Nokia 3210 User Manual [nl]

Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998".
(“Nokia User´s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998”)
Gebruikers­handleiding
9352012
Uitgave 2
Bevestig hier de sticker die in het aankooppakket werd meegeleverd.
Nokia is a registered trademark of Nokia Corporation, Finland. Navi is a trademark of Nokia Mobile Phones. Navi is a trademark of Nokia Mobile Phones.
©1999. Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-1999. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Nokia Mobile Phones operates a policy of continuous development. Therefore, we reserve the right to make changes and improvements to any of the products described in this guide without prior notice.

Naslaggids

Proficiat met de aankoop van deze Nokia-telefoon! Op deze pagina’s worden enkele handige tips gegeven voor het gebruik van de telefoon. Uitvoerigere informatie vindt u verderop in deze handleiding.
Voordat u de telefoon gebruikt
1. Plaats een SIM-kaart in de telefoon. Installeer vervolgens de
batterij en laad deze op. Zie het gedeelte ’Aan de slag’ op pagina
15.
2. Schakel de telefoon in door ingedrukt te houden. Wacht
totdat de naam van het netwerk op het scherm wordt weergegeven.
Belfuncties
Een gesprek voeren
Een gesprek beëindigen
Een gesprek beantwoorden
Een gesprek weigeren
Telefoonnummer opnieuw kiezen
Volume van hoorn instellen
Voicemail bellen
Toets het netnummer en abonneenummer in en druk op (Bellen).
Druk op (Ophangen).
Druk op (Antwoorden).
Druk op .
Druk op bij een leeg scherm om de laatst gekozen nummers weer te geven, selecteer
het gewenste nummer met of en druk op (Bellen).
Druk tijdens een gesprek op of .
Houd ingedrukt (vanuit een leeg scherm).
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Snel opslaan
Snel zoeken
Het toetsenbord vergrendelen/ ontgrendelen
De beltoon instellen voor verschillende omgevingen
Bericht invoeren en verzenden
Telefoonlijstfuncties
Toets een telefoonnummer in en druk op of om de tekst boven te wijzigen in
Opslaan. Druk op (Opslaan).
Toets de naam in en druk op (OK).
Druk vanuit een leeg scherm op , toets de eerste letter van de naam in en blader met of naar de gewenste naam.
Houd ingedrukt om het telefoonnummer weer te geven.
Overige basisfuncties
Druk op (Menu) en vervolgens snel op
/ Druk op (Vrijgeven) en vervolgens
op .
Druk kort op , gebruik of om de gewenste optie te selecteren en druk op
(OK).
Druk op (Menu), , voor de functie Berichten intoetsen.
Toets het bericht in.
Het bericht verzenden: Druk op (Opties), ga naar Zenden met
of , druk op (OK), toets het
telefoonnummer van de ontvanger in en druk op (OK).
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Inhoudsopgave
Naslaggids .............................. 3
Voor uw veiligheid................. 9
Stickers in het aankooppakket .... 10
Beveiligingscode .............................. 11
Netwerkdiensten .............................11
1. De telefoon......................12
De toetsen gebruiken .....................12
Aan/uit-toets..............................12
Cijfertoetsen...............................12
Navi-toets....................................12
Bladertoetsen .............................13
C-toets..........................................13
De schermindicatoren ....................14
2. Aan de slag......................15
Een SIM-kaart plaatsen .................15
Werken met de SIM-kaart ...... 15
Een SIM-kaart in
de telefoon plaatsen.................15
De batterij opladen .........................17
De telefoon in-
en uitschakelen ................................18
Inschakelen .................................18
Uitschakelen...............................19
3. Algemene functies ..........20
Opbellen .............................................20
Internationaal bellen
Het volume van de hoorn
instellen........................................21
Laatstgekozen nummer(s)
herhalen.......................................21
Kiezen vanuit
de telefoonlijst...........................21
Snel zoeken..............................22
...........20
Een nummer kiezen met een
snelkeuzetoets............................22
Tijdens een gesprek
een ander gesprek aangaan....23
Een gesprek beantwoorden ..........24
Een gesprek weigeren...............24
Tijdens een gesprek een andere oproep
