Gebruiksaanwijzing
Reinigings- en desinfectieautomaat
G 7825 / G 7826
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat u
het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het apparaat.
Het afdanken van een apparaat .......................................................................................66
4
Bestemming
Met deze reinigings- en desinfectieautomaat kunt u voor hergebruik
bedoelde medische hulpmiddelen, laboratoriumspoelgoed en toebehoren uit deze sectoren reinigen, spoelen, desinfecteren en drogen.
Houdt u zich daarbij ook aan de aanwijzingen van de fabrikanten van
de medische hulpmiddelen (EN ISO 17664) en van het laboratoriumspoelgoed.
Geschikt voor onder meer:
– Chirurgische instrumenten
– Instrumenten uit de minimaalinvasieve chirurgie
– Instrumentarium uit de anesthesie en de intensive care
– Babyflessen en spenen
– OK-schoenen/-klompen
– Verzorgings- en afvalcontainers
– Laboratoriuminstrumenten van research- en productieafdelingen
– Laboratoriuminstrumenten voor analytische en preparatieve toepas-
singen
– Laboratoriuminstrumenten uit de microbiologie en de biotechnolo-
gie
Onder laboratoriuminstrumenten wordt alles verstaan van verdampingsschalen tot centrifugebuisjes.
In de rest van deze gebruiksaanwijzing wordt de reinigings- en desinfectieautomaat algemeen als (reinigings-) automaat aangeduid. Het
begrip "spoelgoed" wordt gebruikt, als de te behandelen voorwerpen
niet nader worden gespecificeerd.
Voor de behandeling van (laboratorium-) instrumenten dient vanwege
de standaardisatie bij voorkeur van machinale reinigingsprocédés gebruik te worden gemaakt. Indien voor de veiligheid van het personeel
en de patiënten desinfectie vereist is, moet voor thermische desinfectie worden gekozen, bijvoorbeeld voor het DESIN vario TD-programma. – Dit geldt niet voor thermolabiel OK-schoeisel. Hiervoor kan het
programma CHEM-DESIN worden gebruikt. –
Overeenkomstig het A0-concept van EN ISO 15883-1 geschiedt de
thermische desinfectie bij 80°C (+ 5°C, - 0°C) en een inwerktijd van
10minuten (A0 600) dan wel bij 90°C (+ 5°C, - 0°C) en een inwerktijd van 5 minuten (A0 3000), afhankelijk van de vereiste desinfectiewerking. Het werkingsgebied A0 3000 omvat ook de inactivering van
HBV.
Houdt u zich aan alle voorschriften die van toepassing zijn op desinfecties (in Duitsland bijvoorbeeld § 18 IfSG).
De behandeling moet aan de verontreiniging en het te behandelen
spoelgoed worden aangepast.
Stem de proceschemicaliën af op het reinigingsprobleem en eventueel op de analyse c.q. analytische methode.
5
Bestemming
Het reinigingsresultaat is van doorslaggevend belang voor de desinfectie, de sterilisatie en de verwijdering van verontreinigingsresten en
daarmee voor een veilig hergebruik.
Voor de behandeling van medische hulpmiddelen verdient het DESIN
vario TD-programma de voorkeur of (indien dat is aangegeven) het
OXIVARIO-procédé.
Voor een goede reiniging van de instrumenten en apparaten moeten
geschikte beladingssystemen worden gebruikt (wagens, modules, inzetten, etc.). In het hoofdstuk "Gebruik" vindt u diverse voorbeelden.
De reinigings- en desinfectieautomaat is geschikt voor naspoeling
met huishoudwater of behandeld water (demi-water). Met name bij laboratoriumspoelgoed voor analytische toepassingen is de waterkwaliteit van groot belang.
Het apparaat is voor de validatie van de processen kwalificeerbaar
volgens EN ISO 15883.
Om de dagelijkse routinewerkzaamheden te kunnen uitvoeren, moeten de betreffende medewerkers zijn geïnstrueerd inzake de eenvoudige functies en de belading van de automaat. Regelmatige scholing
is vereist. De medewerkers moeten beschikken over de basiskennis
van de machinale behandeling van medische hulpmiddelen (producten).
