­digd is, vervang hem dan.
- Meet de afstand tussen de elektroden met behulp van een diktemeter, en regel voorzichtig de af­stand, indien nodig, door de externe elektrode te verbuigen.
- Controleer of de dichtingsring in goede staat ver­keert.
- Monteer de bougie, draai hem met de hand aan en zet hem met de pijpsleutel vast met het voor­geschreven koppel.
Technische kenmerken
Afstand van de elektroden
0,7 ÷ 0,8 mm
Bougie
NGK CR 8EB
Bougie als alternatief
DENSO U24ESR-NB
Aandraaikoppels (N*m)
Bougie 10 ÷ 15 N·m
Op deze bougie wordt siliconenolie aangebracht op centrale elektrode als roestwerend middel. Er is geconstateerd dat als te veel siliconenolie wordt gebruikt, er zich kristallen neigen te vormen die, aan­gezien ze warme punten vormen waar zich verschijnselen van voorontsteking voordoen, tot gevolg hebben dat de bougie slechter presteert. Op de voertuigen manifesteert dit zich doordat de maximum­snelheid met moeite kan worden behaald en het voertuig lawaai maakt.
ONDERH - 31
Onderhoud MSS Fly 50 4T
Indien er zich dit soort situaties voordoen, moet dus voordat andere ingrepen worden uitgevoerd eerst de bougie worden vervangen. Voordat een nieuwe bougie wordt geïnstalleerd moet, om het eventueel teveel aan siliconenolie te verwijderen, eerst op de bougie worden geblazen. Dit moet worden gedaan door perslucht in de holte onderin de ronde groef tussen het metalen deel met de schroefdraad en het keramiek van de interne elektrode te blazen, en daarbij de bougie zo te draaien dat het teveel aan olie wordt verwijderd.
Olie naaf
Controleren
Plaats het voertuig op een vlakke ondergrond en op de standaard.
-Draai de oliestaaf "A" los, droog met een rein doek en plaats hem weer door helemaal vast te draaien.
-Verwijder de staaf door te controleren of het olie­peil de "middelste" streep bereikt (staaf met drie strepen). Met de staaf met 2 strepen moet het olie­peil zich op de onderste helft van de staaf bevin­den.
-Draai de oliestaaf opnieuw vast en blokkeer ze goed.
Aanbeloven producten
AGIP ROTRA 80W-90 olie van de achternaaf
Olie SAE 80W/90 die voldoet aan de specifieken API GL3
Vervangen
Verwijder de dop/staaf voor de invoer van olie "A".
-Draai de afvoerdop van de olie "B" los die aan­geduid wordt in de figuur, en laat de olie helemaal uitstromen.
- Draai de afvoerdop opnieuw vast en vul de naaf bij met de aanbevolen olie (ongeveer 100 cc).
ONDERH - 32
MSS Fly 50 4T Onderhoud
Luchtfilter
- Verwijder het zijplaatje links.
- Verwijder de dop van het luchtfilter na de 6 in de afbeelding aangegeven bevestigingsschroeven te hebben losgedraaid, en trek vervolgens het filter­element eruit. Reiniging:
- Was hem met water en neutrale zeep;
- Droog hem met een schone lap, zonder hem uit te wringen, en met korte stootjes perslucht;
- Drenk hem in een mengsel van olie en benzine in de verhouding 50-50;
- Laat het filterelement uitdruipen en knijp hem vervolgens met de handen uit zonder hem uit te wringen.
- Hermonteer alle onderdelen in de omgekeerde volgorde als die voor de demontage.
LET OP ALS OP STOFFIGE WEGEN WORDT GEREDEN MOET HET
LUCHTFILTER VAKER WORDEN SCHOONGEMAAKT DAN IS AANGEGEVEN IN DE TABEL VAN GEPLAND ONDER­HOUD. LAAT DE MOTOR NOOIT ZONDER LUCHTFILTER DRAAI­EN. DE CILINDER EN DE ZUIGER ZOUDEN DAARDOOR SNELLER SLIJTEN.
Aanbeloven producten
AGIP FILTER OIL Olie voor de spons van de luchtfilter
Mineraalolie met speciale toevoeging om het ad­hesief zijn te verhogen
ONDERH - 33
Onderhoud MSS Fly 50 4T
Motorolie
- Het olie-decantatiesysteem is van het labyrint­type, en behoeft dus geen onderhoud.
N.B. INDIEN GROTE AFSTANDEN WORDEN GEREDEN OF ON-
VOLDOENDE ONDERHOUD WORDT UITGEVOERD, MOET HET LABYRINT GOED SCHOON WORDEN GEMAAKT, DOOR DE VIER SCHROEVEN EN HET PLAATSTALEN DEKSELTJE TE VERWIJDEREN.
Vervangen
Verwijder de olievuldop.
- Draai de aftapplug van het netfilter aan de vliegwielzijde los, en laat alle olie eruit lopen.
- Draai de aftapplug er weer op en giet er ~600-650 cc olie in.
- Start de motor, laat hem ongeveer een minuut stationair draaien en zet hem weer uit.
- Wacht minstens 10 minuten alvorens olie bij te vullen tot het "MAX"-niveau.
Controleren
Elke keer men het voertuig gebruikt, moet men bij koude motor de controle van het peil van de mo­torolie uitvoeren, dat zich tussen de MIN en MAX strepen op de controlepeilstaaf moet bevinden, zoals in de figuur; tijdens de controle moet het voertuig op de standaard en op een horizontale ondergrond staan. Wanneer de controle wordt uitgevoerd nadat men het voertuig heeft gebruikt, dus met warme motor, zal de lijn van het peil lager zijn; om een correcte controle uit te voeren, moet men minstens 10 mi­nuten wachten nadat men de motor heeft uitgezet, om een correct peil te hebben. De controle moet worden uitgevoerd, door de staaf volledig vast te draaien in zijn zit.
LET OP
DE MOTOR DOEN WERKEN MET ONVOLDOENDE SME­RING OF MET EEN VERKEERD SMEERMIDDEL, VER-
ONDERH - 34
MSS Fly 50 4T Onderhoud
SNELT DE SLIJTAGE VAN DE BEWEGENDE DELEN, EN KAN ERNSTIGE SCHADE AANBRENGEN.
Technische kenmerken
Motorolie
Capaciteit: ~850 cc
Filter motorolie
-Voer de vervanging van de olie uit bij warme mo­tor.
-Plaats een recipiënt onder de oliecarter en ver­wijder de afvoerdop van de olie.
-Nadat men de olie heeft afgevoerd, moet men de netfilter reinigen met een specifiek oplosmiddel, en daarna drogen met perslucht.
-Deze laatste kan bereikt worden door dop "A" te verwijderen (raadpleeg de figuur).
-Na deze laatste handeling, moet men de filter hermonteren en de oliedop aan het voorgeschre­ven koppel sluiten, door gebruik te maken van een nieuwe O-Ring
-Vul opnieuw olie bij in de motor langs de toevoer­dop van de olie, die men vindt op de oliecarter.
-Capaciteit van de motorolie: ~ 850 cc.
-Blokkeer de dop manueel.
N.B.
Laat de motor voor enkele minuten draaien, en controleer of het oliepeil bij koude motor steeds onder het MAX peil blijft
N.B.
In geval van de eerste vulling of de revisie moet 850 cc motor­olie toegevoegd worden, in de andere gevallen 650 cc en de eventuele bijvulling.
Aanbeloven producten
AGIP CITY HI TEC 4T Olie voor de motor
Synthetische olie SAE 5W-40 die voldoet aan de specifiek API SL, ACEA A3, JASO MA
Aandraaikoppels (N*m)
Dop van de voorfilter van de motorolie 25 ÷ 28
N.m
ONDERH - 35
Onderhoud MSS Fly 50 4T
Controle afstelling kleppen
-Draai het vliegwiel in wijzerszin tot de 2° streep, aanwezig op het vliegwiel, uitgelijnd is met de re­ferentiestreep Pick-Up, zoals aangeduid in de fi­guur. Controleer of de referentie op de kroon van het commando van de nokkenas uitgelijnd is met het referentiepunt op de kop, zoals aangeduid in de tweede figuur. Wanneer de referentie zich tegenovergesteld de aanduiding op de kop bevindt, draait men de drij­fas, omdat de zuiger zich op het B.D.P. van de ontploffingsfase moet bevinden.
N.B. WANNEER DE DISTRIBUTIEGROEP ZICH NIET IN FASE
BEVINDT, VOERT MEN DE FASERING VAN DE DISTRIBU­TIEGROEP UIT, ZOALS BESCHREVEN IN HFDST. 6
Controle klepspeling
- Verwijder het toegangsklepje van de bougie door de 4 in de afbeelding aangeduide schroeven los te draaien, en verwijder het cilinderkopdeksel.
- Om de klepspeling te controleren moeten de markeringen voor het afstellen van de distributie samenvallen zoals hierboven beschreven.
- Controleer met behulp van een diktemeter of de speling tussen de klep en de stelschroef met de aangegeven waarden overeenkomt.
- Indien de waarden van de klepspeling van res­pectievelijk de inlaat en de uitlaat anders zijn dan hieronder is aangegeven, stel ze dan af door de contramoer losser te draaien en met een schroe­vendraaier aan de stelschroef te draaien zoals aangegeven in de afbeelding.
Technische kenmerken
Aanzuiging (bij koude motor)
0,10 mm
ONDERH - 36
MSS Fly 50 4T Onderhoud
Uitlaat (bij koude motor)
0,15 mm
Afstellen koplamp
Handel als volgt:
1. Stel het voertuig in de gebruiksconditie met op­geblazen banden aan de voorgeschreven span­ning, op een vlak terrein op 10 m. afstand van een wit scherm in halfschaduw, zodanig dat de as van het voertuig loodrecht op het scherm staat;
2. Zet de koplamp aan en controleer of de grens van de lichtbundel op het scherm niet hoger is dan 9/10 van de hoogte van het midden van de kop­lamp vanaf de grond, en niet lager is dan 7/10;
3. In het omgekeerde geval regelt men de rechter koplamp met bout «A».
N.B. DE BESCHREVEN PROCEDURE IS OVEREENKOMSTIG
DE "EUROPESE NORM" BETREFFENDE DE MAXIMALE EN MINIMALE HOOGTE VAN DE LICHTBUNDEL. CON­TROLEER ALLESZINS DE VOORSCHRIFTEN VAN DE LANDEN WAARIN HET VOERTUIG WORDT GEBRUIKT.
Controle CO
Het kan nodig zijn deze controle uit te voeren als de motor onregelmatig draait, of wanneer het sta­tionair toerental van de motor wordt afgesteld.
- Deze test moet worden uitgevoerd na alle onder­delen van de carburateur zorgvuldig te hebben gewassen, met een schoon luchtfilter en met de bougie in goede staat.
1) Laat het voertuig warmdraaien door er 5-10 min. mee te rijden, d.w.z. de tijd die nodig is om de au­tomatische starter uit te schakelen.
2) Zet de motor af zo lang als strikt noodzakelijk is om de handelingen 3) en 4) uit te voeren.
3) Verwijder het zijplaatje aan de rechterkant, en verwijder de behuizing van de secundaire lucht­toevoer door de 3 in de foto aangeduide schroe-
ONDERH - 37
Onderhoud MSS Fly 50 4T
ven los te draaien. Plaats een plastic blad tussen de keerklep en de behuizing daarvan op het dek­seltje. Controleer of de dichting van de keerklep goed op de behuizing daarvan aansluit. Hermon­teer het dekseltje van de behuizing van de secun­daire luchttoevoer.
4) Installeer het speciale gereedschap voor het opnemen van uitlaatgassen zoals aangeduid in de foto. Controleer zorgvuldig of de aansluiting tus­sen de uitlaat en de buis goed s afgedicht. Steek de sonde van de analyseapparatuur voor uitlaat­gassen in de buis.
5) Sluit de thermometer van de multimeter aan op de carter door middel van een speciale olievuldop waar een sonde in kan worden gestoken.
6) Start de motor en controleer, alvorens het sta­tionair toerental af te stellen, of de temperatuur van de olie tussen de 70 en 80°C ligt.
7) Wacht tot het stationair toerental een minuut lang stabiel is.
8) Voer het stationair toerental met behulp van de speciale regelschroef voor het stationair toerental, zonder gas te geven, op tot 1950 ± 50 t/min.
9) Stel de regelschroef van de toevoer zo af dat de CO-waarde 3,2 % ± 0,5 % bedraagt.
10) Geef langzaam gas tot de motor met een toe­rental van 4000 toeren/min. draait, en zet hem weer op nul; controleer of het stationair toerental de eerder afgesteld waarde behoudt, zo niet, her­haal dan de procedure vanaf punt 3).
