BEWAAR DEZE VEILIGHEIDSEISEN OM ZE LATER TE KUNNEN
RAADPLEGEN.
LEEF ALLE WAARSCHUWINGEN EN VEILIGHEIDSEISEN DIE ZIJN
AANGEDUID OP DE AUDIOAPPARATUUR ZORGVULDIG NA.
1 Instructies lezen - Lees alle veiligheidseisen en de gebruiksaanwijzing
alvorens het product te gebruiken.
2 Instructies bewaren - Bewaar de veiligheidseisen en de
gebruiksaanwijzing om ze later te kunnen raadplegen.
3 Waarschuwingen naleven - Leef alle waarschuwingen die zijn
aangeduid op het product en in de gebruiksaanwijzing zorgvuldig na.
4 Instructies naleven - Leef de gebruiks- en bedieningsaanwijzing
zorgvuldig na.
5 Reinigen - Trek de stekker van dit product uit de contactdoos
alvorens het te reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
spuitbussen. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen.
6 Bevestigingen - Gebruik nooit bevestigingen die niet door de
fabrikant van dit product worden aangeraden, aangezien zij gevaar
kunnen opleveren.
7 Water en vocht - Gebruik dit product niet in de buurt van water,
bijvoorbeeld bij een bad, een bak water of de gootsteen, in een natte
kelder of in de buurt van een zwembad of iets dergelijks.
8 Toebehoren - Plaats het product niet op een onstabiele wagen,
rek, driepoot, steun of tafel. Het product kan vallen en ernstig letsel
veroorzaken bij een kind of volwassene. Ook kan het product ernstig
beschadigd worden. Zet het product alleen op een wagen, rek,
driepoot, steun of tafel die door de fabrikant worden aangeraden of
met het product worden verkocht. Bij het opstellen van het product
moeten de instructies van de fabrikant worden nageleefd en moet een
bevestiging worden gebruikt die door de fabrikant wordt aangeraden.
9 Bij het verplaatsen van het product en steun of wagen moet
voorzichtig te werk worden gegaan. Door snel stoppen,
te veel kracht uitoefenen en onregelmatige oppervlakken
kunnen het product en wagen kantelen of omvallen.
10 Ventilatie - Gleuven en openingen in de behuizing dienen voor
ventilatie en een betrouwbare werking van het product. Ook beschermen
zij het product tegen oververhitting. Deze openingen mogen niet
worden verstopt of afgedekt.. Deze openingen mogen nooit worden
geblokkeerd door het product op een bed, bank, mat of iets dergelijks
te plaatsen. Dit product mag niet in een omsloten plaats worden gezet,
zoals een boekenkast of rek, tenzij er voor een goede ventilatie wordt
gezorgd of de instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11 Vermogensbronnen - Dit product mag alleen worden aangesloten op
de vermogensbron die op het betreende etiket staat aangegeven. Indien
u niet zeker weet welke vermogensbron in uw huis wordt gebruikt, neem
dan contact op met de dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. De
allereerste wijze om de versterker van de netvoeding af te sluiten is door de
netstekker uit de contactdoos te verwijderen. U dient zeker te stellen dat
de netstekker steeds beschikbaar is. Trek het netsnoer uit de contactdoos
indien de unit meerdere maanden of langer niet gebruikt zal worden.
12 Aarden of Polarisatie - Dit product zou kunnen uitgerust zijn met
een gepolariseerde wisselstroomlijnstekker (een stekker waarvan
een van de pennen breder is dan de andere). Deze stekker kan op
slechts een manier in de contactdoos worden gestoken. Dit is een
veiligheidsfunctie. Indien u de stekker niet correct in de contactdoos
kunt steken, draai de stekker dan om. Indien de stekker ook dan nog
niet past, neem dan contact op met uw elektricien om de verouderde
contactdoos te vervangen. Overbrug of vernietig het veiligheidsdoel
van de gepolariseerde stekker niet.
13 Netsnoerbescherming - Netsnoeren moeten zo worden gelegd dat er niet
op kan worden gestapt en dat ze niet klem kunnen raken door voorwerpen
die erop of ertegen worden geplaatst. Er moet met name op de snoeren
worden gelet bij de stekkers, bij de aanvullende aansluitingen en bij het punt
waar zij uit het product komen.
14 Aarden van de buitenantenne - Indien er aan dit product een
buitenantenne of een kabelsysteem wordt aangesloten, dient u zeker te
stellen dat de antenne of het kabelsysteem behoorlijk wordt geaard ter
bescherming tegen spanningspieken en statische ladingen die zich hebben
opgebouwd. Artikel 810 van de Nationale Elektrische Code, ANSI/NFPA 70,
verstrekt informatie over het correct aarden van de mast en het steundeel,
het aarden van de inkomende draad in de antenne-afvoereenheid, de
grootte van de aardleiders, het plaatsen van de antenne-afvoereenheid, de
aansluiting aan de aardelektrodes, en de specicaties van de aardelektrode.
OPMERKING VOOR INSTALLATEUR VAN CATVSYSTEEM:
Deze opmerking dient als herinnering voor de installateur van het CATVsysteem dat hij artikel 820-40 van de National Electrical Code (national
elektrische code) dient op te volgen. Dit artikel bevat richtlijnen voor het
op de juiste manier aarden, met name de specicatie dat de aarde voor
de aardingskabel op het aardingssysteem van het gebouw moet worden
aangesloten en wel zo dicht als praktisch mogelijk bij het punt waar de
kabel het gebouw binnenkomt.
15 Bliksem - Trek bij onweer en bliksem of wanneer het apparaat lange tijd
niet gebruikt zal worden de stekker uit de contactdoos. Op deze manier
wordt voorkomen dat het product wordt beschadigd door eventuele
bliksemslag en stroompieken.
16 Elektrische kabels - Een buitenantenne mag niet in de nabijheid van
bovengrondse elektrische kabels of ander lichtnet of elektrische circuits
staan. De antenne zeker ook niet plaatsen daar waar er de mogelijkheid
bestaat dat de antenne op de elektrische kabels of circuits zou kunnen
vallen. Wanneer u een buitenantenne installeert, dient u zeker te stellen
dat u niet in aanraking komt met zulke elektrische kabels of circuits
gezien het levensgevaar.
17 Overbelasting - Ervoor zorgen dat contactdozen, verlengsnoeren en
ingebouwde aanvullende aansluitingen niet overdadig worden belast,
omdat dit kan leiden tot brand of elektrische schok.
18 Voorwerpen en vloeistoen - Duw nooit voorwerpen via openingen
in dit product, omdat zij gevaarlijke spanningsdelen kunnen aanraken
of kortsluitingen kunnen veroorzaken met brand of een elektrische
schok tot gevolg. Mors nooit vloeistof op dit product.
WAARSCHUWING: HET APPARAAT NIET BLOOTSTELLEN AAN
WATER, MORSEN OF SPATTEN EN GEEN VOORWERPEN GEVULD
MET VLOEISTOFFEN, ZOALS VAZEN, OP HET APPARAAT PLAATSEN.
ZOALS BIJ ALLE ELECTRONISCHE PRODUCTEN, ERVOOR ZORGEN
DAT ER GEEN VLOEISTOFFEN IN ENIG ONDERDEEL VAN HET SYSTEEM
TERECHTKOMT. VLOEISTOFFEN KUNNEN TOT STORINGEN LEIDEN
EN/OF BRAND VEROORZAKEN.
Page 3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
19 Beschadigingen waarvoor onderhoud nodig is - Trek de
stekker uit de contactdoos en laat het onderhoud over aan erkend
onderhoudspersoneel indien de volgende omstandigheden zich
voordoen:
a) Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
b) Er is vloeistof op het product gemorst of er zijn voorwerpen in het
product gevallen.
c) Het product werd aan regen of water blootgesteld.
d) Het product werkt niet naar behoren wanneer de
bedieningsinstructies worden opgevolgd. Stel alleen
die bedieningselementen af die in de instructies staan
beschreven aangezien door een onjuiste afstelling van andere
bedieningselementen schade kan ontstaan. Om het product weer
naar behoren te laten werken, zal een erkende technicus vaak een
langdurige procedure moeten uitvoeren.
e) Het product is gevallen of beschadigd geraakt.
f) Indien er een duidelijke verandering in de prestaties van het
let er dan op dat de technicus de vervangingsonderdelen gebruikt die
door de fabrikant zijn aangegeven of die dezelfde kenmerken hebben
als het originele onderdeel. Door niet-geautoriseerde vervangingen
kan er brand ontstaan, kunnen er elektrische schokken worden
opgelopen of kunnen andere gevaren optreden.
21 Veiligheidscontrole - Na het uitvoeren van onderhoud of reparaties
aan het product, dient u de technicus te vragen veiligheidscontroles uit
te voeren om na te gaan of het product naar behoren werkt.
22 Installatie aan wand of plafond - Bevestig dit toestel aan een wand
of plafond volgens de instructies van de fabrikant.
FCCWAARSCHUWING
Door wijzigingen of modicaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door de partij die de verantwoordelijkheid draagt voor conformiteit aan de
regelgeving, kan de gebruiker het recht worden ontzegd de apparatuur te
gebruiken.
HET SYMBOOL VAN DE BLIKSEMFLITS IN EEN DRIEHOEK MAAKT
DE GEBRUIKER EROP ATTENT DAT ER EEN NIET-GEÏSOLEERDE
“GEVAARLIJKE SPANNING” BESTAAT IN DE BEHUIZING VAN HET
PRODUCT, EN DAT DEZE SPANNING HOOG GENOEG KAN ZIJN
OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN OP TE LEVEREN.
HET UITROEPTEKEN IN DE DRIEHOEK MAAKT DE GEBRUIKER
EROP ATTENT DAT ER BELANGRIJKE BEDIENINGS- EN
ONDERHOUDSINSTRUCTIES IN DE DOCUMENTATIE BIJ HET
APPARAAT ZIJN OPGENOMEN.
Wanneer deze apparatuur niet in gebruik is (de aan-/uit-schakelaar staat
in de stand STAND-BY), ontvangt deze toch nominale voeding van het
stopcontact.
OM HET RISICO OP BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG DIT PRODUCT NIET AAN REGEN OF VOCHT WORDEN BLOOTGESTELD.
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN, MOET DE BREDE PEN VAN
DE STEKKER IN DE BREDE GLEUF WORDEN GEPLAATST EN GOED WORDEN
VASTGEDUWD.
Het stopcontact moet zich dicht bij het apparaat bevinden en gemakkelijk
bereikbaar zijn.
LET OP
Door wijzigingen of modicaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door NAD Electronics ten aanzien van conformiteit aan de regelgeving, kan
de gebruiker het recht worden ontzegd de apparatuur te gebruiken.
WAARSCHUWING TEN AANZIEN VAN PLAATSING
Voor een goede ventilatie moet er een ruimte rond de unit worden gelaten
die gelijk is aan of groter is dan hieronder aangegeven. Deze ruimte
moet worden gemeten vanaf de grootste buitenafmetingen, waaronder
uitsteeksels.
Panelen links en rechts: 10 cmPaneel achterzijde: 10 cmPaneel bovenzijde: 50 cm
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR KLANTEN IN HET VERENIGD
KONINKRIJK
Verwijder NOOIT de hoofdstekker van dit apparaat. Indien de gemonteerde
stekker niet geschikt is voor de stopcontacten in uw huis of als de kabel
te kort is om een stopcontact te bereiken, schaf dan een geschikt en
veiligheidstechnisch goedgekeurd verlengsnoer aan, of neem contact
op met uw dealer. Is toch de hoofdstekker verwijderd, NEEM DAN DE
ZEKERING UIT en gooi de STEKKER onmiddellijk weg om te voorkomen
dat gevaar op schokken ontstaat indien het apparaat per ongeluk op de
netvoeding wordt aangesloten. Indien dit product niet is voorzien van
een hoofdstekker of indien er een moet worden gemonteerd, volg dan
onderstaande instructies:
BELANGRIJK
Maak GEEN verbinding naar de grotere klem, die is gemarkeerd met de
letter “E” of met het veiligheids-aardingssymbool of met de kleuren GROEN
of GROEN EN GEEL.
De draden in de hoofdkabel van dit product zijn gekleurd volgens
onderstaande code:
BLAUW – NULBRUIN – SPANNING
INFORMATIE OVER INZAMELING EN VERWERKING VAN GEBRUIKTE
BATTERIJEN RICHTLIJN 2006/66/EG VAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE ALLEEN VOOR
EUROPESE KLANTEN
Wanneer batterijen voorzien zijn van één van
deze symbolen duidt dat aan dat zij moeten
worden behandeld als “afval voor gescheiden
inzameling” en niet als gewoon huisvuil. Het wordt
gestimuleerd dat noodzakelijke maatregelen
worden geïmplementeerd om gebruikte batterijen
zo veel mogelijk gescheiden in te zamelen en
batterijen zo min mogelijk met het gewone
gemengde huisvuil te verwerken.