De bedieningsniveaus A en C zijn voor de dagelijkse routinewerkzaamheden.
Verdergaande taken (zoals het onderbreken of afbreken van een programma) vereisen een verdergaande basiskennis van de machinale
behandeling van medische producten.
De werkzaamheden worden uitgevoerd op bedieningsniveau B.
Voor het wijzigen van het behandelingsproces of het aanpassen van
de automaat aan bijvoorbeeld toebehoren of de situatie ter plaatse is
tevens specifieke kennis van de automaat vereist.
Voor validaties is daarnaast specifieke kennis vereist van de machinale behandeling van medische producten, van de procestechniek en
van de geldende normen en wetten.
Servicewerkzaamheden en validaties worden uitgevoerd op bedieningsniveau D.
6
Onreine kant
Algemeen
Model
a
Droogaggregaat (optie)
b
Greep
c
Elektronische besturing "Profitronic" (zie ook het "Programmeerhandboek")
d
Bedieningselementen
e
Hoofdschakelaar met nooduitschakeling
f
Deur (gesloten)
g
Inspectiepaneel
7
Algemeen
Onreine kant
a
Zeefcombinatie
b
Deur (geopend)
c
Reservoirs voor doseersystemen DOS 1 / DOS 3, (optioneel DOS
2 / DOS 4)
8
Reine kant
(alleen G 7826)
Algemeen
a
Greep
b
Deuropener
c
Deur (gesloten)
d
Printer (optie)
G 7825: aan de onreine kant
e
Inspectiepaneel
9
Algemeen
Bedieningselementen
a
Display
Met screensaver; de achtergrondverlichting wordt na ca. 15 minuten automatisch uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige toets om de verlichting weer in te schakelen.
Foutmeldingen die tijdens het gebruik voorkomen, worden in het
display weergegeven. Een tabel met alle foutmeldingen vindt u in
het programmeerhandboek.
b
Aan/Uit-toets (I-0)
c
Cursortoets links
Verplaatst de cursor naar links:
– naar het vorige menupunt
– naar de vorige parameter
– naar de vorige invoerpositie
d
Cursortoets rechts
Verplaatst de cursor naar rechts:
– naar het volgende menupunt
– naar de volgende parameter
– naar de volgende invoerpositie
e
Min-toets
– Keuze van de programmaplaatsen vanaf 24
– Bladzijdegewijs achteruitbladeren in menu's
– Cijfers en letters invoeren
– Instellingen wijzigen, bijv. serviceparameters
10
Algemeen
f
Plus-toets
– Keuze van de programmaplaatsen vanaf 24
– Bladzijdegewijs vooruitbladeren in menu's
– Cijfers en letters invoeren
– Instellingen wijzigen, bijv. serviceparameters
g
Deurschakelaar
h
Start-toets
– Programma starten
– Invoermodus activeren
– Waarden en instellingen bevestigen
– Menupunten bevestigen om in het juiste submenu te komen
i
Stop-toets
– Programma afbreken
– Invoerniveau verlaten zonder opslaan
– Menu verlaten
j
Service-interface PC
k
Keuzeschakelaar
Voor de programmaplaatsen 1-23
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Bij
ondeskundig gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Verantwoord gebruik
De automaat is uitsluitend bestemd voor het gebruik dat is aange-
geven in deze gebruiksaanwijzing. Ander gebruik, alsmede aanpassingen en wijzigingen zijn niet toegestaan en kunnen gevaarlijk zijn.
De reinigings- en desinfectieprogramma's zijn uitsluitend bedoeld
voor instrumenten, medische hulpmiddelen en laboratoriumvoorwerpen die daarvoor door de betreffende fabrikanten zijn vrijgegeven.
Neem de aanwijzingen van de betreffende fabrikanten in acht.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door onjuist gebruik of foutieve bediening.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor stationair binnengebruik.
Neem de volgende veiligheidsinstructies in acht, zodat uw eigen
veiligheid en die van anderen gewaarborgd is!
