keramisch kookvlak
KM 530 / KM 537
KM 540 / KM 541 / KM 542 / KM 543
KM 544 / KM 545 / KM 547 / KM 548
KM 550 / KM 551 / KM 552 / KM 553
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan uw toestel.
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
4
Controlelampje voor:
i vergrendeling
KM 544
Beschrijving van het toestel
Kookzones:
abcd kookzones met 1 diameter
Sensorschakeltoetsen voor:
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
Controlelampje voor:
i vergrendeling
5
Beschrijving van het toestel
KM 530 / KM 545
Kookzones:
abd kookzones met 1 diameter
ckookzones met 2 diameters
Sensorschakeltoetsen voor:
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
j inschakelen van een tweede
verwarmingskring
6
Controlelampjes voor:
i vergrendeling
k inschakelen van een tweede
verwarmingskring
KM 541
Beschrijving van het toestel
Kookzones:
akookzones met 2 diameters
bcd kookzones met 1 diameter
Sensorschakeltoetsen voor:
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
j inschakelen van een tweede
verwarmingskring
Controlelampjes voor:
i vergrendeling
k inschakelen van een tweede
verwarmingskring
7
Beschrijving van het toestel
KM 542
Kookzones:
ac kookzones met 2 diameters
bd kookzones met 1 diameter
Sensorschakeltoetsen voor:
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
j inschakelen van een tweede
verwarmingskring
8
Controlelampjes voor:
i vergrendeling
k inschakelen van een tweede
verwarmingskring
KM 548
Beschrijving van het toestel
Kookzones:
ac kookzones met 2 diameters
bd kookzones met 1 diameter
Sensorschakeltoetsen voor:
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
j inschakelen van een tweede
verwarmingskring
Controlelampjes voor:
i vergrendeling
k inschakelen van een tweede
verwarmingskring
9
Beschrijving van het toestel
KM 543 / KM 547
Kookzones:
akookzones met 2 diameters
bd kookzones met 1 diameter
cbraadzone
Sensorschakeltoetsen voor:
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
j inschakelen van een tweede
verwarmingskring
10
Controlelampjes voor:
i vergrendeling
k inschakelen van een tweede
verwarmingskring
KM 537 / KM 550 / KM 551
KM 552 / KM 553
Beschrijving van het toestel
Kookzones:
akookzones met 2 diameters
bd kookzones met 1 diameter
cbraadzone
Sensorschakeltoetsen voor:
e bediening van de kookzones
f klok; zie rubriek "Klok, bediening en
display"
g vergrendeling
h AAN/UIT om het kookvlak in of uit te
schakelen
j inschakelen van een tweede
verwarmingskring
Controlelampjes voor:
i vergrendeling
k inschakelen van een tweede
verwarmingskring
11
Beschrijving van het toestel
Besturing en display van de kookzones
l Display:
0= kookzone klaar om te werken
1 tot 9= stand van het vermogen (bij ingeschakeld kookvlak)
#= Resterende warmte
F= storing (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling ")
A= kookstartautomaat bij fijnere vermogensinstelling
P0 enz.= programma (zie rubriek "Programmering")
S0 enz.= stand (zie rubriek "Programmering")
m Controlelampje voor de kookstartautomaat of fijnere vermogensinstelling (zie ru-
briek "Programmering"), bv. voor de kookzone vooraan links
n Sensorschakeltoetsen voor het instellen van het vermogen
Besturing en display van de klok
o Sensorschakeltoets om de klok in te schakelen, van klokfunctie te veranderen
en een kookzone te kiezen bij het automatisch uitschakelen
p Sensorschakeltoetsen om de tijd in te stellen
q Klokaanduiding
r Controlelampje voor het automatisch uischakelen, bv. van de kookzone achter
* Deze kookzone is uitgerust met twee verschillende verwarmingselementen
(HiLight en halogeen). Het verschil is merkbaar aan het feit dat het buitenste
gedeelte van het verwarmde vlak (halogeen-verwarmingselement) na het in
schakelen sneller en sterker opgloeit dan het binnenste gedeelte
(HiLight-verwarmingselement).
14
1500 /
2400
Totaal:
7500
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees de gebruiksaanwijzing aan
dachtig door voordat u uw apparaat
voor het eerst gebruikt. Dat is vei
liger voor uzelf en zo voorkomt u on
nodige schade aan het apparaat.
Personen die door hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke mogelijkhe
den of hun onervarenheid of gebrek
aan kennis niet in staat zijn het toe
stel veilig te bedienen, mogen dit
toestel niet zonder toezicht of op
dracht van een verantwoordelijke
persoon gebruiken.
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie is gevoegd, op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek
"Typeplaatje".
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een volgens de voor
schriften geïnstalleerd aardsysteem
-
aansluit. Het is heel belangrijk dat deze
fundamentele beveiliging voorhanden
is.
Laat bij twijfel uw installatie door een
vakman nakijken. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak.
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten. Die bie
den niet voldoende veiligheidsgaranties.
Maak de ommanteling van het toe-
stel in geen geval open. Zo u eventueel onderdelen aanraakt, die onder
spanning staan, of de elektrische en
mechanische structuur van het toestel
verandert, brengt u zichzelf in gevaar.
Dit kan ook tot storingen leiden in de
werking van het toestel.
-
-
Inbouw en aansluiting
Dit toestel mag u enkel door een
erkend vakman laten inbouwen en
aansluiten. Doe daartoe een beroep op
een elektricien die de vereiste voor
schriften kent en toepast. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die werd veroorzaakt door
schade bij het inbouwen of aansluiten
van dit toestel.
-
Enkel bij kookvlakken met facet
rand (geslepen glazen rand):
De eerste dagen na de inbouw kan er
een kleine spleet zichtbaar zijn tussen
kookvlak en werkblad. Door het gebruik
wordt die wel kleiner. Ondanks deze
spleet blijft de elektrische veiligheid
toch steeds gewaarborgd.
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundig gebruik
Gebruik uw toestel enkel in inge
bouwde toestand. Zo bent u zeker
dat u geen elektrische onderdelen kan
aanraken.
Dit toestel is enkel geschikt voor
gebruik in het huishouden. Het is
niet voor industriële of professionele
doeleinden bestemd.
Gebruik dit toestel enkel om le
vensmiddelen te bereiden. Andere
toepassingen zijn niet toegestaan. Ze
kunen ook risico’s inhouden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
-
-
Gebruik het kookvlak niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen aan de kookzones kun
nen licht ontvlambare voorwerpen in de
omgeving in brand schieten. Dat zou
bovendien de levensduur van uw toe
stel verminderen.
Indien u het toestel langere tijd in
tensief gebruikt, kan het bedie
ningsvlakje warm worden. Dat is een
normaal verschijnsel en wijst niet op
een verkeerde werking van het toestel.
-
-
-
-
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Met kinderen in het huishou
-
den
Maak gebruik van de vergrende
ling om te vermijden dat kinderen
het toestel onverhoeds inschakelen of
instellingen wijzigen.
Dit toestel is bedoeld om door vol
wassenen te worden gebruikt. Die
dienen de inhoud van de gebruiksaan
wijzing precies te kennen. Kinderen
kunnen immers de risico’s die door de
omgang met dit toestel ontstaan, vaak
niet voldoende inschatten. Zorg er dus
voor dat kinderen in het oog worden
gehouden.
Oudere kinderen mogen het toestel
enkel gebruiken indien hun de bediening zo werd uitgelegd dat ze het
toestel veilig hanteren en de eventuele
risico’s van een foutieve bediening beseffen.
Laat kinderen niet met het toestel
spelen.
