P/No.: MFL41480106
WD-12331(6)ADK
WD-14331(6)ADK
(2P~34P)
(35P~65P)
P roductkenmerken
Economischer door het Intelligent Wassysteem
Om het energiegebruik en het waterverbruik tot een minimum te beperken, detecteert het Intelligent Wassysteem de grootte van de lading en de watertemperatuur. Ook bepaalt het op basis hiervan het optimale waterniveau en de wastijd.
Kinderslot
Het kinderslotsysteem wordt gebruikt om te vermijden dat kinderen op een knop duwen om het programma te wijzigen terwijl de machine draait.
Ruisarm snelheidscontrolesysteem
Door de washoeveelheid en de balans te meten, zorgt het systeem ervoor dat de was gelijkmatig verdeeld wordt zodat het
geluidsniveau bij het centrifugeren tot een minimum herleid wordt.
Direct Drive-systeem
De moderne Blushless DC-motor drijft de trommel rechtstreeks aan zonder gebruik te maken van riem of riemschijf.
I nhoudsopgave |
|
Waarschuwingen ........................................................................................ |
3 |
Kenmerken ................................................................................................. |
5 |
Installatie .................................................................................................... |
6 |
Aandachtspunten voor het wassen .......................................................... |
11 |
Zeep toevoegen ...................................................................................... |
12 |
Functies .................................................................................................... |
14 |
Gebruik van de wasmachine .................................................................... |
15 |
Onderhoud................................................................................................ |
24 |
Storingsindex............................................................................................ |
28 |
Garantiebepalingen .................................................................................. |
31 |
2
W aarschuwingen
LEES ALLE INFORMATIE ALVORENS U HET TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
Waarschuwing
Voor uw veiligheid: alle informatie in deze handleiding dient te worden opgevolgd om het risico voor brand, explosie of een elektrische schok tot een minimum te beperken, en om schade aan eigendommen, verwondingen of dodelijk letsel te voorkomen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•Installeer of plaats het apparaat op een plaats waar het niet aan temperaturen onder het vriespunt of aan de weerelementen kan worden blootgesteld.
•Het is gevaarlijk om de kenmerken van dit toestel op enigerlei wijze aan te passen.
•Probeer de machine niet zelf te herstellen. Herstellingen die uitgevoerd zijn door onervaren of niet-gekwalificeerd personeel kunnen verwondingen en/of nog ernstigere fouten veroorzaken aan de machine.
•Hou de plaatsen onder en rondom de toestellen vrij van brandbare materialen zoals pluizen, papier, vodden, chemicaliën, enz.
•Nauw toezicht is nodig indien het apparaat door of in de buurt van kinderen wordt gebruikt.
•Sta niet toe dat kinderen op, met of in dit toestel of enig ander apparaat spelen.
•Laat de wasmachinedeur nooit open staan.
•Kinderen zouden op de geopende deur kunnen gaan hangen of in de wasmachine kruipen.
•Breng uw hand of arm nooit in de wasmachine terwijl deze nog draait. Wacht tot de trommel geheel tot stilstand is gekomen.
•Het wasproces kan de brandvertrager van textiel verminderen.
•Was of droog geen artikelen die zijn gereinigd, gewassen, gedrenkt in of besprenkeld met brandbare of explosieve
stoffen (zoals was, olie, verf, dieselolie, ontvetters, oplosmiddelen voor droog reinigen, kerosine, enz.) die zouden kunnen ontvlammen of exploderen. Olie kan achterblijven in de trommel, waardoor er brand kan ontstaan tijdens het drogen. Laad dus geen kleding met olievlekken.
•Om dit te vermijden volgt u zorgvuldig de wasen verzorgingsinstructies op van de fabrikant die in het kledingstuk zijn opgenomen.
•Sla de wasmachinedeur nooit met kracht dicht en probeer deze niet geforceerd te openen wanneer hij op slot zit . Dit kan schade veroorzaken aan de wasmachine.
•Om risico op een elektrische schok tot een minimum te beperken, trekt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact of haalt u de zekering van de wasmachine uit de stoppenkast of zet de hoofdschakelaar van het elektrisch circuit in uw huis uit alvorens u begint met onderhoud of reiniging.
•Gebruik het apparaat nooit wanneer het beschadigd is, niet goed functioneert, gedeeltelijk is gedemonteerd, of er onderdelen aan ontbreken of stuk zijn. Dit geldt ook wanneer het snoer of de stekker zijn beschadigd.
•Neem contact op met het service centrum indien het apparaat onder water heeft gestaan.
Risico op elektrische schokken en brand.
•Alle elektriciteitswerken, die noodzakelijk zijn voor de installatie van het toestel, moeten uitgevoerd worden door een erkende elektricien of een deskundig persoon.