Dit apparaat mag alleen door Miele in gebruik worden genomen,
alsmede onderhouden en gerepareerd. Volgens de GLP-richtlijnen,
het Besluit Medische Hulpmiddelen en de overige geldende voorschriften is regelmatig onderhoud aan te bevelen. In dit verband is
een Miele-onderhoudscontract aan te raden. Door ondeskundige reparaties kunnen voor de gebruiker grote risico's ontstaan.
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke
ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat wordt
nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman wordt geïnspecteerd. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
12
Een beschadigd of lekkend apparaat kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact
op met Miele.
Personeel dat het apparaat bedient, moet worden geïnstrueerd en
regelmatig worden geschoold. Laat het apparaat niet bedienen door
personeel dat niet is geïnstrueerd en geschoold.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wees voorzichtig met proceschemicaliën! Dit kunnen bijtende, irri-
terende en toxische stoffen zijn.
Houdt u zich aan de geldende veiligheidsvoorschriften en aan de
aanwijzingen uit de veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten!
Draag een veiligheidsbril en geschikte handschoenen!
Deze automaat is alleen geschikt voor gebruik met water en ge-
schikte proceschemicaliën. Gebruik geen organische oplosmiddelen
of ontvlambare vloeistoffen in verband met explosiegevaar. Maar er
kunnen ook andere problemen optreden, zoals aantasting van rubberen en kunststof onderdelen. Hierdoor kunnen vloeistoffen uitlopen en
schade veroorzaken.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater!
Plaats scherp en spits spoelgoed zo in de automaat dat dit geen ri-
sico's oplevert. Wees extra voorzichtig als u dergelijke voorwerpen
rechtop zet.
Houd bij gebruik van de automaat rekening met eventuele hoge
temperaturen. Als u de deurvergrendeling deactiveert en de deur vervolgens opent, kunt u zich branden of met bijtende stoffen in aanraking komen. Bovendien kunt u bij desinfectiemiddelen met toxische
dampen in aanraking komen!
Als tijdens de behandeling in het water vluchtige, toxische sub-
stanties kunnen ontstaan (bijvoorbeeld aldehydes in het desinfectiemiddel), moet u de dichting van de deur regelmatig controleren. Dit
geldt eventueel ook voor de functie van de dampcondensator.
Als u bij een programma-onderbreking de deur van de automaat
opent, kan hiermee een risico zijn verbonden.
Houdt u zich bij contact met toxische dampen of proceschemicali-
ën aan de aanwijzingen uit de veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten!
Wagens, modules, inzetten en de belading moeten eerst afkoelen,
voordat u deze verwijdert. Giet water dat eventueel in het spoelgoed
is achtergebleven in de spoelruimte.
Open na het drogen met het droogaggregaat de deur van de auto-
maat en laat het spoelgoed, de wagen, de modules en de inzetten afkoelen.
Als de boilerverwarming op "stand-by" staat, moet u bij geopende
deur rekening houden met heet water of hete stoom! De leiding bevindt zich onder de linker geleidingsrail voor de rekken (gezien vanaf
de onreine kant).
Raak de verwarmingselementen niet meteen aan als u de deur na
een programma opent. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten
na afloop van een programma.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Stoomverwarming is toegestaan tot een druk van 1000 kPa. Dat
komt overeen met een kooktemperatuur van 179°C bij water.
De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Maak het apparaat vóór onderhoudswerkzaamheden altijd span-
ningsvrij.
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit te
waarborgen bij de behandeling van laboratoriuminstrumenten en medische hulpmiddelen. U vermijdt daarmee risico's
voor de patiënten, alsmede schade aan apparaat en spoelgoed!
Indien het apparaat gebruikt is voor ontsmettingen die van over-
heidswege zijn voorgeschreven, moet u bij reparatie of vervanging de
dampcondensator, de verbindingen van de dampcondensator met de
spoelruimte en de afvoer van het apparaat desinfecteren.
Programma's mogen alleen in uitzonderingsgevallen worden on-
derbroken. Dit mag alleen door geautoriseerde personen worden gedaan.
De reinigings- en desinfectiestandaard van het desinfectieproces
voor medische hulpmiddelen moet worden bewaakt. Daarom moeten
de processen regelmatig thermo-elektrisch worden gecontroleerd en
moet ook het eindresultaat worden beoordeeld. De resultaten moeten
worden gedocumenteerd.
