Hp OFFICEJET 7000 SETUP GUIDE [nl]

OFFICEJET 7000
Gebruikershandleiding
E809
HP Officejet 7000 (E809) Printer voor breed formaat
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2009 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Uitgave 1, 6/2009
Kennisgeving van Hewlett­Packard Company
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows en Windows XP zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows Vista een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde staten en/of andere landen.
ENERGY STAR is een geregistreerd merk van de Amerikaanse overheid.
Veiligheidsinformatie
8. U mag zelf geen onderdelen repareren. Voor reparatie- of onderhoudswerkzaamheden dient u contact op te nemen met een bevoegd technicus.
9. Gebruik alleen de externe stroomadapter/accu die bij het toestel werd geleverd.
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij het apparaat behorende documentatie hebt gelezen en begrepen.
2. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven.
3. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen.
4. Installeer en gebruik het product niet in de nabijheid van water of wanneer u nat bent.
5. Installeer het product op een stevig, stabiel oppervlak.
6. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren werkt, raadpleeg dan problemen oplossen.
Onderhoud en

Inhoudsopgave

1 Aan de slag
Andere bronnen over het product zoeken .................................................................................6
Het modelnummer van het apparaat zoeken.............................................................................7
Toegankelijkheid.........................................................................................................................8
De onderdelen van het apparaat kennen...................................................................................8
Voorzijde...............................................................................................................................9
Bedieningspaneel...............................................................................................................10
Achterzijde..........................................................................................................................10
Informatie over verbindingen....................................................................................................11
Het apparaat uitschakelen........................................................................................................11
Milieutips...................................................................................................................................11
2 Het apparaat gebruiken
Afdrukmateriaal selecteren.......................................................................................................13
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken.........................................................................13
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................15
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmedia..........................................................16
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal....................................17
Ondersteunde formaten kennen...................................................................................17
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten.........................................19
Minimummarges instellen...................................................................................................19
Afdrukmateriaal laden...............................................................................................................20
De afdrukinstellingen wijzigen..................................................................................................22
De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing
(Windows)...........................................................................................................................22
De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)...................23
Instellingen wijzigen (Mac OS X)........................................................................................23
Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal..............................................................23
Afdrukken zonder randen.........................................................................................................24
Een document zonder rand afdrukken (Windows).............................................................25
Een document zonder randen afdrukken (Mac OS X)........................................................25
Een webpagina afdruken (alleen Windows).............................................................................25
Een afdruktaak annuleren........................................................................................................26
3 Configureren en beheren
Het apparaat beheren...............................................................................................................27
Het apparaat controleren....................................................................................................28
Het apparaat beheren.........................................................................................................28
1
Beheertools voor het apparaat gebruiken................................................................................29
Geïntegreerde webserver...................................................................................................30
De ingebouwde webserver openen..............................................................................30
Pagina's geïntegreerde webserver...............................................................................31
Werkset (Windows).............................................................................................................32
De Werkset openen......................................................................................................32
Tabbladen in de Werkset .............................................................................................33
Werkset netwerk...........................................................................................................33
Gebruik het HP Solution Center (Windows).......................................................................34
HP Hulpprogramma (Mac OS X)........................................................................................34
Open het HP Hulpprogramma......................................................................................34
HP Hulpprogramma .....................................................................................................35
De printerstatuspagina begrijpen..............................................................................................35
Het statusrapport van de netwerkconfiguratie begrijpen..........................................................37
Configureer het apparaat (Windows)........................................................................................38
Directe verbinding...............................................................................................................38
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).......39
Het apparaat verbinden voordat u de software installeert............................................39
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk......................................................40
Netwerkverbinding..............................................................................................................40
Het apparaat installeren op een netwerk......................................................................41
De software van het apparaat installeren op clientcomputers......................................41
Installeer de printer met Printer toevoegen..................................................................42
Het apparaat configureren (Mac OS X)....................................................................................42
De software voor een netwerk of een rechtstreekse verbinding installeren.......................42
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk............................................................43
Uw firewall configureren voor gebruik met HP-apparaten (uitsluitend Windows).....................44
Geavanceerde firewall-informatie.............................................................................................45
De software verwijderen en opnieuw installeren......................................................................45
4 Onderhoud en problemen oplossen
Werken met inktcartridges........................................................................................................48
Informatie over printcartridges en de printkop....................................................................48
De geschatte inktniveaus bekijken.....................................................................................49
Printcartridges vervangen...................................................................................................50
Gebruik informatieverzameling...........................................................................................52
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is................................................53
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken...............................................................................53
De Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit evalueren........................................................54
Inktniveaus....................................................................................................................54
Goede gekleurde balken..............................................................................................55
Ongelijke, onregelmatig gestreepte, of vervaagde balken...........................................56
Regelmatige witte strepen in de balken........................................................................57
Kleuren van de balk zijn niet gelijkmatig.......................................................................57
Tekst in groot zwart lettertype.......................................................................................58
Uitlijnpatronen...............................................................................................................59
Er zijn geen defecten....................................................................................................59
Tips en middelen voor het oplossen van problemen................................................................59
2
Inhoudsopgave
Problemen met het afdrukken oplossen ..................................................................................60
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld...................................................................60
Het afdrukken duurt lang....................................................................................................60
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt...................................................61
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten............................................................62
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst....................................................................62
Problemen oplossen bij afdrukken...........................................................................................63
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt.............................................................................63
Het apparaat reageert niet..................................................................................................64
Het apparaat drukt betekenisloze tekens af.......................................................................67
Er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken.............................................................67
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht..............................................................71
Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina..............................72
Er wordt een lege pagina afgedrukt....................................................................................74
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen.............................................................................75
Foute, onnauwkeurige of uitlopende kleuren......................................................................75
Tekst of illustraties worden niet volledig met inkt gevuld....................................................78
De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk
zonder rand........................................................................................................................81
Afdrukken bevatten horizontale strepen of lijnen................................................................82
Afdrukken zijn onduidelijk of vertonen doffe kleuren..........................................................84
Afdrukken lijken wazig of vaag...........................................................................................85
Afdrukken zijn scheef of schuin..........................................................................................87
Inktstrepen op de achterkant van het blad.........................................................................88
Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen.................................................................88
Slechte zwarte tekst............................................................................................................91
Het apparaat drukt langzaam af.........................................................................................92
Geavanceerd onderhoud aan de printkop..........................................................................93
reinig de printkop..........................................................................................................93
Printkop uitlijnen...........................................................................................................94
Problemen met de papierinvoer oplossen................................................................................95
Problemen met het apparaatbeheer oplossen.........................................................................97
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend.....................................................97
Netwerkproblemen oplossen....................................................................................................97
Installatieproblemen oplossen..................................................................................................98
Suggesties voor hardware-installatie..................................................................................99
Suggesties voor software-installatie.................................................................................100
Netwerkproblemen oplossen............................................................................................101
3
Papierstoringen oplossen.......................................................................................................102
Verhelp een storing in het apparaat.................................................................................103
Tips voor het vermijden van papierstoringen....................................................................103
Fouten (Windows)...................................................................................................................104
Probleem met de printkop................................................................................................104
Oplossing 1: De printer in- en uitschakelen................................................................104
Oplossing 2: Vervang de printkop..............................................................................104
Apparaat afgesloten.........................................................................................................105
Inktalarm...........................................................................................................................105
HP raadt aan om een vervangende cartridge beschikbaar te houden voor wanneer
de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt...................................................................105
De inkthoeveelheid in de volgende cartridge is laag en kan een slechte
afdrukkwaliteit veroorzaken. De cartridge moet weldra worden vervangen. HP
raadt aan een vervangcartridge te installeren zodra de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt ...............................................................................................105
Waarschuwing capaciteit van de inktservice..............................................................106
Inktsysteemfout...........................................................................................................106
Probleem met de cartridge...............................................................................................106
De volgende printcartridge lijkt verdwenen of beschadigd te zijn...............................106
Cartridge(s) in verkeerde houder - De volgende cartridges zijn in de verkeerde
houders.......................................................................................................................107
Probleem met de cartridge...............................................................................................107
Verkeerd papier................................................................................................................107
De cartridgehouder kan niet bewegen..............................................................................107
Vastgelopen papier...........................................................................................................107
De printer heeft geen papier meer....................................................................................108
Incompatibele cartridge(s)................................................................................................108
De volgende cartridge is niet bedoeld voor gebruik in deze printer............................108
De volgende cartridges zijn niet bedoeld voor gebruik in deze printer zoals deze
momenteel is geconfigureerd.....................................................................................108
Printer offline.....................................................................................................................108
Printer onderbroken..........................................................................................................109
Document afdrukken mislukt............................................................................................109
Waarschuwing capaciteit van de inktservice....................................................................109
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt....................................................109
Algemene afdrukfout........................................................................................................110
5 Lampjes op het bedieningspaneel
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel.............................................................111
A HP-benodigdheden
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................118
Benodigdheden......................................................................................................................118
Printcartridges...................................................................................................................118
HP media..........................................................................................................................119
B Ondersteuning en garantie
Elektronische ondersteuning krijgen.......................................................................................120
4
Inhoudsopgave
Telefonische ondersteuning van HP krijgen...........................................................................121
Voordat u belt...................................................................................................................121
Wat te doen bij problemen................................................................................................121
Telefonische ondersteuning van HP.................................................................................122
Periode voor telefonische ondersteuning...................................................................122
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning...................................................123
Telefonisch contact opnemen.....................................................................................124
Na de periode van telefonische ondersteuning..........................................................124
Opties voor aanvullende garantie.....................................................................................124
HP Korea klantenondersteuning.......................................................................................124
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard.................................................................125
Garantie-informatie printcartridge...........................................................................................126
Het apparaat klaarmaken voor verzending.............................................................................126
C Specificaties van het apparaat
Fysieke specificaties...............................................................................................................127
Productkenmerken en -mogelijkheden...................................................................................127
Specificaties processor en geheugen.....................................................................................127
Systeemvereisten...................................................................................................................128
Netwerkprotocolspecificaties..................................................................................................128
Specificaties van de geïntegreerde webserver.......................................................................129
Afdrukresolutie........................................................................................................................129
Omgevingsspecificaties..........................................................................................................129
Elektrische specificaties.........................................................................................................129
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO
7779)......................................................................................................................................130
D Overheidsvoorschriften
FCC-verklaring........................................................................................................................131
Kennisgeving voor gebruikers in Korea..................................................................................132
VCCI- (Klasse B) verklaring van overeenstemming voor gebruikers in Japan.......................132
Kennisgeving voor gebruikers in Japan over het netsnoer.....................................................132
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen..................................................................................132
Verklaring over de indicatielampjes........................................................................................133
Modelnummer.........................................................................................................................133
Conformiteitsverklaring...........................................................................................................134
Programma voor milieubeheer...............................................................................................135
Papiergebruik...................................................................................................................135
Plastics.............................................................................................................................135
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................135
Kringloopprogramma........................................................................................................135
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen..............................................................135
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................136
Stroomverbruik.................................................................................................................137
Licenties van derden..............................................................................................................138
Index............................................................................................................................................143
5

1 Aan de slag

In deze handleiding vindt u details over het gebruik van het apparaat en het oplossen van problemen.
Andere bronnen over het product zoeken Het modelnummer van het apparaat zoeken
• Toegankelijkheid
• De onderdelen van het apparaat kennen
• Informatie over verbindingen
• Het apparaat uitschakelen
• Milieutips

Andere bronnen over het product zoeken

Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
Bron Beschrijving Locatie
Leesmij-bestand en release­info
Hulpprogramma's voor apparaatbeheer (netwerkverbinding)
Werkset (Microsoft Windows®)
HP Hulpprogramma (Mac OSX)Bevat hulpmiddelen voor het
®
Deze bieden de laatste informatie en tips voor het oplossen van problemen.
Hiermee kunt u statusinformatie bekijken, instellingen wijzigen en het apparaat beheren.
Raadpleeg webserver voor meer informatie.
Biedt informatie over de status van printkoppen en geeft toegang tot services voor onderhoud.
Raadpleeg (Windows) voor meer informatie.
configureren van afdrukinstellingen, het kalibreren van het apparaat, het reinigen van de printkop, het afdrukken van de configuratiepagina, en het zoeken van hulp op de website.
Raadpleeg Hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie.
Geïntegreerde
Werkset
HP
Staat op de installatie-cd.
Beschikbaar vanaf een computer met een verbinding.
Normaal samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
Normaal samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
6 Aan de slag
(vervolg)
Bron Beschrijving Locatie
Bedieningspaneel Geeft status-, fout- en
Logs en rapporten Biedt informatie over
Statusrapport printer
Pagina diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken
HP-websites Biedt de meest recente
Telefonische ondersteuning van HP
HP Solution Center (Windows) Hiermee kunt u de
waarschuwingsinformatie over de werking.
gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.
Apparaatgegevens:
Naam van product
Modelnummer
Serienummer
Versienummer van de
firmware
Het aantal afgedrukte
pagina's uit de lade en accessoires
Afdrukken status
benodigdheden
Hiermee kunt u nagaan of er problemen zijn die invloed hebben op de afdrukkwaliteit en kunt u beter beslissen of het nodig is om een onderhoud uit te voeren om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren.
printersoftware en product- en ondersteuningsinformatie.
Bevat contactinformatie van HP.
afdrukinstellingen wijzigen, benodigdheden bestellen, en naar de Help op het scherm gaan. Afhankelijk van de toestellen die u hebt geïnstalleerd, biedt het HP Solution Center bijkomende functies, zoals toegang tot de HP foto en bewerkingssoftware. Raadpleeg Solution Center (Windows) voor meer informatie.
Gebruik het HP
Raadpleeg Bedieningspaneel voor meer informatie.
Raadpleeg Het apparaat controleren voor meer informatie.
Raadpleeg De printerstatuspagina begrijpen voor meer informatie.
Raadpleeg Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is voor meer informatie.
www.hp.com/support
www.hp.com
Raadpleeg Telefonische ondersteuning van HP krijgen voor meer informatie.
Normaal samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.

Het modelnummer van het apparaat zoeken

Naast de modelnaam die op de voorkant van het apparaat verschijnt, heeft dit apparaat een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken om te bepalen welke
Het modelnummer van het apparaat zoeken 7
Hoofdstuk 1
benodigdheden beschikbaar zijn voor uw product, en wanneer u ondersteuning kunt krijgen.
Het modelnummer wordt afgedrukt op een label aan de binnenkant van het apparaat, in de buurt van de printcartridges.

Toegankelijkheid

Uw apparaat beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visueel
De software van het apparaat is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en -functies van uw besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven.
Mobiliteit
Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van het apparaat worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software ondersteunt ook Windows-toegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen, filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van het apparaat kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden bediend.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility.
www.hp.com/accessibility.

