Miele KM 470, KM 473 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
inductiekookvlakken KM 470 KM 473
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 05 144 040
B
Inhoud
Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Kookzonebesturing en -display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Beschrijving van de kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Informatie vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Eerste schoonmaak en eerste opwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Wat betekent inductief koken?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Kookgerei. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Sensortoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kookstart-automatic. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Boosterfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Uitschakelen en aanduiding resterende warmte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Vergrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Veiligheidsuitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Beveiliging tegen oververhitting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Wat gedaan als . . . ? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Typeplaatje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
2
Modellen
a
s
BOOSTER
B
a
s
BOOSTER
B
Kookvlak KM 470
Beschrijving van de toestellen
c
b
Kookvlak KM 473
cd
e
d
acd Inductiekookzones b Inductiekookzone met boosterfunctie e Bedieningsvlak
f
acd Inductiekookzones b Inductiekookzone met boosterfunctie
b
e
e Bedieningsvlak
f
3
Beschrijving van de toestellen
Bedieningsvlak
Sensortoetsen voor:
f AAN/UIT van het kookvlak g Vergrendeling h Kookzonebesturing en -display; zie
i Boosterfunctie van de kookzone
Controlelampjes voor:
j Boosterfunctie k Vergrendeling
overeenkomstige rubriek
achteraan links; zie rubriek "Booster functie"
-
4
Beschrijving van de toestellen
Kookzonebesturing en -display
l Schakeltoetsen - en + om het vermogen in te stellen m Symbool van de kookzone n Displays:
0 = de kookzone kan worden ingeschakeld 1 tot 9 = vermogen H = resterende warmte A = geactiveerde kookstart-automatic (afgewisseld met het getal van
de gekozen voortkookstand)
ß = geen vaatwerk op de zone; zie rubriek "Kookgerei" F = foutmelding; zie rubriek "Wat gedaan als...?"
Beschrijving van de kookzones
Kookzone Ø in cm Vermogen in watt
y 14 normaal:
met (achteraan links) ingeschakel de boosterfunctie:
w 21 normaal:
met ingeschakelde boosterfunctie:
x 14 1400 z 18 1800
Totaal vermogen in watt 6800
Al de kookzones zijn met de kookstart-automatic en de veiligheidsuitschakeling uitgerust. Zie overeenstemmende rubrieken.
1400
-
600
2200 3000
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Inbouw en aansluiting
Dit toestel mag u enkel door een
erkend vakman laten inbouwen en aansluiten. Doe daartoe een beroep op een elektricien die de vereiste voor schriften kent en toepast. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt door schade bij het inbouwen of aansluiten van dit toestel.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd indien u het op een volgens de voor schriften geïnstalleerd aardsysteem aansluit. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele beveiliging voorhanden is. Laat bij twijfel uw installatie door een vakman nakijken. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
-
-
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten. Die bie den niet voldoende veiligheidsgaran ties.
Bouw het kookvlak niet in boven
was-, droog-, afwasautomaten, koelkasten en diepvriezers. De soms wel intensieve hittestraling van het kookvlak kan aan deze toestellen scha de toebrengen. Bovendien is de venti latie van het kookvlak dan niet meer ge waarborgd.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kan gebruiken.
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundig gebruik
Lees aandachtig uw gebruiksaan
wijzing voor u dit toestel in gebruik neemt. Zo beschermt u zichzelf en ver mijdt u schade aan het toestel.
Gebruik uw toestel enkel in inge
bouwde toestand. Zo bent u zeker dat u geen elektrische onderdelen kan aanraken.
Dit toestel is geschikt voor gebruik
in het huishouden. Het is niet voor industriële of professionele doeleinden bestemd.
-
Gebruik dit toestel enkel om le
-
-
vensmiddelen te bereiden. Andere toepassingen zijn niet toegestaan. Ze kunen ook risico’s inhouden. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor den gesteld voor schade die werd ver oorzaakt doordat het toestel niet vol gens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Schade aan het toestel voorko men
Laat geen voorwerpen op het
kookvlak vallen. Zelfs zogezegd lichte voorwerpen als zoutvaatjes kun nen in een minder gunstig geval scheu ren of spleten veroorzaken.
Gebruik geen kookpannen met een
ruwe bodem (bv. van gietijzer) noch met braam. Er kunnen krassen op de glaskeramiek ontstaan. Datzelfde kan ook met zandkorrels gebeuren.