beantwoorden.............................24
Berichten beluisteren .....................25
Het toetsenbord vergrendelen .....25
Een telefoonnummer
met een naam opslaan ..................26
Snel opslaan................................28
Een beltoon selecteren
(menu 9-2) ........................................28
De beltoon instellen voor
verschillende omgevingen .............29
4. De menu’s gebruiken ......30
Een menufunctie activeren ...........30
Door het menu
te doorlopen................................30
Met behulp van een
snelkeuzetoets............................31
Een menufunctie sluiten ...............31
Overzicht van
de menufuncties ..............................32
5. De telefoonlijst
gebruiken..............................34
Een naam en telefoonnummer
opvragen (menu 1-1) .....................34
Een servicenummer bellen
(menu 1-2) ........................................34
Een naam en telefoonnummer
opslaan (menu 1-3) ........................35
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 5
Een naam en telefoonnummer
wissen (menu 1-4) ..........................35
Een naam en telefoonnummer
wijzigen (menu 1-5) .......................35
Een beltoon voor een telefoonnummer instellen
(menu 1-6) ........................................35
Een naam en telefoonnummer
zenden (menu 1-7) .........................36
Een naam en telefoonnummer
ontvangen....................................36
Een telefoonnummer toewijzen aan een snelkeuzetoets
(menu 1-9) ........................................36
De snelkeuzetoetsen
gebruiken.....................................37
Overige telefoonlijstfuncties
(Opties - menu 1-8) .......................37
Controleren hoeveel ruimte vrij is in de telefoonlijst
(Geheugenstatus).......................37
De weergave definiëren voor opgeslagen namen en
telefoonnummers ......................37
6. Tekstberichten en
spraakberichten ................... 38
Een bericht lezen
(Inbox - menu 2-1) .........................39
Opgeslagen berichten weergeven
(Outbox - menu 2-2) ......................40
Een bericht intoetsen
en verzenden (menu 2-3) ..............40
Basisstappen...............................41
Tekstinvoer
met woordenlijst........................ 41
Woorden intoetsen via tekstinvoer
met woordenlijst ....................42
Een nieuw woord toevoegen aan het
woordenboek ..........................43
Samengestelde
woorden intoetsen................ 44
De taal wijzigen of tekstinvoer met woordenlijst
uitschakelen............................ 44
Tekstinvoer via
de normale methode................ 44
Afbeeldingen (menu 2-4) .............45
Berichtenopties (menu 2-5) ........46
Set 1 (menu 2-5-1) .................46
Nummer van berichtencentrale
Berichten verzenden als ...... 47
Geldigheid van berichten .... 47
Algemeen (menu 2-5-2) ........ 47
Afleverrapporten Antwoord via zelfde
centrale ....................................47
Info-dienst
(menu 2-6) .......................................47
Voice mailboxnummer
(menu 2-7) .......................................48
................ 46
................. 47
7. Oproep-info
gebruiken .............................49
Gemiste oproepen
(menu 3-1) .......................................50
Ontvangen oproepen
(menu 3-2) .......................................50
Laatst gekozen nummers
(menu 3-3) .......................................50
Laatste oproepen wissen
(menu 3-4) .......................................50
Gespreksduur tonen
(menu 3-5) .......................................51
6 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Gesprekskosten tonen
(menu 3-6) ........................................51
Gesprekskosteninstellingen
(menu 3-7) ........................................51
Oproepkostenlimiet...................51
Kosten tonen in..........................52
Vooruitbetaald krediet
(menu 3-8) ........................................52
8. De telefooninstellingen
aanpassen.............................53
Oproepinstellingen
(menu 4-1) ........................................53
Automatisch herhalen..............53
Snelkeuze.....................................53
Wachtfunctieopties..................54
Eigen nummer zenden .............54
Gebruikte telefoonlijn..............54
Automatisch opnemen.............54
Gebruiksopties (menu 4-2) ...........55