-
Zorg ervoor dat kinderen geen
hete kookpotten omlaag kunnen
trekken. Ze kunnen zich daarbij ver
branden! Draai de handgrepen van
potten en pannen naar binnen toe op
het werkblad om brandwonden te ver
mijden. In de handel vindt u een speci
aal beveiligingshekje waardoor dit risi
co wordt beperkt.
-
Sommige delen van de verpakking,
bv. folie of piepschuim, houden
voor kinderen gevaar in. Zij kunnen
verstikken! Bewaar deze delen van de
verpakking buiten hun bereik en verwij
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
Bij toestellen die niet meer gebruikt
worden moeten de voedingskabels
uit het stopcontact worden gehaald én
volledig worden verwijderd van het toestel zodat dit voor vb. spelende kinderen geen gevaar kan opleveren.
-
-
-
-
-
Tijdens de werking wordt het toe
stel heet en dat blijft nog enige tijd
zo nadat u het hebt uitgeschakeld. Hou
kinderen van het toestel weg tot het zo
afgekoeld is dat elk risico van verbran
ding geweken is.
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn, boven of
achter het toestel. Anders worden kin
deren ertoe verleid op het toestel te
klauteren. Zij kunnen zich daarbij ver
branden!
-
-
-
-
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel tegen schade be
-
schermen
Vermijd dat er voorwerpen als
kookpannen bv. op het keramisch
oppervlak vallen. Zelfs zogezegd lichte
voorwerpen als zoutvaatjes kunnen in
een minder gunstig geval scheuren of
spleten veroorzaken.
Gebruik geen pannen met onge
slepen bodem (bv. van gietijzer) of
met graat. Daardoor kunnen er krassen
op het glazen oppervlak opduiken. Hou
er rekening mee dat ook zandkorreltjes
krassen kunnen veroorzaken.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen. Deze stoffen smelten en gaan
vastkleven. Ze kunnen bij het afkoelen
scheurtjes of spleten in het oppervlak
veroorzaken. Is dit toch eens gebeurd,
schakel het toestel dan uit. Verwijder de
resten dadelijk met een krabber zolang
de zone nog warm is.
Voorzichtig:
Daar de kookzones heet zijn, kan u zich
daaraan verbranden!
Maak de kookzones verder schoon zo
dra ze afgekoeld zijn.
-
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo
vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let
er dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan on
derdelen van het toestel aanraken, die
onder spanning staan. Zo kan er kort
sluiting optreden. De druk kan aan het
oppervlak en aan onderdelen van het
toestel ook schade teweegbrengen, die
door de fabrikant niet wordt vergoed.
Gebruik geen vaatwerk met een te
dunne bodem. Verwarm nooit leeg
vaatwerk tenzij de vaatwerkfabrikant
deze toepassing uitdrukkelijk toelaat.
Als u hiermee geen rekening houdt, kan
het kookvlak schade oplopen.
Zet in geen geval hete kookpannen
vlakbij de bedieningszone. De
elektronische elementen kunnen immers schade oplopen.
-
-
-
-
18
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm u tegen verbran
-
dingen
Het toestel is tijdens de werking
heet en dat blijft het ook nog enige
tijd na het uitschakelen. Pas zodra het
lampje voor de resterende warmte is
uitgegaan, is het gevaar om u te ver
branden geweken.
Let vooral op kinderen!
Bescherm uw handen telkens als u
aan of bij het hete toestel werkt.
Gebruik pannenlappen, hitte-isolerende
handschoenen e.d. Let erop dat die
niet nat of vochtig zijn. Daardoor wordt
de hitte beter geleid en kan u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten recipiën-
ten, bv. conservenblikjes, met dit
toestel. Door de opduikende overdruk
kunnen de recipiënten of blikjes springen. Er is dan risico van verbrandingen
en ander lichamelijk letsel!
Gebruik het toestel niet om er voor-
werpen op neer te zetten. Als u het
onverhoeds inschakelt of als het nog
warm is van een kookproces, bestaat
het risico dat het materiaal verhit. U kan
zich daaraan verbranden. Het materiaal
zelf kan ook smelten of vlam vatten.
-
Dek het toestel nooit met een doek
of folie af. Als u het onverhoeds in
schakelt, bestaat er brandgevaar.
Hou het toestel onder toezicht als u
heet vet of olie gebruikt. Oververhit
vet of olie kan ontvlammen. Daardoor
kan ook de wasemkap in brand gera
ken. Brandgevaar!
Als het hete vet of de hete olie toch
eens ontvlamt, probeer het dan
niet met water te blussen! Doe het vuur
stikken, bv. met een deken, een voch
tige vaatdoek of iets in die aard.
Flambeer nooit spijzen onder een
wasemkap. De ventilator zuigt de
vlammen aan zodat de wasemkap in
brand kan geraken.
-
-
-
19
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij een defect
Stelt u aan uw toestel een defect
vast, schakel dan eerst het toestel
en daarna ook de smeltveiligheden uit.
Doe vervolgens een beroep op de
technische dienst.
Zorg ervoor dat de smeltveiligheden in
geen geval opnieuw worden ingescha
keld voor de reparatie achter de rug is.
Hou er rekening mee dat ook
barsten en spleten in de glaskera
miek defecten zijn. Schakel het toestel
dan eveneens uit. Anders bestaat het
risico dat u elektrische schokken op
loopt.
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties
kunnen er voor u als gebruiker grote
risico’s opduiken. Het toestel kan eveneens schade oplopen. Maak de ommanteling van het toestel in geen geval
open.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
rantieperiode herstellen, dan mag
dat enkel gebeuren door een technicus
die door de fabrikant erkend is. Anders
is er bij schade achteraf geen aan
spraak meer op waarborg.
-
-
-
-
-
Overige risico’s
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het kook
vlak. Het snoer van het toestel mag niet
met het kookvlak in aanraking komen.
De isolatie van de leiding kan bescha
digd worden. Er is risico van elektrische
schokken!
Verwarm de spijzen steeds vol
doende. Eventuele kiemen worden
enkel vernietigd indien de temperatuur
hoog genoeg en de programmaduur
lang genoeg is.
Gebruik geen kookgerei van kunst-
stof of aluminiumfolie. Dat gaat bij
hogere temperaturen smelten. Er is dan
ook brandgevaar!
Geraakt een huisdier op het kook-
vlak, dan kan dat intussen een tiptoets aanraken zodat er een kookzone
wordt ingeschakeld. Hou huisdieren
dus van het toestel weg.
Is er onder het ingebouwde kook-
vlak een lade aangebracht? Be
waar daarin dan geen ontvlambare
vloeistof noch brandbare voorwerpen
als bv. spraybussen. Is die lade met
een bestekinzet uitgerust, dan dient die
vervaardigd te zijn van tegen hitte be
stand materiaal.
-
-
-
-
-
-
20
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
-
21
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Uw toestel is uitgerust met de functie
"Programmering". Hiermee kan u het
aan uw eigen kookgewoonten aanpas
sen. Zie rubriek "Programmering".
Eerste schoonmaak en eerste
opwarming
Voor het eerste gebruik dient u het toe
-
stel met een vochtig doekje af te wissen
en daarna droog te wrijven.
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blauwige verkleu
ringen op het glas verschijnen.
De metalen onderdelen zijn beschermd
door een onderhoudsmiddel. Daarom
wordt er tijdelijk wat reuk gevormd als
het toestel voor het eerst opwarmt.
Die reuk en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting
noch op een defect aan het toestel.