Laat geen vaste of vloeibare suiker,
kunststof en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen. Deze stoffen kunnen smelten of gaan kleven. Bij het afkoelen kunnen er ook scheurtjes, spleten of andere schade in het kera­misch oppervlak opduiken. Is er toch wat op hete kookzones terechtgeko­men, schakel het toestel dan uit. Verwij­der de resten dadelijk met een glas­krabber zolang de zone nog warm is. Voorzichtig: Let erop dat u uw handen aan de hete kookzones niet verbrandt. Maak de kookzones daarna verder schoon zodra ze afgekoeld zijn.
-
-
-
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let er dan op dat de bodem zuiver is, droog en vrij van vet.
Gebruik om het kookvlak schoon te
maken in geen geval een toestel dat met stoom onder druk werkt. De druk van de stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder span ning staan. Zo kan er kortsluiting optre den. Voor zulke schade is de fabrikant niet aansprakelijk.
Zet in geen geval hete kookpannen
vlakbij het bedieningsvlak. Dat kan schade veroorzaken aan de elektroni­sche bediening die eronder zit.
Bevindt er zich onder het inge-
bouwde toestel een lade? Let er dan op dat de afstand tussen de voor­werpen in die lade en de onderzijde van het toestel groot genoeg is. Anders wordt het toestel niet voldoende geven­tileerd.
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Brand en verbranding voorko
-
men
Het toestel wordt tijdens de wer
king erg warm. Dat blijft ook enige tijd na het uitschakelen nog zo. Pas wanneer de controlelampjes voor reste rende warmte zijn uitgegaan, is er geen risico meer dat u zich verbrandt. Hou vooral kinderen in het oog!
Leg geen spullen die aantrekkelijk
zijn voor kleine kinderen, vlak ach ter of boven het kookvlak. Anders wor den ze ertoe verleid op het toestel te klauteren. Ze kunnen zich verbranden!
Bescherm uw handen telkens als u
aan of bij het hete toestel werkt. Gebruik pannenlappen, hitte-isolerende handschoenen e.d. Let erop dat die niet nat of vochtig zijn. Daardoor wordt de hitte beter geleid en kan u zich ver­branden.
Zorg ervoor dat kleine kinderen
geen hete kookpannen naar zich toe kunnen trekken. Ze kunnen zich daaraan verbranden! Daartoe is er een speciaal bescherm hekje in de handel verkrijgbaar.
Verwarm geen gesloten recipiënten
als bv. conservenblikjes op de kookzones. Door de overdruk kunnen de recipiënten of blikjes openspringen. U kan daarbij letsels oplopen en u ver branden!
-
-
-
-
Gebruik het kookvlak niet om er
voorwerpen op te zetten of te leg gen. Vooral geen metaal. Als u het kookvlak inschakelt of terwijl het nog warm is, bestaat het risico dat deze voorwerpen - naar gelang van het ma
-
teriaal - verhitten, smelten of branden. U kan zich daaraan verbranden.
Dek het toestel nooit af met een
doek of folie. Het kookvlak kan zo heet zijn dat er brandgevaar bestaat.
­Hou het toestel onder toezicht als u
vet of olie gebruikt. Oververhit vet
of olie kan vlam vatten en intussen zelfs de wasemkap in brand zetten. Er is brandgevaar!
Als het vet of de olie toch eens zou ontvlammen, probeer het dan niet
met water te blussen! Doe het vuur stik­ken, bv. met een deken of met het schuim van een brandblusser.
Flambeer nooit onder een wasem­kap. De vlammen kunnen de wa-
semkap in brand zetten.
Bewaar in de lade onder het inge bouwde toestel geen brandbare
voorwerpen als bv. spraybussen. Zo er in die lade een bestekinzet voorzien is, dient die vervaardigd te zijn van tegen hitte bestand materiaal.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij een defect
Stelt u aan uw toestel een defect
vast, schakel dan eerst het toestel en daarna ook de smeltveiligheden uit. Doe vervolgens een beroep op de technische dienst. Zorg ervoor dat de smeltveiligheden in geen geval opnieuw worden ingescha keld voor de reparatie achter de rug is.
Hou er rekening mee dat ook bar
sten en spleten in de glaskeramiek defecten zijn.
