De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie,
aanpassing of vertaling van dit materiaal is
verboden zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard, met
uitzondering van wat is toegestaan onder
de wet op de auteursrechten.
De enige garanties voor HP-producten en
diensten zijn vermeld in de expliciete
garantieverklaring die de producten en
diensten vergezellen. Geen enkele melding
in dit document kan worden beschouwd als
bijkomende garantie. HP kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
technische of redactionele fouten of
weglatingen in dit document.
Dankbetuigingen
Microsoft, Windows, Windows XP,
Windows Vista, Windows 7 en Windows 8
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten.
ENERGY STAR en het ENERGY STARlogo zijn in de VS gedeponeerde
handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van
dit product. Op deze manier beperkt u het
risico van verwondingen door brand of
elektrische schokken.
1. Lees en begrijp alle instructies in de
documentatie bij uw printer.
2. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het product zijn
aangegeven.
3. Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact voordat u dit apparaat gaat
reinigen.
4. Installeer en gebruik het product niet in
de nabijheid van water of wanneer u nat
bent.
5. Installeer het product op een stevig,
stabiel oppervlak.
6. Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan trappen
of erover kan struikelen en het netsnoer
niet wordt beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren werkt,
raadpleeg dan
op pagina 121.
8. U mag zelf geen onderdelen repareren.
Voor reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden dient u contact
op te nemen met een bevoegd technicus.
Een probleem oplossen
Inhoudsopgave
1 Hoe kan ik? ....................................................................................................................................................... 1
2 Aan de slag ....................................................................................................................................................... 3
Tips voor de keuze en het gebruik van papier ................................................................... 23
Plaats papier ...................................................................................................................................... 24
NLWWv
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen ........................................................ 24
Enveloppen plaatsen ......................................................................................................... 25
Kaarten en fotopapier plaatsen .......................................................................................... 26
Een origineel op de glasplaat plaatsen .............................................................................................. 28
Plaats een origineel in de documentinvoer ........................................................................................ 29
Plaats een USB-stick .......................................................................................................................... 30
Toebehoren instellen en gebruiken .................................................................................................... 31
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule). ........ 31
Een tweede lade plaatsen en gebruiken (Lade 2) ............................................................. 31
Werken met laden .............................................................................................................. 32
Onderhoud van de printer .................................................................................................................. 35
De glasplaat van de scanner reinigen ............................................................................... 35
De buitenkant reinigen ....................................................................................................... 35
De automatische documentinvoer reinigen. ...................................................................... 36
De printer bijwerken ........................................................................................................................... 37
Open de HP-printersoftware (Windows) ............................................................................................. 38
De printer uitschakelen ....................................................................................................................... 39
Over cookies .................................................................................................................... 118
De embedded web server openen ................................................................................... 118
10 Een probleem oplossen .............................................................................................................................. 121
Inkt bijna op ...................................................................................................................................... 217
Probleem met de printkop ................................................................................................................ 218
Probleem met inktcartridges ............................................................................................................. 219
De inktcartridge vervangen .............................................................................................................. 220
Er werd een niet-compatibele cartridge geplaatst van een oudere generatie .................................. 221
Klep van de automatische documentinvoer is open ......................................................................... 252
Probleem met inktsysteem ............................................................................................................... 253
Index ................................................................................................................................................................. 255
NLWWxiii
xivNLWW
1Hoe kan ik?
Aan de slag op pagina 3
●
Afdrukken op pagina 41
●
Kopiëren en scannen op pagina 53
●
Fax op pagina 61
●
Webservices op pagina 87
●
Werken met inktcartridges op pagina 95
●
Een probleem oplossen op pagina 121
●
NLWW1
2Hoofdstuk 1 Hoe kan ik?NLWW
2Aan de slag
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Toegankelijkheid
●
HP EcoSolutions (HP en het milieu)
●
De onderdelen van de printer kennen
●
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
●
HP Digital Solutions
●
Near field communication (NFC)
●
Elementaire informatie over papier
●
Plaats papier
●
Een origineel op de glasplaat plaatsen
●
Plaats een origineel in de documentinvoer
●
Plaats een USB-stick
●
Toebehoren instellen en gebruiken
●
Onderhoud van de printer
●
De printer bijwerken
●
Open de HP-printersoftware (Windows)
●
De printer uitschakelen
●
Standaardwaarden
●
NLWW3
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met
bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De HP-software die bij de printer is geleverd, is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of
verminderd zicht door gebruik van de toegankelijkheidsopties en -functies van uw besturingssysteem.
Ook ondersteunt de software de meeste technologische hulpprogramma's zoals schermlezers,
braillelezers en spraak‑naar‑tekst‑toepassingen. Voor gebruikers die kleurenblind zijn, beschikken de
gekleurde knoppen en tabs in de HP-software over tekstlabels en pictogrammen die de vereiste actie
aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software worden uitgevoerd
via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de toegankelijkheidsopties van
Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en MouseKeys. Ook gebruikers met beperkte
kracht en een beperkt bereik kunnen de printerkleppen, knoppen, papierladen en breedtegeleiders
voor het papier bedienen.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
www.hp.com/accessibility .
(OS X)Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility.
4Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
HP EcoSolutions (HP en het milieu)
Hewlett-Packard richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en
het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor.
Programma voor milieubeheer op pagina 182 voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP
Zie
volgt tijdens het productieproces. Bezoek
milieu-initiatieven die HP neemt.
Stroom beheren
●
Printerbenodigdheden optimaliseren
●
Stroom beheren
Om elektriciteit te besparen, bevat de printer de volgende functies:
U kunt de functies in- of uitschakelen in de printersoftware of de Embedded web server (EWS).
www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de
Raadpleeg
Raadpleeg
Slaapstand
Het stroomverbruik wordt beperkt in Slaapstand. Na de eerste installatie gaat de printer in
energiezuinige modus na 5 minuten inactiviteit.
Tijd naar Slaapstand instellen:
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer
2.Raak Slaapstand aan en selecteer dan de gewenste optie.
OPMERKING:Als u uw land of provincie wijzigt op het bedieningspaneel van de printer, dan zal de
tijd tot slaapstand automatisch worden ingesteld op standaard, dit is 5 minuten.
Planning Aan en Uit
Gebruik deze functie om automatisch energie te besparen tijdens avonden en weekends. U kunt
bijvoorbeeld de printer instellen om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur
van maandag tot vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht en de weekends.
De functie Planning Aan en Uit van de printer configureren:
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 om de printersoftware te openen.
Geïntegreerde webserver op pagina 118 om de EWS te openen.
(ECO) aan.
(ECO) aan.
2.Raak Planning Aan en Uit.
3.Raak Planning Aan en Planning uit aan om de tijd in te stellen waarop de printer wordt in- en
uitgeschakeld.
VOORZICHTIG:Schakel de printer altijd correct uit met de Slaapstand, Planning Aan en Uit of
(de Aan/uit-knop).
Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet op de juiste
positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Printerbenodigdheden optimaliseren
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende doen:
NLWWHP EcoSolutions (HP en het milieu)5
Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken.
●
Bespaar inkt en papier bij het afdrukken van webinhoud met HP Smart Print. Ga voor meer
●
informatie naar
Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken minder inkt.
●
Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van
●
www.hp.com/go/smartprint.
de cartridges.
6Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voorzijde
●
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
●
Achteraanzicht
●
Voorzijde
1Papierbreedtegeleiders van de documentinvoer
2Documentinvoerlade
3Scannerglasplaat
4Beeldscherm bedieningspaneel
5Uitvoerlade
6Verlengstuk van de uitvoerlade
7Hoofdinvoerlade
8USB-poort aan de voorzijde
9Aan/uit-knop
10Near field communication (NFC)
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van de printer.
11Documentinvoerlade
NLWWDe onderdelen van de printer kennen7
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
1Toegangsklep voor de inktcartridge
2Inktcartridges
3Printkop
4Printkopvergrendeling
OPMERKING:De printerbenodigdheden moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met
de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor
langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
Achteraanzicht
1Faxpoort (2-EXT)
2Faxpoort (1-LINE)
3Ethernet-netwerkpoort
4USB-poort aan de achterkant
5Stroomaansluiting
8Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Overzicht knoppen en lampjes
●
Schermpictogrammen bedieningspaneel
●
Printerinstellingen wijzigen
●
Overzicht knoppen en lampjes
In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het
bedieningspaneel van de printer.
LabelNaam en beschrijving
1
2Home-knop: Hiermee kunt u vanuit alle schermen terugkeren naar het beginscherm.
3Scherm bedieningspaneel: Raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Raak het scherm aan en laat uw vinger
4Terug-knop: Hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
5Help-knop: Hiermee wordt het Help-menu geopend.
Statuslampje Draadloos Blauw lampje geeft aan dat er een draadloze verbinding is. Raak
draadloze printerfuncties in te schakelen.
erover glijden voor meer menuopties.
Zie
Schermpictogrammen bedieningspaneel op pagina 9 voor meer informatie over de pictogrammen die op het
scherm worden weergegeven.
(Draadloos) aan om de
Schermpictogrammen bedieningspaneel
PictogramDoel
Toont dat er een vaste netwerkverbinding beschikbaar is en biedt ook eenvoudige toegang tot het statusscherm van het
netwerk.
Toont de draadloze status en menuopties. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie op pagina 106 voor meer
informatie.
OPMERKING:
wanneer uw printer via een kabelverbinding is verbonden met het netwerk. Het pictogram Draadloos verschijnt wanneer
uw printer draadloos met een netwerk is verbonden. Als de netwerkverbinding van de printer niet werd ingesteld
(standaard), geeft het bedieningspaneel van de printer
Wireless Direct (met en zonder beveiliging) in- of uitschakelen. Als u Wireless Direct inschakelt met beveiliging, kunt u ook
de Wireless Direct-naam en het wachtwoord laten weergeven.
(Ethernet) en (Draadloos) verschijnen niet tegelijkertijd. Het Ethernet-pictogram verschijnt
(Draadloos) aan.
NLWWHet bedieningspaneel van de printer gebruiken9
PictogramDoel
Toont een scherm waarin uw de energiezuinige instellingen voor het product kunt instellen.
Raak het pictogram aan om naar de Instellingen webservices te gaan. Hier kunt u het e-mailadres van de printer bekijken
en ePrint-instellingen aanpassen.
Zie
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt selecteren.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of scaninstellingen te wijzigen.
Toont een scherm waarin u print apps kunt gebruiken.
Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te
krijgen tot het Helpscherm.
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de printer.
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt weergegeven, waaronder de vulniveaus.
Dit pictogram heeft een rode rand wanneer een inktcartridge aandacht vereist.
HP ePrint op pagina 91 voor meer informatie.
OPMERKING: De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor uw planning
Overweeg om een nieuwe cartridge aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat
u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak Automatisch antwoorden of aan om aanof uit te schakelen. Zie
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) op pagina 78 voor meer informatie.
Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de printerfuncties en -instellingen te wijzigen, rapporten af te
drukken of de helpfunctie te openen.
TIP:Als de printer met een computer is verbonden, kunt u de printerinstellingen ook aanpassen via
de hulpprogramma's voor printerbeheer.
Hulpprogramma's printerbeheer op pagina 115 voor informatie over het gebruik van deze
Zie
hulpprogramma's.
De instellingen voor een functie wijzigen
Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties.
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger over het scherm glijden. Raak
dan het pictogram van de gewenste functie aan.
2.Nadat u een functie hebt geselecteerd, bladert u door de beschikbare instellingen. Vervolgens
raakt u de te wijzigen instelling aan.
3.Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
OPMERKING:Raak (Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
10Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
De printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar
zijn in het Configuratiemenu:
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Blader door de schermen en raak ze aan.
3.Raak de schermelementen aan om schermen of opties te selecteren.
OPMERKING:Raak (Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
NLWWHet bedieningspaneel van de printer gebruiken11
HP Digital Solutions
De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het vereenvoudigen en
stroomlijnen van uw werk. Deze digitale oplossingen omvatten het volgende:
HP Digital Filing (inclusief Scannen naar netwerkmap en Naar e-mail scannen)
●
HP Digitale fax (inclusief Fax verzenden naar netwerkmap en Fax verzenden naar e-mail)
●
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Wat zijn HP Digital Solutions?
