Miele G 7835 CD User manual

Gebruiksaanwijzing
Reinigings- en desinfectieautomaat G 7835 CD
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 05 800 665
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................4
Verantwoord gebruik .............................................4
Op het apparaat aangebrachte symbolen .............................8
Functiebeschrijving ................................................9
Algemeen .......................................................11
Bedieningselementen ..............................................12
Het openen en sluiten van de deur ..................................14
Elektrische deurvergrendeling........................................14
Deur ontgrendelen met de noodvoorziening.............................14
Waterontharder ..................................................15
Waterontharder instellen ............................................15
Zout bijvullen .....................................................15
Zoutreservoir vullen ................................................16
Automatische wagenherkenning (AWH) ..............................17
Wagencodering ...................................................18
Houder met wagencodering.......................................19
Wagencodering instellen .........................................19
Toepassingsmogelijkheden ........................................21
Spoelgoed inruimen................................................22
Hoogte-instelling bij een bovenrek ....................................23
OK-instrumenten (OP) ..............................................24
Oogheelkunde ....................................................25
Anesthesie-instrumenten (AN)........................................26
Babyflessen (BC)..................................................27
OK-schoenen (OS) ................................................28
Laboratoriumglaswerk (LG) ..........................................29
Vloeibare proceschemicaliën doseren ...............................30
Voorbereiding ....................................................30
Het vullen van de reservoirs .......................................31
Doseersystemen ontluchten .........................................32
Onderhoud doseersystemen .........................................32
Externe doseersystemen ............................................32
Bediening .......................................................33
Inschakelen ......................................................33
Niveau veranderen ................................................33
Het starten van een programma ......................................34
Programmaverloop ................................................35
2
Inhoud
Uitschakelen .....................................................36
Programma afbreken ...............................................36
Programma onderbreken............................................37
Seriële interface ..................................................38
Onderhoudsmaatregelen ..........................................39
Onderhoud.......................................................39
Procesvalidatie ...................................................40
Routinecontroles ..................................................40
Zeven in de spoelruimte reinigen .....................................41
Grove zeef reinigen .............................................41
Vlakke zeef en microfilter reinigen ..................................42
Bedieningspaneel reinigen ..........................................44
Front reinigen.....................................................44
Spoelruimte reinigen ...............................................44
Deurdichting reinigen ..............................................44
Controle op proteïneresten ..........................................44
Wagens, rekken en inzetten, .........................................45
Onderhoud droogaggregaat .........................................46
Groffilter vervangen .............................................46
Bacteriefilter vervangen ..........................................47
Storingen verhelpen ..............................................48
Thermoschakelaar .................................................48
Zeefjes in de watertoevoer reinigen ...................................49
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen .................................50
Technische Dienst ................................................51
Plaatsing ........................................................52
Elektrische aansluiting ............................................54
Wateraansluiting .................................................55
Watertoevoer aansluiten ............................................55
Demi-wateraansluiting (drukbestendig), voor 60 - 1000 kPa (0,6 - 10 bar)
overdruk ......................................................56
Demi-wateraansluiting (drukloos),
8,5 - 60 kPa (0,085 - 0,6 bar) - optie - ...............................56
Waterafvoer aansluiten .............................................57
Technische gegevens .............................................58
Het afdanken van het apparaat......................................59
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat mag uitsluitend door Dit apparaat voldoet aan de gelden de veiligheidsvoorschriften. Bij on deskundig gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom aan dachtig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitslui-
~
tend bestemd voor het gebruik dat is aangegeven in deze gebruiksaanwij­zing. Ander gebruik, alsmede aanpassingen en wijzigingen zijn niet toegestaan en kunnen gevaarlijk zijn. De reinigings- en desinfectieprogramma's zijn uitsluitend bedoeld voor instrumenten, medische hulpmiddelen en laboratoriumvoorwerpen die daarvoor door de desbetreffende fabrikanten zijn vrijgegeven. Neem de aanwijzingen van die fabrikanten in acht. De fabrikant van deze automaat kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door onjuist ge bruik of foutieve bediening.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld
~
voor binnengebruik.
-
-
-
~
-
een vakman op een niet-stationaire lo catie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Neem de volgende veiligheidsin structies in acht, zodat uw eigen vei
-
ligheid en die van anderen gewaar borgd is!
