de inhoud, ook van delen hiervan, is niet toegestaan."
PIAGGIO & C. S.p.A. - Dienst na verkoop
V.le Rinaldo Piaggio, 23 - 56025 PONTEDERA (Pi)
HANDLEIDING VOOR
SERVICESTATIONS
MSS Fly 50 4T
Deze handleiding voor servicestations is gerealiseerd door Piaggio & C. Spa voor het gebruik in de
werkplaatsen van de Piaggio-Gilera dealers en subfilialen. Er wordt verondersteld dat degenen die deze
uitgave voor het onderhoud en de reparatie van de Piaggio voertuigen gebruiken over de basiskennis
beschikken van de mechanische principes en de technische procedures bij reparatiewerkzaamheden
van voertuigen. U wordt over belangrijke veranderingen van de kenmerken van de voertuigen of
specifieke reparatiewerkzaamheden geïnformeerd met bijwerkingen van deze handleiding. Het is echter
niet mogelijk een werkzaamheid naar volle tevredenheid uit te voeren, indien u niet over de benodigde
onderdelen en gereedschappan beschikt. Daarom nodigen wij u uit de bladzijden van deze handleiding
over de speciale gereedschappen en de catalogus van de speciale gereedschappen te raadplegen.
N.B. Duidt op een opmerking met informatie over hoe de werkzaamheid zo gemakkelijk en eenvoudig
mogelijk kan worden verricht.
LET OP Duidt op specifieke handelwijzen die moeten worden opgevolgd om schade aan het voertuig te
voorkomen.
WAARSCHUWING Duidt op specifieke handelwijzen die moeten worden opgevolgd om mogelijk letsel
van de monteur te voorkomen.
Persoonlijke veiligheid Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig
letsel aan personen tot gevolg hebben.
Behoud van het milieu Geeft aan hoe te handelen om te vermijden dat het voertuig schade aan het
milieu toebrengt.
Staat van het voertuig Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd kan dit ernstige
schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot gevolg hebben.
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
KENMERKENKENM
UITRUSTINGUITRUST
ONDERHOUDONDERH
DEFECTENZOEKENDEF ZOEK
ELEKTRISCHEINSTALLATIEEL INST
MOTORVANHETVOERTUIGMOT VOERT
MOTORMOT
OPHANGINGENOPHANG
REMSYSTEEMREMSYS
CARROSSERIECARROS
HANDELINGENVÒÒRAFLEVERINGHAND AFL
TIJDSTABELTIJD
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
KENMERKENKENM
MSS Fly 50 4TKenmerken
Normen
Dit deel beschrijft de algemene voorschriften voor de veiligheid en voor de onderhoudswerkzaamheden
op het voertuig.
Veiligheidsnormen
- Ga na of de ruimte voldoende verlucht is wanneer u de motor tijdens werkzaamheden aan het voertuig
laat draaien. Gebruik eventueel speciale luchtzuigers. start de motor nooit in een gesloten ruimte. Uitlaatgassen zijn giftig.
- De elektrolyt van de accu bevat zwavelzuur. Bescherm uw ogen, kleding en huid. Zwavelzuur is zeer
corrosief; bij oog- of huidcontact, moet men overvloedig spoelen met water en onmiddellijk een arts
raadplegen.
- De accu produceert waterstof, een gas dat zeer explosief is. Rook niet en vermijdt vlammen of vonken
in de nabijheid van de accu, vooral tijdens de handelingen van de heroplading van deze laatste.
- Benzine is zeer licht ontvlambaar en kan in enkele omstandigheden explosief zijn. Rook niet in de
werkzone en zorg ervoor dat er geen open vuur of vonken zijn.
- Reinig de rempastilles in een goed verluchte ruimte en richt daarbij de persluchtstraal zodanig dat u
het stof, dat voortkomt van de slijtage van het wrijvingsmateriaal, niet inademt. Hoewel het wrijvingsmateriaal geen asbest bevat, is het inademen van deze stof toch schadelijk.
Onderhoudsnormen
- Gebruik originele onderdelen van PIAGGIO en smeermiddelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Niet originele of conforme onderdelen kunnen het voertuig beschadigen.
- Gebruik uitsluitend de speciale gereedschappen die voor dit voertuig ontwikkeld zijn.
- Gebruik steeds nieuwe pakkingen, dichtingsringen en splitpennen bij de hermontage.
- Reinig na de demontage de onderdelen met een niet of weinig ontvlambaar oplosmiddel. Smeer alle
werkoppervlakken voordat u de onderdelen hermonteert, met uitzondering van de kegelkoppelingen.
- Controleer na de montage of alle onderdelen goed zijn geïnstalleerd en of zij perfekt werken.
- Voor de handelingen van de montage, revisie en hermontage gebruikt men uitsluitend gereedschappen met metrische maten. De metrische bouten, moeren en schroefbouten zijn niet uitwisselbaar met
verbindende delen met Engelse maten. Het gebruik van niet geschikte gereedschappen of verbindingsstukken, kan het voertuig beschadigen.
- Controleer bij werkzaamheden aan het elektrisch systeem van het voertuig of de elektrische verbindingen goed tot stand zijn gebracht, en in het bijzonder de aansluitingen van de massa en de accu.
KENM - 7
KenmerkenMSS Fly 50 4T
Identificatie voertuig
IDENTIFICATIE VOERTUIG
KenmerkBeschrijving / Waarde
Code motorC442M ÷ 1001
Code chassisZAPM44200 ÷ 1001
Afmetingen en massa
Kenmerk
Lengte1880
Maximum hoogte1150 mm
Zadelhoogte785
Breedte735
Asafstand1340
Droog gewicht105 Kg
AFMETINGEN EN MASSA
Beschrijving / Waarde
KENM - 8
MSS Fly 50 4TKenmerken
Motor
MOTOR
Kenmerk
Type van motorMonocilindrisch 4-takt Piaggio Hi-PER4
Boring per slag39 X 41,8 mm
Cilinderinhoud49,93 cm³
Compressieverhouding11,5 :1
Distributiemononokkenas in de kop met twee kleppen, gecommandeerd
OnderdrukcarburatorKEIHN CVK 18
CO-afstelling3,2% ± 0,5
Stationair toerental motor1900 ÷ 2000 t/min.
LuchtfilterSpons ondergedompeld in een mengsel (50% Selenia Air Filter
Startsysteemstartmotor elektrisch/kickstarter
SmeringSmering van de motor met een lobbenpomp (binnenin de car-
ter), gecommandeerd door een ketting met dubbele filter: net-
VoedingOp zwaartekracht, met loodvrije benzine (met een minimum
Max. vermogen (bij de drijfas)2,5 KW (3,4 CV) a 6500 t/min.
Koelsysteemmet geforceerde vloeistofcirculatie
Kleppenspelingaanzuiging: 0,10 mm uitlaat: 0,15 mm
Beschrijving / Waarde
door een ketting aan de linker kant.
Oil en 50% loodvrije benzine).
filter en centrifugefilter.
octaangehalte van 95) met carburator.
KENM - 9
KenmerkenMSS Fly 50 4T
Transmissie
TRANSMISSIE
KenmerkBeschrijving / Waarde
TransmissieMet automatische variator met vergrootbare poelies, koppel-
Spanning van het achterwiel (bestuurder en passagier)2,3 bar
N.B.
DE BANDENSPANNING MOET GECONTROLEERD EN GEREGELD WORDEN WANNEER DE
BANDEN OP OMGEVINGSTEMPERATUUR ZIJN. DE DRUK MOET GEREGELD WORDEN IN
FUNCTIE VAN HET GEWICHT VAN DE BESTUURDER EN DE ACCESSOIRES.
Secundaire luchttoevoer
• Het werkingsprincipe van het secundair luchttoevoersysteem bij een 50 cc viertaktmotor is vergelijkbaar met dat van een 50 cc tweetaktmotor; het
enige verschil is dat de lucht van buitenaf wordt
aangezogen in plaats van uit het transmissiehuis.
• De lucht wordt aangezogen via de leiding
«A» (aan de zijkant van de cilinder) en stroomt, na
te zijn gefilterd door filter «B», door terugslagklep
«C» om naar de kop te worden gevoerd door een
flexibele buis en vervolgens door een harde buis
«D» die met een flens op de kop is bevestigd; de
lucht bereikt de afvoerbuis om zuurstof aan de onverbrande gassen toe te voegen vòòr de katalysator, waardoor een betere reactie wordt bevorderd.
Carburateur
Versie 50
Kehin
CARBURATORE KEHIN
Kenmerk
TypeCVK 18
Diameter smoorklepØ 18,5
Diameter venturiØ 17
Beschrijving / Waarde
KENM - 11
KenmerkenMSS Fly 50 4T
KenmerkBeschrijving / Waarde
Op carburateur gedrukte code:Z61B
Hoofdsproeier75
Luchtaanvoer hoofdsproeier (op de carburateur zelf)Ø1,1
1° Compressiering39 x 1A0,08 ÷ 0,20
2° Compressiering39 x 1A0,05 ÷ 0,20
Ring van de olieschraap39 x 2A0,20 ÷ 0,70
1° compressiesegment
1° vergr.
2° compressiesegment
1° vergr.
Ring van de olieschraap
1° Verm.
1° compressiesegment
2° vergr.
2° compressiesegment
2° vergr.
Ring van de olieschraap
2° Verm.
1° compressiesegment
3° vergr.
2° compressiesegment
3° vergr.
Ring van de olieschraap
3° Verm.
39,2 x 1A0,08 ÷ 0,20
39,2 x 1A0,05 ÷ 0,20
39,2 x 2A0,20 ÷ 0,70
39,4 x 1A0,08 ÷ 0,20
39,4 x 1A0,05 ÷ 0,20
39,4 x 2A0,20 ÷ 0,70
39,6 x 1A0,08 ÷ 0,20
39,6 x 1A0,05 ÷ 0,20
39,6 x 2A0,20 ÷ 0,70
KENM - 14
MSS Fly 50 4TKenmerken
Carter - krukas - drijfstang
AXIALE SPELING TUSSEN DE KRUKAS EN DE DRIJFSTANG
Naam
Halfas transmissiezijde14 +0 -0,005A
Halfas vliegwielzijde16 +0 -0,005B
Drijfstang14,8 +0,05 -0C
Distantieergereed-
schap
BeschrijvingAfmetingenAfkortingWaarde
45,00 / Montagespeling
D = 0,15 ÷ 0,30
E
Opvulsysteem
N.B.
MET MAAT «A» WORDT GEMETEN HOE VER DE ZUIGER INSPRINGT, DAT WIL ZEGGEN, HOEVER HET VLAK DAT WORDT GEVORMD DOOR DE KOP VAN DE ZUIGER ONDER HET VLAK
DAT WORDT GEVORMD DOOR DE BOVENKANT VAN DE CILINDER ZAKT. HOE VERDER DE
ZUIGER IN DE CILINDER ZAKT, DES TE KLEINER ZAL DE TE GEBRUIKEN KOPPAKKING ZIJN
(OM DE COMPRESSIEVERHOUDING TE HERSTELLEN) EN ANDERSOM.
Technische kenmerken
Systeem om compressieverhouding contante te houden
Verhouding: 11,1 ÷ 12,9
CONTROLE UITSTEEKSEL PISTON
Naam
[/]0,05 ÷ 0,250,35
[/]0,25 ÷ 0,400,25
Maat ADikte
KENM - 15
KenmerkenMSS Fly 50 4T
Producten
TABEL AANBEVOLEN PRODUCTEN
Product
AGIP ROTRA 80W-90olie van de achternaafOlie SAE 80W/90 die voldoet aan de speAGIP CITY HI TEC 4TOlie voor de smering van de flexibele
transmissies (rem, gascommando, kilo-
AGIP FILTER OILOlie voor de spons van de luchtfilterMineraalolie met speciale toevoeging om
AGIP GP 330Vet (hendels van rem- en gascommando) Vet met Calciumcomplexzeep NLGI 2;
AGIP CITY HI TEC 4TOlie voor de motorSynthetische olie SAE 5W-40, API SL,
MONTBLANC MOLYBDENUM GREA-SEVet voor de compensatiering van de as
van de geconduceerde poelie en de
schuifzit van de beweegbare gecondu-
AGIP GREASE PV2Vet voor de stuurkussentjes, de pinzitten
AGIP GREASE SM 2Vet voor de overbrengingskamer van de
BeschrijvingKenmerken
meterteller)
ceerde poelie
en de achtervork
kilometerteller
cifieken API GL3
Olie voor 4-takt motoren
het adhesief zijn te verhogen
ISO-L-XBCIB2
ACEA A3, JASO MA
Vet met molibdeendisulfide
Wit beschermend vet met watervrij calcium, voor draaiende kussentjes; tempera-
tuursveld tussen -20 C en +120 C NLGI
2; ISO-L-XBCIB2.
