Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw droogautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 895 572
1 Aansluitkabel
2 Condenswaterreservoir
3 Deur
4 Bedieningspaneel
5 Afvoerslang voor condenswater
6 Vier in hoogte verstelbare
machinevoeten
4
Bedieningspaneel
Algemeen
bToets "j k"
Met deze toets kunt u de droger in- en
uitschakelen en het programma onderbreken. Wanneer u het apparaat inschakelt en de deur opent gaat de
trommelverlichting aan.
cToets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van de
droger openen en het programma afbreken. Deze toets klikt niet vast.
dCONTROLE
De controlemeldingen worden in het
hoofdstuk: "Nuttige tips" uiteengezet.
eToetsen voor de programmakeuze
Controlelampje aan = Programma aan
Controlelampje uit = Programma uit
fToetsen voor de EXTRA FUNCTIES
Controlelampje aan = Extra functie aan
Controlelampje uit = Extra functie uit
gControlelampjes voor het
programmaVERLOOP
Deze geven aan in welke fase het
droogprogramma zich bevindt.
hDisplay
Dit kan verschillende dingen aangeven:
– de programmaduur;
– de uitsteltijd bij gebruik van de voor-
keuze;
– de aanvullende functie, nadat u die
hebt opgeroepen.
iToets "START"
Met deze toets kunt u een droogprogramma starten. Het controlelampje
– knippert wanneer een programma is
gekozen en kan worden gestart
– en brandt
gestart.
nadat het programma is
jToets "Zoemer"
kToets "Voorkeuze"
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
maximaal 24 uur uitstellen.
lToetsen "_"
Met deze toetsen kunt u instellen:
– de uitsteltijd bij gebruik van de voor-
keuze;
– de duur van een TIJD - programma.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op de geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv. schrootverwerking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw droogautomaat voor het eerst gebruikt. U
vindt hierin belangrijke instructies
met betrekking tot de veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
apparaat. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de droogautomaat.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde droogautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de droogautomaat aan-
sluit dient u altijd de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet te vergelijken. Deze
moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Efficiënt gebruik
Deze droogautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze droogautomaat is uitsluitend
bestemd voor het drogen van textiel dat in water is gewassen en volgens de aanwijzingen van de fabrikant
op het wasetiket in de droogautomaat
mag worden gedroogd.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Controleer voordat u uw droogauto-
maat voor het eerst in gebruik
neemt of het apparaat volgens de regels is opgesteld en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen van de
droogautomaat".
De elektrische veiligheid van de
droogautomaat is uitsluitend gegarandeerd als deze is aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele
veiligheidsvoorwaarde is voldaan en
dat de huisinstallatie bij twijfel door een
vakman wordt geïnspecteerd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door
een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De droogautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico’s voor de
gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Reparaties mogen alleen door erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Als er een storing moet worden ver-
holpen of als de droogautomaat
moet worden gereinigd, mag er geen
elektrische spanning op het apparaat
staan. Dit is het geval als aan één van
de volgende voorwaarden is voldaan:
- als de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie is uitgeschakeld,
- of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen.
Alleen van deze onderdelen kunnen wij
garanderen dat zij volledig voldoen aan
de veiligheidseisen die wij stellen aan
onze apparaten.
Gebruik
Plaats uw droogautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten. Temperaturen die duidelijk onder het vriespunt liggen hebben een negatief effect op de
werking van het apparaat. Door bevriezend condenswater in de pomp, in de
slangen en in het condenswaterreservoir kan de automaat beschadigen.
Het condenswater kan extern wor-
den afgevoerd.
Als u de afvoerslang in een wastafel of
wasbak hangt, zorg er dan voor dat hij
niet weg kan glijden. Als de slang niet
goed vastzit kan er water overstromen
en dit kan schade veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het drinken van condenswater kan
schadelijk zijn voor de gezondheid van
mens en dier.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Sluit de deur iedere keer nadat u
de droogautomaat heeft gebruikt.
Zo voorkomt u dat
– kinderen op de deur gaan leunen en
dat het apparaat gaat kantelen.
– kinderen proberen in de droger te
kruipen
– of er voorwerpen in te verstoppen.
Er bestaat gevaar voor brand bij
de volgende materialen:
– Kledingstukken met rubber.
– Kledingstukken die voorbehandeld
zijn met brandbare reinigingsmiddelen (bijv. wasbenzine).
– Kledingsstukken die in aanraking
zijn geweest met haarversteviger,
haarspray, nagellakremover e.d.
– Kledingstukken die vervuild zijn door
olie en/vet, bijv. kokskleding en keukenlinnen.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
mogen worden aan- of ingebouwd.
Als er andere toebehoren worden aanof ingebouwd, kan Miele niet voor de
gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt hiermee dat de droogautomaat verkeerd wordt gebruikt.
– Kledingstukken met vullingen die be-
schadigd zijn (bijv. kussens of
jacks). Wanneer de vulling er uitkomt
kan dat brand veroorzaken.
Dit apparaat heeft een ingebouw-
de zender voor het MIELE INFO
CONTROL.
Deze zender mag in Duitsland, Nederland en Oostenrijk officieel worden gebruikt. Zie het keurmerk in het hoofdstuk: "Technische gegevens".
Wilt u het apparaat in een ander land
gebruiken, informeer dan bij de Technische Dienst van Miele of er voor dat
land een officiële vergunning kan worden verleend. Is dat niet mogelijk dan
moet u de zender uitschakelen (zie
hoofdstuk: "INFO CONTROL").
9
Korte beschrijving
Korte beschrijving
Korte beschrijving van de werking
van de automaat en korte handleiding
Nadat het apparaat is ingeschakeld
branden de controlelampjes van alle
programma’s.
Een programma kunt u instellen door
op de bijbehorende toets te drukken.
De controlelampjes van de overige programma’s gaan uit.
Bij de droogprogramma’s kunt u (een)
extra functie(s) instellen door op de bijbehorende toets(en) te drukken.
Het / De controlelampje(s) van deze extra functie(s) gaat/gaan branden.
Het programma kunt u starten door op
de START - toets te drukken.
De controlelampjes voor het programmaverloop geven aan in welke fase het
programma zich bevindt.
Het Sensitive-systeem meet automatisch het soort water en maakt nauwkeurig drogen mogelijk.
Het Novotronic-systeem meet zowel het
restvochtgehalte als de hardheid en de
kwaliteit van het leidingwater. Door
deze waarden te vergelijken zorgt het
ervoor dat het restvochtgehalte altijd
gelijk is.