Taalkeuze.....................................55
Celinformatie..............................55
Welkomsttekst ...........................55
Netwerk kiezen ..........................55
Licht ..............................................56
SIM-dienstactie
bevestigen ...................................56
Beveiligingsinstellingen
(menu 4-3) ........................................56
PIN-code vragen........................56
Vaste nummers ..........................56
Closed User Group (CUG) ........ 57
Telefoonbeveiliging................... 57
Toegangscodes wijzigen..........58
Terug naar fabrieksinstellingen
(menu 4-4) ........................................58
9. Gesprekken
doorschakelen ......................59
10. Spelletjes .......................61
11. Calculator en klok ........62
Calculator ..........................................62
Berekeningen maken ................62
Valuta's omrekenen...................63
Klok ......................................................63
Alarmklok (menu 8-1) ..............64
Klokinstellingen
(menu 8-2)...................................65
Datum instellen
(menu 8-3)...................................65
12. De beltonen instellen ...66
Oproepsignaal (menu 9-1) ............66
Soort beltoon (menu 9-2) .............66
Componeren (menu 9-3) ...............66
Een nieuwe beltoon
samenstellen...............................67
Een beltoon ontvangen............68
Beltoonvolume (menu 9-4) ..........69
Type beltoon voor berichten
(menu 9-5) ........................................69
Toetsenbordvolume
(menu 9-6) ........................................69
Alarm- en spelgeluiden
(menu 9-7) ........................................69
13. SIM-diensten.................70
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 7
14. Naslaginformatie .......... 71
DTMF-signalen en verzoeken naar
het netwerk zenden ........................71
DTMF-signalen zenden ............71
Een verzoek aan
het netwerk zenden..................71
De covers van de Nokia
Xpress-on™ vervangen ...................71
Toegangscodes .................................73
Beveiligingscode (5 cijfers) ..... 73
PIN-code (4 tot 8 cijfers) ........73
PIN2-code (4 tot 8 cijfers)......73
PUK-code (8 cijfers)..................74
PUK2-code (8 cijfers)................74
Informatie over de batterij ...........74
De batterij opladen
en ontladen.................................74
Het gebruik van
de batterijen................................75
Accessoires en batterijen ..............76
Onderhoud ...........................77
Belangrijke
veiligheidsinformatie ..........79
Index .....................................84
8 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels
kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer eerst de auto.
INTERFERENTIE
Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor interferentie, waardoor de werking van de telefoon kan worden beïnvloed.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN
Volg alle regels en aanwijzingen op. Schakel de telefoon uit in nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN VLIEGTUIGEN
Draadloze telefoons kunnen interferentie veroorzaken. Het gebruik ervan in een vliegtuig is illegaal.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in tankstations of in de buurt van brandstoffen of chemische stoffen.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt. Houd u aan beperkende maatregelen en volg eventuele voorschriften of regels op.
GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG
Maak alleen normaal gebruik van de telefoon (tegen het oor). Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Laat alleen bevoegd servicepersoneel het apparaat installeren of repareren.
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 9
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan op de telefoon.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
OPBELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in en druk op ( wilt beëindigen, drukt u op ( wilt beantwoorden, drukt u op (
Bellen). Als u een gesprek
Ophangen). Als u een oproep
Antwoorden).
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Houd tweemaal enkele seconden ingedrukt om het scherm leeg te maken. Toets het
alarmnummer in en druk op ( bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Bellen). Geef op waar u zich