Bij eindgebruikers wordt erop aangedrongen gebruikte batterijen niet
weg te gooien bij het ongesorteerde huisvuil. Om het recyclen van
gebruikte batterijen op grote schaal mogelijk te maken wordt u verzocht
gebruikte batterijen gescheiden van het huisvuil en op juiste wijze via
een toegankelijk inzamelpunt bij u in de buurt weg te gooien. Neem voor
meer informatie over de inzameling en recycling van gebruikte batterijen
contact op met de gemeentelijke instanties ter plaatse, uw gemeentelijke
reinigingsdienst of het verkooppunt waar u de artikelen hebt aangeschaft.
Aangezien deze kleuren mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde
markeringen op de klemmen in uw stekker, gaat u als volgt te werk:
De BLAUWE draad moet worden aangesloten op de klem die is
gemarkeerd met de letter “N” of die ZWART is.
De BRUINE draad moet worden aangesloten op de klem die is
gemarkeerd met de letter “L” of die ROOD is.
Vervang de zekering indien nodig alleen door een zekering met het juiste
vermogen en van een goedgekeurd type, en vergeet niet het klepje over
de zekering terug te plaatsen.
SCHAKEL BIJ TWIJFEL EEN BEVOEGD ELEKTRICIEN IN.
OPMERKINGEN OVER MILIEUBESCHERMING
Gooi het apparaat aan het einde van zijn bruikbare leven niet bij
het gewone huisvuil maar breng het naar een inzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt ingezameld voor
recycling. Het symbool op het product, de gebruikershandleiding
en de verpakking maakt u hierop attent.
De materialen kunnen worden hergebruikt in overeenstemming met
de markeringen die erop zijn aangebracht. Door middel van hergebruik,
recycling van grondstoen of andere vormen van recycling van oude
producten levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons
milieu. Uw gemeente kan u inlichtingen verstrekken over het inzamelpunt
voor verantwoorde afvalverwerking.
Wanneer u zich houdt aan de voorschriften voor juiste verwerking van
gebruikte batterijen, worden mogelijke gevaarlijke eecten voor de
menselijke gezondheid voorkomen en wordt de negatieve uitwerking
van batterijen en gebruikte batterijen op het milieu tot een minimum
beperkt, en zo draagt u bij aan de bescherming, het behoud en de
kwaliteitsverbetering van het milieu.
OPMERKING: SLUIT HET APPARAAT ALLEEN AAN OP DE
VOORGESCHREVEN WISSELSTROOMVOEDINGSBRON, DUS 120V
60HZ OF 230V 50HZ.
NOTEER HET MODELNUMMER NU U HET NOG KUNT ZIEN
Het model- en serienummer van uw nieuwe C 725BEE bevinden zich aan
de achterkant van de behuizing. Wij raden u aan deze nummers hier te
noteren, zodat u ze later gemakkelijk terug kunt vinden:
WIJ WENSEN U VEEL PLEZIER MET UW NIEUWE APPARATUUR VAN NAD.
De C 725BEE Stereo receiver is een technologisch geavanceerd product
met zeer veel mogelijkheden — toch hebben wij ons grote inspanningen
getroost om het toestel eenvoudig en gemakkelijk in gebruik te maken.
Wij hebben ons best gedaan ervoor te zorgen dat de C 725BEE zo muzikaal
transparant en ruimtelijk nauwkeurig mogelijk is, waarbij wij gebruik
hebben gemaakt van wat een kwart eeuw ervaring in het ontwerpen van
audio- en home-theater-componenten ons heeft geleerd.
Zoals bij al onze producten hebben wij ons voor het ontwerp van de
C 725BEE laten leiden door NAD’s “muziek voorop”-ontwerp, en dat heeft
ertoe geleid dat de C 725BEE voor de komende jaren de belofte inhoudt
van state-of-the-art muziekweergave en muziekgenot op audioel niveau.
We raden u aan nu even tijd te besteden aan het doorlezen van deze
handleiding. Wanneer u hier nu wat tijd in investeert, kan u dat later heel
wat tijd besparen. Bovendien is het de beste manier om er zeker van te zijn
dat u het meeste projt hebt van uw investering in de NAD C 725BEE.
Nog iets: We raden u dringend aan op de NAD-website te registreren dat u
in het bezit bent van een C 725BEE:
http://NADelectronics.com/warranty
Neem voor informatie over garantie contact op met uw plaatselijke dealer.
• de SR 8-afstandsbediening met 2 (twee) AA-batterijen
• De ZR 5 zone-afstandsbediening met 3V CR2025 batterij
• Deze bedieningshandleiding
BEWAAR DE VERPAKKING
Wij verzoeken u de doos en al het verpakkingsmateriaal van uw C 725BEE
te bewaren. Als u verhuist of om een andere reden uw C 725BEE moet
vervoeren, is dit verreweg de veiligste verpakking die u kunt gebruiken.
Wij hebben al vaak gezien dat componenten die verder in perfecte staat
waren, beschadigd raakten omdat ze werden vervoerd in een doos die niet
geschikt was, dus daarom vragen wij u: Bewaar deze doos!
EEN LOCATIE KIEZEN
Kies een goed geventileerde locatie (met enkele centimeters ruimte aan
beide zijden en de achterkant), met een goede zichtlijn van maximaal 7
meter tussen het voorpaneel van de C 725BEE en uw voornaamste kijk/luisterpositie. Op deze manier is een betrouwbare infraroodcommunicatie
via de afstandsbediening mogelijk. De C 725BEE wekt wat warmte op, maar
niet voldoende om van invloed te zijn op omliggende componenten.
AANTEKENING BIJ DE INSTALLATIE
De NAD C 725BEE moet op een stevige, vlakke ondergrond worden
geplaatst. Plaats de apparatuur niet in direct zonlicht of op een plaats waar
zij blootstaat aan warmte of vocht. Zorg voor voldoende ventilatie. Plaats
de unit niet op een zachte ondergrond, zoals vloerbedekking. Plaats de
C 725BEE niet op een afgesloten plaats, zoals in een boekenwand of in een
kast waar de luchtstroom door de ventilatiesleuven wordt belemmerd.
De unit moet worden uitgeschakeld, voordat er verbindingen worden
gemaakt.
DE C 725BEE
De C 725BEE behoort tot de meest technisch geavanceerde Stereo
Receivers, maar wij hebben er hard aan gewerkt het toestel ook één van de
meest muzikaal transparante componenten die verkrijgbaar zijn, te maken.
Dit is wat wij bedoelen met de ontwerplosoe van NAD waarbij “muziek
voorop” staat. Hier zijn een paar voorbeelden:
• De C 725BEE maakt voor alle kanalen gebruik van de Power Drive™
versterkertechnologie van NAD voor een nauwkeurige, lineaire
reproductie, ongeacht welke luidsprekers worden gebruikt. Deze uniek
eciënte voedingsopstelling biedt de realistische voordelen van een
hoog-dynamisch vermogen dat niet wordt beïnvloed door luidsprekers
met een lage impedantie. Door een tweede hoogspanningsrail
aan onze goed-afgeregelde hoogspanningsvoeding toe te voegen,
krijgen we een “overdrive” die de continue stroomvoorziening bijna
kan verdubbelen uitgaande van een kortetermijn dynamische
stroomvoorziening. Het resultaat is een dynamisch, gedetailleerd
geluid bij stereo- en multikanaalsfuncties dat niets te maken lijkt te
hebben met een receiver. Door de exclusieve Soft Clipping™ circuits
van NAD worden de geluidskwaliteit en het dynamische vermogen nog
verder verbeterd.
• De hoogwaardige componenten die voor alle analoge audiocircuits
van de receivers worden gebruikt, maximaliseren de kwaliteit van alle
bronnen.
• Door de uitgangsaansluitingen van de voorversterker (alle kanalen) en
de ingangsaansluitingen van de hoofdversterker kan er op zeer exibele
wijze worden uitgebreid.
• Een tweede set luidsprekerklemmen (luidsprekers B) voor luisteren op
afstand.
• Een RS-232-poort voor geavanceerde zoneregeling en software-
updates via een met Windows® compatibele PC.
• Overal wordt gebruik gemaakt van met goud bedekte connectoren
voor een maximale signaalzuiverheid.
De RCA-aansluitingen op de NAD C 725BEE zijn kleurgecodeerd om het
aansluiten te vergemakkelijken. Rood en wit zijn audio-rechts en audiolinks.
Gebruik hoogwaardige kabels en contactdozen voor een optimale prestatie
en betrouwbare werking. De kabels en aansluitpunten mogen niet zijn
beschadigd en alle connectors moeten stevig op hun plaats worden
bevestigd.
Voor de beste resultaten dient u luidsprekerkabels van AWG-waarde 16 (1,5
mm) of hoger te gebruiken.
Als u denkt de C 725BEE gedurende lange tijd niet te gebruiken, kunt u het
beste de POWER-schakelaar in de stand OFF zetten.
Indien er vocht in de C 725BEE terechtkomt, schakel de unit dan uit en trek
de stekker uit de contactdoos. Laat de unit door een erkende technicus
controleren, alvorens deze weer te gebruiken.
VERWIJDER DE AFDEKKING NIET. IN DE UNIT BEVINDEN ZICH
GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN WORDEN
ONDERHOUDEN.
Reinig de unit met een droge, zachte doek. Bevochtig de doek, indien
nodig, met een sopje. Gebruik geen oplossingen die benzeen of andere
vluchtige middelen bevatten.
1 STANDBY-TOETS: Druk op deze knop, terwijl de POWER-schakelaar
op het achterpaneel in de stand ON staat, en u schakelt de C 725BEE uit
Standby op ON (AAN). De Standby-LED verandert van oranje in blauw en
de Vacuum Fluorescent Display (VFD) wordt verlicht. Wanneer u weer op de
knop Standby knop drukt, keert de C 725BEE terug in de stand standby.
De C 725BEE kan ook vanuit standby worden ingeschakeld door op een
van de toetsen op het voorpaneel te drukken.
2 STANDBY-LED: Deze LED gaat oranje branden wanneer de C 725BEE
de stand standby staat. Wanneer de C 725BEE in de stand ON (AAN)
staat, brandt deze LED blauw.
In die gevallen waarin de C 725BEE verkeerd wordt gebruikt, zoals bij
oververhitting, uitermate lage luidsprekerimpedantie, kortsluiting, enz.,
schakelt de C 725BEE de beveiligingscircuits in: de indicator schakelt op
rood en het geluid wordt onderdrukt. In de stand Protect (Beveiligen)
knippert de Standby-LED rood en wordt “Protect!” ook knipperend in
de VFD weergegeven. In het geval van oververhitting knippert de
Standby-LED in rode kleur en wordt de VFD uitgeschakeld.
Schakel in een dergelijk geval de C 725BEE uit met de Power-toets op
achterpaneel, wacht tot de versterker is afgekoeld en/of controleer de
luidsprekeraansluitingen en let er hierbij op dat de totale luidsprekerimpedantie niet onder 4 Ohm valt. Zodra de oorzaak voor het inschakelen van
het beveiligingscircuit wordt verwijderd, schakel de achterste aan/uit-toets
[Power] in en dan de Standby-toets om de normale bediening te hervatten.
3 BLEND: De BLEND-functie van NAD biedt u de mogelijkheid deze ruis
en dit uitend geluid te verminderen en, in tegenstelling met mono, tegelijkertijd een zekere hoeveelheid van de stereo-afscheiding te behouden. Met de toets Blend wordt deze toepassing in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze stand is ingeschakeld, wordt “Blend On” weergegeven
op de onderste regel van de display; “Blend O” wordt weergegeven
wanneer deze stand niet is ingeschakeld. De status “Blend On” of “Blend
O” kan worden opgeslagen voor individuele voorkeursinstellingen.
4 INFO: Druk op deze knop als u wilt dat de onderste regel van de display diver-
se instellingen en condities, de status of andere informatie laat zien die relevant
is voor het station of de uitzending waarop op dat moment is afgestemd.
5 MEMORY: Druk op deze toets om afgestelde AM-, FM- en digitale zen-
ders onder de 40 voorinstellingen van de C 725BEE op te slaan. Onder
deze 40 voorinstellingen kunnen alle gewenste AM-, FM en digitale
radiozenders worden opgeslagen.
In combinatie met de knop [INFO], kunt u met de knop [MEMORY ] (GEHEUGEN) opgeslagen voorkeuzezenders wissen. Houd de knop [INFO]
ingedrukt en druk daarna op de knop MEMORY - de huidige opgeslagen voorkeuze-instelling wordt gewist. Raadpleeg ook het artikel op
VOORINSTELLINGEN VOOR DE RADIO INSTELLEN in het gedeelte NAAR
AM/FM-RADIO LUISTEREN op de pagina BEDIENING.