Speciaal gereedschap
020332Y Digitale toerenteller 494929Y Analysator van uitlaatgas 020331Y Digitale multimeter
ONDERH - 38
MSS Fly 50 4T Onderhoud
Filters sec. luchttoevoer controleren en schoonmaken
Nadat men het toegangsdeurtje tot de bougie heeft verwijderd, handelt men op de 3 bouten «A» van de rechter zijplaat, en verwijdert men ze. Door te handelen op de drie bouten «B», verwij­dert men het deksel van de secundaire luchtdoos. Verwijder het deksel van de doos en verwijder het filterend element in spons «C». Was de spons met water en neutrale zeep, droog ze daarna met een rein doek en kleine stralen perslucht. Tijdens de handelingen van de reiniging van de filter, contro­leert men de integriteit van de lamellenklep «D», en daarna plaatst men ze opnieuw in de relatieve zit op de doos. Voordat men het deksel van de SAS doos sluit, controleert men of de O-Ring voor de dichting in­teger is; wanneer deze beschadigd of vervormd lijkt, vervangt men ze.
N.B. De lamellenklep heeft één enkele plaatsingszin in de SAS
doos
ONDERH - 39
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
DEFECTEN ZOEKEN DEF ZOEK
MSS Fly 50 4T Defecten zoeken
In dit deel vindt men de oplossingen om schade te herstellen. Voor elke schade vindt men een lijst met mogelijke oorzaken en bijhorende uit te voeren handelingen.
Motor
Slechte prestaties
ONDERMAATSE PRESTATIES
Mogelijke oorzaak Ingreep
Carburateur vuil; vacuümkraan defect Demonteren, wassen met oplosmiddel en drogen met pers-
Teveel afzettingen in de ontploffingskamer Verwijder de afzettingen in de cilinder, de zuiger, de kop en de
Niet correcte fasering of versleten distributie-onderdelen Herstel de fase van de distributie of vervang de versleten delen
Verstopte uitlaat Vervangen
Automatische starter versleten Controleer: de mechanische slip, de elektrische verbinding en
de aanwezigheid van voeding, vervang eventueel.
Het oliepeil van de motor bevindt zich boven het maximum Controleer de oorzaken en herstel het correcte peil
Weinig compressie: slijtage van de ringen, de cilinder en de
kleppen
Slijtage van de transmissieriem Vervangen
Inefficiënte automatische transmissie Controleer de rollen en het slippen van de poelies, vervang de
beschadigde delen en smeer de geleider van de geconduceer-
de beweegbare poelie met Montblanc Molybdenum Grease
Het slippen van de koppeling Controleer en vervang eventueel de groep van de koppeling
Oververhitte kleppen Demonteer de kleppen en de kop, en de kleppen polijsten of
Foute regeling van de kleppen Registreer correct de klepspeling
Vervormde klepzitten Vervang de kopgroep
Luchtfilter verstopt of vuil Demonteer de spons, was ze met water en shampoo, door-
drenk ze met een 50% mengsel van benzine en specifieke olie (Selenia Air Filter Oil), druk ze uit met de handen zonder ze uit
te wringen, laat ze uitlekken en hermonteer ze.
Defecte drijvende klep Controleer de correcte beweging van de drijver en de functio-
lucht, of vervangen.
kleppen
Vervang de versleten delen
en/of het blok
vervangen
naliteit van de klep
Achterwiel draait bij stationair toerental
ACHTERWIEL
Mogelijke oorzaak
Te hoog minimum toerental Regel het minimum toerental, en regel eventueel de CO
Beschadigde koppeling Controleer de veren / wrijvingsmassa's en het koppelingsblok
Het luchtfilterhuis is niet luchtdicht Hermonteer op een correcte manier het filterhuis, en indien
beschadigd vervangt men het
Verbindingsstuk depurator-carburator beschadigd Vervangen
Ingreep
Startproblemen
STARTPROBLEMEN
Mogelijke oorzaak
Verslechterde kenmerken van de brandstof Voer de bedorven brandstof af en tanken
Te laag startregime of defecte startmotor en startinstallatie Controleer het startmotortje en de installatie.
Niet correcte kleppendichting of foute kleppenregeling Reviseer de kop en/of herstel de correcte speling
Verzopen motor Voer de start uit door het gas compleet open te houden. Wan-
neer de motor niet start, demonteert men de bougie, droogt
Ingreep
DEF ZOEK - 41
Defecten zoeken MSS Fly 50 4T
Mogelijke oorzaak Ingreep
men ze, en voordat men deze hermonteert doet men de motor
draaien om het teveel aan brandstof te verwijderen. Hou het
kapje op de bougie en de bougie aan de massa. Wanneer de
Automatische starter versleten Controleer: de mechanische slip, de elektrische verbinding en
Luchtfilter verstopt of vuil Demonteer de spons, was ze met water en shampoo, door-
drenk ze met een 50% mengsel van benzine en specifieke olie (Selenia Air Filter Oil), druk ze uit met de handen zonder ze uit
Defecte bougie of foute voorontsteking Vervang de bougie of controleer de onderdelen van het ont-
Carburateur vuil; vacuümkraan defect Demonteren, wassen met oplosmiddel en drogen met pers-
Lege accu Controleer de staat van de lading van de accu. Wanneer men
sulfatatiesporen opmerkt, vervangt men de accu en doet men
ze werken door de instructies te volgen die men vindt in het
Gebarste aanzuigverbinding of slecht gesloten klemmetjes Vervang de aanzuigverbinding en controleer de sluiting van de
Defecte drijvende klep Controleer de correcte beweging van de drijver en de functio-
Verstopte carburatorsproeiers Demonteer ze, was ze met een oplosmiddel en droog ze met
brandstof op is, start men na het bijvullen.
de aanwezigheid van voeding, vervang eventueel.
te wringen, laat ze uitlekken en hermonteer ze.
stekingscircuit
lucht, of vervangen.
hoofdstuk.
klemmetjes
naliteit van de klep
perslucht
Te hoog olieverbruik/rook uit de uitlaat
TE HOOG OLIEVERBRUIK/ROOK UIT DE UITLAAT
Mogelijke oorzaak
Versleten oliekeerring van de klep Vervang de oliekeerring van de klep
Olielekken vanuit de pakkingen of de koppelingen Controleer en vervang de pakkingen of herstel de dichting van
Elastische klemmen versleten of stuk, of op verkeerde wijze
gemonteerd
Klepzittingen versleten Controleer en vervang eventueel de groep van de kop
Vervang de groep cilinder zuiger of enkel de klemmen
Ingreep
de koppelingen
Lage smeerdruk
LAGE SMERINGSDRUK
Mogelijke oorzaak
De By-Pass blijft open Controleer de By-Pass en eventueel vervangen. Reinig aan-
dachtig de zone van de By-Pass.
Oliepomp met overdreven speling Voer de dimensionele controles uit op de onderdelen van de
De oliefilter is erg vuil Vervang de patroonfilter
Het oliepeil is te laag Herstel het peil met het aanbevolen olietype (Selenia HI Scoo-
Ingreep
oliepomp
ter 4 Tech)
motor neigt af te slaan bij vol gas
Het peil van de drijver is niet correct Herstel het peil in de kuip, door op de drijver de druklamel van
DEF ZOEK - 42
MOTOR STOPT BIJ MAX. GAS
Mogelijke oorzaak
Brandstoftoevoer defect Controleer de vacuümkraan en vervang hem eventueel, con-
troleer de vacuümaansluiting en of de leiding goed is afgedicht
de inlaattapboor van de benzine te buigen, zodat met omge-
keerde carburator de drijver zelf parallel is met het vlak van de
Water in de carburator Ledig de kuip langs de speciale bout
Ingreep
kuip.
MSS Fly 50 4T Defecten zoeken
Mogelijke oorzaak Ingreep
Maximum straal vuil - weinig carburatie Was de straal met een oplosmiddel en droog met perslucht
motor neigt af te slaan bij stationair toerental
MOTOR STOPT BIJ MIN.
Mogelijke oorzaak Ingreep
Niet correcte fasering van de distributie Herstel de fasering en controleer de onderdelen van de distri-
Niet correcte regeling van het minimum toerental Voer de regeling uit met de toerenteller
Te lage eindcompressiedruk Controleer de dichtingen van de thermische groep en vervang
Defecte bougie of foute voorontsteking Vervang de bougie of controleer de onderdelen van het ont-
De starter blijft ingeschakeld Controleer: de elektrische verbindingen, de continuïteit van het
circuit, het mechanisch slippen en de aanwezigheid van voe-
ding; vervang eventueel
Minimum straal vuil Was de straal met een oplosmiddel en droog met perslucht
Te veel lawaai bij de uitlaat
butie
de versleten delen
stekingscircuit
TE VEEL LAWAAI BIJ DE UITLAAT
Mogelijke oorzaak
De buis van de onderdrukkoppeling is losgekomen van het se-
cundair luchtmechanisme, of is beschadigd De lamellenklep van het secundair luchtmechanisme sluit niet correct, en verslijt de rubberen mof tussen het mechanisme en
de buis van de kop
Hoog brandstofverbruik
HOOG VERBRUIK
Mogelijke oorzaak
Het peil van de drijver Herstel het peil in de kuip, door op de drijver de druklamel van
De sproeiers zijn gelost Controleer de blokkering van de maximum en minimum sproei-
Starter inefficiënt Controleer: de elektrische verbindingen, de continuïteit van het
Luchtfilter verstopt of vuil Demonteer de spons, was ze met water en shampoo, door-
Ingreep
Vervang de buis
Vervang het mechanisme en de mof
Ingreep
de inlaattapboor van de benzine te buigen, zodat met omge-
keerde carburator de drijver zelf parallel is met het vlak van de
kuip.
ers in de zit circuit, de mechanische slip en de aanwezigheid van voeding drenk ze met een 50% mengsel van benzine en specifieke olie
(Selenia Air Filter Oil), druk ze uit met de handen zonder ze uit
te wringen, laat ze uitlekken en hermonteer ze.
Storing secundaire luchttoevoer
STORING SECUNDAIRE LUCHTTOEVOER
Mogelijke oorzaak
De buis van de onderdrukkoppeling is losgekomen van het se-
cundair luchtmechanisme, of is beschadigd De lamellenklep van het secundair luchtmechanisme sluit niet correct, en verslijt de rubberen mof tussen het mechanisme en
de buis van de kop
Ingreep
Vervang de buis
Vervang het mechanisme en de mof
DEF ZOEK - 43
Defecten zoeken MSS Fly 50 4T
Transmissie en remmen
Koppeling gescheurd of werkt niet goed
SCHEUR OF ONREGELMATIGE WERKING VAN DE KOPPELING
Mogelijke oorzaak Ingreep
Defekte koppeling Controleer of er op de massa's geen vet aanwezig is. Contro-
leer of het contactoppervlak van de massa's van de koppeling
zich in het midden bevindt tegenover het blok, en dit voor de
drie massa's. Controleer of het blok van de koppeling niet ge-
krast of abnormaal versleten is
Onvoldoende remwerking
ONVOLDOENDE REMMING
Mogelijke oorzaak Ingreep
Reminstallatie inefficiënt Controleer de slijtage van de pastilles (MIN 1,5 mm). Contro-
Vloeistofverlies in de hydraulische reminstallatie. Indien beschadigd, vervangt men de elastische verbindings-
leer of de remschijven niet versleten, beschadigd of vervormd zijn. Controleer het correcte vloeistofpeil in de pompen en ver-
vang eventueel de remvloeistof. Controleer dat er geen lucht is in het circuit; eventueel ontluchten. Controleer dat de tang
van de voorrem zich recht beweegt met de schijf.
stukken en de pakkingen van de zuigertjes of van de rempomp
Remmen oververhit
OVERVERHITTING VAN DE REMMEN
Mogelijke oorzaak
Rubberen pakkingen gezwollen of aangeplakt. De pakkingen vervangen.
De compensatieboringen op de pomp zijn verstopt. Zorgvuldig schoonmaken en met perslucht blazen.
Remschijf gelost of vervormd Controleer de blokkering van de bouten van de remschijf; met
een vergelijker en met het wiel op het voertuig gemonteerd,
meet men de asdeviatie van de schijf.
Defecte slip van de zuigertjes. Controleer de tang en vervang de beschadigde onderdelen.