De Reverseerautomaat zorgt ervoor
dat de trommel afwisselend links- en
rechtsom draait. Zo wordt het wasgoed
gelijkmatig en behoedzaam gedroogd.
Wanneer de gewenste droogtestand is
bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Na het einde van het eigenlijke programma volgt de "Kreukbeveiliging": de
trommel draait met korte intervallen,
waardoor wordt voorkomen dat het
wasgoed gaat kreuken.
Verder kunt u een aantal aanvullendefuncties programmeren om het droogprogramma nog beter af te stemmen
op het soort wasgoed en de manier
waarop u dit wilt drogen.
Lees eerst de hoofdstukken "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" en "Zo droogt u goed".
1 Schakel het apparaat in
door op de j k - toets te drukken.
2 Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
3 Vul de trommel
door het wasgoed losjes in de trommel te leggen.
4Sluit de deur
Sluit de deur met een lichte klap;
druk de deur niet dicht.
5 Kies een programma
door op de bijbehorende toets te
drukken.
De duur van een TIJD - programma
kunt u instellen met behulp van de
toetsen "_".
6 Kies evt. (een) extra functie(s)
door op de toets(en) voor de extra
functie(s) te drukken
of schakel deze uit.
Druk eventueel op de Voorkeuze toets en stel met behulp van de toetsen "_" de tijd in dat het nog
moet duren voordat het gekozen programma begint.
7 Start het programma
door op de START - toets te drukken.
10
Tips voor het drogen van textiel
Tips voor het drogen van textiel
Controleer voordat u wasgoed in de
automaat wilt gaan drogen, welk
droogsymbool in het wasetiket van
het wasgoed is afgebeeld.
De symbolen betekenen het volgende:
q = Drogen op een normale tempera-
tuur
r = Drogen op een lage temperatuur
(Druk daarbij op de toets
"Temperatuur laag")
s = Niet geschikt om in de droogauto-
maat te worden gedroogd
t = Geschikt om in de droogautomaat
te worden gedroogd
Wanneer er geen droogsymbool in het
wasetiket staat, gelden in principe de
volgende regels:
–
Wit, bont en kreukherstellend wasgoed moet in de daarbij behorende
programma’s met de gewenste
droogtegraad worden gedroogd (Zie
hoofdstuk: "Programma-overzicht").
–
Fijne was, bijv. van acryl, moet in het
programma "KREUKHERSTELLEND"
en met de extra functie "Lage temperatuur" worden gedroogd.
Houd in het geval dat onderstaande textielsoorten volgens het
wasetiket in de automaat mogen
worden gedroogd, rekening met
het volgende:
Wol en wolmengweefsels
Deze hebben de neiging te vervilten en te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Wol" wordt gedroogd.
Wasgoed gevuld met dons
De binnen- en buitenvoering (bijv.
van dekbedden) heeft, afhankelijk
van de kwaliteit en de gebruikte textielsoort (zoals katoen en satijn) de
neiging om te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Strijken
wordt gedroogd.
Zuiver linnen
Dit kan ruw worden.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Strijken
wordt gedroogd.
rrr"
rrr"
11
Tips voor het drogen van textiel
Kreukherstellend wasgoed gaat des
Let verder nog op het volgende:
–
T-shirts en tricot krimpen vaak wanneer ze voor het eerst worden gewassen.
Droog ze dus niet te lang en te heet
om te voorkomen dat ze nog verder
krimpen. Koop dit soort textiel eventueel één of twee maten te groot.
–
Gesteven wasgoed kunt u in de
droogautomaat drogen.
Doseer echter vóórdat u gaat wassen de dubbele hoeveelheid stijfsel
voor hetzelfde effect.
–
Kreukherstellende overhemden of
blouses van 100% katoen hebben,
afhankelijk van de kwaliteit en het
model overhemd, de neiging sterk te
kreuken.
Droog zulk wasgoed met een programma met een lagere droogtegraad (bijv. "Strijkdroog"). In het
uiterste geval kunt u dit wasgoed het
beste drogen in het programma
"Strijken
gertje hangen.
rrr"
en daarna op een han-
–
te meer kreuken, naarmate de droogautomaat voller beladen is. Dat geldt
vooral voor zeer fijn textiel.
Verminder de beladingshoeveelheid
of gebruik het speciale programma
"Kreukherstellend Strijkdroog".
– Droog
goed niet samen met lichtgekleurd
wasgoed omdat het misschien afgeeft.
– Kledingstukken
schadigd zijn (bijv. kussens of jacks)
mogen niet in de automaat worden
gedroogd. Wanneer de vulling er uitkomt kan dat brand veroorzaken.
nieuw, donkergekleurd was-
met vullingen die be-
12
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Tips om energie te besparen
Voordat u het wasgoed gaat drogen
kunt u dit het beste met een zo hoog
mogelijk toerental in de wasautomaat centrifugeren.
Zo bespaart u bij het drogen ca.
30 % energie en tijd, wanneer u bijv.
met 1600 omw/min centrifugeert in
plaats van met 800 omw/min.
Sorteer het wasgoed zo veel mogelijk
- naar textielsoort;
- naar gewenste droogtegraad;
- naar gelijke grootte en gelijk restvocht na het centrifugeren.
Zo krijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
Benut voor ieder droogprogramma
de maximale beladingscapaciteit
van de trommel. Zie daarvoor het
hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Zorg ervoor dat er niet te veel en niet
te weinig wasgoed in de trommel zit.
Het energieverbruik is dan, gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het gunstigst.
Bind ceintuurs bij elkaar.
Knoop schortenbandjes aan elkaar.
Verwijder eventuele doseerbolletjes
of doseerzakjes uit het wasgoed.
Deze voorwerpen kunnen tijdens
het droogprogramma smelten en
het apparaat en het wasgoed beschadigen.
Leg het voorgesorteerde wasgoed
losjes in de trommel.
Zorg ervoor dat de trommel niet
overvol is.
Een te volle trommel is slecht voor
het wasgoed en heeft een negatief
effect op het droogresultaat.
Sluit de deur met een lichte klap.
Druk de deur niet dicht.
Zorg voor een goede ventilatie.
1Het inschakelen van de
droogautomaat
Druk op de j k - toets.
2Het vullen van de trommel
Open de deur van de automaat door
op de Deur - toets te drukken.
Knoop dekbedovertrekken en kussenslopen dicht, zodat er geen kleinere stukken wasgoed in kunnen komen.
Doe ritssluitingen dicht.
Let er bij het sluiten van de deur op
dat er geen stukken wasgoed tussen de deur zitten. Wasgoed dat beklemd raakt kan beschadigen.
