Miele G 7892 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Reinigings- en desinfectieautomaat G 7892
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl - NL, BE
M.-Nr. 07 780 261
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................5
Op het apparaat aangebrachte symbolen .............................9
Het afdanken van een apparaat .....................................9
Bestemming .....................................................10
Algemeen .......................................................12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................14
Het openen en sluiten van de deur ..................................15
Elektrische deurvergrendeling........................................15
Deur openen a ..................................................15
Deur sluiten ......................................................15
Deur ontgrendelen met de noodvoorziening.............................15
Waterontharder ..................................................16
Waterontharder programmeren .......................................16
Zoutreservoir vullen ................................................18
Controlelampje "Zout bijvullen" .......................................19
Toepassingsmogelijkheden ........................................20
Controle op proteïneresten ..........................................20
Spoelgoed inruimen................................................21
Verende watertoevoeradapter ........................................22
Hoogte-instelling bij een bovenrek ....................................22
OK-instrumenten ..................................................23
OK-schoenen (OS) ................................................23
KNO............................................................24
GYN............................................................25
Endoscopie ......................................................27
Oogheelkunde ....................................................28
Anesthesie-instrumenten (AN)........................................29
Babyflessen ......................................................29
Chemische procestechniek ........................................30
Dosering proceschemicaliën .......................................34
Naspoelmiddel doseren ............................................34
Controlelampje "Naspoelmiddel bijvullen" ...............................35
Dosering naspoelmiddel instellen .....................................35
Neutralisatiemiddel doseren .........................................36
Controlelampje "Neutralisatiemiddel bijvullen" ...........................37
Chemisch desinfectiemiddel doseren (optie) ............................38
Controlelampje "Chemisch desinfectiemiddel bijvullen" ....................38
2
Inhoud
Reinigingsmiddel doseren...........................................39
Poedervormig reinigingsmiddel doseren ...............................39
Bediening .......................................................41
Inschakelen ......................................................41
Programma starten ................................................41
Aanvullende functie "Drogen 0" kiezen .............................41
Weergave programmaverloop........................................42
Programma-einde .................................................42
Nadrogen .....................................................42
Programma afbreken ...............................................43
Programma wordt na een storing afgebroken .........................43
Programma handmatig afbreken ...................................43
Uitschakelen .....................................................43
Programmeerfuncties .............................................44
Voor alle programmeerfuncties geldt: ..................................44
Programmeermodus activeren .....................................44
Waarden opslaan en programmeermodus afsluiten ....................44
Programmeermodus zonder opslaan afsluiten.........................44
Bedrijfsurenteller voor filter droogaggregaat resetten......................45
Dosering met DOS 1 ...............................................46
Concentratie instellen ............................................46
Doseersysteem ontluchten ........................................46
Dosering met DOS 3 ...............................................47
Concentratie instellen ............................................47
Doseersysteem ontluchten ........................................47
Dosering met DOS 4 ...............................................48
Concentratie instellen ............................................48
Doseersysteem ontluchten ........................................48
Zoemer..........................................................49
Programmaparameters wijzigen ......................................50
Spoelparameters wijzigen ........................................50
Droogparameters wijzigen ........................................50
Temperatuur veranderen .........................................51
Temperatuurstop veranderen ......................................51
Standaardinstelling herstellen ........................................52
Tijd en datum instellen..............................................53
Procesdocumentatie ..............................................54
3
Inhoud
Onderhoudsmaatregelen ..........................................55
Onderhoud.......................................................55
Procesvalidatie ...................................................56
Routinecontroles ..................................................56
Zeven in de spoelruimte reinigen .....................................57
Grove zeef reinigen .............................................57
Vlakke zeef en microfilter reinigen ..................................58
Sproeiarmen reinigen ..............................................59
Bedieningspaneel reinigen ..........................................60
Front reinigen.....................................................60
Spoelruimte reinigen ...............................................60
Deurdichting reinigen ..............................................60
Doseersystemen ..................................................60
Rekken en inzetten ................................................61
Onderhoud droogaggregaat .........................................62
Melding SF2: Filter vervangen .....................................62
Nuttige tips ......................................................63
Storingen verhelpen ..............................................72
Thermoschakelaar .................................................72
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen .................................73
Zeefjes in de watertoevoer reinigen ...................................74
Service .........................................................75
Plaatsing ........................................................76
Plaatsing onder een werkblad ........................................76
Elektrische aansluiting ............................................78
Wateraansluiting .................................................79
Watertoevoer aansluiten ............................................79
Demi-wateraansluiting voor 60 - 1000 kPa (0,6 - 10 bar) overdruk .........80
Waterafvoer aansluiten .............................................81
Programma-overzicht .............................................82
Technische gegevens .............................................84
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de gelden de veiligheidsvoorschriften. Bij on deskundig gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom aan dachtig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Verantwoord gebruik
Deze reinigings- en desinfectieauto-
~
maat is uitsluitend bestemd voor het gebruik dat is aangegeven in deze ge­bruiksaanwijzing. Ander gebruik, als­mede aanpassingen en wijzigingen zijn niet toegestaan en kunnen gevaarlijk zijn. De reinigings- en desinfectiepro­gramma's zijn uitsluitend bedoeld voor instrumenten en medische hulpmid­delen die daarvoor door de desbetref­fende fabrikanten zijn vrijgegeven. Neem de aanwijzingen van die fabri kanten in acht. De fabrikant van deze automaat kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door onjuist gebruik of foutieve bedie ning.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld
~
voor stationair binnengebruik.