Ingreep
Elektrische installatie
Accu
ACCU
Mogelijke oorzaak
Accu Dit is het mechanisme van de installatie dat de grootste zorg
en het meest nauwgezette onderhoud vereist. Wanneer men het voertuig voor een zekere periode niet gebruikt (1 maand of meer) is het nodig om de accu periodiek op te laden. De accu
zal compleet leeg zijn na een periode van ongeveer 3 maan­den. Als de accu op het voertuig moet worden gemonteerd, let dan op dat de aansluitingen niet worden omgedraaid; denk er-
aan dat de zwarte draad van de massa moet worden aange-
sloten aan op de negatieve klem (-), terwijl de andere draad, met een rode kleur, moet worden aangesloten op de klem die
gemerkt is met het plusteken (+).
Ingreep
DEF ZOEK - 44
MSS Fly 50 4T Defecten zoeken
Knipperlichten werken niet
KNIPPERLICHTEN WERKEN NIET
Mogelijke oorzaak Ingreep
Elektrische ontsteking defect. Maak, met het contactslot op "ON", een verbinding tussen de
Stuur en ophangingen
Achterwiel
HET ACHTERWIEL DRAAIT MET DE MOTOR AAN HET MINIMUM TOERENTAL
Mogelijke oorzaak Ingreep
Te hoog minimum toerental Regel het minimum motorregime en eventueel het CO%.
Beschadigde koppeling Controleer de veren / massa's van de koppeling
contacten 1 (blauw - zwart) en 3 (wit) op de connector van de
spanningsregelaar. Als wanneer de bedieningsknop van de knipperlichten wordt ingeschakeld de lampen niet blijven bran­den, vervang dan de besturingseenheid, en vervang anders de
bekabeling en de schakelaar.
comando
Onregelmatigheden bij het ophangingssysteem Wanneer de voorste ophanging lawaai maakt, controleert men:
Onregelmatigheid of breuk van de dichtingen Vervang de schokdemper. Controleer de slijtagestaat van de
COMMANDO'S VAN HET STUUR EN DE OPHANGINGEN
Mogelijke oorzaak
Niet conforme sluiting Controleer de sluiting van het bovenste en het onderste ver-
lengstuk. Wanneer de rotatie van de stuurinrichting ook na
deze regeling onregelmatigheden vertoont, controleert men de
zitten voor het draaien van de bollen van de kussentjes: ver-
vang ze wanneer ze ingekast zijn of wanneer de bollen plat-
Verharding van de stuurinrichting Controleer de sluiting van het bovenste en het onderste ver-
lengstuk. Wanneer de rotatie van de stuurinrichting ook na
deze regeling onregelmatigheden vertoont, controleert men de
zitten voor het draaien van de bollen van de kussentjes: ver-
vang ze wanneer ze ingekast zijn of wanneer de bollen plat-
de efficiëntie van de voorste schokdemper; de staat van de bolkussentjes en bijhorende blokkeringsmoeren; de rubberen stootbuffers die dienen als eindslag; de schuifhulzen. Contro-
leer ten slotte de blokkeerkoppels van de wielnaaf, van de
remtang, van de schijf en van de schokdemper bij de hechting
aan de naaf en aan de stuurinrichtingsbuis.
stuurinrichtingskappen en de regelingen.
Ingreep
gedrukt blijken.
gedrukt blijken.
DEF ZOEK - 45
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
ELEKTRISCHE INSTALLATIE EL INST
MSS Fly 50 4T Elektrische installatie
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Kenmerk
1 Knipperlicht vooraan links 2 Lampen van de voorste knipperlichten Lampen van de voorste knipperlichten 12V-10W x 2 3 Claxon 4 Commutator knipperlichten 5 Deviator van de lichten 6 Stopknop op achterrem 7 Lamp van de koplamp 12V-35/35W 8 Lamp van het voorste positielicht Type: Glas
9 Controlelamp van het rechter knipperlicht 12V - -2W 10 Controlelamp van de brandstofreserve 12V - -1,2W 11 Controlelamp van het linker knipperlicht 12V - -2W 12 Controlelamp van de grote lichten 12V - -1,2W 13 Lampen van de instrumentverlichting Type: Glas
14 Controlelamp van de lichten 12V 1,2W 15 Kilometerteller met controlelampen en peilindicator 16 Koplamp
Beschrijving / Waarde
Vermogen: 12V 5W
Aantal: 1
Vermogen: 12V 1,2W
Aantal: 2
EL INST - 47
Elektrische installatie MSS Fly 50 4T
Kenmerk Beschrijving / Waarde
17 Stopknop van de voorrem 18 Startknop 19 Sleutelschakelaar 20 knipperlicht vooraan rechts 21 Zender van het brandstofpeil 22 Automatische starter 23 Afstandsschakelaar van de start 24 knipperlicht achteraan rechts 25 Compleet achterlicht 26 Lamp van het stoplicht en het positielicht Type: Sfeervormig
27 Accu 12V - 9Ah 28 Elektronisch ontstekingsmechanisme 29 Vliegwielmagneet 30 Startmotor 31 Portafusibile (N° 1 fusibile da 10 A) 32 Knipperlicht achteraan links 33 Lampen van de achterste knipperlichten 2, 12V-10W, Bolvormig 34 Spanningsregelaar 35 Claxon in c.c. 36 Weerstand 6,8 Ohm - 10W
Vermogen: 12V 21/5W
Aantal: 1
Kleur van de elektrische kabels: B = Wit, Bl = Blauw, G = Geel, Mr = Bruin, N = Zwart, Gr = Grijs, Rs = Roze, R = Rood, Vi = Paars, V = Groen
Basisschema's
Ontsteking
EL INST - 48
MSS Fly 50 4T Elektrische installatie
DEEL ONTSTEKING
Kenmerk Beschrijving / Waarde
1 Vliegwielmagneet 2 Pick - up 3 Contacten contactschakelaar 4 Elektronische ontsteking uitrusting 5 Zekering 10 A 6 Spanningsregelaar 7 Accu 12V-9Ah
Lichten
LICHTEN
Kenmerk
1 Vliegwielmagneet 2 Spanningsregelaar 3 Deviator van de lichten 4 Lamp van de koplamp 12V-35/35W 5 Controlelamp van de grote lichten 12V - -1,2W 6 Lamp parkeerlicht voor 12V - 5W 7 verklikkerlampje lichten 12V 1,2W 8 Gloeidraad parkeerlicht achter 12V - 5W 9 Lampen van de instrumentverlichting Type: Glas
10 Lampen van de instrumentverlichting 12V - -2W
Beschrijving / Waarde
Vermogen: 12V 1,2W
Aantal: 2
EL INST - 49
Elektrische installatie MSS Fly 50 4T
Accu opladen en starten
ACCU OPLADEN EN STARTEN
Kenmerk
1 Spanningsregelaar 2 Vliegwielmagneet 3 Automatische starter 4 Accu 12V-9Ah 5 Startrelais 6 Startmotor 7 Startknop 8 Gloeidraad voor remlicht 12V-21W 9 Stopknop op voorrem en achterrem 10 Sleutelschakelaar 11 Hoofdzekering 10A 12 Weerstand 6,8 Ohm - 10W
Beschrijving / Waarde
EL INST - 50
MSS Fly 50 4T Elektrische installatie
Vrijgaven
DEEL BEVESTIGINGEN EN NIVEAUMETERS
Kenmerk
1 Spanningsregelaar 2 Indicator van het brandstofpeil 3 Thermoweerstand brandstofpeil 4 Controlelamp van de brandstofreserve 12V - -1,2W 5 Stopknop op voorrem en achterrem 6 Zekering 10 A 7 Accu 12V-9Ah 8 Gloeidraad voor remlicht 12V-21W 9 Contacten contactschakelaar
Beschrijving / Waarde
EL INST - 51
Elektrische installatie MSS Fly 50 4T
Knipperlichten
DEEL KNIPPERLICHTEN EN CLAXON
Kenmerk
1 Schakelaar richtingaanwijzers 2 Drukknop van de claxon 3 Claxon 4 n. 2 lampen voor verklikkerlampjes knipperlichten 12V-2W 5 4 Lampen voor knipperlichten 12V-10W 6 Spanningsregelaar 7 Contacten contactschakelaar 8 Zekering 10 A 9 Accu 12V-9Ah
Beschrijving / Waarde
Controles
In geval van niet of abnormale werking van de ont­steking, waarvan de oorzaken niet visief kunnen worden gevonden, moet men eerst de centrale vervangen met een overeenkomstige centrale, die zeker werkt. Denk eraan dat de vervanging van de centrale moet worden uitgevoerd met de motor uit. Wanneer de vervanging de werking van de ont­steking herstelt, is de onregelmatigheid te wijten
EL INST - 52
MSS Fly 50 4T Elektrische installatie
aan de centrale, die uiteraard moet worden ver­vangen.
Wanneer het niet werken blijft aanhouden, moet men de generator en de details van de stator con­troleren, op onderstaande manier: Na een visieve analyse van de elektrische aan­sluitingen kunnen de metingen op de wikkeling van de stator en op de pick-up (raadpleeg de tabel) uitgevoerd worden, door een specifieke tester te gebruiken. Als door de controles op de bobine van de lading en op de pick-up onregelmatigheden blijken, moe-
ten de stator en de defecte delen vervangen worden.
Maak de connector los op de vliegwielkap en meet de weerstand tussen elk van de twee contacten en de massa.
Speciaal gereedschap
020331Y Digitale multimeter
CONTROLE VAN DE PICK-UP
Kenmerk
1 1) Bruin kabeltje en massa ~ 170
Beschrijving / Waarde
CONTROLE VAN DE WINDING VAN DE STATOR
Kenmerk
1 1) Zwart kabeltje en massa ~ 1
Beschrijving / Waarde
EL INST - 53
Elektrische installatie MSS Fly 50 4T
Ontstekingsinstallatie
Alle controlehandelingen van de installatie die het uitschakelen van de kabels meebrengen (contro­les van de verbindingen en van de mechanismen die deel uitmaken van het ontstekingscircuit), moeten worden uitgevoerd met de motor uit: in het omgekeerde geval kan de centrale onherstelbare schade oplopen.
Controle stator
- Met een tester controleert men de weerstand tussen de bruin-massa en zwart-massa terminal.
N.B. DE WAARDEN ZIJN VERKLAARD VOOR DE OMGEVINGS-
TEMPERATUUR. EEN CONTROLE MET DE STATOR IN WERKTEMPERATUUR BRENGT WAARDEN MEE DIE HO­GER ZIJN DAN DE VERKLAARDE WAARDEN.
Elektrische kenmerken
Stator : Bruin- massa
~ 170 (Pick-Up)
Stator : Zwart- massa
~ 1 (Stator)
Controle spanningsregelaar
Een beschadiging van de spanningsregelaar kan, naargelang het type van schade, onderstaande pro­blemen meebrengen:
1) Verbranding van de lampen (regelaar in kortsluiting).
2) Niet werking van de verlichtingsinstallatie en de elektrische starter (regelaar onderbroken).
3) Het niet opladen van de accu.
4) Het niet werken van de richtingaanwijzers. De regelaar is voorzien van massa geleverd door de elektrische installatie, de romp van de regelaar heeft dus niet de functie om massa te leveren voor de interne circuits. Tussen elke terminal van de regelaar en de romp van deze laatste, moet er isolering zijn (door gebruik te maken van de tester voor de controles van de elektrische weerstand).
EL INST - 54
MSS Fly 50 4T Elektrische installatie
2) LICHTEN EN STARTER WERKEN NIET Om te zorgen dat er geen stroom wordt opgeno­men op de kabel met wisselspanning, zodat de spanning kan worden gecontroleerd, moet als volgt worden gehandeld. Verwijder de stuurkap­pen. Haal de elektrische connectors van de kop­lamp en de 5-polige connector van de instrumen­tengroep los. Verwijder de lamp van de achterlamp. Haal de connector van de automati­sche starter los van de installatie. Zorg dat u bij de spanningsregelaar kunt komen, start de motor en laat hem stationair draaien. Zet de positieve punt van de tester (die speciaal voor het meten van wisselspanning is) op terminal n. 1 (geel - zwart kabeltje) en de negatieve punt op terminal n. 2 (zwart kabeltje); controleer of er span­ning is (zie afbeelding) Als er spanning is, controleer dan de bekabeling die van de lichten naar de spanningsregelaar loopt en de werking van de lichtknop. Als er geen spanning wordt gemeten, probeer dan de negatieve punt rechtstreeks op de massa te zetten; als er zodoende spanning wordt gemeten, controleer dan de massakabel (terminal 2) van de spanningsregelaar (zwart kabeltje); zo niet, ver­vang dan de spanningsregelaar aangezien hij de­fect is. Meet als laatste de spanning die door de stator wordt geleverd:
- Koppel de connector van de spanningsregelaar los en plaats een tester tussen het grijs-blauwe kabeltje (4) en de massa om de wisselspanning te meten (zie afbeelding).
