Lees absoluut de gebruiksaanwijzing
en montagehandleiding voor
u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
Uw toestel beschikt over talrijke auto
matische programma's waarmee u tel
kens weer gemakkelijk optimale kookre
sultaten bereikt. De elektronische be
sturing bevat specifieke
bereidingsfuncties, temperaturen en
tijden voor de afzonderlijke program
ma's, die tijdens uitgebreide
bereidingstests vastgelegd zijn.
Daardoor hoeft u bijv. alleen maar in te
stellen of u uw rosbief rood, medium of
doorbakken wenst. U kunt ook instellen
of u uw brood of taarten liever normaal
of donkerbruin gebakken hebt.
Achteraan vindt u voorbeelden van
recepten voor de verschillende automatische programma's.
-
-
-
Automatische programma's
-
gebruiken
Selecteer "Automatic".
^
Selecteer een submenu voor wat u
^
wilt bereiden (bijv. "Taart/cake").
Er wordt een selectielijst met verschil
lende taarten/cakes weergegeven.
Selecteer het gewenste item voor uw
^
bereiding (bijv. "Appeltaartje").
In de volgende stap stelt u de
^
bereidingswaarden in. Volg de in
structies op het display.
De gaarheid, bruining enz. worden via
een balk met 7 segmenten weergegeven. De gemiddelde instelling wordt
door een gevuld segment in het midden weergegeven.
NH H H TTTTT H H HN
Selecteer de gewenste instelling door
het gevulde segment naar rechts of
links te verschuiven.
-
-
De starttijd kan via het menupunt "Later
starten" worden verschoven.
De instellingen worden weergegeven
op het display.
Om een automatisch programma
vroegtijdig te beëindigen, dient u het
toestel uit te schakelen.
Als u vindt dat wat u bereidt na afloop
van een automatisch programma nog
niet gaar genoeg is, kunt u de berei
dingstijd verlengen.
6
-
Automatische programma's
Gebruikstips
De bijgeleverde recepten zullen u
–
helpen bij het gebruik van de auto
matische programma's.
Met de programma's kunt u ook
gelijkaardige recepten met afwij
kende ingrediënten bereiden.
Laat het toestel na een bereiding
–
eerst tot op kamertemperatuur afkoe
len voor u een automatisch program
ma start.
De duur die wordt weergegeven bij
–
het begin van een automatisch pro
gramma, is een geschatte aanduiding. Afhankelijk van het verloop van
de bereiding wordt die mogelijk iets
korter of langer. Als de spijzenthermometer wordt gebruikt, hangt de
bereidingsduur af van het tijdstip
waarop de kerntemperatuur wordt
bereikt. Mogelijk wijzigt de tijd in dit
geval als het vlees al een bepaalde
temperatuur heeft.
Bij sommige programma's moet u
–
wachten tot de oven voorverwarmd is
-
-
-
alvorens het gerecht in de oven te
plaatsen. In dat geval wordt op het
display een melding met een tijds
aanduiding weergegeven.
Het automatische programma "Op
–
warmen" is ontwikkeld voor het op
warmen van schotels. Volg de in
structies op het display.
Bij diepvriesgerechten volgt u de in
–
structies op het display.
Automatische programma's kunt u
–
ook als "Eigen programma's" opslaan
en op die manier in het hoofdmenu
opnemen. Het menupunt "Opslaan
als" wordt na afloop van het programma weergegeven op het display.
-
-
-
-
-
–
Bij sommige programma's moet u
tijdens de bereiding vocht toevoe
gen. Op het display wordt u hieraan
herinnerd via een melding met een
tijdsaanduiding (bijv. "Bouillon toe
voegen om...").
–
Bij sensorgestuurde programma's is
het belangrijk dat de ovendeur
tijdens de bereiding niet geopend
wordt. De sensor kan in dat geval
niet meer correct werken en het be
reidingsresultaat wordt negatief beïn
vloed.
