Miele W 1812 WPS User manual

Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat W 1812 WPS
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
2
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Functie van het display .............................................11
Ingebruikneming van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tips om energie en water te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Energie- en waterverbruik.........................................13
Wasmiddelen ..................................................13
Zo wast u goed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Maximaal centrifugetoerental ........................................19
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................19
Het kiezen van de spoelstop ......................................19
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren (Zonder u) .....................................19
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Textielbehandelingssymbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Het wijzigen van het programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............26
Het onderbreken van een programma .................................26
Het wijzigen van een gekozen programma ..............................26
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de
trommel .........................................................27
Kinderbeveiliging..................................................27
3
Inhoud
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het juiste wasmiddel ...............................................28
Wateronthardingsmiddel ............................................29
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................29
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................30
Automatisch spoelen met wasverzachter, synthetische stijfsels of vloeibare
stijfsels .......................................................30
Het kleuren en ontkleuren ...........................................30
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het reinigen van de trommel .........................................31
Het reinigen van de ommanteling, het bedieningspaneel en de trommel.......31
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................31
Het reinigen van het watertoevoerzeefje ................................33
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Het oplossen van problemen.........................................34
Het lukt niet om een wasprogramma te starten. ..........................34
In het display staat een storingsmelding. ...............................35
Algemene problemen met de wasautomaat .............................36
Een tegenvallend wasresultaat .......................................37
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................38
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............39
Afdeling Klantcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Reparaties.....................................................41
Programma-actualisering (Update) .................................41
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................41
Bij te bestellen onderdelen ........................................41
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Het apparaat van voren .............................................42
Het apparaat van achteren ..........................................43
Plaats van opstelling ...............................................44
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................44
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................44
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................46
4
Inhoud
Het stellen van de wasautomaat ......................................47
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................47
Het plaatsen van de wasautomaat onder een werkblad .................48
Was-droogzuil..................................................48
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................49
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................50
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................52
Elektrische aansluiting ..............................................53
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Instructie voor vergelijkende onderzoeken............................54
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Taal J...........................................................57
Extra water .......................................................58
Behoedzaam wassen ..............................................58
Afkoeling waswater ................................................58
Code ...........................................................59
Temperatuureenheid ...............................................60
Zoemer..........................................................60
Akoestisch signaal.................................................60
Lichtsterkte ......................................................60
Contrast .........................................................60
Stand-by display ..................................................61
Memory .........................................................61
Kreukbeveilig. ....................................................61
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies betreffende de veiligheid, het ge bruik en het onderhoud van de was automaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de automaat.
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
~
stemd voor huishoudelijk gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend be
~
stemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabri kant op het onderhoudsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een fou tieve bediening.
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun
-
onervarenheid of gebrek aan kennis van de wasautomaat niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze automaat alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of wor den geïnstrueerd door een verant woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
­Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de wasautomaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
~
alleen dan zonder toezicht gebruiken, wanneer ze weten hoe het apparaat werkt en wat voor gevaar zij lopen wan­neer ze de automaat fout bedienen.
Wanneer u met hoge temperaturen
~
was, bedenk dan dat het glas van de deur heet wordt.
­Zorg ervoor dat kinderen het glas tij
dens een wasprogramma niet aanra
­ken.
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst, of het zichtbaar be schadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
~
aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het type plaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
wasautomaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is ge­ïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ontbrekende of be­schadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoor beeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze Miele­onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheids eisen die wij stellen aan onze appara ten en onderdelen daarvan.
-
-
-
-
Reparaties aan de wasautomaat
~
mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge bruiker opleveren, waarvoor de fabri kant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt ver
~
holpen en wanneer de wasautomaat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Het Miele waterbeveiligingssysteem
~
beschermt tegen waterschade, als aan de volgende voorwaarden is voldaan.
Water en elektriciteit moeten op de
-
-
juiste wijze zijn aangesloten.
Is er sprake van schade, moet de wasautomaat onmiddellijk worden gerepareerd.
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman/ vakvrouw worden ingebouwd en aan gesloten. Hierbij moet aan alle voor waarden voor een veilig gebruik wor den voldaan.
