inductiekookvlak
KM 490 / KM 491 / KM 493
KM 494 / KM 497 / KM 498
KM 490-1 / KM 491-1 / KM 493-1
KM 494-1 / KM 497-1 / KM 498-1
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan uw toestel.
KM 493 / KM 494 / KM 497 / KM 498
KM 493-1 / KM 494-1
KM 497-1 / KM 498-1
4
ac Inductiekookzones met
boosterfunctie
bd Inductiekookzones
eBedieningsvlak
Bedieningsvlak
Beschrijving van de toestellen
Sensortoetsen voor:
f AAN/UIT van het kookvlak
g vergrendeling
h kookzonebesturing
i timer; zie rubriek "Bediening en dis
play voor de timer"
k boosterfunctie van de kookzone
achteraan rechts
l boosterfunctie van de kookzone
vooraan links
Controlelampjes voor:
j boosterfunctie
m vergrendeling
-
5
Beschrijving van de toestellen
Bediening en display voor de kookzones
n symbool voor kookzone
o display:
0= de kookzone kan worden ingeschakeld
1 tot 9= vermogen
H= resterende warmte
ß= geen of ongeschikt vaatwerk op de zone; zie rubriek "Kookgerei"
F= foutmelding; zie rubriek "Wat gedaan als...?"
p controlelampje voor de kookstart-automatic
q schakeltoetsen om het vermogen in te stellen
Bediening en display voor de timer
r tijdsaanduiding
s controlelampje voor automatisch uitschakelen, bv. van de kookzone achteraan
rechts
Schakeltoetsen:
t om over te schakelen tussen de timerfuncties en om bij het automatisch uit
schakelen een kookzone te kiezen
u om de tijd in te stellen
6
-
Beschrijving van de toestellen
Kookzones
KookzoneKM 490 / KM 491 / KM 493 / KM 494 / KM 497 / KM 498
KM 490-1 / KM 491-1 / KM 493-1 / KM 494-1 / KM 497-1 / KM 498-1
van ... tot
C in cm*
y
w
x
z
* Binnen deze minimum- en maximumafmetingen kan u kookgerei gebruiken met
om het even welke bodemdiameter.
** Het opgegeven vermogen kan variëren naar gelang van het formaat en het ma
teriaal van het kookgerei.
14 - 20 cmnormaal:
met booster:
14 - 20 cmnormaal:
indien booster vooraan links in
geschakeld is:
16 - 23 cmnormaal:
met booster:
10 - 16 cmnormaal:
indien booster achteraan
rechts ingeschakeld is:
totaal:7200 W
Vermogen in Watt bij 230 V **
1800 W
2300 W
1800 W
1080 W
2200 W
3000 W
1400 W
630 W
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Inbouw en aansluiting
Dit toestel mag u enkel door een
erkend vakman laten inbouwen en
aansluiten. Doe daartoe een beroep op
een elektricien die de vereiste voor
schriften kent en toepast. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die werd veroorzaakt door
schade bij het inbouwen of aansluiten
van dit toestel.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een volgens de voor
schriften geïnstalleerd aardsysteem
aansluit. Het is heel belangrijk dat deze
fundamentele beveiliging voorhanden
is. Laat bij twijfel uw installatie door een
vakman nakijken. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak.
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties.
-
-
Bouw het kookvlak niet in boven
was-, droog-, afwasautomaten,
koelkasten en diepvriezers. De soms
wel intensieve hittestraling van het
kookvlak kan aan deze toestellen scha
de toebrengen. In zo’n geval is er voor
het kookvlak ook geen degelijke ventila
tie gewaarborgd.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Enkel bij kookvlakken met een
facetrand:
De eerste dagen na de inbouw kan er
een kleine spleet zichtbaar zijn tussen
kookvlak en werkblad. Door het gebruik
wordt die wel kleiner. Ondanks deze
spleet blijft de elektrische veiligheid
toch steeds gewaarborgd.
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundig gebruik
Lees aandachtig uw gebruiksaan
wijzing voor u dit toestel in gebruik
neemt. Zo beschermt u zichzelf en ver
mijdt u schade aan het toestel.
Gebruik uw toestel enkel in inge
bouwde toestand. Zo bent u zeker
dat u geen elektrische onderdelen kan
aanraken.
Dit toestel is geschikt voor gebruik
in het huishouden. Het is niet voor
industriële of professionele doeleinden
bestemd.
-
Gebruik dit toestel enkel om le
-
-
vensmiddelen te bereiden. Andere
toepassingen zijn niet toegestaan. Ze
kunen ook risico’s inhouden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die werd ver
oorzaakt doordat het toestel niet vol
gens de voorschriften gebruikt of ver
keerd bediend werd.
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Met kinderen in het huishou
-
den
Maak gebruik van de vergrende
ling om te vermijden dat kinderen
het toestel onverhoeds inschakelen of
instellingen wijzigen.
Dit toestel is bedoeld om door vol
wassenen te worden gebruikt. Die
dienen de inhoud van de gebruiksaan
wijzing precies te kennen. Kinderen
kunnen immers de risico’s die door de
omgang met dit toestel ontstaan, vaak
niet voldoende inschatten. Zorg er dus
voor dat kinderen in het oog worden
gehouden.
Oudere kinderen mogen het toestel
enkel gebruiken indien hun de bediening zo werd uitgelegd dat ze het
toestel veilig hanteren en de eventuele
risico’s van een foutieve bediening beseffen.
Laat kinderen niet met het toestel
spelen.
