Verveelvoudiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
Handelsmerken
®
Adobe
, Acrobat® en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Corel® is een handelsmerk of een
gedeponeerd handelsmerk van Corel
Corporation of Corel Corporation Limited.
De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Onderdeelnummer: CB480-90946
Edition 1, 04/2007
Linux is een in de Verenigde Staten
gedeponeerd handelsmerk van Linus
Torvalds.
Microsoft
®
, Windows® en Windows NT® zijn
in de Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
PANTONE®*
®
UNIX
is een gedeponeerd handelsmerk van
The Open Group.
ENERGY STAR
®
logo
zijn in de Verenigde Staten
®
en het ENERGY STAR-
gedeponeerde handelsmerken van het
Environmental Protection Agency (bureau
voor milieubescherming van de overheid van
de VS).
Geheugen activeren voor Windows 98 en ME ................................................ 353
Geheugen activeren voor Windows 2000 en XP ............................................ 354
Installeren van een HP Jetdirect- of EIO-printserverkaart ................................................................ 355
Index ................................................................................................................................................................. 359
NLWWxiii
Page 16
xivNLWW
Page 17
1Basiskenmerken van het product
Productvergelijking
●
Productkenmerken
●
Productintroductie
●
NLWW1
Page 18
Productvergelijking
HP Color LaserJet CM4730 MFP
De HP Color LaserJet CM4730 MFP is het basismodel en wordt standaard met de volgende onderdelen
geleverd:
Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1)
●
Drie invoerladen voor 500 vel
●
ADF (Automatic document feeder) voor maximaal 50 pagina's
●
Een geïntegreerde HP Jetdirect-printserver voor aansluiting op een 10/100Base-TX-netwerk
●
256 MB RAM
●
Een duplexmodule
●
Een vaste schijf
●
2Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Page 19
HP Color LaserJet CM4730f MFP
De HP Color LaserJet CM4730f MFP heeft dezelfde kenmerken als het basismodel, plus een analoge
faxmodule.
HP Color LaserJet CM4730fsk MFP
De HP Color LaserJet CM4730fsk MFP heeft dezelfde kenmerken als het basismodel, plus de volgende
onderdelen:
Analoge faxmodule
●
Uitvoeraccessoire-brug
●
Nietmachine/stapelaar
●
NLWWProductvergelijking3
Page 20
HP Color LaserJet CM4730fm MFP
De HP Color LaserJet CM4730fm MFP heeft dezelfde kenmerken als het basismodel, plus de volgende
onderdelen:
Analoge faxmodule
●
Uitvoeraccessoire-brug
●
Postbus met drie bakken
●
4Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Page 21
Productkenmerken
Functies
Dubbelzijdig kopiëren (duplex)
●
Digitaal verzenden in kleur
●
Toegangsbeheer voor kleur
●
Afdrukken via netwerk
●
Snelheid en doorvoer
31 pagina's per minuut (ppm) bij het kopiëren en afdrukken op papier met Letter-formaat; 30 ppm
●
bij het kopiëren en afdrukken op papier met A4-formaat
Schaalbaarheid van 25 tot 400% bij gebruik van de scannerglasplaat
●
25% tot 200% vergroten/verkleinen met de ADF
●
Minder dan 10 seconden voor het afdrukken van de eerste pagina
●
Transmit Once-technologie en Raster Image Processing (RIP) ONCE-technologie
●
Aanbevolen maximaal afdrukvolume per maand: 85.000 pagina's
●
Een microprocessor van 533 MHz
●
Resolutie
600 dots per inch (dpi) met Resolution Enhancement-technologie (REt)
●
Het product bevat HP FastRes en HP Resolution Enhancement technology (REt) voor 1200 x 1200
●
effectieve dpi bij volledige snelheid.
Geheugen
256 MB RAM, uitbreidbaar tot 512 MB met 100-pins DDR standaard-DIMM's (Double Data Rate
●
Dual Inline Memory Modules)
Door MEt (Memory Enhancement Technology) worden gegevens automatisch gecomprimeerd,
●
zodat het RAM efficiënter wordt gebruikt
Gebruikersinterface
HP Easy Select-bedieningspaneel
●
Een geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en het bestellen van benodigdheden
●
(voor netwerkproducten)
HP Easy Printer Care-software (een webtoepassing voor statusinformatie en probleemoplossing)
●
Mogelijkheden voor bestellen via internet met HP Easy Printer Care-software
●
NLWWProductkenmerken5
Page 22
Talen en lettertypen
HP Printer Command Language (PCL) 6
●
HP PCL 5
●
Printer Management Language
●
XHTML
●
80 schaalbare TrueType-lettertypen
●
HP PostScript
●
Kopiëren en verzenden
Modi voor tekstbestanden, grafische bestanden en combinaties van tekst en afbeeldingen
●
Een functie voor het onderbreken van taken (per kopie)
●
Meerdere pagina's per vel
●
Animaties voor ingrijpen van de gebruiker (bijvoorbeeld bij een papierstoring)
●
Scannen en verzenden naar een e-mailadres
●
Lokaal adresboek voor e-mail en fax
●
LDAP-adressering
●
Verzenden naar map
●
Automatisch dubbelzijdig (duplex) scannen
●
Printcartridges (4)
Drukt maximaal 12.000 pagina's af bij een dekking van 5%
●
Cartridges hoeven niet meer geschud te worden
●
®
3-emulatie (PS)
Echtheidscontrole van HP printcartridges
●
Automatische verwijdering van tonerstrip
●
Papierverwerking
Invoer
●
Lade 1 (multifunctionele lade): Een multifunctionele lade voor papier, transparanten,
●
etiketten en enveloppen. Voor maximaal 100 vel papier of 20 enveloppen.
Lade 2, 3 en 4: Laden voor 500 vel. In deze laden worden standaard papiermaten tot Legal-
●
formaat automatisch herkend en kan speciaal papier worden geladen.
Automatische documentinvoer (ADF): Maximaal 50 vel papier.
●
6Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Page 23
Dubbelzijdig afdrukken en kopiëren: Voor dubbelzijdig afdrukken en kopiëren (op beide
●
zijden van het papier).
Dubbelzijdig scannen met ADF: De ADF is voorzien van een automatische duplexeenheid
●
voor het scannen van dubbelzijdige documenten.
Uitvoer
●
Standaarduitvoerbak: De standaarduitvoerbak bevindt zich aan de linkerkant van de MFP.
●
Deze bak is geschikt voor maximaal 500 vel papier.
Uitvoerbak van ADF: De uitvoerbak van de ADF bevindt zich onder de invoerbak van de
●
ADF. De bak kan maximaal 50 vel papier bevatten. Wanneer de bak vol is, stopt de MFP
automatisch.
Optionele nietmachine/stapelaar (standaard op de CM4730fm MFP): De nietmachine/
●
stapelaar niet documenten van maximaal 30 vel en stapelt tot 500 vel.
Optionele postbus met 3 bakken (standaard op de CM4730fsk MFP): Eén bak voor
●
maximaal 500 vel en twee bakken voor maximaal 100 vel elk, in totaal 700 vel.
Aansluitmogelijkheden
Parallelle aansluiting conform IEEE1284C
●
Een FIH-aansluiting (Foreign Interface Harness) voor het aansluiten van andere apparaten (AUX)
●
LAN-aansluiting (Local Area Network) (RJ-45) voor de geïntegreerde HPJetdirect-printserver
●
Optionele analoge faxkaart (standaard op de CM4730f, CM4730fm en de CM4730fsk MFP)
●
Optionele HP Digital Sending Software (DSS)
●
Optionele EIO-kaarten (enhanced input/output)
●
USB 2.0
●
ACC-poort (accessoirepoort met USB-hostcapaciteiten)
●
Accessoirepoort (voor het aansluiten van apparatuur van andere leveranciers)
●
Milieuvoorzieningen
Met de sluimerfunctie bespaart u stroom (voldoet aan de ENERGY STAR
●
Beveiligingsfuncties
FIH
●
Schijf beveiligd wissen
●
Beveiligingsvergrendeling
●
Taak vasthouden
●
®
-richtlijnen, versie 1.0).
DSS (Digital Sending Software)-verificatie
●
Windows gebruikersverificatie
●
LDAP-verificatie
●
NLWWProductkenmerken7
Page 24
Groepsgewijze pincodeverificatie (Groep 1 en Groep 2)
●
Pincodeverificatie gebruiker
●
8Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Page 25
Productintroductie
Vooraanzicht
1Bovenklep van ADF
2Invoerlade automatische documentinvoer (ADF) voor het kopiëren/scannen/faxen van originelen
3Statuslampjes van bedieningspaneel
4Display bedieningspaneel met aanraakschermfuncties
5Toetsenblok van bedieningspaneel
6Rechterkleppen (voor toegang tot de printcartridges en andere verbruiksartikelen)
7Laden 2, 3 en 4
8Indicator voor aantal vellen
9Aan/uit-schakelaar
10Uitvoerbak
11Scannervergrendeling
NLWWProductintroductie9
Page 26
Achteraanzicht
1Uitvoerbak
2Interfacepoorten
3Aan/uit-schakelaar
4Voedingsaansluiting
10Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Page 27
Interfacepoorten
De MFP beschikt over vijf poorten voor aansluiting op een computer of een netwerk. De poorten
bevinden links in de hoek aan de achterzijde van de MFP.
1Foreign Interface Harness (FIH)
2USB 2.0
3ACC (accessoirepoort die gebruikmaakt van het USB-hostprotocol)
4Faxaansluiting (voor aansluiting van een optionele analoge fax)
5Parallelle poort
6Uitbreidingssleuf EIO-interface
7Toegangspoort voor Kensington-vergrendeling
8Netwerkverbinding (geïntegreerde HP Jetdirect-printserver)
9AUX-poort
Locatie van serienummer en modelnummer
Het modelnummer en het serienummer staan op identificatielabels aan de achterzijde van de printer.
Het serienummer bevat informatie over land/regio van herkomst, de printerversie, productiecode en het
productienummer van de printer.
NLWWProductintroductie11
Page 28
serial number
Afbeelding 1-1 Voorbeeld van een label met model- en serienummer
ModelnaamModelnummer
HP Color LaserJet CM4730 MFPCB480A
HP Color LaserJet CM4730f MFPCB481A
HP Color LaserJet CM4730fsk MFPCB482A
HP Color LaserJet CM4730fm MFPCB483A
12Hoofdstuk 1 Basiskenmerken van het productNLWW
Page 29
2Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel gebruiken
●
Navigeren in het menu Beheer
●
Menu Informatie
●
Standaard taakopties
●
Menu Tijd/schema's
●
Menu Beheer
●
Menu Begininstellingen
●
Menu Werking apparaat
●
Menu Afdrukkwaliteit
●
Menu Probleemoplossing
●
menu Herstellen
●
Menu Service
●
NLWW13
Page 30
Het bedieningspaneel gebruiken
Het bedieningspaneel heeft een VGA-aanraakscherm dat toegang biedt tot alle functies van het
apparaat. Gebruik de knoppen en het numerieke toetsenbord om taken en de apparaatstatus te regelen.
De LED's geven de algemene status van apparaat weer.
Indeling bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit een grafisch aanraakscherm, bedieningsknoppen voor taken, een
numeriek toetsenbord en drie LED's voor de status.
1Attentie-lampjeHet Attentie-lampje geeft aan dat het apparaat een probleem heeft
2Gegevens-lampjeHet Gegevens-lampje geeft aan dat het apparaat gegevens ontvangt.
3Klaar-lampjeHet Klaar-lampje geeft aan dat het apparaat klaar is om een taak uit te gaan
4Wieltje helderheidsregelingDraai aan het wieltje om de helderheid van het aanraakscherm te regelen.