- De geleverde spanning bij 2000 toeren/min. moet ongeveer 25 ÷ 35V zijn. Als ook bij deze test geen enkele waarde wordt gemeten, vervang dan de spanningsregelaar aan­gezien hij defect is.
EL INST - 55
Elektrische installatie MSS Fly 50 4T
N.B. VOOR DE HIERBOVEN BESCHREVEN SPANNINGSME-
TINGEN, MOET MEN EEN ANALOGISCHE TESTER GE­BRUIKEN VOOR HET METEN VAN WISSELSPANNINGEN EN DE MOTOR AAN HET MINIMUM TOERENTAL HOUDEN, OM EEN WISSELSPANNING TE HEBBEN MET EEN FRE­QUENTIE DIE ZO DICHT MOGELIJK BIJ 50HZ MOET ZIJN, ZODAT MEN DE DOELTREFFENDE SPANNING KAN ME­TEN DIE WORDT GELEVERD DOOR DE REGELAAR (ON­GEVEER 12V)
Controle laadcapaciteit oplaadinrichting
3) DE ACCU WORDT NIET OPGELADEN Defecten in het gelijkstroomgedeelte van de span­ningsregelaar kunnen, afhankelijk van het soort defect, de volgende ongemakken veroorzaken: a) De zekering brandt door te hoge spanning (kort­sluiting spanningsregelaar) waardoor de accu niet wordt opgeladen. b) Accu wordt niet opgeladen (spanningsregelaar onderbroken).
Handelingen
a) De zekering brandt door (kortsluiting span­ningsregelaar) Controleer of de bekabeling die van de zekering naar het contactslot loopt niet be­schadigd is, en daardoor kortsluiting naar de mas­sa veroorzaakt (waardoor schade aan de span­ningsregelaar wordt uitgesloten); als de zekering pas doorbrandt nadat de contactsleutel op "ON" wordt gezet met de connector van de regelaar los­gekoppeld, moet worden gecontroleerd of de be­kabeling en de inrichtingen achter het contactslot geen kortsluiting naar de massa veroorzaken. Meet vervolgens de weerstand tussen contact 3 (wit) en contact 2 (zwart) van de spanningsrege­laar (met connector losgekoppeld). Als de gemeten waarde ver afwijkt van de aange­geven waarde, vervang dan de spanningsregelaar aangezien hij is kortgesloten. b) De accu wordt niet opgeladen (spanningsrege­laar onderbroken).
EL INST - 56
MSS Fly 50 4T Elektrische installatie
Om te controleren of er afwijkingen zijn in het op­laadgedeelte van de spanningsregelaar, moet eerst de accu worden nagekeken door er 2 testers (een om de spanning te meten en een ander om de stroomsterkte te meten) op aan te sluiten zoals aangegeven in de tweede afbeelding, en volg de hieronder aangegeven procedure: Start de motor (door het rode kabeltje even met de positieve pool van de accu te verbinden, om te voorkomen dat het instrument dat de spanning meet beschadigd raakt). Controleer of er een spanning van minimaal 13V is (accu opgeladen) en een laadstroom van 1,5 ÷ 2A met de verlichtingsinstallatie en de starter los­gekoppeld zoals beschreven in het hoofdstuk "CONTROLE SPANNINGSREGELAAR". Door het toerental van de motor te verhogen ne­men de laadstroom en -spanning progressief toe, bij een toerental van boven de 4000 toeren/min. moet een laadstroom van circa 4,5A worden ge­meten; door de verlichtingsinstallatie, de starter, het remlicht en de claxon weer in te schakelen kunnen laadstroomwaarden van 5A worden ge­meten, en spanningswaarden van 14 ÷ 14,5V (spanningsdrempel van de regelaar).
Als waarden worden gemeten die niet in over­eenstemming zijn met die hierboven zijn be­schreven, vervang dan de spanningsregelaar; in het omgekeerde geval moeten de bekabe­ling en de aansluitingen worden gecontro­leerd. ~ 8 M
Elektrische kenmerken
weerstand van de spanningsregelaar
~ 8 M
EL INST - 57
Elektrische installatie MSS Fly 50 4T
Gesloten accu
INSTRUCTIES VOOR DE VERFRISSINGSLA­DING VOOR STOCKAGE MET OPEN CIRCUIT
1) Controle van de spanning
Vooraleer de accu op het voertuig te installeren, controleert men de spanning bij open circuit met een normale tester.
-Wanneer de spanning hoger is dan 12,60V, kan de accu zonder verfrissingslading worden geïn­stalleerd.
-Wanneer de spanning lager is dan 12,60V, moet men een verfrissingslading uitvoeren, zoals uitge­legd in punt 2).
2) Modaliteit met acculading met konstante spanning
-De constante spanningslading is gelijk aan 14,40÷14,70V
-De beginstroom van de lading is gelijk aan 0,3÷0,5 x de nominale capaciteit
-Duur van de lading: 10÷12 h aangeraden Minimum 6 h Maximum 24 h
3) Modaliteit met acculading met konstante stroom
-Ladingsstroom gelijk aan 1/10 van de nominale capaciteit van de accu zelf
-Duur van de lading: 5 u
WAARSCHUWING
- WANNEER DE ACCU ERG LEEG IS (VEEL MINDER DAN 12,6V), IS HET MOGELIJK DAT 5 UREN VAN OPLADEN NIET VOLDOENDE ZIJN VOOR HET BEREIKEN VAN DE OPTIMALE PRESTATIES. IN DEZE CONDITIES IS HET ALLESZINS NOODZAKELIJK OM NIET MEER DAN 8 UREN ACHTEREENVOLGENS OP TE LADEN, OM ZO ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE ACCU TE VERMIJDEN.
1 Hou de buis verticaal 2 Constateer het peil 3 De drijver moet vrijgemaakt zijn
EL INST - 58
MSS Fly 50 4T Elektrische installatie
Droog geladen accu
Dit is het elektrisch onderdeel dat de grootste zorg en het meest nauwgezette onderhoud vereist. De belangrijkste onderhoudsvoorschriften zijn:
1) Controle van het peil van de elektrolyt
Het elektrolytpeil moet regelmatig worden gecontroleerd, en moet het bovenste peil bereiken. Om het peil te herstellen gebruikt men enkel gedestilleerd water. Wanneer men regelmatig water moet bijvoegen, controleert men de elektrische installatie van het voer­tuig: de accu is overbelast en zal vlug beschadigd raken.
2)Controle van de staat van de lading
Nadat men het elektrolytpeil heeft herstelt, controleert men de dichtheid met de speciale dichtheids­meter (raadpleeg de figuur). De opgeladen accu moet een dichtheid van 30÷32 Bé hebben, overeenkomstig een specifiek gewicht van 1,26÷1,28 bij een temperatuur van minstens 15° C. Indien de dichtheid zich onder de 20° Bé bevindt, is de accu volledig leeg en moet men deze dus bijvullen. Op het einde van de lading moet men het peil en de dichtheid van de elektrolyt van elke element controleren. Indien men het voertuig voor een bepaalde periode niet gebruikt (1 maand en meer), moet men de accu regelmatig opladen. Na 3 maanden is de accu volledig leeg. Bij de hermontage van de accu op het voertuig moet men opletten om de verbindingen niet om te keren; de draad van de massa (zwart), aangeduid met (-), moet worden verbonden met de - negatieve klem, terwijl de andere twee rode draden, aangeduid met (+), moeten verbonden worden aan de + positie- ve klem. De normale lading moet uitgevoerd worden met de specifieke acculader (enkel) of (meervoudig), door de schakelaar van de acculader op het type van op te laden accu te plaatsen. De verbindingen met de voedingsbron moeten uitgevoerd worden door de overeenkomstige polen te verbinden (+ met + en ­met -).
4) reiniging van de accu
Men raadt aan om de accu steeds rein te houden, vooral het bovenste deel, en om de klemmen met vaseline te beschermen.
WAARSCHUWING
- Vooraleer men de accu oplaadt, verwijdert men de doppen van elk element. Hou vrije vlammen of vonken uit de buurt van de accu tijdens het laden. Verwijder de accu van het voertuig door eerst de negatieve terminal los te maken.
LET OP
- GEBRUIK NOOIT ZEKERINGEN MET EEN HOGERE CAPACITEIT DAN AANBEVOLEN.
- HET GEBRUIK VAN EEN ZEKERING MET ONGESCHIKTE CAPACITEIT, KAN SCHADE AAN HET HELE VOERTUIG OF ZELFS BRAND TOT GEVOLG HEBBEN.
LET OP
NORMAAL EN DRINKBAAR WATER BEVAT MINERAALZOUTEN DIE SCHADELIJK ZIJN VOOR DE ACCU'S, DAAROM MAG MEN ENKEL EN ALLEEN GEDESTILLEERD WATER GEBRUIKEN.
EL INST - 59
Elektrische installatie MSS Fly 50 4T
LET OP
DE ACCU MOET VÓÓR HET GEBRUIK WORDEN OPGELADEN, OM MAXIMALE PRESTATIES TE GARANDEREN. WANNEER DE ACCU NIET GOED WORDT OPGELADEN VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK MET EEN LAAG ELEKTROLYTPEIL, HEEFT DIT TOT GEVOLG DAT DE ACCU EERDER BESCHADIGD RAAKT.
Speciaal gereedschap
020333Y Enkelvoudige accu oplader 020334Y Meervoudige accu oplader
WAARSCHUWING
- De elektrolyt van de accu is giftig, en veroorzaakt ernstige brandwonden. Bevat zwavelzuur. Vermijdt dus het contact met de ogen, de huid en de kleding. In geval van contact met de ogen en de huid, wast men zich overvloedig met water voor ongeveer 15 minuten, en raadpleegt men zo snel mogelijk een arts. Wanneer men de vloeistof inslikt, moet men onmiddellijk en overvloedig water of melk drinken. Daarna drinkt men magnesiummelk, een geklutst ei of vegetale olie. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Accu's produceren explosieve gassen; hou ze uit de buurt van open vlammen, vonken of sigaretten; ventileer de ruimte wanneer de accu wordt opgeladen in een gesloten ruimte. Draag steeds een veiligheidsbril wanneer men in de buurt van accu's werkt.
Hou ze buiten het bereik van kinderen.
1)-Nadat men het korte gesloten buisje en de doppen heeft verwijderd, voegt men zwavelzuur toe in de elementen, van de kwaliteit voor accu's met specifiek gewicht 1,26 dat overeenkomt met 30°Bé aan een temperatuur van niet minder dan 15°C, tot men het bovenste peil heeft bereikt.
2)-Laat voor minstens 2 uren rusten, en herstel daarna het peil met zwavelzuur.
3)-Binnen 24 uur laadt men op met de specifieke acculader (enkel) of (meervoudig) aan een intensiteit van ongeveer 1/10 van de nominale capaciteit van de accu zelf, en tot de dichtheid van het zuur on­geveer 1,27 bedraagt, wat overeenkomt met 31 Bé, en tot deze waarde zich stabiliseert.
4)-Na het opladen, egaliseert men het zuur (door gedestilleerd water toe te voegen). Plaats de dop en reinig zorgvuldig.
5)-Na deze handelingen, installeert men de accu op het voertuig, door correct de verbindingen te res­pecteren tussen de bekabeling en de klemmen van de accu.
WAARSCHUWING
- NA DE INSTALLATIE VAN DE ACCU OP HET VOERTUIG, MOET MEN, OM DE REGELMATIGE UITSTROMING VAN DE GEVORMDE GASSEN TOE TE LATEN, HET KORTE BUISJE (MET GE­SLOTEN UITEINDE) DAT ZICH NABIJ DE + POSITIEVE KLEM BEVINDT VERVANGEN MET HET OVEREENKOMSTIGE LANGE BUISJE (MET OPEN UITEINDE), DAT OP HET VOERTUIG IS GE­MONTEERD.
Speciaal gereedschap
020333Y Enkelvoudige accu oplader 020334Y Meervoudige accu oplader
EL INST - 60
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
MOTOR VAN HET VOERTUIG MOT VOERT
Motor van het voertuig MSS Fly 50 4T
Demontage hele uitlaat
- Verwijder de 2 bevestigingsmoeren van de col­lector aan de kop
- Draai de 2 bevestigingsbouten los van de knal­demper aan de carter, en verwijder daarna de volledige uitlaat, door op te letten voor de interfe­rentie tussen de steunbeugel van de uitlaat en de koelkap.
Demontage motor uit het voertuig
Demontage motor uit het frame
-Maak de accu los.
-Demonteer de volledige uitlaat.
-Demonteer het achterwiel.
-Demonteer de mechanische transmissie van de achterrem.
-Maak de elektrische terminals los.
-Demonteer de commandotransmissies van de gashendel.