-
Zorg ervoor dat kinderen geen
hete kookpotten omlaag kunnen
trekken. Ze kunnen zich daarbij ver
branden! In de handel vindt u een spe
ciaal beveiligingshekje waardoor dit ri
sico wordt beperkt.
-
-
Sommige delen van de verpakking,
bv. folie of piepschuim, houden
voor kinderen gevaar in. Zij kunnen
verstikken! Bewaar deze delen van de
verpakking buiten hun bereik en verwij
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
Bij toestellen die niet meer gebruikt
worden moeten de voedingskabels
uit het stopcontact worden gehaald én
volledig worden verwijderd van het toestel zodat dit voor vb. spelende kinderen geen gevaar kan opleveren.
-
-
-
-
Tijdens de werking wordt het toe
stel heet en dat blijft nog enige tijd
zo nadat u het hebt uitgeschakeld. Hou
kinderen van het toestel weg tot het zo
afgekoeld is dat elk risico van verbran
ding geweken is.
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn, boven of
achter het toestel. Anders worden kin
deren ertoe verleid op het toestel te
klauteren. Zij kunnen zich daarbij ver
branden!
10
-
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Schade aan het toestel voor
-
komen
Laat geen voorwerpen op het
kookvlak vallen. Zelfs zogezegd
lichte voorwerpen als zoutvaatjes kun
nen in een minder gunstig geval
scheuren of spleten veroorzaken.
Gebruik geen kookpannen met een
ruwe bodem (bv. van gietijzer)
noch met braam. Er kunnen krassen op
de glaskeramiek ontstaan. Datzelfde
kan ook met zandkorrels gebeuren.
Laat geen vaste of vloeibare suiker,
kunststof en aluminiumfolie op hete
kookzones terechtkomen. Deze stoffen
kunnen smelten of gaan kleven. Bij het
afkoelen kunnen er ook scheurtjes,
spleten of andere schade in het keramisch oppervlak opduiken. Is er toch
wat op hete kookzones terechtgekomen, schakel het toestel dan uit. Verwijder de resten dadelijk met een glaskrabber zolang de zone nog warm is.
Voorzichtig:
Let erop dat u uw handen aan de hete
kookzones niet verbrandt.
Maak de kookzones daarna verder
schoon zodra ze afgekoeld zijn.
-
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo
vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let
er dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan on
derdelen van het toestel aanraken, die
onder spanning staan. Zo kan er kort
sluiting optreden. De druk kan aan het
oppervlak en aan onderdelen van het
toestel ook schade teweegbrengen, die
door de fabrikant niet wordt vergoed.
Zet nooit hete kookpannen vlakbij
het bedieningsvlak. Dat kan schade veroorzaken aan de elektronische
bediening die eronder zit.
Bevindt er zich onder het inge-
bouwde toestel een lade? Let er
dan op dat de afstand tussen de voorwerpen in die lade en de onderzijde
van het toestel groot genoeg is. Anders
wordt het toestel niet voldoende geventileerd.
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Brand en verbranding voor
-
komen
Het toestel wordt tijdens de wer
king erg warm. Dat blijft ook enige
tijd na het uitschakelen nog zo. Pas
wanneer de controlelampjes voor reste
rende warmte zijn uitgegaan, is er geen
risico meer dat u zich verbrandt.
Hou vooral kinderen in het oog!
Bescherm uw handen telkens als u
aan of bij het hete toestel werkt.
Gebruik pannenlappen, hitte-isolerende
handschoenen e.d. Let erop dat die
niet nat of vochtig zijn. Daardoor wordt
de hitte beter geleid en kan u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten recipiënten
als bv. conservenblikjes op de
kookzones. Door de overdruk kunnen
de recipiënten of blikjes openspringen.
U kan daarbij letsels oplopen en u verbranden!
Gebruik het kookvlak niet om er
voorwerpen op te zetten of te leg
gen. Vooral geen metaal. Als u het
kookvlak inschakelt of terwijl het nog
warm is, bestaat het risico dat deze
voorwerpen - naar gelang van het ma
teriaal - verhitten, smelten of branden.
U kan zich daaraan verbranden.
-
-
-
Dek het toestel nooit af met een
doek of folie. Het kookvlak kan zo
heet zijn dat er brandgevaar bestaat.
Hou het toestel onder toezicht als u
vet of olie gebruikt. Oververhit vet
of olie kan vlam vatten en intussen zelfs
de wasemkap in brand zetten. Er is
brandgevaar!
Als het hete vet of de hete olie toch
eens ontvlamt, probeer het dan
niet met water te blussen! Doe het vuur
stikken, bv. met een deken, een voch
tige vaatdoek of iets in die aard.
Flambeer nooit onder een wasem-
kap. De vlammen kunnen de wasemkap in brand zetten.
-
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij een defect
Stelt u aan uw toestel een defect
vast, schakel dan eerst het toestel
en daarna ook de smeltveiligheden uit.
Doe vervolgens een beroep op de
technische dienst.
Zorg ervoor dat de smeltveiligheden in
geen geval opnieuw worden ingescha
keld voordat de reparatie achter de rug
is.
Hou er rekening mee dat ook
barsten en spleten in de glaskera
miek defecten zijn. Schakel het toestel
dan eveneens uit.
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uit
gevoerd. Door ondeskundige reparaties
kunnen er voor u als gebruiker grote
risico’s opduiken. Het toestel kan even
eens schade oplopen. Maak de om
manteling van het toestel in geen geval
open.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
rantieperiode herstellen, dan mag
dat enkel gebeuren door een technicus
die door de fabrikant erkend is. Anders
is er bij schade achteraf geen aan
spraak meer op waarborg.