Dit apparaat mag alleen door Miele
~
in gebruik worden genomen, alsmede onderhouden en gerepareerd. Volgens het Besluit Medische Hulpmiddelen is regelmatig onderhoud aan te bevelen. In dit verband is een Miele-onderhoudscontract aan te ra­den. Door ondeskundige reparaties kunnen voor de gebruiker grote risico's ontstaan.
Het apparaat mag niet worden op-
~
gesteld in een explosiegevaarlijke ruim­te. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De elektrische veiligheid van het ap
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op een aar dingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat wordt nage
­gaan of aan deze fundamentele veilig heidsvoorwaarde is voldaan en dat de huisinstallatie bij twijfel door een vak man wordt geïnspecteerd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aard draad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Een beschadigd apparaat kan uw
~
veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact op met Miele.
Personeel dat het apparaat bedient,
~
moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd.
Wees voorzichtig in de omgang met
~
proceschemicaliën (reinigings- en neu tralisatiemiddelen, reinigingsversterkers, naspoelmid delen, etc.)! Vaak zijn dit bijtende en ir riterende stoffen. Gebruik nooit organi sche oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen in verband met explosiege­vaar! Neem de geldende veiligheidsvoor­schriften in acht. Draag een veiligheids­bril en handschoenen. Houdt u zich bij de proceschemicaliën aan de veilig­heidsvoorschriften en de veiligheidsgegevensbladen van de be­treffende fabrikant!
Het water in de spoelruimte is geen
~
drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit
~
ten of staan. Het apparaat kan kantelen en beschadigd raken.
Plaats scherpe en spitse voor
~
werpen zo in de automaat dat dit geen risico's oplevert. Wees extra voorzichtig als u dergelijke voorwerpen rechtop zet.
-
-
-
-
Houdt u bij gebruik van de reini
~
gingsautomaat rekening met eventuele hoge temperaturen. Als u de deurver grendeling deactiveert en de deur ver volgens opent, kunt u zich branden of met bijtende stoffen in aanraking ko men. Bovendien kunt u bij desinfectie middelen met toxische dampen in aan raking komen!
Houdt u zich bij contact met
~
­toxische dampen of proceschemicaliën
aan de aanwijzingen uit de veiligheidsgegevensbladen van de be
­treffende fabrikant!
Wagens, modules, inzetten en de
~
belading moeten eerst afkoelen. Giet water dat eventueel in het spoelgoed is achtergebleven in de spoelruimte.
Open na het drogen met het droog-
~
aggregaat de deur van de automaat en laat het spoelgoed, de wagen, de mo­dules en de inzetten voldoende afkoe­len.
Raak de verwarmingselementen niet
~
meteen aan als u de deur tijdens of na een programma opent. U kunt zich er aan branden, ook nog minuten na af loop van een programma.
De reinigingsautomaat en de directe
~
omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) wor den afgespoten.
Maak het apparaat vóór onder
~
houdswerkzaamheden altijd spannings vrij.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit van de behande ling te waarborgen, met name bij me dische producten en bepaald labora toriumglaswerk. U vermijdt daarmee risico's voor de patiënten, alsmede schade aan apparaat en spoelgoed!
Indien het apparaat gebruikt is voor
~
ontsmettingen die van overheidswege zijn voorgeschreven, moeten bij repara tie of vervanging de dampcondensator, de verbindingen van de dampconden sator met de spoelruimte en de afvoer van het apparaat worden gedesinfec teerd.
Programma's mogen alleen in uit-
~
zonderingsgevallen worden onderbro­ken. Dit mag alleen door geautoriseerde personen worden ge­daan.
De reinigings- en desinfectiestan-
~
daard van het desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moeten de processen regelmatig thermo-elektrisch worden gecontroleerd en moet ook het eindresultaat worden beoordeeld. De resultaten moeten worden gedocumenteerd. Bij chemothermische procédés zijn extra controles met chemo-indicatoren nodig.
Voor de thermische desinfectie
~
moeten temperaturen en inwerktijden worden gebruikt die volgens de richtlij nen en volgens microbiologische en hy giënische inzichten de vereiste profyla xe tegen infectie bieden.
-
-
Desinfectieprogramma's waarbij een
~
chemisch desinfectiemiddel wordt ge
-
bruikt en die met relatief lage tempera
-
turen werken (bijvoorbeeld 65 °C of la
-
ger) zijn niet officieel erkend volgens
§18 IfSG. Gebruik dergelijke program ma's alleen indien dat bij temperatuur gevoelig spoelgoed noodzakelijk is. De desinfectieparameters zijn gebaseerd op de gegevens van de
­desinfectiemiddelenfabrikanten. Houdt
u zich aan de instructies inzake ge bruik, gebruiksvoorwaarden en effectiviteit. Het gebruik van chemo­thermische procédés valt onder de ver antwoordelijkheid van de exploitant.
