Functies van de Magellan eXplorist GPS-ontvanger1
Knoppenbeschrijving2
Batterijen installeren4
De eXplorist 200 gebruiken5
Naar een bestemming gaan5
Uw positie opslaan6
Het spoor terug volgen7
Extra functies8
Samenvatting8
Beginnen9
De eXplorist inschakelen9
De eXplorist uitschakelen9
De achtergrondverlichting in/uitschakelen9
De eXplorist voor de eerste keer gebruiken10
Afronden13
Navigatieschermen14
Navigatieschermen openen14
Schermkaart14
Overzicht schermkaart15
Schaal kaart wijzigen15
Schermodi kaart16
Kaartgegevens tonen of verbergen17
De kaartgegevens aan uw wensen aanpassen18
Kaartoriëntatie wijzigen19
Primair gebruik wijzigen20
Het scherm Kompas21
Overzicht Kompasscherm21
De gegevensvelden aan uw wensen aanpassen22
Scherm Positie23
Overzicht Positiescherm23
De tripteller op nul zetten24
Satellietstatusscherm25
Overzicht Satellietstatusscherm25
Inhoudii
Bezienswaardigheden (POI’s)26
Uw positie markeren26
Snelmarkeren van uw positie26
Uw positie opslaan (geïndividualiseerd)27
POI’s aanmaken voor andere locaties dan uw huidige positie28
Een positie markeren door coördinaten in te voeren.28
Een positie markeren met behulp van de kaartcursor29
Een positie markeren met behulp van een kaartobject29
De POI-database30
Een gebruikers-POI zoeken30
Een kant en klaar geladen POI zoeken met de functie Dichtstbij31
Een kant en klaar geladen POI zoeken met de functie Alfabetisch32
Een gebruikers-POI bewerken33
Een gebruikers-POI verwijderen34
Een gebruikers-POI op de schermkaart bekijken.35
Een kant en klaar geladen POI kopiëren36
Een gebruikers-POI op de schermkaart bekijken37
Routes38
GOTO-routes38
Een GOTO-route aanmaken39
Een GOTO-route aanmaken vanaf de kaartcursor40
Een GOTO-route naar een kaartobject aanmaken41
Multi-etapperoutes42
Een multi-etapperoute aanmaken43
Een route activeren/inactiveren44
De bestemmingsetappe van een actieve route wijzigen45
Een opgeslagen route bewerken.46
Een route omkeren47
Een route verwijderen48
Een route kopiëren49
Een route op de kaart bekijken50
Tracklogs51
Tracklogs51
Actief trackloggen stoppen en hervatten52
Een nieuw actief tracklog starten.53
Een actief tracklog opslaan54
Een Terugwegroute creëren55
De actieve track leegmaken56
Inhoudiii
De tracklog naar een route converteren57
De tracklog op de kaart bekijken58
Werken met opgeslagen tracklogs59
Opgeslagen tracklogs volgen59
Een opgeslagen tracklog omkeren59
Voorkeuren61
GPS herstarten62
Eenheden kaart instellen64
Navigatiemaateenheden selecteren64
De noordreferentie kiezen65
Het coördinatensysteem kiezen66
De kaartdatum kiezen67
Energiebeheer gebruiken68
De Timer Automatisch Uitschakelen instellen68
De lichttimer instellen69
De eXplorist individualiseren70
Talen kiezen71
Geheugen wissen72
Alle tracklogs wissen72
Alle gebruikers-POI’s en routes wissen72
Alle routes wissen73
Alle tracklogs, gebruikers-POI’s en routes wissen73
De fabrieksinstellingen in de eXplorist herstellen73
Accessoires76
Contact opnemen met Magellan77
Contact opnemen met Magellan in Noord-Amerika77
Technische ondersteuning77
Garantieservice77
Contact opnemen met Magellan in Europa78
Technische ondersteuning en garantieservice78
*** WAARSCHUWINGEN ***
GEBRUIK UIT VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN GEEN
NAVIGATIETOESTEL ALS U EEN VOERTUIG BESTUURT.
®
Probeer geen instellingen van de Magellan
Breng het voertuig volledig tot stilstand of laat een medepassagier de wijzigingen uitvoeren.
Uw blik van de weg af richten is gevaarlijk en kan leiden tot een ongeval, waarin u of anderen
gewond kunnen raken.
GOED INZICHT GEBRUIKEN
Dit product is een uitstekende navigatiehulp, maar vervangt niet de noodzaak tot zorgvuldige
oriëntatie en goed inzicht. Vertrouw tijdens navigatie nooit alleen op een toestel.
eXplorist™ te wijzigen terwijl u een voertuig bestuurt.