-
-
-
22
Voor het eerste gebruik
Automatische afstelling van de
sensorschakeltoetsen
Om steeds een onberispelijke werking
van de sensorschakeltoetsen te garan
deren, worden bijbehorende sensors
na aansluiting van het toestel en na
–
elke stroomonderbreking opnieuw af
gesteld.
tijdens de werking aan de wisselen
–
de omstandigheden van de omge
ving aangepast.
Reageren de tiptoetsen overgevoelig of
eerder ongevoelig? En worden het controlelampje voor de vergrendeling en
de getallen in het kookzonedisplay verlicht als het kookvlak uitgeschakeld is?
Dan kon de automatische afstelling niet
met succes gebeuren.
-
-
In zo’n geval dient u de afstelling manu
eel in orde te brengen.
Ga als volgt te werk:
Zorg er eerst voor dat er geen direct
^
licht (zonlicht of kunstlicht) op het
kookvlak valt. Bovendien mag de om
-
geving van het kookvlak niet te don
ker zijn en mogen de lichtomstandig
heden niet wisselen.
Let erop dat heel het kookvlak en de
^
sensorschakeltoetsen niet bedekt
zijn. Neem kookpannen weg en maak
het kookvlak vrij van restjes.
^ Maak het kookvlak ca. 1 minuut lang
stroomloos.
Zodra u de stroom weer hebt ingeschakeld, wordt de reactiegevoeligheid van
de sensorschakeltoetsen door de elektronische besturing opnieuw ingesteld.
Zo het probleem nog steeds opduikt,
doe dan een beroep op de technische
dienst.
-
-
-
-
23
Bediening
Sensorschakeltoetsen
Het bedieningsvlak van uw keramisch
kookvlak is uitgerust met elektronische
sensortoetsen. Zulke tiptoetsen reage
ren op het contact met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste toet
sen aan te raken, bedient u de kookzo
nes. Bij elke reactie van de schakeltoet
sen hoort u een akoestisch signaal.
Let erop dat u telkens maar een enkele sensortoets in het midden met
verticale vinger aanraakt. Hou het
bedieningsvlak ook vrij van vuil. Leg
er geen voorwerpen op. Anders rea
geren de schakeltoetsen niet. Er
kunnen eveneens verkeerde instel
lingen worden veroorzaakt. Eventu
eel wordt het kookvlak dan automa
tisch uitgeschakeld. Zie rubriek "Vei
ligheidsuitschakeling".
Zet in geen geval hete kookpannen
op het schakelvlak. De elektronica
die eronder zit, kan schade oplopen.
-
-
-
inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en daarna
de gewenste kookzone.
-
Zo schakelt u het kookvlak in:
Raak de schakeltoets AAN-/UIT s
^
aan.
In de displays van al de kookzones ver
schijnt een 0. Stelt u verder niets in,
dan wordt het kookvlak ter wille van de
veiligheid na enkele seconden weer uit
geschakeld.
Zo schakelt u een kookzone in:
^ Stel, door de schakeltoets - of + aan
te raken, het gewenste vermogen in
tussen 1 en 9.
Zo u met - begint, kiest u voor koken
met automatische kookstart; zie rubriek
"Automatische kookstart". Zo u met +
begint, kiest u voor koken zonder automatische kookstart.
Wenst u nog een andere kookzone in
te schakelen, waarvoor de 0 reeds is
uitgegaan, raak dan eerst even - of +
-
aan. De 0 verschijnt en u kan, met of
zonder automatische kookstart, een
vermogen kiezen.
saus aanmaken met enkel eigeel en boter
kleine hoeveelheden vloeibare spijzen opwarmen
spijzen warm houden, die licht aanbranden
rijst koken
vloeibare en half vaste gerechten opwarmen
room en saus maken, bv. Hollandse saus
melkpap koken
een omelet of spiegelei zonder korst bakken
fruit stoven
diepvries ontdooien
groente en vis stoven
deegwaren, peulvruchten gaar koken
spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden of bakken zonder dat het vet oververhit wordt
pannenkoeken, flensjes e.d. bakken7 - 87 / 7. / 8 / 8.
grote hoeveelheden water aan de kook brengen
kookstart
1 - 21 / 1./ 2 / 2.
1 - 31 / 1. / 2 / 2. / 3 / 3.
2 - 42 / 2. / 3 / 3. / 4 / 4.
3 - 53 / 3. / 4 / 4. / 5 / 5.
55.
6 - 76 / 6. / 7 / 7.
8 - 98. / 9
gewijzigde
basis-
instelling**
met 17
vermogens-
standen
* De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor
4 personen. Zo de kookpan groter is, u zonder deksel kookt en meer spijzen klaarmaakt, stel dan
een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een lagere stand in.
** Wenst u de vermogens fijner te regelen, raadpleeg dan de rubriek "Programmering".
De tussenstanden worden gekenmerkt door een verlicht puntje naast het getal.
25
Bediening
Kookstartautomaat
Is de kookstartautomaat actief, dan
wordt de kookzone automatisch op het
hoogste vermogen opgewarmd. Daar
na wordt dat vermogen teruggescha
keld tot de voortkookstand die u geko
zen heeft. De duur van de kookstart
hangt af van de gekozen voortkook
stand. Raadpleeg daartoe volgende ta
bel.
Er worden hoge voortkookstanden aan
bevolen om te braden. Daarom zijn er
maar tamelijk korte kookstarttijden ver
eist om het vaatwerk op te warmen.
Zo activeert u de automatische kookstart:
^ Zolang een 0 in het display van de
kookzone wordt verlicht, raakt u de
schakeltoets - aan tot de gewenste
voortkookstand verschijnt, bv. 6.
-
-
-
-
Bij gewijzigde vermogensstanden - zie
rubriek "Programmering" - knippert een
A in afwisseling met de voortkookstand
tot de kookstart is afgelopen.
verder te koken*
-
-
-
Stand om
11 : 20
1.2 : 00
22 : 45
2.3 : 25
34 : 05
3.4 : 45
45 : 30
4.6 : 10
56 : 50
5.7 : 10
61 : 20
Kookstart
in minuten en
seconden (ca.)
Tijdens de kookstart wordt rechts naast
de voortkookstand een puntje verlicht.
Na afloop van de kookstarttijd gaat dit
lampje uit.
Tijdens de kookstart kan u de voort
kookstand nog steeds met + of - verho
gen of verlagen. De duur van de kook
start wordt dan overeenkomstig gewij
zigd.
26
-
-
6.2 : 00
72 : 45
7.2 : 45
82 : 45
8.2 : 45
9-
* De voortkookstanden met een puntje
-
-
zijn enkel geldig bij verfijnde vermo
gensinstelling. Zie rubriek "Program
mering".
-
-
Bediening
De tweede verwarmingskring
mee inschakelen
Gebruikt u grote kookpannen, dan kan
u de kookzone vergroten bij zones met
twee cirkels en bij de braadzone.
Ga als volgt te werk:
Schakel de kookzone in en kies een
^
vermogen door - of + aan te raken.
Kies een vermogen.
Schakel de kookzone in en kies een
^
vermogen door - of + aan te raken.
Zo er in het display van de kookzone
een 0 wordt verlicht, kan u ook eerst de
schakeltoets n aanraken en daarna
een vermogen kiezen.
Dat de extra verwarmingskring inge
schakeld is, wordt aangeduid door het
overeenstemmende controlelampje.
De tweede verwarmingskring schakelt
u weer uit door nog eens de schakel
toets n aan te raken of door het dis
play van de kookzone weer op 0 te zet
ten.
-
-
-
-
27
Bediening
Uitschakelen / resterende
warmte
Zo schakelt u een kookzone uit:
Raak tegelijk de schakeltoetsen - en
^
+ van de kookzone aan.
