Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 05 800 665
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................4
Verantwoord gebruik .............................................4
Op het apparaat aangebrachte symbolen .............................8
Het afdanken van het apparaat......................................59
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat mag uitsluitend door
Dit apparaat voldoet aan de gelden
de veiligheidsvoorschriften. Bij on
deskundig gebruik echter kunnen
personen letsel oplopen en kan er
materiële schade ontstaan. Lees de
gebruiksaanwijzing daarom aan
dachtig door voordat u het apparaat
voor het eerst gebruikt. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitslui-
~
tend bestemd voor het gebruik dat is
aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Ander gebruik, alsmede
aanpassingen en wijzigingen zijn niet
toegestaan en kunnen gevaarlijk zijn.
De reinigings- en
desinfectieprogramma's zijn uitsluitend
bedoeld voor instrumenten, medische
hulpmiddelen en
laboratoriumvoorwerpen die daarvoor
door de desbetreffende fabrikanten zijn
vrijgegeven. Neem de aanwijzingen
van die fabrikanten in acht.
De fabrikant van deze automaat kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door onjuist ge
bruik of foutieve bediening.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld
~
voor binnengebruik.
-
-
-
~
-
een vakman op een niet-stationaire lo
catie (bijvoorbeeld een boot of camper)
worden ingebouwd en aangesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
Neem de volgende veiligheidsin
structies in acht, zodat uw eigen vei
-
ligheid en die van anderen gewaar
borgd is!
Dit apparaat mag alleen door Miele
~
in gebruik worden genomen, alsmede
onderhouden en gerepareerd. Volgens
het Besluit Medische Hulpmiddelen is
regelmatig onderhoud aan te bevelen.
In dit verband is een
Miele-onderhoudscontract aan te raden. Door ondeskundige reparaties
kunnen voor de gebruiker grote risico's
ontstaan.
Het apparaat mag niet worden op-
~
gesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te
zijn.
De elektrische veiligheid van het ap
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aar
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vak
man wordt geïnspecteerd. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die wordt veroorzaakt door
een ontbrekende of beschadigde aard
draad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Een beschadigd apparaat kan uw
~
veiligheid in gevaar brengen. Stel het
apparaat meteen buiten werking en
neem contact op met Miele.
Personeel dat het apparaat bedient,
~
moet regelmatig worden geïnstrueerd.
Laat het apparaat niet bedienen door
personeel dat niet is geïnstrueerd.
Wees voorzichtig in de omgang met
~
proceschemicaliën (reinigings- en neu
tralisatiemiddelen,
reinigingsversterkers, naspoelmid
delen, etc.)! Vaak zijn dit bijtende en ir
riterende stoffen. Gebruik nooit organi
sche oplosmiddelen of ontvlambare
vloeistoffen in verband met explosiegevaar!
Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Houdt u zich bij
de proceschemicaliën aan de veiligheidsvoorschriften en de
veiligheidsgegevensbladen van de betreffende fabrikant!
Het water in de spoelruimte is geen
~
drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit
~
ten of staan. Het apparaat kan kantelen
en beschadigd raken.
Plaats scherpe en spitse voor
~
werpen zo in de automaat dat dit geen
risico's oplevert. Wees extra voorzichtig
als u dergelijke voorwerpen rechtop
zet.
-
-
-
-
Houdt u bij gebruik van de reini
~
gingsautomaat rekening met eventuele
hoge temperaturen. Als u de deurver
grendeling deactiveert en de deur ver
volgens opent, kunt u zich branden of
met bijtende stoffen in aanraking ko
men. Bovendien kunt u bij desinfectie
middelen met toxische dampen in aan
raking komen!
Houdt u zich bij contact met
~
toxische dampen of proceschemicaliën
aan de aanwijzingen uit de
veiligheidsgegevensbladen van de be
treffende fabrikant!
Wagens, modules, inzetten en de
~
belading moeten eerst afkoelen. Giet
water dat eventueel in het spoelgoed is
achtergebleven in de spoelruimte.
Open na het drogen met het droog-
~
aggregaat de deur van de automaat en
laat het spoelgoed, de wagen, de modules en de inzetten voldoende afkoelen.