13
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
3Het kiezen van een program-
ma
De droogprogramma’s zijn in het hoofdstuk: "Programma-overzicht" beschreven.
WITTE / BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND, SPECIALE PROGRAMMA’S
Druk op de toets van het gewenste
programma.
De programmaduur van deze programma’s is door de elektronica vastgelegd.
TIJD
De duur van deze programma’s kunt u
zelf bepalen.
In het display TIJD verschijnt de laatst
gekozen tijd.
Het veranderen van de programmaduur
Met behulp van de toets ">" kunt u de
gewenste tijd instellen.
Met iedere druk op de toets doet u dit
– van 15 tot 30 minuten in stappen van
5 minuten
– en van 30 minuten tot 2 uur in
stappen van 10 minuten.
Druk zo vaak op de toets ">" totdat
de gewenste tijd in het display verschijnt.
Met behulp van de toets "$" kunt u
de tijd verminderen.
Belangrijk
Wanneer u een programma of extra
functie inschakelt gaat het bijbehorende controlelampje branden.
4Het kiezen van (een) extra
functie(s)
Druk de toets(en) voor de extra functie(s) in.
Maak indien gewenst gebruik van de
voorkeuze.
Druk op de toets van het gewenste
programma.
14
De extra functies en de voorkeuze worden in de hoofdstukken: "Extra functies"
en "Voorkeuze" nader uiteengezet.
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
5Het starten van een pro-
gramma
Druk op de START - toets.
In het programmaverloop brandt het
controlelampje van de fase waarin het
droogprogramma zich op dat moment
bevindt.
Memory-functie
Is de Memory-functie actief, dan worden de extra functies opgeslagen zoals
die bij het gekozen droogprogramma
worden ingesteld.
Wanneer u de keer daarop ditzelfde
programma kiest, branden de controlelampjes van de extra functies zoals die
de keer daarvoor zijn ingesteld.
Wordt een TIJDKEUZE - programma
gekozen, dan verschijnt de laatst gekozen tijd in het display.
Méér over de Memory-functie in het
hoofdstuk: "Het programmeren van aanvullende functies".
Na het drogen
Wanneer het controlelampje "Kreukbeveiliging" brandt, is het eigenlijke programma afgelopen.
Open de deur door op de Deur toets te drukken.
Haal het wasgoed uit de trommel.
Controleer of de trommel leeg is.
Wasgoed dat in de trommel blijft liggen wordt als het nog een keer
wordt gedroogd overmatig gedroogd en kan daardoor beschadigen.
Verwijder iedere keer nadat u de
droogautomaat heeft gebruikt de
pluizen
- in het pluizenfilter in de pluizenfilterhouder
- in de beide pluizenfilters in de
vulopening.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Het controlelampje "Filters/Condensor"
Dit controlelampje geeft aan dat het apparaat niet optimaal of niet zuinig genoeg werkt.
De redenen daarvoor kunnen zijn:
– De pluizenfilters in de deur en vulo-
pening zijn verstopt;
– De condensor is verstopt.
Het controlelampje "Filters / Conden-
sor" gaat voor de start van een programma alleen uit, wanneer de droogautomaat met de
uitgeschakeld.
j k - toets is
Leeg het condenswaterreservoir
wanneer er geen externe condenswaterafvoer aanwezig is.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Sluit de deur.
Schakel het apparaat uit door op de
j k - toets te drukken.
Sluit de deur iedere keer nadat u de
automaat heeft gebruikt en schakel
het apparaat dan ook uit.
15
Programma-overzicht
Programma-overzicht
ProgrammaSoort textielMaximale
WITTE / BONTE WAS
Extra droog
Wasgoed van dikkere stof
dat bij "Kastdroog +" niet
droog genoeg wordt
Kastdroog +
Wasgoed van dunnere en
dikkere stof, zoals
verschillende soorten
katoenen wasgoed (bijv.
badstof handdoeken en tricot
wasgoed)
Kastdroog
(1)
Soortgelijk wasgoed van
katoen (badstof en tricot
wasgoed, flanellen lakens)
Strijkdroog
r
Strijkdroog rr
(1)
Katoenen of linnen weefsels
(bijv. tafellakens, servetten
en beddengoed, gesteven
wasgoed)
Mangeldroog
Katoenen of linnen weefsels
die na afloop van het
droogprogramma door de
mangel worden gehaald;
gesteven wasgoed
belading
5 kgDroog tricot wasgoed niet
5 kg–
5 kgWanneer het wasgoed bij
5 kg–
5 kgWanneer het wasgoed te
5 kgRol het wasgoed op zolang
(2)
Tip
met "Extra droog" i.v.m.
krimpgevaar.
"Kastdroog" te vochtig is, kies
dan "Kastdroog +".
vochtig is om het met de
hand te strijken, kies dan
"Strijkdroog r".
het nog niet door de mangel
wordt gehaald. Zo wordt
opdrogen voorkomen.
(1)
Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test volgens norm EN 61121/A11
(2)
Gewicht van het droge wasgoed
16
Programma-overzicht
ProgrammaSoort textielMaximale
belading
(2)
Tip
KREUKHERSTELLEND
Kastdroog +
Kreukherstellend wasgoed van
synthetisch materiaal of
2,5 kgCentrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
gemengde weefsels die bij
"Kastdroog" niet droog genoeg
worden (bijv. truien, jurken en
broeken)
Kastdroog
(1)
Kreukherstellende overhemden,
tafelkleden van gemengde
2,5 kg
weefsels, bijv. katoen / synthetisch
materiaal
Strijkdroog
Kreukherstellende overhemden,
tafelkleden van gemengde
weefsels, bijv. katoen /
synthetisch materiaal die nog
moeten worden gestreken
2,5 kgCentrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
Verminder bij kreukgevoelig
wasgoed de belading (zie ook:
"Speciale programma’s").
TIJDKEUZE
Warme lucht
Een stuk wasgoed of een paar
stukken wasgoed (bijv.
5 kg–
badhanddoek, zwembroek,
badpak, schoonmaakdoekjes)
Wasgoed van dikkere stof dat
door de samenstelling op
verschillende manieren moet
worden gedroogd
Koude lucht
Wasgoed dat alleen moet worden
doorgelucht
5 kg–
Speciale programma’s
Kreukherstel-
lend Strijk droog
Wol
Wasgoed van katoen of
gemengde weefsels (bijv.
overhemden, blouses)
Wollen wasgoed1 kgHet wollen wasgoed wordt
1 kgHet wasgoed wordt afhankelijk
van de textielsoort zo gedroogd
dat er weinig kreukels in komen.
losgeschud en wordt daardoor
weer lekker zacht.