Volg de instructies op het display.
Verklaring van de voetnoten:
* Programma met vochtregeling
** Programma met vochtregeling
+ "'s Nachts bakken" mogelijk
9
Spijzenthermometer
Met de draadloze spijzenthermometer
kunt u de temperatuur tijdens een be
reiding nauwkeurig controleren.
Hoe werkt het?
De metalen punt van de spijzenthermo
meter wordt in het gerecht gestoken.
De punt bevat een
temperatuursensor. Deze moet tijdens
de bereiding de zogenaamde kerntemperatuur binnenin het gerecht. Aan de
hand van de stijging van de kerntemperatuur controleert u of het gerecht gaar
genoeg is.
Afhankelijk van of u een gebraad medium of doorbakken wilt, stelt u een lagere of hogere kerntemperatuur in.
U kunt een kerntemperatuur instellen
van 30-99 °C. In de braadtabel vindt u
informatie over gerechten en de bijhorende kerntemperaturen.
Tijdens de bereiding kan de stijging
van de kerntemperatuur op het display
worden gevolgd, zodra deze hoger is
dan 20 °C.
De bereiding wordt automatisch beëin
digd wanneer de door u ingestelde
kerntemperatuur bereikt is binnenin het
gerecht.
-
De overdracht van dekerntemperatuurwaarden naar de
elektronische besturing van de oven
verloopt via radiosignalen tussen de
zender in de handgreep van de spij
zenthermometer en de
ontvangstantenne, die zich bevindt in
het midden van het verwarmingsele
ment voor bovenwarmte.
Voor een correcte overdracht van de
-
radiosignalen moet de deur gesloten
zijn.
Als tijdens een bereiding de deur wordt
-
geopend om bijv. het gebraad te
begieten, wordt de overdracht van de
radiosignalen onderbroken. Pas wanneer u de deur weer hebt gesloten,
wordt deze voortgezet. In dat geval
duurt het enkele seconden voordat de
actuele kerntemperatuur opnieuw wordt
weergegeven op het display.
Als de spijzenthermometer niet
wordt gebruikt, mag u deze tijdens
een bereiding niet in de oven laten
liggen. Bij temperaturen boven
100 °C raakt de temperatuursensor
onherstelbaar beschadigd.
Steek de spijzenthermometer daar
om na elk gebruik weer in de
bewaarkoker van de deur.
Als de punt in het gerecht zit, kan
deze niet beschadigd raken. Het
instelbereik voor de kerntemperatuur
ligt immers tussen 30 °C en 99 °C.
-
-
-
10
Spijzenthermometer
Gebruiksmogelijkheden
U kunt de spijzenthermometer ge
bruiken voor de automatische program
ma's en de volgende
bereidingsfuncties:
Braadautomaat
ß
Hetelucht plus
ß
Profi
ß
Boven-onderwarmte
ß
Circulatiegrill
ß
Garen op lage temperatuur
ß
-
Belangrijke opmerkingen over
het gebruik
Om een optimale werking te ga-
,
randeren, dient u in elk geval de onderstaande opmerkingen in acht te
nemen.
Vermijd
–
hoge en smalle metalen
bereidingsrecipiënten te gebruiken.
Die kunnen de radiosignalen
verzwakken.
dat de handgreep van de spijzen
–
thermometer in de
bereidingsvloeistof ligt of rust op het
gerecht of de rand van de
bereidingsrecipiënt.
Gebruik de spijzenthermometer niet
om gerechten te transporteren. De
spijzenthermometer zou breken!
Let ook op het volgende:
– De metalen punt van de spijzenther-
mometer moet volledig in het gerecht
gestoken zijn, ongeveer tot aan de
kern van het gerecht. De handgreep
moet daarbij schuin naar boven wijzen en mag niet horizontaal in de
richting van de hoeken of de deur
wijzen.