●
Vereisten
●
HP Digital Solutions configureren
●
De HP Digital Solutions gebruiken
●
Wat zijn HP Digital Solutions?
HP Digital Solutions zijn hulpprogramma's die worden meegeleverd met deze printer en die u kunnen
helpen om uw productiviteit op kantoor te verbeteren.
HP Digital Filing
HP Digital Filing biedt krachtige scanmogelijkheden voor kantoor en ook belangrijke veelzijdige
mogelijkheden voor het beheer van documenten voor meerdere gebruikers via een netwerk. Met HP
Digital Filing kunt u gewoon naar uw printer lopen, een knop op het bedieningspaneel van de printer
aanraken en documenten rechtstreeks naar een map op de computer scannen of snel delen met
collega's in de vorm van e-mailbijlagen. En dat allemaal zonder dat u extra scansoftware hoeft te
gebruiken.
Deze gescande documenten kunnen naar een gedeelde netwerkmap worden verzonden voor
persoonlijke of groepstoegang, of naar een of meer e-mailadressen wanneer u ze snel wilt delen.
Daarnaast kunt u ook specifieke scaninstellingen configureren voor elke scanbestemming waardoor u
zeker bent dat de beste instellingen voor iedere specifieke taak worden gebruikt.
HP Digital Fax
Verlies nooit meer belangrijke faxberichten die u hebt misplaatst in een stapel papier!
Met HP Digitale fax kunt u binnenkomende zwart-witfaxen in een computermap in uw netwerk op de
computer opslaan, zodat u gemakkelijk kunt delen en bewaren. Faxen kunnen ook worden
doorgestuurd via e-mail, wat u de mogelijkheid biedt om ook als u niet op kantoor bent, op elke
gewenste locatie belangrijke faxen te ontvangen.
Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee bespaart u geld op
papier en inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval.
Vereisten
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt voordat u HP Digital Solutions instelt:
12Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Voor alle HP Digital Solutions
Een netwerkverbinding
●
De printer kan zijn verbonden via een draadloze verbinding of met een Ethernet-kabel.
OPMERKING:Als de printer is verbonden met een USB-kabel, kunt u documenten scannen
naar een computer of scans als bijlagen aan een e-mailbericht koppelen met de HP-software.
Zie
Een origineel scannen op pagina 56 voor meer informatie. U kunt faxen ontvangen op de
computer met HP Digital Fax. Zie
meer informatie.
De HP-software
●
HP raadt u aan om HP Digital Solutions te configureren met behulp van de HP-software die bij
de printer is geleverd.
TIP:Als u HP Digital Solutions wilt configureren zonder de HP-software te installeren, kunt u
de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Voor Scannen naar netwerkmap, Fax naar netwerkmap
Een actieve netwerkverbinding. U moet zijn aangesloten op het netwerk.
●
Een bestaande, gedeelde Windows-map (SMB)
●
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het zoeken van
de computernaam.
Faxen ontvangen met HP Digital Fax op pagina 73 voor
Het netwerkadres voor de map
●
Op computers met Windows worden netwerkadressen gewoonlijk in het volgende formaat
geschreven: \\mijnpc\gedeeldemap\
De naam van de computer waar de map zich bevindt
●
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het zoeken van
de computernaam.
De juiste bevoegdheden voor de gedeelde map
●
U moet over de schrijfrechten naar de map beschikken.
Een gebruikersnaam en wachtwoord voor de gedeelde map (indien nodig)
●
Bijvoorbeeld, de Windows- of OS X-gebruikersnaam en het wachtwoord dat wordt gebruikt om
zich aan te melden op het netwerk.
OPMERKING:HP Digital Filing biedt geen ondersteuning voor Active Directory.
Voor Scannen naar e-mail, Faxen naar e-mail
Een geldig e-mailadres
●
Uitgaande SMTP-serverinformatie
●
Een actieve internetverbinding
●
Als u Scannen naar e-mail of Faxen naar e-mail instelt op een computer waarop Windows wordt
uitgevoerd, kan de installatiewizard automatisch de e-mailinstellingen voor de volgende emailtoepassingen detecteren:
NLWWHP Digital Solutions13
Microsoft Outlook 2003-2007 (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
●
Outlook Express (Windows XP)
●
Windows Mail (Windows Vista)
●
Mozilla Thunderbird (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
●
Qualcomm Eudora (versie 7.0 en hoger) (Windows XP en Windows Vista)
●
Netscape (versie 7.0) (Windows XP)
●
Als uw e-mailtoepassing hierboven echter niet wordt weergegeven, kunt u Scannen naar e-mail en
Faxen naar e-mail nog steeds instellen en gebruiken als uw e-mailtoepassing voldoet aan de
vereisten die in dit onderdeel worden opgesomd.
HP Digital Solutions configureren
U kunt de HP Digital Solutions configureren met de HP-software die bij de printer wordt geleverd. U
kunt daarvoor de wizards gebruiken die u kunt openen vanuit de HP-printersoftware (Windows) of het
HP-hulpprogramma (OS X).
TIP:U kunt ook de EWS (geïntegreerde webserver) van de printer gebruiken om HP Digital
Solutions te configureren. Zie
gebruiken van de EWS.
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor meer informatie over het
OPMERKING:Als u de printer gebruikt in een IPv6-netwerkomgeving moet u de digitale
oplossingen met behulp van de EWS installeren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP Digital Filing instellen
●
HP Digital Fax instellen
●
HP Digital Filing instellen
Volg de aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn om HP Digital Filing in te stellen.
OPMERKING:U kunt deze stappen later ook toepassen voor het wijzigen van instellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Scannen-naar-netwerkmap instellen
●
Scannen-naar-e-mail instellen
●
Scannen-naar-netwerkmap instellen
U kunt maximaal 10 doelmappen configureren voor elke printer.
OPMERKING:Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map die u gebruikt
op een netwerkcomputer aangemaakt en geconfigureerd hebben. U kunt geen map maken vanaf het
bedieningspaneel van de printer. Zorg er ook voor dat de mapvoorkeuren zo zijn ingesteld dat u leesen schrijftoegang hebt tot de map. Meer informatie over het aanmaken van mappen op het netwerk
en het instellen van mapvoorkeuren vindt u in de documentatie van het besturingssysteem van uw
computer.
Nadat u Scannen naar netwerkmap hebt geconfigureerd, wordt de configuratie door de HP-software
automatisch op de printer opgeslagen.
14Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Als u Scannen naar netwerkmap wilt configureren, voert u de volgende stappen uit voor uw
besturingssysteem.
Scannen naar netwerkmap instellen met de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
2.Ga naar de sectie Scannen onder Afdrukken, scannen en faxen. en dubbelklik op Scannen naar
de wizard netwerkmap.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
OPMERKING:Nadat u doelmappen hebt gemaakt, kunt u de geïntegreerde webserver van de
printer gebruiken om de scaninstellingen voor deze mappen aan te passen. Zorg ervoor dat in het
laatste venster van de wizard Scannen naar netwerkmap het selectievakje Geïntegreerde webserver
starten na voltooiing is ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde
webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
op pagina 118 voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Scannen naar netwerkmap instellen met de printersoftware (OS X)
1.Open het HP Hulpprogramma. Zie
informatie.
2.Klik op Scannen naar netwerkmap onder het gedeelte Scaninstellingen en volg de instructies op
het scherm.
OPMERKING:U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor
HP-hulpprogramma's (OS X) op pagina 117 voor meer
Geïntegreerde webserver
Scannen naar netwerkmap instellen met de Embedded web server (EWS)
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
voor meer informatie.
2.Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Netwerkmappen instellen.
3.Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING:U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
4.Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen
om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De invoer wordt
toegevoegd aan de lijst Netwerkmap.
Scannen-naar-e-mail instellen
U kunt de printer gebruiken om documenten te scannen en deze als bijlagen naar een of meer emailadressen te verzenden, zonder dat u daarvoor extra scansoftware nodig hebt. U hoeft geen
bestanden van uw computer in te scannen en die vervolgens in e-mailberichten bij te sluiten.
Als u de functie Scannen naar e-mail wilt gebruiken, voert u deze voorbereidende stappen uit:
Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Configureer het e-mailadres dat verschijnt in het gedeelte VAN in het e-mailbericht dat door de printer
wordt verstuurd. U kunt maximaal 10 profielen voor uitgaande e-mail toevoegen. U kunt de HPsoftware die op uw computer is geïnstalleerd, gebruiken om deze profielen te maken.
De embedded web server openen op pagina 118
Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
NLWWHP Digital Solutions15
Beheer de lijst van mensen naar wie u e-mailberichten kunt verzenden vanaf de printer. U kunt
maximaal 15 -e-mailadressen van contactpersonen toevoegen, plus de corresponderende namen. U
kunt ook e-mailgroepen maken. Voor het toevoegen van e-mailadressen kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer of het bedieningspaneel van de printer gebruiken.
Configureer de overige e-mailopties
U kunt de standaardtekst voor onderwerp en hoofdtekst configureren voor alle e-mailberichten die
vanaf de printer worden verzonden. Om deze opties te configureren, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer of het bedieningspaneel van de printer gebruiken.
Stap 1: Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Als u het profiel voor uitgaande e-mail wilt instellen dat wordt gebruikt door de printer, voert u de
volgende stappen uit voor uw besturingssysteem.
Een profiel voor uitgaande e-mail instellen met de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
2.Ga naar de sectie Scannen onder Afdrukken, scannen faxen en dubbelklik vervolgens op
Wizard Scannen naar e-mail.
3.Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING:Nadat u het profiel voor uitgaande e-mail hebt ingesteld, kunt u met de
geïntegreerde webserver van de printer meer profielen voor uitgaande e-mail toevoegen, emailadressen aan het e-mailadresboek toevoegen en andere e-mailopties configureren. Als u wilt dat
de geïntegreerde webserver automatisch wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat in het laatste
venster van de wizard Scannen naar e-mail het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na
voltooiing is ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de
standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Een profiel voor uitgaande e-mail instellen met de printersoftware (OS X)
1.Open het HP Hulpprogramma. Zie
informatie.
2.Klik op Scannen naar e-mail onder de sectie Scaninstellingen.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor
HP-hulpprogramma's (OS X) op pagina 117 voor meer
4.Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen
om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De invoer wordt
toegevoegd aan de lijst Profielen voor uitgaande e-mail.
Het profiel voor uitgaande e-mail instellen met de Embedded web server (EWS)
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
meer informatie.
2.Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Profielen voor uitgaande e-mail.
3.Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
4.Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen
om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De invoer wordt
toegevoegd aan de Lijst profielen voor uitgaande e-mail.
16Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor
Stap 2: Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
Als u e-mailadressen aan het e-mailadresboek wilt toevoegen, voert u de volgende stappen uit:
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
meer informatie.
2.Klik op het tabblad Scannen op E-mailadresboek.
3.Klik op Nieuw als u één e-mailadres wilt toevoegen.
-Of-
Klik op Groep als u een e-maildistributielijst wilt maken.
OPMERKING:Voordat u een e-maildistributielijst kunt maken, moet u al ten minste één emailadres aan het e-mailadresboek hebben toegevoegd.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm op. Het item wordt aan het E-mailadresboek toegevoegd.
OPMERKING:De namen van contactpersonen verschijnen op het bedieningspaneel van de
printer en in uw e-mailprogramma.
Stap 3: Configureer de overige e-mailopties
Als u de overige e-mailopties wilt configureren (zoals de standaardtekst voor het onderwerp en het
bericht zelf in alle e-mailberichten die worden verzonden vanaf de printer, en de scaninstellingen die
worden gebruikt voor het verzenden van e-mail vanaf de printer), voert u de volgende stappen uit:
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
meer informatie.
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor
2.Klik op het tabblad Scannen op E-mailopties.
3.Pas desgewenst instellingen aan en klik vervolgens op Toepassen.
HP Digital Fax instellen
Met HP Digital Fax ontvangt de printer automatisch faxen, die vervolgens rechtstreeks worden
opgeslagen in een netwerkmap (Fax naar netwerkmap) of worden doorgestuurd als e-mailbijlagen
(Fax naar e-mail).