Bij chemo-thermische procédés zijn extra controles met chemo-indicatoren nodig.
Voor de thermische desinfectie moeten temperaturen en inwerktij-
den worden gebruikt die volgens de richtlijnen en volgens microbiologische en hygiënische inzichten de vereiste profylaxe tegen infectie
bieden.
Kies voor de behandeling van medische producten voor ther-
mische desinfectie.
Ander spoelgoed dat niet hittebestendig is (zoals OK-schoenen/
-klompen), kunt u met het programma CHEM-DESIN desinfecteren,
waarbij u een chemisch desinfectiemiddel gebruikt. De desinfectieparameters zijn gebaseerd op de gegevens van de desinfectiemiddelenfabrikanten. Houdt u zich aan de instructies inzake gebruik, gebruiksvoorwaarden en effectiviteit.
Chemo-thermische procédés zijn niet geschikt voor de behandeling
van medische producten.
14
Proceschemicaliën kunnen onder bepaalde omstandigheden scha-
de aan het apparaat veroorzaken. Houdt u zich aan de aanbevelingen
van de fabrikant van de proceschemicaliën. Neem in geval van schade of als u vermoedt dat chemicaliën schadelijk zijn contact op met
Miele.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Er mogen geen schurende proceschemicaliën in de automaat te-
rechtkomen. Deze vergroten de slijtage van de machineonderdelen
(sproeiarmlagers, etc.). Als dergelijke middelen tijdens de handmatige
voorbehandeling van containers of instrumenten worden gebruikt,
moeten deze voor de behandeling in de automaat volledig worden
verwijderd.
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld met reinigings- of desinfectie-
middelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en sommige proceschemicaliën kunnen - ook door chemische wisselwerking - schuim
veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie
verminderen.
Het proces moet zo zijn ingesteld dat geen schuim uit de spoel-
ruimte komt. Uitstromend schuim kan van invloed zijn op het veilig
functioneren van de automaat.
Controleer het behandelingsproces regelmatig op schuimvorming.
Om schade te voorkomen aan de automaat en de gebruikte toebe-
horen (door inwerking van proceschemicaliën, verontreinigingen en
de wisselwerking tussen deze stoffen) dient u de aanwijzingen uit het
hoofdstuk "Chemische procestechniek" in acht te nemen.
Wanneer voor een toepassing bepaalde proceschemicaliën worden
aanbevolen (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel), betekent dit niet dat
Miele ook aansprakelijk is voor het effect van het middel op het
spoelgoed.
Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de proceschemicaliën het resultaat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van proceschemicaliën altijd op de aanwijzingen van
de betreffende fabrikant. Gebruik de proceschemicaliën alleen voor
de toepassingen die de fabrikant aangeeft. Hiermee voorkomt u materiële schade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld
een gasexplosie).
Bij toepassingen waarbij zeer hoge eisen aan het resultaat worden
gesteld, raden wij u aan de voorwaarden voor het reinigingsproces
(reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren met Miele te bespreken.
Als er zeer hoge eisen aan het reinigings- en naspoelresultaat wor-
den gesteld (bijvoorbeeld bij chemische analyse), moet de exploitant
regelmatig kwaliteitscontroles uitvoeren om de behandelingsstandaard te waarborgen.
Wagens, modules en inzetten mogen alleen volgens de voorschrif-
ten worden gebruikt.
Holle voorwerpen moeten van binnen goed doorgespoeld kunnen
worden.
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Schalen, bakjes en dergelijke die nog vloeistofresten bevatten,
moeten worden geleegd vóórdat u deze in de automaat plaatst.
Op het spoelgoed mogen hooguit resten van oplosmiddelen en zu-
ren voorkomen als u het in de automaat plaatst. Dit geldt met name
voor zoutzuur en chloridehoudende oplossingen. Dit geldt ook voor
stoffen die corrosie kunnen veroorzaken.
Van oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts sporen aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te vermijden, mag de roestvrijstalen om-
manteling van het apparaat niet in aanraking komen met chloride- en
zoutzuurhoudende oplossingen en dampen.