-Maak de bebuizing los (benzine-commando van het onderdrukkraantje).
-Maak de achtervork los aan de kant van de motor
-Maak de onderste bevestiging van de achterste schokdemper los
WAARSCHUWING
Let zeer goed op wanneer men met benzine handelt.
LET OP
Wanneer men de accu installeert, bevestigt men eerst het positieve kabeltje en vervolgens het nega­tieve kabeltje.
WAARSCHUWING
Men raadt het gebruik aan van een veiligheidsbril, wanneer men slaggereedschap gebruikt.
MOT VOERT - 62
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
MOTOR MOT
Motor MSS Fly 50 4T
Automatische transmissie
Transmissiedeksel
-Verwijder de 12 bevestigingsbouten.
-Verwijder de toevoerdop van de olie, en verwijder het deksel. Wanneer deze handeling rechtstreeks op het voertuig wordt uitgevoerd, moet men de mof voor de koeling van de transmissies en de bevestigin­gen van de luchtfilterdoos verwijderen.
N.B. OM HET DEKSEL TE VERWIJDEREN, AGEERT MEN OP DE
SPECIALE AANHANGSELS DOOR MIDDEL VAN EEN HA­MER.
Kickstart
-Verwijder het startrondsel, door te drukken op de starthendel, om de verwijdering ervan te verge­makkelijken.
-Verwijder de bout en de hendel van de kick-start.
-Verwijder de seeggerring en de rondel, aange­duid in de figuur.
-Verwijder het getande deel.
WAARSCHUWING HET DEEL HOUDT DE VEER GESPANNEN; LET OP OM
ONGEVALLEN TE VERMIJDEN
Luchtkanaal
-Voor de demontage van de aanzuigmond van het transmissiedeksel, is het voldoende om de drie in de figuur aangeduide bouten te verwijderen.
MOT - 64
MSS Fly 50 4T Motor
Demontage lager steun as aandrijfpoelie
- Verwarm de carter lichtjes vanaf de binnenkant, om het gelakte oppervlak niet te beschadigden, en verwijder de lager met behulp van de as van de aangedreven poelie of met een pin met dezelfde diameter.
N.B. BIJ MOEILIJKHEDEN KAN MEN DE GENERISCHE EX-
TRACTOR VAN 8MM VOOR INTERN GEBRUIK GEBRUI­KEN.
Montage lager steun as aandrijfpoelie
Hermonteer het kussentje met behulp van een bus met dezelfde diameter van de externe piste van het kussentje, nadat men lichtjes de carter binnenin heeft verwarmd.
N.B.
BIJ ELKE HERMONTAGE VERVANGT MEN HET KUSSENTJE MET EEN NIEUW.
LET OP
TIJDENS DE HANDELINGEN VAN DE DEMONTAGE/HERMONTAGE VAN HET KUSSENTJE, LET MEN OP OM HET GELAKTE OPPERVLAK VAN HET DEKSEL NIET TE BESCHADIGEN.
Demontage aangedreven poelie
- Blokkeer het koppelingsblok met het speciale ge­reedschap.
- Verwijder de moer, het koppelingsblok en de vol­ledige groep van de geconduceerde poelie.
N.B. DE GROEP KAN OOK WORDEN GEDEMONTEERD MET
GEMONTEERDE MOTORPOELIE.
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het vliegwiel
MOT - 65
Motor MSS Fly 50 4T
Controle koppelingshuis
- Controleer of het koppelingsblok niet versleten of beschadigd is.
- Meet de binnendiameter van het koppelingsblok.
Technische kenmerken
Diameter van het koppelingsblok/standaard­waarde
Ø 107+0,2 +0 mm
Diameter van het koppelingsblok/max. toege­laten waarde na gebruik
Ø 107,5 mm
Gemeten excentriciteit / max.
0,20 mm
Demontage koppeling
- Maak het gereedschap klaar met de lange pin­nen, vastgemaakt aan de buitenkant in positie «A», plaats de volledig geconduceerde poelie in het gereedschap en steun met de centrale bout.
LET OP EEN EXCESSIEVE BLOKKERING VAN DE CENTRALE
BOUT KAN HET GEREEDSCHAP VERVORMEN.
- Met een pijpsleutel van 34 mm verwijdert men de blokkeermoer van de koppeling.
- Los de centrale bout, door de veer van de ge­conduceerde poeliegroep te lossen
- Scheidt de onderdelen.
Speciaal gereedschap
020444Y Gereedschap voor de montage/de­montage van de koppeling op de geconduceer­de poelie
MOT - 66
MSS Fly 50 4T Motor
Controle koppeling
- Controleer de dikte van het wrijvingsmateriaal van de koppelingsmassa's.
- De massa's mogen geen sporen van smeermid­delen vertonen. Indien dit wel het geval is, moeten de dichtingen van de groep van de geconduceerde poelies worden gecontroleerd.
N.B. DE MASSA'S MOETEN TIJDENS HET INRIJDEN EEN CEN-
TRAAL CONTACTOPPERVLAK HEBBEN, EN MOGEN NIET VAN ELKAAR VERSCHILLEN. AFWIJKENDE CONDITIES KUNNEN HET SCHEUREN VAN DE KOPPELING VEROORZAKEN.
LET OP OPEN DE MASSA'S NIET MET WERKTUIGEN, OM TE
VOORKOMEN DAT DE BELASTING VAN DE TREKVEREN VERANDERT.
Technische kenmerken
Controle van de Minimumdikte
1 mm
Beugel bevestiging pennen
- Verwijder de klemband met behulp van 2 schroe­vendraaiers.
- Verwijder de 3 geleidingspinnen en de beweeg­bare halfpoelie.
MOT - 67
Motor MSS Fly 50 4T
Demontage lagers aangedreven halfpoelie
- Verwijder de lager door de specifieke extractor in de onderste kant van de vaste halfpoelie te plaat­sen
LET OP PLAATS DE DICHTINGSBOORD VAN DE EXTRACTIE-
TANG TUSSEN HET UITEINDE VAN HET KUSSENTJE EN DE INGEVOEGDE DICHTINGSRING.
Speciaal gereedschap
001467Y029 Kussenblok met externe ø van 38 mm
- Verwijder de elastische dichtingsring van het bol­lenkussentje.
- Verwijder het bollenkussentje vanuit de zit van de koppeling met het specifiek gereedschap.
N.B. DE HALFPOELIE MOET GOED WORDEN GESTEUND, ZO-
DAT HET SCHUIVEND OPPERVLAK VAN DE TRANSMIS­SIERIEM NIET WORDT VERVORMD
Speciaal gereedschap
020376Y Handvat voor adapters 020363Y Geleider van 20mm
Controle vaste aangedreven halfpoelie
- Controleer of er geen tekens van slijtage aanwe­zig zijn op het werkoppervlak van de riem; in het omgekeerde geval vervangt men de halfpoelie.
- Controleer of de kussentjes niet abnormaal ver­sleten zijn.
- Meet de buitendiameter van de bus van de poelie.
Technische kenmerken
Vaste geconduceerde halfpoelie/Standaarddi­ameter
Ø 33,965 ÷ 33,985 mm
Vaste geconduceerde halfpoelie / Minimum toegelaten diameter na gebruik
Ø 33,96 mm
MOT - 68
MSS Fly 50 4T Motor
Controle beweegbare aangedreven halfpoelie
- Verwijder de 2 interne dichtingsringen en de 2 O­ringen.
- Meet de binnendiameter van de bus van de be­weegbare halfpoelie.
Technische kenmerken
Beweegbare geconduceerde halfpoelie/ Maxi­mum toegelaten diameter
Ø 34,08 mm
-Controleer de oppervlaktes die met de drijfriem in kontakt staan.
-Plaats de nieuwe oliekeerringen en O-ringen op de beweegbare halfpoelie.
-Monteer de halfpoelie op de lager.
Aanbeloven producten
AGIP GREASE SM 2 Vet voor de draaiende ring van het geluidswiel
Vet met molibdeendisulfide en lithiumzeep NLGI 2; ISO-L-XBCHB2, DIN KF2K-20
- Controleer of er geen slijtage is aan de pinnen en aan de band, en monteer de pinnen en de band.
- Smeer met behulp van een vetspuit met een kromme bek de poeliegroep in met ongeveer 6 g vet; dit wordt gedaan door het vet in één van de gaten binnenin de bus te spuiten, tot er vet uit het tegenover­liggende gat komt. Deze handeling is noodzakelijk om te voorkomen dat er vet voorbij de O-ringen komt.
Aanbeloven producten
AGIP GREASE SM 2 Vet voor de draaiende ring van het geluidswiel
Vet met molibdeendisulfide en lithiumzeep NLGI 2; ISO-L-XBCHB2, DIN KF2K-20
Montage lagers aangedreven halfpoelie
- Monteer een nieuwe kogellager met behulp van het speciale gereedschap.
- Monteer de elastische blokkeerring van het bol­lenkussentje.
- Monteer de nieuwe lager met het opschrift lees­baar aan de buitenkant.
LET OP DE HALFPOELIE MOET GOED WORDEN GESTEUND, OM
ZO DE GESCHROEFDRADE UITEINDEN NIET TE BESCHA­DIGEN TIJDENS DE MONTAGE VAN DE KUSSENTJES.
MOT - 69
Motor MSS Fly 50 4T
Speciaal gereedschap
020376Y Handvat voor adapters 020456Y Adapter Ø 24 mm 020362Y Geleider van 12 mm 020171Y Drevel voor rollenkoker met ø van 17
mm
Controle borgveer
- Controleer of de contrastveer van de gecondu­ceerde halfpoelie niet vervormd is
- Meet de vrije lengte van de veer
Technische kenmerken
Standaardlengte
118 mm
Minimum toegestane lengte na gebruik
XXXX
- Controleer de dikte van het wrijvingsmateriaal van de koppelingsmassa's.
- De massa's mogen geen sporen van smeermid­delen vertonen. Indien dit wel het geval is, contro­leert men de groep van de geconduceerde poelies.
N.B. DE MASSA'S IN PROEFPERIODE MOETEN EEN CEN-
TRAAL CONTACTOPPERVLAK HEBBEN EN MOGEN NIET VAN ELKAAR VERSCHILLEN. AFWIJKENDE CONDITIES KUNNEN HET SCHEUREN VAN DE KOPPELING VEROOR­ZAKEN.
LET OP OPEN DE MASSA'S NIET MET HET GEREEDSCHAP, OM
EEN VARIATIE VAN DE SPANNING VAN DE TREKVEER TE VERMIJDEN.
Technische kenmerken
Minimum toegelaten dikte:
1 mm
MOT - 70
MSS Fly 50 4T Motor
Montage koppeling
- Voorassembleer de geconduceerde poeliegroep met veer, gaine en koppeling.
- Plaats de veer met de gaine
- Plaats de onderdelen in het gereedschap en voorlaadt de veer, door op te letten om de plastic gaine en het uiteinde van de geschroefdrade greep niet te beschadigen.
- Hermonteer de blokkeermoer van de koppeling en draai hem vast met het voorgeschreven koppel.
LET OP OM DE KOPPELINGSMOER NIET TE BESCHADIGEN, GE-
BRUIKT MEN EEN PIJPSLEUTEL MET KLEINE AFRON­DING.
LET OP PLAATS HET NIET AFGERONDE OPPERVLAK VAN DE
MOER TEGEN DE KOPPELING
Aandraaikoppels (N*m)
Blokkeermoer koppelingsgroep op poelie 55 ÷
60 Nm
Montage aangedreven poelie
-Hermonteer de groep van de geconduceerde poelie, het koppelingsblok en de moer, door het gebruik van het specifiek gereedschap.
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het vliegwiel
Aandraaikoppels (N*m)
Moer van de as van de geconduceerde poelie
40 ÷ 44 Nm
MOT - 71
Motor MSS Fly 50 4T
V-snaar
- Controleer of de transmissieriem niet beschadigd is en in de holtes van de tandwielen geen scheur­tjes vertonen.
- Controleer de breedte van de riem.
Technische kenmerken
Transmissieriem / minimum breedte:
17,5 mm
Demontage aandrijfpoelie
- Blokkeer de motorpoelie met het speciale ge­reedschap.
- Demonteer de centrale moer met de rondel, ver­wijder de aandrijving en het plastic ventilatortje.
- Verwijder de vaste halfpoelie.
- Verwijder de riem en de begrenzende rondel, en haal de mobiele halfpoelie met de bijbehorende lager eraf; let er daarbij op dat de rollen en de contrastplaat die daar vrij op zijn gemonteerd, er niet uitkomen.