•Gebruik uitsluitend een geaard stopcontact van
220 –240 V.Gebruik geen verlengkabel of een verdeelstekker.
•Om gevaar te vermijden moet de stroomtoevoerkabel, wanneer deze beschadigd is, vervangen worden door de fabrikant, door zijn erkende verdelers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
•Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. Volg hierbij de stroombedradingsrichtlijnen.
3
W aarschuwingen
•Minimaliseer het risico op brand in een droger, volg onderstaande instructies op.
•Spullen die doorweekt zijn of spetters bevatten van groente of kookolie, zijn brandgevaarlijk en dienen niet in een droger geplaatst te worden. Spullen met olie kunnen spontaan ontbranden, in het bijzonder indien blootgesteld aan hittebronnen, zoals een droger. De kleding wordt warm, waardoor oxidatie ontstaat in de olie. Oxidatie creëert warmte. Indien de warmte niet kan ontsnappen, wordt de kleding heet, en vat vlam. Door kleding met olie op te stapelen, op te slaan, of op elkaar te leggen, kan de hitte niet ontsnappen en zodoende brandgevaar veroorzaken. Het is onvermijdelijk dat kleding met groente of kookolie of haarproducten bevatten in een droger wordt gestopt, maar ze dienen eerst gewassen te worden in heet water met wasmiddel. Dit zal het gevaar verminderen, maar niet helemaal verwijderen. Wassen in heet water met wasmiddel zal het gevaar verminderen maar niet opheffen. Gebruik de ‘cool down’ cyclus van de droger om de temperatuur te temperen. Ze dienen niet verwijderd te worden uit de droger indien ze nog heet zijn.
•Kleding die eerder is gereinigd, gewassen, geweekt of bevlekt met benzine/gasbenzine, stomerijproducten of andere ontvlambare of explosieve substanties, dienen niet in de droger geplaatst te worden. Zeer ontvlambare substanties die in het huishouden worden gebruikt zijn onder andere aceton, gedenatureerde alcohol, benzine/gasbenzine, kerosine, vlekkenverwijderaars (sommige merken), terpentine, was, en wasverwijderaars.
•Kleding met schuimrubber (oftewel latex schuim) of soortgelijke rubber, mag niet op een hitte instelling in de droger worden gedroogd. Schuimrubber kan, indien verhit, brand veroorzaken door spontane ontbranding.
•Wasverzachters of soortgelijke producten mogen niet in de droger gebruikt worden. Dit om het statische elektriciteit effect te verminderen, tenzij anderszins wordt aanbevolen door de fabrikant de wasverzachter te gebruiken.
•Ondergoed met metalen onderdelen mag niet in de droger worden geplaatst. De drogertrommel kan beschadigd worden indien de metalen onderdelen los komen tijdens het drogen. Gebruik voor deze kleding een droogrek.
•Plastic artikelen, zoals een badmuts of plastic hoeslakens mogen niet in de droger worden geplaatst.
•Artikelen met een rubberen achterkant, kleding met rubber, kussens, tennisschoenen of overschoenen mogen niet in de droger worden geplaatst.
4
K enmerken
|
|
|
Stekker |
|
|
|
Om gevaar te vermijden moet |
|
|
|
de stroomtoevoerkabel in geval |
Zeepbakje |
|
van beschadiging vervangen |
|
|
worden door de fabrikant, door |
||
(voor zeep en |
|
zijn erkende |
|
wasverzachter) |
|
verdelers of door gelijkwaardig |
|
|
gekwalificeerde personen. |
||
|
|
|
|
|
|
|
Bedieningspaneel |
|
|
|
Trommel |
Deur |
|
|
|
|
|
|
Plintdekselkap |
Plintdeksel |
|
|
|
Stelvoetjes |
Afvoerstop |
Filter afvoerpomp |
|
|
|
||
|
Naam |
: Wasmachine, voorlader |
|
|
Stroomtoevoer |
: 220-240V~, 50Hz |
|
|
Afmetingen |
: 600 mm (B) X 550 mm (D) X 850 mm (H) |
|
|
Gewicht |
: 61kg |
|
|
Wascapaciteit/Max. vermogen |
: 7kg (2100W) |
|
|
Drogen/Max. vermogen |
: 3,5kg (1350W) |
|
|
Centrifugeersnelheid |
: Niet Centrif./400/600/800/1000/1200 |
|
|
|
[WD-12331(6)ADK] |
|
|
|
Niet Centrif./400/600/800/1000/1200/1400 |
|
|
|
[WD-14331(6)ADK] |
|
|
Waterverbruik |
: 147 |
|
|
Toegelaten waterdruk |
: 0,3-10 kgf/cm2(30-1000 kPa) |
|
Het uitzicht en de kenmerken kunnen zonder voorafgaande kennisgeving afwijken. Dit enkel om de kwaliteit van het toestel te verbeteren.