OPMERKING:U kunt HP Digitale fax configureren voor het gebruik van Fax verzenden naar
netwerkmap of van Fax naar e-mail. Je kan deze niet tegelijkertijd gebruiken.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF- (Tagged Image File Format) of PDF-bestanden.
VOORZICHTIG:HP Digital Fax is alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwart-witfaxen.
Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van opgeslagen.
HP Digital Fax instellen met de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
2.Ga naar de sectie Faxen onder Afdrukken, scannen & faxen en dubbelklik vervolgens op
Instellingen Digital Fax.
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
NLWWHP Digital Solutions17
OPMERKING:Nadat u HP Digital Fax hebt ingesteld, kunt u de geïntegreerde webserver van de
printer gebruiken om de instellingen van HP Digital Fax te bewerken. Als u wilt dat de geïntegreerde
webserver automatisch wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat in het laatste venster van de wizard
Digital Fax Setup het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is ingeschakeld.
Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de standaardbrowser van uw
computer weergegeven. Zie
geïntegreerde webserver.
HP Digital Fax instellen met de printersoftware (OS X)
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor meer informatie over de
1.Open het HP Hulpprogramma. Zie
informatie.
2.Klik op Digitaal faxarchief.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
4.Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of
de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
HP Digital Fax instellen met de Embedded web server (EWS)
1.Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Fax naar e-mail/netwerkmap.
2.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
3.Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of
de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
HP-hulpprogramma's (OS X) op pagina 117 voor meer
De HP Digital Solutions gebruiken
Als u de HP Digital Solutions wilt gebruiken die beschikbaar zijn voor de printer, volgt u de
aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn.
HP Scannen-naar-netwerkmap gebruiken
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie
op pagina 28 of Plaats een origineel in de documentinvoer op pagina 29 voor meer
informatie.
2.Raak Scannen en vervolgens Netwerkmap aan.
3.Selecteer op het scherm van het bedieningspaneel de naam van de map die u wilt gebruiken.
4.Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5.Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
OPMERKING:De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het netwerkverkeer en
de verbindingssnelheid.
Scannen naar e-mail gebruiken
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie
op pagina 28 of Plaats een origineel in de documentinvoer op pagina 29 voor meer
informatie.
2.Raak Scannen aan en raak vervolgens E-mail aan.
Een origineel op de glasplaat plaatsen
Een origineel op de glasplaat plaatsen
18Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
3.Op het scherm van het bedieningspaneel selecteert u de naam die correspondeert met het
profiel voor uitgaande e-mail dat u wilt gebruiken.
4.Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5.Selecteer het AAN-adres (de e-mailontvanger) of voer een e-mailadres in.
6.Voer het ONDERWERP voor het e-mailbericht in of wijzig het.
7.Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
OPMERKING:De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het netwerkverkeer en
de verbindingssnelheid.
HP Digital Fax gebruiken
Nadat u HP Digital Fax hebt geïnstalleerd, worden zwart-witfaxen die u ontvangt, standaard afgedrukt
en vervolgens opgeslagen op de aangewezen bestemming. Hiervoor wordt de door u opgegeven
netwerkmap of het door u opgegeven e-mailadres gebruikt:
Als u Fax naar netwerkmap gebruikt, wordt dit proces op de achtergrond uitgevoerd. HP Digital
●
Fax meldt u niet wanneer faxen worden opgeslagen in de netwerkmap.
Als u gebruik maakt van Fax naar e-mail en als uw e-mailprogramma u meldt wanneer er
●
nieuwe berichten zijn in uw postvak IN, kunt u zien wanneer u nieuwe faxberichten hebt
ontvangen.
NLWWHP Digital Solutions19
Near field communication (NFC)
Met Near field communication (NFC) kunt u snel documenten en afbeeldingen afdrukken vanaf een
mobiel apparaat (bijv. smartphone of tablet) door het tegen de printer te houden. Zoek naar
voorkant van de printer, dicht bij het bedieningspaneel, raak deze plaats aan met uw mobiel toestel
om af te drukken.
Voor meer informatie over ondersteunde mobiele toestellen en functies, gaat u naar de website van
HP Mobile Printing (
OPMERKING:Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van de printer.
Zorg ervoor dat uw mobiele apparaten NFC ondersteunen en dat de functie NFC is ingeschakeld op
de printer om hiervan gebruik te kunnen maken.
www.hp.com/go/mobileprinting).
aan de
20Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Elementaire informatie over papier
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor
kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden
van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP
www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal.
op
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van
alledaagse documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door
derden getest om te voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en
afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere, levendige kleuren,
donkerder zwart, en droger sneller dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar
papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote
papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
●
HP-papier bestellen
●
Tips voor de keuze en het gebruik van papier
●
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze
bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
Foto's printen
●
●
●
HP Premium Plus fotopapier
HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit.
Met HP Premium Plus fotopapier drukt u de mooiste foto's af die meteen droog zijn. U kunt ze
dus meteen na het afdrukken doorgeven. Dit papier is verkrijgbaar in diverse formaten,
waaronder A4, 21,6 x 27,9 cm (8,5 x 11 inch), 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en
A3 en in twee afwerkingen – glanzend of licht glanzend (halfglanzend). Ideaal om in te kaderen,
als presentatie of om uw beste foto's en speciale fotoprojecten uit te delen. HP Premium Plus
fotopapier biedt uitzonderlijke, duurzame resultaten van een professionele kwaliteit.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen
water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken
op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is verkrijgbaar in diverse formaten,
waaronder A4, 8,5 x 11 inch 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch). Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Everyday fotopapier
Druk kleurige, alledaagse snapshots goedkoop af, met papier dat is ontworpen voor gewone
fotoafdrukken. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier
produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Het is verkrijgbaar met semi-glanzende
afwerking in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch en10 x 15 cm (4 x 6 inch). Het is
zuurvrij voor duurzame documenten.
NLWWElementaire informatie over papier21
Zakelijke documenten
HP Premium presentatiepapier 120 g mat of HP professioneel papier 120 mat
●
Deze papieren zijn zware dubbelzijdige mate papieren, perfect voor presentaties, plannen,
rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn extra zwaar voor een imponerende uitstraling.
HP brochurepapier 180 g glanzend of HP professioneel papier 180 glanzend
●
Papier is glanzend gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale
keuze voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale
presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP brochurepapier 180 g mat of HP professioneel papier 180 mat
●
Papier is mat gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale keuze
voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties,
brochures, mailings en kalenders.
Standaard afdrukken
HP Helderwit Inkjetpapier
●
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is
dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven,
rapporten en folders. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, krachtigere zwart en
scherpe kleuren.
HP -afdrukpapier
●
HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee vervaardigt u
documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of
kopieerpapier zijn afgedrukt. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, krachtigere
zwart en scherpe kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Office Paper
●
HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is geschikt voor kopieën,
schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Het heeft ColorLok-technologie voor
minder vlekken, krachtigere zwart en scherpe kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
HP Office Gerecycled papier
●
HP Office gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met 30 %
gerecyclede vezels. Het beschikt over de ColorLok-technologie voor minder vlekken, krachtiger
zwart en levendige kleuren.
Speciale projecten
HP Opstrijkpatronen
●
HP Opstrijkpatronen (voor lichtgekleurd of wit textiel) is het ideale materiaal voor het maken van
uw eigen T-shirts met uw digitale foto's.
HP-papier bestellen
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor
kantoorgebruik. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van
HP op
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van
alledaagse documenten. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de
22Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal.
hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te
produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier.
Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote
papierfabrikanten.
U kunt HP-papier en andere benodigdheden online kopen via
Producten en dienste knopen.
Tips voor de keuze en het gebruik van papier
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische documentinvoer (ADF).
●
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst.
●
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF.
●
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, kunt u
●
de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦
Papier met uitsparingen of perforaties.
◦
Papier met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert
◦
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦
Papier met nietjes of paperclips
◦
www.hp.com. Gebruik de link
Plaats papier op pagina 24 of Plaats een origineel in de documentinvoer op pagina 29 voor
Zie
meer informatie over het plaatsen van papier.
NLWWElementaire informatie over papier23
Plaats papier
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
●
Enveloppen plaatsen
●
Kaarten en fotopapier plaatsen
●
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Gewoon papier plaatsen:
1.Trek de hoofdinvoerlade naar buiten.
2.Schuif de breedtegeleiders voor het papier zo ver mogelijk naar buiten.
3.Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Zorg ervoor dat de stapel papier zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
in de lade niet overschrijdt. Voor meer help kunt u het diagram in de lade raadplegen.
OPMERKING:Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
24Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
4.Schuif de breedtegeleiders voor het papier in de lade tot ze de rand van de stapel papier raken
en schuif de lade naar binnen.
OPMERKING:Om papier met een geldig formaat te laden, drukt u op het blauwe klepje
onderaan de invoerlade en trekt u de lade volledig uit.
5.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten tot het gewenste papierformaat.
OPMERKING:Raadpleeg Een tweede lade plaatsen en gebruiken (Lade 2) op pagina 31 om
papier in een tweede lade te plaatsen.
Enveloppen plaatsen
Een envelop plaatsen:
OPMERKING:Als uw printer over een tweede lade beschikt (lade 2), mag u geen enveloppen in
deze sleuf plaatsen om af te drukken.
1.Trek de hoofdinvoerlade naar buiten.
NLWWPlaats papier25
2.Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen de lijnmarkering onderaan in de lade niet overschrijdt.
Voor meer help kunt u het diagram in de lade raadplegen.
OPMERKING:Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3.Schuif de breedtegeleiders voor het papier in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen
raken en schuif de lade naar binnen.
4.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten tot het gewenste papierformaat.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Als uw printer over een tweede lade beschikt (lade 2), mag u geen kaarten of fotopapier in deze sleuf
plaatsen om af te drukken.
1.Trek de hoofdinvoerlade naar buiten.
26Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
2.Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Zorg ervoor dat de stapel papier zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
onderaan de lade niet overschrijdt. Voor meer help kunt u het diagram in de lade raadplegen.
Als het fotopapier een tab langs de rand heeft, zorg er dan voor dat de tab naar de voorkant van
de printer wijst.
OPMERKING:Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3.Schuif de breedtegeleiders voor het papier in de lade tot ze de rand van de stapel papier raken
en schuif de lade naar binnen.
4.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten tot het gewenste papierformaat.
NLWWPlaats papier27
Een origineel op de glasplaat plaatsen
U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te
plaatsen.
OPMERKING:Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon
zijn. Zie
OPMERKING:Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer
optilt.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1.Til de scannerklep op.
2.Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner tegen de
Onderhoud van de printer op pagina 35 voor meer informatie.
markeringen op de rand, zoals aangegeven op de afbeelding.
OPMERKING:Als u de glasplaat van de scanner gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
automatische documentinvoer (ADF) leeg is. Anders zal de printer het document in de
automatische documentinvoer gebruiken in plaats van de pagina op de glasplaat.
3.Sluit de klep.
28Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Plaats een origineel in de documentinvoer
U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen.
VOORZICHTIG:Plaats geen foto's in de documentinvoer; dit kan uw foto's beschadigen. Gebruik
enkel papier dat door de documentinvoer wordt ondersteund.
Tips voor de keuze en het gebruik van papier op pagina 23 voor meer informatie.
Zie
OPMERKING:Het scannen van dubbelzijdige documenten op A4, Letter- of Legal-papierformaten
wordt enkel ondersteund door bepaalde ADF-modellen voor printers.
OPMERKING:Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina, werken niet
wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de glasplaat leggen.
De documentinvoerlade kan maximaal 35 of 50 vellen gewoon A4, Legal- of Letter-papier bevatten,
afhankelijk van het printermodel.
Om een origineel in de documentinvoer te laden
Gebruik deze stappen om een document in de ADF te plaatsen.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde in de ADF.
a.Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats de pagina's dan
zo dat de bovenrand van het document eerst wordt ingevoerd. Wanneer u een origineel
document plaatst in liggende afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat de linkerrand van
het document eerst wordt ingevoerd.
b.Schuif het papier in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon hoort of een
bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
TIP:Raadpleeg het diagram in de ADF voor hulp bij het laden van originelen in de
documentinvoerlade.
2.Schuif de breedtegeleiders voor het papier tegen de linker- en rechterrand van het papier.
