Miele K 9457 iD-1, K 9557 iD-1, K 9757 iD-1 User Manual [nl]

0 (0)
Montage- en gebruiksaanwijzing
Koelkast
met PerfectFresh-zone
en DynaCool
K 9457 iD (-1)
K 9557 iD (-1)
K 9757 iD (-1)
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing
voor u het toestel opstelt, installeert
en in gebruik neemt.
schade aan uw toestel.
M.-Nr. 07 471 391
nl-BE
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vóór het eerste gebruik .............................................12
Vergrendeling ....................................................12
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
...indekoelzone en in de Perfect-Fresh-zone ..........................14
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................14
Temperatuur in de koelzone instellen ..................................14
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................15
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen...........................15
Temperatuurindicator ..............................................16
Lichtsterkte van de temperatuurindicator.............................16
Waarschuwingssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen..........................17
Het waarschuwingssignaal inschakelen ................................17
Superkoel gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De koelzone goed gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Verschillende koelgedeelten .........................................19
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................20
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................20
Levensmiddelen juist bewaren .......................................20
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................20
PerfectFresh juist gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bewaartemperatuur ................................................21
Luchtvochtigheid ..................................................21
Bewaren in het droge en vochtige vak .................................21
Droog vak .....................................................21
Vochtig vak ....................................................22
Inhoud
2
De binnenruimte indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De legplaten verplaatsen............................................24
Tweedelige legplaat ...............................................24
Opdienset/flessenrek verplaatsen .....................................25
Universele box ....................................................26
De flessenhouder verschuiven .......................................26
Automatisch ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Koelzone en PerfectFresh-zone.......................................27
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Binnenruimte, toebehoren ...........................................28
Openingen voor luchttoevoer en -afvoer ................................29
Deurdichting .....................................................29
Wat gedaan als...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Technische Dienst van Miele/garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Montagerichtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Opstelplaats......................................................35
Side-by-side .....................................................35
Klimaatklasse ..................................................35
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................36
Voor u het toestel inbouwt ...........................................36
Maakte het oude toestel gebruik van een andere scharniertechniek? .........37
Roestvrijstalen voorzijde ..........................................37
Inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
De deurscharnieren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
De scharnieren verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Toesteldeur ......................................................40
Het toestel inbouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Gewicht van de meubeldeur .........................................43
Inbouw in een scheidingswand .......................................43
De meubeldeur monteren ...........................................47
Inhoud
3
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator koelzone
d Insteltoetsen temperatuur
(+ voor warmer; - voor kouder)
e Superkoeling-toets en
controlelampje
f Toets "alarm uit"
Beschrijving van het toestel
4
a Ventilator
b Flessenrek
c Legplaat
d Droog vak van de PerfectFresh-zone
e Vochtig vak van de PerfectFresh-zo
-
ne (volgens het model, 1 vak)
f Boter- en kaasvak
g Eierhouder / opdienschaal
h Binnenverlichting
i Universele box*
j Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
k Flessenrek
l Flessenhouder*
m Schuifknop om de luchtvochtigheid
in het vochtig vak in te stellen
(volgens het model, 1 vak)
* volgens het model
Beschrijving van het toestel
5
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
-
kozen dat door het milieu wordt verdra
-
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
-
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
-
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
-
del uit het koelcircuit of olie uit de com
-
pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
-
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
6
Dit toestel voldoet aan de voorge
-
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
-
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
-
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent uw veiligheid,
de installatie, het gebruik en het on
-
derhoud van uw toestel. Dat is vei
-
liger voor uzelf en u voorkomt scha
-
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~
Het toestel is bedoeld voor gebruik
in het huishouden en gelijkaardige om-
gevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
op boerderijen
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in het
huishouden voor het koelen en bewa
-
ren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
-
brikant is niet aansprakelijk voor scha
-
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
gebruikt of verkeerd werd bediend.
~
Personen die door hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel
niet zonder het toezicht of de aanwij
-
zingen van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
~
Kinderen mogen het toestel alleen
maar gebruiken wanneer hen de bedie
-
ning ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moe-
ten de eventuele risico’s van een foutie-
ve bediening kunnen beseffen.
