Lees beslist de montagehandleiding
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
Om te voorkomen dat het apparaat
wordt beschadigd, moet het pas na
het monteren van de bovenkastjes
en de afzuigkap worden ingebouwd.
De lijsten en randen van het werk
blad moeten met een hittebesten
dige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat
ze niet loslaten of vervormen. Ook de
wandafdichtstrip moet hittebestendig
zijn.
De apparaten mogen slechts aan
één zijkant en aan de achterkant
aansluiten op meubels of wanden die
hoger zijn dan de apparaten zelf (zie
de afbeeldingen).
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden voldaan.
-
-
4
Veiligheidsinstructies
Alleen bij KM 543
50mm
aan te bevelen!
toegestaan maar niet aan te bevelen!
a Afstand tot de uitsparing: minimaal
50 mm, behalve bij niet-brandbare
materialen. Zie: "Het inbouwen in een
beklede nis".
c
b Afstand tussen de uitsparing en een
hoge kast,
links van de kookplaat = min. 70 mm.
niet toegestaan!
5
Veiligheidsinstructies
Het is niet toegestaan de kookplaat
boven koelapparatuur, afwas-,
was- en droogautomaten in te bouwen.
De aansluitkabel van de kookplaat
mag na het inbouwen niet in aanra
king komen met de bodemplaat van het
apparaat en niet worden blootgesteld
aan mechanische belastingen.
Bevindt zich onder de kookplaat
geen oven, fornuis of schakelpa
neel, plaats het apparaat dan bij voor
keur in een onderkast met
vast frontpaneel en
–
– een speciale tussenbodem.
Als de kookplaat breder is dan de
oven, het fornuis of het schakelpaneel, is het aan te bevelen het uitstekende gedeelte af te schermen.
Wanneer zich onder het apparaat
een schuiflade bevindt, zonder tussenbodem, mogen daarin geen licht
ontvlambare stoffen of brandbare voorwerpen zoals spuitbussen worden
bewaard. Een eventuele bestekbak
moet van hittebestendig materiaal zijn.
Bewaar de handleiding en geef deze
door aan een eventuele volgende eige
naar van het apparaat.
Alle maten in deze montagehandleiding
worden aangegeven in mm.
-
-
Veiligheidsafstand boven het
apparaat
-
b Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de
veiligheidsafstand aan te houden die
door de fabrikant is aangegeven. Is
deze informatie niet beschikbaar, bijvoorbeeld bij een keukenplank, dan
moet de afstand bij licht ontvlambare
materialen tenminste 760 mm bedragen.
Als in de gebruiksaanwijzing of mon
tagehandleiding van verschillende
apparaten (bijvoorbeeld een wok
brander of een elektrische kook
plaat) ten aanzien van de plaatsing
onder een afzuigkap verschillende
-
veiligheidsafstanden worden ge
noemd, kies dan de grootste af
stand.
-
-
-
-
-
6
Het inbouwen in een beklede nis
a Wand
b Nisbekleding
c Wandafdichtstrip
Veiligheidsinstructies
d Werkblad
e Uitsparing in het werkblad
f De minimale afstand tussen de nisbekleding en de rand van de uitsparing in
het werkblad is 50 mm.
Deze afstand is alleen nodig als het materiaal van de nisbekleding van hout of
ander brandbaar materiaal is. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, keramische
tegels en dergelijke) kan afstand f worden verkleind met de dikte van de nis
bekleding (voor zover praktisch realiseerbaar). Bij te hoge temperaturen kun
nen materialen beschadigd raken.
-
-
7
Afmetingen en uitsparing
KM 543
8
Afmetingen en uitsparing
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Dikte keramische plaat
d Inbouwhoogte kabelgeleiding
44 mm
e Voorkant
f Netaansluitkast met aansluitkabel
De netaansluitkast mag bij het inbouwen niet tussen de kookplaat en
een eventuele tussenbodem worden
ingeklemd.
^ Maak een uitsparing in het werkblad
volgens de betreffende maatschets.
^ Houd een afstand aan van ten minste
50 mm tussen de kookplaat en de
achterwand. Tussen de plaat en een
eventuele zijwand rechts moet
50 mm worden vrijgelaten. Als zich
de zijwand links bevindt, moet 70 mm
worden vrijgelaten. Zie ook de ru
briek "Veiligheidsinstructies".
-
Wordt bij het inbouwen geconsta
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius
(max. R4) voorzichtig met een de
coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
^
De snijvlakken moeten met speciale
lak, siliconenkit of giethars worden af
gewerkt om te voorkomen dat het
werkblad door vocht wordt aange
tast. De gebruikte materialen moeten
hittebestendig zijn.
-
-
9
Afmetingen en uitsparing
KM 548
10
a Klemveren
b Inbouwhoogte
Afmetingen en uitsparing
c Dikte keramische plaat
d Inbouwhoogte kabelgeleiding
44 mm
e Steunprofielen
f Netaansluitkast met aansluitkabel
g Voorkant
De netaansluitkast mag bij het inbouwen niet tussen de kookplaat en
een eventuele tussenbodem worden
ingeklemd.
^ Maak een uitsparing in het werkblad
volgens de betreffende maatschets.
^
Houd een afstand van ten minste
50 mm aan tussen de kookplaat en
de achterwand. Tussen de kookplaat
en een eventueel aanwezige zijwand
moet eveneens minstens 50 mm wor
den vrijgelaten. Zie ook de rubriek
"Veiligheidsinstructies".
Wordt bij het inbouwen geconsta
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius
(max. R4) voorzichtig met een de
coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
^
De snijvlakken moeten met speciale
lak, siliconenkit of giethars worden af
gewerkt om te voorkomen dat het
werkblad door vocht wordt aange
tast. De gebruikte materialen moeten
hittebestendig zijn.