-
-
-
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Overige risico’s
Let erop dat het kookgerei steeds
in het midden van de kookzone
staat. Zo bent u zeker dat u zich niet
nodeloos blootstelt aan het elektromag
netisch veld.
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het kook
vlak. Het snoer van het toestel mag niet
met het hete toestel in aanraking
komen. De isolatie van de leiding kan
beschadigd worden. Er is risico van
elektrische schokken!
Verwarm de spijzen steeds vol-
doende. Eventuele kiemen worden
enkel vernietigd indien de temperatuur
hoog genoeg en de programmaduur
lang genoeg is.
Gebruik geen kookgerei van kunst-
stof of aluminiumfolie. Dat gaat bij
hogere temperaturen smelten.
Terwijl het kookvlak werkt, mogen
er vlakbij geen voorwerpen liggen,
die kunnen worden gemagnetiseerd.
Hou kredietkaarten, diskettes, zakre
kenmachientjes e.d. uit de buurt. De
werking hiervan kan worden verstoord.
-
-
Is er onder het ingebouwde kook
vlak een lade aangebracht? Be
waar daarin dan geen ontvlambare
vloeistof noch brandbare voorwerpen
als bv. spraybussen. Is die lade met
een bestekinzet uitgerust, dan dient die
vervaardigd te zijn van tegen hitte be
stand materiaal.
Enkel voor personen die een pace
maker gebruiken:
Zo het inductiekookvlak ingescha
keld is, wordt vlakbij een elektro
magnetisch veld opgewekt. In som
mige gevallen kan de werking van
uw pacemaker daardoor in het gedrang komen. Wend u in geval van
twijfel tot de fabrikant van uw pacemaker of tot uw arts.
-
-
-
-
-
-
-
14
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
–
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
15
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Uw toestel werkt met inductie. De kook
zones werken dus enkel als u daar
kookgerei met een magnetiseerbare
bodem opzet. Zie rubriek "Kookgerei".
Als het kookvlak ingeschakeld is, hoort
u een zacht gebrom of geklik. Maak u
geen zorgen. Die geluidjes zijn typisch
bij inductiekookvlakken.
Kleef het typeplaatje dat u bij uw toestel
vindt, in het daartoe voorziene vakje in
de rubriek "Typeplaatje".
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorg
vuldig. Geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
-
16
Bediening
Eerste schoonmaak en eerste
opwarming
Voordat u het toestel voor het eerst ge
bruikt, dient u het met een vochtige
doek schoon te maken. Wrijf het daarna
goed droog.
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blijvende blauwige
verkleuringen op het glas verschij
nen.
-
-
De metalen onderdelen zijn beschermd
met een onderhoudsmiddel. Daarom
wordt er bij de eerste opwarming wat
-
reuk gevormd.
Die reuk en eventueel ook damp ver
dwijnen na korte tijd. Dat wijst dus niet
op een verkeerde aansluiting noch op
een defect.
-
17
Bediening
Wat betekent inductief koken?
Onder elke kookzone bevindt zich een
elektrische spoel. Zodra u een kookzo
ne inschakelt, ontstaat er door deze
spoel een magnetisch veld. Dat mag
netisch veld verwekt in de bodem van
de kookpan, die magnetiseerbaar dient
te zijn, wervelstromen. Daardoor wordt
de panbodem opgewarmd. De kookzo
ne wordt enkel onrechtstreeks ver
warmd door de warmte die door de
kookpan wordt afgegeven.
Hou bij koken met inductie rekening
met de volgende punten:
– Kookgerei:
De inductiezone reageert enkel op
kookgerei met een magnetiseerbare
bodem. Ongeschikt kookgerei wordt
niet verwarmd.
– Pandetectie:
De inductie werkt niet indien u geen
kookpan ofwel ongeschikt kookgerei
op de kookzone zet.
–
Detectie van het kookpanformaat:
De inductiezone past haar vermogen
automatisch aan de diameter van de
kookpan aan.
Over deze punten vindt u meer informa
tie in de volgende gelijknamige ru
brieken.
-
-
-
Geluiden
Tijdens de werking van uw inductie
kookvlak kunnen er in de kookpan -
naar gelang van het materiaal en de
afwerking van de bodem - volgende
geluiden ontstaan:
Bij een hoog vermogen kan er ge
–
brom hoorbaar zijn. Dat verzwakt en
verdwijnt zodra het vermogen lager
wordt ingesteld.
U kan geknetter waarnemen indien
–
de bodem van de kookpan uit ver
schillende materialen bestaat, bv.
sandwichplaat.
– Er is gefluit mogelijk zo de met elkaar
verbonden kookzones (zie rubriek
Boosterfunctie) tegelijk met hun
hoogste vermogen werken en de gebruikte kookpannen een bodem hebben, die uit verschillende materialen
bestaat, bv. sandwichplaat.
– Elektronische schakelprocessen kun-
nen klikken, vooral bij lagere vermogens.
Om de levensduur van de elektronische
besturing te verhogen, is het toestel uit
gerust met een koelventilator. Zo u het
toestel intensief gebruikt, dan wordt die
ventilator aangezet en hoort u een ge
zoem. De ventilator kan ook nog blijven
draaien nadat u het toestel heeft uitge
schakeld.
-
-
-
-
-
-
18
Kookgerei
Vaatwerksoort
Inductiekookzones werken enkel indien
u kookgerei met een magnetiseerbare
bodem gebruikt.
Bediening
Gebruik geen kookgerei met een te
dunne bodem en verwarm het nooit
leeg tenzij de fabrikant van het vaat
werk dat uitdrukkelijk toelaat. Anders
kan het kookvlak schade oplopen.