~
Let op kinderen die in de buurt van
het toestel komen. Laat kinderen niet
met het toestel spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
Technische veiligheid
~
Vóórdat u de koelkast opstelt, con
-
troleert u het toestel op zichtbare scha
-
de.
Een beschadigde koelkast mag u niet
opstellen en in gebruik nemen.
~
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
-
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit mi
-
lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het vol-
ledige koelcircuit voorkomen. Dat is
jammer genoeg niet te vermijden, maar
heeft geen invloed op de prestaties van
het toestel.
Let er bij het transporteren en het op-
stellen van het toestel op dat geen en-
kel onderdeel van het koelcircuit be-
schadigd raakt. Wegspattend koelmid
-
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel
staat enkele minuten lang
en
- verwittig de Technische
Dienst van Miele.
~
Hoe meer koelmiddel er in een toe
-
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
3
groot zijn. De hoeveel
-
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
~
Voordat u het toestel aansluit, dient
u eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet te vergelij
-
ken.
Die gegevens dienen absoluut overeen
te stemmen. Anders treedt er schade
op aan uw toestel. Vraag bij twijfel in-
lichtingen aan uw installateur.
~
De elektrische veiligheid van dit toe-
stel is alleen dan gewaarborgd als u
het op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd aardsysteem aansluit. Het
is heel belangrijk dat aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde is vol
-
daan. Laat de elektrische installatie in
uw woning bij twijfel door een elektri
-
cien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
-
steld worden voor schade die werd ver
-
-
broken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
~
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
laat het dan vervangen door een vak
-
man die door Miele erkend is. Zo ver
-
mijdt u risico’s voor wie het toestel ge
-
bruikt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
~
Een veilige werking van het toestel
is alleen dan gewaarborgd als het toe
-
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
~
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
~
Installatiewerken, onderhouds
-
werken en reparaties mogen alleen
door gekwalificeerde vakmensen wor
-
den uitgevoerd.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de ge-
bruiker aanzienlijke risico’s ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
~
Het toestel is pas stroomloos indien
aan een van deze voorwaarden werd
voldaan:
De stekker van het toestel is uitge-
trokken.
Trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
De zekering op uw elektrische instal
-
latie is uitgeschakeld.
De schroefzekering van de elek
-
trische installatie is helemaal uitge
-
draaid.
~
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten op het elektri
-
citeitsnet.
Die bieden niet voldoende veiligheids
-
garanties.
Er bestaat onder meer gevaar voor
oververhitting.
Efficiënt gebruik
~
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf
-
gassen (bijv. spuitbussen) in het toe
-
stel. Als de thermostaat wordt inge
-
schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
Die kunnen ontvlambare mengsels tot
ontploffing brengen.
~
Gebruik geen elektrische toestellen
in het toestel (bijv. om softijs te ma
-
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
~
Plaats dranken met een hoog alco
-
holpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in de koelzone.
Ontploffingsgevaar!
~
Als u levensmiddelen eet die te lang
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van di-
verse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden be-
waard. Hou rekening met de
bewaartips en de houdbaarheidsdata
van de fabrikant van de levensmid
-
delen.
~
Gebruik geen voorwerpen met een
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren levensmiddelen los te
wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
-
stel niet meer correct.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
~
Gebruik geen ontdooisprays of an
-
dere producten om te ontdooien.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, bevatten mogelijk oplos- of
drijfmiddelen die de kunststof aantas
-
ten of zijn mogelijk schadelijk voor de
gezondheid.
~
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Daardoor wordt de deur
-
dichting na verloop van tijd poreus.
~
Als u in het toestel of in de deur vet-
of oliehoudende levensmiddelen be
-
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst of
scheurt.
~
Dek de aanzuigopening voor de
lucht in de voet en de afvoeropening
boven in de behuizing van de koelkast
niet af.