HANDEL MET ZORGVULDIGHEID
Het Global Positioning System (GPS) wordt beheerd door de Amerikaanse overheid, die volledig
verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het onderhoud van het GPS-netwerk. De nauwkeurigheid van de positiebepalingen kan worden beïnvloed door tussentijdse aanpassingen van de
GPS-satellieten door de Amerikaanse overheid en kan onderhevig zijn aan wijzigingen als gevolg
van het burgerlijk beleid inzake GPS van het Amerikaanse Ministerie van Defensie en het Federale Radionavigatieprogramma. Nauwkeurigheid kan ook worden beïnvloed door slechte satellietgeometrie en obstakels, zoals gebouwen en grote bomen.
JUISTE ACCESSOIRES GEBRUIKEN
Gebruik alleen Magellan kabels en antennes. Het gebruik van andere dan Magellan kabels en
antennes kan de werking van de ontvanger ernstig beperken. Tevens vervalt hierdoor de garantie.
*** WAARSCHUWINGEN ***
LICENTIEOVEREENKOMST
Thales Navigation verleent u, de koper, het recht de in Thales Navigation GPS-producten
gebruikte en bij Thales Navigation GPS-producten geleverde software (de "SOFTWARE") te
gebruiken voor normale toepassing, die in overeenstemming is met de eindgebruikerslicentieovereenkomst van het product.
De SOFTWARE is eigendom van Thales Navigation en/of haar leveranciers en wordt beschermd
door de Amerikaanse wetgeving inzake auteursrechten, alsmede door internationale verdragen.
Dientengevolge dient de SOFTWARE te worden gebruikt overeenkomstig welk ander door auteursrecht beschermd materiaal ook.
U bent niet gerechtigd deze SOFTWARE anderszins te gebruiken, kopiëren, wijzigen, ontleden of
over te dragen dan uitdrukkelijk in deze licentie omschreven. Alle niet uitdrukkelijk verleende
rechten blijven voorbehouden aan Thales Navigation en/of haar leveranciers.
* * *
Niets uit deze handleiding mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Thales
Navigation worden gereproduceerd of overgedragen in welke vorm of op welke manier dan ook,
elektronisch of mechanisch, met inbegrip van fotokopiëren en opnemen, voor enig ander doel
dan persoonlijk gebruik van de koper.
MARKWordt gebruikt om uw huidige positie als bezienswaardigheid (POI) op te
slaan. Bezienswaardigheden worden opgeslagen in het deel Mijn POI’s
van de database.
GOTOEen enkelvoudige etapperoute creëren vanaf uw huidige positie naar een
gekozen bestemming uit de POI-database, of met behulp van de cursor
op de achtergrondkaart.
JOYSTICKDe cursor op de schermkaart pannen.
De markeringsbalk verplaatsen om menu’s of gegevensinvoervelden te
markeren.
eXplorist 200 GPS-ontvanger3
Opening voor
montage polsriem
Batterijdeksel
Batterijdekselvergrendeling
(losschroeven om
batterijdeksel te
verwijderen voor
het plaatsen van
batterijen)
eXplorist 200 GPS-ontvanger (achterkant)
eXplorist 200 GPS-ontvanger4
Batterijen installeren
De eXplorist 200 maakt gebruik van twee AA-batterijen die
worden geplaatst volgens bijgaande tekening. Let bij het
plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit.
Nieuwe batterijen hebben bij normaal gebruik een verwachte
levensduur van maximaal 14 uur.
Tips om de levensduur van de batterijen te verlengen:
•Schakel de eXplorist uit als u deze niet gebruikt.
Of u nu stilstaat of zich voortbeweegt, de eXplorist
berekent voortdurend uw positie en verbruikt hierdoor stroom. Schakel de eXplorist dus uit
als u langere tijd op dezelfde plaats verblijft.
•Gebruik de voedingstimer om de eXplorist automatisch uit te schakelen. Als binnen het in
de voedingstimer ingestelde tijdsinterval geen knoppen van de eXplorist zijn gebruikt,
schakelt het toestel zich automatisch uit. U kunt kiezen uit een tijdsinterval van 5, 10, 30
of 60 minuten.
•Gebruik de schermachtergrondverlichting spaarzaam. Deze functie vraagt het meest van
de batterijen. Als u de achtergrondverlichting continu laat branden zult u een
aanmerkelijk kortere levensduur van de batterijen kunnen constateren. Gebruik de
lichttimer om een tijdsinterval in te stellen, waarna de verlichting uitschakelt, als er
binnen dit interval geen knoppen zijn ingedrukt.
De voedingstimer instellen
Druk vanuit een willekeurig Nav-scherm op MENU. Markeer Voorkeuren en druk op ENTER.
Markeer Energiebeheer en druk twee keer op ENTER. Markeer met de joystick 5 Minuten,
10 Minuten, 30 Minuten, 60 Minuten of Uit. Druk op ENTER. Druk op NAV om terug te gaan
naar het laatst weergegeven navigatiescherm.
De lichttimer instellen
Druk vanuit een willekeurig Nav-scherm op MENU. Markeer Voorkeuren en druk op ENTER.