6 TUNER MODE (STAND TUNER): In de FM-modus wordt met deze toets tus-
sen “FM Mute On” en “FM Mute O” geschakeld. Selecteer “FM Mute O” voor
zenders met te veel storing of die te zwak zijn. Wanneer deze stand is ingeschakeld, wordt “FM Mute On” weergegeven op de onderste regel van de display;
“FM Mute O” wordt weergegeven wanneer deze stand niet is ingeschakeld.
De status “FM Mute On” of “FM Mute O” kan worden opgeslagen voor individuele voorkeursinstellingen. Raadpleeg ook het artikel op STAND TUNER KIEZEN in
het gedeelte NAAR AM/FM-RADIO LUISTEREN op de pagina BEDIENING.
In de stand DAB kunt u met een druk op deze knop Dynamic Range
Control (DRC - Regeling Dynamisch Bereik), Station Order (Zendervolgorde) of andere te gebruiken opties van het DAB-menu activeren.
Raadpleeg ook het artikel op STAND DAB KIEZEN in het gedeelte NAAR
AM/FM-RADIO LUISTEREN op de pagina BEDIENING.
7 PRESET [ ] : Druk op deze knop om vooruit of terug te stappen
door opgeslagen voorinstellingen van de radio; er is plaats voor 30
voorinstellingen. Deze functie “loopt om”: Als u drukt op [PRESET ]
gaat u door van voorinstelling 40 naar voorinstelling 1, of andersom.
“Ongebruikte” voorinstellingen worden overgeslagen.
8 TUNE [ ] : Door op één van deze knoppen te drukken kunt u een
hogere of lagere AM- of FM-frequentie kiezen. Druk herhaaldelijk op
[TUNE ] als u omhoog of omlaag wilt zoeken – de M4 stopt bij het
eerste voldoende krachtige signaal dat wordt gevonden. Deze functie
“loopt om”, wat betekent dat er doorlopend wordt gezocht langs de frequentiebanden, van het ene uiteinde van de AM- of FM-band naar het andere. Als u op [TUNE ] drukt tijdens het zoekproces, wordt het zoeken
onderbroken. Raadpleeg ook “BEDIENING – NAAR DAB-RADIO LUISTEREN
voor gebruik van [TUNE ] (AFSTEMMEN ) bij gebruik van DAB.
Geeft visuele informatie over de belangrijke standen, instellingen en
functies van het toestel, de status van de actuele bron en andere indicatoren. In de stand Tuner wordt bij andere instellingen van de tuner
informatie weergegeven over de actuele zender of uitzending, zoals die
wordt verstrekt door de service-provider.
10 INFRAROODSENSOR: Richt de afstandsbediening op de sensor van
de afstandsbediening en druk op de knoppen. Stel de sensor van
de afstandsbediening van de C 725BEE niet bloot aan een krachtige
lichtbron, zoals direct zonlicht of directe verlichting. Als u dat doet, kunt
u de C 725BEE mogelijk niet met de afstandsbediening bedienen.
Afstand: Ongeveer 701,04cm (7m) vanaf de voorzijde van de sensor
van de afstandsbediening
Hoek: Ongeveer 30 graden in elke richting van de voorzijde van de
sensor van de afstandsbediening
11 RECORD OUT/ZONE 2 SELECTOR (SELECTIEKNOP OPNAME UIT/
ZONE 2): Deze knop heeft twee functies: selectieknop van bron van opname
en zone. Draai de knop en selecteer de Source (Bron) die u via de uitgang
REC OUT/ZONE 2 (OPNAME UIT/ZONE 2) op het achterpaneel wilt uitsturen.
Het uitgestuurde Source-signaal (Bron) aan de uitgang REC OUT/ZONE 2
(OPNAME UIT/ZONE 2) kan worden gebruikt voor het maken van audio-opnamen of als een inkomend audiosignaal voor een aparte zone in uw huis.
OVER DE FUNCTIE ZONE
Met de functie Zone kunt u tegelijkertijd luisteren naar een andere actieve
Source (Bron) van de C 725BEE die niet dezelfde is als de op dat moment geselecteerde Source (Bron). Bijvoorbeeld, terwijl de C 725BEE in de stand CD staat,
kunt u de knop RECORD OUT/ZONE 2 SELECTOR (SELECTIEKNOP OPNAME UIT/
ZONE 2) op “TUNER” zetten en het audiosignaal van de zender waarop actief is
afgestemd uitsturen naar de uitgang REC OUT/ZONE 2 op het achterpaneel.
U kunt dan het signaal op de REC OUT/ZONE 2-aansluiting uitsturen naar
een andere versterker of receiver die zich misschien op een andere plaats
in uw huis of in het gebouw bevindt. Wanneer u op uw aparte versterker
of receiver de ontvangst van het aangevoerde signaal hebt geselecteerd
en luidsprekers hebt aangesloten, kunt u genieten van de uitzending van
de zender waarop is afgestemd. U kunt het niveau van de zender waarop
is afgestemd, variëren met de Volume-regeling van de aparte versterker of
receiver. Raadpleeg het artikel “DE SR 8-AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN”
in het hoofdstuk “AFSTANDSBEDIENING” op de pagina “BEDIENING”.
12 VOLUME: Met behulp van het bedieningselement VOLUME kan u de globale
geluidssterkte van de signalen die naar de luidsprekers en hoofdtelefoon worden gevoerd instellen. Door naar rechts te draaien kiest u een hogere hoofdvolume-instelling; door naar links te draaien kiest u een lagere hoofd-volumeinstelling. Het bedieningselement VOLUME heeft geen eect op opnames die
worden opgenomen via de uitgangen REC OUT/ZONE 2 maar beïnvloedt toch
het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gezonden.
OPMERKING
Als het Volume-niveau wordt aangepast met de knoppen [VOL ]
van de SR 8 wordt op de onderste regel van de VFD “Volume Up” (Volume Omhoog) weergegeven als het niveau wordt verhoogd of “Volume
Down” (Volume Omlaag) als het niveau wordt verlaagd.
13 PHONES (HOOFDTELEFOON): Het apparaat beschikt over een stereo-stop-
contact van 6 mm voor het luisteren met hoofdtelefoon en het is geschikt voor
traditionele hoofdtelefoons met eender welke impedantie. De hoofdtelefoonaansluiting werkt in parallel met de geselecteerde luidsprekers. Indien u enkel met
een hoofdtelefoon wenst te luisteren, schakel de Luidsprekers A en/of B dan uit.
De bedieningselementen voor de geluidssterkte [VOLUME], de toon [TONE], en
balance [BALANCE] blijven beschikbaar wanneer u met hoofdtelefoon luistert.
Gebruik een passende adapter om een hoofdtelefoon met een andere soort
stekker aan te sluiten, zoals bijv. stereo-stekkers van 3,5 mm voor een walkman.
OPMERKING
U dient wel zeker te stellen dat het bedieningselement voor degeluids-
sterkte [VOLUME] op minimum staat (volledig naar linksgedraaid)
alvorens de hoofdtelefoon aan- of af te sluiten. Het luisterenmet een te
hoge geluidssterkte kan het gehoor beschadigen.
14 A SPEAKERS B (LUIDSPREKERS): De toetsen SPEAKERS A en B scha-
kelen de luidsprekers die respectievelijk aan de aansluitingen SPEAKERS
A en SPEAKERS B op het achterpaneel zijn aangesloten in of uit. Druk op
“A” om de luidsprekers die aan de aansluiting SPEAKER A zijn aangesloten in of uit te schakelen. Druk op “B” om de luidsprekers die aan de
aansluiting SPEAKER B zijn aangesloten in of uit te schakelen.
15 MP SOCKET (MP-AANSLUITING): Sluit met een 3,5 mm stereostekker
het audiosignaal van een Media Player op deze aansluiting aan. De LED
op de knop voor de MP-ingang gaat branden wanneer een externe
Media Player op deze aansluiting wordt aangesloten.
16 INGANGSKEUZETOETSEN: Deze toetsen selecteren de actieve
ingang naar de NAD C 725BEE en het signaal dat naar de luidsprekers,
hoofdtelefoons en de Tape-uitgangen wordt gezonden. De toetsen op
de afstandsbediening hebben dezelfde functies als deze toetsen. De
geselecteerde ingang wordt in de VFD weergeven.
MP (MEDIASPELER): Hiermee wordt een lijnniveau-bron die op de MP-aansluitingen is aangesloten, als actieve ingang geselecteerd. Als de DATA-poort (GEGEVENS-poort) van de als optie verkrijgbare NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1)
op de bijbehorende DATA PORT (GEGEVENSPOORT) op het achterpaneel wordt
aangesloten, uw iPod-speler in de dock is gezet en AUDIO OUT (AUDIO UIT) NAD
IPD 1 ook is aangesloten op de MP-ingang op het achterpaneel, wordt op de
onderste regel van de VFD “iPod Connected” (iPod Aangesloten) weergegeven.
Raadpleeg ook “NAAR UW iPod-SPELER LUISTEREN” onder de kop “BEDIENING”.
Als een externe MEDIASPELER op de MP-aansluiting op het voorpaneel wordt
aangesloten (met een 3,5mm stereostekker) terwijl u naar een MP-bron op
lijnniveau luistert, wordt de externe MEDIASPELER direct geselecteerd en de
MP-bron op lijnniveau onmiddellijk afgesloten. Het wordt aanbevolen het volume te onderdrukken, of naar een andere ingang over te schakelen alvorens
het externe snoer van de MEDIASPELER aan of af te sluiten.
CD: Hiermee wordt de cd-speler (of andere lijnniveau-bron) die op de
CD-aansluitingen is aangesloten, als actieve ingang geselecteerd.
TUNER: Druk herhaaldelijk op deze toets om de tunerfuncties AM, FM
of DAB (alleen de versie voor 230V) te selecteren.
DISC: Hiermee wordt een lijnniveau-bron die op de DISC-aansluitingen
is aangesloten, als actieve ingang geselecteerd.
AUX: Hiermee wordt een lijnniveau-bron die op de AUX-aansluitingen
is aangesloten, als actieve ingang geselecteerd.
TAPE: Hiermee wordt de Tape (of andere lijnniveau-bron) die op de
Tape-aansluitingen aangeslotenis , als actieve ingang geselecteerd.
17 TONE DEFEAT (TOONDEMPING): De toonknoppen worden met deze
toets in- of uitgeschakeld. Op de onderste regel van de VFD wordt “Tone
Defeat” (Toondemping) weergegeven wanneer de toonregeling is kortgesloten of “Tone Active” (Toon Actief) als de toonregeling is ingeschakeld.
18 TOONREGELINGEN: De NAD C 725BEE beschikt over bedieningselementen voor
lage en hoge tonen [BASS en TREBLE] om de klank van uw installatie in te stellen en
in evenwicht te houden. De 12 uur-stand is ‘plat’ zonder dat de klank wordt geboost
of afgesneden en deze stand wordt aangeduid d.m.v. een pal. Draai het bedieningselement naar rechts om de lage [Bass] of hoge [Treble] tonen te verhogen. Draai het
bedieningselement naar links om de lage [Bass] of hoge [Treble] tonen te verlagen.
De toonbedieningselementen hebben geen invloed op de opnames die via de
uitgangen REC OUT/ZONE 2 worden opgenomen maar hebben toch invloed op het
signaal dat naar de voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gevoerd.
19 BALANCE: Met de draaiknop BALANCE worden de relatieve niveaus van
de linker- en rechterluidsprekers afgesteld. De 12 uur-stand zorgt voor
een evenwichtig niveau tussen de linker- en rechterkanalen. Deze stand
wordt met een pal aangeduid. Door het bedieningselement naar rechts te
draaien, verschuift het evenwicht naar rechts. Door het bedieningselement
naar links te draaien, verschuift het evenwicht naar links. Het bedieningselement BALANCE heeft geen eect op opnames die worden opgenomen
via de uitgangen REC OUT/ZONE 2 maar beïnvloedt toch het signaal dat
naar de voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gezonden.
Zorg ervoor dat de C 725BEE is uitgeschakeld of losgekoppeld van het lichtnet alvorens aansluitingen te maken. Tevens wordt aangeraden alle bijbehorende
componenten uit te schakelen of van het lichtnet te ontkoppelen tijdens het aansluiten of ontkoppelen van signaal- of wisselstroomaansluitingen.