5Grafisch aanraakschermGebruik het aanraakscherm om alle functies van het apparaat te openen
6Numeriek toetsenbordHiermee kunt u numerieke waarden typen, bijvoorbeeld voor het aantal
7Knop SluimermodusAls het apparaat is langere tijd niet actief is, gaat het automatisch naar de
8Knop TerugzettenHiermee worden de taakinstellingen teruggezet naar de
9Knop StoppenHiermee wordt de actieve taak gestopt. Na het stoppen toont het
10Knop StartHiermee wordt een kopieertaak of digitaal verzenden gestart, of wordt een
waarvoor ingrijpen nodig is. Voorbeelden hiervan zijn een lege papierlade
of een foutbericht op het aanraakscherm.
voeren.
en in te stellen.
vereiste exemplaren.
sluimermodus. Druk op de knop Sluimermodus om het apparaat in de
sluimermodus te zetten of het te reactiveren.
standaardfabriekswaarden of door de gebruiker gedefinieerde waarden.
bedieningspaneel de opties voor de gestopte taak (als u bijvoorbeeld op de
knop Stop drukt terwijl het apparaat een afdruktaak uitvoert vraagt het
bericht op het bedieningspaneel u om de afdruktaak te annuleren of te
hervatten).
onderbroken taak voortgezet.
14Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 31
Beginscherm
Het beginscherm biedt toegang tot de apparaatfuncties en geeft de huidige status van het apparaat
weer.
OpmerkingDe functies die op het beginscherm worden weergegeven zijn afhankelijk van de
ingestelde apparaatconfiguratie.
1FunctiesDe hier weergegeven functies kunnen het volgende omvatten, afhankelijk van de door de
systeembeheerder ingestelde apparaatconfiguratie:
Kopiëren
●
Faxen
●
E-mail
●
Secundaire e-mail
●
Netwerkmap
●
Taakopslag
●
Workflow
●
Status benodigdheden
●
Beheer
●
2Statusregel apparaatDe statusregel geeft informatie over de algemene status van het apparaat. Hier worden
verschillende knoppen weergegeven, afhankelijk van de huidige status. Zie
aanraakscherm voor een beschrijving van elke knop die in de statusregel kan worden
weergegeven.
3Aantal kopieënHet veld Aantal kopieën geeft het aantal exemplaren weer dat het apparaat zal gaan maken.
4Knop HelpRaak de knop Help aan om het geïntegreerde helpsysteem te openen.
5SchuifbalkRaak de pijlen omhoog of omlaag op de schuifbalk aan om een volledige lijst van beschikbare
functies te zien.
6AfmeldenRaak Afmelden aan om u bij het apparaat af te melden als u zich hebt aangemeld voor beperkt
toegankelijke functies. Na het afmelden stelt het apparaat alle opties in op de
standaardinstellingen.
Knoppen op het
NLWWHet bedieningspaneel gebruiken15
Page 32
7NetwerkadresRaak Netwerkadres aan om gegevens over de netwerkverbinding op te zoeken.
8Datum en tijdHier worden de huidige datum en tijd weergegeven. De systeembeheerder kan de indeling
instellen die het apparaat gebruikt om de datum en tijd weer te geven, bijvoorbeeld de 12-uurs
indeling of de 24-uurs indeling.
Knoppen op het aanraakscherm
De statusregel op het aanraakscherm biedt informatie over de status van het apparaat. Hier kunnen
verschillende knoppen worden weergegeven. De onderstaande tabel beschrijft elke knop.
Knop Beginscherm. Raak de knop beginscherm aan om vanuit elk willekeurig scherm naar het
beginscherm te gaan.
Knop Start Raak de knop Start aan om te beginnen met de gekozen functie.
Opmerking De naam van deze knop verandert bij elke functie. Zo heet de knop Start
kopiëren bij de functie Kopiëren.
Knop Stoppen Als het apparaat bezig is met een afdruk- of faxtaak wordt de knop Stoppen weergegeven
in plaats van de knop Start. Raak de knop Stoppen aan om de actuele taak te onderbreken. Het apparaat
vraagt of de taak moet worden geannuleerd of hervat.
Knop Fout. De knop Fout wordt weergegeven als er sprake is van een fout waarbij ingrijpen nodig is om
te kunnen doorgaan. Raak de knop Fout aan om een bericht te lezen dat de fout beschrijft. Het bericht
bevat ook aanwijzingen voor het oplossen van het probleem.
Knop Waarschuwing. De knop Waarschuwing wordt weergegeven als het apparaat een probleem heeft
maar kan doorgaan. Raak de knop Waarschuwing aan om een bericht te lezen waarin de fout wordt
beschreven. Het bericht bevat ook aanwijzingen voor het oplossen van het probleem.
Knop Help. Raak de knop Help aan om het ingebouwde online Help-systeem te openen. Raadpleeg
Help-systeem op het bedieningspaneel voor meer informatie.
Help-systeem op het bedieningspaneel
Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat het gebruik van elk scherm uitlegt. Raak de knop
Help (
Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke
onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
Voor schermen met instellingen voor afzonderlijke taken opent Help een onderwerp dat de opties voor
dat scherm uitlegt.
Als het apparaat een fout of waarschuwing aangeeft, opent het aanraken van de knop Fout (
knop Waarschuwing (
aanwijzingen waarmee het probleem kan worden opgelost.
) in de rechterbovenhoek van het scherm aan om het Help-systeem te openen.
) een bericht waarin het probleem wordt beschreven. Het bericht bevat ook
) of de
16Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 33
Navigeren in het menu Beheer
Raak op het beginscherm Beheer aan om de menustructuur te openen. Mogelijk moet u omlaag
bladeren in het beginscherm om deze functie te zien.
Het menu Beheer heeft verschillende submenu's die op de linkerzijde van het scherm staan. Raak de
naam van een menu aan om de structuur uit te klappen. Een plus-teken (+) naast een menunaam
betekent dat het menu submenu's bevat. Ga door met het openen van de structuur totdat u bij de optie
komt die u wilt configureren. Raak Terug aan om terug te gaan naar het vorige niveau.
Raak de knop Beginscherm (
verlaten.
Het apparaat heeft een ingebouwde Help, waarin alle functies worden uitgelegd die in de menu's
beschikbaar zijn. Er is Help beschikbaar voor veel menu's op de rechterzijde van het aanraakscherm.
U kunt ook het algemene Help-systeem openen door de knop Help (
scherm aan te raken.
De tabellen in de volgende gedeelten geven de algemene structuur van elk menu onder het menu
Beheer aan.
) in de linkerbovenhoek van het scherm aan om het menu Beheer te
) in de rechterbovenhoek van het
NLWWNavigeren in het menu Beheer17
Page 34
Menu Informatie
Beheer > Informatie
U kunt dit menu gebruiken om informatiepagina's en rapporten die intern op het apparaat zijn
opgeslagen af te drukken.
GebruikspaginaAfdrukkenGeeft informatie weer over het aantal
BestandsdirectoryAfdrukkenEen directorypagina die informatie bevat over
Logboek
kleurgebruiktaak
AfdrukkenToont de basisstructuur van het menu
Beheer en de huidige beheerinstellingen.
AfdrukkenEen reeks configuratiepagina's die de huidige
instellingen van het apparaat weergeven.
AfdrukkenGeeft de status weer van benodigdheden,
bijvoorbeeld cartridges, onderhoudskits en
nietjes.
pagina's dat is afgedrukt op iedere
papiersoort en ieder formaat.
eventuele apparaten voor massaopslag,
bijvoorbeeld flash-stations,
geheugenkaarten of harde schijven, die in dit
apparaat zijn geïnstalleerd.
AfdrukkenEen directorypagina met informatie over het
kleurverbruik per taak. Deze informatie
betreft gebruikersnaam, naam van de
toepassing en het aantal pagina's in alleen
zwart en het aantal kleurenpagina's.
FaxrapportenActiviteitenlogboekAfdrukkenBevat een lijst van de faxen die zijn
verzonden of ontvangen door dit apparaat.
OproeprapportOproeprapportAfdrukkenEen gedetailleerd rapport van de laatste
verzonden of ontvangen fax.
Voorbeeldpagina's/lettertypen
Miniatuur op rapportJa
Nee (standaard)
Wanneer rapport
afdrukken
Rapport
Factuurcodes
Lijst met
geblokkeerde faxen
SnelkieslijstAfdrukkenGeeft de snelkiesnummers weer die zijn
DemopaginaAfdrukkenEen demonstratiepagina waarop de hoogst
AfdrukkenEen lijst van factuurcodes die zijn gebruikt
AfdrukkenEen lijst van telefoonnummers die zijn
Nooit automatisch afdrukken
Rapport afdrukken na faxtaken
Rapport afdrukken na faxverzendtaken
Na elke faxfout afdrukken (standaard)
Rapport alleen afdrukken na verzendfouten
Rapport alleen afdrukken na ontvangstfouten
Kies of u al dan niet een miniatuur van de
eerste pagina van de fax op het rapport
wenst.
voor uitgaande faxen. Dit rapport geeft weer
hoeveel faxen zijn gefactureerd naar iedere
code.
geblokkeerd voor het verzenden van faxen
naar dit apparaat.
ingesteld voor dit apparaat.
mogelijke afdrukkwaliteit voor deze MFP
wordt getoond.
RGB-voorbeeldenAfdrukkenAfdruk van kleurvoorbeelden bij
verschillende RGB-waarden. Aan de hand
van deze voorbeelden kunnen kleuren met
elkaar worden vergeleken.
CMYK-voorbeeldenAfdrukkenAfdruk van kleurvoorbeelden bij
verschillende CMYK-waarden. Aan de hand
van deze voorbeelden kunnen kleuren met
elkaar worden vergeleken.
PCL-lettertypelijstAfdrukkenEen lijst van PCL-lettertypen (printer control
language) die momenteel op het apparaat
beschikbaar zijn.
PS-lettertypelijstAfdrukkenEen lijst van PS-lettertypen (PostScript) die
momenteel op het apparaat beschikbaar zijn.
NLWWMenu Informatie19
Page 36
Standaard taakopties
Beheer > Standaard taakopties
Met dit menu kunt u voor elke functie standaardtaakopties definiëren. Deze worden gebruikt als er bij
het maken van de taak geen andere opties worden opgegeven.
Het menu Standaard taakopties bevat de volgende submenu's:
Standaardopties voor originelen
●
Afbeelding aanpassen
●
Standaardkopieeropties
●
Standaardfaxopties
●
Standaard e-mailopties
●
Standaardopties Verzenden naar map
●
Standaardafdrukopties
●
Standaardopties voor originelen
Beheer > Standaard taakopties > Standaardopties voor originelen
Tabel 2-2 Menu Standaardopties voor originelen
MenuoptieWaardenOmschrijving
PapierformaatSelecteer een papierformaat in
de lijst.
Aantal zijden1Selecteer of u originelen doorgaans enkelzijdig of dubbelzijdig
2
AfdrukstandstaandSelecteer de afdrukstand die het meest wordt gebruikt om originelen
Liggend
Tekst/afbeelding optimaliserenHandmatig aanpassenOptimaliseer de afdruk per type origineel: tekst, afbeeldingen of een
Tekst
Afgedrukte afbeelding
Foto
Selecteer het papierformaat dat het meest wordt gebruikt om
originelen te kopiëren of te scannen.
kopieert of scant.
te kopiëren of te scannen. Selecteer staand als de korte zijde boven
moet liggen, en selecteer Liggend als de lange zijde boven moet
liggen.
combinatie van beide.
Als u Handmatig aanpassen selecteert, geeft u de combinatie van
tekst en afbeeldingen op die het meest zal worden gebruikt.
DonkerheidSelecteer een waarde.Selecteer het dichtheidsniveau voor de afdruk (hoe donker moet deze
Achtergrond opruimenPas de waarde aan binnen het
bereik.
ScherptePas de waarde aan binnen het
bereik.
zijn).
Verhoog de instelling voor Achtergr. verwijd. als u vage afbeeldingen
van de achtergrond wilt verwijderen of een lichte achtergrondkleur
wilt verwijderen.
Pas de instelling voor Scherpte aan om de afbeelding helderder of
zachter weer te geven.
Uitvoerbak<Baknaam>Selecteer de standaard uitvoerbak voor kopieën.
Rand-tot-randNormaal (aanbevolen)
Uitschakelen (standaard)
SorterenUitschakelen
exemplaren. De
fabrieksinstelling is 1.
2
Zwart
Aan
Eén links schuin
Aan (standaard)
(standaard)
Uitvoer rand-tot-rand
Stel het standaard aantal exemplaren voor een
kopieertaak in.
Stel het standaard aantal zijden voor kopieën in.
Kies of standaard in kleur of zwart-wit moet worden
gekopieerd.
Met deze functie wordt tijdens het scannen
automatisch het afbeeldingsformaat verkleind, zodat
de marges ook worden meegenomen.