De onderdelen van het apparaat kennen

Voorzijde Bedieningspaneel
• Achterzijde
8 Aan de slag

Voorzijde

6
7
5
1 Bedieningspaneel
2 Uitvoerlade
3 Invoerlade
4 Breedtegeleiders
5 Bovenste klep
6 Inktcartridges
7 Printkopvergrendeling
8 Printkop
8
1
2
3
4
De onderdelen van het apparaat kennen 9
Hoofdstuk 1

Bedieningspaneel

Zie Lampjes op het bedieningspaneel voor meer informatie over het aflezen van de lampjes op het bedieningspaneel.
1 Knop en lampje Aan/Uit
2 Knop en lampje Doorgaan
3 Knop Annuleren
4 Knopje en lampje Netwerk
5 Inktpatroonlampjes
3
5
4
12

Achterzijde

1 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
2 Ethernet-netwerkpoort
3 Stroomaansluiting
10 Aan de slag
1
2
3
4
(vervolg)
4 Toegangspaneel aan achterkant

Informatie over verbindingen

Beschrijving Aanbevolen aantal
USB-aansluiting Eén computer die via een
Ethernetverbinding (bekabeld)
Printers delen Maximaal vijf computers.
aangesloten computers voor de beste prestaties
USB-kabel is aangesloten op de snelle USB 2.0-poort aan de achterzijde van het apparaat.
Maximaal vijf computers die aan het apparaat zijn aangesloten via een hub of een router.
De hostcomputer moet altijd aanstaan, anders kunnen de andere computers niet op het apparaat afdrukken.

Het apparaat uitschakelen

Schakel het HP-product uit door te drukken op de knop Voeding die zich op het apparaat bevindt. Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als u het HP-product niet op de juiste manier uitschakelt, beweegt de printcartridge mogelijk niet naar de uitgangspositie. Dit kan problemen veroorzaken met de printkop en de afdrukkwaliteit.
Ondersteunde softwarefuncties
Alle functies worden ondersteund.
Alle functies worden ondersteund.
Alle functies die op de hostcomputer aanwezig zijn, worden ondersteund. Alleen afdrukken wordt vanaf de andere computers ondersteund.
Instructies bij de installatie
Zie Configureer het apparaat (Windows) of Het apparaat configureren (Mac OS X).
Volg de instructies in Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk in deze handleiding voor meer instructies.
Volg de instructies in het gedeelte Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk.

Milieutips

HP is geëngageerd om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen. HP biedt de onderstaande Milieutips om u te helpen letten op manieren waarop u de effecten van uw afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken. Naast specifieke functies in dit product kunt u de HP Eco Solutions-website bezoeken voor meer informatie over de milieu-initiatieven van HP.
Milieutips 11
Hoofdstuk 1
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/
Smart Web printing: De HP Smartweb afdrukinterface heeft een venster Clipboek en Clips bewerken waar u clips die u van internet hebt verzameld, kunt opslaan, organiseren of afdrukken. Raadpleeg
Een webpagina afdruken (alleen Windows)
voor meer informatie.
Informatie over energiebesparing: Zie
Stroomverbruik om de ENERGY STAR®-
kwalificatiestatus voor dit product te bepalen.
Gerecyclede materialen: Voor meer informatie over het recyclen van HP-producten gaat u naar:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
12 Aan de slag

2 Het apparaat gebruiken

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Afdrukmateriaal selecteren

• Afdrukmateriaal laden
• De afdrukinstellingen wijzigen
• Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal
• Afdrukken zonder randen
• Een webpagina afdruken (alleen Windows)
• Een afdruktaak annuleren
Afdrukmateriaal selecteren
Het apparaat is geschikt voor gebruik met de meeste soorten afdrukmateriaal. Wij raden u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Ga naar de website van HP op
www.hp.com om meer te weten over afdrukmateriaal van HP.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van alledaagse documenten. Alle papieren met het ColorLok-logo worden onafhankelijk getest om te bentwoorden aan hoge standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en documenten te produceren met heldere kleuren en scherp zwart & die sneller drogen dan normaal gewoon papier. Zoek papier met het ColorLok-logo met verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
• Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmedia
• Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
• Minimummarges instellen

Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken

Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het apparaat gebruiken 13
Hoofdstuk 2
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Superior inkjetpapier
HP Helderwit inkjetpapier
HP Printingpapier HP Printingpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee
HP Office-papier HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
HP Office Gerecycled papier
HP Premium Presentatiepapier
HP Professioneel papier
HP Premium Inkjet Transparant
HP Geavanceerd fotopapier
HP Everyday Fotopapier
HP Opstrijkpatronen HP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit
Dit papier heeft een glanzende of matte laag aan beide kanten voor dubbelzijdig gebruik. Dit papier is een ideale keuze voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren.
vervaardigt u documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok­technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Het is extra zwaar papier met een imponerende uitstraling.
Op HP Premium Inkjet transparanten komen uw kleurenpresentaties beter tot hun recht. Deze transparanten zijn gemakkelijk in het gebruik en drogen snel en zonder vlekken.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Verkrijgbaar in zachte glans in 8,5 x 11 inch, A4, 10 x 15 cm (4 x 6 inch). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
textiel) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts met uw digitale foto's.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com/buy/ supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
14 Het apparaat gebruiken
uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de pagina.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
HP Photo-waardepakketten:
In de HP Photo-waardepakketten worden oorspronkelijke HP printcartridges en HP Geavanceerd fotopapier handig samen verpakt om u tijd te besparen en het giswerk voor het afdrukken van professionele foto's met uw HP-printer weg te nemen. Oorspronkelijke HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te werken zodat uw foto's duurzaam en intens zijn, afdruk na afdruk. Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.

Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken

Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Verkrijgbaar in zachte glans in 8,5 x 11 inch, A4, 10 x 15 cm (4 x 6 inch). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Photo-waardepakketten:
HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktpatronen van HP en HP Advanced Photo Papier bevatten waardoor u tijd bespaart en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare professionele foto's met uw HP-printer. Oorspronkelijke HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te werken zodat uw foto's duurzaam en intens zijn, afdruk na afdruk. Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de pagina.
www.hp.com/buy/supplies om HP-papier en andere toebehoren te bestellen.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
Afdrukmateriaal selecteren 15
Hoofdstuk 2

Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmedia

Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. Raadpleeg meer informatie.
Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade. Als u een speciaal soort afdrukmateriaal bovenop gewoon afdrukmateriaal plaatst, kan het papier vastlopen of de afdruk onjuist zijn.
Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde omlaag, tegen de achterkant van de lade aan. Lijn de afdrukmateriaal aan de rechterkant van de invoerlade uit en pas de papierbreedtegeleider aan. Raadpleeg
Plaats niet te veel papier. Raadpleeg ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. HP beveelt aan om speciaal afdrukmateriaal niet hoger te laden dan 3/4 vol.
Om storingen, slechte afdrukkwaliteit of andere problemen te voorkomen, moet u de volgende media vermijden:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Kaarten en enveloppen
Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
Plaats enveloppen uitgelijnd volgens de afbeelding.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Informatie over de specificaties van
Afdrukmateriaal voor foto's
Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto's. In deze modus neemt het afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
16 Het apparaat gebruiken
Transparanten
Plaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar de achterzijde van het apparaat.
Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Speciaal papierformaat
Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door het apparaat.
Als uw toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal afdrukformaat.

Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal

Met de tabellen Ondersteunde formaten kennen en Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten kunt u bepalen welk afdrukmateriaal goed zijn voor uw apparaat en welke functies bij uw papier zullen werken.
Gebruik altijd de juiste materiaalinstelling in de printerdriver en configureer de laden voor het juiste afdrukmateriaal. HP raadt aan papier eerst uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
Ondersteunde formaten kennen Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Ondersteunde formaten kennen
Papierformaat
Standaardformaten afdrukmateriaal
U.S. Letter* (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inch)
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inches)
A4* (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inch)
U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x 10,5 inches)
B5* (JIS) (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inch)
B5 (ISO) (176 x 250 mm; 6,9 x 9,8 inches)
A5* (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inch)
A6* (105 x 148 mm; 4,13 x 5,83 inch)
HV*(101 x 180 mm; 4,0 x 7,1 inch)
13 x 18 cm* (5 x 7 inch)
B-formaat
11 x 14 inch*
Afdrukmateriaal selecteren 17
Hoofdstuk 2
(vervolg)
Papierformaat
12 x 12 inch*
B4 (JIS) (257 x 364 mm)
Tabloid* (11 x 17 inch)
Super B* (13 x 19 inch)
A3* (297 x 420 mm; 11,69 x 16,54 inch)
A3+* (330 x 483 mm; 12,99 x 18,98 inch)
Enveloppen
Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12 x 9,5 inch)
Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4 inch)
Japanse envelop Chou #3 (120 x 235 mm; 4,7 x 9,3 inch)
Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm; 3,5 x 8,1 inch)
Kakou Envelop #2 (240 x 332 mm; 9,45 x 13,07 inch)
Monarch Envelop (3,88 x 7,5 inch)
Envelopkaart (111 x 162 mm; 4,4 x 6 inch)
Nr. 6 3/4 Envelop (91 x 165 mm; 3,6 x 6,5 inch)
Kaarten
Systeemkaart (76,2 x 127 mm; 3 x 5 inch)
Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x 6 inch)
Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x 8 inch)
A6-kaart* (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inch)
Hagaki+* (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8 inch)
Fotoafdrukmateriaal
4 x 6* (102 x 152 mm; 4 x 6 inch)
5 x 7* (13 x 18 cm; 5 x 7 inch)
8 x 10* (8 x 10 inch)
10 x 15 tab * (10 x 15 cm)
Foto L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inch)
2L (178 x 127 mm; 7,0 x 5,0 inch)
B5* (182 x 257 mm; 7,2 x 10,1 inch)
4 x 6 tab* (102 x 152 mm; 4 x 6 inch)
4 x 8 tab* (10 x 20 cm)
Cabinet-formaat*(120 x 165 mm; 4,7 x 6,5 inch)
18 Het apparaat gebruiken
(vervolg)
Papierformaat
Ofuku hagaki+ (200 x 148 mm; 7,9 x 5,8 inch)
Ander afdrukmateriaal
Aangepast afdrukmateriaal met een breedte tussen 76,2 en 330,2 mm en een lengte van 101 tot
1.117 mm (breedte 3 tot 13 inch en lengte 4 tot 43,9 inch)
* Afdrukken zonder randen ondersteund.
+ Het apparaat is alleen compatibel met gewoon papier en inktjet hagaki papier van Japan Post. Het is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Invoerlade Papier 60 tot 105 g/m
(16 tot 28 lb bankpost)
Transparanten Maximaal 55 vel
Afdrukmateriaal voor foto's 280 g/m
(75 lb bankpost)
Etiketten Maximaal 100 vel
Enveloppen 75 tot 90 g/m
(envelop met 20 to 24 lb bankpost)
Kaarten Maximaal 200 g/m
(steekkaart 110 lb)
Uitvoerlade Alle ondersteunde
Maximaal 100 vel
afdrukmaterialen
2
Maximaal 150 vel gewoon papier
(15 mm of 0,59 inch op een stapel)
(15 mm of 0,59 inch op een stapel)
2
Maximaal 40 vel
(12 mm of 0,47 inch op een stapel)
(17 mm of 0,67 inch op een stapel)
2
Maximaal 15 vel
(10 mm of 0,39 inch op een stapel)
2
Maximaal 40 kaarten
(10 mm of 0,39 inch op een stapel)
gewoon papier (tekst afdrukken)

Minimummarges instellen

De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in de oriëntatie Staand.
Opmerking Deze marge-instellingen kunnen verschillen in functie van de gekozen afdrukmodus.
Afdrukmateriaal selecteren 19
Hoofdstuk 2
Afdrukmateriaal (1)
U.S. Letter
U.S. Legal
A4
U.S. Executive
B5
A5
Kaarten
Speciaal papierformaat
Afdrukmateriaal voor foto's
11 x 14 inch
12 x 12 inch
B4 (JIS)
Tabloid
Super B
A3
A3+
Enveloppen 3,3 mm (0,13
Linkermarge
3,3 mm (0,13 inch)
5 mm (0,197 inch)
inch)
(2) Rechtermarg e
3,3 mm (0,13 inch)
5 mm (0,197 inch)
3,3 mm (0,13 inch)
(3) Bovenmarge *
3,3 mm (0,13 inch)
5 mm (0,197 inch)
3,3 mm (0,13 inch)
(4) Ondermarge *
3,3 mm (0,13 inch)
5 mm (0,197 inch)
14,9 mm (0,59 inch)
* Om deze marges te kunnen instellen op een Windows-computer klikt u op het tabblad
Geavanceerd in het printerstuurprogramma en selecteert u Marges minimaliseren.

Afdrukmateriaal laden

Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in het apparaat.
20 Het apparaat gebruiken
Laad de invoerlade
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de materiaalgeleider naar buiten in de breedste instelling.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de
invoerlade dan uit.
3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterkant van de lade. Zorg ervoor dat de stapel papier op een lijn ligt met de rechterkant en achterkant van de lade en dat het papier de lijnmarkering op de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij als het apparaat nog aan het afdrukken is.
4. Stel de materiaalgeleider in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst
en laat de uitvoerlade vervolgens zakken.
Afdrukmateriaal laden 21
Hoofdstuk 2
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.

De afdrukinstellingen wijzigen

U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een toepassing of de driver van de printer. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang op wijzigingen in de driver van de printer. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de standaardinstellingen van de driver echter hersteld.
Opmerking Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden geselecteerd in de driver van de printer.
Raadpleeg de online Help bij de printerdriver van Windows voor meer informatie over de functies van de driver. Voor meer informatie over het afdrukken vanuit een specifieke toepassing kunt u de documentatie van de betreffende toepassing raadplegen.
De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing (Windows) De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)
• Instellingen wijzigen (Mac OS X)

De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing (Windows)

1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren. (Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk van
de software die u gebruikt.)
3. Klik op het tabblad Functies wijzig de gewenste instelling overeenkomstig uw afdruktaak.
22 Het apparaat gebruiken

De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)

1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en faxapparaten.
-of­Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Opmerking Voer het wachtwoord van de beheerder van de computer in als dit wordt gevraagd.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op Afdrukinstellingen, of Voorkeursinstellingen voor afdrukken, en klik vervolgens op het tabblad Functies.
3. Wijzig de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.

Instellingen wijzigen (Mac OS X)

1. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
2. Wijzig de gewenste instellingen (zoals papierformaat) en klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand op Afdrukken om het printerstuurprogramma te openen.
4. Wijzig de gewenste instellingen (zoals het type afdrukmateriaal) en klik vervolgens op OK of Afdrukken.

Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal

Afdrukken op speciaal of aangepast afdrukmateriaal (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg
informatie.
2. Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu Bestand en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer het materiaalformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat. Als u het formaat
van het afdrukmateriaal niet ziet, maakt u een aangepast formaat aan.
a. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Aangepast. b. Typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat. c.Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en vervolgens klikt u op
Opslaan.
d. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen of Voorkeuren te sluiten.
Open het dialoogvenster nogmaals.
e. Selecteer het nieuwe aangepaste formaat.
5. Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
6. Selecteer de papierbron in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
7. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
8. Druk het document af.
Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal 23
Afdrukmateriaal laden voor meer
Hoofdstuk 2
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg
informatie.
2. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand.
Opmerking In Mac OS X 10.5 hebben sommige programma's geen menu Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
3. Controleer of u het juiste HP-apparaat hebt geselecteerd.
4. Selecteer het papierformaat.
5. Een speciaal papierformaat instellen: a.Klik op Speciale papierformaten beheren in het vervolgkeuzemenu
Papierformaat.
b.Klik op Nieuw en typ een naam voor het formaat in het vak Naam
papierformaat.
c. (Optioneel) Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u indien nodig
de marges in.
d.Klik op Klaar of OK en klik vervolgens op Opslaan.
6. Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling en selecteer dan het nieuwe
aangepaste formaat.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
Afdrukmateriaal laden voor meer
7. Klik op OK.
8. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
9. Open het paneel Papierverwerking.
10. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
11. Wijzig eventueel andere instellingen en klik dan op OK of Afdrukken.