1 +12V TRIGGER OUT (12V TRIGGER-UITGANG): De 12V TRIGGER-UITGANG
wordt gebruikt voor het regelen van externe apparatuur die met een 12V
trigger-ingang is uitgerust. Deze uitgang is 12V wanneer de C 725BEE is
ingeschakeld en 0V wanneer de unit is uitgeschakeld of op standby staat.
Deze uitgang kan een stroomsterkte van maximaal 150mA bij 12V aansturen.
2 IR IN/OUT (IR-INGANG/-UITGANG): Deze mini-aansluitingen accepteren
en verzenden codes van afstandsbedieningen in elektrische vorm, waarbij
gebruik wordt gemaakt van standaardprotocols. De aansluitingen zijn
bedoeld voor gebruik met “IR-herhaler” en systemen die over meerdere
ruimtes zijn verdeeld, en voor aanverwante technologieën.
IR IN: Deze wordt op de uitgang van een IR-herhaler (infrarood) (Xantech of
vergelijkbaar) aangesloten of op de IR-uitgang van een andere component,
zodat de C 725BEE vanaf een andere locatie kan worden bediend.
IR OUT: Wanneer dit is aangesloten op de IR IN van een randapparaat,
worden de signalen van de afstandsbediening van het randapparaat
door de infrarood ontvanger van de C 725BEE geaccepteerd voor het
aansturen van de gekoppelde unit.
Alle NAD-producten met IR IN/IR OUT-functies zijn volledig compatibel
met de C 725BEE. Neem voor andere modellen contact op met de
betreende servicespecialisten voor informatie over de compatibiliteit
met de IR-kenmerken van de C 725BEE.
3 MP-INGANG: Ingang voor een MEDIASPELER of een andere signaalbron
op lijnniveau. Gebruik een dubbele RCA-naar-RCA-kabel om de linker- en
rechter-Audio uitgangen van de MEDIASPELER op deze ingang aan te sluiten.
De MP-ingang is ook de aangewezen poort waarop de AUDIO OUT (AUDIO
UIT) van de als optie verkrijgbare NAD IPD 1 kan worden aangesloten.
Wanneer de DATA PORT (GEGEVENSPOORT) van de NAD IPD 1 is aangesloten
op de bijbehorende aansluiting DATA PORT (GEGEVENSPOORT) op het
achterpaneel, uw iPod-speler is gedockt in de NAD IPD 1 en de C 725BEE
in de stand “MP” is gezet, kunt u naar de afspeellijst van uw iPod luisteren.
Raadpleeg ook “NAAR UW iPod-SPELER LUISTEREN” onder de kop “BEDIENING”.
4 CD-INGANG: Ingang voor een cd-speler of een andere signaalbron op
lijnniveau. Gebruik een dubbele RCA-naar-RCA-kabel om de linker- en
rechter-Audio uitgangen van de cd-speler op deze ingang aan te sluiten.
5 DISC-INGANG: Ingang voor extra ingangssignalen op lijnniveau,
zoals een cd-speler, mini-disc-speler of het uitgangssignaal van een
spanningsverhogende versterker voor een platenspeler. Gebruik een
dubbele RCA-naar-RCA-kabel om de linker- en rechter-Audio uitgangen
van de extra unit op deze ingang aan te sluiten.
6 AUX-INGANG: Ingang voor extra ingangssignalen op lijnniveau, zoals een
andere cd-speler. Gebruik een dubbele RCA-naar-RCA-kabel om de linkeren rechter-Audio uitgangen van de extra unit op deze ingang aan te sluiten.
7 TAPE: Aansluitingen voor weergave van een audio-taperecorder van
welk type dan ook. Gebruik een dubbele kabel met aan beide uiteinden
RCA-stekkers en breng de aansluiting tot stand tussen de linker en rechter
“Audio-uitgang” van de taperecorder en de TAPE-aansluitingen voor afspelen
voor zowel RECORD (OPNAME) als ZONE. Bij gebruik als RECORDuitgang kan het Source-signaal (Bron) dat naar deze uitgang wordt
gestuurd, worden gebruikt voor het maken van audio-opnamen.
Bij gebruik als Zone-uitgang, worden voor de zone geselecteerde
audiobronnen naar de bijbehorende audio-ingang van een andere
aparte zone gestuurd. Gebruik verlengkabels van hoge kwaliteit zodat
de invloed van een ruis over lange afstanden wordt voorkomen.
9 PRE OUT (UITGANG VOORVERSTERKER): Aansluitingen aan een externe
eindversterker of processor, zoals een surround-sound decoder. Bij normaal
gebruik is de PRE OUT aangesloten op de Main-In-stopcontacten (Nr 10) met
behulp van de meegeleverde verbindingen. Verwijder eerst deze kabels, voordat
u de C 725BEE op de externe processor of versterker aansluit. Gebruik een
dubbel RCA-naar-RCA-snoer om de linkse en rechtse “Audio-ingangssignalen”
van de eindversterker of processor aan de PRE OUT-stopcontacten aan te sluiten.
OPMERKING
Zet de C 725BEE en de bijbehorende externe eindversterkers altijd UIT
voordat u iets aansluit op de PRE-OUT en MAIN-IN-aansluitingen of de
aansluiting verbreekt. Het PRE OUT-uitgangssignaal wordt beïnvloed
door de instellingen voor volume- en toonregeling van de C 725BEE.
10 MAIN IN (HOOFD IN): Aansluitingen aan een externe voorversterker of
processor, zoals een surround-sound decoder. Bij normaal gebruik zijn
deze aangesloten op de Pre-Out-stopcontacten (Nr. 9) met behulp van de
meegeleverde verbindingen. Verwijder eerst deze kabels, voordat u de C 725BEE
op de externe processor of voorversterker aansluit. Gebruik een dubbel
RCA-naar-RCA-snoer om de linkse en rechtse “Audio-uitgangssignalen” van de
voorversterker of processor aan de MAIN IN-stopcontacten aan te sluiten.
OPMERKING
Schakel de C 725BEE altijd uit alvorens iets aan/van de aansluitingen
PRE OUT en MAIN IN aan of af te sluiten.
11 SUBW OUT (Subwoofer-uitgang): Sluit deze uitgang aan op een
actieve subwoofer of een eindversterkerkanaal dat een passief systeem
aanstuurt.
15 SWITCHED AC OUTLET (GESCHAKELDE AC-UITGANG): Via deze
aanvullende uitgang kan geschakelde voeding op een ander onderdeel of
accessoire worden gezet. Wanneer de schakelaar POWER (AAN/UIT) in de
stand ON (AAN) staat, wordt deze uitgang in- of uitgeschakeld (ON of OFF)
door middel van de schakelaar STANDBY op het voorpaneel of door de
knoppen ON/OFF van de SR 8. Alle apparaten die op deze aansluiting zijn
aangesloten, mogen samen niet meer dan 120 W trekken (alleen de versie
voor 120V) of 115 W (alleen de versie voor 230V).
16 RS-232: Sluit deze interface via de RS-232 seriële kabel (niet bijgeleverd)
aan op een met Windows® compatibele PC, zodat met de handelseigen
pc-software van NAD of een compatibele externe controller de C 725BEE
op afstand kan worden geregeld. NAD is een erkende partner van AMX
en Crestron en ondersteunt deze externe apparaten volledig. Voor meer
informatie kunt u terecht bij uw NAD-audiospecialist.
12 SPEAKERS A, B (LUIDSPREKERS A, B): De NAD C 725BEE is uitgerust
met twee stellen luidsprekeraansluitingen. Gebruik de aansluitingen
Speakers A voor de hoofdluidsprekers en gebruik de aansluitingen
Speakers B voor een tweede paar, bijv. verlengluidsprekers die zich in
een andere ruimte bevinden.
Sluit de rechter luidspreker aan op de aansluitingen die zijn gemarkeerd
met “R +” en “R –” en let er daarbij op dat u de “R +” is aangesloten op
de “+”-aansluiting op uw luidspreker en de “R –” is aangesloten op de
“-”-aansluiting van de luidspreker. Sluit de linker luidspreker op dezelfde
manier aan op de aansluitingen die zijn gemarkeerd met “L+” en “L-”.
Deze unit levert een optimale geluidskwaliteit wanneer deze is
aangesloten op luidsprekers met impedanties die binnen het
bedrijfsbereik van de receiver vallen. Controleer of de luidsprekers een
nominale waarde hebben van minimaal 4 Ohm per luidspreker.
OPMERKING
Gebruik gevlochten kabel van minimaal AWG-waarde 16; speciale
luidsprekerkabel is het best (neem contact op met de audiospecialist
bij NAD). Aansluitingen op de C 725BEE kunnen worden gemaakt
met bananenstekkers (alleen de versie voor 120V) of met nietbeschermde draad of pennen. Gebruik het dwarsliggende gat door
het aansluitstaae voor verbindingen met niet-beschermde draad of
pennen. Door de plastic moer van de aansluiting los te draaien, is een
schone, nette verbinding mogelijk. Draai de plastic moer weer vast.
Verklein het gevaar op kortsluiting door ervoor te zorgen dat u slechts 1
centimeter niet-beschermde draad of pen gebruikt voor het aansluiten.
13 SOFT CLIPPING™ (GELUIDSPIEKEN AFKAPPEN): Voor NAD-
eigen Soft Clipping-circuits op alle kanalen. Wanneer Soft Clipping
is ingeschakeld, wordt het uitgangssignaal van de C 725BEE beperkt
om hoorbare vervorming tot een minimum te beperken, zelfs al vindt
“overdrive” (overcapaciteit) van de receiver plaats. Soft Clipping kan
ingeschakeld blijven om de kans op een hoorbare vervorming door
een te hoge volume-instelling te verminderen (het pictogram “S.CLIP”
licht op in de VFD). Kritische luisteraars die van een optimale dynamiek
willen genieten, kunnen deze optie echter uitschakelen.
14 AAN/UIT-SCHAKELAAR (POWER): De AAN/UIT-schakelaar (POWER)
zorgt voor de hoofd-stroomvoorziening van de C 725BEE. Wanneer
deze schakelaar op ON staat, staat de C 725BEE op standby, wat wordt
aangegeven door de oranje standby-LED. Als u denkt de C 725BEE
gedurende lange tijd niet te gebruiken (bijvoorbeeld als u op vakantie
gaat), kunt u het beste de AAN/UIT-schakelaar in de stand OFF zetten.
Wanneer de AAN/UIT--schakelaar op OFF staat, dan kan de C 725BEE
niet worden ingeschakeld met de aan/uit-toets op het voorpaneel,
noch met de SR 8 afstandsbediening noch met de ZR 5.
17 MP-DOCK: De C 725BEE is uitgerust met een gegevenspoort in het
achterpaneel, waarop een optionele NAD IPD 1 dock met iPod” (NAD
IPD 1) voor iPod kan worden aangesloten. Sluit de “MP DOCK (DATA
PORT)”-stekker van de C 725BEE aan op de overeenkomstige DATA
PORT (gegevenspoort) van de optionele NAD IPD 1. Raadpleeg ook
“NAAR UW iPod-SPELER LUISTEREN” onder de kop “BEDIENING”.
OPMERKING
De C 725BEE is compatibel met de NAD IPD 1 en latere NAD IPD-
varianten. Ga bij uw leverancier of NAD-audiospecialist na of er nog
andere versies van de NAD IPD compatibel zijn met de C 725BEE.
18 FM ANTENE-INGANG: De bijgeleverde FM-dipoolantenne wordt
met de bijgeleverde balun-adapter op de FM-connector aangesloten.
Gewoonlijk werkt de antenne het beste wanneer deze tegen een
verticaal oppervlak, zoals een muur, wordt aangebracht, met de
armen volledig uitgetrokken en een horizontale “T” haaks op het
signaalbronpunt vormend. Raadpleeg ook het artikel op OVER
ANTENNES in het gedeelte NAAR AM/FM-RADIO LUISTEREN op de
pagina BEDIENING.
19 AM ANTENE-INGANG: Sluit de bijgeleverde AM-loopantenne op deze
aansluitingen aan. Indien er een externe AM-antenne wordt gebruikt,
sluit de AM- en GND-aansluitingen dan aan volgens de instructies bij de
antenne. Raadpleeg ook het artikel op OVER ANTENNES in het gedeelte
NAAR AM/FM-RADIO LUISTEREN op de pagina BEDIENING.
20 DAB MODULE-INGANG (alleen de versie voor 230V): Sluit het andere
uiteinde van de Mini-Din-connector vanaf de uitgangspoort van de NAD
DAB Adaptor DB 1-module op deze aansluiting aan. De C 725BEE is alleen
compatibel met de NAD DAB Adaptor DB 1. U dient daarom bij de NADdealer inlichtingen in te winnen over de beschikbaarheid van deze module.
Met DAB kunt u programma’s van cd-kwaliteit ontvangen, zonder storingen
en signaalvervormingen. Raadpleeg ook “NAAR DAB-RADIO LUISTEREN”
onder de kop “BEDIENING”.