In het display van de kookzone wordt
enkele seconden een 0 verlicht. Is de
kookzone nog heet, dan wordt daarna
de resterende warmte aangeduid.
Zo schakelt u het kookvlak uit:
^ Raak de schakeltoets AAN-/UIT s
aan.
Daarmee zijn al de kookzones uitgeschakeld. In de displays van de kookzones die nog te heet zijn om ze aan te
raken, ziet u de aanduiding voor de
resterende warmte.
De streepjes die de resterende warmte
aanduiden, gaan het een na het andere
uit naarmate de kookzones afkoelen.
Het laatste streepje dooft pas zodra u
de kookzones zonder enig risico kan
aanraken.
Raak de kookzones niet aan zolang
de streepjes voor de resterende
warmte worden verlicht. Leg op de
kookzones ook geen voorwerpen die
geen hitte kunnen verdragen.
U loopt het risico u te verbranden.
Er is ook brandgevaar!
Na een stroomonderbreking knipperen de streepjes voor resterende
warmte.
Hou er rekening mee dat de displays voor resterende warmte bij
een foutmelding niet verlicht zijn.
Toch kan het gebeuren dat de kookzones nog te heet zijn om ze aan te
raken!
28
Bediening
Kookgerei kiezen
Gebruik kook- en braadpannen met
–
een stabiele bodem die zich in kou
de toestand lichtjes naar binnen
welft. Als de bodem heet wordt, ligt
die dan mooi effen op de kookzone.
Oneffen panbodems vertragen het
kookproces.
koudheet
– Let erop dat de panbodem met het
formaat van de kookzone overeenstemt of iets groter is. Anders verspilt
u nodeloos warmte.
Hou ermee rekening dat bij pannen
vaak de maximumdiameter bovenaan wordt opgegeven. Wat telt, is
echter de meestal kleinere diameter
van de bodem.
Tips om stroom te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op
–
-
de pan. Zo vermijdt u dat er warmte
ontsnapt.
zonder dekselmet deksel
– Schakel de kookzone bij lange kook-
tijden reeds 5 à 10 minuten voor het
einde van die kooktijd uit. Zo benut u
de resterende warmte.
te kleingepast
29
Beveiligingen
Vergrendeling
Om te vermijden dat iemand het kook
vlak en de kookzones onverhoeds in
schakelt of instellingen wijzigt, is uw
toestel uitgerust met een vergrendeling.
De vergrendeling kan u in werking zet
ten zowel terwijl het toestel uitgescha
keld als in werking is.
Activeert u de vergrendeling bij uitgeschakeld kookvlak, dan kan u het
kookvlak niet meer inschakelen.
Zet u de vergrendelfunctie tijdens dewerking aan, dan kan u het toestel nog
enkel in beperkte mate bedienen:
– De vermogens van de kookzones en
de timerinstellingen kan u niet meer
wijzigen.
– De kookzones en het kookvlak kan u
enkel nog uitschakelen, daarna echter niet meer inschakelen.
-
-
-
-
-
Zo schakelt u de vergrendeling in:
Raak de schakeltoets voor de ver
^
grendeling $ aan tot het controle
lampje erboven verlicht wordt.
Even later gaat het controlelampje uit.
Het gaat weer aan ten teken dat de ver
grendeling ingeschakeld is indien u
de schakeltoets voor de vergrende
–
ling $ aanraakt.
Zo schakelt u de vergrendeling uit:
Raak de schakeltoets voor de ver
^
grendeling $ aan tot het controle-
lampje erboven uitgaat.
U kan de instelling voor de vergrende-
ling wijzigen. U kan namelijk met 1
ofwel met 3 vingers vergrendelen; zie
rubriek Programmering, punt P 4. Hiermee maakt u het kinderen bv. moeilijker
om het toestel te bedienen.
Denk erom dat de vergrendeling
door een stroomonderbreking wordt
uitgeschakeld.
-
-
-
-
-
30
Beveiligingen
Stop and Go
Uw toestel is uitgerust met een functie
die het vermogen van al de ingescha
kelde kookzones beperkt. Daarmee kan
u het kookproces even zonder toezicht
laten zonder dat de spijzen overkoken.
Wenst u daarvan gebruik te maken?
Dan wijzigt u een enkele keer de fa
brieksmatige instelling. Zie rubriek "Pro
grammering".
Zo activeert u Stop and Go:
Raak de schakeltoets $ enkel zo
^
lang aan tot u 2 kort op elkaar volgende signalen waarneemt.
Raak de toets $ niet te lang aan. Anders activeert u de vergrendeling.
Nu begint het controlelampje voor de
vergrendeling te knipperen. Het vermogen van de ingeschakelde kookzones
wordt tot stand 1 beperkt. In de overeenkomstige kookzonedisplays verschijnt een 1.
-
-
Zo desactiveert u Stop and Go:
Raak de schakeltoets $ zo lang aan
^
tot het controlelampje uitgaat.
De kookzones werken nu op het vermo
gen dat u het laatst heeft ingesteld.
-
-
Heeft u voor een bepaalde kookzone
het automatisch uitschakelen gepro
grammeerd, dan wordt die tijd onder
broken indien u "Stop and Go" geacti
veerd heeft. Zodra u deze functie
desactiveert, verloopt de tijd verder.
De aparte tijd loopt bij activering van
"Stop and Go" zonder onderbreking ver
der af.
-
-
-
-
31
Beveiligingen
Veiligheidsuitschakeling
Bij te lange werking
Uw kookvlak is ter wille van uw veilig
heid uitgerust met een uitschakelauto
matisme. Dit kan zijn nut bewijzen in
dien u bv. vergeet het kookvlak uit te
schakelen.
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie
tabel) op hetzelfde vermogen in wer
king? Dan wordt die zone automatisch
uitgeschakeld. De aanduiding voor de
resterende warmte wordt zichtbaar.
Vermogen *Maximumtijd
werking in uren
1 / 1.10
2 / 2.5
3 / 3.5
4 / 4.4
5 / 5.3
-
-
-
Bij bedekte sensorschakeltoetsen
Blijven een of meer schakeltoetsen
langer dan zowat 10 seconden bedekt
- bv. door uw vingers, overgekookte
spijzen, voorwerpen -, dan wordt uw
kookvlak automatisch uitgeschakeld.
Tegelijk weerklinkt er om de 30 secon
den een signaal; dit duurt hoogstens
10 minuten. Er verschijnt dan ook een F
in het overeenstemmende display.
^ Maak het bedieningsvlak schoon of
verwijder de voorwerpen die erop liggen.
Meteen verstomt het signaal en gaat de
F uit.
^ Schakel het kookvlak met de schakel-
toets AAN/UIT s weer in. Daarna kan
u het weer gewoon gebruiken.
-
6 / 6.2
7 / 7.2
8 / 8.2
91
* De vermogens met een puntje zijn
enkel geldig bij verfijnde vermogens
instelling. Zie rubriek "Basisinstel
lingen".
^
Wenst u de kookzone opnieuw te ge
bruiken? Schakel die dan als ge
woonlijk weer in.
32
-
-
-
-
Beveiligingen
Beveiliging tegen over
-
verhitting
Elke kookzone is voorzien van een
oververhittingsbeveiliging. Dat is een
onderdeel dat de interne temperatuur
beperkt. Het schakelt de verwarming
van de kookzone automatisch uit voor
dat de glaskeramiek oververhit geraakt.
Zodra de glaskeramiek afgekoeld is,
wordt de verwarming weer automatisch
ingeschakeld.