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uit gevoerd. Door ondeskundige reparaties kunnen er voor u als gebruiker grote ri sico’s opduiken. Het toestel kan even eens schade oplopen. Maak de om manteling van het toestel in geen geval open.
­Laat u het kookvlak tijdens de ga
-
rantieperiode herstellen, dan mag
dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aan spraak meer op waarborg.
-
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Overige risico’s
Enkel voor personen die een pace
maker gebruiken: Zo het inductiekookvlak ingeschakeld is, wordt vlakbij een elektromagnetisch veld opgewekt. In sommige gevallen kan de werking van uw pacemaker daardoor in het gedrang komen. Wend u in geval van twijfel tot de fabrikant van uw pacemaker of tot uw arts.
Let erop dat het kookgerei steeds
-
in het midden van de kookzone staat. Zo bent u zeker dat u zich niet nodeloos blootstelt aan het elektromag netisch veld.
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het kook vlak. Het snoer van het toestel mag niet met het toestel in aanraking komen. De isolatie van de leiding kan beschadigd worden. Er is risico op elektrische schokken!
Verwarm de spijzen steeds vol
doende. Eventuele kiemen worden enkel vernietigd indien de temperatuur hoog genoeg en de kooktijd lang ge­noeg is.
Gebruik geen kookgerei van kunst-
stof of aluminiumfolie. Dat gaat bij hogere temperaturen smelten.
Gebruik geen kookpannen met een
te dunne bodem. Zet ook geen leeg vaatwerk op de kookzone. Het vaatwerk kan door de hitte vervormen.
-
-
-
-
Terwijl het kookvlak werkt, mogen
er vlakbij geen voorwerpen liggen, die kunnen worden gemagnetiseerd. Hou kredietkaarten, diskettes, zakre kenmachientjes e.d. uit de buurt. De werking hiervan kan worden verstoord.
Let vooral op kinderen. Hou ze van
het ingeschakelde toestel weg.
Maak uw afgedankt toestel stroom
loos en verwijder al de elektrische draden. Zo houden die bv. voor spelen de kinderen geen gevaar in.
-
-
-
11
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Als u het toestel voor het eerst aansluit of de stroom onderbroken was, dient u eerst de vergrendeling uit te schakelen. Dan pas kan u het toestel gebruiken. Zie rubriek "Vergrendeling"
Uw toestel werkt met inductie. De kook zones werken dus enkel als u daar kookgerei met een magnetiseerbare bodem opzet. Zie rubriek "Kookgerei".
Als het kookvlak ingeschakeld is, hoort u een zacht gebrom of geklik. Maak u geen zorgen. Die geluidjes zijn typisch bij inductiekookvlakken.
Kleef het typeplaatje dat u bij uw toestel vindt, in het daartoe voorziene vakje in de rubriek "Typeplaatje".
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorg vuldig. Geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
12
Voor het eerste gebruik
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waarde vol materiaal. Geef uw oud toestel dus
­niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw ge meentebestuur of aan het dichtstbijzijn de autowrak- of schrootverwerkend be drijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken. Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kinderveilig wordt bewaard.
­Maak uw afgedankt toestel stroomloos en verwijder al de elektrische draden. Zo houden die bv. voor spelende kinde ren geen gevaar in.
-
-
-
-
-
-
13
Voor het eerste gebruik
Eerste schoonmaak en eerste opwarming
Voordat u het toestel voor het eerst ge bruikt, dient u het met een vochtige doek schoon te maken. Wrijf het daarna goed droog.
Gebruik geen afwasmiddel. Daar door kunnen er blijvende blauwige verkleuringen op het glas verschij nen.
-
-
De onderdelen van staalplaat zijn be schermd met een onderhoudsmiddel. Daarom wordt er bij de eerste opwar
-
ming wat reuk gevormd. Die reuk en eventueel ook damp ver dwijnen na korte tijd. Dat wijst dus niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect.
-
-
-
14
Wat betekent inductief koken?
Onder elke kookzone bevindt zich een elektrische spoel. Zodra u een kookzo ne inschakelt, ontstaat er door deze spoel een magnetisch veld. Dat mag netisch veld verwekt in de bodem van de kookpan, die magnetiseerbaar dient te zijn, wervelstromen. Daardoor wordt de panbodem opgewarmd. De kookzo ne wordt enkel onrechtstreeks ver warmd door de warmte die door de kookpan wordt afgegeven.