21 AC-NETSNOER: Steek de stekker van het netsnoer in een
wandcontactdoos. Sluit de C 725BEE alleen aan op het voorgeschreven
stopcontact, dat wil zeggen op 120V 60 Hz of 230V 50 Hz. Voordat de
unit op de wandcontactdoos wordt aangesloten, moeten alle andere
aansluitingen zijn gemaakt.
Page 11
1
3, 4
6
BEDIENINGSELEMENTEN
AFSTANDSBEDIENING
DE SR 8-AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
De SR 8 afstandbediening werkt voor de belangrijkste functies van de NAD Stereo-receivers,
Integrated-versterkers en Voorversterkers. De SR 8 heeft extra mogelijkheden voor het op
afstand bedienen van NAD CD-spelers, AM/FM-tuners en de speciale AM/FM/DAB-tuners. De
2
afstandsbediening heeft een bereik van 7 meter. Voor een maximale levensduur worden
alkalinebatterijen aanbevolen. Plaats twee AA-batterijen in het batterijvak aan de achterzijde van de
afstandsbediening. Let erop dat u de batterijen, wanneer u ze vervangt, goed plaatst, zoals op de
bodem van het batterijenvak wordt aangeduid.
Wanneer een opdracht van de afstandsbediening wordt ontvangen, knippert de Standby-LED. Let
wel dat de Standby-LED eventueel ook kan knipperen wanneer er een opdracht wordt ontvangen die
5
niet noodzakelijk voor de C 725BEE maar voor andere apparaten van de muziekinstallatie is bestemd.
7
Raadpleeg de eerdere hoofdstukken van de handleiding voor een volledige beschrijving van de
afzonderlijke functies.
8
OPMERKING
9
De afstandsbediening die bij de C 725BEE wordt geleverd is een universele NAD-afstandsbediening,
waarmee verschillende NAD-modellen kunnen worden bediend. Sommige toetsen kunnen alleen
voor specieke NAD-modellen worden gebruikt. Neem contact op met uw leverancier of NAD-audiospecialist en vraag om hulp.
1 ON/OFF (AAN/UIT): De afstandsbediening van de C 725BEE is uitgerust met een aparte aan/uit-
10
toets. Druk op de toets ON om de unit van stand-by in de bedrijfsmodus te zetten. Druk op de
toets OFF om de unit op stand-by te zetten.
2 DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN): Met een DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP
TOESTELLEN) bepaalt u alleen welk component met de SR 8 wordt bediend; deze toetsen zijn niet
van invloed op de C 725BEE. Druk op de toets Device Selector (Selectieknop Toestellen) voor de
te gebruiken toetsen en u wordt naar een “pagina” met opdachten geleid die relevant zijn voor het
geselecteerde toestel. Bij het selecteren van een Device (Toestel) kunt u nu op de bijbehorende
SR 8-regeltoetsen drukken die voor het geselecteerde Device (Toestel) kunnen worden gebruikt.
3 INGANGSKEUZETOETSEN: Raadpleeg de bijbehorende labels die op de voorzijde van de
afstandsbediening zijn afgedrukt, en de respectievelijke toetsen die eraan zijn toegewezen als u deze functies
wilt gebruiken. Zet de DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “AMP” als u toegang wilt krijgen tot
deze toetsen. De selectietoetsen hebben dezelfde functie als de overeenkomstige toetsen op het voorpaneel.
4 CIJFERTOETSEN: Met de cijfertoetsen kunnen tracks voor cd-spelers rechtstreeks worden ingege-
ven en tevens de kanalen/voorinstellingen voor de tuners en receivers.
5 SLEEP: De NAD Receiver of Tuner na een vooraf ingesteld aantal minuten uitschakelen.
SLAAPFUNCTIE
De timer voor de sluimer stand schakelt de C 725BEE na een vooraf aantal ingestelde minuten
automatisch over op standby. Door eenmaal op de toets SLEEP (slapen) op de SR 8 te drukken,
worden de verhogingsstappen voor de slaaptijd aangegeven. Door binnen 3 seconden nogmaals
op de toets SLEEP te drukken, veranderen de verhogingsstappen in stappen van 15 minuten.
Wanneer deze tijd is verlopen, schakelt de C 725BEE automatisch over op standby.
De inschakelvertraging voor de slaapstand kan worden gewijzigd door tweemaal op de toets SLEEP op
de SR 8 te drukken: de eerste keer om de slaaptijdverhogingsstappen te tonen en de tweede keer om de
slaaptijdverhogingsstap te wijzigen. De sluimertijd neemt toe en een pictogram “SLEEP” (SLUIMER) wordt
in de VFD weergegeven. Iedere keer wanneer er vervolgens op de toets wordt gedrukt, wordt de slaaptijd
in stappen van 15 minuten verhoogd (minimum 15 minuten en maximum 90 minuten). Als u de Sleepstand wilt uitschakelen, gaat u door met op de knop [SLEEP] van de SR 8 te drukken totdat de weergave
van “Sleep o” is uitgeschakeld in de display. Ook wanneer de C 725BEE met de toets OFF op de SR 8 of de
toets Standby op de C 725BEE naar standby wordt geschakeld, wordt de slaapfunctie geannuleerd.
6 MUTE: Druk op de demptoets MUTE om de klank naar de luidsprekers en hoofdtelefoon tijdelijk te
dempen. Stand MUTE wordt aangeduid door een knipperende Standby LED voor NAD Integrated-versterkers of door “Mute” dat wordt weergegeven in de VFD van NAD Receivers. De dempmodus MUTE
heeft geen eect op opnames die worden opgenomen via de uitgangen REC OUT/ZONE 2 maar beinvloedt toch het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gezonden (indien van
toepassing). Druk opnieuw op MUTE of de knoppen [VOL ] van de SR 8 om de klank te herstellen.
7 DIM (voor gebruik met NAD Receiver, Tuner en CD-speler): Druk meerdere keren op deze
toets om achtereenvolgens de helderheid van het hoofddisplay te verminderen, uit te schakelen of
te herstellen. Afhankelijk van het NAD-model zal de helderheid van de display van het voorpaneel
variëren wanneer u deze knop indrukt.
8 VOL [ ] : Druk op de toetsen [ ] om de geluidssterkte respectievelijk te verhogen of
te verminderen. Laat de knop los wanneer het gewenste niveau is bereikt. Op de display op het
voorpaneel ziet u de aanduiding van het ingestelde niveau. Voor NAD Receivers laat de VFD ook
“Volume Up” ( Volume Omhoog) of “Volume Down” (Volume Omlaag) zien wanneer u op [VOL
] drukt. Het bedieningselement VOLUME hebben geen invloed op de opnames die via de uitgangen REC OUT/ZONE 2 worden opgenomen maar hebben toch invloed op het signaal dat naar de
voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gevoerd (indien van toepassing).
9 SPK A, SPK B: De knoppen SPK A en SPK B schakelen de luidsprekers in en uit die zijn aangeslo-
ten op respectievelijk de aansluiting Speakers A en Speakers B. Door op SPK A te drukken schakelt
u de luidsprekers AAN of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker A-aansluitingen. Door op SPK B
te drukken schakelt u de luidsprekers AAN of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker B-aansluitingen. Druk beide knoppen in als u beide luidsprekers wilt inschakelen.
10 TONE DFT: De toonknoppen worden met deze toets in- of uitgeschakeld.
BEDIENINGSELEMENT CD-SPELER (voor gebruik met NAD CD-speler): Zet de DEVICE SELECTOR
(SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “CD” als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen. Sommige van de
onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specieke modellen van de NAD CD-speler worden
gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw CD-speler na voor de compatibiliteit van regeltoetsen.
SCAN [ ]: Snel achteruit/vooruit zoeken.
[ ] : Voor het openen en sluiten van de schijade.
[ ] : Voor het stopzetten van het afspelen.
[ ] : Pauzeert het afspelen tijdelijk.
[ ] : Ga naar volgend track of bestand.
[ ] : Ga naar het begin van de het huidige track/bestand of naar het vorige track/bestand.
[ ]: Hiermee wordt het afspelen gestart.
FOLDER/FILE [ ] (MAP/BESTAND): Een selectie maken uit de maplijsten/Een selectie maken
uit de WMA/MP3-bestanden.
ENTER: Selecteer de map of het WMA/MP3-bestand van uw keuze.
DISP: Weergavetijd en andere display-informatie tonen.
RAN: Speelt tracks/bestanden in willekeurige volgorde af.
RPT: Herhalen van track, bestanden of alles.
PROG: Programmeermodus in- of uitschakelen.
CLEAR: De programmalijst wordt leeg gemaakt.
CD: Selecteer “CD” als de actieve bron.
USB: Selecteer “USB” als de actieve bron.
OPT: Selecteer de ingang Optical (Optisch) als de actieve bron.
SRC: Druk de knop herhaaldelijk in en selecteer de gewenste SRC-stand.
Page 13
BEDIENINGSELEMENTEN
AFSTANDSBEDIENING
BEDIENINGSELEMENT TUNER (voor gebruik met NAD AM/FM/DAB-TUNERS): Zet de DEVICE
SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “TUN” als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen.
Raadpleeg de bijbehorende labels die op de voorzijde van de afstandsbediening zijn afgedrukt, en
de respectievelijke toetsen die eraan zijn toegewezen als u deze functies wilt gebruiken. Sommige
van de onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specieke modellen van de NAD Receiver
of Tuner worden gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw NAD Receiver of Tuner na voor de
compatibiliteit van regeltoetsen.
AUTO TUNE: Als u deze knop indrukt in de stand DAB, worden automatisch alle beschikbare lokale stations
gescand.
TUNE [ ] of [ ]: Een hogere of lagere AM- of FM-frequentie kiezen.
PRESET [ ] of [ ]: Een hoger of lager opgeslagen voorkeuzeradiozender kiezen.
AM/FM/DB: Selecteer de AM-, FM-, DAB- of XM-tunerfuncties (indien van toepassing).
TUNER MODE: In de stand FM schakelt u over tussen “FM Mute On” en “FM Mute O” (“FM Dempen Aan“
en “FM Dempen Uit“). In de stand DAB kunt u met een druk op deze knop Dynamic Range Control (DRC
- Regeling Dynamisch Bereik), Station Order (Zendervolgorde) of andere te gebruiken opties van het DABmenu activeren.
BLEND: De functie BLEND (MENGEN) in- of uitschakelen.
MEMORY: Het huidige station opslaan in het geheugen voor de voorkeuzestations.
DELETE: Indrukken en ongeveer 2 seconden ingedrukt houden en de geselecteerde
voorkeuzezender wordt uit het geheugen gewist.
[ ]: In de stand DAB, in combinatie met TUNER MODE (STAND TUNER) of andere compatibele
toetsen, herhaaldelijk indrukken als u een keuze wilt maken uit de opties van het DAB-menu,zoals
Dynamic Range Control (Regeling Dynamisch Bereik), Station Order (Zendervolgorde) en andere te
gebruiken DAB-opties.
ENTER: In de stand AM/FM selecteert u hiermee achtereenvolgens de stand “Preset” (Voorkeuze)
of “Tune” (Afstemmen). In de stand DAB ingedrukt houden als u de signaalsterkte wilt controleren.
INFO: Als u deze knop herhaaldelijk indrukt, verschijnt de informatie zoals die wordt verstrekt
door het ingeschakelde radiostation. De relevante inhoud van de display omvat onder meer
bijbehorende DAB-displayinformatie en RDS-uitzendgegevens.
Raadpleeg voor specieke regeltoetsen voor de iPod-speler “BEDIENINGSFUNCTIES” onder
“BEDIENING – NAAR UW iPod-SPELER LUISTEREN”.
DE ZR 5-AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
De ZR 5 afstandsbediening is een compacte eenheid waarmee de C 725BEE vanuit andere ruimtes
1
2
5
dan de hoofdruimte kan worden bediend. De ZR 5 biedt een volledige aparte bediening van de
3
bronselectie ongeacht wat er in de hoofdruimte gebeurt. Dit betekent dat de zone-ingang anders kan
zijn (audio) dan de hoofdingang.
4
1 ON/OFF (AAN/UIT): De functie Zone ON/OFF (IN/UIT) schakelen. Wanneer u deze functie
uitschakelt (OFF), wordt de LED van de Selectieknop RECORD OUT/ZONE 2 (OPNAME UIT/ZONE 2)
gedoofd.
2 SOURCE [ ](BRON) : Selecteer de actieve ingang van de NAD C 725BEE die naar de uitgang
6
REC OUT/ZONE 2 (OPNAME UIT/ZONE 2) op het achterpaneel wordt gestuurd.