Stel opties in voor het nieten en sorteren van sets met
kopieën.
Als Sorteren is geselecteerd, drukt het apparaat een
volledige kopie af voordat de volgende kopie wordt
afgedrukt. Anders wordt de eerste pagina van alle
kopieën het eerst afgedrukt, en daarna de tweede
pagina, enzovoort.
Als het originele document dicht bij de randen wordt
afgedrukt, gebruikt u de functie Rand-tot-rand om
schaduwen langs de randen te voorkomen. Gebruik
deze functie samen met de functie Vergroot/verklein
om ervoor te zorgen dat de hele pagina wordt afgedrukt
op de kopieën.
Selecteer Een fax doorsturen en Speciaal als u ontvangen
faxberichten naar een ander faxapparaat wilt doorsturen. Typ
vervolgens het nummer van de andere fax in het veld Doorsturen naar
faxnummer. Als u deze menuoptie voor de eerste keer selecteert,
wordt u gevraagd een pincode in te stellen. Typ die pincode telkens
wanneer u dit menu gebruikt. De pincode is dezelfde als die wordt
gebruikt voor toegang tot het menu Fax afdrukken.
Stel de resolutie voor verzonden documenten in.
Afbeeldingen met een hogere resolutie bevatten meer
dpi (dots per inch), dus de afbeelding wordt
gedetailleerder weergegeven. Afbeeldingen met een
lagere resolutie bevatten minder dpi en worden minder
gedetailleerd weergegeven, maar de bestanden zijn
minder groot.
Selecteer de positie van de faxkop op de pagina.
Selecteer Vooraan toevoegen als u de faxkop boven
de faxinhoud wilt afdrukken en de faxinhoud lager op
de pagina wilt plaatsen. Selecteer Overlay als u de
faxkop boven de faxinhoud wilt plaatsen zonder de
faxinhoud naar beneden te verplaatsen. Met deze optie
zou u kunnen voorkomen dat een fax van één pagina
doorloopt op een volgende pagina.
Ontvangen faxen stempelenIngeschakeld
Uitgeschakeld (standaard)
Aanpassen aan paginaIngeschakeld (standaard)
Uitgeschakeld
FaxpapierladeSelecteer uit een lijst met laden.Selecteer de lade met het formaat en het type papier dat u voor
Uitvoerbak<Baknaam>Selecteer de standaarduitvoerbak voor faxberichten, als dit van
Voeg de datum, tijd, telefoonnummer van afzender en het
paginanummer toe aan elke pagina van een faxbericht dat dit
apparaat ontvangt.
Verklein faxberichten die groter zijn dan het Letter-formaat of A4formaat zo dat ze op een pagina van Letter- of A4-formaat passen.
Als deze functie is ingesteld op Uitgeschakeld, worden faxen die
groter zijn dan Letter of A4 afgedrukt op meerdere pagina's.
Kopieën per taakTyp een waarde.Stel het standaard aantal exemplaren voor afdruktaken
Standaard papierformaat(Lijst met ondersteunde
formaten)
Standaard aangepast
papierformaat
Uitvoerbak<baknaam>Selecteer de standaarduitvoerbak voor afdruktaken.
AfdrukzijdenEnkelzijdig
Dubbelzijdig formaatBoekstijl
MaateenheidMillimeter
Inch
X-afmetingConfigureer de breedtemaat voor Standaard
Y-afmetingConfigureer de hoogtemaat voor Standaard aangepast
Dubbelzijdig
Omslagstijl
in.
Selecteer een papierformaat.
Configureer het standaardpapierformaat dat wordt
gebruikt wanneer de gebruiker Speciaal selecteert als
het papierformaat voor een afdruktaak.
aangepast papierformaat.
papierformaat.
Als er optionele laden zijn geïnstalleerd, variëren de
opties voor de uitvoerbak.
Selecteer of er standaard enkelzijdig of dubbelzijdig
moet worden afgedrukt.
Met deze functie configureert u de standaardstijl voor
dubbelzijdige afdruktaken. Als Boekstijl is
ingeschakeld, is de plaatsing van de achterzijde van de
pagina dezelfde als de voorzijde. Deze optie is bedoeld
voor afdruktaken die langs de linkerrand worden
ingebonden. Als Omslagstijl is geselecteerd, wordt de
achterzijde van de pagina ondersteboven afgedrukt.
Deze optie is bedoeld voor afdruktaken die langs de
bovenrand worden ingebonden.
26Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 43
Menu Tijd/schema's
Beheer > Tijd/schema's
Met dit menu stelt u opties in voor het instellen van de tijd en het in- en uitschakelen van de
sluimermodus.
OpmerkingWaarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige
Met deze functie stelt u de huidige datum en
tijd en de datum- en tijdsnotatie in die wordt
gebruikt bij het dateren van uitgaande
faxen.
Met deze functie stelt u de tijd in gedurende
welke het apparaat inactief moet zijn voordat
de sluimermodus ingaat.
45 minuten
1 uur (60 minuten)
90 minuten
2 uur
4 uur
WektijdMaandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Uitschakelen
(standaard)
Speciaal
Kies Speciaal om een wektijd voor elke dag
van de week in te stellen. De sluimermodus
wordt uitgeschakeld volgens dit schema. Het
gebruik van een sluimerschema helpt bij het
besparen van energie en bereidt het
apparaat voor op gebruik; gebruikers hoeven
dan niet te wachten tot het apparaat is
opgewarmd.
Als u zorgen hebt over de beveiliging van
privé-faxen gebruikt u deze functie om faxen
op te slaan in plaats van ze automatisch te
laten afdrukken door een afdrukschema op te
stellen.
Voor het faxafdrukschema vraagt het
bedieningspaneel u dagen en tijden in te
stellen voor het afdrukken van faxen.
Kies PIN wijzigen om de PIN-code te wijzigen
die gebruikers moeten invoeren om faxen af
te drukken.
28Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 45
Menu Beheer
Beheer > Beheer
Met dit menu stelt u de algemene opties voor apparaatbeheer in.
OpmerkingWaarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige
menu-items hebben geen standaardwaarde.
Tabel 2-9 Menu Beheer
Menu-itemSubmenu-itemWaardenOmschrijving
Beheer opgeslagen taken Opslaglimiet
snelkopieertaken
Time-out opgeslagen
snelkopieertaken
SluimermodusUitschakelen
Benodigdheden beherenOnderdelen vervangenStop bij bijna leeg
Selecteer het
maximumaantal taken dat
moet worden opgeslagen.
Uitschakelen
1 uur
4 uur
1 dag
1 week
Sluimervertraging
gebruiken (standaard)
Stop bij leeg (standaard)
Negeren bij leeg
Met dit menu opent en beheert u alle taken die op het
apparaat zijn opgeslagen.
Met deze functie past u de sluimermodusinstellingen
voor dit apparaat aan.
Selecteer Sluimervertraging gebruiken om de
sluimermodus in te schakelen na de in het menu Tijd/
schema's ingestelde tijd.
Met dit menu bepaalt u wat de MFP moet doen
wanneer een printcartridge, fuser kit of transfer kit bijna
leeg is. Kies Stop bij bijna leeg om het afdrukken te
stoppen wanneer een voorraad bijna op is. Kies Stop
bij leeg om door te gaan met afdrukken totdat een
kleurenprintcartridge leeg is. Kies Negeren bij leeg om
door te gaan met afdrukken wanneer een
kleurenprintcartridge op is. Er wordt een waarschuwing
op het bedieningspaneel weergegeven dat deze
functie is ingeschakeld en dat een kleurencartridge
moet worden vervangen.
Drempel voor Onderdeel
bijna leeg/bestellen
Kleurbenodigdheden leeg Automatisch doorgaan
Selecteer een waarde
binnen het bereik.
zwart
Stoppen
Gebruik dit menu om administratieve taken voor
voorraadbeheer uit te voeren, zoals het wijzigen van
de besteldrempel.
Met dit menu bepaalt u wat de MFP moet doen
wanneer een kleurencartridge leeg is. Wanneer
Automatisch doorgaan zwart is ingeschakeld, blijft de
MFP afdrukken met alleen zwarte toner.
NLWWMenu Beheer29
Page 46
Tabel 2-9 Menu Beheer (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemWaardenOmschrijving
Kleurgebruik beperkenToegang tot
kleurenafdrukken
Toegang tot
kleurenkopieën
Kleur/zwart gem.Auto (standaard)
Kleur inschakelen
(standaard)
Kleur indien toegestaan
Kleur uitschakelen
Kleur inschakelen
(standaard)
Kleur uitschakelen
Meestal kleurenpagina's
Meestal zwarte pagina's
Met deze optie kan de systeembeheerder het
afdrukken in kleur uitschakelen of beperken. Als u de
instelling Kleur indien toegestaan wilt gebruiken, moet
u machtigingen voor gebruikers en/of toepassingen
instellen in de geïntegreerde webserver, HP Easy
Printer Care of in Web Jetadmin.
Met deze optie kan de systeembeheerder het kopiëren
in kleur uitschakelen of beperken.
Met deze optie bepaalt u hoe van kleurenmodus naar
zwart-witmodus wordt overgeschakeld voor maximale
prestaties en levensduur van de printcartridge.
Kies Auto om de fabrieksinstellingen van de MFP te
herstellen.
Kies Meestal kleurenpagina's als u bijna al uw taken
afdrukt in kleur met een hoge paginadekking.
Kies Meestal zwarte pagina's als u meestal
monochrome taken of een combinatie van
kleurentaken en monochrome taken afdrukt.
30Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 47
Menu Begininstellingen
Beheer > Eerste installatie
Het menu Eerste installatie bevat de getoonde submenu's:
Menu Netwerk en I/O
●
Menu Fax instellen
●
Menu E-mailinstallatie
●
OpmerkingWaarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige
menu-items hebben geen standaardwaarde.
Netwerk en I/O
Beheer > Eerste installatie > Netwerk en I/O
Tabel 2-10 Netwerk en I/O
Menu-itemSubmenu-itemWaardenOmschrijving
I/O-time-outSelecteer een waarde
Parallelle invoer
Opmerking
Deze optie
verschijnt alleen
als er een EIOaccessoire is
geïnstalleerd.
Geintegreerde JetdirectZie Tabel 2-11 Jetdirect-menu's voor de lijst met opties.
EIO <X> Jetdirect
Hoge snelheidNee
Geavanc. functiesIngeschakeld (standaard)
binnen het bereik. De
fabrieksinstelling is
15 seconden.
Ja (standaard)
Uitgeschakeld
I/O-time-out betreft de verstreken tijd voordat een
afdruktaak mislukt. Als de stroom gegevens die het
apparaat voor een afdruktaak ontvangt wordt
onderbroken geeft deze instelling aan hoe lang het
apparaat zal wachten voordat het aangeeft dat de taak
is mislukt.
Gebruik de instelling Hoge snelheid voor het
configureren van de snelheid die de parallelle poort
gebruikt voor communicatie met de host.
Met de instelling Geavanc. functies schakelt u
bidirectionele parallelle communicatie in of uit.
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
TCP/IPInschakelenUitschakelen: Schakel het TCP/IP-protocol uit.
Aan (standaard): Schakel het TCP/IP-protocol in.
HostnaamEen alfanumerieke tekenreeks van maximaal 32
tekens die wordt gebruikt voor de identificatie van het
apparaat. De naam staat op de configuratiepagina van
HP Jetdirect. De standaardhostnaam is NPIxxxxxx,
waarbij xxxxxx de laatste zes cijfers zijn van het LANhardwareadres (MAC).
NLWWMenu Begininstellingen31
Page 48
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
IPV4-instellingenConfiguratiemethodeSpecificeert de methode waarmee TCP/IPv4-
parameters worden geconfigureerd op de Jetdirectprintserver.
Bootp: Gebruik BootP (Bootstrap Protocol) voor
automatische configuratie van een BootP-server.
DHCP: Gebruik DHCP (Dynamic Host Configuration
Protocol) voor de automatische configuratie vanaf een
DHCPv4-server. Als hiervoor wordt gekozen en er
sprake is van een DHCP-lease, zijn de menu's DHCP-
versie en DHCP vernieuwen beschikbaar om de
DHCP-lease-opties in te stellen.
Automatische IP: Gebruik automatische link-local
IPv6-adressering. Er wordt automatisch een adres in
de vorm 169.254.x.x toegewezen.