Raak de verwarmingselementen niet
~
meteen aan als u de deur tijdens of na
een programma opent. U kunt zich er
aan branden, ook nog minuten na af
loop van een programma.
De reinigingsautomaat en de directe
~
omgeving ervan mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger) wor
den afgespoten.
Maak het apparaat vóór onder
~
houdswerkzaamheden altijd spannings
vrij.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de volgende aanwijzingen in
acht om de kwaliteit van de behande
ling te waarborgen, met name bij me
dische producten en bepaald labora
toriumglaswerk. U vermijdt daarmee
risico's voor de patiënten, alsmede
schade aan apparaat en spoelgoed!
Indien het apparaat gebruikt is voor
~
ontsmettingen die van overheidswege
zijn voorgeschreven, moeten bij repara
tie of vervanging de dampcondensator,
de verbindingen van de dampconden
sator met de spoelruimte en de afvoer
van het apparaat worden gedesinfec
teerd.
Programma's mogen alleen in uit-
~
zonderingsgevallen worden onderbroken. Dit mag alleen door
geautoriseerde personen worden gedaan.
De reinigings- en desinfectiestan-
~
daard van het desinfectieproces moet
worden bewaakt. Daarom moeten de
processen regelmatig thermo-elektrisch
worden gecontroleerd en moet ook het
eindresultaat worden beoordeeld. De
resultaten moeten worden
gedocumenteerd. Bij chemothermische
procédés zijn extra controles met
chemo-indicatoren nodig.
Voor de thermische desinfectie
~
moeten temperaturen en inwerktijden
worden gebruikt die volgens de richtlij
nen en volgens microbiologische en hy
giënische inzichten de vereiste profyla
xe tegen infectie bieden.
-
-
Desinfectieprogramma's waarbij een
~
chemisch desinfectiemiddel wordt ge
-
bruikt en die met relatief lage tempera
-
turen werken (bijvoorbeeld 65 °C of la
-
ger) zijn niet officieel erkend volgens
§18 IfSG. Gebruik dergelijke program
ma's alleen indien dat bij temperatuur
gevoelig spoelgoed noodzakelijk is. De
desinfectieparameters zijn gebaseerd
op de gegevens van de
desinfectiemiddelenfabrikanten. Houdt
u zich aan de instructies inzake ge
bruik, gebruiksvoorwaarden en
effectiviteit. Het gebruik van chemothermische procédés valt onder de ver
antwoordelijkheid van de exploitant.
Als bij de behandeling toxische,
~
chemische stoffen in het water terechtkomen (bijvoorbeeld aldehyde in desinfectiemiddel), dient extra rekening te
worden gehouden met de mogelijke
risico's als u het programma onderbreekt en het apparaat opent. Controleer altijd de dichting van de deur en
de functie van de dampcondensator.
Operatieschoenen mogen alleen in
~
een voor deze toepassing geplaatst ap
paraat worden gereinigd en gedesin
fecteerd.
Proceschemicaliën kunnen onder
~
bepaalde omstandigheden schade aan
het apparaat veroorzaken. Houdt u zich
aan de aanbevelingen van Miele. Neem
in geval van schade of wanneer u
vermoedt dat chemicaliën schadelijk
zijn contact op met Miele.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld
~
met reinigings- of desinfectiemiddelen),
maar ook bepaalde verontreinigingen
en sommige proceschemicaliën kunnen
- ook door chemische wisselwerking schuim veroorzaken. Schuim kan het
resultaat van de reiniging of desinfectie
verminderen.
Wanneer voor een toepassing be
~
paalde proceschemicaliën worden aan
bevolen (bijvoorbeeld een reinigings
middel), betekent dit niet dat de fabri
kant van het apparaat ook aansprakelijk
is voor het effect van het middel op het
spoelgoed. Houd er rekening mee dat
veranderingen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van
de fabrikant van de chemicaliën het resultaat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van
~
proceschemicaliën altijd op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik de
proceschemicaliën alleen voor toepassingen die door de fabrikant worden
aangegeven. Hiermee voorkomt u ma
teriële schade en eventuele heftige
chemische reacties (bijvoorbeeld een
gasexplosie).