Afdrukken zonder randen

Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking Open het bestand in een softwaretoepassing en bepaal het formaat van de afbeelding. Zorg ervoor dat dit formaat overeenstemt met het formaat van het afdrukmateriaal waarop u de afbeelding gaat afdrukken.
U kunt deze functie ook openen vanuit het tabblad Snel afdrukopties instellen (enkel in Windows). Open de printerdriver, selecteer het tabblad Snel afdrukopties
instellen en selecteer uit het vervolgmenu de snelkoppeling voor deze afdruktaak.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Een document zonder rand afdrukken (Windows) Een document zonder randen afdrukken (Mac OS X)
24 Het apparaat gebruiken

Een document zonder rand afdrukken (Windows)

1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open vanuit de toepassing de printerdriver: a. Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken. b. Klik op Eigenschappen, Installatie of Voorkeuren.
4. Selecteer de snelkoppeling voor afdrukinstellingen die u wilt gebruiken.
5. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6. Druk het document af.
7. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die rand
zodat het document helemaal geen rand meer heeft.

Een document zonder randen afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Klik op Bestand en klik vervolgens op Pagina-instelling.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
4. Selecteer het formaat zonder randen en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
6. Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit.
7. Klik op het Tabblad papieren selecteer vervolgens het soort afdrukmateriaal uit de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
8. Controleer het tabblad Afdrukken zonder randen zorg dat Zonder rand is geselecteerd; wijzig vervolgens de Uitbreiding zonder rand indien u dit wenst.
9. Als u foto's afdrukt, selecteer dan Beste in de vervolgkeuzelijst Kwaliteit. U kunt ook Maximale dpi selecteren, wat tot 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi oplevert. Voor
kleurafdrukken en 1200 invoer-dpi. Bij deze instelling zal het afdrukken het tijdelijk een grote hoeveelheid schijfruimte in beslag nemen (400 MB of meer) en zal het afdrukken langzamer gaan.
10. Selecteer de papierbron.
11. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
12. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die rand
zodat het document helemaal geen rand meer heeft.

Een webpagina afdruken (alleen Windows)

U kunt op de HP-printer een webpagina van de webbrowser afdrukken.
Als u Internet Explorer 6.0 of hoger als webbrowser gebruikt, kunt u HP Smart Web Printing gebruiken voor het eenvoudig en voorspelbaar afdrukken van webpagina's, met controle over wat en hoe u wilt afdrukken. U kunt HP Smart Web Printing openen vanuit
Een webpagina afdruken (alleen Windows) 25
Hoofdstuk 2
de werkbalk in Internet Explorer. Raadpleeg het helpbestand bij HP Smart Web
Printing voor meer informatie.
Een webpagina afdrukken
1. Zorg dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de webbrowser.
Tip Voor de beste resultaten selecteert u HP Smart Web Printing in het menu Bestand. Er verschijnt een vinkje als het is geselecteerd.
Het afdrukvenster wordt geopend.
3. Controleer of het apparaat de geselecteerde printer is.
4. Selecteer in de webbrowser welke onderdelen van de webpagina u wilt afdrukken
(als de webbrowser die mogelijkheid ondersteunt). Klik in Internet Explorer bijvoorbeeld op Opties en selecteer bijvoorbeeld de opties
Zoals op het scherm, Alleen het gekozen frame of Alle gekoppelde documenten afdrukken.
5. Klik op Afdrukken of OK om de webpagina af te drukken.
Tip Mogelijk moet u de afdrukstand Liggend instellen om de webpagina's goed af
te drukken.

Een afdruktaak annuleren

U kunt een afdruktaak annuleren door een van de volgende handelingen uit te voeren:
Bedieningspaneel: Druk op moment wordt uitgevoerd. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
Windows: dubbelklik op het printerpictogram dat rechtsonder op het beeldscherm wordt weergegeven. Selecteer de afdruktaak en druk op de knop Verwijderen op het toetsenbord.
Mac OS X: Klik op het printerpictogram in het Dock, selecteer het document, en klik vervolgens op Verwijderen.
Annuleren knop. Hiermee verwijdert u de taak die op dat
26 Het apparaat gebruiken

3 Configureren en beheren

Deze informatie is bedoeld voor de beheerder of persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van het apparaat. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de volgende onderwerpen:
Het apparaat beheren Beheertools voor het apparaat gebruiken
• De printerstatuspagina begrijpen
• Het statusrapport van de netwerkconfiguratie begrijpen
• Configureer het apparaat (Windows)
• Het apparaat configureren (Mac OS X)
• Uw firewall configureren voor gebruik met HP-apparaten (uitsluitend Windows)
• Geavanceerde firewall-informatie
• De software verwijderen en opnieuw installeren

Het apparaat beheren

Met de volgende algemene tools kunt u het apparaat beheren. Zie Beheertools voor het apparaat gebruiken voor informatie over het activeren en gebruiken van deze hulpmiddelen.
Opmerking Het is mogelijk dat in specifieke procedures andere methoden worden toegepast.
Windows
Bedieningspaneel van het apparaat
Printerdriver
Werkset
Werkset netwerk
Geïntegreerde webserver
Mac OS X
Bedieningspaneel van het apparaat
HP Hulpprogramma
Geïntegreerde webserver
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Het apparaat controleren
• Het apparaat beheren
Configureren en beheren 27
Hoofdstuk 3

Het apparaat controleren

Gebruik dit hulpmiddel… om de volgende informatie te verkrijgen...
Bedieningspaneel van het apparaat Informatie over de status van huidige taken, de
Geïntegreerde webserver
Werkset (Windows) Inktcartridge-informatie: Klik op het tabblad
HP Hulpprogramma (Mac OS X) Informatie printcartridge: Klik op Status
HP Solution Center Biedt de huidige status van het apparaat.
* Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.

Het apparaat beheren

Dit onderdeel bevat informatie over het beheren van het apparaat en het wijzigen van instellingen.
bedrijfsstatus van het apparaat en de status van printcartridges.
Printerstatusinformatie: Klik op het
tabblad Informatie en klik vervolgens op een selectie in het linkerpaneel.
Opgehoopte inkt en papiergebruik: Klik
op het tabblad Informatie en klik vervolgens op Gebruikrapport in het linkerpaneel.
Geschatte inktniveaus om informatie te zien over het inktniveau. Blader vervolgens naar de knop Cartridgedetails. Klik op deze knop om de informatie te zien over het vervangen van printcartridges.*
verbruiksgoederen. *
Gebruik dit hulpmiddel… als u het volgende wilt doen...
Bedieningspaneel Reset de netwerkinstellingen: Houd de knop
Geïntegreerde webserver
28 Configureren en beheren
Aan/uit ingedrukt, druk twee keer op de knop Netwerk, druk drie keer op de knop Annuleren en
laat de knop Aan/uit los. Zie het oplossen van problemen voor meer informatie.
Wachtwoord geïntegreerde webserver
instellen: Klik op het tabblad Instellingen en klik vervolgens op Beveiliging in het linker deelvenster.
Onderhoudstaken voor het apparaat
uitvoeren: Open het tabblad Instellingen en klik op Apparaatservices in het linker deelvenster.
Taal of land/regio: Open het tabblad
Instellingen en klik op Internationaal in het linker deelvenster.
Tips en middelen voor
(vervolg)
Gebruik dit hulpmiddel… als u het volgende wilt doen...
Netwerkinstellingen configureren: Klik op het
tabblad Netwerken en klik op een optie in het linker deelvenster.
Benodigdheden bestellen: Klik op een
willekeurig tabblad op de knop Benodigdheden bestellen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Ondersteuning: Klik op een willekeurig tabblad
op de knop Ondersteuning en selecteer een ondersteuningsoptie.
Werkset (Windows)
Netwerk Werkset (Windows) Netwerkinstellingen weergeven en wijzigen. Klik in de
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X) Onderhoudstaken voor het apparaat uitvoeren:
Onderhoudstaken voor het apparaat
uitvoeren: Klik op het tabblad Apparaatservices.
Netwerkinstellingen configureren: Klik op het
tabblad Netwerkinstellingen en klik vervolgens op Instellingen wijzigen om de Werkset netwerk op te starten.
Werkset op het tabblad Netwerkinstellingen.
Instellingen wijzigen: klik op de knop
Instellingen wijzigen. Een netwerkdiagnose uitvoeren (om de
netwerkprinterverbinding te controleren):
Als de printer niet is aangesloten, klik dan op
Instellingen wijzigen, en klik vervolgens op Netwerkdiagnose uitvoeren.
Als de printer is aangesloten, klik dan op het
tabblad Hulpprogramma's wanneer de werkset opent, en klik vervolgens op
Netwerkdiagnose uitvoeren.
Het IP-adres van de printer wijzigen: Klik in het
tabblad Netwerkinstellingen op Vast, naargelang de verbinding, pas de IP-
instellingen aan en klik vervolgens op OK. De DNS-instelling van de printer wijzigen: Klik
in het tabblad Netwerkinstellingen op Vast, naargelang de verbinding, pas de DNS- instellingen aan en klik vervolgens op OK.
open het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik vervolgens op de optie voor de taak die u wilt uitvoeren.

Beheertools voor het apparaat gebruiken

In de volgende tabel worden de algemene tools vermeld waarmee u het apparaat kunt beheren.
Geïntegreerde webserver Werkset (Windows)
Beheertools voor het apparaat gebruiken 29
Hoofdstuk 3
Gebruik het HP Solution Center (Windows) HP Hulpprogramma (Mac OS X)

Geïntegreerde webserver

Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, kunt u de geïntegreerde webserver gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en het apparaat vanaf de computer te beheren.
Opmerking Zie Specificaties van de geïntegreerde webserver voor een overzicht van systeemvereisten voor de ingebouwde webserver.
Sommige instellingen zijn alleen toegankelijk nadat een wachtwoord voor de ingebouwde webserver is opgegeven.
U kunt de geïntegreerde webserver openen en gebruiken zonder verbinding met internet, maar sommige functies zijn dan niet beschikbaar.
De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek. Als u bijvoorbeeld de EWS-taal hebt geconfigureerd, helpt een cookie u onthouden welke taal u hebt gekozen zodat de volgende keer dat u de EWS opent, de pagina's in die taal worden weergegeven. Hoewel sommige cookies aan het einde van elke sessie worden gewist (zoals de cookie die de geselecteerde taal opslaat), worden andere (zoals de cookie die klantspecifieke voorkeuren opslaat) op de computer opgeslagen tot u ze handmatig verwijdert.
U kunt uw browser configureren zodat alle cookies worden aanvaard, of u kunt hem configureren zodat u wordt gewaarschuwd telkens wanneer een cookie wordt aangeboden waardoor u cookie per cookie kunt beslissen of u ze al dan niet aanvaardt. U kunt uw browser ook gebruiken om ongewenste cookies te verwijderen.
Opmerking Naargelang uw apparaat, schakelt u een of meerdere van de volgende eigenschappen uit als u ervoor kiest cookies uit te schakelen:
De bestaande pagina automatisch vernieuwen
Beginnen waar u de toepassing hebt verlaten (vooral handig wanneer u Installatiewizards gebruikt)
Voorkomen dat andere gebruikers dezelfde instellingen wijzigen terwijl u wijzigingen maakt
De taalinstelling van de EWS-browser onthouden
Zie de documentatie die beschikbaar is bij uw webbrowser voor informatie over hoe u uw privacy- en cookie-instellingen kunt wijzigen en hoe u cookies kunt bekijken of verwijderen.
De ingebouwde webserver openen Pagina's geïntegreerde webserver
De ingebouwde webserver openen
Opmerking Het toestel moet op een netwerk zijn aangesloten en een IP-adres
hebben.
30 Configureren en beheren
U kunt de geïntegreerde webserver op de volgende manieren openen:
Webbrowser: Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres of de hostnaam die aan het apparaat is toegewezen. Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de webbrowser: http://123.123.123.123.
Het IP-adres en de hostnaam voor het toestel worden weergegeven op het statusrapport. Zie
Het statusrapport van de netwerkconfiguratie begrijpen voor meer
informatie. Als de geïntegreerde webserver wordt weergegeven, kunt u deze toevoegen aan de
favorieten zodat u er eenvoudig naartoe kunt gaan.
Windows Taakbalk: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP Digital Imaging Monitor, kies met de muis het apparaat dat u wilt bekijken en klik vervolgens op Netwerkinstellingen (EWS).
Windows Vista: In de lijst met toestellen Netwerk, klikt u met de rechter muisknop op het pictogram van het toestel en selecteert u vervolgens Webpagina van toestel
bekijken.
Pagina's geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver bevat pagina's die u kunt gebruiken om productinformatie te bekijken en apparaatinstellingen te wijzigen. De pagina's bevatten ook koppelingen naar andere e-services.
Pagina's/knoppen Inhoud
Informatiepagina Deze pagina bevat statusinformatie over het
Pagina Instellingen Deze pagina bevat de instellingen die zijn
Pagina netwerken Geeft de netwerkstatus en de netwerkinstellingen
Knoppen Ondersteuning en Benodigdheden bestellen
apparaat, de inktbenodigdheden en het inktgebruik en een gebeurtenissenlogboek (bijvoorbeeld met fouten).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
geconfigureerd voor het apparaat. U kunt deze instellingen hier ook wijzigen.
weer die voor het toestel zijn geconfigureerd. Deze pagina's worden alleen weergegeven als het toestel op een netwerk is aangesloten.
Via Ondersteuning hebt u toegang tot een aantal ondersteuningsservices.
Met Benodigdheden bestellen maakt u online verbinding om benodigdheden te bestellen.
Beheertools voor het apparaat gebruiken 31
Hoofdstuk 3

Werkset (Windows)

De Werkset geeft informatie over het onderhoud van het apparaat.
Opmerking Als de computer aan de systeemvereisten voldoet, kunt u de Werkset vanaf de installatie-cd installeren door voor de volledige installatie te kiezen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De Werkset openen Tabbladen in de Werkset
• Werkset netwerk
De Werkset openen
Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik vervolgens op Printer Werkset.
-of-
Klik met de rechtermuisknop op de HP Digital Imaging-monitor in de taakbalk, wijs Modelnaam printer aan en klik op Werkset printer weergeven.
-of-
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu Bestand en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren.
(Specifieke opties kunnen variëren afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.)
3. Klik op Functies en klik op de knop Printerservices.
32 Configureren en beheren
Tabbladen in de Werkset
De Werkset bevat de volgende tabbladen.
Tabblad Inhoud
Geschat inktniveau
Apparaatservices
Netwerkinstelllingen Biedt informatie over het wijzigen van de
Informatie over het inktniveau: toont het
geschatte inktniveau voor elke patroon.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Kopen: geeft toegang tot een website waar u
online printerbenodigdheden kunt bestellen voor het apparaat.
Telefonisch bestellen: Geeft telefoonnummers
weer die u kunt bellen om benodigdheden voor het toestel te bestellen. De telefoonnummers zijn niet in alle landen/regio's beschikbaar.
Cartridgedetails: geeft het bestelnummer van
de geïnstalleerde printcartridges weer.
Printerstatuspagina: hiermee kunt u de pagina
Printerstatus van het toestel afdrukken. Deze pagina bevat informatie over het apparaat en de benodigdheden. Raadpleeg printerstatuspagina begrijpen voor meer informatie.
Diagnosepagina afdrukkwaliteit afdrukken:
Hiermee kunt u het diagnostische afdrukkwaliteitsrapport van het apparaat afdrukken. Deze pagina bevat informatie over het apparaat en printcartridges.
Printkoppen uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen van
de printkoppen. Raadpleeg voor meer informatie.
Printkoppen reinigen: Hulp bij het reinigen van
de printkoppen. Raadpleeg reinig de printkop voor meer informatie.
netwerkinstellingen. Klik op Instellingen wijzigen om de werkset Netwerk te openen en een aantal netwerkinstellingen te wijzigen.
De
Printkop uitlijnen
Werkset netwerk
Met de Werkset netwerk kunt u netwerkinstellingen bekijken en wijzigen. U kunt het IP­adres wijzigen en tests uitvoeren.
Opmerking De Werkset netwerk is alleen beschikbaar als u het toestel op een netwerk hebt geïnstalleerd.
Beheertools voor het apparaat gebruiken 33
Hoofdstuk 3
U opent als volgt de Werkset netwerk:
1. Open de Werkset.
2. Klik op het tabblad Netwerkinstellingen.
3. Klik op de knop Instellingen wijzigen....
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op Instellingen voor bekabelde netwerken om instellingen voor bekabelde
netwerken te wijzigen.
•Klik op Hulpprogramma's om diagnostische test uit te voeren.