Markeer Energiebeheer en druk op ENTER. Markeer met de joystick het veld Lichttimer.
Druk op ENTER. Markeer met de joystick 30 seconden, 1 minuut, 2 minuten, 4 minuten, 10 minuten of Timer uit. Druk op ENTER. Druk op NAV om terug te gaan naar het laatst
weergegeven navigatiescherm.
De eXplorist 200 maakt gebruik van gegevens die afkomstig zijn van GPS-satellieten, die
draaiend in een baan om de aarde gedetailleerde gegevens over uw exacte locatie kunnen
doorgeven. Dit is het fundament voor de eXplorist, waarmee het toestel u van de noodzakelijke
gegevens voorziet om uw bestemming te bereiken.
Naar een bestemming gaan
U zult de eXplorist waarschijnlijk het meest gebruiken als navigatiegereedschap om op een
gekozen bestemming te arriveren. De eenvoudigste en meest gebruikte route is een GOTOroute. Dit is de route die wordt berekend als een rechte lijn van waar u zich bevindt tot waar u
naartoe wilt.
Stap één: Uw positie berekenen
De basistaak van de eXplorist is gebruik te maken van GPS-satellieten om uw huidige positie
te berekenen. Dit proces vindt intern plaats in de software van de eXplorist. Het enige dat u
kunt doen is de eXplorist een vrije toegang tot de open lucht geven, zodat de satellietsignalen
ongehinderd kunnen worden ontvangen.
5De eXplorist 200 gebruiken
Dit moet u doen:
•De antenne naar de open lucht richten.
•Zorgen dat u zich in de open lucht bevindt.
Dit moet u niet doen:
•De antenne met uw hand of met andere voorwerpen afdekken.
•De antenne naar beneden richten.
•Onder bomen of andere zware bebladering gaan staan.
•Op plaatsen gaan staan waar satellietsignalen worden
geblokkeerd door grote obstakels (zoals gebouwen, in een nauwe kloof, etc.)
Als u merkt dat de eXplorist uw positie niet berekent, ga dan naar een plek waar u een beter
uitzicht op de open lucht hebt.
Schakel over naar het Satellietstatusscherm om de status van de
satellieten te zien. Hier ziet u een grafische weergave van de
satellieten met hun relatieve signaalsterkte. Er zijn minstens drie
satellieten met een goede signaalsterkte nodig (aangegeven door de
zwarte balken) om uw positie te berekenen. Een op basis van drie
satellieten berekende positie wordt een 2D-positiefix genoemd.
Als u een 2D-positiefix krijgt, wordt uw hoogte niet berekend.
Om hoogtegegevens aan uw positiefix toe te kunnen voegen hebt u
minstens vier satellieten met een goed signaal nodig. Posities die
worden berekend met behulp van vier of meer satellieten worden
3D-positiefixes genoemd.
De eXplorist 200 gebruiken6
Stap twee: Waar wilt u naartoe?
De eXplorist weet nu waar u bent. Vervolgens kunt u vertellen waar u naartoe wilt. Er zijn veel
verschillende manieren waarop dit kan, maar de meest eenvoudige en meest gebruikte manier
is via een GOTO-route. Dit is een route in één etappe met een startpunt (waar u nu bent) en
een bestemming (waar u naartoe wilt). De bestemming wordt gekozen met behulp van de
database Bezienswaardigheden. Deze database heeft twee hoofdfuncties; posities die u hebt
opgeslagen (Mijn bezienswaardigheden) of bezienswaardigheden die al kant en klaar zijn
geladen in de eXplorist (Achtergrond kaart).
Het aanmaken van een GOTO-route is niet meer dan het indrukken van de knop GOTO en het
kiezen van een bestemming uit de database van bezienswaardigheden.
Stap drie: Voortbeweging berekenen
Als u zich voortbeweegt, berekent de eXplorist continu nieuwe posities, waarbij de nieuwe
positie steeds wordt vergeleken met vorige posities om bijvoorbeeld koers en snelheid te
bepalen. Dit is allemaal het werk van de interne software van de eXplorist, die communiceert
met satellieten en alles direct op het scherm weergeeft.
Stap vier: Richting aangeven
De eXplorist berekent continu een directe lijn van uw huidige positie naar uw bestemming.
Hiermee worden instructies gegeven om u de juiste weg te wijzen. Tenzij u zich op een groot
open water bevindt, is het niet waarschijnlijk dat u deze instructies nauwkeurig kunt opvolgen.
Om dit te compenseren werkt de eXplorist de route automatisch bij, om u te voorzien van de
meest actuele gegevens over het bereiken van uw bestemming.
De eenvoudigste en meest gebruikte functie van de eXplorist 200 bestaat uit GOTO-routes.
Door alleen de knop GOTO te gebruiken voorziet de eXplorist u van alle gereedschappen om u
naar één van de bezienswaardigheden uit de database te brengen.