Dit wasgoed moet direct na het
einde van het programma uit de
trommel worden gehaald.
Het wollen wasgoed wordt niet
helemaal droog.
Strijken
rrr
Katoenen of linnen weefsels
Kreukherstellend wasgoed van
katoen, gemengde weefsels of
synthetisch materiaal
2,5 kgDit programma vermindert de
kreukels die er van het
centrifugeren nog in zitten.
Dit textiel moet direct na het
einde van het programma uit de
trommel worden gehaald.
(1) Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test volgens norm EN 61121/A11
(2)
Gewicht van het droge wasgoed
17
Extra functies
Extra functies
Extra functies kunt u in- of uitschakelen
door op de toetsen voor de extra functies te drukken en wel vóórdat u het
programma start.
Wanneer u een extra functie heeft ingeschakeld gaat het daarbij behorende
controlelampje branden.
Kreukbeveiliging
Met deze functie draait de trommel
na het einde van het eigenlijke programma met korte intervallen, waardoor wordt voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken.
Wanneer u een extra functie weer heeft
uitgeschakeld gaat het daarbij behorende controlelampje weer uit.
Extra functies die binnen het basisprogramma niet mogelijk zijn, kunt u niet inschakelen.
Wanneer u een toets van zo’n extra
functie indrukt gaat het daarbij behorende controlelampje uit, zodra u de toets
loslaat.
Bij een zinloze combinatie van extra
functies (bijv. "Kort" en "Temperatuur
laag") wordt alleen die functie ingeschakeld die het laatst is ingesteld.
Kort
Met deze toets duurt het programma
korter.
– Voor het drogen van sterk textiel.
Temperatuur laag
Met deze toets wordt de temperatuur
van de lucht in de trommel verlaagd.
– Voor het drogen van fijn textiel, bijv.
acryl. Symbool in het wasetiket: r.
Het programma duurt langer.
Zoemer
Met deze toets klinkt er na het eigenlijk programma, in de fase "Kreukbeveiliging", met regelmatige tussenpozen een akoestisch signaal.
U kunt het zoemervolume veranderen
en wel als volgt:
18
1 Kies een programma.
2 Druk zo lang op de toets "Zoemer" tot-
dat de gewenste sterkte is ingesteld.
Het controlelampje "Zoemer" brandt.
De toonhoogte van de zoemer verandert tegelijk.
3 Laat de toets "Zoemer" los en start
het programma.
Display
Display
Display
Het display heeft 4 functies:
– Wanneer u een programma kiest
geeft het de tijd aan dat dit programma nog gaat duren, de zgn. resttijd.
– Wanneer u een TIJDKEUZE - pro-
gramma kiest geeft het de tijd aan
die u voor dit programma instelt.
– Wanneer u gebruik maakt van de
voorkeuze geeft het de tijd aan dat
het nog duurt voordat het gekozen
programma begint, de zgn. uitsteltijd.
– Wanneer u de aanvullende functies
wilt programmeren / deprogrammeren verschijnen deze in het display.
Resttijdweergave in het display
Nadat het programma is gestart berekent de elektronica van het apparaat
de tijd die het droogprogramma gaat
duren. In het display verschijnen bal-
ken: === ... - == ... .
Na ca. 1 minuut verschijnt de resttijd in
het display. Deze resttijd wordt per minuut afgeteld.
Daarom moet de resttijd als een schatting worden beschouwd.
Het apparaat is van elektronica voorzien die zich gedurende de eerste 10 15 droogbeurten op uw wasgoed instelt. Zo wordt de tijd zo precies mogelijk geschat.
Aan het einde van de droogfase zal
de geprognosticeerde tijd worden gecorrigeerd met de tijd die nodig is
voor de afkoelfase. Voor luchtafvoerdrogers is deze tijd 5 minuten, voor
condensdrogers 10 minuten.
Droog wanneer het enigszins mogelijk is iedere keer stukken wasgoed
die ongeveer even groot en zwaar
zijn. Wanneer de stukken wasgoed
in grootte en gewicht sterk variëren
kan de resttijd afwijken. Het is mogelijk dat de resttijd kort vóór het
einde van het programma blijft steken. Zie hoofdstuk: "Nuttige tips".
Bij ieder programma kan de resttijd verschillend zijn, doordat de tijd
het droogprogramma door diverse factoren wordt beïnvloed:
– het soort wasgoed
– de hoeveelheid wasgoed
– verschillen in restvocht van het was-
goed
– verschillen in de netspanning
– omgevingstemperatuur
tijdens
19
Voorkeuze
Voorkeuze
Nadat u een programma heeft gekozen kunt u het tijdstip dat dit programma start, minimaal 30 minuten
(30) en maximaal 24 uur (24h) uitstellen.
Kies een programma.
Druk op de Voorkeuze - toets.
Met behulp van de toets ">" kunt u de
gewenste uitsteltijd invoeren.
Ca. 1 minuut nadat het programma is
gestart, wordt de duur van het gekozen
programma aangegeven.
Het wissen van de voorkeuze
Druk op de Voorkeuze - toets.
Of schakel, wanneer u al op de
START - toets heeft gedrukt, het apparaat uit met de
j k - toets.
Met iedere druk op deze toets doet u dit
– tot 10 h in stappen van 30 minuten
– en van 10 h tot 24 h in stappen van
1 uur.
Druk zo vaak op de toets ">" totdat
de gewenste uitsteltijd in het display
verschijnt.
Met behulp van de toets "$" kunt u
de tijd verminderen.
Druk op de START - toets.
De uitsteltijd wordt afgeteld:
– van 24 h tot 10 h per uur
– vanaf 9 h 59 min per minuut.
20
Het wijzigen van het programma
Het wijzigen van het programma
Nadat een gekozen droogprogramma is gestart accepteert de automaat geen wijzigingen meer in programmakeuze en keuze van extra
functies.
Het afbreken van een programma tijdens het drogen
Open de deur of schakel het apparaat uit.
Het kiezen van een ander programma tijdens het drogen
Schakel het apparaat uit en weer in.
Kies het gewenste programma door
op de bijbehorende toets te drukken.
Kies eventueel extra functies.
Druk op de START - toets.
Het openen van de deur tijdens het drogen
Open de deur door op de Deur toets te drukken.
Nu kunt u nog wasgoed in de trommel
leggen of voortijdig wasgoed uit de
trommel halen.
Wanneer u het programma wilt voortzetten:
Sluit dan de deur.
Kies het programma opnieuw.
Kies eventueel extra functies.
Druk op de START - toets.
Het programma gaat verder.