-
-
-
-
-
-
-
Neem de volgende veiligheidsin structies in acht, zodat uw eigen vei ligheid en die van anderen gewaar borgd is!
Dit apparaat mag alleen door Miele
~
in gebruik worden genomen, alsmede onderhouden en gerepareerd. Volgens het Besluit Medische Hulpmiddelen is regelmatig onderhoud aan te bevelen. In dit verband is een Miele-onder houdscontract aan te raden. Door on deskundige reparaties kunnen voor de gebruiker grote risico's ontstaan.
Het apparaat mag niet worden op
~
gesteld in een explosiegevaarlijke ruim­te. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De elektrische veiligheid van het ap-
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op een aar­dingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat wordt nage­gaan of aan deze fundamentele veilig­heidsvoorwaarde is voldaan en dat de huisinstallatie bij twijfel door een vak man wordt geïnspecteerd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aard draad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Een beschadigd of lekkend appa
~
raat kan uw veiligheid in gevaar bren gen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact op met Miele.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personeel dat het apparaat bedient,
~
moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd.
Wees voorzichtig in de omgang met
~
proceschemicaliën (reinigings- en neu tralisatiemiddelen, reinigingsverster kers, naspoelmiddelen, etc.)! Dit zijn vaak bijtende en irriterende stoffen. Neem de geldende veiligheidsvoor schriften in acht. Draag een veiligheids bril en handschoenen. Houdt u zich bij alle proceschemicaliën aan de veilig heidsvoorschriften en de veiligheidsin formatiebladen van de betreffende fa­brikant!
Deze automaat is alleen geschikt
~
voor gebruik met water en geschikte proceschemicaliën. Gebruik geen orga­nische oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen, in verband met explosiege­vaar. Maar er kunnen ook andere pro­blemen optreden, zoals aantasting van rubberen en kunststof onderdelen. Hierdoor kunnen vloeistoffen uitlopen en schade veroorzaken.
Vermijd het inhaleren van stofdeel
~
tjes bij poedervormige middelen. Wor den reinigingsmiddelen doorgeslikt, dan kan ernstig letsel aan mond en keelholte ontstaan dan wel verstikking het gevolg zijn.
Het water in de spoelruimte is geen
~
drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit
~
ten of staan. Het apparaat kan kantelen en beschadigd raken.
-
-
-
-
-
-
-
Plaats scherpe en spitse voor
~
werpen zo in de automaat dat dit geen risico's oplevert. Wees extra voorzichtig als u dergelijke voorwerpen rechtop zet.
-
Houd bij gebruik van de automaat
~
rekening met eventuele hoge tempera turen. Als u de deurvergrendeling de activeert en de deur vervolgens opent, kunt u zich branden of met bijtende stoffen in aanraking komen. Bovendien
­kunt u bij desinfectiemiddelen met toxi sche dampen in aanraking komen!
Als bij de samenstelling van het sop
~
toxische/chemische substanties kunnen ontstaan (bijvoorbeeld aldehydes in het desinfectiemiddel), dan moet u de dichting van de deur regelmatig contro­leren. Dit geldt eventueel ook voor de functie van de dampcondensator. Als u bij een programma-onderbreking de deur van de automaat opent, kan hiermee een risico verbonden zijn.
Houdt u zich bij contact met toxi-
~
sche dampen of proceschemicaliën aan de aanwijzingen uit de veiligheids informatiebladen van de betreffende fa brikant!
Wagens, rekken, inzetten en de be
~
lading moeten eerst afkoelen, voordat u deze verwijdert. Giet water dat eventu eel in het spoelgoed is achtergebleven in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen niet
~
meteen aan als u de deur tijdens of na een programma opent. U kunt zich er aan branden, ook nog minuten na af loop van een programma.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De reinigings- en desinfectieauto
~
maat en de directe omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Maak het apparaat vóór onder
~
houdswerkzaamheden altijd spannings vrij.