Handmatig: Met het menu Handmatige instellingen
configureert u TCP/IPv4-parameters.
Standaard-IPGeef het IP-adres op dat standaard moet worden
gebruikt als de printserver geen IP-adres van het
netwerk kan krijgen tijdens een geforceerde TCP/IPherconfiguratie (bijvoorbeeld bij een handmatige
configuratie om BootP of DHCP te gebruiken).
Automatische IP: Er wordt een link-local IP-adres
169.254.x.x ingesteld.
Verouderd: Het adres 192.0.0.192 wordt ingesteld, dat
consistent is met oudere Jetdirect-producten.
DHCP-versieDit menu wordt weergegeven als
Configuratiemethode is ingesteld op DHCP en er
sprake is van een DHCP-lease voor de printserver.
Nee (standaard): De huidige DHCP-lease wordt
opgeslagen.
Ja: De huidige DHCP-lease en de geleasede IP-
adressen worden vrijgegeven.
DHCP vernieuwenDit menu wordt weergegeven als
Configuratiemethode is ingesteld op DHCP en er
sprake is van een DHCP-lease voor de printserver.
Nee (standaard): De printserver vraagt niet om het
vernieuwen van de DHCP-lease.
Ja: De printserver vraagt om het vernieuwen van de
actuele DHCP-lease.
Handmatige instellingen(Alleen beschikbaar als Configuratiemethode is
ingesteld op Handmatig) Configureer de parameters
rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de
printer:
IP-adres: Het unieke IP-adres van de printer (n.n.n.n.)
waarbij n een waarde tussen 0 en 255 is.
Subnetmasker: Het subnetmasker van de printer
(m.m.m.m.) waarbij m een waarde is tussen 0 en 255.
32Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 49
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
Syslog-server: Het IP-adres van de syslog-server. Dit
wordt gebruikt voor de ontvangst en de opslag van
syslog-berichten.
Standaardgateway: Het IP-adres van de gateway of
router voor communicatie met andere netwerken.
Time-out bij inactiviteit: De tijdsperiode in seconden
waarna een niet-actieve TCPafdrukgegevensverbinding wordt verbroken
(standaard is 270 seconden, 0 schakelt de time-out
uit).
Primaire DNSGeef het IP-adres (n.n.n.n) op van een primaire DNS-
server.
Secundaire DNSGeef het IP-adres (n.n.n.n) op van een secundaire
DNS-server.
IPv6-instellingenInschakelenMet dit item schakelt u de IPv6-werking op de
printserver in of uit.
Uitschakelen (standaard): IPv6 is uitgeschakeld.
Aan: IPv6 is ingeschakeld.
AdresHandmatige instellingen: Met deze optie stelt u
handmatig IPv6-adressen in op de printserver.
Inschakelen: Selecteer deze optie en kies Aan voor het
inschakelen van handmatige configuratie, of
Uitschakelen voor het uitschakelen van handmatige
configuratie.
Adres: Met deze optie voert u een 32-cijferig
hexadecimaal IPv6-knooppuntadres in dat de
dubbelepunts hexadecimale syntaxis gebruikt.
DHCPv6-beleidIngestelde router: De door de printserver te gebruiken
stateful-autoconfiguratiemethode wordt bepaald door
een router. De router specificeert of de printserver het
adres, de configuratiegegevens of beide verkrijgt van
een DHCPv6-server.
Router niet beschikbaar: Als er geen router
beschikbaar is, moet de printserver proberen de
stateful-configuratie van een DHCPv6-server te
krijgen.
Altijd: Met of zonder beschikbare router moet de
printserver steeds proberen de stateful-configuratie
van een DHCPv6-server te krijgen.
Primaire DNSMet dit item specificeert u een IPv6-adres voor de
Secundaire DNSMet deze optie specificeert u een IPv6-adres voor de
primaire DNS-server die door de printserver moet
worden gebruikt.
secundaire DNS-server die door de printserver moet
worden gebruikt.
NLWWMenu Begininstellingen33
Page 50
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
ProxyserverSpecificeert de proxyserver die moet worden gebruikt
door toepassingen die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Een proxyserver wordt gewoonlijk
gebruikt voor Internet-toegang door netwerkclients.
Deze slaat webpagina's op en biedt bepaalde Internetbeveiliging voor deze clients.
Als u een proxyserver wilt opgeven, voert u het IPv6adres of een volledige domeinnaam in. De naam mag
maximaal 255 octetten hebben.
Voor sommige netwerken moet u mogelijk contact
opnemen met uw ISP (Independent Service Provider)
voor het proxyserveradres.
Proxy-poortVoer het poortnummer in dat door de proxyserver voor
cliëntondersteuning wordt gebruikt. Het poortnummer
identificeert de poort die is gereserveerd voor
proxyactiviteit op het netwerk en kan een waarde
hebben tussen 0 en 65535.
IPX/SPXInschakelenUitschakelen: Schakel het IPX/SPX-protocol uit.
Aan (standaard): Schakel het IPX/SPX-protocol in.
FrametypeSelecteert de instelling van het frametype voor uw
AppleTalkInschakelenUitschakelen: Schakel het AppleTalk-protocol uit.
DLC/LLCInschakelenUitschakelen: Schakel het DLC/LLC-protocol uit.
netwerk.
Auto: Stelt automatisch het frametype in en beperkt het
tot het eerst waargenomen frametype.
EN_8023, EN_II, EN_8022, en EN_SNAP:
Frametypeselecties voor Ethernet-netwerken.
Aan (standaard): Schakel het AppleTalk-protocol in.
Aan (standaard): Schakel het DLC/LLC-protocol in.
34Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 51
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
BeveiligingBev. pagina afdrukkenJa (standaard): Drukt een pagina af met de huidige
beveiligingsinstellingen op de HP Jetdirectprintserver.
Nee: Er wordt geen pagina met beveiliginginstellingen
afgedrukt.
Beveiligd webGeef voor het configuratiebeheer op of de
geïntegreerde webserver voor communicatie alleen
HTTPS (veilige HTTP) of zowel HTTP als HTTPS
accepteert.
HTTPS vereist: Voor veilige, gecodeerde
communicatie wordt alleen HTTPS-toegang
geaccepteerd. De printserver wordt weergegeven als
een beveiligde site.
HTTP/HTTPS optioneel: Toegang via HTTP of HTTPS
is toegestaan.
FirewallSpecificeer de firewall-status op de printserver.
Behouden: Firewall-status blijft hetzelfde als
momenteel geconfigureerd.
Uitschakelen: Firewall op de printserver is
uitgeschakeld.
Beveiliging opnieuw
instellen
DiagnostiekGeïntegreerde testsDit menu bevat tests voor de diagnose van
LAN HW-test
Geef op of de huidige beveiligingsinstellingen van de
printserver worden opgeslagen of worden hersteld
naar de fabrieksinstellingen.
Nee*: De actuele beveiliginginstellingen blijven geldig.
Ja: Beveiligingsinstellingen zijn teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
netwerkhardware of TCP/IP-verbindingsproblemen.
Geïntegreerde tests helpen bij het bepalen of een
netwerkfout binnen of buiten het apparaat optreedt.
Gebruik een geïntegreerde test om de hardware en
communicatiepaden op de printserver te controleren.
Na het selecteren en inschakelen van een test en het
instellen van de uitvoeringstijd selecteert u Uitvoeren
om de test te beginnen.
Afhankelijk van de uitvoeringstijd wordt een gekozen
test continu uitgevoerd, totdat ofwel het apparaat wordt
uitgezet, of een fout optreedt en een diagnostische
pagina wordt afgedrukt.
VOORZICHTIG Het uitvoeren van deze
geïntegreerde test wist uw TCP/IPconfiguratie.
Deze test voert een interne loopbacktest uit. Een
interne loopbacktest verzendt en ontvangt alleen
pakketten op de interne netwerkhardware. Er zijn geen
externe transmissies op uw netwerk.
Selecteer Ja om deze test te kiezen of Nee om deze
test niet te kiezen.
NLWWMenu Begininstellingen35
Page 52
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
HTTP-testDeze test controleert de werking van HTTP door
voorgedefinieerde pagina's van het apparaat op te
halen en test de geïntegreerde webserver.
Selecteer Ja om deze test te kiezen of Nee om deze
test niet te kiezen.
SNMP-testDeze test controleert de werking van SNMP-
communicatie via toegang tot voorgedefinieerde
SNMP-objecten op het apparaat.
Selecteer Ja om deze test te kiezen of Nee om deze
test niet te kiezen.
GegevenspadtestDeze test helpt bij het identificeren van problemen met
Alle tests selecterenMet dit item selecteert u alle beschikbare
Uitvoeringstijd [U]Met dit item geeft u de tijdsduur op (in uren) dat een
UitvoerenNee*: Start de gekozen tests niet.
gegevenspaden en beschadigde bestanden op
apparaten met HP postscript niveau 3-emulatie. Het
verzendt een voorgedefinieerd PS-bestand naar het
apparaat. De test is echter papierloos, het bestand kan
niet worden afgedrukt.
Selecteer Ja om deze test te kiezen of Nee om deze
test niet te kiezen.
geïntegreerde tests.
Selecteer Ja om alle tests te kiezen. Selecteer Nee om
afzonderlijke tests te kiezen.
geïntegreerde test wordt uitgevoerd. U kunt een
waarde instellen tussen 1 en 60 uur. Als u nul (0) instelt,
wordt de test uitgevoerd totdat een fout optreedt of het
apparaat wordt uitgezet.
De gegevens van de HTTP-, SNMP- en
gegevenspadentests worden afgedrukt nadat de tests
zijn voltooid.
Ja: Start de gekozen tests.
36Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 53
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
Ping-testDeze test wordt gebruikt om de netwerkcommunicatie
te controleren. Deze test zendt link-levelpakketten
naar een externe netwerkhost en wacht dan op een
juiste respons. Stel de volgende items in om een pingtest uit te voeren:
BestemmingstypeGeef aan of het doelapparaat een IPv4- of IPv6-
knooppunt is.
Bestemmings-IP4IPv4: Typ het IPv4-adres.
Bestemmings-IP6IPV6: Typ het IPv6-adres.
PakketgrootteGeef de grootte in bytes aan van elk pakket dat wordt
verzonden naar de externe host. Het minimum is 64
(standaard) en het maximum is 2048.
Time-outGeef de tijdsduur op (in seconden) om te wachten op
AantalGeef het aantal ping-testpakketten op dat bij deze test
AfdrukresultatenAls de ping-test niet is ingesteld op continu uitvoeren,
UitvoerenGeef op of de ping-test moet starten. Kies Ja om de
een respons van de externe host. De
standaardinstelling is 1 en het maximum is 100.
moet worden verzonden. Kies een waarde tussen 1 en
100. Kies 0 om de test continu te uit te voeren.
dan kunt u de testresultaten desgewenst laten
afdrukken. Kies Ja om de resultaten af te drukken. Als
u Nee (standaard) kiest worden de resultaten niet
afgedrukt.
test te starten of Nee om de test niet uit te voeren.
NLWWMenu Begininstellingen37
Page 54
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
Ping-resultatenMet dit item kunt u de ping-teststatus en de resultaten
bekijken op het bedieningspaneel. U kunt de volgende
items selecteren:
Verzonden pakkettenGeeft het aantal pakketten (0 - 65535) weer dat naar
Ontvangen pakkettenGeeft het aantal pakketten (0 - 65535) weer dat van de
Percentage verlorenGeeft het percentage ping-testpakketten weer dat is
RTT minGeeft de laagste gevonden retourtijd (RTT) weer,
RTT maxGeeft de hoogste gevonden retourtijd (RTT) weer,
RTT gemiddeldGeeft de gemiddelde gevonden retourtijd (RTT) weer,
Ping in uitvoeringGeeft aan of er een ping-test in uitvoering is. Ja geeft
VernieuwenTijdens het weergeven van de ping-testresultaten
de externe host is verzonden sinds de meest recente
test is gestart of voltooid.
externe host is ontvangen sinds de meest recente test
is gestart of voltooid.
verzonden zonder respons van de externe host sinds
de meest recente test is gestart of voltooid.
tussen 0 en 4096 milliseconden, voor
pakkettransmissie en respons.
tussen 0 en 4096 milliseconden, voor
pakkettransmissie en respons.
tussen 0 en 4096 milliseconden, voor
pakkettransmissie en respons.
een test in uitvoering aan en Nee geeft aan dat een test
is voltooid of niet is uitgevoerd.
werkt dit item de ping-testgegevens bij met de actuele
resultaten. Kies Ja om de gegevens bij te werken of
Nee om de bestaande gegevens te behouden. Het
bijwerken wordt echter automatisch uitgevoerd bij een
menutime-out of als u handmatig terugkeert naar het
hoofdmenu.