NLWWPlaats een origineel in de documentinvoer29
Plaats een USB-stick
Gebruik de USB-poort vooraan de printer, u kunt een USB-opslagapparaat aansluiten. U kunt ook
bestanden van het opslagapparaat overbrengen naar uw computer of bestanden scannen van de
USB-stick naar de printer.
VOORZICHTIG:Als u een USB-stick probeert te verwijderen terwijl deze wordt gelezen, kan dit de
bestanden op de stick beschadigen. U kunt een USB-stick alleen veilig verwijderen als het
statuslampje niet knippert.
OPMERKING:De printer ondersteunt geen gecodeerde USB-sticks.
Verbinden met een USB-stick
Sluit de USB-stick aan op de USB-poort aan de achterzijde van de printer.
▲
OPMERKING:Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past of als de
connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u een USB-verlengkabel
kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
30Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Toebehoren instellen en gebruiken
Raadpleeg de volgende secties als u toebehoren wilt installeren en instellen (bijvoorbeeld een
tweede lade of duplexmodule).
Wanneer u meer dan een lade gebruikt, kunt u de ladefuncties gebruiken voor een beter
gebruikscomfort.
OPMERKING:U kunt toebehoren online kopen op www.hp.com. Klik op Producten en diensten
knopen.
Zie
●
●
●
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule).
Zie Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) op pagina 48 voor meer informatie over dubbelzijdig
afdrukken.
Een duplexeenheid installeren
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule).
op pagina 31 om een duplexeenheid te installeren.
Zie
Een tweede lade plaatsen en gebruiken (Lade 2) op pagina 31 om een tweede lade te
installeren.
Werken met laden op pagina 32 voor meer informatie over ladefuncties.
Zie
Schuif de duplexeenheid in de achterzijde van de printer tot ze vastklikt.
▲
Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de duplexeenheid terwijl u de ze installeert;
gebruik ze enkel om de eenheid uit de printer te verwijderen
Een tweede lade plaatsen en gebruiken (Lade 2)
Lade 2 installeren
1.Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en verplaats de lade naar de
voorbereide locatie.
Het oppervlak moet stevig en vlak zijn.
2.Schakel de printer uit, haal het stroomsnoer uit het stopcontact.
3.Plaats de printer boven op de lade.
VOORZICHTIG:Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
NLWWToebehoren instellen en gebruiken31
4.Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
5.Activeer lade 2 in het printerstuurprogramma.
Werken met laden op pagina 32 voor meer informatie.
Zie
Papier in Lade 2 plaatsen
Lade 2 ondersteunt enkel normaal papier dat niet kleiner is dan A4 of Letter-formaten. Zie
invoerlade op pagina 169 voor meer informatie over de capaciteit van de invoerlade.
1.Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer.
2.Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Zorg ervoor dat de stapel overeenkomt met de lijn van de breedtegeleider voor het papier en de
lijnmarkering in de lade niet overschrijdt.
OPMERKING:U kunt alleen gewoon papier in lade 2 plaatsen.
Capaciteit
3.Schuif de breedtegeleiders voor het papier in de lade tegen het geplaatste formaat papier.
4.Plaats de lade voorzichtig terug.
5.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten.
Werken met laden
Bij gebruik van meer dan een lade, kunt u de voorziene ladefuncties gebruiken en de instellingen
aanpassen voor een betere gebruikservaring.
Standaard haalt de printer papier uit Lade 1. Als Lade 1 leeg is en Lade 2 is geplaatst en papier
bevat, zal de printer papier halen uit Lade 2.
U kunt dit wijzigen met de volgende functies:
32Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Standaardlade: De standaardlade instellen waaruit de printer eerst papier haalt.
●
Ladevergrendeling: Vergrendel een lade tegen onbedoeld gebruik; bijvoorbeeld wanneer u
●
speciaal papier hebt geplaatst (zoals papier met hoofding of voorgedrukt papier).
De printer zal de vergrendelde lade niet gebruiken, zelfs niet wanneer de andere lade leeg is.
OPMERKING:Voor een betere ervaring is het raadzaam om één papiersoort in de lade te
plaatsten.
Om dit te verwezenlijken:Voer de volgende stappen uit
Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een lade
als de andere lade leeg is.
Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een van de
laden als eerste.
U kunt kiezen tussen normaal papier en een andere
papiersoort die u occasioneel gebruikt.
OPMERKING: Voor een betere ervaring is het raadzaam
om één papiersoort in de lade te plaatsten.
De lade-instellingen wijzigen
OPMERKING:U kunt ook de lade-instellingen wijzigen met de printersoftware of EWS.
Zie Geïntegreerde webserver op pagina 118 en Open de HP-printersoftware (Windows)
op pagina 38 voor toegang tot EWS en de printersoftware.
1.Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld.
2.Zorg ervoor dat u de automatische selectie van de papierbron hebt ingeschakeld.
3.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
Plaats papier in beide laden. Zie
●
op pagina 24 voor meer informatie.
Schakel de ladevergrendeling uit.
●
Plaats papier in beide laden.
●
Stel de gewenste lade in als standaardlade.
●
Plaats speciaal papier in de hoofdinvoerlade en
●
normaal papier in Lade 2.
Vergrendel de hoofdinvoerlade en stel Lade 2 in als
●
standaardlade.
Plaats papier
4.Raak Lade instellen en vervolgens Standaardlade of Lade vergrendelen aan en selecteer de
geschikte optie.
De automatische selectie van lade of papierbron (Windows)
1.Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
Windows 8: Klik in het Start-scherm op Bedieningspaneel en Apparaten en printers
●
bekijken; klik met de rechtermuisknop op het pictogram en vervolgens op
Afdrukvoorkeuren.
Windows 7: Klik op Start, klik op Apparaten en printers; klik met de rechtermuisknop op
●
Afdrukvoorkeuren en selecteer uw printernaam.
Windows Vista en Windows XP: Klik op Start en vervolgens op Printers of Printers en
●
faxapparaten; Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies
Afdrukvoorkeuren.
2.Klik in het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren op het tabblad Papier/kwaliteit.
NLWWToebehoren instellen en gebruiken33
3.Selecteer Automatisch printer selecteren in de vervolgkeuzelijst Papierinvoer bij Ladeselectie.
4.Dubbelklik OK om de pagina's te sluiten en de wijzigingen toe te passen.
De automatische selectie van lade of papierbron (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Selecteer Automatisch selecteren uit de vevolgkeuzelijst Bron.
Ga als volgt te werk als u geen opties ziet in het dialoogvenster Afdrukken.
OS X v10.6: Klik op het blauwe driehoekje naast de Printerselectie om naar de afdrukopties
●
te gaan.
OS X Lion en Mountain Lion: Klik op Details weergeven om de afdrukopties te bekijken.
●
34Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Onderhoud van de printer
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer optimaal blijft
functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover nodig.
De glasplaat van de scanner reinigen
●
De buitenkant reinigen
●
De automatische documentinvoer reinigen.
●
De glasplaat van de scanner reinigen
Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de scannerklep of het
scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben op
speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1.Schakel de printer uit met
2.Til de scannerklep op.
3.Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een
zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid.
VOORZICHTIG:Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen.
Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en
koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen.
Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van
de scanner.
(de Aan/uit-knop) en verwijder het stroomsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG:Spuit de glasreiniger niet rechtstreeks op de glasplaat van de scanner.
Wanneer u teveel product gebruikt, kan het onder de glasplaat van de scanner doorlekken en de
scanner beschadigen.
4.Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
WAARSCHUWING!Schakel de printer uit met (de Aan/uit-knop) en haal het netsnoer uit het
stopcontact voordat u de printer gaat reinigen.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te verwijderen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer
terechtkomen.
NLWWOnderhoud van de printer35
De automatische documentinvoer reinigen.
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon
papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1.Schakel de printer uit met
(de Aan/uit-knop) en verwijder het stroomsnoer uit het stopcontact.
2.Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
3.Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
1Klep van de automatische documentinvoer
2Rollen
3Scheidingskussen
4.Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit
de doek.
5.Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
OPMERKING:Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd
water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
6.Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
36Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
De printer bijwerken
HP werkt er altijd aan om de prestaties van zijn printers te verbeteren en u de laatste functies te
bieden.
OPMERKING:Normaal controleert de printer automatisch op updates wanneer hij is verbonden met
het netwerk en webservices zijn ingeschakeld.
De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
aan en raak vervolgens Printerupdateaan.
2.Raak Productupdate zoeken aan en volg de instructies op het scherm.
De printer automatisch laten zoeken naar updates
OPMERKING:De standaardinstelling van Automatische updates is Aan.
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
aan en raak vervolgens Printerupdateaan.
2.Raak Automatisch bijwerken aan en raak vervolgens Aan aan.
De printer bijwerken met de embedded web server (EWS)
1.Open EWS.
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor meer informatie.
Zie
2.Klik op de tab Webservices.
3.Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Productupdate en op Nu controleren, en volg de
instructies op het scherm.
4.Als de optie Productupdate niet beschikbaar is, volg dan deze instructies:
(HP ePrint) aan, raak OK aan, raak Instellingen
(HP ePrint) aan, raak OK aan, raak Instellingen
a.In het gedeelte Instellingen webservices klikt u op Installatie, dan op Doorgaan en volgt u
de instructies op het scherm.
b.Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren op updates
en deze te installeren.
OPMERKING:Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update downloaden
en installeren en vervolgens opnieuw opstarten.
OPMERKING:Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxyinstellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u
niet beschikt over de details, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die
het netwerk heeft ingesteld.
NLWWDe printer bijwerken37
Open de HP-printersoftware (Windows)
Na het installeren van de HP-printersoftware kunt u, afhankelijk van uw besturingssysteem, het
volgende doen:
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op het scherm Start, klik op Alle apps op de balk App
●
en klik vervolgens op het pictogram met de naam van uw printer.
Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle
●
programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de
printernaam.
38Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door te drukken op (de Aan/uit-knop) op de printer. Wacht tot het lampje
uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
VOORZICHTIG:Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges
mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de
afdrukkwaliteit veroorzaken.
NLWWDe printer uitschakelen39
Standaardwaarden
Als u bepaalde functies wilt uitschakelen of instellingen wilt wijzigen, kunt u de printer herstellen naar
de oorspronkelijke fabrieks- of netwerkinstellingen.
De printer herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Druk op Hulpprogramma's.
3.Raak Fabrieksinstellingen herstellen aan, en raak vervolgens Ja aan.
Er verschijnt nu een bericht dat meldt dat de fabrieksinstellingen werden hersteld.
4.Druk op OK.
De printer herstellen naar de oorspronkelijke netwerkinstellingen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak Installatie
en vervolgens Netwerk instellen.
2.Raak Netwerkinstellingen herstellen aan, en raak vervolgens Ja aan.
Een bericht verschijnt waarin staat dat de standaardinstellingen van het netwerk zijn hersteld.
3.Raak OK aan.
4.Druk de netwerkconfiguratiepagina af en controleer of de netwerkinstellingen zijn hersteld.
Netwerkconfiguratiepagina op pagina 126 voor meer informatie.
Zie
OPMERKING:Voorheen geconfigureerde draadloze instellingen worden verwijderd wanneer u de
netwerkinstellingen van de printer worden teruggezet.
TIP:Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/support voor informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
(Windows) Indien u problemen ondervindt met het afdrukken,
voor afdrukken downloaden om het probleem automatisch op te lossen. Dit hulpprogramma zal
proberen om het probleem vast te stellen en op te lossen. HP Print and Scan Doctor zijn mogelijk niet
beschikbaar in uw taal.
kunt u de HP Print and Scan Doctor
40Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
3Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen
uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale
papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken.
Elementaire informatie over papier op pagina 21 voor meer informatie over het selecteren van de
Zie
beste afdrukmaterialen voor uw documenten.
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Documenten afdrukken op pagina 42
Afdrukken op enveloppen op pagina 43
Foto's afdrukken op pagina 45
NLWW41
Documenten afdrukken
TIP:Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf
elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software
of printerstuurprogramma's. Zie
Afdrukken vanuit software (Windows)
HP ePrint op pagina 91 voor meer informatie.
1.Plaats papier in de lade. Zie
2.Selecteer Afdrukken in uw software.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
5.Selecteer de gewenste opties.
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media
●
in het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens het juiste afdrukkwaliteit in de
vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit.