-
Geschikt kookgerei
roestvrij staal met een magnetiseer
–
bare bodem
geëmailleerd staal
–
gietijzer
–
Ongeschikt kookgerei
– roestvrij staal met een niet-magneti-
seerbare bodem
– aluminium, koper
– glas, keramiek, aardewerk
Bent u niet zeker of een kookpan voor
inductiekoken geschikt is? Kijk dat dan
als volgt na:
^ Vul de kookrecipiënt met een beetje
water en zet het op de kookzone.
^
Schakel de kookzone in en raak de of + aan om een vermogen in te stel
len.
Is het kookgerei niet geschikt, dan knip
peren in het display van de kookzone
meteen afwisselend de 0 en het te
ken ß.
-
Formaat van het kookgerei
De diameter van de bodem van het
kookgerei dient minstens zo groot te
zijn als de binnenste diameteraandui
ding bij de kookzone in kwestie. Is de
diameter van de panbodem te klein,
dan werkt de inductie niet. Zie rubriek
"Detectie van het kookpanformaat".
Hou ermee rekening dat bij pannen
vaak de maximumdiameter bovenaan
wordt opgegeven. Wat telt, is echter de
meestal kleinere diameter van de bodem.
Tip om stroom te besparen
Bereid de spijzen bij voorkeur enkel
met een deksel op de kookpan. Zo ver
mijdt u dat er warmte verloren gaat.
-
-
-
-
Denk erom dat de eigenschappen van
de vaatwerkbodem de gelijkmatigheid
van het kookresultaat kunnen beïn
vloeden.
-
opengesloten
19
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningsvlak van uw inductie
kookvlak is uitgerust met elektronische
sensortoetsen. Zulke tiptoetsen reage
ren op het contact met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste
toetsen aan te raken, bedient u de
kookzones. Bij elke reactie van de
schakeltoetsen hoort u een signaal.
Let erop dat u telkens maar een en
kele sensortoets aanraakt, behalve
als u een kookzone of de timer uit
schakelt. Hou het bedieningsvlak
ook vrij van vuil. Leg er geen voorwerpen op. Anders reageren de
schakeltoetsen niet. Er kunnen eveneens verkeerde instellingen worden
teweeggebracht. Eventueel wordt
het kookvlak dan automatisch uitgeschakeld. Zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling".
Zet in geen geval hete kookpannen
op het schakelvlak. De elektronica
die eronder zit, kan schade oplopen.
-
-
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en daarna
de gewenste kookzone.
-
Zo schakelt u het kookvlak in:
Raak het schakelvlakje AAN/UIT s
^
aan.
In de displays van de kookzones ver
schijnt een 0. Stelt u verder niets in,
-
dan wordt het kookvlak ter wille van de
veiligheid na enkele seconden weer uit
geschakeld.
Zo schakelt u een kookzone in:
^ Door de schakeltoets - of + aan te ra-
ken stelt u het gewenste vermogen in
tussen 1 en 9.
Begint u met -, kan kiest u voor koken
met kookstart-automatic. Zie rubriek
"kookstart-automatic".
Begint u met +, kan kiest u voor koken
zonder kookstart-automatic.
saus aanmaken enkel met eigeel en boter
kleine hoeveelheden vloeibare spijzen opwarmen
gerechten die makkelijk aanbranden, warm houden
rijst laten zwellen
vloeibare en half vaste gerechten opwarmen
room en saus maken, bv. Hollandse saus
melkpap koken
een omelet of spiegelei zonder korst bakken
fruit stoven
diepvries ontdooien
groente en vis stoven
deegwaren, peulvruchten gaar koken
spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden en bakken zonder dat het vet oververhit wordt
pannenkoeken, flensjes e.d. bakken7 - 8
1 - 2
1 - 3
2 - 4
3 - 5
5 - 6
7
grote hoeveelheden water aan de kook brengen9
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale por
ties voor 4 personen. Zo de kookpan groter is, u zonder deksel kookt en meer spij
zen klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een
lagere stand in.
-
-
21
Bediening
Pandetectie
Pandetectie zorgt voor uw veiligheid.
Inductie werkt immers niet ...
... als u een kookzone wenst in te
schakelen, waarop geen of onge
schikt kookgerei staat:
In dit geval kan u geen vermogen in
stellen. Zodra u - of + aanraakt, knippe
ren in het display van de kookzone ca.
3 minuten lang afwisselend de 0 en het
teken ß.
Het knipperen stopt nadat deze duur
verstreken is of zodra u geschikt kookgerei opzet. Dan blijft de 0 constant
verlicht.
-
-
... als u de kookpan van de ingescha
kelde kookzone wegneemt:
In dit geval wordt de werking eerst on
derbroken. In het display van de kook
zone knippert ca. 3 minuten lang het
vermogen dat u het laatst instelde af
wisselend met het teken ß.
Zet u binnen die tijd weer geschikt
kookgerei op de kookzone, dan houdt
het knipperen op. Het vermogen wordt
dan constant verlicht; de kookzone
werkt dus verder.
Zet u binnen de 3 minuten geen of
ongeschikt kookgerei op de zone, dan
houdt het knipperen na afloop van deze
tijd op en wordt 0 constant verlicht.
Pandetectie beschermt dus tegen
– onverhoeds inschakelen, bv. door
kinderen,
– brandgevaar wegens kookzones die
na het afnemen van de kookpan niet
werden uitgeschakeld.