Gebruik het HP Solution Center (Windows)

Met het HP Solution Center kunt u de afdrukinstellingen wijzigen, benodigdheden bestellen en de help op het scherm raadplegen.
Welke functies beschikbaar zijn in het HP Solution Center hangt af van de apparaten die u hebt geïnstalleerd. In het HP Solution Center worden alleen pictogrammen getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in het HP Solution Center.
Het HP Solution Center openen
Dubelklik op de taakbalk op de HP Digital Imaging-monitor.
Dubbelklik op het pictogram voor het Solution Center.
•Klik op Start, vervolgens op Alle programma's, klik op HP gevolgd door HP Solution
Center

HP Hulpprogramma (Mac OS X)

Het HP Hulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het kalibreren van het apparaat, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van helpinformatie op internet.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Open het HP Hulpprogramma HP Hulpprogramma
Open het HP Hulpprogramma
Het HP Hulpprogramma openen
Klik op het pictograam HP Hulpprogramma in het Dock.
Opmerking Als het pictogram niet in het Dock verschijnt, klikt u op het pictogram Spotlight in de rechterkant van de menubalk, typt u HP Hulpprogramma in het vakje en klikt u vervolgens op HP Hulpprogramma.
34 Configureren en beheren
HP Hulpprogramma
Status benodigdheden: bevat informatie over de geïnstalleerde printcartridges.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Info over supplies: Geeft informatie over de printcartridges weer.
Apparaatgegevens: bevat informatie over het model en serienummer. Deze pagina bevat informatie over het apparaat en de benodigdheden.
Diagnostiek afdrukkwaliteit: Druk een diagnosepagina afdrukkwaliteit af.
Printkoppen reinigen: helpt u bij het reinigen van de printkop.
Uitlijnen: helpt u bij het uitlijnen van de printkop.
HP-ondersteuning: deze pagina geeft toegang tot de HP-website waar u ondersteuning vindt voor het apparaat, het apparaat kunt registreren, benodigdheden kunt bestellen en informatie vindt over het retourneren en recyclen van gebruikte printerbenodigdheden.
Statusrapport afdrukken: Drukt een statusrapport voor de printer af. Zie printerstatuspagina begrijpen voor meer informatie.

De printerstatuspagina begrijpen

Gebruik de Printerstatuspagina voor:
actuele toestelinformatie en de status van de printcartridge
Help bij het oplossen van problemen
De
De printerstatuspagina begrijpen 35
Hoofdstuk 3
Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig de printerstatuspagina af te drukken alvorens te bellen.
1. Informatie over de printer: Toont toestelinformatie (zoals productnaam, modelnummer, serienummer en versienummer van de firmware), en het aantal afgedrukte pagina's vanuit de laden.
2. Status inktcartridge: Toont de geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld met behulp van meters), de onderdeelnummers en verlvaldatums van de inktcartridges.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
3. Printkopstatus: biedt informatie over de kleuren, de toestand van de printkop, onderdeelnummers, eerste installatiedata, garantiegegevens en gecumuleerd inktverbruik.
De printerstatuspagina afdrukken
Bedieningspaneel: Houd de knop
Werkset (Windows): Klik op het tabblad Services en klik vervolgens op Een printerstatusrapport afdrukken.
36 Configureren en beheren
Annuleren 3 seconden ingedrukt.
HP Hulpprogramma (Mac OS X): Click Apparaatinformatie en klik vervolgens op Configuratiepagina afdrukken.
Geïntegreerde webserver: Klik op Instellingen, onder Apparaat in het linkerpaneel, klik op Apparaatservices, en selecteer Printerstatusrapport uit het vervolgkeuzemenu onder Rapporten, en klik vervolgens op Afdrukken.

Het statusrapport van de netwerkconfiguratie begrijpen

Het statusrapport van de netwerkconfiguratiepagina toont de netwerkinstellingen voor het toestel.
1. Algemene informatie: Informatie over de huidige status en het type verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de geïntegreerde webserver en het hardware-adres van het apparaat.
Netwerkstatus: deze instelling kan 'Gereed' of 'Offline' zijn. Wanneer de instelling 'Offline' is, betekent dit dat het IP-adres wordt toegewezen of via onderhandeling
Het statusrapport van de netwerkconfiguratie begrijpen 37
Hoofdstuk 3
wordt vastgesteld door de DHCP-server, of dat de AutoIP of het netwerk niet beschikbaar zijn.
2. 802.3 vast: Informatie over de uw vaste netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van het apparaat.
Linkconfiguratie: De mogelijke waarden zijn '10T/100T HalfDplx/FullDplx', '10T HalfDplx', '100T FullDplx', en '100T HalfDplx'.
3. Diversen: Geeft informatie weer, zoals bijvoorbeeld de gegevens van de beheerder.
mDNS: Hier wordt informatie weergegeven over de actieve mDNS-verbinding
(Multicast Domain Name System). mDNS-services worden meestal gebruikt bij kleine netwerken voor IP-adressen en het herleiden van namen (via UDP-poort
5353), als er geen conventionele DNS-server wordt gebruikt.
SLP: Hier wordt informatie weergegeven over de huidige SLP-verbinding
(Service Location Protocol). SLP wordt gebruikt door netwerkbeheertoepassingen voor het beheer van apparaten. Het apparaat ondersteunt het SNMPv1-protocol op IP-netwerken.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat
Druk op de knop
Netwerk

Configureer het apparaat (Windows)

U kunt het apparaat direct aansluiten op een computer of delen met andere gebruikers binnen een netwerk.
Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger moet op het computersysteem zijn geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren.
Bovendien moet u beheerdersbevoegdheden hebben om een printerstuurprogramma te kunnen installeren onder Windows XP, Windows Vista of Windows 7.
Het is aanbevolen om bij het installeren van het apparaat eerst de software te installeren en daarna het apparaat aan te sluiten, omdat het installatieprogramma voorziet in de meest eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel eerst hebt aangesloten, raadpleegt u
Het apparaat verbinden voordat u de software installeert.

Directe verbinding

Met een USB-kabel kunt u het apparaat rechtstreeks met uw computer verbinden.
Opmerking Als u de apparaatsoftware installeert en het apparaat verbindt met een computer met Windows, kunt u met USB-kabels extra apparaten op dezelfde computer aansluiten zonder dat u de apparaatsoftware opnieuw moet installeren.
Het wordt aanbevolen om bij het installeren van het apparaat het apparaat aan te sluiten wanneer dit wordt gevraagd omdat het installatieprogramma voorziet in de meest eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel echter eerst hebt aangesloten, raadpleegt u
38 Configureren en beheren
Het apparaat verbinden voordat u de software installeert.
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze)
1. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch
geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de installatie-cd.
3. Open het menu CD, klik een installatieoptie aan en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Raadpleeg
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
Het apparaat verbinden voordat u de software installeert
Als u het apparaat verbindt voordat u de apparaatsoftware installeert, verschijnt de wizard
Nieuwe Hardware gevonden op het beeldscherm.
Opmerking Als u het apparaat hebt ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen of
loskoppelen terwijl het installatieprogramma actief is. Als u dat wel doet, kan de installatie niet worden voltooid.
Opmerking Indien u de printer aansluit op een computer met het besturingssysteem Windows 7, voor u de printersoftware installeert, hebt u de Starter-cd nodig, die met de printer werd meegeleverd, om de HP-software te installeren.
Printer aansluiten (onder Windows XP en Windows Vista)
1. In het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden, waarin methodes worden
weergegeven om een printerdriver te zoeken, selecteert u de optie Geavanceerd en klikt u op Volgende.
Opmerking Laat de wizard Nieuwe hardware gevonden dus niet automatisch zoeken naar het printerstuurprogramma.
2. Schakel het selectievakje in van de optie waarmee u kunt aangeven dat u de locatie van het stuurprogramma zelf wilt opgeven en zorg ervoor dat de andere selectievakjes zijn uitgeschakeld.
3. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station. Sluit het cd-menu als het verschijnt.
4. Blader naar de hoofdmap van de installatie-cd (bijvoorbeeld D) en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6. Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe hardware gevonden te sluiten. Het
installatieprogramma wordt automatisch gestart door de wizard (dit kan even duren).
7. Voltooi de installatie.
Configureer het apparaat (Windows) 39
Hoofdstuk 3
Printer aansluiten (onder Windows 7)
1. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch
geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de installatie-cd.
2. Open het menu CD, klik een installatieoptie aan en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Raadpleeg
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk is het apparaat rechtstreeks aangesloten op de USB-poort van een geselecteerde computer (de server) en wordt het gedeeld door andere computers (clients).
Opmerking Wanneer u een rechtstreeks aangesloten apparaat deelt, moet u de computer met de hoogste versie van het besturingssysteem als server gebruiken.
Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het apparaat afdrukken.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en faxapparaten.
-of­Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, klik op Eigenschappen en klik dan op het tabblad Delen.
3. Klik op de optie voor het delen van het apparaat en geef een gedeelde naam op.

Netwerkverbinding

Als het apparaat netwerkmogelijkheden heeft, kan het worden gedeeld in een netwerkomgeving door het rechtstreeks aan te sluiten op het netwerk. Dit type verbinding heeft als voordeel dat het apparaat via de ingesloten webserver kan worden beheerd vanaf elke computer binnen het netwerk.
Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger moet op het computersysteem zijn geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren.
40 Configureren en beheren
Kies de installatieoptie voor het type netwerk waarover u beschikt:
Client/server-netwerk: Als een computer in uw netwerk uitsluitend fungeert als afdrukserver, installeert u de apparaatsoftware op deze server en vervolgens op de clientcomputers. Zie
Het apparaat installeren op een netwerk en De software van het apparaat installeren op clientcomputers voor meer informatie. Met deze methode kunt u niet de volledige functionaliteit van het apparaat delen. Clientcomputers kunnen alleen afdrukken op het apparaat.
Peer-to-peer-netwerk: Als u een peer-to-peer-netwerk hebt (een netwerk zonder een computer die uitsluitend fungeert als afdrukserver), installeert u de software op de computers waarvoor het apparaat wordt gebruikt. Raadpleeg
Het apparaat
installeren op een netwerk voor meer informatie.
Op beide typen netwerken kunt u met behulp van de wizard Printer toevoegen in Windows verbinding maken met een netwerkprinter. Raadpleeg
Installeer de printer met
Printer toevoegen voor meer informatie.
Het apparaat installeren op een netwerk
Voer de onderstaande stappen uit om de apparaatsoftware te installeren in de volgende netwerkomgevingen:
Een peer-to-peer-netwerk (een netwerk zonder een computer die uitsluitend fungeert als printserver).
1. Verwijder de beschermklep van de netwerkpoort van het apparaat en sluit het apparaat aan op het netwerk.
2. Sluit alle externe firewalls en toepassingen die worden uitgevoerd op het computersysteem dat als afdrukserver fungeert.
3. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd­romstation van de computer en dubbelklikt u op Setup.exe.
4. Open het menu CD, klik een installatieoptie aan en volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Selecteer in het scherm Verbindingstype de optie Netwerkapparaat en klik vervolgens op Volgende.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Zie De software van het apparaat installeren op clientcomputers en Het
apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk als u het apparaat wilt delen met Windows-clientcomputers.
De software van het apparaat installeren op clientcomputers
Nadat drivers voor de printers zijn geïnstalleerd op de computer die fungeert als afdrukserver, kunnen de afdrukfuncties worden gedeeld. Afzonderlijke Windows­gebruikers die het apparaat via het netwerk willen benaderen, moeten de software op hun computers (clients) installeren.
Configureer het apparaat (Windows) 41
Hoofdstuk 3
Een clientcomputer kan op de volgende manieren verbinding maken met het apparaat:
In de map Printers dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen en volgt u de aanwijzingen voor een netwerkinstallatie. Raadpleeg toevoegen voor meer informatie.
Blader naar het apparaat op het netwerk en sleep het naar de map Printers.
Voeg het apparaat toe en installeer de software van het INF-bestand op uw netwerk. Op de installatie-cd zijn de INF-bestanden opgeslagen in de hoofdmap van de cd.
Installeer de printer met Printer toevoegen
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en faxapparaten.
-of­Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3. Selecteer Netwerkprinter of Netwerkprintserver.
4. Klik op Volgende.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van het gedeelde apparaat en klik vervolgens op Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het apparaatmodel te selecteren.
Klik op Volgende en zoek het apparaat in de lijst met gedeelde printers.
6. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Installeer de printer met Printer

Het apparaat configureren (Mac OS X)

U kunt het apparaat aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USB-kabel, maar u kunt het ook delen met andere gebruikers op een netwerk.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De software voor een netwerk of een rechtstreekse verbinding installeren Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk

De software voor een netwerk of een rechtstreekse verbinding installeren

Opmerking Als u het apparaat installeert op een vast netwerk moet u de Ethernet-
kabel aansluiten voordat u de software installeert.
1. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station. Dubbelklik op het pictogram HP­software installeren.
2. Klik op Software installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
42 Configureren en beheren
3. Sluit het apparaat aan op uw computer wanneer dit wordt gevraagd.
4. Deel het apparaat, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers.
Directe verbinding: Deel het apparaat met andere Macintosh-gebruikers. Raadpleeg informatie.
Netwerkverbinding: Afzonderlijke Macintosh-gebruikers die het apparaat via het netwerk willen gebruiken, moeten de apparaatsoftware op hun computers installeren.
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk voor meer

Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk

Wanneer het apparaat rechtstreeks is aangesloten, kunt u het met andere computers delen door middel van een eenvoudig soort netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het apparaat afdrukken.
Voor het delen van het apparaat in een Mac OS X-omgeving is ten minste het volgende vereist:
De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en moeten een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
Het gedeelde apparaat moet verbonden zijn met een ingebouwde USB-poort op de Macintosh-hostcomputer.
Op de hostcomputer en de clientcomputers die het gedeelde apparaat gebruiken, moet software voor het delen van een apparaat en het stuurprogramma of PPD voor het apparaat geïnstalleerd zijn. (U kunt de software voor het delen van het apparaat en de bijbehorende Help-bestanden installeren via het installatieprogramma.)
Voor meer informatie over het delen van een USB-apparaat raadpleegt u de ondersteuningsinformatie op de Apple-website ( computer.
www.apple.com) of de Mac Help op de
Het apparaat met andere computers delen
1. Open Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken &en faxen en doe vervolgens een
van volgende dingen afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt:
Mac OS X (v10.4): Klik op het tabblad Delen, vink het vakje naast Deze printers
met andere computers delen, en selecteer vervolgens de te delen printer.
Mac OS X (v10.5): Selecteer een printer en klik op Deel deze printer.
2. Om af te drukken van de andere Macintosh-computers op het netwerk (de clients), doet u het volgende:
a. Klik op Bestand en selecteer vervolgens Pagina-instellingen in het document
dat u wilt afdrukken.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
b. In het vervolgmenu naast Formatteren voor selecteert u Gedeelde printers en
vervolgens selecteert u het apparaat.
c. Selecteer het Papierformaat en klik vervolgens op OK. d. Klik in het document op Bestand en selecteer vervolgens Afdrukken.
Het apparaat configureren (Mac OS X) 43
Hoofdstuk 3
e. In het vervolgmenu naast Printer selecteert u Gedeelde printers en vervolgens
het apparaat.
f. Bepaal eventueel nog andere instellingen en klik vervolgens op Afdrukken.

Uw firewall configureren voor gebruik met HP-apparaten (uitsluitend Windows)

Een persoonlijke firewall, die beveiligingssoftware op uw computer uitvoert, kan de netwerkcommunicatie tussen uw HP-apparaat en uw computer blokkeren.
Als u problemen ondervindt zoals:
Printer niet gevonden bij het installeren van HP-software
Kan niet afdrukken, afdruktaak zit vast in de wachtrij of de printer gaat offline
Kan printerstatus op uw computer niet zien
Dan voorkomt de firewall mogelijk dat uw HP-apparaat computers op uw netwerk laat weten waar het kan worden gevonden. Als de HP-software het HP-apparaat tijdens de installatie niet kan vinden (en u weet dat het HP-apparaat op het netwerk is), of u de HP­software al met succes hebt geïnstalleerd en problemen ondervindt, probeert u het volgende:
1. Als u een computer gebruikt waarop Windows wordt uitgevoerd, gaat u in het configuratieprogramma voor de firewall op zoek naar een optie om computers in het lokale subnet (ook wel 'scope' of 'zone' genoemd) te vertrouwen. Als u opgeeft dat de firewall alle computers in het lokale subnet moet vertrouwen, kunnen computers en andere apparaten in uw huis met elkaar communiceren terwijl ze nog steeds zijn afgeschermd van internet. Dit is de eenvoudigste methode om te gebruiken.
2. Als er in het configuratieprogramma geen optie aanwezig is om computers in het lokale subnet te vertrouwen, voegt u de inkomende UDP-poort 427 toe aan de lijst van toegestane poorten van uw firewall.
Opmerking Niet bij alle firewalls is het nodig onderscheid te maken tussen inkomende en uitgaande poorten, maar bij sommige wel.
Een ander veelvoorkomend probleem is dat de HP-software niet wordt vertrouwd door de firewall waardoor de software geen toegang kan krijgen tot het netwerk. Dit kan gebeuren als u 'blokkeren' hebt geantwoord in alle dialoogvensters van de firewall die verschenen toen u de HP-software installeerde.
Als dit gebeurt en u een computer gebruikt met Windows, controleer dan of de volgende programma's in de lijst met vertrouwde toepassingen van uw firewall staan: voeg ze toe als ze ontbreken.
hpqste08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqtra08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqdirec.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqthb08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
* hpzinw12.exe, in de directory C:\Windows\System32.
* hpzipm12.exe, in de directory C:\Windows\System32.
44 Configureren en beheren
Opmerking Raadpleeg de documentatie bij de firewall om na te gaan hoe u de poortinstellingen van de firewall moet configureren en hoe u HP-bestanden aan de lijst met vertrouwde bestanden kunt toevoegen.
Opmerking Sommige firewalls blijven storen, zelfs nadat u ze uitschakelt. Als u problemen blijft ondervinden nadat u de firewall hebt geconfigureerd zoals hierboven staat beschreven en als u een computer gebruikt met Windows, moet u mogelijk de installatie van de firewall-software ongedaan maken om het apparaat op het netwerk te gebruiken.

Geavanceerde firewall-informatie

De volgende onderdelen worden ook gebruikt door uw HP-apparaat en moeten mogelijk worden geopend op de configuratie van uw firewall. Inkomende poorten (UDP) zijn bestemmingpoorten op de computer terwijl uitgaande poorten (TCP) bestemmingpoorten op het HP-apparaat zijn.
Inkomende (UDP-) poorten: 137, 138, 161, 427
Uitgaande (TCP-) poorten: 137, 139, 427,9100, 9220, 9500
De poorten worden gebruikt voor:
Afdrukken
UDP-poorten: 427, 137, 161
TCP-poort: 9100
Uploaden fotokaart
UDP-poorten: 137, 138, 427
TCP-poort: 139
Scannen
UDP-poort: 427
TCP-poorten: 9220, 9500
HP-apparaatstatus
UDP-poort: 161
Faxen
UDP-poort: 427
TCP-poort: 9220
HP-apparaatinstallatie
UDP-poort: 427

De software verwijderen en opnieuw installeren

U moet de software mogelijk verwijderen en opnieuw installeren als de installatie onvolledig is of als u de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat er een
De software verwijderen en opnieuw installeren 45
Hoofdstuk 3
bericht werd weergegeven waarin u werd gevraagd om de USB-kabel op de computer aan te sluiten. Verwijder de toepassingsbestanden van het apparaat niet zomaar van de computer. Verwijder deze bestanden op de juiste manier met het hulpprogramma om de installatie te verwijderen dat bij het apparaat is meegeleverd.
Er zijn drie manieren om de software te verwijderen van een Windows-computer, en er zijn twee manieren om de software te verwijderen van een Macintosh-computer.
De eerste mogelijkheid voor het verwijderen van de software van een Windows­computer
1. Koppel het apparaat los van de computer. Sluit het apparaat pas op de computer aan
nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
2. Druk op de knop Voeding om het apparaat uit te schakelen.
3. Klik in de taakbalk van Windows op Start, selecteer Configuratiescherm, en klik
vervolgens op Programma's toevoegen/verwijderen.
-of­Klik op Start, klik op Configuratiescherm, en klik vervolgens op Installatie van een
programma ongedaan maken.
4. Selecteer het apparaat dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op Wijzigen/ verwijderen of Installatie ongedaan maken/Wijzigen.
5. Volg de instructies op het scherm.
6. Als u wordt gevraagd of u gedeelde bestanden wilt verwijderen, klikt u op Nee.
Andere programma's die deze bestanden gebruiken, kunnen namelijk slecht gaan functioneren als deze bestanden worden verwijderd.
7. Start de computer opnieuw op.
8. Plaats de installatie-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer als u
de software opnieuw wilt installeren. Volg de instructies op het scherm. Zie ook
De
software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
9. Nadat de software is geïnstalleerd, sluit u het apparaat aan op de computer.
10. Druk op de knop Voeding om het apparaat in te schakelen.
Nadat u het apparaat hebt aangesloten en ingeschakeld, kan het zijn dat u enkele minuten moet wachten totdat alle Plug and Play-gebeurtenissen zijn voltooid.
11. Volg de instructies op het scherm.
Als de installatie van de software is voltooid, wordt het pictogram HP Digital Imaging-
monitor in het systeemvak van Windows weergegeven.
De software verwijderen van een Windows-computer, methode 2
Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu
Start van Windows.
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, selecteer Configuratiescherm, en klik vervolgens op Programma's toevoegen/verwijderen.
-of­Klik op Start, klik op Configuratiescherm, en klik vervolgens op Installatie van een
programma ongedaan maken.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op Wijzigen/ verwijderen of Verwijderen/Wijzigen.
46 Configureren en beheren
3. Koppel het apparaat los van de computer.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
De software verwijderen van een Windows-computer, methode 3
Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu
Start van Windows.
1. Plaats de installatie-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw.
2. Koppel het apparaat los van de computer.
3. Selecteer Verwijderen en volg de instructies op het scherm.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
Verwijderen van de software van een Macintosh-computer
1. Open Zoeken.
2. Dubbelklik op de Toepassingen.
3. Dubelklik opHewlett-Packard.
4. Dubbelklik op HP Uninstaller.
5. Selecteer het apparaat en dubbelklik vervolgens op Installatie ongedaan maken.
De software verwijderen en opnieuw installeren 47
4 Onderhoud en problemen
oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Werken met inktcartridges Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
• Tips en middelen voor het oplossen van problemen
• Problemen met het afdrukken oplossen
• Problemen oplossen bij afdrukken
• Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
• Problemen met de papierinvoer oplossen
• Problemen met het apparaatbeheer oplossen
• Netwerkproblemen oplossen
• Installatieproblemen oplossen
• Papierstoringen oplossen
• Fouten (Windows)

Werken met inktcartridges

Als u zeker wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de HP-printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u richtlijnen voor het hanteren van printcartridges, instructies voor het vervangen van printcartridges en voor het reinigen van de printkop.
Dit deel bevat de volgende onderwerpen:
Informatie over printcartridges en de printkop De geschatte inktniveaus bekijken
• Printcartridges vervangen
• Gebruik informatieverzameling

Informatie over printcartridges en de printkop

Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktpatronen als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van printcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
Als u een printcartridge moet vervangen, wacht dan tot u beschikt over een nieuwe printcartridge om te installeren voordat u de oude cartridge verwijdert.
Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de oude printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode buiten het apparaat. Dit kan leiden tot schade aan zowel het apparaat als de printcartridge.

48 Onderhoud en problemen oplossen

Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
Bewaar de printcartridges in dezelfde richting als waarin de verpakkingen in de winkel hangen of, als ze uit de doos zijn, met het label omlaag.
Schakel de HP-printer uit door op de knop Voeding op het apparaat te drukken. Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als de HP-printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt, maar een aanzienlijke afname van de afdrukwaliteit kan het gevolg zijn van een of meerdere lege cartridges. Het kan ook het gevolg zijn van een verstopte printkop. Mogelijke oplossingen zijn het controleren van de geschatte inktniveaus in de cartridges en het reinigen van de printkop. Het reinigen van de printkop verbruikt enige inkt.
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de printcartridges hebben een langere levensduur.
Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
Als u het apparaat vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printkoppen lekt of dat het apparaat beschadigd raakt:
Schakel het apparaat uit door op de knop
moeten aan de rechterkant van het apparaat in het onderhoudsstation worden geplaatst.
Zorg ervoor dat u de printcartridges en de printkop op hun plaats houdt. Het apparaat moet vlak worden getransporteerd, het mag niet op zijn zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
(Aan/uit) te drukken. De printkoppen
Verwante onderwerpen
De geschatte inktniveaus bekijken reinig de printkop

De geschatte inktniveaus bekijken

U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit het HP Solution Center, Werkset (Windows), het HP Hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver. Zie Beheertools voor het apparaat gebruikenvoor informatie over het gebruik van deze tools. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te bekijken (zie printerstatuspagina begrijpen).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
De
Werken met inktcartridges 49
Hoofdstuk 4
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridge wordt tijdens het afdrukproces op een aantal verschillende manieren gebruikt, waaronder tijdens het initialisatieproces, dat het apparaat en de cartridges voorbereidt op afdrukken, en tijdens onderhoud voor de printkop, dat ervoor zorgt dat de printbuisjes schoon blijven en de inkt vlot wordt aangebracht. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt. Zie
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.

Printcartridges vervangen

Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende printcartridges voor de HP-printer hebt, zie dan Afdrukbenodigdheden online bestellen.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de oude printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode buiten het apparaat. Dit kan leiden tot schade aan zowel het apparaat als de printcartridge.
U vervangt de printcartridges als volgt:
1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Open de toegangsklep van de printcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
3. Druk op het klepje aan de voorkant van de printcartridge om deze te ontgrendelen,
en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
50 Onderhoud en problemen oplossen
4. Verwijder de nieuwe printcartridge uit de verpakking door het oranje lipje recht naar achteren te trekken om de plastic verpakking van de printcartridge te verwijderen.
Opmerking Zorg ervoor dat u de plastic verpakking van de printcartridge verwijdert voordat u het in het apparaat installeert, anders mislukt het afdrukken.
5. Draai het oranje lipje om het los te breken.
Opmerking Zorg ervoor dat het plastic lipje volledig is verwijderd en dat het
etiket enigszins is verscheurd en het openingskanaal toont.
Werken met inktcartridges 51
Hoofdstuk 4
6. Gebruik de gekleurde symbolen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf tot hij op zijn plaats klikt en stevig op zijn plek zit.
Let op Til de vergrendelingsgreep op de wagen met de printcartridges niet omhoog om de printcartridges te installeren. Dit kan ertoe leiden dat de printcartridges niet goed worden geplaatst, wat afdrukproblemen veroorzaakt. De vergrendelingsgreep moet omlaag blijven om de printcartridges juist te plaatsen.
Zorg ervoor dat u de printcartridge in de sleuf plaatst met dezelfde pictogramvorm en kleur als de printcartridge die u installeert.
7. Herhaal stap 3 tot en met 6 voor elke printcartridge die u wilt vervangen.
8. Sluit de klep van de printcartridges.
Verwante onderwerpen
Afdrukbenodigdheden online bestellen

Gebruik informatieverzameling

De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt bevatten een geheugenchip die helpt bij de werking van het apparaat.
Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het gebruik van het apparaat, waaronder: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking, de gebruikte afdrukstanden, eventuele afdrukfouten, en het productmodel. Deze informatie helpt HP bij het ontwerpen om ervoor te zorgen dat producten in de toekomst aan de afdrukbehoeften van onze klanten voldoen.
De gegevens die door de cartridgegeheugenchip worden verzameld, bevatten geen informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of het product te identificeren.
HP verzamelt een greep uit de geheugenchips van cartridges die worden teruggestuurd naar het HP programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP Planet Partners: www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze greep worden gelezen en bestudeerd om toekomstige HP-apparaten te verbeteren. HP-partners die helpen bij het recyclen van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde die de cartridge heeft kan mogelijk toegang hebben tot de anonieme informatie op de geheugenchip. Als u liever geen toegang toestaat tot deze informatie, kunt u de
52 Onderhoud en problemen oplossen
chip onbruikbaar maken. Nadat u de geheugenchip onbruikbaar hebt gemaakt, kan de cartridge echter niet meer worden gebruikt in een HP-product.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip uit te schakelen om gebruiksinformatie van het apparaat te verzamelen.
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen Druk op het bedieningspaneel van het product op de knop Hervatten en op de knop
Netwerk en houdt deze ingedrukt tot de lampjes van de printcartridge knipperen en
laat de knoppen vervolgens los.
Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van het apparaat te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in het HP­apparaat gebruiken.

Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is

Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben: software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem zelf. Als u niet tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit afdrukken om u te helpen vaststellen of het printsysteem goed werkt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken De Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit evalueren

Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken

Bedieningspaneel: Houd de Aan/Uit-knop ingedrukt, druk zeven keer op de knop Annuleren, druk twee keer op de knop Hervatten en laat de knop Aan/uit los.
Geïntegreerde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik vervolgens op
Apparaatservices in het linker deelvenster. Kies in de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit de optie Afdrukkwaliteitrapport en klik vervolgens op Diagnostiek uitvoeren.
HP Werkset (Windows): Klik op het tabblad Apparaatservices en klik vervolgens
op Diagnosepagina afdrukkwaliteit afdrukken en volg de instructies op het scherm.
HP Hulpprogramma (Mac OS X): Klik op Diagnostiek afdrukkwaliteit en
vervolgens op Pagina afdrukken.
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 53
Hoofdstuk 4

De Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit evalueren

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Inktniveaus Goede gekleurde balken
• Ongelijke, onregelmatig gestreepte, of vervaagde balken
• Regelmatige witte strepen in de balken
• Kleuren van de balk zijn niet gelijkmatig
• Tekst in groot zwart lettertype
• Uitlijnpatronen
• Er zijn geen defecten
Inktniveaus
54 Onderhoud en problemen oplossen
Bekijk de indicatoren van het inktniveau in regel 21. Als een van de niveauindicatoren
laag zijn, moet u mogelijk die printcartridge vervangen.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een bericht met een inktwaarschuwing krijgt, overweeg dan om vervangcartridges klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Goede gekleurde balken
Voorbeeld van balken met goede kleuren alle zeven balken zijn ononderbroken, met scherpe
randen, en hebben een gelijkmatige kleur over de hele pagina - de printer werkt goed.
Bekijk de gekleurde balken in het midden van de pagina. Er horen zeven gekleurde
balken te zijn. De gekleurde balken moeten scherpe randen hebben. Deze moeten ononderbroken zijn (niet gestreept met wit of andere kleuren). Ze moeten overal gelijkmatig van kleur zijn. Deze balken komen als volgt overeen met de printcartridges in de printer:
Nummer Cartridgekleur
1 Zwarte printcartridge
2 Cyaan printcartridge
3 Magenta printcartridge
4 Gele printcartridge
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 55
Hoofdstuk 4
Ongelijke, onregelmatig gestreepte, of vervaagde balken
Voorbeeld van balken met slechte kleuren De bovenste balk is ongelijkmatig gestreept of
Voorbeeld van balken met slechte kleuren De bovenste zwarte balk is aan een kant ongelijk.
vervaagd.
Als een van de balken ongelijk, onregelmatig gestreept of vervaagd zijn, volg dan deze stappen:
1. Controleer of er nog inkt zit in de printcartridges.
2. Verwijder de cartridge die overeenkomt met de gestreepte balk en controleer of deze
voldoende is gelucht. Raadpleeg
Printcartridges vervangen voor meer informatie.
3. Plaats de cartridge terug en controleer of alle cartridges goed zijn vergrendeld. Zie Printcartridges vervangen voor meer informatie.
4. Reinig de printkop. Zie
reinig de printkop voor meer informatie.
5. Probeer nog een afdruk of druk het Diagnoserapport afdrukkwaliteit nogmaals af. Als het probleem aanhoudt, maar het er wel op lijkt alsof het reinigen heeft geholpen, reinig dan nogmaals.
6. Als het reinigen het probleem niet oplost, vervang dan de cartridge die overeenkomt met de ongelijke balk.
7. Als het niet helpt om de printcartridge te vervangen, neem dan contact op met HP ­de printkop moet mogelijk worden vervangen.
56 Onderhoud en problemen oplossen
Het probleem voorkomen dat ongelijke balken op het Diagnoserapport afdrukkwaliteit veroorzaakt:
Laat geopende printcartridges niet langdurig uit de printer.
Wacht tot een nieuwe cartridge klaar is om te worden geïnstalleerd voordat u een oude printcartridge verwijdert.
Regelmatige witte strepen in de balken
Als een van de gekleurde balken regelmatige witte strepen vertoont, volgt u de volgende stappen op:
Witte strepen De afdrukkwaliteitbalken hebben witte strepen.
1. Als op het Diagnoserapport afdrukkwaliteit PHA TTOE = 0 staat, lijn dan de printer uit. Zie
Printkop uitlijnen voor meer informatie.
2. Als "PHA TTOE niet 0 is", of het uitlijnen niet helpt, reinig dan de printkop. Zie
reinig
de printkop voor meer informatie.
3. Druk nog een Diagnoserapport afdrukkwaliteit af. Als de streep er nog is, maar het wel beter is, probeer dan nogmaals te reinigen. Als de streep erger wordt, neem dan contact op met HP. Mogelijk moet de printkop worden vervangen.
Kleuren van de balk zijn niet gelijkmatig
De balken van de afdrukkwaliteit zijn niet gelijkmatig
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 57
De balken hebben lichtere of donkerdere delen.
Hoofdstuk 4
Als de kleur van een van de balken niet gelijkmatig is, volg dan de onderstaande stappen:
1. Als de printer onlangs op een grote hoogte werd vervoerd, probeer de printkop dan te reinigen.
2. Als de printer niet onlangs werd vervoerd, probeer dan nog een Diagnoserapport afdrukkwaliteit af te drukken. Dit gebruikt minder inkt dan het reinigen van de printkop, maar als het niet effectief is, probeer dan de printkop te reinigen.
3. Probeer het Diagnoserapport afdrukkwaliteit. Als de kleuren lijken te verbeteren, ga dan door met reinigen. Als de kleuren erger worden, neem dan contact op met HP. Mogelijk moet de printkop worden vervangen.
Tekst in groot zwart lettertype
Kijk naar de grote tekst boven de gekleurde vakken. I ABCDEFG abcdefg Het type moet scherp en duidelijk zijn. Als het type ongelijk is, probeer dan de printer uit te lijnen. Als er strepen of inktvlekken zijn, reinig dan de printkop.
Voorbeeld van goed groot lettertype De letters zijn scherp en helder - de printer werkt juist.
Voorbeeld van slecht groot lettertype De letters zijn ongelijk - lijn de printer uit.
Voorbeeld van slecht groot lettertype De letters zijn uitgeveegd - reinig de printkop en controleer
of het papier is omgekruld. Bewaar al het papier plat in een hersluitbare zak om het omkrullen te vermijden.
Voorbeeld van slecht groot lettertype De letters zijn aan een uiteinde ongelijk - reinig de
printkop. Als deze storing vlak na het plaatsen van een nieuwe zwarte printcartridge optreedt, lossen de automatische onderhoudsroutines van de printer na een aantal dagen het probleem mogelijk op, met minder inkt dan het reinigen van de printkop verbruikt.
58 Onderhoud en problemen oplossen
Uitlijnpatronen
Als de gekleurde balken en grote tekst er goed uitzien en de printcartridges niet leeg zijn, kijk dan naar de uitlijningspatronen rechtstreeks boven de gekleurde balken.
Voorbeeld van een goed uitlijningspatroon De lijnen zijn recht.
Voorbeelden van een slecht uitlijningspatroon De lijnen zijn ongelijk - lijn de printer uit. Neem
contact op met HP als dit niet werkt.
Er zijn geen defecten
Als u geen fouten ziet op het afdrukkwaliteitrapport, werkt het afdruksysteem correct. Er is geen reden om onderdelen te vervangen of onderhoud uit te voeren, want het apparaat werkt juist. Als u nog steeds een probleem met de afdrukkwaliteit ondervindt, zijn er een aantal andere dingen die u kunt controleren:
Controleer het papier.
Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer of uw afbeelding voldoende resolutie heeft.
Als het probleem lijkt te liggen bij een strook bij de hoek van uw afdruk, gebruik dan de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd of een andere softwaretoepassing om de afbeelding 180 graden te draaien. Mogelijk verschijnt het probleem niet aan het andere uiteinde van de afdruk.

Tips en middelen voor het oplossen van problemen

Gebruik de volgende tips en hulpmiddelen om afdrukproblemen op te lossen.
•Zie
Verhelp een storing in het apparaat voor papierstoringen. Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over
•Zie papierinvoerproblemen, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
Aan/uit-lampje brandt en knippert niet. Wanneer het toestel voor de eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 12 minuten om te initialiseren.
Controleer of het apparaat gereed is voor gebruik. Wanneer er lampjes branden of knipperen, raadpleegt u
Zorg dat er geen foutberichten op het scherm worden weergegeven.
Lampjes op het bedieningspaneel.
Tips en middelen voor het oplossen van problemen 59
Hoofdstuk 4
Zorg dat de voedingskabel en andere kabels functioneren en goed op het apparaat zijn aangesloten. Zorg dat het apparaat goed is verbonden met een werkend stopcontact en is ingeschakeld. Zie spanningsvereisten.
Afdrukmateriaal moet goed in de lade zijn geplaatst en niet in het apparaat zijn vastgelopen.
Printkop en printcartridges moeten goed geplaatst zijn in de juiste met kleuren gecodeerde sleuven. Druk elke cartridge stevig omlaag voor goed contact.
Alle vergrendelingen en kleppen zijn gesloten.
Het achterpaneel zit stevig op zijn plaats.
Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
Het apparaat kan een printerstatuspagina afdrukken. Raadpleeg printerstatuspagina begrijpen voor meer informatie.
Het apparaat is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows stelt u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, stelt u het in het Installatieprogramma voor de printer als standaard in Mac OS X (v10.4). Voor Mac OS X (v10.5) opent u Systeemvoorkeuren, selecteert u Afdruken & faxen, en selecteert u vervolgens het toestel uit de vervolgkeuzelijst Standaardprinter. Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met Windows gebruikt.
Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak opnieuw afdrukt.
Sommige problemen kunnen worden opgelost door het apparaat opnieuw in te stellen.
Elektrische specificaties voor
De

Problemen met het afdrukken oplossen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld

Het afdrukken duurt lang Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of het apparaat goed is verbonden met een werkend stopcontact. Zie Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.

Het afdrukken duurt lang

Controleer de systeemconfiguratie en de hulpmiddelen.
Controleer of de computer voldoet aan de minimale systeemvereisten voor het apparaat. Raadpleeg
60 Onderhoud en problemen oplossen
Systeemvereisten voor meer informatie.
Controleer de instellingen van software van het apparaat
De afdruksnelheid is langzamer wanneer Beste of Maximale dpi is geselecteerd als afdrukkwaliteit. Verhoog de afdruksnelheid door andere afdrukinstellingen te selecteren in de apparaatdriver. Raadpleeg
De inktniveaus zijn laag
Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges. Onvoldoende inkt kan ervoor zorgen dat de printkop oververhit raakt. Als de printkop oververhit raakt, gaat de printer langzamer werken om hem af te laten koelen.
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.

Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt

De inktniveaus controleren
Misschien is de printcartridge bijna leeg.
reinig de printkop
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. Raadpleeg voor meer informatie. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer onjuist werd uitgeschakeld.
reinig de printkop
Opmerking Schakel de HP-printer uit door op de knop Voeding op het apparaat te drukken. Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als de HP-printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Controleer de materiaalinstellingen
Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de lades.
Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen van
problemen met de papiertoevoer.
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
Problemen met het afdrukken oplossen 61
Hoofdstuk 4

De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten

Controleer de printcartridges
Ga na of de juiste printcartridges zijn geplaatst en of de printcartridges nog voldoende inkt bevatten. Zie informatie.
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marge-instellingen van het document niet buiten het afdrukgebied van uw apparaat liggen. Raadpleeg
Controleer de kleurinstellingen Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in de printerdriver.
Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel
Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats het apparaat verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren.
Het apparaat beheren en De geschatte inktniveaus bekijken voor meer
Minimummarges instellen voor meer informatie.

Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst

Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Ga voor meer informatie naar
Controleer het papierformaat
De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document groter is dan het gebruikte papier.
Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in de printerdriver overeenkomt met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de marge-instellingen
Als delen van tekst of afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn weggevallen, controleer dan of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van het apparaat vallen. Raadpleeg
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in de printerdriver. Raadpleeg De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel
Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats het apparaat verder weg van de bron van de
Afdrukmateriaal laden.
Minimummarges instellen voor meer informatie.
62 Onderhoud en problemen oplossen
elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, worden de afdrukinstellingen mogelijk niet goed geïnterpreteerd door de toepassing. Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.

Problemen oplossen bij afdrukken

Gebruik dit gedeelte voor het oplossen van de volgende afdrukproblemen:
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt Afdrukken zonder rand geeft onverwachte resultaten
• Het apparaat reageert niet
• Het apparaat drukt betekenisloze tekens af
• Er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken
• Mijn document is in de verkeerde volgorde afgedrukt
• De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht
• Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina
• Er wordt een lege pagina afgedrukt

Enveloppen worden verkeerd afgedrukt

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: laad de stapel enveloppen juist Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
• Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om papierstoringen te voorkomen
Oplossing 1: laad de stapel enveloppen juist
Oplossing: Plaats een stapel enveloppen in de invoerlade, met de flappen naar
boven en naar links.
Zorg ervoor dat u al het papier uit de invoerlade verwijdert voor u de enveloppen plaatst.
Oorzaak: Een stapel enveloppen was niet goed geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
Oplossing: Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen
met vensters of klemmetjes.
Oorzaak: De verkeerde soort enveloppen was geladen.
Problemen oplossen bij afdrukken 63
Hoofdstuk 4
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om papierstoringen te voorkomen
Oplossing: Steek de flappen in de enveloppen. Hiermee voorkomt u
papierstoringen.
Oorzaak: De flappen kunnen in de rollen vast komen te zitten.
Afdrukken zonder rand geeft onverwachte resultaten
Oplossing: Probeer de afbeelding af te drukken vanaf de fotobewerkingssoftware
die bij het apparaat is geleverd.
Oorzaak: Het afdrukken van een afbeelding zonder rand vanuit een softwaretoepassing die niet van HP is, heeft geleid tot onverwachte resultaten.