De resttijd die nu in het display ver-
schijnt wijkt misschien af van de werkelijke droogtijd.
Wanneer de bij TIJDKEUZE - programma’s de stroom is uitgevallen
moet u, zodra er weer stroom op het
apparaat staat, het programma opnieuw starten.
21
Elektronische afsluitfunctie
Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektronische afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door anderen kan worden
gebruikt.
Het inschakelen van de afsluitfunctie
1 Sluit de deur.
2 Schakel het apparaat in.
3 Druk de toets "Kort" in en houd deze
toets tijdens de stappen
met
7 ingedrukt.
4 Druk de toets "Mangeldroog" in.
5 Laat deze toets los.
6 Druk de toets "KREUKHERSTEL-
LEND Kastdroog" in.
7 Laat deze toets los.
8 Laat de Kort - toets los.
Het controlelampje "Vergrendeld" gaat
branden.
4 tot en
Het uitschakelen van de afsluitfunctie
Herhaal de stappen 1 tot en met 8.
Het controlelampje "Vergrendeld" gaat
na stap
8 uit.
9 Schakel het apparaat uit.
22
Het programmeren van aanvullende functies
Het programmeren van aanvullende functies
Overzicht
U kunt een aantal aanvullende functies programmeren om het droogprogramma nog beter af te stemmen op
het soort wasgoed en de manier
waarop u dit wilt drogen.
Aanvullende functies blijven zo lang
geprogrammeerd tot ze weer worden
gewist.
U kunt één of meer aanvullende functies programmeren of wissen.
Aanvullende functie 0I
"Correctie van de droogtegraad"
Het Sensitive-systeem is zo geconstrueerd dat het mogelijk is om bij
het drogen zo veel mogelijk energie
te besparen. Wanneer u het wasgoed na het einde van het programma echter nog niet droog genoeg
vindt, kunt u de vochtigheidsgraad
van alle programma’s iets verminderen.
Aanvullende functie 03
"Memory"
Met deze functie wordt/worden de extra functie(s) opgeslagen die bij de
vorige droogbeurt is/zijn ingesteld.
De Memory-functie is standaard ingeschakeld. De functie kan weer worden
uitgeschakeld.
De functie "Correctie van de droogtegraad" is standaard niet ingeschakeld.
23
Het programmeren van aanvullende functies
Het oproepen, activeren en opslaan
De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de
toetsen voor de programmakeuze en
de toetsen voor de extra functies.
Deze toetsen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te
zien is.
1 Het apparaat moet uitgeschakeld en
de deur moet gesloten zijn.
2 Druk de toetsen "WITTE / BONTE
WAS Extra droog" en "KREUKHERSTELLEND Kastdroog +" tegelijk in
en houd ze ingedrukt.
3 Schakel het apparaat in door op de
j k - toets te drukken.
4 Laat alle toetsen los.
– In het display verschijnt "P".
– De controlelampjes "Drogen" en
"Koude lucht" zijn nu aan het knipperen.
5 Door op de ">" te drukken kunt u ie-
dere aanvullende functie kiezen:
Druk 1 x op de toets ">" = 0I
(
Correctie van de droogtegraad)
of
druk 2 x op de toets ">" = 03
Memory-functie).
(
Met de toets "$" kunt u stap voor
stap teruggaan.
6 In het display knipperen afwisselend
"P" en het nummer van de gekozen
aanvullende functie.
Voorbeeld:
010.... P 0... 010... P 0... .
Het
rechter cijfer brandt permanent.
Er staat een:
0 wanneer de aanvullende functie
niet is ingeschakeld;
1 wanneer de aanvullende functie
wel is ingeschakeld.
7 Door op de START - toets te drukken
kunt u het rechter cijfer veranderen
van
– 0 in 1: de aanvullende functie is dan
wel ingeschakeld
– 1 in 0: de aanvullende functie is dan
niet ingeschakeld
8 Wanneer u nog meer aanvullende
functies wilt inschakelen, herhaal
dan de stappen vanaf punt
Wanneer dat niet het geval is:
5.
9 Sla dan op door op de toets "Zoe-
mer" te drukken en het apparaat met
de
j k- toets uit te schakelen.
Het deprogrammeren van een aanvullende functie
Neem de stappen 1 tot en met 9.
Controleren of een aanvullende functie is ingeschakeld
Neem de stappen 1 tot en met 6.
24
Schakel het apparaat uit.
De controle is voltooid.
INFO CONTROL
Het "Mobiel Informatie Systeem" bestaat uit een zender die in een Mieleapparaat is of kan worden ingebouwd en een mobiele ontvanger
(INFO CONTROL) die radiosignalen
van deze zender ontvangt.
Ook deze droogautomaat is uitgerust
met een radiozender. Via de mobiele
ontvanger kunt te allen tijde aflezen
in welke fase het droogprogramma
zich bevindt en hoe lang het programma nog gaat duren.
INFO CONTROL
1. Het oproepen van de cijfercode via
het INFO CONTROL
Plaats een batterij in het INFO CONTROL.
Drie seconden lang verschijnt in het display van het INFO CONTROL een getal
van zes cijfers.
Voorbeeld:
Noteer dit getal.
Dit getal is de cijfercode en moet in de
droogautomaat worden opgeslagen.
12 34 56.
Het INFO CONTROL is te verkrijgen bij
de Miele-vakhandel of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Ontvangstbereik
Het ontvangstbereik bedraagt ca. 30 m
binnenshuis en ca. 300 m buitenshuis.
Het instellen van de cijfercode
Voordat de droogautomaat (= zender) signalen aan de ontvanger
(INFO CONTROL) kan doorgeven,
moet hij de cijfercode weten. Deze
cijfercode kunt u via het INFO CONTROL oproepen en in de droogautomaat invoeren.
Dit doet u in vier stappen:
1. U roept de cijfercode op via het
INFO CONTROL.
2. U kiest de invoermodus.
3. U voert de cijfercode in.
4. U slaat de cijfercode op.
2. Het kiezen van de invoermodus
1 Het apparaat moet uitgeschakeld en
de deur moet gesloten zijn.
2 Druk de toetsen "$>" onder het
display tegelijkertijd in, houd ze ingedrukt en
3 schakel het apparaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
4 Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt een getal van
drie cijfers, waarvan het middelste knippert.
25
INFO CONTROL
3. Het invoeren van de cijfercode
Voer in etappes de cijfercode in.
Deze bestaat uit een getal van zes cijfers en wordt in 3 groepen van ieder
twee cijfers ingevoerd. Voorbeeld:
Adres1 23 456
Groepsnr.I23
DisplayI.122.343.56
Voer eerst de eerste groep cijfers in
In het display knippert het middelste cijfer; dat is het eerste cijfer van de eerste groep.