Als die openingen afgedekt zijn, kan er
geen goede luchtcirculatie plaatsvin
-
den. Het stroomverbruik stijgt en scha
-
de aan onderdelen kan niet worden uit
-
gesloten.
~
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens gerespecteerd
moeten worden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
-
nenzijde van het toestel.
Een lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de koelkast gedurende een
lange tijd stilstaat, zodat het toestel de
vereiste temperatuur niet kan aanhou
-
den.
~
Gebruik in geen geval een stoomrei
-
niger om het toestel te reinigen.
Stoom kan in aanraking komen met on
-
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
Wat met een afgedankte koel
-
kast?
~
Vernietig het knip- of vergrendelslot
van uw oud toestel als u het toestel af
-
dankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
~
Beschadig geen onderdelen van het
koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
buizen te knikken;
oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
ruimte
Beschermd tegen directe
zonnestraling.
Bij directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar
-
mingselement, fornuis).
Naast een warmtebron (verwar
-
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
20 °C.
Bij een hogere omgevingstempera
-
tuur.
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"niveaugetallen"
(regeling in niveaus)
Bij een gemiddelde instelling van 2
tot 3.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de
temperatuur in het vriesvak, hoe ho
-
ger het energieverbruik!
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"graadaanduidingen"
(digitaal scherm)
Keldervak van 8 tot 12 °C
Bij toestellen met een winterschake
-
ling moet u erop letten dat die scha
-
kelaar bij temperaturen boven 16
resp. 18 °C uitgeschakeld is.
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
openen.
De deur vaak en langdurig openen =
koudeverlies
Levensmiddelen goed gesorteerd
inladen.
Wanneer alles door elkaar ligt, moet
u lang zoeken en blijft de deur lang
openstaan.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Warme gerechten in het toestel doen
de compressor langdurig werken
(het toestel probeert harder te
koelen).
Levensmiddelen goed verpakt of
goed afgedekt inladen.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermogen.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
van 0,5 cm.
Een ijslaag vermindert de overdracht
van de koude aan de in te vriezen le
-
vensmiddelen en doet het stroom
-
verbruik stijgen.
Hoe kunt u energie besparen?
11
Vóór het eerste gebruik
Als beveiliging tijdens het transport zijn
de roestvrijstalen randen en oppervlak
-
ken voorzien van een beschermfolie.
^
Trek de beschermfolie pas weg na
het inbouwen.
^
Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken
onmiddellijk na het afnemen van de
beschermfolie in met een geschikt
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
Belangrijk! Het onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal zorgt voor een
duurzame beschermende laag die
voorkomt dat de oppervlakken gauw
vuil worden.
^ Reinig het inwendige van de kast en
het toebehoren. Gebruik daarvoor
lauw water; wrijf daarna alles droog
met een doek.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aan
-
sluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
Het toestel inschakelen
^
Druk op de toets aan/uit.
De temperatuurindicator gaat aan, het
toestel begint te koelen en de binnen
-
verlichting schakelt in als de deur wordt
geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
-
kele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Het toestel uitschakelen
^
Druk op de toets aan/uit tot de tem
-
peratuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit
niet het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
^ Hou de Superkoeling-toets geduren-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
;.
^
Druk nogmaals op de Superkoeling-
toets.
Op de indicator ziet u
;.
^
Door op de toetsen voor het instellen
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu kiezen tussen
; 0 en ; 1:
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
Toestel in- en uitschakelen
12
^
Druk op de Superkoeling-toets om de
instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het vergrendelingcontrolelampje
X.
^
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
-
nische besturing op de normale wer
-
king over.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^ maak het toestel schoon en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige af
-
wezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
Toestel in- en uitschakelen
13
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
-
middelen. Levensmiddelen bederven
snel ten gevolge van micro-organis
-
men, wat door de juiste bewaartempe
-
ratuur kan worden verhinderd of ver
-
traagd. De temperatuur beïnvloedt de
groeisnelheid van de micro-organis
-
men. Hoe lager de temperatuur, hoe
langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
als u er meer levensmiddelen in be-
waart,
als de verse levensmiddelen warm
zijn,
als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
...indekoelzone en in de
Perfect-Fresh-zone
In de koelzone wordt een koeltempera
-
tuur van Caanbevolen.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
-
peratuur automatisch geregeld tussen
0en3°C.