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit te waarborgen bij de behandeling van medische producten. U vermijdt daarmee risi co's voor de patiënten, alsmede schade aan apparaat en spoelgoed!
Indien het apparaat gebruikt is voor
~
ontsmettingen die van overheidswege zijn voorgeschreven, moeten bij repara­tie of vervanging de dampcondensator, de verbindingen van de dampconden­sator met de spoelruimte en de afvoer van het apparaat worden gedesinfec­teerd.
Programma's mogen alleen in uit-
~
zonderingsgevallen worden onderbro­ken. Dit mag alleen door geautoriseer de personen worden gedaan.
De reinigings- en desinfectiestan
~
daard van het desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moeten de processen regelmatig thermo-elektrisch worden gecontroleerd en moet ook het eindresultaat worden beoordeeld. De resultaten moeten worden gedocumen teerd. Bij chemothermische procédés zijn extra controles met chemo-indica toren nodig.
-
-
-
-
-
-
Voor de thermische desinfectie
~
moeten temperaturen en inwerktijden worden gebruikt die volgens de richtlij nen en volgens microbiologische en hy giënische inzichten de vereiste profyla xe tegen infectie bieden.
-
Kies voor de behandeling van medi
~
sche producten voor thermische desin fectie. Ander spoelgoed dat niet hitte bestendig is (zoals OK-schoe nen/-klompen), kunt u met het program ma CHEM 60°C-5' desinfecteren, waarbij u een chemisch desinfectiemid del gebruikt. De desinfectieparameters zijn gebaseerd op de gegevens van de desinfectiemiddelenfabrikanten. Houdt u zich aan de instructies inzake ge­bruik, gebruiksvoorwaarden en effecti­viteit. Chemo-thermische procédés zijn niet geschikt voor de behandeling van medische producten.
Proceschemicaliën kunnen onder
~
bepaalde omstandigheden schade aan het apparaat veroorzaken. Houdt u zich aan de aanbevelingen van de fabrikant van de proceschemicaliën. Neem in geval van schade of wanneer u ver moedt dat chemicaliën schadelijk zijn contact op met Miele.
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld
~
met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en sommige proceschemicaliën kunnen
-
- ook door chemische wisselwerking ­schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie verminderen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het proces moet zo zijn ingesteld
~
dat geen schuim uit de spoelruimte komt. Uitstromend schuim kan van in vloed zijn op het veilig functioneren van de automaat.
Controleer het behandelingsproces
~
regelmatig op schuimvorming.
Om schade te voorkomen aan de
~
automaat en de gebruikte toebehoren (door inwerking van proceschemicali ën, verontreinigingen en de wisselwer king tussen deze stoffen) dient u de aanwijzingen uit het hoofdstuk "Chemi sche procestechniek" in acht te nemen.
Wanneer voor een toepassing be-
~
paalde proceschemicaliën worden aan­bevolen (bijvoorbeeld een reinigings­middel), betekent dit niet dat de fabri­kant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het middel op het spoelgoed. Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslag­voorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemicaliën het re­sultaat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van proceschemicali
~
ën (zoals reinigingsmiddelen) altijd op de aanwijzingen van de betreffende fa brikant. Gebruik de proceschemicaliën alleen voor toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiële schade en even tuele heftige chemische reacties (bij voorbeeld een gasexplosie).
-
-
-
-
-
-
Wagens, rekken en inzetten mogen
~
alleen volgens de voorschriften worden gebruikt. Holle instrumenten moeten van binnen goed kunnen worden door gespoeld.
Schalen, bakjes en dergelijke die
~
nog vloeistofresten bevatten, moeten geleegd worden vóórdat u ze in de au tomaat plaatst.
Verwijder resten van oplosmiddelen
~
en zuren, met name zoutzuur en chlori dehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de auto maat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Van oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts sporen aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te ver-
~
mijden, mag de roestvrijstalen omman­teling niet in aanraking komen met zout­zuurhoudende oplossingen en dampen.
Na werkzaamheden aan de water
~
-
voorziening moet de leiding naar de au tomaat worden ontlucht. Anders kunnen
-
onderdelen van de automaat bescha digd raken.
Neem de installatie-instructies uit de
~
gebruiksaanwijzing en de installatie handleiding in acht.