-
-
-
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
~
gevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tem­peraturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat
~
in gebruik neemt de transportbeveili­ging aan de achterzijde van het appa­raat. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui­ten van de wasautomaat", paragraaf: "Het verwijderen van de transportbevei­liging". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasauto maat en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
-
Sluit de kraan af als u langere tijd af
~
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze ker als er zich in de buurt van de was automaat geen afvoer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over
~
stromen. Controleer daarom vóórdat u de water afvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg weg stroomt.
­Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
~
spijkers, naalden, munten en paper­clips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het was­goed veroorzaken.
Als u het wasmiddel op de juiste
~
manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk ver kalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont kalkingsmiddelen voor die een anti-cor rosiemiddel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
~
dende reinigingsmiddelen is behan deld, moet vóórdat het in de wasauto maat wordt gewassen, grondig in hel der water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
~
reinigingsmiddelen die een oplosmid del bevatten, zoals wasbenzine. Doet u dat toch, dan kunnen onderde len van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er brand uit breekt of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
~
delhoudende reinigingsmiddelen tegen deze wasautomaat terechtkomen, zoals wasbenzine. Dit is slecht voor kunststof oppervlak­ken.
Wanneer u textielverf in de wasauto-
~
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabri­kant precies in acht.
-
-
-
-
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
kunnen worden aan- of ingebouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepa lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
-
-
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
~
hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken. Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de
~
ogen terecht, spoel de ogen dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op. Personen die een gevoelige of bescha digde huid hebben, kunnen het vloei baar wasmiddel maar beter niet aanra ken.
-
-
-
9
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a Display
Nadere bijzonderheden over het dis­play kunt u op de volgende bladzijde vinden.
b Temperatuur - toets
Met deze toets kunt u de gewenste temperatuur instellen.
c Toerental - toets
Met deze toets kunt u het gewenste centrifugetoerental, de Spoelstop of Zonder u instellen.
d Optische interface PC
Op deze plaats kunnen onze technici de wasprogramma's controleren, up daten en in het geheugen van de wasautomaat opslaan.
e Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u: het gekozen wasprogramma starten en een gestart programma afbreken.
f Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func­ties in- en uitschakelen.
g Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ge­wenste wasprogramma instellen. Het controlelampje van het gekozen programma licht op. De programmaschakelaar kan zowel rechtsom als linksom worden ge
­draaid.
h Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van de wasautomaat openen.
i I-Aan/0-Uit - toets
Met deze toets kunt u: de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken.
-
10
Bediening van de wasautomaat
Functie van het display
Via het display kunt u het volgende instellen:
– de wastemperatuur;
– het centrifugetoerental;
– afbreken van het programma;
– de kinderbeveiliging;
– de verschillende varianten die de
programmeerfuncties bieden.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start, dan geeft het display in uren en minuten aan hoelang het programma waar schijnlijk gaat duren.
Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program­meren om het wasprogramma nog be­ter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de vari­anten in het display.
-
-
Bovendien geeft het display ook aan:
heel kort de gekozen programma naam;
de duur van het gekozen program ma;
het programmaverloop.
-
-
11
Ingebruikneming van de wasautomaat
Het instellen van de displaytaal
Iedere wasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto maat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge plaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo­gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren.
Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er overmatige schuimvorming optreden. Draait u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel wordt daarmee tegelijk het kogelventiel geactiveerd. Het kogelventiel zorgt er voor dat vanaf de eerste wasbeurt steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.
^
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets in.
Wordt de wasautomaat voor het eerst ingeschakeld, dan verschijnt het start display.
­In het display verschijnt nu een scherm
dat u vraagt om de taal in te stellen die u in het display wilt hebben.
! deutsch
Draai met de programmakeuzescha
-
^
kelaar totdat de gewenste taal in het display verschijnt.
­Bevestig uw keuze met de
^
-
Start/Stop - toets.
U kunt de displaytaal echter ook altijd via de programmeerfunctie "Taal" instel len. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
Het verwijderen van de transportbe­veiliging
Om schade aan uw wasautomaat te voorkomen moet u de transportbe­veiliging vóór de eerste wasbeurt verwijderen.
^
Hebt u dat gedaan, bevestig dat dan
-
door op Start/Stop te drukken.