-
Het kan tot oververhitting komen als
de kookzone werd ingeschakeld zon
–
der kookpan erop,
er leeg vaatwerk wordt verwarmd,
–
de bodem van het vaatwerk niet keu
–
rig effen op de kookzone ligt,
het vaatwerk de warmte slecht ge
–
leidt.
Dat de beveiliging gereageerd heeft,
merkt u aan het feit dat de verwarming,
zelfs in de hoogst mogelijke vermo
gensstand, in- en uitgeschakeld wordt.
-
-
-
-
33
Timer
Uw kookvlak is uitgerust met een timer. Die kan u als keukenwekker gebruiken. U
kan daarmee ook een enkele kookzone naar uw keus automatisch laten uitscha
kelen. U kan beide functies tegelijkertijd gebruiken.
Hoe stelt u de timer in?
-
inschakelen
instellen
van timerfunctie veranderen
op 00 terugzetten
De aparte wekker instellen
De aparte wekker kan u zowel bij in- als
bij uitgeschakeld kookvlak gebruiken.
Deze wekker werkt als een keukenwekker (bij het koken van eieren bv.).
Zo stelt u de aparte wekker in:
^ Raak de schakelzone m aan.
In het tijdsdisplay verschijnt 00.
^
Raak de schakeltoets - of + aan tot
de gewenste tijd wordt aangeduid,
bv. 15 minuten.
m aanraken
met - van 99 tot 00 minuten
met + van 00 tot 99 minuten
m aanraken
tegelijk - en + aanraken
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt 00 in het tijdsdisplay. Tegelijk
weerklinkt er ca. 30 seconden lang een
signaal. Na afloop van deze tijd houdt
het signaal op en gaat 00 uit.
Wenst u het signaal vroeger uit te zetten, raak dan de schakeltoets m aan.
De ingestelde tijd wordt per minuut af
geteld. De resterende tijd kan u in het
tijdsdisplay aflezen en om het even
wanneer met - of + veranderen.
34
-
Timer
De kookzone automatisch
laten uitschakelen
De automatische uitschakelfunctie kan
u enkel gebruiken indien u voor de ge
wenste kookzone een vermogen hebt
ingesteld.
Ga als volgt te werk:
Stel bij de bewuste kookzone, bv.
^
achteraan rechts, als gewoonlijk een
vermogen in.
Raak de schakeltoets m aan.
^
In het tijdsdisplay verschijnt 00.
^ Raak nog eens de schakeltoets m
aan.
In het tijdsdisplay verschijnt een controlelampje.
^ Zijn er verschillende kookzones inge-
schakeld, raak dan de schakeltoets
m zo vaak aan tot het controlelampje
van de gewenste kookzone verschijnt, bv. dat van de zone achteraan rechts.
De ingestelde tijd wordt per minuut af
geteld. U kan de nog resterende tijd in
het tijdsdisplay aflezen en om het even
wanneer met - of + veranderen. Ook het
-
vermogen van de kookzone kan u
steeds wijzigen.
Na afloop van de ingestelde tijd wordt
de kookzone automatisch uitgescha
keld. In het display van de kookzone
verschijnt 0, in het tijdsdisplay 00. Te
gelijk weerklinkt ca. 30 seconden lang
een signaal. Na afloop van deze tijd
houdt het signaal op en gaat 00 in het
tijdsdisplay uit. Als u het signaal vroe
ger wil uitzetten, raak dan de schakeltoets m aan.
-
-
-
-
Elke keer dat u de schakeltoets m aan
raakt, verschijnen de controlelampjes in
de volgorde van vooraan links naar
achteraan links, achteraan rechts en
vooraan rechts; dat geldt echter enkel
voor de kookzones die ingeschakeld
zijn.
^
Raak vervolgens de schakeltoets - of
+ aan tot de gewenste tijd wordt aan
geduid, bv. 15 minuten.
-
-
35
Timer
Van timerfunctie veranderen
Werkt de timer reeds met een functie
en wenst u ook de tweede functie te
gebruiken? Raak dan eerst de toets m
aan. De tijdsaanduiding wordt gedoofd.
Ga vervolgens te werk als tevoren werd
beschreven.
Wenst u de resterende tijd van de niet
getoonde functie te controleren? Raak
dan 1 keer de toets m aan.
Starttijd
De timer werd in de fabriek zo ingesteld
dat deze bij aanraking van de
sensorvlakken + of - respectievelijk
start met 01 of 99.
U kan de instelling zo veranderen dat
er met de laatst ingestelde (en afgelo
pen) tijd wordt gestart. Zie rubriek "Pro
grammering, P4.".
Voorbeeld:
U heeft programma 4. stand S1 inge
steld en de aparte wekker voor het
laatst 5 minuten lang gebruikt. Bij het
inschakelen van de timer verschijnt 00
in het display. Indien u daarna de toets
+ of - aanraakt, verschijnt 05.
Ondanks de gewijzigde instelling kan u
nog steeds om het even welke tijd kiezen.
-
-
-
36
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan onder
delen van het toestel aanraken, die
onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden. De druk kan
aan het oppervlak en aan onderde
len van het toestel ook schade te
weegbrengen, die door de fabrikant
niet wordt vergoed.
Neem geen puntige voorwerpen om
de dichtingen tussen het glas en de
rand en / of tussen de rand en het
werkblad niet te beschadigen.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, soda, alkali, zuur of chloride
bevat. Evenmin ovenspray of afwasmiddel voor vaatwassers. Vermijd
ook staalwol, ruwe sponzen of harde
borstels. Gebruik ook geen sponzen
of ander poetsgerei waarin nog restjes schuurmiddel zitten. Daardoor
wordt het oppervlak immers aangetast.
-
-
-
Lees bij toepassing van speciaal rei
-
nigingsmiddel voor glaskeramiek de
richtlijnen van de fabrikant.
Wis zorgvuldig alle resten speciaal
reinigingsmiddel voor keramische
kookvlakken met een vochtig doek
van de kookzones. Als de kookzo
nes weer opwarmen, kunnen deze
producten anders bijtend werken.
Wrijf het kookvlak na elke vochtige
schoonmaak droog. Daardoor ver
mijdt u kalkresten.
Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug
mogelijk. Als u een pan opzet, let er
dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
-
-
-
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blijvende blauwige
verkleuringen op het glas verschij
nen.
-
-
37
Reiniging en onderhoud
Maak uw keramisch kookvlak geregeld
schoon, bij voorkeur na elk gebruik.
Laat het vlak daartoe afkoelen. Verwij
der al het grove vuil met een vochtige
doek. Vast eraan klevend vuil schraapt
u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig
schoon met enkele druppels speciaal
reinigingsmiddel voor glaskeramiek.
Gebruik daartoe wat keukenrol of een
zuivere doek. Zo verwijdert u ook kalk
resten, veroorzaakt door overgekookt
water, alsook metaalachtig glinsterende
vlekken (aluminiumrestjes).
Wis het vlak daarna vochtig af en wrijf
het ten slotte met een zuivere doek
droog.
Eventueel gebruikt u een reinigingsmiddel dat de glaskeramiek meteen ook
onderhoudt. Dan wordt er een film gevormd, die water en vuil afstoot.
-
-
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgeko
men? Schakel de zone uit. Verwijder de
resten dadelijk grondig met een glas
krabber zolang de zone nog heet is. Ga
voorzichtig te werk, u kan zich daarbij
verbranden! Maak het vlak verder
schoon zodra het afgekoeld is. Zie hier
boven.
Bij toestellen met een aluminium omranding (zie typeplaatje) is die rand
gevoelig aan krassen alsook aan alka
lische en zure middelen. Ga bij het
schoonmaken dus zo behoedzaam mo
gelijk te werk. Gebruik in geen geval
reinigingsmiddel voor roestvrij staal
noch kalkoplossend reinigingsmiddel.