Stickers in het aankooppakket

De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning.
Bevestig de sticker op pagina 2 van deze gebruikershandleiding.
Bevestig de sticker op de Club Nokia Invitation Card die in het aankooppakket wordt meegeleverd.
10 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.

Beveiligingscode

De fabrieksinstelling voor de beveiligingscode is 12345. Wijzig deze code (zie ’Toegangscodes wijzigen’ op pagina 58). Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon.

Netwerkdiensten

De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het GSM 900- en GSM 1800-netwerk.
Opmerking: De functie voor twee frequentiebanden is een netwerkdienst. Raadpleeg het lokale netwerk voor het abonneren op en gebruiken van deze functie.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkservices. Dit zijn speciale diensten die worden aangeboden door exploitanten van draadloze netwerken. U kunt pas van deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet abonneert op de gewenste dienst(en) en de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 11

1. De telefoon

In dit hoofdstuk worden de toetsen en schermindicatoren van de telefoon beschreven. Uitvoerigere informatie vindt u elders in deze gebruikershandleiding.

De toetsen gebruiken

Aan/uit-toets

Met de toets boven op de telefoon schakelt u de telefoon in en uit.
U kunt met ook de beltonen voor verschillende omgevingen instellen en de lampjes tijdelijk inschakelen.

Cijfertoetsen

Met tot en met kunt u cijfers en letters intoetsen.
en worden voor speciale doeleinden gebruikt.

Navi-toets

Het gebruik van de telefoon is grotendeels gebaseerd op de Nokia Navi onder het scherm (2).
De functie van deze toets is afhankelijk van de begeleidende tekst die boven de toets wordt weergegeven (1).
In deze gebruikershandleiding wordt het symbool gevolgd door de relevante begeleidende tekst, bijvoorbeeld (Menu) of (Kiezen).
TM
-toets ( )
12 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
De telefoon

Bladertoetsen

Wanneer het scherm leeg is: geeft de
namen en telefoonnummers weer die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. geeft de
lijst met de laatstgekozen nummers weer.
Vanuit het menu: bladeren door menu’s en instellingen.
Tijdens het invoeren van een naam, nummer of tekstbericht: verplaatst de cursor naar links en naar rechts.
Tijdens een gesprek: stelt het volume van de hoorn in.

C-toets

Tijdens het invoeren van een naam of nummer: verwijdert het teken links van de
cursor. Verwijdert alle tekens uit het scherm wanneer u de toets ingedrukt houdt.
Vanuit een menufunctie: keert terug naar het vorige menuniveau. Wanneer u de toets ingedrukt houdt, worden de menufuncties afgesloten.
Wanneer u gebeld wordt: weigert de binnenkomende oproep.
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 13

De schermindicatoren

Schermindicatoren geven informatie over het gebruik van de telefoon.
De indicatoren die hieronder worden beschreven, zijn zichtbaar wanneer de telefoon klaar is voor gebruik en nog geen tekens zijn ingevoerd door de gebruiker: het scherm is leeg.
De indicatoren voor andere functies worden elders in deze handleiding besproken.
1. Geeft aan welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt.
2. Toont de sterkte van het radiosignaal van het cellulaire netwerk
dat op dit moment wordt gebruikt. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal.
3. Geeft aan hoeveel capaciteit de batterij nog heeft. Hoe hoger de
balk, des te groter de capaciteit van de batterij.
TM
4. Toont de huidige functie van de Nokia Navi
-toets ( ).
14 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Aan de slag

2. Aan de slag

Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u eerst een SIM-kaart plaatsen en de batterij installeren en laden.

Een SIM-kaart plaatsen

De telefoon kan uitsluitend worden gebruikt met een geldige miniatuur-SIM-kaart. U kunt deze kaart bestellen bij de netwerkdienst of netwerkexploitant.

Werken met de SIM-kaart

• Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
• De SIM-kaart en de contactpunten kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.

Een SIM-kaart in de telefoon plaatsen

• Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen en de batterij verwijderen.
Verwijder de batterij: Druk de vergrendeling onderaan de achterzijde van de telefoon in (1), schuif de cover omhoog (2) en verwijder de cover van de telefoon (3).
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 15
Druk de vergrendeling aan de bovenzijde van de batterij omlaag (4) en verwijder de batterij uit de telefoon (5).
Verwijder het beschermkapje van de houder van de SIM-kaart: Druk
het geribbelde uiteinde van het kapje in (6), schuif het kapje in de aangegeven richting (OPEN) (7) en verwijder het kapje.
Plaats de SIM-kaart: Plaats de SIM-kaart in de telefoon (8). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten op de kaart aansluiten op de contactpunten van de telefoon.
Plaats het beschermkapje terug op de houder van de SIM-kaart:
Druk het geribbelde uiteinde van het beschermkapje in de richting van de telefoon (9) en schuif het kapje in de juiste richting (tegenovergesteld aan OPEN) (10) en het kapje stevig vastzit.
16 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Aan de slag
Plaats de batterij terug:
Lijn de tabs aan de onderzijde van de batterij uit op de bijbehorende aansluitingen in de telefoon en plaats de batterij in de telefoon terwijl u de vergrendeling aan de bovenzijde van de batterij indrukt.
Plaats de vier pinnetjes van de cover in de uitsparingen op de telefoon (1) en druk de cover omlaag totdat deze vastklikt (2).