Vet met lithium en molibdeendisulfide
NLGI 2; ISO-L-XBCHB2, DIN KF2K-20
KENM - 16
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
UITRUSTINGUITRUST
UitrustingMSS Fly 50 4T
WERKTUIG
MagazijncodeBeschrijving
001330YGereedschap voor de montage van de
stuurinrichtingszitten
001467y008Tang voor het uitnemen van de kussen-
001467Y009Buitendiameter lagerblok Ø 42 mm
004499YExtractor van de kussentjes voor de as-
tjes Ø 17 mm
sen
005095YMotorsteun
008119Y009Buis voor de montage van de assen
UITRUST - 18
MSS Fly 50 4TUitrusting
MagazijncodeBeschrijving
020004YDrevel voor het demonteren van de kop-
pelschotels van de stuurinrichtingskop
020055YSleutel voor het verlengstuk van de stuur-
020150YSteun voor de luchtverwarmer
020151YLuchtverwarmer
020162YTrekker van het vliegwiel
buis
020171YDrevel voor rollenkoker met ø van 17 mm
UITRUST - 19
UitrustingMSS Fly 50 4T
MagazijncodeBeschrijving
020265YBasis voor de montage van de kussentjes
020288YVork voor de montage van de zuiger op
020291YGereedschap voor de montage/ demon-
020306YDrevel voor de montage van de dicht-
de cilinder
tage van de kleppen
ingsringen van de kleppen
UITRUST - 20
020329YVacuümpomp van het type Mity-Vac
020330YStroboscooplamp voor de controle van
de fasering
MSS Fly 50 4TUitrusting
MagazijncodeBeschrijving
020331YDigitale multimeter
020332YDigitale toerenteller
020333YEnkelvoudige accu oplader
020334YMeervoudige accu oplader
UITRUST - 21
UitrustingMSS Fly 50 4T
MagazijncodeBeschrijving
020335YMagnetische steun voor de vergelijker
020340YDrevel voor de montage van de oliekeer-
020358YAdapter 37 x40 mm
020359YAdapter 42 x 47 mm
020360YAdapter 52 x 55 mm
ring aan de kant van het vliegwiel en de
transmissie
UITRUST - 22
020362YGeleider van 12 mm
MSS Fly 50 4TUitrusting
MagazijncodeBeschrijving
020363YGeleider van 20mm
020364YGeleider van 25 mm
020376YHandvat voor adapters
020431YTrekker voor de oliekeerring van de klep
020432YGereedschap voor de montage van de
veer van het startdeel
020439YGeleider van 17 mm
UITRUST - 23
UitrustingMSS Fly 50 4T
MagazijncodeBeschrijving
020448YGereedschap voor de montage van de
zuigerpenblokkeringen
020449YSteun voor de controle van de positie van
020450YGereedschap voor de montage/demon-
020452YBuis voor de demontage en hermontage
van de geconduceerde poelieas
de zuiger
tage van de nokkenas
UITRUST - 24
020456YAdapter Ø 24 mm
020565YPassleutel voor de blokkering van het
vliegwiel
MSS Fly 50 4TUitrusting
MagazijncodeBeschrijving
494929YAnalysator van uitlaatgas
UITRUST - 25
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
ONDERHOUDONDERH
MSS Fly 50 4TOnderhoud
Onderhoudstabel
BIJ 1000 KMOF 4 MAANDEN
90'
Handelling
Naafolie - vervanging
Kleppenspeling - controle
Minimum regime (*) - registratie
Gascommando - registratie
Stuurinrichting - registratie
Commandohendels van de remmen - invetting
Rempastiles - controle van de staat en de slijtage
Oliepeil van de remmen - controle
Veiligheidsblokkeringen - controle
Elektrische installatie en accu - controler
Bandenspanning - controle
Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Raadpleeg de normen in het deel «Regeling van het minimum toerental»
BIJ 6000 KM OF 12 MAANDEN, 18000, 30000, 42000, 54000 EN 66000 KM
60'
Motorolie - vervanging
Oliepeil van de naaf - controle
Bougie / afstand van de elektroden - controle
Oliefilter (netfilter) - reiniging
Variatorrollen - controle of vervanging
Rempastiles - controle van de staat en de slijtage
Oliepeil van de remmen - controle
Elektrische installatie en accu - controler
Spanning en slijtage van de banden - controle
Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
NA 12000 OFNA 24 MAADEN, OFNA 60000 KM
Motorolie - vervanging
Oliepeil van de naaf - controle
Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging
Luchtfilter - reiniging
Oliefilter (netfilter) - reiniging
Minimum regime (*) - registratie
Gascommando - registratie
Variatorrollen - controle of vervanging
Transmissieriem - vervanging
Overbrenging van de kilometerteller - invetting
Stuurinrichting - registratie
Commandohendels van de remmen - invetting
Rempastiles - controle van de staat en de slijtage
Oliepeil van de remmen - controle
Transmissies - smering
Veiligheidsblokkering (°) - Controle
Ophangingen - controle
Elektrische installatie en accu - controler
Koplamp - regeling
Bandenslijtage - Controle
Bandenspanning - controle
Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle)
(°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
Handelling
Handelling
ONDERH - 27
OnderhoudMSS Fly 50 4T
NA 24000 KMOFNA 48000 KM
Handelling
Motorolie - vervanging
Oliepeil van de naaf - controle
Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging
Luchtfilter - reiniging
Oliefilter (netfilter) - reiniging
kleppenspeling - controle
Minimum regime (*) - registratie
Gascommando - registratie
Variatorrollen - controle of vervanging
Transmissieriem - vervanging
Ventilatie-installatie van de cilinder - controle
Overbrenging van de kilometerteller - invetting
Stuurinrichting - registratie
Commandohendels van de remmen - invetting
Rempastiles - controle van de staat en de slijtage
Oliepeil van de remmen - controle
Transmissies - smering
Veiligheidsblokkering (°) - Controle
Ophangingen - controle
Elektrische installatie en accu - controler
Koplamp - regeling
Bandenslijtage - Controle
Bandenspanning - controle
Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle)
(°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
Motorolie - vervanging
Oliepeil van de naaf - controle
Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging
Luchtfilter - reiniging
Oliefilter (netfilter) - reiniging
Minimum regime (*) - registratie
Gascommando - registratie
Variatorrollen - controle of vervanging
Transmissieriem - vervanging
Overbrenging van de kilometerteller - invetting
Stuurinrichting - registratie
Commandohendels van de remmen - invetting
Rempastiles - controle van de staat en de slijtage
Flexibele rembebuizing onder druk - vervanging
Oliepeil van de remmen - controle
Transmissies - smering
Veiligheidsblokkering (°) - Controle
Ophangingen - controle
Elektrische installatie en accu - controler
Koplamp - regeling
Bandenslijtage - Controle
Bandenspanning - controle
Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle)
(°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
NA 36000
Handelling
Motorolie - vervanging
Oliepeil van de naaf - controle
Bougie / afstand van de elektroden - controle / vervanging
Luchtfilter - reiniging
Oliefilter (netfilter) - reiniging
ONDERH - 28
NA 72000
Handelling
MSS Fly 50 4TOnderhoud
Handelling
kleppenspeling - controle
Minimum regime (*) - registratie
Gascommando - registratie
Variatorrollen - controle of vervanging
Transmissieriem - vervanging
Ventilatie-installatie van de cilinder - controle
Overbrenging van de kilometerteller - invetting
Stuurinrichting - registratie
Commandohendels van de remmen - invetting
Rempastiles - controle van de staat en de slijtage
Flexibele rembebuizing onder druk - vervanging
Oliepeil van de remmen - controle
Transmissies - smering
Veiligheidsblokkering (°) - Controle
Ophangingen - controle
Elektrische installatie en accu - controler
Koplamp - regeling
Bandenslijtage - Controle
Bandenspanning - controle
Test van het voertuig en reminstallatie - rijtest
(*) Zie normen (CO-controle)
(°) Zie Handelingen vòòr de Aflevering
ELKE 2 JAAR
Remolie - vervanging
ELKE 3.000 KM
10'
Motorolie - controle van het peil/bijvullen
Carburateur
Demonteer volledig de carburator, was zorgvuldig
alle bestaande details met oplosmiddel, droog met
perslucht ook alle kanalen van de romp, om een
complete reiniging te verzekeren.
-Controleer aandachtig de staat van alle details.
-De gasklep moet vrij bewegen in de kamer, en in
geval van een excessieve speling moet men deze
vervangen.
Handelling
Handelling
-Wanneer men sporen van slijtage opmerkt in de
kamer, zodat deze geen normale dichting of een
vrije slip van de klep (ook indien nieuw) toestaat,
vervangt men de carburator.
-Het is goed om bij elke hermontage de pakkingen
te vervangen.
WAARSCHUWING
DE BENZINE IS ZEER EXPLOSIEF. VERVANG STEEDS DE
PAKKINGEN OM BENZINELEKKEN TE VERMIJDEN.
ONDERH - 29
OnderhoudMSS Fly 50 4T
1. Tapboorklep - 2. Bout voor de regeling van het minimum toerental - 3. Max sproeier - 4. Acceleratiepomp - 5. Kegelvormige tapboor - 6. Sproeierhouder - 7. Drijver - 8. Kuipje - 9. Startermechanisme
Het voertuig is uitgerust met een elektronische inrichting voor een variabele voorontsteking. Op het
vliegwieldeksel zijn twee markeringen aangegeven voor het afstellen, om een grotere precisie te garanderen bij het waarnemen van de markering op de ventilator. Voor deze controle moet een stroboscooplamp van het merk Tecnotest 130/P of een vergelijkbaar instrument worden gebruikt. Start de
motor en laat hem met 1900 t/min draaien, zorg dat, door aan de faseregelaar te draaien, de markering
op de ventilator van het vliegwiel tussen de twee markeringen die op de kap zijn aangebracht, komt;
lees tegelijkertijd de waarde van de voorontsteking af op de display van de stroboscooplamp, deze
moet 10° zijn.
Herhaal deze handeling met de motor op 5000 ÷ 6000 toeren/min, hier moet een voorontsteking van
23° worden gemeten.
LET OP
WANNEER DE AANDUIDING VAN DE FLASH INSTABIEL BLIJKT, EN DE AANDUIDING VAN DE
TOEREN KOMT NIET OVEREEN MET DE EFFECTIEVE VARIATIE VAN HET REGIME VAN DE
MOTOR (BIJV. GEHALVEERDE WAARDEN), PLAATST MEN EEN RESISTENTIEKABEL VAN 10
÷ 15 KΩ, VERBONDEN IN SERIE AAN DE H.S. KABEL. WANNEER DE ONREGELMATIGHEDEN
BIJ DE LEZING AANHOUDEN, MET HET SYSTEEM OP DEZE MANIER UITGERUST, MOET MEN
DE ONDERDELEN VAN DE ONTSTEKINGSINSTALLATIE CONTROLEREN.
N.B.
ALS DE INDUCTIETANG HET SIGNAAL CORRECT AFLEEST, KAN TEVENS EEN METING WORDEN UITGEVOERD BIJ EEN HOGER TOERENTAL DAN 6000 TOEREN/MIN.
TOERENTALBEGRENZER
Kenmerk
1 vonk op 78200 toeren/min
1 vonk op 38300 toeren/min
Onderdrukking van alle vonken8500 toeren/min
Beschrijving / Waarde
ONDERH - 30
MSS Fly 50 4TOnderhoud
Bougie
Haal de kap van de bougie los en verwijder hem.
- Controleer hem nauwkeurig en als er scherven
van de isolatie zijn gesprongen of als hij beschadigd is, vervang hem dan.
- Meet de afstand tussen de elektroden met behulp
van een diktemeter, en regel voorzichtig de afstand, indien nodig, door de externe elektrode te
verbuigen.
- Controleer of de dichtingsring in goede staat verkeert.
- Monteer de bougie, draai hem met de hand aan
en zet hem met de pijpsleutel vast met het voorgeschreven koppel.
Technische kenmerken
Afstand van de elektroden
0,7 ÷ 0,8 mm
Bougie
NGK CR 8EB
Bougie als alternatief
DENSO U24ESR-NB
Aandraaikoppels (N*m)
Bougie 10 ÷ 15 N·m
Op deze bougie wordt siliconenolie aangebracht op centrale elektrode als roestwerend middel. Er is
geconstateerd dat als te veel siliconenolie wordt gebruikt, er zich kristallen neigen te vormen die, aangezien ze warme punten vormen waar zich verschijnselen van voorontsteking voordoen, tot gevolg
hebben dat de bougie slechter presteert. Op de voertuigen manifesteert dit zich doordat de maximumsnelheid met moeite kan worden behaald en het voertuig lawaai maakt.
ONDERH - 31
OnderhoudMSS Fly 50 4T
Indien er zich dit soort situaties voordoen, moet dus voordat andere ingrepen worden uitgevoerd eerst
de bougie worden vervangen. Voordat een nieuwe bougie wordt geïnstalleerd moet, om het eventueel
teveel aan siliconenolie te verwijderen, eerst op de bougie worden geblazen.
Dit moet worden gedaan door perslucht in de holte onderin de ronde groef tussen het metalen deel met
de schroefdraad en het keramiek van de interne elektrode te blazen, en daarbij de bougie zo te draaien
dat het teveel aan olie wordt verwijderd.
Olie naaf
Controleren
Plaats het voertuig op een vlakke ondergrond en
op de standaard.
-Draai de oliestaaf "A" los, droog met een rein
doek en plaats hem weer door helemaal vast tedraaien.
-Verwijder de staaf door te controleren of het oliepeil de "middelste" streep bereikt (staaf met drie
strepen). Met de staaf met 2 strepen moet het oliepeil zich op de onderste helft van de staaf bevinden.
-Draai de oliestaaf opnieuw vast en blokkeer ze
goed.
Aanbeloven producten
AGIP ROTRA 80W-90 olie van de achternaaf
Olie SAE 80W/90 die voldoet aan de specifieken
API GL3
Vervangen
Verwijder de dop/staaf voor de invoer van olie
"A".
-Draai de afvoerdop van de olie "B" los die aangeduid wordt in de figuur, en laat de olie helemaal
uitstromen.
- Draai de afvoerdop opnieuw vast en vul de naaf
bij met de aanbevolen olie (ongeveer 100 cc).
ONDERH - 32
MSS Fly 50 4TOnderhoud
Luchtfilter
- Verwijder het zijplaatje links.
- Verwijder de dop van het luchtfilter na de 6 in de
afbeelding aangegeven bevestigingsschroeven te
hebben losgedraaid, en trek vervolgens het filterelement eruit.
Reiniging:
- Was hem met water en neutrale zeep;
- Droog hem met een schone lap, zonder hem uit
te wringen, en met korte stootjes perslucht;
- Drenk hem in een mengsel van olie en benzine
in de verhouding 50-50;
- Laat het filterelement uitdruipen en knijp hem
vervolgens met de handen uit zonder hem uit te
wringen.
- Hermonteer alle onderdelen in de omgekeerde
volgorde als die voor de demontage.
LET OP
ALS OP STOFFIGE WEGEN WORDT GEREDEN MOET HET
LUCHTFILTER VAKER WORDEN SCHOONGEMAAKT DAN
IS AANGEGEVEN IN DE TABEL VAN GEPLAND ONDERHOUD.
LAAT DE MOTOR NOOIT ZONDER LUCHTFILTER DRAAIEN. DE CILINDER EN DE ZUIGER ZOUDEN DAARDOOR
SNELLER SLIJTEN.
Aanbeloven producten
AGIP FILTER OIL Olie voor de spons van de
luchtfilter
Mineraalolie met speciale toevoeging om het adhesief zijn te verhogen
ONDERH - 33
OnderhoudMSS Fly 50 4T
Motorolie
- Het olie-decantatiesysteem is van het labyrinttype, en behoeft dus geen onderhoud.
N.B.
INDIEN GROTE AFSTANDEN WORDEN GEREDEN OF ON-
VOLDOENDE ONDERHOUD WORDT UITGEVOERD, MOET
HET LABYRINT GOED SCHOON WORDEN GEMAAKT,
DOOR DE VIER SCHROEVEN EN HET PLAATSTALEN
DEKSELTJE TE VERWIJDEREN.
Vervangen
Verwijder de olievuldop.
- Draai de aftapplug van het netfilter aan de vliegwielzijde los, en laat alle olie eruit lopen.
- Draai de aftapplug er weer op en giet er ~600-650 cc olie in.
- Start de motor, laat hem ongeveer een minuut stationair draaien en zet hem weer uit.
- Wacht minstens 10 minuten alvorens olie bij te vullen tot het "MAX"-niveau.
Controleren
Elke keer men het voertuig gebruikt, moet men bij
koude motor de controle van het peil van de motorolie uitvoeren, dat zich tussen de MIN en MAX
strepen op de controlepeilstaaf moet bevinden,
zoals in de figuur; tijdens de controle moet het
voertuig op de standaard en op een horizontale
ondergrond staan.
Wanneer de controle wordt uitgevoerd nadat men
het voertuig heeft gebruikt, dus met warme motor,
zal de lijn van het peil lager zijn; om een correcte
controle uit te voeren, moet men minstens 10 minuten wachten nadat men de motor heeft uitgezet,
om een correct peil te hebben.
De controle moet worden uitgevoerd, door de staaf
volledig vast te draaien in zijn zit.
LET OP
DE MOTOR DOEN WERKEN MET ONVOLDOENDE SMERING OF MET EEN VERKEERD SMEERMIDDEL, VER-
ONDERH - 34
MSS Fly 50 4TOnderhoud
SNELT DE SLIJTAGE VAN DE BEWEGENDE DELEN, EN
KAN ERNSTIGE SCHADE AANBRENGEN.
Technische kenmerken
Motorolie
Capaciteit: ~850 cc
Filter motorolie
-Voer de vervanging van de olie uit bij warme motor.
-Plaats een recipiënt onder de oliecarter en verwijder de afvoerdop van de olie.
-Nadat men de olie heeft afgevoerd, moet men de
netfilter reinigen met een specifiek oplosmiddel,
en daarna drogen met perslucht.
-Deze laatste kan bereikt worden door dop "A" te
verwijderen (raadpleeg de figuur).