Uw positie opslaan
Een andere, veel gebruikte, functie van de eXplorist is het opslaan van uw positie in de
database met bezienswaardigheden. Deze functie bereikt u door de toets MARK in te drukken.
Bij het opslaan van een positie kunt u ook attributen toevoegen, zoals een icoon of een naam
voor de bezienswaardigheid. Hiermee kunt u de betreffende bezienswaardigheid in de
toekomst eenvoudiger in de database vinden.
Stel dat u een kampement opmaakt. Morgen bent u van plan om de natuur te gaan verkennen,
waarna u weer naar uw huidige kampement wilt terugkeren. Druk op de knop MARK en geef
de bezienswaardigheid de naam "kamp". Druk als uw trektocht is voltooid gewoon op de knop
GOTO en selecteer "Kamp" in de lijst met Mijn bezienswaardigheden. Zo eenvoudig is het om
de weg terug te vinden.
Tijdens het vissen op het meer komt u op een plek waar u erg veel kunt vangen. Volgend jaar
wilt u weer naar dezelfde plek terugkeren. Schakel de eXplorist in en druk, nadat deze uw
positie heeft berekend, op de knop MARK om deze plek op te slaan. U kunt bijvoorbeeld de
naam "Meerval1" gebruiken om deze bezienswaardigheid op te slaan. Volgend jaar kunt u met
een druk op de knop GOTO weer naar deze plek terugkeren.
De eXplorist 200 gebruiken7
Een eenvoudiger situatie die vaker voorkomt is het vinden van uw auto op de immense
parkeerplaats bij het winkelcentrum. Parkeer uw auto, stap uit en laat de eXplorist uw positie
berekenen (zorg dat u vrij zicht op de open lucht hebt). Gebruik de knop MARK om deze
positie op te slaan onder de naam "Auto". Als u klaar bent met winkelen loopt u het winkelcentrum uit en maakt u een GOTO-route aan met de bestemming "Auto". Ongeacht waar u
hebt geparkeerd, de eXplorist brengt u eenvoudig terug naar uw auto.
Het spoor terug volgen
Trekkers, mountainbikers en buitenliefhebbers willen vaak een ’spoor van broodkruimels’
achterlaten om later de weg terug naar het startpunt te kunnen vinden. De eXplorist heeft een
functie genaamd Terugweg die dat mogelijk maakt.
U hebt al kunnen lezen dat de eXplorist uw huidige positie voortdurend berekent en dat u
deze kunt opslaan met de knop MARK. Stel u nu voor dat de eXplorist alle berekende posities
automatisch opslaat, terwijl u een route volgt. Er ontstaat dan een serie opgeslagen posities,
een ’spoor van broodkruimels’, dat de route aangeeft die u bent gevolgt. Dit is precies wat de
eXplorist doet. Deze slaat de berekende posities op als verborgen bezienswaardigheden en
’rijgt’ deze aaneen om de gevolgde route weer te geven. Dit heet uw Track en de verborgen
bezienswaardigheden zijn uw Tracklog.
Hiermee maakt de eXplorist het mogelijk om de door u gevolgde weg naar uw bestemming in
omgekeerde richting af te leggen en terug te keren naar uw startpunt.
U rijdt naar het rangerkwartier in het bos om van daaruit de weg te volgen naar de waterval die
u altijd al wilde zien. Volg het pad, terwijl u de eXplorist hebt ingeschakeld en deze uw
posities laat opslaan. Het pad kronkelt zich voort en heeft diverse vertakkingen. Na een aantal
uur arriveert u bij de waterval. Als u weer naar uw auto wilt terugkeren opent u de lijst met
Tracklogs en kiest u de log Actieve track. Druk nu op MENU, markeer Terugweg en druk op
ENTER. De eXplorist wijst u vervolgens probleemloos de weg terug. U keert terug op uw
schreden naar de plaats vanwaar u bent vertrokken.
Een andere nuttige functie van Tracklogs is de mogelijkheid deze op te slaan voor later
gebruik. In het bovenstaande voorbeeld zou u de tracklog hebben kunnen opslaan na het
arriveren bij de waterval. U zou deze dan altijd weer kunnen opvragen om terug te keren.
De eXplorist 200 gebruiken8
Extra functies
De Magellan eXplorist heeft alle functies die u verwacht van
een hoogwaardig Magellan handheld navigatietoestel, met
daarnaast nog veel meer om uw belevenissen buitenshuis zo
aangenaam mogelijk te maken. U kunt de navigatieschermen
aanpassen om díe gegevens zichtbaar te maken die belangrijk
voor u zijn. De eXplorist maakt optimaal gebruik van schermkaarten waarop uw positie, de route die u volgt, de weg die u
bent gevolgd (track) en bezienswaardigheden als iconen
worden weergegeven. Er is een ingebouwde kilometerteller,
waarmee u de afstand van uw reis kunt aflezen.