Accessoires
Toevoerleiding (1EA) |
Moersleutel |
5
I nstallatie
•Installeer of plaats het apparaat op een plaats waar het niet aan temperaturen onder het vriespunt of aan schommelende weersomstandigheden kan worden blootgesteld.
•Als de wasmachine geplaatst werd op een vast tapijt, mag de het tapijt de plintopening niet hinderen.
Vergrendelingsbouten voor vervoer
Het toestel is uitgerust met vergrendelingsbouten voor vervoer om interne schade tijdens het transport te vermijden.
•De verpakking en alle transportbouten moeten worden verwijderd alvorens de wasmachine te gebruiken.
Wanneer u de verpakking onderaan verwijdert, zorg er dan voor ook de bijkomende verpakkingsplaat in het midden onderaan te verwijderen.
Wasmachine |
|
Washer |
|
|
Verpakkingsplaat |
VerpakkingPacki |
(Afhankelijk van het |
model, wordt er |
|
onderkant |
inpakmateriaal ter |
|
ondersteuning |
gebruikt.)
Verwijderen van de vergrendelingsbouten
1. Om interne schade tijdens het transport te vermijden zijn de 4 speciale vergrendelingsbouten vastgeschroefd. Vooraleer de wasmachine in gebruik te nemen, moet u de bouten en de rubberen stoppen verwijderen.
•Als ze niet verwijderd worden, zal de machine hevig schudden, veel geluid veroorzaken en uiteindelijk in storing gaan.
2. Draai de 4 bouten los met de meegeleverde moersleutel.
3. Verwijder de 4 bouten samen met de rubberen stoppen door zachtjes aan de stop te draaien. Houd de 4 bouten en de moersleutel bij voor eventueel later gebruik.
•Telkens wanneer het toestel verplaatst wordt, moeten deze vergrendelingsbouten opnieuw geplaatst worden.
4. Sluit de gaten af met de meegeleverde afdekhoedjes.
6
I |
nstallatie |
|
Ruimtelijke installatievereisten |
|
|
|
|
Passtelling met de vloer: |
|
afvoerleiding |
De toegelaten hellingsgraad onder de wasmachine |
|
wasmachine |
bedraagt 1° |
|
|
Stopcontact : |
|
|
Moet geplaatst zijn op maximaal 1,5 meter links of |
|
was- |
rechts van de wasmachine. Niet meer dan één |
|
toestel aansluiten op het stopcontact. |
|
|
kuip |
|
|
ong. |
Bijkomende vrije ruimte : |
|
2 cm |
Voor inbouw tegen muur, deur en vloer is volgende |
|
|
|
|
|
vrije ruimte noodzakelijk. |
|
|
(10 cm: achterzijde / 2 cm: rechteren linkerzijde) |
|
|
Plaats of bewaar nooit wasproducten op de |
|
|
wasmachine. |
|
|
Ze kunnen de afwerkingslaag of de |
|
|
bedieningstoetsen beschadigen. |
Positioneren
Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de wasmachine niet wordt gehinderd door tapijten, matten enz.
•Probeer nooit om een oneffenheid in de vloer te corrigeren door stukken hout, karton of soortgelijke materialen onder de wasmachine te plaatsen.
•Als de wasmachine naast een gasfornuis of een kolenkachel geplaatst moet worden, voorzie dan een isolatie (85x60cm), bedekt met aluminiumfolie, op de zijkant van het fornuis of de kachel tussen de twee toestellen.
•Installeer de wasmachine niet in ruimtes waar de temperatuur tot onder 0°C kan dalen.
•Zorg ervoor dat de wasmachine ook na de installatie nog gemakkelijk bereikbaar is voor de technicus in geval van een defect.
•Eens de wasmachine is geïnstalleerd, de vier pootjes bijregelen met de meegeleverde boutsleutel zodat het toestel stabiel staat en er een open ruimte is van ongeveer 20 mm tussen de bovenkant van de wasmachine en de onderkant van het werkblad.
7
I nstallatie
Elektrische aansluiting
1. Gebruik nooit een verlengkabel of een verdeelstekker.
2. Om gevaar te vermijden moet de stroomtoevoerkabel in geval van beschadiging, vervangen worden door de fabrikant, zijn erkende verdelers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
3. Trek de stekker na gebruik steeds uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
4. Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. Volg hierbij de stroombedradingsrichtlijnen.
