Knoppen en functieknop
Zoomknop
Fotograferen W/T (Groothoek / Tele) : Hiermee zoomt u in en uit.
Weergeven / : Geeft meer beelden tegelijk weer - Indexweergave /
Vergroot beelden (gezoomde weergave).
Ontspanknop
Hiermee stelt u scherp (half indrukken) of maakt u uw opname (helemaal indrukken).
Zoeker
Fotograferen : Hierdoor observeert u het
beeld tijdens het fotograferen.
Weergeven : Geeft opgeslagen beelden
weer.
Macro / Spotmeetknop
Fotograferen : Activeert de Macro-functie of de lichtmeetfunctie.
● Macro
Groothoek: 0,1 m – 0,6 m / Tele: 1,2 m – 2,0 m
● Spotmeting
Verricht de meting binnen het autofocuskader in de zoeker.
(Normaal wordt de digitale ESP-meting geactiveerd. Een digitale ESP-meting
wordt verricht aan het midden van het onderwerp en het omringende vlak.)
● Tijdens een macro-opname wordt een spotmeting uitgevoerd.
Weergeven : Afdrukwachtrij.
Flitserfunctieknop
Fotograferen : Selecteert de flitserfunctie.
AUTO (Geen indicatie)
De flitser ontsteekt bijweinig licht en tegenlicht
automatisch.
Vermindert het rode-ogeneffect aanzienlijk.
De flitser ontsteekt altijd.
SLOW1/ SLOW2/ SLOW
Past de flitser aan aan lange sluitertijden.
Weergeven : Voorkomt het abusievelijk wissen van beelden.
Pendelknop
Menu : Selecteert de menufuncties en opties en stelt die in.
Fotograferen : Stelt van de betreffende fotografische functies diafragma,
sluitertijd en belichtingscompensatiewaarden in.
Weergeven : Selecteert weer te geven beelden.
OK/Menu-knop
Hiermee opent u het menuscherm of stelt
u geselecteerde menufuncties in.
Monitor
Fotograferen : Hiermee observeert u het beeld tijdens het
fotograferen.
Weergeven : Geeft opgeslagen beelden weer.
Monitor / Quick View-knop (Snelweergave)
● Schakelt de monitor in en uit.
● Door tweemaal kort achter elkaar op deze knop te
drukken, geeft u het laatst opgeslagen beeld weer.
Menufuncties
Verplaatsen door het menuscherm
1
Opmerking:
De inhoud van het hoofdmenu
en de beschikbare
menufuncties zijn afhankelijk
van de ingestelde functie.
(Voor de details raadpleegt
u de Reference Manual.)
Hoofdmenu
(Functieknop in de stand „P“)
Als u in stap 2
MODE MENU selecteert
Vanuit alle functies, behalve en (Snelmenuinstelling) kunt u de functies waaruit het hoofdmenu
bestaat geheel naar uw eigen wensen wijzigen.
CAM
PIC
CARD
SET
Opent het menu CAMERA
Opent het menu PICTURE (Beeld)
Opent het menu CARD
(Geheugenkaartje)
Opent het menu SET (Instellen)
2 3 4
Indrukken
Om te
selecteren
Om te
selecteren
Om elk van de menu's te openen
Flitserschakelaar
Klapt de flitskop omhoog.
Functieknop
Automatisch : De ontspanknop indrukken is voldoende voor een volautomatische
belichte opname.
Portret : Zorgt voor een scherp afgebeeld gelaat tegen een wazige achtergrond.
Sport : Geschikt voor het vastleggen van snel bewegende acties zonder
bewegingsonscherpte.
Landschap-Portret : Zowel onderwerp als achtergrond worden scherp afgebeeld.
Landschap-Scène : Geschikt voor het fotograferen van landschappen en andere scènes
buitenshuis.
Nachtscène : Geschikt voor het 's avonds of 's nachts fotograferen.
Zelfportret : Hiermee fotografeert u uzelf door zelf de camera vast te houden.
: Hiermee fotografeert u filmbeelden.
My Mode : Hiermee activeert u uw voorkeursinstellingen.
A/S/M : Hiermee stelt u zelf diafragma en/of sluitertijd met de hand in.