Deze automaat is alleen geschikt
~
voor gebruik met water en aanbevolen
proceschemicaliën. Gebruik geen orga
nische oplosmiddelen in verband met
onder meer explosiegevaar. Let op! Er
zijn veel organische oplosmiddelen,
waarbij geen explosiegevaar bestaat,
maar waarbij andere problemen kun
nen optreden, zoals aantasting van rub
ber en kunststoffen.
-
-
-
-
-
Bij toepassingen waarbij zeer hoge
~
eisen aan het resultaat worden gesteld,
raden wij u aan de voorwaarden voor
het reinigingsproces
(proceschemicaliën, waterkwaliteit,
etc.) van te voren met Miele te
bespreken.
Als er zeer hoge eisen aan het
~
reinigings- en naspoelresultaat worden
gesteld (bijvoorbeeld bij chemische
analyse of speciale industriële toepas
singen), moet de exploitant regelmatig
kwaliteitscontroles uitvoeren om de rei
nigingsstandaard te waarborgen.
Wagens, rekken en inzetten mogen
~
alleen volgens de voorschriften worden
gebruikt. Holle instrumenten moeten
van binnen goed doorgespoeld kunnen
worden.
Schalen, bakjes en dergelijke die
~
nog vloeistofresten bevatten, moeten
geleegd worden vóórdat u ze in de automaat plaatst.
Verwijder resten van oplosmiddelen
~
en zuren, met name zoutzuur en chlori
dehoudende oplossingen, van het
spoelgoed vóórdat u het in de auto
maat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen
die corrosie kunnen veroorzaken. Van
oplosmiddelen in verbinding met vuil
mogen slechts sporen aanwezig zijn.
Dit geldt met name voor gevarenklasse
A1.
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Om schade door corrosie te ver
~
mijden, mag de roestvrijstalen omman
teling niet in aanraking komen met zout
zuurhoudende oplossingen en
dampen.
Neem de installatie-instructies uit de
~
gebruiksaanwijzing en de installatie
handleiding in acht.
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mogen
~
alleen Miele-hulpapparaten worden
aangesloten. Informeer bij Miele naar
de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend wagens, rekken
~
en inzetten van Miele. Als deze
Miele-producten worden aangepast of
bij gebruik van wagens of inzetten van
derden kan Miele niet waarborgen dat
het reinigings- en desinfectieresultaat
toereikend is. Hieruit voortvloeiende
schade valt niet onder de garantie.
Gebruik uitsluitend
~
proceschemicaliën die door de betref
fende fabrikant zijn vrijgegeven voor de
gewenste toepassing. De fabrikant van
de proceschemicaliën is verantwoorde
lijk voor eventuele negatieve gevolgen
voor het spoelgoed en de reinigingsau
tomaat.
-
-
-
Op het apparaat aangebrachte
-
symbolen
-
Het afdanken van het apparaat
~
paraat door bloed of andere
lichaamsvloeistoffen kan zijn
gecontamineerd. Het apparaat moet
dan voor de verwijdering worden
gedecontamineerd.
Verwijder met het oog op de veiligheid
en het milieu alle resten van de
proceschemicaliën. Houdt u zich hierbij
aan de veiligheidsinstructies. Draag
een veiligheidsbril en handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar
of verwijder het, zodat kinderen zich
niet in het apparaat kunnen opsluiten.
Informeer bij de gemeentelijke reini
-
gingsdienst naar de verdere verwer
kingsprocedures voor afgedankte ap
-
paraten.
Bij apparaten met een tanksysteem
moet eerst het water in de tank worden
afgevoerd.
Let op!
Volg de aanwijzingen uit de ge
bruiksaanwijzing!
Let op!
Gevaar voor een elektrische
schok!
Houdt u er rekening mee dat het ap
-
-
-
-
-
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant
niet verantwoordelijk worden gesteld
voor schade die daar eventueel het
gevolg van is.
8
Functiebeschrijving
Met deze reinigings- en
desinfectieautomaat kunt u voor herge
bruik bedoelde producten, medische
producten en laboratoriumspoelgoed
reinigen, spoelen, desinfecteren (ther
misch dan wel chemo-thermisch) en
drogen.
Houdt u zich daarbij ook aan de aanwij
zingen van de fabrikanten van de medi
sche producten (EN ISO 17664) en van
het laboratoriumspoelgoed.
Geschikt voor onder meer:
chirurgische instrumenten.