Als bij de behandeling toxische,
~
chemische stoffen in het water terecht­komen (bijvoorbeeld aldehyde in desin­fectiemiddel), dient extra rekening te worden gehouden met de mogelijke risico's als u het programma onder­breekt en het apparaat opent. Contro­leer altijd de dichting van de deur en de functie van de dampcondensator.
Operatieschoenen mogen alleen in
~
een voor deze toepassing geplaatst ap paraat worden gereinigd en gedesin fecteerd.
Proceschemicaliën kunnen onder
~
bepaalde omstandigheden schade aan het apparaat veroorzaken. Houdt u zich aan de aanbevelingen van Miele. Neem
­in geval van schade of wanneer u
­vermoedt dat chemicaliën schadelijk
­zijn contact op met Miele.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld
~
met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en sommige proceschemicaliën kunnen
- ook door chemische wisselwerking ­schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie verminderen.
Wanneer voor een toepassing be
~
paalde proceschemicaliën worden aan bevolen (bijvoorbeeld een reinigings middel), betekent dit niet dat de fabri kant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het middel op het spoelgoed. Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslag­voorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemicaliën het re­sultaat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van
~
proceschemicaliën altijd op de aanwij­zingen van de fabrikant. Gebruik de proceschemicaliën alleen voor toepas­singen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u ma teriële schade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Deze automaat is alleen geschikt
~
voor gebruik met water en aanbevolen proceschemicaliën. Gebruik geen orga nische oplosmiddelen in verband met onder meer explosiegevaar. Let op! Er zijn veel organische oplosmiddelen, waarbij geen explosiegevaar bestaat, maar waarbij andere problemen kun nen optreden, zoals aantasting van rub ber en kunststoffen.
-
-
-
-
-
Bij toepassingen waarbij zeer hoge
~
eisen aan het resultaat worden gesteld, raden wij u aan de voorwaarden voor het reinigingsproces (proceschemicaliën, waterkwaliteit, etc.) van te voren met Miele te bespreken.
Als er zeer hoge eisen aan het
~
reinigings- en naspoelresultaat worden gesteld (bijvoorbeeld bij chemische
­analyse of speciale industriële toepas singen), moet de exploitant regelmatig kwaliteitscontroles uitvoeren om de rei nigingsstandaard te waarborgen.
Wagens, rekken en inzetten mogen
~
alleen volgens de voorschriften worden gebruikt. Holle instrumenten moeten van binnen goed doorgespoeld kunnen worden.
Schalen, bakjes en dergelijke die
~
nog vloeistofresten bevatten, moeten geleegd worden vóórdat u ze in de au­tomaat plaatst.
Verwijder resten van oplosmiddelen
~
en zuren, met name zoutzuur en chlori dehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de auto maat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Van oplosmiddelen in verbinding met vuil
­mogen slechts sporen aanwezig zijn.
Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Om schade door corrosie te ver
~
mijden, mag de roestvrijstalen omman teling niet in aanraking komen met zout zuurhoudende oplossingen en dampen.
Neem de installatie-instructies uit de
~
gebruiksaanwijzing en de installatie handleiding in acht.
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mogen
~
alleen Miele-hulpapparaten worden aangesloten. Informeer bij Miele naar de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend wagens, rekken
~
en inzetten van Miele. Als deze Miele-producten worden aangepast of bij gebruik van wagens of inzetten van derden kan Miele niet waarborgen dat het reinigings- en desinfectieresultaat toereikend is. Hieruit voortvloeiende schade valt niet onder de garantie.
Gebruik uitsluitend
~
proceschemicaliën die door de betref fende fabrikant zijn vrijgegeven voor de gewenste toepassing. De fabrikant van de proceschemicaliën is verantwoorde lijk voor eventuele negatieve gevolgen voor het spoelgoed en de reinigingsau tomaat.