5. Het toestel moet zo geplaatst worden dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is.
LET OP
LET OP het netsnoer
Het wordt aanbevolen de meeste machines aan te sluiten op een eigen circuit; dat wil zeggen, een circuit met stopcontact dat alleen voor die machine gebruikt wordt, zonder verdere stopcontacten of aansluitingen op het circuit. Controleer voor de zekerheid de specificatie-pagina van deze handleiding.
U mag de stopcontacten niet overbelasten. Overbelaste/losse/beschadigde stopcontacten of verlengsnoeren, versleten netsnoeren, of beschadigde snoerisolatie vormen een gevaar. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok. Kijk regelmatig het netsnoer van uw machine na; indien dit er beschadigd uitziet, haalt u dan de stekker uit het stopcontact en laat het snoer vervangen door een authentiek snoer aangeleverd door een bevoegde dealer, alvorens de machine opnieuw te gebruiken. Zorg ervoor dat het snoer niet beschadigd raakt: zorg ervoor dat het b.v. niet in de knoop ligt of afgeknepen wordt, of dat men erop kan lopen. Let vooral op stekkers, stopcontacten, en de snoeruitgang op de machine.
De wasmachine moet op de waterleiding aangesloten worden met nieuwe leidingen. Oude leidingen mogen niet worden gebruikt.
Aansluiting van de watertoevoerleidingen
aansluiting |
rubberen ringen |
8 |
De toegeleverde waterdruk moet tussen 30 kPa en 1000 kPa (0,3~10 kgf/cm2 )liggen
Ontbloot of kruis de leiding niet wanneer u de toevoerleiding aansluit op de klep.
Wanneer de toegeleverde waterdruk hoger is dan 1000 kPa, moet u een decompressietoestel laten installeren.
•Om lekkage te vermijden werden twee ringen voorzien op het aansluitpunt in de aansluiting van de watertoevoerleiding.
•Controleer de waterdichtheid van de aansluitingen tussen wasmachine en toevoerleiding door de kraan helemaal open te draaien.
•Controleer regelmatig de toestand van de leiding en vervang deze indien nodig.
•Zorg ervoor dat er geen knik zit in de leiding en dat deze niet geklemd is.
I nstallatie
Deze apparatuur is niet ontworpen voor verplaatsbaar gebruik, zoals in caravans, vliegtuigen etc. Schakel de stopcock uit indien de machine lange tijd niet gebruikt wordt (bijv. op vakantie), vooral indien er geen vloerputje in de buurt is. Indien u het apparaat verwijdert, snij dan de stroomkabel en de stekker eraf. Zorg dat het deurslot niet meer werkt, zodat kinderen er niet in vast kunnen komen te zitten. Het verpakkingsmateriaal (bijv. piepschuim, banden) kunnen gevaarlijk voor kinderen zijn. Er is een risico op verstikking. Houd alle verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
Installatie van de afvoerleiding
• Wanneer de afvoerleiding aan een wasbak bevestigd wordt, maak ze dan stevig vast met een kettinkje.
• Een goede bevestiging van de afvoerleiding zal ervoor zorgen dat de vloer niet beschadigd wordt door waterlekkage.
waskuip
leiding-houder
kabel-binder |
max. 100cm |
|
min. 60cm |
||
|
||
max. 100cm |
|
|
min. 60cm |
|
•De afvoerleiding mag niet hoger dan 100 cm boven de vloer geplaatst worden.
•Een goede bevestiging van de afvoerleiding zal ervoor zorgen dat de vloer niet beschadigd wordt door waterlekkage.
•Wanneer de afvoerleiding te lang is, duw ze dan niet in de wasmachine. Hierdoor ontstaat nl. een abnormaal geluid.
9
I nstallatie
Niveauregeling
|
Borgmoer |
|
stelvoetje |
hoger |
lager |
stelvoetje |
stelvoetje |
1.Door een wasmachine goed waterpas op te stellen voorkomt u overgeluid en trillingen.
Plaats het toestel op een stevige vloer die waterpas is, bij voorkeur in een hoek van de kamer.
OPMERKING Een houten of zwevende vloer kan voor overmatige trillingen of stabiliteitsproblemen bij een geladen machine zorgen.
2.Wanneer de vloer oneffen is, kan u de stelvoetjes aanpassen tot op de gewenste hoogte (gebruik geen stukjes hout en dergelijke onder de voetjes). Zorg ervoor dat alle vier de voetjes stevig op de vloer rusten, en controleer of het toestel waterpas staat (gebruik een waterpas)
Nadat u de pootjes bijgeregeld hebt, de borgmoer in tegenwijzerzin aandraaien.
OPMERKING Zet de wasmachine goed vast als hij op een verhoogd platform staat: anders loopt u het risico dat hij eraf valt.