1 Met de toetsen "_" kunt u dit eer-
ste cijfer veranderen.
2 Sla het ingevoerde cijfer op door op
de START - toets te drukken.
Nu knippert in het display het derde cijfer; dat is het tweede cijfer van de
groep.
Voer dan de tweede groep cijfers in
In het display knippert nu weer het middelste cijfer; dat is het eerste cijfer van
de tweede groep.
4 Ga te werk als beschreven onder 1
tot en met 3.
Voer dan de derde groep cijfers in
In het display knippert nu weer het middelste cijfer; dat is het eerste cijfer van
de derde groep.
5 Ga te werk als beschreven onder 1
tot en met 3.
3 Het tweede cijfer moet u op dezelfde
manier invoeren en opslaan. Zie
stappen
26
1 en 2.
4. Het opslaan van de cijfercode
Nadat u de derde groep cijfers heeft ingevoerd en opgeslagen, hebt u daarmee automatisch de cijfercode in het
apparaat opgeslagen. Daarna stuurt
het apparaat de cijfercode gedurende
30 seconden naar het INFO CONTROL. Wanneer daar de cijfercode verschijnt, dan is deze goed ingesteld.
Het bedienen van het INFO CONTROL
Hoe u het INFO CONTROL moet bedienen kunt u in een aparte gebruiksaanwijzing lezen.
Nadat het programma is gestart berekent de elektronica van de droogautomaat ca. 1 minuut lang de tijd
dat het programma nog gaat duren.
Gedurende deze tijd geeft het display van het INFO CONTROL 0:00
aan.
INFO CONTROL
Het uitzetten van de zender
U kunt de zender van uw wasautomaat
uitzetten, wanneer u geen signaal wilt
ontvangen.
Voer dan als adres de volgende cijfers in: 00 00 00.
Deze cijfercode wordt in het INFO
CONTROL.
27
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilters
Vrijkomende pluisjes worden opgevangen door de pluizenfilters in de deur en
in de vulopening.
Reinig deze filters iedere keer nadat u
de droogautomaat heeft gebruikt. Daarmee bespaart u energie en voorkomt u
dat de droogprogramma’s langer duren dan nodig is.
Open de deur.
Als het pluizenfilter in de deur erg
verstopt is,
kunt u het onder stromend water reinigen.
Droog het filter in dat geval goed af.
Plaats het pluizenfilter weer in de
pluizenfilterhouder in de deur.
Verwijder ook de pluisjes van de bei-
de filters in de vulopening.
Trek het pluizenfilter uit de pluizenfilterhouder aan de binnenkant van de
deur.
In de holle ruimte van de pluizenfilterhouder zitten pluisjes. Verwijder
deze via de brede gleuf aan de onderkant van de houder.
Daarvoor is bij de Miele-vakhandel
en bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V. een reinigingsborsteltje verkrijgbaar.
Verwijder de pluisjes van het pluizenfilter. Gebruik daarvoor geen spits of
scherp voorwerp!
28
Als deze filters erg verstopt zijn
kunt u ze uit de vulopening halen
en ze onder stromend warm water
reinigen.
Droog de pluizenfilters goed af.
Plaats ze weer in de vulopening.
Sluit de deur.
Droog geen geurdoekjes in de
droogautomaat. De pluizenfilters
kunnen door geurdoekjes sneller
verstopt raken.
Droogautomaat
Voordat u deze gaat reinigen moet
u de stekker uit de contactdoos halen of de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie uitschakelen.
Reinig de ommanteling en het bedie-ningspaneel met een mild reinigingsmiddel of sopje.
Reinig de trommel en andere delenvan roestvrij staal met een reinigingsmiddel dat geschikt is voor roestvrij
staal.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen, glas- of allesreinigers!
Deze kunnen namelijk door hun chemische samenstelling enorme beschadigingen aan het kunststof oppervlakte of aan de onderdelen van
het apparaat veroorzaken.
Spuit het apparaat nooit schoon.
Reiniging en onderhoud
Wrijf de automaat en de onderdelen
daarvan met een zachte doek droog.
29
Reiniging en onderhoud
Het legen van het condenswaterreservoir
Kan het condenswater niet extern worden afgevoerd dan wordt het water dat
tijdens het droogprogramma verdampt
in een reservoir opgevangen.
Het reservoir moet iedere keer nadat u de droogautomaat heeft gebruikt worden geleegd. In ieder geval dan, wanneer het controlelampje
"Reservoir ledigen" brandt.
– Als er een droogprogramma wordt
gestart terwijl het reservoir vol zit of
– als het reservoir tijdens een droog-
programma vol raakt, dan:
– licht het lampje "Reservoir ledigen"
op;
– klinkt er een akoestisch signaal;
– wordt het programma afgebroken;
– wordt het wasgoed afgekoeld.
Daarbij brandt het controlelampje
"Koude lucht".
Trek het klepje van de opening opzij
en laat het water er uit lopen.
Schuif het lege reservoir in de droog-
automaat totdat u duidelijk weerstand voelt.
Condenswater mag niet worden gedronken. Het drinken van condenswater kan schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier.
Trek het reservoir met beide handen
uit de automaat.
30
Condenswater is gedestilleerd water. U
kunt het in het huishouden gebruiken,
bijv. voor stroomstrijkijzers en luchtbevochtigers.
Let daarbij op het volgende.
Giet het condenswater veiligheidshalve door een fijne zeef of een koffiefilterzakje.
Dan worden zeer fijne pluisjes die anders schade zouden kunnen aanrichten uit het water gefilterd.
Condensor
Haal de spanning van het apparaat.
Controleer de condensor minstens
twee keer per jaar.
Wanneer u de droogautomaat vaak
gebruikt, controleer de condensor
dan minstens na ca. 100 droogbeurten en reinig hem indien nodig.
Open de deur.
Reiniging en onderhoud
Verwijder het deksel van de condenskast.
Zet de hendel van het deksel van de
condenskast verticaal naar beneden.
Zet beide hendels aan de condensor
verticaal.
31
Reiniging en onderhoud
Trek de condensor uit de condenskast.
Reinig de condensor aan de vooren achterkant.
Neem het dichtingsrubber aan vooren achterkant voorzichtig maar grondig af.
Reinig de condensor aan de beide
zijkanten.
Zet de condensor op de zijkant op
een handdoek en laat hem zo uitlekken.
Schuif de condensor weer in de condenskast (Zie afbeelding links boven).
Zet de beide hendels aan de condensor horizontaal.