–
– instrumenten uit de
minimaalinvasieve chirurgie.
– instrumentarium uit de anesthesie en
de intensive care.
– babyflessen en spenen.
– OK-schoenen.
Of
– laboratoriuminstrumenten van
research- en productieafdelingen.
De term "spoelgoed" wordt in deze ge
bruiksaanwijzing algemeen toegepast
als de te behandelen voorwerpen niet
nader gedefinieerd worden.
Voor de behandeling van instrumenten
c.q. laboratoriumspoelgoed dient van
wege de standaardisatie bij voorkeur
van machinale reinigingsprocédés ge
bruik te worden gemaakt.
Indien voor de bescherming van het
personeel of van de patiënten het
spoelgoed moet worden gedesinfec
teerd, dient dit bij voorkeur met ther
mische desinfectie te geschieden, bij
voorbeeld met het DESIN vario
TD-programma.
Overeenkomstig het A
-concept van
0
EN ISO 15883-1 geschiedt de thermische desinfectie bij 80 °C (+ 5 °C,
- 0 °C) en een inwerktijd van 10 minuten
(A
600) dan wel bij 90 °C (+ 5 °C,
0
- 0 °C) en een inwerktijd van 5 minuten
(A
3000), afhankelijk van de vereiste
0
desinfectiewerking. Het werkingsgebied A
3000 omvat ook de inactive-
0
ring van HBV.
-
-
-
-
-
-
–
laboratoriuminstrumenten voor analy
tische en preparatieve toepassingen.
–
laboratoriuminstrumenten uit de mi
-
crobiologie en de biotechnologie.
Onder laboratoriuminstrumenten wordt
alles verstaan van verdampingsschalen
tot centrifugebuisjes.
-
Houdt u zich aan alle voorschriften die
van toepassing zijn op desinfecties (in
Duitsland bijvoorbeeld § 18 IfSG).
De behandeling moet aan de verontrei
niging en het te behandelen spoelgoed
worden aangepast.
Stem de proceschemicaliën af op het
reinigingsprobleem en eventueel op de
analyse c.q. analytische methode.
-
9
Functiebeschrijving
Het reinigingsresultaat is van
doorslaggevend belang voor de desin
fectie, de sterilisatie en de verwijdering
van verontreinigingsresten en daarmee
voor een veilig hergebruik.
Voor de behandeling van medische
producten verdient het DESIN vario
TD-programma de voorkeur.
-
Voor een goede reiniging van de instru
menten en apparaten moeten geschikte
beladingssystemen worden gebruikt
(wagens, modules, inzetten, etc.). In
het hoofdstuk "Toepassingsmogelijkhe
den" vindt u diverse voorbeelden.
De reinigings- en desinfectieautomaat
is geschikt voor naspoeling met
huishoudwater of demi-water. Met
name bij laboratoriumspoelgoed voor
analytische toepassingen is de waterkwaliteit van groot belang.
Het apparaat is voor de validatie van
de processen kwalificeerbaar volgens
EN ISO 15883.
-
-
10
Algemeen
a Droogaggregaat (DA)
b Reservoir voor neutralisatiemiddel
(rood) en vloeibaar reinigingsmiddel
(blauw)
c Zeefcombinatie
d Zoutreservoir (waterontharder)
e Inspectiepaneel
f Ingang voor validatiedoeleinden
Achterkant:
g Aansluiting voor DOS-module K 60
"Doseerpomp voor neutralisatiemid
del" (wit) en "Doseerpomp voor che
misch desinfectiemiddel" (groen)
h Seriële interface (links boven, achter
de afdekplaat)
-
-
11
Algemeen
Bedieningselementen
12
a Display
Met screensaver; de achtergrondverlichting wordt na ca.
15 minuten automatisch uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige toets om de verlichting weer in te
schakelen.
Foutmeldingen die tijdens het gebruik voorkomen, worden
in het display weergegeven.