VerbindingssnelheidDe linksnelheid en communicatiemodus van de
printserver moeten overeenkomen met die van het
netwerk. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk
van het apparaat en de geïnstalleerde printserver. Kies
één van de volgende linkconfiguratie-instellingen:
VOORZICHTIG Als u de linkinstelling wijzigt
kan de netwerkcommunicatie met de
printserver en het netwerkapparaat verloren
gaan.
Auto (standaard): De printserver gebruikt
automatische onderhandeling om zichzelf te
configureren met de hoogst toegestane linksnelheid en
communicatiemodus. Als de automatische
onderhandeling mislukt, wordt ofwel 100TX HALF of
10TX HALF ingesteld, afhankelijk van de vastgestelde
linksnelheid van de hub-/switch-poort. (Een 1000T
half-duplex-selectie wordt niet ondersteund.)
10T Half: 10 Mbps, half-duplex-werking.
10T Volledig: 10 Mbps, volledige duplex-werking.
38Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 55
Tabel 2-11 Jetdirect-menu's (vervolg)
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
De instellingen configureren die wettelijk
vereist zijn voor uitgaande faxen.
Met deze functie schakelt u PCfaxverzending in of uit. Met PCfaxverzending kunnen gebruikers vanaf hun
computer faxen verzenden via het apparaat,
als het Send Fax-stuurprogramma is
geïnstalleerd.
Met deze functie stelt u het volume in van de
tonen die u hoort wanneer het apparaat het
faxnummer kiest.
Als Foutcorrectiemodus is ingeschakeld en
er een fout optreedt tijdens de faxtransmissie,
verzendt of ontvangt het apparaat het foute
gedeelte opnieuw.
JBIG-compressie verkort de
faxtransmissietijd en kan daardoor de
telefoonkosten verlagen. Het gebruik van
JBIG-compressie kan soms echter
compatibiliteitsproblemen veroorzaken met
oudere faxapparaten. Zet, als dit gebeurt,
JBIG-compressie uit.
Met deze functie stelt u de maximale
baudfrequentie voor het ontvangen van faxen
in. Dit kan worden gebruikt als een
diagnostisch hulpmiddel voor foutopsporing
bij faxproblemen.
Deze instelling moet op de standaardwaarde
blijven staan en mag alleen worden gewijzigd
door een medewerker van de technische
ondersteuning van HP. De
wijzigingsprocedures voor deze instelling
voeren te ver voor deze handleiding.
TCF uitbreidingStandaard
(standaard)
Speciaal
KiesmodusToon (standaard)
Puls
Opnieuw kiezen bij
bezet
Opnieuw kiezen bij
geen antwoord
De reeks loopt van 0
tot 9. De
fabrieksinstelling is 3
keer.
Nooit (standaard)
Eén keer
Twee keer
Deze instelling moet op de standaardwaarde
blijven staan en mag alleen worden gewijzigd
door een medewerker van de technische
ondersteuning van HP. De
wijzigingsprocedures voor deze instelling
voeren te ver voor deze handleiding.
Selecteer of het apparaat toon- of pulskiezen
moet gebruiken.
Typ het aantal keren dat het apparaat moet
proberen opnieuw te kiezen als de lijn bezet
is.
Met deze functie stelt u het aantal malen in
dat het apparaat moet proberen te kiezen als
het faxnummer van de ontvanger niet
reageert.
Opmerking Twee keer is
beschikbaar voor locaties buiten de
Verenigde Staten en Canada.
1 en 5 minuten. De
fabrieksinstelling is 5
minuten.
Uitgeschakeld
(standaard)
(standaard)
Speciaal
(standaard)
Speciaal
per locatie. De
fabrieksinstelling is 2
belsignalen.
(standaard)
Speciaal
Met deze functie stelt u het aantal minuten in
tussen de belpogingen als het nummer van
de ontvanger bezet is of niet reageert.
Met deze functie stelt u in of het apparaat
moet controleren of er een kiestoon is voordat
de fax wordt verzonden.
Met deze functie stelt u een voorkiesnummer
in dat moet worden gekozen voordat faxen
vanaf het apparaat worden verzonden.
Als factureringscodes zijn ingeschakeld
wordt de gebruiker gevraagd de factuurcode
voor een uitgaande fax in te voeren.
Het bereik ligt tussen 1 en 16 tekens. De
standaardinstelling is 1 teken.
Met deze functie stelt u het aantal belsignalen
dat moet overgaan voordat de faxmodem
antwoordt in.
Deze instelling wordt gebruikt om enkele
PBX-belsignalen te wijzigen. Wijzig deze
instelling alleen wanneer dit wordt gevraagd
door een medewerker van de technische
ondersteuning van HP.
BelfrequentieStandaard
(standaard)
Speciaal
BelvolumeUitschakelen
Laag (standaard)
Hoog
Geblokkeerde
faxnummers
Geblokkeerde nrs.
toevoegen
Geblokkeerde
nummers
verwijderen
Alle geblokkeerde
nummers wissen
Voer het toe te
voegen faxnummer
in.
Selecteer een
faxnummer om te
verwijderen.
Nee (standaard)
Ja
Deze instelling moet op de standaardwaarde
blijven staan en mag alleen worden gewijzigd
door een medewerker van de technische
ondersteuning van HP. De
wijzigingsprocedures voor deze instelling
voeren te ver voor deze handleiding.
Stel het volume in voor de faxbeltoon.
Met deze functie voegt u nummers toe aan of
verwijdert u nummers uit de lijst met
geblokkeerde faxnummers. De lijst met
geblokkeerde faxnummers kan maximaal 30
nummers bevatten. Als het apparaat wordt
gebeld door een van de geblokkeerde
faxnummers wordt de inkomende fax
verwijderd. De geblokkeerde fax wordt ook
opgenomen in het logbestand, samen met de
taakaccountinggegevens.
42Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 59
E-mail instellen
Beheer > Eerste installatie > E-mailinstallatie
Met dit menu schakelt u de e-mailfunctie in en configureert u de standaard e-mailinstellingen.
OpmerkingGebruik de geïntegreerde webserver om geavanceerde e-mailinstellingen te
configureren. Raadpleeg
Tabel 2-13 Menu E-mailinstallatie
Menu-itemWaardenOmschrijving
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
AdresvalidatieAan (standaard)
Uitschakelen
Zoek zendgatewaysZoek op het netwerk naar SMTP-gateways via welke het apparaat
SMTP-gatewayVoer een waarde in.Geef het IP-adres op van de SMTP-gateway die wordt gebruikt voor
Gateway voor versturen testenTest de geconfigureerde SMTP-gateway om te controleren of deze
Met deze optie kan het apparaat de e-mailsyntaxis controleren als u
een e-mailadres typt. Geldige e-mailadressen moeten een @-teken
en een "." bevatten.
e-mail kan verzenden.
het vanaf het apparaat verzenden van e-mail.
werkt.
Menu Verzendinstellingen
Beheer > Eerste installatie > Instelling voor verzenden
Tabel 2-14 Menu Verzendinstellingen
Menu-itemWaardenOmschrijving
MFP kopiërenVoer een waarde in (IP-adres).Kopieer de locale instellingen voor verzenden van één apparaat naar
een ander.
Overdracht naar nieuwe DSS
toestaan
Uitschakelen
Aan (standaard)
Met deze functie kan het apparaat worden overgezet van de ene
HP Digital Sending Software-server (DSS) naar een andere.
HP DSS is een softwarepakket dat digitale verzendtaken als faxen,
e-mail en het verzenden van een gescand documenttype naar een
netwerkmap verwerkt.
Service voor digitaal verzenden
toestaan
Bevestiging faxnummerUitschakelen (standaard)
Uitschakelen
Aan (standaard)
Inschakelen
Met deze functie configureert u het apparaat voor het gebruik met
een HP Digital Sending Software-server (DSS).
Wanneer Bevestiging faxnummer is ingeschakeld, wordt u gevraagd
het faxnummer tweemaal in te voeren, zodat u kunt controleren of u
het goed hebt getypt.
tussen 10 en 300
seconden in. De
fabrieksinstelling is
60 seconden.
Taak (standaard)
doorgaan (10
seconden)
(standaard)
Raak OK aan om
door te gaan
Uitschakelen
Selecteer een andere taal voor berichten op
het bedieningspaneel. Als u een andere taal
selecteert, verandert mogelijk ook de
toetsenbordindeling.
Met deze functie bepaalt u of u een geluid wilt
horen wanneer u het scherm of de knoppen
op het bedieningspaneel aanraakt.
Geef op hoeveel tijd er verstrijkt tussen een
activiteit op het bedieningspaneel en het
moment waarop het apparaat wordt
teruggezet op de standaardinstellingen.
Stel de hoeveelheid tijd in dat een wisbare
waarschuwing verschijnt op het
bedieningspaneel.
Geef op wat het apparaat moet doen
wanneer bepaalde fouten optreden.
Geef op wat het apparaat moet doen met
pagina's die tijdens een papierstoring
beschadigd zijn.
Gedrag van ladeGewenste lade gebr. Exclusief (standaard)
Eerste
Prompt handmatige
invoer
PS-verwerking van
afdrukmateriaal
Andere lade gebr.Ingeschakeld
Prompt voor formaat/
soort
Dubbelzijdige lege
pagina's
Altijd (standaard)
Tenzij geladen
Ingeschakeld
(standaard)
Uitgeschakeld
(standaard)
Uitgeschakeld
Weergeven
(standaard)
(standaard)
Niet weergeven
Auto (standaard)
Ja
Bepaal hoe het apparaat taken uitvoert
waarvoor een specifieke invoerlade is
opgegeven.
Geef op hoe een bericht moet worden
weergegeven wanneer de soort of het
formaat van een taak niet overeenkomt met
de opgegeven lade, en het apparaat in plaats
daarvan materiaal uit de multifunctionele lade
pakt.
Selecteer het papierverwerkingsmodel
PostScript (PS) of HP.
Bepaal of er wel of geen bericht op het
bedieningspaneel moet verschijnen met het
verzoek een andere lade te selecteren
wanneer de opgegeven lade leeg is.
Bepaal of het ladeconfiguratiebericht moet
worden weergegeven zodra een lade wordt
geopend of gesloten.
Bepaal hoe het apparaat tweezijdig
afdrukken (duplexen) moet verwerken.
BeeldrotatieStandaard
(standaard)
Alternatief
Nietmachine/
stapelaar
MBM-3-configuratieWerkstandFunctiescheiding
NietenGeen
Eén
Nietjes opDoorgaan
(standaard)
Stoppen
Postbus
Stapelaar
Met Beeldrotatie kunnen gebruikers papier in
dezelfde afdrukstand in de invoerlade
plaatsen, ongeacht de aanwezigheid van een
afwerkeenheid.
Selecteer Standaard om de afdrukstand te
laten overeenkomen met die van andere
apparaten die voorzien zijn van een
afwerkeenheid.
Selecteer Alternatief om een andere
afdrukstand te gebruiken, die wellicht beter
geschikt is voor voorbedrukte formulieren die
worden gebruikt op oudere producten.
Als de optionele nietmachine/stapelaar is
geïnstalleerd, gebruikt u deze functie om de
kenmerken voor stapelen voor het apparaat
in te stellen.
Configureer het optionele postbusaccessoire
met 3 bakken.
worden de pagina's in het originele document
naar schijf gescand en vastgehouden tot het
apparaat beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, kunnen
kopieertaken afdruktaken onderbreken die
zijn ingesteld op het afdrukken van meerdere
exemplaren.
De kopieertaak wordt in de afdrukwachtrij
ingevoegd aan het einde van een exemplaar
van de afdruktaak. Nadat de kopieertaak is
uitgevoerd, gaat het apparaat verder met het
afdrukken van de resterende exemplaren van
de afdruktaak.