-
-
Bediening
De inductie werkt niet indien u geen
kookpan ofwel ongeschikt kookgerei
-
op de kookzone zet. Evenmin als de pan te klein is. Dan gaat in het dis play van die zone het ingestelde ver warmingsvermogen uit. Het teken ß verschijnt.
-
-
-
Hou bij koken met inductie rekening met de volgende punten:
– De inductiezone reageert enkel op
kookgerei met een magnetiseerbare bodem; zie rubriek "Kookgerei". Ongeschikt kookgerei wordt niet ver­warmd.
– De inductiezone past haar vermogen
automatisch aan de diameter van de kookpan aan: kleine diameter = kleiner vermogen, grote diameter = groter vermogen.
Opdat u met inductie kan werken, dient de panbodem toch een zekere minimumdoorsnede te hebben. Zie rubriek "Kookgerei".
Zet u een geschikte, voldoende grote kookpan op de kookzone zolang het teken ß wordt verlicht, dan begint de kookzone (weer) te werken op het te­voren ingestelde vermogen. Anders wordt de kookzone na 10 minuten automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt dan een 0.
Inductie reageert op magnetiseerba­re, metalen voorwerpen. Laat dus geen voorwerpen op het kookvlak liggen of staan, die niet als kookge rei bedoeld zijn.
-
15
Bediening
Kookgerei
Vaatwerksoort
Inductiekookzones werken enkel indien u kookgerei met een magnetiseerbare bodem gebruikt.
Geschikt kookgerei
roestvrij staal met een magnetiseer
bare bodem geëmailleerd staal
gietijzer
Ongeschikt kookgerei – roestvrij staal met een niet-magneti-
seerbare bodem – aluminium, koper – glas, keramiek, aardewerk Bent u niet zeker of een kookpan voor
inductiekoken geschikt is? Kijk dat dan als volgt na:
-
Formaat van het kookgerei
De diameter van de bodem van het kookgerei dient zoveel mogelijk met die van de kookzone overeen te stemmen. Is de diameter van de panbodem te klein, dan kan het voorkomen dat de in ductie niet wordt ingeschakeld. In het display van de kookzone verschijnt dan het teken ß.
Tip om stroom te besparen
Bereid de spijzen bij voorkeur enkel met een deksel op de kookpan. Zo ver mijdt u dat er warmte verloren gaat.
-
-
^ Vul de kookrecipiënt met een beetje
water en zet het op de kookzone.
^
Schakel de kookzone in en kies een hoog vermogen.
Is het kookgerei niet geschikt, dan gaat het ingestelde vermogen na enkele se conden weer uit. In het display van de kookzone verschijnt dan het teken ß.
Gebruik geen kookgerei met een te dunne bodem en verwarm het nooit leeg. Anders kan het schade oplo pen.
16
-
open gesloten
-
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningsvlak van uw inductie kookvlak is uitgerust met elektronische sensortoetsen. Zulke tiptoetsen reage ren op het contact met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste toet sen aan te raken, bedient u de kookzo nes. Bij elke reactie van de schakeltoet sen hoort u een signaal.
Let erop dat u telkens maar een enk ele sensortoets aanraakt, behalve bij het uitschakelen van een kookzone. Hou het bedieningsvlak ook vrij van vuil. Leg er geen voorwerpen op. Anders reageren de schakeltoetsen niet. Er kunnen eveneens verkeerde instellingen worden teweegge­bracht. Eventueel wordt het kookvlak dan automatisch uitgeschakeld. Zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling". Zet in geen geval hete kookpannen op het schakelvlak. De elektronica die eronder zit, kan schade oplopen.
-
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en daarna de gewenste kookzone.
-
Zo schakelt u het kookvlak in:
-
Raak het schakelvlakje AAN/UIT s
^
-
aan.
­Het kookvlak is ingeschakeld en in de
displays van de kookzones verschijnt een 0. Bij kookzones die nog heet zijn,
­wordt een H verlicht. Zie rubriek "Uit
schakelen en aanduiding resterende warmte". Stelt u verder niets in, dan wordt het kookvlak ter wille van de veiligheid na ca. 10 seconden uitgeschakeld. De nul­len worden gewist.
Zo schakelt u een kookzone in:
^ Door de schakeltoets - of + aan te ra-
ken stelt u bij de gewenste kookzone een vermogen in tussen 1 en 9.