Wis vuil meteen weg. Als het er langer
op inwerkt, kan dat het aluminium oppervlak eveneens schade toebrengen.
Als u intensief met reinigingsmiddel
voor glaskeramiek reinigt, kan de omranding na verloop van tijd ook gaan
glanzen.
-
-
-
-
-
-
-
38
Programmering
U kan de programmering van uw kook
vlak wijzigen. Zie tabel.
Ga als volgt te werk:
Schakel het kookvlak uit of laat het
^
uitgeschakeld. Raak dan tegelijk de
schakeltoets AAN/UIT van het kook
vlak s en die voor de vergrendeling
$ aan tot het controlelampje voor de
vergrendeling begint te knipperen.
In het kookzonedisplay verschijnen een
P (programma) en een S (stand) met
telkens een getal erbij. Hiermee wordt
de huidige instelling van de program
mering weergegeven.
^ Door de schakeltoets van de kookzo-
ne vooraan links aan te raken stelt u
eerst het gewenste programma in.
Door daarna de schakelzone van de
kookzone vooraan rechts aan te raken schakelt u de gewenste stand in;
zie tabel. Zo kan u verschillende
programma’s na elkaar wijzigen.
-
-
Om de nieuwe instellingen op te slaan,
raakt u de schakeltoets AAN/UIT s van
het kookvlak aan tot het controlelampje
voor de vergrendeling uitgaat.
Wenst u de wijzigingen niet op teslaan, raak dan de schakelzone voor
de vergrendeling $ aan tot het con
trolelampje uitgaat.
Indien u de programmeerfunctie kiest
terwijl er resterende warmte wordt aan
geduid, blijven de displays na het ver
laten van deze functie tot 45 minuten
lang knipperen.
U kan uw toestel echter als naar ge
woonte in gebruik nemen.
-
-
-
-
39
Programmering
Programma*Stand**Instelling
P0demonstratiestand en fa
brieksinstelling
P1signaal bij aanraking van
sensortoets
P3signaal van de timerS0uit
P4vergrendelingS0met $
P5stop and goS0niet actief
P0.vermogensstand bij het in-
schakelen van de kookzone
-
S0demonstratiestand aan
S1demonstratiestand uit
S9terug naar de fabrieksinstel
lingen
S0uit
S1aan
S1signaal 10 seconden aan
S2signaal 4 minuten aan
S1met $ en + van de kookzo-
nes achteraan rechts en
vooraan rechts
S1wel actief
S00
S15 (enkel mogelijk indien de
automatische kookstart geac
tiveerd is)
-
-
P2.automatische kookstartS0uit
S1de kookstartautomaat wordt
geactiveerd door het vermo
gen in te stellen via -
S2de kookstartautomaat wordt
geactiveerd door het vermo
gen in te stellen via +
S3de kookstartautomaat wordt
geactiveerd telkens als u een
kookzone inschakelt
* Programma’s die niet in de tabel zijn vermeld, kan u niet kiezen.
** De fabrieksinstellingen zijn telkens vet gedrukt.
40
-
-
Programmering
Programma*Stand**Instelling
P3.aanduiding resterende warmte S0H als aanduiding voor res
terende warmte
S1# als aanduiding voor res
terende warmte
P4.aanduiding bij het inschakelen
van de timer
P5.klokfunctieS0enkel functie "aparte wek
P6.omvang van de vermogensin-
stellingen
S001 of 99
S1laatst gekozen tijd
ker"
S1enkel functie " automatisch
uitschakelen"
S2functies "aparte wekker" en
"automatisch uitschakelen"
S09 vermogensstanden
(1, 2, 3 ... tot 9)
S117 vermogensstanden
(1, 1., 2, 2., 3 ... tot 9)
Als gevolg daarvan wordt
de kookstart aangeduid
doordat afwisselend de
voortkookstand en de A
knipperen
-
-
-
* Programma’s die niet in de tabel zijn vermeld, kan u niet kiezen.
** De fabrieksinstellingen zijn telkens vet gedrukt.
41
Wat gedaan als .
Herstellingen aan uw elektrische
toestellen mag u enkel door een er
kend elektricien laten uitvoeren.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico's
opduiken voor wie het toestel ge
bruikt.
Wat gedaan als .
... u het kookvlak of de kookzones
niet kan inschakelen?
Controleer of
– de vergrendeling niet ingeschakeld
is.
Om die uit te schakelen, leest u het
best de rubriek "Vergrendeling" en
"Programmering".
– de smeltveiligheden van uw elek-
trische installatie niet zijn uitgesprongen.
Als u het probleem hiermee niet kan
verhelpen, maak het toestel dan ca.
1 minuut lang stroomloos. Daartoe:
–
de smeltveiligheden die voor het
kookvlak bedoeld zijn, of
–
de verliesstroomschakelaar uitscha
kelen.
Kan u het toestel niet opnieuw in wer
king stellen nadat u de smeltveilig
heden of de verliesstroomschakelaar
weer hebt ingeschakeld? Doe dan een
beroep op een elektricien of op de
Technische Dienst.
-
-
-
-
-
... u het kookvlak kan inschakelen en
instellingen wijzigen, maar de kook
zones niet heet worden?
Kijk eens na of het toestel zich niet in
de demonstratiestand bevindt. Zie ru
briek "Programmering".
... het toestel tijdens de werking
wordt uitgeschakeld en u in het dis
play van minstens een kookzone de
aanduiding van resterende warmte of
een knipperende F ziet opduiken en
eventueel een signaal hoort?
Waarschijnlijk was de werkingsduur te
lang of waren de schakeltoetsen bedekt. Zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling".
... de verwarming van een kookzone
bij het hoogste vermogen in- en uitgeschakeld wordt?
De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd. Zie gelijknamige rubriek.
... de inhoud van de kookpan bij de
kookstartautomaat niet begint te ko
ken?
Dat kan te wijten zijn aan het feit dat
–
er grote hoeveelheden levensmid
-
delen worden verwarmd.
–
het kookgerei de warmte slecht ge
leidt,
Kies een hogere voortkookstand of
breng de spijzen bij het hoogste vermo
gen aan de kook en schakel daarna
manueel op een lagere stand terug.
-
-
-
-
-
-
-
42
Wat gedaan als .
... een of meer displays voor reste
rende warmte knipperen?
De stroomtoevoer was onderbroken.
–
Het kookvlak werd uitgeschakeld.
U kan het kookvlak als naar gewoonte
terug in werking zetten.
Voor u de kookzones weer aanzet, gaat
u het best na of de spijzen gaar ge
noeg zijn. Is hun kwaliteit door de
stroomonderbreking niet in het gedrang
gekomen?
De displays voor resterende warmte
–
waren verlicht toen u met de pro
grammering begon.
.. de sensorschakeltoetsen over- of
ongevoelig reageren, respectievelijk
bij uitgeschakeld kookvlak het controlelampje voor de vergrendeling en
de getallen in de kookzonedisplay
oplichten?
De gevoeligheid van de schakeltoetsen
is ontregeld en kon niet automatisch
worden afgesteld.
-
-
-
... bij één kookzone het buitenste ge
deelte van het verwarmde vlak na het
inschakelen sneller en sterker
opgloeit dan het binnenste gedeelte?
Dit is geen storing; deze kookzone is
uitgerust met twee verschillende ver
warmingselementen (zie rubriek
"Kookzonegegevens").
... op het display van de achterste
kookzones F , op het display van de
voorste zones E en op het
timerdisplay cijfers verschijnen?