3 MUTE: Het Zone Volume-niveau tijdelijk uitschakelen (OFF) of herstellen.
4 VOLUME [ ]: Deze functie geldt niet voor de C 725BEE.
5 PRESET [ ]: Een hoger of lager opgeslagen voorkeuzeradiozender kiezen. Deze regeltoets
is beschikbaar als de geselecteerde Zone “TUNER” is en er voor het actieve tuner-gedeelte
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
6 De volgende toetsen voor de CD Player Zone (CD-spelerzone) kunnen onder de volgende
voorwaarden gebruikt worden voor de bediening van een CD-speler die op de C 725BEE is
aangesloten
a De geselecteerde zone is “CD”.
b Een actieve CD-speler waarin een disk is gelegd, is aangesloten op de CD-ingang van de
C 725BEE.
SKIP [ ] : Ga naar het begin van het huidige of vorige track/bestand.
SKIP [ ] : Ga naar het volgende track/bestand.
De interne AM-/FM-tuner van de C 725BEE levert geluid van zeer hoge
kwaliteit van radiozenders. De ontvangst en de geluidskwaliteit zijn
wel altijd in bepaalde mate afhankelijk van de gebruikte antenne(s), en
ook van de afstand tot de bron van de uitzending, de geograe en de
weersomstandigheden.
OVER ANTENNES
De meegeleverde FM-lintantenne kan op de FM-antenne-ingang van het
achterpaneel worden aangesloten met de balun-adapter en moet volledig
worden uitgevouwen tot een “T”-vorm. Deze opgevouwen dipoolantenne
werkt gewoonlijk het beste in een verticale stand met de armen van de
“T” volledig uitgevouwen, haaks opgesteld ten opzichte van de bron
van de gewenste uitzending. Er zijn echter geen “regels” voor, en door te
experimenteren met de plaatsing van de antenne kunt u zelf het helderste
geluid met de minste achtergrondruis vinden.
In gebieden waar de FM-band slecht te ontvangen is, kan een
buitenantenne de kwaliteit van het geluid sterk verbeteren. Indien u
graag naar de radio luistert, dan kan het de moeite waard zijn de hulp van
een professionele antenne-installateur in te roepen om uw systeem te
optimaliseren.
De bijgeleverde AM-lusantenne geeft gewoonlijk een goede ontvangst.
Een buitenantenne voor het AM-bereik kan de ontvangst echter sterk
verbeteren. Vraag advies aan een deskundige op het gebied van antennes
als u meer informatie wenst.
LUSANTENNE MONTEREN
OP ZENDERS AFSTEMMEN
1 Druk herhaaldelijk op [TUNE ] op het voorpaneel of de
afstandsbediening als u op en neer door de AM- or FM-frequenties wilt
lopen.
2 Druk herhaaldelijk op [TUNE ] als u omhoog of omlaag wilt zoeken
- de tuner van de C 725BEE stopt bij het eerste voldoende krachtige
signaal dat wordt gevonden. Als u op [TUNE ] drukt tijdens het
zoekproces, wordt het zoeken onderbroken.
DIRECT AFSTEMMEN
Als u weet welke frequentie aan het station dat u zoekt is toegewezen, kunt
u direct op het station afstemmen.
1 Schakel over tussen de stand “Preset” en “Tune” door op de knop [ENTER] te
drukken (zie de onderste regel van de display). Selecteer de stand “Tune”.
2 Toets met de numerieke toetsen van de afstandsbediening de
frequentie in die aan het station is toegewezen en druk daarna op
[ENTER]. Bijvoorbeeld, als u 104,50 MHz wilt invoeren, drukt u op “1”, “0”,
“4”, “5” en “0” of drukt u op“”1”, “0”, “4”, “5” en druk daarna op [ENTER].
VOORINSTELLINGEN VOOR DE RADIO INSTELLEN (AM/FM/DAB)
In de C 725BEE kunnen 40 van uw favoriete AM-, FM- en digitale
radiozenders als voorinstellingen worden opgeslagen.
1 U slaat een voorinstellingen op door eerst op de frequentie van
uw keuze af te stemmen (zie hierboven) en vervolgens op de
toets [MEMORY] op het voorpaneel te drukken. De VFD laat een
knipperend pictogram “MEMORY” en het volgende beschikbare lege
voorinstellingsnummer zien. Bijvoorbeeld, “P_ _ Free” (waarbij op de
twee lege plaatsen het cijfer van de voorinstelling wordt weergegeven
01 - 40).
2 Druk nogmaals op de knop [MEMORY] om de gewenste frequentie op
te slaan in het weergegeven voorinstellingsnummer, of kies met de
knoppen [PRESET ] een ander beschikbaar voorinstellingsnummer.
3 Druk dan nogmaals op de knop [MEMORY]. De frequentie van uw
keuze is nu opgeslagen bij het aangewezen voorinstellingen.
1 Draai het buitenste frame van de antenne.
2 Plaats de onderrand van het buitenste frame in de groef in de staander.
3 Trek het antennesnoer naar buiten.
RADIO SELECTEREN
Druk op de [TUNER]-knop op het C 725BEE voorpaneel of op de SR 8afstandsbediening. Iedere keer wanneer er nu op een van deze toetsen wordt
gedrukt, wordt er achtereenvolgens overgeschakeld naar AM, FM en DAB.
BELANGRIJKE KENNISGEVING
In de voorgaande paragrafen over TUNER-functies is het belangrijk dat u
de DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) van de SR 8 op “TUN”
zet als u te gebruiken TUNER-opdrachten wilt kunnen kiezen.
Het voorpaneel en de afstandsbediening hebben dezelfde toetsen voor het
opslaan van de voorinstellingen.
VOORINSTELLINGEN OPROEPEN
1 Gebruik de knoppen [PRESET ] op het voorpaneel om door de
voorinstellingen te bladeren.
2 Houd de knop [PRESET ] ingedrukt om doorlopend omhoog of
omlaag te “schuiven”.
3 Selecteer een Voorinstellingsnummer van uw keuze door de toets
[PRESET ] te stoppen of los te laten tijdens het scrollen – het
opgeslagen station wordt na een korte vertraging opgeroepen of u
kunt onmiddellijk op het geselecteerde Voorkeuzenummer afstemmen
door op ENTER te drukken. Lege voorinstellingen worden tijdens het
afstemmen op voorinstellingen overgeslagen.
De toetsen [PRESET ] op de afstandsbediening werken net zo.
DIRECT OPROEPEN VAN EEN VOORINSTELLINGEN
U kunt een Voorinstellingen van uw keuze direct oproepen.
1 Schakel over tussen de stand “Preset” en “Tune” door op de knop [ENTER]
van de SR 8 te drukken (zie de onderste regel van de display). Selecteer
de stand “Preset”.
2 Toets met de numerieke toetsen van de afstandsbediening direct het
Voorinstellingsnummer van uw keuze in en druk daarna op [ENTER].
Bijvoorbeeld, als u Preset ( Voorinstellingen) 5 wilt invoeren, drukt u op
“5” en druk daarna op [ENTER].
Page 15
EEN VOORINSTELLINGEN WISSEN
U kunt een voorinstelling leegmaken door de opgeslagen informatie te
verwijderen.
1 Selecteer het voorinstellingsnummer dat u wilt wissen.
2 Houd de knop [INFO] ingedrukt en druk daarna op de knop MEMORY
- de huidige opgeslagen voor-instelling wordt gewist.
STAND TUNER KIEZEN
De knop [TUNER MODE] op het voorpaneel heeft twee functies. In de
normale stand worden de symbolen “FM STEREO” en “FM MUTE” in het
hoofddisplay verlicht; “FM Mute On” wordt weergegeven op de onderste
regel van de display. U kunt alleen luisteren naar zenders met een sterk
signaal, en de ruis tussen de zenders wordt gedempt.
Wanneer u nogmaals op de knop [TUNER MODE] drukt (de symbolen
“FM STEREO” en “FM MUTE” in het hoofddisplay gaan uit; “FM Mute O”
wordt weergegeven op de onderste regel van de display) kunt u ook verre
en mogelijk ruisgevende zenders ontvangen. Ruis wordt onderdrukt als
het signaalniveau van de FM-zender lager is dan de FM-stereodrempel
(aangezien er bij mono FM altijd minder sprake is van ruis), hoewel hierbij
wel het stereo-eect wordt uitgeschakeld.
De status “FM Mute On” of “FM Mute O” kan worden opgeslagen voor
individuele voorkeursinstellingen.
GEBRUIKERSNAMEN
Aan iedere radiovoorinstelling kunt u een “gebruikersnaam” van twaalf
tekens toewijzen. Wanneer de voorinstelling wordt opgeroepen, verschijnt
deze naam in de display op het voorpaneel.
GEBRUIKERSNAMEN INVOEREN
Om een radiovoorinstelling de naam “NEWS” te geven, doet u het volgende:
1 Roep de gewenste radiovoorinstelling op.
2 Druk één keer op de toets [MEMORY]. Druk vervolgens binnen vijf (5)
seconden op de toets [INFO]. In de display verschijnt een knipperend vakje.
3 Gebruik de toetsen [PRESET ] om de eerste letter van de naam (“N”
uit de alfabetisch opgestelde lijst) te selecteren.
4 Druk op de afstemtoets [TUNE ] om het teken te selecteren en naar
de volgende positie te gaan (Druk op [TUNE ] om naar het vorige
teken te gaan). Herhaal deze handeling voor alle benodigde letters.
5 Druk nogmaals op [MEMORY] om de gebruikersnaam op te slaan en de
invoermodus af te sluiten.
RDS
Het RDS-systeem (Radio Data System) verstuurt kleine hoeveelheden
digitale informatie via conventionele FM-radiouitzendingen. De C 725BEE
ondersteunt twee RDS-modi: zendernaam (PS-modus) en radiotekst (RTmodus). Niet iedere FM-zender biedt echter RDS aan in het uitzendsignaal.
In de meeste gebieden zult u een of meerdere zenders met RDS vinden,
maar het is natuurlijk altijd mogelijk dat uw favoriete zenders geen RDSgegevens uitzenden.
RDSTEKST BEKIJKEN
Wanneer u op een FM-uitzending met RDS hebt afgestemd, laat na een
korte vertraging de onderste regel van de display de tekst van de naam van
het station (PS) zien: bijvoorbeeld “ROCK101”.
U kunt door herhaaldelijk op de toets [INFO] te drukken onder andere door
de MODE-instellingen scrollen, zoals de radiotekst van het station (RT), als
die er is, die mogelijk de naam van de song en van de artiest laat zien, of
een andere tekst die het station in beeld wil brengen.
Vroeger waren er op analoge radiosignalen zoals FM en AM vaak
verschillende soorten radiostoringen tussen de zender en uw radio.
Dergelijke problemen werden bijv. veroorzaakt door bergen, hoge
gebouwen, en de weersomstandigheden. Met DAB kunt u programma’s
van cd-kwaliteit ontvangen, zonder storingen en signaalvervormingen.
DAB-uitzendingen gebruiken digitale signalen in plaats van de
traditionele analoge transmissies, wat leidt tot een heldere ontvangst
van hoge kwaliteit. U heeft een betere ontvangst en er zijn bijna geen
sissende of krakende geluiden te horen bij DAB, mits u zich in een goed
ontvangstgebied bevindt.
Met DAB kan de luisteraar de lijst met beschikbare stations doorbladeren
– en vervolgens direct afstemmen op het station van zijn of haar keuze. Het
is niet nodig zenderfrequenties te onthouden. Alle uitzendingen worden
geselecteerd door eenvoudigweg de naam van de service te selecteren.
3 Druk nadat u “Full Scan” (Volledige Scan) of “Local Scan” (Lokale Scan)
hebt geselecteerd op de toets [ENTER] van de SR 8. Wat volgt is het
automatisch scannen van zenders. Dit procédé mag niet worden
onderbroken. Gedurende het scannen verschijnt er het volgende
bericht op de display.
De balken geven de voortgang van het scanproces aan. Na het scannen,
geeft het laatste cijfer aan de rechterkant van de VFD het totale aantal
gevonden DAB-zenders aan. Vervolgens wordt op de eerste zender
afgestemd (zie onder “ALPHANUMERIC (ALFANUMERIEK)” hieronder voor
informatie over de volgorde waarop de zenders worden weergegeven).
Met de C 725BEE kunt u genieten van DAB-uitzendingen. De C 725BEE
beschikt over een DAB-moduleaansluiting (Digital Audio Broadcast) op het
achterpaneel, waarop een los verkochte en door NAD gespeciceerde externe
DAB-module kan worden aangesloten. Dit is de NAD DAB Adapter DB 1. Alle
stuursoftware voor dit formaat is aanwezig. U hoeft alleen de module maar
aan te sluiten om te kunnen genieten van de cd-achtige geluidskwaliteit en
uitgebreide inhoudsselectie die door DAB wordt geboden.