-
–
metalen voorwerpen boven de spij
zenthermometer te plaatsen. Denk
hierbij aan een braadpandeksel, alu
miniumfolie, of het rooster en de uni
versele bakplaat op de
bovenliggende inschuifniveaus.
Een glazen deksel kan wel worden
gebruikt.
–
tegelijkertijd een andere, metalen
spijzenthermometer te gebruiken die
in de handel verkrijgbaar is.
-
–
Bij gevogelte steekt u de metalen
-
-
punt het best in de dikste plaats van
de borst.
–
De metalen punt mag niet in aanra
king komen met been en mag niet in
een plaats met veel vet worden ge
stoken. Het is mogelijk dat de spij
zenthermometer in dat geval
vroegtijdig wordt uitgeschakeld ten
gevolge van vetweefsels en been.
-
-
-
11
Spijzenthermometer
Kies bij sterk gemarmerd, doorregen
–
vlees de hogere waarde van het
kerntemperatuurbereik uit de braad
tabel.
Wanneer u een braadzak gebruikt,
–
steekt u de spijzenthermometer door
de folie heen in het gerecht, tot aan
de kern. U kunt de thermometer ook
samen met het vlees in de braadzak
doen. Hou hierbij ook rekening met
de instructies van de producent.
Hebt u het vlees in aluminiumfolie
–
gewikkeld, dan moet de spijzenther
mometer door de folie heen in het
gerecht worden gestoken, tot aan de
kern van het gerecht.
– De spijzenthermometer moet in zeer
platte gerechten zoals vis bijna horizontaal worden ingestoken. Bereid
vis daarom in bereidingsrecipiënten
van glas of keramiek. De wanden
van een metalen bereidingsrecipiënt
zouden de radiosignalen verstoren.
Spijzenthermometer gebruiken
Als u een automatisch programma
gebruikt, volgt u gewoon de instruc
ties op het display. Het programma
vermeldt een temperatuur en kern
temperatuur.
Bereid het gerecht voor.
^
Neem de spijzenthermometer uit de
^
bewaarkoker van de deur.
Steek de metalen punt van de spij
^
zenthermometer volledig in het ge
-
recht. De handgreep moet schuin
naar boven wijzen.
^ Schuif het gerecht in de oven en sluit
de deur.
^ Selecteer de bereidingsfunctie.
Op het display wordt eerst de voorgeprogrammeerde temperatuur verlicht.
^ Wijzig indien gewenst de voorgepro-
grammeerde temperatuur.
-
-
-
-
Als een foutmelding wordt weerge
geven die aangeeft dat er geen con
tact is tussen de zender en de ont
vanger, steekt u de spijzenthermo
meter op een andere plaats in het
gerecht.
12
^
Selecteer "Kerntemp. - - °C".
De voorgeprogrammeerde kerntempe
ratuur van 60 °C wordt weergegeven.
-
-
^
-
Wijzig indien nodig de voorgepro
grammeerde kerntemperatuur.
U kunt een bereiding ook op een later
tijdstip laten starten (startuitstel). Selec
teer hiertoe het menupunt "Starttijd".
-
-
-
Spijzenthermometer
Het tijdstip voor het einde kunt u onge
veer inschatten. De duur van een berei
ding met de spijzenthermometer stemt
ongeveer overeen met de duur voor
een bereiding zonder spijzenthermo
-
meter.
"Duur" en "Einde" kunt u niet instellen,
aangezien de totale tijd afhankelijk is
van de kerntemperatuur.
Weergave van de resttijd
Na enige tijd wordt op het display de
geschatte resterende duur van de be
-
reiding weergegeven, de zogenaamde
Resttijd.
De gemeten kerntemperatuur is nu niet
meer te zien en kan ook niet meer worden opgevraagd.
De resttijd wordt berekend op basis
van de ingestelde bereidingstemperatuur, de ingestelde kerntemperatuur en
het verloop van de stijging van de kerntemperatuur.