De batterij opladen

Opmerking: Laad de batterij niet op als één of beide covers
van de telefoon zijn verwijderd.
1. Sluit de stekker van de lader aan op de onderkant van de telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven.
• U kunt de telefoon tijdens het
opladen gewoon gebruiken.
• Als de batterij helemaal leeg is, duurt het vaak enkele minuten
voordat de indicatiebalk wordt weergegeven.
• De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en de
resterende capaciteit van de batterij. Als u de ACP-7-oplader gebruikt, zal het opladen van de bij de telefoon geleverde batterij ongeveer 6 uur duren.
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 17
3. De batterij is volledig opgeladen wanneer de indicator niet meer
beweegt.
4. Haal de stekker van de lader uit de wandcontactdoos en
telefoon.
Als de tekst Laadt niet op wordt weergegeven, betekent dit dat het opladen is onderbroken. Wacht enkele seconden, maak de stekkers van de lader los, sluit deze opnieuw aan en probeer het nogmaals. Als het opladen nu nog niet lukt, neemt u contact op met uw dealer.
Zie pagina 75 voor meer informatie over het gebruik van de batterijen.

De telefoon in- en uitschakelen

Inschakelen

Houd de toets een seconde lang ingedrukt.
Als een PIN-code moet worden opgegeven: Toets de PIN-code in (deze wordt weergegeven in de vorm van sterretjes: ****) en druk op
(OK).
Zie ook ’PIN-code vragen’ op pagina 56 en ’Toegangscodes’ op pagina 73.
Als een beveiligingscode moet worden opgegeven:
Toets de beveiligingscode in (deze wordt weergegeven in de vorm van sterretjes: *****) en druk op (OK). Zie ook ’Telefoonbeveiliging’ op pagina 57 en ’Toegangscodes’ op pagina 73.
Normale positie: Houd de telefoon net zo vast als elke andere telefoon.
18 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Opmerking: Gebruik de telefoon alleen als beide covers op de telefoon zijn geplaatst.
Tips voor efficiënt gebruik: De telefoon heeft een ingebouwde antenne (zie afbeelding). Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne is van invloed op de gesprekskwaliteit en de telefoon kan meer stroom verbruiken dan noodzakelijk.
Waarschuwing! Schakel de telefoon niet in wanneer het gebruik van draadloze telefoons is verboden of wanneer het gebruik ervan interferentie of gevaar kan veroorzaken.

Uitschakelen

Houd de toets een seconde lang ingedrukt.
Tip: U kunt de telefoon ook uitschakelen door kort op te drukken, vervolgens met of naar Uitschakelen! te gaan en op (OK) te drukken als het scherm leeg is.
Aan de slag
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 19

3. Algemene functies

Opbellen

1. Toets het netnummer en het
abonneenummer in. De tekst Menu verandert in Bellen.
Fouten kunt u corrigeren door te drukken op om het teken links te wissen.
2. Druk op (Bellen) en wacht op de
verbinding. De tekst Bellen verandert in Ophangen.
3. Druk op (Ophangen) om het gesprek
te beëindigen (of het bellen te onderbreken).
Opmerking: Wanneer u de telefoon gebruikt in combinatie met de autoset PPH-1, kunt u overschakelen van handenvrij telefoneren naar privé-telefoneren door de hoorn PPH-1 op te nemen.
Als u weer wilt teruggaan naar handenvrij gebruik, plaatst u de hoorn PPH-1 terug op de houder.

Internationaal bellen

1. Druk tweemaal kort op voor het internationale prefix (het
teken + vervangt de internationale toegangscode).
2. Toets het landnummer, netnummer en abonneenummer in.
3. Druk op (Bellen) om het nummer te kiezen.
20 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Algemene functies

Het volume van de hoorn instellen

U kunt het volume van de hoorn aanpassen tijdens een gesprek. Druk op om het volume te verhogen en op om het volume
te verlagen.

Laatstgekozen nummer(s) herhalen

De laatste acht telefoonnummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen, staan in het geheugen van het toestel. Zie ook ’Laatst gekozen nummers (menu 3-3)’ op pagina 50.
Ga als volgt te werk om een van de laatstgekozen nummers te herhalen:
1. Druk vanuit een leeg scherm eenmaal op
om de lijst met laatst gebelde nummers
weer te geven.
2. Ga met of naar het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op (Bellen).