-
17
Bediening
Instellingen
De instellingen zijn bij al de kookzones dezelfde:
Kookproces Stand
boter, chocolade enz. laten smelten gelatine oplossen yoghurt klaarmaken
saus aanmaken enkel met eigeel en boter kleine hoeveelheden vloeibare spijzen opwarmen gerechten die makkelijk aanbranden, warm houden rijst laten zwellen
vloeibare en half vaste gerechten opwarmen room en saus maken, bv. Hollandse saus melkpap koken een omelet of spiegelei zonder korst bakken fruit stoven
diepvries ontdooien groente en vis stoven deegwaren, peulvruchten gaar koken
spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en verder laten koken
vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten braden en bakken zonder dat het vet oververhit wordt
pannenkoeken, flensjes e.d. bakken 7 - 8
1 - 2
1 - 3
2 - 4
3 - 5
5 - 6
7
grote hoeveelheden water aan de kook brengen 9
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale por ties voor 4 personen. Zo de kookpan groter is, u zonder deksel kookt en meer spij zen klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een lagere stand in.
18
-
-
Kookstart-automatic
Is de kookstart-automatic actief, dan wordt de kookzone automatisch op het hoogste vermogen opgewarmd. Daar na wordt dat vermogen teruggescha keld tot op de door u gekozen voort kookstand. De kookstart hangt af van de gekozen voortkookstand. Raad pleeg de tabel hiernaast.
Zo activeert u de kookstart-automa tic:
Stel door de - of + aan te raken, het
^
vermogen 9 in.
-
-
-
Bediening
Voortkookstand Kookstart in
minuten en
-
1 1 : 15 2 1 : 40 3 2 : 10 4 3 : 00
-
5 5 : 05 6 7 : 40 7 1 : 40
seconden (ca.)
^ Raak (nog eens) het schakelvlakje +
aan.
In het display verschijnt een A zolang u het schakelvlakje + aanraakt. Zodra u het schakelvlakje loslaat, verschijnt af­wisselend het vermogen 9 en de A.
^ Zolang de A afwisselend met de 9
knippert, kan u met de - een voort­kookstand kiezen. Knippert het display niet meer, raak dan nog eens het schakelvlakje + aan.
Tijdens de kookstart worden afwisse lend de A en de ingestelde voortkook stand, bv. 7, verlicht.
-
-
8 2 : 10 9-
Tijdens de kookstart kan u de voort­kookstand nog altijd met de + verho­gen. De kookstart wordt dan in dezelf­de zin aangepast.
De voortkookstand met de - verlagen is echter enkel binnen een paar seconden na het activeren van de kookstart mogelijk. Na afloop van deze tijd wordt de kookstart-automatic, door de voort kookstand te verlagen, uitgeschakeld.
Neemt u tijdens de kookstart het kook gerei van de kookzone, dan wordt de kookstart-automatic onderbroken. Dat wordt voortgezet zodra u het kookgerei weer op de zone plaatst.
-
-
19
Bediening
Boosterfunctie
De kookzone achteraan links is uitge rust met een boosterfunctie. Dat houdt in dat het vermogen wordt opgedreven. Schakelt u de boosterfunctie mee in, dan werkt de bewuste zone 5 minuten lang op stand 9 met een extra hoog vermogen. De booster is bedoeld voor het snel opwarmen van grote hoeveel heden water. Bijvoorbeeld om water voor deegwaren te koken.
Ga als volgt te werk:
Schakel het kookvlak in.
^ ^ Raak het schakelvlakje voor de boos-
terfunctie B aan.
In het display voor de kookzone links achteraan verschijnt het vermogen 9. Het controlelampje voor de booster­functie wordt eveneens verlicht.
-
-
Het kookvlak kan dat extra hoog boos tervermogen enkel leveren zo het tij dens de boosterwerking een deel van het vermogen aan de zone vooraan links onttrekt. Deze zone werkt intussen hoogstens met vermogen 7, zelfs indien u een hoger vermogen, bv. 8, had inge steld. U ziet namelijk de 8 afgewisseld met de7 knipperen totdat de booster weer wordt uitgeschakeld.
-
-
8
Zet u de booster aan, dan wordt een eventueel ingestelde automatische kookstart bij de twee linker kookzones vanzelf stopgezet.
-
Na 5 minuten wordt er automatisch op het normale vermogen 9 teruggescha keld. Het controlelampje gaat uit.