De weergegeven resttijd is eerst een
geschatte waarde. Doordat de resttijd
tijdens het verloop van de bereiding
steeds opnieuw wordt berekend, wordt
de weergegeven tijd voortdurend ge
-
corrigeerd en steeds nauwkeuriger.
De resttijd wordt gewist wanneer
–
de bereidings- of kerntemperatuur
wordt gewijzigd.
–
een andere bereidingsfunctie wordt
geselecteerd.
Gebruik van resterende warmte,
-
-
energiebesparende fase
Vlak voor het einde van de bereiding
wordt de ovenverwarming uitgescha
keld. De warmte in de oven is dan vol
doende om de bereiding af te ronden.
Door deze automatische benutting van
de resterende warmte bespaart u ener
gie.
Op het display verschijnt de melding
"Energiebesparende fase". De gemeten
kerntemperatuur wordt dan niet meer
weergegeven.
De koelventilator en, afhankelijk van de
bereidingsfunctie, ook de heteluchtventilator blijven ingeschakeld.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur
bereikt is,
– wordt het toestel automatisch uitge-
schakeld.
– wordt "Programma afgerond" weer-
gegeven, alsook het symbool
–
weerklinkt een geluidssignaal, als
deze functie actief is (zie de rubriek
"Instellingen - Volume Geluidssignalen" in de gebruiksaan
wijzing).
Als het vlees nog niet naar wens gaar
is, steekt u de spijzenthermometer op
een andere plaats in het gerecht en
herhaalt u het programma.
-
-
-
O.
-
Als de toesteldeur gedurende lange tijd
wordt geopend, wordt de resttijd op
-
nieuw berekend.
13
Tips voor het bakken
Hou rekening met de
temperatuurbereiken, de inschuifni
veaus en de tijdsbereiken vermeld in
de baktabellen. Die zijn afgestemd
op de verschillende bakvormen,
deeghoeveelheden en
bakgewoonten.
Als u voedingsmiddelen behoed
zaam behandelt, komt dat uw ge
zondheid ten goede.
Taart, pizza, frieten en dergelijke
mogen slechts goudgeel worden
gebakken, niet donkerbruin.
-
-
-
Bakvorm
Let bij het selecteren van de
bereidingsfunctie op het materiaal van
de bakvorm:
Hetelucht plus U, Intensief bak ken O
Elk temperatuurbestendig materiaal kan
worden gebruikt.
Boven-onderwarmte V
Gebruik hiervoor matte, donker ge
kleurde bakvormen, bijvoorbeeld vor
men van donker blik, donker email,
donker gemaakt blik, mat aluminium,
hittebestendig glas of vormen met een
antiaanbaklaag.
Met lichtgekleurde vormen uit
glimmend materiaal wordt het gerecht
in de vorm ongelijkmatig of nauwelijks
bruin, en in ongunstige omstandighe
-
-
-
den wordt het gerecht ook onvoldoen
de gaar.
Bakpapier
De bakplaat en de universele bak
plaat moeten wegens de antiaanbakei
genschappen van het met PerfectClean
veredeld oppervlak voor het bakken
niet worden ingevet. U dient ook
geen bakpapier te gebruiken.
U kunt het bereide product altijd zonder
moeite losmaken.
Gebruik alleen bakpapier voor
– zout gebak (bijv. krakelingen e.d.),
omdat de natronloog die tijdens de
deegbereiding wordt gebruikt, het
met PerfectClean veredelde oppervlak kan beschadigen.
– deegsoorten die wegens hun hoge
eiwitgehalte gemakkelijk vastkleven, zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makarons.
Universele bakplaat
Bak fruittaarten en hoge taarten op de
universele bakplaat; daardoor blijft de
ovenruimte schoner.