Klik op Geavanceerd in het gedeelte Papier/uitvoer en selecteer het papierformaat uit de
●
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Voor meer afdrukopties, zie
6.Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Plaats papier op pagina 24 voor meer informatie.
Tips voor geslaagd afdrukken op pagina 49.
Afdrukken vanuit software (OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie
2.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Geef de pagina-eigenschappen.
Ga als volgt te werk als u geen opties ziet in het dialoogvenster Afdrukken.
OS X v10.6: Klik op het blauwe driehoekje naast de Printerselectie om naar de afdrukopties
●
te gaan.
OS X Lion en Mountain Lion: Klik op Details weergeven om de afdrukopties te bekijken.
●
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor uw printer. De positie van de opties
kan verschillen van toepassing tot toepassing.
Geef het papierformaat op.
●
Selecteer de afdrukstand.
●
Geef het vergrotings- of verkleiningspercentage op.
●
5.Klik op Afdrukken.
Plaats papier op pagina 24 voor meer informatie.
42Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Afdrukken op enveloppen
Vermijd het gebruik van enveloppen met de volgende kenmerken:
Zeer gladde afwerking
●
Plakbanden, sluitingen of vensters
●
Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
●
Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen
●
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn.
OPMERKING:Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de documentatie van het
softwareprogramma dat u gebruikt.
Enveloppen afdrukken (Windows)
1.Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Raadpleeg
op pagina 24 voor meer informatie.
2.In het menu Bestand van uw software klikt u op Afdrukken.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
5.Selecteer de gewenste opties.
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media
●
in het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens het juiste afdrukkwaliteit in de
vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit.
Klik op Geavanceerd in het gedeelte Papier/uitvoer en selecteer het papierformaat uit de
●
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Voor meer afdrukopties, zie
6.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken.
Tips voor geslaagd afdrukken op pagina 49.
Plaats papier
Enveloppen afdrukken (OS X)
1.Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Raadpleeg
op pagina 24 voor meer informatie.
2.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Stel de afdrukopties in.
Ga als volgt te werk als u geen opties ziet in het dialoogvenster Afdrukken.
OS X v10.6: Klik op het blauwe driehoekje naast de Printerselectie om naar de afdrukopties
●
te gaan.
OS X Lion en Mountain Lion: Klik op Details weergeven om de afdrukopties te bekijken.
●
NLWWAfdrukken op enveloppen43
Plaats papier
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor uw printer. De positie van de opties
kan verschillen van toepassing tot toepassing.
a.Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat.
b.In het pop-upmenu kiest u Papiersoort/kwaliteit en controleert u of de instelling papiersoort
is ingesteld op Gewoon papier.
5.Klik op Afdrukken.
44Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen, waardoor de
afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
TIP:Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf
elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint en zonder extra
software of printerstuurprogramma's. Zie
Foto's afdrukken vanaf de computer (Windows)
HP ePrint op pagina 91 voor meer informatie.
1.Plaats papier in de lade. Zie
2.Selecteer Afdrukken in uw software.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
5.Selecteer de gewenste opties.
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media
●
in het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens het juiste afdrukkwaliteit in de
vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit.
Klik op Geavanceerd in het gedeelte Papier/uitvoer en selecteer het papierformaat uit de
●
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Voor meer afdrukopties, zie
OPMERKING:Voor een maximale dpi-resolutie gaat u naar het tabblad Papier/kwaliteit en
selecteert u Fotopapier in de vervolgkeuzelijst Media. Selecteer Beste voor
Kwaliteitsinstellingen. Ga dan naar de knop Geavanceerd en selecteer Ja in de vervolgkeuzelijst
Afdrukken in maximale dpi. Indien u grijstinten met maximale dpi wenst af te drukken, selecteer
dan Grijstinten van hoge kwaliteit uit de vervolgkeuzelijst Afrdukken in grijstinten.
Plaats papier op pagina 24 voor meer informatie.
Tips voor geslaagd afdrukken op pagina 49.
6.Klik op OK om terug naar het dialoogvenster Eigenschappen te gaan.
7.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken.
OPMERKING:Na het voltooien van de afdruk moet u ongebruikt fotopapier uit de lade verwijderen.
Bewaar fotopapier zo dat het niet kan omkrullen, dit leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken.
Foto's afdrukken vanaf de computer (OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie
2.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Stel de afdrukopties in.
Ga als volgt te werk als u geen opties ziet in het dialoogvenster Afdrukken.
NLWWFoto's afdrukken45
Plaats papier op pagina 24 voor meer informatie.
OS X v10.6: Klik op het blauwe driehoekje naast de Printerselectie om naar de afdrukopties
●
te gaan.
OS X Lion en Mountain Lion: Klik op Details weergeven om de afdrukopties te bekijken.
●
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor uw printer. De positie van de opties
kan verschillen van toepassing tot toepassing.
a.Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat.
b.Selecteer een Afdrukstand.
c.Kies uit het pop-upmenu Papiersoort/Kwaliteit en kies vervolgens de volgende instellingen:
Papiertype: de juiste soort fotopapier
●
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
●
Klik op het driehoekje Kleuropties en selecteer dan de juiste Fotoherstel optie.
●
Uit: brengt geen wijzigingen aan de afbeelding.
◦
Normaal: hiermee wordt het beeld automatisch scherp gesteld; hiermee past u de
◦
scherpte van het beeld enigszins aan.
5.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
U kunt bovendien een USB-opslagapparaat (zoals een geheugenpen of draagbare vaste schijf)
aansluiten op de USB-poort aan de voorkant van de printer.
Plaats een USB-stick op pagina 30 voor meer informatie over het gebruik van
Zie
geheugenapparaten.
VOORZICHTIG:Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer bezig is met
het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat beschadigd raken. U kunt een
geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het statuslampje niet knippert.
1.Plaats de USB-stick in de USB-poort vooraan.
2.Raak Foto's afdrukken aan in het scherm van het bedieningspaneel.
3.Raak Weergeven & Afdrukken aan om de foto's weer te geven.
4.Raak een foto aan die u wilt afdrukken. Raak dan Selecteren aan.
5.Schuif naar boven of naar beneden om het aantal af te drukken foto's aan te geven.
6.Raak Bewerken aan om de opties voor het bewerken van geselecteerde foto's te selecteren. U
kunt een foto draaien, bijsnijden of Foto herstellen of Rode ogen verwijderen in- en uitschakelen.
7.Raak Gereed en Doorgaan aan om een voorbeeld van de geselecteerde foto te bekijken. Indien
u de lay-out of de papiersoort wilt aanpassen, raakt u Instellingen en uw selectie aan. U kunt alle
nieuwe instellingen als standaard opslaan.
8.Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken.
46Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Afdrukken met maximum aantal dpi
Gebruik de modus maximum dpi om scherpe afbeeldingen van hoge kwaliteit op fotopapier af te
drukken.
Afdrukken met Maximum dpi duurt langer dan wanneer u afdrukt met andere instellingen en
bestanden nemen meer schijfruimte in beslag.
Afdrukken met maximale dpi (Windows)
1.Selecteer Afdrukken in uw software.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.Klik op de tab Papier/Kwaliteit.
5.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Media een mediatype uit de beschikbare lijst.
HP Premium Plus fotopapier
●
HP Geavanceerd fotopapier
●
6.Klik op de knop Geavanceerd.
7.Selecteer Ja bij Printerfuncties in het vervolgkeuzemenu Afdrukken in maximum dpi.
8.Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Grootte.
9.Klik op OK om de geavanceerde opties te sluiten.
10. Bevestig de Afdrukstand in het tabblad Indeling en klik vervolgens op OK om af te drukken.
Afdrukken met behulp van max. dpi (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Stel de afdrukopties in.
Ga als volgt te werk als u geen opties ziet in het dialoogvenster Afdrukken.
OS X v10.6: Klik op het blauwe driehoekje naast de Printerselectie om naar de afdrukopties
●
te gaan.
OS X Lion en
●
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor uw printer. De positie van de opties
kan verschillen van toepassing tot toepassing.
Mountain Lion: Klik op Details weergeven om de afdrukopties te bekijken.
a.Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat.
b.Kies uit het pop-upmenu Papiersoort/Kwaliteit en kies vervolgens de volgende instellingen:
Papiertype: de juiste soort fotopapier
●
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
●
4.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
NLWWAfdrukken met maximum aantal dpi47
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel papier met de accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
OPMERKING:Voor dubbelzijdig afdrukken moet een accessoire voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd.
OPMERKING:U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven genummerde
pagina's af te drukken, de pagina's om te draaien en vervolgens de even genummerde pagina's af te
drukken.
Afdrukken op beide zijden van de pagina (Windows)
1.Selecteer Afdrukken in uw software.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.Selecteer de gewenste opties.
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media
●
in het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens het juiste afdrukkwaliteit in de
vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit.
Klik op Geavanceerd in het gedeelte Papier/uitvoer en selecteer het papierformaat uit de
●
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Voor meer afdrukopties, zie
5.Selecteer in het tabblad Indeling Aan de lange zijde overslaan of Aan de korte zijde overslaan in
het vervolgkeuzemenu Dubbelzijdig afdrukken.
6.Klik op OK om af te drukken.
OPMERKING:Nadat een pagina van het document werd afgedrukt, wordt u gevraagd om
enkele seconden te wachten. De printer laadt het papier automatisch terug in de printer om op
de andere zijde af te drukken. U hoeft het papier niet manueel te herladen.
Afdrukken op beide zijden van de pagina (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.In het dialoogvenster Afdrukken kiest u in de vervolgkeuzelijst voor Instellingen.
3.Kies hoe u de dubbelzijdige afdrukken wilt binden en klik op Afdrukken.
Tips voor geslaagd afdrukken op pagina 49.
48Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Tips voor geslaagd afdrukken
Voor een goede afdrukervaring moeten de HP-inktcartridges goed geplaatst zijn, voldoende gevuld
zijn en correct werken. Het papier moet correct geplaatst zijn met de juiste afdrukinstellingen.
Inkttips
Raadpleeg
●
afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is.
Gebruik originele HP inktcartridges.
●
Plaats de zwarte cartridge en de kleurencartridge zoals aangegeven.
●
Zie
Inktcartridges vervangen op pagina 99 voor meer informatie.
Controleer de geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt
●
is.
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 97 voor meer informatie.
Zie
Schakel de printer altijd uit met
●
spuitkoppen te beschermen.
Tips voor het plaatsen van papier
Zie ook
●
●
●
Plaats papier op pagina 24 voor meer informatie.
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde
formaat en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden in de hoofdlade.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd
zijn.
Afdrukproblemen oplossen op pagina 131 voor meer informatie als de
(de Aan/uit-knop) zodat de printer tijd heeft om de
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt.
●
Zorg ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade.
Tips voor printerinstellingen (Windows)
Om de standaardinstellingen voor afdrukken te wijzigen, klikt u op Voorkeuren instellen bij
●
Afdrukken, scannen en faxen. in de HP-printersoftware.
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor meer informatie om de
Zie
printersoftware te openen.
Om het aantal pagina's per blad te kiezen, selecteert u in het tabblad Indeling van het
●
printerstuurprogramma de juiste optie in de vervolgkeuzelijst Pagina's per blad.
De richting van de pagina stelt u in de interface van uw softwaretoepassing in.
●
Voor meer afdrukopties klikt u in het tabblad Indeling of Papier/kwaliteit van het
●
printerstuurprogramma op Geavanceerd om het dialoogvenster Geavanceerde opties te openen.
Afdrukken in grijstinten: Hiermee kunt u documenten in zwart-wit afdrukken en wordt dus
◦
alleen de zwarte inkt gebruikt. Selecteer Alleen zwarte inkt en klik dan op OK.
Layout pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als
◦
u het document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven
van wat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Layout pagina's per vel.
NLWWTips voor geslaagd afdrukken49
Afdrukken zonder rand: Selecteer deze optie om foto's zonder rand af te drukken. Niet alle
◦
papiersoorten zijn geschikt voor deze optie. Er verschijnt een waarschuwingspictogram
naast de optie als de gekozen papiersoort in de vervolgkeuzelijst Media niet wordt
ondersteund.