Maak het kookvlak ca. 1 minuut lang
stroomloos.
Als het probleem na het opnieuw inschakelen van de voeding nog niet verholpen is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst.
-
-
Ga te werk zoals beschreven in de ru
briek "Automatische afstelling van de
schakeltoetsen".
Als het probleem zich daarna nog voor
doet, doe dan een beroep op de tech
nische dienst.
-
-
-
43
Technische Dienst / Typeplaatje
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug
zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de ge
gevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
-
44
Inbouw
Opmerkingen omtrent uw
veiligheid bij de inbouw
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de wasem
kap gemonteerd zijn.
Gefineerde delen van het werkblad
dienen verwerkt te zijn met lijm die
tegen hitte (100 °C) bestand is. Anders
komt de lijm los of vervormt hij.
De wandafsluitlijsten dienen tegen hitte
bestand te zijn.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
-
Dit kookvlak mag u niet boven
was-, droog-, afwasautomaten,
koelkasten en diepvriezers inbouwen.
-
Zorg ervoor dat de aansluitleiding
van het kookvlak na de inbouw niet
in aanraking komt met de bodemplaat
en ook niet mechanisch belast wordt.
Neem strikt de veiligheidsafstan
den op de volgende bladzijden in
acht.
Gebruik geen middel om de voe
gen te dichten tenzij dat uitdrukke
lijk gevraagd wordt. De dichtingsstrook
van het kookvlak zorgt reeds voldoende
voor afdichting met het werkblad. Zie
rubriek "Dichting".
Al de maten in deze handleiding zijn
opgegeven in mm.
-
-
-
45
Inbouw
Veilige afstand naar boven toe
Hou tussen het toestel en een wasemkap erboven de veiligheidsafstand aan
die door de fabrikant van de wasemkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de wasemkap geen afstand vermeld of zijn er
licht ontvlambare materialen (bijv. een
rekje) boven het toestel geïnstalleerd,
dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
Bij inbouw van verschillende toestellen,
bv. een wokbrander en een elektrisch
kookvlak, naast elkaar onder een wa
semkap: neem de grootste opgegeven
afstand tussen toestel en wasemkap,
die wordt voorgeschreven. Die gege
vens vindt u in de montagehandleiding
of gebruiksaanwijzing van de wasem
kap.
-
-
-
46
Veilige afstand boven het kookvlak
Bij inbouw van een kookvlak mogen er
aan de achterzijde en aan een van de
zijden om het even hoe hoge kasten of
muren staan. Aan de andere zijde mag
er geen meubel of toestel hoger zijn
dan het kookvlak. Zie afbeeldingen.
Inbouw
Hou minstens de volgende veiligheids
afstanden in acht:
tussen de uitsparing in het werkblad
–
en de kast die ernaast staat, bv. een
kolomkast: 50 mm rechts of links.
Bij KM 543/547 = 70 mm links
– 50 mm van de uitsparing in het werk-
blad tot de achterwand.
niet toegestaan!
-
zeker aan te bevelen!
niet aan te bevelen!
KM 543 / KM 547
niet aan te bevelen!
47
Inbouw
Veilige afstand bij nisbekleding
Tussen de nisbekleding en de uitsparing in het werkblad dient u minstens een af
stand van 50 mm aan te houden.
Deze afstand is enkel noodzakelijk indien het materiaal van de nisbekleding van
hout of een andere brandbare stof is gemaakt. Bij onbrandbaar materiaal (metaal,
keramische tegels e.d.) kan van deze 50 mm de diktemaat van de nisbekleding
worden afgetrokken.
Door hoge temperaturen kan het materiaal vernietigd worden of wijzigingen on
dergaan.
Kookvlakken in één vlak met het
werkblad
Kookvlakken met omranding /
facetrand
-
-
a metselwerk
b nisbekleding
c wandafsluitlijst
d werkblad
e uitsparing in het werkblad
f minimumafstand 50 mm
48
Kookvlakken met omranding / facettenrand
Inbouwafmetingen KM 530 / KM 544 / KM 545
(kookvlakken met omranding)
Inbouw
a klemveren
b inbouwhoogte
c vooraan
d aansluitkastje met aansluitleiding, lengte = 1440 mm
e kabelboom, lengte = 1550 mm
49
Inbouw
Inbouwafmetingen KM 537 / KM 551
(kookvlakken met omranding)
a klemveren
b inbouwhoogte
c inbouwhoogte aansluitkastje
d vooraan
50
Inbouwafmetingen KM 540 / KM 541 / KM 542 / KM 543
(kookvlakken met omranding)
Inbouw
a klemveren
b inbouwhoogte
c vooraan
d aansluitkastje met aansluitleiding, lengte = 1440 mm
e kabelboom, lengte = 1550 mm
51
Inbouw
Inbouwafmetingen KM 547
(kookvlak met omranding)
a klemveren
b inbouwhoogte
c vooraan
d aansluitkastje met aansluitleiding, lengte = 1440 mm
e kabelboom, lengte = 1550 mm
52
Inbouwafmetingen KM 548
(kookvlak met facettenrand)
Inbouw
a klemveren
b inbouwhoogte
c vooraan
d aansluitkastje met aansluitleiding, lengte = 1440 mm
e kabelboom, lengte = 1550 mm
f blokkeerplaatjes
53
Inbouw
Inbouwafmetingen KM 550
(kookvlak met omranding)
a klemveren
b inbouwhoogte
c inbouwhoogte aansluitkastje
d vooraan
54
Inbouwafmetingen KM 553
(kookvlak met facettenrand)
Inbouw
a klemveren
b inbouwhoogte
c inbouwhoogte aansluitkastje
d vooraan
e blokkeerplaatjes
55
Inbouw
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
als op de maatschets.
Hou rekening met de minimumaf
stand van 50 mm tot de achterzijde
en tot een zijwand rechts of links (bij
KM 543/547 links 70 mm). Zie rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid
bij inbouw".
De snijvlakken beschermt u met spe
^
ciale lak, siliconrubber of giethars. Zo
vermijdt u dat het werkblad door
vocht opzwelt.
De gebruikte materialen dienen hitte
bestendig te zijn.
Kookvlakken met omranding:
Stelt u bij het inbouwen vast dat de
-
dichting van het raam aan de hoe
ken niet degelijk op het werkblad
rust, dan kan u de hoekradius ß R4
met een decoupeerzaag voorzichtig
bijwerken.
Kookvlakken met faccettenrand:
-
Door een gepaste dichtingsstrook
wordt een slipvrije zit van het kook
vlak in de uitsparing gewaarborgd.
De spleet tussen omranding en
-
werkblad wordt na enige tijd smaller.
-
-
56
Inbouw
De klemveren en de blokkeerplaatjes
bevestigen
Leg de bijgeleverde klemveren a en
^
blokkeerplaatjes e (enkel bij kook
vlakken met facettenrand) op de aan
geduide punten (zie rubriek "Afme
tingen van toestel en uitsparing") te
gen of op de bovenste rand van de
uitsparing. Bevestig ze met de bijge
leverde schroeven 3,5 x 25 mm.
-
-
Bij werkbladen van hout, corian,
askilan enz.
-
-
-
75
a
e
57
Inbouw
Natuurstenen werkblad
f
a
75
g
f
a
f
e
^
Bevestig de klemveren a en blok
keerplaatjes e (enkel bij kookvlakken
met facettenrand) met sterke, dub
belzijdige plakband f.
58
e
^
-
-
Op de zijranden alsook op de onder
rand van de klemveren kleeft u silico
nen g.
De schroeven hebt u voor natuurste
nen werkbladen niet nodig.
g
-
-
-
Inbouw
Het toestel inbouwen
Voer het snoer van het kookvlak naar
^
onderen door de uitsparing.