Rechthoekige bakvorm
Als u taarten, cakes en dergelijke in
rechthoekige vormen bakt, moet u deze
dwars in de ovenruimte plaatsen. Zo is
de warmteverdeling in de vorm opti
maal en bereikt u een gelijkmatig bak
resultaat.
-
-
-
-
-
14
Opmerkingen over de
gegevens in de tabel
De gegevens tussen rechte haakjes
[ ] zijn voor toestellen met drie
inschuifhoogtes.
Temperatuur, baktijd
Een behoedzame bereiding en een ge
lijkmatige bruining van taart en gebak is
mogelijk als u
de laagste temperatuur in de tabel
–
kiest.
Stel de temperatuur niet hoger in dan
aangegeven is. Een hoge temperatuur verkort weliswaar de baktijd,
maar het gebak wordt vaak niet gelijkmatig bruin en onder ongunstige
omstandigheden ook niet gaar.
– na afloop van de kortste baktijd
controleert of het gebak gaar is.
Prik daartoe met een houten stokje
(bijvoorbeeld een satéstokje) in het
deeg.
Als niets aan het stokje blijft kleven,
is het gebak of de taart gaar.
Inschuifniveau
De inschuifniveaus worden van onde
ren af geteld.
In toestellen met drie inschuifhoogtes
kunt u maximaal 2 bakplaten tegelijker
tijd gebruiken.
Als u de universele bakplaat en de bak
plaat tegelijkertijd op verschillende ni
veaus gebruikt, moet u de universele
bakplaat onder de bakplaat plaatsen.
-
-
Tips voor het bakken
Bakpla
ten
U12
21en3[1en2]
31,3en5*[-]
O11 of 2
-
V11 of 2
* Gebruik niet meer dan 2 bakplaten
tegelijk als u vochtig gebak, taart of
brood bakt.
Diepvriesproducten
Selecteer voor het bakken van
diepvriestaarten, -pizza's en
-stokbroden de laagste temperatuur
die op de verpakking vermeld staat.
Bak dergelijke producten op het rooster, waarop u bakpapier hebt gelegd.
Gebruik niet de bakplaat of de universele bakplaat. Die kunnen bij diepvriesproducten kromtrekken zodat u ze niet
meer uit de oven kunt halen als ze heet
zijn. Elk verder gebruik veroorzaakt dan
nog meer kromtrekking.
Voor diepvriesproducten zoals frieten,
kroketten en dergelijke kunt u de bak
plaat of universele bakplaat wel ge
bruiken. Leg deze producten op bak
papier en stel de laagste temperatuur
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Verwarm de oven voor.
4) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - nor
maal).
5) Haal de bakplaat uit de oven, zodra het gebak/de taart
voldoende bruin is, ook als de baktijd nog niet verstreken is.
6) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
2)
-
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste
tijd.
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Oven voorverwarmen.
4) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - nor
maal).
5) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
6) Inschuifniveau voor gistdeeg, bij kwark-oliedeeg inschuifniveau 3 gebruiken.
2)
-
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste
tijd.
17
Tabellen voor het bakken
Intensief bakken O
Ideaal voor
taarten met vochtig beleg (bijv. pruimentaarten), quiche lorraine.
–
taarten met glazuur zonder voorgebakken bodem (bijv. eierstruif).
–
Taart/gebak
Roerdeeg
Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat)150-1701 [2]40-60
Kneeddeeg
Kwarktaart
Appeltaart, afgedekt
Abrikozentaart met glazuur
Fruitgratin
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Pizza (bakplaat)
Uientaart
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - nor-
maal).
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
3)
Temperatuur
in °C
150-170
150-170
150-170
190-210
170-190
170-190
Aanbevolen
inschuifniveau
2
2 [1]
1 [2]
1 [2]
2
2
1)
Tijd
in min.
65-75
50-60
50-60
30-40
40-50
25-35
2)
18
RaadgevingenOpmerkingen
Bereidingsfunctie
"Braadautomaat" [
"Profi" d
Kookgerei
Elk hittebestendig
kookgerei is ge
schikt.