Lay-out bewaren: Deze functie werkt alleen met dubbelzijdig afdrukken. Als de afbeelding
◦
groter is dan het afdrukbare gebied, selecteer deze functie dan om de grootte van de
pagina-inhoud aan te passen aan de smallere marges, zodat er geen extra pagina's
worden afgedrukt.
HP Real Life-technologieën: Deze functie maakt afbeeldingen en grafische elementen
◦
egaler en scherper, voor een betere afdrukkwaliteit.
Brochure: Een document met meerdere pagina's afdrukken als brochure. Hierbij worden
◦
twee pagina's op iedere zijde van het blad geplaatst, dat dan kan worden dichtgevouwen in
de helft van het vel papier. Selecteer een bindingsmethode in de vervolgkeuzelijst en klik
vervolgens op OK.
Brochure-LinksBinden: De brochure wordt aan de linkerzijde ingebonden. Selecteer
●
deze optie als u van links naar rechts leest.
Brochure-RechtsBinden: De brochure wordt aan de rechterzijde ingebonden.
●
Selecteer deze optie als u van rechts naar links leest.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven
van wat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Brochure.
Paginaranden: Zorgt ervoor dat u randen aan de pagina's toevoegt als u het document in
◦
twee of meer pagina's per blad afdrukt.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven
van wat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Paginaranden.
U kunt snelkoppelingen voor het afdrukken gebruiken om tijd te besparen. In een
●
afdruksnelkoppeling worden de opties bewaard die u hebt ingesteld voor een bepaalde
afdruktaak, zodat u al deze opties in één muisklik kunt instellen. Ga hiervoor naar het tabblad
Afdruksnelkoppeling, selecteer een afdruksnelkoppeling en klik dan op OK.
Om een nieuwe afdruksnelkoppeling te maken, nadat u de instellingen hebt gewijzigd in het
tabblad Layout of Papier/kwaliteit, klikt u op het tabblad Afdruksnelkoppelingen en dan op
Opslaan als en voert u een naam in, en klikt u op OK.
Om een afdruksnelkoppeling te verwijderen, selecteert u die en klikt u op Verwijderen.
OPMERKING:De standaardsnelkoppelingen kunnen niet worden verwijderd.
Tips voor printerinstellingen (OS X)
Gebruik op het dialoogvenster Afdrukken het vervolgkeuzemenu Papierformaat om het formaat
●
te selecteren van het papier dat in de printer is geplaatst.
Kies op het dialoogvenster Afdrukken het pop-upmenu Papiersoort/kwaliteit om de juiste
●
papiersoort en -kwaliteit te selecteren.
Indien u een zwart-wit-document wilt afdrukken met uitsluitend zwarte inkt, kiest u Papiersoort/
●
kwaliteit uit het vervolgkeuzemenu en vervolgens Grijstinten uit het vervolgkeuzemenu Kleur.
50Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Notities
HP-inktcartridges zijn ontworpen voor en getest op HP-printers en HP-papier, zodat u altijd bent
●
verzekerd van fantastische resultaten.
OPMERKING:HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet
garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van
dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u gelooft dat u oorspronkelijke HP-cartridges hebt gekocht, surf dan naar
www.hp.com/go/
anticounterfeit.
Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te
●
kunnen plannen.
OPMERKING:Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg
dan om een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U
hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet
●
op kopiëren of scannen.
U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken.
●
NLWWTips voor geslaagd afdrukken51
52Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
4Kopiëren en scannen
Kopiëren
●
Scannen
●
NLWW53
Kopiëren
In het menu Kopiëren op het scherm van het bedieningspaneel van de printer kunt u gemakkelijk het
aantal exemplaren en kleur of zwart-wit selecteren.
U krijgt ook toegang tot geavanceerde instellingen, zoals het wijzigen van de papiersoort en het
formaat, het instellen van het contract van de kopie of het formaat ervan wijzigen.
Om documenten te kopiëren
1.Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
voor meer informatie.
2.Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner ode
afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Zie
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
OPMERKING:Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat van de scanner
met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die wordt aangegeven door het pictogram
aan de rand van de glasplaat.
3.Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
4.Schuif naar boven of naar beneden om het aantal kopieën aan te geven.
TIP:Om van deze instelling een standaardinstelling te maken voor toekomstige opdrachten,
raakt u in het scherm van het bedieningspaneel van de printer Kopiëren, en
vervolgens Instellen als standaard aan.
5.Raak Zwart of Kleur aan om te beginnen met kopiëren.
OPMERKING:Als u over een origineel in kleur beschikt, kopieert u dit in zwart-wit met Zwart
en in kleur met Kleur.
Plaats papier op pagina 24
of Instellingen en
Meer kopieerinstellingen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer.
In het menu Kopiëren raakt u
Aantal exemplaren
●
Papierformaat
●
Papiersoort
●
Ladeselectie
●
HP Copy Fix
●
Dubbelzijdig
●
ID Kopiëren
●
Kwaliteit
●
Afdrukvoorbeeld en Bewerken
●
Lichter/donkerder
●
of Instellingen aan en wijzigt u de gewenste instellingen.
54Hoofdstuk 4 Kopiëren en scannenNLWW
Formaat wijzigen
●
Sorteren
●
Margeverschuiving
●
Verbeteringen
●
Als Nieuwe Standaards instellen
●
NLWWKopiëren55
Scannen
U kunt documenten, foto's en andere originelen scannen en ze naar diverse bestemmingen zenden,
zoals een doelmap op een computer.
Met de HP-printersoftware kunt u ook documenten scannen in een formaat dat u kunt doorzoeken,
kopiëren, plakken en zelfs bewerken.
OPMERKING:Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP-software hebt
geïnstalleerd.
TIP:Zie Scanproblemen oplossen op pagina 138 als u problemen hebt met het scannen van
documenten.
Een origineel scannen
●
Scannen met Webscan
●
Documenten scannen als bewerkbare tekst
●
Een origineel scannen
In het menu Scannen op het scherm van het bedieningspaneel van de printer kunt u gemakkelijk de
scanlocatie aanpassen:
Scannen naar een computer
●
Scannen naar geheugenapparaat
●
OPMERKING:Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
OPMERKING:Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de printer of vanuit uw
computer met de HP-printersoftware, dan moet de printersoftware die bij de printer is geleverd ook op
uw computer zijn geïnstalleerd en werken voordat u scant. Daarnaast moet, op Windows-computers,
de HP-software werken voor u scant.
OPMERKING:Wanneer u een origineel zonder randen scant, moet u de glasplaat van de scanner
gebruiken in plaats van de ADF.
Scannen naar een computer
OPMERKING:Zorg ervoor dat de functie is ingeschakeld om naar een computer te scannen.
(Windows)Open de HP-printersoftware om de sectie Scannen te selecteren en selecteer vervolgens
Scannen naar computer beheren.
(OS X) Als u HP Scan installeerde, moet u het HP-hulpprogramma openen. Klik onder
Scaninstellingen op Scannen naar computer en zorg ervoor dat Scannen naar computer inschakelen
is geselecteerd.
Een origineel scannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat
of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Zie
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
2.Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3.Raak een computer aan waar u naar wilt scannen.
56Hoofdstuk 4 Kopiëren en scannenNLWW
4.Kies het gewenste type of scanprofiel.
5.Raak Start scannen aan.
OPMERKING:U kunt de HP software ook gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare
tekst. Zie
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (Windows)
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat
Documenten scannen als bewerkbare tekst op pagina 58 voor meer informatie.
of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
2.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
3.Klik in de HP-printersoftware op Een document of foto scannen bij Afdrukken, scannen en
faxen..
4.Selecteer het type scan dat u wenst via het snelmenu en klik dan op Scannen.
OPMERKING:Indien Scanvoorbeeld weergeven werd geselecteerd, kunt u aanpassingen
uitvoeren op gescande afbeeldingen in het voorbeeldscherm.
5.Selecteer Opslaan indien u de toepassing open wenst te houden voor een andere scan, of
selecteer Voltooid om de toepassing te verlaten.
6.Klik op Scannen en selecteer een scansnelkoppeling.
7.Nadat de scan is bewaard, zal een Windows Verkenner-venster openen in de map waar de scan
werd opgeslagen.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (OS X)
1.Open HP Scan.
U vindt HP Scan in de map Toepassingen/Hewlett-Packard op het hoogste niveau van de harde
schijf.
2.Kies het gewenste scanprofiel en volg de instructies op het scherm.
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor
Scannen naar geheugenapparaat
U kunt rechtstreeks scannen naar een USB-flashstation vanaf het bedieningspaneel van de printer;
dit kan zonder computer of HP-printersoftware.
OPMERKING:Gebruik de printersoftware om documenten te scannen als bewerkbare tekst. Zie
Documenten scannen als bewerkbare tekst op pagina 58 voor meer informatie.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Zie
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
2.Plaats een USB-flashstation. Zie
NLWWScannen57
Plaats een USB-stick op pagina 30 voor meer informatie.
3.Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4.Wijzig andere scanopties en raak vervolgens Start scannen aan.
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt
scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser.
Deze functie is zelfs beschikbaar wanneer u de HP-printersoftware op uw computer installeerde.
OPMERKING:Webscan is uitgeschakeld en moet worden ingeschakeld op de EWS. Zie De
embedded web server openen op pagina 118 voor meer informatie over het openen van de EWS.
Als u WebScan niet kunt vinden in de EWS , heeft uw netwerkbeheerder dit mogelijk uitgeschakeld.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld voor
meer informatie.
Een scan maken met Webscan
OPMERKING:Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer
scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken.
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
2.Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg
meer informatie.
3.Klik in het tabblad Instellingen.
4.Klik in de sectie Beveiliging op Administratorinstellingen en klik op OK.
5.Selecteer WebScan om WebScan in te schakelen.
6.Klik op Toepassen en klik vervolgens op OK.
7.Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel de
instellingen en klik vervolgens op Start scannen starten.
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Om brieven, krantenknipsels en andere documenten te kunnen bewerken, moet u de HPprintersoftware gebruiken om ze in een formaat te scannen dat u kunt doorzoeken, kopiëren, plakken
en bewerken.
Documenten scannen als bewerkbare tekst (Windows)
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Geïntegreerde webserver op pagina 118 voor
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Zie
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
2.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
3.Selecteer in de HP-printersoftware op Een document of foto scannen bij Afdrukken, scannen en
faxen..
58Hoofdstuk 4 Kopiëren en scannenNLWW
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor
4.Selecteer het type bewerkbare tekst:
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het
originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het
originele document
Haal de tekst op en maak ze doorzoekbaar in PDFreaders
5.Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Documenten scannen als bewerkbare tekst (OS X)
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Zie
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
2.Open HP Scan.
U vindt HP Scan in de map Toepassingen/Hewlett-Packard op het hoogste niveau van de harde
schijf.
3.Selecteer het type bewerkbare tekst.
Selecteer de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst
(OCR) in de lijst en selecteer vervolgens Text (.txt) uit het
vervolgdkeuzemenu Bestandstype.
Selecteer de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst
(OCR) in de lijst en selecteer vervolgens Rich Text (.rtf)
uit het vervolgkeuzemenu Bestandstype.
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als PDF en
selecteer vervolgens Doorzoekbare PDF (.pdf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het
originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het
originele document
Haal de tekst op en maak ze doorzoekbaar in PDFreaders
Selecteer TXT in het snelmenu Indeling.
Selecteer TXT in het snelmenu Indeling.
Selecteer Doorzoekbare PDF in het pop-upmenu
Indeling.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan converteren:
Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADF-venster schoon is.
●
Tijdens het scannen kan vuil of stof op de glasplaat van de scanner of het ADF-venster worden
meegescand. Dit kan ook verhinderen dat de software het document omzet in bewerkbare tekst.
Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst
●
Wanneer u met de ADF documenten scant als bewerkbare tekst, moet het origineel in de ADF
zijn geplaatst met de bovenkant naar voren en de afdrukzijde naar boven gericht. Wanneer u
scant vanaf de glasplaat van de scanner, moet u het origineel plaatsen met de bovenkant naar
de linkerrand van de glasplaat gericht.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de documentinvoer op pagina 29 voor meer
informatie.
NLWWScannen59
Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
●
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het origineel
duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit.
Het volgende kan dit proces verhinderen:
Het origineel is gekreukt.