U kan de boosterfunctie onderbreken door
het schakelvlakje voor de booster functie B nog eens aan te raken,
het schakelvlakje - bij de kookzone achteraan links aan te raken.
20
-
Neemt u tijdens de boostertijd het kook gerei van de zone weg, dan wordt de boosterfunctie onderbroken. Zodra u de kookpan weer op de zone plaatst, wordt deze functie weer voortgezet.
-
-
Bediening
Uitschakelen en aanduiding resterende warmte
Zo schakelt u een kookzone uit:
Raak tegelijkertijd de schakelvlakjes
^
- en + van de uit te schakelen kook zone aan.
In het display wordt enkele seconden een 0 verlicht. Is de kookzone nog heet, dan wordt daarna de resterende warm te aangeduid.
Zo schakelt u het kookvlak uit:
^ Raak het schakelvlakje AAN-/UIT s
aan.
Al de kookzones zijn nu uitgeschakeld. In de displays van de kookzones die nog te heet zijn om ze aan te raken, ziet u de aanduiding voor de resterende warmte.
-
Aanduiding resterende warmte
Na het uitschakelen van de kookzones of van het kookvlak wordt de resterende warmte van de nog hete kookzones met een H aangeduid:
­De H gaat pas uit zodra u de kookzones
zonder enig risico kan aanraken.
Raak de kookzones niet aan zolang de displays voor resterende warmte worden verlicht. Leg er ook geen voorwerpen op, die geen hitte kun­nen verdragen. Die kunnen ontvlam­men en u loopt het risico u te ver­branden!
Denk erom dat de displays voor resterende warmte na een stroom­onderbreking niet aangaan zelfs als de kookzones nog heet zijn.
21
Bediening
Vergrendeling
Om te vermijden dat iemand het kook vlak en de kookzones onverhoeds in schakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel uitgerust met een vergrendeling.
De vergrendeling kan u enkel in wer king zetten en weer uitschakelen indien het kookvlak ingeschakeld is.
Bij de eerste aansluiting of na een stroomonderbreking is de vergrende ling automatisch actief.
Zo de vergrendeling ingeschakeld is, – kan u de instellingen van de kookzo-
nes niet meer wijzigen.
– kan u de kookzones én het kookvlak
enkel uitschakelen door het schakel­vlakje AAN/UIT s aan te raken.
– kan niemand de kookzones nog
bedienen wanneer het kookvlak weer wordt ingeschakeld.
-
-
-
-
De vergrendeling inschakelen:
Raak het schakelvlakje voor de ver
^
grendeling a aan tot het controle lampje erboven verlicht wordt.
De vergrendeling uitschakelen:
Raak het schakelvlakje voor de ver
^
grendeling a aan tot het controle lampje erboven uitgaat.
-
-
-
-
22
Bediening
Veiligheidsuitschakeling
Bij te lange werking
Uw kookvlak is ter wille van uw veilig heid uitgerust met een uitschakelauto matisme. Dit kan zijn nut bewijzen in dien u bv. vergeet het kookvlak uit te schakelen.
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op hetzelfde vermogen in wer king? Dan wordt het kookvlak automa tisch uitgeschakeld. De aanduiding voor de resterende warmte wordt zicht baar.
Vermogen Maximumtijd
werking in uren
110 210 35 44
-
-
-
Bij bedekte sensortoetsen
Blijven een of meer schakeltoetsen langer dan zowat 10 seconden bedekt ­bv. door uw vingers, overgekookte spij zen, voorwerpen -, dan wordt het kook
­vlak automatisch uitgeschakeld. Tegelij kertijd verschijnt dan in de displays van de kookzones die nog te heet zijn om aan te raken, de aanduiding voor de resterende warmte.
Maak het bedieningsvlak schoon of
^
­verwijder de voorwerpen die erop lig gen.
­^ Schakel het kookvlak met de schakel-
toets AAN/UIT s weer in. Daarna kan u het weer gewoon gebruiken.
-
-
-
-
53 63 72 82 91
^
Wenst u de kookzone opnieuw te ge bruiken? Schakel die dan als ge woonlijk weer in.
-
-
23
Bediening
Beveiliging tegen oververhitting
Bij oververhitting van een elektrische spoel
De elektrische spoel van een kookzone kan oververhit raken indien
het kookgerei de warmte slecht ge
leidt. er vet of olie wordt verwarmd op een
hoge vermogensstand.