Automatische
temperatuurverdeling
(DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in.
Op die manier wordt de koelte gelijk
-
matig verdeeld in de koelzone, zodat
de levensmiddelen in de koelkast alle
-
maal ongeveer met dezelfde tempera
-
tuur worden gekoeld.
Temperatuur in de koelzone
instellen
De temperatuur in de koelzone kunt u
instellen met de twee toetsen onder de
temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
toets + : stijgt de temperatuur
toets - : daalt de temperatuur
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend aangege
-
ven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe
-
ratuurindicator merkbaar als u op de
toetsen drukt:
Een keer drukken: de laatst gekozen
temperatuurwaarde wordt knippe
-
rend aangegeven.
Telkens als u nogmaals drukt:
de temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
Toets ingedrukt houden: de tempera
-
tuurwaarde wijzigt constant.
De juiste temperatuur
14
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
-
tisch de gemiddelde effectieve tempe
-
ratuur aan die dan in de koelzone
heerst.
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de effectieve temperatuur ingesteld. Als
de temperatuur na die tijd nog te hoog
of te laag is, stelt u de temperatuur op
-
nieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
van 4 °c tot 9 °C.
Het bereiken van de laagste tempera-
tuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd wor
-
den bereikt.
Temperatuur in de
PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
-
peratuur automatisch tussen 0 en 3 °C
gehouden. Als u het toch warmer of
kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te
bewaren, dan kunt u de temperatuur
lichtjes wijzigen.
^
Hou de Superkoeling-toets geduren
-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert een
;.
^
Druk enkele keren op een van de in
-
steltoetsen voor de temperatuur, tot
op de indicator een
= wordt weerge-
geven. Druk nogmaals op de
Superkoeling-toets.
Op de indicator ziet u een
=.
^ Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu de
temperatuur in de PerfectFresh-zone
wijzigen. U kunt kiezen uit de stan-
den 1 tot 9:
1: laagste temperatuur,
9: hoogste temperatuur.
De voorinstelling van de tempera
-
tuur in de PerfectFresh-zone is
= 5.
Bij een instelling van
= 1 tot = 4
worden eventueel negatieve tempe
-
raturen bereikt. Levensmiddelen
kunnen bevriezen!
^
Druk op de Superkoeling-toets om de
instelling op te slaan.
De juiste temperatuur
15
^
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
-
nische besturing op de normale wer
-
king over.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedie
-
ningspaneel toont bij een normale wer
-
king de gemiddelde temperatuur in de
koelzone.
Valt de temperatuur buiten het moge-
lijke bereik van de temperatuurindica-
tor, dan knipperen er daarin streepjes.
Lichtsterkte van de temperatuur-
indicator
De lichtsterkte van de temperatuurindi-
cator is bij levering van het toestel inge-
steld op laag. Zodra de deur wordt ge
-
opend, een instelling wordt gewijzigd of
een alarmtoestand heerst, brandt de
temperatuurindicator gedurende ca. 1
minuut met de grootste lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
-
tuurindicator wijzigen:
^
Hou de Superkoeling-toets geduren
-
de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de
Superkoeling-toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert een
;.
^
Druk enkele keren op een van de in
-
steltoetsen voor de temperatuur, tot
op de indicator een
^ wordt weerge
-
geven.
^
Druk nogmaals op de
Superkoeling-toets.
Op de indicator ziet u een
^.
^
Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu de
lichtsterkte van de indicator wijzigen.
U kunt kiezen uit de standen 1 tot 5:
1: minimale lichtsterkte,
5: maximale lichtsterkte.
^ Druk op de Superkoeling-toets om de
instelling op te slaan.
^
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
-
nische besturing op de normale wer
-
king over.
De juiste temperatuur
16
Loading...
+ 36 hidden pages