-
-
-
Op het apparaat aangebrachte
-
symbolen
-
Het afdanken van het apparaat
~
paraat door bloed of andere lichaamsvloeistoffen kan zijn gecontamineerd. Het apparaat moet dan voor de verwijdering worden gedecontamineerd. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten van de proceschemicaliën. Houdt u zich hierbij aan de veiligheidsinstructies. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruikbaar of verwijder het, zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Informeer bij de gemeentelijke reini
-
gingsdienst naar de verdere verwer kingsprocedures voor afgedankte ap
-
paraten. Bij apparaten met een tanksysteem moet eerst het water in de tank worden afgevoerd.
Let op! Volg de aanwijzingen uit de ge bruiksaanwijzing!
Let op! Gevaar voor een elektrische schok!
Houdt u er rekening mee dat het ap
-
-
-
-
-
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
8
Functiebeschrijving
Met deze reinigings- en desinfectieautomaat kunt u voor herge bruik bedoelde producten, medische producten en laboratoriumspoelgoed reinigen, spoelen, desinfecteren (ther
­misch dan wel chemo-thermisch) en drogen. Houdt u zich daarbij ook aan de aanwij zingen van de fabrikanten van de medi sche producten (EN ISO 17664) en van het laboratoriumspoelgoed.
Geschikt voor onder meer:
chirurgische instrumenten.
– instrumenten uit de
minimaalinvasieve chirurgie.
– instrumentarium uit de anesthesie en
de intensive care.
– babyflessen en spenen.
– OK-schoenen.
Of
– laboratoriuminstrumenten van
research- en productieafdelingen.
De term "spoelgoed" wordt in deze ge bruiksaanwijzing algemeen toegepast
­als de te behandelen voorwerpen niet nader gedefinieerd worden.
Voor de behandeling van instrumenten c.q. laboratoriumspoelgoed dient van wege de standaardisatie bij voorkeur
­van machinale reinigingsprocédés ge
­bruik te worden gemaakt.
Indien voor de bescherming van het personeel of van de patiënten het spoelgoed moet worden gedesinfec teerd, dient dit bij voorkeur met ther mische desinfectie te geschieden, bij voorbeeld met het DESIN vario TD-programma. Overeenkomstig het A
-concept van
0
EN ISO 15883-1 geschiedt de ther­mische desinfectie bij 80 °C (+ 5 °C,
- 0 °C) en een inwerktijd van 10 minuten (A
600) dan wel bij 90 °C (+ 5 °C,
0
- 0 °C) en een inwerktijd van 5 minuten (A
3000), afhankelijk van de vereiste
0
desinfectiewerking. Het werkings­gebied A
3000 omvat ook de inactive-
0
ring van HBV.
-
-
-
-
-
-
laboratoriuminstrumenten voor analy tische en preparatieve toepassingen.
laboratoriuminstrumenten uit de mi
-
crobiologie en de biotechnologie.
Onder laboratoriuminstrumenten wordt alles verstaan van verdampingsschalen tot centrifugebuisjes.
-
Houdt u zich aan alle voorschriften die van toepassing zijn op desinfecties (in Duitsland bijvoorbeeld § 18 IfSG).
De behandeling moet aan de verontrei niging en het te behandelen spoelgoed worden aangepast. Stem de proceschemicaliën af op het reinigingsprobleem en eventueel op de analyse c.q. analytische methode.
-
9
Functiebeschrijving
Het reinigingsresultaat is van doorslaggevend belang voor de desin fectie, de sterilisatie en de verwijdering van verontreinigingsresten en daarmee voor een veilig hergebruik. Voor de behandeling van medische producten verdient het DESIN vario TD-programma de voorkeur.
-
Voor een goede reiniging van de instru menten en apparaten moeten geschikte beladingssystemen worden gebruikt (wagens, modules, inzetten, etc.). In het hoofdstuk "Toepassingsmogelijkhe den" vindt u diverse voorbeelden.
De reinigings- en desinfectieautomaat is geschikt voor naspoeling met huishoudwater of demi-water. Met name bij laboratoriumspoelgoed voor analytische toepassingen is de water­kwaliteit van groot belang.
Het apparaat is voor de validatie van de processen kwalificeerbaar volgens EN ISO 15883.
-
-
10
Algemeen
a Droogaggregaat (DA)
b Reservoir voor neutralisatiemiddel
(rood) en vloeibaar reinigingsmiddel (blauw)
c Zeefcombinatie
d Zoutreservoir (waterontharder)
e Inspectiepaneel
f Ingang voor validatiedoeleinden
Achterkant:
g Aansluiting voor DOS-module K 60
"Doseerpomp voor neutralisatiemid del" (wit) en "Doseerpomp voor che misch desinfectiemiddel" (groen)
h Seriële interface (links boven, achter
de afdekplaat)
-
-
11
Algemeen
Bedieningselementen
12
a Display
Met screensaver; de achtergrondverlichting wordt na ca. 15 minuten automatisch uitgeschakeld. Druk op een willekeurige toets om de verlichting weer in te schakelen.