◦
De structuur van het document is te complex.
◦
Te tekst is te vaag of te klein.
◦
De tekens staan dicht tegen elkaar, er ontbreken tekens of ze zijn gecombineerd, "rn" kan
◦
eruitzien als "m".
De tekst staat op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te
◦
veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
Kies het juiste soort bewerkbare tekst.
●
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst mogelijk
is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCRscan.
(Windows) Gebruik de snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF.
(OS X) Gebruik de voorinstelling Documenten.
Sla het bestand op met de juiste indeling.
●
60Hoofdstuk 4 Kopiëren en scannenNLWW
5Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U
kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en
gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Vanaf het bedieningspaneel van de
printer kunt u een aantal faxopties, resolutie en het contrast tussen licht en donker instellen voor de
faxen die u verzendt.
OPMERKING:Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met faxen.
U kunt nagaan of de faxinstellingen correct zijn door de faxinsteltest uit te voeren vanaf het
bedieningspaneel van de printer.
Klik hier voor meer informatie online over faxinstellingen en testen.
Een fax verzenden
●
Een fax ontvangen
●
Snelkiescodes installeren
●
Faxinstellingen wijzigen
●
Faxen en digitale telefoonservices
●
Fax over internetprotocol (FoIP)
●
Faxrapporten
●
NLWW61
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel van de printer
kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook handmatig een faxbericht verzenden
vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze wijze eerst met de ontvanger spreken voordat u het
faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een standaardfax verzenden
●
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
●
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
●
Een fax verzenden met handsfree kiezen
●
Een fax verzenden vanuit het geheugen
●
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
●
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
●
Een standaardfax verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in kleuren van een
of meer pagina's verzenden.
OPMERKING:Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxberichten die goed zijn verzonden, moet
u de optie faxbevestiging inschakelen.
TIP:U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen.
Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten
van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet
reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Zie
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
OPMERKING:Als u de glasplaat van de scanner gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
automatische documentinvoer (ADF) leeg is. Anders zal de printer het document in de
automatische documentinvoer gebruiken in plaats van de pagina op de glasplaat.
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
3.Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
TIP:Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u * herhaaldelijk aan
totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4.Raak Zwart of Kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat
document naar het ingevoerde nummer.
TIP:Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet
goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
62Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te drukken en vanaf de
printer te faxen.
OPMERKING:Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden, maken gebruik
van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding of uw computermodem. Zorg er
daarom voor dat uw printer is aangesloten op een werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is
ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het installatieprogramma op
de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden (Windows)
1.Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4.Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of als kleurenfax
wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappen wordt geopend.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
6.Klik op Afdrukken of OK.
7.Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel
instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te
vormen en het document te faxen.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden (OS X)
1.Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2.In het menu Bestand van uw software klikt u op Afdrukken.
3.Selecteer de printer met “Fax” in de naam.
4.Selecteer Faxontvangers in het vervolgkeuzemenu onder de instelling Afdrukstand.
OPMERKING:Indien u het pop-upmenu niet kunt vinden, probeer dan op het blauwe
weergavedriehoekje naast de Printerselectie te klikken.
5.Geef het faxnummer en andere informatie op in de bijbehorende velden en klik vervolgens op
Toevoegen aan bestemmelingen.
6.Selecteer de Faxmodus en eventuele andere gewenste faxopties en klik vervolgens op Fax nu
verzenden. Het faxnummer wordt gedraaid en het document wordt gefaxt.
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt. Dit komt van
pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen voordat u deze
daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische
aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u
eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het verzenden van een fax.
NLWWEen fax verzenden63
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de ontvanger de
telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als een persoon de telefoon
beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Als een faxapparaat de
oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van
het ontvangende apparaat hoort.
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Zie
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
OPMERKING:Als u de glasplaat van de scanner gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
automatische documentinvoer (ADF) leeg is. Anders zal de printer het document in de
automatische documentinvoer gebruiken in plaats van de pagina op de glasplaat.
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
3.Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is
aangesloten.
OPMERKING:Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer
wanneer u handmatig een fax verzendt. U moet het toetsenbord op de telefoon gebruiken om
het nummer van de ontvanger te kiezen.
4.Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax
verzendt.
OPMERKING:Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het
ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden.
5.Druk op Zwart of op Kleur als u klaar bent om de fax te verzenden.
OPMERKING:Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u met de ontvanger in gesprek bent, vraagt u om de ontvangst van de fax te starten zodra hij
of zij de faxtonen hoort op het faxtoestel.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op dat moment
kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw gesprek, blijft u aan de lijn
totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel van de printer
kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax verzendt met behulp van
handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de
luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de
kiessnelheid zelf bepalen.
TIP:Als u een belkaart gebruikt en u de pincode van de belkaart niet snel genoeg invoert, begint de
printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden, waardoor uw pincode niet wordt herkend door
de belkaartservice. Als dat het geval is, kunt u een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw
belkaart op te slaan. Zie
OPMERKING:Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
64Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Snelkiescodes installeren op pagina 75 voor meer informatie.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat
of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Raadpleeg
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
OPMERKING:Als u de glasplaat van de scanner gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
automatische documentinvoer (ADF) leeg is. Anders zal de printer het document in de
automatische documentinvoer gebruiken in plaats van de pagina op de glasplaat.
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
3.Raak Zwart of Kleur aan.
●
●
4.Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het
bedieningspaneel van de printer.
5.Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
TIP:Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode als
snelkiesnummer opgeslagen, raakt u
U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen. Zie
Snelkiescodes installeren op pagina 75 voor meer informatie over het aanmaken van
snelkeuzes.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is geplaatst,
hoort u een kiestoon.
Als het origineel is geplaatst op de glasplaat van de scanner, selecteert u Faxen vanaf
glasplaat van scanner.
(snelkiezen) aan wanneer een pincode wordt gevraagd.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen
verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te bereiken bezet of tijdelijk
niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een
verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden.
Als de pagina's door de printer in het geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade
van de documentinvoerlade of van de glasplaat van de scanner halen.
OPMERKING:U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde in de ADF.
Plaats een origineel in de documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
Zie
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
NLWWEen fax verzenden65
3.
Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak
snelkeuzenummer te selecteren of raak
of ontvangen nummer te selecteren.
Zie
Snelkiescodes installeren op pagina 75 voor meer informatie over het aanmaken van
snelkeuzes.
4.Raak Zwart of Kleur aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het
ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
(Oproepgeschiedenis) aan om een eerder gedraaid
(snelkiezen) aan om een
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een groepssnelkiescode
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat
of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Raadpleeg
documentinvoer op pagina 29 voor meer informatie.
OPMERKING:Als u de glasplaat van de scanner gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
automatische documentinvoer (ADF) leeg is. Anders zal de printer het document in de
automatische documentinvoer gebruiken in plaats van de pagina op de glasplaat.
2.
Raak op het bedieningspaneel van de printer Fax en vervolgens
3.
Raak
4.Raak Snelkiezen groeperen aan en volg de instructies op het scherm om een groep ontvangers
te maken.
5.Raak de groep ontvangers aan in het scherm Snelkiezen selecteren.
6.Raak Fax starten aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt de printer
het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
OPMERKING:U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep snelkiesnummers
vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de fax naar het geheugen en kiest het
eerste nummer. Zodra er verbinding is, wordt de fax verzonden en het volgende nummer
gekozen. Als een nummer bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen
voor Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als er geen
verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer gekozen en wordt er een
foutrapport gegenereerd.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 28 of Plaats een origineel in de
(snelkiezen) aan.
(Instellingen) aan.
Opties opnieuw kiezen instellen op pagina 80 voor meer informatie over het wijzigen van
Zie
de opties voor opnieuw kiezen.
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te
detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte
opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede
telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt
het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM
66Hoofdstuk 5 FaxNLWW
uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten
kunt accepteren.
Denk aan het volgende voordat u ECM uitschakelt. Als u ECM uitschakelt:
worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen beïnvloed.
●
wordt de Faxsnelheid automatisch ingesteld op Normaal.
●
kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
●
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Geavanceerde faxinstellingen aan.
4.Raak Foutcorrectiemodus aan om in- of uit te schakelen.
5.Selecteer Aan of Uit.
NLWWEen fax verzenden67
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden
uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden inschakelt
(de standaardinstelling), dan beantwoordt de printer automatisch inkomende oproepen en worden
faxen ontvangen na het aantal keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan.
(De standaard instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de printer niet is
ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch verkleind zodat het
op het geplaatste papier past. Als u de functie Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de
printer het faxbericht op twee pagina's af.
OPMERKING:Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax binnenkomt, wordt de
fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's
opgeslagen in het geheugen verminderen.
Een fax handmatig ontvangen
●
Back-upfaxontvangst instellen
●
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
●
Faxen doorsturen naar een ander nummer
●
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
●
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
●
Ongewenste faxnummers blokkeren
●
Faxen ontvangen met HP Digital Fax
●
Een fax handmatig ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met elkaar
spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit gedeelte om een fax
handmatig te ontvangen.
OPMERKING:U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen
weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
●
Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
●
Een fax handmatig ontvangen
1.Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2.Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3.Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de binnenkomende
oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden. U kunt ook
de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen zodat de printer niet automatisch
binnenkomende oproepen beantwoordt.
4.Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat Start moet
worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5.Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te werk:
68Hoofdstuk 5 FaxNLWW
a.Raak op het scherm van het bedieningspaneel van de printer Kleur aan en selecteer dan
Zwart of Fax.
b.Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn
blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Back-upfaxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle ontvangen
faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de printer door een fout niet
functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Back-upfaxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Geavanceerde faxinstellingen aan.
4.Raak Backup-faxontvangst aan.
5.Raak de vereiste instelling aan:
AanDe standaardinstelling. Als Back-upfaxontvangst Aan is, slaat de printer alle ontvangen
faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot 30 van de laatst afgedrukte faxen
opnieuw afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen.
OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten
overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met nietafgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde
kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
Alleen bij foutenFaxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als de printer de
faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op
is). De printer blijft faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het
geheugen vol raakt, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen
automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd.
UitFaxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u
Back-upfaxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt
waardoor de printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt
de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Ontvangen faxen, die niet werden afgedrukt, worden in het geheugen opgeslagen.
OPMERKING:Als het geheugen vol is, kan de printer geen nieuwe fax ontvangen totdat u de faxen
in het geheugen afdrukt of verwijdert. Het kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de
faxen uit het geheugen wilt verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatst ontvangen berichten
afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om faxen
opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
NLWWEen fax ontvangen69
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
voor meer informatie.
2.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
3.Raak Faxinstellingen aan.
4.Raak Hulpprogramma's voor fax aan.
5.Raak Faxen in geheugen opnieuw afdrukken aan.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de
meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
6.
Raak
geheugen.
(Annuleren) aan als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Als de
functie voor het doorsturen van faxen is ingeschakeld, kan uw printer enkel zwart/witfaxen ontvangen
en doorsturen. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt, een werkende
faxlijn is. Verstuur een testfax zodat u zeker weet dat het faxapparaat de doorgestuurde faxberichten
kan ontvangen.
Plaats papier op pagina 24
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Druk op Faxinstellingen.
3.Druk op Geavanceerde faxinstellingen.
4.Raak Fax doorsturen aan.
5.Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer
Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
OPMERKING:Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven
faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u
de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een
foutrapport afgedrukt.
6.Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de
doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk van de volgende
opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd.
7.Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat
de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op. Wanneer de
printer weer stroom krijgt, is de instelling voor het doorsturen van faxen nog steeds Aan.
OPMERKING:U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren in het menu
Fax doorsturen.
70Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde papierformaat moet
overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade. Faxen kunnen alleen worden
afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
OPMERKING:Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een fax wordt
ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een foutbericht op het scherm. Plaats
papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak vervolgens OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Druk op Faxinstellingen.
3.Druk op Basis faxinstallatie.
4.Raak Papierformaat aan en selecteer vervolgens een optie.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax binnenkomt die te
groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is standaard ingeschakeld, dus de
afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een
pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past,
op een tweede pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat
ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Geavanceerde faxinstellingen aan.