DE DAB-MODULE AANSLUITEN
Sluit het andere uiteinde van de DIN-connector (bij de NAD DAB Adaptor
DB 1 geleverd) vanaf de uitgangspoort van de DAB-module aan op
de overeenkomstige DAB-moduleingang op het achterpaneel van de
C 725BEE. Selecteer de DAB-modus op de C 725BEE met de toets [TUNER]
op het voorpaneel of op de toets [TUN] van de SR 8.
OPMERKINGEN
• Raadpleeg de installatiehandleiding bij de NAD DAB-adapter DB1 voor
de juiste instelprocedure van de DB1 wat betreft de C 725BEE.
• Als er geen NAD DAB Adapter DB 1 is aangesloten, verschijnt de
mededeling “Check DAB Tuner” (DAB-tuner controleren) op de VFD.
DAB-BEDIENING
Met de apart verkrijgbare NAD DAB-adapter DB1 al op de C 725BEE
aangesloten, kunt u met de C 725BEE nu DAB-uitzendingen ontvangen.
1 Duw op de toggle-toets [TUNER] tot de DAB-modus is ingeschakeld.
Op de VFD verschijnt “No Service List” (geen servicelijst), wat aangeeft
dat er nog geen gescande DAB-uitzendingen zijn gevonden. Dit is de
standaardmodus van de DB1.
4 Houd de toets [ENTER] van de SR 8 ingedrukt - de signaalsterkte van
de uitzending waarop op dat moment is afgestemd, wordt op de
VFD weergegeven. Hoe meer segmenten er op de onderste regel te
zien zijn, hoe sterker het signaal. Door de positie van de antenne te
veranderen, kunt u het signaal versterken. U kunt ook voor een extra
antenne kiezen. Vraag advies aan een deskundige op het gebied
van antennes als u meer informatie wenst. U sluit de controle van de
Signaalsterkte af door op de toets [ENTER] van de SR 8 te drukken.
OPMERKINGEN
• In de VFD verschijnt ook “No Service List” wanneer er tijdens het scannen
geen zenders zijn gevonden. Controleer in dat geval de aansluiting
en positie van de DAB-antenne of neem contact op met uw plaatselijke
DAB-zenders voor informatie over hun bereik.
• [TUNER MODE] en [ ] op de SR 8 komen overeen met de toetsen [TUNER
MODE] en [TUNE ] op het voorpaneel. Wanneer u deze knoppen van
de SR 8 gebruikt om de DAB-menuopties te doorlopen, is het belangrijk dat u
voor de instelling “DEVICE SELECTOR” op de SR 8 “TUN” kiest.
• De toets [TUNER MODE] (STAND TUNER) op het voorpaneel werkt ook
als de toets [ENTER] van de SR 8 . U kunt echter uitsluitend met de toets
[ENTER] van de SR 8 de signaalsterkte van een DAB-zender controleren
(item 4 hierboven) of direct een DAB-zender selecteren nadat u de toets
[TUNE ][AFSTEMMEN ] hebt losgelaten (item 2 onder “SERVICE
LIST” (SERVICELIJST); de toets [TUNER MODE] (STAND TUNER) op het
voorpaneel kan deze genoemde functies niet uitvoeren.
2 Stem af op DAB-uitzendingen door op [TUNER MODE] te drukken en
met de toets [TUNE ] op het voorpaneel “Full Scan” (Volledige
Scan) of “Local Scan” (Lokale Scan) te selecteren.
Met FULL SCAN worden alle digitale frequenties (Band III en L-Band)
afgezocht.
Met LOCAL SCAN wordt gescand op beschikbare DAB-services
bij u in de buurt. Vraag uw dealer om de betreende digitale
transmissiefrequenties bij u in de buurt of bezoek www.WorldDAB.org.
SERVICELIJST
Volg onderstaande stappen om door de gevonden DAB-zenders te stappen.
1 Duw in de DAB-modus op [TUNE ] om door de lijst met
beschikbare zenders, zoals getoond op de onderste display-regel van
de VFD, te stappen.
2 Laat [TUNE ] [AFSTEMMEN ] los wanneer u bij de DAB-zender
van uw keuze bent aangekomen, de C 725BEE stemt dan op deze
zender af. U kunt ook op de toets [ENTER] van de SR 8 drukken nadat u
[TUNE ] [AFSTEMMEN ] hebt losgelaten en zo sneller zenders
selecteren.
Page 17
BEDIENING
NAAR DABRADIO LUISTEREN
DAB-TUNERMODUS
Behalve de hierboven beschreven opties “Full Scan” en “Local Scan”
bevinden zich onder de toets [TUNER MODE] (tunermodus) tevens de
volgende opties: Station Order (zendervolgorde), DRC, Manual Scan
(handmatig scannen), Prune List (lijst schoonmaken) en Reset.
STATION ORDER (ZENDERVOLGORDE)
Gebruik “Station Order” om de lijst in de zenders te sorteren. Er zijn drie
mogelijke volgorden: Alphanumeric (Alfanumeriek), ensemble en Active (Actief).
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
voorpaneel en vervolgens op [TUNE ] om “Station Order” te
selecteren. Druk op [ENTER]. Druk op [ENTER].
2 Duw meerdere malen op [TUNE ] om de opties “Alphanumeric”,
“Ensemble” en “Active” te zien.
3 Selecteer met [ENTER] de gewenste zendervolgorde.
ALPHANUMERIC ALFANUMERIEK
Dit is de standaardinstelling. Zenders worden eerst op nummer en
vervolgens alfabetisch op letters gesorteerd.
ENSEMBLE
Digitale radiouitzendingen worden uitgezonden als groepen met gegevens
die “ensemble” worden genoemd. Ieder ensemble bevat een aantal
stations die op een vaste frequentie uitzenden. Wanneer “Ensemble” als
sorteervolgorde wordt geselecteerd, worden de radiostations gesorteerd
op hun ensemble-namen.
OPMERKING
Ensemble wordt door anderen ook wel “multiplex” genoemd.
ACTIVE ACTIEF
Actieve stations worden bovenaan de lijst van de zenders vermeld. Die
zenders die in de lijst staan maar niet uitzenden in het gebied, worden als
laatste in de lijst van zenders weergegeven.
DRC (REGELING DYNAMISCH BEREIK)
U kunt het compressieniveau van stations instellen zodat verschillen
in dynamisch bereik of geluidsniveau tussen de radiostations worden
genivelleerd. Popmuziek wordt normaliter meer gecomprimeerd dan
klassieke muziek, wat misschien verschillende audio niveaus oplevert
wanneer u van de ene radiozender naar de andere overschakelt. Door
DRC op “0” in te stellen betekent dat er geen compressie, “1/2” betekent
gemiddelde compressie en “1” betekent maximum compressie. Het wordt
aangeraden zonder compressie te luisteren, vooral voor klassieke muziek.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
voorpaneel en vervolgens op [TUNE ] om “DRC” te selecteren. Druk
op [ENTER]. Druk op [ENTER].
2 Duw meerdere malen op [TUNE ] om de opties“DRC 0”, “DRC ½” en
““DRC 1” te zien.
3 Selecteer met [ENTER] het gewenste DRC-niveau.
MANUAL SCAN (HANDMATIG SCANNEN)
Met deze optie kunt u direct afstemmen op een zender van uw keuze en
deze opnemen in de servicelijst (als die zender nog niet beschikbaar was).
U kunt ook de handmatige afstemmingsfunctie gebruiken om de antenne
zo goed mogelijk te plaatsen om voor een bepaalde radiozender de beste
receptie te verkrijgen.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op
het voorpaneel en vervolgens op [TUNE ] om “Manual Scan” te
selecteren. Druk op [ENTER]. Als u een niet-automatische scan voor de
eerste keer uitvoert, wordt de eerste volgorde van zender en frequentie
in de bovenste lijn van de VFD weergegeven. Als u al eerder een
niet-automatische scan had uitgevoerd, worden de laatste zender en
frequentie die u niet-automatisch hebt gescand, weergegeven.
2 Kanaal en frequentie worden op de bovenste regel van de VFD
weergegeven. De “balken” op de onderste regel van de VFD geven de
signaalsterkte van het huidige kanaal aan. Voor een betere ontvangst van
het geselecteerde kanaal, kunt u de positie van de DAB-antenne aanpassen.
3 U kunt andere zenders selecteren door met [TUNE ] door de
kanaallijst te stappen. Laat [TUNE ] los wanneer u het gewenste
kanaal hebt gevonden.
4 Druk op [ENTER] om op het geselecteerde kanaal af te stemmen.
OPMERKING
Het aantal ensembles en zenders dat kan worden gescand is afhankelijk
van waar u bent.
PRUNE LIST (LIJST SCHOONMAKEN)
Er kunnen situaties optreden waarin bepaalde zenders inactief worden.
Met de optie “Prune List” kunnen deze inactieve zenders uit de serviclijst
worden verwijderd.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
voorpaneel en vervolgens op [TUNE ] om “Prune List” te selecteren.
2 Druk op [ENTER]. Alle inactieve zenders worden automatisch verwijderd.
RESET
Met de optie “Reset” kan de aangesloten (en apart verkrijgbare) NAD DABadapter DB1 op de fabrieksinstellingen worden teruggesteld.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
voorpaneel en vervolgens op [TUNE ] om “Reset” te selecteren.
2 Druk op [ENTER]. Op de onderste regel van de VFD verschijnt “Reset?
No” (Terugstellen? Nee). Druk op [TUNE ] om naar de optie “Reset?
Yes” (Terugstellen? Ja) te gaan.
3 Druk op [ENTER] wanneer de gewenste optie te zien is om “Reset? No”
of “Reset? Yes” te selecteren. Wanneer “Reset? Yes” wordt geselecteerd,
gaat de DB1 terug naar de fabrieksinstellingen - de VFD toont in
overeenstemming daarmee “No Service List” (Geen Servicelijst).
U kunt, terwijl u naar een DAB-uitzending luistert, het type informatie dat
in de onderste regel van de display wordt weergegeven, veranderen. Elke
keer dat u op [INFO] drukt, komt u bij de volgende display-optie:
Station Name
DLS
Channel and Frequency
Ensemble Name
Program Type
Time and Date
Audio Signal information
Error Rate
STATION NAME ZENDERNAAM
De naam of identicatie van de DAB-uitzending wordt weergegeven. Dit is
de standaardinstelling.
DLS
Dynamic Label Segment (DLS) is de over de display lopende tekst die
door de zender wordt geleverd. Deze tekst kan informatie bevatten over
muziektitels of gegevens over het programma of het station.
CHANNEL AND FREQUENCY KANAAL EN FREKWENTIE
De zender en de frequentie van de DAB-uitzending waarop op dat moment
is afgestemd, worden weergegeven.
ENSEMBLE NAME ENSEMBLENAAM
De naam van de Ensemble, die het programma uitzendt, wordt
weergegeven.
PROGRAM TYPEPROGRAMMATYPE
Dit is de beschrijving van het type uitzending dat door het station wordt
verzorgd, zoals Pop, Rock, Drama en dergelijke.
TIME AND DATE TIJD EN DATUM
De actuele tijd en datum zoals die wordt verstrekt door het station, worden
weergegeven.
AUDIO SIGNAL INFORMATION AUDIOSIGNAALINFORMATIE
Geeft de bit rate en het audiotype (stereo, mono of joint stereo) weer, zoals
uitgezonden door de DAB-zender. Deze worden aangegeven door de
zender en komen overeen met het type en de kwaliteit van het materiaal
dat wordt uitgezonden.
ERROR RATE FOUTWEERGAVE
Dit geeft de digitale-foutdichtheid (0 tot 99) weer van de zender waarop op
dat moment is afgestemd – hoe lager het cijfer, des te beter is de kwaliteit
van de ontvangen uitzending.
Page 19
BEDIENING
NAAR UW IPODSPELER LUISTEREN
De C 725BEE is uitgerust met een gegevenspoort in het achterpaneel
waarop een optionele “NAD IPD 1 Dock met iPod” (NAD IPD 1) kan worden
aangesloten. Als de NAD iPod-dock de C 725BEE met uw eigen iPod-speler
verbindt, kunt u genieten van uw favoriete nummers en afspeellijsten.
U kunt uw iPod-speler bedienen met het klikwiel van de speler of met de
toegewezen toetsen in de SR 8. En met de overeenkomstige functietoetsen
op de afstandsbediening van de SR 8 kunt u de materialen selecteren die
in uw iPod zijn opgeslagen om te kunnen afspelen, maar ook vele functies
gebruiken, zelfs aan de andere kant van de kamer. Het optionele NAD
IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1) laadt uw iPod-speler ook op terwijl hij
aangesloten is op de C 725BEE.