Via gebruikersinstellingen kan de eXplorist zo worden
ingesteld en onderhouden dat deze optimaal aan uw wensen
voldoet. De eXplorist biedt dit en nog veel meer in de vorm van
een eenvoudig te gebruiken, draagbaar navigatietoestel met
ingebouwde helpfunctie, die u tijdens uw weidse trektochten
kunt raadplegen.
Magellan eXplorist 200 met
optionele draaikogelhouder
Samenvatting
Ga van hier...
naar daar...
met behulp van dit toestel...
Beginnen9
Beginnen
De eXplorist inschakelen
Druk op de knop AAN/UIT rechtsboven. Om te voorkomen dat de
eXplorist per ongeluk wordt ingeschakeld en de batterijen leegraken,
moet u tijdens weergave van het Openingsscherm op ENTER drukken.
U hebt ongeveer 30 seconden om na het indrukken van AAN/UIT op
ENTER te drukken, anders schakelt de eXplorist zichzelf automatisch
weer uit.
De eXplorist uitschakelen
Druk op de knop AAN/UIT rechtsboven om de eXplorist uit te
schakelen.
Na het indrukken van AAN/UIT wordt er 5 seconden afgeteld.
Als u bij nader inzien de eXplorist toch niet wilt uitschakelen, druk
dan op de knop ESC. Als u tijdens het aftellen nogmaals op de knop
AAN/UIT drukt, schakelt de eXplorist zichzelf onmiddellijk uit.
De achtergrondverlichting in/uitschakelen.
De achtergrondverlichting van het scherm heeft drie
helderheidsniveaus; uit, laag en hoog. Als de eXplorist voor het eerst wordt ingeschakeld, is de
achtergrondverlichting uit. Druk op knop Schermachtergrondverlichting linksboven op de
eXplorist om de achtergrondverlichting op laag in te stellen. Als u nogmaals op dezelfde knop
drukt, wordt de achtergrondverlichting op hoog ingesteld. Druk nogmaals op knop
Schermachtergrondverlichting om de achtergrondverlichting weer uit te schakelen.
Telkens als u de knop
Schermachtergrondverlichting
indrukt wordt de helderheid van de
achtergrondverlichting gewijzigd.
LET OP: Het gebruik van de achtergrondverlichting doet een
zware aanslag op de batterijen.
Beginnen10
De eXplorist voor de eerste keer gebruiken
De eXplorist inschakelen. Druk op de knop Aan/uit. Druk als het Openingsscherm verschijnt op ENTER.
Taal kiezen. Als u de eXplorist voor het eerst gebruikt, kunt u een
keus maken uit de tien talen die het toestel ondersteunt.
U kunt de gebruikte taal later ook altijd weer wijzigen via Menu >
Voorkeuren > Talen.
Tip: Als u de taal per ongeluk hebt gewijzigd en u wilt de juiste taal
weer herstellen, druk dan op de toets NAV tot het Satellietstatusscherm wordt weergegeven. Druk op MENU. Markeer met de joystick
de vierde regel en druk op ENTER. Markeer met de joystick de vijfde
regel en druk op ENTER. Het scherm Taal wordt nu weergegeven.
Gebruik de joystick om
de markering omhoog of
omlaag te verplaatsen.
Druk op ENTER
om te accepteren.
Waarschuwing lezen. Druk op ENTER om de waarschuwingsmelding
te accepteren.
Aanvangspositie berekenen. Voor het uitvoeren van deze functie kunt
u zich het best in de open lucht bevinden, met vrij zicht op de open
lucht. Als er geen vrij zicht op de open lucht is, kan dit langer duren
en kan het zelfs gebeuren dat de eXplorist er niet in slaagt de
aanvangspositie automatisch te berekenen.
De eXplorist begint met het uitrekenen van uw aanvangspositie.
Druk op ENTER
om door te gaan.
Omdat de eXplorist een koude start maakt, kan dit een paar minuten
duren.
Normaliter berekent de eXplorist uw positie in een tijdsbestek van
seconden, omdat er dan sprake is van een warme start.
(De betekenis van koude start tegenover warme start wordt in het
volgende hoofdstuk uitgelegd.)
Het Satellietstatusscherm wordt weergegeven. Hierin kunt u de
ontwikkelingen volgen over het verzamelen van satellietgegevens.
In het Satellietstatus-
scherm wordt het aantal
gevonden satellieten en
hun relatieve signaal-
sterkte weergegeven.
Beginnen11
Het Satellietstatusscherm wordt voortdurend bijgewerkt en u kunt
grafisch volgen hoe goed de eXplorist zijn werk doet.
Als de eXplorist voldoende gegevens heeft om een positiefix uit te
voeren, wordt het Satellietstatusscherm vervangen door een
schermkaart. De pijlcursor in het midden van de schermkaart geeft
uw positie aan. Als u zich voortbeweegt, verplaatst de pijl zich in de
richting waarin u koerst.