Na werkzaamheden aan de watervoorziening moet de leiding naar
de automaat worden ontlucht. Anders kunnen onderdelen van de automaat beschadigd raken.
Neem de installatie-instructies uit de gebruiksaanwijzing en de in-
stallatiehandleiding in acht.
Gebruik van accessoires
Voor speciale toepassingen mogen alleen Miele-hulpapparaten
worden aangesloten. Informeer bij Miele naar de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend wagens, modules en inzetten van Miele. Als de-
ze Miele-producten worden aangepast of bij gebruik van wagens of
inzetten van derden kan Miele niet waarborgen dat het reinigings- en
desinfectieresultaat toereikend is. Hieruit voortvloeiende schade valt
niet onder de garantie.
Gebruik uitsluitend proceschemicaliën die door de betreffende fa-
brikant zijn vrijgegeven voor de gewenste toepassing. De fabrikant
van de proceschemicaliën is verantwoordelijk voor eventuele negatieve gevolgen voor het spoelgoed en de automaat.
Op het apparaat aangebrachte symbolen
16
Let op!
Volg de aanwijzingen uit de gebruiksaanwijzing!
Let op!
Gevaar voor een elektrische schok!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het afdanken van een apparaat
Houdt u er rekening mee dat het apparaat gecontamineerd kan zijn
door bloed en andere lichaamsvloeistoffen, door pathogene kiemen,
facultatief pathogene kiemen, gen-gemanipuleerd materiaal, etc. Decontamineer het apparaat daarom voordat u het wegdoet.
Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten proceschemicaliën. Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht. Draag
een veiligheidsbril en geschikte handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het
apparaat kunnen opsluiten. Informeer bij de gemeentelijke reinigingsdienst naar de verdere verwerkingsprocedures voor afgedankte apparaten.
Bij apparaten met een tanksysteem moet eerst het water in de tank
worden afgevoerd.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan Miele niet
verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel
het gevolg van is.
17
Automatische wagenherkenning (optie)
Automatische wagenherkenning
De automatische wagenherkenning wijst aan een wagen een programmaplaats toe. Hiervoor moeten de wagens met een magneetstrook gecodeerd zijn.
Onder bedieningsniveau C is voor een gecodeerde wagen alleen het
programma beschikbaar dat bij de betreffende programmaplaats
hoort.
Nadat een gecodeerde wagen is ingeschoven en de deur van het apparaat gesloten is, kiest de automatische wagenherkenning het bijbehorende programma.
De codering van de wagens en het wijzigen van een programmaplaats worden beschreven in het programmeerhandboek van de
automaat.
Aan de magneetstrook, met name de onderkant, mogen zich
geen kleine metalen voorwerpen of delen van instrumenten bevinden (die door de magneetwerking zijn aangetrokken).
Door zulke voorwerpen wordt de codering mogelijk niet goed afgelezen.
Bit 6 (WAK) is geen onderdeel van de veranderbare magneetstrook.
Codeer wagens met zijaankoppeling met een rail waarvan bit 6 op I
is ingesteld.
Wagens zonder zijaankoppeling moeten met een rail zonder 6e bit
gecodeerd zijn.
Magneetstroken voor de automaten G 7823 - G 7826 dienen grijze
magneten te bevatten.
18
Gebruik
Algemeen
Deze automaat kan voor verschillende wagens worden gebruikt. Afhankelijk van het soort spoelgoed en de vorm van het te behandelen
spoelgoed kunnen de wagens van verschillende inzetten en modules
worden voorzien.
Gebruik wagens, inzetten en accessoires die geschikt zijn voor de
toepassing.
Op de volgende bladzijden vindt u diverse voorbeelden en informatie
over de toepassingsmogelijkheden.
Voor de programmastart
Na afloop van een
programma
Controleer de volgende punten voordat u een programma start
(visuele controle):
– Is het spoelgoed correct geplaatst en aangesloten?
– Zijn de sproeiarmen schoon en kunnen ze vrij roteren?
– Is de zeefcombinatie schoon?
Verwijder eventuele grove verontreinigingen of reinig de zeefcombinatie.
– Is de wagen goed op de watertoevoer aangesloten?