Speciaal gereedschap
020451Y Blokkering van de startkroon
Controle behuizing rollen
1) Controleer of de huls en de schuifringen van de beweegbare poelie niet bekrast of vervormd zijn.
2) Controleer de schuifpisten van de rollen op de contactpoelie; er mag geen slijtage aanwezig zijn, en controleer de staat van het contactoppervlak van de riem op de halfpoelies (beweegbare en vaste).
3) Controleer of de rollen geen gemarkeerde fa­cettering hebben op het schuifoppervlak, en dat de metalen koppeling niet buiten de boord van de plastic dop komt.
MOT - 72
MSS Fly 50 4T Motor
4) Controleer de integriteit van de schuifsleden van de contactplaat.
- Controleer of het in de figuur getoond intern kus­senblok geen abnormale slijtage vertoont, en meet de interne diameter «A».
- Meet de buitendiameter «B» van de in de figuur getoonde lager van de poelie.
LET OP HET KUSSENBLOK NIET SMEREN EN REINIGEN.
Technische kenmerken
Motorpoelie / Max. diameter
20,12 mm
Motorpoelie/ Standaarddiameter:
20,021 mm
Motorpoeliebus/ Maximum diameter:
XXX mm
Motorpoeliebus/ Standaarddiameter:
20 -0,020/-0,041mm
Montage aandrijfpoelie
- Distantieer manueel de geconduceerde halfpoe­lie door ze naar de koppelingsgroep te trekken, en plaats de riem door de juiste rotatiezin van de eer­ste montage te respecteren.
N.B. HET IS GOED OM DE RIEM STEEDS TE MONTEREN MET
DE OPSCHRIFTEN LEESBAAR, WANNEER DEZE GEEN MONTEERZIN HEEFT.
- Hermonteer de speciale onderdelen van de groep (rollenhoudergroep compleet met bus, be­grenzingsrondel, vaste halfpoelie, koelschroef van de riem met aandrijving, rondel en moer).
- Maak de blokkeermoer vast aan het koppel van 20 N·m, en voer vervolgens een definitieve blok­kering uit van 90°, door de rotatie van de motor­poelie te verhinderen met het specifiek gereed­schap.
N.B.
MOT - 73
Motor MSS Fly 50 4T
BIJ ELKE HERMONTAGE MOET MEN EEN NIEUWE MOER GEBRUIKEN.
LET OP HET IS ERG BELANGRIJK WANNEER MEN DE VOLLEDI-
GE MOTORPOELIE BEVESTIGT, DAT DE RIEM BINNENIN VRIJ IS, OM ZO EEN SLECHTE SLUITING EN DE BESCHA­DIGING VAN DE SCHROEFDRAAD VAN DE DRIJFAS TE VOORKOMEN.
Speciaal gereedschap
020451Y Blokkering van de startkroon
Aandraaikoppels (N*m)
Moer van de drijfaspoelie 18 ÷ 20 + 90° N.m
Montage transmissiedeksel
- Controleer de aanwezigheid van eventuele slij­tage aan het getande deel, aan het asje van het getande deel, aan de plaatshuls van het deksel, aan het asje van het rondsel, aan de relatieve zit in de carter en aan de trekveer.
- Vervang de beschadigde delen.
- Vet de veer.
- Hermonteer het getande deel, door de veer op te spannen door middel van het specifiek gereed­schap.
- Hermonteer de rondel, de seegeerring en de Kickstart hendel.
Aanbeloven producten
AGIP GREASE MU3 Vet voor de overbren­gingskamer van de kilometerteller
Vet met Lithiumzeep, NLGI 3; ISO-L-XBCHA3, DIN K3K-20
- Plaats het rondsel in zijn zit, door te drukken op de starthendel.
- Monteer de aanzuigmond en blokkeer de 3 bouten.
MOT - 74
MSS Fly 50 4T Motor
-Controleer de aanwezigheid van de centreergrei­nen en van de dichtingspakking op de oliecarter.
- Hermonteer het deksel, door de 12 bevestigings­bouten vast te draaien aan het voorgeschreven koppel.
-Hermonteer de toevoerdop van de olie.
Aandraaikoppels (N*m)
Bouten van het deksel van de transmissie 11 ÷
13 Nm
Eindreductie
Demontage naafdop
- Laat de olie uit de achternaaf lopen.
- Verwijder de aandrijfpoelie.
- Verwijder de remschoenen van de achterrem.
- Verwijder de 5 schroeven waarmee het deksel aan het carter is bevestigd.
- Verwijder het deksel samen met de wielas en haal hem eruit.
- Verwijder het tussenwiel met de bijbehorende ringen.
MOT - 75
Motor MSS Fly 50 4T
Demontage lager wielas
- Verwijder de oliekeerring en de seegerring.
- Zorg dat het naafdeksel goed wordt ondersteund om te voorkomen dat het dichtingsvlak met het carter beschadigd raakt.
- Verwijder het lager van de wielas met behulp van het speciale gereedschap.
Speciaal gereedschap
020363Y Geleider van 20mm 020376Y Handvat voor adapters 020477Y Adapter 37 mm
Demontage lager as aangedreven poelie
- Verwijder de seegerring.
- Verwarm het carter van de motor, en zorg er daarbij voor dat de hete lucht niet op het lager wordt gericht.
- Haal de as van de aandrijfpoelie samen met het lager eruit door er met een hamer op te tikken.
MOT - 76
MSS Fly 50 4T Motor
- Verwijder het lager van de as van de aangedre­ven poelie met behulp van het speciale gereed­schap en een tang.
N.B. GEBRUIK HET SPECIALE GEREEDSCHAP AAN DE KANT
MET DE KLEINSTE BINNENDIAMETER.
Speciaal gereedschap
020452Y Buis voor de demontage en hermon­tage van de geconduceerde poelieas
Controle naafassen
- Controleer of de drie assen aan de getande op­pervlakken, aan de loopvlakken van de kussentjes en van de oliekeerringen, slijtage of vervormingen vertonen.
- Wanneer er afwijkingen worden geconstateerd, moeten de beschadigde onderdelen worden ver­vangen.
- Controleer het loopvlak ( A ) van het overbren­gingstandwerk (slijtage, krassen, enz.)
- Controleer de zit van de poelieas: Oppervlakkige slijtage ( B ) kan wijzen op onregelmatigheden in de zitten op de carter of in de loopvlakken van de poelieas
MOT - 77
Motor MSS Fly 50 4T
Controle naafdop
- Controleer of het kontaktvlak geen deuken ver­toont of vervormd is.
- Wanneer er afwijkingen worden geconstateerd, vervang dan het naafdeksel.
Montage lager wielas
- Ondersteun het naafdeksel met een houten plank.
- Verwarm het naafdeksel met behulp van een hit­tepistool.
- Assembleer het lager op de speciale drevel, smeer hem, en zet hem op zijn plaats.
- Hermonteer de seegerring en de oliekeerring met behulp van de adapter 42 x 47 mm.
N.B. PLAATS DE OLIEKEERRING MET DE DICHTINGSLIP
NAAR DE BINNENKANT VAN DE NAAF GERICHT.
Speciaal gereedschap
020150Y Steun voor de luchtverwarmer 020151Y Luchtverwarmer 020376Y Handvat voor adapters 020363Y Geleider van 20mm 020359Y Adapter 42 x 47 mm
MOT - 78
MSS Fly 50 4T Motor
Montage tandwielen naaf
- Monteer de wielas weer op het deksel, en let er daarbij op dat de dichtingslip van de oliekeerring niet wordt beschadigd.
- Breng een dun laagje smeervet aan op de twee ringen van de tussen-smeernippels en monteer er één op de naaf, zodat hij niet in aanraking komt met de tandwielen van de wielas wanneer de tus­senas erin wordt gezet.
Montage naafdop
- Breng op het naafdeksel het product aan dat wordt aanbevolen voor oppervlakken en monteer hem op het carter.
- Installeer de 5 schroeven en draai ze vast met het voorgeschreven aanhaalkoppel.
N.B. REINIG HET CONTACTOPPERVLAK VAN HET NAAFDEK-
SEL EN VAN DE HALFCARTER VAN ACHTERGEBLEVEN PAKKINGRESIDU'S, VOORALEER MEN EEN NIEUWE PAKKING AANBRENGT.
Aanbeloven producten
Loctite 510 Vloeibare pakking
Pakking
Aandraaikoppels (N*m)
Schroeven naafdeksel 24 - 26
Vliegwieldeksel
Koelkap
- Verwijder de collector compleet met carburator, door te ageren op de 2 bevestigingsbouten aan de kap
- Verwijder het bevestigingsklemmetje van de se­cundaire luchtbuis, en maak ze los
- Verwijder de 4 frontale koppelingsbouten (waar­van 1 in knopvorm) en de laterale bevestigings­bout aan de basis van de carter.
MOT - 79
Motor MSS Fly 50 4T
- Verwijder de 4 laterale bouten
- Verwijder de 3 kappen - Verwijder de dichtings­pakking van de kappen op de kop
- Voor de hermontage, herhaalt men de uitgevoer­de handelingen van de montage in omgekeerde zin
LET OP OPLETTEN VOOR DE CORRECTE PLAATSING VAN DE
VLIEGWIELCONNECTOR. N.B. TIJDENS DE VERWIJDERING VAN DE KAP, LET MEN OP
OM DE ELEKTRISCHE BEKABELING VAN DE STATOR NIET TE BESCHADIGEN.
Koelventilator
- Verwijder de koelschroef, door te ageren op de 3 bevestigingsbouten aan de rotor
- Bij de hermontage let men op om de bevesti­gingsboringen te doen overeenkomen met de ro­tor, en sluit men daarna de bouten aan het voorgeschreven koppel.
Demontage stator
- Verwijder de 2 bouten van de Pick-Up en de 2 bevestigingsbouten van de stator, aangeduid in de figuur.
- Verwijder de stator en de bijhorende bekabeling.
MOT - 80
MSS Fly 50 4T Motor
Montage stator
- Hermonteer de stator en het vliegwiel volgens de omgekeerde procedure dan voor de demontage, en sluit de bevestigingen aan de voorgeschreven koppels.
N.B. HET PICK-UP DRAADJE MOET TEGEN DE SMELTLIP OP
DE CARTER WORDEN GEPLAATST, OM TE VERMIJDEN DAT DEZE WORDT GEPLET DOOR DE GROEP VAN DE SCHROEFBEDEKKING.
Aandraaikoppels (N*m)
Bouten van de Pick-up 3 ÷ 4 Bouten van de sta- tor 3 ÷ 4
Vliegwiel en starten
Demontage startmotor
- Draai de bout los op het positieve voedingscon­tact, en maak het kabeltje los
- Draai de 2 bevestigingsbouten los van het mo­tortje aan de carter, en recupereer de voedings­bekabeling.
MOT - 81
Motor MSS Fly 50 4T
Demontage magnetenvliegwiel
- Blokkeer de rotatie van het vliegwiel door middel van de kompassleutel.
- Verwijder de moer.
LET OP HET GEBRUIK VAN EEN ANDERE PASSLEUTEL DAN DE
BIJGEVOEGDE KAN DE BOBINE EN VAN DE STATOR BE­SCHADIGEN.
- Verwijder het vliegwiel met behulp van de ex­tractor.
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het vliegwiel
020162Y Trekker van het vliegwiel
Controle onderdelen vliegwiel
- Controleer de integriteit van de magneten bin­nenin het vliegwiel.
- Controleer of de bespijkering van het vliegwiel niet loszit.
- Controleer de afwezigheid van vervormingen, die wrijvingen zouden kunnen veroorzaken op de sta­tor en op de Pick-Up.
- Controleer de integriteit van de winding van de stator, van de relatieve ijzermagnetische steun en van de pick-up.
MOT - 82
MSS Fly 50 4T Motor
Starterkrans
- Controleer de integritiet en de vlakheid van de tanden
Tussentandwielen
- Controleer de integriteit van de verbindingstan­den op de kroon en op het startmotortje.
- Controleer de functionaliteit van de opening en de terugkeer van de bendix.
Montage magnetenvliegwiel
- Hermonteer de stator en de pick-up, door op te letten om de bekabeling te doen passeren in de speciale aanhangsels van de carter.
- Hermonteer het vliegwiel op de drijfas, door de verplichte invoering van het sleuteltje te respecte­ren, blokkeer daarna de rotatie met het specifiek gereedschap en draai de moer vast, door hem te sluiten aan het voorgeschreven koppel.
N.B. EEN VERANDERING VAN DE AFSTAND VAN DE LUCHT-
SPLEET KAN EEN VERANDERING VEROORZAKEN VAN DE VOORONTSTEKING, MET ALS GEVOLG ONTPLOFFIN­GEN, KOPSLAGEN, ENZ
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het vliegwiel
Aandraaikoppels (N*m)
MOT - 83
Motor MSS Fly 50 4T
Vliegwielmoer 52 ÷ 58
Montage startmotor
- Installeer het startmotortje in de relatieve zit in de carter.