Tip: Met de knoppen Inzoomen en Uitzoomen wijzigt u de schaal
van de kaart om uw huidige positie beter te kunnen zien.
De eXplorist kan uw aanvangspositiefix niet uitvoeren. Als de eXplorist na twee minuten geen
satellieten heeft gevonden, verschijnen de volgende schermen in een poging de positie van
het toestel beter te bepalen.
Regio selecteren. Markeer met de joystick de regio waar u zich
bevindt. Druk op ENTER als uw regio is gemarkeerd.
Gebied selecteren. Hiermee kunt u een lijst met gebieden binnen
de door u geselecteerde regio weergeven. Markeer met de
joystick het gebied waar u zich bevindt en druk op ENTER.
Beginnen12
Huidige tijd invoeren. Voer met de joystick de huidige tijd in.
Joystick omhoog: het gemarkeerde getal verhogen
Joystick omlaag: het gemarkeerde getal verlagen
Joystick naar rechts: verplaatst de markering één karakter naar rechts
Joystick naar links: verplaatst de markering één karakter naar links
U kunt tussen AM en PM overschakelen door de joystick omhoog of
omlaag te bewegen als AM of PM is gemarkeerd.
Druk op ENTER als u de juiste tijd hebt ingevoerd.
De geografische breedte en
hoogte van het gebied dat u
hebt geselecteerd wordt in
het scherm weergegeven.
Datum invoeren. Voer met de joystick de huidige datum in.
Joystick omhoog: het gemarkeerde getal verhogen
Joystick omlaag: het gemarkeerde getal verlagen
Joystick naar rechts: verplaatst de markering één karakter naar rechts
Joystick naar links: verplaatst de markering één karakter naar links
Als de maand is gemarkeerd, kunt u met de joystick door de lijst met maanden
scrollen.
Druk op ENTER als u de juiste datum hebt ingevoerd.
Gegevens accepteren. Onderin het scherm is de knop Klaar
gemarkeerd. Controleer de ingevoerde gegevens en druk op
ENTER als deze juist zijn.
Tip: Als de datum of tijd onjuist zijn, kunt u dit nu
corrigeren. Markeer met de joystick het tijd- of datumveld
dat u wilt corrigeren. Druk op ENTER als het gewenste veld
is gemarkeerd. U kunt nu op de hierboven beschreven
manier de gegevens wijzigen.
Het Satellietstatusscherm wordt opnieuw weergegeven en de
eXplorist probeert uw positie te berekenen op basis van de
gegevens die u zojuist hebt ingevoerd.
Tip: Als u merkt dat de staafdiagram voor satellietsignaalsterkte zich niet wijzigt, probeer het dan opnieuw op een
andere locatie waar u een beter zicht hebt op de open lucht.
Zodra de eXplorist de aanvangspositie heeft berekend verschijnt
de schermkaart op het scherm, waarin uw berekende positie als
een pijlcursor in het midden wordt aangegeven.
Beginnen13
Koude versus warme start. Als de eXplorist wordt ingeschakeld controleert het toestel eerst welke
satellieten het boven zich heeft en op welke relatieve posities deze zich bevinden. De eXplorist
gebruikt hiervoor een interne satellietalmanak. In deze almanak bevinden zich gegevens over
welke satellieten zich op een gegeven tijdstip boven specifieke delen van de aarde bevinden en
wat bij benadering hun positie t.o.v. de eXplorist is. Als deze gegevens bekend zijn, kan de
eXplorist zijn interne satellietkanalen instellen op het ontvangen van satellietzendgegevens.
Koude start. Bij een koude start heeft de eXplorist geen positie «bij benadering», om
gegevens uit de almanak op te vragen. Dit is het geval als:
•de eXplorist voor het eerst na aankoop wordt ingeschakeld. Het geheugen wordt voor
verzending gewist, zodat alle posities die in het geheugen aanwezig zijn geweest op
nul worden gezet.
•u het geheugen van de eXplorist hebt gewist (zie Voorkeuren) en alle gegevens
verwijderd zijn. De laatst berekende positie heeft dan een waarde van nul.
•u een lange reis hebt gemaakt met uitgeschakelde eXplorist. De laatst opgeslagen
positie kan dan zo ver weg zijn dat de eXplorist niet die satellieten aantreft die het
toestel verwacht. (Als vuistregel kunt u aanhouden dat als u meer dan 500 mijl
(804,7 km) met uitgeschakelde eXplorist reist, de kans groot is dat het toestel met
een koude start begint.)
Na een koude start mag het niet meer dan 2 - 3 minuten duren, voordat de aanvangspositiefix
is uitgevoerd.
Warme start. Als de laatst berekende positie nog in het geheugen van de eXplorist aanwezig is
en u bevindt zich nog steeds op een vergelijkbare positie, is er sprake van een warme start.
Meestal zal de eXplorist opstarten met een warme start. Bij een helder zicht op de open lucht
kan de eXplorist uw positie dan binnen enkele seconden berekenen.