Foutmeldingen die tijdens het gebruik voorkomen, worden in het display weergegeven. Een tabel met alle foutmeldingen vindt u in het program meerhandboek.
b Aan/Uit-toets (I-0) c Cursortoets links 1
Verplaatst de cursor naar links: – naar het vorige menupunt – naar de vorige parameter – naar de vorige invoerpositie
-
Algemeen
d Cursortoets rechts 2
Verplaatst de cursor naar rechts: – naar het volgende menupunt – naar de volgende parameter – naar de volgende invoerpositie
e Min-toets 3
– Keuze van de programmaplaatsen boven 24 – Bladzijdegewijs achteruitbladeren in menu’s – Cijfers en letters invoeren – Instellingen wijzigen, bijvoorbeeld serviceparameters
f Plus-toets 4
– Keuze van de programmaplaatsen vanaf 24 – Bladzijdegewijs vooruitbladeren in menu’s – Cijfers en letters invoeren – Instellingen wijzigen, bijvoorbeeld serviceparameters
g Deurschakelaar 5 h Starttoets 6
– Programma starten – Invoermodus activeren – Waarden en instellingen bevestigen – Menupunten bevestigen om in het juiste submenu te komen
i Stoptoets 7
– Programma afbreken – Invoerscherm verlaten zonder op te slaan – Menu verlaten
j Service-interface 8
k Keuzeschakelaar
Voor de programmaplaatsen 1-23
13
Het openen en sluiten van de deur
Elektrische deurvergrendeling
Het apparaat is voorzien van een elek trische deurvergrendeling.
De deur kan alleen worden geopend als:
het apparaat elektrisch is aangeslo
ten,
de Aan/Uit-toets I-0 is ingedrukt en
geen reinigings- of desinfectiepro
gramma actief is.
-
Deur openen
^ Druk op de deurschakelaar 5. Pak
de greep vast en open de deur.
Raak de verwarmingselementen
,
niet meteen aan als u de deur tij­dens of na een programma opent. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een program­ma.
Deur ontgrendelen met de noodvoorziening
-
U mag de noodvoorziening alleen gebruiken als u de deur niet meer normaal kunt openen, bijvoorbeeld als de stroom is uitgevallen.
­Let op bij DESIN-programma’s - zie
ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
Schakel de automaat uit (toets I-0).
^
Deur sluiten
^
Klap de deur omhoog en druk totdat de deur dichtklikt.
14
^
Trek aan de ring die zich achter het inspectiepaneel bevindt (zie afbeel ding).
-
Waterontharder
Voor een optimaal reinigingsresultaat moet de reinigingsautomaat kunnen be schikken over zacht (kalkarm) water. Bij hard water ontstaan er witte afzettingen op het spoelgoed en de wanden van de spoelruimte. Water met een hardheid van meer dan 4° d (0,7 mmol/l) moet dan ook worden onthard. Dit gebeurt automatisch in de ingebouwde ontharder.
De waterontharder werkt met regene
reerzout.
De automaat moet nauwkeurig wor
den ingesteld op de waterhardheid in uw regio.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid van het water in uw omgeving.
De waterontharder is standaard inge­steld op een waterhardheid van 19 °d (3,4 mmol/l).
Bij een andere waterhardheid (ook onder 4 °d) moet de standaardin stelling met de elektronische bestu ring worden gewijzigd.
Als de waterhardheid schommelt (bij voorbeeld tussen 8 en 17 °d), stel de waterontharder dan altijd op de hoog ste waarde in (in dit geval op 17 °d)!
-
-
-
-
-
Voor de Technische Dienst is het voor bepaalde werkzaamheden handig te
­weten wat de waterhardheid in uw regio is.
Noteer hier de waterhardheid:
°d
-
Waterontharder instellen
Bij de eerste ingebruikneming moet de Technische Dienst van Miele de water hardheid in de elektronische besturing invoeren, (zie "Programmeerhandboek" onder "Informatie over de werking van de automaat - Regenereren").
Zout bijvullen
Als in het display de melding ZOUT BIJVULLEN verschijnt, moet regene­reerzout worden bijgevuld.