-
-
-
-
-
-
-
-
Bij toepassingen waarbij zeer hoge
~
eisen aan het resultaat worden gesteld, raden wij u aan de voorwaarden voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren met Miele te bespreken.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mogen
~
alleen Miele-hulpapparaten worden aangesloten. Informeer bij Miele naar de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend wagens, rekken
~
en inzetten van Miele. Als deze Miele-producten worden aangepast of bij gebruik van wagens of inzetten van derden kan Miele niet waarborgen dat het reinigings- en desinfectieresultaat toereikend is. Hieruit voortvloeiende schade valt niet onder de garantie.
Gebruik uitsluitend proceschemicali-
~
ën die door de betreffende fabrikant zijn vrijgegeven voor de gewenste toe­passing. De fabrikant van de proces­chemicaliën is verantwoordelijk voor eventuele negatieve gevolgen voor het spoelgoed en de automaat.
Op het apparaat aangebrachte symbolen
Let op! Volg de aanwijzingen uit de ge bruiksaanwijzing!
Het afdanken van een apparaat
Houdt u er rekening mee dat het ap
~
paraat door bloed of andere lichaams vloeistoffen gecontamineerd kan zijn. Decontamineer het apparaat daarom voordat u het wegdoet. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten proceschemi caliën. Neem hierbij de veiligheidsin structies in acht. Draag een veiligheids bril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Informeer bij de ge meentelijke reinigingsdienst naar de verdere verwerkingsprocedures voor afgedankte apparaten.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
-
Let op! Gevaar voor een elektrische schok!
9
Bestemming
Met deze reinigings- en desinfectieau tomaat kunt u voor hergebruik bedoel
-
­de medische producten reinigen, spoe len, desinfecteren (thermisch dan wel chemo-thermisch) en drogen. Houdt u zich daarbij ook aan de aanwij zingen van de fabrikanten van de medi sche producten (EN ISO 17664).
Geschikt voor onder meer:
Instrumenten en toebehoren uit de toe passingsgebieden:
Anesthesie
– Babyflessen en spenen
– Chirurgie
– Gynaecologie
– Urologie
– KNO
– Oogheelkunde
– Afdelingsvoorwerpen zoals nierscha-
len, schotels en OK-schoeisel
Voor de behandeling van instrumenten dient vanwege de standaardisatie bij voorkeur van machinale reinigings
­procédés gebruik te worden gemaakt. Indien voor de veiligheid van het perso neel en de patiënten desinfectie vereist
­is, moet voor thermische desinfectie
­worden gekozen, bijvoorbeeld voor het DESIN vario TD-programma. – Dit geldt niet voor thermolabiele OK-schoenen/-klompen. Hiervoor kan
­het programma CHEM 60°C-5' worden
gebruikt. –
Overeenkomstig het A
-concept van
0
EN ISO 15883-1 geschiedt de ther­mische desinfectie bij 80 °C (+ 5 °C,
- 0 °C) en een inwerktijd van 10 minuten (A
600) dan wel bij 90 °C (+ 5 °C,
0
- 0 °C) en een inwerktijd van 5 minuten (A
3000), afhankelijk van de vereiste
0
desinfectiewerking. Het werkingsge­bied A
3000 omvat ook de inactivering
0
van HBV.
Houdt u zich aan alle voorschriften die van toepassing zijn op desinfecties (in Duitsland bijvoorbeeld § 18 IfSG).
-
-
De term "spoelgoed" wordt in deze ge bruiksaanwijzing algemeen toegepast als de te behandelen voorwerpen niet nader gedefinieerd worden.
10
-
De behandeling moet aan de verontrei niging en het te behandelen spoelgoed worden aangepast. Stem de proceschemicaliën af op het reinigingsprobleem.
-
Bestemming
Het reinigingsresultaat is van doorslag gevend belang voor de desinfectie, de sterilisatie en de verwijdering van ver ontreinigingsresten en daarmee voor een veilig hergebruik. Voor de behandeling van medische producten verdient het DESIN vario TD-programma de voorkeur.
Voor een goede reiniging van de instru menten en apparaten moeten geschikte beladingssystemen worden gebruikt (rekken, modules, inzetten, etc.). In het hoofdstuk "Toepassingsmogelijkheden" vindt u diverse voorbeelden.
De reinigings- en desinfectieautomaat is geschikt voor naspoeling met huis­houdwater of demi-water.
Het apparaat is voor de validatie van de processen kwalificeerbaar volgens EN ISO 15883.