-
-
-
-
22
De pandetectie van inductiekook
vlakken reageert op magnetiseerba
re, metalen voorwerpen. Leg dus
geen voorwerpen op het kookvlak.
-
-
Bediening
Detectie van het
kookpanformaat
Inductiekookzones verwarmen enkel op
het vlak waarop zich een kookpan be
vindt. Hoe kleiner de pan die u opzet,
hoe kleiner de diameter die door induc
tie wordt verwarmd. Dat houdt in dat er
op dezelfde vermogensstand voor een
pan met een kleine diameter minder
stroom wordt verbruikt dan voor een
pan met grote diameter.
-
Om de kookzone zo goed mogelijk te
benutten, kiest u het formaat van de
kookpan zo dat de pan tussen de bin
nenste en buitenste markering op de
kookzone past. Is de pan kleiner dan
de binnenste markering, dan komt het
-
voor dat de inductie niet werkt. In dat
geval reageeert de kookzone alsof er
geen kookgerei op de zone werd gezet;
zie rubriek "Pandetectie".
Door deze veiligheidsmaatregel wordt
vermeden dat kleine metalen voor
werpen, als bv. theelepeltjes, die op
een ingeschakelde inductiekookzone
werden gelegd, gaan opwarmen.
-
-
23
Bediening
Kookstartautomaat
Is de kookstartautomaat actief, dan
wordt de kookzone automatisch op het
hoogste vermogen opgewarmd. Daar
na wordt dat vermogen teruggescha
keld tot de voortkookstand die u geko
zen heeft. De duur van de kookstart
hangt af van de gekozen voortkook
stand. Raadpleeg volgende tabel.
Bij hoge voortkookstanden zijn er maar
tamelijk korte kookstarttijden vereist. Op
deze standen wordt immers over het al
gemeen een lege kookpan verwarmd
om het gebraad er daarna op dicht te
schroeien.
VoortkookstandKookstart in
minuten en
seconden (ca.)
11 : 15
21 : 40
32 : 10
43 : 00
55 : 05
67 : 40
-
-
-
-
Zo activeert u de kookstartautomaat:
Raak het schakelvlakje - aan totdat
^
de gewenste voortkookstand ver
schijnt, bv. 6.
Tijdens de kookstart wordt rechts naast
de voortkookstand een puntje verlichtje.
Na afloop van de kookstarttijd gaat dit
lampje uit.
Tijdens de kookstart kan u de voortkookstand nog steeds via + verhogen.
Daardoor wordt de kookstarttijd eveneens gewijzigd.
De voortkookstand via - verlagen is
evenwel alleen maar mogelijk enkele
seconden na het activeren van de
kookstartautomaat. Na afloop van deze
korte tijd wordt de kookstartautomaat
uitgeschakeld als u de voortkookstand
wil verlagen.
-
24
71 : 40
82 : 10
9-
Neemt u tijdens de kookstart het kook
gerei van de kookzone, dan wordt de
kookstartautomaat onderbroken. Die
wordt voortgezet indien u het kookgerei
binnen de 3 minuten weer op de zone
plaatst.
-
Bediening
Boosterfunctie
De kookzones achteraan rechts en
vooraan links zijn uitgerust met een
boosterfunctie. Dat houdt in dat het ver
mogen wordt opgedreven.
Schakelt u de boosterfunctie mee in,
dan werken deze zones 10 minuten
lang op stand 9 met een extra hoog
vermogen. De booster is bedoeld voor
het snel opwarmen van grote hoeveel
heden water. Bijvoorbeeld om water
voor deegwaren te koken.
Als u dat wenst, kan u beide
boosterfuncties tegelijk gebruiken.
Ga als volgt te werk:
Raak het schakelvlakje B van de ge
^
wenste kookzone aan.
In het display voor de kookzone ver
schijnt het vermogen 9. Het controle
lampje voor de boosterfunctie wordt
eveneens verlicht.
-
Na 10 minuten wordt er automatisch op
het normale vermogen 9 teruggeschakeld. Het controlelampje gaat uit.
U kan de boosterfunctie onderbreken
door
– het schakelvlakje B nog eens aan te
raken,
– het schakelvlakje - bij de gewenste
kookzone aan te raken.
-
-
-
25
Bediening
Het kookvlak kan dat extra hoog
boostervermogen enkel leveren indien
er tijdens de boosterwerking een deel
van het vermogen wordt onttrokken aan
de zone vooraan rechts en / of achter
aan links.
Tijdens de boostertijd werkt de zone
vooraan rechts hoogstens met ver
–
mogen 7,
achteraan links hoogstens met ver
–
mogen 8,
zelfs indien u een hoger vermogen, bv.
9, had ingesteld. U ziet namelijk de 9
afgewisseld met de7 knipperen totdat
de booster weer wordt uitgeschakeld.
-
-
-
Zet u de booster aan, dan wordt een
eventueel ingestelde automatische
kookstart bij de twee linker of beide
rechter kookzones vanzelf stopgezet.
Neemt u tijdens de boostertijd het kook
gerei van de zone weg, dan wordt de
boosterfunctie onderbroken. Indien u
de kookpan binnen de 3 minuten weer
op de zone plaatst, wordt deze functie
weer voortgezet.
-
26
Bediening
Uitschakelen en aanduiding
resterende warmte
Zo schakelt u een kookzone uit:
Raak tegelijkertijd de schakelvlakjes
^
- en + van de uit te schakelen kook
zone aan.
In het display wordt enkele seconden
een 0 verlicht. Is de kookzone nog heet,
dan wordt daarna de resterende warm
te aangeduid.