Als deze functie is ingeschakeld, kan een
lopende kopieertaak worden onderbroken als
een nieuwe kopieertaak wordt gestart. U
wordt gevraagd te bevestigen dat u de
huidige taak wilt onderbreken.
U kunt deze functie gebruiken om af te
drukken op papier van Letter-formaat als een
A4-taak naar het apparaat is verzonden,
maar er geen papier van A4-formaat in het
apparaat is geplaatst (of omgekeerd). Deze
optie wisselt tevens A3- met Ledger-formaat
en omgekeerd.
Als deze functie is ingeschakeld, kan de
gebruiker op het bedieningspaneel voor
handinvoer als papierbron voor een taak
kiezen.
Selecteer welke versie van het lettertype
Courier u wilt gebruiken.
Wijzig het afdrukbare gebied van papier van
A4-formaat. Als u deze optie inschakelt,
kunnen tachtig tekens van 10 pitch worden
afgedrukt op een enkele regel A4-papier.
Selecteer of een PS-foutpagina (PostScript)
moet worden afgedrukt als er een PS-fout
optreedt.
Selecteer of een PDF-foutpagina moet
worden afgedrukt als er een PDF-fout
optreedt.
PersonalityAuto (standaard)
PCL
PDF
PS
Selecteer de printertaal die het apparaat
moet gebruiken.
Gewoonlijk hoeft de taal niet gewijzigd te
worden. Als u de instelling wijzigt in een
bepaalde taal, zal het apparaat niet
automatisch overschakelen van de ene naar
de andere taal, tenzij er specifieke
softwareopdrachten naar het apparaat
worden gezonden.
tussen 5 en 128
regels in. De
fabrieksinstelling is
60 regels.
Afdrukstandstaand (standaard)
Liggend
Bron lettertypeSelecteer de bron uit
de lijst.
Grootte lettertypeVoer het nummer van
het lettertype in. Het
bereik is 0 tot en met
999. De
fabrieksinstelling is 0.
Pitch lettertypeVoer een waarde
tussen 0,44 en 99,99
in. De
fabrieksinstelling is
10,00.
PCL is een reeks printeropdrachten die
Hewlett-Packard heeft ontwikkeld om
printerfuncties te kunnen benaderen.
Selecteer de afdrukstand die het meest voor
afdruktaken wordt gebruikt. Selecteer
staand als de korte zijde boven moet liggen,
en selecteer Liggend als de lange zijde boven
moet liggen.
Selecteer de lettertypebron voor het
standaard softwarelettertype van de
gebruiker.
Stel het lettertypenummer voor het
standaardsoftwarelettertype van de
gebruiker in met de bron die is opgegeven in
de menuoptie Bron lettertype. Het apparaat
kent aan elk lettertype een nummer toe en
geeft deze weer in de PCL-lettertypelijst
(beschikbaar in het menu Beheer).
Als Bron lettertype en Grootte lettertype een
omtreklettertype aangeven, gebruikt u deze
functie om een standaardpitch (voor een
lettertype met vaste tussenruimte) te
selecteren.
Puntgrootte
lettertype
SymbolensetPC-8 (standaard)
CR aan LF
toevoegen
Blanco pagina's
onderdrukken
Toewijzing
mediabron
Voer een waarde
tussen 4,00 en
999,75 in. De
fabrieksinstelling is
12,00.
(50 extra
symbolensets
waaruit u kunt
kiezen)
Nee (standaard)
Ja
Nee (standaard)
Ja
Standaard
(standaard)
Klassiek
Als Bron lettertype en Grootte lettertype een
omtreklettertype aangeven, gebruikt u deze
functie om een standaardtekengrootte (voor
een proportioneel lettertype) te selecteren.
Selecteer een van de beschikbare
symbolensets op het bedieningspaneel. Een
symbolenset is een unieke verzameling van
alle tekens in een lettertype.
Stel in of een regeleinde (CR) moet worden
toegevoegd aan elke nieuwe regel (LF) in
achterwaarts compatibele PCL-taken (alleen
tekst, geen taakbesturing).
Deze optie is bedoeld voor gebruikers die hun
eigen PCL genereren, die extra
formuliertoevoer kan bevatten waardoor lege
pagina's worden afgedrukt. Als Ja is
geselecteerd, wordt de opdracht voor het
invoeren van een nieuw vel genegeerd als de
pagina blanco is.
Selecteer en onderhoud invoerladen op
nummer wanneer u de printerdriver niet
gebruikt of wanneer het softwareprogramma
geen optie voor ladeselectie heeft.
Registratie instellenTestpaginaAfdrukkenVerschuif de marge-uitlijning zodat de afbeelding op de
Stel de dichtheid van lichte vlakken (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden
geven lichtere highlights en hogere waarden geven
donkerdere highlights op een afgedrukte pagina.
Stel de dichtheid van de middentonen (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden
geven lichtere middentonen en hogere waarden geven
donkerdere middentonen op een afgedrukte pagina.
Stel de dichtheid van de schaduwen (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden
geven lichtere schaduwen en hogere waarden geven
donkerdere schaduwen op een afgedrukte pagina.
pagina zowel horizontaal als verticaal wordt
gecentreerd. U kunt ook de afbeelding op de voorzijde
uitlijnen ten opzichte van de afbeelding die op de
achterzijde is afgedrukt.
Druk een testpagina af om de kalibratie in te stellen.
BronAlle laden
Lade <X>: <inhoud> (kies
een lade)
Lade <X> aanpassenSchuif van -20 tot 20 langs
de X- of Y-as. 0 is de
standaard.
Afdrukmodi<Papiersoort>Geef op welke modus bij welke papiersoort hoort.
Selecteer de broninvoerlade om de pagina Registratie
instellen af te drukken.
Voer de uitlijningsprocedure voor elke lade uit.
Wanneer een afbeelding wordt gemaakt, scant het
apparaat de pagina van de ene zijde naar de andere
terwijl het vel van boven naar beneden door het
apparaat wordt ingevoerd.
De scanrichting wordt aangeduid als X. X1 is de
scanrichting voor de eerste zijde van een 2-zijdige
pagina. X2 is de scanrichting van de tweede zijde van
een dubbelzijdige pagina. De invoerrichting wordt Y
genoemd.
OptimaliserenCACO3In landen/regio's waar papier schaars en duur is, wordt
Achtergrond1
Achtergrond2
Registratie
Lang papier
Rotatie vooraf
Nieuwe overdracht
Wanneer Uitgebreide detectie is geselecteerd, herkent
het apparaat normaal papier, transparanten voor
overheadprojectors, glanzend papier en extra stevig
papier. Wanneer Alleen transparant is geselecteerd,
herkent het apparaat alleen transparanten voor
overheadprojectors en voor andere doeleinden.
Wanneer Uitgebreide detectie is geselecteerd, herkent
het apparaat normaal papier, transparanten voor
overheadprojectors, glanzend papier en extra stevig
papier. Wanneer Alleen transparant is geselecteerd,
herkent het apparaat alleen transparanten voor
overheadprojectors en voor andere doeleinden.
deze samenstelling aan papier toegevoegd om het
goedkoper te kunnen produceren. Hierdoor wordt het
papier stoffig, wat van invloed is op de afdrukkwaliteit.
Lade 1
Riemcontact
Optimalisatie herstellen
Kleur REtIngeschakeld (standaard)
Uitgeschakeld
Schakel REt (Resolution Enhancement technology) in
of uit voor afdrukken met of zonder gladde hoeken,
krommen en randen.
Snelle kalibratieKalibrerenHiermee worden gedeeltelijke MFP-kalibraties
Volledige kalibratieKalibrerenHiermee worden alle MFP-kalibraties uitgevoerd.
Letter
A4
VerwerkenGebruik deze functie als u een reinigingspagina wilt
Als automatisch reinigen is ingeschakeld, drukt het
apparaat een reinigingspagina af wanneer het aantal
pagina's is bereikt dat u hebt ingesteld voor Reinig.
interval.
Stel het interval in wanneer de reinigingspagina moet
worden afgedrukt. Het interval wordt bepaald aan de
hand van het aantal afgedrukt pagina's.
Selecteer het papierformaat voor de reinigingspagina.
maken en verwerken om overtollige toner uit de drukrol
in de fuser te verwijderen. Het proces neemt maximaal
2,5 minuten in beslag.
uitgevoerd.
NLWWMenu Afdrukkwaliteit51
Page 68
Menu Probleemoplossing
Beheer > Probleemoplossing
Opmerking Veel van de menuopties in het menu Probleemoplossing zijn bedoeld voor
LogbestandAfdrukkenHiermee worden de gebeurteniscodes en de
bijbehorende engine-cycli op het
bedieningspaneel weergegeven.
Scanner kalibrerenKalibrerenGebruik deze functie om de scanner te
kalibreren ter compensatie van offsets in het
scannerafbeeldingssysteem (leeskop) voor
ADF en vlakplaatscanners.
Mogelijk moet u de scanner kalibreren als
deze niet de juiste delen van gescande
documenten vastlegt.
Probleemoplossing
afdrukkwaliteit
Fax T.30-opsporingT.30-rapport
Verlies
verzendsignaal fax
AfdrukkenDruk verschillende diagnostische pagina's af
afdrukken
Wanneer rapport
afdrukken
Een waarde tussen 0
waarmee u problemen met de afdrukkwaliteit
kunt oplossen.
Print of configureer het fax T.30-
opsporingsrapport. T.30 is de standaard die
Nooit automatisch
afdrukken
(standaard)
Rapport afdrukken
na faxtaken
Rapport afdrukken
na faxverzendtaken
Na elke faxfout
afdrukken
Rapport alleen
afdrukken na
verzendfouten
Rapport alleen
afdrukken na
ontvangstfouten
en 30. De
standaardinstelling is
0.
handshaking, protocollen en foutcorrectie
tussen faxapparaten bepaalt.
Stel verliesniveaus in om signaalverlies van
telefoonlijnen te compenseren. Verander
deze instelling alleen als dit is geadviseerd
door een erkend HP-onderhoudstechnicus.
Het kan tot gevolg hebben dat de fax niet
meer functioneert.
Fax V.34Normaal (standaard)
Uitschakelen
Schakel V.34-modulaties uit als de fax
meerdere keren storingen vertoont of als dit
door de toestand van de telefoonlijn nodig is.
PapierbaantestTestpaginaAfdrukkenGenereer een testpagina voor het testen van
Normaal (standaard)
Diagnose
Start een test van de papierbaansensors.
AfdrukkenDruk een diagnostische pagina af met
Gebruik deze optie om een modus in te
BronAlle laden
Lade 1
Lade 2
(Indien van
toepassing worden
aanvullende laden
weergegeven.)
Een technicus kan deze functie gebruiken om
faxproblemen op te sporen en te
onderzoeken door de geluiden van
faxmodulaties te beluisteren.
kleurstalen en de tabel met EP-parameters.
schakelen waarin een cartridge (of
kleurcombinatie van cartridge en drum) kan
worden verwijderd om vast te stellen welke
kleur de oorzaak van een probleem is. In
deze modus worden alle verbruiksfouten
genegeerd
de papierverwerkingsfuncties. Geef op op
welke baan de test moet worden uitgevoerd,
zodat u specifieke papierbanen kunt testen.
Geef op of de testpagina wordt afgedrukt
vanuit alle laden of vanuit een specifieke
lade.
BestemmingAlle bakken
Stapelbak
Standaard
uitvoerbak
DuplexUitschakelen
(standaard)
Aan
AantalBereik: 2-30,
Standaard=2
Hiermee selecteert u de uitvoeroptie voor de
testpagina. Stuur de testpagina naar alle
uitvoerbakken of alleen naar een specifieke
bak.
Selecteer of de duplex-eenheid bij de test
moet worden betrokken.
Selecteer hoeveel pagina's vanuit de
opgegeven bron moeten worden verzonden
als onderdeel van de test.
OnderdelentestHiermee activeert u afzonderlijke onderdelen
om geluiden, lekkages en andere problemen
te isoleren. Selecteer een van de onderdelen
om de test te starten. De test wordt zoveel
keer uitgevoerd als is opgegeven in de optie
Herhalen. Mogelijk wordt u tijdens de test
verzocht onderdelen uit het apparaat te
verwijderen. Druk op de knop Stop om de test
af te breken.