-
-
-
11
Algemeen
a Aan/Uit-toets I-0
b Deuropener a
c Tijddisplay/display
d Wisseltoets ß voor het weergeven
van:
- de bereikte temperatuur
- de cumulatieve tijd
- het actieve spoelblok
e Toets "Drogen 0" met controlelamp-
je
f Starttoets 6 met controlelampje
g Programmaverloop:
k Regenereren I Voorspoelen l Reinigen H Spoelen / Naspoelen
c Drogen r Programma-einde
h Controlelampjes:
p / 6 Watertoevoer / -afvoer k Regenereerzout w Neutralisatiemiddel H/CHEM Naspoelmiddel,
bij aangesloten DOS­module K 60: chemisch desinfectiemiddel
8 DOS Optische interface voor
Miele, bij aangesloten DOS-module K 60: vloeibaar reinigingsmiddel
i Programmaschakelaar
f Stop A Vrij programmeerbaar
programma
B Vrij programmeerbaar pro-
gramma, standaardinstelling: varioTD NR
E Universeel D Afspoelen 6 Afpompen
CHEM 60°C-5' combiCHEM 60°C-5' varioTD AN varioTD SPECIAL 93°C-10' SPECIAL AN 93°C-10'
12
Algemeen
a Twee aansluitingen voor
DOS-module K 60 voor vloeibaar rei nigingsmiddel en chemisch desin fectiemiddel op de achterkant van het apparaat
b Inspectiepaneel
c Zeefcombinatie
d Zoutreservoir (regenereerzout)
e Doseerbakje voor poedervormige rei
nigingsmiddelen
-
f Reservoir voor naspoelmiddelen (met
-
doseerinstelling)
g Niveau-indicator voor naspoelmiddel
Achterkant:
Interfacestekker RS 232
Zuiglans voor extern voorraadreser voir voor neutralisatiemiddel
-
-
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be
­handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het mili eu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeen­telijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur.
-
-
-
-
-
14
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen. Hierover vindt u meer informatie in het hoofdstuk "Veiligheids instructies en waarschuwingen".
-
-
Het openen en sluiten van de deur
Elektrische deurvergrendeling
Het apparaat is voorzien van een elek trische deurvergrendeling.
U kunt de deur alleen openen als:
het apparaat elektrisch is aangeslo
^
ten en
de Aan/Uit-toets I-0 op "Aan" is gezet.
^
-
Deur openen a
Druk de deuropener tot de aanslag
^
in, pak tegelijk de greep vast en open de deur.
Raak de verwarmingselementen
,
niet meteen aan als u de deur na een programma opent. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een programma.
Na de start van een programma kunt u de deur niet meer openen. De deur blijft tot het programma-einde vergren­deld. De vergrendeling geldt niet voor de programma's AFSPOELEN D en AF POMPEN 6. Als u de deur ook tijdens de program mafase "Drogen" wilt kunnen openen, moet de automaat door Miele worden geherprogrammeerd.
-
Deur ontgrendelen met de noodvoorziening
-
U mag de noodvoorziening alleen gebruiken als u de deur niet normaal kunt openen, bijvoorbeeld als de stroom is uitgevallen. Let op bij SPECIAL-programma's (zie ook "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen")!
Als u de deurvergrendeling deacti veert en de deur opent, kunt u zich branden of met bijtende stoffen in aanraking komen. Bij desinfectie­middelen kunt u met toxische dampen in aanraking komen!
^ Zet de programmaschakelaar op f.
^ Schakel de automaat uit met de toets
I-0.
-
-
Deur sluiten
Klap de deur omhoog en druk hem dicht totdat hij vastklikt. Druk daarbij niet op de deuropener.
^
Trek aan de ring die zich achter het inspectiepaneel bevindt (zie afbeel ding).
-
15
Waterontharder
Voor een optimaal reinigingsresultaat moet de automaat kunnen beschikken over zacht (kalkarm) water. Bij hard wa ter ontstaan er witte afzettingen op het spoelgoed en de wanden van de spoel ruimte. Water met een hardheid van meer dan 4 °dH (0,7 mmol/l) moet dan ook wor den onthard. Dit gebeurt automatisch in de ingebouwde ontharder.
De waterontharder werkt met regene
reerzout.
De automaat moet nauwkeurig wor
den ingesteld op de waterhardheid in uw regio.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid van het water in uw omgeving.
Als de waterhardheid schommelt (bij­voorbeeld tussen 8 en 17 °dH), pro­grammeer dan altijd de hoogste waar­de (in dit geval 17 °dH)!
De ingebouwde waterontharder kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 60 °dH.
Voor Miele is het voor bepaalde werk zaamheden handig te weten wat de waterhardheid in uw regio is.
Noteer hier de waterhardheid:
°dH
-
-
-
Waterontharder programmeren
Schakel de automaat uit.
^
-
Zet de programmaschakelaar op f.
^
-
Druk de toetsen ß en 6 in, houd
^
deze ingedrukt en schakel tegelijk de automaat in met de Aan/Uit-toets I-0.