Inschuifniveau
2 van onderen af
Voorverwarmen
niet nodig
Temperatuur
Zie braadtabel
Bereidingstijd
Zie braadtabel
U kunt ook "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
Braadplan, braadpot, vuurvaste glazen vorm, braadzakken,
römertopf, universele plaat, rooster op de universele plaat
-
Het is aan te raden in een pan te braden omdat
er dan voldoende braadfond overblijft om een saus te
–
bereiden.
de ovenruimte schoner blijft dan als u op het rooster
–
braadt.
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht de inschuifniveau 1 of 2 bij toestellen met drie inschuifhoogtes.
Het kookgerei wordt in de koude ovenruimte op het rooster
geplaatst.
Uitzondering: Bereiding van rosbief en filets.
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Stel bij "Braadautomaat [" de temperatuur ca. 20 °C la-
ger in dan bij "Boven-onderwarmte V".
–
Stel bij gebraad vanaf 3 kg een ca. 10 °C lagere tempe
ratuur in dan vermeld in de braadtabel.
Daardoor duurt het braadproces weliswaar wat langer,
maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te
dikke korst.
–
Om te braden op het rooster, stelt u een temperatuur in
die 20 °C lager ligt dan wanneer u braadt in een pan.
Bereidingstijd berekenen: De bereidingstijd kunt u bere
kenen door de dikte van het vlees te vermenigvuldigen met
de tijd per cm die hieronder is aangegeven:
–
rund/wild: 15 - 18 minuten/cm
–
varken/kalf/lam: 12 - 15 minuten/cm
–
rosbief/filet:8-10minuten/cm
Tips voor het braden
-
-
19
Tips voor het braden
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van
de bereidingstijd bruin. Het wordt extra
bruin als u halverwege de bereidings
tijd het deksel van het kookgerei haalt.
Even laten staan
Na afloop van de bereiding haalt u het
vlees uit de ovenruimte, wikkelt u het in
aluminiumfolie en laat u het ca.
10 minuten staan. Op deze manier
loopt bij het aansnijden van het vlees
minder vocht weg.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het
gevogelte 10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd met licht gezouten water bestrijkt.
-
Diepgevroren vlees bakken
Diepgevroren vlees met een gewicht tot
ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
eerst te ontdooien.
De bereidingstijd neemt per kilo met
ca. 20 minuten toe.
20
Gebruik bij toestellen met vijf inschuifhoogtes inschuifniveau 2.
Braadtabel
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht inschuifniveau 1 of 2 bij toe
stellen met drie inschuifhoogtes.
1) Om te braden bevelen wij "Braadautomaat [" of "Profi d" aan.
U kunt echter ook de functie "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
2) Braden met de spijzenthermometer
3) Temperatuuraanduiding voor de bereiding in een afgedekte braadpan.
Verminder de temperatuur met 20 °C als u braadt op het rooster.
4) De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voorverwarmd.
5) Oven voorverwarmen.
6) Rood: 40 - 45 °C, medium: 50 - 60 °C, doorbakken: 60 - 70 °C
5)
5)
"Profi" d
Temperatuur
3)
in °C
190-21045-55200-22045-5540-70
170 - 190100 - 120200 - 220100 - 12080 - 90
150 - 170160 - 180180 - 200120 - 15080 - 90
170-19050-60190-21050-6070-75
Tijd
in min.
"Boven-onderwarmte" V
Temperatuur
4)
in °C
3)
in min.
-
2)
6)
Doorgaans kiest u het best de middelste temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken
van de kortste tijd.
21
Garen op lage temperatuur
Deze bereiding is ideaal voor stukken
vlees van een rund, varken, kalf of lam,
die heel juist moeten worden gegaard.
Bij een lage temperatuur en met een
lange bereidingstijd wordt het vlees be
hoedzaam en zachtjes gegaard.