Test afdrukken/
stoppen
KleurbandtestTestpaginaAfdrukkenHiermee drukt u een pagina af waarmee u
ScannertestsEen technicus kan deze menuoptie
BedieningspaneelLED'sControleer of de onderdelen van het
Doorlopende waarde
AantalGeef op hoeveel exemplaren moeten worden
Weergeven
Knoppen
Touchscreen
van 0 tot 60.000
milliseconden.
Standaard: 0
Hiermee isoleert u fouten, door het apparaat
te stoppen tijdens de afdrukcyclus en te
bekijken waar in het proces de kwaliteit van
de afbeelding vermindert. Geef een stoptijd
op om de test uit te voeren. De volgende taak
die naar het apparaat wordt gestuurd zal op
de opgegeven tijd in het proces stoppen.
vonken in de voedingen met hoge spanning
kunt opsporen.
afgedrukt voor de kleurbandtest
gebruiken om mogelijke problemen met de
scanner te diagnosticeren.
bedieningspaneel goed functioneren.
NLWWMenu Probleemoplossing55
Page 72
menu Herstellen
Beheer > Herstellen
Tabel 2-18 Menu Herstellen
Menu-itemWaardenOmschrijving
Lokaal adresboek wissenWissenHiermee kunt u alle adressen wissen uit de adresboeken die op het
apparaat zijn opgeslagen.
Faxactiviteitenlog wissenJa
Nee (standaard)
Fabriekstelecominstelling
herstellen
Fabrieksinstellingen herstellenHerstellenMet deze functie kunt u alle instellingen van het apparaat terugzetten
Bericht documentinvoer wissenWissenMet deze functie wist u de waarschuwingsberichten Bestel
Benodigdheden opnieuw
instellen
HerstellenGebruik deze optie om de volgende instellingen weer terug te zetten
Nieuwe documentinvoerkit (Ja/
Nee)
Hiermee kunt u alle gebeurtenissen uit het faxactiviteitenlog
wissen.
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen: Verlies verzendsignaal,
V34, Maximale baudfrequentie, Modus faxluidspreker.
naar de fabriekinstellingen.
documentinvoerkit en Vervang documentinvoerkit.
Laat het apparaat weten dat er een nieuwe documentinvoerkit is
geïnstalleerd.
56Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 73
Menu Service
Beheer > Service
Het menu Service is vergrendeld. U hebt een PIN-code nodig om het te openen. Dit menu is alleen
bestemd voor bevoegde onderhoudstechnici.
NLWWMenu Service57
Page 74
58Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Page 75
3Software voor Windows
Ondersteunde Windows-versies
●
De software voor het printsysteem installeren
●
Ondersteunde printerdrivers
●
Software voor Windows verwijderen
●
Selecteer de juiste printerdriver
●
Prioriteit van afdrukinstellingen
●
De printerdrivers openen
●
NLWW59
Page 76
Ondersteunde Windows-versies
Software
Installatieprogramma voor Windowsx
PCL 5 driversoftware
PCL 6 driversoftware (alleen zwart)x
PCL 6 driversoftwarex
PostScript-emulatiex
HP Easy Printer Care
HP Web Jetadmin
Universal Print Driverx
1
Alleen beschikbaar via internet.
1
1
1
Windows 2000R/XPR/Server 2003R/Vista
x
x
x
TM
U kunt ook de optionele HP Digital Sending Software aanschaffen voor de volgende geavanceerde
functionaliteit:
LAN-fax
●
Internetfax
●
Windows-fax
●
Workflow met OCR
●
Compatibiliteit met Novell-omgevingen (verificatie, maptoegang, enzovoort)
●
Gebruikersverificatie
●
Meer informatie over HP Digital Sending Software en een gratis probeerversie vindt u op
http://www.hp.com/go/digitalsending.
60Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 77
De software voor het printsysteem installeren
De MFP wordt geleverd met een cd met printerdriver- en installatiesoftware voor de besturingssystemen
Windows en Macintosh. Installeer de printsysteemsoftware om ten volle te kunnen profiteren van de
MFP-functies.
Als u geen toegang hebt tot een cd-romstation, kunt u de afdruksysteemsoftware downloaden op
http://www.hp.com/support/ljcm4730mfp.
Windows afdruksysteemsoftware installeren voor directe verbindingen
(USB of parallel)
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de afdruksysteemsoftware installeert voor de volgende
besturingssystemen van Microsoft:
Windows 2000
●
Windows Server 2003
●
Windows XP
●
Windows Vista
●
OpmerkingSluit de parallelle of USB-kabel pas aan wanneer u daarom door de software wordt
gevraagd. Zie
aangesloten als u de parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt
geïnstalleerd.
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is
1.Sluit alle geopende of actieve programma's af.
2.Plaats de cd-rom van de MFP in het cd-romstation. Ga als volgt te werk als het welkomstscherm
niet wordt geopend:
Kies Uitvoeren in het menu Start.
●
Typ X:\setup (waarbij X de letter van het cd-romstation is).
●
Klik op OK.
●
3.Klik op Installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op het scherm.
4.Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid. Mogelijk moet u de computer opnieuw
opstarten.
5.Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist
is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit niet helpt, leest u de
installatiemededelingen en de Readme-bestanden op de cd van de MFP nog eens door. U kunt ook
http://www.hp.com/support/ljcm4730mfp gaan voor meer informatie.
naar
De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
De software op de cd van de MFP ondersteunt installatie in een Microsoft-netwerk. Ga naar
http://www.hp.com/support/ljcm4730mfp voor informatie over netwerkinstallaties op andere
besturingssystemen.
NLWWDe software voor het printsysteem installeren61
Page 78
De HP Jetdirect geïntegreerde printserver is voorzien van een 10/100 Base-TX netwerkpoort. Als u een
HP Jetdirect-printserver met een ander type netwerkpoort nodig hebt, gaat u naar
support/ljcm4730mfp.
Het installatieprogramma biedt geen ondersteuning voor MFP-installaties of het maken van MFPobjecten op Novell-servers. Als u de MFP wilt installeren en objecten wilt maken op een Novell-server,
kunt u een HP-hulpprogramma (zoals HP Web Jetadmin) of een Novell-hulpprogramma (zoals
NWadmin) gebruiken.
U moet beheerdersrechten hebben om software te installeren onder Windows 2000, Windows Server
2003, Windows XP of Windows Vista.
http://www.hp.com/
1.Druk voor de installatie een configuratiepagina af (zie
de MFP op de laatste pagina bij de hand. Dit adres hebt u nodig voor de voltooiing van de
netwerkinstallatie.
2.Sluit alle onnodige softwareprogramma's af.
3.Plaats de cd-rom van de MFP in het cd-romstation. Ga als volgt te werk als het welkomstscherm
niet wordt geopend:
Kies Uitvoeren in het menu Start.
●
Typ X:\setup (waarbij X de letter van het cd-romstation is).
●
Klik op OK.
●
4.Klik op Installeren als u daarom wordt gevraagd en volg de instructies op het scherm. Klik op
Voltooien wanneer de installatie is voltooid. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
5.Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist
is geïnstalleerd. Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt,
raadpleegt u de installatieaanwijzingen en de Leesmij-bestanden op de cd-rom van de MFP of de
folder in de verpakking van de MFP. U kunt ook naar
gaan.
Informatiepagina's). Houd het IP-adres van
http://www.hp.com/support/ljcm4730mfp
Windows-printerdeling gebruiken in een netwerk
Als de computer rechtstreeks op de MFP afdrukt, kunt u de MFP via het netwerk delen zodat andere
netwerkgebruikers ook op de printer kunnen afdrukken. Raadpleeg de Microsoft Windows-documentatie
als u Windows-printerdeling wilt inschakelen. Installeer vervolgens de MFP-software op alle computers
die de MFP delen.
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is
aangesloten
Als u al een parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten op een Windows-computer, wordt het
dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden weergegeven wanneer u de computer opstart.
1.Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Zoeken.
2.Schakel in het scherm Stuurprogrammabestanden zoeken het selectievakje Een locatie
opgeven in, schakel alle andere selectievakjes uit en klik op Volgende.
3.Typ de letter van de hoofdmap. Typ bijvoorbeeld X:\ (waarbij "X" de letter is van de hoofdmap van
het cd-romstation).
4.Klik op Volgende.
62Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 79
5.Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
6.Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
7.Selecteer een taal en volg de instructies op het computerscherm.
8.Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist
is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, raadpleegt u de
installatieaanwijzingen en de Leesmij-bestanden op de cd-rom van de MFP of de folder in de
verpakking van de MFP. U kunt ook naar
http://www.hp.com/support/ljcm4730mfp gaan.
NLWWDe software voor het printsysteem installeren63
Page 80
Ondersteunde printerdrivers
BesturingssysteemPCL 5PCL 6PS level 3-emulatie
Windows
Mac OS X 10.2 en later
1
Linux
1
Voor Linux dowloadt u de PostScript level 3-emulatiedriver vanaf www.hp.com/go/linuxprinting.
De printerdrivers hebben een online Help met aanwijzingen voor veelvoorkomende afdruktaken en een
beschrijving van de knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten van de printerdriver.
64Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 81
Software voor Windows verwijderen
1.Klik op het menu Start van Windows en klik op Instellingen en Configuratiescherm.
2.Dubbelklik op Software.
3.Klik op de software die u wilt verwijderen.
4.Klik op Verwijderen.
5.Voltooi de de-installatie volgens de instructies op het scherm.
NLWWSoftware voor Windows verwijderen65
Page 82
Selecteer de juiste printerdriver
Printerdrivers geven toegang tot de functies van het apparaat en laten de computer met de MFP
communiceren via een printertaal.
HP PCL 5-driver. Aanbevolen voor algemene Windows-afdruktaken in kleur en zwart-wit.
●
Achterwaarts compatibel met eerdere PCL-versies of met oudere LaserJet-printers. De beste
keuze voor oplossingen van andere fabrikanten of voor oplossingen op maat (formulieren,
lettertypen, SAP-programma's) of gemengde omgevingen (UNIX, Linux, mainframe).
HP PCL 6-driver. Aanbevolen voor afdrukken in Windows-omgevingen. Biedt de meeste
●
gebruikers de beste algemene prestaties, afdrukkwaliteit en printerondersteuning. Afgestemd op
Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de beste prestaties in Windows-omgevingen.
Mogelijk niet volledig compatibel met oplossingen van andere fabrikanten en oplossingen op maat
op basis van PCL 5. Een monochrome versie (alleen zwart) van de HP PCL 6-driver is ook
verkrijgbaar.
HP PostScript-driver. Aanbevolen voor afdrukken met Adobe-toepassingen of andere grafische
●
toepassingen. Het best voor PS level 3 en PS-lettertypeondersteuning. Iets beter qua prestaties
dan PCL 6 in combinatie met Adobe-toepassingen.
De printerdrivers bevatten on line Help met instructies voor algemene afdruktaken. Hierin worden de
knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten beschreven die in de driver aanwezig zijn.
Universele printerdrivers
De HP universele printerdriver-serie voor Windows bevat afzonderlijke versies voor HP postscript
niveau 3-emulatie en HP PCL 5 van één driver, die toegang geeft tot vrijwel alle HP-apparaten en die
de systeembeheerder de hulpmiddelen verschaft om apparaten effectiever te beheren. De universele
printerdriver staat op de cd van het apparaat in het gedeelte Optional Software (Optionele software).
Ga voor meer informatie naar
Driver-autoconfiguratie
De PCL 5-, PCL 6- en PS level 3-emulatiedrivers voor Windows 2000, Windows XP en Windows Vista
van de HP LaserJet herkennen apparaataccessoires automatisch tijdens de installatie en configureren
dan de driver. Enkele accessoires die worden ondersteund door de driver Automatische configuratie
zijn de duplexeenheid, optionele papierladen en DIMM's (Dual Inline Memory Modules).
www.hp.com/go/universalprintdriver.
66Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 83
Automatische configuratie
Als u de configuratie van het apparaat na de installatie hebt aangepast, kan de driver automatisch
worden bijgewerkt met de nieuwe configuratie. In het dialoogvenster Eigenschappen (zie
printerdrivers openen) selecteert u op het tabblad Apparaatinstellingen de optie Nu bijwerken om de
driver bij te werken.