In het display verschijnt de actuele pro
grammaversie P....
-
Het controlelampje p / 6 brandt.
Druk 1x op de toets 0.
^
In het display verschijnt E01.
^ Draai de programmaschakelaar 1 po-
sitie naar rechts (op de stand "1 uur").
In het display verschijnt het getal 19 (dit is de standaard ingestelde waterhard­heid in °dH).
^ Druk de toets ß zo vaak in of houd
deze zo lang ingedrukt totdat de ge­wenste waarde (hardheid in °dH) in het display verschijnt.
De waterhardheidswaarden in °dH, mmol/l en °f vindt u in de tabel op de volgende bladzijde.
Na de waarde 60 begint de teller weer bij 0.
^
Druk op de toets 6.
In het display verschijnt SP.
^
Druk nogmaals op de toets 6.
-
16
De gewenste waarde wordt opgesla gen. Het display gaat uit.
De automaat is klaar voor gebruik.
-
Tabel instelling waterontharder
Waterontharder
°dH mmol/l °f Instelling
0*) 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 **) 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
1 2 3 4 5 6 7 8 9
0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5 2,7 2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5 6,7 6,8 7,0
2 4 5 7
9 11 13 14 16 18 20 22 23 25 27 29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65 67 68 70
°dH mmol/l °f Instelling
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
7,2 7,4 7,6 7,7 7,9 8,1 8,3 8,5 8,6 8,8 9,0 9,2 9,4 9,5 9,7
9,9 10,1 10,3 10,4 10,6 10,8
72 74 76 77 79 81 83 85 86 88 90 92 94 95 97
99 101 103 104 106 108
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
*) De waarde "0" mag alleen bij appara-
ten zonder ontharder worden inge­steld.
**) Standaardinstelling.
17
Waterontharder
Zoutreservoir vullen
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout met een korrelgrootte van ca. 1-4 mm, zoals Broxomatic of Sunzout. Gebruik in geen geval andere soorten zout zoals keukenzout of strooi zout! Deze zouten kunnen niet-oplosba re deeltjes bevatten die een schadelijk effect kunnen hebben op de ontharder.
Het zoutreservoir heeft een inhoud van ca. 2,5 kg.
Als u per ongeluk reinigingsmid-
,
del in het zoutreservoir doet, raakt de waterontharder defect! Contro­leer daarom vóórdat u het zoutreser­voir vult of u een pak regenereerzout in uw handen heeft.
Haal het onderrek uit de automaat.
^
Draai de afsluitdop van het reservoir.
^
Als u het zoutreservoir voor de eerste keer vult, moet u het reservoir eerst met ca. 2,5 l water vullen, zo
­dat het zout kan oplossen. Na de in
­gebruikneming bevindt zich altijd voldoende water in het reservoir.
^ Plaats de trechter in de opening van
het zoutreservoir.
-
-
18
^
Vul het reservoir met zout.
Als u het reservoir vult, zal een beetje zoutoplossing over de rand van het re servoir lopen.
-
^ Verwijder eventuele zoutresten van
de schroefdraad en de dichting van het zoutreservoir.
^ Zet de afsluitdop er weer op en draai
de dop goed vast.
^ Kies direct daarna het programma
AFSPOELEN D. Zo wordt de overge­lopen zoutoplossing verdund en weggespoeld.
Waterontharder
Controlelampje "Zout bijvullen"
De ontharder wordt automatisch tijdens een programma geregenereerd. Als dit gebeurt, brandt in het programmaver­loop het controlelampje a k.
^ Vul regenereerzout bij als het contro-
lelampje b k oplicht.
Als het programma D na de pro grammastart pas na enkele minuten begint, is er niet sprake van een sto ring. De waterontharder wordt dan eerst geregenereerd.
-
-
19
Toepassingsmogelijkheden
Deze automaat kan van twee rekken worden voorzien (een onderrek en een bovenrek). Afhankelijk van de te reini gen en desinfecteren voorwerpen kunt u deze rekken van verschillende inzet ten voorzien of vervangen door andere speciale rekken.
Gebruik rekken en inzetten die ge schikt zijn voor de toepassing.
Op de volgende bladzijden vindt u di verse voorbeelden en informatie over de toepassingsmogelijkheden.
Controleer de volgende punten voor­dat u een programma start (visuele controle):
– Is het spoelgoed correct ge-
plaatst/aangesloten?
– Zijn de lumina/kanalen van holle in-
strumenten goed toegankelijk voor het water?
-
-
-
Controleer na elk programma-einde de volgende punten:
Controleer het reinigingsresultaat vi
-
sueel.