Diagonale controle
Wanneer u op de overlangse hoeken van de bovenplaat van de wasmachine aandrukt, mag de machine absoluut niet op en neer bewegen
(controleer beide richtingen). Wanneer de machine bij deze duwbewegingen wel beweegt, moet u de stelvoetjes weer aanpassen.
Betonnen vloeren
•Het installatieoppervlak moet proper, droog en waterpas zijn.
•Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Tegelvloeren (gladde vloeren)
•Ga met beide voeten op de Tread Mate staan en stel de machine af totdat hij recht staat.(Knip de Tread Mate in stukken van 70x70 mm en plak de stukken op de droge tegels waar u de machine wilt plaatsen.)
Tread Mate is een zelfklevend materiaal dat gebruikt wordt op ladders & trappen, om het uitglijden tegen te gaan.
Houten vloeren |
|
|
|
|
• Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor trillingen. |
|
|
|
|
Rubberb er Cupdop |
||||
voorkomen, raden wij aan rubber doppen van ten minste 15 mm |
||||
|
|
|
||
elk pootje van de wasmachine en deze met behulp van |
|
|
|
|
aan ten minste 2 vloerbalken. |
|
|
|
de wasmachine installeren in een van de hoeken van de ruimte waar de vloer stabieler is. doppen om de trillingen te verminderen.
(onderdeelnr. .4620ER4002B) kunt u verkrijgen bij de LG-afdeling onderdelen.
Belangrijk!
•Correcte plaatsing van de wasmachine verzekert een lange, regelmatige en betrouwbare werking.
•De wasmachine moet volledig horizontaal en stevig vast staan.
•De wasmachine mag niet gaan schommelen tijdens het wassen.
•Het installatieoppervlak moet proper zijn, vrij van vloerwas en andere smeermiddelen.
•Zorg ervoor dat de onderkant van de wasmachine niet nat wordt. Als de onderkant van de wasmachine nat wordt, zou u kunnen uitglijden.
10
A andachtspunten voor het wassen
Voor het in gebruik nemen van de wasmachine
Kies een wascyclus (KATOEN 60°C, voeg een halve lading wasmiddel toe), zet de machine in werking (zonder kleding). Hiermee verwijdert u eventueel in de trommel resterende aanslag.
Aandacht voor het wassen
1.Aandacht voor de labels
Controleer of uw kledingstuk een label heeft met wasinstructies. Dit zal aangeven uit welke stoffen het stuk gemaakt is en hoe het gewassen moet worden.
2.Was sorteren
Voor de beste wasresultaten, sorteert u uw kledingstukken in ladingen die met hetzelfde wasprogramma gewassen kunnen worden. De watertemperatuur en de centrifugeersnelheid zijn afhankelijk van het soort stof waaruit de kledingstukken gemaakt zijn. Sorteer donkere was van lichte was en witgoed. Was afzonderlijk als kleuren kunnen doorlopen of pluis in elkaar kan klitten
waardoor wit kan verkleuren, enz. Indien mogelijk wast u zwaar vervuilde stoffen apart van licht vervuild goed.
- Vuil (zwaar, normaal, licht) |
Sorteer kleding volgens de vuilheidsgraad. |
- Kleur (witte was, lichte was, donkere was) |
Sorteer witgoed van gekleurde was. |
- Pluis (pluisproducerende was, pluisverzamelende was) Was pluisproducerende was afzonderlijk van pluisverzamelende was.
3.Aandacht bij het vullen
•Combineer grote en kleine stukken in één lading. Laad de grote stukken eerst. Grote stukken mogen niet meer dan de helft van de gehele waslading beslaan.
•Laat de machine niet draaien met slechts één artikel erin. Dit kan instabiliteit veroorzaken. Voeg een of twee gelijksoortige stukken toe.
• Controleer alle zakken en zorg ervoor dat ze leeg zijn. Nagels, haarpennen, lucifers, potloden, muntstukken en sleutels kunnen zowel uw wasmachine als uw kleding beschadigen.
• Sluit ritsen, haken en koorden om ervoor te zorgen dat deze geen andere kledingsstukken scheuren.
• Behandel vuil en plekken voor door een beetje in water opgeloste zeep op boorden omslagplekken aan te brengen.
Dit om het vuil reeds gedeeltelijk op te lossen.
• Verwijder al het vreemde materiaal.
11
Z eep toevoegen
Toevoegen van wasmiddel en wasverzachter
1. De verdeellade
max |
• Hoofdwas alleen
• Voorwas + hoofdwas
2. Wasverzachter toevoegen
•Niet hoger vullen dan tot aan het maximale vulstreepje. Als het bakje overvol is kan de wasverzachter te vroeg vrijkomen, waardoor er vlekken op de kleding kunnen ontstaan.