-Na deze laatste handeling, moet men de filter
hermonteren en de oliedop aan het voorgeschreven koppel sluiten, door gebruik te maken van een
nieuwe O-Ring
-Vul opnieuw olie bij in de motor langs de toevoerdop van de olie, die men vindt op de oliecarter.
-Capaciteit van de motorolie: ~ 850 cc.
-Blokkeer de dop manueel.
N.B.
Laat de motor voor enkele minuten draaien, en controleer of
het oliepeil bij koude motor steeds onder het MAX peil blijft
N.B.
In geval van de eerste vulling of de revisie moet 850 cc motorolie toegevoegd worden, in de andere gevallen 650 cc en de
eventuele bijvulling.
Aanbeloven producten
AGIP CITY HI TEC 4T Olie voor de motor
Synthetische olie SAE 5W-40 die voldoet aan de
specifiek API SL, ACEA A3, JASO MA
Aandraaikoppels (N*m)
Dop van de voorfilter van de motorolie 25 ÷ 28
N.m
ONDERH - 35
OnderhoudMSS Fly 50 4T
Controle afstelling kleppen
-Draai het vliegwiel in wijzerszin tot de 2° streep,
aanwezig op het vliegwiel, uitgelijnd is met de referentiestreep Pick-Up, zoals aangeduid in de figuur.
Controleer of de referentie op de kroon van het
commando van de nokkenas uitgelijnd is met het
referentiepunt op de kop, zoals aangeduid in de
tweede figuur.
Wanneer de referentie zich tegenovergesteld de
aanduiding op de kop bevindt, draait men de drijfas, omdat de zuiger zich op het B.D.P. van de
ontploffingsfase moet bevinden.
N.B.
WANNEER DE DISTRIBUTIEGROEP ZICH NIET IN FASE
BEVINDT, VOERT MEN DE FASERING VAN DE DISTRIBUTIEGROEP UIT, ZOALS BESCHREVEN IN HFDST. 6
Controle klepspeling
- Verwijder het toegangsklepje van de bougie door
de 4 in de afbeelding aangeduide schroeven los te
draaien, en verwijder het cilinderkopdeksel.
- Om de klepspeling te controleren moeten de
markeringen voor het afstellen van de distributie
samenvallen zoals hierboven beschreven.
- Controleer met behulp van een diktemeter of de
speling tussen de klep en de stelschroef met de
aangegeven waarden overeenkomt.
- Indien de waarden van de klepspeling van respectievelijk de inlaat en de uitlaat anders zijn dan
hieronder is aangegeven, stel ze dan af door de
contramoer losser te draaien en met een schroevendraaier aan de stelschroef te draaien zoals
aangegeven in de afbeelding.
Technische kenmerken
Aanzuiging (bij koude motor)
0,10 mm
ONDERH - 36
MSS Fly 50 4TOnderhoud
Uitlaat (bij koude motor)
0,15 mm
Afstellen koplamp
Handel als volgt:
1. Stel het voertuig in de gebruiksconditie met opgeblazen banden aan de voorgeschreven spanning, op een vlak terrein op 10 m. afstand van een
wit scherm in halfschaduw, zodanig dat de as van
het voertuig loodrecht op het scherm staat;
2. Zet de koplamp aan en controleer of de grens
van de lichtbundel op het scherm niet hoger is dan
9/10 van de hoogte van het midden van de koplamp vanaf de grond, en niet lager is dan 7/10;
3. In het omgekeerde geval regelt men de rechter
koplamp met bout «A».
N.B.
DE BESCHREVEN PROCEDURE IS OVEREENKOMSTIG
DE "EUROPESE NORM" BETREFFENDE DE MAXIMALE
EN MINIMALE HOOGTE VAN DE LICHTBUNDEL. CONTROLEER ALLESZINS DE VOORSCHRIFTEN VAN DE
LANDEN WAARIN HET VOERTUIG WORDT GEBRUIKT.
Controle CO
Het kan nodig zijn deze controle uit te voeren als
de motor onregelmatig draait, of wanneer het stationair toerental van de motor wordt afgesteld.
- Deze test moet worden uitgevoerd na alle onderdelen van de carburateur zorgvuldig te hebben
gewassen, met een schoon luchtfilter en met de
bougie in goede staat.
1) Laat het voertuig warmdraaien door er 5-10 min.
mee te rijden, d.w.z. de tijd die nodig is om de automatische starter uit te schakelen.
2) Zet de motor af zo lang als strikt noodzakelijk is
om de handelingen 3) en 4) uit te voeren.
3) Verwijder het zijplaatje aan de rechterkant, en
verwijder de behuizing van de secundaire luchttoevoer door de 3 in de foto aangeduide schroe-
ONDERH - 37
OnderhoudMSS Fly 50 4T
ven los te draaien. Plaats een plastic blad tussen
de keerklep en de behuizing daarvan op het dekseltje. Controleer of de dichting van de keerklep
goed op de behuizing daarvan aansluit. Hermonteer het dekseltje van de behuizing van de secundaire luchttoevoer.
4) Installeer het speciale gereedschap voor het
opnemen van uitlaatgassen zoals aangeduid in de
foto. Controleer zorgvuldig of de aansluiting tussen de uitlaat en de buis goed s afgedicht. Steek
de sonde van de analyseapparatuur voor uitlaatgassen in de buis.
5) Sluit de thermometer van de multimeter aan op
de carter door middel van een speciale olievuldop
waar een sonde in kan worden gestoken.
6) Start de motor en controleer, alvorens het stationair toerental af te stellen, of de temperatuur van
de olie tussen de 70 en 80°C ligt.
7) Wacht tot het stationair toerental een minuut
lang stabiel is.
8) Voer het stationair toerental met behulp van de
speciale regelschroef voor het stationair toerental,
zonder gas te geven, op tot 1950 ± 50 t/min.
9) Stel de regelschroef van de toevoer zo af dat de
CO-waarde 3,2 % ± 0,5 % bedraagt.
10) Geef langzaam gas tot de motor met een toerental van 4000 toeren/min. draait, en zet hem
weer op nul; controleer of het stationair toerental
de eerder afgesteld waarde behoudt, zo niet, herhaal dan de procedure vanaf punt 3).
Speciaal gereedschap
020332Y Digitale toerenteller
494929Y Analysator van uitlaatgas
020331Y Digitale multimeter
ONDERH - 38
MSS Fly 50 4TOnderhoud
Filters sec. luchttoevoer controleren en schoonmaken
Nadat men het toegangsdeurtje tot de bougie
heeft verwijderd, handelt men op de 3 bouten
«A» van de rechter zijplaat, en verwijdert men ze.
Door te handelen op de drie bouten «B», verwijdert men het deksel van de secundaire luchtdoos.
Verwijder het deksel van de doos en verwijder het
filterend element in spons «C». Was de spons met
water en neutrale zeep, droog ze daarna met een
rein doek en kleine stralen perslucht. Tijdens de
handelingen van de reiniging van de filter, controleert men de integriteit van de lamellenklep «D»,
en daarna plaatst men ze opnieuw in de relatieve
zit op de doos.
Voordat men het deksel van de SAS doos sluit,
controleert men of de O-Ring voor de dichting integer is; wanneer deze beschadigd of vervormd
lijkt, vervangt men ze.
N.B.
De lamellenklep heeft één enkele plaatsingszin in de SAS
doos
ONDERH - 39
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
DEFECTENZOEKENDEF ZOEK
MSS Fly 50 4TDefecten zoeken
In dit deel vindt men de oplossingen om schade te herstellen.
Voor elke schade vindt men een lijst met mogelijke oorzaken en bijhorende uit te voeren handelingen.
Motor
Slechte prestaties
ONDERMAATSE PRESTATIES
Mogelijke oorzaakIngreep
Carburateur vuil; vacuümkraan defectDemonteren, wassen met oplosmiddel en drogen met pers-
Teveel afzettingen in de ontploffingskamerVerwijder de afzettingen in de cilinder, de zuiger, de kop en de
Niet correcte fasering of versleten distributie-onderdelenHerstel de fase van de distributie of vervang de versleten delen
Verstopte uitlaatVervangen
Automatische starter versletenControleer: de mechanische slip, de elektrische verbinding en
de aanwezigheid van voeding, vervang eventueel.
Het oliepeil van de motor bevindt zich boven het maximumControleer de oorzaken en herstel het correcte peil
Weinig compressie: slijtage van de ringen, de cilinder en de
kleppen
Slijtage van de transmissieriemVervangen
Inefficiënte automatische transmissieControleer de rollen en het slippen van de poelies, vervang de
beschadigde delen en smeer de geleider van de geconduceer-
de beweegbare poelie met Montblanc Molybdenum Grease
Het slippen van de koppelingControleer en vervang eventueel de groep van de koppeling
Oververhitte kleppenDemonteer de kleppen en de kop, en de kleppen polijsten of
Foute regeling van de kleppenRegistreer correct de klepspeling
Vervormde klepzittenVervang de kopgroep
Luchtfilter verstopt of vuilDemonteer de spons, was ze met water en shampoo, door-
drenk ze met een 50% mengsel van benzine en specifieke olie
(Selenia Air Filter Oil), druk ze uit met de handen zonder ze uit
te wringen, laat ze uitlekken en hermonteer ze.
Defecte drijvende klepControleer de correcte beweging van de drijver en de functio-
lucht, of vervangen.
kleppen
Vervang de versleten delen
en/of het blok
vervangen
naliteit van de klep
Achterwiel draait bij stationair toerental
ACHTERWIEL
Mogelijke oorzaak
Te hoog minimum toerentalRegel het minimum toerental, en regel eventueel de CO
Beschadigde koppelingControleer de veren / wrijvingsmassa's en het koppelingsblok
Het luchtfilterhuis is niet luchtdichtHermonteer op een correcte manier het filterhuis, en indien
Verslechterde kenmerken van de brandstofVoer de bedorven brandstof af en tanken
Te laag startregime of defecte startmotor en startinstallatieControleer het startmotortje en de installatie.
Niet correcte kleppendichting of foute kleppenregelingReviseer de kop en/of herstel de correcte speling
Verzopen motorVoer de start uit door het gas compleet open te houden. Wan-
neer de motor niet start, demonteert men de bougie, droogt
Ingreep
DEF ZOEK - 41
Defecten zoekenMSS Fly 50 4T
Mogelijke oorzaakIngreep
men ze, en voordat men deze hermonteert doet men de motor
draaien om het teveel aan brandstof te verwijderen. Hou het
kapje op de bougie en de bougie aan de massa. Wanneer de
Automatische starter versletenControleer: de mechanische slip, de elektrische verbinding en
Luchtfilter verstopt of vuilDemonteer de spons, was ze met water en shampoo, door-
drenk ze met een 50% mengsel van benzine en specifieke olie
(Selenia Air Filter Oil), druk ze uit met de handen zonder ze uit
Defecte bougie of foute voorontstekingVervang de bougie of controleer de onderdelen van het ont-
Carburateur vuil; vacuümkraan defectDemonteren, wassen met oplosmiddel en drogen met pers-
Lege accuControleer de staat van de lading van de accu. Wanneer men
sulfatatiesporen opmerkt, vervangt men de accu en doet men
ze werken door de instructies te volgen die men vindt in het
Gebarste aanzuigverbinding of slecht gesloten klemmetjesVervang de aanzuigverbinding en controleer de sluiting van de
Defecte drijvende klepControleer de correcte beweging van de drijver en de functio-
Verstopte carburatorsproeiersDemonteer ze, was ze met een oplosmiddel en droog ze met
brandstof op is, start men na het bijvullen.
de aanwezigheid van voeding, vervang eventueel.
te wringen, laat ze uitlekken en hermonteer ze.
stekingscircuit
lucht, of vervangen.
hoofdstuk.
klemmetjes
naliteit van de klep
perslucht
Te hoog olieverbruik/rook uit de uitlaat
TE HOOG OLIEVERBRUIK/ROOK UIT DE UITLAAT
Mogelijke oorzaak
Versleten oliekeerring van de klepVervang de oliekeerring van de klep
Olielekken vanuit de pakkingen of de koppelingenControleer en vervang de pakkingen of herstel de dichting van
Elastische klemmen versleten of stuk, of op verkeerde wijze
gemonteerd
Klepzittingen versletenControleer en vervang eventueel de groep van de kop
Vervang de groep cilinder zuiger of enkel de klemmen
Ingreep
de koppelingen
Lage smeerdruk
LAGE SMERINGSDRUK
Mogelijke oorzaak
De By-Pass blijft openControleer de By-Pass en eventueel vervangen. Reinig aan-
dachtig de zone van de By-Pass.
Oliepomp met overdreven spelingVoer de dimensionele controles uit op de onderdelen van de
De oliefilter is erg vuilVervang de patroonfilter
Het oliepeil is te laagHerstel het peil met het aanbevolen olietype (Selenia HI Scoo-
Ingreep
oliepomp
ter 4 Tech)
motor neigt af te slaan bij vol gas
Het peil van de drijver is niet correctHerstel het peil in de kuip, door op de drijver de druklamel van
DEF ZOEK - 42
MOTOR STOPT BIJ MAX. GAS
Mogelijke oorzaak
Brandstoftoevoer defectControleer de vacuümkraan en vervang hem eventueel, con-
troleer de vacuümaansluiting en of de leiding goed is afgedicht
de inlaattapboor van de benzine te buigen, zodat met omge-
keerde carburator de drijver zelf parallel is met het vlak van de
Water in de carburatorLedig de kuip langs de speciale bout
Ingreep
kuip.
MSS Fly 50 4TDefecten zoeken
Mogelijke oorzaakIngreep
Maximum straal vuil - weinig carburatieWas de straal met een oplosmiddel en droog met perslucht
motor neigt af te slaan bij stationair toerental
MOTOR STOPT BIJ MIN.
Mogelijke oorzaakIngreep
Niet correcte fasering van de distributieHerstel de fasering en controleer de onderdelen van de distri-
Niet correcte regeling van het minimum toerentalVoer de regeling uit met de toerenteller
Te lage eindcompressiedrukControleer de dichtingen van de thermische groep en vervang
Defecte bougie of foute voorontstekingVervang de bougie of controleer de onderdelen van het ont-
De starter blijft ingeschakeldControleer: de elektrische verbindingen, de continuïteit van het
circuit, het mechanisch slippen en de aanwezigheid van voe-
ding; vervang eventueel
Minimum straal vuilWas de straal met een oplosmiddel en droog met perslucht
Te veel lawaai bij de uitlaat
butie
de versleten delen
stekingscircuit
TE VEEL LAWAAI BIJ DE UITLAAT
Mogelijke oorzaak
De buis van de onderdrukkoppeling is losgekomen van het se-
cundair luchtmechanisme, of is beschadigd
De lamellenklep van het secundair luchtmechanisme sluit niet
correct, en verslijt de rubberen mof tussen het mechanisme en
de buis van de kop
Hoog brandstofverbruik
HOOG VERBRUIK
Mogelijke oorzaak
Het peil van de drijverHerstel het peil in de kuip, door op de drijver de druklamel van
De sproeiers zijn gelostControleer de blokkering van de maximum en minimum sproei-
Starter inefficiëntControleer: de elektrische verbindingen, de continuïteit van het
Luchtfilter verstopt of vuilDemonteer de spons, was ze met water en shampoo, door-
Ingreep
Vervang de buis
Vervang het mechanisme en de mof
Ingreep
de inlaattapboor van de benzine te buigen, zodat met omge-
keerde carburator de drijver zelf parallel is met het vlak van de
kuip.
ers in de zit
circuit, de mechanische slip en de aanwezigheid van voeding
drenk ze met een 50% mengsel van benzine en specifieke olie
(Selenia Air Filter Oil), druk ze uit met de handen zonder ze uit
te wringen, laat ze uitlekken en hermonteer ze.