Bevinden zich alle holle instrumenten
nog op de betreffende inspuiters?
Holle instrumenten die tijdens de
,
behandeling zijn losgeraakt, moeten opnieuw worden behandeld.
Zijn de lumina van de holle instru
menten open?
– Zijn de inspuiters en aansluitingen
vast verbonden met het rek of de in­zet?
Controle op proteïneresten
Het reinigingsresultaat moet steek­proefsgewijs via proteïneanalyse wor­den gecontroleerd. U kunt hiervoor bij­voorbeeld de "Test-kit" van Miele ge­bruiken.
-
-
Zijn de sproeiarmen schoon en kun nen ze vrij roteren?
Is de zeefcombinatie schoon? Verwij der eventuele grove verontreini gingen of reinig de zeefcombinatie.
Sluit de rekadapter voor de watertoe voer van de sproeiarmen c.q. sproei koppen goed aan?
Is de inhoud van de reservoirs met proceschemicaliën nog voldoende?
20
-
-
-
-
-
Spoelgoed inruimen
Zet het spoelgoed zo in de rekken
dat het aan alle kanten door het wa ter kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden.
Plaats het spoelgoed zo dat de delen
elkaar niet afdekken.
Instrumenten met holle ruimten moe
ten ook van binnen volledig kunnen worden doorgespoeld.
Voor het inruimen van instrumenten
met nauwe, lange holle ruimten in c.q. het aansluiten van dergelijke in strumenten op het spoelsysteem moet zijn gewaarborgd dat de instru­menten goed kunnen worden door­gespoeld.
Toepassingsmogelijkheden
De sproeiarmen mogen niet door te
hoog of naar beneden uitstekend
-
-
spoelgoed worden geblokkeerd.
Gebruik alleen degelijke instru
menten van roestvrij staal om corro sie te voorkomen.
Vernikkelde instrumenten en instru
menten met geëloxeerd aluminium
­zijn niet geschikt voor machinale be
handeling.
Reinig thermolabiel spoelgoed alleen
met de programma's CHEM 60°C-5’ en combiCHEM 60°C-5’.
– Reinig geen wegwerpinstrumenten in
deze automaat.
Voorbereiden
-
-
-
-
– Plaats holle voorwerpen met de ope-
ningen naar beneden in de bijbeho­rende rekken en inzetten. Het water moet er goed in en uit kunnen.
– Plaats spoelgoed met een diepe bo-
dem zo veel mogelijk schuin in het rek, zodat het water eraf kan lopen.
Plaats hoog, smal spoelgoed in het midden van de rekken, zodat het goed door het water kan worden be reikt.
Dek licht spoelgoed met een net (bij voorbeeld A 6) af en plaats kleine voorwerpen in een zeefschaal, zodat ze de sproeiarm niet kunnen blokke ren.
Wagens en rekken met een adapter moeten op de juiste wijze zijn aange koppeld.
^ Maak het spoelgoed leeg voordat u
het in de automaat zet (neem hierbij de geldende voorschriften in acht).
,
Er mogen geen zuurresten of op­losmiddelen, vooral geen zoutzuur en chloride, in de spoelruimte te rechtkomen.
Opslag
­De instrumenten dienen zonder voorbe
handeling in de automaat te worden
-
geplaatst (droge opslag).
-
-
-
-
21
Toepassingsmogelijkheden
Verende watertoevoeradapter
De verende watertoevoeradapter van de rekken en injectorwagens moet bij het inschuiven in de automaat goed aansluiten. Daarom moet de adapter 4-5 mm hoger zijn ingesteld dan de wa tertoevoer in de automaat.
Is dat niet het geval, dan kunt u de adapter als volgt verstellen:
Hoogte-instelling bij een bovenrek
Het bovenrek kan op 3 standen worden ingesteld met telkens 2 cm hoogtever schil.
­Afhankelijk van de instelling van het bo
venrek en het gebruik van een inzet kan spoelgoed met verschillende hoogtes in de rekken worden geplaatst.
Bovenrek verstellen
Trek het bovenrek tot de aanslag
^
naar voren en til het van de rails.
^ Schroef de rolhouders aan weerszij-
den van het rek los met sleutel 7 en verplaats ze.
-
-
^ Draai de klemring los a.
^
Schuif de adapter omhoog b.
^
Draai de klemring weer vast c.
22
OK-instrumenten
Bij OK-instrumenten dient de opslagtijd tot de behandeling in de automaat zo kort mogelijk te zijn.
Chirurgische instrumenten (ook mini maal-invasieve chirurgische instru menten) dienen thermisch te worden gedesinfecteerd. Voor het naspoelen kunt u het beste demi-water gebruiken. Daarmee bereikt u een vlekvrij resultaat en voorkomt u corrosie. Huishoudwater met meer dan 100 mg chloride/l kan corrosie veroorzaken.