– Zijn de uitneembare modules, inspuiters, spoelhulzen, etc. goed
vergrendeld?
– Zijn de reservoirs met proceschemicaliën nog voldoende gevuld?
Controleer na elk programma-einde de volgende punten:
– Controleer het reinigingsresultaat visueel.
– Bevindt zich al het holle spoelgoed nog op de betreffende inspui-
ters?
Spoelgoed dat tijdens de behandeling is losgeraakt, moet opnieuw worden behandeld.
Controle op
proteïneresten
– Zijn de lumina van het holle spoelgoed goed doorlatend?
– Zijn de inspuiters en aansluitingen goed verbonden met de wagen,
de module of de inzet?
Het reinigingsresultaat moet steekproefsgewijs (bijvoorbeeld wekelijks) via proteïneanalyse worden gecontroleerd. U kunt hiervoor bijvoorbeeld de "Test-kit" of de "ProCare Protein Check" van Miele gebruiken.
19
Gebruik
Spoelgoed inruimen
Behandel alleen spoelgoed dat volgens de fabrikant van die
producten geschikt is voor machinale behandeling. Houdt u zich
aan de specifieke behandelingsvoorschriften van de fabrikant.
Reinig geen wegwerpproducten in deze automaat.
– Ruim het spoelgoed zo in dat het aan alle kanten door het water
kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden.
– Plaats het spoelgoed zo dat de delen elkaar niet afdekken.
– Spoelgoed met holle ruimten moet ook van binnen volledig kunnen
worden doorgespoeld.
– Voor het inruimen of aansluiten van spoelgoed met nauwe, lange
holle ruimten moet zijn gewaarborgd dat het goed kan worden
doorgespoeld.
– Plaats holle voorwerpen met de openingen naar beneden in de be-
treffende wagens, modules en inzetten. Het water moet er goed in
en uit kunnen.
– Plaats spoelgoed met een diepe bodem zo veel mogelijk schuin,
zodat het water eraf kan lopen.
– Plaats hoog, smal spoelgoed in het midden van de wagens, zodat
het goed door het water kan worden bereikt.
– Haal demonteerbaar spoelgoed volgens de aanwijzingen van de fa-
brikant uit elkaar en behandel de afzonderlijke delen gescheiden
van elkaar.
– Dek licht spoelgoed met een net (bijvoorbeeld A 6) af en plaats klei-
ne voorwerpen in een zeefschaal, zodat ze de sproeiarmen niet
kunnen blokkeren en niet door de magneetstrook van de automatische wagenherkenning kunnen worden aangetrokken.
– Behandel kleine en zeer kleine voorwerpen alleen in speciale inzet-
ten of afsluitbare zeefschalen c.q. zeefinzetten, zoals de E 473/1
voor zeer kleine voorwerpen.
– De sproeiarmen mogen niet door te hoog of naar beneden uitste-
kend spoelgoed worden geblokkeerd.
– Om corrosie te voorkomen, is het aan te raden alleen hoogwaardige
instrumenten van roestvrij staal te gebruiken.
– Vernikkelde voorwerpen en voorwerpen met geëloxeerd aluminium
zijn minder geschikt voor machinale behandeling. Hiervoor moet
aan speciale procesvoorwaarden worden voldaan.
– Behandel thermolabiel spoelgoed alleen met een chemo-thermisch
proces.
20
– Spoelgoed dat geheel of gedeeltelijk van kunststof is, moet thermo-
stabiel zijn.
Houdt u zich aan de beladingsvoorschriften die in het kader van de
validatie zijn vastgelegd!
Gebruik
Voorbereiden
Opslag
Maak het spoelgoed leeg voordat u het in de automaat zet (neem
hierbij de geldende voorschriften in acht).
Er mogen geen zuurresten of oplosmiddelen, vooral geen zoutzuur en chloride, in de spoelruimte terechtkomen.
Sla instrumenten die moeten worden behandeld bij voorkeur droog
op.
Chemisch voorbehandelde instrumenten moeten voor de behandeling
in de automaat grondig worden afgespoeld om overmatige schuimvorming tijdens de behandeling te vermijden.
21
Loading...
+ 47 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.