Storing secundaire luchttoevoer
STORING SECUNDAIRE LUCHTTOEVOER
Mogelijke oorzaak
De buis van de onderdrukkoppeling is losgekomen van het se-
cundair luchtmechanisme, of is beschadigd
De lamellenklep van het secundair luchtmechanisme sluit niet
correct, en verslijt de rubberen mof tussen het mechanisme en
de buis van de kop
Ingreep
Vervang de buis
Vervang het mechanisme en de mof
DEF ZOEK - 43
Defecten zoekenMSS Fly 50 4T
Transmissie en remmen
Koppeling gescheurd of werkt niet goed
SCHEUR OF ONREGELMATIGE WERKING VAN DE KOPPELING
Mogelijke oorzaakIngreep
Defekte koppelingControleer of er op de massa's geen vet aanwezig is. Contro-
leer of het contactoppervlak van de massa's van de koppeling
zich in het midden bevindt tegenover het blok, en dit voor de
drie massa's. Controleer of het blok van de koppeling niet ge-
krast of abnormaal versleten is
Onvoldoende remwerking
ONVOLDOENDEREMMING
Mogelijke oorzaakIngreep
Reminstallatie inefficiëntControleer de slijtage van de pastilles (MIN 1,5 mm). Contro-
Vloeistofverlies in de hydraulische reminstallatie.Indien beschadigd, vervangt men de elastische verbindings-
leer of de remschijven niet versleten, beschadigd of vervormd
zijn. Controleer het correcte vloeistofpeil in de pompen en ver-
vang eventueel de remvloeistof. Controleer dat er geen lucht
is in het circuit; eventueel ontluchten. Controleer dat de tang
van de voorrem zich recht beweegt met de schijf.
stukken en de pakkingen van de zuigertjes of van de rempomp
Remmen oververhit
OVERVERHITTING VAN DE REMMEN
Mogelijke oorzaak
Rubberen pakkingen gezwollen of aangeplakt.De pakkingen vervangen.
De compensatieboringen op de pomp zijn verstopt.Zorgvuldig schoonmaken en met perslucht blazen.
Remschijf gelost of vervormdControleer de blokkering van de bouten van de remschijf; met
een vergelijker en met het wiel op het voertuig gemonteerd,
meet men de asdeviatie van de schijf.
Defecte slip van de zuigertjes.Controleer de tang en vervang de beschadigde onderdelen.
Ingreep
Elektrische installatie
Accu
ACCU
Mogelijke oorzaak
AccuDit is het mechanisme van de installatie dat de grootste zorg
en het meest nauwgezette onderhoud vereist. Wanneer men
het voertuig voor een zekere periode niet gebruikt (1 maand of
meer) is het nodig om de accu periodiek op te laden. De accu
zal compleet leeg zijn na een periode van ongeveer 3 maanden. Als de accu op het voertuig moet worden gemonteerd, let
dan op dat de aansluitingen niet worden omgedraaid; denk er-
aan dat de zwarte draad van de massa moet worden aange-
sloten aan op de negatieve klem (-), terwijl de andere draad,
met een rode kleur, moet worden aangesloten op de klem die
gemerkt is met het plusteken (+).
Ingreep
DEF ZOEK - 44
MSS Fly 50 4TDefecten zoeken
Knipperlichten werken niet
KNIPPERLICHTEN WERKEN NIET
Mogelijke oorzaakIngreep
Elektrische ontsteking defect.Maak, met het contactslot op "ON", een verbinding tussen de
Stuur en ophangingen
Achterwiel
HET ACHTERWIEL DRAAIT MET DE MOTOR AAN HET MINIMUM TOERENTAL
Mogelijke oorzaakIngreep
Te hoog minimum toerentalRegel het minimum motorregime en eventueel het CO%.
Beschadigde koppelingControleer de veren / massa's van de koppeling
contacten 1 (blauw - zwart) en 3 (wit) op de connector van de
spanningsregelaar. Als wanneer de bedieningsknop van de
knipperlichten wordt ingeschakeld de lampen niet blijven branden, vervang dan de besturingseenheid, en vervang anders de
bekabeling en de schakelaar.
comando
Onregelmatigheden bij het ophangingssysteemWanneer de voorste ophanging lawaai maakt, controleert men:
Onregelmatigheid of breuk van de dichtingenVervang de schokdemper. Controleer de slijtagestaat van de
COMMANDO'S VAN HET STUUR EN DE OPHANGINGEN
Mogelijke oorzaak
Niet conforme sluitingControleer de sluiting van het bovenste en het onderste ver-
lengstuk. Wanneer de rotatie van de stuurinrichting ook na
deze regeling onregelmatigheden vertoont, controleert men de
zitten voor het draaien van de bollen van de kussentjes: ver-
vang ze wanneer ze ingekast zijn of wanneer de bollen plat-
Verharding van de stuurinrichtingControleer de sluiting van het bovenste en het onderste ver-
lengstuk. Wanneer de rotatie van de stuurinrichting ook na
deze regeling onregelmatigheden vertoont, controleert men de
zitten voor het draaien van de bollen van de kussentjes: ver-
vang ze wanneer ze ingekast zijn of wanneer de bollen plat-
de efficiëntie van de voorste schokdemper; de staat van de
bolkussentjes en bijhorende blokkeringsmoeren; de rubberen
stootbuffers die dienen als eindslag; de schuifhulzen. Contro-
leer ten slotte de blokkeerkoppels van de wielnaaf, van de
remtang, van de schijf en van de schokdemper bij de hechting
aan de naaf en aan de stuurinrichtingsbuis.
stuurinrichtingskappen en de regelingen.
Ingreep
gedrukt blijken.
gedrukt blijken.
DEF ZOEK - 45
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
ELEKTRISCHEINSTALLATIEEL INST
MSS Fly 50 4TElektrische installatie
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Kenmerk
1Knipperlicht vooraan links
2Lampen van de voorste knipperlichtenLampen van de voorste knipperlichten 12V-10W x 2
3Claxon
4Commutator knipperlichten
5Deviator van de lichten
6Stopknop op achterrem
7Lamp van de koplamp12V-35/35W
8Lamp van het voorste positielichtType: Glas
9Controlelamp van het rechter knipperlicht12V - -2W
10Controlelamp van de brandstofreserve12V - -1,2W
11Controlelamp van het linker knipperlicht12V - -2W
12Controlelamp van de grote lichten12V - -1,2W
13Lampen van de instrumentverlichtingType: Glas
14Controlelamp van de lichten12V 1,2W
15Kilometerteller met controlelampen en peilindicator
16Koplamp
Beschrijving / Waarde
Vermogen: 12V 5W
Aantal: 1
Vermogen: 12V 1,2W
Aantal: 2
EL INST - 47
Elektrische installatieMSS Fly 50 4T
KenmerkBeschrijving / Waarde
17Stopknop van de voorrem
18Startknop
19Sleutelschakelaar
20knipperlicht vooraan rechts
21Zender van het brandstofpeil
22Automatische starter
23Afstandsschakelaar van de start
24knipperlicht achteraan rechts
25Compleet achterlicht
26Lamp van het stoplicht en het positielichtType: Sfeervormig
27Accu12V - 9Ah
28Elektronisch ontstekingsmechanisme
29Vliegwielmagneet
30Startmotor
31Portafusibile(N° 1 fusibile da 10 A)
32Knipperlicht achteraan links
33Lampen van de achterste knipperlichten2, 12V-10W, Bolvormig
34Spanningsregelaar
35Claxon in c.c.
36Weerstand6,8 Ohm - 10W
Vermogen: 12V 21/5W
Aantal: 1
Kleur van de elektrische kabels:
B = Wit, Bl = Blauw, G = Geel, Mr = Bruin, N = Zwart, Gr = Grijs,
Rs = Roze, R = Rood, Vi = Paars, V = Groen
Basisschema's
Ontsteking
EL INST - 48
MSS Fly 50 4TElektrische installatie
DEEL ONTSTEKING
KenmerkBeschrijving / Waarde
1Vliegwielmagneet
2Pick - up
3Contacten contactschakelaar
4Elektronische ontsteking uitrusting
5Zekering10 A
6Spanningsregelaar
7Accu12V-9Ah
Lichten
LICHTEN
Kenmerk
1Vliegwielmagneet
2Spanningsregelaar
3Deviator van de lichten
4Lamp van de koplamp12V-35/35W
5Controlelamp van de grote lichten12V - -1,2W
6Lamp parkeerlicht voor12V - 5W
7verklikkerlampje lichten12V 1,2W
8Gloeidraad parkeerlicht achter12V - 5W
9Lampen van de instrumentverlichtingType: Glas
10Lampen van de instrumentverlichting12V - -2W
Beschrijving / Waarde
Vermogen: 12V 1,2W
Aantal: 2
EL INST - 49
Elektrische installatieMSS Fly 50 4T
Accu opladen en starten
ACCU OPLADEN EN STARTEN
Kenmerk
1Spanningsregelaar
2Vliegwielmagneet
3Automatische starter
4Accu12V-9Ah
5Startrelais
6Startmotor
7Startknop
8Gloeidraad voor remlicht12V-21W
9Stopknop op voorrem en achterrem
10Sleutelschakelaar
11Hoofdzekering10A
12Weerstand6,8 Ohm - 10W
Beschrijving / Waarde
EL INST - 50
MSS Fly 50 4TElektrische installatie
Vrijgaven
DEEL BEVESTIGINGEN EN NIVEAUMETERS
Kenmerk
1Spanningsregelaar
2Indicator van het brandstofpeil
3Thermoweerstand brandstofpeil
4Controlelamp van de brandstofreserve12V - -1,2W
5Stopknop op voorrem en achterrem
6Zekering10 A
7Accu12V-9Ah
8Gloeidraad voor remlicht12V-21W
9Contacten contactschakelaar
Beschrijving / Waarde
EL INST - 51
Elektrische installatieMSS Fly 50 4T
Knipperlichten
DEEL KNIPPERLICHTEN EN CLAXON
Kenmerk
1Schakelaar richtingaanwijzers
2Drukknop van de claxon
3Claxon
4n. 2 lampen voor verklikkerlampjes knipperlichten12V-2W
54 Lampen voor knipperlichten12V-10W
6Spanningsregelaar
7Contacten contactschakelaar
8Zekering10 A
9Accu12V-9Ah
Beschrijving / Waarde
Controles
In geval van niet of abnormale werking van de ontsteking, waarvan de oorzaken niet visief kunnen
worden gevonden, moet men eerst de centrale
vervangen met een overeenkomstige centrale, die
zeker werkt.
Denk eraan dat de vervanging van de centrale
moet worden uitgevoerd met de motor uit.
Wanneer de vervanging de werking van de ontsteking herstelt, is de onregelmatigheid te wijten
EL INST - 52
MSS Fly 50 4TElektrische installatie
aan de centrale, die uiteraard moet worden vervangen.
Wanneer het niet werken blijft aanhouden, moet
men de generator en de details van de stator controleren, op onderstaande manier:
Na een visieve analyse van de elektrische aansluitingen kunnen de metingen op de wikkeling
van de stator en op de pick-up (raadpleeg de tabel)
uitgevoerd worden, door een specifieke tester te
gebruiken.
Als door de controles op de bobine van de lading
en op de pick-up onregelmatigheden blijken, moe-
ten de stator en de defecte delen vervangen
worden.
Maak de connector los op de vliegwielkap en meet
de weerstand tussen elk van de twee contacten en
de massa.
Speciaal gereedschap
020331Y Digitale multimeter
CONTROLE VAN DE PICK-UP
Kenmerk
11) Bruin kabeltje en massa~ 170 Ω
Beschrijving / Waarde
CONTROLE VAN DE WINDING VAN DE STATOR
Kenmerk
11) Zwart kabeltje en massa~ 1 Ω
Beschrijving / Waarde
EL INST - 53
Elektrische installatieMSS Fly 50 4T
Ontstekingsinstallatie
Alle controlehandelingen van de installatie die het
uitschakelen van de kabels meebrengen (controles van de verbindingen en van de mechanismen
die deel uitmaken van het ontstekingscircuit),
moeten worden uitgevoerd met de motor uit: in het
omgekeerde geval kan de centrale onherstelbare
schade oplopen.
Controle stator
- Met een tester controleert men de weerstand
tussen de bruin-massa en zwart-massa terminal.
N.B.
DE WAARDEN ZIJN VERKLAARD VOOR DE OMGEVINGS-
TEMPERATUUR. EEN CONTROLE MET DE STATOR IN
WERKTEMPERATUUR BRENGT WAARDEN MEE DIE HOGER ZIJN DAN DE VERKLAARDE WAARDEN.
Elektrische kenmerken
Stator : Bruin- massa
~ 170 Ω (Pick-Up)
Stator : Zwart- massa
~ 1 Ω (Stator)
Controle spanningsregelaar
Een beschadiging van de spanningsregelaar kan, naargelang het type van schade, onderstaande problemen meebrengen:
1) Verbranding van de lampen (regelaar in kortsluiting).
2) Niet werking van de verlichtingsinstallatie en de elektrische starter (regelaar onderbroken).
3) Het niet opladen van de accu.
4) Het niet werken van de richtingaanwijzers.
De regelaar is voorzien van massa geleverd door de elektrische installatie, de romp van de regelaar
heeft dus niet de functie om massa te leveren voor de interne circuits.
Tussen elke terminal van de regelaar en de romp van deze laatste, moet er isolering zijn (door gebruik
te maken van de tester voor de controles van de elektrische weerstand).
EL INST - 54
MSS Fly 50 4TElektrische installatie
2) LICHTEN EN STARTER WERKEN NIET
Om te zorgen dat er geen stroom wordt opgenomen op de kabel met wisselspanning, zodat de
spanning kan worden gecontroleerd, moet als
volgt worden gehandeld. Verwijder de stuurkappen. Haal de elektrische connectors van de koplamp en de 5-polige connector van de instrumentengroep los. Verwijder de lamp van de
achterlamp. Haal de connector van de automatische starter los van de installatie.
Zorg dat u bij de spanningsregelaar kunt komen,
start de motor en laat hem stationair draaien.
Zet de positieve punt van de tester (die speciaal
voor het meten van wisselspanning is) op terminal
n. 1 (geel - zwart kabeltje) en de negatieve punt op
terminal n. 2 (zwart kabeltje); controleer of er spanning is (zie afbeelding)
Als er spanning is, controleer dan de bekabeling
die van de lichten naar de spanningsregelaar loopt
en de werking van de lichtknop.
Als er geen spanning wordt gemeten, probeer dan
de negatieve punt rechtstreeks op de massa te
zetten; als er zodoende spanning wordt gemeten,
controleer dan de massakabel (terminal 2) van de
spanningsregelaar (zwart kabeltje); zo niet, vervang dan de spanningsregelaar aangezien hij defect is.
Meet als laatste de spanning die door de stator
wordt geleverd:
- Koppel de connector van de spanningsregelaar
los en plaats een tester tussen het grijs-blauwe
kabeltje (4) en de massa om de wisselspanning te
meten (zie afbeelding).
- De geleverde spanning bij 2000 toeren/min. moet
ongeveer 25 ÷ 35V zijn.