Het regenereren van de waterontharder gebeurt automatisch tijdens het pro grammaverloop. In het display verschijnt dan de mel­ding REGENEREREN.
-
-
De ingebouwde waterontharder kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 °d en 60 °d.
15
Waterontharder
Zoutreservoir vullen
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout met een korrelgrootte van ca. 1-4 mm, zoals Broxomatic of Sunzout. Gebruik in geen geval andere soorten zout zoals keukenzout of strooi zout! Deze zouten kunnen niet-oplosbare deeltjes bevatten die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Het zoutreservoir heeft een inhoud van ca. 2,5 kg.
Als u per ongeluk reinigingsmid
,
del in het zoutreservoir doet, raakt de waterontharder defect! Contro­leer daarom vóórdat u het zoutreser­voir vult of u een pak regenereerzout in uw handen heeft.
^ Haal het onderrek uit de automaat. ^ Draai de afsluitdop van het reservoir.
Belangrijk! Als u het zoutreservoir voor de eerste keer vult, moet u het reservoir eerst met ca. 2,5 l water vullen, zo dat het zout kan oplossen. Na de in gebruikneming bevindt zich altijd voldoende water in het reservoir.
-
-
-
-
Plaats de trechter in de opening van
^
het zoutreservoir.
^ Vul het reservoir met zout.
Als u het reservoir vult, zal een beetje zoutoplossing over de rand van het re­servoir lopen.
^ Verwijder eventuele zoutresten van
de schroefdraad van het zoutreser­voir.
^
Zet de afsluitdop er weer op en draai de dop goed dicht.
^
Kies daarna meteen het programma ZOUT VERWIJDEREN. Zo wordt de overgelopen zoutoplossing verdund en weggespoeld.
16
Er is geen storing als het program ma ZOUT VERWIJDEREN pas en kele minuten nadat u de automaat heeft ingeschakeld start. De water ontharder wordt dan eerst gerege nereerd.
-
-
-
-
Automatische wagenherkenning (AWH)
Onder bedieningsniveau C wijst de au tomatische wagenherkenning (AWH) aan een geldig gecodeerde wagen een vaste programmaplaats toe. Voor de AWH zijn de programmaplaatsen 1-15 gereserveerd.
De wagencodering (op de wagen) en de programmaplaats met het bijbeho rende programma in de elektronische besturing ("Profitronic") moeten op el kaar worden afgestemd.
Daarvoor is het nodig dat:
iedere wagen wordt gecodeerd vóór
^
dat deze voor het eerst wordt ge­bruikt (zie: "Wagencodering") en dat
^ het reinigingsprogramma dat voor
een gecodeerde wagen bestemd is aan een bepaalde programmaplaats wordt toegewezen.
Voor het wijzigen van een programma­plaats zie "Programmeerhandboek" on­der "Systeemfunctie - Indeling keuze­schakelaar".
-
-
­Voordat u het programma start,
,
moet u beslist controleren of het dis play het juiste programma voor deze wagen aangeeft. Is dat niet het geval, dan kan het reinigings- of desinfectieresultaat onvoldoende zijn! Programma's voor wagens met AWH (op vastgelegde programma plaatsen) mogen niet worden ver wisseld.
-
-
-
-
17
Automatische wagenherkenning (AWH)
Wagencodering
De automatische wagenherkenning wijst aan een wagen een programma plaats toe. Hiervoor moeten de wagens met een magneetstrook (met een bit combinatie) gecodeerd zijn. Onder bedieningsniveau C is voor een gecodeerde wagen alleen het program ma beschikbaar dat bij de betreffende programmaplaats hoort.
Nadat een gecodeerde wagen is inge schoven (de magneetstrook moet vrij zijn van kleine voorwerpen) en de deur van het apparaat gesloten is, kiest de wagenherkenning het bijbehorende programma.
Aan de magneetstrook, met
,
name de onderkant, mogen zich geen kleine metalen voorwerpen of delen van instrumenten bevinden (die door de magneetwerking zijn aangetrokken). Door zulke voorwerpen wordt de co­dering mogelijk niet goed afgelezen.
-
-
Voor de codering worden vijf bits ge bruikt:
-
-
De bits 1 tot 4 bepalen de wagenco
de.
– Bit 5 dient voor de controle
(parity-bit).
-
-
^
Het programma wordt met 6 gestart.
18
Loading...
+ 42 hidden pages