Het apparaat reageert niet

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: schakel het apparaat aan Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
• Oplossing 3: selecteer de juiste printer
• Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
• Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
• Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
• Oplossing 7: verhelp de papierstoring
• Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
• Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
• Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
Oplossing: Bekijk het lampje Voeding op het apparaat. Als dit niet brandt, is het
apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Voeding om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat was uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
64 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Er was geen papier meer in het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt
geselecteerd.
Tip U kunt het apparaat instellen als de standaardprinter om ervoor te zorgen dat de printer automatisch wordt geselecteerd wanneer u Afdrukken selecteert in het menu Bestand van de verschillende softwaretoepassingen.
Oorzaak: Het apparaat was niet de geselecteerde printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
Oplossing: De status van de printerdriver is mogelijk gewijzigd in off line of stoppen met afdrukken.
De status van de printerdriver controleren Klik in het HP Solution Center op het tabblad Status.
Oorzaak: De status van de printerdriver is gewijzigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
Oplossing: Als het apparaat bezig is met een andere taak, wordt de afdruktaak pas
uitgevoerd wanneer het apparaat klaar is met de huidige taak.
Sommige documenten worden langzamer afgedrukt dan andere. Indien er enkele minuten na het verzenden van een afdruktaak naar het apparaat nog niets werd afgedrukt, kijk dan na of er geen fouten staan op het bedieningspaneel van het apparaat.
Oorzaak: Het apparaat was bezig met een andere taak.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen oplossen bij afdrukken 65
Hoofdstuk 4
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
Oplossing: Een afdruktaak is mogelijk in de wachtrij blijven staan nadat de taak is
geannuleerd. Door de geannuleerde taak loopt de wachtrij vast, waardoor de volgende afdruktaak niet kan worden afgedrukt.
Open op de computer de printermap en kijk of de geannuleerde taak in de afdrukwachtrij blijft staan. Probeer de taak uit de wachtrij te verwijderen. Als de afdruktaak in de wachtrij blijft staan, hebt u nog twee mogelijkheden:
Maak de USB-kabel los van het apparaat, start de computer opnieuw op en sluit
de USB-kabel weer aan op het apparaat.
Schakel het apparaat uit, start de computer opnieuw op en schakel het apparaat
weer in.
Oorzaak: Er bevond zich nog een verwijderde afdruktaak in de wachtrij.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat
in het apparaat is achtergebleven.
Meer informatie vindt u in:
Papierstoringen oplossen
Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer
of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer naar de andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit.
Let op Zorg ervoor dat u de printerwagen niet forceert. Indien de wagen vastzit, kunt u de printer beschadigen door de wagen te forceren.
Oorzaak: De wagen met printcartridges was vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer
of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van het apparaat. Controleer of de andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten via een draadnetwerk, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
66 Onderhoud en problemen oplossen
Controleer de status van het apparaat als de verbindingen veilig zijn en er gedurende enkele minuten niets is afgedrukt nadat u een afdruktaak hebt verzonden naar het apparaat. Klik in de HP Solution Center-software op Instellingen en vervolgens op
Status.
Oorzaak: De computer communiceert niet met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Voeding om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.

Het apparaat drukt betekenisloze tekens af

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat en de computer gedurende 60 seconden uit,
schakel beide weer in en probeer opnieuw af te drukken.
Oorzaak: Er was geen geheugen beschikbaar op het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
Oplossing: Probeer een ander document af te drukken vanuit hetzelfde
programma. Als dit een goed resultaat oplevert, probeert u een eerder opgeslagen versie van het document af te drukken die niet beschadigd is.
Oorzaak: Het document is beschadigd.

Er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
Problemen oplossen bij afdrukken 67
Hoofdstuk 4
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: schakel het apparaat aan Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
• Oplossing 3: selecteer de juiste printer
• Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
• Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
• Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
• Oplossing 7: verhelp de papierstoring
• Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
• Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
• Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
Oplossing: Bekijk het lampje Voeding op het apparaat. Als dit niet brandt, is het
apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Voeding om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat was uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Er was geen papier meer in het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt
geselecteerd.
Tip U kunt het apparaat instellen als de standaardprinter om ervoor te zorgen dat de printer automatisch wordt geselecteerd wanneer u Afdrukken selecteert in het menu Bestand van de verschillende softwaretoepassingen.
Oorzaak: Het apparaat was niet de geselecteerde printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
68 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
Oplossing: De status van de printerdriver is mogelijk gewijzigd in off line of stoppen met afdrukken.
De status van de printerdriver controleren Klik in het HP Solution Center op het tabblad Status.
Oorzaak: De status van de printerdriver is gewijzigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
Oplossing: Als het apparaat bezig is met een andere taak, wordt de afdruktaak pas
uitgevoerd wanneer het apparaat klaar is met de huidige taak.
Sommige documenten worden langzamer afgedrukt dan andere. Indien er enkele minuten na het verzenden van een afdruktaak naar het apparaat nog niets werd afgedrukt, kijk dan na of er geen fouten staan op het bedieningspaneel van het apparaat.
Oorzaak: Het apparaat was bezig met een andere taak.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
Oplossing: Een afdruktaak is mogelijk in de wachtrij blijven staan nadat de taak is
geannuleerd. Door de geannuleerde taak loopt de wachtrij vast, waardoor de volgende afdruktaak niet kan worden afgedrukt.
Open op de computer de printermap en kijk of de geannuleerde taak in de afdrukwachtrij blijft staan. Probeer de taak uit de wachtrij te verwijderen. Als de afdruktaak in de wachtrij blijft staan, hebt u nog twee mogelijkheden:
Maak de USB-kabel los van het apparaat, start de computer opnieuw op en sluit de USB-kabel weer aan op het apparaat.
Schakel het apparaat uit, start de computer opnieuw op en schakel het apparaat weer in.
Oorzaak: Er bevond zich nog een verwijderde afdruktaak in de wachtrij.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat
in het apparaat is achtergebleven.
Meer informatie vindt u in:
Papierstoringen oplossen
Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen.
Problemen oplossen bij afdrukken 69
Hoofdstuk 4
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer
of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer naar de andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit.
Let op Zorg ervoor dat u de printerwagen niet forceert. Indien de wagen vastzit, kunt u de printer beschadigen door de wagen te forceren.
Oorzaak: De wagen met printcartridges was vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer
of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van het apparaat. Controleer of de andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten via een draadnetwerk, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Controleer de status van het apparaat als de verbindingen veilig zijn en er gedurende enkele minuten niets is afgedrukt nadat u een afdruktaak hebt verzonden naar het apparaat. Klik in de HP Solution Center-software op Instellingen en vervolgens op
Status.
Oorzaak: De computer communiceert niet met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Voeding om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Mijn document is in de verkeerde volgorde afgedrukt
Oplossing: Druk het document in omgekeerde volgorde af. Als het document is
afgedrukt, liggen de pagina's in de juiste volgorde.
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren ingesteld om de eerste pagina van het document eerst af te drukken. Vanwege de manier waarop het papier wordt ingevoerd
70 Onderhoud en problemen oplossen
in het apparaat, ligt de eerste pagina met de bedrukte kant naar boven onder op de stapel.

De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: controleer de marges Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
• Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
Oplossing 1: controleer de marges
Oplossing: Controleer de printermarges.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van het apparaat vallen.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar het apparaat stuurt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
Het apparaat gebruikt de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld, zolang ze groter zijn dan de minimummarges die het apparaat ondersteunt. Raadpleeg de documentatie die bij de software werd geleverd, voor meer informatie over het instellen van marges in uw softwaretoepassing.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Oorzaak: De marges in het programma werden niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
Oplossing: Controleer of u de juiste instelling voor het papierformaat voor het
project hebt geselecteerd. Zorg dat papier van het juiste formaat in de invoerlade is geladen.
Oorzaak: De instelling voor het papierformaat was mogelijk niet goed ingesteld voor het project dat u afdrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen oplossen bij afdrukken 71
Hoofdstuk 4
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
Oplossing: Verwijder de papierstapel uit de invoerlade, plaats het papier terug en
schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot hij stopt aan de rand van het papier.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: De papiergeleiders waren niet correct ingesteld.

Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: controleer de marge-instellingen Oplossing 2: controleer de lay-out van het document
• Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
• Oplossing 4: probeer met randen af te drukken
Oplossing 1: controleer de marge-instellingen
Oplossing: Controleer de printermarges.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van het apparaat vallen.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar het apparaat stuurt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
Het apparaat gebruikt de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld, zolang ze groter zijn dan de minimummarges die het apparaat ondersteunt. Raadpleeg de documentatie die bij de software werd geleverd, voor meer informatie over het instellen van marges in uw softwaretoepassing.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Oorzaak: De marges in het programma werden niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
72 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 2: controleer de lay-out van het document
Oplossing: Controleer of de lay-out van het document dat u wilt afdrukken past op
een papierformaat dat door het apparaat wordt ondersteund.
De afdruklay-out vooraf bekijken
1. Laad het juiste papierformaat in de invoerlade.
2. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar het apparaat stuurt. In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
3. Controleer de illustraties in het document om ervoor te zorgen dat de huidige
afmetingen binnen het afdrukgebied van het apparaat vallen.
4. Annuleer de afdruktaak als de afbeeldingen niet in het afdrukgebied van de pagina passen.
Tip In sommige softwaretoepassingen kunt u het document schalen, zodat het op het geselecteerde papierformaat past. U kunt het formaat van een document ook schalen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen.
Oorzaak: De afmetingen van het document dat werd afgedrukt, waren groter dan het papierformaat in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
Oplossing: Als het papier niet goed wordt geladen, kunnen delen van het
document worden afgesneden.
Haal de papierstapel uit de invoerlade en leg het papier weer terug.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet goed geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: probeer met randen af te drukken
Oplossing: Probeer met randen af te drukken door de optie zonder rand uit te
schakelen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukken zonder randen
Oorzaak: Het afdrukken zonder rand was ingeschakeld. Door de optie Zonder rand te selecteren, werd uw afgedrukte foto vergroot en gecentreerd om op het
afdrukbare gedeelte van de pagina te passen. Afhankelijk van de relatieve formaten van de digitale foto en van het papier waarop u afdrukt, dan dit ertoe leiden dat sommige gedeeltes van de afbeelding worden bijgesneden.
Problemen oplossen bij afdrukken 73
Hoofdstuk 4

Er wordt een lege pagina afgedrukt

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: verwijder extra pagina's of regels aan het einde van het document Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing 3: controleer de inktniveaus Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing 1: verwijder extra pagina's of regels aan het einde van het document
Oplossing: Open het documentbestand in het programma en verwijder extra
pagina's of regels aan het eind van het document.
Oorzaak: Het document dat u afdrukte, bevatte een extra lege pagina.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Als er nog maar een paar vellen in het apparaat over zijn, laadt u meer
papier in de invoerlade. Als er voldoende papier in de invoerlade ligt, verwijdert u de papierstapel, maakt u de stapel recht door deze tegen een vlakke ondergrond te tikken en plaatst u het papier weer terug in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het apparaat heeft twee vellen papier opgenomen.
Oplossing 3: controleer de inktniveaus
Oplossing: Misschien is de printcartridge bijna leeg.
Oorzaak: De inktniveaus zijn te laag.
Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing: Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. Raadpleeg
reinig de printkop voor meer informatie. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer onjuist werd uitgeschakeld.
Opmerking Schakel de HP-printer uit door op de knop Voeding op het apparaat te drukken. Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als de HP-printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Oorzaak: De printkop was verstopt.
74 Onderhoud en problemen oplossen

Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen

Gebruik dit deel voor het oplossen van de volgende problemen met de afdrukkwaliteit:
Foute, onnauwkeurige of uitlopende kleuren Tekst of illustraties worden niet volledig met inkt gevuld
• De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk
• zonder rand
Afdrukken bevatten horizontale strepen of lijnen
• Afdrukken zijn onduidelijk of vertonen doffe kleuren
• Afdrukken lijken wazig of vaag
• Afdrukken bevatten verticale strepen
• Afdrukken zijn scheef of schuin
• Inktstrepen op de achterkant van het blad
• Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen
• Slechte zwarte tekst
• Het apparaat drukt langzaam af
• Geavanceerd onderhoud aan de printkop

Foute, onnauwkeurige of uitlopende kleuren

Als uw afdruk een van de volgende problemen met de afdrukkwaliteit vertoont, probeert u de oplossingen in de hulp.
De kleuren zien er verkeerd uit Zo kan groen bijvoorbeeld zijn vervangen door blauw.
De kleuren lopen in elkaar over of zien eruit alsof ze op de pagina werden uitgesmeerd. De vellen papier kunnen golvende randen hebben in plaats van scherpe en afgelijnde randen.
Probeer onderstaande oplossingen als de kleuren verkeerd of niet accuraat lijken of in elkaar overlopen.
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt Oplossing 2: controleer het papier in de invoerlade
• Oplossing 3: controleer de papiersoort
• Oplossing 4: controleer de inktniveaus
• Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
• Oplossing 6: lijn de printkop uit
• Oplossing 7: reinig de printkop
• Oplossing 8: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
Oplossing: Controleer of uw printcartridges originele HP-printcartridges zijn.
HP raadt aan printcartridges van HP te gebruiken. Printcartridges van HP zijn ontworpen voor en getest op HP-printers, zodat u altijd bent verzekerd van fantastische resultaten.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 75
Hoofdstuk 4
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden printcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer het papier in de invoerlade
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet gekreukt
of te dik is.
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden. Als u bijvoorbeeld glanzend fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar beneden.
Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet is gekreukt. Als het papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er vegen ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg dik papier (zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
76 Onderhoud en problemen oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u waarschuwingen over lage inktniveaus krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn. U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in grijswaarden
te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde kleurinstellingen zoals verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn ingesteld om het uitzicht van kleuren te wijzigen.
Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de papiersoort in het apparaat.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de kleuren in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een kwaliteitsfoto afdrukt, en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd Fotopapier in de invoerlade is geplaatst.
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders worden weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat geval is er niets mis met het apparaat, de afdrukinstellingen of de printcartridges. U hoeft verder geen probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: lijn de printkop uit
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 77
Hoofdstuk 4
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: reinig de printkop
Oplossing: Controleer de volgende mogelijke problemen en reinig vervolgens de
printkop.
Controleer het oranje lipje op de printcartridges. Zorg ervoor dat deze volledig is verwijderd.
Ga na of alle printcartridges goed zijn geplaatst.
Zorg ervoor dat u het apparaat goed uitschakelt, door de knop Power te gebruiken. Zo beschermt het apparaat de printkop goed.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
reinig de printkop Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.