Afronden
De eerste start van de Magellan eXplorist 200 is hiermee een feit. Zodra de schermkaart wordt
weergegeven is de eXplorist succesvol opgestart en bent u klaar voor vertrek.
Dit is een goed moment om de verschillende navigatieschermen te leren kennen (die u met de
knop NAV oproept) en voorkeuren in te stellen die afwijken van de fabrieksinstellingen.
Navigatieschermen14
Navigatieschermen
Navigatieschermen openen
De eXplorist heeft drie navigatieschermen en een Satellietstatusscherm. Deze schermen worden
één voor één opgeroepen met de knop NAV. Alle schermen bevatten dezelfde informatie, alleen
op verschillende manieren gepresenteerd. U kiest het scherm dat het best bij uw toepassing past.
ent
vina
1.60mi
Koers
Glendora
210
352
M
o
10
San Dimas
Snelheid
4.3
ESC
NAV
Naar: VIEW
Snelheid
NAV
2.8
Afstand
0.84
M
I
NAV
M
H
N
10
ESC
M
H
W
3D Positie fix.
Volgen 7...
E
S
ESC
Locatie
34°06.556N
117°49.563W
HoogtePrecisie
F
T
1292
Datum/Tijd
01 FEB 04
03:30:36 PM
Tripteller
0000.0
NAV
ESC
Batterij
M
I
25
F
T
Tip: Met de toets ESC bladert u ook door de navigatieschermen, net als met de knop NAV, maar
dan in omgekeerde richting.
Schermkaart
Het eerste en meest gebruikte scherm is de schermkaart. De schermkaart geeft uw positie weer,
samen met POI’s (bezienswaardigheden) en de achtergrondgegevens voor het betreffende gebied.
Belangrijkste functies van de schermkaart:
• Met de knoppen Inzoomen en Uitzoomen wijzigt u de schaal.
• De pijlcursor in het midden van het scherm geeft uw positie aan en de richting waarin u
zich voortbeweegt.
• Druk op MARK om uw positie op te slaan.
• Met de joystick verplaatst u de cursor. De pijlcursor verandert dan in een draadkruiscursor
en beschikbare gegevens over de cursorpositie worden onderin het scherm weergegeven.
U kunt de positie van de draadkruiscursor ook opslaan als POI door op de knop MARK te
drukken.
• Druk op ESC als u klaar bent met het verplaatsen van de cursor. Nu wordt uw huidige
positie door de cursor weergegeven.
Navigatieschermen15
• Druk op MENU en kies MapinfoUIT of Toon Mapinfo om de gegevensvelden onderin het
scherm respectievelijk uit of in te schakelen.
• Druk op MENU en kies Pag. aanpassen om de weergegeven informatie onderin het scherm
aan te passen.
• Druk op MENU en kies Kaartconfiguratie om de oriëntatie van het scherm en/of de
primaire toepassing (land of marine) te wijzigen.
Overzicht schermkaart
Routemarkering
Glendora
210
San Dimas
Cursorpositie
Track-indicator
Schaal kaart
Gegevensveld 1
ent
vina
1.60mi
Koers
352
o
M
10
Snelheid
4.3
Panoramacursor
10
(verschijnt in cursormodus)
Zandloper (verschijnt als
positie onbekend is en
M
H
eXplorist de positie uitrekent)
Gegevensveld 2
Schaal kaart wijzigen
Druk op de knop Inzoomen of Uitzoomen om het zichtbare deel van de schermkaart in te stellen.
De schaalindicator linksonder in de kaart geeft de relatieve afstand tussen de twee eindpunten
van de schaal aan. De schaal kan worden ingesteld van 1700 mijl (2700 km) tot 100 voet
(35,0 m).
Tip: Houd de knop Inzoomen of Uitzoomen vast om snel door de beschikbare schalen te
bladeren.
Navigatieschermen16
Schermodi kaart
Voor de schermkaart zijn er twee modi beschikbaar: positiemodus en
cursormodus. In de positiemodus geeft de schermkaart uw positie weer,
aangeduid door het pijlicoon in het midden van de kaart. De pijl geeft
niet alleen uw positie aan maar ook, indien van toepassing, in welke
richting u zich verplaatst.
De positiemodus is de standaardmodus voor de schermkaart. Als u de
schermkaart opent, is de positiemodus altijd actief.
De schermkaart
in positiemodus.
In cursormodus wordt er een cursoricoon weergegeven waarmee u zich
over de kaart kunt verplaatsen. Onderin het scherm ziet u informatie over
de koers en afstand van de cursor tot uw huidige positie. In cursormodus
kunt u:
• zich over de kaart verplaatsen en informatie zien over gebieden op
de kaart die niet direct rond uw huidige positie worden
weergegeven,
• een POI aanmaken voor de positie onder de cursor
• een GOTO-route aanmaken naar de cursorpositie of
• gedetailleerde gegevens opvragen over de POI’s of kaartobjecten
onder de cursor.