Als ook bij deze test geen enkele waarde wordt
gemeten, vervang dan de spanningsregelaar aangezien hij defect is.
EL INST - 55
Elektrische installatieMSS Fly 50 4T
N.B.
VOOR DE HIERBOVEN BESCHREVEN SPANNINGSME-
TINGEN, MOET MEN EEN ANALOGISCHE TESTER GEBRUIKEN VOOR HET METEN VAN WISSELSPANNINGEN
EN DE MOTOR AAN HET MINIMUM TOERENTAL HOUDEN,
OM EEN WISSELSPANNING TE HEBBEN MET EEN FREQUENTIE DIE ZO DICHT MOGELIJK BIJ 50HZ MOET ZIJN,
ZODAT MEN DE DOELTREFFENDE SPANNING KAN METEN DIE WORDT GELEVERD DOOR DE REGELAAR (ONGEVEER 12V)
Controle laadcapaciteit oplaadinrichting
3) DE ACCU WORDT NIET OPGELADEN
Defecten in het gelijkstroomgedeelte van de spanningsregelaar kunnen, afhankelijk van het soort
defect, de volgende ongemakken veroorzaken:
a) De zekering brandt door te hoge spanning (kortsluiting spanningsregelaar) waardoor de accu niet
wordt opgeladen.
b) Accu wordt niet opgeladen (spanningsregelaar
onderbroken).
Handelingen
a) De zekering brandt door (kortsluiting spanningsregelaar) Controleer of de bekabeling die
van de zekering naar het contactslot loopt niet beschadigd is, en daardoor kortsluiting naar de massa veroorzaakt (waardoor schade aan de spanningsregelaar wordt uitgesloten); als de zekering
pas doorbrandt nadat de contactsleutel op "ON"
wordt gezet met de connector van de regelaar losgekoppeld, moet worden gecontroleerd of de bekabeling en de inrichtingen achter het contactslot
geen kortsluiting naar de massa veroorzaken.
Meet vervolgens de weerstand tussen contact 3
(wit) en contact 2 (zwart) van de spanningsregelaar (met connector losgekoppeld).
Als de gemeten waarde ver afwijkt van de aangegeven waarde, vervang dan de spanningsregelaar
aangezien hij is kortgesloten.
b) De accu wordt niet opgeladen (spanningsregelaar onderbroken).
EL INST - 56
MSS Fly 50 4TElektrische installatie
Om te controleren of er afwijkingen zijn in het oplaadgedeelte van de spanningsregelaar, moet
eerst de accu worden nagekeken door er 2 testers
(een om de spanning te meten en een ander om
de stroomsterkte te meten) op aan te sluiten zoals
aangegeven in de tweede afbeelding, en volg de
hieronder aangegeven procedure:
Start de motor (door het rode kabeltje even met de
positieve pool van de accu te verbinden, om te
voorkomen dat het instrument dat de spanning
meet beschadigd raakt).
Controleer of er een spanning van minimaal 13V
is (accu opgeladen) en een laadstroom van 1,5 ÷
2A met de verlichtingsinstallatie en de starter losgekoppeld zoals beschreven in het hoofdstuk
"CONTROLE SPANNINGSREGELAAR".
Door het toerental van de motor te verhogen nemen de laadstroom en -spanning progressief toe,
bij een toerental van boven de 4000 toeren/min.
moet een laadstroom van circa 4,5A worden gemeten; door de verlichtingsinstallatie, de starter,
het remlicht en de claxon weer in te schakelen
kunnen laadstroomwaarden van ≥ 5A worden gemeten, en spanningswaarden van 14 ÷ 14,5V
(spanningsdrempel van de regelaar).
Als waarden worden gemeten die niet in overeenstemming zijn met die hierboven zijn beschreven, vervang dan de spanningsregelaar;
in het omgekeerde geval moeten de bekabeling en de aansluitingen worden gecontroleerd. ~ 8 MΩ
Elektrische kenmerken
weerstand van de spanningsregelaar
~ 8 MΩ
EL INST - 57
Elektrische installatieMSS Fly 50 4T
Gesloten accu
INSTRUCTIES VOOR DE VERFRISSINGSLADING VOOR STOCKAGE MET OPEN CIRCUIT
1) Controle van de spanning
Vooraleer de accu op het voertuig te installeren,
controleert men de spanning bij open circuit met
een normale tester.
-Wanneer de spanning hoger is dan 12,60V, kan
de accu zonder verfrissingslading worden geïnstalleerd.
-Wanneer de spanning lager is dan 12,60V, moet
men een verfrissingslading uitvoeren, zoals uitgelegd in punt 2).
2) Modaliteit met acculading met konstante
spanning
-De constante spanningslading is gelijk aan
14,40÷14,70V
-De beginstroom van de lading is gelijk aan
0,3÷0,5 x de nominale capaciteit
-Duur van de lading: 10÷12 h aangeraden
Minimum 6 h
Maximum 24 h
3) Modaliteit met acculading met konstante
stroom
-Ladingsstroom gelijk aan 1/10 van de nominale
capaciteit van de accu zelf
-Duur van de lading: 5 u
WAARSCHUWING
- WANNEER DE ACCU ERG LEEG IS (VEEL MINDER DAN
12,6V), IS HET MOGELIJK DAT 5 UREN VAN OPLADEN
NIET VOLDOENDE ZIJN VOOR HET BEREIKEN VAN DE
OPTIMALE PRESTATIES.
IN DEZE CONDITIES IS HET ALLESZINS NOODZAKELIJK
OM NIET MEER DAN 8 UREN ACHTEREENVOLGENS OP
TE LADEN, OM ZO ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE
ACCU TE VERMIJDEN.
1 Hou de buis verticaal
2 Constateer het peil
3 De drijver moet vrijgemaakt zijn
EL INST - 58
MSS Fly 50 4TElektrische installatie
Droog geladen accu
Dit is het elektrisch onderdeel dat de grootste zorg en het meest nauwgezette onderhoud vereist. De
belangrijkste onderhoudsvoorschriften zijn:
1) Controle van het peil van de elektrolyt
Het elektrolytpeil moet regelmatig worden gecontroleerd, en moet het bovenste peil bereiken. Om het
peil te herstellen gebruikt men enkel gedestilleerd water.
Wanneer men regelmatig water moet bijvoegen, controleert men de elektrische installatie van het voertuig: de accu is overbelast en zal vlug beschadigd raken.
2)Controle van de staat van de lading
Nadat men het elektrolytpeil heeft herstelt, controleert men de dichtheid met de speciale dichtheidsmeter (raadpleeg de figuur).
De opgeladen accu moet een dichtheid van 30÷32 Bé hebben, overeenkomstig een specifiek gewicht
van 1,26÷1,28 bij een temperatuur van minstens 15° C.
Indien de dichtheid zich onder de 20° Bé bevindt, is de accu volledig leeg en moet men deze dus
bijvullen.
Op het einde van de lading moet men het peil en de dichtheid van de elektrolyt van elke element
controleren. Indien men het voertuig voor een bepaalde periode niet gebruikt (1 maand en meer), moet
men de accu regelmatig opladen.
Na 3 maanden is de accu volledig leeg.
Bij de hermontage van de accu op het voertuig moet men opletten om de verbindingen niet om te keren;
de draad van de massa (zwart), aangeduid met (-), moet worden verbonden met de - negatieve klem,
terwijl de andere twee rode draden, aangeduid met (+), moeten verbonden worden aan de + positie-ve klem.
De normale lading moet uitgevoerd worden met de specifieke acculader (enkel) of (meervoudig), door
de schakelaar van de acculader op het type van op te laden accu te plaatsen. De verbindingen met de
voedingsbron moeten uitgevoerd worden door de overeenkomstige polen te verbinden (+ met + en met -).
4) reiniging van de accu
Men raadt aan om de accu steeds rein te houden, vooral het bovenste deel, en om de klemmen met
vaseline te beschermen.
WAARSCHUWING
- Vooraleer men de accu oplaadt, verwijdert men de doppen van elk element. Hou vrije vlammen of
vonken uit de buurt van de accu tijdens het laden.
Verwijder de accu van het voertuig door eerst de negatieve terminal los te maken.
LET OP
- GEBRUIK NOOIT ZEKERINGEN MET EEN HOGERE CAPACITEIT DAN AANBEVOLEN.
- HET GEBRUIK VAN EEN ZEKERING MET ONGESCHIKTE CAPACITEIT, KAN SCHADE AAN HET
HELE VOERTUIG OF ZELFS BRAND TOT GEVOLG HEBBEN.
LET OP
NORMAAL EN DRINKBAAR WATER BEVAT MINERAALZOUTEN DIE SCHADELIJK ZIJN VOOR
DE ACCU'S, DAAROM MAG MEN ENKEL EN ALLEEN GEDESTILLEERD WATER GEBRUIKEN.
EL INST - 59
Elektrische installatieMSS Fly 50 4T
LET OP
DE ACCU MOET VÓÓR HET GEBRUIK WORDEN OPGELADEN, OM MAXIMALE PRESTATIES TE
GARANDEREN.
WANNEER DE ACCU NIET GOED WORDT OPGELADEN VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK MET EEN
LAAG ELEKTROLYTPEIL, HEEFT DIT TOT GEVOLG DAT DE ACCU EERDER BESCHADIGD
RAAKT.
- De elektrolyt van de accu is giftig, en veroorzaakt ernstige brandwonden. Bevat zwavelzuur. Vermijdt
dus het contact met de ogen, de huid en de kleding. In geval van contact met de ogen en de huid, wast
men zich overvloedig met water voor ongeveer 15 minuten, en raadpleegt men zo snel mogelijk een
arts.
Wanneer men de vloeistof inslikt, moet men onmiddellijk en overvloedig water of melk drinken. Daarna
drinkt men magnesiummelk, een geklutst ei of vegetale olie. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Accu's produceren explosieve gassen; hou ze uit de buurt van open vlammen, vonken of sigaretten;
ventileer de ruimte wanneer de accu wordt opgeladen in een gesloten ruimte.
Draag steeds een veiligheidsbril wanneer men in de buurt van accu's werkt.
Hou ze buiten het bereik van kinderen.
1)-Nadat men het korte gesloten buisje en de doppen heeft verwijderd, voegt men zwavelzuur toe in
de elementen, van de kwaliteit voor accu's met specifiek gewicht 1,26 dat overeenkomt met 30°Bé aan
een temperatuur van niet minder dan 15°C, tot men het bovenste peil heeft bereikt.
2)-Laat voor minstens 2 uren rusten, en herstel daarna het peil met zwavelzuur.
3)-Binnen 24 uur laadt men op met de specifieke acculader (enkel) of (meervoudig) aan een intensiteit
van ongeveer 1/10 van de nominale capaciteit van de accu zelf, en tot de dichtheid van het zuur ongeveer 1,27 bedraagt, wat overeenkomt met 31 Bé, en tot deze waarde zich stabiliseert.
4)-Na het opladen, egaliseert men het zuur (door gedestilleerd water toe te voegen). Plaats de dop
en reinig zorgvuldig.
5)-Na deze handelingen, installeert men de accu op het voertuig, door correct de verbindingen te respecteren tussen de bekabeling en de klemmen van de accu.
WAARSCHUWING
- NA DE INSTALLATIE VAN DE ACCU OP HET VOERTUIG, MOET MEN, OM DE REGELMATIGE
UITSTROMING VAN DE GEVORMDE GASSEN TOE TE LATEN, HET KORTE BUISJE (MET GESLOTEN UITEINDE) DAT ZICH NABIJ DE + POSITIEVE KLEM BEVINDT VERVANGEN MET HET
OVEREENKOMSTIGE LANGE BUISJE (MET OPEN UITEINDE), DAT OP HET VOERTUIG IS GEMONTEERD.
- Verwijder de 2 bevestigingsmoeren van de collector aan de kop
- Draai de 2 bevestigingsbouten los van de knaldemper aan de carter, en verwijder daarna de
volledige uitlaat, door op te letten voor de interferentie tussen de steunbeugel van de uitlaat en de
koelkap.
Demontage motor uit het voertuig
Demontage motor uit het frame
-Maak de accu los.
-Demonteer de volledige uitlaat.
-Demonteer het achterwiel.
-Demonteer de mechanische transmissie van de achterrem.
-Maak de elektrische terminals los.
-Demonteer de commandotransmissies van de gashendel.
-Maak de bebuizing los (benzine-commando van het onderdrukkraantje).
-Maak de achtervork los aan de kant van de motor
-Maak de onderste bevestiging van de achterste schokdemper los
WAARSCHUWING
Let zeer goed op wanneer men met benzine handelt.
LET OP
Wanneer men de accu installeert, bevestigt men eerst het positieve kabeltje en vervolgens het negatieve kabeltje.
WAARSCHUWING
Men raadt het gebruik aan van een veiligheidsbril, wanneer men slaggereedschap gebruikt.
MOT VOERT - 62
INDEX VAN DE ONDERWERPEN
MOTORMOT
MotorMSS Fly 50 4T
Automatische transmissie
Transmissiedeksel
-Verwijder de 12 bevestigingsbouten.
-Verwijder de toevoerdop van de olie, en verwijder
het deksel.
Wanneer deze handeling rechtstreeks op het
voertuig wordt uitgevoerd, moet men de mof voor
de koeling van de transmissies en de bevestigingen van de luchtfilterdoos verwijderen.
N.B.
OM HET DEKSEL TE VERWIJDEREN, AGEERT MEN OP DE
SPECIALE AANHANGSELS DOOR MIDDEL VAN EEN HAMER.
Kickstart
-Verwijder het startrondsel, door te drukken op de
starthendel, om de verwijdering ervan te vergemakkelijken.
-Verwijder de bout en de hendel van de kick-start.
-Verwijder de seeggerring en de rondel, aangeduid in de figuur.
-Verwijder het getande deel.
WAARSCHUWING
HET DEEL HOUDT DE VEER GESPANNEN; LET OP OM
ONGEVALLEN TE VERMIJDEN
Luchtkanaal
-Voor de demontage van de aanzuigmond van het
transmissiedeksel, is het voldoende om de drie in
de figuur aangeduide bouten te verwijderen.
MOT - 64
MSS Fly 50 4TMotor
Demontage lager steun as aandrijfpoelie
- Verwarm de carter lichtjes vanaf de binnenkant,
om het gelakte oppervlak niet te beschadigden, en
verwijder de lager met behulp van de as van de
aangedreven poelie of met een pin met dezelfde
diameter.
N.B.
BIJ MOEILIJKHEDEN KAN MEN DE GENERISCHE EX-
TRACTOR VAN 8MM VOOR INTERN GEBRUIK GEBRUIKEN.
Montage lager steun as aandrijfpoelie
Hermonteer het kussentje met behulp van een bus met dezelfde diameter van de externe piste van het
kussentje, nadat men lichtjes de carter binnenin heeft verwarmd.
N.B.
BIJ ELKE HERMONTAGE VERVANGT MEN HET KUSSENTJE MET EEN NIEUW.
LET OP
TIJDENS DE HANDELINGEN VAN DE DEMONTAGE/HERMONTAGE VAN HET KUSSENTJE, LET
MEN OP OM HET GELAKTE OPPERVLAK VAN HET DEKSEL NIET TE BESCHADIGEN.
Demontage aangedreven poelie
- Blokkeer het koppelingsblok met het speciale gereedschap.
- Verwijder de moer, het koppelingsblok en de volledige groep van de geconduceerde poelie.
N.B.
DE GROEP KAN OOK WORDEN GEDEMONTEERD MET
GEMONTEERDE MOTORPOELIE.