Het starten van het eerste waspro gramma
De wasautomaat is nu klaar voor het eerste wasprogramma.
-
Het controlelampje van het programma Witte / Bonte was gaat branden.
-
-
-
Dit startdisplay verschijnt niet meer, zodra er een wasprogramma volledig is uitgevoerd en langer heeft ge
-
duurd dan 1 uur.
12
^
Draai de kraan open.
^
Druk op de Start/Stop - toets.
^
Schakel de wasautomaat na afloop van het programma uit.
De wasautomaat is nu in gebruik geno men.
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci teit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een geringe belading in de pro
­gramma Witte / Bonte was zorgt de beladingsautomaat voor een vermin dering van het water- en energiever­bruik en voor een verkorting van de programmaduur. Het is daardoor mogelijk dat de rest­tijd die in het display wordt aangege­ven in het verloop van het waspro­gramma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte / Bonte was 95°C het program­ma Witte / Bonte was 60°C. Daarmee bespaart u 35 tot 45% energie. In de meeste gevallen is dit genoeg.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
del als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
Controleer bij het doseren van het
wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
Reduceer bij geringere beladings
-
hoeveelheden de wasmiddelhoeveel heid. Bij halve belading kan ca. wasmiddel worden gebruikt.
-
Juiste keuze van extra functies
Kies voor:
– licht vervuild wasgoed
zonder zicht­bare vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort;
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie;
– wasgoed waar veel stof of zand in zit
de extra functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
1
/3minder
-
-
-
13
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C,...)aanhou den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
Verwijder bij vitrage de haakjes en
^
-
het loodband of wikkel ze in een doek.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
­nenstebuiten als de fabrikant dat ad
­viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
^
dicht zodat er geen andere textiel in terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daar­om apart.
-
-
,
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en onderdelen van de wasautomaat be schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle ding, zoals bh-beugels, niet los kun nen raken. Losgeraakte onderdelen moeten eerst worden vastgemaakt of verwijderd.
14
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
­textiel, als het even kan zodra ze ont
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
-
-
-
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei­en bloedvlekken. Neem de vlekken met een tissue af. Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi sche (oplosmiddelhoudende) reini gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
^
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
^
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
^
Bij een maximale belading is het ener gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Bij overschrijding van de maximale be­ladingscapaciteit vallen de wasresulta­ten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
-
-
-
D Kies een programma
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar naar links of naar rechts totdat het lampje gaat branden van het pro­gramma dat u wilt hebben.
E Kies de temperatuur en/of het cen-
trifugetoerental
U kunt de temperatuur en/of het centri­fugetoerental in het display wijzigen.
1:49 60° 1350
Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.
^
Sluit de deur met een lichte klap.
^
Wijzig indien gewenst de tempera tuur door op de Temperatuur - toets te drukken. Wijzig indien gewenst het centrifuge toerental door op de Toerental - toets te drukken.
-
-
15
Zo wast u goed
F Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
Met de extra functies kunt u het geko zen programma nog beter afstemmen op uw wasgoed.
^ Druk op de toets(en) van de ge-
wenste extra functie(s).
Het controlelampje naast de gekozen extra functie gaat branden.
Niet alle extra functies kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen. Wanneer u op een extra functietoets drukt en het controlelampje niet gaat branden, betekent dat dat deze extra functie voor het gekozen programma niet van toepassing is.
-
Extra water
Wanneer deze functie is ingeschakeld, dan wordt er meer water gebruikt.
-
De functie heeft drie varianten. Wanneer het apparaat wordt geleverd, wordt de waterstand bij het wassen en bij het spoelen verhoogd. U kunt één van de andere varianten kiezen. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
Voorwas
Deze functie is voor wasgoed waar veel stof of zand in zit.
Zoemer
Wanneer deze functie is ingeschakeld, dan gaat er na afloop van het waspro­gramma en in de spoelstop een zoe­mer.
De zoemer gaat zolang totdat de was­automaat wordt uitgeschakeld.
U kunt het geluidsniveau van de zoe mer veranderen. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
-
Kort
Wanneer deze functie is ingeschakeld, dan duurt de hoofdwas korter.