Kiezen vanuit de telefoonlijst

Als u telefoonnummers hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u een nummer bellen via de bijbehorende naam.
1. Druk op (Menu) (vanuit een leeg scherm).
2. Druk op (Kiezen) (wanneer Telefoonlijst wordt weergegeven).
3. Druk op (Kiezen) (wanneer Zoeken is geselecteerd).
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 21
4. Toets de eerste letter van de naam in (gebruik de toetsen
tot en met ) en druk op (OK). Als u bijvoorbeeld de eerste naam wilt weergeven die begint met de letter “S”, drukt u
viermaal kort op .
U kunt deze stap desgewenst overslaan.
5. Ga met of naar de gewenste naam. U kunt het
bijbehorende telefoonnummer controleren door ingedrukt te houden.
6. Druk op (Bellen).
Zie pagina 26 voor informatie over het opslaan van een nummer bij een naam.
Snel zoeken
Druk op vanuit een leeg scherm. De eerste naam (en/of telefoonnummer) in de telefoonlijst wordt weergegeven. Ga naar de gewenste naam door de eerste letter in te toetsen en vervolgens op
of te drukken.

Een nummer kiezen met een snelkeuzetoets

Als u een telefoonnummer hebt geprogrammeerd onder een van de snelkeuzetoetsen tot en met (zie pagina 36), kunt u dat
nummer op een van de volgende manieren kiezen:
• Druk vanuit een leeg scherm op de gewenste snelkeuzetoets en druk op (Bellen).
•Als de functie Snelkeuze is ingeschakeld (zie pagina 53): houd vanuit een leeg scherm de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het bellen is gestart.
Opmerking: Als u ingedrukt houdt, wordt het nummer van uw voicemail gebeld.
22 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Algemene functies

Tijdens een gesprek een ander gesprek aangaan

U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren (netwerkdienst).
1. Druk op om de tekst boven te wijzigen van Ophangen
in Opties.
2. Druk op (Opties), kies Nieuwe opr., druk op (Kiezen),
toets het telefoonnummer in of kies het nummer in de telefoonlijst en druk op (Bellen).
Het actieve gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Het actieve gesprek wordt aangegeven met en het gesprek in de wachtstand wordt aangegeven met .
3. Schakelen tussen de twee gesprekken: druk op (Opties),
kies Wisselen, druk op (Kiezen).
4. Het actieve gesprek beëindigen: druk op (Opties), kies
Beëindigen, druk op (Kiezen). Het gesprek in de
wachtstand wordt geactiveerd.
Beide gesprekken beëindigen: druk op (Opties), kies Alles
afsluiten, druk op (Kiezen).
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 23

Een gesprek beantwoorden

Wanneer u gebeld wordt, gaat de telefoon over, knipperen de lampjes op de telefoon en wordt tekst weergegeven.
Als het netwerk de beller niet kon identificeren, wordt de tekst Oproep weergegeven.
Als het netwerk de beller kon identificeren, wordt het telefoonnummer van de beller (of de naam, als deze in de telefoonlijst is opgeslagen) weergegeven, vergezeld van de tekst belt.
1. Druk op (Antwoorden) om het gesprek te beantwoorden.
Opmerking: Als het binnenkomende gesprek werd doorgeschakeld vanaf een ander telefoonnummer, kan het teken > worden weergegeven achter Oproep of belt (netwerkdienst).
2. Druk op (Ophangen) om het gesprek te beëindigen.

Een gesprek weigeren

Als u een gesprek wilt weigeren, drukt u op . De beller hoort een “in gesprek”-toon. Als de optie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld (zie pagina 59), wordt de oproep doorgeschakeld naar uw voicemail-postbus.