Controleer of de condensor goed
vast zit door hem naar voren te trekken.
Zet het deksel van de condenskast
weer terug met de hendel horizontaal.
Controleer of het deksel van de condenskast goed vast zit.
Als dat niet het geval is kan er water
uit het apparaat lopen.
Sluit de deur.
32
Nuttige tips
Nuttige tips
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico ’s lopen .
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
De trommel draait niet nadat
de droogautomaat is ingeschakeld
Wasgoed van synthetisch materiaal kan statisch zijn nadat
het is gedroogd
Het wasgoed is na een droogbeurt niet dr oog genoeg
Er is sprake van pluisvorming
Misschien hebt u bij het inschakelen van de droogautomaat
niet de juiste volgorde aangehouden.
Het wasgoed in de trommel bestond uit verschillende soorten
textiel.
Pluizen ontstaan voornamelijk door wrijving tijdens het dragen.
Tijdens een droogprogramma raken deze pluisjes los. De wrijving
in de droogautomaat daarentegen is gering en heeft geen invloed
op de kwaliteit van het textiel. Dit is uit onderzoek gebleken.
Schakel de automaat opnieuw
in. Zie hoofdstuk: "Vóór het
drogen / Het drogen / Na het
drogen".
Controleer of
– de stekker in het stopcontact
zit;
– de deur goed is gesloten;
– de j k - toets is ingedrukt;
– de START - toets is ingedrukt;
– er van de voorkeuze gebruik
is gemaakt;
Het programma start na afloop van de uitsteltijd.
– de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie is ingeschakeld.
Is dat wel het geval, neem
dan contact op met de Technische Dienst van Miele.
Door tijdens het wassen wasverzachter bij het laatste spoelwater te doen, kunt u de statische
lading van het wasgoed verminderen.
Kies de volgende keer een programma dat daar beter bij past.
33
Nuttige tips
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het droogpro gramma heeft
zeer lang geduurd
Er bevinden zich waterdruppels aan de bovenkant van de
vulopening
Nadat de condensor is gereinigd komt er water uit de
droogautomaat
De trommelverlichting brandt
niet
U moet de deur ope nen wanneer de stroom is uitgevallen
De beluchting en ontluchting
is niet voldoende, bijv. doordat
het vertrek te klein is. Daardoor
is het mogelijk dat de temperatuur in het vertrek sterk gestegen
is.
Het rooster onder de deur is
geblokkeerd.
Het apparaat kan de lucht niet
goed afvoeren.
Het wasgoed is niet voldoende
gecentrifugeerd geweest.
Een dubbel filtersysteem met
tweevoudige afdichting gaat
storende pluisvorming in de
condensor tegen. Door de tweevoudige afdichting kan zich echter condens vormen.
De condensor en / of het deksel
van de condenskast zitten niet
goed vast.
De trommelverlichting brandt
alleen maar, wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Misschien is het gloeilampje
defect.
Open wanneer de droger werkt
een deur of een raam zodat er
lucht wordt aangevoerd.
Verwijder de voorwerpen die
het rooster blokkeren.
– Reinig de pluizenfilters in de
deur en in de vulopening.
– Reinig de condensor.
Centrifugeer het wasgoed voortaan in de wasautomaat met het
maximale centrifugetoerental.
Wanneer wasgoed uit de automaat wordt gehaald en in aanraking is gekomen met dit vocht is
het na een paar minuten weer
droog.
Zet de condensor goed op zijn
plaats en doe het deksel van de
condenskast goed dicht.
Zo ja, vervang het gloeilampje.
Zie einde van dit hoofdstuk.
Open de deur.
Zie einde van dit hoofdstuk.
34
Nuttige tips
Controle- en foutmeldingen die door controlelampjes of in het display word en aang egeven :
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het controlelampje "Vergrendeld" begint te knipperen nadat het apparaat is ingeschakeld
Het controlelampje "Vergrendeld" brandt ti jdens het droogprogramma
Het controlelampje "Kreukbeveiliging " begint te knipperen
Het controlelampje "Reservoir
legen" brandt
Het controlelampje "Reservoir
legen" brandt t er wijl het water
extern wordt afgevoerd
Het control e lampje "Filter /
Condensor" brandt
De afsluitfunctie is geactiveerd.
Het programma kan niet worden gestart.
Dat is geen storing.Het controlelampje gaat aan het
Temperaturen die duidelijk beneden het vriespunt liggen hebben een negatief effect op de
werking van het apparaat.
Condenswater kan bevriezen
en het apparaat beschadigen.
Het condenswaterreservoir is
vol.
Er zijn problemen met de externe afvoer.
De pluizenfilters zijn verstopt.
De condensor kan verstopt raken wanneer hij vrij lange tijd
niet is gereinigd.
De droogautomaat is te weinig
beladen.
Zie hoofdstuk: "Elektronische
afsluitfunctie".
einde van het programma uit.
Plaats het apparaat in een
warmere ruimte.
Begint het controlelampje weer
te knipperen, is er sprake van
een technisch defect.
Neem contact op met de TD.
Giet het condenswaterreservoir
leeg.
Controleer of het reservoir goed
op zijn plaats zit.
Zie paragraaf: "Externe afvoer
condenswater".
– Schakel de droogautomaat
met de j k - toets uit.
– Reinig de pluizenfilters iede-
re keer nadat u de
droogautomaat heeft gebruikt.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud".
– Schakel de droogautomaat
met de j k - toets uit.
– Reinig de condensor van tijd
tot tijd.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud".
Gebruik voor een gunstig energieverbruik altijd de maximale beladingscapacteit.
35
Nuttige tips
Controle- en foutmeldingen die door controlelampjes of in het display word en aang egeven :
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Kort voor het einde van het
programma blijft de resttijd in
het display op "10" steken en
verschijnt in het display:
"==10...-10...", terwijl de aut omaat doorgaat met drogen
Nadat het programma is gestart verschijnt in het display:
"=== ... -== ...== ... -= .."
Het programm a wordt afgebroken, het controlelam pj e
"Kreukbeveiliging" brandt en
in het display verschijnt: "0".
Het programm a wordt afgebroken en in het display verschijnt: "---"
Dat is geen storing.
Er zijn grotere en / of zwaardere
stukken wasgoed gedroogd
dan bij de vorige keren. Wanneer de stukken wasgoed in
grootte en gewicht sterk varië-
ren kan de resttijd afwijken.
Dat is geen storing.Zie hoofdstuk: "Display".
Bevindt zich nadat een programma is gestart geen wasgoed in de
trommel, merkt de elektronica van het apparaat dat direct en
wordt het programma afgebroken. Ook wanneer er een
programma wordt gestart terwijl het wasgoed in de trommel droog
is, kan het programma worden afgebroken.