Plaats scharnierende instrumenten open in de zeefschalen. Ze mogen el­kaar niet afdekken.
Zeer nauwe instrumenten moeten zo nodig handmatig worden voorgerei­nigd. Houdt u zich daarbij aan de aanwijzingen van de betreffende fa­brikanten!
-
-
OK-schoenen (OS)
OK-schoenen/-klompen van thermola biel materiaal en/of inlegzolen worden chemo-thermisch op 60 °C (programma CHEM 60°C-5’) gereinigd en gedesin fecteerd. Een thermisch desinfectiepro gramma is mogelijk, als de fabrikant aangeeft dat het materiaal daartegen bestand is.
-
-
Toepassingsmogelijkheden
Operatieschoenen (-klompen) die nen bij voorkeur in een speciaal
voor deze toepassing geplaatste automaat te worden gereinigd en
gedesinfecteerd. Als u de reinigings- en desinfectie automaat ook voor andere toepas singen gebruikt, moet een risi co-analyse worden gemaakt.
U kunt de volgende rekken gebruiken:
O 167/1 tot schoenmaat 40,
O 173/1 tot schoenmaat 41 en
– U 168/1 tot schoenmaat 45.
Alternatief kan gebruik worden gemaakt van inzetten E 484 met beugels voor schoenen E 487 of voor zolen E 489 in een geschikt onderrek, bijvoorbeeld U 874/2.
Bij het reinigen van OK-schoeisel komen veel pluizen vrij. Controleer de zeven in de spoelruimte daarom frequent en reinig deze indien nodig (zie ook "Onderhoudsmaatregelen ­Zeven in de spoelruimte reinigen").
-
-
-
-
-
Voor het desinfectieresultaat van chemo-thermische procédés kunt u contact opnemen met de fabrikanten van de chemische desinfectiemiddelen.
23
Toepassingsmogelijkheden
KNO
E 373
E 417
Voor oortrechters en oor- en neusspe­cula. Geschikt voor boven- en onder­rekken.
^ Plaats de specula geopend in de in-
zet, zodat het water alle vlakken kan bereiken.
Voor KNO-instrumenten, bijvoorbeeld oortrechters. Geschikt voor bovenrek­ken.
De dunne chroomlaag in oortrech­ters kan zeer gevoelig zijn voor neu­tralisatiemiddelen.
24
Toepassingsmogelijkheden
GYN
E 416
Voor gynaecologische specula.
Belaad de inzet zoals afgebeeld.
Eendelige specula:
Plaats de specula geopend tussen
^
de spijlen van de inzet.
Tweedelige specula:
Plaats de onderste delen in de smalle
^
vakken van de inzet (op de afbeel ding links).
Plaats de bovenste delen in de brede
^
vakken van de inzet (op de afbeel ding rechts).
Plaats de specula telkens tussen twee spijlen, zodat ze niet met el­kaar in aanraking komen of elkaar afdekken.
-
-
25
Toepassingsmogelijkheden
Bovenrek / injector O 177/1
De linker kant is voorzien van een roos­ter en 28 inspuiters (in siliconen hou­ders) voor holle instrumenten. De in­spuiters dienen voor de directe inspui­ting. Hierdoor kunnen de lumina van holle instrumenten goed worden door­gespoeld voor een adequate reiniging en desinfectie.
Wegens het verwondingsgevaar
,
bij dubbelzijdig spitse instrumenten of bij het rechtop inruimen van in strumenten met omhoog gerichte sondes moet de belading van ach teren naar voren plaatsvinden. Bij het leegruimen dient u van voren naar achteren te werken.
-
-
De rechter kant kan voor inzetten wor­den gebruikt, bijvoorbeeld E 337 voor rechtopstaande instrumenten.
26
Endoscopie
Toepassingsmogelijkheden
Wegens het verwondingsgevaar
,
bij het rechtop inruimen van instru menten met omhoog gerichte son des moet de belading van achteren naar voren plaatsvinden. Bij het leegruimen dient u van voren naar achteren te werken.
-
-
Bovenrek / injector O 176
Aan de rechter kant bevinden zich 14 houders voor starre endoscopische in­strumenten met een totale lengte van 50 cm.
De linker kant kan voor inzetten worden gebruikt, bijvoorbeeld voor E 379.
-
In het midden bevinden zich 10 inspui ters met klemveren die u bijvoorbeeld voor catheters en slangen kunt ge bruiken.
-
-
27
Loading...
+ 61 hidden pages