•Laat wasverzachter niet langer dan 2 dagen
in de zeeplade (wasverzachter kan uitharden)
• De wasverzachter wordt automatisch toegevoegd gedurende de laatste spoelcyclus.
•De lade niet openen wanneer er water wordt aangevoerd.
•Solventen (benzeen, enz..) zijn niet toegelaten.
OPMERKING Geen wasverzachter rechtstreeks op de kledij gieten.
12
Z eep toevoegen
3. Hoeveelheid wasmiddel
•Het wasmiddel moet worden gebruikt volgens de instructies van de wasmiddelenproducent.
•Als u meer wasmiddel gebruikt dan is voorgeschreven, ontstaat er te veel schuim waardoor het wasresultaat afneemt of de motor te sterk belast wordt (oorzaak van storing)
•Gebruik alleen wasproducten in poedervorm voor de wasmachine met voorlader.
•Het gebruik van het wasmiddel moet mogelijk worden aangepast in functie van de watertemperatuur, de hardheid van het water, de grootte en het vuilniveau van de lading. Om de beste resultaten te bekomen zorgt u ervoor het schuim niet te laten overlopen.
4. Waterverzachter
max
•Een water verzachter, zoals Calgon, kan worden gebruikt in regio’s met extreem hard water. Voeg toe volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Voeg eerst wasmiddel toe en vervolgens de water verzachter.
•Gebruik de hoeveelheid wasmiddel voor zacht water.
Tips
Volle lading: volgens de aanbevelingen van de producent. Gedeeltelijke lading: 3/4 van de normale hoeveelheid. Minimumlading: 1/2 van een volle lading.
•Het wasmiddel wordt bij het begin van de wascyclus uit de verdeler gespoeld.
5.Gebruikend de Tablets
1)Open de deur en Tablets in de trommel.
2) Laad de wasserij in de trommel.
3) Sluit de deur.
13
F uncties
Aanbevolen wasprogramma's rekening houdende met het type wasgoed
Programma |
|
Instelling |
Wassen |
Maximum |
||
StofType |
Temp. |
|||||
(Optie) |
Lading |
|||||
|
|
(Optie) |
||||
|
|
|
|
|
||
|
Controleer eerst of het |
|
|
|
|
|
|
wasgoed in de machine mag |
95˚C |
|
|
|
|
|
(wit katoen, linnen |
|
|
volle lading |
||
|
handdoeken en lakens, |
|
|
|
|
|
|
enz....) |
|
|
|
|
|
Katoen |
|
|
- Spoelstop |
|
||
kleurvaste kledingstukken |
|
|
||||
|
|
|
||||
|
60˚C |
- Intensief |
|
|||
|
(hemden, nachtjaponnen, |
volle lading |
||||
|
pyjama's, ...)en licht vervuild |
(30°C, 40°C, |
- Spoelen+ |
|||
|
60°C-Eco) |
|
||||
|
wit katoen (ondergoed, …) |
- Voorwas |
|
|||
|
|
|
||||
|
|
|
|
|||
|
|
|
- Drogen |
|
||
Synthetisch |
polyamide, acryl, polyester |
40˚C |
4,0 kg |
|||
|
|
|||||
|
|
(30°C, 60°C) |
|
|
||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
Fijn |
fijn wasgoed dat |
30˚C |
|
|
|
|
gemakkelijk beschadigd kan |
|
|
3,0 kg |
|||
(Koud, 40˚C) |
|
|
||||
|
worden. |
|
|
|||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Enkel wollen en zijden |
30˚C |
|
|
|
|
Wol/Zijde |
goed dat in de machine |
- Spoelstop |
2,0 kg |
|||
(Koud, 40˚C) |
||||||
|
gewassen mag worden. |
|||||
|
|
- Intensief |
|
|
||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
||
Handwas |
“Handwas” Fijn en wollen |
Koud |
- Spoelen+ |
2,0 kg |
||
wasgoed |
(30°C) |
|
|
|||
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Het wastype is hetzelfde bij |
|
|
|
|
|
Snel 30‘ |
Katoen en synthetische |
30°C |
|
|
4,0 kg |
|
|
was. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Intensief : Voor zeer vuile was, kies de optie "Intensief".
De programma-afstelling met testoptie "Katoen 60˚C + Intensief + Meer" is in overeenstemming met EN50229 en IEC50229.
Voorwas : Voorwas zwaar vervuilde en proteïnegevlekte stukken.
Watertemperatuur : Kies de watertemperatuur bij het wasprogramma.