Eerst wordt het stuk vlees na korte tijd
heel warm en langs alle kanten gelijk
matig aangebraden.
Bij het daaropvolgende gaarproces op
een lage temperatuur "ontspant" het
vlees zich. Het sap binnenin begint te
circuleren en verdeelt zich gelijkmatig
tot in de buitenste lagen.
Daardoor verkrijgt u een zeer mals en
sappig resultaat.
Voor dit automatische programma is in
de elektronische besturing een
bereidingsfunctie, een temperatuur en
een kerntemperatuur geplaatst.
-
Functie "Garen op lage
temperatuur" gebruiken
^
Selecteer "Garen op lage tempera
tuur" in het hoofdmenu of in de lijst
met automatische programma's.
^
Volg de instructies tot het programma
start.
-
Tijdens het voorverwarmen braadt u
^
het stuk vlees langs alle kanten
krachtig aan op het kookvlak.
Leg het vlees op het rooster en steek
^
de spijzenthermometer erin. Zorg er
voor dat de metalen punt er volledig
in steekt, tot in de kern van het vlees.
Volg ook de aanwijzingen in de ru
briek "Spijzenthermometer".
Plaats het rooster samen met de uni
^
versele bakplaat op het genoemde
inschuifniveau.
De verwarmingselementen voor
,
bovenwarmte/de grill zijn heet. Er is
gevaar voor verbranding!
Als het programma voltooid is, verschijnt "Programma afgerond" en weerklinkt een geluidssignaal.
Als u vindt dat het vlees nog niet gaar
genoeg is, kunt u de bereidingstijd verlengen.
Hierdoor worden gerechten die na af
loop van de bereiding niet uit het toe
stel wordt gehaald, gedurende een be
paalde tijd warm gehouden. Op het dis
play wordt deze functie weergegeven
met "Warmhouden".
-
-
-
-
-
-
-
Laat het rooster en de universele
bakplaat tijdens de voorverwarmfase
in de oven.
22
Garen op lage temperatuur
Opmerkingen
Gebruik goed bestorven, mager vlees zonder pezen en vetrandjes. Het been
moet vooraf uit het vlees gesneden zijn.
Gebruik voor het aanbraden bijv.
boterolie of spijsolie die geschikt is voor
hoge temperaturen.
Dek het vlees tijdens het garen niet af.
De bereidingstijd is afhankelijk van de
gaarheid, de bruining, de hoeveelheid
en de grootte van de stukken vlees en
bedraagt ongeveer 2-4 uur.
Het vlees kan onmiddellijk worden
opengesneden. U hoeft het vlees niet
eerst even te laten staan.
Tips
Met de lage bereidings- en
kerntemperaturen
– kan het vlees zonder problemen wor-
den warm gehouden, wanneer het in
de ovenruimte blijft tot het wordt geserveerd. Dit heeft geen gevolgen
voor het eindresultaat.
–
heeft het vlees een optimale
consumptietemperatuur. Serveer het
gerecht op voorverwarmde borden
en doe er zeer warme saus bij, zodat
het niet te snel afkoelt.
Garen op lage temperatuur
zonder automatisch
programma
Hiervoor gebruikt u het best het
rooster en de universele bakplaat.
Selecteer de bereidingsfunctie
^
"Boven-onderwarmte".
Verwarm de ovenruimte met het roos
^
ter en de universele bakplaat ca.
15 minuten voor op 130 °C.
Tijdens het voorverwarmen braadt u
^
het stuk vlees langs alle kanten
krachtig aan op het kookvlak.
^ Steek de spijzenthermometer in het
vlees. Zorg ervoor dat de metalen
punt er volledig in steekt, tot in de
kern van het vlees.
^ Leg het vlees op het rooster.
^ Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^ Stel de kerntemperatuur in.