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het
vliegwiel
MOT - 65
MotorMSS Fly 50 4T
Controle koppelingshuis
- Controleer of het koppelingsblok niet versleten of
beschadigd is.
- Meet de binnendiameter van het koppelingsblok.
Technische kenmerken
Diameter van het koppelingsblok/standaardwaarde
Ø 107+0,2 +0 mm
Diameter van het koppelingsblok/max. toegelaten waarde na gebruik
Ø 107,5 mm
Gemeten excentriciteit / max.
0,20 mm
Demontage koppeling
- Maak het gereedschap klaar met de lange pinnen, vastgemaakt aan de buitenkant in positie
«A», plaats de volledig geconduceerde poelie in
het gereedschap en steun met de centrale bout.
LET OP
EEN EXCESSIEVE BLOKKERING VAN DE CENTRALE
BOUT KAN HET GEREEDSCHAP VERVORMEN.
- Met een pijpsleutel van 34 mm verwijdert men de
blokkeermoer van de koppeling.
- Los de centrale bout, door de veer van de geconduceerde poeliegroep te lossen
- Scheidt de onderdelen.
Speciaal gereedschap
020444Y Gereedschap voor de montage/demontage van de koppeling op de geconduceerde poelie
MOT - 66
MSS Fly 50 4TMotor
Controle koppeling
- Controleer de dikte van het wrijvingsmateriaal
van de koppelingsmassa's.
- De massa's mogen geen sporen van smeermiddelen vertonen. Indien dit wel het geval is, moeten
de dichtingen van de groep van de geconduceerde
poelies worden gecontroleerd.
N.B.
DE MASSA'S MOETEN TIJDENS HET INRIJDEN EEN CEN-
TRAAL CONTACTOPPERVLAK HEBBEN, EN MOGEN
NIET VAN ELKAAR VERSCHILLEN.
AFWIJKENDE CONDITIES KUNNEN HET SCHEUREN VAN
DE KOPPELING VEROORZAKEN.
LET OP
OPEN DE MASSA'S NIET MET WERKTUIGEN, OM TE
VOORKOMEN DAT DE BELASTING VAN DE TREKVEREN
VERANDERT.
Technische kenmerken
Controle van de Minimumdikte
1 mm
Beugel bevestiging pennen
- Verwijder de klemband met behulp van 2 schroevendraaiers.
- Verwijder de 3 geleidingspinnen en de beweegbare halfpoelie.
MOT - 67
MotorMSS Fly 50 4T
Demontage lagers aangedreven halfpoelie
- Verwijder de lager door de specifieke extractor in
de onderste kant van de vaste halfpoelie te plaatsen
LET OP
PLAATS DE DICHTINGSBOORD VAN DE EXTRACTIE-
TANG TUSSEN HET UITEINDE VAN HET KUSSENTJE EN
DE INGEVOEGDE DICHTINGSRING.
Speciaal gereedschap
001467Y029 Kussenblok met externe ø van 38
mm
- Verwijder de elastische dichtingsring van het bollenkussentje.
- Verwijder het bollenkussentje vanuit de zit van de
koppeling met het specifiek gereedschap.
N.B.
DE HALFPOELIE MOET GOED WORDEN GESTEUND, ZO-
DAT HET SCHUIVEND OPPERVLAK VAN DE TRANSMISSIERIEM NIET WORDT VERVORMD
Speciaal gereedschap
020376Y Handvat voor adapters
020363Y Geleider van 20mm
Controle vaste aangedreven halfpoelie
- Controleer of er geen tekens van slijtage aanwezig zijn op het werkoppervlak van de riem; in het
omgekeerde geval vervangt men de halfpoelie.
- Controleer of de kussentjes niet abnormaal versleten zijn.
- Meet de buitendiameter van de bus van de
poelie.
Technische kenmerken
Vaste geconduceerde halfpoelie/Standaarddiameter
Ø 33,965 ÷ 33,985 mm
Vaste geconduceerde halfpoelie / Minimum
toegelaten diameter na gebruik
Ø 33,96 mm
MOT - 68
MSS Fly 50 4TMotor
Controle beweegbare aangedreven halfpoelie
- Verwijder de 2 interne dichtingsringen en de 2 Oringen.
- Meet de binnendiameter van de bus van de beweegbare halfpoelie.
-Controleer de oppervlaktes die met de drijfriem in
kontakt staan.
-Plaats de nieuwe oliekeerringen en O-ringen op
de beweegbare halfpoelie.
-Monteer de halfpoelie op de lager.
Aanbeloven producten
AGIP GREASE SM 2 Vet voor de draaiende ring
van het geluidswiel
Vet met molibdeendisulfide en lithiumzeep NLGI
2; ISO-L-XBCHB2, DIN KF2K-20
- Controleer of er geen slijtage is aan de pinnen en aan de band, en monteer de pinnen en de band.
- Smeer met behulp van een vetspuit met een kromme bek de poeliegroep in met ongeveer 6 g vet; dit
wordt gedaan door het vet in één van de gaten binnenin de bus te spuiten, tot er vet uit het tegenoverliggende gat komt. Deze handeling is noodzakelijk om te voorkomen dat er vet voorbij de O-ringen komt.
Aanbeloven producten
AGIP GREASE SM 2 Vet voor de draaiende ring van het geluidswiel
Vet met molibdeendisulfide en lithiumzeep NLGI 2; ISO-L-XBCHB2, DIN KF2K-20
Montage lagers aangedreven halfpoelie
- Monteer een nieuwe kogellager met behulp van
het speciale gereedschap.
- Monteer de elastische blokkeerring van het bollenkussentje.
- Monteer de nieuwe lager met het opschrift leesbaar aan de buitenkant.
LET OP
DE HALFPOELIE MOET GOED WORDEN GESTEUND, OM
ZO DE GESCHROEFDRADE UITEINDEN NIET TE BESCHADIGEN TIJDENS DE MONTAGE VAN DE KUSSENTJES.
MOT - 69
MotorMSS Fly 50 4T
Speciaal gereedschap
020376Y Handvat voor adapters
020456Y Adapter Ø 24 mm
020362Y Geleider van 12 mm
020171Y Drevel voor rollenkoker met ø van 17
mm
Controle borgveer
- Controleer of de contrastveer van de geconduceerde halfpoelie niet vervormd is
- Meet de vrije lengte van de veer
Technische kenmerken
Standaardlengte
118 mm
Minimum toegestane lengte na gebruik
XXXX
- Controleer de dikte van het wrijvingsmateriaal
van de koppelingsmassa's.
- De massa's mogen geen sporen van smeermiddelen vertonen. Indien dit wel het geval is, controleert men de groep van de geconduceerde
poelies.
N.B.
DE MASSA'S IN PROEFPERIODE MOETEN EEN CEN-
TRAAL CONTACTOPPERVLAK HEBBEN EN MOGEN NIET
VAN ELKAAR VERSCHILLEN. AFWIJKENDE CONDITIES
KUNNEN HET SCHEUREN VAN DE KOPPELING VEROORZAKEN.
LET OP
OPEN DE MASSA'S NIET MET HET GEREEDSCHAP, OM
EEN VARIATIE VAN DE SPANNING VAN DE TREKVEER TE
VERMIJDEN.
Technische kenmerken
Minimum toegelaten dikte:
1 mm
MOT - 70
MSS Fly 50 4TMotor
Montage koppeling
- Voorassembleer de geconduceerde poeliegroep
met veer, gaine en koppeling.
- Plaats de veer met de gaine
- Plaats de onderdelen in het gereedschap en
voorlaadt de veer, door op te letten om de plastic
gaine en het uiteinde van de geschroefdrade
greep niet te beschadigen.
- Hermonteer de blokkeermoer van de koppeling
en draai hem vast met het voorgeschreven koppel.
LET OP
OM DE KOPPELINGSMOER NIET TE BESCHADIGEN, GE-
BRUIKT MEN EEN PIJPSLEUTEL MET KLEINE AFRONDING.
LET OP
PLAATS HET NIET AFGERONDE OPPERVLAK VAN DE
MOER TEGEN DE KOPPELING
Aandraaikoppels (N*m)
Blokkeermoer koppelingsgroep op poelie 55 ÷
60 Nm
Montage aangedreven poelie
-Hermonteer de groep van de geconduceerde
poelie, het koppelingsblok en de moer, door het
gebruik van het specifiek gereedschap.
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het
vliegwiel
Aandraaikoppels (N*m)
Moer van de as van de geconduceerde poelie
40 ÷ 44 Nm
MOT - 71
MotorMSS Fly 50 4T
V-snaar
- Controleer of de transmissieriem niet beschadigd
is en in de holtes van de tandwielen geen scheurtjes vertonen.
- Controleer de breedte van de riem.
Technische kenmerken
Transmissieriem / minimum breedte:
17,5 mm
Demontage aandrijfpoelie
- Blokkeer de motorpoelie met het speciale gereedschap.
- Demonteer de centrale moer met de rondel, verwijder de aandrijving en het plastic ventilatortje.
- Verwijder de vaste halfpoelie.
- Verwijder de riem en de begrenzende rondel, en haal de mobiele halfpoelie met de bijbehorende lager
eraf; let er daarbij op dat de rollen en de contrastplaat die daar vrij op zijn gemonteerd, er niet uitkomen.
Speciaal gereedschap
020451Y Blokkering van de startkroon
Controle behuizing rollen
1) Controleer of de huls en de schuifringen van de
beweegbare poelie niet bekrast of vervormd zijn.
2) Controleer de schuifpisten van de rollen op de
contactpoelie; er mag geen slijtage aanwezig zijn,
en controleer de staat van het contactoppervlak
van de riem op de halfpoelies (beweegbare en
vaste).
3) Controleer of de rollen geen gemarkeerde facettering hebben op het schuifoppervlak, en dat de
metalen koppeling niet buiten de boord van de
plastic dop komt.
MOT - 72
MSS Fly 50 4TMotor
4) Controleer de integriteit van de schuifsleden
van de contactplaat.
- Controleer of het in de figuur getoond intern kussenblok geen abnormale slijtage vertoont, en meet
de interne diameter «A».
- Meet de buitendiameter «B» van de in de figuur
getoonde lager van de poelie.
LET OP
HET KUSSENBLOK NIET SMEREN EN REINIGEN.
Technische kenmerken
Motorpoelie / Max. diameter
20,12 mm
Motorpoelie/ Standaarddiameter:
20,021 mm
Motorpoeliebus/ Maximum diameter:
XXX mm
Motorpoeliebus/ Standaarddiameter:
20 -0,020/-0,041mm
Montage aandrijfpoelie
- Distantieer manueel de geconduceerde halfpoelie door ze naar de koppelingsgroep te trekken, en
plaats de riem door de juiste rotatiezin van de eerste montage te respecteren.
N.B.
HET IS GOED OM DE RIEM STEEDS TE MONTEREN MET
DE OPSCHRIFTEN LEESBAAR, WANNEER DEZE GEEN
MONTEERZIN HEEFT.
- Hermonteer de speciale onderdelen van de
groep (rollenhoudergroep compleet met bus, begrenzingsrondel, vaste halfpoelie, koelschroef van
de riem met aandrijving, rondel en moer).
- Maak de blokkeermoer vast aan het koppel van
20 N·m, en voer vervolgens een definitieve blokkering uit van 90°, door de rotatie van de motorpoelie te verhinderen met het specifiek gereedschap.
N.B.
MOT - 73
MotorMSS Fly 50 4T
BIJ ELKE HERMONTAGE MOET MEN EEN NIEUWE MOER
GEBRUIKEN.
LET OP
HET IS ERG BELANGRIJK WANNEER MEN DE VOLLEDI-
GE MOTORPOELIE BEVESTIGT, DAT DE RIEM BINNENIN
VRIJ IS, OM ZO EEN SLECHTE SLUITING EN DE BESCHADIGING VAN DE SCHROEFDRAAD VAN DE DRIJFAS TE
VOORKOMEN.
Speciaal gereedschap
020451Y Blokkering van de startkroon
Aandraaikoppels (N*m)
Moer van de drijfaspoelie 18 ÷ 20 + 90° N.m
Montage transmissiedeksel
- Controleer de aanwezigheid van eventuele slijtage aan het getande deel, aan het asje van het
getande deel, aan de plaatshuls van het deksel,
aan het asje van het rondsel, aan de relatieve zit
in de carter en aan de trekveer.
- Vervang de beschadigde delen.
- Vet de veer.
- Hermonteer het getande deel, door de veer op te
spannen door middel van het specifiek gereedschap.
- Hermonteer de rondel, de seegeerring en de
Kickstart hendel.
Aanbeloven producten
AGIP GREASE MU3 Vet voor de overbrengingskamer van de kilometerteller
Vet met Lithiumzeep, NLGI 3; ISO-L-XBCHA3,
DIN K3K-20
- Plaats het rondsel in zijn zit, door te drukken op de starthendel.
- Monteer de aanzuigmond en blokkeer de 3 bouten.
MOT - 74
MSS Fly 50 4TMotor
-Controleer de aanwezigheid van de centreergreinen en van de dichtingspakking op de oliecarter.
- Hermonteer het deksel, door de 12 bevestigingsbouten vast te draaien aan het voorgeschreven
koppel.
-Hermonteer de toevoerdop van de olie.
Aandraaikoppels (N*m)
Bouten van het deksel van de transmissie 11 ÷
13 Nm
Eindreductie
Demontage naafdop
- Laat de olie uit de achternaaf lopen.
- Verwijder de aandrijfpoelie.
- Verwijder de remschoenen van de achterrem.
- Verwijder de 5 schroeven waarmee het deksel
aan het carter is bevestigd.
- Verwijder het deksel samen met de wielas en
haal hem eruit.
- Verwijder het tussenwiel met de bijbehorende
ringen.
MOT - 75
MotorMSS Fly 50 4T
Demontage lager wielas
- Verwijder de oliekeerring en de seegerring.
- Zorg dat het naafdeksel goed wordt ondersteund
om te voorkomen dat het dichtingsvlak met het
carter beschadigd raakt.
- Verwijder het lager van de wielas met behulp van
het speciale gereedschap.
Speciaal gereedschap
020363Y Geleider van 20mm
020376Y Handvat voor adapters
020477Y Adapter 37 mm
Demontage lager as aangedreven poelie
- Verwijder de seegerring.
- Verwarm het carter van de motor, en zorg er
daarbij voor dat de hete lucht niet op het lager
wordt gericht.
- Haal de as van de aandrijfpoelie samen met het
lager eruit door er met een hamer op te tikken.
MOT - 76
MSS Fly 50 4TMotor
- Verwijder het lager van de as van de aangedreven poelie met behulp van het speciale gereedschap en een tang.
N.B.
GEBRUIK HET SPECIALE GEREEDSCHAP AAN DE KANT
MET DE KLEINSTE BINNENDIAMETER.
Speciaal gereedschap
020452Y Buis voor de demontage en hermontage van de geconduceerde poelieas
Controle naafassen
- Controleer of de drie assen aan de getande oppervlakken, aan de loopvlakken van de kussentjes
en van de oliekeerringen, slijtage of vervormingen
vertonen.
- Wanneer er afwijkingen worden geconstateerd,
moeten de beschadigde onderdelen worden vervangen.
- Controleer het loopvlak ( A ) van het overbrengingstandwerk (slijtage, krassen, enz.)