Volg bij het wassen altijd de wasvoorschriften of –instructies op het label van
de fabrikant.
14
G ebruik van de wasmachine
1.Bij gebruik van de wascyclus met de standaardvoorwaarden
•Om de machine te starten drukt u op de knop "Inschakelen".
•Druk op de "Start/Pause"-knop.
2.Manuele instelling
•Druk op de knop "Inschakelen" om de machine op te starten.
•Selecteer de voorwaarden die u wenst te gebruiken door telkens de overeenstemmende knoppen in te drukken.
• Standaardinstelling
-Wassen : alleen hoofdwas
-Spoelen : 3 keer
-Centrifugeren :
•1400 tpm [WD-14331(6)ADK]
•1200 tpm [WD-12331(6)ADK]
-Watertemperatuur : 60 °C
-Programma : Katoen
Om de voorwaarden van elk programma te selecteren verwijzen we naar pagina’s 16 tot 23.
• Druk de "Start/Pause"-knop in.
15
G ebruik van de wasmachine
(1) draaiknop : Programma |
(5) drukknop : Spoelen+ |
(9) drukknop: Inschakelen |
(2) drukknop : Start/Pause |
(6) drukknop : Voorwas |
(10) draaiknop: Centrifugeren |
(3) drukknop : Intensief |
(7) drukknop : Drogen |
(11) drukknop: Voorprogr. |
(4) drukknop : Spoelstop |
(8) Kinderslot |
|
Optie
- Spoelstop |
- Intensief |
- Spoelen+ |
- Voorwas |
- Drogen |
3.Spoelen+
•Als u langer wilt spoelen, kunt u de
" Spoelen+ "-functie gebruiken om alle zeepresten weg te spoelen.
•U kunt de optie/-functie selecteren door op de optieknop te drukken.
1.Intensief
•Voor zeer vuile was, kies de optie "Intensief".
•Door Intensief te kiezen, wordt de duur van het wasprogramma verlengd, afhankelijk van het gekozen programma.
4.Voorwas
•Als het wasgoed erg bevuild is, is het “Voorwas” -programma erg effectief.
•De voorwas kan worden gebruikt voor het programma "Katoen en Synthetisch was" programma.
2.Spoelstop
•Als u kleren in de machine wilt laten zonder te centriguren na het spoelen om te voorkomen dat ze worden gekreukt, druk dan op de toets "Centrifugeren" om "Spoelstop" te selecteren.
•Om na activering van de spoelstopfunctie verder te gaan met afpompen of centrifugeren moet u het gewenste programma instellen met de programmadraaiknop.
5.Drogen
•Selecteer deze knop indien u wilt drogen.
•Beschikbaar voor katoen of synthetisch.
•Let op dat de droogcapaciteit 3,5 kg is, voor de volledig was, voordat u gaat drogen, en let op dat u het koud water aan laat staan.
Als het controlelampje brandt, is de functie geselecteerd.
16
G ebruik van de wasmachine
Centrifugeren
(400–600–800–1000–1200–1400) |
(400–600–800–1000–1200) |
|
[WD-14331(6)ADK] [WD-12331(6)ADK]
•Door op de centrifugeerknop te drukken kan de centrifugeersnelheid ingesteld worden.
1. Keuze centrifugeersnelheid
•De volgende centrifugeersnelheid is beschikbaar, afhankelijk van het programma:
WD-14331(6)ADK
-Katoen, Spoelen+Centrifugeren, Snel 30‘
Niet Centrif. - 400 - 600 - 800 - 1000 - 1200 - 1400
-Synthetisch, Wol/Zijde, Handwas
Niet Centrif. - 400 - 600 - 800 - 1000
-Fijn
Niet Centrif. - 400 - 600 - 800
Alleen centrifugeren:
1.Druk de Inschakelen-knop in.
2.Kies de gewenste centrifugeersnelheid door de Centrifugeerschijf af te stellen.
3.Houd Start/Pause ongeveer drie seconden ingedrukt
WD-12331(6)ADK
-Katoen, Spoelen+Centrifugeren, Snel 30‘
Niet Centrif. - 400 - 600 - 800 - 1200 - 1200 - 1400
-Synthetisch, Wol/Zijde, Handwas
Niet Centrif. - 400 - 600 - 800 - 1000
-Fijn
Niet Centrif. - 400 - 600 - 800
2.Niet Centrifugeren
•Als er geen centrifugeersnelheid ingesteld is, stopt de wasmachine nadat het water weggepompt is.
Als het controlelampje brandt, is de functie geselecteerd.
17
G ebruik van de wasmachine
Watertemperatuur |
|
Kinderslot |
•Door de programmadraaiknop te draaien kan de watertemperatuur geselecteerd
worden.