GerechtenTijd
in minuten
Rosbief
–
Rood
–
Medium
–
Doorbak
ken
Varkensfilet120-15063
Casselerrib150-21068
Kalfsrug180-21063
Lamsrug90-12060
-
60-90
120-150
180-240
Kerntem
peratuur
in °C
48
57
69
-
-
Als de kerntemperatuur bereikt is,
schakelt de oven automatisch uit.
23
Tips voor het grillen
Sluit de deur om te grillen.
,
Als de deur open staat, gaat de hete lucht uit de ovenruimte niet meer automa
tisch via de koelventilator en wordt die dus niet afgekoeld. De bedieningsele
menten worden heet. Gevaar voor brandwonden!
Bereidingsfuncties Opmerkingen
"Grill" Y:Voor het grillen van grote hoeveelheden vlakke gerechten
en voor het gratineren in grote vormen.
Het hele verwarmingselement voor de grill wordt roodgloei
end.
-
-
-
"Grill klein" Z:Voor het grillen van kleine hoeveelheden vlakke gerechten
en voor het gratineren in kleine vormen.
De binnenkant van het verwarmingselement voor de grill
wordt roodgloeiend.
"Circulatiegrill" \:Om dikke gerechten te grillen, bijv. gevogelte, rollade.
24
RaadgevingenOpmerkingen
KookgereiRooster op universele plaat
Gebruik niet de bakplaat!
Inschuifniveau
(van onderen af)
Zie grilltabel
Voorverwarmen
noodzakelijk
Temperatuur
Zie grilltabel
Grilltijd
Zie grilltabel
Toestel met vijf inschuifhoogtes:
Platte gerechten op 4 of 5
–
Dikke gerechten op 3 of 4
–
Toestel met drie inschuifhoogtes:
Platte gerechten op 2 of 3
–
Dikke gerechten op 1 of 2
–
Verwarm het verwarmingselement voor de grill gedurende
ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Platte gerechten (bijv. kotelet, steak): 275 °C
–
– Dikke gerechten
(bijv. gevogelte, rollade): 240 °C
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Platte stukken vlees of vis, per kant ca.6-8minuten. Ho-
gere stukken hebben per kant iets meer tijd nodig.
– Rollade per cm diameter ca. 10 minuten.
– Draai het gerecht halverwege de bereidingstijd om.
Tips voor het grillen
25
Tips voor het grillen
Voedsel voorbereiden
Spoel het vlees snel af onder koud,
stromend water en dep het goed
droog. Stukken vlees niet zouten voor
het grillen; anders loopt het sap uit het
vlees.
Mager vlees kunt u insmeren met olie.
Andere soorten vet worden snel donker
of produceren rook.
Platte stukken vis schoonmaken, zouten
en besprenkelen met citroen.
Grillen op het rooster
^ Plaats het rooster op de universele
plaat.
^ Leg het voedsel erop.
Tips
U kunt het best stukken vlees grillen die
ongeveer even groot zijn, zodat de be
reidingstijden niet teveel uiteenlopen.
Als tijdens het grillen blijkt dat het vlees
aan de buitenkant al een korstje krijgt,
terwijl het van binnen nog niet gaar is,
dan kunt u op een lager inschuifniveau
of op een lagere temperatuur verder
grillen.
Als u wilt controleren of het vlees al vol
doende gaar is, druk dan met een lepel
op het vlees.
– Als het nog zeer veerkrachtig aan-
voelt, is het vlees van binnen nog
rood.
– Als het een beetje meegeeft, is het
vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, is het
goed gaar ("doorbakken").
-
-
^ Selecteer een bereidingsfunctie en
stel een temperatuur in.
^
Verwarm het verwarmingselement
voor de grill gedurende ca. 5 minuten
voor, terwijl de deur gesloten is.
^
Plaats het voedsel in de oven en sluit
de deur.
^
Draai het voedsel halverwege de be
reidingstijd om.
26
-
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.