- Controleer de zit van de poelieas: Oppervlakkige
slijtage ( B ) kan wijzen op onregelmatigheden in
de zitten op de carter of in de loopvlakken van de
poelieas
MOT - 77
MotorMSS Fly 50 4T
Controle naafdop
- Controleer of het kontaktvlak geen deuken vertoont of vervormd is.
- Wanneer er afwijkingen worden geconstateerd,
vervang dan het naafdeksel.
Montage lager wielas
- Ondersteun het naafdeksel met een houten
plank.
- Verwarm het naafdeksel met behulp van een hittepistool.
- Assembleer het lager op de speciale drevel,
smeer hem, en zet hem op zijn plaats.
- Hermonteer de seegerring en de oliekeerring met
behulp van de adapter 42 x 47 mm.
N.B.
PLAATS DE OLIEKEERRING MET DE DICHTINGSLIP
NAAR DE BINNENKANT VAN DE NAAF GERICHT.
Speciaal gereedschap
020150Y Steun voor de luchtverwarmer
020151Y Luchtverwarmer
020376Y Handvat voor adapters
020363Y Geleider van 20mm
020359Y Adapter 42 x 47 mm
MOT - 78
MSS Fly 50 4TMotor
Montage tandwielen naaf
- Monteer de wielas weer op het deksel, en let er
daarbij op dat de dichtingslip van de oliekeerring
niet wordt beschadigd.
- Breng een dun laagje smeervet aan op de twee
ringen van de tussen-smeernippels en monteer er
één op de naaf, zodat hij niet in aanraking komt
met de tandwielen van de wielas wanneer de tussenas erin wordt gezet.
Montage naafdop
- Breng op het naafdeksel het product aan dat
wordt aanbevolen voor oppervlakken en monteer
hem op het carter.
- Installeer de 5 schroeven en draai ze vast met
het voorgeschreven aanhaalkoppel.
N.B.
REINIG HET CONTACTOPPERVLAK VAN HET NAAFDEK-
SEL EN VAN DE HALFCARTER VAN ACHTERGEBLEVEN
PAKKINGRESIDU'S, VOORALEER MEN EEN NIEUWE
PAKKING AANBRENGT.
Aanbeloven producten
Loctite 510 Vloeibare pakking
Pakking
Aandraaikoppels (N*m)
Schroeven naafdeksel 24 - 26
Vliegwieldeksel
Koelkap
- Verwijder de collector compleet met carburator,
door te ageren op de 2 bevestigingsbouten aan de
kap
- Verwijder het bevestigingsklemmetje van de secundaire luchtbuis, en maak ze los
- Verwijder de 4 frontale koppelingsbouten (waarvan 1 in knopvorm) en de laterale bevestigingsbout aan de basis van de carter.
MOT - 79
MotorMSS Fly 50 4T
- Verwijder de 4 laterale bouten
- Verwijder de 3 kappen - Verwijder de dichtingspakking van de kappen op de kop
- Voor de hermontage, herhaalt men de uitgevoerde handelingen van de montage in omgekeerde
zin
LET OP
OPLETTEN VOOR DE CORRECTE PLAATSING VAN DE
VLIEGWIELCONNECTOR.
N.B.
TIJDENS DE VERWIJDERING VAN DE KAP, LET MEN OP
OM DE ELEKTRISCHE BEKABELING VAN DE STATOR
NIET TE BESCHADIGEN.
Koelventilator
- Verwijder de koelschroef, door te ageren op de 3
bevestigingsbouten aan de rotor
- Bij de hermontage let men op om de bevestigingsboringen te doen overeenkomen met de rotor, en sluit men daarna de bouten aan het
voorgeschreven koppel.
Demontage stator
- Verwijder de 2 bouten van de Pick-Up en de 2
bevestigingsbouten van de stator, aangeduid in de
figuur.
- Verwijder de stator en de bijhorende bekabeling.
MOT - 80
MSS Fly 50 4TMotor
Montage stator
- Hermonteer de stator en het vliegwiel volgens de
omgekeerde procedure dan voor de demontage,
en sluit de bevestigingen aan de voorgeschreven
koppels.
N.B.
HET PICK-UP DRAADJE MOET TEGEN DE SMELTLIP OP
DE CARTER WORDEN GEPLAATST, OM TE VERMIJDEN
DAT DEZE WORDT GEPLET DOOR DE GROEP VAN DE
SCHROEFBEDEKKING.
Aandraaikoppels (N*m)
Bouten van de Pick-up 3 ÷ 4 Bouten van de sta-
tor 3 ÷ 4
Vliegwiel en starten
Demontage startmotor
- Draai de bout los op het positieve voedingscontact, en maak het kabeltje los
- Draai de 2 bevestigingsbouten los van het motortje aan de carter, en recupereer de voedingsbekabeling.
MOT - 81
MotorMSS Fly 50 4T
Demontage magnetenvliegwiel
- Blokkeer de rotatie van het vliegwiel door middel
van de kompassleutel.
- Verwijder de moer.
LET OP
HET GEBRUIK VAN EEN ANDERE PASSLEUTEL DAN DE
BIJGEVOEGDE KAN DE BOBINE EN VAN DE STATOR BESCHADIGEN.
- Verwijder het vliegwiel met behulp van de extractor.
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het
vliegwiel
020162Y Trekker van het vliegwiel
Controle onderdelen vliegwiel
- Controleer de integriteit van de magneten binnenin het vliegwiel.
- Controleer of de bespijkering van het vliegwiel
niet loszit.
- Controleer de afwezigheid van vervormingen, die
wrijvingen zouden kunnen veroorzaken op de stator en op de Pick-Up.
- Controleer de integriteit van de winding van de
stator, van de relatieve ijzermagnetische steun en
van de pick-up.
MOT - 82
MSS Fly 50 4TMotor
Starterkrans
- Controleer de integritiet en de vlakheid van de
tanden
Tussentandwielen
- Controleer de integriteit van de verbindingstanden op de kroon en op het startmotortje.
- Controleer de functionaliteit van de opening en
de terugkeer van de bendix.
Montage magnetenvliegwiel
- Hermonteer de stator en de pick-up, door op te
letten om de bekabeling te doen passeren in de
speciale aanhangsels van de carter.
- Hermonteer het vliegwiel op de drijfas, door de
verplichte invoering van het sleuteltje te respecteren, blokkeer daarna de rotatie met het specifiek
gereedschap en draai de moer vast, door hem te
sluiten aan het voorgeschreven koppel.
N.B.
EEN VERANDERING VAN DE AFSTAND VAN DE LUCHT-
SPLEET KAN EEN VERANDERING VEROORZAKEN VAN
DE VOORONTSTEKING, MET ALS GEVOLG ONTPLOFFINGEN, KOPSLAGEN, ENZ
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het
vliegwiel
Aandraaikoppels (N*m)
MOT - 83
MotorMSS Fly 50 4T
Vliegwielmoer 52 ÷ 58
Montage startmotor
- Installeer het startmotortje in de relatieve zit in de
carter.
- Draai de bout vast aan de kant van de kop zonder
ze te sluiten, draai de andere bout vast door het
massakabeltje (zwart) te plaatsen, en sluit de 2
bouten aan het voorgeschreven koppel.
- Draai de blokkeerbout vast van het positieve kabeltje (rood) op het laterale contact.
N.B.
HERMONTEER DE OVERBLIJVENDE ONDERDELEN
ZOALS BESCHREVEN IN DE HOOFDSTUKKEN CILINDER,
KOP, DISTRIBUTIE, SMERING, VLIEGWIEL EN TRANSMISSIE.
Aandraaikoppels (N*m)
Bouten van de startmotor 11 ÷ 13
Thermische groep en distributie
Demontage cilinderkopdeksel
- Verwijder de koelkappen
- Verwijder de 4 bevestigingen van het deksel van
de kleplichters
- Verwjder het deksel compleet met O-ring
- Verwijder de 4 bouten, en verwijder daarna het
deksel van de Blow-by
- Voer de reiniging uit van het labyrint van de
straalpijp en van het membraan (vervang indien
MOT - 84
MSS Fly 50 4TMotor
nodig), en hermonteer daarna de groep op het
deksel.
Zie ook
Koelkap
Demontage aandrijving distributie
- Los voorlopig de centrale bout van de spanner
en verwijder ze met de veer.
- Draai de 2 bevestigingen los, aangeduid in de
figuur, en verwijder de steun van de kettingspanner, door zorgvuldig de dichtingspakking te recupereren.
N.B.
WANNEER DE PAKKING NIET IN OPTIMALE CONDITIES
VERKEERT, MOET MEN DEZE VERVANGEN NADAT MEN
ZORGVULDIG DE CONTACTOPPERVLAKKEN HEEFT GEREINIGD, DIT OM GEEN MOTOROLIELEKKEN TE VEROORZAKEN
- Verwijder de motorpoelie
- Verwijder de ketting van de oliepomp
- Verwijder het deksel van de kleplichters
- Verwijder de centrale bout en de bekerrondel,
aangeduid in de figuur, door de kroon van de nokkenas te blokkeren met het specifiek gereedschap.
N.B.
MOT - 85
MotorMSS Fly 50 4T
OM DE VERWIJDERING VAN DE ONDERDELEN VAN DE
KOP TE VERGEMAKKELIJKEN, RAADT MEN AAN OM DE
DRIJFAS IN DE PUNTFASE TE PLAATSEN (B.D.P. VAN DE
EINDCOMPRESSIE).
Speciaal gereedschap
020565Y Passleutel voor de blokkering van het
vliegwiel
- Verwijder de commandopoelie van de nokkenas en de onderstaande dikte.
- Verwijder het commandorondsel van de distributie van de drijfas
- Voor de verwijdering van de onderste slede van de kettinggeleider, is het mogelijk om te ageren vanaf
de kop, door ze langs boven te verwijderen
N.B.
MEN RAADT AAN OM DE KETTING TE MERKEN, ZODAT DEZELFDE ROTATIEZIN WORDT BEHOUDEN.
-Verwijder de in de afbeelding aangegeven
schroef van het lager.
- Verwijder de nokkenas compleet met kussentje,
door gebruik te maken van het specifiek gereedschap, aangeduid in de figuur.
- Verwijder het kussentje van de nokkenas met
behulp van het specifiek gereedschap, en let op
om een bout te monteren op de nokkenas om de
schroefdraad van de as zelf te beschermen.
N.B.
WANNEER DE KUSSENTJES VAN DE NOKKENAS GE-
SCHEIDEN ZIJN, IS HET ABSOLUUT NOODZAKELIJK OM
EEN NIEUW KUSSENTJE TE MONTEREN.
Speciaal gereedschap
020450Y Gereedschap voor de montage/demontage van de nokkenas
MOT - 86
MSS Fly 50 4TMotor
004499Y Extractor van de kussentjes voor de
assen
004499Y001 Blok voor de extractor van de kussentjes
004499Y002 Bout voor de extractor van de kussentjes
004499Y006 Ring voor de extractor van de kussentjes
004499Y027 detail voor de extractor van de
kussentjes
- Verwijder de pen van de tuimelaars vanuit een
gat aan de vliegwielkant, en verwijder tegelijkertijd
de tuimelaars.
N.B.
MERK DE MONTAGEPOSITIE VAN DE BALANCERINGEN,
OM TE VERMIJDEN DAT MEN DE POSITIE VAN DE AANZUIGING MET DIE VAN DE UITLAAT OMKEERT.
Demontage kop
- Verwijder de koelkap, het distributiecommando,
de nokkenas en de balanceringen.
- Verwijder de bougie.
- Verwijder de twee zijbevestigingen, aangeduid in
de figuur.
- Los in twee of drie keer en in gekruisde volgorde,
de 4 bevestigingsmoeren van de cilinderkop.
- Verwijder de kop, de 2 centreergreinen en de
pakking.
N.B.
INDIEN NODIG KAN DE KOP COMPLEET MET NOKKENAS
EN PIN VAN DE BALANCERINGEN WORDEN VERWIJDERD, ZONDER DAT MEN DE GROEP VAN DE MOTORPOELIE MOET VERWIJDEREN. MEN MOET ER WEL AAN
DENKEN OM DE DISTRIBUTIEKETTING TE STEUNEN MET
EEN STUK METALEN DRAAD, EN OM BIJ DE HERMONTAGE DE KETTINGSPANNER TE REGELEN.
MOT - 87
MotorMSS Fly 50 4T
Demontage kleppen
- Demonteer vervolgens met behulp van het speciale gereedschap waar het in de afbeelding getoonde onderdeel op is gemonteerd, de kegelkleppen, de klepschotels en de klepveren van beide
kleppen.
- Verwijder de oliekeerringen met het speciaal gereedschap.
- Verwijder de onderste steunen ven de veren.
Speciaal gereedschap
020431Y Trekker voor de oliekeerring van de
klep
Demontage cilinder zuiger
- Verwijder de cilinder, en let op voor de 2 centreergreinen van de cilinder op de carter.
- Verwijder de basispakking van de cilinder.
- Om schade aan de zuiger te vermijden, steunt
men deze tijdens de demontage van de cilinder.
- Verwijder de 2 blokkeerringen, de zuigerpen en
de zuiger.
- Verwijder de 3 elastische klemmen van de zuiger.
N.B.
LET OP OM DE ELASTISCHE KLEMMEN TIJDENS DE DE-
MONTAGE NIET TE BESCHADIGEN.
MOT - 88
MSS Fly 50 4TMotor
Controle drijfstangkop
- Meet met behulp van een binnenmicrometer de
diameter van de drijfstangvoet.
N.B.
WANNEER DE DIAMETER VAN DE DRIJFSTANGVOET
HOGER IS DAN DE MAXIMUM TOEGELATEN DIAMETER,
SLIJTAGE OF OVERVERHITTING VERTOONT, VERVANGT
MEN DE DRIJFAS ZOALS BESCHREVEN IN HET HOOFDSTUK "CARTER EN DRIJFAS".
Technische kenmerken
Max. toegestane diameter: controle van de
drijfstangvoet
13,030 mm
Standaarddiameter: controle van de drijfstangvoet
13 +0,025 +0,015mm
Controle zuigerpen
- Controleer de externe diameter van de zuigerpen.
Technische kenmerken
Standaarddiameter: zuigerpen
13 -0 -0,004mm
Minimum toegelaten diameter: zuigerpen
12,990 mm
Controle zuiger
- Bereken de speling van de verbinding tussen de
zuigerstang en de zuiger.
Montagespeling
Speling verbinding zuigerstand 13+0,010+0,005
mm 0,005 ÷ 0,014 mm
- Meet de buitendiameter van de zuiger loodrecht op de as van de zuigerstang.
- Voer deze meting 27 mm onder de zuigerkop uit zoals in getoond in de afbeelding.
MOT - 89
MotorMSS Fly 50 4T
- Maak de zittingen van de dichtingsringen goed schoon met behulp van een oude elastische band.
- Meet met behulp van een voelmaat de speling tussen de dichtingsringen en de holtes van de zuiger,
zoals weergegeven in de afbeelding.
- Indien een grotere speling wordt gemeten dan die in de tabel is aangegeven, vervang dan de zuiger
en de zuigerveren.
-Met een boringmeter meet men de interne diameter van de cilinder, volgens de in de figuur
aangeduide richtingen, en dit in drie verschillende
hoogten.
- Controleer of het koppelingsvlak met de kop geen
slijtage of vervormingen toont.
-De zuigers en de cilinders zijn geklasseerd met
categorieën in functie van de diameter. De koppeling wordt op voet van gelijkheid uitgevoerd (A-A,
B-B, C-C, D-D).