-Koud
-30˚C / 40˚C / 60˚C / 95˚C
•Naargelang het programma kan de watertemperatuur als volgt ingesteld worden:
Het controlelampje van de gekozen temperatuur licht op Voor verdere details verwijzen we naar pagina 14
Als u alle knoppen wilt vergrendelen om te vermijden dat kinderen of geestelijk zwakke personen de machine kunnen bedienen, kunt u deze functie gebruiken.
•Het kinderslot kan worden ingesteld door gelijktijdig de “Spoelen+”-knop en de
“Voorwas”-knop in te drukken.
•Wanneer het kinderslot ingesteld is, zijn alle knoppen buiten werking.
•Om het kinderslotsysteem weer uit te
schakelen drukt u opnieuw gelijktijdig op de de “Spoelen+”-knop en de “Voorwas”- knop.
•Als u de programma-instellingen wilt wijzigen terwijl het kinderslot actief is:
1. Druk gelijktijdig op “Spoelen+” en
“Voorwas”
2. Druk op de “Start/Pause”-knop.
3. Wijzig het gewenste programma en druk opnieuw op de “Start/Pause”-knop.
•Het kinderslot kan op elk moment ingesteld worden, en wordt automatisch weer uitgeschakeld wanneer operationele fouten voorkomen of wanneer. Het kinderslot werkt eveneens wanneer de machine uitgeschakeld is.
18
G ebruik van de wasmachine
Drogen
OPMERKING De droogcapaciteit voor dit model is 3,5kg.
Verwijder overtollig gewicht voordat u begint met drogen.
• Deze wasser/droger schakelt eenvoudig over van wassen naar drogen.
•Let op dat u soortgelijke materialen tegelijk droogt, zodat het meest gelijkmatig gedroogd wordt.
•Overlaad de droger niet door teveel producten in de trommel te stoppen. De kleding moet kunnen vrij kunnen ronddraaien.
•Indien u de deur opent en de lading verwijderd voordat de droogcyclus voltooid is, denk er dan aan om op de Start/Pause knop te drukken.
•Met behulp van de knop Drogen kunt u de volgende opties selecteren:
1.Automatisch Drogen handleiding
•Gebruik de automatische cyclussen voor de meeste ladingen. Elektronische sensoren meten de temperatuur van de uitlaat zodat de temperatuur verhoogd of verlaagd kan worden voor een snellere reactietijd en betere temperatuutcontrole.
•Aanbevolen droogcyclus voor kledingsoorten:
a)Synthetisch materiaal, selecteer - Lage Temp.
b)Te strijken materiaal, selecteer - Minder.
c)Voor katoen, selecteer Normaal
d)Voor wasbare slabbertjes, selecteer
Meer
Opmerking: De geschatte droogtijd varieert van de daadwerkelijke droogtijd bij het automatisch drogen. De droogtijd wordt bepaald door de kleding, de grootte van de lading, de geselecteerde droogte.
Normaal |
Meer |
Tijd |
Lage temperatuur |
|
Minder |
19
G ebruik van de wasmachine
Drogen
|
2. Droogtijd Handleiding |
|
|
Vezel of Lederen Producten |
|
|
|||
|
|
|
|
|
•Door op de Droog knop te drukken, kunt u de droogtijd selecteren.
•De droogtijd kan maximaal 150 minuten bedragen.
•Deze droogtijden worden als richtlijn gegeven, zodat u de droger kunt instellen voor handmatig drogen. De droogtijden zijn afhankelijk van vochtigheid, kamertemperatuur en soort kleding.
Uw eigen ervaring is de beste maatstaf.
Wollen Producten
•Plaats wollen producten niet in de droger. Trek ze in het oorspronkelijke formaat en droog ze plat.
Geweven en Gebreide Producten
•Sommige geweven en gebreide producten kunnen krimpen, afhankelijk van de kwaliteit.
•Trek er onmiddellijk na het drogen aan.
Permanent Druk en synthetisch
•Overlaad uw droger niet.
•Verwijder uw permanent druk artikelen zodra de droger stopt, om kreuken te voorkomen.
•Controleer altijd de instructies van de fabrikant.
Baby kleding en Nachtkleding
•Controleer altijd de instructies van de fabrikant.
Rubber en Plastic
•Droog rubberen of plastic kleding niet in de droger, zoals:
a)Schort, slabbertje, stoelhoezen.
b)Gordijnen, en tafelklederen.
c)Badmatjes
Glasvezel
•Droog glasvezelartikelen niet in de droger. Glasstukjes kunnen achterblijven in de droger, en kunnen de volgende keer in uw kleding terecht komen, en uw huid beschadigen.
20