- Draai de bout vast aan de kant van de kop zonder ze te sluiten, draai de andere bout vast door het massakabeltje (zwart) te plaatsen, en sluit de 2 bouten aan het voorgeschreven koppel.
- Draai de blokkeerbout vast van het positieve ka­beltje (rood) op het laterale contact.
N.B. HERMONTEER DE OVERBLIJVENDE ONDERDELEN
ZOALS BESCHREVEN IN DE HOOFDSTUKKEN CILINDER, KOP, DISTRIBUTIE, SMERING, VLIEGWIEL EN TRANSMIS­SIE.
Aandraaikoppels (N*m)
Bouten van de startmotor 11 ÷ 13
Thermische groep en distributie
Demontage cilinderkopdeksel
- Verwijder de koelkappen
- Verwijder de 4 bevestigingen van het deksel van de kleplichters
- Verwjder het deksel compleet met O-ring
- Verwijder de 4 bouten, en verwijder daarna het deksel van de Blow-by
- Voer de reiniging uit van het labyrint van de straalpijp en van het membraan (vervang indien
MOT - 84
MSS Fly 50 4T Motor
nodig), en hermonteer daarna de groep op het deksel.
Zie ook
Koelkap
Demontage aandrijving distributie
- Los voorlopig de centrale bout van de spanner en verwijder ze met de veer.
- Draai de 2 bevestigingen los, aangeduid in de figuur, en verwijder de steun van de kettingspan­ner, door zorgvuldig de dichtingspakking te recu­pereren.
N.B. WANNEER DE PAKKING NIET IN OPTIMALE CONDITIES
VERKEERT, MOET MEN DEZE VERVANGEN NADAT MEN ZORGVULDIG DE CONTACTOPPERVLAKKEN HEEFT GE­REINIGD, DIT OM GEEN MOTOROLIELEKKEN TE VER­OORZAKEN
- Verwijder de motorpoelie
- Verwijder de ketting van de oliepomp
- Verwijder het deksel van de kleplichters
- Verwijder de centrale bout en de bekerrondel, aangeduid in de figuur, door de kroon van de nok­kenas te blokkeren met het specifiek gereed­schap.
N.B.
MOT - 85
Motor MSS Fly 50 4T
OM DE VERWIJDERING VAN DE ONDERDELEN VAN DE KOP TE VERGEMAKKELIJKEN, RAADT MEN AAN OM DE DRIJFAS IN DE PUNTFASE TE PLAATSEN (B.D.P. VAN DE EINDCOMPRESSIE).
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het vliegwiel
- Verwijder de commandopoelie van de nokkenas en de onderstaande dikte.
- Verwijder het commandorondsel van de distributie van de drijfas
- Voor de verwijdering van de onderste slede van de kettinggeleider, is het mogelijk om te ageren vanaf de kop, door ze langs boven te verwijderen
N.B.
MEN RAADT AAN OM DE KETTING TE MERKEN, ZODAT DEZELFDE ROTATIEZIN WORDT BE­HOUDEN.
Zie ook
Demontage cilinderkopdeksel Demontage aandrijfpoelie Demontage
Demontage nokkenas
-Verwijder de in de afbeelding aangegeven schroef van het lager.
- Verwijder de nokkenas compleet met kussentje, door gebruik te maken van het specifiek gereed­schap, aangeduid in de figuur.
- Verwijder het kussentje van de nokkenas met behulp van het specifiek gereedschap, en let op om een bout te monteren op de nokkenas om de schroefdraad van de as zelf te beschermen.
N.B. WANNEER DE KUSSENTJES VAN DE NOKKENAS GE-
SCHEIDEN ZIJN, IS HET ABSOLUUT NOODZAKELIJK OM EEN NIEUW KUSSENTJE TE MONTEREN.
Speciaal gereedschap
020450Y Gereedschap voor de montage/de­montage van de nokkenas
MOT - 86
MSS Fly 50 4T Motor
004499Y Extractor van de kussentjes voor de assen
004499Y001 Blok voor de extractor van de kus­sentjes
004499Y002 Bout voor de extractor van de kus­sentjes
004499Y006 Ring voor de extractor van de kus­sentjes
004499Y027 detail voor de extractor van de kussentjes
- Verwijder de pen van de tuimelaars vanuit een gat aan de vliegwielkant, en verwijder tegelijkertijd de tuimelaars.
N.B. MERK DE MONTAGEPOSITIE VAN DE BALANCERINGEN,
OM TE VERMIJDEN DAT MEN DE POSITIE VAN DE AAN­ZUIGING MET DIE VAN DE UITLAAT OMKEERT.
Demontage kop
- Verwijder de koelkap, het distributiecommando, de nokkenas en de balanceringen.
- Verwijder de bougie.
- Verwijder de twee zijbevestigingen, aangeduid in de figuur.
- Los in twee of drie keer en in gekruisde volgorde, de 4 bevestigingsmoeren van de cilinderkop.
- Verwijder de kop, de 2 centreergreinen en de pakking.
N.B. INDIEN NODIG KAN DE KOP COMPLEET MET NOKKENAS
EN PIN VAN DE BALANCERINGEN WORDEN VERWIJ­DERD, ZONDER DAT MEN DE GROEP VAN DE MOTOR­POELIE MOET VERWIJDEREN. MEN MOET ER WEL AAN DENKEN OM DE DISTRIBUTIEKETTING TE STEUNEN MET EEN STUK METALEN DRAAD, EN OM BIJ DE HERMON­TAGE DE KETTINGSPANNER TE REGELEN.
MOT - 87
Motor MSS Fly 50 4T
Demontage kleppen
- Demonteer vervolgens met behulp van het spe­ciale gereedschap waar het in de afbeelding ge­toonde onderdeel op is gemonteerd, de kegelklep­pen, de klepschotels en de klepveren van beide kleppen.
- Verwijder de oliekeerringen met het speciaal ge­reedschap.
- Verwijder de onderste steunen ven de veren.
Speciaal gereedschap
020431Y Trekker voor de oliekeerring van de klep
Demontage cilinder zuiger
- Verwijder de cilinder, en let op voor de 2 cen­treergreinen van de cilinder op de carter.
- Verwijder de basispakking van de cilinder.
- Om schade aan de zuiger te vermijden, steunt men deze tijdens de demontage van de cilinder.
- Verwijder de 2 blokkeerringen, de zuigerpen en de zuiger.
- Verwijder de 3 elastische klemmen van de zuiger.
N.B. LET OP OM DE ELASTISCHE KLEMMEN TIJDENS DE DE-
MONTAGE NIET TE BESCHADIGEN.
MOT - 88
MSS Fly 50 4T Motor
Controle drijfstangkop
- Meet met behulp van een binnenmicrometer de diameter van de drijfstangvoet.
N.B. WANNEER DE DIAMETER VAN DE DRIJFSTANGVOET
HOGER IS DAN DE MAXIMUM TOEGELATEN DIAMETER, SLIJTAGE OF OVERVERHITTING VERTOONT, VERVANGT MEN DE DRIJFAS ZOALS BESCHREVEN IN HET HOOFD­STUK "CARTER EN DRIJFAS".
Technische kenmerken
Max. toegestane diameter: controle van de drijfstangvoet
13,030 mm
Standaarddiameter: controle van de drijfstang­voet
13 +0,025 +0,015mm
Controle zuigerpen
- Controleer de externe diameter van de zuiger­pen.
Technische kenmerken
Standaarddiameter: zuigerpen
13 -0 -0,004mm
Minimum toegelaten diameter: zuigerpen
12,990 mm
Controle zuiger
- Bereken de speling van de verbinding tussen de zuigerstang en de zuiger.
Montagespeling
Speling verbinding zuigerstand 13+0,010+0,005
mm 0,005 ÷ 0,014 mm
- Meet de buitendiameter van de zuiger loodrecht op de as van de zuigerstang.
- Voer deze meting 27 mm onder de zuigerkop uit zoals in getoond in de afbeelding.
MOT - 89
Motor MSS Fly 50 4T
- Maak de zittingen van de dichtingsringen goed schoon met behulp van een oude elastische band.
- Meet met behulp van een voelmaat de speling tussen de dichtingsringen en de holtes van de zuiger, zoals weergegeven in de afbeelding.
- Indien een grotere speling wordt gemeten dan die in de tabel is aangegeven, vervang dan de zuiger en de zuigerveren.
ZUIGER
Naam Beschrijving Afmetingen Afkorting Waarde
1° segment 0,030 ÷ 0,065 0,080 2° segment 0,020 ÷ 0,055 mm 0,070
Olieschraapring 0,040 ÷ 0,160 0,20
Controle cilinder
-Met een boringmeter meet men de interne dia­meter van de cilinder, volgens de in de figuur aangeduide richtingen, en dit in drie verschillende hoogten.
- Controleer of het koppelingsvlak met de kop geen slijtage of vervormingen toont.
-De zuigers en de cilinders zijn geklasseerd met categorieën in functie van de diameter. De koppe­ling wordt op voet van gelijkheid uitgevoerd (A-A, B-B, C-C, D-D).
Technische kenmerken
Maximum toegelaten afwijking:
0,05 mm
MOT - 90
MSS Fly 50 4T Motor
- Bij het slijpen moet de cilinder zo worden afge­werkt dat de oorspronkelijke hoek behouden blijft: 120° gekruist.
- Het oppervlak van de cilinder moet de volgende ruwheid hebben: Ra = 0,30 ÷ 0,50.
- Dit is noodzakelijk om te garanderen dat de dicht­ingsringen goed op hun plaats komen te zitten, waardoor een laag oliegebruik en optimale pres­taties zijn verzekerd.
- Er zijn zuigers met overmaat voorzien voor het slijpen van de cilinder, die zijn onderverdeeld in de twee categorieën, 1° en 2° die overeenkomen met 0,2 - 0,4 mm overmaat. Ook deze zijn geclassifi­ceerd in de 4 categorieën: A-A, B-B, C-C, D-D.
Controle dichtingsringen
- Plaats op alternatieve wijze de 3 dichtingsringen in de cilinder, in de zone waar deze de originele diameter behoudt. Plaats de ringen in orthogonale positie met de cilinderas, dit met behulp van de zuiger.
- Meet de opening, raadpleeg de figuur, van de dichtingsringen met een diktemeter.
- Wanneer men hogere waarden opmeet dan diegene die zijn voorgeschreven, moet men onderstaande segmenten vervangen.
N.B.
VOORALEER MEN OVERGAAT TOT DE VERVANGING VAN DE ENKELE SEGMENTEN, MOET MEN ER ZICH VAN VERZEKEREN DAT DE VOORSCHRIFTEN GERESPECTEERD ZIJN IN VER­BAND MET DE KOPPELINGSSPELINGEN VAN DE DICHTINGSRINGEN MET DE GROEVEN EN DE ZUIGER MET DE CILINDER. IN ELK GEVAL KUNNEN DE NIEUWE DICHTINGSRINGEN IN COMBINATIE MET EEN GEBRUIKTE CILINDER STABILISATIECONDITIES VERTONEN, DIE VER­SCHILLEN VAN DE STANDAARD.
PAKKINGSRINGEN
Naam
1° segment- standaard-
waarde
2° segment - standaard-
waarde
olieschraapring-stan-
daardwaarde
Beschrijving Afmetingen Afkorting Waarde
0,08 ÷ 0,20 0,35 0,05 ÷ 0,20 0,30 0,20 ÷ 0,70 0,8
MOT - 91
Motor MSS Fly 50 4T
Montage zuiger
- Monteer de zuiger en de zuigerpen op de drijf­stang, en zet daarbij de zuiger met de pijl naar de afvoer gericht.
- Plaats de blokkeerring van de zuigerpen in het specifiek gereedschap.
Speciaal gereedschap
020448Y Gereedschap voor de montage van de zuigerpenblokkeringen
- Met de opening van de positie, aangeduid op het gereedschap, brengt men de stopring in positie in het gereedschap, door middel van de drevel.
- Plaats het gereedschap op de drevel, en let op dat het deel met de afronding van 90° steeds naar boven gericht is, zoals aangeduid in de figuur.
- Monteer de zuigerblokkering, door gebruik te ma­ken van de plug.
LET OP HET GEBRUIK VAN EEN HAMER OM DE RINGEN IN PO-
SITIE TE BRENGEN, KAN DE PLAATSZITTEN VAN DE BLOKKERINGEN BESCHADIGEN.
Keuze pakking
N.B.