Deze functie is geschikt voor licht ver vuild wasgoed zonder zichtbare vlek ken.
16
-
-
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerre­sultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Zo wast u goed
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de extra functie Voorwas hebt gekozen, neem dan totale aanbevolen wasmiddelhoe­veelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas
1
/3van de
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid delen en de dosering daarvan treft u aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
17
Zo wast u goed
H Start het programma
De Start/Stop - toets is nu aan het knip peren.
Druk op deze toets.
^
Blijven er stukken wasgoed in de
­trommel liggen, loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krim pen of afgeven.
-
Direct nadat u het programma heeft ge start, geeft het display in uren en minu ten aan hoelang het programma waar schijnlijk gaat duren.
Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
Bovendien geeft het display het pro­grammaverloop aan. Zo kunt u tijdens het wasprogramma zien welke fase in het programmaverloop is bereikt.
I Haal na afloop van het programma
het wasgoed uit de automaat
Na afloop van het programma knippe­ren afwisselend in het display:
0:00 Kreukbeveilig.
en
0:00 inde
-
-
-
-
^ Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achterge­bleven.
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^ Sluit de deur.
Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meege wassen en het wasgoed beschadigen.
-
^
Open de deur met de Deur - toets.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
Controleer of de trommel leeg is.
18
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan van programma tot programma ver schillen.
Programma Omw/min
Witte / Bonte was 1350
Kreukherstellend 1200
Fijne was 600
Wol 1200
Express 1350
Automatic 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Donker wasgoed 1200
Centrifugeren 1350
U kunt een lager toerental instellen.
Het centrifugeren tussen de spoel­gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het eind, maar ook na de hoofdwas en tus­sen de spoelgangen gecentrifugeerd. Stelt u een lager centrifugetoerental in, dan wordt er ook na de hoofdwas en tussen de spoelgangen met een lager toerental gecentrifugeerd. In het programma Witte / Bonte was wordt bij een toerental van lager dan 700 omw/min een spoelgang ingelast.
-
Het kiezen van de spoelstop
Kies de Spoelstop met de Toerental -
^
toets.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel gang in het water liggen. Dat heeft het voordeel dat het wasgoed minder kreukt wanneer u het niet direct uit de trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
De wasautomaat biedt u het voor het gekozen programma maximaal toelaat bare centrifugetoerental aan. U kunt een lager toerental kiezen.
^ Kies een toerental en druk op de
Start/Stop - toets.
– Beëindigen programma
:
^ Druk op de Deur - toets.
Het water wordt afgepompt. ^ Druk opnieuw op de Deur - toets.
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eind centrifugeren (Zonder u)
^
Kies Zonder u met de Toerental ­toets.
Na de laatste spoelgang wordt het wa ter afgepompt en wordt de kreukbevei liging ingeschakeld. In de programma's Witte / Bonte was,
Kreukherstellend, Express en Automa tic wordt een spoelgang ingelast.
-
-
-
-
-
-
19
Programma-overzicht
Witte / Bonte was 95°C tot 30°C Maximaal 6,0 kg
Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; T-shirts, onder
goed, tafellakens en servetten
Extra functies Kort, Extra water, Voorwas
Instructie voor onderzoeksinstituten:
Kort programma: 3,0 kg belading en extra functie Kort
Kreukherstellend 60°C tot 30°C Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukher
stellend gemaakt katoen
Tip Kies bij kreukgevoelig wasgoed een lager centrifugetoerental.
Extra functies Kort, Extra water, Voorwas
Fijne was 60°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels en kunstzijde
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden gewassen.
Tips – Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een program-
ma met de extra functie Voorwas moeten worden gewassen.
– Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental of
centrifugeer helemaal niet.
Extra functies Kort, Voorwas
Wol / 40°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van wol en wolmengweefsels
Express 40°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Een kleinere hoeveelheid wasgoed die uit katoen, linnen of
mengweefsels bestaat en alleen maar hoeft te worden opgefrist.
Tip Wilt u afzonderlijke stukken wasgoed uitspoelen, kies dan dit
programma met de temperatuur Koud.
Extra functie Extra water
-
-
20
Loading...
+ 44 hidden pages