4.Raak Automatische verkleining aan om in- of uit te schakelen.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning, kunt u
bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die afkomstig zijn van
deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de printer het nummer met de ingestelde
lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het
nummer overeenkomt met een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet
afgedrukt. (Het maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
OPMERKING:Deze functie wordt niet in alle landen / regio's ondersteund. Indien niet ondersteund
in uw land / regio, Instelling faxnummerblokkering verschijnt niet in het menu Faxopties of
Faxinstellingen.
OPMERKING:Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt verondersteld
dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de telefoonmaatschappij.
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
●
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
●
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
●
NLWWEen fax ontvangen71
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde faxnummers toe te
voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Basis faxinstallatie aan.
4.Raak Instelling faxnummerblokkering aan.
5.Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen te blokkeren.
Raak OKaan om verder te gaan.
6.Raak Nummers toevoegen aan.
7.Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's, selecteert u
Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of -
Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw nummer invoeren
aan.
8.Raak na het invoeren van een faxnummer Gereed en OK aan om het te blokkeren.
OPMERKING:Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het scherm van het
bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift van de ontvangen fax
wordt weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend zijn.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met
ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Basis faxinstallatie aan.
4.Raak Instelling faxnummerblokkering aan.
5.Raak Nummers verwijderen aan.
6.Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde ongewenste
faxnummers.
72Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Instellingen en Faxinstellingen aan.
3.Raak Basis faxinstallatie aan.
4.Raak Instelling faxnummerblokkering aan.
5.Raak Rapporten afdrukken aan en selecteer en vervolgens Lijst met geblokkeerde nummers.
Faxen ontvangen met HP Digital Fax
Als de printer is verbonden met uw computer via een Ethernet-kabel, draadloze verbinding of USBkabel, kunt u HP Digital Fax gebruiken om automatisch faxen te ontvangen en ze onmiddellijk op te
slaan in uw postvak in of een opgegeven netwerkmap. Met HP Digital Fax kunt u gemakkelijk digitale
kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met stapels papieren bestanden.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format).
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif,
waarbij X de informatie over de afzender is, Y de datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
OPMERKING:HP Digital Fax is alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwart-witfaxen.
Faxberichten in kleur zullen worden afgedrukt.
Vereisten voor HP Digital Fax
●
HP Digital Fax activeren
●
HP Digital Fax-instellingen wijzigen
●
Vereisten voor HP Digital Fax
De doelmap van de computer of de server moet altijd bereikbaar zijn. De bestemmingcomputer
●
moet ook actief zijn, faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand of in standby staat.
Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg
●
informatie.
HP Digital Fax activeren
HP Digital Fax instellen (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
2.Klik in de HP-printersoftware op Wizard digitale faxinstellingen bij Afdrukken, scannen en faxen..
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Plaats papier op pagina 24 voor meer
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor
HP Digital Fax instellen (OS X)
1.Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
meer informatie.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Digitaal Faxarchief in de afdeling faxinstellingen.
NLWWEen fax ontvangen73
HP-hulpprogramma's (OS X) op pagina 117 voor
HP Digital Fax-instellingen wijzigen
U kunt HP Digital Fax uitschakelen en het afdrukken van faxen uitschakelen op het bedieningspaneel
van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Basis faxinstallatie en vervolgens HP Digital Fax aan.
4.Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen wijzigen:
Fax Print: Kies deze optie om faxen af te drukken zodra ze zijn ontvangen. Indien u het
●
afdrukken uitschakelt, worden kleurenpagina's nog steeds afgedrukt.
HP Digital Fax uitschakelen: HP Digital Fax uitschakelen.
●
OPMERKING:Gebruik de HP-printersoftware op uw computer om HP Digital Fax uit te
schakelen.
Instellingen wijzigen in de HP-printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
2.Klik in de HP-printersoftware op Wizard digitale faxinstellingen bij Afdrukken, scannen en faxen..
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Instellingen wijzigen in de HP-printersoftware (OS X)
1.Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
meer informatie.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Digitaal Faxarchief in de afdeling faxinstellingen.
HP Digital Fax uitschakelen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Basis faxinstallatie en vervolgens HP Digital Fax aan.
4.Raak HP Digital Fax uitschakelen aan
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 38 voor
HP-hulpprogramma's (OS X) op pagina 117 voor
5.Raak Ja aan.
74Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Snelkiescodes installeren
U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Hiermee kunt u deze nummers snel
kiezen via het bedieningspaneel van de printer.
TIP:U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het bedieningspaneel van
de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HPsoftware die bij de printer wordt geleverd en de EWS van de printer. Zie
printerbeheer op pagina 115 voor meer informatie.
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
●
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
●
Snelkiesnummers verwijderen
●
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
●
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
Hulpprogramma's
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Snelkiesinstellingen aan.
4.Raak Snelkiezen toevoegen/bewerken+ en kies dan een ongebruikt invoernummer.
5.Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
OPMERKING:Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te
voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal
een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
6.Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
7.Raak OK aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Snelkiesinstellingen aan.
4.Raak Snelkiezen toevoegen/bewerken+ aan en druk dan op het snelkiesnummer dat u wilt
wijzigen.
5.Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u Volgendeaan.
OPMERKING:Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te
voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal
een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
NLWWSnelkiescodes installeren75
6.Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
7.Raak OK aan.
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
OPMERKING: Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Snelkiesinstellingen aan.
4.Raak Groepssnelkiezen groeperen aan en kies dan een ongebruikt invoernummer.
5.Raak de snelkiesnummers aan die u in een groep snelkeuzes wilt opnemen en druk dan OK.
6.Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3.Selecteer Groepssnelkiezen en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4.Als u snelkiesnummers aan een groep wilt toevoegen of wijzigen, raakt u de snelkiesnummers
die u wilt toevoegen of wijzigen aan. Raak dan OK aan.
5.Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u
vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Snelkiesinstellingen aan.
4.Raak Snelkiezen toevoegen/bewerken+ aan en druk dan op het snelkiesnummer dat u wilt
wijzigen.
5.Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u Volgendeaan.
OPMERKING:Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te
voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal
een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
6.Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
7.Raak OK aan.
76Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Snelkiesnummers verwijderen
Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende stappen uit:
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
3.Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt verwijderen en raak
Verwijderen en raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
OPMERKING:Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke snelkiesnummers
niet verwijderd.
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de volgende stappen
uit:
1.Plaats papier in de lade. Raadpleeg
2.Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan.
3.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
4.Raak Snelkieslijst afdrukken aan.
Plaats papier op pagina 24 voor meer informatie.
NLWWSnelkiescodes installeren77
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de
volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
Het faxkopschrift instellen
●
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
●
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
●
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
●
Het kiessysteem instellen
●
Opties opnieuw kiezen instellen
●
De faxsnelheid instellen
●
Het faxgeluidsvolume instellen
●
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax
die u verstuurt. HP raadt aan om de faxkoptekst in te stellen met de HP-printersoftware die bij de
printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer,
zoals hier wordt beschreven.
OPMERKING:In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Faxkop aan.
4.Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5.Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Gereed aan.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch
●
beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf
●
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan de printer geen
faxberichten ontvangen.
De antwoordmodus instellen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Automatisch antwoorden aan om in- of uit te schakelen.
78Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de
binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op
dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden
voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn
dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel
de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen
varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt
de printer de lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Hoe vaak overgaan aan.
4.Raak het aantal keer rinkelen aan.
5.Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één telefoonlijn
meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specifieke belsignalen hebben. Als
u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend.
U kunt de printer instellen voor het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald
belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de
telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan
binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een faxnummer dubbele
of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het specifieke belpatroon detecteert, zal deze
de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
TIP:U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer
gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon
van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep
wordt automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
toegewezen.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen.
OPMERKING:De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met het
hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1.Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
3.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstellingen.
NLWWFaxinstellingen wijzigen79
4.Raak Specifiek belsignaal aan.
5.Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden gewijzigd
tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Jaaan om verder te gaan.
6.Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
●
-of-
Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer.
●
OPMERKING:Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan detecteren of als u de
functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt het belpatroon automatisch ingesteld op
de standaardwaarde, namelijk Alle beltonen.
OPMERKING:Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende oproeppatronen
voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer oproepen via een extern nummer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig
deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
OPMERKING:De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Kiestype aan.
4.Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of
bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de instellingen van de opties Opnieuw
verzenden bij in gesprek en Opnieuw verzenden bij geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om
de opties aan of uit te schakelen.
Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch
●
opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is Aan.
Opnieuw zenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
●
automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De fabrieksinstelling van
deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstellingen aan.
3.Raak Opnieuw zenden bij in gesprek of Opnieuw zenden bij geen antwoord aan en selecteer de
juiste opties.
80Hoofdstuk 5 FaxNLWW
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige
faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen:
Een Internet-telefoonservice
●
Een PBX-systeem
●
Fax over Internet-protocol (FoIP)
●
Een ISDN-service
●
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van
faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheidFaxsnelheid
Snelv.34 (33600 baud)
Normaalv.17 (14400 baud)
Langzaamv.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstellingen aan.
3.Raak Faxsnelheid aan.
4.Raak de optie aan die u wilt selecteren.
Het faxgeluidsvolume instellen
Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Geluidsvolume fax aan.
4.Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
NLWWFaxinstellingen wijzigen81
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services:
DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in
●
uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
●
ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
●
FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te
●
ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP)
genoemd.
Fax over internetprotocol (FoIP) op pagina 83 voor meer informatie.
Zie
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge
telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals DSL/ADSL, PBX of
ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de conversie van digitaal naar analoog als
u wilt faxen.
OPMERKING:HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of providers voor
digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor conversie van digitaal naar
analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken
wat de juiste configuratie-opties zijn op basis van de services die het bedrijf levert.
82Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen
met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internetprotocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt aangeboden) als
u:
Kies een speciale toegangscode samen met het faxnummer.
●
een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge
●
telefoonpoorten voor de faxlijn.
OPMERKING:U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te
sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand
moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen
voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij.
TIP:De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt.
Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u proberen om de faxsnelheid te
verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als
u de foutcorrectiemodus echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen.
De faxsnelheid instellen op pagina 81 voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid.
Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus op pagina 66 voor meer informatie over de
Zie
foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de ondersteuningsafdeling van uw
internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor meer begeleiding.
NLWWFax over internetprotocol (FoIP)83
Faxrapporten
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden
afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig
systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een
probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht
verschijnt er kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het
faxbericht goed is verzonden.
OPMERKING:Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus controleren
vanuit het bedieningspaneel of de HP-software. Zie
op pagina 97 voor meer informatie.
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
●
Foutrapporten voor faxen afdrukken
●
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
●
Het faxlogboek wissen
●
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
●
Een rapport beller-ID's afdrukken
●
De geschatte inktniveaus bekijken
De belgeschiedenis weergeven
●
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande
instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Aan (Fax
verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Uit. Dit betekent dat de geen bevestigingsrapport
afdrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er
kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed
is verzonden.
OPMERKING:U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het bevestigingsrapport
dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen)
selecteert, en als u de fax scant om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie
Scannen en faxen gebruikt.
Faxbevestiging inschakelen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Geavanceerde faxinstallatie en vervolgens Faxbevestiging aan.
4.Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
UitEr wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten verzendt en ontvangt.
Dit is de standaardinstelling.
Aan (Fax verzenden)Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
84Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Aan (Fax ontvangen)Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Aan (Verzenden en
ontvangen)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Geavanceerde faxinstallatie en vervolgens Faxbevestiging aan.
4.Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
5.Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens
de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan.
3.Raak Geavanceerde faxinstallatie en Foutenrapport fax aan.
4.Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Aan (Verzenden en
ontvangen)
UitEr worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (Fax verzenden)Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de standaardinstelling.
Aan (Fax ontvangen)Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3.Raak Faxlogboek aan.
Het faxlogboek wissen
Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
OPMERKING:Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen, verwijderd.
NLWWFaxrapporten85
Het faxlogboek wissen
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Faxhulpprogramma's aan.
3.Raak Faxlogboek wissen aan.
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder
andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3.Raak Laatste transactie aan.
Een rapport beller-ID's afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1.Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3.Raak Rapport Beller-ID's aan.
De belgeschiedenis weergeven
Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te geven.
OPMERKING:De oproepgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt ze enkel bekijken vanaf
het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
De belgeschiedenis weergeven
1.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.
Raak
(Oproepgeschiedenis) aan.
86Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.