-
-
11
Afmetingen en uitsparing
KM 550
12
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Dikte keramische plaat
d Inbouwhoogte kabelgeleiding
46 mm
e Voorkant
f Netaansluitkast met aansluitkabel
^ Maak een uitsparing in het werkblad
volgens de betreffende maatschets.
^ Houd een afstand van ten minste
50 mm aan tussen de kookplaat en
de achterwand. Tussen de kookplaat
en een eventueel aanwezige zijwand
moet eveneens minstens 50 mm worden vrijgelaten. Zie ook de rubriek
"Veiligheidsinstructies".
Afmetingen en uitsparing
^ De snijvlakken moeten met speciale
lak, siliconenkit of giethars worden af
gewerkt om te voorkomen dat het
werkblad door vocht wordt aange
tast. De gebruikte materialen moeten
hittebestendig zijn.
Wordt bij het inbouwen geconsta
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius
(max. R4) voorzichtig met een de
coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
-
13
Montage
Speciale tussenbodem
^ Onder de kookplaat dient bij voor-
keur een speciale tussenbodem te
worden aangebracht. Houd daarbij
een minimale afstand aan van 55 mm
(zie afbeelding).
^ Als de kookplaat breder is dan de
oven, het fornuis of het schakelpaneel, is het aan te bevelen het uitstekende gedeelte af te schermen.
14
Montage
Het bevestigen van de
klemveren
75
a
Het inbouwen van de kookplaat
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar beneden.
^ Leg de kookplaat losjes op de klem-
veren a.
^ Druk de kookplaat met beide handen
op de rand gelijkmatig naar beneden
totdat het apparaat duidelijk vastklikt.
De dichting van de kookplaat moet
dan goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd.
-
e
^
Bevestig de meegeleverde klemve
ren a en de steunprofielen e
(KM 548) op de aangegeven plaat
sen (zie "Afmetingen en uitsparing").
Plaats ze op respectievelijk tegen de
rand van de uitsparing en schroef ze
vast met de meegeleverde schroeven
3,5 x 25 mm (zie afbeeldingen).
^
Sluit het apparaat op het elektrici
teitsnet aan. Zie "Elektrische aanslui
ting".
-
-
De kookplaat kan alleen met speci
aal gereedschap weer uit het werk
blad worden gelicht.
-
-
-
-
15
Montage
Bij een granieten werkblad
Plak de klemveren a en de steunprofielen e (alleen bij KM 548) met dubbelzijdig
plakband met een sterke kleeflaag f aan het werkblad (zie afbeeldingen). Smeer
hierna de randen van de klemveren en steunprofielen met siliconenkit g aan (de
zijkanten en de onderkant).
Bij een granieten werkblad hoeft u geen schroeven te gebruiken.
75
f
f
a
e
16
g
f
a
e
g
Het inbouwen van de kookplaat
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene
den.
^ Leg de kookplaat losjes op de klem-
veren a.
^ Druk de kookplaat met beide handen
op de rand gelijkmatig naar beneden
totdat het apparaat duidelijk vastklikt.
De dichting van de kookplaat moet
dan goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd.
-
-
Montage
^
Sluit het apparaat op het elektrici
teitsnet aan. Zie "Elektrische aanslui
ting".
De kookplaat kan alleen met speci
aal gereedschap weer uit het werk
blad worden gelicht.
-
-
-
-
17
Montage
Inbouwaanwijzing
Gebruik beslist geen kit tussen de
lijst van de kookplaat en het werkblad!
Anders kan de kookplaat later - voor
servicedoeleinden - alleen nog met
moeite uit het werkblad worden gehaald. Lijst en werkblad kunnen
daarbij beschadigd raken.
De dichting onder de rand van het ap
paraat is toereikend als afdichting tus
sen kookplaat en werkblad.
18
-
-
Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag uitsluitend door een
erkend elektricien op het elektriciteits
net worden aangesloten. Deze is op de
hoogte van de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig
in acht.
Na het inbouwen moet zijn gewaar
borgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange
raakt.
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
Het apparaat moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toe
stand moet ten minste 3 mm bedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en aardlekschakelaars.
-
-
-
-
Moet het apparaat spanningsvrij wor
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
–
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
–
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruitspringt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
–
(Zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit).
– Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingeschakeld.
-
-
19
Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting
Aansluitschema
Aansluitkabel
De leidingen moeten volgens het aan
sluitschema worden aangesloten. De
leidingen dienen van het type H 05 V-F
(PVC-isolatie) of H 05 RR-F (rubberen
isolatie) te zijn en moeten voldoende
doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar
den vindt u op het typeplaatje.
20
Het vervangen van de aansluitkabel
-
Als de aansluitkabel moet worden ver
vangen, houdt u dan rekening met de
draaddoorsnede en de aansluitwijze.
De aarddraad moet worden vastge
schroefd aan de aansluiting met sym
bool -.
-
-
-
-
Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting
Aardlekschakelaar:
Om extra veiligheid te kunnen garande
ren, wordt in de EU-voorschriften en
-richtlijnen voor Nederland geadviseerd
de huisinstallatie van een aardlekscha
kelaar (30 mA) te voorzien.
Bij een beveiliging ß 100 mA kan het
voorkomen dat de aardlekschakelaar
reageert, als het apparaat wordt ingeschakeld, nadat u het enige tijd niet
heeft gebruikt.
Let op!
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld
een elektrische schok).
De fabrikant kan ook niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die op directe of indirecte wijze is ontstaan door
ondeskundig inbouwen of door een verkeerde aansluiting.
-
-
212223
Wijzigingen voorbehouden / 1403
M.-Nr. 05 922 350 / 01
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.