Een tabel met alle foutmeldingen vindt u in het program
meerhandboek.
b Aan/Uit-toets (I-0)
c Cursortoets links 1
Verplaatst de cursor naar links:
– naar het vorige menupunt
– naar de vorige parameter
– naar de vorige invoerpositie
-
Algemeen
d Cursortoets rechts 2
Verplaatst de cursor naar rechts:
– naar het volgende menupunt
– naar de volgende parameter
– naar de volgende invoerpositie
e Min-toets 3
– Keuze van de programmaplaatsen boven 24
– Bladzijdegewijs achteruitbladeren in menu’s
– Cijfers en letters invoeren
– Instellingen wijzigen, bijvoorbeeld serviceparameters
f Plus-toets 4
– Keuze van de programmaplaatsen vanaf 24
– Bladzijdegewijs vooruitbladeren in menu’s
– Cijfers en letters invoeren
– Instellingen wijzigen, bijvoorbeeld serviceparameters
g Deurschakelaar 5
h Starttoets 6
– Programma starten
– Invoermodus activeren
– Waarden en instellingen bevestigen
– Menupunten bevestigen om in het juiste submenu te komen
i Stoptoets 7
– Programma afbreken
– Invoerscherm verlaten zonder op te slaan
– Menu verlaten
j Service-interface 8
k Keuzeschakelaar
Voor de programmaplaatsen 1-23
13
Het openen en sluiten van de deur
Elektrische deurvergrendeling
Het apparaat is voorzien van een elek
trische deurvergrendeling.
De deur kan alleen worden geopend
als:
het apparaat elektrisch is aangeslo
–
ten,
de Aan/Uit-toets I-0 is ingedrukt en
–
geen reinigings- of desinfectiepro
–
gramma actief is.
-
Deur openen
^ Druk op de deurschakelaar 5. Pak
de greep vast en open de deur.
Raak de verwarmingselementen
,
niet meteen aan als u de deur tijdens of na een programma opent. U
kunt zich eraan branden, ook nog
minuten na afloop van een programma.
Deur ontgrendelen met de
noodvoorziening
-
U mag de noodvoorziening alleen
gebruiken als u de deur niet meer
normaal kunt openen, bijvoorbeeld
als de stroom is uitgevallen.
Let op bij DESIN-programma’s - zie
ook de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen.
Schakel de automaat uit (toets I-0).
^
Deur sluiten
^
Klap de deur omhoog en druk totdat
de deur dichtklikt.
14
^
Trek aan de ring die zich achter het
inspectiepaneel bevindt (zie afbeel
ding).
-
Waterontharder
Voor een optimaal reinigingsresultaat
moet de reinigingsautomaat kunnen be
schikken over zacht (kalkarm) water. Bij
hard water ontstaan er witte afzettingen
op het spoelgoed en de wanden van
de spoelruimte.
Water met een hardheid van meer dan
4° d (0,7 mmol/l) moet dan ook worden
onthard. Dit gebeurt automatisch in de
ingebouwde ontharder.
De waterontharder werkt met regene
–
reerzout.
De automaat moet nauwkeurig wor
–
den ingesteld op de waterhardheid
in uw regio.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid
van het water in uw omgeving.
De waterontharder is standaard ingesteld op een waterhardheid van 19 °d
(3,4 mmol/l).
Bij een andere waterhardheid (ook
onder 4 °d) moet de standaardin
stelling met de elektronische bestu
ring worden gewijzigd.
Als de waterhardheid schommelt (bij
voorbeeld tussen 8 en 17 °d), stel de
waterontharder dan altijd op de hoog
ste waarde in (in dit geval op 17 °d)!
-
-
-
-
-
Voor de Technische Dienst is het voor
bepaalde werkzaamheden handig te
weten wat de waterhardheid in uw regio
is.
Noteer hier de waterhardheid:
°d
-
Waterontharder instellen
Bij de eerste ingebruikneming moet de
Technische Dienst van Miele de water
hardheid in de elektronische besturing
invoeren, (zie "Programmeerhandboek"
onder "Informatie over de werking van
de automaat - Regenereren").
Zout bijvullen
Als in het display de melding ZOUT
BIJVULLEN verschijnt, moet regenereerzout worden bijgevuld.
Het regenereren van de waterontharder
gebeurt automatisch tijdens het pro
grammaverloop.
In het display verschijnt dan de melding REGENEREREN.
-
-
De ingebouwde waterontharder kan
worden ingesteld op een waarde
tussen 1 °d en 60 °d.