OPMERKINGEN
• Het NAD IPD 1 en de iPod-speler zijn optioneel en worden niet
meegeleverd met uw C 725BEE.
• De functies, eigenschappen en afspeelmogelijkheden van uw iPodspeler die u via de C 725BEE kunt bedienen, zijn afhankelijk van het
model van uw iPod-speler. Ga in de specicaties van de NAD IPD 1 na
welke modellen van de iPod worden ondersteund.
• De C 725BEE is compatibel met de NAD IPD 1 en latere NAD IPDvarianten. Vraag uw NAD-audiospecialist voor andere versies van de
NAD IPD 1 die compatibel zijn met de C 725BEE.
HET OPTIONELE NAD IPD 1 DOCK MET IPOD (NAD IPD 1)
EN DE IPOD-SPELER AANSLUITEN OP DE C 725BEE
Zorg dat de stekkers van alle apparaten uit het stopcontact gehaald zijn
voordat u de aansluitingen maakt.
1 Sluit de stekker van het NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1) aan op
de datapoort “MP DOCK” van de C 725BEE.
2 Sluit ook de audio out van het iPod dockingstation aan op de MP-
ingang van de C 725BEE (de iPod-bron die standaard is toegewezen in
de C 725BEE).
3 Plaats uw iPod-speler in het NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1).
4 Nadat u uw iPod-speler, het NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1) en
de C 725BEE met elkaar hebt verbonden, kunt u ze IN hun toepasselijke
elektriciteitsbronnen stoppen.
5 Wanneer uw iPod-speler, NAD IPD 1 en de C 725BEE alle de status ON
hebben, drukt u op de toets [MP] op het voorpaneel of op de SR 8 en
selecteert Source (bron) “iPod”. “iPod Connected” (iPod Aangesloten)
wordt op de onderste regel van de VFD weergegeven.
BEDIENINGSFUNCTIES
Bedien met de volgende regeltoetsen van de SR 8 uw gedockte iPodspeler. Kijk op de eigen display van uw gedockte iPod-speler wanneer u de
volgende opdrachten uitvoert.
MENU
Met een druk op [MENU] keert u terug naar de vorige optie of naar
menukeuze.
NAVIGATIEKNOPPEN
In de menu-opties of keuzelijsten kunt u met [ ] omhoog of omlaag
door de opties, lijsten of songtitels lopen. Om vlugger naar boven en naar
beneden door de lijst te schuiven, houdt u [ ] ingedrukt.
ENTER
Selecteer een optie of start het afspelen wanneer u een keuze hebt
gemaakt, door op [ENTER] te drukken.
SCAN
In de weergavestand of in de stand PAUSE (PAUZE), kunt u de song die op dat
moment wordt afgespeeld, vooruit of achteruit scannen door [ ]
ingedrukt te houden .
SKIP
Druk op [ ] om voorwaarts naar het volgende nummer te springen of
op [ ] om terug te gaan naar het vorige nummer.
PAUZE
Druk op [ ] (Pauze) tijdens het afspelen om het afspelen tijdelijk stop te zetten.
Zet het afspelen verder door opnieuw op PAUSE [ ] of op [ ] te drukken.
RPT HERHALEN
Herhaaldelijk indrukken als u een bepaalde song herhaaldelijk wilt afspelen
of alle songs in een lijst wilt herhalen.
RANDOM WILLEKEURIG
Afspelen van songs of albums in willekeurige volgorde inschakelen.
DISP DISPLAY
Als de display van de iPod niet goed zichtbaar is, schakel dan met een druk
op [DISP] de achtergrondverlichting in en verlicht de display.
Wanneer u de iPod-speler uit de NAD IPD 1 neemt, wordt de weergave
“iPod Connected” (iPod Aangesloten) in de onderste regel van de VFD
gedoofd. Plaatst u uw iPod in de NAD IPD 1, dan laat de onderste regel
“iPod Connected” zien.
IPOD-MENU-OPTIES
Kijk op de eigen display van uw gedockte iPod-speler en u ziet daar
de navigatie- en regelfuncties en u kunt daar volledig gebruik van
maken. Selecteer met behulp van het eigen klikwiel en de eigen
bedieningsfuncties of de overeenkomstige knoppen op de SR 8 eschikbare
opties zoals die worden weergegeven op het scherm van uw iPod-speler.
OPMERKING
Wanneer u de functies van de iPod met de SR 8 regelt, is het belangrijk
dat u de DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “MP” zet.
OPMERKING
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw iPod-speler voor andere
navigatiefuncties.
iPod is een handelsmerk van Apple, Inc., geregistreerd in de V.S. en in
andere landen.
WAT IS ER MISMOGELIJKE OORZAKENMOGELIJKE OPLOSSINGEN
Geen stroom.
Geen klank.Netsnoer is niet aangesloten of de apparatuur is niet
Geen klank op een kanaal.Balansregeling staat niet in het midden.
Zwak laag/diuus stereobeeld.Luidsprekers staan “uit fase”.
Geen geluid uit de subwoofer.De Subwoofer staat uit, er staat geen stroom op
Ruis, uitend geluid.Zwak signaal.
De display vertoont “No Service
List”.
Het netsnoer is niet aangesloten.
•
•
ingeschakeld.
Mute is ingeschakeld.
•
•
Luidspreker is niet goed aangesloten of is beschadigd.
•
Kabel voor ingangssignaal is niet aangesloten of is
•
beschadigd.
•
•
het stopcontact, of er is iets niet in orde met de
aansluitingen.
•
DAB-antenne is niet goed aangesloten.
•
Geen DAB-dekking in het gebied.
•
Steek de stekker van het netsnoer stevig in
•
het stopcontact.
Controleer of netsnoer is aangesloten en unit
•
is ingeschakeld.
Schakel Mute uit.
•
Zet de knop voor de balansregeling in de
•
middelste stand.
Controleer de aansluitingen en de
•
luidsprekers.
Controleer kabels en de aansluitingen.
•
Controleer de aansluitingen van alle
•
luidsprekers in het systeem.
Zet de subwoofer aan, controleer of
•
er stroom op het stopcontact staat of
controleer de aansluitingen.
Controleer afstemming. Stel de antenne in
•
of vervang hem.
Controleer de aansluiting en positie van de
•
DAB-antenne.
Contact op met uw plaatselijke DAB-zenders
•
voor informatie over hun bereik.
Fluitend of zoemend geluid.Storing van andere elektrische bronnen (bijv.
Geen RDS-informatie.Zendersignaal te zwak.
C 725BEE reageert niet op de SR 8afstandsbediening.
OPMERKINGEN
• Zet de C 725BEE terug naar de standaardinstellingen af-fabriek: alleen toetsen op het voorpaneel gebruiken (alleen de versie voor 120V): Houd de knop
[SPEAKER A] (LUIDSPREKER A) ingedrukt en druk vervolgens op [TONE DEFEAT] (TOONDEMPING). “AH Reset…complete.” (AH-reset...voltooid.) wordt in de
VFD weergegeven.
• Zet de C 725BEE terug naar de standaardinstellingen af-fabriek: alleen toetsen op het voorpaneel gebruiken (alleen de versie voor 230V): Houd de knop
[SPEAKER B] (LUIDSPREKER B) ingedrukt en druk vervolgens op [TONE DEFEAT] (TOONDEMPING). “C Reset…complete.” (C-reset...voltooid.) wordt in de VFD
weergegeven.
• Alle opgeslagen voorkeuzezenders en instellingen worden gewist wanneer u uw C 725BEE terugzet naar de standaardinstellingen af-fabriek.
•
computers, spelconsoles).
•
Zender zendt geen RDS-gegevens uit.
•
De batterijen zijn leeg of niet goed ingezet.
•
IR-zender op de afstandsbediening, of de IR-ontvanger
•
op de C 725BEE is afgeschermd.
Het voorpaneel van de C 725BEE wordt fel verlicht
•
door de zon of door omgevingslicht.
Controleer afstemming. Schakel elektrische
•
storingsbron uit of verplaats deze.
Controleer afstemming. Adjust or replace
•
antenna.
Stem af op een RDS-station dat
•
stationnamen (PS-stand) en radiotekst (RTstand) ondersteunt.
Controleer de batterijen.
•
Controleer de IR-vensters en zorg voor een
•
vrije doorkijk tussen de afstandsbediening en
de C 725BEE.
Verminder het zonlicht/de verlichting in het
•
vertrek.
Page 21
VOORVERSTERKER-GEDEELTE
INGANGEN OP LIJNNIVEAU MP, CD, DISC, AUX, TAPE
Ingangsimpedantie (R & C) (Weerstand en Capacitatie) 22 kΩ + 100pF
Ingangsgevoeligheid 250 mV (ref. nominaal vermogen)
Maximum ingangssignaal 6 V
Signaal-/ruisratio, A-GEW 1 95 dB
Signaal-/ruisratio, voorversterker uit A-GEW 107 dB
Frequentierespons <±0,3 dB (20 Hz - 20 kHz, Tone defeat aan)
<±0,3 dB (20 Hz - 20 kHz, Tone defeat uit)
THD + Ruis, SMPTE IM < 0,01 % bij 5 V uit
UITGANGEN OP LIJNNIVEAU
Uitgangsimpedantie - Pre out (Uitgang Voorversterker) 80 Ω
Record Out (Opname Uit) Z+ 1 kΩ
Maximaal uitgangsnivea. - Pre out (Uitgang Voorversterker) 11 V
Record Out (Opname Uit) 11 V
TOONREGELINGEN
Hoge tonen ±5 dB bij 10 kHz
Lage tonen ±8 dB bij 100 Hz
Afstembereik 87,5 – 108,5 MHz (stappen van 50 kHz)
Bruikbare Gevoeligheid (98 MHz) 12 dBµ
Signaal-/ruisratio (60 dBµ IHF-WTD Mono) 65 dB
(60 dBµ IHF-WTD Stereo) 60 dB
Frequentierespons ± 1,5 dB (m.b.t. 60 dB 20 Hz - 15 kHz)
Kanaalscheiding (60 dBµ) - 30 Hz 30 dB
1 kHz 35 dB
10 kHz 30 dB
Opvangrendement (40 dBµ) 3 dB
AM-onderdrukking 50 dB (60 dBµ, 100% Mod. FM, 30% Mod. AM)
Beelddemping (119,4 MHz) 70 dB
Interferentiedemping (10,7 MHz) 70 dB
Onderdrukking Pilot-signaal (60 dBµ) 60 dB
Totale harmonische vervorming 6 - Mono 0,5 %
Stereo 0,8 %
Automatisch Zoeken 15-25
RDS decode-gevoeligheid ≤30 dBu
AMBAND
Afstembereik 530 kHz - 1710 kHz (stappen van 10 kHz, alleen de versie voor 120V)
531 kHz - 1602 kHz (stappen van 9 kHz, alleen de versie voor 230V)
Bruikbare gevoeligheid 50 dBu (999/1000 kHz)
Signaal-/ruisratio 45 dB (5 mV in)
Totale harmonische vervorming 3 % (5 mV in)
Interferentiedemping (450 kHz) 40 dB
Beelddemping (F+2xIF) 28 dB
Selectiviteit 20 dB
Frequentierespons ± 6 dB (m.b.t. 5 mV 100 Hz – 2,3 kHz)
FYSIEKE SPECIFICATIES
Afmetingen van de unit (B x H x D) 435 x 133 x 350 mm (Net)
435 x 149 x 396 mm (Bruto)
Nettogewicht 9,4 kg
Transportgewicht 11,0 kg
LEGENDA:
1 Van cd-ingang naar luidsprekeruitgang, volume-instelling voor 500mV ingaand, 8 Ω 1W uitgaand.
2 Minimum-vermogen per kanaal, 20 Hz - 20 kHz, beide kanalen aangestuurd met niet meer dan nominale vervorming.
3 Totale harmonische vervorming, 20Hz - 20kHz van 250mW tot nominale uitgang.
4 Intermodulatievervorming, 60Hz + 7kHz, 4:1, van 250mW tot nominale uitgang.
5 CCIF IM-vervorming, 19,5kHz + 1 kHz nominale uitgang.
6 Totale harmonische vervorming, 60 dBµ, L=R 75 kHz alleen de versie voor 120V, 40 kHz Afwijking alleen de versie voor 230V
7 Bruto afmetingen incl. voeten, volumeknop en uitstekende luidsprekeraansluitingen.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd. Bezoek voor de laatste nieuwe documentatie en bijzonderheden www.nadelectronics.
com, u vindt hier de meest recente informatie over uw C 725BEE.
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored or transmitted in any form without the written permission of NAD Electronics International
C 725BEE Owner’s Manual Issue 1-01/09
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.