Technische kenmerken
Maximum toegelaten afwijking:
0,05 mm
MOT - 90
MSS Fly 50 4TMotor
- Bij het slijpen moet de cilinder zo worden afgewerkt dat de oorspronkelijke hoek behouden blijft:
120° gekruist.
- Het oppervlak van de cilinder moet de volgende
ruwheid hebben: Ra = 0,30 ÷ 0,50.
- Dit is noodzakelijk om te garanderen dat de dichtingsringen goed op hun plaats komen te zitten,
waardoor een laag oliegebruik en optimale prestaties zijn verzekerd.
- Er zijn zuigers met overmaat voorzien voor het
slijpen van de cilinder, die zijn onderverdeeld in de
twee categorieën, 1° en 2° die overeenkomen met
0,2 - 0,4 mm overmaat. Ook deze zijn geclassificeerd in de 4 categorieën: A-A, B-B, C-C, D-D.
Controle dichtingsringen
- Plaats op alternatieve wijze de 3 dichtingsringen in de cilinder, in de zone waar deze de originele
diameter behoudt. Plaats de ringen in orthogonale positie met de cilinderas, dit met behulp van de
zuiger.
- Meet de opening, raadpleeg de figuur, van de dichtingsringen met een diktemeter.
- Wanneer men hogere waarden opmeet dan diegene die zijn voorgeschreven, moet men onderstaande
segmenten vervangen.
N.B.
VOORALEER MEN OVERGAAT TOT DE VERVANGING VAN DE ENKELE SEGMENTEN, MOET
MEN ER ZICH VAN VERZEKEREN DAT DE VOORSCHRIFTEN GERESPECTEERD ZIJN IN VERBAND MET DE KOPPELINGSSPELINGEN VAN DE DICHTINGSRINGEN MET DE GROEVEN EN
DE ZUIGER MET DE CILINDER. IN ELK GEVAL KUNNEN DE NIEUWE DICHTINGSRINGEN IN
COMBINATIE MET EEN GEBRUIKTE CILINDER STABILISATIECONDITIES VERTONEN, DIE VERSCHILLEN VAN DE STANDAARD.
PAKKINGSRINGEN
Naam
1° segment- standaard-
waarde
2° segment - standaard-
waarde
olieschraapring-stan-
daardwaarde
BeschrijvingAfmetingenAfkortingWaarde
0,08 ÷ 0,200,35
0,05 ÷ 0,200,30
0,20 ÷ 0,700,8
MOT - 91
MotorMSS Fly 50 4T
Montage zuiger
- Monteer de zuiger en de zuigerpen op de drijfstang, en zet daarbij de zuiger met de pijl naar de
afvoer gericht.
- Plaats de blokkeerring van de zuigerpen in het
specifiek gereedschap.
Speciaal gereedschap
020448Y Gereedschap voor de montage van de
zuigerpenblokkeringen
- Met de opening van de positie, aangeduid op het
gereedschap, brengt men de stopring in positie in
het gereedschap, door middel van de drevel.
- Plaats het gereedschap op de drevel, en let op
dat het deel met de afronding van 90° steeds naar
boven gericht is, zoals aangeduid in de figuur.
- Monteer de zuigerblokkering, door gebruik te maken van de plug.
LET OP
HET GEBRUIK VAN EEN HAMER OM DE RINGEN IN PO-
SITIE TE BRENGEN, KAN DE PLAATSZITTEN VAN DE
BLOKKERINGEN BESCHADIGEN.
Keuze pakking
N.B.
MET MAAT «A» WORDT GEMETEN HOE VER DE ZUIGER INSPRINGT, DAT WIL ZEGGEN, HOEVER HET VLAK DAT WORDT GEVORMD DOOR DE KOP VAN DE ZUIGER ONDER HET VLAK
DAT WORDT GEVORMD DOOR DE BOVENKANT VAN DE CILINDER ZAKT. HOE VERDER DE
MOT - 92
MSS Fly 50 4TMotor
ZUIGER IN DE CILINDER ZAKT, DES TE KLEINER ZAL DE TE GEBRUIKEN KOPPAKKING ZIJN
(OM DE COMPRESSIEVERHOUDING TE HERSTELLEN) EN ANDERSOM.
Technische kenmerken
Systeem om compressieverhouding contante te houden
Verhouding: 11,1 ÷ 12,9
CONTROLE UITSTEEKSEL PISTON
NaamMaat ADikte
[/]0,05 ÷ 0,250,35
[/]0,25 ÷ 0,400,25
- Monteer de cilinder provisorisch op de zuiger, zonder voetpakking.
- Monteer een meetklok op het speciale gereedschap, en zet ze allebei op een steunvlak.
- Zet de meetklok op nul op het steunvlak. Monteer het gereedschap, terwijl hij op nul blijft staan, op de
cilinder en zet hem vast met 2 moeren zoals getoond in de afbeelding.
- Draai de krukas tot hij op het BDP staat (wanneer de draairichting van de meetklok omdraait).
- Meet hoe ver de zuiger boven het vlak van de kop uitsteekt, en bepaal op grond van de tabel hieronder
de dikte van de te gebruiken pakking. Als de juiste pakking wordt gekozen zorgt dit ervoor dat de juiste
compressieverhouding blijft behouden.
- Verwijder het speciale gereedschap en de cilinder.
Technische kenmerken
Standaard compressieverhouding
R.C. 11,5 ÷ 12 ÷ 1
MOT - 93
MotorMSS Fly 50 4T
DIKTE VAN DE VOETPAKKING VAN DE CILINDER
KenmerkBeschrijving / Waarde
Hoogte cilinder56,45 ± 0,05
Dikte koppakking (vezel)0,95 ± 0,06
Gemeten afstand0,9 ± 0,05
Dikte voetpakking0,4
Gemeten waarde1 ± 0,05
Dikte voetpakking0,5
DIKTE VAN DE VOETPAKKING VAN DE CILINDER
KenmerkBeschrijving / Waarde
Hoogte cilinder57,15 ± 0,05
Dikte koppakking (staal)0,3 ± 0,05
Gemeten waarde0,20 ± 0,05
Dikte voetpakking0,4
Gemeten waarde0,30 ± 0,05
Dikte voetpakking0,5
In deze motor kunnen twee verschillende soorten koppakking worden gebruikt:
- Vezel-koppakking van vezel dis. 969244 met een dikte van 0,95 mm.
- Stalen koppakking dis. 969393 met een dikte van 0,3 mm.
Om een correcte compressieverhouding te garanderen worden de twee pakkingen gecombineerd met
cilinders met een verschillende hoogte:
- Vezel-koppakking met een cilinder met een hoogte van 56,45 mm.
- Stalen koppakking met een cilinder met een hoogte van 57,15 mm.
De twee pakkingen worden beide met de reserveonderdelen geleverd om revisie te kunnen uitvoeren.
De groepen cilinder-zuiger-zuigerstang die met de reserveonderdelen worden geleverd zijn allemaal
bestemd voor een cilinder met een hoogte van 57,15 mm.
MOT - 94
MSS Fly 50 4TMotor
Montage dichtingsringen
- Monteer de olieschraapklem vanaf de veer, en
let op dat de uiteinden van deze laatste elkaar niet
overlappen. Monteer daarna de twee elastische
klemmen, zodat de openingen hiervan en van de
olieschraapklem nooit uitgelijnd zijn.
- Monteer de 2° dichtingsring met de identificatieletter «T» naar de kop van de zuiger gericht.
- Monteer de 1° dichtingsring met de referentie
«T» naar de kop van de zuiger gericht.
- Plaats de openingen van de segmenten zigzagsgewijs op 120°, zoals aangeduid in de figuur.
- Smeer de delen in met motorolie.
N.B.
OM EEN BETERE STABILISATIE TE VERKRIJGEN, ZIJN
DE 2 DICHTINGSRINGEN GEREALISEERD MET EEN CONTACTDEEL AAN DE KEGELVORMIGE CILINDER. DAAROM IS HET BELANGRIJK OM DE KLEMMEN TE MONTEREN MET DE INDICATIE "T" NAAR BOVEN GERICHT.
- Plaats op alternatieve wijze de 3 dichtingsringen
in de cilinder, in de zone waar deze de originele
diameter behoudt. Plaats de ringen in orthogonale
positie met de cilinderas, dit met behulp van de
zuiger.
- Meet de opening, raadpleeg de figuur, van de
dichtingsringen met een diktemeter.
- Wanneer men hogere waarden opmeet dan diegene die zijn voorgeschreven, moet men onderstaande segmenten vervangen.
N.B.
VOORALEER MEN OVERGAAT TOT DE VERVANGING VAN DE ENKELE SEGMENTEN,
MOET MEN ER ZICH VAN VERZEKEREN DAT
MOT - 95
MotorMSS Fly 50 4T
DE VOORSCHRIFTEN GERESPECTEERD ZIJN
IN VERBAND MET DE KOPPELINGSSPELINGEN VAN DE DICHTINGSRINGEN MET DE
GROEVEN EN DE ZUIGER MET DE CILINDER.
IN ELK GEVAL KUNNEN DE NIEUWE DICHTINGSRINGEN IN COMBINATIE MET EEN GEBRUIKTE CILINDER STABILISATIECONDITIES
VERTONEN, DIE VERSCHILLEN VAN DE
STANDAARD.
PAKKINGSRINGEN
NaamBeschrijv
ing
1° seg-
ment-
standaar-
dwaarde
2° seg-
ment -
standaar-
dwaarde
olie-
schraap-
ring-stan-
daar-
dwaarde
AfmetingenAfkortingWaarde
0,08 ÷
0,20
0,05 ÷
0,20
0,20 ÷
0,70
0,35
0,30
0,8
Montage cilinder
Indien op deze motoren de vier stiftschroeven van de cilinder worden vervangen, moeten de moeren
van de kop worden vastgedraaid volgens de hieronder beschreven procedure.
Deze procedure is anders dan die in de handleidingen van het voertuig is aangegeven:
Moeren bevestiging kop (alleen voor vervanging stiftschroeven) 6÷7 N*m +90° + 90° + 90°
Dat de sleutel 45° terug moet worden gedraaid is noodzakelijk om te voorkomen dat de stiftschroeven
worden uitgerekt.
- Zet de voetpakking van de cilinder met de hierboven vastgestelde dikte op zijn plaats.
- Monteer vervolgens de cilinder zoals in de afbeelding aangegeven.
- Het is mogelijk de zuiger boven het vlak van het
carter te houden met behulp van het speciale gereedschap.
N.B.
VOORALEER MEN DE CILINDER MONTEERT, BLAAST
MEN ZORGVULDIG DE SMEERLEIDING UIT, EN OLIET
MEN DE CILINDERPIJP.
Speciaal gereedschap
MOT - 96
MSS Fly 50 4TMotor
020288Y Vork voor de montage van de zuiger
op de cilinder
Controle kop
- Met een gerectificeerde staaf controleert men of
het kopvlak geen slijtage of vervormingen toont.
- Controleer of de loopvlakken van de nokkenas
en de pin van de balanceringen geen slijtage vertonen.
- Controleer of er geen slijtage is aan het vlak van
het kopdeksel, de aanzuigcollector en de uitlaatcollector.
- Controleer of er geen slijtage is aan de groep
kettingen, de commandopoelie van de nokkenas
en het rondsel.
- Wanneer men slijtage opmerkt, vervangt men
deze onderdelen; bij slijtage aan de ketting, het
MOT - 97
MotorMSS Fly 50 4T
rondsel of de poelie, vervangt men de volledige
groep.
- Verwijder de centrale bout en de veer van de
spanner. Er zich van verzekeren dat er geen slijtage is aan het éénrichtingsmechanisme.
- Controleer de integriteit van de veer van de spanner.
- Wanneer men slijtage opmerkt, vervangt men de
volledige groep.
Controle klepdichting
- Meet de breedte van het dichtingsoppervlak van
de klepzittingen.
Technische kenmerken
Breedte dichtingsoppervlak: Inlaat
1,5 mm
Breedte dichtingsoppervlak: Uitlaat
1,6 mm
- Plaats de klep in de kop.
- Probeer afwisselend de 2 kleppen.
- De test moet worden uitgevoerd door de collector
met benzine te vullen, en te controleren of ze niet
lekt vanuit de kleppen, door ze enkel met een vinger dicht te duwen.
MOT - 98
MSS Fly 50 4TMotor
Controle slijtage klepzittingen
- Verwijder eventuele koolstofresten van de klepgeleiders.
- Meet de binnendiameter van iedere klepgeleider.
- Deze meting moet worden uitgevoerd langs de
duwrichting van de tuimelaar, en op drie verschillende hoogten.
Technische kenmerken
Geleider uitlaat: Standaard diameter
5 +0 +0,012 mm
Geleider uitlaat: Slijtagelimiet
5,022 mm
Geleider inlaat: Standaard diameter
5 +0 +0,012 mm
Geleider inlaat: Slijtagelimiet
5,022 mm
- Wanneer de waarden van de breedte van de afdruk van de klepzit of de diameter van de klepgeleider
hoger zijn dan de voorgeschreven limieten, vervangt men de kop.
- Controleer de breedte van de afdruk op klepzit «V»
Technische kenmerken
Slijtagelimiet:
Max. 1,6 mm.
Controle kleppen
- Controleer de diameter van de klepsteel op de
drie in de afbeelding aangeduide punten.
- Bereken de speling tussen de klep en de klepgeleider.
Technische kenmerken
Minimaal toegestane speling: Inlaat
4,970 mm
Minimaal toegestane speling: Uitlaat
4,960 mm
Montagespeling
Standaardspeling: Inlaat 0,015 ÷ 0,042 mm Standaardspeling: Uitlaat 0,025 ÷ 0,052 mm
MOT - 99
MotorMSS Fly 50 4T
- Controleer of de oppervlakken die met het uiteinde van de stelschroef in contact komen geen
slijtage vertonen.
- Indien het dichtingsoppervlak van de klep groter
blijkt te zijn dat de voorgeschreven limiet, op één
of meerdere punten onderbroken of krom blijkt,
vervang dan de klep.
Technische kenmerken
Standaard lengte van de klep: Inlaat
70,1 mm
Standaard lengte van de klep: Uitlaat
69,2 mm
Montagespeling
Max. toegestane speling: Inlaat 0,052 mm Max.
toegestane speling: Uitlaat 0,062 mm
- Indien er bij de hierboven beschreven controles geen onregelmatigheden werden opgespoord, is het
mogelijk om dezelfde kleppen te gebruiken. Om de best mogelijke dichtingskenmerken te verkrijgen,
raadt men aan om de kleppen te polijsten. Voor deze handeling raadt men aan om zachtjes te wrijven,
en door een polijstmiddel met fijne korrels te gebruiken. Tijdens de handeling van het polijsten houdt
men de kop in horizontale positie, om te vermijden dat overblijfselen van polijstpasta kunnen binnendringen in de koppeling stang/geleider van de klep.
LET OP
OM STREEPVORMING TE VOORKOMEN OP HET CONTACTOPPERVLAK, MAG MEN NIET VOLHARDEN MET DE ROTATIE VAN DE KLEPPEN WANNEER HET POLIJSTMIDDEL OP IS. WAS
ZORGVULDIG DE KOP EN DE KLEPPEN MET EEN PRODUCT, AANGEPAST AAN HET TYPE VAN
HET GEBRUIKTE POLIJSTMIDDEL.
Controle veren en kegelkleppen
- Nagaan of de schijfjes van de bovenste ondersteuning van de veren en de splitpennen geen
abnormale slijtageverschijnselen vertonen.
MOT - 100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.