(Diafragmavoorkeuze /
Sluitertijdvoorkeuze /
Handinstelling)
P (Programmagestuurd) : De camera stelt diafragma en sluitertijd in.
Weergeven : Geeft een beeld weer.
Oogcorrectieknop
Hiermee past u de zoeker aan aan uw gezichtsvermogen.
Cameraschakelaar
Hiermee schakelt u de camera in en uit.
AE-geheugen / Knop Voorkeursinstellingen
Fotograferen : Belichting met behulp van het AE-geheugen.
Weergeven : Roteert een beeld.
Knop Zelfontspanner / Afstandsbediening
Fotograferen (/ ): Selecteert de functie Zelfontspanner / Afstandsbediening.
Fotograferen met de zelfontspanner.
Fotograferen met de afstandsbediening (hiervoor heeft u de optionele Afstandsbediening RM-1 nodig).
Weergeven : Hiermee wist u één beeld tegelijk.
Menufuncties tijdens fotograferen
DRIVE
ISO
A/S/M
1/2/3/4
SLOW
NOISE
REDUCTION
(Ruisonderdrukking)
MULTI
METERING
DIGITALZOOM
FULLTIME AF
AF MODE
PANORAMA
2 IN 1
FUNCTION
AF AREA
INFO
CAMERA
CARD
Menufuncties tijdens weergeven
(Stilstaande beelden)
Toont achtereenvolgens alle opgeslagen beelden (diavertoning).
CARD SETUP
Hiermee formatteert u kaartjes (FORMAT) of wist u alle beelden op het
kaartje (ALL ERASE).
CARD (Geheugenkaartje)
WB
SHARPNESS
CONTRAST
SATURATION
Hiermee stelt u de opslagfunctie (resolutie) in.
Hiermee brengt u de witbalans in overeenstemming met de lichtbron.
Met deze functie kunt u de witbalans met de hand fijninstellen.
Hiermee stelt u de beeldscherpte in.
Hiermee stelt u het beeldcontrast in.
Hiermee stelt u de kleurdiepte in zonder dat daarbij de kleurtoon gewijzigd
wordt.
PICTURE
CARD SETUP
Hiermee formatteert u het kaartje
(alle op het kaartje opgeslagen beelden gaan verloren).
ALL RESET
PW ON/OFF
SETUP
REC VIEW
Hiermee bepaalt u of bij het uitschakelen van de camera de huidige
camera-instellingen wel of niet opgeslagen worden.
Hiermee selecteert u de taal waarin de tekst in de LCD-monitor wordt
weergegeven.
Met deze functie stelt u het beeld in dat in de LCD-monitor wordt
weergegeven wanneer de camera in of uitgeschakeld wordt.
Hiermee bepaalt u of het beeld dat op een kaartje opgeslagen wordt wel of
niet in de monitor getoond wordt.
Hiermee stelt u het akoestisch signaal dat de camera afgeeft bij
waarschuwingen, enzovoort in op OFF / LOW / HIGH.
SETUP
SHUTTER
SLEEP
MY MODE
SETUP
FILE NAME
PIXEL
MAPPING
m/ft
VIDEO OUT
BATTERY
SAVE
SHORT CUT
CUSTOM
BUTTON
Hiermee stelt u de toon en het volume in. Er zijn twee opties voor elke selectie.
Hiermee stelt de tijd in waarna de camera in de sluimerstand gezet moet
worden.
Hiermee legt u instellingen vast die geactiveerd moeten worden als de
camera in de stand gezet wordt.
Hiermee specificeert u hoe bestandsnamen en mappen benoemd worden
van beelden die op het geheugenkaartje opgeslagen moeten worden.
Hiermee controleert u de CCD en de beeldbewerkingschakelingen op fouten.
Hiermee stelt u de helderheid van de monitor in.
Hiermee stelt u datum en tijd in.
Hiermee stelt u de bij het met de hand scherpstellen gebruikte maateenheid
in - meter of Engelse voet.
Hiermee stelt u het voor uw TV-ontvanger benodigde televisiesysteem -
NTSC of PAL - in. Het televisiesysteem kan per land verschillen.