Zie: "Het droogprogramma heeft zeer lang geduurd" in ditzelfde
hoofdstuk.
Het droogproces is nog niet voltooid. Het programma heeft
meer tijd nodig dan de elektronica aan het begin van het programma heeft berekend.
De resttijd blijft zo lang steken
tot de gekozen droogtegraad is
bereikt.
36
Nuttige tips
Het vervangen van het gloeilampje
Als de trommelverlichting het niet doet
is het gloeilampje kapot en moet worden vervangen.
Open de deur.
Trek voordat u het gloeilampje vervangt de stekker uit het stopcontact
of schakel de hoofdschakelaar van
de huisinstallatie uit.
Schroef het kapje weer vast.
Let erop dat het kapje goed vastzit.
Er kan anders vocht binnendringen
en kortsluiting veroorzaken.
Het hittebestendige gloeilampje dient u
uitsluitend te kopen bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V. te Vianen.
Het openen van de deur bij
stroomuitval
Schroef het kapje dat zich aan de
binnenkant van de droger boven de
vulopening bevindt, er met een dopsleutel af.
Het vermogen van het gloeilampje
mag niet hoger zijn dan op het typeplaatje en het kapje staat aangegeven.
Vervang het gloeilampje.
Zet het kapje weer op zijn plaats.
37
Technische Dienst
Technische Dienst
Reparaties
Zijn er storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan
– uw Miele-vakhandelaar of
– de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Miele Service Verzekering Certificaat
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgaande folder raadplegen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
is het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type droogautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje
rechts onder de vulopening.
Voorbeeld:
Programma-actualisering
Wasmiddelen, textiel, was- en drooggewoonten en was- en droogvoorschriften
zullen in de toekomst veranderingen ondergaan.
De droogprogramma’s zullen daaraan
moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toekomst in staat zijn het droogprogramma te updaten en in het Novotronic-geheugen van uw droogautomaat op te
slaan.
Dit zal gebeuren via het met "PC" gemarkeerde controlelampje (PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactualiseerd.
38
Het plaatsen van de droogautomaat
Het plaatsen van de droogautomaat
De droogautomaat moet waterpas
staan zodat een optimale werking gewaarborgd is. Geringe hoogteverschillen hoeven echter niet per se een nadelig effect te hebben.
Zorg ervoor dat het rooster onder
de deur in geen geval wordt geblokkeerd.
Want dan kan er niet voldoende koele lucht worden aangevoerd.
Deze droger is minder geschikt om
te worden ondergebouwd.
Was-droogzuil
U kunt een Miele-droogautomaat op
een Miele-wasautomaat plaatsen.
Daarvoor is een tussenstuk* nodig
Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
.
Door aan de stelvoeten te draaien
kunt u de hoogteverschillen in de
vloer compenseren en de droogautomaat waterpas stellen.
39
Het plaatsen van de droogautomaat
Externe afvoer condenswater
Het condenswater kan direct worden afgevoerd, als er afvoermogelijkheden aanwezig zijn, bijv. een wastafel of wasbak,
een sifon of een putje in de vloer.
Maximale afpomplengte: 3,00 meter
Maximale opvoerhoogte: 1,00 meter
De daartoe benodigde montageset
wordt bij de automaat gevoegd en bestaat uit:
– een 2 m lange afvoerslang,
– een slangbeugel,
– een tuit voor de afvoerslang
– en een slangklem.
Schuif de afvoerslang op de tuit.
Maak de afvoerslang goed met de
slangklem vast
en zorg er voor dat er geen knikken
in komen.
Schroef de slangklem aan de achterkant van het apparaat van de afvoertuit af.
Trek het rubberen dopje er af.
40
Het plaatsen van de droogautomaat
De droogautomaat is standaard uitgerust met een terugstroombeveiliging
om te voorkomen dat er water terugloopt in de automaat.
Sluit de watertoevoer naar het condenswaterreservoir met het onderste
deel van de rubberen dop af.
Het sluitingsdeel moet daarbij naar
achteren wijzen, zodat het condenswaterreservoir weer moeiteloos in de
automaat kan worden geschoven.
Aansluiting op de sifon van een wastafel
Schuif de slangklem (1) en de kartelmoer van de sifon (2) over de afvoerslang.
Steek het bijgevoegde buisje (3) in
de afvoerslang.
Schroef de afvoerslang met de kartelmoer aan de sifon vast.
Draai de slangklem direct achter de
kartelmoer vast.
41
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Deze droogautomaat mag alleen door
een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Deze droogautomaat is voorzien van
een aansluitkabel (ca. 2 m) en een stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op ~230
V 50 Hz.
Deze droogautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contactdoos met beschermingscontact (randaarde) of een daarvoor geschikte 2polige schakelaar, bijv. voor in de
badkamer.
Om extra veiligheid te kunnen garanderen wordt in de EU-voorschriften geadviseerd om de huisinstallatie van een
aardlekschakelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
42
Verbruiksgegevens
Programma’sBela-
WITTE / BONTE WAS
Extra droog
Kastdroog +
Kastdroog
(1)
Kastdroog
Strijkdroog rr
Strijkdroog
(1)
rr51200
Mangeldroog
ding
kgomw/minkWh10 A
Verbruiksgegevens
Eindcentrifugetoerental
(in een huishoudwas-
automaat)
51200
1400
1600
51200
1400
1600
5800 (70 % restvocht)3,510988
51200
1400
1600
5800 (70 % restvocht)2,859174
1400
1600
51200
1400
1600
EnergieDroogtijd
(incl. afkoeltijd)
minuten
(2)
16 A
3,4
3,3
3,0
2,9
2,75
2,45
2,75
2,6
2,35
2,1
1,95
1,65
1,7
1,55
1,25
102
99
89
92
88
79
88
85
77
67
66
57
58
55
47
84
81
74
74
71
64
71
68
62
57
54
47
47
44
38
(2)
KREUKHERSTELLEND
Kastdroog
Strijkdroog
(1)
2,51000 (50 % restvocht)1,35244
2,510001,154840
Speciale programma’s
Wol
Strijken
(1)
(2)
rrr2,5–0,388
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
Zekering: zie typeplaatje
1–0,233
Verbruiksgegevens berekend volgens norm EN 61121/A11.
Variaties in de aangegeven waarden zijn mogelijk, afhankelijk van het soort textiel, de hoeveelheid
wasgoed, het vulgewicht, de hoeveelheid restvocht na het centrifugeren en verschillen in de netspanning.