Tekst of illustraties worden niet volledig met inkt gevuld

Probeer de volgende oplossingen als de inkt de tekst of de afbeelding niet volledig vult zodat het lijkt of er stukken ontbreken of zijn opengelaten.
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt Oplossing 2: controleer de inktniveaus
• Oplossing 3: controleer de afdrukinstellingen
• Oplossing 4: controleer de papiersoort
78 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 5: reinig de printkop Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
Oplossing: Controleer of uw printcartridges originele HP-printcartridges zijn.
HP raadt aan printcartridges van HP te gebruiken. Printcartridges van HP zijn ontworpen voor en getest op HP-printers, zodat u altijd bent verzekerd van fantastische resultaten.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden printcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u waarschuwingen over lage inktniveaus krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld. Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist ingesteld.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 79
Hoofdstuk 4
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: reinig de printkop
Oplossing: Als de vorige oplossingen het probleem niet hebben opgelost, probeer
dan de printkop te reinigen.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
reinig de printkop Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
80 Onderhoud en problemen oplossen

De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk zonder rand

Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk zonder rand een wazige strook of lijn heeft aan de onderkant.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Oplossing 1: controleer de papiersoort Oplossing 2: stel de instelling voor de afdrukkwaliteit hoger in
• Oplossing 3: draai de afbeelding
Oplossing 1: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: stel de instelling voor de afdrukkwaliteit hoger in
Oplossing: Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze
niet te laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of
Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te laag ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: draai de afbeelding
Oplossing: Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, draait u de afbeelding
180 graden met de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd of met een andere softwaretoepassing, zodat de lichtblauwe, grijze of bruine kleurtonen in de afbeelding niet onderaan op de pagina worden afgedrukt.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 81
Hoofdstuk 4
Oorzaak: De storing is duidelijker in gebieden van uniforme lichtkleuren, dus het kan helpen om de afbeelding te draaien.

Afdrukken bevatten horizontale strepen of lijnen

Horizontale strepen zijn strepen aan de rechter hoeken (of verticaal) van de richting waarin het papier door de printer ging.
Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk lijnen, strepen of vlekken bevat over de breedte van de pagina.
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst Oplossing 2: controleer de afdrukinstellingen
• Oplossing 3: controleer de inktniveaus
• Oplossing 4: lijn de printkop uit
• Oplossing 5: reinig de printkop
• Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is
geplaatst.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet op de juiste wijze geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze
niet te laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of Maximum aantal dpi.
Controleer de materiaalinstellingen. Controleer of het geselecteerde afdrukmateriaal overeenkomt met het materiaal dat in het apparaat is geplaatst.
Oorzaak: De instelling van de afdrukkwaliteit op het apparaat is te laag ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
82 Onderhoud en problemen oplossen
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: lijn de printkop uit
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: reinig de printkop
Oplossing: Controleer de volgende mogelijke problemen en reinig vervolgens de
printkop.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
reinig de printkop Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 83
Hoofdstuk 4

Afdrukken zijn onduidelijk of vertonen doffe kleuren

Probeer de volgende oplossingen als de kleuren op uw afdruk niet zo helder en intens zijn als verwacht.
Oplossing 1: controleer de afdrukinstellingen Oplossing 2: controleer de papiersoort
• Oplossing 3: controleer de inktniveaus
• Oplossing 4: reinig de printkop
• Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld. Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
84 Onderhoud en problemen oplossen
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing: Als de vorige oplossingen het probleem niet hebben opgelost, probeer
dan de printkop te reinigen.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
reinig de printkop Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
www.hp.com/support.

Afdrukken lijken wazig of vaag

Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk niet scherp of onduidelijk is.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 85
Hoofdstuk 4
Tip Nadat u de oplossingen in dit deel hebt bekeken, kunt u naar de website van HP gaan om te zien of daar extra hulp is om het probleem op te lossen. Raadpleeg voor meer informatie:
www.hp.com/support.
Oplossing 1: controleer de afdrukinstellingen Oplossing 2: gebruik een afbeelding van hogere kwaliteit
• Oplossing 3: druk de afbeelding in een kleiner formaat af
• Oplossing 4: lijn de printkop uit
Oplossing 1: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld. Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: gebruik een afbeelding van hogere kwaliteit
Oplossing: gebruik een hogere beeldresolutie.
Als u een foto of afbeelding afdrukt, en de resolutie is te laag, dan is het resultaat wazig of vaag.
Als het formaat van een digitale foto of een rasterafbeelding werd gewijzigd, kan de afdruk wazig of vaag zijn.
Oorzaak: De resolutie van de afbeelding was laag.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: druk de afbeelding in een kleiner formaat af
Oplossing: Verklein de afbeelding en probeer deze opnieuw af te drukken.
Als u een foto of afbeelding afdrukt en het afdrukformaat is te groot ingesteld, dan is het resultaat wazig of vaag.
Als het formaat van een digitale foto of een rasterafbeelding werd gewijzigd, kan de afdruk wazig of vaag zijn.
Oorzaak: De afbeelding werd op een te groot formaat afgedrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
86 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 4: lijn de printkop uit
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Afdrukken bevatten verticale strepen
Verticale strepen zijn strepen die parallel lopen aan de richting waarin het papier door het toestel ging.
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.

Afdrukken zijn scheef of schuin

Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk niet recht op de pagina staat.
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst Oplossing 2: controleer of er slechts een papiersoort is geplaatst
• Oplossing 3: controleer of het achterpaneel goed is geplaatst
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is
geplaatst.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet op de juiste wijze geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 87
Hoofdstuk 4
Oplossing 2: controleer of er slechts een papiersoort is geplaatst
Oplossing: Er mag slechts een papiersoort tegelijk geplaatst zijn.
Oorzaak: Er werden meerdere papiersoorten in de invoerlade geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer of het achterpaneel goed is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat de acherklep goed is geplaatst.
Als u de achterklep hebt verwijderd om een papierstoring te verhelpen, plaatst u de klep terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt.
Oorzaak: De achterklep was niet goed geplaatst.

Inktstrepen op de achterkant van het blad

Probeer de volgende oplossingen als er inktvlekken op de achterkant van de afdruk zitten.
Oplossing 1: druk af op een vel gewoon papier Oplossing 2: wacht tot de inkt is opgedroogd
Oplossing 1: druk af op een vel gewoon papier
Oplossing: Bedruk een of meerdere pagina's gewoon papier om alle overtollige
inkt in het apparaat op te zuigen.
Overtollige inkt verwijderen met gewoon papier
1. Plaats een aantal vellen gewoon papier in de invoerlade.
2. Wacht vijf minuten.
3. Druk een document met weinig of geen tekst af.
4. Kijk of er inkt op de achterkant van het papier aanwezig is. Als er nog steeds inkt
op de achterkant van het papier zit, probeert u op een ander vel gewoon papier af te drukken.
Oorzaak: Er is inkt opgestapeld in het apparaat, op de plaats waarop de achterkant van het blad steunt tijdens het afdrukken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: wacht tot de inkt is opgedroogd
Oplossing: Wacht minstens een half uur zodat de inkt in het product kan opdrogen,
en probeer nogmaals af te drukken.
Oorzaak: De overtollige inkt in het product moest opdrogen.

Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen

Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
88 Onderhoud en problemen oplossen
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
• Oplossing 3: controleer de afdrukinstellingen
• Oplossing 4: reinig de rollen
• Oplossing 5: controleer of er papier is vastgelopen
• Oplossing 6: laat het apparaat nakijken
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Voeding om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is
geplaatst.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet op de juiste wijze geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld. Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 89
Hoofdstuk 4
Oplossing 4: reinig de rollen
Oplossing: Reinig de rollen.
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt:
Een pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet rafelt of geen vezels achterlaat.
gedistilleerd of gefilterd water of flessenwater (kraanwater kan verontreinigende stoffen bevatten, die de printcartridges kunnen beschadigen).
Oorzaak: De rollen waren vuil en moesten worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer of er papier is vastgelopen
Oplossing: Controleer of er papierresten in de voorkant van het apparaat zitten.
Verwijder eventuele resten die u vindt.
Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van het apparaat op te lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Verwijder vastgelopen papier altijd via het achterpaneel.
Oorzaak: Er kunnen papierresten aanwezig zijn, die niet door de sensor worden gedetecteerd.
Oplossing 6: laat het apparaat nakijken
Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd, neemt
u contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Uw apparaat heeft onderhoud nodig.
90 Onderhoud en problemen oplossen

Slechte zwarte tekst

Probeer de volgende oplossingen als de tekst op uw afdrukken niet scherp is en de randen oneffen zijn.
Oplossing 1: wacht even voordat u probeert nogmaals af te drukken Oplossing 2: gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes
• Oplossing 3: lijn de printkop uit
• Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing 1: wacht even voordat u probeert nogmaals af te drukken
Oplossing: Als de zwarte cartridge nieuw is, geef het automatische onderhoud dan
de tijd om het probleem op te lossen. De zwarte afdrukkwaliteit zou binnen een paar uur moeten verbeteren. Als u geen tijd hebt om te wachten, kunt u de printkop reinigen. Dit kost echter meer inkt, en de slechte zwarte tekst kan opnieuw voorkomen tot het automatische onderhoud is voltooid.
Oorzaak: Veel problemen met de zwarte afdrukkwaliteit zijn opgelost als het automatisch onderhoud is uitgevoerd.
Oplossing 2: gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes
Oplossing: Gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes om er zeker van te zijn dat
het apparaat vloeiende lettertypen kan afdrukken. Zoek naar het TrueType- of OpenType-pictogram wanneer u een lettertype selecteert.
TrueType-pictogram
OpenType-pictogram
Oorzaak: Het lettertype was een speciaal formaat.
Sommige programma's werken met eigen lettertypen die kartelranden vertonen wanneer ze worden vergroot of afgedrukt. Als u tekst in bitmaps wilt afdrukken, kunnen deze ook gekarteld zijn wanneer u de bitmap vergroot of afdrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: lijn de printkop uit
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 91
Hoofdstuk 4
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing: Als de vorige oplossingen het probleem niet hebben opgelost, probeer
dan de printkop te reinigen.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
reinig de printkop Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.

Het apparaat drukt langzaam af

Probeer de volgende oplossingen als het apparaat erg langzaam afdrukt.
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in Oplossing 2: controleer de inktniveaus
• Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in
Oplossing: controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit Optimaal en Maximum dpi bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt
de hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges. Onvoldoende inkt kan ervoor zorgen dat de printkop oververhit raakt. Als de printkop oververhit raakt, gaat de printer langzamer werken om hem af te laten koelen.
92 Onderhoud en problemen oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het apparaat.
www.hp.com/support.

Geavanceerd onderhoud aan de printkop

Als er problemen optreden tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de printkop. U moet de procedures in de volgende hoofdstukken alleen uitvoeren als u hiertoe opdracht krijgt om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
De uitlijn- en reinigingsprocedures onnodig uitvoeren kan inkt verspillen en de levensduur van de cartridges verkorten.
Wanneer u een foutmelding krijgt over de printcartridges, zie dan meer informatie.
Dit deel bevat de volgende onderwerpen:
reinig de printkop Printkop uitlijnen
Fouten (Windows) voor
reinig de printkop
Als uw afdruk streperig is, of ontbreekt, of verkeerde of ontbrekende kleuren heeft, moet de printkop mogelijk worden gereinigd.
Er zijn twee reinigingsfasen. Elke fase neemt ongeveer twee minuten in beslag, verbruikt een blad papier en een toenemende hoeveelheid inkt. Controleer na elke fase de kwaliteit van de afgedrukte pagina. U moet de volgende reinigingsfase enkel starten als de afdrukkwaliteit slecht is.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeer dan de printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
Opmerking Reinigen kost inkt. Reinig de printkoppen dus alleen wanneer dit noodzakelijk is. Dit reinigingsproces neemt enkele minuten in beslag. Dit proces kan wat geluid produceren. Zorg dat u voor het reinigen van de printkoppen papier plaatst. Raadpleeg
Als u het toestel niet goed uitschakelt, kan dit problemen met de afdrukwaliteit veroorzaken. Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Het apparaat uitschakelen voor meer informatie.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 93
Hoofdstuk 4
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Houd de eenmaal op de knop
(Aan/uit knop) ingedrukt, druk twee keer op de knop ( Annuleren), druk
(Hervatten) en laat de knop Aan/uit los.
De printkop reinigen vanaf de Printerwerkset (Windows)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik in het HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik op Printer Werkset, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Printer Werkset ook openen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het
tabblad Functies en klik vervolgens op Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op Printkop reinigen.
6. Volg de aanwijzingen totdat u tevreden bent met de kwaliteit van de afdrukken en klik vervolgens op Gereed.
De printkop reinigen vanaf de Werkset (Mac OS X)
1. Klik op het pictogram HP Hulpprogramma in de Dock.
Opmerking Indien HP Hulpprogramma niet in de Dock is vermeld, klikt u op het
pictogram Spotlight rechts van de menubalk en vult u HP Hulpprogramma in het tekstveld in. Klik vervolgens op HP Hulpprogramma.
2. Selecteer Printkoppen reinigen en klik vervolgens op Reinigen.
De printkop reinigen vanaf de geïntegreerde webserver
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik op het tabblad Instellingen, klik op Apparaatservices in het linkerpaneel, selecteer Printkoppen uitlijnen uit de vervolgkeuzelijst in het gedeelte
Afdrukkwaliteit en klik vervolgens op Diagnose uitvoeren.
Printkop uitlijnen
Het apparaat lijnt de printkop tijdens de eerste installatie automatisch uit.
U kunt deze functie gebruiken wanneer er in het printerstatuspagina strepen of witte lijnen door een van de gekleurde vlakken lopen of als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit van uw afdrukken.
94 Onderhoud en problemen oplossen
De printkop uitlijnen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Bedieningspaneel:Houd de knop (Doorgaan), en laat de knop (Aan/uit) los.
De printkop uitlijnen vanaf de Printerwerkset
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik in het HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik op Printer Werkset, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Printer Werkset ook openen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het
tabblad Functies en klik vervolgens op Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op De printer uitlijnen.
Het apparaat drukt een testpagina af, lijnt de printkoppen uit en kalibreert de printer. U kunt deze pagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen.
De printkop uitlijnen vanaf de Werkset (Mac OS X)
1. Klik op het pictogram HP Hulpprogramma in de Dock.
Opmerking Indien HP Hulpprogramma niet in de Dock is vermeld, klikt u op het
pictogram Spotlight rechts van de menubalk en vult u HP Hulpprogramma in het tekstveld in. Klik vervolgens op HP Hulpprogramma
(Aan/uit) ingedrukt, druk drie keer op de knop
2. Kies Uitlijnen en vervolgens op Uitlijnen.
De printkop uitlijnen vanaf de geïntegreerde webserver
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik op het tabblad Instellingen, klik op Apparaatservices in het linkerpaneel,
selecteer Printer uitlijnen uit de vervolgkeuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit en klik vervolgens op Diagnose uitvoeren.

Problemen met de papierinvoer oplossen

Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat geschikt is voor het apparaat en de gebruikte lade. Raadpleeg informatie.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer
Problemen met de papierinvoer oplossen 95
Hoofdstuk 4
Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier weer glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
Wanneer u dun speciaal afdrukmateriaal gebruikt, moet u controleren of de lade volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar is in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier van hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden makkelijker opgenomen als de lade vol is.)
Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit
Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade is uitgetrokken. Als dit niet het geval is, kunnen afdrukken uit het apparaat vallen.
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal vellen bevatten.
Pagina's worden scheef ingevoerd
Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt. Indien nodig trekt u de lades uit het apparaat, plaats u het afdrukmateriaal correct terug in de lades en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
Plaats alleen afdrukmateriaal in het apparaat als het niet aan het afdrukken is.
Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd
Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en efficiency.
96 Onderhoud en problemen oplossen
Loading...