Deze opties worden behandeld in het hoofdstukonderdeel over het aanmaken van POI’s en GOTOroutes.
Beweeg de joystick om de cursor te verplaatsen en de cursormodus actief te maken. Zodra de
joystick wordt gebruikt verandert de cursor in een draadkruiscursor en wordt onderin het scherm
informatie weergegeven over de cursorpositie.
Druk op ESC om de cursormodus te verlaten. De schermkaart keert terug in de positiemodus en
De schermkaart
in cursormodus
uw huidige positie wordt weer middenin het scherm weergegeven.
Navigatieschermen17
Kaartgegevens tonen of verbergen
De gegevens onderin de schermkaart kunnen u helpen bij het navigeren naar uw bestemming.
Wellicht wilt u echter in plaats van deze gegevens een groter deel van de kaart zien.
U kunt deze gegevens dan ook verbergen.
1.Druk vanuit de schermkaart op MENU.
2.Markeer MapinfoUIT of Toon Mapinfo en druk op ENTER.
Schermkaart met
kaartgegevens
Schermkaart zonder
kaartgegevens
Navigatieschermen18
De kaartgegevens aan uw wensen aanpassen
U kunt de aard van de gegevens die in de twee velden onderin het scherm wordt weergegeven aan
uw wensen aanpassen. U kunt kiezen uit:
• Peiling
• Afstand [standaard]
• Snelheid [standaard]
• Koers
• ETA (Estimated Time of Arrival = geschatte aankomsttijd)
• ETE (Estimated Time Enroute = geschatte reistijd)
• Hoogte
•Tijd
•Datum
Zo wijzigt u de kaartgegevens:
1.Druk vanuit de schermkaart op MENU.
2.Markeer met de joystick de optie Pag. aanpassen.
3. Druk op ENTER.
4.De titelbalk van één van de velden wordt gemarkeerd. Markeer met de joystick de
titelbalk van het veld dat u wilt wijzigen.
5.Druk op ENTER.
6.Markeer in de lijst het gegevenstype dat u in het betreffende
veld wilt weergeven.
7.Druk op ENTER.
8.De markering springt automatisch naar het andere veld.
Herhaal stap 5 om ook het gegevenstype voor dit veld te kiezen.
9.Als u de gegevenstypen hebt gekozen kunt u met ESC het
menu verlaten.
Navigatieschermen19
Kaartoriëntatie wijzigen
De standaard oriëntatie voor de schermkaart is Noord up. Dit betekent dat de bovenkant van het
scherm altijd naar het ware noorden is gericht. De oriëntatie kan worden gewijzigd om de
bovenkant van het scherm bruikbaarder te maken. U kunt kiezen uit:
• Noord up. [standaard] De bovenkant van het scherm is altijd naar het ware noorden gericht.
• Koers up. De bovenkant van het scherm geeft de richting weer waarin u koerst.
(Als er geen route actief is, geeft de bovenkant van het scherm in deze modus altijd het
ware noorden aan.)
• Track up. De bovenkant van het scherm past zich aan uw koers aan.
(Als u zich niet voorbeweegt, geeft de bovenkant van het scherm in deze modus het ware
noorden aan.)
NB: Als Koers up of Track up actief zijn, wordt er rechtsboven in het scherm een
noordindicator weergegeven. De pijl wijst in de richting van het ware noorden.
Zo wijzigt u de maporiëntatie:
1.Druk vanuit de schermkaart op MENU.
2.Markeer met de joystick de optie Kaartconfiguratie.
3.Druk op ENTER.
4.Markeer met de joystick het veld Oriëntatie.
5.Druk op ENTER.
6.Markeer met de joystick de optie Noord up, Koers up of
Track up.
7.Druk op ENTER.
8.Druk op NAV om terug te gaan naar de schermkaart.
Navigatieschermen20
Primair gebruik wijzigen
De schermkaart kan worden ingesteld voor primair gebruik op land (standaard) of op zee (marine).
Bij instelling op primair landgebruik worden landgebieden weergegeven in wit en wordt water
weergegeven in donkergrijs.
Als de kaart wordt ingesteld op zeegebruik is dit andersom. (Water is wit en land is donkergrijs.)
Deze functie maakt het mogelijk tekst en kaartdetails makkelijker te lezen, afhankelijk van waar
u navigeert.
Zo wijzigt u het primair gebruik:
1.Druk vanuit de schermkaart op MENU.
2.Markeer met de joystick de optie Kaartconfiguratie.
3.Druk op ENTER.
4.Markeer met de joystick het veld Primair gebr.
5.Druk op ENTER.
6.Markeer met de joystick de optie Marine of Land.
7.Druk op ENTER.
8.Druk op de knop NAV om terug te gaan naar de schermkaart.
De schermkaart voor
primair landgebruik
De schermkaart voor
primair zeegebruik
(marine)
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.