15
Waterontharder
Zoutreservoir vullen
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig
regenereerzout met een korrelgrootte
van ca. 1-4 mm, zoals Broxomatic of
Sunzout. Gebruik in geen geval andere
soorten zout zoals keukenzout of strooi
zout! Deze zouten kunnen
niet-oplosbare deeltjes bevatten die
een nadelig effect kunnen hebben op
de werking van de ontharder.
Het zoutreservoir heeft een inhoud van
ca. 2,5 kg.
Als u per ongeluk reinigingsmid
,
del in het zoutreservoir doet, raakt
de waterontharder defect! Controleer daarom vóórdat u het zoutreservoir vult of u een pak regenereerzout
in uw handen heeft.
^ Haal het onderrek uit de automaat.
^ Draai de afsluitdop van het reservoir.
Belangrijk!
Als u het zoutreservoir voor de
eerste keer vult, moet u het reservoir
eerst met ca. 2,5 l water vullen, zo
dat het zout kan oplossen. Na de in
gebruikneming bevindt zich altijd
voldoende water in het reservoir.
-
-
-
-
Plaats de trechter in de opening van
^
het zoutreservoir.
^ Vul het reservoir met zout.
Als u het reservoir vult, zal een beetje
zoutoplossing over de rand van het reservoir lopen.
^ Verwijder eventuele zoutresten van
de schroefdraad van het zoutreservoir.
^
Zet de afsluitdop er weer op en draai
de dop goed dicht.
^
Kies daarna meteen het programma
ZOUT VERWIJDEREN. Zo wordt de
overgelopen zoutoplossing verdund
en weggespoeld.
16
Er is geen storing als het program
ma ZOUT VERWIJDEREN pas en
kele minuten nadat u de automaat
heeft ingeschakeld start. De water
ontharder wordt dan eerst gerege
nereerd.
-
-
-
-
Automatische wagenherkenning (AWH)
Onder bedieningsniveau C wijst de au
tomatische wagenherkenning (AWH)
aan een geldig gecodeerde wagen een
vaste programmaplaats toe. Voor de
AWH zijn de programmaplaatsen 1-15
gereserveerd.
De wagencodering (op de wagen) en
de programmaplaats met het bijbeho
rende programma in de elektronische
besturing ("Profitronic") moeten op el
kaar worden afgestemd.
Daarvoor is het nodig dat:
iedere wagen wordt gecodeerd vóór
^
dat deze voor het eerst wordt gebruikt (zie: "Wagencodering") en dat
^ het reinigingsprogramma dat voor
een gecodeerde wagen bestemd is
aan een bepaalde programmaplaats
wordt toegewezen.
Voor het wijzigen van een programmaplaats zie "Programmeerhandboek" onder "Systeemfunctie - Indeling keuzeschakelaar".
-
-
Voordat u het programma start,
,
moet u beslist controleren of het dis
play het juiste programma voordeze wagen aangeeft. Is dat niet het
geval, dan kan het reinigings- of
desinfectieresultaat onvoldoende
zijn! Programma's voor wagens met
AWH (op vastgelegde programma
plaatsen) mogen niet worden ver
wisseld.
-
-
-
-
17
Automatische wagenherkenning (AWH)
Wagencodering
De automatische wagenherkenning
wijst aan een wagen een programma
plaats toe. Hiervoor moeten de wagens
met een magneetstrook (met een bit
combinatie) gecodeerd zijn.
Onder bedieningsniveau C is voor een
gecodeerde wagen alleen het program
ma beschikbaar dat bij de betreffende
programmaplaats hoort.
Nadat een gecodeerde wagen is inge
schoven (de magneetstrook moet vrij
zijn van kleine voorwerpen) en de deur
van het apparaat gesloten is, kiest de
wagenherkenning het bijbehorende
programma.
Aan de magneetstrook, met
,
name de onderkant, mogen zich
geen kleine metalen voorwerpen of
delen van instrumenten bevinden
(die door de magneetwerking zijn
aangetrokken).
Door zulke voorwerpen wordt de codering mogelijk niet goed afgelezen.
-
-
Voor de codering worden vijf bits ge
bruikt:
-
-
De bits 1 tot 4 bepalen de wagenco
–
de.
– Bit 5 dient voor de controle
(parity-bit).
-
-
^
Het programma wordt met 6 gestart.
18
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.