De oververhittingbeveiliging brengt bij de getroffen kookzone een van deze ef­fecten teweeg:
– Gaat het om de kookzone achteraan
links en was de boosterfunctie inge­schakeld? Dan wordt de booster­functie afgebroken.
– Was de vermogensstand 9 ingesteld,
dan knippert de 9 afgewisseld met de 8. Het vermogen van de kookzo­ne wordt dus tot stand 8 beperkt.
-
U vermijdt dat de oververhittingsbeveili ging weer wordt ingeschakeld door
vaatwerk te gebruiken, dat de warm
te beter geleidt. olie en vet enkel bij een gemiddelde
vermogensstand te verwarmen.
-
-
De bewuste kookzone wordt automa tisch uitgeschakeld. In het display verschijnt eerst een 0 en daarna de aanduiding voor resterende warmte.
Zodra de kookzone voldoende afge koeld is, kan u ze weer als gewoonlijk in gebruik nemen.
24
-
-
Bediening
Bij oververhitting van de afkoelplaat
De afkoelplaat van het kookvlak kan oververhit raken indien het toestel on voldoende ventilatie krijgt.
De oververhittingsbeveiliging brengt bij heel het kookvlak een van deze effec ten teweeg:
Eventueel wordt de ingeschakelde
boosterfunctie afgebroken. Bij alle kookzones waarbij het vermo
gen 9 ingesteld is, knippert die 9 af gewisseld met de 8. Dat betekent dat het vermogen tot stand 8 wordt beperkt.
– Alle kookzones worden automatisch
uitgeschakeld en in de displays knip­pert een 0.
-
-
Ga als volgt te werk:
Is er onder het kookvlak een lade in
^
gebouwd, zorg er dan voor dat de af stand tussen de voorwerpen in die lade en de onderzijde van het toestel groot genoeg is.
Zo de oververhittingsbeveiliging op
^
nieuw reageert, doe dan een beroep op een elektricien of op de Techni sche Dienst van Miele.
-
-
-
-
-
-
25
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een toestel dat met stoom onder druk werkt. De druk van de stoom kan het opper vlak en onderdelen van het toestel beschadigen. Voor zulke schade is de fabrikant niet aansprakelijk.
Neem geen puntige voorwerpen om de dichtingen tussen het glas en de rand en / of tussen de rand en het werkblad niet te beschadigen.
Gebruik nooit producten met een schurend effect noch agressief reini gingsmiddel als bv. grill- en oven­spray, vlek- en roestoplosmiddel, schuurzand, krassende sponsjes.
Gebruik geen afwasmiddel. Daar­door kunnen er blijvende blauwige verkleuringen op het glas verschij­nen.
-
Neem bij toepassing van speciaal reinigingsmiddel voor glaskeramiek de opmerkingen van de fabrikant in acht.
Als er nog resten van dat speciaal reinigingsmiddel op het kookvlak achtergebleven zijn, wis die dan met een vochtige doek weg. Bij het op warmen van de kookzones kunnen die resten immers een bijtende wer king hebben.
-
Wrijf het kookvlak na elke vochtige schoonmaakbeurt goed droog. Daarmee vermijdt u kalkresten.
Om te vermijden dat resten gaan in­branden, verwijdert u het vuil zo vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let er dan op dat de bodem zuiver is, droog en vrij van vet.
-
-
26
Reiniging en onderhoud
Maak uw keramisch kookvlak geregeld schoon, bij voorkeur na elk gebruik.
Laat het vlak daartoe afkoelen. Verwij der al het grove vuil met een vochtige doek. Vast eraan klevend vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met enkele druppels speciaal reinigingsmiddel voor glaskeramiek. Gebruik daartoe wat keukenrol of een zuivere doek. Zo verwijdert u ook kalk resten, veroorzaakt door overgekookt water, alsook metaalachtig glinsterende vlekken (aluminiumresten).
Eventueel gebruikt u een reinigingsmid­del dat de glaskeramiek meteen ook onderhoudt. Dat middel vormt een film die water en vuil afstoot.
Wis het vlak daarna vochtig af en wrijf het ten slotte met een zuivere doek droog.
-
-
Is er suiker, kunststof of aluminium folie op het hete kookvlak terechtgeko men? Schakel de zone dan uit. Verwij der de resten dadelijk grondig met een glaskrabber zolang de zone nog heet is. Ga voorzichtig te werk, u kan zich daarbij verbranden. Maak het vlak verder schoon zodra het afgekoeld is. Zie hierboven.