Met deze functie is het mogelijk de camera met geringere
energieconsumptie te gebruiken.
Hiermee kunt u veel gebruikte functies als snelmenu aan het hoofdmenu
toevoegen.
Hiermee kunt u een veel gebruikte functie toekennen aan de knop
Voorkeursfunctie van de camera.
Met deze functie maakt u het beeldbestand kleiner.
Vergroot een deel van het beeld en slaat dat op in de vorm van een nieuw beeld.
EDIT (Bewerken – Stilstaande beelden)
INFO (Informatie)
Wijzigt de hoeveelheid fotografische informatie die in de monitor getoond wordt.
PLAY (Weergeven)
Tijdens Weergeven kan geluid aan stilstaande beelden worden toegevoegd
of al eerder opgenomen geluid worden gewijzigd.
SCREEN SETUP
VOLUME
Hiermee registreert u een opgeslagen beeld, zodat u dat kunt selecteren
met PW ON SETUP en / of PW OFF SETUP.
Met deze functie stelt u het volume in waarmee opgenomen geluid
afgespeeld wordt.
Hier selecteert u het aantal beelden waaruit het indexbeeld moet bestaan
(4 / 9 / 16 beelden).
SETUP (Instellen)
De functies ALL RESET, , PW ON/OFF SETUP, , , en VIDEO OUT zijn
dezelfde als beschreven in SETUP onder „Menufuncties tijdens fotograferen“.
Belangrijk
Geachte Koper/Koopster,
Zorg ervoor dat het Nederlandse garantiebewijs geheel is ingevuld en afgestempeld door uw
leverancier. Bewaar de aankoopbon zeer zorgvuldig. Als u onverhoopt gebruik moet maken van
de garantievoorwaarden, dient u deze bescheiden te overleggen.
Toont een histogram dat de helderheidverdeling van het opgeslagen beeld weergeeft.
MOVIE PLAY (Filmbeelden weergeven)
Geeft filmbeelden weer. Ook kunt u uit de afzonderlijke filmbeelden indexen van stilstaande
beelden samenstellen.
Hiermee selecteert u een van de functies (Eén beeld fotograferen),
(Repeterende opnamen), (Zeer snelle repeterende opnamen),
(Repeterende opnamen met AF) of BKT (Automatische proefbelichting)
Hiermee kiest u de ISO-equivalente gevoeligheid (gebaseerd op de
gevoeligheid van normale lichtgevoelige film) uit AUTO/100/200/400.
Voor de belichtingsfunctie kunt u kiezen uit A (Diafragmavoorkeuze Auto), S
(Sluitertijdvoorkeuze Auto) of M (Handinstelling).
Hiermee kiest u een van de fotografische functies MY MODE 1,
MY MODE 2, MY MODE 3, MY MODE 4.
Hiermee stelt u voor verschillende fotografische condities de lichtopbrengst
van de flitser in.
Met deze functie past u de flitser aan aan lange sluitertijden.
Vermindert de ruis in met lange belichtingen gefotografeerde beelden.
Bepaalt de beste belichting door aan acht verschillende punten in het beeld
te meten.
Het maximale optische zoombereik (10x) kan door 3x digitaal te zoomen
nog verder worden vergroot tot circa 30x.
Deze functie houdt het beeld te allen tijde scherp, zonder dat u daarvoor de
ontspanknop half hoeft in te drukken.
Met deze functie kiest u de gewenste automatische scherpstelfunctie
(iESP of SPOT)
Met deze functie kunt u, tijdens het fotograferen van stilstaande beelden,
geluid opnemen.
Met deze functie fotografeert u objecten op slechts 0,04 m afstand.
Met deze functie kunt u met kaartjes van het merk Olympus CAMEDIA
panorama opnamen maken.
Met deze functie combineert u twee achtereenvolgens gemaakte opnamen
tot een enkel beeld.
Hiermee fotografeert u beelden in zwart-wit of sepia
Bij deze functie kunt u met de pendelknop een ander autofocusvlak kiezen.
Hiermee wijzigt u de hoeveelheid fotografische informatie die in de monitor
getoond wordt.
Deze functie toont in de LCD-monitor een histogram dat helderheid en
contrast van het onderwerp weergeeft.