De
NLWWSelecteer de juiste printerdriver67
Page 84
Prioriteit van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
Opmerking Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Pagina-
●
instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt.
Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan.
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
●
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver). De printerdriver wordt geopend wanneer
●
u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die in het dialoogvenster
Printereigenschappen worden gewijzigd, hebben geen prioriteit over instellingen die elders in het
programma zijn gekozen.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
●
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
●
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
68Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 85
De printerdrivers openen
Besturingssysteem
Windows 2000, XP,
Server 2003 en Vista
Mac OS X V10.2.8,
V10.3, V10.4 en
hoger
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen totdat
het softwareprogramma wordt
gesloten
1.Klik in het menu Bestand
van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.Selecteer de driver en klik
vervolgens op
Eigenschappen of
Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit
is de meeste voorkomende
procedure.
1.Kies Druk af in het menu
Archief.
2.Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende popupmenu's.
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen
1.Klik op Start, Instellingen
en vervolgens op Printers
(Windows 2000) of
Printers en faxapparaten
(Windows XP Professional
en Server 2003) of Printers
en andere
hardwareapparaten
(Windows XP Home).
Klik voor Windows Vista op
Start,
Configuratiescherm en
vervolgens op Printer.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen
voor afdrukken.
1.Kies Druk af in het menu
Archief.
2.Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende popupmenu's.
3.Klik in het pop-upmenu
Instellingen op Bewaar
als en typ een naam voor
de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het
menu Instellingen opgeslagen.
Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een
programma opent en wilt
afdrukken.
De configuratie-instellingen
van het apparaat wijzigen
1.Klik op Start, Instellingen
en vervolgens op Printers
(Windows 2000) of
Printers en faxapparaten
(Windows XP Professional
en Server 2003) of Printers
en andere
hardwareapparaten
(Windows XP Home).
Klik voor Windows Vista op
Start,
Configuratiescherm en
vervolgens op Printer.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
3.Klik op het tabblad
Apparaatinstellingen.
1.Klik in het menu Ga van de
Finder op Programma's.
2.Open Hulpprogramma's
en open vervolgens
Afdrukbeheer
(Mac OS X 10.2) of het
Hulpprogramma voor
printerinstelling
(Mac OS X 10.3 of
Mac OS X 10.4).
3.Klik op de afdrukwachtrij.
4.Klik in het menu Printers op
Toon info.
5.Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
Opmerking
Configuratieinstellingen zijn mogelijk
niet beschikbaar in de
Classic-modus.
NLWWDe printerdrivers openen69
Page 86
70Hoofdstuk 3 Software voor WindowsNLWW
Page 87
4Software voor Macintosh
Software voor Macintosh-computers
●
Software verwijderen uit het Macintosh-besturingssysteem
●
NLWW71
Page 88
Software voor Macintosh-computers
Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript® Printer Description), PDE's
(Printer Dialog Extensions) en de HP Printer Utility voor Macintosh.
Gebruik voor netwerkverbindingen de geïntegreerde webserver (EWS) om het apparaat te configureren.
Geïntegreerde webserver.
Zie
De afdruksysteemsoftware bestaat uit de volgende onderdelen:
PPD-bestanden (PostScript Printer Description)
●
Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerdrivers, kunt u de apparaatfuncties
gebruiken. Gebruik de Apple PostScript 8-printerdriver die bij de computer wordt geleverd.
HP Printer Utility
●
Gebruik de HP Printer Utility om apparaatfuncties in te stellen die niet beschikbaar zijn in de
printerdriver.
Geef het apparaat een naam.
●
Wijs het apparaat toe aan een zone op het netwerk.
●
Wijs een IP-adres (Internet Protocol) toe aan het apparaat.
●
Download de bestanden en lettertypen.
●
Configureer het apparaat voor afdrukken via IP of AppleTalk.
●
U kunt gebruikmaken van de HP Printer Utility als uw apparaat beschikt over een USB-kabel
(Universal Serial Bus) of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. Zie
Macintosh voor meer informatie.
Opmerking De HP Printer Utility wordt ondersteund voor Mac OS X 10.2 of hoger.
HP Printer Utility voor
72Hoofdstuk 4 Software voor MacintoshNLWW
Page 89
Software verwijderen uit het Macintoshbesturingssysteem
Als u software van een Macintosh-computer wilt verwijderen, sleept u de PPD-bestanden naar de
prullenbak.
NLWWSoftware verwijderen uit het Macintosh-besturingssysteem73
Page 90
74Hoofdstuk 4 Software voor MacintoshNLWW
Page 91
5Software voor andere
besturingssystemen
HP Web Jetadmin
●
UNIX
●
NLWW75
Page 92
HP Web Jetadmin
Gebruik HP Web Jetadmin om printers met HP Jetdirect in uw intranet te beheren. HP Web Jetadmin
is een browser-beheertool die op de volgende systemen kan worden geïnstalleerd:
Fedora Core en SuSe Linux
●
Windows 2000 Professional, Server en Advanced Server
●
Windows Server 2003
●
Windows XP Professional
●
Wanneer HP Web Jetadmin is geïnstalleerd op een hostserver, kan dit programma op alle clients worden
geopend met een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer 5.5 en 6.0 of Netscape
Navigator 7.0).
HP Web Jetadmin bevat de volgende functies:
De taakgeoriënteerde gebruikersinterface biedt configureerbare weergaven, waardoor
●
netwerkbeheerders veel tijd kunnen besparen.
Met de aanpasbare gebruikersprofielen kunnen netwerkbeheerders ervoor zorgen dat alleen de
●
bekeken of gebruikte functie wordt opgenomen.
Directe meldingen via e-mail van hardwarestoringen, benodigdheden die bijna op zijn en andere
●
problemen met MFP.
Installatie en beheer kan overal worden uitgevoerd via een standaard webbrowser.
●
Geavanceerde auto-detectie zoekt naar randapparatuur in het netwerk zonder dat elke printer
●
handmatig in de database ingevoerd moet worden.
Integratie in enterprise-managementpakketten is eenvoudig.
●
Snel zoeken naar randapparatuur op basis van parameters, zoals het IP-adres, de kleurcapaciteit
●
of de modelnaam.
Eenvoudig organiseren van randapparatuur in logische groepen, met virtuele
●
kantoorplattegronden voor eenvoudige navigatie.
Tegelijkertijd meerdere printers beheren en configureren.
●
U kunt de nieuwste versie van HP Web Jetadmin downloaden en de actuele lijst van ondersteunde
hostsystemen bekijken via de on line HP klantenondersteuning op
webjetadmin.
http://www.hp.com/go/
76Hoofdstuk 5 Software voor andere besturingssystemenNLWW
Page 93
UNIX
Het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX is een eenvoudig hulpprogramma voor het
installeren van printers op HP-UX- en Solaris-netwerken. U kunt deze software downloaden via de on
line HP klantenondersteuning op
OpmerkingVoorbeeldmodelscripts voor netwerken van UNIX (HP-UX, Sun Solaris) kunnen
worden gedownload op
Linux-netwerken kunnen worden gedownload van
http://www.hp.com/support/net_printing.
http://www.hp.com/go/unixmodelscripts. Voorbeeldmodelscripts voor
http://linuxprinting.org.
NLWWUNIX77
Page 94
78Hoofdstuk 5 Software voor andere besturingssystemenNLWW
Page 95
6Connectiviteit
Parallelle verbinding
●
USB-verbinding
●
Extra aansluiting
●
Netwerkconfiguratie
●
Netwerkprogramma's
●
NLWW79
Page 96
Parallelle verbinding
Maak een parallelle verbinding door de MFP op de computer aan te sluiten via een bidirectionele
parallelle kabel (IEEE-1284C) met een c-connector. De kabel mag maximaal 10 m lang zijn.
Afbeelding 6-1 Verbinding voor de parallelle poort
1C-connector
2Parallelle poort
Opmerking Als u de uitgebreide mogelijkheden van de bidirectionele parallelle interface wilt
gebruiken, moet u de meest recente printerdriver installeren.
De fabrieksinstellingen bieden ondersteuning voor automatisch schakelen tussen de parallelle poort en
een of meer netwerkverbindingen van de MFP.
80Hoofdstuk 6 ConnectiviteitNLWW
Page 97
USB-verbinding
Deze MFP biedt ondersteuning voor USB 2.0-apparaten en USB-hostverbindingen. De USB-poorten
bevinden zich aan de achterzijde van de MFP. Gebruik een type A-naar-B USB-kabel van maximaal 2
meter lang
Afbeelding 6-2 USB-verbinding
1USB-aansluiting
2USB-poort
NLWWUSB-verbinding81
Page 98
Extra aansluiting
Deze MFP heeft een extra aansluiting voor invoerapparaten voor papierverwerking. De poort bevindt
zich aan de achterzijde van de MFP.
Opmerking Deze connector kan niet worden gebruikt voor de postbus met 3 bakken of door
de nietmachine/stapelaar.
Afbeelding 6-3 Extra aansluiting
1Extra verbindingspoort (Jetlink)
82Hoofdstuk 6 ConnectiviteitNLWW
Page 99
Netwerkconfiguratie
Mogelijk moet u bepaalde netwerkparameters op het apparaat configureren. U kunt deze parameters
configureren op de volgende locaties:
Installatiesoftware
●
Bedieningspaneel van het apparaat
●
Geïntegreerde webserver
●
Beheersoftware (HP Web Jetadmin of HP LaserJet Utility voor Macintosh)
●
OpmerkingZie Geïntegreerde webserver voor meer informatie over het gebruik van de
geïntegreerde webserver.
Meer informatie over de ondersteunde netwerken en programma's voor netwerkconfiguratie vindt u in
de HP Jetdirect Print Server Administrator's Guide (Beheerdershandleiding HP Jetdirect-printserver).
Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.
Dit gedeelte bevat de volgende informatie over het configureren van netwerkparameters:
TCP/IPv4-parameters configureren
●
TCP/IPv6-parameters configureren
●
Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel)
●
HP Jetdirect EIO printservers
●
TCP/IPv4-parameters configureren
Als uw netwerk geen automatische IP-adressering biedt via DHCP, BOOTP, RARP of een andere
methode, moet u de volgende parameters handmatig invoeren voordat u via het netwerk kunt afdrukken:
IP-adres (4 bytes)
●
Subnetmasker (4 bytes)
●
Standaardgateway (4 bytes)
●
Het IP-adres wijzigen
U kunt het huidige IP-adres van het apparaat weergeven op het beginscherm van het bedieningspaneel
door Netwerkadres aan te raken.
Gebruik de volgende procedure om het IP-adres handmatig te wijzigen.
1.Ga naar Beheer en raak deze optie aan.
2.Ga naar Eerste installatie en raak deze optie aan.
3.Raak Netwerk en I/O aan.
4.Raak Geintegreerde Jetdirect aan.
5.Raak TCP/IP aan.
6.Raak IPV4-instellingen aan.
NLWWNetwerkconfiguratie83
Page 100
7.Raak Configuratiemethode aan.
8.Raak Handmatig aan.
9.Raak Opslaan aan.
10. Raak Handmatige instellingen aan.
11. Raak IP-adres aan.
12. Raak het tekstvak voor het IP-adres aan.
13. Typ het IP-adres met het toetsenbord op het touch-screen.
14. Raak OK aan.
15. Raak Opslaan aan.
Subnetmasker instellen
1.Ga naar Beheer en raak deze optie aan.
2.Ga naar Eerste installatie en raak deze optie aan.
3.Raak Netwerk en I/O aan.
4.Raak Geintegreerde Jetdirect aan.
5.Raak TCP/IP aan.
6.Raak IPV4-instellingen aan.
7.Raak Configuratiemethode aan.
8.Raak Handmatig aan.
9.Raak Opslaan aan.
10. Raak Handmatige instellingen aan.
11. Raak Subnetmasker aan.
12. Raak het tekstvak voor het subnetmasker aan.
13. Typ het subnetmasker met het toetsenbord op het touch-screen.
14. Raak OK aan.
15. Raak Opslaan aan.
Standaardgateway instellen
1.Ga naar Beheer en raak deze optie aan.
2.Ga naar Eerste installatie en raak deze optie aan.
3.Raak Netwerk en I/O aan.
4.Raak Geintegreerde Jetdirect aan.
5.Raak TCP/IP aan.
84Hoofdstuk 6 ConnectiviteitNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.