Zo schakelt u het kookvlak uit:
^ Raak het schakelvlakje AAN-/UIT s
aan.
Al de kookzones zijn nu uitgeschakeld.
In de displays van de kookzones die
nog te heet zijn om ze aan te raken, ziet
u de aanduiding voor de resterende
warmte.
-
De displays voor resterende warmte
gaan pas uit zodra u de kookzones
zonder enig risico kan aanraken.
Raak de kookzones niet aan zolang
de displays voor resterende warmte
worden verlicht. Leg er ook geen
voorwerpen op, die geen hitte kun
nen verdragen. Die kunnen ontvlam
men en u loopt het risico u te ver
branden!
-
-
-
-
27
Beveiligingen
Vergrendeling
Om te vermijden dat iemand het kook
vlak en de kookzones onverhoeds in
schakelt of instellingen wijzigt, is uw
toestel uitgerust met een vergrendeling.
De vergrendeling kan u in werking zet
ten zowel terwijl het toestel uitgescha
keld als in werking is.
Activeert u de vergrendeling bij uitgeschakeld kookvlak, dan kan u het
kookvlak niet meer inschakelen.
Zet u de vergrendelfunctie tijdens dewerking aan, dan kan u het toestel nog
enkel in beperkte mate bedienen:
– De vermogensstand van de kookzo-
nes en de instelling van de timer kan
u niet meer wijzigen.
– De kookzones en het kookvlak kan u
enkel nog uitschakelen, daarna echter niet meer inschakelen
-
-
-
-
-
De vergrendeling inschakelen:
Raak de schakeltoets voor de ver
^
grendeling a aan tot het controle
lampje dat erbij hoort, verlicht wordt.
Even later gaat het controlelampje uit.
Het gaat weer aan ten teken dat de ver
grendeling ingeschakeld is indien u
de schakeltoets voor de vergrende
–
ling a aanraakt.
iets wenst in te stellen.
–
De vergrendeling uitschakelen:
^ Raak de schakeltoets voor de ver-
grendeling a aan tot het controle-
lampje uitgaat.
Denk erom dat de vergrendeling
door een stroomonderbreking wordt
uitgeschakeld.
-
-
-
-
28
Beveiligingen
Veiligheidsuitschakeling
Bij te lange werking
Uw kookvlak is ter wille van uw veilig
heid uitgerust met een uitschakelauto
matisme. Dit kan zijn nut bewijzen in
dien u bv. vergeet het kookvlak uit te
schakelen.
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie
tabel) op hetzelfde vermogen in wer
king? Dan wordt de kookzone automa
tisch uitgeschakeld. De aanduiding
voor de resterende warmte wordt zicht
baar.
VermogenMaximumtijd
werking in uren
110 uur
25 uur
35 uur
44 uur
-
-
-
Bij bedekte sensortoetsen
Blijven een of meer schakeltoetsen
langer dan zowat 10 seconden bedekt,
bv. door uw vingers, overgekookte spij
zen, voorwerpen? Dan wordt het kook
vlak automatisch uitgeschakeld. Tege
lijkertijd verschijnt dan in de displays
van de kookzones die nog te heet zijn
om aan te raken, de aanduiding voor
de resterende warmte.
Maak het bedieningsvlak schoon of
^
verwijder de voorwerpen die erop lig
gen.
^ Schakel het kookvlak met de schakel-
toets AAN/UIT s weer in. Daarna kan
u het weer gewoon gebruiken.
-
-
-
-
53 uur
62 uur
72 uur
82 uur
91 uur
^
Wenst u de kookzone opnieuw te ge
bruiken? Schakel die dan als ge
woonlijk weer in.
-
-
29
Beveiligingen
Beveiliging tegen over
-
verhitting
Bij oververhitting van een elektrische
spoel
De elektrische spoel van een kookzone
kan oververhit raken indien
het kookgerei de warmte slecht ge
–
leidt.
er vet of olie wordt verwarmd op een
–
hoge vermogensstand.
De oververhittingbeveiliging brengt bij
de getroffen kookzone een van deze effecten teweeg:
– Gaat het om een kookzone met
boosterfunctie en was die functie ingeschakeld? Dan wordt die afgebroken.
– Was de vermogensstand 9 ingesteld,
dan knippert de 9 afgewisseld met
de 8. Het vermogen van de kookzone wordt dus tot stand 8 beperkt.
-
U vermijdt dat de oververhittingsbeveili
ging weer wordt ingeschakeld door
vaatwerk te gebruiken, dat de warm
–
te beter geleidt.
olie en vet enkel bij een gemiddelde
–
vermogensstand te verwarmen.
-
-
–
De bewuste kookzone wordt automa
tisch uitgeschakeld. In het display
verschijnt eerst een 0 en daarna de
aanduiding voor resterende warmte.
Zodra de kookzone voldoende afge
koeld is, kan u ze weer als gewoonlijk in
gebruik nemen.
30
-
-
Beveiligingen
Bij oververhitting van de afkoelplaat
De afkoelplaat van het kookvlak kan
oververhit raken indien het toestel on
voldoende ventilatie krijgt.
De oververhittingsbeveiliging brengt bij
heel het kookvlak een van deze ef
fecten teweeg:
Eventueel wordt de ingeschakelde
–
boosterfunctie afgebroken.
Bij alle kookzones waarbij het vermo
–
gen 9 ingesteld is, knippert die 9 af
gewisseld met de 8. Dat betekent
dat het vermogen tot stand 8 wordt
beperkt.
– Alle kookzones worden automatisch
uitgeschakeld en in de displays knippert een 0.