Leg het kookvlak los op de klemve
^
ren a.
Duw het kookvlak aan de rand gelijk
^
matig met beide handen omlaag. U
dient een klik te horen. Let erop dat
de dichting van het kookvlak op het
werkblad rust. Enkel dan bent u ze
ker dat de inbouw langs alle zijden
goed dicht is.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
^ Zie na of het kookvlak degelijk werkt.
Het kookvlak kan enkel met speciaal
gereedschap uit de uitsparing worden getild.
-
-
Bij werkbladen van hout, corian,
askilan enz.
-
Natuurstenen werkblad
59
Inbouw
NetaansluitkastDe aansluitkast kan als volgt worden
geplaatst:
los in de onderkast onder het kook
–
vlak.
op een zijwand in de onderkast on
–
der het kookvlak.
op de muur achter de onderkast.
–
in een kast ernaast.
–
Een minimale afstand van 150 mm
moet worden aangehouden tussen
de aansluitkast en het kookvlak of
een andere warmtebron, bijv. een
fornuis of bakoven.
-
-
60
Inbouw
DichtingDe dichtingsstrook onder de rand van
het bovenste deel van het kookvlak
zorgt reeds voor voldoende afdichting
met het werkblad.
Er mag in geen geval dichtingskit
tussen de omranding van het kook
vlakoppervlak en het werkblad te
rechtkomen!
Anders wordt het moeilijker om het
kookvlak bij onderhouds- en repara
tiewerkzaamheden te demonteren.
De omranding en het werkblad kun
nen dan schade oplopen.
-
-
-
-
61
Inbouw
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Inbouwafmetingen KM 552
Afmetingen voor de uitsparing van het natuurstenen werkblad
Hou absoluut rekening met de
detailtekeningen!
62
Het kookvlak wordt
Inbouw
b inbouwhoogte
c inbouwhoogte netaansluitkast
d vooraan
Een kookvlak in één vlak met het
werkblad is geschikt voor inbouw in
natuursteen (graniet, marmer),
getegelde werkbladen en massief
hout. Andere materialen, zoals cori
an en askilan, zijn niet geschikt.
Voor de inbouw is een onderkast
van 800 mm breedte vereist.
Het kookvlak moet na de inbouw onderaan vrij toegankelijk zijn voor
onderhoudsdoeleinden, zodat de
dichtingskit voor voegen niet moet
worden verwijderd.
rechtstreeks in een overeenkomstig
–
uitgefreesd werkblad uit natuursteen
geplaatst.
in de uitsparing in massief houten /
–
getegelde werkbladen met houten
lijsten bevestigd. Deze lijsten moeten
ter plaatse worden voorzien en wor
den niet bijgeleverd.
-
-
63
Inbouw
De uitsparing in het werkblad aan
brengen en het kookvlak plaatsen
Natuurstenen werkblad
e Werkblad
f Kookvlak
g Voegbreedte
Hoekstraal van het uitgefreesde werkblad ß R4
-
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets.
Voer het snoer van het kookvlak naar
^
onderen door de uitsparing.
Plaats het kookvlak f in de uitsparin
^
g en centreer het.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Zie na of het kookvlak degelijk werkt.
^
Dicht de resterende voeg g af met
^
een temperatuurbestendige (min
stens 160 °C) siliconedichtingskit.
Voor het glazen oppervlak en de uitsparing in het werkblad geldt een
zekere maattolerantie, zodat de
voegbreedte g kan variëren (min.
2 mm).
-
-
64
Inbouw
Werkblad uit massief hout / getegeld
werkblad
a Houten lijsten 13 mm
(niet bijgeleverd)
e Werkblad
f Kookvlak
g Voegbreedte
Hoekstraal van het getegelde werkblad
ß R4
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets.
Bevestig de houten lijsten a 7 mm
^
onder de bovenkant van het werk
blad (zie afbeelding).
Voer het snoer van het kookvlak naar
^
onderen door de uitsparing.
Plaats het kookvlak f in de uitsparin
^
g en centreer het.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Zie na of het kookvlak degelijk werkt.
^
Dicht de resterende voeg g af met
^
een temperatuurbestendige (minstens 160 °C) siliconedichtingskit.
Voor het glazen oppervlak en de uitsparing in het werkblad geldt een
zekere maattolerantie, zodat de
voegbreedte g kan variëren (min.
2 mm).
-
-
65
Inbouw
Elektrische aansluiting
Voor het aansluiten van het apparaat op
het elektriciteitsnet en het vervangen
van de aansluitingsleiding doet u bij
voorkeur een beroep op een vakman
die de nationale normen en de voor
schriften van de plaatselijke elektrici
teitsmaatschappij grondig kent en zorg
vuldig in acht neemt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor directe of indirecte schade die
door fouten bij inbouw en aansluiting
werd veroorzaakt.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Zorg er ook voor dat de gebruiker
geen stroomvoerende onderdelen
kan aanraken nadat het toestel is
gemonteerd!
-
-
Totale aansluitwaarde
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
De vereiste gegevens over de aan
sluiting vindt u op het typeplaatje.
Ga na of deze gegevens met de net
spanning en -frequentie overeenstem
men.
Spanning AC 230 V / 50 Hz
overstroombeveiliging 16 A
onderbrekingskarakteristieken type B
of C
Voor de aansluitmogelijkheden verwijzen we naar het stroomschema.
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Bij een beveiliging ß 100 mA kan het
voorvallen dat de veiligheidsschakelaar
na een langere periode van niet ge
bruik in werking treedt.
-
-
-
-
66
Inbouw
Onderbrekersystemen
Het toestel moet door
onderbrekersystemen met alle polen
van het net losgekoppeld kunnen wor
den! (In losgekoppelde toestand moet
een contactopening bestaan van min
stens 3 mm!) Die onderbrekersystemen
zijn overstroombeveiligingen en
veiligheidsschakelaars.
Van het net loskoppelen
Indien het stroomcircuit van het toestel
van het net dient losgekoppeld te wor
den gaat u afhankelijk van de installatie
als volgt tewerk:
– Smeltzekeringen
De inzetstukken helemaal uit de
schroefkappen nemen.of:
– Automatische schroefzekeringen
De testknop (rood) indrukken tot de
middelste knop (zwart) terugspringt.
-
of:
Aansluitleiding
Sluit het toestel aan met behulp van
een kabel van het type H 05 VV-F of H
05 RR-F met de vereiste diameter.
Raadpleeg het stroomschema.
Voor de aansluitmogelijkheden verwij
zen we naar het stroomschema.
De toegestane aansluitspanning en bij
behorende waarden voor uw toestel
vindt u op het typeplaatje.
Vervangen van de aansluitleiding
Indien de aansluitleiding vervangen
wordt moet u, afhankelijk van de gekozen manier van aansluiten, rekening
houden met de diameter van de leiding.
De aarding schroeft u op de met gemarkeerde aansluiting -.
-
-
– Automatische zekering
(inbouwtype)
( Beveiligingsschakelaar voor
stroomleidingen, min. type B of C!):
Hendel van 1 (aan) op 0 (uit) zetten.
of:
–
FI-veiligheidsschakelaar
(Verliesstroomschakelaar) De hoofd
schakelaar van 1 (aan) op 0 (uit)
schakelen of de proeftoets in werking
stellen.
Het net moet na het loskoppelen be
veiligd worden tegen opnieuw in
schakelen.
-
-
-
67
Inbouw
Stroomschema
686970
71
Wijzigingen voorbehouden / 3606
M.-Nr. 05 922 341 / 04
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.