Tijdens een gesprek een andere oproep beantwoorden

Wanneer de functie Wachtfunctieopties is ingeschakeld (zie pagina
54), wordt u door een pieptoon en door tekst op het scherm
gewaarschuwd dat er een nieuwe binnenkomende oproep is.
Ga hetzelfde te werk als bij het bellen tijdens een ander gesprek. Selecteer nu echter de optie Opnemen.
In een gesprekkenlijst wordt een wachtende oproep aangegeven met .
24 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Algemene functies

Berichten beluisteren

Ga als volgt te werk om uw berichten te beluisteren:
1. Houd vanuit een leeg scherm
ingedrukt om de
voicemail-postbus te bellen.
Als u wordt gevraagd naar het nummer van de postbus, toetst u dit in en drukt u op (OK). Zie ook ’Voice mailboxnummer (menu 2-7)’ op pagina 48.
2. Beluister de ontvangen berichten.
3. Beëindig het gesprek door te drukken op (Ophangen). Als
u tekens hebt ingetoetst, verwijdert u deze eerst uit het scherm met voordat u op (Ophangen) drukt.
Opmerking: Als de tekst Beluisteren boven de toets wordt weergegeven, kunt u de voicemail-postbus bellen door op deze toets te drukken.

Het toetsenbord vergrendelen

De toetsenbordvergrendeling voorkomt dat u per ongeluk toetsen indrukt, bijvoorbeeld wanneer de telefoon zich in uw zak of handtas bevindt.
De vergrendeling inschakelen:
Druk op (Menu) en vervolgens kort op .
Wanneer het toetsenbord is vergrendeld:
• De indicator wordt weergegeven
• U kunt een gesprek beantwoorden door op (Antwoorden) te drukken.
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 25
Opmerking: Mogelijk kunt u nog wel het alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (112). Het nummer wordt alleen weergegeven als alle cijfers zijn ingetoetst.
De vergrendeling uitschakelen:
Druk op (Vrijgeven) en vervolgens kort op .

Een telefoonnummer met een naam opslaan

Een nieuwe naam en telefoonnummer opslaan in de telefoonlijst:
1. Druk vanuit een leeg scherm op
(Menu) (de tekst Telefoonlijst wordt weergegeven) en druk vervolgens op (Kiezen).
2. Ga met naar Nieuwe invoer en druk op
(Kiezen).
3. Toets de gewenste naam in als de tekst
Naam: in het scherm wordt weergegeven.
• Druk op de toetsen tot en met voor de gewenste tekens: druk
eenmaal voor het eerste teken, tweemaal voor het tweede teken (voordat de cursor verschijnt), enzovoort.
Als u bijvoorbeeld de letter “S” wilt intoetsen, drukt u viermaal kort op .
Let wel, er zijn meer tekens beschikbaar dan op de toetsen wordt aangegeven.
• Wanneer de cursor knippert, kunt u het volgende teken
intoetsen.
26 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Algemene functies
4. Volg de onderstaande procedure om de naam te wijzigen.
• Een spatie invoeren: druk op .
• Een leesteken invoeren (bijvoorbeeld . , ? of !): druk op .
• Wisselen tussen hoofdletters en kleine letters: druk kort op . De indicator ABC respectievelijk abc wordt op het
scherm weergegeven.
• Een cijfer invoeren: houd de toets met het gewenste cijfer
ingedrukt.
• Wisselen tussen letters en cijfers: houd ingedrukt. 123
wordt weergegeven als u cijfers kunt invoeren.
• De cursor naar links of rechts verplaatsen: druk op of op
.
• Het teken links van de cursor verwijderen: druk op .
• Het scherm leegmaken: houd ingedrukt.
• Een speciaal teken invoeren: druk op (?!£ verschijnt), ga
met of naar het gewenste teken en druk op (Kiezen) om dit teken in de naam in te voegen.
5. Druk op (OK) als u de naam hebt ingevoerd.
6. Toets achter de tekst Nummer: het
netnummer en abonneenummer in dat u bij de naam wilt opslaan.
Als u hierbij een fout maakt, kunt u het teken links van de cursor verwijderen door op te drukken.
Tip: Als u het telefoonnummer wilt gebruiken vanuit het buitenland, voegt u het teken + (druk tweemaal kort op
) en de landcode in vóór het netnummer en abon-
neenummer.
7. Druk op (OK) als u het telefoonnummer hebt ingevoerd. De
naam en het telefoonnummer zijn nu opgeslagen in de telefoonlijst.
ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved. 27
Loading...
+ 60 hidden pages