-
-
-
27
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan uw elektrische toestellen mag u enkel door een er kend elektricien laten uitvoeren. Door ondeskundige reparatiewerk zaamheden kunnen er voor de ge bruiker grote risico’s opduiken.
Wat gedaan als . . .
... er in het display van een kookzone een ß verschijnt?
­Zie na of
-
-
de lege kookzone niet onverhoeds
ingeschakeld is gebleven. er op de bewuste kookzone kookge
rei staat, dat voor inductie geschikt en voldoende groot is.
-
. . . u het kookvlak of de kookzones niet kan inschakelen?
^ Kijk eens na of – het kookgerei wel geschikt is. – de vergrendeling niet ingeschakeld
is. Om die uit te schakelen, leest u het best de rubriek "Vergrendeling".
– de smeltveiligheden van uw elektri-
sche installatie niet zijn uitgespron­gen.
Is dat niet het geval, maak het toestel dan ca. 1 minuut lang stroomloos. Daartoe:
de smeltveiligheden die voor het kookvlak bedoeld zijn,
of
de verliesstroomschakelaar uitschakelen. Kan u het toestel niet opnieuw in wer
king stellen nadat u de smeltveilighe den of de verliesstroomschakelaar weer hebt ingeschakeld? Doe dan een be roep op een elektricien of op de Techni sche Dienst van Miele.
-
-
-
... er in het display van een kookzone een F verschijnt?
De temperatuurvoeler van de bewuste kookzone is defect.
U kan deze kookzone niet meer inscha­kelen. Gelieve contact op te nemen met de Technische Dienst van Miele.
... een aparte kookzone of heel het kookvlak automatisch uitvalt?
Een van de automatismen die het toe stel uitschakelen, is in werking getre den: de veiligheidsuitschakeling of de oververhittingsbeveiliging. Raadpleeg de gelijknamige rubrieken.
-
-
-
28
Wat gedaan als . . . ?
... een van de volgende storingen op treedt:
De boosterfunctie wordt automatisch
voortijdig afgebroken.
Het ingestelde vermogen 9 knippert
in het display afgewisseld met de 8.
In het display van elke kookzone
knippert een 0. Een van beide oververhittingsbeveili
gingen is in werking getreden. Zie ru briek "Oververhittingsbeveiliging".
... de inhoud van de kookpan niet of bijna niet aan de kook raakt wanneer de automatische kookstart is in­geschakeld?
Dit kan veroorzaakt worden doordat – u kookpannen gebruikt, die de
warmte slecht geleiden. – er grote hoeveelheden levensmidde-
len worden verwarmd.
-
-
... de koelventilator na het uitschake
­len nog steeds draait?
Dit is geen storing! De ventilator draait tot het toestel afgekoeld is. Daarna wordt hij automatisch uitgeschakeld.
-
Kies bij het volgende kookproces een hogere voortkookstand of begin het kookproces met een hoger vermogen en schakel daarna manueel terug.
29
Techniek
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kan u het best aan een elek tricien toevertrouwen, die de plaatselij ke reglementering kent en nauwgezet volgt.
Het verdient aanbeveling de aansluiting via een stopcontact uit te voeren, daar dit eventuele tussenkomsten van de na verkoopdienst vergemakkelijkt.
Indien er een vaste aansluiting is voor zien, moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kan u schakelaars gebruiken met een contactopening van meer dan 3 mm, zoals automatische schakelaars, smeltveiligheden en con­tactsluiters.
De vereiste gegevens over de aanslui- ting vindt u op het typeplaatje. Ga na of deze gegevens met de spanning van het net overeenstemmen.
-
-
Technische gegevens
Totale aansluitwaarde:
­zie typeplaatje
Elektrische aansluiting:
230 V, 50 Hz
-
Smeltveiligheden:
16 A
Verliesstroomschakelaar:
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Het toestel mag enkel aan twee zijden door wanden of meubels omgeven zijn, hoger dan het toestel. Zie bijgevoegde montagehandleiding.
30
Techniek
Technische Dienst
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of met de Technische Dienst van Miele.
– Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug
zijde van deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Typeplaatje
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de ge­gevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
31
Wijzigingen voorbehouden 02/2001
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100% chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...