MET MAAT «A» WORDT GEMETEN HOE VER DE ZUIGER INSPRINGT, DAT WIL ZEGGEN, HOE­VER HET VLAK DAT WORDT GEVORMD DOOR DE KOP VAN DE ZUIGER ONDER HET VLAK DAT WORDT GEVORMD DOOR DE BOVENKANT VAN DE CILINDER ZAKT. HOE VERDER DE
MOT - 92
MSS Fly 50 4T Motor
ZUIGER IN DE CILINDER ZAKT, DES TE KLEINER ZAL DE TE GEBRUIKEN KOPPAKKING ZIJN (OM DE COMPRESSIEVERHOUDING TE HERSTELLEN) EN ANDERSOM.
Technische kenmerken
Systeem om compressieverhouding contante te houden
Verhouding: 11,1 ÷ 12,9
CONTROLE UITSTEEKSEL PISTON
Naam Maat A Dikte
[/] 0,05 ÷ 0,25 0,35 [/] 0,25 ÷ 0,40 0,25
- Monteer de cilinder provisorisch op de zuiger, zonder voetpakking.
- Monteer een meetklok op het speciale gereedschap, en zet ze allebei op een steunvlak.
- Zet de meetklok op nul op het steunvlak. Monteer het gereedschap, terwijl hij op nul blijft staan, op de cilinder en zet hem vast met 2 moeren zoals getoond in de afbeelding.
- Draai de krukas tot hij op het BDP staat (wanneer de draairichting van de meetklok omdraait).
- Meet hoe ver de zuiger boven het vlak van de kop uitsteekt, en bepaal op grond van de tabel hieronder de dikte van de te gebruiken pakking. Als de juiste pakking wordt gekozen zorgt dit ervoor dat de juiste compressieverhouding blijft behouden.
- Verwijder het speciale gereedschap en de cilinder.
Technische kenmerken
Standaard compressieverhouding
R.C. 11,5 ÷ 12 ÷ 1
MOT - 93
Motor MSS Fly 50 4T
DIKTE VAN DE VOETPAKKING VAN DE CILINDER
Kenmerk Beschrijving / Waarde
Hoogte cilinder 56,45 ± 0,05
Dikte koppakking (vezel) 0,95 ± 0,06
Gemeten afstand 0,9 ± 0,05
Dikte voetpakking 0,4
Gemeten waarde 1 ± 0,05
Dikte voetpakking 0,5
DIKTE VAN DE VOETPAKKING VAN DE CILINDER
Kenmerk Beschrijving / Waarde
Hoogte cilinder 57,15 ± 0,05
Dikte koppakking (staal) 0,3 ± 0,05
Gemeten waarde 0,20 ± 0,05
Dikte voetpakking 0,4
Gemeten waarde 0,30 ± 0,05
Dikte voetpakking 0,5
In deze motor kunnen twee verschillende soorten koppakking worden gebruikt:
- Vezel-koppakking van vezel dis. 969244 met een dikte van 0,95 mm.
- Stalen koppakking dis. 969393 met een dikte van 0,3 mm. Om een correcte compressieverhouding te garanderen worden de twee pakkingen gecombineerd met cilinders met een verschillende hoogte:
- Vezel-koppakking met een cilinder met een hoogte van 56,45 mm.
- Stalen koppakking met een cilinder met een hoogte van 57,15 mm.
De twee pakkingen worden beide met de reserveonderdelen geleverd om revisie te kunnen uitvoeren. De groepen cilinder-zuiger-zuigerstang die met de reserveonderdelen worden geleverd zijn allemaal bestemd voor een cilinder met een hoogte van 57,15 mm.
MOT - 94
MSS Fly 50 4T Motor
Montage dichtingsringen
- Monteer de olieschraapklem vanaf de veer, en let op dat de uiteinden van deze laatste elkaar niet overlappen. Monteer daarna de twee elastische klemmen, zodat de openingen hiervan en van de olieschraapklem nooit uitgelijnd zijn.
- Monteer de 2° dichtingsring met de identificatie­letter «T» naar de kop van de zuiger gericht.
- Monteer de 1° dichtingsring met de referentie «T» naar de kop van de zuiger gericht.
- Plaats de openingen van de segmenten zigzags­gewijs op 120°, zoals aangeduid in de figuur.
- Smeer de delen in met motorolie.
N.B. OM EEN BETERE STABILISATIE TE VERKRIJGEN, ZIJN
DE 2 DICHTINGSRINGEN GEREALISEERD MET EEN CON­TACTDEEL AAN DE KEGELVORMIGE CILINDER. DAAR­OM IS HET BELANGRIJK OM DE KLEMMEN TE MONTE­REN MET DE INDICATIE "T" NAAR BOVEN GERICHT.
- Plaats op alternatieve wijze de 3 dichtingsringen in de cilinder, in de zone waar deze de originele diameter behoudt. Plaats de ringen in orthogonale positie met de cilinderas, dit met behulp van de zuiger.
- Meet de opening, raadpleeg de figuur, van de dichtingsringen met een diktemeter.
- Wanneer men hogere waarden opmeet dan die­gene die zijn voorgeschreven, moet men onder­staande segmenten vervangen.
N.B.
VOORALEER MEN OVERGAAT TOT DE VER­VANGING VAN DE ENKELE SEGMENTEN, MOET MEN ER ZICH VAN VERZEKEREN DAT
MOT - 95
Motor MSS Fly 50 4T
DE VOORSCHRIFTEN GERESPECTEERD ZIJN IN VERBAND MET DE KOPPELINGSSPELIN­GEN VAN DE DICHTINGSRINGEN MET DE GROEVEN EN DE ZUIGER MET DE CILINDER. IN ELK GEVAL KUNNEN DE NIEUWE DICHT­INGSRINGEN IN COMBINATIE MET EEN GE­BRUIKTE CILINDER STABILISATIECONDITIES VERTONEN, DIE VERSCHILLEN VAN DE STANDAARD.
PAKKINGSRINGEN
Naam Beschrijv
ing
1° seg-
ment-
stan­daar-
dwaarde
2° seg-
ment -
stan­daar-
dwaarde
olie-
schraap-
ring-stan-
daar-
dwaarde
AfmetingenAfkorting Waarde
0,08 ÷
0,20
0,05 ÷
0,20
0,20 ÷
0,70
0,35
0,30
0,8
Montage cilinder
Indien op deze motoren de vier stiftschroeven van de cilinder worden vervangen, moeten de moeren van de kop worden vastgedraaid volgens de hieronder beschreven procedure. Deze procedure is anders dan die in de handleidingen van het voertuig is aangegeven: Moeren bevestiging kop (alleen voor vervanging stiftschroeven) 6÷7 N*m +90° + 90° + 90° Dat de sleutel 45° terug moet worden gedraaid is noodzakelijk om te voorkomen dat de stiftschroeven worden uitgerekt.
- Zet de voetpakking van de cilinder met de hier­boven vastgestelde dikte op zijn plaats.
- Monteer vervolgens de cilinder zoals in de af­beelding aangegeven.
- Het is mogelijk de zuiger boven het vlak van het carter te houden met behulp van het speciale ge­reedschap.
N.B. VOORALEER MEN DE CILINDER MONTEERT, BLAAST
MEN ZORGVULDIG DE SMEERLEIDING UIT, EN OLIET MEN DE CILINDERPIJP.
Speciaal gereedschap
MOT - 96
MSS Fly 50 4T Motor
020288Y Vork voor de montage van de zuiger op de cilinder
Controle kop
- Met een gerectificeerde staaf controleert men of het kopvlak geen slijtage of vervormingen toont.
- Controleer of de loopvlakken van de nokkenas en de pin van de balanceringen geen slijtage ver­tonen.
- Controleer of er geen slijtage is aan het vlak van het kopdeksel, de aanzuigcollector en de uitlaat­collector.
Technische kenmerken
Max. toegelaten afwijking: Controle van de kop
0,05 mm
CONTROLE VAN DE KOP
Kenmerk
Standaarddiameter (mm) A Ø 32,015 ÷ 32,025 Standaarddiameter (mm) B Ø 16,0 ÷ 16,018
Standaarddiameter (mm) C Ø 11,0 ÷ 11,018
Controle onderdelen distributie
- Controleer of de geleiderslede en de spanners-
Beschrijving / Waarde
lede niet overmatig versleten zijn.
- Controleer of er geen slijtage is aan de groep kettingen, de commandopoelie van de nokkenas en het rondsel.
- Wanneer men slijtage opmerkt, vervangt men deze onderdelen; bij slijtage aan de ketting, het
MOT - 97
Motor MSS Fly 50 4T
rondsel of de poelie, vervangt men de volledige groep.
- Verwijder de centrale bout en de veer van de spanner. Er zich van verzekeren dat er geen slij­tage is aan het éénrichtingsmechanisme.
- Controleer de integriteit van de veer van de span­ner.
- Wanneer men slijtage opmerkt, vervangt men de volledige groep.
Controle klepdichting
- Meet de breedte van het dichtingsoppervlak van de klepzittingen.
Technische kenmerken
Breedte dichtingsoppervlak: Inlaat
1,5 mm
Breedte dichtingsoppervlak: Uitlaat
1,6 mm
- Plaats de klep in de kop.
- Probeer afwisselend de 2 kleppen.
- De test moet worden uitgevoerd door de collector met benzine te vullen, en te controleren of ze niet lekt vanuit de kleppen, door ze enkel met een vin­ger dicht te duwen.
MOT - 98
MSS Fly 50 4T Motor
Controle slijtage klepzittingen
- Verwijder eventuele koolstofresten van de klep­geleiders.
- Meet de binnendiameter van iedere klepgeleider.
- Deze meting moet worden uitgevoerd langs de duwrichting van de tuimelaar, en op drie verschil­lende hoogten.
Technische kenmerken
Geleider uitlaat: Standaard diameter
5 +0 +0,012 mm
Geleider uitlaat: Slijtagelimiet
5,022 mm
Geleider inlaat: Standaard diameter
5 +0 +0,012 mm
Geleider inlaat: Slijtagelimiet
5,022 mm
- Wanneer de waarden van de breedte van de afdruk van de klepzit of de diameter van de klepgeleider hoger zijn dan de voorgeschreven limieten, vervangt men de kop.
- Controleer de breedte van de afdruk op klepzit «V»
Technische kenmerken
Slijtagelimiet:
Max. 1,6 mm.
Controle kleppen
- Controleer de diameter van de klepsteel op de drie in de afbeelding aangeduide punten.
- Bereken de speling tussen de klep en de klep­geleider.
Technische kenmerken
Minimaal toegestane speling: Inlaat
4,970 mm
Minimaal toegestane speling: Uitlaat
4,960 mm
Montagespeling
Standaardspeling: Inlaat 0,015 ÷ 0,042 mm Stan­daardspeling: Uitlaat 0,025 ÷ 0,052 mm
MOT - 99
Motor MSS Fly 50 4T
- Controleer of de oppervlakken die met het uit­einde van de stelschroef in contact komen geen slijtage vertonen.
- Indien het dichtingsoppervlak van de klep groter blijkt te zijn dat de voorgeschreven limiet, op één of meerdere punten onderbroken of krom blijkt, vervang dan de klep.
Technische kenmerken
Standaard lengte van de klep: Inlaat
70,1 mm
Standaard lengte van de klep: Uitlaat
69,2 mm
Montagespeling
Max. toegestane speling: Inlaat 0,052 mm Max. toegestane speling: Uitlaat 0,062 mm
- Indien er bij de hierboven beschreven controles geen onregelmatigheden werden opgespoord, is het mogelijk om dezelfde kleppen te gebruiken. Om de best mogelijke dichtingskenmerken te verkrijgen, raadt men aan om de kleppen te polijsten. Voor deze handeling raadt men aan om zachtjes te wrijven, en door een polijstmiddel met fijne korrels te gebruiken. Tijdens de handeling van het polijsten houdt men de kop in horizontale positie, om te vermijden dat overblijfselen van polijstpasta kunnen binnen­dringen in de koppeling stang/geleider van de klep.
LET OP
OM STREEPVORMING TE VOORKOMEN OP HET CONTACTOPPERVLAK, MAG MEN NIET VOL­HARDEN MET DE ROTATIE VAN DE KLEPPEN WANNEER HET POLIJSTMIDDEL OP IS. WAS ZORGVULDIG DE KOP EN DE KLEPPEN MET EEN PRODUCT, AANGEPAST AAN HET TYPE VAN HET GEBRUIKTE POLIJSTMIDDEL.
Controle veren en kegelkleppen
- Nagaan of de schijfjes van de bovenste onder­steuning van de veren en de splitpennen geen abnormale slijtageverschijnselen vertonen.
MOT - 100
Loading...