Zodra de koelplaat voldoende afgekoeld is, werken de kookzones automatisch weer met het oorspronkelijk ingestelde vermogen.
-
-
Ga als volgt te werk:
Is er onder het kookvlak een lade in
^
gebouwd, zorg er dan voor dat de af
stand tussen de voorwerpen in die
lade en de onderzijde van het toestel
groot genoeg is.
Zo de oververhittingsbeveiliging op
^
nieuw reageert, doe dan een beroep
op een elektricien of op de Tech
nische Dienst.
-
-
-
-
-
-
31
Timer
Uw kookvlak is uitgerust met een timer. Die kan u als aparte keukenwekker ge
bruiken. U kan daarmee ook 1 kookzone naar keuze laten uitschakelen. Beide
functies kan u tegelijk gebruiken.
Hoe stelt u de timer in?
instellen
van klokfunctie verwisselen
terug op 00 zetten
uitschakelen
De aparte wekker instellen
De aparte wekker kan u zowel bij in- als
bij uitgeschakeld kookvlak gebruiken.
Deze wekker werkt als een keukenwekker (bv. bij het koken van eieren).
Zo stelt u de aparte wekker in:
^ Raak het schakelvlakje - of + aan.
met - van 99 tot 00 minuten
met + van 00 tot 99 minuten
m aanraken
- en + tegelijk aanraken
m aanraken, vertrekkend van 00
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt 00 in de tijdsaanduiding, tegelijk
weerklinkt er ca. 30 seconden lang een
signaal. Na afloop van deze tijd houdt
het signaal op en gaat 00 uit.
Wenst u het signaal vroeger af te zetten, raak dan het schakelvlakje m aan.
-
In de tijdsaanduiding verschijnt 00.
^
Raak het schakelvlakje - of + aan tot
dat de gewenste tijd wordt aange
duid, bv. 15 minuten.
De ingestelde tijd wordt per minuut af
geteld. De resterende tijd kan u in het
tijdsdisplay aflezen en om het even
wanneer met - of + veranderen.
32
-
-
-
Timer
De kookzone automatisch
laten uitschakelen
De automatische uitschakelfunctie kan
u enkel gebruiken indien u voor de ge
wenste kookzone een vermogen hebt
ingesteld.
Ga als volgt te werk:
Stel bij de bewuste kookzone, bv.
^
achteraan rechts, als gewoonlijk een
vermogen in.
Raak het schakelvlakje m aan.
^
In het tijdsdisplay verschijnt een controlelampje.
^ Zijn er verschillende kookzones inge-
schakeld, raak dan het schakelvlakje
m zo vaak aan tot het controlelampje
van de gewenste kookzone verschijnt, bv. achteraan rechts.
Elke keer dat u het schakelvlakje m
aanraakt, verschijnen de controlelampjes in de volgorde van vooraan links
naar achteraan links, achteraan rechts
en vooraan rechts voor de kookzones
die ingeschakeld zijn.
^
Raak de schakelzone - of + aan.
In het tijddisplay verschijnt 00.
De ingestelde tijd wordt per minuut af
geteld. U kan de nog resterende tijd in
het tijdsdisplay aflezen en om het even
wanneer met - of + veranderen. Ook het
-
vermogen van de kookzone kan u
steeds wijzigen.
Na afloop van de ingestelde tijd wordt
de kookzone automatisch uitgescha
keld. In het display van de kookzone
verschijnt 0, in het tijdsdisplay 00.
Tegelijk weerklinkt ca. 30 seconden
lang een signaal. Na afloop van deze
tijd houdt het signaal op en gaat 00 in
het tijdsdisplay uit. Als u het signaal
vroeger wil afzetten, raak dan het schakelvlakje m aan.
Van timerfunctie veranderen
Is de timer reeds voor een functie in gebruik en wenst u ook de tweede functie
te activeren? Raak dan eerst de schakelzone m aan. Nu gaat het tijddisplay
uit.
Ga daarna te werk als tevoren beschreven.
Had u graag de nog resterende tijd van
de niet aangeduide functie willen con
troleren? Raak dan 1 keer de schakel
zone m aan.
-
-
-
-
^
Raak vervolgens het schakelvlakje of + aan tot de gewenste tijd wordt
aangeduid, bv. 15 minuten.
33
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan onder
delen van het toestel aanraken, die
onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden. De druk kan
aan het oppervlak en aan onderde
len van het toestel ook schade te
weegbrengen, die door de fabrikant
niet wordt vergoed.
Neem geen puntige voorwerpen om
de dichtingen tussen het glas en de
rand en / of tussen de rand en het
werkblad niet te beschadigen.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, soda, alkali, zuur of chloride
bevat. Evenmin ovenspray of afwasmiddel voor vaatwassers. Vermijd
ook staalwol, ruwe sponzen of harde
borstels. Gebruik ook geen sponzen
of ander poetsgerei waarin nog restjes schuurmiddel zitten. Daardoor
wordt het oppervlak immers aangetast.
-
-
-
Neem bij toepassing van speciaal
-
reinigingsmiddel voor glaskeramiek
de opmerkingen van de fabrikant in
acht.
Als er nog resten van dat speciaal
reinigingsmiddel op het kookvlak
achtergebleven zijn, wis die dan met
een vochtige doek weg. Bij het op
warmen van de kookzones kunnen
die resten immers een bijtende wer
king hebben.
Wrijf het kookvlak na elke vochtige
schoonmaakbeurt goed droog.
Daarmee vermijdt u kalkresten.
Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug
mogelijk. Als u een pan opzet, let er
dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
-
-
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blijvende blauwige
verkleuringen op het glas verschij
nen.
34
-
-
Reiniging en onderhoud
Maak uw keramisch kookvlak geregeld
schoon, bij voorkeur na elk gebruik.
Laat het vlak daartoe afkoelen. Verwij
der al het grove vuil met een vochtige
doek. Vast eraan klevend vuil schraapt
u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig
schoon met enkele druppels speciaal
reinigingsmiddel voor glaskeramiek.
Gebruik daartoe wat keukenrol of een
zuivere doek. Zo verwijdert u ook kalk
resten, veroorzaakt door overgekookt
water, alsook metaalachtig glinsterende
vlekken (aluminiumresten).
Wis het vlak daarna vochtig af en wrijf
het ten slotte met een zuivere doek
droog.
Eventueel gebruikt u een reinigingsmiddel dat de glaskeramiek meteen ook
onderhoudt. Dat middel vormt een film
die water en vuil afstoot.
-
-
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgeko
men? Schakel de zone dan uit. Verwij
der de resten dadelijk grondig met een
glaskrabber zolang de zone nog heet
is. Ga voorzichtig te werk, u kan zich
daarbij verbranden.
Maak de kookzone verder schoon zo
dra die afgekoeld is. Zie hierboven.
-
-
-
-
35
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan uw elektrische
toestellen mag u enkel door een er
kend elektricien laten uitvoeren.
Door ondeskundige reparatiewerk
zaamheden kunnen er voor de ge
bruiker grote risico’s opduiken.
Wat gedaan als . . .
... er in het display van een kookzone
een ß verschijnt?
Zie na of
-
-
de lege kookzone niet onverhoeds
–
ingeschakeld is gebleven.
er op de bewuste kookzone kookge
–
rei staat, dat voor inductie geschikt
en voldoende groot is.
-
...u het kookvlak of de kookzones
niet kan inschakelen?
^ Kijk eens na of
– het kookgerei wel geschikt is.
– de vergrendeling niet ingeschakeld
is. Om die uit te schakelen, leest u
het best de rubriek "Vergrendeling".
– de smeltveiligheden van uw elek-
trische installatie niet zijn uitgesprongen.
Is dat niet het geval, maak het toestel
dan ca. 1 minuut lang stroomloos.
Daartoe:
–
de smeltveiligheden die voor het
kookvlak bedoeld zijn, of
–
de verliesstroomschakelaar uitscha
kelen.
Kan u het toestel niet opnieuw in wer
king stellen nadat u de smeltveilig
heden of de verliesstroomschakelaar
weer hebt ingeschakeld? Doe dan een
beroep op een elektricien of op de
Technische Dienst.
-
-
... er in het display van een kookzone
een F verschijnt?
De temperatuurvoeler van de bewuste
kookzone is defect.
U kan deze kookzone niet meer inschakelen. Gelieve contact op te nemen met
de Technische Dienst.
... een aparte kookzone of heel het
kookvlak automatisch uitvalt?
Een van de automatismen die het toe
stel uitschakelen, is in werking getre
den: de veiligheidsuitschakeling of de
oververhittingsbeveiliging. Raadpleeg
de gelijknamige rubrieken.
-
-
-
36
Wat gedaan als . . . ?
... een van de volgende storingen op
treedt:
De boosterfunctie wordt automatisch
–
voortijdig afgebroken.
Het ingestelde vermogen 9 knippert
–
in het display afgewisseld met de 8.
In het display van elke kookzone
–
knippert een 0.
De oververhittingsbeveiliging is in wer
king getreden. Zie gelijknamige rubriek.
... de inhoud van de kookpan niet of
bijna niet aan de kook raakt wanneer
de automatische kookstart is ingeschakeld?
Dit kan veroorzaakt worden doordat
– u kookpannen gebruikt, die de
warmte slecht geleiden.
– er grote hoeveelheden levensmid-
delen worden verwarmd.
-
... de koelventilator na het uitscha
kelen nog steeds draait?
Dit is geen storing! De ventilator draait
tot het toestel afgekoeld is. Daarna
wordt hij automatisch uitgeschakeld.
-
Kies een hogere voortkookstand of be
gin het kookproces met een hoger ver
mogen en schakel daarna manueel te
rug.
-
-
-
37
Techniek
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het
stroomnet kan u het best aan een elek
tricien toevertrouwen, die de plaatse
lijke reglementering kent en nauwgezet
volgt.
Het verdient aanbeveling de aansluiting
via een stopcontact uit te voeren, daar
dit eventuele tussenkomsten van de
naverkoopdienst vergemakkelijkt.
Indien er een vaste aansluiting is voor
zien, moet die voor elke fase met een
stroomonderbreker uitgerust zijn. Als
stroomonderbrekers kan u schakelaars
gebruiken met een contactopening van
meer dan 3 mm, zoals automatische
schakelaars, smeltveiligheden en contactsluiters.
De vereiste gegevens over de aan-sluiting vindt u op het typeplaatje. Ga
na of deze gegevens met de spanning
van het net overeenstemmen.
-
-
Technische gegevens
Totale aansluitwaarde:
zie typeplaatje.
Elektrische aansluiting / smeltstop
pen:
zie montagehandleiding.
-
Het toestel mag enkel aan twee zijden
door wanden of meubels omgeven zijn,
hoger dan het toestel. Zie bijgevoegde
montagehandleiding.
38
Techniek
Technische Dienst
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug
zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Typeplaatje
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
39
Wijzigingen voorbehouden / 0605
M.-Nr. 05 617 621 / 05
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.